10 september.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
10
september, H. Nicolaas I: Grieks nike: ‘overwinning,’
laos: ‘volk, dus ongeveer, overwinnaar met (of: van) het volk. Zes pausen zijn
er van die naam.
Nicolaas
I de Heilige is geboren te Rome als zoon van Primicerius Theodor in het begin
van de 9de eeuw. Hij werd door Leo IV tot kardinaal benoemd en de 24ste
april 858 tot paus gekozen. De excommunicatie die door hem in 864 werd
uitgesproken tegen Photius, patriarch van Constantinopel, gaf voornamelijk
aanleiding tot scheuring van de Kerk. Hij noodzaakte koning Lotharius II de
door hem verstotene Teutberga weer als gemalin te ontvangen en vernietigde
daarbij de zelfstandigheid van de Frankische Kerk die het huwelijk van
Lotharius met Waldrada had goed gekeurd. Hij overleed de 13de
november 867 en werd later gecanoniseerd.
10 september, H. Nicolaas van
Tolentijn. (Tolentino).
Sieraad
van de Augustijner orde.
In
Bari bewaart men de relieken van de heilige bisschop Nicolaas van Myra. In 1245
ondernamen twee eenvoudige mensen uit Castel Sant’Angelo een bedevaart naar
Bari, want hun huwelijk was kinderloos. Daarom wilden ze God bij het graf van
de Nicolaas vragen om een kind. In Bari vernamen zij in een droom dat hun
bidden was verhoord: het kind moesten ze vernoemen naar de heilige Nicolaas.
Het jaar daarop werd hun een zoon geboren, die de naam Nicolaas ontving. Het
kind onderscheidde zich door een zekere harde levenswijze voor zichzelf:
driemaal in de week vastte hij op water en brood. Vaak ging hij bidden in de
kerk van de Augustijnen. Als jongeman hoorde hij een Augustijn preken over de
woorden: ‘Verlies uw hart niet aan de wereld of aan de dingen in de wereld.’
Toen trad Nicolaas in het Augustijnenklooster van zijn geboortestad in. Hij
studeerde van 1262 tot 1273 aan het provinciaal studiecentrum in de Marken van
Ascona. In 1269 werd hij priester gewijd. Maar in plaats van hem te laten
werken in de stad tussen de mensen, werd hij naar de stille kluis van
Valmanente gezonden. In die eenzame rust begon Nicolaas zich te wijden aan een
bijzondere vorm van naastenliefde. Hij bad voor de zielen in het vagevuur. n
1275 werd Nicolaas overgeplaatst naar Tolentino. Hij bezocht er regelmatig
zieken en armen die hij ondersteunde met woord en daad. Als predikant wist hij
velen vuur te geven. Hij verrichtte vele wonderen, genezing van een blinde en
opwekking van een dode vrouw.. Men zocht zijn geestelijke leiding. Tijdens een ziekte
- zijn sterke geest leefde in een broos lichaam - verschenen hem in een visioen
de heilige Maria en Sint Augustinus. Maria droeg de sterk vermagerde zieke op
om wat van het brood te eten dat door de mensen als aalmoes was gegeven: dit
brood moet hij nuttigen na het in water te hebben gedoopt, dan zal hij genezen.
Nicolaas zegende het brood en at ervan. En op hetzelfde ogenblik bemerkte hij
dat hij was genezen. Wat van dit brood overbleef, deelde hij aan andere zieken
uit, en ook die genazen.
Al
tijdens Nicolaas leven kwamen talloze mensen naar hem toe om hun brood te laten
zegenen. Nog steeds zegenen de Augustijnen ieder jaar op 10 september, de
feestdag van de heilige Nicolaas, het naar hem genoemde Nicolaasbrood. Op zijn
dag worden nog kleine harde broodjes gewijd die bestemd zijn tegen alle kwalen
van mens en dier. Hij overleed in Tolentino op 10 september 1305 en werd in
1446 heilig verklaard. Toen Nicolaas stierf, nu zevenhonderd jaar geleden,
wisten de inwoners van Tolentino dat een heilige van hen was heengegaan.
Vanwege de vele wonderen bleef ook na zijn dood zijn bekendheid groeien. In
juni 1446 werd hij door paus Eugenius IV heilig verklaard. Op zijn voorspraak
werden besmettelijke ziekten in hun verspreiding gestuit, ook het kostbare vee
werd herhaaldelijk van ziekten genezen. Kinderloze ouders zagen zich met een
kindje verblijd, zwangere vrouwen werden in haar moeilijke uren op wondere
wijze bijgestaan. Zelfs storm en onweer op zee kwamen op voorspraak van de
heilige Nicolaas tot bedaren. Eenvoud en zachtmoedigheid waren zijn kenmerkende
eigenschappen. Velen kwamen naar hem toe om hem te horen preken, en om van hem
te leren. Hij was bekend om zijn wijsheid bij het biecht horen.
