Gekko.
Uit www.biolib.cz
Naam., etymologie.
Tarentola
mauritanica L: uit Mauritanië. (Tarentola,
Latijn tarentus, uit de stad Tarente)
De muurgekko, Engels wall
gecko, die in Italië tarantula, in Spanje carapata, door de oude Grieken Ascalobotes
en door de Romeinen Stellio genoemd wordt.
Komt in het M. Zeegebied voor. Ze bewonen rotswanden en bomen, gruishopen en muren, ook graag menselijke woningen. Ze verraden hun plaats door geluiden, wat merkwaardig is omdat ze dit als vrijwel de enigste van de hagedissen doen. Het geluid is als zjekko, vandaar de naam gekko. Er zou een kleverige stof onder hun hechtschijven zitten omdat ze overal tegenop lopen die giftig zou zijn, maar er is geen kleverige stof, het is gewoon luchtledig en geen giftigheid. Bij enige aanraking verliest het ook zijn staart. Zie verder bij hagedis.
Uit Maerlant, ‘Stellio,
schrijft Isidorus, is beide genoemd aldus gelijk of het een ster was. En het is
van zulke vaart waar dat de schorpioen het ziet, het is bang en vliedt. Zijn
venijn is van felle doene en als het vlees van de
schorpioen wordt gewreven en daar op gebonden geneest dat in korte tijd. Stellio verdronken in wijn en daar mee gedweild het
aanschijn laat lelijke sproeten weg gaan zoals ons de meesters laten verstaan’.
Uit
Maerlant: Tisus is een serpent, hoor ik
luiden, omtrent Padua in Lombardije, honderd
tachtig of twee meter tien groot algemeen, achter groot en van voren klein,
scherp is zijn staart en niet zwak en omtrent een palm lang, gelijk de paling
kruipt het wel en is uitermate snel,
verre sprongen zo kan het geven en altijd het hoofd opgeheven. Hij doet altijd niemand kwaad tenzij dat men het moeilijk maakt. Op de rug heeft het drie rode streken die met verf zijn ontstoken. Die laten rotten het vlees van deze is nuttig, als wij lezen, beide in drank en in eten want het is er goed voor uitermate.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/