29 december.
Klik hier voor
inleiding heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of
tijdsbepaling, weerspreuken, bloemen.
29 december, H. Thomas Becket (Thomas van Canterbury): Aramees, ‘tweeling,’= Grieks didymus.
Hij is geboren te Londen (Cheapside),
ca. 21 december 1118 uit een adellijke familie die van Normandië
afkomstig was. Zijn moeder was Matilda die haar zoon geregeld woog en gaf dat
gewicht aan de armen. Zijn vader was Gilbert, sheriff van Londen die hem een
goede opleiding gaf. Eerst werd hij naar de monniken van Merton abdij gestuurd
te Surrey, dan naar Londen en later naar de universiteit van Parijs en kwam
terug met zijn 21ste. Hij was lang en knap, leefde goed en had mooie
kleren en was dol op buitensporten en had vele vrienden. Allen merkten zijn
zuiverheid van leven op. Na zijn vaders dood veranderden de omstandigheden en
vanaf 1142 kwam hij als klerk aan het hof van aartsbisschop Theobald van
Canterbury waar hij opviel. Hij begon hem te vertrouwen en kreeg belangrijkere
documenten, nam hij in regelmatige dienst en ze reisden samen, bezochten
Frankrijk en Rome en verschillende andere delen van het continent, kwam in
contact met de hoogste van het land en werd een hechte vriend van de
koning. Rond die tijd kreeg hij
toestemming om geestelijk en wereldlijk recht te studeren te Bologna en
Auxerre, werd onderscheiden vanwege diensten bij verschillende kerken. Hij werd
in 1154 deken en aangewezen als aartsdiaken van Canterbury. Hij werd een
favoriet van Hendrik van Anjou toen hij paus Eugenius II wist te overtuigen om
niet de opvolger van koning Stephan van Blois, Eustace, te erkennen en zo
Hendriks recht op de troon als Hendrik II gaf. In 1155 kanselier van Hendrik II
die hij zeven jaar loyaal diende zodat hij een bekende koninklijke beambte
werd. De staat groeide snel onder zijn leiding, zijn zaak was om de wet te
regelen wat hij goed deed voor kerk en staat.
Toen de koning in 1164 de kerk aan zijn macht onderwierp
met de Constituties van Clarendon verklaarde Becket zich na enige aarzeling
akkoord. Als je me aartsbisschop van Canterbury maakt zal het je spijten, ik
zeg dat je nu van me houdt en dan zal de liefde in haat omslaan. Het kwam uit
zoals hij voorspeld had. Hij nam de functie van aartsbisschop van Canterbury in
1162 aan en van de dag van zijn aanstelling veranderde hij compleet. Hij had de
koning gediend, nu diende hij de Koning der koningen waar zijn glorie in lag en
in discipline en nederigheid. Tor Hendriks verbazing zei hij het kanselierschap
op en werd daags voor zijn aanstelling als priester gewijd. Het was niet zijn
wens om aartsbisschop te worden, hij veranderde van een hoofd van acteurs en
hondse nalopers tot een schaapherder van zielen. Hij leefde nu als priester en
zette alle kostbare gewaden opzij en droeg het monnikenkleed, gaf aalmoezen en
zong ճ nachts in het koor en was nu bezorgd om de ziel van de koning die hij
tactloos aan zijn vroegere vriend voorwierp. Er waren vele disputen, kerken,
land en bezittingen, geestelijken die hun privileges niet opgaven. Sommige van
zijn eigen prelaten werden opstandig, hun verwanten die nauw verwant waren aan
de koning maakten problemen. De twee hoofdconflicten met Hendrik waren de
jurisprudentie van de kerk en staat over geestelijken die van misdaad
beschuldigd werden en de vrijheid om bij Rome in beroep te gaan. Vanwege de
vervreemding van kerkenlanden maakte Thomas problemen, hij kende de staatszaken
dan ook beter dan iemand anders. Hendrik
beriep zich op het gebruik van zijn grootvader die opgesteld waren in de
Constitie van Clarendon, volgens zijn moeder Matilda was die codificatie een
fout. Becket accepteerde deze constitutie eerst, maar nadat hij de gevolgen er
van begreep weigerde hij. Waarschijnlijk voorzag hij de toekomende gevaren die
de kerk van Engeland bedreigden. Zo verergerde het conflict. De koning ergerde
zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen
en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In
1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon
rechtspreken over een kardinaal. Tijdens de beroemde vergadering te Northampton
in 1164 kwam Thomas oog in oog te staan met zijn tegenstanders en voorzag dat
vele ridders niet in ongenade wilde vallen en dat ze hem zouden laten vallen
als het geschikt was voor hun doelen. De koning verloor zijn geduld en zei ‘jij
bent mijn man, ik trok je omhoog van niets en nu daag je me uit, ‘ Sir, zet
Thomas, Petrus kwam uit niets en nu regelt hij de kerk.’ Je geeft niet toe aan mij, zei de koning, ‘dat
doe ik niet Sir,’ zei Thomas.
