19 april.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
19 april, 18 april St. Ursmarus, Latijn ursus: ‘beer.’
Abt van Lobbes en patroon van Zegelsem. Bisschop en
stichter van vele abdijen, vooral in het zuiden van Nederland. Hij wordt op 18
april (in het bisdom Utrecht op 19 april) gevierd. Waar men later de abdij van
Affligheim opgericht heeft stond vroeger een grote eik die door de H. Usmarus
geveld werd. Daarom gaf men aan die plaats de naam Breed-Eik. Is overleden in
713.
Op een boerderij in Nokere gebeurden zoveel ongelukken dat
de boer beloofde dat er iedere zondag iemand naar de vespers zou gaan en dat er
een kapel ter ere van de Heilige Usmarus zou worden gebouwd. Nadat de boer al
die beloftes was nagekomen, had hij geen ongeluk meer.
19 april, H. Leo IX: Latijn leo, Grieks leoon: ‘leeuw.’
Naam van verscheidene heiligen en 13 pausen.
Paus Leo IX, 1049-1054. Geboren op 21 juni 1002 te
Egisheim in de Elzas en gestorven op 19 april 1054. Hij is afkomstig uit een
adellijk geslacht uit de Elzas (heette eerst Bruno, graaf van Dagburg)
bloedverwant van keizer Koenraad II en Hendrik III. Hij werd in 1026 bisschop
van Toul en door de invloed van de laatste te Worms gekozen, liet zich echter
te Rome nog eenmaal door de clerus en volk uitkiezen en op 12 februari 1049
weiden. Hij aanvaardde, op raad van Hildebrand, de strijd tegen de simonie en
tegen het huwelijk van de geestelijke op vele synoden. Hij probeerde de
vervallen kerkelijke tucht weer te herstellen.
In de elfde eeuw kwam deze uit de Elzas afkomstige
bisschop van Rome om in Voerendaal de plaatselijke kerk in te wijden. Op deze
plek stond ooit een van de grootste Romeinse villa ‘s van Nederland, centrum
van een uitgestrekt landbouwgebied. Tijdens zijn bewind werd er een groot
aantal synodes en concilies in Frankrijk en Duitsland gehouden. Hij maakte van
het college van kardinalen een kerkelijk bestuursapparaat. De paus zou nog faam
verwerven omdat hij er voor zorgde dat latere pausen door een college van
kardinalen zou worden gekozen. Maar ook omdat hij verslagen en gevangen genomen
werd door de Noormannen. Leo IX voerde persoonlijk zijn leger tegen hen aan
toen deze pauselijke gebieden in Zuid Italië bestormden, hij werd verslagen in
Cicitate op 18 juni 1053. Hij zelf werd door de Noormannen gevangen genomen en
moest 9 maanden onvrijwillig verblijf houden. Pas toen hij in februari 1054
ziek werd mocht hij naar Rome terugkeren. Tijdens zijn ambt voltrok zich de
scheuring met de Griekse en Roomse kerk in 1054. hij wilde ook zijn macht in
het Byzantijnse rijk gelden wat resulteerde in een conflict en definitief
schisma tussen de Roomse en Griekse Kerk.
Hij werd gelijk na zijn dood als heilige vereerd. In de
middeleeuwen zou er, gevoed door de bijzondere band met deze heilige paus, een
zekere verering voor Sint Leo Negen zijn geweest.
Zijn bloem is het berenlook, Allium ursinum, het gele
look, A. flavum, de smalbladige narcis N. angustifolia, en de Engelse genist,
Genista anglica, het varkensbrood, Cyclamen europaeus en de stengelloze
Trillium sessiele.
19 april, H. Alphegus van
Canterbury, (Alfege,
Aelfheah of Alfage de Martelaar).
