24 april.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
24
april, St. Fidelis van Sigmaringen: Latijn fides: ‘trouw, oprechtheid of geloof,’ fidelis: ‘trouw,
betrouwbaar of gelovig,’ fiducia: ‘vertrouwen of moed,’ vgl. ik heb daar geen
fiducie in. Fides was bij de Romeinen de godin van trouw. Fides, spes en
c(h)aritas, geloof, hoop en liefde, drie algemene christelijke deugden, vgl.
faith.
Fidelis is geboren
op 1 oktober 1578-1577 te Sigmaringen in Duitsland als Marcus Rey of
Roy, zoon van de burgemeester Johannes Rey die in 1529 uit Antwerpen kwam,
moeder Genofeva Rosenberger die uit Tubingen stamde. Hij studeerde in Freiburg
filosofie en rechten. Van 1604 tot 1610
begeleidde hij Wilhelm von Stotzingen op zijn reis door Frankrijk, boven Italië
en Nederland. Daarna bleef hij nog twee jaar in zijn woonplaats en zette zijn
studies verder en op 7 mei promoveerde hij tot doctor in recht. Daarna kreeg
hij een baan bij het opperste gerechtshof. Ontmoedigd door onkunde en corruptie
trad hij in 1612 in de Kapucijnenorde in waar hij de naam Fidelis kreeg. Hij
werd direct tot priester gewijd en werd als missionaris naar Zwitserland
gezonden. In 1612 werd hij gardiaan in het klooster Feldkirch. Hij streed tegen
het protestantisme in de dertigjarige oorlog de Oostenrijkse troepen de
vrijstaat Drei Bunde veroverden volgde hij die. Nadat hij op 24 april de mis in
Grusch gelezen had naar Seewis trok en in de kerk daar aankwam om voor de
Oostenrijkse soldaten te preken drongen gewapende boeren de kerk binnen en werd
voor de kerkdeur gedwongen zijn geloof af te zweren. Zijn antwoord zou geweest
zijn; ‘Oh kam,
die Heresie auszurotten, und nicht, um sie anzunehmen.’ Daarop werd hij gedood.
In 1729 werd hij zalig en in 1746 door paus Benedictus XIV heilig gesproken.
Stadpatroon van Feldkirch en Sigmaringen, Hohenzollern en Voralberg en
juristen.
Hij wordt in bruin habijt en met knots en zwaard afgebeeld
en spijkers op de grond, zijn moordenaars, de calvinisten. Zijn hoofd vertoont een bloedende wonde.
Patroonheilige van juristen en wordt aangeroepen bij rechtszaken.
24 april, H. Wilhelmus Firmatus (Firmatus van Mantilly, of van Mortain) : Germaans
wil: Էillenլ het willen of streven, helm: Ԣedekker of beschermerծ
Wilhelmus is geboren te Tours rond 1026 of te Mortaein in
Normandi bij een adellijke familie. Hij werd eerst militair en daarna arts te
Tours en later kanunnik van St. Venantius. Zijn moeder herinnerde hem eraan dat
alles wat op deze wereld te koop was vergankelijk was gaf hij alles wat hij
bezat aan de armen en samen trokken ze zich terug in de bossen rond Tours. (Of
werd erg rijk en vond op een keer een monsterachtig wezen op zijn geldkist die
zij dat het zijn geld was, het geld van de duivel. Hij erkende zijn hebzucht en
schonk alles weg). Daar leefden ze als kluizenaars. Na haar dood vluchtte hij
naar een ander bos om de mensen te ontlopen die om raad kwamen vragen, zelfs de
duivel kwam in de vorm van een mooie maagd. Om te laten zien dat hij tegen elke
brandende begeerte bestand was stak hij zijn arm in het vuur, toen ze de
brandlucht rook vroeg ze hem om vergiffenis. Hij werd pelgrim naar het H. Land waar de heilige
plaatsen bezet waren door de Saracenen. Die namen hem gevangen en martelden
hem. Plotseling werd hij, door Gods genade, op vrije voeten gesteld. Hij zou
ook te Rome geweest zijn bij het graf van Petrus en Paulus. Hij kwam naar
Bretagne en liet een fontein bij Dourdin ontspringen, stichtte vestigingen in
Fontaine Gahard en Savigny le Vieux en trok zich met enkele anderen terug in
Mantilly, bij Argentan, waar hij overleed ca. 1095. De Heer had hem te kennen
gegeven op welk moment hij zou sterven en toen dat genaderd was trok hij zich
terug in zijn hut, ging met opgewekt en vredig gezicht op bed liggen en nam
afscheid van zijn broeders.
