13 mei.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
13
mei of 17 september, H. Robertus Bellarminus (Roberto Francesco Romolo
Bellarmino) Germaans uit Rod of Hroth: ‘roem, bert: glanzend,
stralend of schitterend.’ Dus de roemglanzende.
Robertus is geboren te Montepulciano te Toscane op 4
oktober 1542 en stierf te Rome op 17 september 1621. Toen hij achttien was trad
hij in bij de Jezueten te Rome, studeerde te Rome en Padua. Van 1570 tot 1576
was hij hoogleraar theologie te Leuven en leerde daar het protestantisme
kennen. In 1599 werd hij kardinaal en aartsbisschop van Capua. Hij nam deel aan
het proces tegen Galileo Galilei die hij op last van de paus Paulus V moest
veroordelen. Is overleden in Rome in 1621 en werd in 1930 heilig verklaard.
Mede vanwege zijn opvatting over de wereldlijke macht van de paus Pius XI
heilig verklaard die hem ook uitriep tot kerkleraar.
Een man van grote geleerdheid, vroomheid en eenvoud. Zijn
hoofdwerk is Disputationes de Controversiis waarin de Rooms-katholieke leer
verdedigd wordt tegen de aanvallen van de Reformatie. Het boek frustreerde
protestantse professoren en intellectuelen zo zeer dat in het protestantse
Heidelberg zelf een Collegium Anti-Bellarminianum gesticht werd. Hij schreef
verder een katholieke catechismus die lang gebruikt en in vele talen vertaald
is, ook Indez haereticorum of lijst van ketters. Bellarminus was van oordeel
dat de Paus geen directe wereldlijke macht behoort uit te oefenen. Slechts
indirect via de vorsten kan en mag de Paus wereldlijke macht uitoefenen. Deze
stelling name werd Bellarminus niet in dank af genomen.. Bellarminus muntte uit
door vroomheid, bescheidenheid en geleerdheid.
Hij wordt afgebeeld als kardinaal met ringbaard, meestal
schrijvend met ganzenveer, boek en inktpot.
13 mei, H. Emelda Lambertini, (Imelda) : het
eerste lid hangt samen met de stamgod van de Hermionen, resp. met erman: ‘groot
of geweldig.’
Een Italiaanse heilige, Santa Imelda Lambertini te Bologna
uit de 14de eeuw. Ze is geboren in 1322 te Bologna als enigst kind
van een edele familie, graaf van Bologna. Haar ouders waren vrome christenen
die veel deden voor de armen van Bologna. Als jong meisje had een brandende
liefde om Christus te ontvangen in de mis wat ze op haar vijfde weer vroeg,
normaal in die tijd was het met 14 jaar. Ze was zeer teleurgesteld. Maar haar
liefde bleef en dacht dat als ze naar een klooster ging dat ze de communie
eerder zou ontvangen. Met haar negende ging ze naar een Dominicanenklooster,
waar het ook niet toegestaan werd om de communie te ontvangen. Toen ze elf was
wist ze dat op het feest van Hemelvaart het haar dag zou worden, maar sprak er
met geen mens over, ze wachtte op een signaal van de prior of een ander, maar
geen mens riep haar op. Ze was gebroken en bleef huilen in de kapel toen de
nonnen al lang weg waren. Er gebeurde
een wonder, een hostie die bewaard werd in het tabernakel verliet die en
zweefde boven haar hoofd. Na een tijdje ontdekte de superieur dat ze haar
gewone taken niet gedaan had en ging haar zoeken. Ze ontdekte haar waar ze haar
hadden gelaten, ze was in vervoering vanwege de hostie die boven haar hoofd
zweefde. De superieur rende naar de priester die onmiddellijk kwam. Hij pakte
een schaal en hield die onder de hostie die onmiddellijk erop viel en hij gaf
de hostie aan Imelda, haar eerste communie. Ze knielde van dankbaarheid en bad
daarna lang. Later op die dag werd haar superieur bezorgd en zocht haar overal.
Ze was nog steeds in de kapel, ze was al knielend in gebed gestorven. Er wordt
gezegd dat ze stierf van vreugde vanwege de heilige eucharistie. Wonderen
werden onmiddellijk aan haar toegeschreven, vooral het zicht van een blinde werd
verbeterd. Ze wordt vereerd als het ‘communiebruidje.’ Zalig verklaard in 1826.
Ze wordt knielend afgebeeld in het witte kleed van de
dominicanen terwijl er een hostie boven haar zweeft.
13 mei, H. Servatius: (Servaas, Servais,
Sarbatius) Latijn
servare: ‘redden, behouden of de geredde,’ mogelijk is het een naam die gegeven
werd na een moeilijke geboorte.
