25 november.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
25
november, H. Elisabeth van Reute.
(Elisabeth Bona, Betha de Goede, Gute Beth, Elisabeth Acheer, Elisabeth Achlin)
Ze is geboren te Waldsee op 25 november 1386 als dochter
van een linnenwever. Zij werd op 14-jarige leeftijd lid van de derde orde van
Sint-Franciscus, eerst thuis woonde en ging na een tijd naar het nieuw
opgerichte tehuis in Reute aan de rand van Bad Waldsee. Overleden op 25
november 1420 te Reute.
Naar het schijnt zou haar hoofd de letsels getoond hebben
van de doornenkroon van Jezus en haar lichaam sporen van zijn geselingen.
Alhoewel de stigmata slechts occasioneel op haar handen verschenen, voelde zij
wel altijd de pijn. Zij had ook voorspellende gaven. Zo voorspelde zij de
verkiezing van paus Martinus V en het einde van Westers Schisma.
Elisabeth werd begraven in de kerk van Reute. Haar
biechtvader schreef haar levensverhaal neer en zond het naar de bisschop van
Konstanz. De volksdevotie voor Elisabeth in Zwaben begon pas na 1623, toen haar
graftombe geopend werd door de proost van Waldsee en er zich mirakels
voordeden. Paus Clemens XIII verklaarde haar zalig in 1766.
Ze wordt afgebeeld in het bruine habijt van de
Franciscanen met daarop een doornenkroon, verder met het kruisbeeld en de
martelwerktuigen.
25 of 20 november, H. Catharina Labour.
Ze is als Zoe Labour geboren te Fain-ls-Moutiers
(Bourgondi) op 2 mei 1806. Ze werd geboren in een arm boerengezin als negende
van elf kinderen. Haar moeder stierf toen ze negen was en een tijdlang deed Zoe
het huishouden tot haar vader haar toestemming gaf in 1830 om toe te treden in
het klooster van de Dochters van Liefde, een congregatie die door Vincentius a
Paulo in 1633 werd gesticht. Ze nam de naam Catharina aan verpleegde gedurende
tientallen jaren in het ziekenhuis d’Anghien aan de Rue de Reuilly in Parijs.
Ze stond bekend voor haar nederigheid, dienstbaarheid en trouw aan haar
congregatie.
Ze kreeg tevens verscheidene Maria verschijningen: in de
nacht van 18 op 19 juli, op 27 november en in december 1830. Bij een van deze
verschijningen ontving ze de opdracht tot het slaan van een bijzondere medaille
met daarop de beeltenis van Onze Lieve Vrouwe zoals zij haar had gezien om
Maria’s bekendheid onder de mensen te vergroten. Deze zogenaamde Wonderdadige
Medaille of Medaille van de Onbevlekte Ontvangenis is de meest verbreide
medaille in de wereld. Ze is overleden te Parijs op 31 december 1876. Op 3
januari 1877 werd haar lichaam naar de kapel in de Rue du Bac gebracht. 56 jaar
later werd zij, met het oog op haar zaligverklaring, opgegraven. Op 26 mei 1933
was haar lichaam nog steeds intact en waren haar ledematen soepel. Haar lichaam
werd nadien in een schrijn in de Rue de Bac geplaatst. Op 28 mei 1933 werd ze
door Paus Pius XI zalig verklaard en op 27 juli 1947 volgde haar
heiligverklaring door Paus Pius XII. Haar feestdag is 25 en 28 november, daags
na de gedachtenis aan de Wonderdadige Medaille.
Ze wordt afgebeeld met de medailles in haar ordekleed. Ze
is de patrones van de duivenliefhebbers en -melkers omdat ze op jonge leeftijd
zorg droeg voor de 600 tot 700 duiven van de vaderlijke duiventil, ook voerde
ze de duiven in de kloostertuin. In het Limburgse Beek is een basisschool
genoemd naar deze heilige.
