17 juli.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
17
juli, H. Alexius van Edessa: Grieks, ‘helper,’ mogelijk een
verkorting van Alexander.
Naam van een legendarische heilige die vooral in de
Grieks-orthodoxe kerk vereerd wordt, vandaar dat het in oostelijke landen ook
de naam van vorsten is.
De beschermheer der Lolharden die naar hem ook wel
Alexianen genoemd worden, was de zoon van de aanzienlijke Romein Euphemianus,
senator. Hij leefde in de tijd van paus Innocentius, 402-416 en is geboren te
Rome of Edessa (nu Urfa). Hij onderscheidde zich vooral door zijn weldadigheid
en na gehuwd te zijn geweest, tijdens de huwelijksnacht, verliet hij zijn vrouw
Sabina en trok in vrijwillige armoede de wereld door. En ging naar het H.
Land. Onder de naam Asket leidde hij
zeventien een kluizenaarsleven, maar keerde vervolgens weer in zijn ouderlijke
woning terug. Deze heilige stierf ca. 420 in Edessa.
Een legende uit de 10de eeuw vertelt dat hij
zeventien jaren lang als bedelaar voor een kerk in Edessa leefde. Daar
verklaarde de koster dat de bedelaar een heilige man was en daarmee een vereerd
man maakte. Maar Alexius vluchtte en werd door een storm terug naar Rome
gedwongen, waar zijn vader hem na zijn pelgrimage niet erkende, maar hem toch
uit liefdadigheid hem in huis nam. Wederom 17 jaar leefde Alexius onder de trap
van zijn ouderlijk huis, meerdere malen door spoelwater overgoten, lijdend en
geduld hebbend. Stervende zocht hij erkenning door het schrijven van een brief.
Tot ergernis en bedroefdheid van zijn ouders werd deze brief door de geroepen
bisschop ontcijferd in het bijzijn van de keizers Honorius en Arcadius. Zijn
lichaam werd geheeld en met grote eer werd hij opgenomen in de kerk van
Bonifatius. Volgens een ander overlevering zou hij altijd al in Edessa hebben
geleefd en is hij daar ook gestorven. Volgens de sage luidden de klokken van
Rome op dat moment uit zichzelf.
Oorspronkelijk Grieks en Syrisch, later kwam die legende
in de 10de eeuw in onze richting, wat het eerst poëtisch vertaald is
in Frankrijk, waarschijnlijk door Thibaud de Vernon in de 11de eeuw.
Boven zijn graf op de Aventijnse berg te Rome verheft zich een prachtige, aan
hem gewijde kerk. Relikwien liggen er in vele plaatsen.
Hij wordt afgebeeld in pelgrimskleren, liggend onder een
trap of als Asceet met een lange baard, soms heeft hij een pelgrimsstaf of
bedelnap bij zich of houdt een brief bij hem waaruit na zijn dood rond 412 zijn
ware identiteit bekend werd. Patroonheilige van pelgrims, bedelaars, zieken,
onweer en pest. Stadsheilige van Innsbruck. Een bekende scène is waarin een
dienstmaagd een emmer over hem uitgiet.
Hij is wel sinds 1969 uit de lijst van heiligen geschrapt.
17 juli, H. Leo IV: Latijn leo, Grieks leoon: Ԭeeuwծ Naam
van verscheidene heiligen en 13 pausen.
Paus van 10 april 847 tot 17 april 855, een Romein,
benedictijner monnik, opvolger van Sergius II. Hij was een der pausen bij wiens
verkiezing de bevestiging van de keizers ingeroepen werd omdat Rome juist in
die dagen bedreigd werd door de Saracenen. Deze paus beloofde aan keizer
Lotharius trouw en gehoorzaamheid. Niettemin was hij eerzuchtig van aard. Hij
breidde Rome uit met een voorstad op de rechter Tiber oever, Cicitas Leonina.
Onder zijn leiding vocht een zuid-Italiaanse zeevloot een gelukkige slag tegen
de Saracenen bij Ostia in 849 waarna hij op de plaats van het verwoeste
Centumcella een nieuwe stad bouwde, Leopolis, het latere Cicitavecchia.
Benedictus III of Johanna was zijn opvolger.
17 juli, H. Marcellina: Latijns
van Marcus, van Mars, de oorlogsgod. Al bij de Romeinen bestond een familie
Marcelli, bijvoorbeeld. Marcus Claudius Marcellus was generaal tijdens de
tweede Punische oorlog in de 3de eeuw v. Chr. Het was eveneens een
naam van de neef van keizer Augustus. Verschillende heiligen van deze naam.
Deze heilige is geboren ca 330 te Trier. Ze was een zuster
van St. Ambrosius en leidde van haar jeugd af aan een streng ascetisch leven.
