17 oktober.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
17
oktober of 16 oktober, H. Margaretha Maria Alacoque. (Frans Marguerite-Marie Alacoque)
Grieks margarites: ‘parel,’ oorspronkelijk wel een Babylonisch woord’ mar
galliti: dochter van de zee, resp. kind van het licht. Beide in verband met het
geloof van de oude Perzen dat oesters ‘s nachts omhoog kwamen om de maan te
aanbidden en dat zij hun schelpen openden als zij het wateroppervlakte
bereikten en een druppel dauw opnamen die door de stralen van de maan in een
parel veranderde.
Margareta
wordt op 22 juli 1647 geboren in Paray - le – Monial, bij Autun, in Midden-Frankrijk,
als dochter van een rechter en notaris. Wanneer ze acht jaar oud is, sterft
haar vader. Als kind had ze een buitengewone verering voor het Allerheiligste
Sacrament. Margaretha-Maria leed in haar kindsheid aan
kinderverlamming en zou daarvan op onverklaarbare wijze zijn genezen. Zij zou
in deze tijd reeds visioenen hebben gehad. Margareta gaat naar de kostschool
bij de zusters Clarissen van Charolles. In 1671 (1167) op
25-jarige leeftijd trad ze in het klooster van de Orde der Visitandinnen (Ordo
de Visitatione Beatae Mariae Virginis) in Paray-le-Monial en aanvaardde
de sluier in het nonnenklooster te. Daar leidde ze een heilig leven van boete en
gebed. Sinds de intreding tot de kloosterorde namen haar
visioenen in aantal en hevigheid toe, hetgeen leidde tot een vijandige houding
van haar medezusters jegens haar. Op 16 juni 1675 toonde Jezus zijn Heilig
Hart aan haar. Vele openbaringen volgden. Daarvan deed ze verslag bij haar
geestelijk leidsman, de heilige Jezuet Claude la Colombire (1641-1682). Het is
mede aan hem te danken dat de devotie tot het Heilig Hart van Jezus zich
uiteindelijk over de hele wereld verspreidde. Hier schreef ze het
mystieke boekje Ԍa devotion au Couer de Jesusՠdat na haar dood in het licht verscheen.
Op 27 juni 1673 verschijnt Jezus haar met de opdracht iedere eerste vrijdag van
de maand te vieren met de H. Communie en een uur waken om deel te nemen aan de
gedachtenis van Zijn Lijden. Vaak laat Hij aan de zuster Zijn heilig Hart zien,
Maria en andere Heiligen. Op 16 juni van het jaar 1675 verschijnt Jezus haar
weer als het Heilig Hart. Hij vertelt haar: ‘Ik wil dat de vrijdag, acht dagen
na het feest van het heilig sacrament een feest wordt van Mijn Heilig Hart’. Op
die dag zullen de mensen ter communie gaan en bidden voor de zonden en de
oneerbiedigheid van veel mensen. Jezus belooft aan Margareta, dat iedereen die
het heilig Hart zal vereren, van God bijzondere genade zal krijgen. Zo is
langzamerhand het feest van het heilig Hart ontstaan. Steeds vaker krijgt zij
de verschijningen waardoor haar medezusters haar begonnen te mijden.
In het jaar 1686 wordt er voor de eerste keer het feest
van het heilig Hart gevierd. De rest van haar leven heeft Margareta alleen maar
gewerkt aan het bevorderen van de eerbied voor het heilig Hart. Ze heeft daar
soms veel voor moeten lijden, maar dat heeft ze geduldig verdragen. De stichteres
van de eredienst van het Ԉeilig Hart van Jezusՠ. Ze overleed 17 oktober 1690 en werd in
1864 zalig gesproken door paus Pius IX. In 1765 is deze verering officieel
goedgekeurd en algemeen verbreid en door de pausen in het bijzonder aanbevolen.
Op bevel schrijft zij driemaal een schets van haar leven. Zij heeft veel
brieven nagelaten. In 1920 wordt ze door paus Benedictus XV heilig verklaard en
in 1929 heeft paus Pius XI het feest van het heilig Hart officieel tot feest
voor de hele Kerk gemaakt.
Haar lichaam wordt bewaard en vereerd in de
kloosterkapel van de Visitandinnen in Paray-le-Monial. Nog steeds komen vele
pelgrims uit de hele wereld haar graf bezoeken. Haar op de Romeinse
liturgiekalender staat op 16 oktober.
