13 augustus.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
13 augustus, Sint Cassianus (Kassian,
Cassien) : ‘de arme of beroofde.’ Cassius is de naam van een Romeins geslacht
waarvan Cassianus afgeleid is.
Waarschijnlijk was Cassianus bisschop van Saben in Z.
Tirol en werd vandaar verdreven en zou in Beieren het evangelie verkondigd
hebben. Hij is patroon van het bisdom
Brixen. (Bressanone) Hij wordt in die legende wel met Cassianus van 5 augustus
gedentificeerd.
Martelaar uit Tanger en werd vereerd in een lofzang door
Prudentius. Cassianus was griffier bij de terechtstelling van de heilige
Marcellus de centurion. Bij het voltrekken van het vonnis over Marcellus,
waar deze ter dood gebracht werd schreef Cassianus dat ook hij een Christen
was. De prefect Aurelius Agricola liet daarop onmiddellijk ook Cassianus ter
dood brengen rond 305 te Imola bij Napels. Heeft zijn feestdag in onder andere,
Maagdenburg, Trier en Regensburg. Op 3 december zijn de relieken naar Brixen
overgebracht en wordt op die datum aldaar herdacht.
Hij wordt met Cassianus van Imola (Sabiona) gelijkgesteld
die zijn scholieren in de tijd van Diocletianus met griffels dood martelde en
geld daarom als patroon van stenografen en leraren.
Hij wordt afgebeeld als bisschop, schrijftablet en een of
meerdere griffels. Zeldzamer is de voorstelling waarbij hij enkel gekleed in
een lendendoek aan een paal vastgebonden is terwijl verschillende kinderen hem
onder de ogen van de ouders met griffels steken.
Het weder van Sint Cassianus houdt nog dagen aan. Ook:
Het weder van Sint Cassianus houdt gewoonlijk weken aan.
13 augustus, H. Ludolf: een Slavisch woord
wat ’geliefd bij het volk’ betekent.
Ludolf is rond 915 te Saksen geboren en stierf op 13
augustus te Corvey. Hij werd abt van het Benedictijnenklooster te Corvey, (aan
de Wezer) in 965, een man van grote vroomheid en mystiek. Zijn relikwien
bevinden zich de Gruftkapelle van de abdij van Corvey.
13 augustus,
H. Maximus Confessor (Maximus de Theoloog en Maximus de
Constantinopel): Latijn maximus: ‘de grootste’ en uitbreiding van die naam. Het
werd een eretitel voor succesvolle legeraanvoerders, bijvoorbeeld. Quintus
Fabius Maximus. In verschillende vormen heiligennaam.
Maximus is geboren ca. 580 te Constantinopel uit een
aanzienlijke familie wat zijn positie als persoonlijke secretaris van Heraclius
weergeeft en werkte in zijn eerste jaren in het leger. Hij werd een
christelijke monnik, theoloog en leraar. Onder meer later monnik in 630 in het
klooster Chrysopolis. (Skutari) waar hij opklom tot abt. Toen de Perzen
binnenvielen werd hij gedwongen om naar een klooster bij Carthago te vluchten.
Daar kwam hij onder St. Sophronius te staan en begon christelijke geschriften
te bestuderen en begon met theologische en spirituele geschriften. Hij werd er
ook als een heilig man gezien en werd een invloedrijke niet officiële adviseur
en spiritueel hoofd van N. Afrika. Tijdens zijn verblijf brak er een twist uit
over de menselijke en geestelijke vorm van Jezus waarop diverse concilies
volgden. Het was vooral een twist van oosterse tegen westerse kerk. Vooral door
de Monolieten (van Grieks voor een wil) met een geestelijk wil, waar hij tegen
was omdat hij tot de groep behoorde die zegt dat Jezus een geestelijke en
menselijke wil had, en moest vluchten. Hij ging naar Rome waar het Monotolysme
verdoemd werd. Hij werd in een rechtszaak te Constantinopel veroordeeld voor
ketterij, werd gemarteld en zijn tong werd eruit gesneden zodat hij zijn rebelse
taal niet meer kon spreken en zijn rechterhand werd afgehakt zodat hij niet
meer kon schrijven en werd verbannen naar Colchis waar hij aan natuurlijke
doodsoorzaak stierf op 13 augustus 662.
Hij was een van de belangrijkste theologen uit de 7de
eeuw, in het oosten als in het westen. Met zijn verklaring werd het
Monothelisme ketterij en Maximus werd later postuum onschuldig verklaard. Hij
werd al gauw na zijn dood als heilige vereerd zodat er al gauw wonderen aan
zijn tombe gebeurden.
13 augustus,
H. Radegonde (Radegundis, Frans Radegonde),: Germaans rad: ‘raad,’
gonde: ‘strijd,’ dus ongeveer, raadgeefster in de strijd.
