Shakespeare
bloemen.
Deze
Meester kan je op verschillende manieren bezingen. Laten we de inhoud van zijn
pomen buiten beschouwing en kijken we alleen naar het gebruik van de planten en
dieren dan vallen ons, zoals bij elke schrijver, enkele dingen op.
Je
ziet dat hij het taalgebruik en planten-, diersymboliek, die bij de schrijvers
van zijn tijd gewoon waren, gebruikt. Hij vermeldt vrijwel geen nieuwe soorten,
hoewel die in die tijd sterk in opkomst waren. Velen zijn de bekende oude
planten die al eeuwen in gebruik zijn. De meeste zijn naar de beschrijving van
de oude meesters als Plinius. Die zijn voor ons nog vaak vreemd genoeg, hij
vermeldt bijvoorbeeld de eenhoorn en andere vreemde wezens. Dat is dan altijd
een restant van oude overleveringen, geschriften. Die werden in de oudheid
terdege bestudeerd.
Ze
worden met hun gebruiken vermeld, net zoals de gewone Engelse planten die de
meeste dorpeling kent. Omdat wij dit ons vaak niets meer zegt zijn het voor ons
soms bijzonderheden. We kunnen ze daarom vaak niet plaatsen.
Opvallend
is dat hun namen vrijwel nog gelijk zijn met die van tegenwoordig. Hun plaats,
gebruik en symbool is vaak treffend uitgezocht voor die plaats in het verhaal zodat
ze ergens voor dienen, het verhaal versterken. We leren de gebruiken van zijn
tijd, de mensen, hun kleding, wat ze aten en welke sport ze uitoefenden. De
moed van soldaten, ontdekkingsreizigers en handelaren die door het land
trokken. De intriges van het hof. Hij vertaalt zijn ideen over mensen in
bloemen, van koningen en koninginnen tot het gewone volk, hoe ze waren en eruit
zagen. Dit doet hij ook met dieren, vogels, muziek, sport en het jaarseizoen.
Maar
altijd zijn het planten
die we nog herkennen bij de velden van Avon. Hij nam vaak de soorten die de
botanist Gerard vermeldde. Deze beroemde botanist studeerde in ons land zodat
die plantenkennis eigenlijk ook wat van ons is. Gerard schreef een botanisch
werk in 1597. Shakespeare zal zijn werk geregeld bestudeerd hebben of met hem
overlegd hebben.
Hij
was een landsman met liefde voor bloemen. Hoewel een paar pomen helemaal geen
bloemen bevatten en anderen geregeld. Er zijn wel overvloedig bloemen in zijn
latere spelen, vooral in The Winters Tale. Dit werk was dan ook geschreven
toen de poet in zijn Stratford leefde. Ook A Midsummer Nights Dream is vol
met bloemen, mogelijk omdat in zijn geest elfjes en bloemen onafscheidelijk
waren.
Waarschijnlijk
was zijn ouderlijke huis een huis met hof, met een kruidentuin mogelijk zelfs
met een fruittuin. De markt van Stratford was in zijn tijd klein, het was een
gewoon plattelandsdorpje, waar weinig gebeurde of te koop was. De bloeiende
weiden en de brede rivier Avon waren vlakbij zijn geboorteplaats. Wat verder
waren de prachtige huizen van Warwickshire met prachtige tuinen. Hij vertrok
daar omstreeks 1585 en 1589. Toen hij terugkwam was hij beroemd en populair.
Hij verbleef zijn laatste jaren in het aardige huisje, met zijn mooie tuin dat
hij kocht toen het succes hem toeviel.
Shakespeare, Hamlet iv, vii 144:
Collected
from all simples that have virtue.
Getrokken uit al wat er heilzaam groeit
Under
the moon, can save the thing from death.
In het ondermaanse, van de dood kan redden.
In de
tijd van Shakespeare leefde men dicht bij de dood, een wereld vol gevaar van
oorlog en ziektes. Zijn vele verwijzingen hiernaar bewijzen hoe die zaak in
zijn hoofd omging. Bloemen verschijnen in guirlandes, kransen, daarnaast zijn
kruiden, simples, vertegenwoordigers van de bittere oogst van veronachtzaming,
verspilde jaren, verwoesting van oorlog. Hij schijnt te voelen dat op plaatsen
waar netelen groeien bloemen horen te zijn, net zoals daar vaak kwaad is waar
goed zou moeten zijn. Schrijvende King Richard II denkt hij aan slecht beleid
en kwaad in zijn landstreek, III, iv.36;
The noisome weeds, which
without profit suck. Het
onkruid, dat schaadt, terwijl het nutteloos is als gezonde bloemen.
The soils fertility from
wholesome flowers..... De vruchtbare
sappen van de grond ontzuigt.
... our sea-walled garden, the
whole land. Nu het rijk, die door zee omwalde tuin.
Is full of weeds, her fairest flowers
chokd up. Vol onkruid
is, verstikt zijn schoonste bloemen.
Vruchtbomen
ongent, zijn heggen woest.
Zijn
taxustooi verwaarloosd, het nuttig kruid.
Van boze
rupsen wemelend?
Iedereen
begrijpt wat hij bedoeld met noisome weeds.
De
bloemen die de arme radeloze Ophelia draagt als ze de kamer binnenkomt van het
grote kasteel Elsinore zijn niet per ongeluk gekozen. Bloemen en kruiden hebben
altijd veel betekenis gehad voor het landvolk.
Medicinale
kruiden werden simples genoemd en keukenkruiden waren bekend als potherbs, ze
behoeden tegen ziektes, hielpen bij wonden en geurden de pot. Iedereen had
kruiden die in elk huis aan een nagel hingen te drogen, sommige grotere huizen
hielden kruiden in een still-room, (van distilling) of persten het sap vanwege
de geuren en essences. In die tijd hielden de apotheken, de chemisten van hun
tijd, kruiden, drugs (van drogen) en geurende specerijen van overzee en
beschreven die voor allerhande ziektes. Er was geen apotheek zoals wij die nu
kennen, de geurende apotheek van toen was befaamd en de apotheker was een
belangrijk man. In The Merry Wives of Windsor, III,3,80, maakt Falstaff een
interessante verwijzing naar de Londense straat waar de apothekers hun zaken
hielden, een straat bekend als Bucklesbury. Falstaff zei dat de overdadig
geklede en geparfumeerde dandys van het hof roken als like Bucklesbury in
simple time. Die straat kon ook van veraf geroken worden, zo krachtig was de
geur van specerijen en kruiden.
http://www.nndb.com/people/846/000024774/geoffrey-chaucer-sized.jpg
Verder
wordt Chaucer vaak aangehaald. Zijn Canterbury Tales: Kantelberg Verhalen
is wereldberoemd. Het zijn verhalen die pelgrims elkaar vertellen op weg naar
Canterbury. Hij gebruikt vaak andere woorden dan Shakespeare. Sommige woorden
zijn gewoon moeilijk te vertalen, het zijn vaak oude termen die in de loop der
jaren in vergetelheid zijn geraakt. Alleen door het hele verhaal te lezen zijn
sommige zinnen te begrijpen.
Chaucer
is geboren omstreeks 1342. Op 16 jarige leeftijd werd hij page aan het hof. In
1359 vergezelde hij het leger die Frankrijk binnenviel onder Eduard III. Tussen
1372 en 1384 bezocht hij Itali, Vlaanderen, Frankrijk en Lombardije als een
diplomatiek vertegenwoordiger. In 1386 werd hij Knight of the Shire voor Kent.
Hij stierf te Westminster in 1400.
http://www.toneelgroepvenster.nl/lucifer/vondel.jpg
Vondel.
Dan Vondel, vrij onbekend de laatste tijd. Hoewel, als je
vraagt of iemand deze strofen kent, Gijsbrecht van Aemstel:
Waer
werd oprechter trouw
Dan
tusschen man en vrou
Ter
weereld oyt gevonden?
Dat zijn
de eerste regels die nog door velen herkend worden, vooral de oudere HBOers.
Vondel
is geboren in Keulen op 17 november 1587. Hij is van afstamming een Brabander
omdat zijn ouders uit Antwerpen afkomstig waren. Zijn vader vestigde zich in
1597 als winkelier te Amsterdam. Hij overleed in 1608 en liet zijn moeder in
goede doen achter. Vondel huwde de 20ste november met Maaiken de
Wolff die zijn hulp in de kousenwinkel werd zodat hij tijd kreeg om de
dichtkunst te beoefenen.
Twee
kinderen had hij al verloren. Op het eind van zijn leven ziet hij zijn zoon die
vrijwel alles opgemaakt heeft naar Indi vertrekken. Op die reis stierf hij en
liet een liefhebbende maar berooide Vondel achter.
Ach
de ouders telen t kind, en maken t groot met smart
Op
zondag 5 februari 1679 overleed hij in de ouderdom van 91 jaren.
Hij
is meer een dichter. Hij heeft in pracht van taal en rijkdom van woorden het
Dietsch verklankt tot een melodie van het schone. Hij heeft het Nederlands
gevormd tot de taal der Kunst.
Zijn woord is muziek en zijn veer is de tekenstift van vele
kleurrijke taferelen. Hij laat zijn beelden leven. Het ritselen der bladeren,
het groenen der eiken, de macht van jeugdige liefde en de kracht van het staal,
de donder van het geschut, het geknetter der vlammen en het gesuis van de
zuidenwind, dat alles leeft in zijn werk door. Hij laat het water ruisen en de
beek murmelen in de Hollandse beemden. Hij is ook de man die tegen de
geestelijken strijdt, die de fouten van het volk blootlegt, zijn tegenstanders
bestrijdt in zijn hekeldichten. Hij was duidelijk vr Oldebarneveldt.
Gijsbrecht van Amstel droeg hij op aan zijn vriend Hugo de Groot, de beroemde
balling. Dit is een lokaal, historische treurspel die voor het eerst werd
opgevoerd in de nieuwe Amsterdamse schouwburg. Boven de poort prijkte het
versje van Vondel:
De
weereld is een speeltoneel
Elck
speelt zijn rol en krijght zijn deel.
Tegenover
de ingangspoort:
Geen
kint den Schouwburgh lastig zy
Tobackpijp,
bierkan, snoepery
Noch
geenerley baldadigheit
Wie anders
doet, wort uitgeleyt. Er wordt dus al gerookt.
Schouwburgen
werden opgericht. Men wilde, in navolging van vele Italiaanse academies, de
wetenschap door voordrachten en redevoeringen in volkstaal populariseren
Hij leefde in een tijd van verdwijnende Spaanse invloed en
van onzekerheden in het bewind, maar wel met voortdurende ontwikkeling van de
Nederlanden. Hij bezingt de lof van de Nederlandse krijgshelden, koophandel en
scheepvaart. Vele werken zijn van dezelfde vorm als Shakespeare, de gouden tijd
van de Grieken en zelfs enkele malen gebruikt hij hetzelfde thema. Hij gebruikt
als stadsmens minder bloemen en dieren. Vaak heeft hij werken van godsdienstige
aard, het is de strijd van de Gereformeerden en Katholieken, een wereld waarin
hij zichzelf en de waarheid zoekt. Het is de tijd van een nieuwe vorst.
Gek
genoeg vind je in ons land meer werken over Shakespeare, zijn bloemen-,
dierengebruik etc, dan van Vondel. Omdat over Shakespeare meer dingen
uitgewerkt zijn en meer historische gebruiken weer geeft, wordt die als
leidraad genomen.
http://www.elysiumgates.com/~nimrodel/nirodelverse.jpg
Shakespeare
leefde in een duistere tijd, de tijd van Elisabeth I, een tijd vol van angsten
en bijgeloof. Mensen geloofden in het bovennatuurlijke, in elfjes en heksen,
magische krachten, gifbrouwsels, liefdesdranken, voortekens in de hemel en
voorbodes van donkere tijden. Dit was Shakespeare zonder twijfel allemaal
bekend en zo vinden we Puck en the little people (zoals elfjes werden
genoemd) in A Midsummer Night s Dream, de drie heksen in Macbeth, de geest
in Hamlet en de zeer overtuigende streken van Caliban en Ariel in The
Tempest. Ook de gedroogde kruiden of simples dienden niet alleen om het eten
te kruiden of als geneeskruid, maar waren ook een krachtig voorbehoedmiddel
tegen heksen, elven en ander gespuis.
