11 augustus.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
11
augustus, H. Susanna van Rome: Hebreeuws sjoesjanah: ‘lelie of
bloem,’ vgl. de naam van de burcht Susa(n) die enkele malen vermeld is in het
O.T. Nehemia 1:1, Esther 1:2, Danil 8:2, de residentie van de Perzische
koningen, de stad der leliën? In Lucas 8:3 is het de naam van de vrouw die
Christus met haar bezittingen dient. De geschiedenis van Susanna en Daniël, een
toevoeging aan het boek Daniël, waarin verteld wordt dat Susanna, een schone en
godvrezende jodin in Babylon, echtgenoot van Joachim weigert aan de wens van 2
verleiders tegemoet te komen en wordt door hen aangeklaagd inzake van
echtbreuk. Wanneer zij ter dood veroordeeld wordt en het vonnis uitgevoerd zal
worden redt Daniël haar door de valsheid van de aanklacht te bewijzen, vgl.
Handels oratorium Susanna.
Susanna
is in de derde eeuw geboren, vermoedelijk in Rome en daar gestorven rond 304. Het
levensverhaal van de heilige Susanna is niet geheel na te trekken. Veel
verhalen omtrent haar persoon berusten op legenden. Volgens een van deze
legenden weigerde zij te trouwen met de zoon van Diocletianus en moest daarom
de marteldood sterven. Ze wilde maagd blijven en werd in haar huis onthoofd. Op
de plaats waar zij de marteldood heeft ondergaan zou kerk met haar naam gebouwd
zijn, Santa Susanna. Of ze was de stichtster van de kerk die later naar haar
genoemd is. Een ander verhaal vertelt dat zij vlak in de buurt van de termen
van Diocletianus een kerk stichtte en dit heeft kwaad bloed gezet bij de
keizer.
Wel is bekend dat zij reeds in het begin van de vijfde eeuw
een intense verering genoot.
Zij wordt meestal afgebeeld als jonge vrouw in een voornaam
Romeins kleed met los hangend haar en met een palmtak in haar hand en een boek
en zwaard. Op het
hoofd heeft ze vaak een krans van rozen, aan haar voeten vaak een kroon, de
afwijzing van de keizerszoon.. Patrones tegen ongelukken, kwaadsprekerij en
laster, dat mogelijk als verwarring met de ‘kuise’,Susanna.
Haar
feestdagbloemen zijn de Chinese aster, de ingesneden Rudbeckia laciniata en een
inlandse standelkruidachtige Spiranthes, twee vergeet me nietjes, Myosotis
intermedia en M. palustris noemt men het Susannenkraut, ook een ereprijs
Veronica teucrium waarschijnlijk ter er van de Bijbelse kuise Suzanna want deze
drie planten hebben rein blauwe bloempjes.
11 (of 10) augustus, H. Filumena
van Mugano
(Philomena): Grieks philomele: ‘liefhebster
van kleinvee,’(mela) of ‘van appels.’ Het tweede is het waarschijnlijkste want
de enige keer dat philomelos in de overlevering genoemd wordt is bij de
compilator Athaneus rond 200 na Chr. die er de tweede genoemde betekenis aan
verbindt. Filomela was oorspronkelijk de dochter van Pandion, koning van
Athene, en werd veranderd in een zwaluw, ze wordt echter vaak verward met haar
zuster Prokne die in een nachtegaal veranderd was.
Filumena
was een christin uit de eerste eeuwen die wegens verkeerd geïnterpreteerde
symbolen op de inscriptie van het graf als martelares werd beschouwd. Al
spoedig ontstond een verdichte vertelling over haar martelaarschap door
onjuiste uitlegging van de symbolen. De verering van deze catacombenheilige
werd door Rome toegestaan. Nu is ze door Rome verboden wegens het
twijfelachtige van haar bestaan.
Op 24
mei 1802 werd een onberoerde kamer in de catacomben van de H. Priscilla in Roma
ontdekt. 3 vliezen dichtten de ingang tot het graf af en droegen de volgende
woorden: LUMENA - PAXTE - CUM FI. (Filumen pax tecum) Dat zou betekenen: Vrede
zij met u Filumena. Bij de woorden waren ook symbolen op de vliezen getekend.