Hij wordt afgebeeld als kluizenaar met lange baard en lang
donker gewaad, verder een toorts waarmee hij zijn arm brandde, en een
everzwijn. Op een dag was er een everzwijn in de moestuin bezig de grond om te
woelen en de kolen om te gooien. Wilhelmus ging eropaf, pakte het bij zijn oor
en leidde het in zijn hut en sloot het beest bij zich op. De volgende morgen
herhaalde hij nog eens zijn wijze lessen en liet het weer gaan
Vogels aten uit zijn hand en zochten bij winterse kou
beschutting in zijn pij. Een raaf zou hem de weg naar het H. Land getoond
hebben. Գ Zomers strooide hij voedsel op
het water voor de vissen die zich door hem lieten aanraken en aaien
24 /
27 april, H. Egbert(us): Germaans eg: ‘zwaard,’ en bert: ‘glanzend
of schitterend, ‘dus ongeveer een glanzend zwaard.
Zie 21 april.
24 april / 12 oktober, H.
Wilfridus (Wilfrith): Germaans
wil: ‘het willen of het streven,’ fried: ‘vrede of bescherming.’
Wilfridus is geboren rond 634 te Northumbria als zoon van
een edelman, zijn moeder is al ion zijn jeugd gestorven. Met zijn veertiende
ging hij in een klooster in het eiland Lindisfarne, aan de kust van
Northumberland dat nu Holy Iland heet. In 658 ging hij naar Rome waar hij in
contact kwam met de aartsdiaken Bonifatius. Hij bleef op de terugreis drie jaar
in Lyon waar hij de tonsuur ontving. Bij zijn terugkomst is hij door een nauwe
vriendschap herenigd met koning Alfridus en op diens bevel werd hij priester
gewijd door Agilbertus, bisschop van Winchester. In 661 werd hij abt van Ripon
(bij York) en introduceerde de kerkelijke regels van Rome wat inging tegen de
dan gebruikelijke Engelse leer wat geregeld werd op een concilie te Whitby in
664. Hij streed vooral voor het verdringen van de oude Keltische gebruiken in
Northumberland. Het verschil lag voornamelijk in het vieren van het Paasfeest.
Die vierden het op 14 maart als de maan op een zondag (na 21 maart) kwam te vallen
waar de Kerk om dat feest niet op dezelfde dag met de Joden te vieren volgens
het besluit Van Niceen niet vieren voor de eerste zondag na de veertiende maan.
Dus de ene groep was al aan het vieren en de anderen aan het vasten.
In 669 werd hij bisschop van York, stichtte vele benedictijnerkloosters
in Engeland. Door die conflicten werd hij door koning Egfridus uit zijn land
verjaagd en door Ebroinus, opper hofmeester van Frankrijk, zelfs buiten
Engeland vervolgd.
In 678 zou hij op een tocht naar Rome, om de hulp van de
paus in te roepen inzake gerezen conflicten, op de Friese kust schipbreuk
hebben geleden. Of volgens anderen tekende hij beroep aan tegen de beslissing van de paus om een bisdom op
zich te nemen en dat betekende verbanning. Hij vertrok in afwachting van de
uitslag naar Friesland en
Saxen voor missiewerk. Hij kwam op de kusten van Friesland aan waar koning Aldgissus
hem vriendelijk ontving en zou daar duizenden bekeerd hebben. Toen hij
in het voorjaar naar Frankrijk ging werd hij door Dagobert II goed onthaald die
wilde dat hij het bisdom Straatsburg zou aannemen, wat hij weigerde en ging
verder naar Rome. Daar werd zijn zaak voor paus Agatho in een vergadering
besproken en werd hij vrij gepleit. In datzelfde jaar keerde hij naar Engeland
terug waar men het pauselijk schrijven niet erkende.