25 november, Sint Katharina van
Alexandri: (Catharina of Aeicatharina) Meestal wordt de naam in
verband gebracht met Grieks katharos: ‘rein, schoon of zuiver,’ volgens anderen
is het woord van aikaterine op welk woord de Russische vorm Ekaterina wijst.
Hoewel het ook kan van aeikaterine: ‘de altijd reine,’ of uit Syrisch kethar: ‘kroon.’
Katharina is hier bekend geworden door de kruistochten. Ze
was martelares in 307. Ze is een van de 14 noodhelpers.
Volgens de legende was ze de dochter van Costis, een broer
van Constantijn de Grote, en van Sabinella, dochter van een Egyptische
koningin. Reeds vroeg zou ze bewijzen hebben geleverd van een buitengewone
bekwaamheid welke gepaard gingen aan een grote deugdzaamheid, haar naam
betekent dan ook, ;de reine.’ Op vijftienjarige leeftijd kende ze reeds de
werken van Plato en overtrof ze haar leermeesters die de zeven wijste mannen van
hun tijd waren. Na haar vaders dood werd ze tot de troon geroepen. Ze bleef
echter zoveel mogelijk aan de wetenschap wijden en weigerde tegen de wens van
haar familie in om een huwelijk aan te gaan.
De onderdanen bewonderden haar en vreesden haar trots.
Geen vrijer vond gehoor, ze had gezworen alleen die man te trouwen die haar in
schoonheid, rijkdom en verstand overtroefde. Haar moeder bezag dit met zorgen,
geen praten van de ouders kon haar gedachte veranderen. Op zekere dag hoorde de
moeder dat in het woud voor de stad een wijze kluizenaar huisde. Ze bracht haar
dochter naar hem en vroeg hem de jonge dame van de ziekte van de hoogmoed te
genezen. De grijze verhaalde het wonder van Christus, de koning der koningen,
de heer over alle rijkdommen der wereld en de wijste der wijzen.
De oude kluizenaar zou in een visioen van Maria opdracht
gekregen hebben om zich tot haar te begeven en haar te zeggen dat de Zaligmaker
haar bruidegom zou zijn. Daartoe moest hij haar onderrichten in het Christelijk
geloof. Van nu af aan wilde ze alleen Christus behoren en kwam steeds weer naar
de vrome man die de doop voor bereidde. Ze won ook haar moeder voor het
christendom en tegelijk met haar moeder ontving ze de doop. De daarop volgende
nacht verscheen haar de Heer die haar een ring aan de vinger stak. Catharina
geloofde te dromen, maar de volgende morgen verbleekten haar rijkdommen tegen
de glans van het hemelse geschenk in verband waarmee ze besloot zich van de
wereld af te keren en voortaan in dienst van de kerk te leven. Ze verdiepte
zich in de H. Schrift en erkende diens schoonheid tegenover de leer van de
filosofen.
In die dagen begon de Christenvervolging in Alexandrië
onder Maximilianus. De dreigende ondergang van zijn rijk meende hij te kunnen
voorkomen als alle burgers tot de keizercultus bekeerd zouden worden. Daarom
verscherpte hij het bevel dat alle onderdanen van het rijk de keizerlijke
beelden bewieroken moesten. Op vele plaatsen kwam hij persoonlijk kijken of er
gevolg gegeven werd aan dit bevel. Op zekere dag verscheen Catharina in Alexandrië.
Hier bewierookten vele christenen een standbeeld om bezit en leven te redden.