Ze wordt afgebeeld in het zwarte habijt van de orde,
geknield voor een levensgroot beeld van Christus waarbij hij haar zijn hart
toont of aan haar verschijnt. Ook zie je haar vaak met doornenkroon.
Het was tussen hazelaars dat de Goddelijke verschijning
van de Heilige Maria Alacoque te Paray, nu Lemonial, plaats had. De
gelovigen nemen ter godvruchtige herinnering de bladeren van deze struik mee.
17
oktober, H. Florentius: Latijn
florens: Ԣloeiend, bekoorlijk of in aanzienծ Respectievelijk Flora, godin der
bloemen en de lente. Eind april had men het feest Floralia. Flora was
oorspronkelijk het Sabijnse equivalent van Ceres. Ze was meer dan de godin van
de bloemen, haar naam bezit de gehele betekenis van de Indo-Germaanse wortel
bhle / bhlo: bloeien.
Florentius was bisschop van Orange en is gestorven in 525
a 527. Hij was bekend als patroon van klooster leringen en heiligheid. Hij
verdedigde zijn bisdom tegen de ketterijen van zijn tijd
17
oktober, H. Rodolfo Gabrielli:
Germaans rod: ‘roem,’ olf: ‘wolf.’ Bekend door Rudolf I van Habsburg,
1273-1291, een krachtig figuur.
Rodolfo was een Italiaanse edelman die Benedictijner
monnik werd te Fonte Avellana en later bisschop van Gubbio en is overleden rond
1061. Hij werd geprezen vanwege zijn heiligheid door St. Petrus Damianus.
17 oktober, St. Ignatius van
Antiochi ,(Ignaas, Ignatio, Iigo of Ignaas van Antakya):
Latijn ignis: ‘vuur.’
Tal van onderwijsinstellingen in ons land dragen de naam
Sint Ignatius. Die zijn meestal genoemd naar de Jezuïeten heilige Ignatius van
Loyola en die is weer vernoemd naar de derde bisschop van de huidige Turkse
stad Antakya (Antiochië) rond 70 na Chr., de opvolger van Petrus en Evodius.
Ignatius is geboren te Syrië in de 1ste eeuw en
was de derde bisschop van Antiochi en naar men vertelt een leerling van de
apostel Johannes en wordt om die reden tot de Apostolische vaderen gerekend.
Ook ontving hij de naam van Theophorus: ‘God in het hart dragende,’ omdat hij
gehouden werd voor het kind dat Jezus tot zich liet komen te midden van zijn
discipelen. In 69-70 werd Ignatius aangesteld als bisschop in Antiochië en
stierf in 110 te Rome de marteldood.
Zijn wens was om ook martelaar te worden, hij heeft dan
ook geschreven in een van zijn zeven heilige brieven dat als de wilde dieren
aarzelden om hem te doden, wat ze eerder bij andere christenen hadden gedaan,
hij zou hen dwingen om hem te verscheuren. Hij wordt dan ook gevangen genomen
op bevel van keizer Trajanus en wegens majesteitschennis ter berechting naar
Rome afgevoerd. Een lange reis waarin hij door zijn bewakers al gemarteld wordt
zodat hij met vreugde Rome met al zijn hongerige leeuwen begroet. Onderweg
schreef hij toch nog 7 brieven aan de verschillende christelijke gemeenten. Hij
is de eerste die de kerk katholiek noemt en benadrukt dat al die verschillende
kerken door n bisschop moeten worden geleid. Omstreden is dat hij aan de
wortels zou hebben gestaan van het primaatschap van Rome als Moederstad van de
Rooms Katholieke Kerk. Hij zou als bisschop van een van de voornaamste christelijke
gemeenten een akte van gehoorzaamheid hebben afgelegd omdat hij schreef dat
Rome de wet van Christus bezat. Niet alleen is de echtheid van dit geschriften
omstreden, de tekst is bovendien voor meerdere uitleg vatbaar. Van belang voor
de kerkelijke ontwikkeling is wel wat Ignatius in de brieven schrijft over de
eucharistie, het geloof dat Jezus daadwerkelijk aanwezig is onder de gedaanten
van brood en wijn. Als je dat niet gelooft moet je maar niet ter communie gaan.
