16 juli.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
16
juli, Gedachtenis van de H. Maagd van de berg Karmel.
Hoogfeest van de order der Karmelieten. De berg Karmel
wordt in de bijbel genoemd als de plek waar Elia streed tegen de profeten van
de afgod Baal. Op de Karmel leefde enkele kluizenaars die zich door het geloof
van Elia lieten inspireren onder de bescherming van Maria die Berthold de
kruisvaarder in 1150 tot de westerse orde hervormde. Dat was de basis voor de
latere orde van karmelieten en karmelietessen. Volgens de traditie moet de
zesde generaal van de orde, Simon Stock, van Maria het schouderkleed hebben
ontvangen dat door vele Christenen in een eenvoudiger vorm wordt gedragen, nl.
het scapulier. Vele geestelijke voorrechten zijn aan dit schouderkleed
verbonden.
16 juli, H. La virgin del Carmen,
een Spaanse naam. De naam wil zeggen, ‘geboren op de feestdag van Nuestra
Senora del Carmen. ‘Onze Vrouwe van de Karmel.’ Naar de berg Karmel (Hebreeuws:
tuin) tussen Galilea en Samaria waarnaar ook de orde van Karmelieten is
genoemd.
H. Carmen geld als patroon voor alle zeelui, vissers en
alle mensen die aan zee wonen. Elke plaats op La Palma vereert zijn patroon
minstens eenmaal per jaar. Het feest duurt drie dagen. Hoogtepunt is de
processie met het beeld van Carmen op een schip door de plaats.
Toen de Heilige Carmen,
bijgenaamd de engelachtige, predikte zag men rozen en leliën uit zijn
mond vallen.
16 juli, 15 mei en met alle
bisschoppen op 16 juli, of op 10 augustus, H. Monulfus
(Monulphus) : Germaans muni: gedachte,’ ulf: ‘wolf.’
St. Domitianus was bisschop van Maastricht en Tongeren in
de 6de eeuw, tot 599. In het Departementaal Archief van de Franse
stad Chartres wordt een briefje bewaard uit de tweede helft van de zevende
eeuw, waarop staat te lezen’ Syc sunt pignora de
coberturio domno monulfo trejectinse episcopo’ (= ‘dit zijn
relieken van de kleding van Heer Monulfus, bisschop van Maastricht.’. De
relieken zelf zijn in de loop der eeuwen verloren gegaan. Hoe ze in Chartres
terecht zijn gekomen, blijft onduidelijk. Maar ze bevestigen, dat bisschop
Monulfus wel degelijk bestaan heeft en niet voortkomt uit de fantasie van de
legendeverteller. Daarnaast wordt zijn naam ook genoemd door de Gallische
geschiedschrijver en bisschop Sint Gregorius van Tours. Hij vertelt in zijn
boekje ԏver de Glorie der Belijdersլ hoe Sint Servatius, die hij overigens
Aravatius noemt, na zijn dood in Maastricht werd begraven ‘langs de openbare
weg bij de brug,’‘herhaaldelijk hebben gelovigen
in hun ijver een kapelletje getimmerd van glad geschaafde planken. Maar telkens
waren de planken weer naar beneden gekomen vanwege de wind of door hun eigen
gewicht. Ik heb gehoord, dat het zo door is gegaan tot er iemand kwam, die er
een gebouw neerzette, dat een eervolle bisschop waardig was. Na enige tijd werd
Monulfus bisschop van Maastricht. Hij bouwde een grote kerk ter ere van
Servatius, en bracht er rijke versieringen in aan. Daarop werd zijn stoffelijk
overschot met groot vertoon van eerbied en plechtigheid naar die kerk
overgebracht. Tot op de dag is die kerk beroemd vanwege de grote wonderen, die
er gebeuren.
Volgens de legende was hij
een zoon van graaf Randas van Dinant die gehuwd was met een dochter van de
graaf van Osterne (= het huidige Loon). Op het moment dat hij in 539 tot
bisschop van de stad Maastricht werd gekozen, was hij voorzanger van het
kapittel van de Sint-Servaaskerk. In 556 begon hij aan de bouw van de grote
kerk op het graf van Sint Servatius. Van hertog Guyon van de Ardennen kocht hij
de steden Mechelen en Jupille alsmede de burcht Chuvremont. Op dat landgoed
lagen twee kerkjes, het ene was toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en het andere
aan Sint Jan de Evangelist. Op de terugweg deed hij in Hoey het kapelletje aan,
dat door zijn voorganger Sint Domitianus ter eren van Cosmas en Damianus was
gesticht. Toen hij daar in gebed lag neergeknield, kreeg hij een visioen. Hij
zag hoe een brandend kruis uit de hemel neerdaalde, een hoe in een bos een
nieuwe bron ontsprong en hij hoorde een stem zeggen: ‘aan de rivier de Legia
zal je de heilige plaats vinden, die door God is uitgekozen tot heil van velen.
