25 mei.
uit
madmonarchist.blogspot.com
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
25
mei, Gregorius VII, Grieks
gregorios: ‘de waakzame,’ vgl. Latijn Virgilius. Naam van verschillende
heiligen en 15 pausen.
Voor zijn verheffing tot paus heette hij Hildebrand. Hij
is geboren in Soana in Toscane en werd in Rome in het klooster St. Maria, wiens
abt familie van hem was, of mogelijk in het pauselijke paleis opgeleid en
begeleidde in 1047 Gregorius VI, wiens kapelaan hij was, in de verbanning naar
Duitsland. Na diens dood zou hij een tijdlang, volgens niet zekere legende, als
monnik in het klooster Cluny geleefd hebben. In Duitsland leerde hij paus Leo
IX kennen en keerde met die in 1049 terug naar Rome en werd tot kardinaal
subdiaken gewijd en leider van het klooster St. Paul. Bij de dood van Leo in
1054 begaf Hildebrand zich naar het keizerlijke hof en had een groot aandeel in
de benoeming van bisschop Gebhard tot paus. Onder deze paus, Victor II, behield
hij zijn invloed. Na diens dood in 1057 bewerkte hij als gezant de erkenning
van zijn opvolger Stephan IX door het Duitse hof. Wat pleit voor zijn invloed
die hij in Rome innam dat Stephan kort voor zijn dood in 1058 het bevel gaf te
wachten met het tellen van de stemmen voor Hildebrand terug was. Hij was het
ook die tegen de wens van het hof Gerhard van Florencie (Nikolaus II) doorzette
en sinds die tijd was hij de eigenlijke leider van de pauselijke politiek. Wel door zijn steun werd het stemmen tot paus
opnieuw geordend. Hij sloot de in het
vervolg belangrijk geworden bond tussen het pausdom en de onder-Italiaanse
Noormannen die vazallen van de paus werden en zette in 1061 de stem op Anselm van Lucca als Paus Alexander II door
en bracht het Duitse hof ertoe de tegenpaus te laten vallen. Een dag na de dood
van Alexander op 22 april 1073 werd hij tot paus gekozen en noemde zich
Gregorius VII.
Zijn regering is van wereldhistorisch belang geworden.
Zijn doel was om alle gebied van het menselijk leven aan Rome te onderwerpen.
Niet alleen in kerkelijke zaken wilde hij de almacht en onfeilbaarheid van de
paus richten, maar ook de Europese staten onder zijn gebied zetten. In zijn
Dictatus papae verwierp hij elke niet geestelijke inmenging in het bestuur van
de kerk wat leidde tot conflicten en vooral met Hendrik IV. Hij zette de
overste van Spanje in de ban, van Corsica, Sardini en Hongarije. Een verdreven
Russische prins kreeg Rusland van hem in leen, andere legde hem de leeneed af.
In Frankrijk werd de koning met de ban bedreigd, in Griekenland onderhandelde
hij over de vereniging van de morgen- en avondlandkerk, in Bohemen verbood hij
de landstaal bij de godsdienst, uit Noorwegen en Zweden liet hij jongelingen
komen die in Rome gevormd werden. Zelfs het lot van christenslaven in Afrika
trok hij zich aan en een project was dan ook een kruistocht. Vooral probeerde
hij overwicht van de pauselijke stoel op die van de Duitse keizer te
verkrijgen. Zijn strijd tegen simonie (dit naar Simon de magiër, het verwerven
van geestelijk goed en verrijking van wereldlijke goederen) en priesterhuwelijk
gaf vorm aan de gedachte die al lang heersend waren. Hij was onstuitbaar, vol
energie en onbuigzaam met wie hij in strijd geraakte. Een tijdlang had hij op
verzoening met Hendrik IV gehoopt van wie hij hoofdzakelijk verlangde dat hij
wegens zijn simonie veroordeelde raad verwijderde en boete zou doen. Toen hij
nu in 1075 het Investituurverbod verkondigde en de door Hendrik benoemde
aartsbisschop weigerde en van hem volledige onderwerping en boete eiste, toen
verhief Hendrik zijn toorn op de synode van Worms op 24 januari 1076 zodat hij
de paus liet afzetten. Gregorius sprak de daarop volgende februari de ban over
de keizer uit, ontzette hem uit zijn koninklijke ambt en ontbond de belofte van
trouw van de onderdanen aan hun keizer. Aanvankelijk had dat weinig gevolg.
