9 juli.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwien, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
9
juli, H. Agilolf: (Agilulfus) Germaans agil: ‘punt,
scherpe kant,’ scherpe kant van een zwaard, en wolf: ‘wolf,’ ongeveer,
zwaardwolf.
Agilolf
is in de 7de eeuw geboren en gestorven in 752 te Keulen. Hij was
Benedictijn te Malmedy en werd als opvolger van Reginfrids in 745 als bisschop
van Keulen benoemd. Voor deze post was oorspronkelijk Bonifatius aangewezen, de
Frankische adel sprak zich overwegend voor Agilolf uit. Hij werkte in de zin
van de reformideen van Bonifatius en nam deel aan de synode van 747.
Vaak
wordt hij met een andere Agilolf verwisselt die vermoedelijk rond 716 bij
Malmedy als gelovige gedood werd. Zijn gebeente werd op 9 juli 1068 naar Keulen
in de Mariengradenkirche overgedragen.
9 juli, 19 HH. Martelaren van
Gorkum. In
Den Bosch viert men HH. Leonardus en Gezellen, dit zijn ook martelaren van
Gorkum, ook Sint Johannus van Oisterwijk, een van de martelaren van
Gorkum.
Gorkumse
martelaren. Ze worden de Gorkumse martelaren genoemd omdat ze in Gorinchem
(Gorkum) gevangen genomen waren. Zij werden door de watergeuzen naar Den Briel
vervoerd. Daar probeerden de protestante strijders de priesters en
kloosterlingen hun katholieke overtuiging af te laten zweren. De Geuzen stonden
onder leiding van Willem van der Marck, heer van Lummen. Omdat ze weigerden hun
gehoorzaamheid aan de paus en het geloof in de Werkelijke Tegenwoordigheid van
Christus in de eucharistie op te geven, werden de geestelijken langdurig
gefolterd en bespot. Uiteindelijk werden ze op 9 juli 1572 opgehangen in een
schuur van het St.-Elisabethklooster te Rugge, onder Oostvoorne. Daardoor werd
Rugge voor de roomsgezinde een bedevaartsoord. Meteen na hun dood roemden
katholieke gelovigen de standvastigheid en de deugdzaamheid van de
slachtoffers. De wreedheid waarmee ze waren vermoord, bezorgden de martelaren
direct roem. In 1867 verklaarde paus Pius IX hen heilig. Delen van hun
lichamelijke overblijfselen worden bewaard en vereerd in Brielle en Gorinchem.
Ze worden meestal als groep afgebeeld, maar individuele afbeeldingen komen ook
voor. Ze hebben als attributen een strop om de hals, martelaarspalm monstrans
of ciborie, symbool van de eucharistieviering en trouw aan de paus waarvoor ze
wilden sterven, en een boek. Ze dragen het habijt van hun orde, elf waren
Franciscaan, twee norbertijnen en een dominicaan, of de priestertoga met
superplie.
Pastoor Lenaert van Veghel
Kapelaan Claes Poppel
Priester Govaerd van Duynen
Pater gardiaan Claes Pieck o.f.m
Pater Jeroen van Weert o.f.m
Pater Dirk van der Eem o.f.m
Pater Nicasius van Heeze o.f.m.
Pater Willehad de Deen o.f.m.
Pater Govaerd van Melver o.f.m.
Pater Antoon van Weert o.f.m.
Pater Antoon van Hoornaar o.f.m.
Pater Frans Roy o.f.m.
Broeder Pieter van Assche o.f.m.
Broeder Cornelis van Wijck o.f.m.
Pater Jan van Oisterwijk o.s.a.
Pater Jan van Keulen o.p.
Pater Adriaan van Hilvarenbeek o.praem.
Pater Jaak Lacops o.praem.
Pastoor Andries Wouters.
Uit www.flickr.com
9 juli, H. Jacobus Lacops (Jaak Lacops, Jacobus la Cop, Jacques la
Coupe)
De H.
Jacobus Lacops is geboren in 1542 in Oudenaarde (België) en gestorven op 9 juli
1572 te Den Briel. Na aanvankelijk in de Norbertijner abdij te Middelburg te
zijn ingetreden, werd Jacobus in 1566 protestant en schreef een pamflet tegen
het katholicisme. Door zijn vader en broer (ook norbertijn in Middelburg), werd
hij weer katholiek en overgeplaatst naar het voormalige Norbertijner klooster
te Beesd. Later werd hij benoemd als kapelaan in Monster, waar de norbertijn
Adrianus van Hilvarenbeek pastoor was. Op 5 juli 1572 overvielen de zogenaamde
Watergeuzen (tijdens de Tachtigjarige Oorlog het gedeelte van de geuzen dat
uitgeweken was voor Alva en een bestaan als kaper leidde) de pastorie en
sleepten Jacobus en zijn pastoor naar Den Briel, waar zij werden gemarteld en
opgehangen, hoewel Willem van Oranje hun onmiddellijke vrijlating had gelast.