Tot algemene verrassing verscheen ook Catharina op het forum. Trots liep ze
naar de heerser toe en zei: ‘de Heilige Schrift verbiedt ons een mens
goddelijke eer te bewijzen. Ik denk er niet aan hier voor je te huichelen en
sowieso die levenloze beelden van Zeus en Aphrodite te offeren.’ Maximilianus was ontsteld. De koningsdochter
van Alexandrië, de wijste jonkvrouw van zijn rijk, waagde het openlijk hem en
zijn goden te beledigen. Hij liet haar disputeren met 50 filosofen die ze allen
overwon na een fascinerende geestenstrijd. Op het eind bekeerden die zich en
werden daardoor natuurlijk ook gedood. Ook keizerin Faustina werd door haar tot
het Christendom bekeerd. Elke poging van de keizer om haar van Դ geloof af te
brengen mislukte. Hij liet haar tenslotte geselen en in de kerker werpen. 12
dagen lang lag ze zwaar gewond, zonder hulp, zonder eten of drinken in de
kerker, dan heelde Christus haar door een engel. Toen tijdens keizers
afwezigheid zowel de keizerin als Porphyrius, zijn voornaamste gunsteling met
een 200tal soldaten van de lijfwacht, door Catharina ‘s invloed zich bekeerden,
was de keizers geduld ten einde. Nadat hij geprobeerd had om Catharina tot zijn
vrouw te krijgen mislukte liet hij haar vastbinden op de scherpe tanden van een
wentelend rad zodat ze in stukken gereten zou worden. Op haar gebed werd het
met scherpe punten beslagen wiel verbrijzeld door een engel waarna men haar
onthoofde in 307 waarna er uit haar hals melk vloeide die de pest verdreef.
Toen daalden weer engelen neer om haar lichaam naar de berg Sinaï te dragen.
Omdat haar lijk naar de berg Sinaï gebracht zou zijn werd
dit het centrum van haar verering en vandaar haar naam verspreid. De berg heeft
twee spitsen waarvan de ene de Catharinaberg en de ander Dschebel Moesa genoemd
wordt. Beneden ligt het Catharinaklooster die de relikwieën van de heilige
bevat. Justiniaan I liet het later naar haar genoemde klooster bouwen, waar, zoals
men beweert, haar gebeente in de 8ste eeuw gevonden is.
Jan van Mandeville; ‘In deze stad van Alexandrië was Sint
Katharina onthoofd en gemarteld en ook Sint Marcus, de evangelist, begraven.
ɼ/span> Van de berg van Sinaï.
En de berg van Sinaï
is geheten de wildernis van Sin, dat is te zeggen rood brandend, en daarom
omdat Mozes zag onze Heer machtig en menige maal in gedaante van vuur en sprak
ook tegen hem. En dit was aan de voet van deze berg van Sinaï. Daar staat ook
een klooster van monniken, goed besloten met ijzeren poorten vanwege de vrees
van de wilde beesten. En de monniken zijn van Arabië en van Griekenland en daar
is een groot convent en ze zijn recht of het kluizenaars waren. En die drinken
geen wijn, tenzij in grote hoogtijden en ze zijn erg heilig en leven erg
armoedig en eenvoudig en eten niets anders dan warmoes en dadels en doen grote
penitentie. Daar is de kerk van Sint Katherina waarin vele lampen hangen al
brandende want ze hebben genoeg olie van olijven om te eten en te branden en ze
hebben ze ook met mirakels van God. Want de raven en de kraaien en de spreeuwen
en de andere vogels verzamelen het hen daar omtrent elk jaar een maal en
vliegen daar als pelgrims. En elke draagt een twijg of een stok van olijven in
zijn bek in manieren van offeranden en laten ze daar, waarvan de monniken maken
een groot deel olie en zeker, dat is een groot mirakel. Nadien dat die vogels
die geen natuurlijke geest nog reden hebben gaan of vliegen bezoeken of
visiteren deze glorieuze maagd zo mag de mens met reden zich wel bedenken haar
te bezoeken en te eren. Item, achter het altaar van deze kerk is de plaats daar
Mozes onze Heer zag in het brandende bosje. En als deze monniken gaan in deze
