7 mei.
Klik
hier voor inleiding heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of
tijdsbepaling, weerspreuken, bloemen.
7 mei
of 8 mei, H. Stanislaus, (Stanislaus
von Szczepanw, Pools Stanisław ze Szczepanowa): Slavische naam met de betekenis ‘door standvastigheid,’ stani:
(in de strijd) beroemd. Is 8 mei?
Stanislaus is geboren op 26 juli 1030 of 1036 bij
Scezepanow in Galici bij een adellijke Poolse familie. Hij studeerde te Gnesen,
Krakau en Parijs of Luttich. In 1062 kwam hij naar Krakau waar hij in 1063
kanunnik werd en of 1072 bisschop van
Krakow, Krakau. Hij kwam in conflict met koning Boleslaw II van Polen die hij
een slecht leven en ontrouw tegen zijn vrouw verweet die dat niet interesseerde
en kerkgoederen in beslag nam zodat hij gexcommuniceerd werd. De strijd
escaleerde toen Boleslaw het doodsoordeel over de bisschop uitsprak. Omdat zijn
ridders de uitvoering niet wilden voltrekken, deed de koning het zelf. Op 11
april 1079 verscheen Boleslaw tijdens de mis in de Michaeliskerk te Krakau en
sloeg de bisschop op het altaar dood door sabelhouwen. De stukken van het lijk
liet hij over het veld strooien. Vanwege deze gruwelijke daad kwam er een
volksopstand en Boleslaw moest naar Hongarije vluchten waar hij ook stierf.
Hij werd heilig verklaard in 1253 door paus Innocentius IV
en men huldigt hem in Polen als beschermheilige. Zijn stoffelijk overschot rust
in de hoofdkerk te Krakau. Het is ook de naam van vele koningen van Polen. Als
Sint Stanislaus komt dan rollen de aardappelen er uit.
Hij draagt het teken der zuiverheid, de lelie, in zijn
hand.
7 mei, St. Domitianus: waarschijnlijk hangt de naam samen
met Latijn domitare: domare: ‘bedwingen of temmen.’ Al een Romeinse
geslachtsnaam, waarvan de keizersnaam Domitianus.
De heilige Domitianus, rond 500 – 560, was de twintigste bisschop van Maastricht
rond 560 en aanvankelijk van Tongeren bestreed de ketterij en het heidendom op
de Synode van Orléans in 549. Hij verplaatste de bisschopszetel naar Maastricht
omdat Tongeren grotendeels verwoest werd. Hij bouwde een kerkje op het graf van
St. Servatius, verder verschillende bedehuizen en kerken in die streek. Vooral
in Hoei aan de Maas werkte hij veel, waar hij ook begraven werd. Hij zou bij
Huy (Hoei) een draak overwonnen hebben die een bron verpestte. Daar liggen ook
zijn relikwieën. Is op 7 mei 560
overleden.
Het is een van de heiligen wier relikwieën zich in de
Maastrichtse Sint Servaaskerk bevinden en wiens feest op de zaterdag voor de
derde zondag na Pinksteren gevierd wordt. Dit samen met de andere heilige die
er vereerd worden en waar relikwieën van zijn, zoals de heiligen zijn opvolger
de H. Monulfus, (Monulphus) Gondulfus, Perpetuus, Ebregisus, Johannes met het
Lam, Remaclus, Theodardus en Lambertus.
Hij wordt afgebeeld als bisschop. Aan zijn voeten ligt een
draak met vaak bij de staf een bron. Wordt aangeroepen tegen koorts.
7 mei, H. Flavia Domitilla: Latijns flavus: ‘geel of blond.’ Naam
van een Romeins geslacht.
Flavia Domitilla was een Romeins heilige uit het geslacht
van keizer Vespasianus uit de familie Flavii. Na de dood van haar echtgenoot
paus Titus Flavius Clemens op de Krim weigerde ze om met een heiden te trouwen.
Haar dienaars, H. Nereus en H. Achilleus raadden haar af om te trouwen met de
heidense Aurelianus. In Plaats daarvan legde ze tegenover paus Clemens de
kuisheidsgelofte af en kreeg ze van hem de sluier. Ze werd verbannen en samen
met haar zoogzusters Eufrosuna (Euphrosina)en Theodora naar het eiland Ponza
bij Napels. Later werd ze teruggehaald door Aurelianus die op hun huwelijksdag
dood neerviel. Zijn broer stak het huis waarin Flavia en zoogzusters waren
gevlucht in brand. Of gefolterd in Terracina in de 2de eeuw tot ze
aan de gevolgen ervan bezweken. Ze zou de moeder van de H. Plautilla zijn.
