21 juni.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
21
juni, H. Walherus: Gotisch waldan; toereikend zijn, ga waldan; zijn macht gebruiken, vergelijk geweld,
oud-Hoogduits waltan; heersen, bezitten.
Sint-Walherus werd
waarschijnlijk omstreeks 1130 geboren en zou op 23 juni 1199 gestorven zijn. Op
die dag ging de Walherus, toen pastoor van Onhaye,
naar Hastire (aan de overkant van de Maas) om de
vicaris van Hastire de les te lezen en hem tot de
orde te roepen. Na een stevige uitbrander probeerde de vicaris het weer goed te
maken door Saint-Walhre met zijn boot terug te
brengen. Spijtig genoeg kreeg de heilige per ongeluk een slag van de roeispaan
op zijn hoofd, wat hem fataal werd. Hij overleed ter plaatse. De vicaris sloeg
in paniek en besloot om het lichaam van de heilige in de Maas te werpen. Het
lichaam dreef weg en spoelde aan op de linkeroever van de Maas, waar drie
vrouwen, die gras waren komen maaien, het lijk opvisten. Naar verluidt is er nu
een fontein op de plaats waar eertijds het lijk van de heilige aanspoelde. De
inwoners van Bouvignes en de monniken van Waulsort werden op de hoogte gebracht, spoedden zich naar
de plaats des onheil en eisten dat het lichaam zo snel
mogelijk opgeborgen zou worden. Daarvoor werd het lijk op een bolderwagen
geplaatst. De paarden wilden echter niet vooruit en men was verplicht twee
witte vaarzen voor het span te plaatsen die nog nooit een juk gedragen hadden.
Toch trokken ze de wagen zonder begeleider langs een hobbelige weg (nu de chemin de Saint-Walhre). De
legende wil dat deze weg nog altijd de sporen van de toenmalige kar vertoont en
dat het gras er sindsdien niet meer groeit. Naar aanleiding van deze legende
wordt de Heilige Walherus aangeroepen ter bescherming
van het vee, ter bescherming van jonge vaarzen en voor het verdrijven van
hoofdpijn.
21 of 20 juni, H. Engelmundus van Velsen (Engeland, Ingelmundus of Engelmond) . Eerste
lid staat met de volksstam der Angelen in verband, mundus: van de wereld.
Engelmundus, abt en apostel van
Kennemerland. Overleden in de 8ste eeuw.
Hij was in
Engeland uit een Fries geslacht geboren, priester en abt van de Benedictijner
orde, was niet onder het getal van twaalf onder Egbert, heeft met Willibrordus
gewerkt en kwam in de tijd van Willibrord naar Kennemerland waar hij het
evangelie predikte. Een zekere Meilerd, pastoor van
Velzen, heeft in het jaar 1564 uitvoerig nagelaten.
Na veel arbeid is hij door de koorts bevangen, overleed in
720 (739) en werd te Velzen begraven waar hij ook door gebed water uit de aarde
had voortgebracht waardoor een pelgrimsoord ontstond. Later
is deze bron in verband gebracht met het beekje dat uit het duingebied, langs
de kerk, naar het Wijkermeer stroomde en dat bekend
stond onder de naam De Engelmundusbeek. Deze naam
dateert echter van het einde van de 17e eeuw. Voor die tijd stond
deze beek bekend als de Egmondsbeek. In 977 ontdekte de Utrechtse bisschop Balderik
Baldericus, door hemelse openbaring zijn lichaam met
meer andere lichamen waarmee hij zijn bisdom heerlijk versierde en liet een
deel daarvan overbrengen naar de kerk van Velsen. Daar werden zij voorwerp van
devotie, vooral voor lijders aan tandpijn. Een drietal wonderbaarlijke
genezingen is hem toegeschreven, in een met de hand
geschreven boek die behoort tot de abdij van de Norbertijnen te
Antwerpen staan enige mirakels die door zijn verdiensten gebeurd zijn. Zoals
een kind dat uit Gelderland naar Velzen gebracht werd en daar genezen werd van een gezwel
aan zijn hals waaraan hij leed, (1370), van een man die niet meer kon slikken
(1390) en door zijn voorspraak aanstonds genezen werd, en van een man die leed
aan ԥen etterloop die hem ‘ten neuze en ter ooren uyt vloeiden’1390) binnen dat jaar door het aanroepen van Engelmundus genezen werd..
De oude misboeken stellen zijn geboorte
, overlijden, op 1 februari, maar zo lang als de mensen het kunnen
herinneren wordt hij gevierd op 21 juni, mogelijk de dag waarop hij weer
gevonden werd en uit de aarde gehaald werd. Zijn overige overblijfsels werden
tijdens de beeldenbestorming over de vloer van de kerk gestrooid en later door
de koster opgeraapt en worden nu in de kerk van Haarlem bewaard.
Er is een Engelmunduskerk te
Velsen-Driehuis, ook een middeleeuwse N.-H kerk wordt Engelmunduskerk
genoemd. De verering van St. Engelmundus is,
voor zover de bronnen ons doen geloven, in de 14e eeuw ontstaan. In
de 16e eeuw bereikte de verering een hoogtepunt, vooral dank zij de activiteiten van de voorlaatste pastoor van de Engelmunduskerk te Velsen, Eylard
Dirkszoon, die een heiligenleven schreef. Na de hervorming, tot in de 17e
eeuw, verplaatsten de bedevaarten zich naar een ‘schuilkerkje’ te Driehuis. In
de 19e eeuw kwam aan de verering van Engelmundus
langzaam een einde.
