8 november.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
8
november, (zie 1 januari), H. Euphrosyne de jongere:
Grieks,
Զrolijkheid of blijmoedigheidլ de naam van een van de drie gratin.
Ze is
geboren rond 854 in Griekenland en opgegroeid in Calabri. Ze onttrok zich te
Constantinopel aan een rijk huwelijk door te vluchten in manskleren en ging
onder de naam Johannes in een mannenklooster. Toen ze tot abt benoemd werd trok
ze zich in de eenzaamheid terug en stierf ca. 923 in een klooster.
8 november, H. Adeodatus (Deusdedit) Latijn: ‘door God
gegeven’, een Latijnse overzetting van Hebreeuws Jonathan en Jehojanan.
(Johannes). Er zijn twee pausen van die naam geweest.
Zoon
van Stephen, een subdeken. Steunde de geestelijkheid als ze onderdrukt werden
door de politiek van die tijd. Werkte bij melaatsen en slachtoffers van
aardbevingen in zijn diocees. Zou de eerste geweest zijn die een bullae of loden
zegel gebruikte voor belangrijke documenten, vandaar de naam papal bull. Hij is
een natuurlijke dood gestorven in november 816 te Rome en begraven in de St.
Pieters basiliek. Deze heilige Adeodatus, 615-618, wordt in zijn door Honorius
gemaakte grafschrift geroemd om zijn eenvoud, mildheid en vredelievendheid.
8 november, H. Claudius: Latijn claudus: ‘mank, kreupel,
hinkend of lam.’ Naam van twee Romeinse geslachten waaronder enige keizers, ook
een Romeinse christin, 2 Tim. 4:21.
Ook de
naam van een martelaar rond 305. Hij is een van de vier gekroonde martelaars. De anderen zijn St. Castorus, St. Claudius, St. Nicostratus en St.
Simpronian. Vaardige
steenbewerkers in de moeilijke 3de eeuw te Joegoslavi. Ze werden
gemarteld omdat ze weigerden een beeld van Aesculapius voor Diocletianus te
maken. Beschermer tegen koorts, veel mazelen, steensnijders en
beeldhouwers.
8 november, Sint Willehad van
Bremen, (Willehadus) (745-789) Feestdag bisdom
Groningen is op 8 november.
Priester
en missionaris uit het Noord-Engelse Northumbria Is geboren rond 745. Hij kreeg
zijn opleiding in York, werd benedictijner monnik en vriend van St. Alcuin, Hij
begaf zich in 772 met verlof van koning Abred of Alachratus of Alchredus naar
Friesland waar hij vanuit Dokkum (vlak bij Utrecht) zijn missiewerk deed, de
plaats waar men in diezelfde eeuw Bonifatius had vermoord. Hij werd er met
grote onderscheiding ontvangen, onderwees er de kinderen van de edellieden,
bracht er velen tot het christendom over en begaf zich vervolgens naar de
rivier Lovevecke naar het land van Humarcha of Humarchen, een land gelegen in
of bij Overijsel. (Humsterland). Hier vond hij echter een woest en afgodisch
volk dat hem zeker terstond zou hebben gedood als hij ze door zijn
welsprekendheid niet tot kalmte had weten te brengen. Nu raadpleegde men het
lot om te zien of Willehad al dan niet den dood had verdiend, het lot was hem
gunstig zodat hij ongemoeid kon vertrekken. Nu begaf hij zich naar Trent of
Drenthe waar hij het werk van de bekering met ijver voortzette. Door het omver
werpen van afgodsbeelden liet hij de menigte echter in toorn ontvlammen, men
viel op hem aan met stokken en een van zijn tegenstanders kwam op hem af met
ontbloot zwaard om hem te onthoofden. De geloofsverkondiger had echter een
kistje met relikwien aan een riem om de hals bevestigd. Toen de woesteling hem
een slag toebracht doorsneed het zwaard enkel de riem zonder Willehad enig leed
te veroorzaken. Daardoor werden de heidenen zo getroffen dat ze hem niet meer
hinderden. Hij is er echter tot 779 gebleven. Willehad bracht daarna enige tijd
in het klooster van Echternach tot hij door Karel de Grote als leider van de
missionarissen in Wigmodia, het gebied tussen Elbe en Nederweser, benoemd werd.
Dat was rond 780 toen hij de Saksers moest bekeren waar hij twee jaar later
werd verbannen vanwege een opstand van Widuling of Witichindus tegen Karel de
Grote waar sommige geestelijken gedood werden en anderen verbannen zoals de
priester Folkerd met de graaf Emming en Benjamin van Atregt met Gerwal en hun
gezellen. Willehadus ontkwam door scheep te gaan naar Friesland. Vervolgens
naar Pepijn en zo naar Rome. Ging naar
naar Asternak, later Epternach en nu Echternach waar hij twee jaar in
eenzaamheid leefde, kopieerde manuscripten op de abdij van Echternach als de
brieven van de apostel Paulus. Verzamelde daar zijn verstrooid geraakte mensen
om met die nog eens de reis te wagen en keerde terug naar Saksen. Eerst naar
Karel die hem prees en hem bevolen dat hij weer naar het bisdom Bremen zou
keren en heeft hem de zogenaamde Justinaas celle aangewezen als verblijfplaats.
Bouwde de kerken weer op en preekte. Karel de Grote die verheugd was dat het zo
goed ging ontbood hem in de stad Worms en 2 jaar later op 12 juli tot bisschop
laten wijden en hem tot overste een beheerder van Bremen en omliggende
landstreken, onder andere ook Oosterloo. Bremen waar hij in 787 waar hij de
eerste houten dom bouwde en vele kerken. Hij overleed te Friesland in een dorp
genoemd Plecasse, of in Blexen in het hertogdom Oldeburg op de 8ste
november 789. Zijn stoffelijk overschot werd naar Bremen gebracht en aldaar in
een door hem gebouwde kerk ter aarde besteld.
Hij
wordt afgebeeld als een bisschop die afgodsbeelden omgooit, ook met kerkmodel.
Wordt aangeroepen door schippers die in nood verkeren..
Typha is de plant van de dag.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/