In
Engeland en Frankrijk werd de koning der feen Oberon genoemd, hij regeerde het
feenland met zijn koningin Titania. De grootste feesten op aarde werden in de
midzomernacht gehouden. Dan kwamen al de feen rondom hem samen en dansten zo
vrolijk. Midsummer Night:
Viert
dan, blij als vogel, feest
Iedere
elf en tovergeest
Zingen
saam in harmonie
Dansen op
de melodie.
De elven of alven maken een gewichtig bestanddeel
van de geestenleer van onze voorvaderen uit. Men onderscheidde twee soorten, de
licht-alven, die blanker dan de zon zijn, bijna doorschijnend met witte, van
zilver schitterende kleren.
Dit
duurde totdat de zendelingen de mensen leerden dat de elven slechts duistere demonen
waren, hun gunstige gaven werden op de engelen overgebracht die men nu smeekte
om de vrienden der mensen te mogen worden zodat die gunstig gestemd werden met
dezelfde offergaven. De elven werden op vele plaatsen verdoemd en kregen iets
onheilspellends over zich. Zo werden het de zwarte alven der duisternis, wezens
van een donkere kleur en dikwijls misvormd, ze drijven hun spel in de nacht en
schuwen de zon.
In
The Wife of Baths Tale verwijst Chaucer naar dit geloof. Mogelijk dat naar
dit historische document dit daar nog steeds geloofd wordt dat Engeland het
land van de elfjes is.
In thoulde
dayes of the Kyng Arthour. In koning Arthurs overoude dagen.
Of which that Britons speken greet
honour. Waar Britten
met veel eerbied van gewagen.
Al was this
land fulfild of fayerye, vol van fairy folk. Krioelde heel dit land van
feenrijk.
The elf-queenen with hir joly
compaigny. De elfenkoningin met dartele rei.
Daunced ful
ofte in many a grene mede. Danste wel vaak in menige groene wei.
This was the olde opinion, as I rede. Dus, lees ik, was het geloof van die
oude tijden.
I speke of manye hundred yeres ago. Ik spreek van vele honderden jaren
her.
But now kan no man se none elves mo. Nu ziet geen mens meer elfen, her noch
der.
For now the
grete charitee and prayeres. Dank zij de giften en gebeden.
Of lymytours and othere hooly freres.
Van bedelmonnik en heilig ordeleden.
That serchen
every lond and every streem. Die alom zwerven over berg en dal.
As thikke as motes in the sonne-beem. Zo dicht als stofjes in een
zonnestraal.
Blessynge halles, chambres,
kichenes, boures. Om gezegende hallen, keuken, zaal en gemak.
Citees, burghes, castels, hye toures.
Kasteel en burcht, stad en torendak.
Thropes, bernes, shipnes, dayeryes. En dorp en schuur en stal en
boerenstee.
This maketh
that ther ben no fayeryes. Te zegenen, verdwenen elf en fee.
For ther as
wont to walken was an elf..Want waar tevoren trippelde een elf.
Ther walketh
now the lymytour hymself. Daar
trippelt nu de bedelmonnik zelf.
In undermeles
and in morwenynges. Omtrent de ochtendstond en de noen.
And
seyth hys matyns and his hooly thynges. En loopt zijn metten en heilige
dingen te doen.
As he gooth in hys lymytacioun. Wanneer hij rondgaat binnen zijn gebied.
Wommen mat go
now saufly up and doun. Gevaren zijn er voor de vrouwtjes niet.
In every bussh
or under every tree. Onder de bomen als ze gaan door t bos.
Ther is noon
oother incubus but he. Geen andere incubus loopt er toch los.
And he ne wol doon hen but dishonour. Dan hij, en hij zal ze enkel oneer
doen.
Het
zijn mysterieuze cirkelen die donkere nevelen in het bijgeloof veroorzaken.
Bij
paddenstoelen vermoed je mysterieuze krachten, venijnige schepsels, heksen,
tovenaars en kobolden. Ze groeien spontaan in een nacht op duistere plaatsen
waar vreemde geluiden en drukkende stiltes heersen. Sommigen groeien ze in
zogenaamde heksenkringen. Meestal zijn die rond, dus een kring, maar ook zijn
er hoefvormige. Die zijn berucht. Alle jaren groeien die steeds verder naar
buiten, steeds meer gebieden opslokkend, waardoor in het midden een steeds
groter wordende plek ontstaat, de dansplaats. Kringen van meer dan 100m zijn gevonden.
Een grote ronde dansplaats, met aan de rand die mysterieuze kring. Merkwaardig
en opvallend is dat die kring donkergroen oplicht, we weten nu dat dit het
groen is dat door afstervende en verrotte wortels goed bemest is. Een
verontrustende kleurvorming. Tel al die zaken op, het mysterieuze, het duistere
heeft in je tuin toegeslagen en, een teken gegeven, een zeker omen dat er iets
gebeurt of de dood je wacht.
Elfen zijn geestelijk schepsels die
op het gras dansen, in boombladeren zitten of in het maanlicht. Ze hebben
prachtig goudkleurig haar, zachte welluidende stemmen en toverharpen. Ze hebben
een koning en koningin, trouwen en worden ten huwelijk gegeven. Ze
personifieerden de trillingen van de lucht, de waarneembare maar oneindige
melodie van de natuur, de kleine schoonheden die een liefhebber van het
buitenleven waarneemt of denkt waar te nemen op heuvels en dalen, bos en weide,
gras en boom, rivier en maanlicht
De elven zijn zo klein dat ze vrijwel onzichtbaar kunnen rondzweven
terwijl ze onderwijl over bloemen, vogels en vlinders waken. Ze zijn
hartstochtelijk verzot op dansen en glijden daarom dikwijls op de manestralen
op aarde neer om op het groen te dansen. Ze houden elkaar bij de hand vast en
dansen in cirkels. Zo maken ze de elvenkringen die men onderscheiden kan van de
duivelse kringen door het diepere groen en de grotere weelderigheid van het
gras dat hun kleine voeten hebben gedrukt. Kom niet buiten, die elven zijn
geestdriftige musici en hebben aardigheid in een zekere melodie die als
elvendans bekend is. Als je die hoort kan je je danslust niet bedwingen.
Plotseling zal je merken dat je niet op kan houden en verder moet dansen totdat
je van uitputting sterft, tenzij, tenzij je handig genoeg bent om de melodie
achterstevoren te spelen of als iemand zo goed is om de snaren van de viool te
breken.
Shakespeare
laat een toverkring ontstaan door dansende elven in
zijn Macbeth (derde toneel van het eerste bedrijf) vergelijk verder
Othello, Storm, Romeo en Julia, Macbeth 1,3, 25.
Noodlotzusters,
hand in hand
Zwevend
over zee en land
Draait
en zwaait aldus in het rond
Driemaal
uw deel, driemaal t mijner
Driemaal
nog, het moet negen zijn
Stil: de
toverkring is klaar.
De
heksen betoveren de plaats waar Macbeth moet voorbijgaan, door een rondedans
waarbij zij, het gezicht naar buiten gekeerd, elkaar de hand reiken. Wie binnen
de toverkring treedt is onder hun invloed.
De
wonderbaarlijke Shakespeare wijst in Tempest act 5 scne 1 op het ontstaan
van heksenringen:
Gij elfenvolk van heuvel, beek en bos,
Gij die
in het land geen voetspoor achterlaat,
De ebbende
Neptune naijlt, en vliedt,
..you demy-Puppets, that. Als
hij terugkomt, kleine popjes, die.
Bij moone-shine doe the greene
sowre Ringlest
make. Op t gras, bij maanlicht, wrange rondjes maakt.
Wherof
the Ewe not bites, and you, whose pastime. Door het schaap gemeden, die tot tijdverdrijf.
Is to make midnight mushrumps.
s Nachts
kampernoeljes vormt, en u verheugt.
Op t
plechtige avondluiden.
In de
Midsummer Nights Dream zijn de elfen druk aan het werk om de kringen in het
woud voor Oberon en Titania fris te houden. Daar zegt een elfje:
Over
berg en vallei
Over heg
en muur
Door het
park, door de wei
Door
rivier en door vuur
Zwerf ik
rond met elfenspoed
Vlugger
dan de maanbol doet
Dien
mijn koningin en houdt
Fris haar
perkjes in het woud.
Ook
de cowslip (Primula) heeft een sprookjesrol. In sommige plaatsen van Engeland
is de plant bekend als fairy cups en verbonden met het elfenvolk. Zijn gele
bloem is bekroond met 5 oranje vlekken, het is de freckled cowslip, King
Henry V 2, 49. De 5 vlekken zijn de gaven van de elfenkoningin en hierin ligt
de kracht. Shakespeare verzekert These
be rubies fairy favours.
We
krijgen een goed idee over de grootte van Oberon, koning van de elven, en
Titania, zijn vrouw, als we zien dat Ariel in de kelk van een van die kleine
gele bloempjes kon kruipen en dat elven zich in eikelschalen konden verbergen.
In
Tempest, v,1,80 zingt Ariel;
Bloemsap
puur ik als de bij
In een
klokje vlij ik mij
Rust bij
uilgekras en vrijdag
Op een
vleermuis vlieg ik blij
Zweef de
zomer steeds ter zij
Vrij en
blij geniet ik dan het leven
Onder de
bloesem van geurige dreven.
Als
glinsterende dauwdruppen beginnen te vallen kijken kleine gezichtjes hoopvol
door de grasbladen naar een vriendelijke cowslip. Een moment later klimmen
kleine wezens op de stengels en verdwijnen in de dichtst bijzijnde bloemenbel.
Dan verschijnt een symfonie van zachte zoete geluiden, wie het kan verstaan
hoort de muziek van het feenland.
De bloem
bevat veel honig, een favoriet van bijen. Tempest;
Where
the bee sucks, there suck I.
In a
cowslips bell I lie.
Zijn
beschrijving van de cowslips als pensioners van Titania is interessant omdat
koningin Elisabeth aan haar hof te Londen altijd omgeven was door 50 van de edelste,
nobelste, grootste en knapste jonge mannen van het rijk. Ze waren rijk gekleed
en bedekt met juwelen en acteerden als eregard, ze waren bekend als gentlemen
pensioners. Waar de koningin reisde daar reisden zij.
The
cowslips tall her pensioners be. Gouden primulas zijn haar wacht
In
their gold coats spots you see. Geef eens op die sprenkels acht.
Those be rubies, fairy
favours. In
haar kleed, dat zijn robijnen.
In their freckles live their
savours. Elfengaven, geurenschrijnen.
I must go seek some dewdrops
here. Ik moet
om dauwdruppen in het veld hierdoor.,
And
hang a pearl in every cowslips ear. En
hang een parel in elke primulas oor.
Ook
werd er de cowslip-wine van gemaakt, een heerlijk geurende amberkleurige drank,
getrokken van de nectar van de bloemen.
Pale cowslip, fit for maidens
early bier.