Hij zag dat er geen oplossing kwam en dacht dat het beter
was om te vluchten dan om een compromis te sluiten met Hendrik over de rechten
van de kerk, mogelijk werd hij redelijk en de kerk zijn rechten teruggeven. Hij
vertrok naar Frankrijk waar hij 6 jaar bleef. Op aanbeveling van de paus kwam
hij bij het Cisterciënzer klooster te Pontigny tot Hendrik dreigde alle Cisterciënzers
te vermoorden als ze hem bleven herbergen. In 1166 ging hij naar Saint Columba
abdij te Sens die onder bescherming van Lodewijk VII van Frankrijk stond. Beide
kanten appelleerden bij paus Alexander III die zijn best deed een aanvaardbare
oplossing te vinden. Maar ondertussen werd het conflict bitterder aan beide
kanten. Hij kreeg inderdaad de steun van paus Alexander III. Deze kon echter
geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie
verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en tegenpaus
Paschalis III. In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon
liet kronen door de aartsbisschop van York en niet door Thomas, de
aartsbisschop van Canterbury. De paus of Lodewijk VII overtuigde Hendrik om
naar Thomas te gaan en vrede te maken, maar er werden aan beide kanten geen
beloftes gedaan. Hij dacht dat Thomas bij zijn terugkeer zijn claims niet zou
doorzetten en gaf de vrijheid toe om appel aan te tekenen bij Rome, maar hield
de echte macht bij zichzelf. Nauwelijks
was hij weer terug op 1 december 1170 of de strijd begon weer, Hendrik had
gehoord dat de paus de opstandige bisschoppen geëxcommuniceerd had voor het
wederrechtelijk toe-eigenen van de rechten van de aartsbisschop en dat Thomas
dat niet wilde veranderen totdat ze trouw aan de paus zworen. Hij werd hij
kwaad en zei; is er niemand die me bevrijden wil van deze turbulente priester?
Vier Normandische ridders vatten die verzuchting van de koning over Becket
letterlijk op, reisden af naar Engeland. Het was advent en Kerstmis kwam eraan.
Op 29 december 1170 stonden vier ridders met een troep soldaten buiten de
kathedraal van Canterbury en wilden de aartsbisschop zien. Ze wilden hem
vermoorden en geloofden dat ze de zegening van Hendrik hadden. Een paar
priester zeiden voor vrijwel de gehele monnikengemeenschap in de kerk hun
vespers op, de aartsbisschop was in het naast gelegen paleis bezig met zaken.
Hij voelde nattigheid toen ze hem eerst dwongen en trokken hem tegen zijn wil
in de kerk en sloten de deuren achter zich. ‘Thomas verbad het hun; een kerk is
geen kasteel, waarom doen jullie zo en waar zijn jullie bang voor, je kan geen
kwaad doen alleen wat God toestaat.’ In de halve duisternis gingen ze met
getrokken zwaarden door de kerk en vroegen kwaad, ‘daar is de verrader, waar is
de aartsbisschop? ‘Hier ben ik,’ zei Thomas, ԧeen verrader, maar een priester
van God, wat willen jullie van me?’ De ridders stormden naar voren en sloegen
hem op de treden van zijn eigen heiligdom en verdeelden zijn hersens over de
vloer. Hij stierf met achtereenvolgende ademhalingen waarop hij de namen
herhaalde van de aartsbisschoppen die voor hem gemarteld waren, St. Denis en St
Elphege van Canterbury, dan zei hij, ‘Unto Your hand, O Lord, I commend my
spirit.’ Zijn laatset woorden waren volgens getuigen; ‘willingly I die for the
name of Jesus and in defense of the Church’ .Alle christenen waren ontzet. Een
door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het
drama te voorkomen. Hendrik II werd gedwongen boete doen in de crypte van de
kathedraal door zich door vier monniken te laten geselen inclusief de vestiging
van een klooster te Witham in Somerset.
Vele wonderen gebeurden onmiddellijk aan zijn graf, binnen
tien jaar werden er 703 wonderen vermeld. Hij werd algemeen als heilige
verklaard en zelfs al voor zijn canonisatie door paus Alexander III, twee jaar
na zijn dood, januari 1173, en zijn graf in de kathedraal werd een geliefkoosd
pelgrimsoord. Met name in 1220 en 1270 (toen in Canterbury lang voor dat Rome
dit deed een ‘Heilig Jaar’ werd uitgeroepen) trokken veel Nederlandse pelgrims
overzee naar Kantelberg. De verheffing van zijn relikwieën naar een nieuwe
schrijn was in 1220 en was een van de mooiste ceremonies die ooit gezien zijn,
de mensen kwamen uit heel Europa om dat te zien. Zijn schrijn is misschien wel
een van de rijkste ter wereld, maar is geplunderd onder Hendrik VIII. De 14d
eeuwse Engelse schrijver Geoffrey Chaucer laat in zij Canterbury Tales de
reizigers een tocht maken naar het graf van Thomas Becket in Canterbury.
