28 november.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
28
november, Gregorius III:
Grieks gregorios: ‘de waakzame,’ vgl. Latijn Vigilius. Naam van verschillende heiligen en 15 pausen.
Gregorius III was een Syriër van geboorte. Zijn
pontificaat leek op dat van zijn voorganger, Gregorius II. Gregorius III stierf
op 29 november 741. Hij werd gekozen door een enthousiast conclaaf. Hij was ook
de laatste paus die toestemming kreeg van het Byzantijnsche
keizerrijk om paus te worden. Een van Gregorius eerste daden was het aanpassen
van de wetten die paus Leo III had bedacht. Die had het verboden om heiligen af
te beelden. Gregorius begon met een nieuw concilie in november 731. Met deze
zetten maakte hij zich niet geliefd bij het Byzantijnse rijk, dat daarop geen
enkele paus meer erkende. Gregorius bevorderde het geloof in Christus in het
noorden van Europa. Hij was de paus die Bonifatius en Willibrord op missie
stuurde, wat zijn voorganger weigerde omdat het goed ging met de kerk in het
westen. Gregorius hielp het toekomstige Frankische rijk met de herovering van
Ravenna dat in 733 in handen van de Langobarden was gevallen. Gregorius is een
heilige; zijn feestdag is 28 november, de dag voor zijn overlijden. Deze paus verhief Bonifatius tot
aartsbisschop, 731-741.
De benaming Gregoriaanse muziek herinnert aan Gregorius I.
De Gregoriaanse kalender aan paus Gregorius XIII die in 1582 de Juliaanse
kalender verbeterde, maar vierde ook de bloedbruiloft te Parijs met een dankfeest
en liet ter herinnering daaraan een gedenkpenning slaan.
Dan
is er nog Gregorius VII 1073-1085.
Hij werd geboren rond 1020/1030 te Soana Hildebrand
van Sovana (ook Aldobrandeschi),
was volgens sommigen de zoon van een timmerman en volgens anderen telg van een
adellijke stam. Hij werd te Rome opgevoed en trad al vroeg, niet zonder
weerzin, in de orde van de H. Benedictus, verliet al gauw het klooster en
verheugde zich in de vriendschap van Laurentius, aartsbisschop van Amalfia. Hij volgde Gregorius VI die door Hendrik III van
zijn waardigheid werd beroofd in ballingschap en betrok als monnik het klooster
te Clugny en keerde met Leo IX naar Rome terug waar
hij eerst op de achtergrond en later als kardinaal een belangrijke rol vervulde
en na de dood van Alexander II de 22ste april 1073 de pauselijke
stoel beklom. Nu streefde hij met rusteloze ijver naar zijn doel, namelijk naar
de onbeperkte heerschappij van de kerk over de staat en van de paus over de
kerk. In 1075 vaardigde hij het Dictatus papae uit, dat de paus het hoogste gezag binnen Kerk en
maatschappij verleende, plaatste zich dus boven de bisschoppen, boven de synode
en zelfs boven het canoniek recht, boven wereldlijke heersers, dus ook de
Duitse keizer die hij kon excommuniceren en derhalve impliciet afzetten.
Bovendien waren hun onderdanen in dat geval ontslagen van hun eed van trouw.
Deze politiek maakte hem tot een hoofdfiguur uit de investituurstrijd. Is
bekend door zijn streven om het celibaat dat hij invoerde, zijn strijd tegen de
simonie en met Hendrik IV van Duitsland (gang naar Canossa)
Geen leek (lees koningen) mocht de ambtswijding aan een priester toedienen op
straffe van de ban. Keizer Hendrik IV wilde het aloude recht van het
koningschap laten gelden, toen sprak Gregorius het vonnis der afzetting over
hem uit en over andere Duitse bisschoppen die hun ambt van de keizer ontvangen
hadden evenals 5 keizerlijke raadsheren die eraan meegewerkt hadden. De keizer
ontsloeg zijn raadsheren maar voor even en nam de bisschoppen in bescherming
zodat Gregorius hen in 1076 naar Rome ontbood om zich voor de synode te
verantwoorden. Hendrik IV liet op de synode van Worms de paus vervallen
verklaren van zijn waardigheid waarna die de keizer in de ban deed. Al gauw
ontdekte Hendrik IV dat geheel opper Duitsland tegen hem opstond en de Saksers
tegen hem oorlog begonnen te voeren. De keurvorsten namen het besluit om een
andere keizer te kiezen als Hendrik binnen een jaar zijn banvloek niet ongedaan
wist te maken zodat die zich genoodzaakt zich naar Italië te trekken en te Canossa (Reggio Emilia) de 25ste
tot 28ste januari 1077 zich aan een vernederende kerkboete te
onderwerpen waarna hij vergiffenis ontving. Hij moest gedurende 3 dagen, 25 tot
28 januari, in felle koude en barrevoets in een haren boetegewaad zijn
onwaardigheid voelen. Vandaar het woord van de Duitse rijkskanselier Bismarck
tegenover de aanmatiging van de Ultramontanen: ‘Nach Canossa gehen wir
nicht!’ Later, toen hij meer vrienden om zich heen verzameld had liet Hendrik
de paus op de synode te Brixen afzetten met hulp van Godfried van Bouillon en
installeerde de reeds in 1080 gekozen tegenpaus Clemens III op de H. Stoel
plaatsen. Trok naar Rome en veroverde het in 1084 waar Clemens hem zou kronen
tot keizer van het Heilige Roomse rijk der Duitse Natie. Gregorius werd in de
Engelenburg belegerd en werd bevrijd door Robert Guiscard,
moest naar Salerno de wijk nemen en overleed op 25 mei 1085.Zijn beroemdste
citaat was: Amavi iustiam et
odivi iniquitatem; propterea, morior in exillio (‘Ik hield van rechtvaardigheid en haatte
ongerechtigheid; daarom sterf ik nu in ballingschap’). Hij werd in Salerno
begraven en tot nu toe heeft de bevolking van Salerno zich met succes verzet
tegen het overbrengen van de stoffelijke resten naar Rome, waar vrijwel alle
pausen begraven zijn. hij werd in 1606 door paus
Paulus V heilig verklaard. Zijn gedachtenis is op 25 mei.
