29 november.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
29
november, H. Radbod van Utrecht, (Radboud, Radbodus): Germaans, eerste deel is ‘raad,’ tweede deel
betekent ‘bieden of gebieden, er komt wel verwisseling voor met boud: ‘stoutmoedig.’
Radbod is geboren rond 850 uit een aanzienlijke Frankische
familie in de buurt van Namen. Zijn moeder was van Friese afkomst en
afstammeling van de Friese vorst Radboud.
Hij begon zijn studie onder hoede van zijn oom van moederskant
Gunthar (Gunther, Guntherus), bisschop van Keulen van 850 tot aan zijn
afzetting in 863. Na 863 zette Radboud zijn studie voort aan de hofschool van
de West-Frankische koning Karel de Kale (843-877), wiens kapelaan hij werd. Na
Karels dood kwam hij bij zijn zoon Lodewijk waar hij wetenschappen leren kon.
Toen Odibalsus of Egilboldus of Egilbertus, bisschop van Utrecht, overleden was
kozen zowel de geestelijkheid als het volk Radbodus in 899. Dat kwam wel
omdat koning Arnulfus, Arnulf van Karinthië
(887-899) en de hovelingen van die mening waren en werd tot veertiende bisschop
van het bisdom Utrecht gekozen. Dan heeft hij zijn kleding veranderd en is de
nauwe weg ingeslagen die monniken volgen. Want de bisschoppen van Utrecht
zouden het voor een onbetamelijke zaak houden indien ze zonder het
monnikenkleed te dragen en zonder de kloosterlijke beloften gedaan te hebben
het bewind over de kerk te voeren die van het begin af aan door monniken
bestierd werd.
Omdat Utrecht door de Noormannen was verwoest, resideerde
hij niet daar maar in Deventer, waar een van zijn voorgangers neergestreken
was. Als bisschop was Radboud de belangrijkste vertegenwoordiger van het
Oost-Frankische gezag in noordelijk Nederland. In 911 echter kwam het hertogdom
Lotharingen, waarbinnen het bisdom Utrecht lag, aan het West-Frankische rijk.
Radboud lijkt daarna te hebben getwijfeld tussen trouw aan zijn oude koning of
trouw en aansluiting bij de nieuwe vorst. Zijn oudste levensbeschrijving legt
hem kritiek in de mond op de inschakeling van bisschoppen in het
Oost-Frankische rijksbestuur, maar mogelijk komt deze kritiek eerder voor
rekening van de auteur. Omstreeks 914/915 reisde hij naar Rome waar hij een
verder onbekend conflict met graaf Meginhard van Hamaland voorlegde aan paus Johannes
X (914-928); na Radboud en vertegenwoordigers van Meginhard te hebben gehoord,
trof de paus een schikking. Radboud trof voorbereidingen om de zetel in Utrecht
weer in te nemen. Hij liet daartoe een lijst opstellen van alle bezittingen van
het bisdom vr de verdrijving door de Noormannen. Radboud stierf echter voordat
deze plannen uitgevoerd konden worden, 29 november 918. Nadat de Heilige Maagd
die hem in het gezelschap van de H. Thekla en Agnes verschenen waren is hij in
het dorpje Drent, halverwege Groningen en Coevorden door een koorts aangetast
te Ootmarsum overleden.
Hij werd bijgezet in de Lebuinuskerk van Deventer. Waar
hij kort tevoren na de verwoesting van Utrecht de bisschoppelijke stoel had
geplaatst.
Zijn opvolger Balderik, Baldericus, had hij zelf
aangewezen. De verering van Radboud als heilige bleef in de Middeleeuwen
beperkt tot het bisdom Utrecht.
Aan Radboud wordt een aantal kleinere geschriften
toegeschreven; aan zijn auteurschap bestaat in enkele gevallen twijfel. De
meeste geschriften zijn heiligenlevens, sommige in proza, andere in verzen. Hij
beschreef het leven van de Angelsaksische missionarissen Bonifatius (in proza),
Suitbert en Lebuinus (beiden in een preek en in verzen); ook zijn preken
bewaard over de maagd Amalberga (7e/8e eeuw) en bisschop
Servaas van Tongeren-Maastricht. Aan Martinus van Tours (patroon van het
klooster in Tours n van Utrecht) wijdde hij verscheidene dichtwerkjes. Zijn
gedicht De hirundine (Over de zwaluw) is het enige onder de bewaard
gebleven gedichten dat niet over een christelijk of religieus onderwerp gaat.