Hij wordt afgebeeld met klooster en bisschoppelijke
gewaden. In zijn hand houdt hij een bisschopsstaf. Zijn mijter ligt meestal aan
zijn voeten waar ook een bron ontspringt. Ook heeft hij vaak een open geslagen boek in de hand.
21 juni. H. Albanus
van Mainz, (Alban). Latijn albanus: ‘uit
Alba,’ stad in midden Italië.
Een heilige Albanus van Mainz
die in 406 door de Hunnen te Mainz gedood werd. Zijn leven en afkomst is
onduidelijk. Hij was een Griekse of Albanese missionarispriester die met de
heilige Ursus naar Milaan trok nadat zij het eiland Naxos
waren ontvlucht voor de aanhangers van het Arianisme. De heilige Ambrosius
verwelkomde beiden en zond ze naar Frankrijk en Duitsland om daar de heidense
volkeren te bekeren. Ursus werd vermoord en Albanus
vestigde zich in Mainz en werd er een vermaard prediker. Hij zou door de
invallende Vandalen zijn onthoofd te Hanum (bij
Mainz). Volgens de legende droeg hij vervolgens zijn hoofd mee naar de plaats
waar hij begraven wenste te worden. daar zou later de
benedictijnenabdij van Mainz ontstaan zijn. ook de
kathedraal van Namen heeft van hem relikwieën.
Hij wordt als priester, diaken en waarschijnlijk onterecht
als bisschop afgebeeld, meestal met zijn hoofd in de handen. Patroon van Mainz
en landbouwers, wordt aangeroepen tegen onweer, hoofdpijn, nierstenen en
epilepsie.
21 juni, H. Aloys
van Gonzaga (Aloysius) : of een vorm van Lodewijk,
meer waarschijnlijk een verlatijnisering van de
Germaanse naam, al wisi: ‘in alle opzichten wijsլ,’de zeer ervarene.
Heilige Aloisius (Luigi) van Gonzaga is geboren op 9 maart 1568 te Castiglione
delle Stiviere, (bij
Mantua) als oudste zoon van de markgraaf van Gonzaga.
Hij viel al als kind op door zijn intensieve, door de moeder beïnvloedde,
vroomheid. Met zijn 10de jaar werd hij aan het hof van de Medici in Brecia als page aangesteld en vervolgens aan het hof van
koning Philippus II van Spanje. Een sterke indruk schijnt de verwante kardinaal
van Mailand, Karel Borromaeus
op hem gemaakt te hebben, die was het ook die hem op de communie voorbereidde
en gaf. Hij zag af van zijn wereldlijke rechten in 1585 en werd Jezuïet te Rome
en volgde theologische studie. Toonbeeld van engelachtige zuiverheid en strenge
boete. Het verplegen trok hem aan en zette zich ervoor in dat armen een
waardige begrafenis kregen. Hij stierf op 22 jarige leeftijd op 21 juni 1591 te
Rome door zijn
toewijding aan de pestlijders. Hij werd in de Verrijzeniskerk van
Rome begraven en al gauw na zijn dood als heilige gezien. Zijn resten werden
naar de St. Igantiuskerk gebracht. Hij werd 14 jaar
na zijn dood op 19 oktober 1605 door paus Paulus V zalig en op 31 december 1726
door paus Benedictus XIII heilig gesproken. Die paus verklaarde hem ook als
beschermheilige voor de studerende jongeren, verder als beschermheilige tegen
de pest en oogziektes.
Hij wordt afgebeeld als jonge man in soutane met
superplie. Zijn attribuut is een lelie, zinnebeeld van zijn kuisheid, een
kruis, zinnebeeld van zijn vroomheid en offer, een schedel, zinnebeeld van zijn
vroege dood of meditatie, en een rozenkrans, zinnebeeld van zijn verering voor
Maria, gesel als zinnebeeld van zelfkastijding die zij vader er
toe aanzette om hem toestemming te geven in te treden, ook wel met kroon
vanwege zijn afkomst. Van hem wordt gezegd dat hij altijd nederig naar de grond
keek, daarom moest hij van zijn oversten een hoge kraag dragen. Ook zie je hem
waar hij de eerste communie ontvangt uit de handen van H. Carolus Borromaeus.
21
juni, H. Radulfus: Germaans rad: ‘raad,’ olf: ‘wolf,’
In 840 werd Radulfus
aartsbisschop van Bourges, gestorven 866.
21 juni, H. Martinus, oorspronkelijk vaak de naam van slaven,
later vooral van martelaren, een verkleinvorm van Martius: van Mars, de god van
oorlog. De naam Mars hangt samen met Grieks marnamai: ;ik strijdm’ en Aramees mart: ‘strijd.’
Niet minder dan 19 heiligen heten zo.
Martinus was de zevende bisschop van Tongeren, hij wordt
de apostel van Haspengouw genoemd en wordt vooral vereerd in die plaats. Hij
zou naar Horion gekomen zijn om die te bekeren, werd
niet met open armen ontvangen en moest vluchten en kwam een plaatsje dat daarna
Pas Saint Martin zo heten omdat de voetstappen van de heilige te zien bleven in
de rots. Toen de Friezen en Germanen Tongeren belegerden vroeg hij de
Frankische hertog Porus om hulp zodat de belegering
afgewend werd.
Zijn relikwien rusten in de St.
Servaas te Maastricht. Overleden omstreeks 350.
De bloem van zijn dag is de slangenkop, Echium vulgare.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/