De crimson drops i the bottom of a cowslip,
de droppen zijn de vlekken. De cowslip is zo genoemd zijn omdat de cow aan de bloem
likt met zijn lips. Sommige schrijvers menen dat het plantje zo heet omdat de
bloem lijkt op de lippen van een koe. Het vee eet deze plant niet waardoor ze
veel voorkomt op graslanden waar vee graast. De naam cowslip is verbonden met
het Angelsaksisch cusloppe of coweslepe, dit werd in oud-Engels cu-sloppe of
cu-slyppe. Het oud-Engels cuslyppe is geen kuslip, maar staat voor cu: een koe,
en slyppe: kleverige of slijmige substantie, met andere woorden, koeienmest. De
plant zou daar ontspringen waar de vlaaien waren gevallen.
Aan
de andere kant maakte hij een kleine kleurengrap in A Midsummer Nights Dream.
Thisbe, in dit wonderlijke komische spel, verhaalt:
These
lily lips
This
cherry nose
These yellow cowslip cheeks.
http://engelfilm.underground-channel.de/elfenseite/bild2.jpg
Elfen sind unsichtbar,
denn sie..
Men
hoort Virgilius nog zeggen: hic nihil nisis carmina desuni; hier ontbreekt
mij niets meer dan dat ik ook toveren en bezweren kan. Er is geen kruid
waarmee meer heksenwerk en duivelskunsten bedreven is dan met de bescheiden
varen. Alleen varens waren in staat om mysterieuze dingen te laten verschijnen.
Varens
geven geen zaden, dat was wel duidelijk. Omdat men ze nooit zag bloeien en
doordat ze in donkere bossen groeien, moesten ze wel duivelse krachten
bezitten. Varens zouden het werk van de duivel zijn. Deze zaden kan je alleen
verkrijgen als je het kruid bezweert en de duivel daarover aanroept. Dan zweet
het een gomhars uit dat gelijk hard en zwart zaad wordt. Met dat zaad zie
je de schatten van de aarde in een
donker blauw licht weerspiegelt alsof de aarde van glas is.
In the Squires
Tale vertelt Chaucer (1387) wonderlijke verhalen over bijzondere dingen.
Thus seyn the people, and drawen hem apart. Zo sprak het volk en is uiteen gestoven.
But nathelees somme seyden that it was.
Sommigen zeiden, het
was een wondere zaak.
Wonder to make of fern-asshen glas. Dat men uit as van varens glas kon
maken.
Hoe
verkrijg je nu het zaad? Hiervoor ga je naar een kruisweg in het bos waarover
reeds lijken naar het kerkhof gedragen zijn. Daar verschijnen dan vele geesten
van gestorvenen, bekenden en onbekenden die je aanmanen toch van je voornemen
af te zien. Je stelt je op naast de varen vlak voor middernacht in de mystieke
Johannisnacht en trek er een cirkel om heen. Als de boze nadert en roept, die
de stem simuleert van een verliefde of ouder, geef er geen aandacht aan en
draai je hoofd niet om, doe je dit wel dan blijf je zo de rest van je leven. De
elfen, aangevoerd door hun koningin en de boze horde, komen in slagorde op je
af om het onzichtbaar makende zaad in bezit te nemen. Om klokslag middernacht
zal de varen gaan bloeien en gelijk groeien er kogelvormige, fonkelend gouden
zaden uit die met grote snelheid op de aarde vallen en in de diepte verdwijnen.
De zaden slaan met zon kracht neer dat niemand ze kan opvangen. Zelfs als je
er een ijzeren pan onder zet zal je ze niet op kunnen vangen. De ijzeren bodem
wordt door de neervallende kogels doorboord. Toch is er een middel om ze te
pakken te krijgen. Als je een diepzwart bokkenvel neemt en die onder de varen
plaatst en als je dan uit kleedt en op de kruising de tijd afwacht tot het zaad
rijp is, dan heb je een kans. Als je op die St. Jansnacht, ondanks de nijdige
waakzaamheid van de kwade geesten, het varenzaad kan bemachtigen en dit
zorgvuldig verbrandt dan kan je de as als een wonderbaarlijke toverspiegel
gebruiken. Je kan er in zien welk lot je vrienden boven het hoofd hangt en als
het hen dan ook goed gaat verandert de as in een mooie bloem, zijn ze gestorven
of gaat het hen slecht dan blijft de as koud en levenloos. Dat zaad is dan ook
alleen maar bruikbaar na betovering en maakt degene die het draagt onzichtbaar
en bracht hem geluk, ook in het spel. Zie 1 Henry IV, 2,2,90: We have the receipt of fern seed, we walk
invisible; wij hebben het recept
van varenzaad, wij zwerven onzichtbaar rond. Nu, op mijn woord, ik geloof dat
je het meer aan de nacht dan aan het varenzaad te danken hebt, als je
onzichtbaar rondzwerft.
Varen
komt verder voor in Midsummer Nights Dream iii, 1, 10; Through bog, through bush, through brake, through briar. Brake is
de vrouwelijke varen en is zo genoemd omdat de wilde beesten break out of
them.
6. Sint Jans vuren.
Uit; http://elmfield.com/2011/07/st-johns-festival/
Een van de belangrijkste feesten
ter ere van Balder (zon) werd gehouden tijdens de zomerzonnewende, dat was
midden in de winter en midden in de zomer. Men beschouwde die laatste dag als de
gedenkdag van zijn dood en van zijn neerdaling in de onderwereld. Op die dag,
de langste van het jaar, kwamen de mensen bij elkaar en staken grote
vreugdevuren aan. Jubelend reikten de mensen elkaar de hand. Juichend en
zingend dansten ze om het vuur, rijk en arm, jong en oud. De jonge bruidsparen
sprongen tezamen om zich van alle boze en zieke stoffen te zuiveren. Men wierp
niet alleen bloemen en kruiden in het vuur, waarmee gelijk alle ongeluk in rook
opging, maar ook paardenkoppen, knoken en zelfs levende dieren, die eerst als
offergave gediend hadden, dat verdreef de boze geesten. Ze keken naar de zon
die in de hoge Noorse streken weinig beneden de horizon daalt eer zij weer
opkomt. Dit is de Moeder Nacht.
Het
St. Jansfeest valt in de tijd van de zonneomloop. In de voorchristelijke tijd
was dit de datum van het zonshoogtefeest. Die nacht heet nu St. Jansnacht,
omdat die heilige Balder de Goede geheel en al vervangen heeft. Het springen
bij de St. Jansvuren werd in verband gebracht met Lucas 1, vers 41: En het geschiedde als Elisabeth de groeten
van Maria hoorde, zo sprong het kind op in haar buik. St. Jan was een
licht, een brandend en helder licht zoals Christus hem noemde (Johannes 5:35)
Nu geloofde men dat het kwaad geen uitwerking meer had als het St. Jans
evangelie gelezen werd. In de general prologue vertelt Chaucer in zijn
Canterbury Tales: So plesaunt was his In principio. Dit
waren de openingswoorden van het evangelie van St. Jan die in de middeleeuwen
het middel was tegen de duivelse machten. Dit gebruik van het St. Jansevangelie
werd op 18 augustus, 1601, in de synode van Gouda verboden.
Het
feest zou een herinnering zijn aan het gebeente van St. Jan dat verbrand werden
op die dag. De verzamelde bloemen zouden een herinnering zijn dat St. Jan
bloemen voor de hemel verzameld had.
Hypericum
is het St. Janskruid en die werd onder christelijke invloeden gewijd aan St.
Jan wiens feest viel in de tijd dat de zon het hoogst aan de hemel staat zodat
die Heilige de heldere getuige van het Licht werd. Gewoonlijk noemt men het
rode sap van de plant het bloed van St. Jan, de duivels van de ouden zijn
verdwenen in de dunne lucht en vervangen voor een christelijke feest en
heiligen.
Vondel in Bespiegelingen van Godts wercken, geeft medische
tips
Sint
Janskruid heelt en streelt de zenuw, die, verwarmt
En
opdroogt, de kracht gevoelt, die haar beschermt
Verstramde
zenuwen, van koude doodgevroren
Genezen
van de vos (vossenstaart) verkwikt als herboren.
De
venijn, Taxus baccata, groeit langzaam maar gaat wel eeuwenlang en
onverstoorbaar door. De venijnboom is een boom die zeer oud, wel ouder dan de
eik kan worden. Zijn grote ouderdom verleende hem de glans van
onsterfelijkheid. Onsterfelijke taxusbomen zien we vooral in Engeland waar er
veel rondom oude begraafplaatsen voorkomen.
Het
gebruik om de venijnboom op de plaatsen van de doden te planten gaat zeker op
heidense tijden terug. Het duistere, donkere loof met zijn giftige bestanddelen
maakte de taxus tot dodenboom. In de Bretonse kerkhoven is er gewoonlijk maar
een grote taxus. Hiervan vertelt men dat uit de mond van ieder op het kerkhof
rustende dode een venijnwortel groeit. Men hoedt zich om van zon venijn
bladeren te plukken of ze om te hakken. Door zijn mysterieuze eigenschappen
werd de venijn in Engeland bij kerken geplant. Niet omdat ze duivels verjaagde,
maar omdat het de venijnige geuren die uit de graven opstegen met
zonsondergang, aantrok en inbond. Als treurboom verschijnt de venijn ook bij
Shakespeare. Zo vermeldt die het gebruik van de yew om die in lijkendoeken te
steken. Twelfth Night 2,4, 54.
My
shroud of white, stuck all with yew.
O
prepare it;
My part of death, no one so true.
Did share
it.
Op
een andere plaats spreekt de dichter van de double
fatal yew, (dubbele fatale venijn) eenmaal omdat zijn bladeren giftig zijn
en de tweede maal vanwege zijn gebruik in dodencultus.Richard II 3,2, 120, Van giftig, dubbel moordend taxushout.
Zie
ook Titus Andronicus 2,2. de ongelukstaxus, en Hamlet 1, 5, het sap van
de god vervloekte taxusboom.
Heb ik
geen reden, denkt ge, om bleek te zien?
Die twee
daar hebben mij hierheen gelokt
Gij
ziet, het is een woest, afschuwelijk dal
De
bomen, trots de zomer, schraal, ontblaard
Geheel
met mos bedekt en boze mistel
Nooit
schijnt de zon hier en geen vogel broedt er
Dan
dagschuwe uilen en onzalige raven
Zij
toonden mij dit schrikwekkend dal
En
zeiden, dat in het holst van de nacht
Een
duizend boze geesten, duizend slangen
Tienduizend
egels en gezwollen padden
Dooreen,
er zulke gruwbare kreten slaakten
Dat
ieder sterfelijk wezen, dat ze hoort
Terstond
waanzinnig wordt of plotseling sterft
En
nauwelijks was dit hels verhaal verteld
Of zij
bedreigden mij, dat ze aan de tronk
Mij
binden zouden van een giftige venijn
Ter prooi
aan deze jammerlijke dood
Het
is een van de weinige coniferen die geen harsgangen bezit en zelfs dodelijk
giftig is. Het is dan ook meermalen voorgekomen dat vee of herten die met deze
plant gevoerd werden vrij kort daarna overleden. Tijdens en na de middeleeuwen
is de venijn in aantal achteruitgegaan, vooral door zijn giftige eigenschappen,
paarden die aan een huis gebonden waren aten tijdens het wachten van de
taxushaag en stierven. Om die reden is de plant op vele plaatsen uitgeroeid. De
venijn is in ieder geval zo gevaarlijk dat in Engeland de eigenaar van een
plant, die overhangt op het land van de buurman, aansprakelijk is voor
vergiftigingen. In veel landen was het dan ook verboden om de venijn te
planten.
Onder
de dingen die door de heksen in hun heksenketel geworpen en samen gebrouwen
werden waren venijntwijgen die men afrukte tijdens de maansverduistering, zie
Shakespeare Macbeth IV, 1.27:
Gall of
goat, and slips of yew
Sliverd
in the moons eclipse.
1heks:
Driemaal heeft mijn kat gemauwd.
2heks:
Viermaal blies mijn egel reeds.