Servatius was bisschop van Tongeren / Maastricht. Dezelfde
als bisschop Aravatius van Tongeren die volgens Gregorius van Tours op de
tijding van het naderen van de Hunnen naar Rome ging en later naar Maastricht
kwam. Daar stierf hij en werd begraven op 13 mei op Pinksteren, daarom was dit
wel in 384. De legende, onder invloed van Gregorius van Tours, maakt hem tot
tijdgenoot van Attila. Zijn leven werd potisch beschreven door Hendrik van
Veldeke, een van onze oudste literaire werken. Hij is niet alleen patroon van
Maastricht, maar doordat zijn verering zich sterk uitbreidde over geheel W. en
Z. Europa werd hij niet alleen patroon van vele plaatsen in Z. Limburg en het
O. van N. Brabant maar ook in het Duitse Rijnland en bijvoorbeeld Quedlinburg.
Sint Servatius kwam uit het
verre Armenië om in de vierde eeuw bisschop van Maastricht te worden. Volgens
de overlevering stamt hij uit de familie van Maria’s moeder Anna. Zijn leer en
leven zijn nauw verbonden met de catholica. Het is de eerste bisschop in
Nederland wiens bestaan met zekerheid bekend is. Hij geldt als de eerste
geloofsverkondiger in onze streken. Hij was betrokken in de grote kerkelijke en
politieke verwikkelingen van zijn tijd en moet een man van betekenis zijn
geweest. Zijn naam als bisschop van Tongeren (episcopus Tungrorum) komt voor
onder die van de Gallische bisschoppen die de orthodoxe geloofsbelijdenis van
Sardica (Sofia) in 342 ondertekenden. Dat was de legitieme interpretatie van de
geloofsbelijdenis van Nicea (325), zonder overigens de formulering ervan over
te nemen. Op dat concilie werd ook de ketterij van Arius veroordeeld. Arius
ontkende de godheid van Christus (Arianen) In deze strijd steunde Servatius,
samen met een aantal Westerse bisschoppen, bisschop Athanasius die hem zijn
vriend noemde. Men meent dat Servatius in 346 in Keulen wist te bewerken dat de
ketterse bisschop van die plaats uit zijn bediening werd ontzet. In de jaren
die hierop volgden kweet hij zich ook nog van een diplomatieke zending om de
verzoening tot stand te brengen tussen twee rivaliserende keizers, Magnentius
en Constantinus II. In deze strijd behaalde de keizer die het Arianisme was
toegedaan de overwinning. Deze heerser riep de twee strijdende
geloofsgemeenschappen bij elkaar in Rimini, 359. Daar probeerde hij ze allebei
eenzelfde geloofsbelijdenis te laten ondertekenen waarin het Arianisme niet
werd veroordeeld. Een aantal bisschoppen weigerden in eerste instantie hun
handtekening, maar kwamen uiteindelijk na lang vergaderen en de nodige
besprekingen toch tot een akkoord. Een klein aantal bisschoppen, waaronder Sint
Servaas, tekende echter niet de eindverklaring.
Het bisdom van Tongeren had door zijn ongunstige ligging
aan de grenzen van het Romeinse Rijk veel te lijden van de invallen van
verschillende het christendom vijandig gezinde stammen. Waarschijnlijk is
Servaas naar Rome getrokken om hulp te zoeken bij de Romeinse machthebbers.
Teruggekeerd in Tongeren verliet hij na enige tijd deze stad (civitas) en trok
naar het veiliger geachte Maastricht. Daar overleed hij volgens de overleving
in het jaar 384 en werd volgens Romeins gebruik begraven langs de openbare weg
bij de brug. Hier verrees in latere eeuwen zijn grafkerk, de huidige Sint
Servaasbasiliek. Sinds het begin van de 8ste eeuw staat vast dat het
Hoogfeest van Sint Servaas als eerste bisschop en geloofsverkondiger in onze
streken gevierd wordt op 13 mei. Op 14 mei 1985 was paus Johannes Paulus II in
Maastricht in de basiliek van Sint Servaas om een bezoek aan het relikwarium
(de Noodkist) te brengen en de Sint Servaaskerk tot Basilica Minor te
verheffen.
Hij wordt meestal afgebeeld met de sleutel in de hand die
hij van Sint Petrus ontvangen zou hebben. Om de hemelpoort te openen, bij hem
een draak die de ariaanse ketterij voorstelt. Soms ook met een adelaar die met
gespreide vleugels hem tegen de zon beschermt op reis naar Rome of een engel
die hem leidt, of met klompen, waarmee hij doodgeslagen zou zijn.
Wordt aangeroepen voor het welsagen van een onderneming,
vorstschade, koorts, verlamming, bot en voetziektes. Schutspatroon van
schrijnwerkers vanwege de klompen en slotenmakers vanwege de sleutel.
Als een van de ijsheiligen zegt men op deze dag; Voor
nachtvorst ben je niet beschermd, tot Servatius zich ontfermt.
De sering heet wel St. Servaasbloem omdat die nu in bloei
staat.
13 mei, H. Gerardus (Gherardo)
Villamagna: Germaans ger: ‘speer,’ hard: ‘hard, sterk of stevig,’
dus ongeveer, sterk met de speer.
Gerardus is geboren te Florence rond 1175 en stierf op 13
mei 1258 (of 1242 of 1245). Als page begeleidde hij zijn ridder twee keer op
een kruistocht en werd gevangen genomen. Eenmaal vrijgekomen trad hij toe tot
de derde orde van Franciscus en leidde het leven van een kluizenaar in
Villamagna bij Florence.
Deze heilige wordt met een baard en bloten voeten en een
twijg van de kersenboom afgebeeld met rijpe vruchten. Hij is patroon van
lichamelijke ziektes en de zieken.
13 mei, H. Rolendis: Germaans Rod of Hroth: ‘roem,’ land: ‘’hand’
of nand: ‘dapper.’
Ze was een dochter van Desiderius van de Langobarden,
koning van Gallië. Ze vluchtte vanwege een huwelijk met de koning van Schotland
want ze wilde maagd blijven en kwam zo te Villers la Potterie, bij Gerpinnes, (in Waals Djerpene) waar
ze als verschoppeling stierf. Na haar overlijden in 774 werd ze in de kerk van Gerpinnes begraven en
vloeide uit haar lichaam een olie met geneeskrachtige eigenschappen voor geest
en lichaam. Haar graf ontwikkelde zich in de middeleeuwen tot een
betekenisvolle bedevaartplaats. In 1007 werd haar gebeente verheven en in een relikwieën
kist bewaard.
Deze patroon van Gerpinnes heeft met Servatius als
feestdagbloem twee geneesplanten, de gewone smeerwortel, Symphytum officinalis
en de knolvormende, S. tuberosum.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/