Gregorius X, 1271-1276 enthousiast voorvechter van
het Kruistochtidee.
Hij is geboren te Piacenza in
1210 en gestorven te Arezzo op 10 januari 1276 als Tebaldo
Visconti en was aartsdiaken te Luik voordat hij tot paus gekozen werd. Zijn
pontificaat liep van 1271 tot 1267. Na de dood van paus Clemens IV was de zetel
van Petrus bijna drie jaar lang vacant geweest als gevolg van strijd tussen
Franse en Italiaanse kardinalen. Uiteindelijk besloten de inwoners van Viterbo,
waar het conclaaf bijeen was, de kardinalen op te sluiten en op water en brood
te zetten, totdat zij een paus gekozen zouden hebben. Als compromiskandidaat
werd de Luikse aartsdiaken van Italiaanse afkomst Tebaldo
Visconti op 1 september 1271 gekozen in het Petrusambt. Hij was op dat moment
druk bezig met zijn deelname aan de Negende kruistocht en verbleef in Akko waar
hem het bericht van zijn nieuwe taak bereikte. Omdat de keus was gevallen op
een diaken, werd hij na zijn aankomst in Rome op 13 maart eerst tot priester
gewijd (19 maart). Op 27 maart 1271 werd hij als paus Gregorius X geïntroduceerd.
Gregorius X riep al in maart 1272 een algemeen concilie bijeen, dat op 1 mei
1274 plaatshad in Lyon en de geschiedenis inging als het Tweede concilie van
Lyon. Belangrijkste doelstelling van het concilie was de organisatie van een
nieuwe kruistocht, maar ondanks toezeggingen van verschillende vorsten
(waaronder de koningen van Sicilië, Frankrijk en Engeland) bleven het
enthousiasme en de financiële armslag te beperkt. Op het Tweede Concilie van
Lyon kwam het daarnaast op initiatief van keizer Michael VIII van Byzantium tot
een einde van het Grote Schisma van 1054. Dit akkoord werd reeds in 1282
herroepen door Michaels zoon Andronikos II Palaeologos. Tot slot werd de procedure voor een pauskeuze
vastgelegd, die tot paus Paulus VI ongewijzigd bleef. Met het oog op de te
organiseren kruistocht zette Gregorius X zich in voor een einde van de strijd
tussen de Ghibellijnen en Welfen.
Tussen 1254 en 1273 beschikt het Heilige Roomse Rijk weliswaar formeel over een
keizer, maar deze oefenden nauwelijks bestuur uit wegens gebrek aan autoriteit.
Paus Gregorius X dreigde nu zelf een keizer te benoemen, als de keurvorsten
niet in staat zouden blijken om een daadkrachtige keizer te kiezen. Vervolgens
werd op 1 oktober 1273 Rudolf van Habsburg in Frankfurt benoemd en eind oktober
in Aken gekroond. Rudolf I en Gregorius X ontmoetten elkaar daarop
in 1275 in Lausanne en zij besloten dat Rudolf de keizerskroon op 2
februari 1276 zou worden opgezet. Omdat Gregorius X op 10 januari 1276 stierf,
kwam daarvan niets meer terecht. Gregorius X werd in de dom San Donato van Arezzo, waar hij overleden was, begraven. In
1272 verkondigde Gregorius X een aantal maatregelen jegens joden, waaronder de
verklaring dat joden het petitierecht hadden. Gregorius X bevestigde dat het
dopen van joden tegen hun wil niet geoorloofd was, en geweld nog minder. In
conflicten zouden getuigenissen van christenen tegen joden niet geldig zijn,
indien niet tenminste een jood die getuigenissen zou beamen. Sinds het begin
van de kruistochten was geweld en verdrijving van joden een toenemend
verschijnsel in Europa geworden. Paus Gregorius X wordt vereerd als zalige.
Zijn feestdag valt op 10 januari.
De plant van de dag is Japanse Skimmia.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en
: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/