In 518 is Radegonde geboren als dochter van Berthachar,
koning van Thüringen. Die regeert samen met zijn broer Baderich en
Hermenefried. In 530 overvalt Hermenefried op aanraden van zijn vrouw Amalberga
het kasteel van Berthachar, Isenstein, vermoordt de koning en neemt de kinderen
gevangen, vervolgens wordt ook Baderich overvallen en gedood. Dat laatste
gebeurde met hulp van Theuderich van Reims, die krijgt zijn aandeel niet en
komt het later ophalen. Radegone en haar broer werden naar het landgoed Athies
gebracht. Hier leert ze de Latijnse taal, leest de kerkvaders en dichters,
wijdt zich aan het verplegen en onderricht van arme kinderen. Na de dood van
zijn vierde vrouw dwingt de koning haar tot huwelijk nadat hij kort daarvoor de
tien en zeven jaar oude zoon van zijn gestorven broer eigenhandig neergestoken
had en zijn eigen rebellerende zoon met zijn familie in huis verbrand had. Ze
vluchtte, wordt gevonden en trouwt in Vitry, ze leefde ascetisch schonk aan
kerken, verzorgde zieken, bemoeide zich met ter dood veroordeelden. Ze vluchtte
in 550 toen haar ruwe gemaal bevolen had haar broer te vermoorden naar bisschop
Medardus van Noyon. Vervolgens ging ze naar het koninklijk landgoed Saix en
vestigde hier een vrije gemeenschap van vrouwen voor verpleging van zieken en
noodlijdende wat tenslotte Ste-Marie-hors-les-Murs (later Ste-Croix) werd. Ze
leefde daar als non, haar aangenomen dochter Agnes werd abdis. Venantius
Fortunatus was er bisschop die haar leven heeft beschreven. Is overleden op 13
augustus 587 te Poitiers en werd in de crypte van haar kloosterkerk, later Ste
Radegone, bijgezet. Bij de opening in 1012 zou haar lichaam nog intact zijn.
Patrones van Poitiers en Jesus College in Cambridge,
wevers en pottenbakkers, watergevaar, zweren en kinderziektes. Ze wordt
afgebeeld als abdis en kloostervrouw, als stichtster met kerkmodel, boek,
ketens en gesel, haar gevangenschap, en de kroon aan haar voeten, soms met een
wolf die haar gehoorzaamden. Ook zie je dat de H. Menradus haar een sluier
aanreikt of waarbij Christus aan haar verschijnt en haar een doornenkroon opzet
en zijn voetafdruk in de vloer nalaat, de Pas de Dieux.
13 augustus,
H. Wigbert van Fritzlar (Wigbertus, Wicbertus): Germaans wig: ‘strijd,’
bert: ‘schitterend, glanzend of stralend,’ dus ongeveer, schitterend in de
strijd, schitterende strijder.
Een van de reisgezellen van de H. Egbert, zie 21 april,
Victbercht of Wigbertus genoemd die ook lange jaren in Ierland als kluizenaar
buiten zijn land Brittannië gewoond had is twee jaar bij de Friezen geweest bij
koning Radboud. Echter zonder vrucht en is weer teruggegaan naar zijn
kluizenaarsleven. Van een tweede overkomst van deze Wigbertus in het gezelschap
van Willibrordus en van zijn marteldood wordt geen woord gerept bij Beda. Wel
is waar dat in het leven H. Willibrordus uit Alcuines verhaald wordt dat er een
uit zijn gezelschap door koning Radboud bij loting gedood is. Er zijn dan ook
verschillende mannen met de naam van Wigbertus geweest die vanuit Ierland naar
Friesland kwamen waar hij door Radboud verdreven is en weer naar Ierland terug
keerde. De tweede Wigbertus of Winberchtus, abt van Niet-celle, onder wiens
regering Bonifatius opgroeide. Als derde de abt van Frislaar die met enige
andere uit Brittannië naar Bonifatius in Duitsland gereisd zijn en die geen
andere schijnt te zijn dan de priester Wiehlbertus die in 747 gestorven is.
Wigbert is geboren in Wessex rond 670 en was een
Angelsaksische monnik van het klooster Glastonbury en missionaris en volgeling
van St. Bonifatius. Die reisde met hem naar Friesland en noordelijk Germanië om
de plaatselijke bevolking te bekeren. Toen Bonifatius de Thor eik velde te
Fritzlar in Noordelijk Hesse in 723 bouwde hij van het hout een kapel en in 724
een Benedictijner klooster. Wigbert werd de eerste abt. In 727 was hij
simultaan abt van Ohrdruf waar hij een school voor missionarissen opende die in
Thüringen werkten. In beide kloosters leerde hij Lullus en Sturmius die later
missionaris, abt en bisschop werden. Apostel van Nederland en voorloper van de
H. Willibrord. Hij stierf in 747.
Lullus bracht het meeste deel van zijn lichaam later over
naar Hersfeld abbey waar hij de stadspatroon is van Bad Hersfeld. Bruno, abt
van Hersfeld, en Rabanus, abt van Fulda, hebben al in 831 een kerk ter ere van
hem gesticht. De inkomsten van die kerk waren aanzienlijk en is zo door de
graven van Hessen toegeëigend en aan hun goederen gehecht.