Hij is geboren in 954 uit een adellijk Brist geslacht. Hij
trad in bij de benedictijnen van Deerhurst in Gloucestershire, werd abt van een
klooster in de buurt van Bath en in 984 bisschop van Winchester en in 1006
aartsbisschop van Canterbury. Tijdens de invallen van de Noormannen in 1001 zag
hij zich genoodzaakt te vluchten. Maar hij werd gevangen genomen in Greenwich.
Daar stierf hij de marteldood, hij bood zich aan als gijzelaar en weigerde een
losprijs te betalen met het geld van de armen, 1012. Tijdens een banket werd
hij door de heidenen bekogeld en afgeranseld met de botten van de os die ze aan
het verslinden waren, tenslotte werd zijn schedel door een bijl gespleten.
Aanvankelijk werd hij bijgezet in de Pauluskerk; later overgebracht naar de
kathedraal van Canterbury. Sinds de Reformatie is hij verdwenen.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met een bijl, soms met
enkele stenen of ossenbeenderen. Soms zie je hem met een mand vol broden, hij
zou de pest onder de Denen bestreden hebben door onder hen gezegend brood te
strooien.
19 april, H. Elpidius van
Melitene, (Expeditus)
De verering van Expeditus, martelaar te Militene in Armenië
(3e eeuw) gaat terug op een vermelding in het Martyrologium
Hieronymianum. Over de tijd waarin hij werd terechtgesteld, zwijgt het
martyrologium. Verdere bijzonderheden over deze martelaar zijn evenmin
overgeleverd. Wanneer de Latijnse naam geen vertaling van een Grieks of Armeens
origineel is, moet Expeditus afkomstig zijn uit het Latijnse Westen. Wellicht
is hij als ambtenaar of militair in het Oosten terechtgekomen.
Van een speciale cultus in de vroegchristelijke tijd of de
middeleeuwen is niets bekend. Pas in de 16e eeuw zijn de eerste
sporen daarvan aanwijsbaar. Merkwaardig genoeg bloeit de verering in de 19e
eeuw plotseling op, met name in Italië, Frankrijk en sommige Duitse landen.
Afgaande op de naam, die zoveel betekent als Ԥe slagvaardigeլ Ԥe man die van
geen uitstel weten wilլ werd Expeditus sindsdien als een soort ‘snelle
noodhelper’ beschouwd.
In de iconografie wordt Expeditus voorgesteld als een
Romeins soldaat, met de martelaarspalm in de linkerhand. Met de andere hand
wijst hij (gewoonlijk) op een driehoek of zonnewijzer, waarop het woord Ԩodieլ
Ԩedenլ aangebracht is, of - nog vaker, zoals in Lemiers - houdt hij een kruis vast,
waarop hetzelfde woord te lezen is, terwijl hij met de rechtervoet een raaf
vertreedt, die, als zinnebeeld van de gemakzucht en de neiging de bekering
steeds maar uit te stellen, het woordje ԣrasՠ(= morgen) schreeuwt wat verwijst naar
zijn devies; Hodie mihi, cras tibi, ‘heden ik, morgen gij.’ Sinds het midden
van de 19e eeuw vindt men dergelijke beelden en afbeeldingen in Italië,
Frankrijk, Belgi en elders.
Omstreeks 1900 maakten diverse legendarische levensbeschrijvingen van Expeditus
in Duitsland en Nederland opgang. Deze gaan alle uit van de naam ‘Expeditus, ‘de
man die haastig helpt,’ ‘die zich houdt aan het spreekwoord ‘stel niet uit tot
morgen wat gij heden doen kunt.’. Pas met de plaatsing in 1903 van een
Expeditusbeeld in de kerk begon de Akense processiebedevaart naar Lemiers. Het
jaar daarop komt in een krantenbericht de werkzaamheid van de heilige reeds
naar voren: ‘St. Expeditus, wiens hulp en bijstand reeds door velen op
treffende wijze is ondervonden.’ Daarom deed men vanuit de parochie de oproep
om door ‘milde offergaven’ een fraai altaar voor de heilige te realiseren.
wordt aangeroepen tegen geldgebrek en dringende zaken.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/