29 januari.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
29 januari of 24 januari, H. Franciscus van
Sales
(Franciscus Salesius) : ‘de Fransman.’
Franciscus, Francois de Sales, werd geboren op 21 augustus
1567 op het stamslot van het geslacht Sales in Savoye. Aanvankelijk kreeg hij
een opleiding in de rechten te Parijs en Padua en weigerde de rijke
huwelijkskandidate te trouwen, maar in 1591 werd hij priester tegen de wens van
zijn ouders, ook door bemiddeling van Claude de Granier, bisschop van Genève.
Sinds 1594 werkte hij aan de zuidelijke oever van het meer van Genève, Annecy,
tegen het zich daar verspreidende Calvinisme. In 1602 werd hij bisschop van Genève
als opvolger van Granier. In 1610 stichtte hij met Jeanne Francoise Fremiot de
Chantal de vrouwelijke orde van Visitatie (Visitandinnen) Enkele hoge
aangeboden posten wees hij af om te blijven werken in zijn arme diocees. Hij
schreef zijn Philothea en veel andere werken waarin hij de geest van liefde en
zachtmoedigheid neerlegde. Hij was een uitgesproken voorstander van de
hervormingen tijdens de Contrareformatie. Op een reis naar Lyon overleed hij op
28 december 1622 te Annecy waar zijn graf spoedig een pelgrimsoord werd. In
11661 werd hij zalig verklaard door paus Alexander VII, in 665 werd hij heilig
verklaard door dezelfde paus.
Sinds 1923 is hij schutspatroon van de R. K. pers en
schrijvers vanwege zij grote literaire activiteit. De congregatie van
Salesianen van Don Bosco is naar hem genoemd en zo ook de oblaten van H.
Franciscus van Sales.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met naast hem een boek,
inktpot, pen of ganzenveer, borstkruis en een duif met doornen omringd hart
vanwege zijn liefde tot Christus. Hij was een groot liefhebber van bloemen en
hij ontleende aan hen veel zinnebeeldige spreuken. Schutspatroon van
schrijvers, redenaars, uitgevers en journalisten. Dat naar de sensatie die hij
verwekte met zijn bewering dat men geen priester of kloosterzuster behoefde te
zijn om heilig te worden.
29 januari, H. Valerius: Latijn valere: ‘sterk zijn, gezond
zijn of invloed hebben.’ Reeds de naam van een bekend Romeins geslacht. De
Romeinse keizer Valerianus 253-260 stond aanvankelijk verdraagzaam tegen het
christendom, later werd hij een vervolger.
Valerius was prediker aan de Rijn en de Moezel en
waarschijnlijk de tweede bisschop van Trier als opvolger van de heilige
Eucharius in de tweede helft van de derde eeuw. Bisschop Cyrillus liet in de 5de
eeuw zijn gebeente met die van Eucharius in een door hem opgerichte kerk
brengen. Nu is er de St. Mathhias basiliek met in de crypte het gebeente van de
twee heiligen.
29
januari, H. Maurus: Latijn
maurus: ‘Moor, uit Mauritanië.’ Naam van enige heiligen.
Maurus was een Romeinse martelaar uit onbekende tijd. Hij
kwam uit Afrika om de tombes van de apostels te bezoeken en onderging het
marteldom onder Celerinus, gouverneur van Rome.
29 januari, Julianus Hospitator
(Julianus de Gastvrije)
Gustave Flaubert: Drie vertellingen (Een eenvoudig hart,
De legende van de heilige Julianus de gastvrije en Herodias, La legende de
saint Julien l’hospitalier, Un coeur simple en Hrodias)
Drie korte verhalen, waarvan het eerste het eenvoudige
leven schildert van boerenmeisje Flicit, die haar enig geluk vindt in de
toegewijde zorg voor haar meesteres, mevrouw Aubain.
De legende van de heilige Julianusՠis het verhaal van een
edelman, die volgens een voorspelling zijn rijke ouders zou doden en daarom zijn
ouderlijk kasteel ontvlucht. In het derde, bijbels verhaal weet de dansende
Salome, dochter van ‘Herodias’ de grote Herodes Antipas te verleiden haar op
een schaal het hoofd van Joannes de Doper te laten aanbieden. De vertaling
verschilt ingrijpend van die van Rob en Lucie Geuljans (Spectrum 1978) en is
vrijwel altijd gelukkiger. Tussen de sobere eenvoud van Flicit en de praal van
de heersende Herodes staat de Struise figuur van Julianus, -de middeleeuwse
legende tussen de moderne novelle en de romeins-joodse wereld uit de eerste
eeuw-, drie verhalen, waarvan Flaubert zijn onmiskenbaar meesterschap over
stijl en taal bevestigt
De jonge Julianus kreeg tijdens een jacht op een hert te
horen dat hij zijn ouders zou vermoorden. Hij vluchtte daarom en trouwde met
een rijke weduwe. Toen hij een keer weg was gaf zijn vrouw hun bed aan zijn
vader en moeder die hem aan het zoeken waren. Julianus kwam thuis en herkende
hen niet in het donker en dacht dat zijn vrouw ontrouw as geworden en doodde zo
zijn ouders. Uit boete stichtte hij daarna bij een rivier een huis voor
pelgrims en zette mensen gratis over het water.
Hij wordt afgebeeld in burger kleding of als jonge edelman
met hert, bootje en soms met een zwaard, het moordwapen. Ook wel soms als
reiziger met en zieke of met Christus, soms op de rug of schouder als een
Christophurus omdat hij eens een stervende pestlijder overzette. Later bleek
het Christus te zijn die hem vergiffenis kwam schenken. Schutspatroon van
reizigers, herbergiers en pelgrims
De plant van zijn feestdag is de pluimvaren Osmunda regalis.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/