7 augustus.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
7 augustus of 8 augustus, 8 november, H. Cajetanus: ‘afkomstig uit Gaeta,’
een stad in midden Italië.
Cajetanus
van Thiene werd in 1480 geboren te Vicenza uit een Venetiaans gravengeslacht.
Studeerde rechten, begaf zich naar Rome en werd er protonotarius bij paus
Julius II. In 1516 werd hij priester te Rome en heeft veel gedaan voor de
vorming van de priesters en de verdieping van het religieuze leven van het
volk. Medestichter der Theatijnen (afgeleid van de Latijnse stadsnaam Chieti;
Theate) die zich hoofdzakelijk met ziekenverpleging en onderwijs bezig houden.
Een groot vertrouwen op Gods voorzienigheid bezielde hem en zijn stichting.
Wegens zijn bekeringsijver ontving hij de bijnaam van Ժielenjagerծ Overleden te
Napels in 1547 en is door Clemens X heilig verklaard. Een van de belangrijkste
kerkhervormers van de 16de eeuw met Ignatius van Loyola en Carolus
Borromaeus.
Cajetanus
wordt voorgesteld in zwarte soutane, soms met wit koorhemd en een stola, ook in
het habijt van de Theatijnen. Een vaak voorkomend attribuut is een witte lelie
met een aantal vogels. Af en toe heeft hij een doek waar het pasgeboren kind
Jezus op ligt. Dit omdat volgens de legende Carolusՠmoeder haar zoon opdroeg aan de Moeder Gods, die
daarna het Jezuskind aan Cajetanus gaf. Zijn andere attributen zijn: een
gevleugeld hart, een regelboek, een doodshoofd, rozenkrans en een pen of
ganzenveer. Een enkele keer heeft hij korenaren of een hoorn met vruchten bij
zich als symbool van de providentia Dei, ‘de goddelijke voorzienigheid,’
hij wilde geen bezittingen en enkel rekenen op Gods hulp en voorzienigheid. Ook
heeft hij soms een ketting aan zijn voeten liggen. Cajetanus wordt nog wel eens
voorgesteld terwijl hij knielt voor de gekruisigde Jezus. Men roept hem aan
tegen de pest omdat hij zijn medebroeders die aan de pest leden verzorgde. St.
Cajetanus is de patroon van Beieren.
7 augustus,
H. Afra:
Latijn, Ԥe Afrikaanseլ de Punische. Ook wel als Bijbelse naam, naar Micha 1,10
җentel u binnen Afra in het stofӮ Ofra: Ԩindeլ zie Jozua 18,24.
Afra
was martelares te Augsburg onder de vervolging van Diocletianus rond 304. Omdat
ze na haar bekering weigerde te offeren aan de afgoden werd ze ter dood
veroordeeld, aan een boomstam vastgebonden en verbrand.
Volgens
de legende leidde zij met haar moeder Hilaria en de drie prostituees Digna,
Eunomia en Eprepria (of Eutropia) een bordeel en werden door bisschop Narcissus
van Gerona bekeerd. Ze wordt vooral te Z. Duitsland vereerd. Patrones van
Augsburg. Ze wordt meestal op de brandstapel afgebeeld in mooie kleding of ook
wel schaars gekleed waarbij de vlammen haar naaktheid bedekken. Ze heeft als
attributen de martelaarspalm, zalfpot als een verwijzing naar haar vroegere
leven toen ze zich alleen om uiterlijke schoonheid bekommerde, martelaarskroon,
brandend hout en een pijnappel, naar het wapen van Augsburg. Patrones van
meisjes en prostituees met berouw.
Voor
het eerst werd haar dood gedocumenteerd in de 5de eeuw, onder andere
in het Martyrologium Hieronymianum. Sint-Afra zou de dood hebben
gevonden doordat men haar aan een boom vastbond en haar vervolgens verbrandde.
Een andere hagiografische overlevering vermeldt dat zij werd onthoofd.
Feitelijk is alleen het martyrium van Sint-Afra onomstreden, alle legendarische
details eromheen zijn ontsproten aan een verteltraditie, die zich meer op de
boodschap dan oorspronkelijke feiten richtte. Men gaat ervan uit dat Sint-Afra
alleen de dood vond, zonder de genoemde metgezellinnen Hilaria, Digna, Eunomia
en Eprepria (of Eutropia), de oom van Afra en broer van Hilaria Dionysius van
Augsburg en de eveneens optredende martelaar Quiriacus van Augsburg.