Maar steeds meer veroverde hij bodem en de vorstenoppositie tegen de keizer gaf
de paus de gelegenheid om zijn tegenstander te ontmoedigen. Nadat de in oktober
1076 de in Tribur verzamelde vorsten tot afzetting van Hendrik besloten hadden,
als hij zich niet binnen een jaar van de ban ontdeed, zo ging hij naar Italië
om zich te verzoenen. De paus trok zich op het slot van de marktgraaf van
Canossa terug en daar verscheen Hendrik als een boetende en na drie dagen onderhandelen
op 25 tot 27 januari 1077, toen de koning schriftelijk en onder eed de
verzekering gegeven had dat hij zich met de Duitse vorsten naar de uitspraak
van Gregorius schikken zou, gaf de paus hem absolutie. Hun twist brak al gauw
weer uit en hij hernieuwde de banvloek maar het lukte hem niet de tegenkoning
Rudolf te bevoordelen. Zo gauw Hendrik in Duitsland weer de macht in handen had
zette hij op een synode te Brixen op 25 juni 1080 de paus af en benoemde de
tegenpaus Clemens III waarop hij met hem naar Italië trok. Gregorius werd in
Rome belaagd, de stad werd ingenomen een duizenden Romeinen werden gedood,
Clemens geïnstalleerd die hem op 31 maart 1084 tot keizer kroonde. Gregorius
was ingesloten in Engelsburcht en zijn toestand was uiterst gevaarlijk toen hij
in mei 1084 door Robert Guiscard bevrijd werd. Hij twijfelde eraan of hij zich
in Rome kon vertonen want het volk keerde zich tegen hem en volgde de
Noormannen naar het zuiden, eerst in het klooster te Monte Cassino en later in
Salerno waar hij op 25 mei 1085 stierf. Heilig verklaard in 1606.
Een van de grootste pausen die krachtig ijverde voor de
rechten van de kerk en de zuiverheid der zeden. Wordt afgebeeld in pauselijk
ornaat met een duif vanwege goddelijke inspiratie, soms met een geknielde
koningsfiguur, Hendrik IV tijdens zijn gang naar Canossa.
25 mei St.
Bonifatius: Latijnse naam met ongeveer dezelfde betekenis als
bonaventura: ‘een goed lot of goede toekomst,’ (voorspellend of iets
dergelijks) doordat men het tweede deel associeerde met Latijn facere: ‘doen,’
ontstond ook de vorm Bonifatius met de betekenis van weldoener.
Ook de naam van een aantal pausen van wie Bonifatius IV,
608 tot 25 mei 615, heilig verklaard werd.
Zoon van John, een dokter uit Valeria en werd deken en de
eerste administrateur. Hij volgde Bonifatius III op en werd op 25 augustus
gewijd. Hij kreeg toestemming om het Pantheon in een Christelijke kerk te
veranderen en de tempel die door Agrippa opgericht was voor Jupiter, Venus en
Mars tot een kerk voor de maagd Maria en alle martelaars en als eerste
verandering van heidense tempels in christelijke. 28 ladingen beenderen zouden
uit de catacomben naar de kerk en onder het altaar gebracht zijn. De eerste
bisschop van Londen, Mellitus, kwam naar Rome om met hem belangrijke zaken te
bespreken. In Rome assisteerde die verder in een concilie die onder andere
gehouden werd over het leven en kloostervrede van monniken, op zijn terugweg
nam hij de brieven van het concilie mee met brieven aan Lawrence, aartsbisschop
van Canterbury, en koning Ethelbert. Tussen 612 en 615 kwam de Ierse
missionaris St. Columban die toen leefde te Bobbio in Italië. Er wordt verteld
dat hij door de paus van ketterij beschuldigd werd omdat hij het vijfde
concilie (tweede van Constantinopel in 553) accepteerde. Tijdens zijn
ambtsperiode was er veel mis in Rome door ziekte, pest en overstroming, de paus
werd vaak beschuldigd vanwege dit ongeluk omdat hij de man was die het dichtst
bij God stond. Hij stierf in zijn eigen huis die hij in een klooster had
veranderd en werd begraven in de St. Pieters basiliek waar zijn relikwien
driemaal verwijderd werden. Tijdens zijn regering begon Mohammed in Mekka te
preken wat de basis van de Islam vormde.
25 mei, H.
Urbanus I: Latijn urbs: ‘stad, van de stad, vooral van Rome,
vandaar ook wel ‘beschaafd of welgemanierd, vgl. villanus: ‘van het land,’ dat
de betekenis kreeg van onbeschaafd, vgl. Frans vilain en Midden-Nederland
dorper: ‘onbeschaafd.’ De naam komt voor in het N.T., in Rom. 16:9 is hij een
van degenen aan wie Paulus zijn groeten zendt. 8 pausen zijn er van die naam.
