Karekiet.
Acrocephalus,
Grieks akros; het hoogste, aan de top, kephalikos; aan het hoofd.
De
hoofdkleuren zijn geel en roestbruin.
De
meeste rietzangers zingen een luid en ver schallend lied waarin zich meer of
minder snorrende tonen laten opmerken. Ze zingen zowel bij dag als nacht. Ook
een steentje die plotseling in het water wordt geworpen, kan ze opeens laten
zingen.
De
rietzangers beginnen meestal wat later te broeden dan de meeste andere zangers,
doordat ze moeten wachten tot het riet en biezen hoog en sterk genoeg zijn om
hun nestje te dragen. Het waterleven begint ook altijd wat later doordat het
water eerst nog zo koud is.
=Acrocephalus
arundinaceus, L. : (riet bewonen)d.
Grote
karekiet of
rietlijster is kaneelbruin en iets kleiner dan een merel. Duits Drosselrohrsanger, Engels great reed
warble, Frans rousserole turdoide.
Het
is een zomervogel van april tot augustus.
De
karekiet broedt in mei-juni. Het nest is in het riet gevlochten. Daarin zitten
vier tot zes groenachtig eieren met vele paarsgrauwe vlekjes en geelbruine
stipjes. De broedtijd is veertien dagen.
Dit
vogeltje leeft van waterinsecten bij de wateroevers.
In
het lang opgeschoten riet hangt een nestje van de karekiet of rietzanger en de
vogel roept:
‘Kare-kare-kiet-kiet-kiet
Mijn
nestje zit in ‘t riet
Van
je leven vind je het niet, niet, niet !
Uit
leesbird.com
Acrocephalus
scirpaceus: bies (Acrocephalus streperus, L.) (gestreept). Duits
Teichrohrsanger, Engels reed warbler, Frans rousserolle effarvatte.
Dit is
de kleine
karekiet of
rietvinkje en lijkt veel op de bosrietzanger.
Hij is
gelijk aan de gewone karekiet.
Heeft
het nest meestal in het riet en soms boven, soms naast het water.
Is
kaneelbruin en iets kleiner dan een mus.
Komt
in geheel Europa voor in rietvelden. Zingt meer schor en minder helder dan de
volgende.
Uit www.lexicus.de
Acrocephalus
palustris,
Bechst. (van ’t moeras).
De bosrietzanger of wilgensijsje is van boven geelbruin
en van onderen geelwit.
De
lokroep is ‘sjets’, de angstroep ‘sjarrr’, het gezang is tir tiri tier tier
tser tser tser tir tser tire tser eit iet treer’. Zingt ook ’s nachts.
De
bosrietzanger is hier net zo lang als de karekiet. Is wel een trekvogel en
overwintert in O. Afrika. Duits Sumprohrsanger, Engels Marsh warbler, Frans
rousserolle verderolle.
Uit www.afblum.be
Acrocephalus
schoenobaenus,
Bechst. (bij biezen en russe)n.
De rietzanger of trimtrampje blijft hier
ongeveer een maand langer.
De
broedtijd is hetzelfde, de jongen komen vaak een dag eerder uit. Zijn nest is
nooit boven het water.
Het
vogeltje is roestbruin en iets kleiner dan een mus.
Het
nest is in lage struikjes en ruigtes aan de oeverkant.
Het
vogeltje is iets kleiner dan een mus.
Duits
Schilfrohrsanger, Engels sedge warbler, Frans phragmite des joncs.
Acrocephalus
paludicola, Gmel.
moerassen bewonend. (Acrocephalus aquatica) van het water.
De waterrietzanger is roestgeel zonder vlekken.
Het
is ons kleinste rietzangertje, dertien cm. komt graag voor op plekken die met
zeggen begroeid zijn.
Het
gezang is ‘errrr-didididi,
errrr-dududud, errrr…dididi’.
Duits Seggenrohrsanger, Engels aquatic warbler, Frans
phragmite aquatique.
Locustella.
Uit austria-forum.org
Locustella luscinoides,
Savi. ;Nachtegaal-achtige (locust; sprinkhaan) sprinkhaan.
De snor of
nachtegaalrietzanger
is rossig bruin zonder vlekken.
Zingt
een triller ‘rrrrrrrr’ .
Het
nest is op de grond in gras en zeggen. Daar komen vier tot zes eieren in, wit
met lichtbruine stippen.
Duits
Rohrschwirl, Engels Savi’ s warbler (naar Italiaanse natuuronderzoeker Paolo Savi,
1798-1871) Frans Locustella luscinioide.
Uit
vwgalkmaar.waarneming.nl
Locustella naevia, Bodd. sprinkhaan-achtig met
moedervlekken, de vlekjes.De sprinkhaanrietzanger, scharesliep, stapel of
krekelzanger is groenbruin met zwartbruine vlekken. De lengte is veertien cm.
Het zingen is ‘sierr’. Het nest is op de grond. Daar komen vijf tot zeven
eieren in, rood met bruine vlekken.
Engels
grasshopper warble, Frans la locustelle tachetee.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/