30 augustus.
Klik hier voor
inleiding heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of
tijdsbepaling, weerspreuken, bloemen.
30
augustus of 23 augustus, H. Rosa van Lima: Latijn rosa: ‘roos.’
De eerste heilige van Z. Amerika is geboren op 20 april
1586 in Lima (Peru) als Isabel Flores de Oliva van voorname ouders en gestorven
24 augustus1617. Omdat haar ouders arm waren verkocht ze als kind al bloemen
die ze in de tuin kweekte. Haar moeder wilde haar uithuwelijken en tooide haar
hoofd met een rozenkroon, maar wist niet dat Rosa een zelfgemaakte doornenkroon
met 33 doornen onder haar kleren droeg om zich constant het lijden van Christus
te kunnen voorstellen. Ze trad in 1606 in de derde orde der Dominicanen in
woonde in een kluis in haar vaders tuin en wijdde haar leven, zelf door zware ziekten
geplaagd, aan de verzorging en verpleging van armen en zieken. Rosa is in 1617
gestorven na een lange lijdensweg die eindigde in verlamming. Paus Clemens IX
verklaarde haar in 1667 zalig en in 1671 werd zij door Clemens X heilig
verklaard.
Ze wordt afgebeeld met wit kleed met zwarte sluier en een
metalen kroon verborgen onder rozen en een ijzeren ketting om haar middel.
Meestal heeft ze in haar armen het Jezuskind dat wel eens een roos vasthoudt.
Andere attributen zijn een anker, als patrones van de haven van Lima, een
rozenstruik met het kind Jezus naar een visioen. Een spade en twee konijnen aan
haar voet, in haar jeugd had ze een kapelletje gebouwd waar ze zich terugtrok
en was alleen omgeven door dieren.
Ze is de patroonheilige van Peru, Noord- en Zuid-Amerika
en de Filippijnen en zou in 1671 Sittard van de zwarte pest hebben bevrijd
zodat ze de beschermheilige van de stad is waar ook een kapel, een processie en
een kermis met festival naar haar genoemd zijn. Ook is Rosa de patrones van
tuinmannen en bloemisten. Haar hulp wordt ook ingeroepen tegen familieruzies en
bij verwondingen, roos en besmettelijke ziektes.
Ze heette eigenlijk Isabella maar werd Rosa of Rosita
genoemd vanwege de bloemen die zij verkocht voor de armen. Eens wierp ze rozen
in de lucht en de bloemen vervormden zich tot een wonderbaar kruis. Haar leven
wordt gekenmerkt door grote zuiverheid, veel zielenlijden en hoge beschouwing.
Op het hoofd van de jonge Rosa van Lima vloog een wit en zwart gevlekte
vlinder. Dit was een teken dat ze tot de orde der Dominicanen zou behoren wiens
kleren die kleur hebben. En zo geschiedde.
De rooskleurige lelie werd ook wel Roos van Lima geroemd.
Het Florilegium schrijft: ‘Gelijk de
roos in zoetheid alle andere bloemen overtreft en al hun kleuren en krachten
bevat, zo overtreft Rosa van Lima al de andere maagden door de geur haar
hemelse deugden. Haar kuisheid is zo rein als de witte lelie en haar liefde
verkwikt het alom, gelijk de roos wier reuk men ruikt voor men ze ziet.’
30 augustus, H. Felix: Latijn felix: ‘vruchtbaar of gelukkig,’
geluk brengend. Felicitas was de Romeinse godin van de vruchtbaarheid, het
geluk. In Romeinse tijd was felix vaak de naam van slaven en overige vrijgelatenen,
daarna reeds vroeg bij de Christenen. In het N.T. Felix, stadhouder te
Caesarea, Handelingen 23:24.
De legende vertelt dat Felix tijdens de christenvervolging
onder keizer Diocletianus rond het jaar 300 gevangen werd genomen om in een
tempel aan de goden te offeren. Slechts door zijn ademzucht wist de priester
Felix de afgodsbeelden van Diana en Mercurius te verbrijzelen. Daarop werd hij
ter dood veroordeeld. Tijdens zijn tocht naar het schavot sprong een
toeschouwer naar voren en kuste Felix op de wang en bekende zich tot het
christendom. Hij werd gevangen genomen en toegevoegd aan de priester
Felix. Adauctus werd hij genoemd, wat ‘vermeerdert of bijgevoegd’ betekent
omdat hij hem gezelschap had gehouden en omdat de christenen zijn naam niet wisten.