Hij
wordt afgebeeld met het witte habijt van de Norbertijnen, naast zijn voeten
ligt de bonnet en soms houdt een engel een martelaarskroon boven zijn hoofd. Om
zijn hals draagt hij een strop omdat hij net als de anderen opgehangen werd in
Den Briel op 9 juni 1572. met de ene voet vertrapt hij vaak een liggend figuur
met een boek, een ketter die het protestantisme voorstelt. Relieken van hen
worden bewaard in Brielle en Gorinchem. Hun zaligverklaring vond plaats in 1675
en Pius IX heeft hen in 1867 heilig verklaard. Sindsdien is het zogenaamde martelveld
te Brielle een bedevaartplaats.
Hetzelfde
lot trof ook zeventien andere geestelijken, waarvan in de nacht van 26 op 27
juni vijftien door de watergeuzen in Gorcum waren gevangen genomen. Na acht
dagen van mishandeling, foltering en spot werden zij op 4 juli in onderkleding
op een schuit naar Den Briel vervoerd. Aldaar kwamen er dan nog vier
geestelijken bij, onder wie Jacobus en zijn pastoor. Op 6 juli werden de
negentien geestelijken verhoord door de calvinistisch gezinde Lumey van der
Marck, admiraal van de Watergeuzen die op 1 april 1572 Den Briel op de
Spanjaarden had veroverd. Op 9 juli om n uur Գ nachts werden de negentien,
ondanks het tegenbevel van Willem van Oranje, naakt in een turfschuur
opgehangen vanwege het geloof in het pauselijke gezag en de werkelijke
tegenwoordigheid van Jezus Christus in de eucharistie. Het laatste was
standvastig verdedigd door Jacobus en zijn pastoor, waardoor zij op
afbeeldingen ook wel met een monstrans worden voorgesteld.
9 juli, H. Adrianus van
Hilvarenbeek
(Adrianus Janszen, Adrianus Becanus): afkomstig van of inwoner van Adria
/Hadria)
Hij
is in 1528 geboren als Adrianus van Hilvarenbeek en treedt in het klooster van
der Norbertijnen in (ook wel Premonstratenzer) te Middelburg. En als Norbertijn
is hij als pastoor werkzaam eerst in Aagtekerke en later in Monster.
Vanuit
het verre Spanje regeert Koning Philips II met harde hand. Na de beeldenstorm
van 1566 stuurt Philips de gevreesde hertog van Alva naar de Nederlanden waar
hij de rust moet herstellen. Zijn Bloedraad en zijn manier van optreden, levert
hem een keihard en meedogenloos imago op. Hij heeft een hoofdrol bij het
bestrijden van het protestantisme, maar ook bij het innen van de gehate belastingen.
Na enkele jaren is het grootste deel van de Nederlandse bevolking, vooral zij
die naar het nieuwe geloof zijn overgegaan, de Rooms/Spaanse overheersing
spuugzat. Ze zijn tevreden als een groepje vrijheidsstrijders dat zich ‘geuzen’,
noemt op 1 april 1572 de stad Den Briel verovert op het bezettingsleger. Op 25
juni van hetzelfde jaar veroveren de patriotten ook de stad Gorkum en komen
negentien uit de buurt afkomstige priesters en religieuzen in het gevang
terecht. Na enkele dagen van martelingen en beproevingen worden ze uiteindelijk
op bevel van Willem van der Mark, heer van Lummen, op 9 juli opgehangen aan de
balken van een schuur. Onder de negentien martelaren bevindt zich onder
anderen: H. Leonardus van. Veghel. Hij was een wereldheer en sinds 1566
pastoor van Gorkum, geboren omstreeks 1527 te Գ-Hertogenbosch. Hij was de
belangrijkste woordvoerder tijdens het proces. Ook bevinden zich onder hen de
beide Norbertijner monniken Adrianus van Hilvarenbeek en zijn jonge medebroeder
Jacobus Lacops.
In
1675 worden de martelaren van Gorkum door paus Clemens X zalig verklaard. In
1867 volgt de heiligverklaring, ondanks dat daartegen vanuit Nederlands
Katholieke kringen fel verzet is. De Rooms Katholieken vrezen dat de tere
relatie met de Protestanten die sinds 1853 aanmerkelijk is verbeterd, door deze
heiligverklaring zal worden verstoord.