Wilfrith werd verbannen en ging onder de heidenen in
Sussex en op Wright werken. Hij leerde zijn bekeerlingen ook de visserij tot
hij in 687 het verkleinde bisdom York terugkreeg. In 692 moet hij wegens
conflicten met koning Aldfrith en aartsbisschop Brithwald van Canterbury weer
uitwijken naar Mercia. In zijn ballingschap heeft hij Suidbertus in 703 tot
bisschop gewijd zonder hem aan een bisschoppelijke stoel te verbinden. Ondertussen had paus Johannes VI zijn zaak
bepleit in een vergadering van Esterfeld die in 702 tegen hem uitgeschreven was
waar al zijn zaken verbeurd waren wat dusdanig uitgevoerd werd dat niemand zijn
spijzen die door hem gezegend waren durfden aan te raken. In 703 ging hij reeds
oud geworden, 70 jaar, daarvoor weer naar Rome waar paus Johannes VI hem
volkomen rehabiliteerde. Op zijn terugreis werd hij te Meaux ziek, 705, en werd
na vier dagen voor dood liggende werd hij op de vijfde dag door een Goddelijk
teken beter. Brithwald verzoende zich met hem bij zijn terugkomst en hij vestigde zich weer in het
klooster Ripon. Hij is overleden op 12 oktober 709 zijn klooster te
Undal of Gundle, door de abt Rudbaldus werd hij naar zijn eerste klooster
Rippon gebracht.
Met
Wilfridus begint een serie Ierse missionarissen het Europese vaste land op te
trekken voor zendingswerk. Hij drukte een belangrijke stempel op de vorming van de heilige Willibrord, met name
in de beleving van de band met de bisschop van Rome.
Hij wordt als bisschop afgebeeld met een schip naast hem
of een boek in de hand en een bouwvallige toren als verwijzing naar het feit
dat hij tweemaal zijn bisdom verloor en weer herwon zodat zijn leven op een
bouwvallige toren leek. Ook met een dood kind dat hij opnieuw tot leven zou
hebben gewekt omdat het nog niet gedoopt was. Soms ook door enkele heidenen die
zich door hem laten dopen.
24 april, Sint Robertus,
Van zijn vaders kant behoorde hij tot de hertogen van
Aurilac waartoe ook St. Geraud toe behoorde. Hij studeerde te Brioude bij de
basiliek van St. Julien. Bij hun gemeenschap werd hij een gewone priester en
onderscheidde zich door zijn geduld, liefdadigheid en wonderen. Veertig jaar
bleef hij te Cluny onder de regels van Abbe Odilo en werd met geweld naar
Brioude teruggebracht en ging naar Rome om de paus te consulteren voor zijn
nieuwe project. Benedictus IX moedigde hem aan terug te keren met een paar
medegezellen naar het bosplateau ten zuidoosten van Auvergne. Hier bouwde hij
een kluizenaarsklooster van Chaise Dieu (Casa Dei) in Auvergne rond 1000. Door
zijn vernieuwde kracht kreeg hij vele volgelingen en moest een nieuw klooster
bouwen die onder de regels van H. Benedictus geplaatst werden in 1050. Bij zijn dood waren er meer dan 300 monniken
door Frankrijk verspreid. Hij stichtte ook een gemeenschap voor vrouwen te
Lavadieu bij Brioude. Door de verheffing van Pierre Roger, monnik van Chaise
Dieu, onder de naam van Clemens VII bereikte de abdij zijn hoogste glorie.
Het lichaam van H. Robert die in de abdij was werd door de
Hugenoten verbrand tijdens de religieuze oorlogen en zijn werk werd vernietigd
tijdens de Franse revolutie.
De plant van de dag is de sleepruim, Prunus spinosa.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/