plaats, ze ontschoeien zich altijd omdat onze Heer zei tot Mozes: ontschoei u
want de plaats daar u staat is heilig. Deze plaats noemen de monniken Besebeel,
dat is te zeggen: schaduw van God. En bij het grote altaar zijn de kasseien 3
graden hoog van albast daar dat gebeente van Sint Katharina in ligt. En de
prelaat van de monniken toont dit heiligdom de pelgrims. En met een instrument
van zilver wrijft hij dit gebeente en dan komt er uit een luttel olie recht of
het zweet is, dat nog olie nog balsem schijnt, want het is zwarter. En daarvan
geeft hij de pelgrims, maar dit gaat er niet veel uit. En daarna zo toont hij
het hoofd van Sint Katharina en dat laken waarin ze gewonden werd dat nog al
bloederig is. In dit laken droegen de engelen haar lichaam gewonden van Alexandrië
tot de berg Sinaï en begroeven het ook aldaar. En hij toont ook dat bosje dat
brandde, nochtans werd het niet verbrand waarin onze Heer sprak tot Mozes. En
hij toont ook mede andere heiligdom genoeg en veel. Item, als de prelaat of abt
van dit klooster sterft en dood is zo heb ik van sommige lieden verstaan dat
zijn lamp bluste. En als ze een andere gekozen hadden, was het dat hij een
goede man was en waardig om abt te zijn, zijn lamp ontstak en werd brandend bij
de kracht Gods zonder iemands hulp er toe te doen. En iedereen van die monniken
heeft zijn lamp en weten wel bij hun lamp als er enige van hen sterven zal,
want de helderheid van de vlam van deze lamp begint te veranderen en te
verzwakken. En als een ander gekozen is, als hij het niet waardig is, zijn lamp
blijft geblust. En enige lieden hebben me ook gezegd dat die monnik die de mis
zingt en celebreert voor de gestorven prelaat in zijn bidden dat hij na die mis
in geschrift de naam vindt van diegene die ze tot een prelaat kiezen zullen
zodat ik hem dit vroeg toen ik daar was de ene en de andere, maar ze wilden het
me niet berichten, nog zeggen. Toen zei ik hen dat ze met recht niet halen
zouden de gratie die God hen deed, maar ze zouden het openbaar maken om dat
volk meer in devotie te brengen en dat ze zonde deden, zoals het me leek, in
deze dingen te verhelen want het mirakel die God doet en heeft gedaan en nog
alle dagen doet, dat zijn getuigenissen van zijn kracht alzo David zegt in de
psalm: Mirabilia testimonia tua domine, dat is te zeggen: Heer uw wonderlijkheid
of uw mirakels zijn uw getuigen. En toen antwoorden ze mij dat ze het vaak
gezien hadden het ene en het andere en niet meer antwoord mocht ik van hen
hebben. En in dit klooster komen geen vliegen, nog muizen, nog padden, nog al
zulke onreinheid vanwege mirakels van God en van onze Vrouwe. Want daar plagen
er zo veel te zijn bij tijden die geleden zijn zodat de monniken het klooster
met allen wilden verlaten en varen en waren uitgegaan en op de berg geklommen
om deze plaats te vlieden en te verlaten. En daar kwamen ze onze Vrouwe tegen
en die zei dat ze weerkeerden want voortaan zouden nimmermeer vliegen, nog
andere vuiligheid in hun klooster komen. En toen keerden de monniken weer en
nooit sinds wordt geen van de wormen binnen het klooster gezien. Item, voor de
poort van het klooster is de fontein daar Mozes op de steen sloeg en water
daaruit kwam. En van dit klooster klimt men op met menige trappen tot Mozes
berg. En daar vindt men eerst een kerk van onze Vrouwe daar ze de monniken
ontmoette toen die vloden uit het klooster, zoals voor gezegd is, vanwege de
vliegen. En nog hoger op dezelfde berg is Helias, de profeten kapel, en die
noemen ze Oreb daarvan de heilige schrift spreekt: ‘t ambulauit in fortitudine
cibi illius usque ad montem dei oreb,’ dat is te zeggen: en hij wandelde in de
