8 maart.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
8
maart, St. Jan van God (Johannes a Deo, Joo Cidade) Hebreeuws Johanan: ‘Jahweh is genadig.’
Een veel gebruikte Joodse naam, zie Johannes de Doper, de Baptist, Lucas 1:15,
Matth. 3 en dergelijke.
Een
van de vele Johannessen.
Hij
is geboren in 1495 te Montemor a Nova in Portugal als Joo Cidade en
leidde een zeer wisselvallig leven, werkte eerst als slavenopzichter en herder.
Vervolgens nam hij dienst bij een troep soldaten tijdens de oorlog tussen
Frankrijk en Spanje van Karel V, keerde weer snel tot zijn vroegere beroep
terug en trad opnieuw in de krijgsdienst, nu tegen de Turken in 1532.
Vervolgens dreef hij in Spanje handel met kleine religieuze artikelen, maar
veranderde na het horen van een predicatie van Johannes van Avila in 1539
geheel en al van levenswijze en leefde voortaan als een vader der armen.
Bekeerd uit een lauw leven gaf hij zich geheel aan God en de lijdende evenmens.
Hij bedelde geld genoeg bij elkaar om een ziekenhuis te beginnen en huurde te
Granada in 1540 een huis dat hij voor het opnemen van behoeftige zieken
bestemde. Dat huis werd de grondslag voor de order van de Barmhartige Broeders.
Overleden op 8 maart 1550 en is in 1690 door paus Alexander VIII heilig
verklaard.
Hij
had visioenen en een innig contact met God en de heiligen. Toen hij eens een
bijzonder onsmakelijk ogende bedelaar de voeten waste herkende hij in deze de
trekken van Christus. Net zoծ verhaal als bij H. Augustinus van Hippo. Hij
ontving nooit de stigmata, maar wel de doornenkroon uit de handen van Maria.
Zijn relikwien bevinden zich in de kerk van het door hem gestichte ziekenhuis
in Granada.
Hij
wordt afgebeeld in lange, bruine pij, soms met een doornenkroon op zijn hoofd
met een offerblok waarmee hij aalmoezen verzamelde. Op zijn rug draagt hij soms
een bedelaar, hij droeg eens een zieke in een stormachtige nacht naar het
ziekenhuis. Soms zie je hem met de duivel of het kind Jezus dat hem de
doornenkroon aanreikt. Jezus had hem immers voorspeld in een visioen dat hij te
Granada zijn kruis, zijn dood, zou vinden. Soms zie je Jezus met een
granaatappel, symbool van Granada. Schutspatroon van zieken, verplegers,
ziekenhuizen en boekhandelaars.
De
bloem die aam hem is toegewijd is het groene nieskruid, Helleborus viridis.
Hij
heeft als symbool een gele narcis.
8
maart, St. Jan van Sahagun,
1479, draagt leliën in de hand.
8 maart, H. Felix van Bourgondië
of Felix van Dunwich: Latijn felix: ‘vruchtbaar,
gelukkig of geluk brengend.’ Felicitas was de Romeinse godin van de
vruchtbaarheid, het geluk. In Romeinse tijd was felix vaak de naam van slaven
en overige vrijgelatenen, daarna reeds vroeg bij de Christenen. In het N.T.
komt een Felix voor als stadhouder te Caesarea, Handelingen 23:24.
Felix
was Bourgondiër van geboorte en kwam als apostel van de Oost-Angelen in
630 aan en bekeerde koning Anna met zijn
dochters, werkte samen met koning Sigibert en Honorius van Canterbury, hij
werd bisschop van Dunwich in Suffolk dat
nu door de zee verzwolgen is. Hij vestigde meerdere scholen en de universiteit
van Cambridge. Naar de overlevering stierf hij als martelaar op 8 maart 647.
Felixtown is naar hem genoemd en in Yorkshire is een Feliskirk.
Hij
wordt als bisschop afgebeeld met drie ringen aan zijn hand.
8
maart, H. Filemon: Grieks fileo: ‘genegenheid
betonen.’ Naam uit de Griekse mythologie. Filemon (Philemon) en Baucis, het
arme echtpaar dat Zeus en Hermes gastvrij ontving toen ze in mensengedaante op
aarde waren. Ze werden daarom gespaard voor de dood toen de streek waar de
ongastvrije buren woonden in een moeras veranderd werd. Een vrij populaire
Griekse naam, ook in het N.T, de medewerker van Paulus aan wie deze een van
zijn zendbrieven richtte.
Filemon,
een heilige en martelaar in Egypte onder Diocletianus volgens een legendarische
passio.
8 maart, H. Julianus van Toledo: Latijn Iulius, naam van een
Romeins geslacht waartoe Gauis Iulius Caesar behoorde. Mogelijk van Grieks
ioulos: ‘de wollige eerste baardharen,’ dus de jeugdige, of van Jovilius: ‘aan
Jupiter gewijd.’ In het N.T. als hoofdman die Paulus naar Rome moet brengen,
Handelingen 27. De vrouwelijke vorm Julia als die van een christin in Romeinen
16:15. Verschillende heiligen zijn er van deze naam.
Julianus
is geboren rond 642 en volgens Trithemius een Afrikaan, van Joodse afkomst, maar zijn
ouders waren al christelijk. Hij was een volgeling van St. Eugenius want hij
spreekt van hem in zijn Prognostikonՠen heeft
wel gestudeerd onder St. Ildefonsus. Hij
werd deken in 667, aartsbisschop
van Toledo van 680-690, een krachtige geleerde en weldoend figuur en stierf op
8 maart 690 in Toledo.
De
feestdagbloem is de eeuwig bloeiende roos Rosa sempervirens en een tijdeloos,
in ‘t Engels great scented Jonquil.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/