22 september.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
22
september, Sint Mauritius van Agaunum: Latijn maurus: ‘Moor,’ uit
Mauritanië.
Tegen het einde van de 3de eeuw regeerde keizer
Diocletianus, de zoon van Jupiter, het grote Romeinse rijk. Hij deelde zijn
heerschappij met Aurelius Maximinianus als medekeizer en twee onderkeizers. Dan
nog stond Rome voor de val en leek op een grote kolos met kleine voeten. Naar
Diocletiaans mening kon alleen de goddelijke verering van de heersers het
Imperium tegen uitvallen behoeden en daarom gebood hij dat alle stadhouders,
prefecten en officieren toe moesten zien dat de onderdanen zijn standbeelden
bewierookten. De uitwerking van dit bevel zorgde voor nieuwe christenvervolgingen.
Ze troffen bijzonder het Romeinse leger want vele soldaten hadden zich bekeerd.
Ze dienden evenwel trouw de keizer Mauritius was onder keizer Maximinianus een
van de aanvoerders van het Thebaanse legioen (uit Egypte) Hij marcheerde met
een uitgelezen schare soldaten over de nog steeds in werking zijnde Romeinse
straat naar de grote St. Bernhard. Bij Octodurum, het tegenwoordige Martigny,
hield Maximinianus rust en hier bereikte hem het bericht van Diocletianus dat
de troepen een offer moesten brengen aan het keizerlijke beeld en de weigerende
christenen zonder pardon te bestraffen. Maximinianus liet het legioen van 6660
man onder hun commandant Mauritius uittreden en verkondigde de wens van de
keizer. Hij wist niet dat al deze leden van dit elitekorps gedoopt waren. Zijn
verrassing kende geen grenzen toen het legioen dat de dapperste en de trouwste
was, zoals men verklaarde, dit keizerlijke bevel niet volvoeren wilde. Geen
wilde voor de keizer wierook strooien, geen huichelde om de andere een slecht voorbeeld
te geven. Mauritius stond voor zijn mannen en was zelfs de spreker voor allen
en bad Maximinianus deze mannen niet tot geloofsbreuk te dwingen. ‘We kunnen
alleen God bidden dat zijn hart zachter wordt of ons de moed en kracht geeft
als helden te sterven’, sprak hij. Maximilian liet door een bode de keizer in
Rome het ongehoorde voorval vermelden, Diocletianus stuurde het bevel terug
iedere man voor de ogen van zijn kameraden te laten doden. Onmachtig moest
Maximilian toezien hoe Mauritius naar de veroordeelden ging en hen troost en
moed toe sprak.
Volgens de passio liet de keizer dit uit 6000 christelijke
soldaten bestaande legioen eerst tweemaal decimeren en daarna geheel
vernietigen. Na de eerste dag, toen er
honderden vielen, verwachtte hij dat de overlevende zich zouden bedenken. Maar
weer trad Mauritius op hem toe en sprak: Ԉet bloed van onze broeders verlangt
dat we hier waardig zijn! We zullen voor de keizer tot onze laatste
bloeddruppel vechten maar niemand zal hem goddelijke eer bewijzen. Nog eenmaal
werd elke tiende man vermoord en ook nu sprak Mauritius de overige moed in. De
weerstand van het korps werd ook door dit nieuwe bloedbad niet gebroken. Nog
leefde Mauritius, nog leefden duizenden mannen die bereid waren om Christus in
de dood te volgen. Vertoornd gaf de keizer het bevel het gehele legioen uit te
roeien. Ook de aanvoerders, Mauritius, Exsuperius en Candidus werden hierbij
gedood. Een veteraan met name Victor hoorde dit ongelofelijke nieuws en hekelde
daarbij de soldaten die de beulen van hun kameraden geworden waren. De
voormalige krijgsman betaalde zijn moedige woorden met de dood. Vele jaren
later, bij de slag bij de Milvische brug die voor het christendom zo belangrijk
werd, vond bisschop Theodorus het standbeeld waar het Thebaische legioen het
bloedoffer gebracht had. Tegenwoordig verheft zich boven hen de basiliek en de
stad St. Maurice.
Dit gebeurde bij Aquanum, het latere St. Maurice, tussen
280 en 300.
Vooral in Zwitserland wordt deze heilige veel vereerd.
Patroon van Magdeburg, St. Moritz, Koburg, Lauenburg, ook van Savoie en Mantua.
Hier werden verscheidene kerken aan hem gewijd, Leiderdorp, Avenhorn, Rheden,
IJlst Almelo Idsega, Inrsum. Hij wordt als Moor afgebeeld in Romeinse
ridderstijl met vaan, op het hoofd heeft hij een helm of lauriertak. Soms met
enkele gezellen die hij onder zijn mantel verbergt. Vooral beschermheer van de
infanterie, ook de hoedenmakers, messenslijpers en ververs, naar zijn donkere
kleur. Het vrome volk roept hem aan bij bezetenheid, tegen religieuze
aanvechtingen en jicht.