Onderweg vertellen zij elkaar verhalen, onder andere die van Frutos die in de
toren binnenkomt. Het is opvallend dat Hendrik VIII, die met de kerk brak en
zich als hoofd van de kerk uitriep, Thomas die vier eeuwen daarvoor was
overleden van de kalender van Engelse heiligen liet verwijderen. In de 16de
eeuw werd zijn schrijn die een 400 jaar een belangrijke bedevaartplaats was
vernietigd.
Hij wordt als aartsbisschop afgebeeld die bij het altaar
gedood wordt door drie ridders. Er zijn wat verschillen, soms is er 1 ridder,
er is een kandeldrager bij hem, hij heeft een zwaard in zijn bloedend hoofd, de
staart van een paard is afgesneden toen hij door Rochester reed, engelen zingen
het Laetabitur
justus bij zijn requiem, wordt gewijd in aanwezigheid van de koning.
Een luis is een worm van de huid, bezeert de huid meer met
de voeten en kruipen dan met bijten. Wordt gebroed uit bedorven luchten en
geuren die uit het lichaam en vlees zweten door de poriën. Deze parasieten zijn
het product van menselijk sappen. Die theorie geloofde men nog in het midden
van de vorige eeuw. Moeders in Frankrijk en in ons land haalden luizen uit het
hoofd van hun kinderen als bewijs van een levendige gezondheid. Toen het
lichaam van de vermoorde heilige Thomas Beckett werd ontkleed krioelde het in
zijn boetekleed van luizen. De toeschouwers waren verrukt over zoծ heiligheid.
Hoe meer luizen, hoe meer verering voor de heilige.
De bloem van zijn dag is een heide, Erica genistopha.
Campanula medium zijn de beroemde Canterbury bells. De
oorsprong van de naam ligt in oude tijden toen er klokken gedragen werden om de
kragen van paarden. Dit omdat de wegen te smal waren om elkaar te passeren,
vooral tijdens pelgrimage naar de schrijn van St. Thomas a Becket te Canterbury
moest men elkaar van tevoren waarschuwen.
29 of 30 december, H. Egwin van
Worcester (Ecgwine, Egwinus): Germaans eg: zwaard,’ win: ‘vriend, dus ongeveer, vriend van het
zwaard.
Hij was van koninklijke afkomst en waarschijnlijk de neef
van koning Athelred van Mercia, geboren rond 650. Abt van het
benedictijnenklooster van Cronuchome en omstreeks 692 werd hij verkozen tot
derde bisschop van Worcester. Na een aanvaring met de paus, hij was aangeklaagd
vanwege overdreven strengheid, ondernam hij een bedevaart naar Rome. Volgens de
legende maakte hij de reis terwijl zijn handen en voeten geboeid waren en hij
had de sleutel van de boeien in de rivier de Avon gegooid. Terwijl hij in Rome
om vergeving bad werd hem een vis uit de Tiber gebracht met in zijn maag de
sleutel van zijn boeien. Na zijn terugkomst stichtte hij het
benedictijnenklooster Evesham in Worcestershire in 701 op de plaats waart Maria
aan hem verschenen zou zijn. In 709 ging hij op een tweede pelgrimage naar Rome
in gezelschap van Koenraad, de opvolger van ‘Thelred (koning CϮred) en koning
Offa van Essex. Overleden rond 717.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met vis en sleutel en
vaak met kettingen in zijn hand vanwege zijn boetetocht.
29 december, H. Thaddeus: Aramees
tadda: ‘de dappere.’
Oorspronkelijk was Thaddeus slaaf en na zijn vrijlating
monnik te Constantinopel. Hij was martelaar in de beeldenstrijd van 815.
29 december, H. Trofimus: (Trophymus) Grieks ‘voedsterkind.’
Naam van een bekeerde heiden uit Efeze en metgezel van
Paulus die onder andere vermeld is in Hand. 20:4, 21: 27-30.
Toen de zeven dagen van de reiniging bijna verstreken
waren, zagen Joden uit Azië Paulus in de tempel. Ze grepen hem vast en brachten
grote opschudding teweeg onder de tempelbezoekers. 28] Ze schreeuwden: ‘Israëlieten, kom ons
helpen! Dit is de man die zich telkens weer tegen het Joodse volk keert en
tegen de wet en de tempel. Bovendien heeft hij ook Grieken de tempel
binnengebracht, en daarmee heeft hij deze heilige plaats ontwijd.ՠ29] Ze hadden hem
namelijk kort tevoren met de Efeziër Trofimus in de stad gezien, en ze dachten
dat Paulus hem had meegenomen naar de tempel.30. De hele stad raakte in rep en
roer en er ontstond een volksoploop. Paulus werd hardhandig de tempel uit
gesleurd, en meteen werden de tempelpoorten gesloten.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/