1, Een anker, symbool van hoop en ook op het martelaarschap, vroeger werd een
anker om de nek gebonden om ze zo te verdrinken. 2) Een zwaard, wat een andere
vorm van marteldood voorstelt. 3) Een palm, de gewoonlijk afbeelding van de
triomf van een martelaar. 4) Een lelie, traditioneel het symbool van
maagdelijkheid. (of met drie pijlen)
Het
skelet behoorde toe aan een jonge vrouw van rond 13 jaar oud wiens schedel
gebroken was. De toenmalige pater van Mugnano del Cardinale, een dorp bij
Napels, ging naar Rome om een relikwie voor zijn gemeenschap te vragen en kreeg
na veel moeite die van Filumena. Ze werd in feestelijke optocht op 10 augustus
1802 naar het dorp gebracht. Met die verering begon dan een rij van
ongelooflijke wonderen en genezingen. Vooral die van de Franse Pauline Marie
Jaricot viel op, stichtster van de levende rozenkrans en gezelschap voor
verspreiding van het geloof, (Socit pour la Propagation de la Foi), Ze bereikte
zwaar ziek en na een lange reis Mugnano en werd op 10 augustus 1835 geheel
genezen verklaard. Dat was de reden dat paus Gregorius XVI Filumena daarna
heilig verklaarde. Verder is er niets van haar leven bekend, ze heeft op drie
verschillende plaatsen aan drie verschillende personen die elkaar niet kenden
haar leven onthuld. Die 3 berichten zijn gelijk en komen met de op het graf
getekende symbolen overeen. Een samenvatting hiervan is; Ԉaar ouders waren
regeerders in een klein koninkrijk van Griekenland. Omdat ze geen kinderen
hadden offerden ze steeds aan hun goden tot Publius, een Romeinse en
christelijke arts in hun dienst, ze het christelijke geloof leerde. Ze
bekeerden zich, werden gedoopt en een jaar later op 10 januari kwam een dochter
ter wereld die ze Lumena noemden, als dankbaarheid voor het licht van het
geloof. Als doopnaam gaven ze haar de naam Filumena omdat ze de dochter van het
ware licht was. Keizer Diocletianus bedreigde het koninkrijk zodat ze zich op
weg naar Rome begaven, met hun dochter die rond 14 jaar oud was. Nadat de
keizer het verzoek van de vader had aangehoord gaf hij als antwoord; ԭaak je
geen zorgen, ik zal je zelfs de macht van het Romeinse rijk geven als je jouw
dochter tot vrouw geeft. Maar Filumena had zich met haar elfde aan God gewijd
en wilde geen keizerin van Rome worden. Nadat de keizer tevergeefs aandrong
werd hij woedend en besloot haar te kwellen. Ze bracht 40 dagen met kettingen
in de gevangenis door met wat brood en water. Toen ze daarna nog niet toestemde
werd ze ter dood gegeseld, maar 2 engelen genazen haar ճ nachts en ze kwam
ongedeerd te voorschijn. Die beval dat ze in de Tiber geworpen moest worden met
een anker om de hals. Weer werd ze door 2 engelen gered zodat Diocletianus haar
voor en heks hield en de dood met brandende pijlen beval. De pijlen vonden hun
doel niet en vlogen terug naar hun schutters waarvan er 6 stierven. Omdat deze
buitengewone gebeurtenissen de mensen bewogen en ertoe leidden dat ze tegen de
barbaarsheid van de keizer in opstand kwamen en enigen zich zelfs tot het
christendom bekeerden beval de keizer dat men haar zou onthoofden. Ze stierf
tegen 15. 00 op een vrijdag, de 10de augustus.
Ze
wordt voorgesteld als een Romeinse vrouw met loshangende haren van een maagd en
een anker naast haar of met een koord in de hals en drie pijlen in haar hand of
aan de voeten. Op haar hoofd draagt ze een diadeem, een martelaars of
bloemenkroon.
11 augustus, H. Rufinus:
Latijn rufus:
roodharig of rossig. Bij de Romeinen komt de naam voor als een Rufa, een
meisjesnaam bij Horatius. 12 heiligen zijn er van deze naam.
Rufinus
komt uit Capua? Zou bisschop van Assisi zijn geweest in de 3de eeuw.
Overleden in Costana bij Assisi in Italië, als martelaar? Op zijn graf ontsproten in het
midden van de winter heerlijke en geurende rozen.
Rufinus van Aquilea (ca. 346-410) is een van de
kerkvaders. Hij werd geboren in de omgeving van Aquilea, niet ver van Triest.
Zijn opleiding genoot Rufinus in Rome. Daar raakte hij bevriend met de geleerde
en bijbelvertaler Hiëronymus. Na zijn terugkeer naar Aquilea stichtte Rufinus
een religieuze gemeenschap in zijn thuisstad, vanwaar hij rond 373 naar Egypte
vertrok om er de monastieke praktijk te leren kennen. Hij verkeerde hier onder
meer met de Alexandrijnse asceet Didymus de blinde. Rufinus zette zijn tocht
door tot in Jeruzalem, waar hij meer dan vijftien jaar bleef. Hij is er
vermoedelijk onder invloed van de denkbeelden van Origenes gekomen, wier boeken
door Rufinus later ook vertaald zijn. Origenes was theologisch een zeer
omstreden figuur geworden. Omdat de vertaling van Origenes niet eenvoudig was,
theologisch ‘gevaarlijke’ implicaties kon hebben, kwam het tot strijd over de
vertaalde en te vertalen teksten met de grote bijbelvertaler Hiëronymus. In 397
dook Rufinus op in Rome en daarna in 399 in Aquilea. Rufinus heeft met zijn
Latijns-Griekse vertalingen bijgedragen aan de bewaring van het Griekse erfgoed
in het Latijnse westen en is als zodanig nog steeds van belang.
11 augustus, H. Gezellin van
Altenberg
(Gezellinus);
Germaans; kleine lansspits.
Hij is
geboren in de 11de eeuw. Hij werd lekenbroeder bij de Cisterciënzers
in het klooster Altenberg bij Wetzlar bij Keulen. Als schaapherder en eenling
leefde hij daar en stierf tijdens zijn werk, vermoedelijk de 29ste
juli en werd bij de kerk van Schlebuschrath begraven. Sinds 1814 bevinden de relikwieën
zich in de Sankt-Andreas-Kerk in het tegenwoordige Leverkusener Stadsdeel
Schlebuschrath. Naar de overlevering gebeurde er tijdens zijn leven vele
wonderen. De bekendste is dat tijdens een droge tijd een bron op zijn gebed
ontsprongen zou zijn. Die bron bestaat nog tegenwoordig en is daar nu een kapel
overheen. Die bron bij de Gezelinkapel wordt genezing bij hoofd en oogziektes
toegeschreven.
Hij
wordt afgebeeld als herder met herdersstaf met de bron. Wordt aangeroepen tegen
hoofdpijn en oogkwalen.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/