24 mei.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
24
mei, H. Vincentius van Lerins:
Latijn werkwoord, vincere: ‘overwinnen,’ dus de overwinnaar. Naam van
verschillende heiligen, 22.
Vincentius was monnik op het eiland Lerins waar een
klooster stond en is gestorven voor 450. hij werd al snel na zijn dood in
Lerins en later ook te Rome als heilige vereerd. Hij is de schrijver van
grotendeels verloren gegane theologische werken. Hij wordt onder de kerkvaders
gerekend. Er is weinig van hem bekend. Zeker is, dat hij onder het pseudoniem
Peregrinus (pelgrim) een werk met de titel Commonitorium geschreven
heeft. Uit de opmerking van Eucherius van Lyon kan worden opgemaakt, dat
Vincentius een broer van Lupus van Troje was. Dat zou betekenen dat hij uit een
adellijke familie stamde, ergens uit Noord- Galli. Onderzoeker Friedrich Prinz
meent dat het klooster van Lerins een vluchtelingenklooster is geweest.
De invallen van de Hunnen veroorzaakten aan de buitengrenzen van het Romeinse
Rijk zoveel ravage en onzekerheid dat velen in het kielzog van de verplaatsing
van de keizerlijke residentie in Trier naar de Provence gewoon zijn gevolgd. Zo
zouden vele adellijken mee naar Zuid-Galli gereisd zijn. Daar stichtte Honoratus,
zelf afkomstig uit Noord-Galli, het klooster van Lerins dat aan vele
vluchtelingen bescherming bood. Deze stelling kan kloppen, in elk geval bezit
Vincentius een duidelijk klassieke achtergrond: sporen van antieke auteurs
zoals Cicero kunnen bij hem duidelijk en in grote aantallen aangetoond
worden.
24 mei, H. Johanna, Joanna de
mirredrager: Hebreeuws
Johanan: ‘Jahweh is genadig,’ een veel gebruikte Joodse naam, Johannes de
Doper, de Baptist, Lucas 1:15, Matth. 3 en dergelijke Vele heiligen hebben de
naam nog versterkt. Ook de vrouwelijke vorm Johanna komt al in Lucas 8:3 voor,
waarschijnlijk dezelfde als in Lucas 24:10. Johanna was de vrouw van een zekere
Chuze of Chusa, bediende van koning Herodius Antipas. De oosterse traditie zegt
dat ze het hoofd van Johannes de Doper een eerbiedwaardige begrafenis gaf. Ze
is een van die vrouwen waarvan Lucas 24; 10 zegt dat ze het lege graf zag met
Pasen toen ze erheen ging om het lichaam te zalven. Ze wordt in de Oosterse
kerk de mirre draagster genoemd en vereerd, ook bij de Jezueten. Ze wordt
afgebeeld als een vrouw die een zalfdoos draagt, met een kruis in haar hand en
een lam bij haar of ze staat met haar man die bij de hofdames staat die Jezus
horen preken.
Te Signa, tussen Malmantile en Ginestra, toont men heden
nog een Maria-eik. Men vertelt dat daar eens een herderin, met name Johanna,
door onweer overvallen werd toen ze bij haar schapen liep en de herdersstaf in
de grond stak. Op hetzelfde moment schoot een eik in de hoogte die haar en de
schapen beschutte. Johanna werd om dat mirakel heilig verklaard.
Bij de eik richtte men een kapelletje op ter eren van
Maria. De vermetele die het durft er een tak van af te snijden of er in te
klimmen zal er van verzekerd zijn dat de boom hem naar beneden zal smijten. Het
is toch toegelaten dat men er kleine scheutjes afsnijdt om ze thuis te bewaren.
Door zoծ talisman is men beschermd tegen alle onweer, onder voorwaarde dat men
voor zulke scheutjes op de volgende wijze de naam van Jezus en Maria aanroept:
‘Fol nome
du Gesu di Maria
Questa tempesta la vada via.’
De dagbloemen zijn de oosterse maankop, Papaver orintale,
het stekelzaad Scandix anthriscus, en de gewone kamille, Matricaria chamomilla.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/