14 december.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
14
december, H. Nicasius
(Nicaise) : Grieks werkwoord nikao: ‘ik overwin,’ dus de overwinnaar.
Nicasius was tiende aartsbisschop van Reims rond 400, broer
van H. Eutropia. In het jaar 400 liet de Nicasius in Reims een kapel, basiliek,
bouwen op restanten van een Gallo/Romeins gebouw. Hij weide de kapel aan de
maagd Maria. Tijdens een visioen zag hij een invasie van barbaren de stad Reims
aanvallen. Die invasie kwam en de barbaren waren de Hunnen. Terwijl de Hunnen
de stad plunderden probeerde Nicasius samen met zijn zuster Eutropia en enkele
ander clerici de Hunnen in de portaal van de Mariakerk tegen te houden zodat de
gelovigen de kerk zouden kunnen ontvluchten. Tijdens deze schermutselingen is
hij door de Hunnen (onder leiding van Attilla) onthoofd. Boven het noord
portaal in de kathedraal is zijn marteling (met zijn zuster Eutropia en
anderen) afgebeeld. Hijzelf met zijn afgeslagen hoofd in zijn hand. Hij zou ook
met zijn hoofd in de hand en lofliederen
zingend weggelopen zijn van de plaats van terechtstelling. Zie Dionysus en
Nicasius van Rouen.
Wordt aangeroepen tegen oogziektes, muizenplaag en pest
omdat dankzij zijn gebed Reims voor de pest gespaard bleef terwijl heel
Frankrijk er last van had.
Een van de martelaren van Gorkum heette ook Nicasius, Nicasius van Heeze.
14 december, Jan van het Kruis (Juan de la Cruz, Giovanni della Croce)
Teresa van Avila en Jan van het Kruis zijn de stichters
van de Orde van de Ongeschoeide Karmelieten, een orde die zich wijdt aan de
verering van de Heilige Moeder van God door boete en gebed. Beide stichters
hebben door hun geschriften een overweldigende invloed uitgeoefend op de
christelijke spiritualiteit.
Jan van het Kruis wordt geboren als Juan de Yepes te
Fontiveros in Castilië in 1542. Zijn vader is Gonzalo de Yepes en moeder
Catalina Alvarez, handelaars in zijde. Juan wordt in het Colegio de la Doctrina,
een school voor arme kinderen, geplaatst waar hij basisonderwijs en een
beroepsopleiding ontvangt. Als hij zeventien jaar is
gaat hij als ziekenverpleger werken in Hospital de la Concepcion, een
ziekenhuis voor besmettelijke ziekten en volgt lessen bij de Jezueten,
grammatica, Latijn en Grieks en komt in contact met de pozie. Hij kan seculier
priester worden maar hij wil monnik worden en treedt in bij de Karmelieten in
Medina del Campo. Op 24 februari 1563 draagt hij voor het eerst zijn
kloosterkleed en neemt de naam aan van Juan de Santa Matia. Studeert aan de
universiteit van Salamanca en maakt kennis met auteurs uit de mystieke traditie
en gaat al gauw lesgeven. Na zijn priesterwijding in 1567 ontmoet hij Teresa
van Avila die bezig is met de hervorming van de Karmel en zij weet hem te
betrekken bij de hervorming van de mannelijke tak van de Karmel orde. In
november 1568 stichten Jan en drie medebroeders een gemeenschap volgens de
nieuwe strenge regels in een schuur in de buurt van Duruelo.
In deze tijd verandert Jan zijn naam in Jan van het Kruis.