In Piëmont wordt het blad van de prei ’The green ribbon of Saints Maurice and Lazarus’, genoemd,
terwijl in Polen op zekere speciale dagen de bloemstengel in de hand van onze
Redder wordt geplaatst om het riet te vertegenwoordigen dat aan hem gegeven
werd bij de kruisiging.
Vertoont zich Mauritius klaar, vele stormen verwacht u
maar.
22 september, H. Digna: Germaans degen: Ԩelmլ of uit Latijn
dignus: ‘waardig.’
Digna en Merita (Emerita) zijn legendarische martelaressen
uit Rome tijdens Valerianus in 258,
22 september, H. Florentius: Latijn florens: ‘bloeiend of bekoorlijk
in aanzien.’ Respectievelijk Flora, godin der bloemen en de lente. Eind april
had men het feest Floralia. Flora was oorspronkelijk het Sabijnse equivalent
van Ceres. Ze was meer dan de godin van de bloemen, haar naam bezit de gehele
betekenis van de Indo-Germaanse wortel bhle / bhlo: bloeien.
Florentius was een kluizenaar en volgeling van St.
Martinus van Tours in het begin van de 5de eeuw. Hij werd door St.
Martin naar Poitou als missionaris gezonden en werd een kluizenaar op de Mont
Glonne in Anjou (Frankrijk) waar hij zoveel volgelingen aantrok dat hij een
klooster moest stichten dat nu St. Florent-le-Viel of St. Florent le
Vieux heet.
22 september, H. Landolin: eenstammige vorm van Germaans land: ‘land.’
Landolin was een kluizenaar bij Ettenheimmunster
waarschijnlijk in het begin van de 8ste eeuw. Volgens de legende
martelaar.
De heilige Landolin stamde, zo het in de legende heet, uit
Ierland. Zijn inzet voor de verspreiding van het christelijke geloof voerde hem
naar Ettenheimmunster. Landolin bouwde daar een hut en voedde zich als
kluizenaar met de vruchten van het woud. In zijn omgeving viel de kluizenaar al
gauw op. Op zekere dag kwam een jager van de naburige burchtheer Gisokus in de
buurt van de Hl. Landolin. Omdat hij de heilige voor een wilddief hield hitste
hij zijn honden tegen hem op, maar die grepen hem niet aan. De jager dacht dat
hij een tovenaar was en sloeg hem zijn kop eraf. Naar de legende zijn op deze
plaats vier bronnen ontsproten die tot tegenwoordig water geven. Vrouwen
ontdekten de dode. Ze bouwden een baar en wilden die naar de begraafplaats
brengen om hem te begraven. Een van de vrouwen was blind en toen ze het lijk
betastte kreeg ze met bloed besmeerde handen waarmee ze zich over de ogen streek
zodat ze opeens weer kon zien. Ze brachten de dode naar de plaats waar nu de
kerk van Munchweier staat. Toen ze vandaar na een rustpauze verder wilden gaan
konden ze de baar niet meer van de bodem krijgen. Dat was voor de vrouwen het
teken dat de heilige hier begraven wilde worden. Dat zou rond 640 gebeurd zijn.
Te Ettenheimsmunster stond een overoude den die de heilige
velde en uit wiens hout hij een kruis timmerde. De heidenen deden hem hierom de
marteldood ondergaan.
22 september, H. Emmeramus van
Regensburg, (Emmeram,
Heimeran, Emeran, Heimrammi, Haimeran of Heimeran)
Hij is rond 600 geboren te Poitiers of uit een edele
familie te Aquitaine. Hij ging naar Bavaria of Beieren vanwege het verzoek van
hertog Thedo. Hij werd Benedictijn en abt van Regensburgse klooster en dan
bisschop van die stad. Op een pelgrimsreis naar Rome werd hij door gehuurde
Asasinnen aangevallen te Kleinhelfendorf, bij
Munchen. Hertog Theodo zijn zoon zou de bron zijn van die aanval omdat hij hem,
onterecht, van verdacht zijn zuster Uta zwanger te hebben gemaakt. Gestorven
rond 652.
Bisschop Arbeo van Freising beschreef de plaats van zijn
dood als ‘lieflijke altijd groene plaats waar een bron ontsprong en de
plaatselijke bevolking daar later een kerk bouwde.’ Emmeram werd in een tombe
gelegd te Aschheim waarna het 40 dagen regende. Emmeram werd er uit gehaald en
op een vlot gelegd in de Isar. Toen het vlot de Donau bereikte ging het
wonderbaarlijk stroomopwaarts naar Regensburg waar Emmeram in de kerk van H.
George gelegd werd.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met martelaarskroon en
met een ladder, omdat hij hierop vastgebonden werd nadat men hem zijn armen en
benen afgehakt had. Of dat God hem een ladder aanreikte na zijn onthoofding om
naar de hemel te klimmen.
Hun feestdagbloem is een astersoort, Aster pendulus, en
Anaphalis, de droogbloem.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/