Urbanus was de zeventiende paus waar weinig van bekend is,
222 tot 230 en opvolger van Calixtus I. Zijn pontificaat wordt gekenmerkt door
grote spanningen met de Romeinse keizer Alexander Severus die bekend was
vanwege zijn christenvervolgingen en de tegenpaus Hippolytus. Hij wordt
geassocieerd met de H. Caecilia, de muziekheilige. Hij zou Valerianus, de
heidense bruidegom van Caecilia gedoopt hebben. Hij wordt als martelaar
vereerd. In Duitse streken wordt hij vereerd als beschermheilige van
wijnboeren, wijn en alles wat met wijn te maken heeft, wordt aangeroepen tegen
dronkenschap, vorst en slecht weer. Patroonheilige van Maastricht, Toledo,
Troyes en Valencia. (Mogelijk door verwisseling met H. Urbanus van Langres).
Volgens de legende verborg hij zich voor zijn achtervolgers achter een
druivenboom en vandaar dat hij afgebeeld wordt met een tros druiven en vaak een
hele druiventak in zijn handen, ook met een wijnstok of een kelk met een druif.
Dat komt omdat zijn dag de peildatum was voor het aandeel van de wijngaard
opbrengst, een tijdstip dat veel invloed op de teelt uitoefent. Ook wordt hij
met een zwaard afgebeeld naar zijn legendarische marteldood.
Om de wijnheilige te eren werd op zijn gedenkdag in
wijngebieden een bidprocessie gehouden of zijn standbeeld met wijn overgoten
als de zon schijnt en met water als het regende.
Een in de middeleeuwen populaire heiligennaam. Vooral in
wijnstreken wordt Urbanus vereerd omdat hij patroon van de wijn,
wijngaardeniers en kuipers is, vandaar dat op Urbansdag in Duitse wijnstreken
processies door de wijnbergen worden gehouden. Wordt aangeroepen tegen
dronkenschap, jicht, bliksem, regen en vorst.
Regent het op St. Urbanusdag dan zal er weinig wijn zijn
zegt een spreuk. Is het klaar weer dan zal de wijngaard een goede opbrengst
geven. Vandaar de Franse zegswijze: ‘Tel S. Urbain, telles vendanges.’ Urbanus
laat zijn invloed ook op andere planten voelen. Haver dat op zijn dag gezaaid
wordt, gedijt niet en vlas wel, zegt een Grieks spreekwoord. Ook wordt hij
afgebeeld met een snoeimes in de hand en een spade, de gilde patroon van de
hoveniers. Hij is wel sinds 1969 van de lijst van heiligen geschrapt.
25 mei, H.
Zenobius van Firenze, (Zanobi): Grieks ‘die door Zeus het leven
(bios) geschonken is.’ Mogelijk ook een naam van Arabische herkomst die aan
Grieks aangepast is.
Zijn ouders lieten hem filosofie studeren, maar hij ging
liever Bijbelse boeken lezen en liet zich tegen de wil van zijn ouders dopen.
Hij raakte bevriend met Ambrosius van Milaan en werkte een tijd met paus
Damasus I. Zenobius werd bisschop van Florence op het eind van de 4de
eeuw, begin 5de eeuw en deed daar talrijke duivel uitdrijvingen. Als patroonheilige van de stad Florence is hij op
kunstwerken van grote kunstenaars uit de vroege Renaissance (Botticelli,
Ghirlandaio, Gozzoli) te bewonderen en komt hij in de Sacra Conversazione voor.
Hij heeft vele wonderen verricht, zelfs meerdere opwekkingen uit de dood.
Hij wordt als bisschop afgebeeld en vaak met een kind die
hij tot leven zou hebben opgewekt, verder een boek, stadsmodel, witte lelie
(vanwege zijn maagdelijkheid omdat hij de bruid weigerde die zijn ouders voor
hem geregeld hadden). Hij is overleden rond 390 of 417.
Toen men het lijk van deze aartsbisschop van Florence
overvoerde naar de domkerk was het gedrang van het volk dat daar gekomen was om
het lijk te zien zo groot dat de bisschoppen die de baar droegen gedwongen
waren die tegen de oude en dorre olm te plaatsen. Doch zie!, nauwelijks raakte
deze oude boom Zeno ‘s lijk of hij werd weer levend en kreeg groene bladeren.
De twijg die men afsneed ter herinnering aan het wonder in
de kist legde was na duizend jaar nog steeds fris. Daarom is de olm het
zinnebeeld van deze heilige. Hij wordt aangeroepen
tegen hoofdpijn.
Het gewone nagelkruid, Geum urbanum, is zijn symbolische
bloem. Urbanum heeft men tot Urbanus gebracht, verder de akelei, Aquilegia
vulgaris, de melkdistel Sonchus olereacus, de rode pompomlelie, Lilium
pomponium en de gele daglelie, Hemerocallis flava. Urbanusroos is de pioen.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/
en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/