3heks:
Rietwouw roept; het is tijd, het is tijd.
1heks:
Om de ketel! Ik begin!
Het
giftig ingewand er in!
Pad, die
onder koude steen
Dertig
etmaal en nog een
Slapend,
gif hebt uitgezweet
Gij het
eerst er in geheet.
Allen:
Poken! dubbel, dubbel stoken!
Vuur,
gij vonkelen! ketel, smoken.
2heks:
Slang, in vuile poel gebroed
Smoor en
gloei in s ketels gloed!
Meerkatoog
en roerdomplong
Vleermuiswol
en addertong
Kikvorsteen,
hagendissenpoot
Uilenvleugel,
paddenbrood
Laat het
tovermengsel koken
Als een
helsoep walmen, roken!
Allen:
Poken! dubbel, dubbel stoken!
Vuur,
gij vonkelen ! ketel, smoken!
3heks:
Drakenschubben, wolventand
Haaienmaag
en ingewand
Mummiesap
met bloed van raven
Scheerlingwortel,
s nachts gegraven
Lever
van woekerjood
Geitegal
en venijnenloot
Bij een
maaneclips gesneden
Turkenneus
en negerteen
Vinger
van een knaap, gesmoord
In een
poel bij zijn geboorte
Dikt het
mengsel als het behoort
Voeg nog
een tijgermaag er bij
En
gereed is onze brij.
Allen:
Poken ! dubbel, dubbel stoken
Vuur,
gij vonkelen ! ketel, smoken!
2 heks:
Koel het nu af met apenbloed
En de
toverbrij is goed..
Hecate:
Voortreffelijk, thans is het naar mijn zin
Elk uwer
deelt in het schoon gewin
Maar
komt, de ketel nu omringd
Op
elfenwijs, en zingt dan, zingt
Dat al
uw kracht in het mengsel dringt (muziek en dans)
Gezang:
Geesten wit en grauw, geesten rood en zwart
Roeren !
roert nu, roert ! geroerd en niet gemopperd !
Danst en
roert en pookt: krachtig zij het venijn
Alle kwaad
verschijnt en alle goed verdwijnt.
Een
boog gemaakt van dit hout kan een pijl wel 120m. ver schieten. Duizenden
boogschutters, met bogen van dit hout gemaakt, waren de grootste kracht van de
Engelse legers in Frankrijk, de Franse pijlen bereikten hen niet, maar hun
pijlen wel de Fransen. Chaucer noemt de venijn shooter yew en beschrijft zijn
boogschutter als dragende een mightie bowe.
Uit; http://blameitonthemuse.com/tag/macbeth/
De
gevlekte scheerling, Conium maculatum, is een duivelse plant, de met portwijn
getekende blokken op de blauwwazige stengels hebben een dodelijk uiterlijk. In
het wild groeit de gevlekte op ruige ruigtes en donkere kerkhoven. Op die
laatste plaats zou het door de duivel geplant zijn op graven van overwonnen
zielen. Ofschoon de plant zijn eigen signatuur van vernietiging met zich
meedraagt zijn kinderen vergiftigd doordat ze er blaaspijpen van maakten.
Gewetenloze vervalsers of slordige kwekers vermengden het zaad wel met
anijszaad, waar het veel op leek. Door het blad te wrijven is ze te herkennen
aan de weerzinwekkende geur, muizenurine. De melksap bevattende wortel bevat,
met de stengel, het meeste gif.
Zie
Macbeth IV,1 de root of hemlock diggd
i the dark. Het was een hoofdbestanddeel van het brouwsel van heksen. Het
is een kruid van Saturnus en gevaarlijk voor de priv delen, yet applied to the privities, it stops its
lustul thoughts. De bladen werden als omslag op de geslachtsdelen gelegd
die het laat inslapen en lustige gedachten stopt. De borsten van de meisjes
werden niet groter en de testikels van de jongens ontwikkelden zich niet.
Als
symbool van Frankrijks verwoesting, Shakespeare in King Henry V, v,2, 41;
Sterft
onverzorgd; zijn fraaie dichte heggen
Zijn,
als langharige en stoppelige gevangenen
Door
wilde twijgen haveloos, op zijn akker
Die
braak nu liggen, tieren dolik, scheerling
En
weelderige aardrook, en het kouter roest
Dat zulk
een woest woekering moest ontwortelen
Het
effen weiland, eens zo schoon gesierd
Met
sleutelbloemen, pimpernel en klaver
De zeis
nu dervend, brengt, verwilderd, geil
In
woeste moedwil niets dan onkruid voort
Dan ruwe distels,
wilde zuring, klissen.
http://content.answers.com/main/content/wp/en-commons/thumb/7/79/350px-MacbethAndBanquo-Witches.jpg
Bilzekruid
of Engelse henbane, Hyoscyamus, is zeer giftig, vrijwel net zo erg als de
scheerling. Het heeft een somber kleed van dicht bijeen staande, stinkende
bladeren. Bilzekruid verschijnt op eenzame, verwaarloosde plaatsen, het meest
op vochtige, zandige plaatsen. Het is een slang onder de planten of heeft er
associatie mee.
Henbane
zou de insane root van Shakespeare zijn geweest toen Macbeth en Banquo de drie
heksen ontmoetten op de heide.
Or have we eaten on the insane
root
That takes the reason prisoner? De insane root,
(krankzinnigheidswortel) die de rede gevangen neemt, veroorzaakt delirium en
gekte.
Shakespeare
laat de vader van Hamlet doden door wat sap van hebenona in zijn oor te gieten.
Maar bilzekruid werkt voornamelijk door de huid, vooral door de slijmvliezen,
in principe kon de vader van Hamlet zo niet gedood worden.
t Vind
u bereid.
Maar
trager waart ge ook dan het vadsig kruid.
Dat
langzaam wegrot aan het strand der Lethe. (vergeten)
Bracht u
dit niet tot handelen. Hoor nu Hamlet!
Het werd
uitgestrooid, dat toen ik in mijn hof.
Te
slapen lag, een slang mij stak, zo werd.
Door een
verdicht verhaal heel het oor van het land.
Omtrent
mijn dood misleid; weet edel jongeling.
De
gifslang, die uws vaders leven stak.
Draagt
thans zijn kroon .
50
Sleeping with mine orchard. Toen ik in mijn lusthof sliep.
My custom always in the afternoon. Zoals ik in t namiddaguur gewoon was.
Upon my secure hour thy uncle stole. Besloop uw oom mijn zorgeloze rust.
With
juice of cursed hebenon in a vial. Met
giftig, vloekbaar ebbensap gewapend.
And in the porches of my tears did
pour. En goot dat van
melaatsheid zwangere vocht.
The leperous distilment. In de ingang van mijn oor..
Zijn
werking is.
Aan s
mensen bloed zo fel vijandig, dat.
Het snel
als levend kwik zich allerwegen.
Verspreidt
door de aderen van het lichaam, en.
Met
plotseling geweld het levens vocht.
Doet
stremmen, stollen, als zure leb.
De melk verdikt,
zo overkwam het ook mij.
En op
het eigen ogenblik heeft me een uitslag.
Als een
melaatse het zuivere lijf omschorst.
Ruw,
dik, van aanzien walgelijk.
Dus werd
ik slapend, door een broeders hand.
Van
leven, kroon en gade opeens beroofd.
In mijner
zonden volheid afgesneden.
En
zonder biecht, ontheffing of sacrament.
Met
ongesloten rekening ten gerecht.
Met heel
mijn schuldenlast op mijn hoofd gezonden.
Wat
Shakespeare dan bedoelde in Hamlet 1,5, 60 met cursed hebenon? Commentators
doelen op een bijzondere plant met dodelijke effecten, in plaats van een plant
die de dood aangaf. Maar, hoe maken poten woorden, wat bedoelen ze en waar
hebben ze de informatie vandaan gehaald? Men denkt dat Shakespeare het sap van
hebenon of hebona opgepikt moet hebben van de youce of Hebon uit Marlows The
Jew of Malta uit 1590. Daar hoopte Barabbas dat het vergiftigde voedsel dat
hij naar zijn dochter zond zou werken als de wijn van de Borgias en het bloed
van de Hydra en de youce of Hebon, het gif van de Styx en de adem van zijn
bewaarder, Cocytus. Marlow en Shakespeare zijn beiden wel bekend geweest met
The Garden of Proserpina uit Spensers Faerie Queene, II, 51-6, die bewaakt
werd door de Cocytus waarin bomen en planten stonden.
direful deadly blacke both
leafe and bloom
Fit to
adorne the dread, and decke the drery toombe met de heben sad, en de
mournfull
Cypresse.
Dead sleeping Poppy, the blacke
Hellebore,
Cold
Coloquintida, and tetra mad
Mortall
Samnitis, and Cicuta bad.
Spenser,
op zijn beurt, zal Gowers hebenus that
slepy tre, which furnished the boards of the couch of Sleep gekend hebben.
Zo is hebenon of hebona simpelweg afgeleid van het Latijnse ebenus, het zwarte
ebbenhout dat gebruikt werd in begrafenisrituelen.
Maar
Ebenus is de middeleeuwse naam voor Cicuta virosa, Conium groeit meer in
zuidelijke streken, ze werden vaak met elkaar verwisseld.
http://www.forumancientcoins.com/moonmoth/serapis_pics/caracalla_028r.jpg
Caracalla
Pluto and Cerberus.
Volgens
de klassieken was de koningstroon van Pluto, god van de onderwereld, gemaakt
van het zwarte ebbenhout, Diospyros ebenus. Ebbenhout werd wel gebruikt om er
wiegen van te maken zodat kinderen niet bang zouden worden van zwarte
gezichten.
Loves Labour
Lost; IV, 3, 247,
King. By
heaven, thy love is black as ebony. Uw kind is zwart als ebbenhout, bij God!
Ber. Is ebony like her? O wood divine. Is ebbenhout als zij? O goddelijk
hout!
A wife of such wood were felicity. Een vrouw uit zulk hout waar t
heilrijkst lot.
O! who can give an oath? where is a
book? Wie geeft me een
boek en hoor mij, als ik zweer.
That I may swear beauty doth beauty
lack. Dat schoonheid
alle schoonheid derft, ten ware.
If that she
learn not of her eye to look. Zij van haar ogen gloedvol blikken leer.
No face is fair that is not
full so black. O,
schoon is geen gelaat, min zwart dan het hare
King. O
paradox! Black is the badge of the hell. Wat paradox ! Zwart is de leus van de hel.
De
kleur van krochten en het kleed van de nacht.
En
blankheid staat bij hemelreinheid wel.
Ber.
De duivel lokt het liefst in engelen dracht.
Zoals
ravenzwart mijn liefste hoofd bedekt.
Dan
rouwt het, wijl vals haar, verf en vernis.
Met
ijdele schijn verliefde dwazen trekt.
Doch zwart
is schoon, sinds zij geboren is.
.ik ga voorbij
die schat van dierbaar ebbenhout.
http://mcgoodwin.net/pages/images/dickseeromeo.jpg
Dicksee (Sir
Frank), Romeo and Juliet
Ondanks
alle oude waarschuwingen ziet men de akoniet, Aconitum, nog steeds in tuinen
als een herinnering aan oude pijlgiften, moordenaars en fatale vergissingen.
Plantverzamelaars nemen deze plant dan ook altijd op als ze handschoenen aan
hebben. Het gif kan door een wondje of de mond opgenomen worden en is vrij snel
actief. Net als de meeste ranonkelachtige is het groen schadelijk voor vee,
maar gedroogd onschadelijk.