Hij
wordt afgebeeld in het zwarte habijt van de orde. In de hand heeft hij een
witte lelie en kruisbeeld, op de borst een gouden ster die eens boven het
altaar verscheen toen hij de mis opdroeg. Soms zit de duivel aan zijn voeten of
liggen er drie broden op de grond naar het visioen van H. Augustinus. Soms zie
je hem met pestpijlen in de hand of hoe hij met een riem zielen uit het
vagevuur trekt. Heel soms zie je hem met een schotel waarop drie gebraden
patrijzen liggen, hij weigerde zet te eten waarop ze wegvlogen. Wordt
aangeroepen bij koortsen, de gevaren van de binnenwateren en zee.
Vanaf
de Middeleeuwen wordt Nicolaas van Tolentijn ook in de Nederlanden vereerd. In
Eindhoven begon de devotie tot de heilige Nicolaas in 1890 met de komst van de
Augustijnen. In de Paters- of Augustijnenkerk bevindt zich in de Nicolaaskapel
een beeld van de heilige en boven een zij-altaar staat Nicolaas afgebeeld. Bij
de portier van het klooster zijn Nicolaasbroodjes verkrijgbaar
De
reine lelie is aan hem toegewijd.
10 september, H. Pulcheria Aelia (Aelia Augusta):
Latijn ‘de schone.’
Pulcheria
was een Romeins keizerin en dochter van de keizer Arcadius.
Ze is
geboren op 19 januari 399 te Constantinopel als dochter van de Oost Romeinse
keizer Arcadius en van Eudoxia. Ze aanvaardde op vijftienjarige leeftijd in
naam van haar jongere broer Theodosius II in 415 het bewind, verliet in 466 het
hof en ging naar een klooster. Toen haar broer in 450 stierf keerde ze terug en
werd tot keizerin uitgeroepen en trad in het huwelijk met de veldheer
Marcianus. Ze zorgde ervoor, samen met haar man, dat in 451 het belangrijke
concilie van Chalcedonius doorgevoerd en gunstig afgesloten werd. Ze was zeer
begaafd en godsdienstig. Ze stichtte verscheidene kerken en ging krachtig tegen
de dwaalleer van Nestorius in. Ze overleed in juli 453 te Constantinopel en
werd heilig verklaard.
De
blanke lelie is het zinnebeeld van de reine maagd.
10 september, H. Salvius
(Salvye, Sauve):
Latijn salvus: ‘behouden of ongedeerd,’ salvara: ‘redden.’
Salvius
was eerste advocaat, later monnik, vervolgens abt en later bisschop van Albi
sinds 574/5. Hij is gestorven aan de pest op 10 september 584 te Albi.
10 september, H. Theodardus van
Maastricht,
(of van Luik, Dieter, Diethard, Theodard(
Grieks theos: ‘God,’ dardus uit Germaans voor ‘hard of stevig?’
Hij
is geboren te Speyer rond 618. De leerling en opvolger van Sint Remaclus als
bisschop van Tongeren en Maastricht. Hij was leraar van H. Lambertus. Wegens
zijn verzet tegen enkele Frankische edellieden die zich kerkelijke goederen
hadden toegeëigend werd ging hij zich beklagen bij koning Childerik II en werd
in 668 te Spiers (Speyer) in een bos overvallen en om het leven gebracht. ճ
Nachts dansten heldere vlammen boven zijn lichaam zodat de dorpelingen in het
donker de plaats vonden waar hij met afgehouwen hoofd lag. Zijn relikwieën
werden door zijn leerling Sint Lambertus naar Luik overgebracht. Een deel van
de heilige botten bevindt zich in de Maastrichtse Sint Servaaskerk. Theodardus
wordt tevens op de zaterdag voor de derde zondag na Pinksteren gevierd, samen
met de overige heilige van Maastricht.
Hij
wordt afgebeeld met een zwaard door zijn hoofd. Hij is patroon van
veehandelaars.
10 / 14, 25
september, H. Maternus.
Volgens
de legende, leerling van Petrus. Bisschop van Trier.
