9 maart.
Klik hier voor inleiding
heiligen met relikwieën, biecht, aflaat, chrisma, era of tijdsbepaling,
weerspreuken, bloemen.
9 maart, H. Francisca Romana: ‘Fransmanռ.’
Francisca
is geboren in 1384 te Rome uit het adellijke geslacht De Busci
(Bussi). Ze werd op haar twaalfde uitgehuwelijkt en
kreeg drie zoons, verloor haar spraak, raakte verlamd en weigerde alle voedsel,
ze werd genezen door een visioen van de H. Alexius.
In 1425 was ze de stichteres van de vrouwelijke Oblaten van de H. Benedictus.
Na de dood van haar man in 1436 legde ze alle rijkdom af en leefde uiterst arm,
vol liefde voor de armen. Ze zou door haar stiefdochter verdreven zijn en trad
in het haar zelf gestichte congregatie toe en daar kwamen haar mystieke gaven
aan het licht. Steeds werd ze door de duivel gekweld, maar werd bijgestaan door
haar beschermengel die haar ճ nachts bijlichtte om te lezen. Overleden op 9
maart 1440 in Rome waar haar lichaam in de kerk van Santa Maria Nuova werd bijgezet. Pius V verklaarde haar heilig in 1608.
Ze
wordt in strenge zwarte kleding afgebeeld. Naast haar staat een engel omdat ze
vaak contacten had met haar beschermengel. In de hand houdt ze soms pijlen,
pestpijlen want haar gebeden maakten een eind aan de pest in Rome. Verder een boek
of een broodkorf. Ook wordt ze afgebeeld met een monstrans waarvan de stralen
har hart treffen. Omdat ze verschillende kinderen verloor door de pest en vele
pestlijders verzorgde wordt ze tegen die ziekte aangeroepen. Patrones van
weduwen, huisvrouwen en automobilisten dat vanwege haar contacten met de
engelbewaarder.
9 maart, 10 januari in de Orthodoxe kerk, 14 juni in de
Lutherse kerk en 19 juli in de Anglicaanse kerk, H. Gregorius van Nyssa: Grieks gregorios:
‘de waakzame,’ vgl. Latijn Vigilius. Naam van
verschillende heiligen.
Gregorius
is een broer van de heilige Basilius en geboren te Nyssa in Cappadocië, rond
335. Zijn moeder was de H. Nonna en zijn vader Gregorius van Nazianze de oudere. Greogorius
werd geestelijk benvloed door zijn grootmoeder Macrina de Oude en zijn oudste zuster Macrina
de Jonge. Hij bereidt zich voor op een kerkelijke loopbaan. Daarnaast begint
hij een studie voor retor. Het niet-christelijk idealisme met zijn hoge morele
en esthetische niveau boeide hem. Na een ascetische
leven waartoe hij onder invloed van zijn broer Basilius van 5 jaar waar ze zich
bezinnen op hun leven tot God werd hij tegen zijn zin in 371 bisschop van Nyssa
(het huidige Nevşehir) ofschoon hij getrouwd was met Theobesia die hij tot zijn dood trouw bleef in 394. Na de
dood van Basilius komt hij uit de schaduw van zijn broer en vanaf 379 zijn werkzaamheden
overweldigend. In 381 nam hij deel aan het eerste concilie van Constantinopel
waar hij de Geloofsbelijdenis van Nicea (325) en de triniteitsleer verdedigde
tegenover de arianisten. Vanaf 386 neemt zijn invloed
af en nemen dogmatische kwesties hem minder in beslag. Hij legt zich toe op het
monastiek ideaal. Hij schenkt aan het monnikendom de vergeestelijking, terwijl
daarvoor Basilius meer de organisator was. In het westen is Benedictus zijn
grote navolger. Hij was een veelzijdig schrijver, filosoof en theoloog. Zijn
voornaamste verwezenlijkingen liggen echter op het domein van de literatuur,
met o.a. een commentaar op het exodusverhaal: Het leven van Mozes. (392). In of
kort na 394 is hij overleden.
Een
van de beroemdste Griekse kerkvaders.
Hij wordt
samen met H. Basilius de grote en de H. Gregorius van Nyssa Cappadocische
Vaders genoemd.
Daarnaast is ook zijn zuster Macrina die bekend is
door de briefwisseling tussen hen beiden.
Hij
wordt afgebeeld als Griekse bisschop, boek, pen of ganzenveer.
9
maart, Catherina van Bononia (van Bologna). Meestal wordt de naam in
verband gebracht met Grieks katharos: ‘rein, schoon
of zuiver,’ volgens anderen is het woord van aikaterine,
op welk woord de Russische vorm Ekaterina wijst.
Hoewel het ook kan van aeikaterine: ‘de altijd reine,’
of uit Syrisch kethar: ‘kroon.’
Catharina werd op 8 september
1413 in Bologna (Bononi), volgens anderen te Verona
uit voorname familie geboren als Catharina de Vigri
en was van adellijke afkomst. Ze was eerst hofdame van prinses Margareta van Este, sinds 1432 voegde ze zich bij de orde der St.
Franciscus en kwam vervolgens aan het hoofd der Clarissen in het klooster van
het H. Sacrament te Bologna waar ze op de 9de maart 1463 overleed.