sterkte van deze spijzen tot de berg Gods van Oreb. En daarnaast staat een
wijngaard die Sint Johannes evangelist plantte en zette die men noemt de
druiven staphis. En een luttel opwaarts is Mozes kapel en ook de rots daar
Mozes in vlood toen hij onze Heer gezien had van aanzicht tegen aanzicht. En in
deze rots zo is geprint de vorm van zijn lichaam, want hij viel van gevaar zo
hard in deze rots zodat hij daarin zonk vanwege mirakel van God. En daarnaast
is de plaats daar onze Heer Mozes de 10 geboden van de wet gaf. En daar is ook
het hol op deze berg daar hij in woonde toen hij 40 dagen vastte, maar hij
stierf in het land van belofte. En geen mens weet waar hij begraven is. Van
deze berg te gaan tot een andere daar de engelen Sint Katharina begroeven zo
moet men gaan door een dal daar een kerk van 40 martelaren staat. En daar zo
zingen en doen vaak missen de monniken van dit klooster. En in dit dal is het
erg koud. En daarna zo klimt men op de berg van Sint Katharina die veel hoger
is dan de berg Mozes. En daar Sint Katharina begraven is staat nog kerk, nog
kluis, nog andere woning. Daar plag een kapel te zijn, maar die is afgebroken
zodat er maar een luttel stenen zijn daar omtrent. En al is het dat de collecta
van Sint Katharina zegt dat het lichaam van haar werd gelegd in dezelfde berg
van Sinaï daar God Mozes die 10 geboden gaf, dat is te verstaan dat het in
hetzelfde land was of in een plaatse dragende . . . . . . . Want de ene en de
andere is de berg van Sinaï genoemd, maar tussen beiden is een erg lange weg en
een groot diep dal.’
Ze geldt als de patroon van de wijsbegeerte. St. Katharina
beschaamde door haar wijsheid de heidense wijsgeren vandaar dat ze al in de
oudheid als patrones van wijsgeren en redenaars gold en ook de seminaries haar
als zodanig huldigden. Ook enige oude Belgische rederijkamers kozen haar als
patrones, Catharinisten zijn er bijvoorbeeld te Hasselt, Eecloo, Leuven en
Aalst. Filosofische faculteiten kozen haar tot patrones en het eerst te Parijs.
Patrones van scholieren, leraren, filosofen, theologen, advocaten,
boekdrukkers. Ze is patroon van diegenen die iets met het wiel te maken hebben,
ze werd geradbraakt op het wiel, wagenmakers, pottenbakkers, dat naar het rad
als draaischijf, spinsters, molenaars, het met haken bezette wiel leek op een
waterrad
Ze wordt afgebeeld als koningsdochter met prachtige
gewaden en een kroon op het hoofd, soms ook als gewone jonge vrouw. Verder een
martelaarspalm, het zwaard waarmee ze onthoofd werd, witte lelie als teken van maagdelijkheid,
een lam, mystiek huwelijk, een boek als teken van haar geleerdheid of engelen
die haar naar haar graf dragen. Soms zie je haar met een keizer en ring omdat
Christus zich op mystieke wijze met haar verloofde en Zijn ring aan haar vinger
schoof. . In de middeleeuwen werd de legende in proza en poëzie veel bewerkt en
door de kunst graag voorgesteld als Catharina die met het kindje Jezus huwt,
dispuut met de filosofen en dergelijke.
Aan haar voeten staat een rad met scherpe punten. In Italië wordt bij
haar naam dan ook altijd twee woorden toegevoegd, ‘delle ruote’ ‘van ’t rad.’
Naar haar worden nog altijd de roosvensters in de Katholieke kerken Rad- of
Catharinavensters (ook wel Katharijnewiel) genoemd. Een zonnerad? Een oud
heidense verering? Dit werd in de middeleeuwen algemeen geloofd en komt zo ook
op fresco ‘s voor. Latere Roomse geleerden beginnen te twijfelen zodat de
viering van deze heilige uit de brevieren wordt gelaten
St. Katharine lijkt de opvolgster te zijn van de
voorchristelijke verering van de zonnemaagd en zijn er kapellen aan de heilige
gewijd op plaatsen van voorhistorische zonneculti.