De
heilige Maternus (???? -325) was de eerste bekende bisschop van Trier. Hij zou
de eerste historische aantoonbare bisschop van Keulen zijn geweest en volgens
sommigen ook Tongeren. Petrus Canisius verdedigde de middeleeuwse stelling dat
Maternus de zoon was van de weduwe van Nain die door Jezus uit de dood was
teruggeroepen, Lucas 7:11 - 17. Hij zou ook een leerling van Eucharius, de
eerste bisschop van Trier, geweest zijn. H. Petrus zou het geweest zijn die
Eucharius met Valerius en Maternus naar Galli zou gezonden hebben. Ze kwamen
bij de Rein en bij Elegia (Ehl) in
Alsace waar Maternus stierf. Zijn twee begeleiders haastten zich terug naar
Petrus en baden hem om de die man weer in het leven te roepen. St. Petrus gaf
zijn staf aan Eucharius en nadat hij er mee aangeraakt was, na 40 dagen dood te
zijn geweest, kwam Maternus weer tot leven. Daardoor werden velen bekeerd. Na
vele kerken geschikt te hebben begaven de drie zich naar Trier waar de gelovigen
zo snel in aantal toenamen dat Eucharius die plaats koos als zijn
bisschopsresidentie. Na vele wonderen zoals een dode tot leven te wekken
voorspelde een engel hem zijn dood en noemde Valerius als zijn opvolger. Die
werd weer opgevolgd door Maternus die ondertussen de diocesen Tongeren en
Keulen gesticht had. De staf van St. Petrus, waarmee hij tot leven gewekt was,
werd tot het einde van de tiende eeuw in Keulen bewaard toen het bovenste
gedeelte naar Trier gebracht werd en later naar Praag door Karel de IV.
Hij
wordt afgebeeld als bisschop met in de hand 3 kerken, de drie bisdommen, en een
staf in de hand als de opwekking door Petrus. Hij wordt aanroepen tegen koorts
en tegen ontstekingsziekten en voor de groei van de wijnranken, belangrijke
heilige in het Rijnland.
Een vermaarde den stond bij
Thann in de Elzas. Maternus had een staf met een ring van de H. Theobald. Op
een avond kwam hij bij gemelde den en zette zijn staf tegen de stam, klom op de
boom en sliep in. Doch zie! Anderendaags waren zijn staf en stam innig
vergroeid. Ter herinnering aan dit wonder werd de bedevaartsplaats van Thann
gesticht.
10 september, Carolus Spinosa. (Carlo Spinola)
(splinter, familie zou een splinter uit het Kruis ontvangen hebben.)
Hij is
geboren te Praag in 1564 uit een adellijke Italiaanse familie Spinola.Hij werd
in 1584 jezuïet te Nola en vertrok in 1602 als missionaris naar Japan. Hij was
daartoe geïnspireerd door de verhalen over de marteldood van Rodolfo Aquaviva.
Na allerlei diensten te hebben bewezen aan in het land verspreide medebroeders
werd hij benoemd tot minister in de communiteit van Nagasaki. Omdat in die tijd
het aantal christenen in Japan al was uitgegroeid tot meer dan twee miljoen
begon de Shogun er een geduchte dreiging in te zien en vaardigde het zogeheten
vreemdelingenbevel uit en besloot tot een vervolging. Weliswaar probeerde Carlo
zich te vermommen, maar hij kon toch niet verbergen dat hij van Europese
afkomst was.
Op 14
december 1618 werd hij tezamen met Ambrosio Fernandes en Johannes Kingocu, een
Japanse catechist gearresteerd. Na vier jaar uitputtende gevangenschap waarin
hij zich vrijwel nooit verschonen kon moest hij met enkelen van zijn gezellen
de langzame verbrandingsdood ondergaan. Ze zongen een lofpsalm, waarna Carlo
als eerste de geest gaf op de zogeheten ‘martelaarsberg,’ te Nagasaki, Japan
met nog 8 medebroeders en een aantal anderen. Samen 24 man. Hij behoorde tot de
tweede groep van martelaren van Japan. Hij werd in 1876 zalig verklaard..
10 september, Johannes Kingocu was Japanner van geboorte.
Aanvankelijk was hij soldaat geweest in de oorlog tegen Korea. Hij bekeerde
zich tot het geloof in Christus en sloot zich als catechist aan bij Pater
Spinola. Tezamen met hem werd hij gearresteerd en onderging hij vier jaar later
de marteldood. Hij stierf door het zwaard.
10
september, Antonius Kyuni
was van Japanse adel, afkomstig uit de stad Mikawa. Hij was catechist geworden
in samenwerking met de jezuïeten, en werd als zodanig voor drie jaar verbannen
naar Macao. Hij keerde terug om als kluizenaar te leven met een aantal
gezellen. Ze werden betrapt en gearresteerd in 1618. Daarna werden ze
toegevoegd aan Pater Spinola en de zijnen in de gevangenis van Omura. Daar
stierven ze tenslotte de marteldood.