Veelal
wordt Adrianus afgebeeld samen met zijn medebroeder Jacobus Lacops. Als lid van
de orde die door Norbertus gesticht en daarom orde der Norbertijnen (of
Premonstratenzer) heet, is hij altijd geheel in het wit gekleed. In de
volksmond heten de monniken van deze orde daarom ook wel җitherenӮ Over het
witte habijt draagt hij veelal een kort wit koorhemd (superplie) met een priester
stola en op het hoofd een witte bonnet. Om de hals kunnen alle 19 martelaren
van Gorkum op afbeeldingen de strop dragen. Omdat hij trouw bleef aan het
Roomse geloof draagt Adrianus in de hand dikwijls een boek met daarop de
drievoudige pausenkroon, de tiara, soms met twee sleutels. Ook zien we de
hostie, of aan zijn voeten een zak met hosties en een vaatje met wijn, omdat
Adrianus tijdens zijn gevangenschap vooral de leer over de Eucharistie heeft
verdedigd tegenover de Protestantse rechters. In de hand draagt hij ook wel de
martelaarspalm of de martelaarskroon die hem door een Engel wordt aangereikt.
9 juli, H. Franciscus de Roy.
Hij is
geboren in Brussel in 1548 en trad in het minderbroederklooster van ‘s
Hertogenbosch. Hij werd later naar Gorkum gezonden waar hij later opgehangen
werd met de andere Martelaren van Gorkum op 24 jarige leeftijd.
Hij
wordt afgebeeld met het bruine habijt van zijn orde en verder als de andere
martelaren. Omdat hij van welgestelde familie afkomstig was draagt hij vaak een
familiewapen, drie gouden kronen op een blauw veld.
Een
zeker plantje dat daar groeide, Colchicum, wordt door de devote martelaarskruid
genoemd. Het volksgeloof weet te vertellen dat als men de bloempjes, die van
naturen vier blaadjes hebben, bewaart, maar niet te lang natuurlijk, dat er dan
nog 15 bij komen zodat het getal der bloemblaadjes overeenkomt met het getal
der martelaars die daar stierven..
9 juli, H. Veronica Giuliani
(Veronica de Julianis):
Grieks pherenike: ‘brengster van de zege.’ De plaats Sint Joost in Limburg is
naar hem genoemd.
Veronica
is geboren in 1660 te Mercatello in Italië. haar ouders, Francesco Giuliana en
Benedetta Mancini, waren van edele afstamming. Ze werd Ursala genoemd en toonde
wonderbaarlijke tekens van heiligheid. Met 18 maanden berispte ze een
verkoopster van slechte olie en zei; doe gerechtigheid, God ziet je. Op haar
derde sprak ze met geestelijken en toonde veel medelijden met de armen, zette
een gedeelte van het voedsel voor ze apart en zo ook met haar kleren die ze aan
slecht geklede meisjes gaf. Dat groeide nog toen ze ouder werd, maar als
anderen niet direct met haar meededen werd ze dictatorachtig. Dit
karaktertrekje zag ze met haar 16de in een visioen toen ze zag dat
haar eigen hart van staal was. In haar schrijven bekende ze dat ze een zeker
plezier had in de meer statige omstandigheden die haar familie aannam toen haar
vader superintendent van financiën te Piacenza was geworden. Dat beïnvloedde
niet haar besluit om zich aan de godsdienst te wijden, hoewel haar vader op een
huwelijk aandrong, ze ging ondanks zijn tegenstand toch naar een klooster, ze
werd ziek en haar vader gaf zijn toestemming. In 1677 kwam ze bij de
Kapucijners van arme Clares in Cittadi Castello en nam de naam van Veronica aan
naar het lijdensverhaal. Haar novitatie was moeilijk waarbij ze naar de wereld
terug verlangde. Bij haar inwijding in 1678 kreeg ze een groot verlangen om net
als Jezus te lijden voor de zondaars. Rond die tijd had ze een visioen van
Christus die zijn kruis droeg en kreeg een geestelijke pijn in haar hart. Na
haar dood werd een figuur van een kruis gevonden die op haar hart was gedrukt. In 1693 begon ze met een nieuwe fase in haar
spirituele leven toen ze een visioen had van de kelk die het Goddelijk lijden
symboliseerde die in haar ziel gedrukt werd. Ze kromp er van ineen en begon
intens lijden te verdragen. In 1694 ontving ze de indrukken van de
doornenkroon. De wonden waren zichtbaar en de pijn permanent. Ondanks haar
mystieke lijden was ze een praktische vrouw. Ze was 34 jaar novice meesteres en
begeleidde novices met grote omzichtigheid. In 1716 werd ze tot abdis gekozen
en zorgde voor een goede waterleiding die het klooster tot dan toe niet had.
Overleden na bitter lijden te Cittadi Castello op 9 juli 1727, gecanoniseerd
door Gregorius XVI in 1839. Bij controle van de wonden ontdekte men op haar
hart de indrukken van Jezus martelwerktuigen.
Ze
wordt afgebeeld als jonge vrouw in bruin habijt met de doornenkroon en met het
kruis dat ze omarmt. Ook met hart en soms drie kruisnagels. Op haar handen en
voeten is de stigmata zichtbaar. Meestal draagt
ze een verlovingsring als teken van het mystieke huwelijk met Christus.
Water
schurftkruid, Scrophularia aquatica, is de plant van de dag.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/