De
akoniet ademt een duistere sfeer uit. Doordat de bloem met de kap bedekt is van
de Noorse helden symboliseert de plant ridderschap, met zijn giftige adem is
het typisch een ongeluksplant en behoort tot de kruiden van duistere praktijken
die in donkere en eenzame plaatsen groeien
De
Engelse botanist Gerard vertelt ons dat het gif van de monnikskap van zon
kracht is, dat een mens of dier dat verwond wordt door een pijl of iets
dergelijks, waarin dit gif gedoopt is, binnen een half uur zal sterven.
Vrijwel
zeker heeft Aristoteles er de dood door gevonden en zou het gif zijn dat Romeo (te
vroeg) innam.
V,1,60: ...let me have. Geef me.
A dram of poison, such soon-speeding
gear. Een slok vergif,
een drank, die snel en krachtig.
As will disperse itself through all the
veins. Door de aderen
zich verspreidt, zodat de man.
That the life-weary taker may fall
dead. Die levensmoede is, drinkt en
nederstort.
And that the
trunk may be dischargd of breath.
En dat zijn borst van de adem zich ontlaadt.
As violently as hasty powder fird. Met zulk geweld, als het haastig kruit ontvlamt.
Doth hurry from the fatal cannons womb. En losbreekt uit moorddadig
krijgsgeschut.
...To Juliets grave, for there must I
use thee. Naar Julias graf, want
daar behoef ik u.
En voor uw vrienden wordt gij dan een schutse.
Een
gouden ring, uw broeders samenbindend.
Zodat
het vat, dat aller bloed vereent.
Mingled with venom of suggestion. Al wordt er het gif des lasters in
gemengd.
As,
force perforce, the age will pour in it.
Dit laat de tijd niet na er in te storten.
Shall never leak, though it do work as
strong. Nooit lek
wordt, zelfs al werkt dit gif zo sterk.
As aconitum or rash gunpowder. Als akoniet of snel ontvlammend kruid.
Vondel,
De Vaderen;
Zon
gruwelijke dood, heb ik wel ooit gevoeld
Met
dodelijk Aconith u schotel, mijn behoeder
Oft met
vergif verhaast de dagen van mijn Moeder.
De prins werd
vriendelijk aangekwispeld door een leeuw
De vloeken weken hem en bleke razerijen
Men zag
de lucht geveegd van krom geklauwde Harpijen
Geen
raadsel breiende Sphynx leide op t verslinden toe
Chimeren
waren voorts het vonken spuwen moe
Geen
Gorgonen piepte meer, geen Hydras nijdig bliezen
Geen
Scilla blaatte meer, de Phytons staakten t biesen
Elk ingezetene
had liefde en vrede tot zijn wit
De
kruidlezer vond geen dodelijke aconiet
De boter
geur en kleur kreeg als oranjevruchten
Maar dit
was aangenaam, geen oorzaak van verzuchten
Ik
sluimerde daar na, waar dacht men dat ik was
In onze
lusthof, waar ik keurig bloemen las
In frisse
kransen vlocht, en zoete rozenhoedjes.
Doorsnuffelen
mijnen, stof, en stenen, planten, dieren
Dan
blijkt hoe heilzaam ende en elks behoudenis
Waar van
t aloude gebruik een ondervindster is
Ook zulk
dat dodelijk en moordende vergiften
Van
akoniet en slang door louteren schiften
Verlaten
hun aard en stekende venijnen.
Hippocrates
liet de theorie van zwarte gal het licht zien wat verantwoordelijk was voor
verschillende ziektes, onder andere melancholie en krankzinnigheid. De
kerstroos, Helleborus, zou door zijn laxerende werking dit verdrijven.
Helleborosus is bij Plautus een mens die niet goed bij het verstand is en
nieskruid nodig heeft. Horatius prijst het als geneesmiddel aan (satiren II 3,
82) Danda est ellebori multo pars maxima avaris, dat wil zeggen, men moet de
geesteloze er veel van geven. Drink Helleborus, was een Grieks gezegde, als ze
bedoelden je bent niet goed bij je hoofd. Nog lang is het voor geestesziekten
in gebruik geweest, men herinnert zich de fabel van La Fontaine, Le Lievre et
la Tortue, waarin de schildpad aan een haas voorstelde te wedden wie er het
eerst op zekere plaats zou zijn. Hierop had de haas geantwoord dat ze aan het
malen was en enige hoeveelheden nieskruid moest nemen.
In
the Nuns Priest Tale vertelt Chaucer in zijn Canterbury Tales over de
geesteszieke, de haan Chauntecleer die een slechte droom heeft gehad in de
nacht voordat hij door de vos gepakt wordt. Pertelote, zijn favoriete hen,
denkt dat hij ziek is en suggereert hem een laxatief te nemen uit de tuin van
de weduwe. Hij zou geholpen worden met purgerende, laxerende middelen en een
kruid tegen melancholie.
For Goddes love, as taak som laxatyf.
Neem dan een laxatief, om Godes min.
Up peril of my soule and of my lyf. Ik schiet er graag mijn lijf en ziel
bij in.
I conseille yow
the beste, I wol nat lye. Zo ik
ongelogen u niet ten beste ra.
That bothe of
colere and of melancolye. Dat ge van
rode en zwarte gal.
Ye purge yow; and for ye shal nat tarie. U schoon purgeren moet, en doe het
voort.
Though in this
toun is noon apothecarie. Er is wel geen apotheek in dit oord.
I shal myself to herbes techen yow. Maar zelf leer ik u de kruiden wel.
That shul been
for youe hele and for youre prow.
Waarbij gij baat zult vinden en herstel.
And in oure yeerd tho herbes shal I
fynde. En ik zal die
kruiden vinden in onze gaard.
The whiche han
of hire propretee by kynde. Die de
eigenschap bezitten uiteraard.
To purge yow bynethe and eek abobe. Het lijf te purgeren, onderlangs en
boven.
Foryet nat
this, for Goddes owen love!Bij Gods
minne, wil me toch geloven.
Ye been ful coleryk of compleccioun. Dat ge galachtig van samengesteldheid
bent.
Ware the sonne in his ascencioun. Zorg dat de zon in zijn ascendant.
Ne fynde yow
nat repleet of humours hoote. U niet
vindt opgekropt met hete vochten.
And if it do, I dar wel leye a grote. Ik wed om een groot, zo dat gij
gebeuren mocht.
That ye shul have a fevere terciane. Dan zal de derde daagse koorts u
rijden.
Or an agu, that may be youre bane. Of het koudwee, en uw dood is niet te
mijden.
A day or two ye shul have digestyves. Slik voor een dag of twee eerst
digestiven.
Of wormes, er ye take youre laxatyves. Van wurmen en daarna pas laxativen.
Of lawriol, centaure and fumetere. Van kerslaurier, santorie, aardrook.
Or elles of ellebor, that groweth there. Of anders nieskruid, want dat groeit hier
ook.
Of katapuce,
or of gaitrys beryis. Van kattepuit of geitebes.
O herbe
yve, growing in oure yeerd wher ther mery is. Van het grote veil, waar het erf vol van is.
Pekke
hem up right as they growe and ete hem yn. Pluk het zoals het groeit en eet er van.
Be myrie, housbonde...... Kom,
wees vrolijk, man.
Lawriol,
Daphne mezereum, het peperboompje purgeert, vandaar de Engelse naam lawriol,
spurge laurel, het is de oude laurier, naar de overeenkomst van de bladeren met
die van de gewone spurge, Euphorbia.
Centaurium
erythraea, door de monniken werd het erop gehouden dat het deze plant was die
gebruikt werd door de centaur Chiron om de wond in de voet van Patroklos mee te
genezen. Duizendguldenkruid verkreeg zijn naam door zijn vele goede
eigenschappen en werd vroeger dan ook met honderden ponden tegelijk ingezameld.
Fumetere komen we nog elders tegen.
Gaytrys
beryis, Gerard, noemt gatter trees of goat tree als naam voor Euonymus
europaeus. Gatteridge en gatter-tree betekenen geitenbos, oud-Engels gat: geit.
Hij haalt Theophrastus aan die vermeldt dat ze fataal zijn voor geiten.
Katapuce,
de Engelse naam spurge, Euphorbia lathyrus, betekent een purgerende plant, via
Frans
purge,
afgeleid van espurgier: purgeren, stamt het woord van Latijn expurgare,
purgeren: schonen.
Vergelijk
het Duitse Scheisskraut, ons schijtkruid.
Het
was de middeleeuwse cataputia (een veerlatinisering van het Italiaanse
cacapuzza: stront, stank)
Euphorb
is de Euphorbia, Scammonye komt van Convolvulus scammonia, L. (bindkruid)
is een bladverliezende, meerjarige plant. Wit/purperen bloemen en windende
stengels. Deze plant levert de scammonia van de ouden. Dit is een
purgeermiddel, Engelse purging bindweed, dat uit de dikke meerkoppige wortel
gewonnen wordt en gedroogd in de handel komt. De Arabieren gebruiken het als
sterk laxerend middel.
t
Elleborum het zwart, de Rha het groen vergadren
En of zulks
toegaat in ons zwak, en teder lijf.
De in
de gebergte van China en Tibet inheemse plant brengt naar het westen de
Perzisch naam rewend mee. Door verbinding met de naam Rha, bij de Grieken de naam voor de Wolga waar de plant zou
groeien, werd het van klinker veranderd en Rha of Rheon genoemd door de
Grieken. Barber waren de barbaren die daar woonden, samen dus rabarber. Galenus
en Plinius maakten van deze tot dan toe onbekende plant gebruik bij
verstoppingen. Het was eerst een medische plant. Na 1800 kwamen er bastaarden
waaruit de tegenwoordige rassen stammen. De eerste hybriden hadden zure
stengels en groene bladstelen, maar geleidelijk aan werd dit steeds beter, nu
zijn er met rode bladstelen die minder zuur zijn. Het idee om de stelen als
groente te gebruiken stamt waarschijnlijk uit Engeland.
Herbe
yve, Hedera helix, de klimop, growing in
oure yeerd wher ther mery is. De blijdschap slaat op het blad van de
klimop. De oude wijngod Bacchus wordt vaak voorgesteld als met klimopbladeren
omkranst. Dat zou hem tegen dronkenschap behoeden, dit werd zo ook door de
mensen gebruikt. Door dit gebruik werd de klimop ook het zinnebeeld van
vrolijkheid en scherts. Een man
gekroond met klimop kan niet dronken worden.
Een
bos van klimop werd dan ook vroeger in Engeland buiten de taveerne geplaatst
als een indicatie dat daar wijn werd verkocht. Alwaar men wijn te koop had, werden daar van kransen tot een teken
opgehangen; daarom is het Latijnse spreekwoord, dat goede wijn geen veil-krans
(klimopkrans) van node heeft.
Goede wijn behoeft dus geen (klimop) krans, is nog een bekende uitdrukking. In
de General Prologue van de Canterbury Tales vertelt Chaucer:
A
garland hadde he set upon his heed. Een
krans had hij op zijn hoofd gezet.
As greet as it were for an
ale-stake. Alsof het een groet was voor het
bierteken.
Men
veronderstelt dat hij de ale-stake bedoelde als de bos die het teken was voor
een taverne.
Zie je
daar nog eren uil bij staan is betekent het dat in een klimopbos wijsheid en
aanspraak verenigd zijn.
Als
de klimop een boom met zijn groen bedekt is het tot een gevaarlijke vijand van
de boom geworden. Vele bomen zijn zo van onder tot boven bekleed en in talloze
armen verdeelt de plant daar zijn macht. Klimop slingert zijn groene takken
door de eeuwen heen en heeft overal zijn beschermende armen uitgebreid als een
zinnebeeld van trouwe aanhankelijkheid. Door zijn omhelzing wordt het voorwerp
van zijn liefde niet gewurgd. Klimop omvat de dunne tak met dezelfde innigheid
als de dikke stam. De stengel is zo zwak, dat die zichzelf niet rechtop kan
houden. Een boom wordt door die plant dus niet afgeknepen.