Rond het jaar 354 stierf Ambrosius, haar vader waarop de
familie naar Rome verhuisde. The heilige weduwe werd geassisteerd in de religieuze
training van haar twee zoons door het voorbeeld van haar dochter Marcellina
die tien jaar ouder was dan Ambrosius. Marcellina had alreeds de
maagdelijke sluier uit de handen van Liberius ontvangen en leefde met andere
gewijde maagden in haar moeders huis. Van haar leerde hij de liefde van
maagdelijkheid. Ze leefde zeer streng wat St. Ambrosius probeerde te verzachten
toen ze naar Milaan kwam om hem te bezoeken.
17
juli, Kennelin.
Mogelijk Gaelic caioneach, Wellsh cenydd: ‘mooi, knap of flink.’
Dat heilig kind van zeven jaren heeft de lelie als teken
van zijn onschuld.
17 juli, H. Speratus: Latijn sperare: ‘hopen of verwachten,’
dus de (met liefde) verwachte.
Speratus was een van de 7 mannen en 5 vrouwen die uit
Scilium in Numidi naar Carthago gebracht werden en door de proconsul Publius
Vigellius Saturnius verhoord werden, waarbij Speratus vrijmoedig, ook namens de
anderen, van hun christelijke geloof getuigde. Daarom werden zij in 180
onthoofd. Volgens Tertullianus waren zij de eerste martelaars van de Afrikaanse
Kerk. Hun historische passio is een waardevol stuk uit de tijd van de
christenvervolgingen van de 2de eeuw. Hun verering verspreidde zich
vrij sterk.
Een fragment uit een proces tegen christenen, 180 na Chr.
Proconsul Saturninus: U kunt genade verkrijgen van onze
Heer en Keizer, ah u tot inkeer komt.
Speratus: Nooit hebben wij kwaad gedaan; nooit hebben we de
hand gehad in een misdaad. Niemand hebben we kwaad toegewenst. Integendeel, bij
slechte behandeling hebben we steeds dankgezegd. We zijn dus getrouwe
onderdanen van onze Keizer!
Proconsul: Goed, maar wij hebben ook een godsdienst en u
moet die beoefenen. Wij zweren bij het heil van onze Heer en Keizer en bidden
voor zijn heil. Onze godsdienst is dus heel eenvoudig.
Speratus: Als u even aandachtig wilt luisteren, zal ik u
eens een mysterie van eenvoud voorzetten.
Proconsul: U zult ons een godsdienst voorhouden, die de
onze veracht. Ik wil niet naar u luisteren. Zweer liever bij het heil van de
Keizer, onze Heer.
Speratus: Ik ken de vergoddelijkte Keizer van deze wereld
niet. Ik dien liever de God die geen mens ooit zag of met zijn eigen ogen ooit
zal zien. Nooit bedreef ik diefstal, en bij al mijn aankopen betaalde ik trouw
de belasting; want ik ken mijn Heer, de Koning van alle koningen en volkeren.
De proconsul doet dan nog een poging om de aangeklaagden
tot inkeer te brengen en biedt een bedenktijd van 30 dagen aan. Dat wordt
geweigerd.
Proconsul Saturninus las het vonnis van een schrijfbordje
af: Speratus en de anderen hebben bekend volgens de christelijke praktijken te
leven. Bij het voorstel tot de Romeinse gewoonte terug te keren, hebben zij
hardnekkig geweigerd. Zij zullen de doodstraf ondergaan.
Speratus: Dank aan God!
De bron eindigt: Zo kregen zij allen tezamen de
martelaarskrans. En zij heersen met de Vader en de Zoon en de Heilige Geest in
alle eeuwen der eeuwen. Amen.
17 juli, Fredegandus van
Kerkelodor.
(Fredegand, Fregaud)
Hij was een leerling van Willibrordus en werd abt van het
benedictijnenklooster Kerkelodor in Deurne bij Antwerpen. Hij stierf rond 730.
Hij zou een bijzonder vrijgevig man geweest zijn waarvan
verteld wordt dat hij met de wereld, de duivel en het vlees vocht.
Hij wordt afgebeeld met een brandende kerk omdat die door
de Noormannen verwoest werd. In zijn handen houdt hij een abt staf, stadsmodel
of kloostermodel of een open boek. Hij heeft een wit habijt aan met naast zich
een knielende pestlijder, hij wordt aangeroepen tegen de pest. Men zou bij het
uitbreken van de pest te Antwerpen in 1512 een nieuw beeld van hem gemaakt
hebben op aanraden van de pastoor, de pest kwam tot stilstand.
De bloem van hun dag is de geurige Lathyrus odoratus of
pronkerwt, een geliefde hofplant.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/