26 mei.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
26
mei, Philippus Nerius,
(Filippo Neri) Grieks, liefhebber van paarden. Al een oude Griekse naam. 5
koningen van Macedonië droegen hem.
Geboren op 22 juli 1515 in Firenze als zoon van een
advocaat. Hij studeerde in Rome en grondde daar in 1548 de broederschap der
Heilige Drievuldigheid tot het verplegen van zieken en pelgrims. Nadat hij in
1551 de priesterwijding ontvangen had hield hij in 1556 samen met andere
priesters, onder andere Caesar Baronius, avondverzamelingen met vrome muziek in
een gebedszaal, het oratorio van de Chiesa Nuova (Santa Maria in Vallicella)
waaruit in 1558 de congregatie der Oratorianen ontstond die hij als ‘vader’ tot
1592 voor ging, een congregatie die zich toelegden op jeugd en zielzorg. Deze
bijeenkomsten staan mede aan de wieg van het oratorium als muzikaal genre. Hij
werd door Goethe de humoristische heilige’ genoemd en is na Franciscus van
Assisi de populairste en zonder vergelijk de origineelste van alle katholieke
heiligen, de blijmoedige heilige, de apostel van Rome. De kardinaalshoed sloeg
hij meerdere malen af, toen hij merkte hoe beroemd hij was geworden bedacht hij
een bijzonder wapen, hij begon zich te gedragen als een nar en wordt daarom ook
wel heilige Nar genoemd en is patroonheilige van clowns en humoristen. Zijn
lijfspreuk was: ‘Aspernere mundum, spernere se ipsum, spernere se sperni.’
Gestorven de 26ste mei 1595 in Rome, in 1622
heilige gesproken. Zijn doodsdag werd in 1726 tot een geboden feest verheven.
De oratorianen zijn seculiere priesters die geen bindende geloften afleggen en
zich bezig houden met volksonderricht en jeugdopvoeding. Tijdens de Franse
revolutie werden ze uit België verjaagd en keerden er niet meer terug.
Philippus Nerius wordt afgebeeld als oudere priester met
korte witte baard, steunend op een stok en met een rozenkrans in de hand. Als
attributen heeft hij een witte lelie, een vlammend hart, een engel die hem een
boek voorhoudt en kinderen om hem heen. Wordt aangeroepen tegen jicht en
onvruchtbaarheid bij vrouwen.
26 mei, Onze Lieve Vrouw ter
Nood in Heiloo.
Het Utrechtse Domkapittel spreekt in 1409 een rekening van
een vicaris (rector) van de Kapel. In een leenbrief uit 1440 is er sprake van ‘onze
Lieve Vrouwe Caepelle in de banne van Heiligeloo.’
Maria, Koningin der Apostelen. Het bedevaartsoord bevindt
zich in de buurtschap Kapel (ook wel Capel en Oesdom genoemd) ten zuiden van
Heiloo. Op een heuvel bij een als geneeskrachtig beschouwde waterput (de
Runxputte, Runx is Noors en betekent geheim, runen) was hier in 1409 een kapel
gebouwd, gewijd aan Maria die in korte tijd uitgroeide tot een veel bezocht
bedevaartsoord. De heuvel werd later Kruipberg genoemd omdat Processies rond de
kapel meestal kruipend werden gehouden. Eerst werd er een beeldje van Maria
door een herder gevonden die hij mee naar huis nam. De volgende dag lag het
beeldje weer bij de bron. Tijdens het beleg van Alkmaar in 1573 werd de kapel
en put vernield. Tijdens een veepest in 1713 kreeg het een nieuwe impuls omdat
zich de boeren daar in gebed verenigden en dat toen van onder het puin een
geneeskrachtige bron opwelde. De Staten van Holland hadden er geen financieel
belang bij en maakten de pelgrimage vrijwel onmogelijk. In 1902 kocht pastoor
Geenen het terrein op en al gauw kwam er weer een processie. Verder wordt er
verhaald dat er een koopman was die met verschrikkelijk slecht weer op zee
voer. Toen verscheen Maria aan hem en beloofde hem veilig thuis te komen als
hij bij de put een kapel voor Maria zou bouwen. Dat gebeurde.
De bloem van hun
dag zijn de Pontische alpenroos,
Rhododendron ponticum, de lieve ereprijs Veronica chamaedrys.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/