17 augustus.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
17
augustus, H. Hyacinthus van Polen: Grieks huakinthos: ‘de naam
van de bloem en die van een edelsteen met rode glans,’ vgl. Openbaringen 21: de
elfde edelsteen. Ook de naam van een Spartaan en jeugdvriend van Apollo die
door hem per ongeluk met de discus gedood werd, uit zijn bloed ontsproot de
hyacint.
Hyacinthus is geboren op het eind van de 12de
eeuw, rond 1185, te Kamin, Silezië, uit een aanzienlijke familie met de naam
Osdrawaz (Odrowaz). Zijn oudere broer was H. Ceslas van Polen. Hij kreeg zijn
opleiding in Krakau, Praag, Parijs en Bologna, was doctor in de rechten en
theologie. In Rome werkte hij samen met zijn oom, bisschop Ivo Konski van
Krakau en was getuige van een wonder van de H. Dominicus en trad toe tot zijn
orde. Hij trok predikend door Oost Europa en stichtte vele kloosters.
Dominicaan en bracht die orde naar Polen. Hij stierf onder het bidden van het
kerkelijk avondgebed in 1257 te Krakau. Op 17 april 1594 werd hij heilig
verklaard door paus Clemens VIII. Patroonheilige van Polen.
Bij een aanval op een klooster door de Tartaren te Kiev
wist Hyacinthus een kruis en een Mariabeeld te redden, of die hem smeekte om
meegenomen te worden, hoewel dit beeld zo zwaar was dat hij het
normaalgesproken nooit had kunnen tillen, Maria drong aan en het enorme beeld
bleek vederlicht te zijn. Met het H. Sacrament in de ene en het beeld in de
andere hand legde Hyacinthus zijn mantel op het water van de Dnjepr en bereikte
zo de overkant. Als attribuut werd het beeld met de jaren kleiner. Hyacinthus
wordt in de kunst gewoonlijk met beeld afgebeeld, verder in het witte kleed van
de dominicanen. Wordt aangeroepen bij
kinderloosheid omdat een kinderloze vrouw op zijn voorspraak zwanger werd.. ook
van verdrinkingsgevaar omdat hij een verdronken jongen weer tot leven gewekt
zou hebben.
Hij draagt lelin in de hand.
17 augustus, H. Jeroen van
Noordwijk, (Hieron, Jero van Egmond). Grieks hieronumos: ‘met
een) heilige naam’ of hierax: valk..
Sint Jeroen was een uit Schotland afkomstige missionaris;
hij was de zoon van een edelman. In 847 zou hij zijn geland tussen Katwijk en
Noordwijk. Op last van de bisschop van Utrecht (St. Hunger) vestigde Jeroen
zich in 851 in Noordwijk, dat toen nog Northgo heette, om de bewoners van die
plaats te kerstenen. Hij bouwde er een kerkje dat aan St. Maarten was gewijd.
In die tijd trekken keer op keer de Noormannen plunderend ons land binnen.
Nadat ze in Egmond de kapel van Sint Adelbert hadden verwoest zakten ze naar
het zuiden af en vernietigen ook het dorp Noordwijk. Op 17 augustus 856 werd
Jeroen door de Noormannen gevangen genomen en verschrikkelijk gefolterd en
daarna met een zwaard gedood.
Jeroen is de apostel van Kennemerland en pastoor van
Noordwijk en onder Gerulf graaf van Kennemer- en Rijnland.
Volgens de traditie werd de plaats te Noordwijk waar
Jeroens lichaam begraven lag, circa 980 (955) door de boer St. Nothbodo
teruggevonden. Jeroen had zich in drie dromen aan hem bekend gemaakt en ervoor
gezorgd dat Nothbodo zijn verloren paarden terugvond. In dit visioen toont Sint
Jeroen zijn verloren gewaande graf dat op Nothbodo ‘s aanwijzingen wordt
hervonden. Graaf Dirk II ‘de Vrome’ en bisschop Balderik van Utrecht zijn
enthousiast over deze herontdekte heilige en besluiten zonder uitstel het graf
van de heilige te openen waarbij de ‘allerzoetste geur’ hen tegemoet stroomt
uit het gebeente van de martelaar. Na de ‘verheffing’ van de relikwieën (zonder
schedel) verschijnt Sint Jeroen opnieuw en verzoekt zijn relikwieën over te
brengen naar Egmond om bij de heilige Adelbert te worden begraven, tussen 983
en 988. De vrome graaf trok met de bisschop in een feestelijke stoet via het
strand van Noordwijk naar de 42 km noordelijker liggende Benedictijner abdij in
Egmond alwaar al snel een kostbaar schrijn de botten van Sint Jeroen omhulde.
Na zijn dood valt ook de (her)ontdekker van Sint Jeroen enige tijd verering als
heilige ten deel, hoewel deze niet doorzet.
Sint Nothbodo is gestorven rond het jaar 1000. In de
Egmondse reliekenlijst (begin 13de eeuw) is sprake van een ‘apsa s.