Volgens oude Romeinse liturgische boeken zou ze eigenaar geweest zijn van een
stuk grond aan de Via Ardeatina waar de catacomben van Domitilla zich bevinden
en waar H. Nereus en Achilleus begraven zijn. Mogelijk is er sprake van twee
Domitillaճ en worden ze met elkaar verward. Ze is wel sinds 1969 van de lijst
van heiligen geschrapt.
Ze wordt als jonge vrouw afgebeeld, een kroon wijst naar
haar hoge afkomst, vaak zie je de afbeelding waar ze de sluier van paus Clemens
krijgt.
7 mei, H. Aufridus, (Ansfriedus,
Ansfridus, Ansfried, Ansfroi) :
via oud-Frans aufrede uit ‘edel.’
Ansfried was de zoon van Lambertus, graaf van Leuven die
getrouwd was met Gerberga, dochter van Karel, hertog van Lotharingen. Ansfried
werd zo graaf van Hoey en Leuven in het Maasgebied. Hij stond in nauwe
betrekking met bisschop Notker of Notgerus van Luik en was evenals deze een
vertrouwd raadsman van keizer Otto III. Stichtte een nonnenklooster in het dorp
Thorn waar zijn vrouw Hildwindis, gravin van Stryen, ook non is geworden. Hun
dochter Benedicta is daar later ook abdis geweest. Ansfried wilde op latere
leeftijd monnik worden en schonk zijn graafschap aan het bisdom Luik en
gebruikte zijn goed voor de stichting van het klooster Thorn (bij Roermond),
dat hij samen met zijn vrouw zou runnen. Maar keizer Otto III deed een beroep
op hem om bisschop van Utrecht te worden en stichtte drie mijl van Utrecht over
de rivier een klooster waar hij van tijd tot tijd ging bidden, dat was Hohorst,
later Heiligenberg en tenslotte ‘St. Maria’ s berg genoemd, dicht bij
Amersfoort. Later is deze abdij naar Utrecht verplaatst en werd de abdij van
St. Paulus. Toen Ansfried op het laatst van zijn leven blind is geworden trok
hij zich op die abdij terug en trok het monnikenkleed aan en heeft daar
dagelijks 72 armen gespijsd. Hoewel hij officieel van 995-1010 bisschop van de
Domstad was, trok hij zich na zijn verkiezing terug in het eveneens door hem
gestichte benedictijnenklooster Hohorst bij Amersfoort, waar Ansfried op 3 mei
1010 stierf. Toen zijn dood nabij was heeft hij een kruisje gezien op zijn
venster die geschilderd was nadat hij blind was geworden en heeft daaruit
begrepen dat hij het onvergankelijke licht gauw zou aanschouwen. De
Utrechtenaren hebben het lichaam met geweld weg gehaald zonder te letten op de
abdis Benedicta, dochter van Ansfridus, die haar vader daar begraven wilde
hebben waar hij overleden is. Bisschop en belijder, hij wordt vereerd in
Rotterdam, Utrecht en Groningen, in de eerste stad op 7 mei, de laatste op 12
mei en in het aartsbisdom Utrecht op 8 november.
7 mei, H. Gisela van Hongarije: Germaans gisil: ‘bijl.’
Gisela is geboren te Abbach bij Regenburg in 985 als
oudste dochter van hertog Hendrik II en Gisela van Bourgondië. Broer van keizer
Henricus II van Duitsland. Ze trouwde op tienjarige leeftijd met de koning van
Hongarije, Stephanus I en kreeg veel kinderen, onder andere H. Emeric van
Hongarije. Ze deed veel voor de verspreiding van het christendom in Hongarije
en schonk veel van haar bezittingen aan armen en kerken. Ze geldt als
stichtster van de domkerk in Veszprem en de Giselakruis in Mnchen stichtte ze voor
het Regensburger graf van haar moeder. Na de dood van haar gemaal in 1038 had
ze heftige aanvallen te doorstaan van de heidense nationale partij onder
leiding van de opvolger van haar man, koning Peter, werd gevangen genomen en
mishandeld. Na haar bevrijding door Hendrik III in 1042 werd ze non en later
abdis in een klooster te Passau, Niedernburg. Ze stierf te Niederunburg op 7
mei 1060 en werd in 1975 zalig verklaard.
Ze wordt afgebeeld in koninklijke gewaden of in het zwarte
habijt van de benedictijnen, vaak met een kroon en een kerkmodel.
De zinnebeeld van de dag is de Aziatische trolbloem,
Trollius asiaticus.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/