Mangoeste.
Uit
Buffon.
Dit
dier vormt de overgang tussen de marters en katten, zowel wat de lichaamsbouw
als wat hun aard betreft.
Het
is ongeveer zo groot als een kat, maar slanker en vlugger. Het is een halve
meter lang met korte poten en wordt een twintig cm bij een gewicht van een
2-4kg. Soms loopt een hele familie
achter elkaar aan in een lange rij.
Ze
worden alleen in de hete streken van de oude wereld aangetroffen.
Het
meest bekende van deze groep is de Egyptische Ichneumon of Pharao’ s rat die
door de oude Egyptenaren als heilig vereerd werd. Hij werd wel ingebalsemd en
komt afgebeeld voor.
Het
eet slangen, is er niet bestand tegen maar weet behendig de slang te ontwijken.
Ook is het een prima muizen- en ratten verdelger, is zelfs naar Jamaica
verscheept om daar de rattenplaag te verminderen. Mogelijk eet het dier
gifslangen, zeker hoenders en andere vogels waarom het beest in Egypte nu net
zo gehaat is als bij ons de marter. Minder vogels wat dus betekent meer
insecten.
Men
heeft hem sullus en fuillus genoemd
omdat hij een varkenssnuit heeft. Men beeldt hem af ter grootte van een kat,
maar wat langer en bedekt met wrede wolfsharen, gevlekt en gemengeld, deels
wit, deels geelachtig en vaal. Aan de achterste heeft hij vijf klauwen en
korte, rondachtige oren, zwarte poten. Hij draagt een lange staart en is
omtrent zijn lendenen wat dikachtig. Wegens de tong, tanden en rammelaars is
hij een kat zeer gelijkvormig. Buiten de opening van zijn aars heeft hij een
wijde doorgang, de vrouwelijkheid zeer gelijkvormig. Heeft de brandende hitte
de aars verstopt dan zet hij dat gat open om te luchten.
Men
zegt dat zijn pis dat gemengd wordt met de melk van een zwarte koe tegen de
darmkronkel wordt ingegeven. En dat zijn gebrande huid met azijn een tegengif
is tegen slangensteken. En dat zijn haar tot rook gemaakt goed is tegen wormen.
Hij
eet muizen, slangen, slakken, hagedissen, kameleons, kikvorsen, vogelen,
hoenderen en, zo wordt verteld, zou hij heet zijn op de lever van de krokodil.
Om aan deze versnapering te geraken zou hij terwijl de krokodil met open mond
in de zon slaapt en het vogeltje Trochilus hem de mond en tanden schoon maakt
in zijn bek komen en aldaar zijn levendige partijen doorknagen en zijn lever
eten. Uit deze hoofde is er grote vijandschap tussen de krokodil en de
ichneumon. Deze afkerigheid is des te groter omdat de ichneumon de eieren van
de krokodil vindt die hij vertrapt en verstrooit waardoor Egypte van dit
schadelijke Nijl gedrocht niet overstroomd wordt en men de ichneumon in grote
achting houdt. Als hij op roof uitgaat zet hij zich op zijn achterste poten en
als hij zijn buit ziet kruipt hij langs de aarde en overvalt zijn partij met
een sprong, meestal met behulp van zijn makkers. Ziet hij enig dier dan richt
hij zijn haren overeind. Hij stelt zich tegen grote honden strijdvaardig op en
met drie slagen velt hij een kat.
Dus daalde onze Heiland, nadat hij
vlees had aangedaan, in de hel en voerde de zielen die daarin woonden mee; en
zoals de ichneumon ongedeerd uit de buik van de krokodil tevoorschijn komt zo
stond onze Heer op de derde dag op uit het graf, levend en ongedeerd. De
sluipwesp zou de draak op dezelfde manier moeten verslaan en beide dieren zijn
symbolen van de triomf van de vleesgeworden God over Satan. Strabo stelt dat de
sluipwesp giftige slangen aanvalt, maar nooit in zijn eentje. Het werd daarom
in Egyptische hiërogliefen gebruikt als een ideografie wat aangeeft dat eenheid
kracht is.
(De
Trochilus is wel de renvogel, de krokodilwachter, Pluvianus aegyptus. Die
wandelt de bek van de slapende krokodil binnen om vleesresten tussen de tanden
weg te pikken. Die vogel begraaft zijn eieren om ze koel te houden. Ook de
jongen worden wel een paar cm diep begraven om dezelfde reden, vooral ook als
er gevaar dreigt. De vogel zou er voor zorgen dat hij niet opgegeten wordt
doordat hij een stekel op zijn kop heeft die tegen het gehemelte van de
krokodil stuit op het moment dat die zijn kaken wilde sluiten. Wilde de krokodil
zijn bek sluiten geeft hij dit aan door zijn bek heen en weer te bewegen.)