Ignatius schrijft ook dat het voor hen beter zou zijn te beminnen om ook te
mogen verrijzen. Om het kwaad te kunnen weerstaan moeten de gelovigen vaker
naar de mis en meer ter communie. Jezus is volgens Ignatius het geneesmiddel
tot onsterfelijkheid, want in hem sterven wij niet maar leven we voor eeuwig.
Op 17 oktober 107 of 111 wordt hij voor de leeuwen gebracht. Zijn botten moeten
zijn verzameld want ze worden tot op vandaag de dag vereerd in de San Clemente
te Rome. Zie 1 februari.
Zijn leven en sterven is in een wolk van sagen gehuld. De
overlevering deelt mee dat hij in de tijd dat Trojanus oorlog voerde tegen de
Parthen in tegenwoordigheid van de keizer in het circus te Antiochië door
leeuwen verscheurd is, 20 december 115. Volgens een ander bericht is zoiets
gebeurt te Rome in 103 onder het consul schap van Suburranus en Marcellus.
Velen uit de christelijke gemeenschap bezochten en begeleidden hem. Deze sage
is gegrond op bewaard gebleven brieven die zijn naam dragen die hij op zijn
transport naar Rome geschreven heeft.
De reis van Ignatius naar Rome is in de geschiedenis
bekend geworden. Eusebius van Caesarea, de historieschrijver van de vroege
kerk, doet daarvan verslag. Op allerlei plaatsen kreeg Ignatius bezoek van de
christelijke gemeente. In Smyrna heeft hij een ontmoeting met Polycarpus en
krijgt hij bezoek van een deputatie van de naburige christelijke gemeente in
Efeze. Het gezelschap dat Ignatius bezoekt bestaat uit Onesimus de bisschop van
Efeze, een diaken Burrus en nog drie anderen: Crocus, Euplus en Fronto. Op zijn
reis hebben velen Ignatius ontmoet en gesproken. Het blijkt dat er tussen de
jonge christelijke gemeenten intensief contact is. Ook blijkt er een uitvoerig
netwerk van onderlinge relaties tussen de verschillende gemeenten te bestaan.
De christelijke kerk is kennelijk al heel vroeg en vlug tot organisatie
gekomen. De brieven dragen soms een wat leerstellig karakter. Soms zijn ze meer
troostend en ondersteunend van aard. In totaal zijn er zeven brieven bewaard
gebleven.
1. De
brief aan de Efeziërs.
2. De
brief aan de Magnesiers.
3. De brief aan de Tralliers.
4. De brief aan de Romeinen.
5. De
brief aan de Philadelphiers.
6. De brief aan de Smyrnaers.
7. De brief aan Polycarpus.
Ignatius stelt in zijn brieven verschillende zaken aan de
orde. Onder andere gaat hij in op de eenheid van de christelijke kerk, de
persoon van Christus, de verhouding leraar en leerlingen, de twee rijken. Voor
de ontwikkeling van de theologie zijn deze brieven van groot belang. Jezus is
voor Ignatius voluit God. In de brieven bestrijdt hij het docetisme en
gnostiek. Hij pleit voor het gezag van de bisschop. Zonder dit gezag is de doop
en het liefdesmaal niet geoorloofd. De gemeente van Rome bekleedt in zijn visie
de eerste plaats. De verlossing dacht hij niet in morele termen als verlossing
van de zonden, maar zag die meer als bevrijding van de dood. Daarom noemde hij
het avondmaal of liefdesmaal een geneesmiddel tot onsterfelijkheid.
Onze God, immers Jezus Christus werd ontvangen door Maria
naar Gods bestel , opdat hij door Zijn lijden het water zou reinigen. (Aan
Efeze 13.2)
Hem ... de tijdloze, de onzichtbare, die om ons zichtbaar
werd, de ontastbare, die niet kan lijden, maar ons leed, die op allerlei manieren
volhard heeft. (Aan Polycarpus 3.2)
Hij wordt afgebeeld als bisschop met soms de letters IHS
op de borst, de christen haalden naar de legende dan na zijn dood zijn hart uit
het lichaam omdat hij gezegd had dat Jezus naam er op zou staan. In de hand
heeft hij kettingen die naar zijn gevangenschap verwijzen en soms staat hij
tussen twee leeuwen in. Wordt aangeroepen tegen hoofduitslag en keelpijn.
De plant van zijn dag is de gewone duizendguldenkruid,
Achillea millefolium, en de vlinderstruik, Buddleja.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/