Hun graf werd in 1905 gevonden.
Hij was priester te Rome en werd buiten de stad geleid op
de weg naar Ostia tot bij een zeer hoge boom, Ԥe duyvelen toe ghe eygentծ Daar
stond een tempel en Felix moest er offerande doen. Maar de heilige sprak tot de
boom: ҉k beveel u in naam van mijnen Heer Jezus Christus dat gij uw wortelen
breekt en dat gij op de tempel die hier staat neervalt en het beeld dat men
eert verbrijzelt zodat de zielen door u voortaan niet meer bedrogen wordenծ
Nauwelijks had hij dat gezegd of de boom viel op de tempel en de afgod lag daar
gans verbrijzeld. Felix werd onthoofd met de H. Adauctus. Գ Nachts namen de
christenen de twee lijken en begroeven ze in de diepe put waar de duivelsboom
had gestaan. Waarschijnlijk de notenboom, Juglans.
30 augustus, H. Pammachius: Grieks, ‘alles bedwingend.’
Pammachius was een Romeinse senator. Hij bezocht in zijn
jeugd de scholen van retorica met St. Jerom en trouwde in 385 met Paulina,
tweede dochter van St. Paula. Hij was waarschijnlijk bij de 40 aanklagers, viri
genere optimi religione prclari, van Jovianius in 390 bij paus St.
Siricius. Na de dood van Paulina in 397 werd hij een monnik en ging
liefdadigheidswerk doen. In 399 vroeg hij met Oceanus aan St. Jerom de
vertaling van Origenes ‘De Principiis’. In 401 werd hij bedankt door St.
Augustinus vanwege een brief die hij had geschreven aan de mensen van Numidia
waar hij eigendom had om hen aan te sporen het Donatist schisma te verlaten. Na
de dood van zijn vrouw bouwde hij met St. Fabiola een gasthuis te Porto, aan de
mond van de Tiber voor arme vreemdelingen. De kerk van St. Johannes en Paulus
was ook door hem, of zijn vader gesticht.
30 augustus, 26 maart in de
oosterse kerk, H. Rebecca, (Rebekka)
Oudtestamentisch figuur, aardmoeder, dochter van Betul,
zuster van Laban bij wie Jakob 14 jaar moest werken om diens door hem beminde
Rachel te verwerven, familie van Abraham rond de 17de eeuw v. Chr.. Over haar wordt verteld in het Bijbelboek Genesis, de
hoofdstukken 22-27 en hoofdstuk 49. Uitvoerig wordt verteld hoe zij de vrouw
van Isaac is geworden. Zijn vader, Abraham, had zijn dienaar, Elizer, naar zijn
land van herkomst, Haran, gestuurd om daar een vrouw voor zijn zoon uit te
kiezen uit zijn eigen volk. Deze vatte post bij een put. Het eerste meisje dat
hem eigener beweging te drinken aan zou bieden, zou zijn kandidate zijn. Zo
maakte hij kennis met Rebecca. Zij was mooi en lieftallig. Opvallend in het
verhaal is het feit dat zij uiteindelijk zelf mag beslissen of zij op het
huwelijksaanzoek ingaat. Zij besluit met Abrahams dienaar mee te gaan. Zodra
Isaac haar ziet, is hij verliefd. Zij werd voor hem een troost na het verlies
van zijn moeder.
Na twintig jaar kinderloos te zijn gebleven schenkt zij
het leven aan de tweeling Esau en Jakob. De jongste, Jakob, hield bij de
geboorte de hiel van zijn eerst gekomen broertje vast: dat schijnt ook de
betekenis te zijn van de naam Jakob. Rebecca zou een heerszuchtige natuur
hebben gehad; ze zou ook licht gerriteerd zijn geweest. Zij hield het meest van
haar jongste zoon. Tezamen weten zij door middel van bedrog Esau de vaderlijke
zegen en het eerstgeboorterecht afhandig te maken. Door een slim huwelijk in de
familie regelt zij het zo dat Jakob gespaard blijft voor de wraak van Esau. Zij
werd tenslotte begraven naast haar man.
Rebecca wordt als jonge vrouw afgebeeld met een kruik in
de hand bij een waterput terwijl ze Elizer te drinken geeft. Het is mogelijk
dezelfde put waar Jezus en de Samaritaanse vrouw waren. Ook wordt ze als oudere
vrouw afgebeeld met Jacob bij zijn rustbed met een geitenvel.
De plant van de dag is de Nerine.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/