Toen hij op zekere dag de mis deed en de wijn ontbrak zo is
hij in haast naar buiten gegaan en heeft daar een druiventros druiven geplukt
en het sap daarvan in de kelk gedaan en de een korrel voor de kerk geworpen.
Binnen negen jaar kwamen daar zoveel struiken van zodat ze tot bedekking van de
aangename galerij gediend hebben. Toen hij op sterven lag heeft men driemaal
een prachtige vogel naar het lichaam van de stervende toe zien vliegen, teken
van zijn zuiver leven.
13 / 22
augustus, H. Hippolytus: Grieks, ‘die de paarden losmaakt of
uitspant,’ resp. ‘de door paarden verscheurde.’ In de Griekse mythologie was
Hippolyta de koningin der Amazonen (zie Shakespeare in A Midsummer ‘s Night
Dream) Hippolytus was de zoon van haar en Theseus die door zijn eigen paarden
werd gedood. Vandaar de beide uitleggingen van de naam.
Over het leven van Hippolytus van Rome, 170-235, verkeerde
men lang in het onzekere. Hij was afkomstig uit Klein-Azië en een leerling en
volgeling van de beroemde Irenaeus. Omstreeks het jaar 190 vertrok hij naar
Rome en nam er deel aan de twisten over de godheid van Christus en over de
beginselen van de kerkelijke tucht. Hij verzette zich openlijk tegen de pausen
van zijn tijd, met name wat betreft de drie-eenheid. Na de dood van Zephyrinus
in 200 werd hij door een gedeelte van het presbyterium, hetwelk de
rechtzinnige, maar toen als tweegodendom verworpen leer van de goddelijke logos
omhelsde, als tegenpaus van Calixtus I gekozen. De verdeeldheid duurde voort
gedurende het leven van Calixtus en eindigde eerst in 235 toen Hippolytis en
zijn toenmalige tegenstander Pontianus naar de Sardinische mijnen waren
gedeporteerd vanwege de christenvervolgingen onder keizer Maximinus Thrax waar
Hippolytus kort daarop in hoge ouderdom overleed. Geleerd schrijver, hij heeft
verbazend veel geschreven. Zo schreef hij onder andere commentaren op Daniël en
Apocalyps, het dogmatische werk De Antichristo en bestreed hij de
gnostici in zijn Syntagma. Een groot deel van zijn werken zijn pas eind
19de eeuw ontdekt en alleen in een Oud-Slavische vertaling bekend.
Al in 236 werden ze als heilige martelaars naar Rome
overgebracht en in de catacomben van Callixtus begraven. In de 4de
eeuw was hij in Rome al een zeer vereerd heilige. Op grond van zijn naam patroon
van de paarden, patroon van delft en de Oostenrijkse stad Sankt Polten.
13 augustus,
H. Hippolytus.
Hij was een van de bewakers van de H. Laurentius van Rome.
Hij liet zich door zijn invloed dopen. Tijdens de begrafenis van de H.
Laurentius werd hij opgepakt en al zijn christelijke huisgenoten waaronder zijn
voedster, H. Concordia, vonden voor zijn ogen de dood. Hij zelf werd door
paarden gevierendeeld in 258.
Wordt afgebeeld als ruiter te paard met harnas, lans,
schild en martelaarspalm of als Romeins soldaat met kettingen en sleutels, als
gevangen bewaarder, knuppel of hekel, naar zijn marteling. Soms draagt hij een
zeef als symbool van de ware godsdienst waaruit al het heidense is
gezuiverd.
Is sinds 1969 uit de lijst van heiligen geschrapt.
13 augustus, H.
Gertrudis van Altenberg.
Ze is geboren in 1227 als dochter van Lodewijk IV, graaf van
Hessen en Thringen, en H. Elisabeth van Thüringen. Ze werd al toen ze twee was
het norbertijnenklooster van Altenberg bij Wetzlar gestuurd en daar werd ze
verzorgd door de nonnen. Hier werd ze op haar 21e abdis. Net zoals
de H. Norbertus had ze de gave om ruziënde partijen met elkaar te verzoenen. Zo
zou ze eens een ruzie tussen twee (klooster)zusters hebben opgelost. Om haar
woorden extra te laten overkomen, kwam een leeuw uit het bos aan haar voeten
liggen. Is overleden in 1297.
Gertrudis wordt meestal met haar leeuw voorgesteld. Ze is
gekleed als norbertijnse. Soms heeft ze een kroon aan haar voeten, maar meestal
is die op haar hoofd. Deze kroon verwijst naar haar afkomst. Ze heeft een witte
lelie bij zich en een kruisbeeld. Ook heeft ze op haar voorhoofd een klein
kruisje. Ze zou op de vraag van Paus Urbanus IV een genootschap hebben
opgericht die de kruisridders zou bijstaan vanaf het thuisfront. Ieder lid
droeg zo’n kruisje. Ze is tot nog toe enkel zalig verklaard, dat was in 1311,
14 jaar na haar overlijden.
De feestdagbloemen zijn het inlands moeras kruiskruid,
Senecio paludosus, en drie uitheemse nachtschonen, Mirabilis jalapa, M.
dichotoma en M. jongiflora.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/
en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/