Op die plaats zal na de marteldood van een dienaar Gods een van de edelste
steden van de wereld gesticht worden.’ Nadat hij uit zijn gebed was opgestaan,
vertelde Monulfus van zijn visioen aan zijn metgezellen. Hij beloofde, dat hij
een Cosmas- en Damianuskapel zou stichten op de plaats, waar het brandende
kruis was neergekomen. Hij kwam zijn belofte na en daarmee was de stichting van
de latere stad Luik een feit. Toen Monulfus eens werd gevraagd voor te gaan in
de uitvaartplechtigheid van een belangrijk machthebber, leidde de heenweg door
een bos, dat in het verleden door de heidense bewoners van de streek aan de
duivel was toegewijd. Hij hoorde er angstaanjagende geluiden, zoals het
hinniken van paarden, brullen van leeuwen en een huilende stem die riep: ‘Help!
Help!’ Monulfus en zijn metgezellen verstijfden van angst. Toen verscheen er
een jongeman, die hem zei: ‘de ziel van de onreine man, die u gaat begraven,
wordt vastgehouden en gefolterd. Ga snel naar de stad en laat het volk drie dagen
lang vasten en bidden. Wanneer u dan weer hierlangs moet, en u hoort geen enkel
geluid meer, dan zal dat een teken zijn, dat de ziel van die heer door God in
genade is aangenomen.’
De bisschop deed wat hem was
opgedragen. Toen hij drie dagen later langs diezelfde plek kwam, heerste er
stilte, vrede en rust. Die heer kreeg vervolgens een plechtige begrafenis.
Monulfus stierf in 578 en
werd bijgezet in de door hem gebouwde Sint-Bartolomeuskerk, de huidige
Sint-Servaas. Zijn relieken werden verheven in 1039 in het bijzijn
van keizer Hendrik III. In 1890 werd zijn graf in de crypte van de St.
Servaaskerk teruggevonden.
Gondulphus of Gondulfus zou uit Lotharingen afkomstig zijn
en ging als 22ste bisschop door met de bouw van de Sint Servaas.
Hij wordt afgebeeld samen met Gondulfus, zijn opvolger:
Monulphus met en Gondulphus zonder baard; beiden met het model van een kerk in
de hand.
Na zijn dood deed Monulfus
nog n keer van zich spreken. Rond het jaar 800 stichtte Karel de Grote de
domkerk van Aken. Hij was er zo trots op, dat hij 365 bisschoppen wenste bij de
inwijding van de nieuwe kerk, voor elke dag van het jaar n. Maar toen ze er
allemaal waren, bleek, dat hij er twee te kort kwam. Alle aanwezigen waren in
grote verlegenheid. Dat was voor Monulfus en zijn opvolger Gondulfus het teken
om op te staan uit hun graf en zich naar de wijdingsplechtigheid te begeven.
Deze legende is vereeuwigd in een reliëf in de Akense Klappergasse vlakbij de
dom. Daarop is te zien hoe twee geraamtes met tabberd, staf en mijter onderweg
zijn. De straat zou haar naam danken aan het geluid dat beide skeletten
maakten, terwijl zij zich voorthaasten.
Monulfus en Gondulfus zijn de patroonheiligen van Achel, Mechelen-aan-de-Maas,
Rotem, St.-Huibrechts-Lille en Berg-en-Terblijt. Ze worden afgebeeld als
bisschop met een kerkmodel, Sint Servaas.
16 / 21 juli, Reinildis
(Rainildis, Reinhildis, Renildis, Renelde, Renelle, Sinternelle is Sinte Ernelle, Sinte Renelle of Renildis.):
Germaans regin: ‘raad,’ hild: ‘strijd,’ dus ongeveer, raadgeefster in de
strijd, of sterke strijdster.
Volgens een legendarische vita uit de 11de
eeuw, was Reinildis in de 7de eeuw een dochter van de Lotharingse
hertog Witger, heer van Kontich. Haar moeder was St. Amalberga, (Amalia van
Maubeuge) haar zuster St. Gudula, haar broer H. Emebert (H. Emerbertus).
Geboren rond 630. ze wees een wereldlijk leven af, schonk haar bezit weg en
ging op pelgrimstocht naar het H. Land vanwaar ze een deel van Maria Գ kleding
zou hebben teruggebracht. Ze was een non van Saintes bij Hal in Hainault. Ze
leidde een leven van boetedoening en naastenliefde en werd met twee
geestelijken door de Hunnen (of Noormannen)
te Saintes gedood zijn.
Ze wordt meestal afgebeeld als pelgrim met staf,
pelgrimstas en open boek en soms martelaarspalm. Op haar sluier draagt ze een
Sint Jakobsschelp. Ook dat de Hunnen haar aan het haar trekken, of gedood door
de Hunnen met 2 priesters. Wordt aangeroepen tegen oogziektes, verlamming,
wonden en zweren.
De Sinternellebloem is het gewone schurftkruid
Scrophularia nodosa, haar symbolische kruiden zijn de blauwe trechterwinde
Ipomoea coerulea en de brandende clematis, C. flammula.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/