Midsummer
Night iv, 1, 48;
So doth
the woodbine the sweet honeysuckle
Gently
entwist; the female ivy so.
Tempest
1,2, 80: Hij werd het klimop, dat mijn vorstenstam
Omwond,
mijn sappen zoog.
Vondel, De Vaderen;
Ik, oud
en vruchteloos slecht dholle Eik, die naakt
Mismaakt
en bladerloos geen schaduw langer maakt
En tot
de wortel toe verdort, niet om te verslimmen (slechter)
Alleen
voor de veyl verstrekt een ladder om te klimmen.
http://www.revradiotowerofsong.org/images/432_tristan_Isolde-love_potion.jpg
Isolde
Sharing the Love Potion
De
liefdesdranken zijn feitelijk afrodisiaca, middelen om de geslachtsdrift op te wekken.
Ze zijn in de romantiek bedoeld om iemand tegen zijn wil in liefde te laten
ontvlammen voor de schenker of schenkster van de drank. Men herinnert zich
slechts hoe Brangaene aan de van de dorst smachtende Tristan en Isolde, bij
vergissing, de drank schenkt die bedoeld was om bij de ontmoeting van Isolde
met haar toekomstige gemaal, Koning Mark, een rol te laten vervullen. Men kent
de gevolgen. Zie Chretien de Troyes schitterende liefdesdrama Tristan et Iseut
en Wagners muziekdrama.
Zie
de frivole pozie van de Fransen, La Fontaines La mandragore, bij de
Italianen Machiavellis lustspel La Mandragola.
De
liefdesdranken bevatten vooral de giftige doornappel en Mandragora. Ze verhogen
de geslachtsdrift met uitschakeling van de ordenende wils functie, zodat de
vleugels van het morele overwicht op die driften gevierd worden.
In
the Wife of Baths Prologue verhaalt Chaucer in zijn Canterbury Tales, 1387,
over een liefdesdrank:
Lucia, likerous, loved hire housebonde
so. Lucia, graag en
lustig, hield zo van haar man.
That, for he
sholde alwey upon hire thynke. Dat,
omdat ze er aan altijd aan dacht.
She yaf hym swich a manere love-drynke.
Gaf ze hem een soort
liefdesdrank te drinken.
That he was deed er it were by
the morwe. Zo
dat hij dood was voor de morgen aanbrak
And thus algates housbondes han
sorwe. Ja, en
zo al tezamen had de huisvrouw zorgen.
Zeer
uitvoerig beschreef Apuleius in zijn Metamorfosen de daden van een gifmengster.
Hier zou een jonge man vergiftigd worden, maar de arts weigerde om een dodelijk
gif te geven en gaf daarom een slaapmiddel uit alruinwortel dat voor enige tijd
een op de dood zeer gelijkende slaap voorstelde. In Shakespeares Romeo en
Julia komt dit ook voor, hij had dit mogelijk van Apuleius overgenomen.
Shakespeare was zich bewust van de krachten en mysteries van de mandraak.
4,1,90:
t Is
morgen woensdag..
Draag
zorg, de nacht, die volgt, alleen te zijn.
Uw
voedster slaapt dan niet in uw vertrek.
Neem dit
flesje, als gij te bedde ligt.
En drink
dit vocht, van kruidensap bereid.
Onmiddellijk
zal een kille slaperigheid.
Door al
uw aderen stromen, iedere pols.
Verflauwt,
staat stil, geen warmte of adem getuigt.
Dat gij
nog leeft, het rood van wang en lip.
Wordt
grauw als as, het luik der ogen valt.
Als
sloot de dood de dag des levens af.
Elk lid,
van buigingskracht beroofd, wordt stijf.
En strak
en koud, als door de hand des doods.
En zulk
een schijnbeeld van kille dood.
Verblijft
gij twee en veertig uren lang.
Dan zult
ge ontwaken als uit een zoete slaap.
Verschijnt
dus morgen uw bruidegom.
En wekt
hij u tot de echt, dan zijt ge dood.
En, naar
s lands wijze, wordt gij op de baar.
In uw
schoonste klederen, onbedekt.
Gedragen
naar datzelfde aloude gewelf.
Dat heel
het geslacht der Capulets omsluit.
Omstreeks
die tijd, dat gij ontwaken zult.
Zal
Romeo, wie ik t schriftelijk meld.
Hierheen
zich spoeden, samen wachten wij.
het
ontwaken af.
In
Cymbeline v,5 50 wordt dit ook gebruikt:
Vaak de
koningin, heer, bij mij aan.
Vergiften
haar te mengen, zij gaf voor.
Dat zij
haar weetlust zou voldoen, door het doden.
Van hond
en kat en dergelijk gespuis.
Ik
duchtte een erger doel, waarom ik haar.
Een
schadeloos mengsel gaf, dat plotseling.
Het
leven schorst, doch korte tijd daarna.
Neemt
ieder levenswerktuig ongedeerd.
Zijn
taak weer op. Hebt gij daarvan gebruikt?
Imogeen:
Waarschijnlijk wel, want ik was dood.
Als
slaap- en dodelijk middel wordt de mandraak ook gemeld door Shakespeare in
Othello III, 3, 330
Not poppy nor mandragora. Geen papaver- noch alruinsap.
Nor all the dowsy syrups of the world. Noch al der wereld sluimerdranken
brengen.
Shall ever
medicine thee tot that sleep. Den zoete
slaap u weder.
Which thou owedst yesterday. Die nog gisteren U eigen was.
Zie ook Antonius
and Cleopatra I, 4, 80.
De
mandraak was een plant van haat en liefde. Uit deze plantenfamilie, Solanaceae,
werden toverdranken gebrouwen die zelfs de dood konden brengen waardoor de
mensen zeggen, hij heeft mandragora gekregen. Het kruid is een echt
vergetelheidsdrank. Geef me
Mandragora te drinken. zegt Cleopatra, (Anthony and Cleopatra)
....dat ik de tijd verslaap als Antonius weg is.
De
appels zijn, met wijn, gebruikt als slaapmiddel.
De
geruime tijd inslapende, maar niet dodende middel speelt overigens ook een rol
in Sneeuwwitje en Doornroosje.
De
meeste schrijvers handelen bij deze plant meer over het bijgeloof door de vorm der wortels, zie de volgende. De
slaapdranken zijn waarschijnlijk meer afgeleid van de vruchten.
De
mandraak is een van de oudst bekende narcotische middelen. Zijn identiteit is
zonder twijfel, hoewel het kruid eeuwen lang in mysteries en magie gehuld was.
De wortel heeft de vorm van een mens en zou de eigenaar geluk en voorspoed
bezorgen. Ze werden duur verkocht en in houten kistjes bewaard die met zilver
belegd waren.
2
King Henry 1,2,20:
Gij
verwenst alruintje, gij deugt veel beter om op mijn muts gestoken te worden,
dan om mijn hielen te volgen. Nog nooit heb ik een agaatmannetje tot dienaar
gehad, maar ik zal u niet zetten in goud of zilver.
Naar
Flavius Josephus groeide het gewas bij Jeruzalem en zou de plant voor iedereen
die het zocht in de grond verdwijnen. Dat kon voorkomen worden door de plant
met urine te overgieten. Het plukken van de wortel zou zeer moeilijk gaan,
hiervoor waren zekere voorbereidingen nodig. De wortel kon bij uitgraven
verdwijnen of zon verschrikkelijke kreet slaken dat de graver van schrik zou
sterven. De mandraak zou dan ook alleen maar daar groeien waar een onschuldig
man gehangen was en ontstaan zou zijn uit zijn laatste zaaduitstorting. Bij het
graven moest de graver met zijn gezicht naar het westen zich achter de mandraak
plaatsen en er driemaal met zijn zwaard omheen gaan. Hierna kon begonnen worden
met graven, echter zonder de wortel aan te raken. Door de vorm van de wortel
werd verondersteld dat het een kabouter of een ander mysterieus wezen was die
bij aanraking die verschrikkelijke gil zou laten horen. Voor het uittrekken
werd dan een zwarte hond genomen die met een touw om de staart gebonden de
wortel eruit trok.
In de
mythologie is de mandraak een wijszeggende, demonische geest of een klein
halfduivels wezen in mensengestalte die de bezitter rijk zou maken. De plant is
ook wat behaard en in sommige aangroeisels zijn zelfs manlijke of vrouwelijke
delen te herkennen. De wortel heeft de vorm van een naakte mens, de vier
worteltakken waren de twee armen en benen. De manlijke vormen bezitten een
baard en zouden de mannelijkheid stimuleren, de vrouwelijke, die zeldzamer
waren, werden met lange haren afgebeeld en zouden de vruchtbaarheid bevorderen.
Shakespeare
was wel bekend met zijn mysteries.
Moord
en kwaad waren synoniem met de mysterieuze wortel, als Suffolk antwoord aan
Koningin Margaret, in het tweede deel van Henry VI, III, 2, 310:
Suffolk:
A plague upon them, wherefore should I
curse them. Haal hen de pest!
Waartoe zou ik hen vloeken?
Would curses kill as doth the mandrakes
groan. Als vloeken dood bracht als de alruinkreet.
I would
invent as bitter-searching terms.
Dan vond ik bitter boze woorden uit.
As curst, as harsh and horrible t hear. Zo woest, zo hard, zo verschrikkelijk
voor het gehoor.
As lean-faced envy in het loathsome
cave. En stiet ze door
de opeen geklemde tanden.
Met
zoveel blijk van ingevreten haat.
Als in
haar gruwelijk hol de magere Nijd.
Mijn
tong zou bij het heftig spreken struikelen.
Mijn oog
zou als de vuursteen vonken sprankelen.
Mijn
haar als van een razende op gaan rijzen.
Ja,
ieder lid zou doen, als vloekte het mee.
En nu
juist dreigt mijn hart, bezwaard, te breken.
Als ik niet
vloekte. Zij vergif in hun drank.
Gal,
erger nog dan gal, hun heerlijk maal.
Hun
liefste schaduw van cipressenwoud.
Hun
dagelijks aanblik van boze basilisken.
Hun
zachts gevoel scherp als hagendissenpriemen.
Afschuwelijk
hun muziek als slangengesis.
Door
uilen onheilskreten begeleid.
Al de
ijselijkheden van de diepste hel.
Door
een misverstand is Romeo niet bij het ontwaken van Juliet aanwezig. Die roept
bij haar angstig ontwaken in de grafkamer uit, iv, 3. 44;
Alack, alack! is it not like that
I. Wee, wee
mij, is het niet waarschijnlijk, dat.
So
early waking, whith loathsome smells. Ik
vroeg ontwakend, in die pestlucht, bij.
And
shrieks like mandrakes totn out of the earth. Gekrijs als van alruinen, de aard ontscheurend.
The living
mortals hearing them run mad. Dat levenden, die het horen, zinloos maakt.
O! if I wake, shall I not be
distraught. O, zal ik ontwakend, niet verbijsterend zijn.
Environed with all these hideaous fears?.Omringd van al die akeligheid en
schrik.
II
King Lear VI, III, 2,310 Kill, as doth
the mandrakes groan. Doodt zoals de mandraakschreeuw doet.
Hier
danst een ouwe baas met zijn mantel lang
En
bruingrauw stijl omgordt met een blauwe adderslang
Die knaagt
haar kronkelstaart en kunstelijk ik bespore
Ruit,
vuurkruid (witte nieswortel) en komijn, alruin en mandragore. (alruin en
mandragora is dezelfde naam voor 1 plant)
http://a768.ac-images.myspacecdn.com/images01/64/s_3d792563ece34e4f92dc9fcff3b4c5cf.jpg
De
narcotische, hallucinerende werking van Atropa belladonna, (ook een Solanaceae)
ziet men in het woord dolkruid, de Duitse Tollkirsche, toll: dol, dolle kers.