In
565 bezocht de dichter Venantius Fortunarus haar graf, waar toen reeds de
verering van Sint-Afra bestond. Haar lichaam raakte later zoek, maar in 1064
vond men in de kerk van H. Afra een Romeinse sarcofaag waarin vrouwelijke
beenderen lagen die brandsporen droegen, zodat deze onmiddellijk aan Sint-Afra
toegeschreven werden. Tegelijkertijd werd zij formeel heilig verklaard. Deze
rusten tot vandaag in de crypte van de basiliek van H. Ulrich en Afra in
Augsburg. Ook in Meissen te Saksen bevindt zich een aan Sint-Afra gewijde kerk.
7 augustus, H. Digna: Germaans degen: ‘helm,’ of uit Latijn
dignus: ‘aaardig.’
H.
Digna, een dienares van de heilige Afra.
7 augustus,
H. Donatus: Latijn, Ԥoor God geschonkenծ
Reeds de naam van een bisschop van Carthago rond 313-360. Later van verscheidene heiligen, waaronder;
=Bisschop van Arezzo die gestorven is op 7
augustus 362. Hij was volgens Gregorius de Grote reeds in zijn leven door
deugden en wonderen beroemd. Te Rome opgevoed vluchtte hij bij de vervolgingen
van Diocletianus naar Arezzo. Hier werd hij rond 346 bisschop en onder keizer
Julianus gemarteld. De stad Arezzo vereert hem als patroon. Er is wat
verwarring over zijn sterfdag vanwege het aantal heiligen met de naam Donatus,
mogelijk is hij gemarteld te Rome of een natuurlijke dood te Arezzo gestorven.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met een zwaard en draak, onthoofd met zwaard,
bevrijdt een vergiftige bron van een draak, knielend aan een altaar met een
engel die hem iets toefluister, een kelk en draak bij zijn voeten, op een paard
en verheft zijn kruis naar de draak. Hij wordt vooral in het Rijnland en
Luxemburg vereerd. De legende verhaalt dat er een hevig onweer los brak toen
men zijn relikwien over bracht naar Munster-Eifel. Men riep de heilige aan en
het weer klaarde op. Daarom wordt de H. Donatus aangeroepen tegen de donder.
Zijn laat ontstane levensgeschiedenis is niet zeer geloofwaardig. Vast staat
slechts dat zijn lichaam in het coemeterium van de H. Agnes te Rome gevonden is
en in 1652 naar het op nieuw ingerichte college der Jezueten te Munstereifel
gebracht is.
St. Donatus (Donatien) bisschop van Besançon. Geboren rond 594 gestorven na 656. De zoon van de Frankische hertog Waldelenus. Zijn geboorte was op het gebed van de H. Columbanus afgesmeekt. Hij werd door die gedoopt en later opgevoed in Luxeuil waar hij ook monnik werd. Omstreeks 624 werd hij bisschop van Besançon waar hij een monnikenklooster en met zijn moeder Flavia een nonnenklooster stichtte, St. Pauls abdij.
7
augustus, Albertus van Sicili. (Albertus van Trapani of van Messina)
Hij
is in 1212 geboren te Trapani op Sicilië en werkte als karmeliet aan de
bekering van de Joden in Messina. Toen die stad tijdens een belegering door
hongersnood werd bedreigd liet hij drie schepen met voedsel in de haven komen,
wordt dan ook met een of drie schepen afgebeeld. Albertus werd eens zo door
hevige koortsen overvallen dat men verwachtte dat hij spoedig zou sterven. Toen
hij om water vroeg, weigerde men hem dit. Albertus bad vurig tot Maria en zag
haar in een visioen. Maria zegende vervolgens zelf water en gaf het Albertus te
drinken, die daarop terstond genas van zijn koortsaanvallen. Albertus nam
vervolgens de gewoonte aan om water te wijden op voorspraak van Jezus en Maria
en gaf dit gewijde water aan zieken te drinken. Velen zijn hierdoor genezen. Na
zijn dood bleef men water wijden door aanraking van zijn relieken. Hij overleed
in het Siciliaanse Messina op 7 augustus 1306 na een ‘volmaakt’ kloosterleven,
werd in 1476 heilig verklaard.
