29 oktober.
Klik hier voor
inleiding heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of
tijdsbepaling, weerspreuken, bloemen.
29
oktober, H. Ermelendis
(Ermelindis, Ermelinde, Everlina, Everlijn, Erminildis, Hermelindis): Germaans in
de stamnaam van de (H)Erminones, vgl. ermin:’machtig,’ het tweede deel betekent
‘lindem;’ schild van lindehout, dus ongeveer, machtige strijdster met het
schild.
Ermelendis is een heilige uit de 6de eeuw en
afkomstig van een rijke Brabantse familie.
Ermelindis werd in 547 in
Terdonck bij Lovenjoul nabij Leuven geboren. Ze onttrok zich aan een
huwelijk dat haar ouders wilden door de vlucht naar een eenzame plaats bij
Meldric (Meldert) in Belgisch Brabant waar ze een leven van gebed en
boetedoening leidde. Ze wilde niet trouwen en daarom
sneed ze eigenhandig haar haar eraf. Ze besloot haar leven in dienst te stellen
van God en leefde te Terdonk, Bevekom en Meldert in eenzaamheid en
boetvaardigheid. Ermelindis stierf op 29 oktober 600 te Meldert, België.
Bij haar graf liet Pepijn de Oude een nonnenklooster stichten waar vele mirakels gebeurd zijn. Haar gebeente werd in een
schrijn geplaatst in de aan haar toegewijde kerk van Meldert waar zij nog
steeds wordt vereerd.
Ermelindis wordt aangeroepen bij oogziekten, koorts en
verlamming. Het water uit de bron van haar graf wordt als geneeskrachtig
beschouwd. Iconografisch wordt zij voorgesteld met de engelen die haar zouden
hebben begraven, haar reisstaf en een duivel die zij zou hebben verdreven uit
de mond van een bezeten man. Als attribuut heeft ze een geopend boek, kruisbeeld
of kruisstaf.
In de late middeleeuwen was er in de kerk van Moergestel
een tombe waarop een beeldje van St. Ermelindis te zien zou zijn geweest. Deze
tombe zou tijdens het leven van de norbertijn Franciscus Augustinus Wichmans
(1596-1661) nog hebben bestaan. Wichmans noemt in 1632 een beeldje van
Ermelindis dat boven (op?) de tombe zou hebben gestaan. Het beeldje had volgens
hem een hoefijzer in de handen. Ook in het visitatieverslag van 1619 van
Nicolaas Zoesius (1615-1625) wordt Moergestel vermeld: ԉn ecclesia de
Moer-Gestel colitur Sancta Everlina, quae ante turbas dicitur ibi requivise, et
adhuc superest aliqua species tumbae, ad quam fiunt oblationes clavorum inpari
numeroՠ(‘in
de kerk van Moergestel wordt de heilige Ermelindis vereerd, van wie wordt
gezegd dat zij daar voor de (godsdienst) twisten rustte en daar bevindt zich
nog een soort van (graf-) tombe, waarbij offers worden gebracht van spijkers in
een oneven aantal’). Die spijkers werden in haat tombe geslagen bij
bloedzweren, zoveel zweren, zoveel spijkers.
Op een dag werd zij door de wulpse heer van Bevekom (Frans
Beauvechain) achtervolgd, zij verborg zich in een kudde schapen na haar
wandelstok in de grond gestoken te hebben. Terstond werd de stok groen en kreeg
bloemen en bladeren. De achtervolger kwam wat later ter plaatse en daar hij
haar niet zag vroeg hij de herder of hij geen jonge maagd voorbij had zien
gaan. ‘Ja zeker,’ was ‘t antwoord, ԭaar het is al even geleden want zie ze
heeft hier dat boompje geplant en die staat al in volle bloei.’ ‘Als het zo
lang geleden is, is alle vervolging nutteloos,’ dacht de jonge heer en hij trok
naar Bevekom.
Op een kaart van Bevekom van 1654 vindt men daar, waar
zich de beide banen van Meldert en Sluisen naar Bevekom bevinden, de Sint
Ermeliene Doern.
29 oktober, H. Narcissus van
Jeruzalem: Grieks
narcodes: ‘verdovend,’ de plant werd als pijnstillend middel gebruikt.
Narkissos was in de mythologie een schone jongeling die meer verliefd was op
zichzelf dan op de hem beminnende nimf Echo (alleen haar stem bleef over toen
ze van verdriet wegkwijnde) Hij werd door de Goden gestraft met verliefdheid op
zijn eigen spiegelbeeld. Ze kregen toch medelijden met hem omdat hij dat
spiegelbeeld toch nooit kon bereiken en veranderden hem in een narcis. Als
persoonsnaam vrij gebruikelijk voor Griekse slaven.
Narcissus was bisschop van Jeruzalem en is geboren rond
106. Op tachtigjarige leeftijd werd hij bisschop van Jeruzalem. Hij riep in
198, ter zake van de Paasdatum, een concilie bijeen in Jeruzalem. Dat zou vanaf
die dag op een zondag vielen en niet op de dag van de Joden. Later trok hij
zich in de woestijn terug en werd een van de eerste oudchristelijke
anachoreten. Op hoge leeftijd was hij weer in Jeruzalem. Overleden na 212 te
Jeruzalem. Hij zou op de leeftijd van 116 jaar gestorven zijn.
Hij wordt afgebeeld als oude bisschop met baard met een
kan, er was op zekere dag geen olie meer voor de lampen van de kerk, hij beval
water in de kruiken te gieten en sprak een gebed uit, het water was in olie
veranderd. Hij werd valselijk beschuldigd door drie kwaadwilligen. De ene
stierf, bij nacht verbrand, de tweede droogde uit door een vreemde, kwellende
ziekte, de derde schreide zijn ogen uit en werd daarom blind. Daarom draagt de
heilige drie narcissen en daarnaast drie distels.
De bloem van zijn dag is de groenbloemige herfstnarcis, N.
viridiflorus en de Caryopteris.
29 /30 oktober, H. Zenobius: Grieks’fԷie door Zeus het leven
(bios) geschonken is.’ Mogelijk ook een naam van Arabische herkomst, aan Grieks
aangepast.
Zenobius was martelaar, priester en arts te Sidon in Fenicië.
Tijdens Diocletianus werd hij rond 304 gevangen genomen, naar Antiochië
gesleept en daar gedood. Hij zou daar in 285, 290 of 304 met zijn zuster
Zenobia na verscheidene martelingen onthoofd zijn.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/