Haar symbool is het martelwerktuig, het rad, waarop zij
gemarteld werd. Een herinnering aan het zonnerad. Het zonnerad werd vervangen
door het martelrad van St. Katrijn. Sint Kathrijnedag is ook een
scuddekorfsdag.
Wordt aangeroepen door moeders die geen melk hadden, bij hoofd
en tongpijnen, migraine, ronde huidziekte, het zogenaamde katrienerad wat
belroos is erysipelas.
In Duitsland heten nog verscheidene bronnen
Kathrinnebrunnen omdat op zekere tijden een hoofd in het water gezien wordt,
namelijk bij weerspiegeling van de maan. Ze geld daar op sommige plaatsen ook
als weervoorspelster waar het heet: ‘wie ‘t um Katharina trub oder rein, so
wird auch der nachste Hornung sein.’ En ‘schafft Katharina vor trost sich
Schutz, watet man noch lang im Schmutz.’
Bij ons zeggen de boeren: ԍet St. Katrijn moeten de koeien
aan de lijn,’ dus op stal staan.
Ze geldt als een van die speciale noodhelpers, dat wil
zeggen heiligen wiens hulp wordt ingeroepen tegen ziekte en gevaar.
Ook de jonge meisjes die op hun 25ste nog maagd
zijn hebben een speciale verering voor haar. Mogelijk vanwege haar naam, ‘de
reine.’ Bij de Fransen betekent ‘joiffer Ste Catherine,’ oude vrijster worden
en ongehuwd blijven.
Hoewel er ook een H. Katharina van Leuven was. Die zag
eens in een droom Maria in het wit gekleed met een schone lelietak die de Maagd
haar toereikte met de woorden: ‘Catharina, sta op en vertrek, want ge hebt nog
een lange weg te doen.’ Katharina sprong op en greep naar de leliën, maar Maria
en de bloemen waren verdwenen.
Weerspreuken.
Evenals de namen van de H. Lucia en Clara staat haar naam
etymologisch in verband met het begrip licht, reinheid en helderheid. Dit had
tot gevolg dat Katharijndag tot dies criticus werd, de beslissende dag voor het
weer. Deze dag wordt beschouwd als het begin van de winter.
Met Sint Katrijn moeten de koeien aan de lijn, zegt het
rijmpje. Er is nog een versje dat begint ‘Sinte Katerijne, laat het zonneke
schijnen en St. Katharina komt in het wit gekleed.’
Als de zon schijn t op St. Catharina, houden de lange
herfstregens op.
Omdat ze bijzonder standvastig was in haar geloof geeft
men het weer op die dag dezelfde eigenschap; Doet Sint Katrien haar witte
mantel aan, ze blijft er zeven weken mee rond gaan.
Als Դ op Sint Catharina vriest, zo vriest het 6 weken
lang. Ook:
Als vandaag de vorst begint, vriest het 6 weken lang.
Op Sint Catharina sterkt de winter.
Sint Catrien heeft dikwijls een witte mantel (of rok) Ook:
Sint Catrien komt in ‘t wit. =Op deze dag sneeuwt het
dikwijls.
Zoals de dag van Sint Katrijn, zal de laatste januari zijn.
Het is het springzaad, Impatiens noli-tangere, de Franse
Herbe de Sainte Catherine, het kruid is aan de heilige Katharina van Alexandri
gewijd die het rad dat de beul bracht in stukken liet springen - la merveille:
het wonder.
St. Katrienbloem is de chrysant die op haar dag bloeit,
haar kruid is het vlaskruid, Linaria vulgaris, haar rad, Nigella arvensis, haar
wortel de wolverlei, Arnica montana. St. Katrienmei is het zenegroen Ajuga
reptans, St. Katrienpruim Prunus Juliana die in oktobernovember rijp wordt.
Aster novae anglia heet Sinteketriensblomme, St. Catharina.
Haar feestbloem van de dag is het welriekende hoefblad,
Tussilago fragrans dat in het begin van de winter bloeit en de hulstbladige
Osmanthus ilicifolius.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/