Uit Maerlant, ‘Neomon is een dier, zoals Sint Isidorus schrijft hier, dat
beest weet naar zijn wijze het
onderscheid van zijn spijs of dat het venijn draagt, [of gans de mens mag
zijn]. Geborsteld is het, dat is voor waar, naar de zwijn manieren, dat is
waar. Dit dier doet serpenten leed en jaagt ze op waar ze hen weet en vecht op
aspis, dat serpent omdat ze zijn venijn kent. Aspis legt, het is zijn aard, hoe
te wachten mag voor de staart en als er het zich tegen waagt komt neomon met
zijn kracht en met zijn schalksheid groot bedriegt het en slaat het dood. Dit
dier is voor elke mens goed die zich voor venijn behoedt’.
Het
is een wezelachtig creatuur die verwant is met de Indische mongoose. Er wordt
geregeld naar verwezen in oude literatuur, minder frequent in de middeleeuwen
en nog zeldener daarna.
Het
dier zou een dodelijke vijand van de aspis zijn en de vernietiger van zijn
eieren. Hij is bestand tegen zijn gif en wentelt zich tussen de bladeren van
zekere plant waardoor het gif vervloeit in zijn lichaam.
Nederrijns moraalboek, Bestiaria
d’Amour, rond 1250; ‘alzo als het gebeurt van de krokodil en van een ander
serpent dat hydrus heet. Dat is een serpent en heeft vele hoofden. En is van
zulke natuur als men hem een van zijn hoofden afslaat, dan komen er twee. Dat
serpent haat tot de dood de krokodil. En als hij ziet dat de krokodil een man
gedood heeft en dat hij berouw heeft zodat hij geen man meer wil doden. Dan
denkt diegene dat men het gemakkelijk verschalken kan omdat hij er niet op let
wat hij eet en zo wentelt diegene in het slijk en blijft liggen net alsof hij
dood is. En als de krokodil de hydrus liggen vindt dan verslindt hij het geheel
in. En als de hydrus zich in zijn lichaam voelt dan verscheurt hij zijn darmen
en kruipt er weer zeer blij uit omdat hij de andere gedood heeft.’
Hij
is ook de vernietiger van de krokodil. (niet van zijn eieren) Als de ichneumon
in gevecht is met de krokodil dan wentelt hij zijn lichaam in de natte
kleigrond en laat dit drogen en hard worden, wat hij zo vaak doet dat dit op
den duur zo hard en taai wordt als een compacte schaal, een korst die hem dient
in plaats van een borstharnas. Dit wordt als voorbeeld gehouden hoe tirannen
zich voor kleine en geringe mensen hebben te hoeden. Dit verhaal wordt
gegeven door Oppianus die toevoegt dat de ichneumon pijlen gooit door de open
mond van de krokodil en daardoor zijn vitale delen beschadigt en verschijnt als
de krokodil dood is. Strabo en Plinius vertellen het verhaal zonder de modder
te vermelden, de laatste combineert dit met de die van de Trochilus, de vogel
die in zijn bek naar voedsel zoekt. Hij zegt dat de ichneumon zijn kans grijpt
als de Trochilus in de mond van de gapende krokodil bezig is. Door
onverschilligheid of mogelijk latere betere kennis van de natuur van de
ichneumon verwijzen de meeste latere schrijvers het verhaal naar andere
creaturen bijvoorbeeld de enhydris of otter, hydrus of waterslang. Mogelijk was
dit de Nijlvaraan.
Het gebruik
van de modderborstharnas werd het eerst vermeld door Aristoteles als een
voorbehoedmiddel in het gevecht met de aspis, dit werd herhaald door een lange
reeks schrijvers. Niets bewijst meer de onwetendheid van dieren bij
middeleeuwse schrijvers dan de verschillende variaties en de verhalen over de
vijand van de krokodil. Dat de ichneumon zich met slijk bewapend omdat hij van
zichzelf onmachtig is om de krijg op te pakken terwijl hij zijn tedere bek met
de staart beveiligd en dekt houdt men voor een symbool van nederigheid. De
ichneumon belaagt de krokodil, zo is Christus in ‘t vlees in deze wereld
gekomen om de werken des duivels te verbreken. Gelijk de ichneumon de krokodil
niet kan verslaan, of hij moet hem tot in de buik doordringen, alzo kon Christus
de duivel en de dood niet afmaken of hij moest de poorten des doods binnengaan
en ter helle nederdalen. Gelijk de ichneumon zich met slijk overtrekt, alzo
heeft Christus tot dat einde het vlees, dat aarde, slijk en stof is, aangenomen
en is daarmee de zwelkaak van de duivel binnen getrokken. En gelijk er oneindig
krokodillen zouden zijn, wegens de vruchtbaarheid, mits zijn eieren niet
gebroken zouden worden, alzo zou Satan de hele wereld onder zijn bedwang
brengen indien Christus hem niet bedwong.
De familie
der Ichneumonidae omvat tegenwoordig de sluipwespen. Het is een verslinder van
eieren, namelijk de larven van vlinders en andere insecten waarin ze haar ei
legt.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/