Yeronis ‘(reliekschrijn van St. Jeroen), waarin bijna het volledige lichaam van
de martelaar werd bewaard. In verschillende altaren in de kloosterkerk werden -
in ieder geval sedert de 12e eeuw - kleine partikels van Jeroens
lichaam bewaard. De relieken van Jeroen, voorzover aanwezig in de abdij van
Egmond, werden in juni 1573 in Haarlem in veiligheid gebracht. In het
abdijmuseum van de huidige abdij van Egmond bevindt zich een grote perkamenten
strook (12de eeuw?) uit de oude Egmondse reliekenschat met daarop in
kapitalen de volgende vermelding: ‘Hic requiescit corpus Sancti Hieronis.’ (‘Hier
rust het lichaam van de Heilige Jeroen.’). Ook elders waren relieken van
Jeroen: bijvoorbeeld in het St. Nicolaasklooster in Utrecht (een been). Op de
verschillende altaren gewijd aan Jeroen (de Nieuwe Kerk te Amsterdam en de Oude
en Nieuwe Kerk te Delft, de Laurenskerk te Rotterdam en Hooglandse Kerk te
Leiden) werden waarschijnlijk ook relieken bewaard die verkregen waren van de
abdij Egmond.
Hij wordt afgebeeld als priester met een hostie in de
hand, een valk als teken van zijn adellijke afkomst of naar zijn naam. Sint
Jeroen uit Noordwijk was in de middeleeuwen een populaire heilige in
Kennemerland. Men vereerde hem vroeger als patroon tegen verloren zaken omdat
men zijn graf niet meer wist te vinden. Mogelijk naar hem is de plaatsnaam St.
Jeroenspolder genoemd.
17 augustus, H. Elia(s) van
Calabri (de jongere): Hebreeuws, ‘Jahweh is (mijn) God.’ De grote
profeet van Isral ten tijde van Achab, 1 Kon. 16 en andere, strijder tegen het
indringende heidendom.
Deze Elias werd tweemaal gevangen genomen door de
Saracenen. Is overleden in 903.
In de Vitae Sanctorum Siculorum van O.
Caietanus is er een biografie van St. Elia Junior. Het was geschreven door een
tijdgenoot en monnik die vertelt dat de heilige man wonderen verwekte, onder
meer over de rivier wandelde met droge voeten. Hij leefde in een ‘Honesta
spelunca’ die in 864 ontdekt werd door een vlucht vleermuizen die ervandaan
kwamen, hij leed martelingen van een vrouw, net zoals bij de vrouw van Jozef en
Potiphar ‘s vrouw. Hij werd 94 jaar oud, de Saracijnen probeerden tevergeefs
zijn dode lichaam te verbranden en het water waarmee zijn lichaam gewassen werd
was nuttig om bij een andere heilige man zijn tandpijn weg te nemen.
17 augustus, Ludovicus Flores (Lodewijk Fraryn).
Hij is in Antwerpen geboren in 1570, verhuisde met zijn
ouders naar Spanje en vandaar naar Mexico. Hij trad in bij de Dominicanen en
vertrok in 1602 als missionaris naar de Filippijnen en later naar Japan waar
hij in 1622 de marteldood stierf. Hij werd te Nagasaki aan twee palen
vastgebonden en levend verbrand.
Hij wordt afgebeeld als Dominicaan met wit habijt of als
martelaar op een brandstapel. Hij heeft een martelaarspalm, rozenkrans of
kruisbeeld bij zich, ook wel een witte lelie en soms een kerkmodel, de kathedraal
van Antwerpen. Hij is zalig verklaard in 1867.
17 augustus, Clara van
Montefalco.
(Clara van het kruis)
Ze is rond 1268 geboren te Montefalco en aldaar op 17
augustus 1308 overleden. Ze was een middeleeuwse mystica.
Ze werd geboren in de buurt van Perugia, Montefalco in Umbrië
en heeft er haar hele leven gewoond. Op zesjarige leeftijd trad zij toe tot de
kluis waarin haar zuster Johanna reeds met enige andere vrouwen woonde, het
latere klooster van Santa Croce. In 1290 verhief de bisschop van Spoleto de
kluis tot klooster volgens de regel van Augustinus. Na de dood van Johanna op
22 november 1291 werd Clara tot abdis van het klooster gekozen. Zij vervulde dit
ambt tot aan haar dood. In Clara van Montefalco gingen ascese en liefde voor de
armen samen. Daarnaast was zij bekend om haar goede raad, waar veel grote
theologen om kwamen vragen. In haar spiritualiteit treft men naast Augustijns
gedachtegoed ook franciscaanse kenmerken aan. Ze had al jong een mystieke band
met de H. Drie Eenheid en zo zeer dat zich in haar lichaam drie gezwellen
vormden, volgens anderen galstenen, volgens anderen vergroeiingen bij haar
hart. Haar spreuk: Ҍaat wie het kruis van Christus zoekt, mijn hart nemen. Daar
zal men de lijdende Heiland vinden.Ӡwerd letterlijk opgevat. Toen na haar dood
haar hart werd onderzocht, vond men er een afdruk van het kruis van Christus
in. De pelgrims stroomden toe en bij haar graf gebeurden wonderlijke genezingen,
onder andere van klompvoeten en daarom wordt ze aangeroepen bij voetkwalen.
Clara geniet sinds haar dood grote verering in Montefalco
en in de Augustijnse kloosterfamilie. Zij werd door paus Leo XIII heilig
verklaard in 1881.
Ze wordt in het zwarte habijt van haar orde afgebeeld en
heeft een hart op haar borst dat een litteken vertoont of waarop de
martelwerktuigen van Christus op staan afgebeeld. Verder met een boek, lelie,
kruisbeeld en drie stenen in haar hand, ook een weegschaal komt voor met twee
stenen op de ene schaal en de derde op de andere. Ook zie je haar geknield waar
Christus haar zijn kruis aanreikt
Twee Rudbeckia ‘s zijn de planten van de dag.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/