Het Engelse dwale betekent ook een slapende versterking, dwalen. In de Reeves
Tale van Chaucer gaat de molenaar en zijn vrouw naar bed, toen hadden ze
zoveel bier gedronken dat hem needed no dwale. Chaucer:
Arise, quods
she; what, have ye dronken Dwale?
Why
slepen ye? It is no nitertale.
Met
het sap van de plant werd ook vroeger, door zijn giftigheid, de huid gebleekt
en puistjes verwijderd. In oude tijden was in Engeland het dwalwater favoriet
bij de dames om vlekken weg te werken.
Bella
donna betekent schone vrouw, het sap van deze plant werd op de ogen gedruppeld,
waardoor er glanzende ogen en een grotere oogappel werd verkregen. Dit kan ook
bereikt worden door een deel van het blad buitenwaarts op de ogen te leggen. Of
de plant is zo genoemd omdat dit sap, ingenomen, illusies gaf van mooie
vrouwen. In geringe hoeveelheid veroorzaakt het ook hallucinaties en diepe
slaap. Het is een oud bijgeloof dat op zekere tijden de plant de vorm aanneemt
van een tovenares van een heerlijke schoonheid waar het gevaarlijk is om naar
te kijken
Een
ander verklaring verhaalt een drastischer behandeling van de vrouwelijke
sekse, een Italiaanse gifmenger zou er gebruik van gemaakt hebben om de
lieflijke dames naar de hemel te verwijzen.
Een
paar gram gedroogde bladeren zal al snel lijden tot een droge keel en een zeer
extravagant delirium, vaak vergezeld door een oncontroleerbaar lachen, soms met
onophoudelijk praten, maar soms met totaal verlies van de stem. Hij die het eet
verliest direct al zijn geheugen en kennis en is bezig om elke steen om te
draaien alsof hij met iets zeer belangrijk aan het werk is. Is dit de plant die
Shakespeare noemt waar Banquo vraagt: or have we eaten of the insane root that
takes de reason prisoner? Of was dit van Hyoscyamus, de henbane of insane root?
Meelbrij
met moederkoren werkte dodelijk. Moederkoren is een schimmelwoekering in het
graan, vooral rogge. Vroeger was dit in natte jaren heel schadelijk omdat het
moeilijk gezuiverd kon worden. Tegenwoordig haalt men er LSD uit. Eerst wordt
het zenuwsysteem beschadigd en dan komt het tot een verschrikkelijke jeuk,
kriebelziekte, dan tot een lang aanhoudende pijnlijke spierkramp en vaak
veroorzaakt dit epilepsieachtige aanvallen. Het ergste van alles was het
heilige vuur: Ignis Sacer, dat gaf pijnen in de ledematen die zich onder
heftige branden donker rood en dan zwart kleurden om dan zonder bloeding af te
vallen. Een soort droge versterving. Door dorst, krampen en door verkramping
van de spieren voerde dit uiteindelijk tot de dood.
Misschien
is hieruit het bijgeloof ontstaan van het beschreien van de kinderen door de
kornmuhme, een aardkol of trol die haar verkommerde kind tegen een menselijke
kind uitwisselde. De reden hiervan is dat de kinderen die aan moederkoren leden
met verkromde vingers stierven. In de morgen van hun dood vond de moeder dan
haar kind heel anders dan gewoonlijk, verkrampt, en dacht dat haar kind geruild
was door de aardkol die het levende mensenkind geruild had voor haar dode
trollenkind. Die dode kinderen werden dan wisselkinderen genoemd.
Wisselkinderen,
Winters Tale; III, 3,122, erg, erg! Maar kijk eens hier, jongen. Hier is
heel wat anders; jij vindt stervende, ik pasgeborene. Hier kun je staan te
kijken; zie eens, wat een doopkleed voor een groteluis kind! En kijk daar
eens; neem dat op, neem het op jongen; doe het eens open. Zo, laat eens kijken.
Het is mij voorspeld, dat ik nog eens rijk zou worden door de tovergodinnen,
dat is zeker een wisselkindje, (this
is some changeling)
hou het open, wat is er in jongen?
Stoffel:
Je fortuin is gemaakt oude. Als de zonden van je jeugd vergeven zijn, dan zul
je nu goede dagen hebben, Goud, klinkklaar goud.
Herder:
Dat is elfengoud, jongen, en dat zullen wij er nog wel verder aan merken.
De wilg
verschijnt bij ons als een verfrommelde boom met een plompe stam en geschoren
hoofd, hij behoorde tot de zogenaamde ongeluksbomen. Diegene aan de bijl waren
ontkomen werden aan de boom der vloeks, de wilg, gehangen. In geheimzinnige
veemgerichten lag de wilg naast het blanke zwaard op de tafel van de
vrijgraven. Die ter dood waren veroordeeld werden met een wilgenstrik
opgeknoopt aan de dichtst bij gelegen boom. De geknotte wilg was een symbool
des doods. Hij was zelf al onthoofd. In de onderwereld waren uitgestrekte
bossen van wilgen en daarin woonde de god des doods, Vidharr.
Zelfs
in de bijbel is het een ongeluksboom. Ter herinnering aan hun gevangenschap in
Babylon zongen de Joden en werd aan de wilg de harp opgehangen. Judas heeft
zich aan een wilg verhangen met een strik, zijn dode lijf stortte op de bodem
en barstte zodat alle ingewanden eruit vielen. Sindsdien ligt er een vloek op
de wilg. De wilg kreunt en barst en ook zijn buik is hol tot op de huidige dag.
Daardoor heeft het een slechte naam en is het gebrandmerkt. Daarom zijn de oude
wilgen hol en geplet.
t Huis
Jacobs zuchten zou op de oever van de Euphraat
t Huis
Israels einde zou zijn hemelse gezangen
En aende
wilgen droef zyn herpen laten hangen.
Wilgen
zijn bitter en zijn een teken van ongemak en bitterheid, al zo in de tijd van
Elisabeth waarin diegene die rouwde een wilgenkrans droeg. In Engeland is er de
uitdrukking, she wears the willow, een teken dat de vrouw weduwe
is en niet meer wil hertrouwen.
In
Hamlet, 4,7,170, verdrinkt
Ophelia daar waar het grijze lover van een wilgenboom in het water
weerspiegelt.
Laertes : Drwond ! O, where?
. Wat, verdronken, Waar?
Queen: There is a willow grows
aslant a brook.
Koningin.: Ginds buigt een wilg over t beekje heen.
That shows his hoar leaves in the glassy
stream. En spiegelt in
de vliet zijn grijze bladeren.
Daar
komt zij, woest bekranst met dovenetels.
Madeliefjes,
boter-, lange purperbloemen.
Die het
ruwe herdersvolkje ruw benoemt.
Maar het
schuchtere meisje dodemansvingeren noemt.
Zij klom
en reikte om aan dunne twijgen.
Haar
onkruid op te hangen, doch daar brak.
Een
valse tak, en met haar schatten viel zij.
In het
schreiend beekje. Het wijd gespreid gewaad.
Hield
haar een wijl, gelijk een meerelf, boven.
Waarbij
zij rijmpjes zong uit oude deunen.
Als een,
beseffeloos voor het gevaar, of als.
Een
wezen, dat, voor het element geboren.
Er mee
vertrouwd is, doch dit duurt niet lang.
Haar
klederen zogen het water op en trokken.
Het arme
kind, tot op het laatste nog zingend.
In t
modderig graf!
Een
verbinding met smart. Het is een boom vol droefenis.
In
Othello iv, 3, 28 zingt de droeve Desdemona het lied van de wilg:
Sing
willow, willow, willow.
Sing all
a green willow must be my garland.
Het lied
van wilgen, een oude deun, maar als op haar gedicht. Zij zong het, toen zij
stierf.
Ach, de
arme zat onder de eik in haar smart.
Zingt:
wilgen, groene wilgen.
Het
hoofd op de knie en de hand op het
hart.
Zingt: wilgen,
wilgen, wilgen.
Het
beekje aan haar voet, ach het ruiste haar klacht.
Zingt:
wilgen, wilgen, wilgen.
Haar
tranen, zij vloten; de rots, zij werd zacht;
Leg dat
daarginds neer.
Zingt:
wilgen, wilgen, wilgen.
k Bid
u, maak haast, zo dadelijk komt hij hier.
Zingt
allen: mijn krans moet van wilgenloof zijn.
Laat
niemand hem laken, zijn toorn is zo schoon.
Nee, dat
volgt niet. Hoor, wie is t die daar klopt?
Emilia: Het is de wind.
Desdemona:
Mijn lief noemde ik trouweloos, en wat zei hij mij?
Zingt:
wilgen, wilgen, wilgen.
Boel ik
ook met vrouwen, met mannen bedoelt gij.
Much Ado About
Nothing, II, 1, 190;
eenvoudig naar
de naaste wilg, voor uw eigen zaken, Graaf.
Op welke manier
wilt gij uw treurkrans dragen?
Guido
Gazelle dicht de boom ook zo:
waarom,
droeve wilgeboom
Staat
gij op de mandelstroom?
Waarom
laat ge uw lange takken
tot in
t Koele water zakken?
daarom
zucht ik, daarom steen ik
daarom,
neergebogen, ween ik,
daarom
treurt de Wilgeboom
op de
zwarte Mandelstroom.
Wilgen
zijn buigzaam. Gevlochten tenen (een twijg die op vaste maat is afgesneden en
gebundeld, ook wel rijs genoemd) worden voor verschillende doeleinden gebruikt,
waterwerken, huizenbouw, manden en dergelijk. Zon wilgensoort die gebruikt
wordt om er huisraad uit te maken wordt osier genoemd. Dit woord komt van
oud-Frans osierre: dat wat groeit in een ausarium: rivierbedding.
De
buigzame osier komt voor in Loves Labour Lost iv, 2,112: Those thoughts to me were oaks, to tee like
osiers bowed. Zijn gedachten waren als een eik, die van de ander even
meegaand als een wilg.
Vrouwentongen
wordt de tril of Engelse asp genoemd, Populus tremulus, omdat zijn bladeren bij
het minste of geringste bewegen en altijd te horen zijn, daarom ook wel bevende
ratelaar. Trillen of sidderen als een espenblad is een bekende uitdrukking. De
esp was een teken van schandaal omdat zijn bladeren gemaakt waren van
vrouwentongen. Chaucer zegt dan ook:
And quake as doth the leaf of
Aspen green.
To
shake like an aspen is een van de oudste Engelse gezegden. Dat ritselen wordt
veroorzaakt door de eigenaardige opbouw van het blad aan de bladsteel die plat
en breed is en een verticale stand heeft, terwijl het blad horizontaal staat.
De bladsteel is dan ook nog zeer slap en wordt dan zo ook met het minste
windzuchtje beroerd. Mogelijk dat dit dient om de verdamping te bevorderen en
zo de boom een goede groei geeft. Terwijl bij andere bomen de bladeren slapen
is het blad van de ratel altijd druk bezig.
De
bladen vinden geen rust omdat het kruis van Christus uit dit hout gemaakt is.
De licht bewegende bladeren zorgen steeds voor onrust ze sidderen of popelen.
De populier werd met eeuwige onrust gestraft omdat het de enige boom was die
niet voor de Heer buigen wilde en siddert nu net als de eeuwige Jood die niet
rusten kan.
Shakespeare
noemt de asp nog aspic in Antony and Cleopatra v, 2, waar de aspic de slang
is die Cleopatra dodelijk steekt en gebracht wordt in een mandje met asp-,
populierbladeren;
240 The pretty worm of Nilus there. Hebt
gij de lieve Nijlworm meegebracht.
That kills and pains not. Die zonder smarten doodt?