Albertus
wordt iconografisch veelal afgebeeld in bruin habijt van de karmelieten met een
lelie, een boek, een lamp en een crucifix waaruit 2 lelies groeien als symbool
van zijn kuisheid waaraan een duivel is vastgeketend, naar zijn
duivelsuitdrijvingen of verleiding van de duivel in vrouwengestalte. Op zijn
hand heeft hij het Kind Jezus dat Maria hem aangereikt zou hebben. Wordt
aangeroepen tegen onvruchtbaarheid omdat zijn moeder hem pas na 24 jaar
huwelijk het leven schonk.
Het
karmelietenklooster van Onze Lieve Vrouw van de berg Carmel te Zenderen bezit
twee relieken. De ene is voor de wijding van het Albertuswater (driemaal een
kruisteken in het water). De reliek is daartoe gevat in een zilver busje met
gaatjes op een staaf (ca. 10 cm). De ander betreft een botsplinter in een ronde
theca ( 2 cm).- Tot circa 1965 stond in de karmelietenkerk een beeld van
Albertus van Trapani. Dit neogotische gipsen beeld van Albertus met kind op de
arm is circa 1,5 meter hoog en heeft op de voet de tekst Ԉ. Albertusծ Het is
samen met de andere heiligenbeelden uit de kerk op de zolder van het klooster
geplaatst.
Door
toedoen van de kloosterhervormer Johannes Soreth (1420-81) stond paus Calixtus
III (1455-58) in 1454 de verering van Albertus van Trapani in de
karmelietenkloosters toe. Met een pauselijke bul van 31 mei 1476 liet paus
Sixtus IV (1471-84) de cultus rond Albertus officieel toe.- Door heel Europa
verspreidde men binnen de karmelietenkloosters relieken van Albertus van
Trapani. Johannes Soreth hervormde onder meer het Gentse karmelietenklooster in
1466 en bezorgde alle karmelietenkloosters van de Nederlandse ordeprovincie een
reliek van Albertus om er het Albertuswater mee te kunnen wijden. De genezende
kracht van het Albertuswater raakte met name in de 16e eeuw alom
bekend. Een wonderbaarlijke genezing te Luik op 6 januari 1648 en de
bekendmaking die daaraan werd gegeven deden het vertrouwen in het Albertuswater
verder toenemen. In vroeger tijden zou het Albertuswater ook zijn gebruikt als
middel tegen betovering van vee of mensen (kinderen). Het Albertuswater werd in
de 19e eeuw met name gebruikt tegen koorts, pest, cholera en
barensnood. - Sinds de vestiging van de paters in 1855 kreeg het water een
zekere faam in Twente. Ieder jaar kwamen mensen er op de feestdag van Albertus
een aflaat verdienen en water halen. Het afkondigingsboek van de paters
vermeldt voor 7 augustus 1891: Ԗrijdag Feestdag van den H. Albertus van onze
Orde; in deze kapel te verdienen een volle aflaat onder de gewone voorwaarden.
7.30 uur de plechtige gezongen H. Mis en voor de Mis zal het water ter eren van
de H. Albertus gezegend wordenծ- Gedurende het gehele jaar vragen mensen uit de
regio bij het karmelietenklooster te Zenderen nog om het Albertuswater. Het
zijn veelal ouderen, zowel mannen als vrouwen. Anno 1997 komt er gemiddeld een
persoon per maand. Onder de aanvragers bevinden zich soms zigeuners. Het water
wordt voor verschillende zaken aangewend, bijvoorbeeld bij psychische
klachten.
7
augustus, H. Conradus van Nantovin, (Konrad, Nantwin, Antvin, ook van Wolfrathausen)
Hij
werd tijdens een pelgrimstocht naar Rome vals beschuldigd van pedofilie door de
edelman Gunther van Wolfrathausen die het wel op zijn reisgeld had voorzien te
Wolfratshausen in de buurt van Mnchen, Beieren Zuid-Duitsland, op een staak ter
dood gebracht rond 1286.
Hij wordt beschouwd als een martelaar. Er verrees een kerk aan hem toegewijd.
Hij
wordt afgebeeld op een brandstapel. Wordt aangeroepen tegen pest en oogziektes,
als zouden daarvan wonderbaarlijke genezingen gebeurd zijn op zijn graf.
De
bloem van hun dag is een soort van amarant uit Virginia, Amaranthus
hypochondriacus.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/