De kleine gemeenschap wordt al gauw bekend als de Ongeschoeide Karmelieten,
omdat ze als teken van armoede geen schoeisel dragen. Ze zijn echt arm. Hun
eerste behuizing is nauwelijks meer dan een kamer en ze lijden vaak honger. Als
Teresa wordt geroepen tot priorin van het Klooster van de Goddelijke Geboorte,
vraagt ze aan Jan om haar te helpen bij het hervormen van deze grote en luie
kloostergemeenschap. Jan wordt de geestelijk leidsman van alle zusters, dus ook
van Teresa. Om onbekende redenen begint de houding van de Geschoeide
Karmelieten ten opzichte van de Ongeschoeide te veranderen. Aanvankelijk staan
ze neutraal tegenover de hervormingen of moedigen die zelfs aan. Het kapittel
van 1575 perkt de hervormingen drastisch in, er mogen geen nieuwe
kloostervestigingen meer komen en Teresa moet n klooster kiezen om zich daar
blijvend te vestigen. Als de Ongeschoeide Karmelieten in 1576 een eigen
kapittel houden, voeren de Geschoeide de maatregelen van 1575 uit. Jan en een
medebroeder worden schuldig bevonden aan rebellie en weerbarstigheid en
opgesloten in een kleine cel zonder ramen in het klooster van Toledo. Daar zou Maria aan hem verschenen zijn waarom
hij afgebeeld wordt met kettingen en een Mariabeeld. Gemarteld en vernederd,
weigert Jan de hervormingen te herroepen. Hij blijft trouw aan zijn geestelijke
idealen. In deze periode schrijft hij het grootste deel van zijn ԇeestelijk
Hoogliedծ Na negen maanden cel weet hij te ontsnappen en komt hij terug bij zijn
geestverwanten met een bundeltje gedichten, waarin hij zijn mystieke ervaringen
uitzingt. Hij vestigt zich in het zuiden van Spanje, waar hij wordt gekozen tot
Prior van het klooster El Calvario en benoemd tot geestelijk leidsman van de
zusters in Beas. In 1579 wordt Jan benoemd tot Rector van het nieuwe college
van de Ongeschoeide Karmelieten aan de Universiteit van Baeza. In 1580 krijgen
de Ongeschoeide Karmelieten van de Paus het recht een eigen kerkprovincie te
vormen, maar pas in 1593 zijn ze werkelijk onafhankelijk van de Geschoeide
Karmelieten. Tot zijn beste werken behoren: ‘de bestijging van de Karmelberg’, ‘donkere
Nacht,’ ‘geestelijk Hooglied,’ en’ de levende Vlam van de Liefde.’
Aan het eind van zijn leven krijgt Jan ruzie met de nieuwe
Overste van zijn Orde over enkele veranderingen die deze wil doorvoeren. Om de
gemoederen te kalmeren wordt hij in augustus 1591 naar het eenzame Penuela
gestuurd. Hij is dolblij dat hij voor het eerst in jaren wat rust krijgt, maar
het is hem niet gegund. Hij hoort dat zijn tegenstanders hem uit de orde willen
zetten die hijzelf gesticht heeft. Zij zijn materiaal aan het verzamelen om hem
in diskrediet te brengen. Jan wordt ziek en zoekt medische hulp in het
nabijgelegen klooster van Ubeda. Daar wordt hij koel ontvangen, krijgt de
slechtste cel van het hele huis en de prior klaagt alsmaar dat het zo duur is
om voor hem te zorgen. Jan voelt zijn einde naderen en vraagt de prior om
vergiffenis voor alle overlast die hij veroorzaakt heeft. Dan pas ziet de prior
in wat hij heeft gedaan. Jan van het kruis sterft op 14 december zoals hij dat
zelf wilde: zonder eerbetoon, zonder enig comfort en onder veel pijn. Hij is 49
jaar oud. Jan van het Kruis wordt in 1675 zalig en in 1726 heilig verklaard. In
1926, op dezelfde datum als zijn grote inspiratie en voorbeeld Teresa van
Avila, krijgt hij de titel van Kerkleraar.
Uit; http://www.mystiek-mediapastoraat.nl/document.xml?producer=document&nodeId=200548&docId=200651
Hij draagt een brui habijt met in de hand een kruisbeeld,
ganzenveer en een boek met de spreuk Pati et contemni, lijden en veracht
worden, Christus vroeg hem welk loon hij voor zijn arbeid wilde, hij antwoordde
dat hij omwille van Hem wilde lijden en veracht worden. Soms zit een duif op
zijn schouder en soms een adelaar met een pen aan zijn voeten ten teken van de
hoge vlucht die de goddelijke inspiratie kan nemen.
De moeraspijn is zijn feestdagboom, Pinus palustris.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/