Het is mogelijk al in Radbouds schooltijd ontstaan en heeft goede papieren om
als het oudste gedicht van Nederland te mogen worden bestempeld. Het leven van
Radboud zelf kennen we, behalve uit kronieken, oorkonden en zijn eigen
geschriften, uit een heiligenleven dat volgens recente studies tussen 962 en
975 moet zijn geschreven, vermoedelijk door een Utrechtse kanunnik. Volgens dit
heiligenleven zou Radboud ook kerkelijke gezangen hebben gecomponeerd. Deze
zijn niet bewaard gebleven. In Nederland is Radboud de patroon van de
katholieke wetenschapsbeoefening. In 1905 werd de Sint Radboudstichting
opgericht met als doel de bevordering van het katholiek hoger onderwijs in
Nederland en in het bijzonder de oprichting van een katholieke universiteit. In
1923 werd de Katholieke Universiteit Nijmegen geopend, in 1956 het bijbehorende
Sint Radboudziekenhuis. Op 1 september 2004 heeft de universiteit de naam
Radboud Universiteit Nijmegen aangenomen. Patroonheilige van de bisdommen
Utrecht, Rotterdam en Groningen.
Hij wordt afgebeelde als bisschop, in de hand een boek
over onder andere H. Willibrordus en H. Bonifatius. Hij heeft de blik omhoog
omdat Maria met de H. Agnes en H. Thecla aan hem verschenen om hem te verzekeren
dat hij met een gerust gemoed kon sterven.
29 november, H. Saturninus van
Toulouse, (Cernin, Sarnin,
Sernin, Savournin, Sorlin of Sornin): mogelijk een oorspronkelijke
Etruskische naam die door de Romeinen zelf al niet meer begrepen en volks
etymologisch met satus: ‘daaien,’ in verband werd gebracht. Een oud-Italiaanse
landbouwgod die later vereenzelvigd werd met de Griekse god Kronos. Daarmee
werden op hem ook de sagen omtrent een vroegere gouden eeuw overgebracht. Het
uitbundige feest ter zijner eren heette saturnaliën. Dan werden onder meer de
standsverschillen tussen slaven en hun heren opgeheven en werden er geschenken
gegeven. Ook al een Romeinse bijnaam in het geslacht Apuleia.
Saturninus was de 1ste bisschop van Toulouse en
is waarschijnlijk tijdens paus Fabianus 236-250 van Rome uitgezonden waar St.
Trophimus, eerste bisschop van Arles, al rijk geoogst had. In 250 toen Decius
en Gratus consuls waren vestigde hij zijn zetel te Toulouse en zou daar velen
bekeerd hebben door preken en wonderen, volgens Fortunatus, een 50 jaar later.
Hij verzamelde zijn mensen in een kleine kerk en het Capitool, de hoofdtempel
van die stad, lag op zijn weg naar de kerk. In die tempel werden orakels
gegeven, maar de duivels werden stom als hij voorbij ging. De priesters
bespioneerden hem als hij op een dag voorbij ging en trokken hem in de tempel
en verklaarden dat hij aan hun goden zou offeren of zijn daad met zijn bloed
zou bekennen. Hij verklaarde dat hij maar 1 God diende en hun goden meer
duivels waren en meer blij zijn met het offeren van jullie zielen dan die van
jullie stieren. Hoe kan ik bang voor hem zijn die zoals jullie weten trilt voor
een christen? Na vele beledigingen
werden zijn voeten aan een wilde stier gebonden die als offer gebracht was en
uit de tempel gedreven en rende kwaad over de heuvel zodat zijn hoofd brak en
zijn hersens eruit sprongen. Zijn ziel was bevrijd van het lichaam en vloog
naar het hemelrijk van vrede en glorie en de stier ging door zodat zijn beenderen
en bloed overal verdeeld werden tot het touw brak, rond 257. Twee vrome vrouwen
legden de overblijfsels op een draagbaar en verborgen die in een diepe put waar
het in een houten kist lag tot de regering van Constantijn de Grote. Dan kwam
Hilarius, bisschop van Toulouse en bouwde een kleine kapel over zijn voorganger
die later vergroot werd door Exuperius.
De basiliek te Toulouse is genoemd naar de heilige
martelaar Saturninus of Sernin:
op de plaats waar de kerk werd gebouwd, bevond zich oorspronkelijk een
benedictijner abdijkerk uit de 4de eeuw met het graf van deze eerste
bisschop van Toulouse.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met martelaarspalm en aan
zijn voeten een stier. Een tunica in zijn hand verwijst dat hij een leerling
geweest zou zijn van Johannes de Doper en tijdens Christus doopsel zijn kleren
zou vastgehouden hebben. Later zou hij van Petrus de opdracht gekregen hebben
om naar Gallië te gaan en te evangeliseren. Vanwege zijn hoofdwonden wordt hij
aangeroepen bij hoofdziektes zoals migraine, hoogtevrees omdat hij door de
stier van de trap van het Capitool gesleurd werd.
Een andere heilige van die naam was martelaar te Rome,
waarschijnlijk ook tijdens Diocletianus. Wordt op 11 februari vereerd..
De plant van de dag is de herfst bloeiende Prunus
autumnalis.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/