7 oktober.
Klik
hier voor inleiding heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of
tijdsbepaling, weerspreuken, bloemen.
7
oktober, Feest van de Heilige Maagd Maria van de Rozenkrans. Feest ingesteld ter herinnering aan
de overwinning op de Turken in 1571.
Paus Pius V voerde deze gedachtenis in op de verjaardag van
de zeeslag bij Lepanto die plaats vond op 7 oktober 1571. Bij deze slag
versloegen christelijke troepen de Turkse Ottomanen die in 1570 Cyprus hadden
binnengevallen met als doel de Venetiërs uit het Oostelijk gedeelte van de
Middellandse Zee te verdrijven. Pius schreef deze overwinning op de Turkse
agressie toe aan de hulp van de Maagd Maria, verkregen door het bidden van de
rozenkrans. Sinds die tijd geldt de maand oktober als de Rozenkransmaand binnen
de Katholieke Kerk. Op vele plaatsen komen christenen dan nog meer dan anders
samen om de Rozenkrans te bidden.
7 oktober, H. Justina van Padua: Latijn iustus: ‘rechtvaardig of
rechtschapen.’ Justinus was reeds de naam van enkele Byzantijnse keizers, ook
zijn er verscheidene heiligen van deze naam.
Alles dat van Justina bekend is komt van een 12deeeuwse
bron die zegt dat ze gedoopt was door St. Prosdocimus, leerling van Petrus en
eerste bisschop van Padua. Ze leefde in Padua als een dochter van een zekere
Vitalinus. Ze werd vanwege haar geloof gemarteld op zestienjarige leeftijd
tijdens de christenvervolgingen onder Nero. Ze zou aan de soldaten gevraagd
hebben om even te mogen bidden. Ze knielde neer op een steen en smeekte God om
sterkte. Dat werd haar gegeven want de steen onder haar knien verzwakten zodat
de afdruk van haar zichtbaar bleven. Die steen wordt nog steeds bewaard in
Veneti. Vervolgens zou ze met een zwaard doorboord zijn.
Ze wordt afgebeeld als jonge vrouw met lang kleed, ook als
prinses en soms met een eenhoorn als symbool van zuiverheid wat mogelijk ook
een verwisseling is met H. Justina. Vaak zie je haar geknield op een steen.
Staande met een zwaard die ook wel door haar borst steekt. Patrones van Padua
en Veneti.
7 oktober, H. Marcus: al bij de
Romeinen voorkomende naam, afleiding van Mars, de oorlogsgod. Naam van de
schrijver van het tweede evangelie.
Marcus zou een Romein geweest zijn en was de 34ste
paus en regeerde uiterst kort. Onder zijn pontificaat werd een beging gemaakt
met het bijhouden van een lijst van martelaren (Depositio Martyrum) en
bisschoppen (Depositio Episcoparum). Ook liet hij een aantal basilieken bouwen
in Rome, wat legaal geworden was voor de Romeinse wet onder zijn voorganger
Silvester I. Hij stierf op 7 oktober 336 en werd heilig verklaard.
7 oktober, H. Sergius: Latijns voor Ԥe wachter of dienaarծ
In 63 v. Chr. de leider van een samenzwering tegen de Romeinse staat, Lucius
Sergius Catillana. Verder komt de naam voor in het N.T. als de naam van de
Romeinse landvoogd Sergius Paulus, op Cyprus, Handelingen 13:7 en andere die
ondanks de pogingen van de tovenaar Elymas hem ervan af te houden tot het
geloof kwam. Vervolgens de naam van de patriarchen van Constantinopel en 4
pausen.
Sergius en Bacchus,
martelaars tijdens Diocletianus rond 303 in Syri. Volgens een legendarische
passio, die in het Latijn, Grieks en Syrisch bewaard is, waren ze officieren
van de grenstroepen en stonden hoog in aanzien. Ze waren in het geheim christen
wat ontdekt werd toen ze weigerden om met een Romeinse beambte in een heidense
tempel te gaan met de rest van zijn lijfwacht. Nadat ze weigerden de Romeinse
afgoden te dienen werden ze rond 303 door keizer Maximianus naar de frontlinies
in Syri gestuurd. Bacchus werd dood gegeseld en Sergius overleefde dat en werd
later onthoofd. Volgens de legende verscheen Bacchus, als geest, aan Sergius
die nog steeds gemarteld werd en moedigde hem aan sterk te blijven zodat ze
spoedig in de hemel verenigd zouden worden. De traditionele plaatst is Resafa.
Vooral de laatste werd in het Oosten zeer vereerd, in de plaats die later naar
hem (Resafa) Sergiopolis genoemd werd, werd een grote kerk gebouwd en werd een
groot pelgrimsplaats, ook in Constantinopel werd aan hem een prachtige kerk
gewijd. De nomaden in de dessert zien Sergius als hun speciale patroon. Hun
nauwe verwantschap bij sommigen leidde tot het geloof dat ze geliefden waren,
de oudste tekst in Grieks vermeldt hen als ‘erastai, geliefden’. Anderen dat adelphopoiia, een vorm van
vriendschap, in de naam van God is wat geen seksuele betekenis heeft. In het
Byzantijnse rijk worden ze vereerd als beschermers van het leger.
De bloem hen toegewijd is de bekend chrysant.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/