Ze werd heilig verklaard in 1742. Wondere voorspellingen en duivelse
aanvechtingen worden van haar vermeld. De ondervindingen van haar mystiek leven
schreef ze neer in ‘Revelationes s. septem armis spiritualibus.’
Ook een Latijnse hymne op de eerst 5 geheimen van de rozenkrans wordt haar
toegeschreven.
Haar lichaam wordt ongeschonden
in een kapel van haar klooster te Bologna bewaard en vereerd.
Ze wordt afgebeeld als non in
bruin habijt. Meestal tonen de afbeeldingen hoe het kind Jezus haar kust, een
visioen dat ze tijdens een kerstnacht had, de H. Maagd verscheen aan haar en
reikte haar het kind aan dat haar daarop een kus gaf. Die kus zou de rest van
haar leven op haar gezicht gebleven zijn. Verder met een boek, kruisbeeld of
lelie waaruit het Christuskind groeit. Patrones van kunstenaars omdat ze zelf
een begaafd miniatuurschilderes was je ziet haar dan ook vaak met schilderij en
penseel afgebeeld.
De bloem van de dag is een
narcis, Narcissus bulbocodium. (bolachtig) (=Corbularia
bulbocodium)
St Bosco met Dominicus Savio uit pylgeralmanak.nl
9 maart of 6 mei, Dominicus Savio.
Dominicus Savio
ziet op 2 april 1842 in het Italiaanse Riva di Chieri het levenslicht als tweede spruit van de in totaal
tien kinderen die smid Carlo en kleermaakster Brigitta Savio
mogen ontvangen. Dominicus is een heel gewoon jochie, maar met een buitengewone
liefde voor O.L. Heer. Wanneer hij vier is, vindt zijn moeder hem weggedoken in
een hoekje. Met zijn handjes gevouwen en hoofdje gebogen, is hij diep verzonken
in gebed: hij kent alle gebeden al uit zijn hoofd! Dit beeld zal nog vaak
voorkomen, want Dominicus kan zo in gebed opgaan, dat hij tijd en plaats
volledig vergeet. Al op vijfjarige leeftijd is de goedlachse Dominicus
misdienaar, terwijl hij pas zijn Eerste Communie kan doen als hij zeven
is.
Een paar jaar later is Don Bosco
op zoek naar jongens die hij wil opleiden tot geestelijken zodat zij hem kunnen
helpen bij de opvang van verwaarloosde jongens. Vanaf de eerste ontmoeting weet
Don Bosco dat hij hier met een bijzondere jongen te maken heeft. ҅en, wat vind
je van mij?’ vraagt de twaalfjarige Dominicus aan Don Bosco. ‘ik denk dat je goed materiaal bent.’ antwoordt deze met een
brede glimlach. ‘Nou,’ reageert Dominicus, ‘gij bent een goede kleermaker, dus
als het materiaal goed is, gebruik me dan en maak van mij een nieuw pak voor
O.L. Heer.’
Dominicus is een ijverige en
vrolijke leerling, maar ook zeer begaan met zijn klasgenoten en gevoelig voor
alles wat er om hem heen gebeurt. Hij zet met een stel vrienden het ‘gezelschap
van de Onbevlekte Ontvangenis, ‘op; ze houden de school op orde en ontfermen
zich over de achterblijvers en minder populaire jongens.
Don Bosco moet Dominicus wel
behoorlijk bijsturen, want zijn enthousiasme lijkt soms te ontaarden in
fanatisme. Op een avond vindt Don Bosco hem bibberend van de kou in bed onder
slechts een dun lakentje.’Ben je helemaal, zo krijg
je longontsteking,’ verwijt Don Bosco hem. Dominicus excuus is dat Christus in
de stal van Bethlehem toch ook geen longontsteking had gekregen.
Don Bosco wijst de ijverige Dominicus
erop dat heldhaftigheid juist in het gewone en heiligheid in kleine dingen te
vinden is: ‘Geloof moet om ons heen hangen als de lucht die we ademen.’ Dat
draagt de jonge Dominicus vervolgens zo sterk uit dat hij het respect en de
waardering van de andere jongens in de school wint. Ook van de twee stenen
gooiende knapen.
Dan gaat zijn gezondheid
achteruit en Dominicus wordt naar huis gestuurd om op krachten te komen. Het
mag niet baten. Hij heeft tuberculose en zal sterven. Maar Dominicus is niet bang
voor de dood. Hij is, letterlijk, kinderlijk enthousiast dat hij naar de hemel
mag gaan. Vlak voor hij sterft, richt Dominicus zich op, een brede lach
verschijnt op zijn gelukzalig gezicht: ‘Ik zie zulke schitterende dingen.’ Het
zijn zijn laatste woorden. Op deze 9e
maart 1857 is hij een kleine maand verwijderd van zijn vijftiende verjaardag.
Dominicus wordt in 1950 zalig en
in 1954 heilig verklaard. Hij is dan de jongste niet-martelaar die in de Kerk
wordt heilig verklaard.
Deze
jong gestorven heilige wordt in een donker pak afgebeeld en meestal zittend.
Meestal staat er een kruis of Mariabeeld bij waar hij zijn arm omheen slaat.
Een of meer boeken wijzen erop dat hij nog studeerde toen hij overleed.
Patroonheilige
van jongenskoren en jeugdverenigingen.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/