10
september, Michael Saito
(ofwel Xumpo) was afkomstig uit de stad Owari. Zijn ouders waren al
christen. Ook hij was catechist, ging in ballingschap en keerde drie jaar later
als kluizenaar terug; als zodanig voegde hij zich bij Antonio Kyuni. Waarna hem
verder hetzelfde lot wachtte.
10
september, Gonsalvo Fusai
was afkomstig uit de stad Bizen in Japan. Hij was van adel en leidde
aanvankelijk het leven van een prins in het paleis van de vorst van zijn
district. Hij bekeerde zich tot het geloof in Christus, werd catechist, ging in
ballingschap, keerde drie jaar later als kluizenaar terug, voegde zich bij de
boven vermelde twee, en onderging tenslotte hetzelfde lot.
10
september Petrus Sampo
was afkomstig uit de Japanse stad Oshu, werd christen en catechist, ging in
ballingschap in 1614, keerde in 1617 terug, aanvankelijk om het werk van
catechist voort te zetten; maar al spoedig voegde ook hij zich bij Antonio
Kyuni, en onderging uiteindelijk hetzelfde lot.
10
september, Sebastianus Kimura was een kleinzoon van de eerste Japanner die door
Franciscus Xaverius werd gedoopt. Op 18-jarige leeftijd trad hij in bij de jezuïeten.
Hij was ook de eerste Japanner die priester werd gewijd. Toen de Europeaanse jezuïeten
zich schuil moesten houden in Japan, verkleedde hij zich nu eens als soldaat
dan weer als handelsreiziger om het evangelie onder zijn landgenoten te
verkondigen. Hij werd tenslotte toch gesnapt en toegevoegd aan zijn reeds
gevangen genomen medebroeders. Hij hield de folteringen het langste vol. Tenslotte
stierf hij na drie uur lang onbeweeglijk met zijn armen in de houding van het
kruisgebed het vuur te hebben verdragen.
10
september, Ludovicus Kawara was Japanner van geboorte, afkomstig uit Arima.
Aanvankelijk leidde hij het leven van een prins aan het hof van de christelijke
vorst Michael. Toen deze van zijn geloof afstapte, probeerde hij Ludovicus mee
te trekken. Maar deze weigerde. De vorst verstootte hem en nam al zijn goederen
en bezittingen in beslag. Daarop ging Ludovicus met zijn familie in
ballingschap naar Nagasaki en leefde nu in grote armoede. Daar stierven zijn
vrouw en kinderen. Hij werd kluizenaar, leefde van aalmoezen en gaf aan steeds
meer christelijke bezoekers raad en leiding. Hij werd tenslotte tezamen met
Sebastiano Kimura gearresteerd en kwam bij de jezuïeten gevangenen terecht. In
de gevangenis trad hij toe tot de orde. Met de anderen stierf hij de
marteldood.
10
september, Thomas Akaboshi
was ook Japanner. Aanvankelijk was hij soldaat, maar bekeerde zich onder
leiding van Sebastiano Kimura tot Christus en werd catechist. Zo behoorde ook
hij bij de arrestanten in het gezelschap van zijn geestelijk leidsman en kwam
op dezelfde manier aan zijn eind.
10 september. Aan deze negen
werd later toegevoegd Ambrosio Fernandes, gestorven in de gevangenis in Omura op 7 januari 1620. Hij
was afkomstig uit het Portugese Xysto, nabij Oporto. Als gelukzoeker ging hij
de wijde wereld in, in de richting van de Oost. Na een woedende storm was hij
zo geschrokken, dat hij zijn leven aan God wilde wijden en trad in de jezuïetenorde.
Tegelijk met Carlo Spinola werd hij gearresteerd en stierf niet lang daarna in
gevangenschap.
Tot
de martelaren van 10 september behoort ook een Japanse weduwe, die zich Catharina had laten dopen.
10
september, Isabel Fernandez was de weduwe van de Spaanse koopman Domingo Jorjes,
waarschijnlijk had ze hem vergezeld op zijn reizen naar het Verre Oosten. Hoe
dan ook, ze woonde met haar zoon Ignatius in Japan op het moment dat daar de
christenvervolgingen uitbraken. Ze werd betrapt, toen ze de Italiaanse jezuïeten
missionaris Carlo Spinola onderdak verleende. Tezamen met haar zoon, met Pater
Carlo Spinola en nog een groot aantal anderen werd ze in de Japanse stad
Nagasaki onthoofd. In 1867 werd ze zalig verklaard.
Zijn
symbolische bloem is de op dit ogenblik bloeiende herfst tijloos, Colchicum
autumnale.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/