296, Have I the
aspic in my lips? Dost fall? Heb is
een aspis op mijn lippen? Valt gij?
If thou and
nature can so gently part. Was u het
afscheid van natuur zo zacht.
The stroke of death is as a lovers
pinch. Dan is de dood gelijk de kneep van een
minnaar.
Which hurst, and is desired. Die smart, maar lieflijk is.
354-7: This is an aspics trail; and these fig
leaves. Dit is een aspiswond, de
vijgenbladen.
Have slime upon them, such as the aspic
leaves. Zijn ook met slijm, als de aspisbladeren.
Upon the caves of Nile. In haar holen aan de Nijl.
Titus
Andronicus II, 4, 44. O, had het monster ooit die leliehanden.
Tremble,
like the aspen leaves,
upon a lute. Als
espenblad zien trillen op een luit.
Zodat de zijden
snaren teer die kusten.
Op de
terugweg van de Tartaros vlocht Hercules een krans van takken van de boom die
Hades had geplant in de Elyzeese velden ter gedachtenis aan zijn minnares, de
mooie Leuke. De buitenste bladeren
van deze krans bleven zwart omdat dit de kleur is van de onderwereld, maar de
bladeren die tegen het voorhoofd van Hercules aanzaten werden door zijn
roemrucht zweet zilverwit gebleekt. De kleur van de witte populier geeft zo aan
dat hij in beide werelden geweest is.
De
witte lijnen zijn vaak te zien in de plotselinge zomerwinden, dit is een zekere
indicatie van komende regen, de
wheather tree shows its white lining, there will be rain. Heen en weer
zwaaiend in de wind schitteren ze eerst licht dan donker al naar de zijde die
zich vertoont, daarom is de boom aan de Tijd gewijd met zijn afwisseling van
dag en nacht. Het blaadje is omgekeerd, Fries it bledtsje is omteard, Duitse
das Blatt hat sich gewandt en Franse la carte est tournee
Ook
de spreuk als een blad omslaan, berust vooral op het gedrag van de popel wiens
bladeren op St. Jansdag hun plaats veranderen zodat ze daarna de boom geen
bescherming meer bieden tegen de regen.
De krans van populier
Bekranst zijn priesterdom. (Hercules)
Faeton wist van zijn vader gedaan te krijgen dat hij eens in
de zonnewagen mocht rijden. Hij verloor de macht over de paarden die het
hemelse vuur trokken zodat de aarde verschroeid werd. Zeus maakte er een einde
aan door een bliksemstraal te zenden die Faeton op aarde liet tuimelen. Zijn
zusters bleven onophoudelijk om zijn dood schreien. Ze trokken zich de haren
uit t hoofd, krabden de borsten open en riepen zijn naam te vergeefs. Toen
Faethusa, de oudste, op zekere tijd wilde gaan zitten voelde ze haar knien
verstijven. Ze begon om hulp te roepen. Hierop wilde Lampetia toeschieten, maar
haar voeten hadden reeds wortel geschoten. Febe, door dit rampzalig voorval tot
wanhoop vervoerd, wilde heur haar uit trekken maar ze trok niets dan bladeren,
haar beenderen werden boomstammen en haar armen takken. De bast had al haar
ganse lichaam bedekt en liet niets vrij dan de mond. Maar hun tranen bleven
vloeien. Men zag ze uit deze nieuwe bomen druipen en, door de zon hard gemaakt,
werden ze amber.
Vondel
bezingt in Faeton of reuckeloze stoutheit de ondergang van Phaeton met de
zonnewagen en het veranderen van zijn zusters in populieren.
De
tranen biggelen als brantsteen in de zon.
De
berk wordt in het Latijn Betula genoemd. Dit woord komt mogelijk van het
Latijnse batuare: slaan, de twijgen werden wel als roede gebruikt. De Finnen
slaan zich ermee tijdens een dampbad om de bloedcirculatie te bevorderen. Het
berkenreis werd gebruikt tot het vervaardigen van bezems en diende weleer bij
het spitsroedenlopen om de veroordeelden te pijnigen. Sommige volken gebruikten
twijgen van deze boom om er mee te geselen en noemden daarom de boom De Boom der
Wijsheid omdat de boosdoeners door zon tuchtiging wel tot betere gedachten
kwamen.
Zo
werden de roeden in oude tijden door Engelse schoolmeesters gebruikt, ouders
bedreigden hun kinderen met deze afstraffing, zie Shakespeare in Measure for
Measure i, 3, 23-7:
Wij
hebben stipte wetten, strenge straffen.
Vereiste
breidels voor halsstarrige paarden.
Die wij
nu veertien jaar lieten slapen.
Gelijk
een oude leeuw, die in een grot.
Geen
prooi meer zoekend, sluimert. Nu, gelijk.
As fond fathers. En zwakke vaders .
Having bound up the threatening
twigs of birch. Berkenrijsjes bindt.
Only to stick it in their childrens
sight. Alleen om het
oog der kinderen te verschrikken.
For terror, not tu use, in time the rod. Niet voor gebruik, zodat de roede
dra.
Becomes more mockd dan feard. Meer spot dan vreze wekt, zo is de
wet.
http://idioms.chat.ru/17/pix/539.gif
Kastanjes,
Castanea sativa, uit het vuur halen is een uitdrukking die ontleend is aan de
fabel. In Duits heet het Die kastanien aus dem Feuer holen, in Frans tirer les marrons
du feu en in Engels to pull the chestnuts out of the fire. Een aap die
kastanjes uit het vuur wilde halen was bang zich te branden en gebruikte
hiervoor de poot van een daarbij liggende slapende hond.
Op
kerstavond werden door bruidsparen noten in het vuur geworpen. Als deze noten
stillagen en tezamen verbrandden, dan werd het een gelukkig huwelijk; als ze
uit elkaar vielen, dan betekende dat een ongelukkige, kraakte het daarbij, dan
zou het in de toekomst kraken.
Vrijsters
gooiden noten, met de namen van haar aanbidders, in het vuur met Allerheiligen
om uit te maken wie van hen haar liefde waardig was. Degene die kraken of
springen zijn niet te vertrouwen, zij die rustig liggen te branden zijn de
ware. Kastanjes waren een soort huwelijksorakel in Engeland. Naar dit geluid
maakte Shakespeare Taming of the Shrew 1, 2,208:
Do you tell me of a womans tongue. En
reutelt gij me niet van een vrouwentong.
That
gives not half so great a blow to hear. Die half zo luid niet klapt als een kastanje.
Bij Vondel, Vermaeckelijcke Inleydinghe LI, is het een aap en een kat, gevolgd
door de moraal.
Den Aep
en de Katte;
De Sim,
om t afwezig huisgezin te verrassen
Te
snoepen de gebraden kastanjes in de asse
Nam s
katten linkerpoot, hoe zeer zij was vervaard
En
krabde de gebraden kastanjes uit de haard
De poes
heeft luid gemiauwd als zij haar klauw verbrande
En riep:
houd op, houd stil, mijn linkerpoot lijdt schade
Mijn
vlees is niet van staal en ijzer als het dijn
Wat
tirannie is dit, ik lijd grote pijn
Maar
onze moeder Sim liet niet af van verzengen
Voor ze
de haard had ontbloot van gloeiende
karstengen
Belachende
de kat in t midden van t verdriet
En riep:
Wat schreeuwt gij, uw pijn voel ik niet
Een
Koning, die zijn rijk en palen wil vergroten
Gebruikt
zijn eigen volk en kloeke rijksgenoten
Hij houdt
zich uit het gevaar en haalt als met zijn hand
Al t
gene zijn hart wenst uit oorlogs felle brand.
Vondel,
Herderskout;
...Gij
mag de nacht wel bij ons blijven rusten
We hebben
thuis rijpe appels, zo ze u lusten
De nieuwe vrucht, kastanjes,.. Hieruit zou je opmaken dat
de kastanjes net ingevoerd waren.
Hoewel,
Chaucer, 1387:
And many homely
trees there were. En veel bekende
bomen waren er.
That peaches, coines, and apples bere.
Die perziken, kweeperen en appels
dragen.
Medlars, plummes, peers, chesteinis. Mispel, pruimen en kastanjes.
Cerise, of which many one faine is. Kersen waarvan velen fijn zijn.
Die spreekt toch
duidelijk over de kastanje
Mogelijk dat
Vondel doelt op de paardenkastanjes, hoewel die niet eetbaar zijn.
De
hazelaar, Corylus avellana, is een sprookje en volledig versierd met harten. De
hazelaar behoudt zijn bladeren zelfs nadat andere bomen al ontmanteld zijn en
geeft het bos dan een warme gloed, een warme kleur als de gloed van de
morgenwarmte.
De
noten zijn vaak bedekt door die bladeren en de vruchten van de hazelaar
bevatten een verborgen levenskracht. Over de hazelaar als symbool van
vruchtbaarheid zijn vele verhalen in omloop. Als vrouwen bijvoorbeeld niet
tevreden waren met hun mannen, legden ze een met vele noten behangen hazeltak
boven het echtelijk bed. In vele dorpen was het gebruik dat jonge vrouwen de
zekerheid in verwachting te zijn, door een hazeltak in de hand lieten zien.
In de
Taming of the Shrew, ii, 1, 255 zegt Petruchio tot Katharina;
Hoe
komt men aan het verhaal dat Kaatje hinkt?
Kate, like the hazel-twig. Want Kaatje is slank en recht.
Is straight and slender, and as brown in
hue. Gelijk een
hazeltak, ze is bruin van haar.
As hazel nuts, and
sweeter than the kernels. Gelijk een hazelnoot, en zoeter dan haar kern.
O! let
me see thee walk: thou dost not halt.
O! loop eens op, nee hinken doet ge niet.
Verder
komt de hazelaar voor in Romeo en Julia. I, 4, 68, waar Romeo een droom had;
Mecutio;
O zo, ik zie, fee Mab heeft u bezocht.
Ze is de
elfenkoningin, die dromen brengt.
Zij
komt, niet groter dan het beeldje op.
De
agaatsteen in de ring van een alderman.
En
rijdt, met een gespan van zonnestofjes.
Over de
neus van de mensen in hun slaap.
De
radarspaken zijn van spinnenbenen.
Van
fijne sprinkhaanvleugels is de kap.
Van het
web der kleinste spinnen zijn de teugels.
Van
maneschijnstralen is het tuig, de zweep.
Is van
krekelscheen en biezenpluis.
Haar
voerman is een mug, in het grijs gekleed.
Niet
half zo groot als het ronde wormpje. Dat.
In het
vingertopje huist van luie meisjes.
Haar
rijtuig is holle hazelnoot.
Gemaakt
door meester Eikhoorn of baas Wurm.
Van
oudsher reeds der elfen wagenmakers.
En met
dit span bezoekt ze nacht op nacht.
Het
brein van minnaars, die alsdan van liefde.
De knie
van hovelingen, die dan van.
De hand
van procureurs, die dan van kosten.
Den mond
van meisjes, die dan van kussen dromen.
Maar
deze straft vaak Mab in toorn met puistjes.
Wijl
snoeperij haar adem heeft vervalst.
Soms
galoppeert zij op de neus van een hoveling.
Die speurt
dan dromend nieuwe gunstbewijzen.
Soms
neemt zij het staartje van een big en kittelt.
Een
zielenherder in zijn slaap in de neus.
Dan
droomt hij dadelijk van een vetter kerspel.
Soms
draaft zij op de hals van een soldaat.
Die
menige vijand dan de hals doorklieft.
Van
bressen, hinderlagen, Spaanse klingen.
Van
drinken uit een reuzenpokel droomt.
Dan
hoort hij vlak aan het oor een trom, springt op.
Ontwaakt,
en vloekt een schietgebed of twee.
En
slaapt weer in. Dit is dezelfde Mab.
Die s
nachts de manen der paarden vlecht.