Familie Botman

Over Familie Botman

Genealogie, familienaam, voorouders, stamboom

Inleiding:

Mijn broer Peter is overleden op 30 oktober 2015. Hij was close met zijn nicht Margriet die naast ons woonde. Op haar verzoek bracht ik haar een gedenkboek van Peter gemaakt door een van zijn kinderen. Ik kwam binnen en Margriet had voor mij 2 onbekende mensen op bezoek. Zij begon hun uit te leggen wie ik was en binnen enkele minuten wist ik meer van mijn familie in rechte linie dan ik ooit van mijn vader had komen te weten. Die sprak nooit over zijn ouders en grootouders. Mijn moeder trouwde met hem in 1944 dus mijn grootvader kende ze niet of nauwelijks wat bleek toen ik haar een keer over vroeg.

Ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken en ben een week daarna weer naar Margriet gegaan waarbij ik dus het hele familiearchief. Gerard Koomen.

Bron: west Friese geslachten overzicht van de familie Botman.

Herkomst van de familie Botman.

In het rijksarchief te Haarlem bevinden zich notariële akten van de jaren 1500 waarin de naam Botman al voorkomt.

De oudste akte is van 25 april 1575 en daarin worden de namen Cornelia Botman en haar vader Aris Jansz. Botman vermeld. We kunnen hieruit op maken dat de naam Botman al voorkwam eind 1400/begin 1500.

Ook de namen van 2 broers van Cornelia Botman komen op notarile akten voor. Een akte staat op naam van Garben Arisz. Botman en een ander op naam van Gerrit Arisz. Botman. Garben was stuurman en Gerrit was schipper op de haringsbuis. Enkhuizen had toentertijd een haringvloot van ongeveer 450 haringbuizen.

Hoewel haring de voornaamste visserij geweest zou zijn werd ook op andere platvis gevist onder andere bot. Dit zou de oorsprong van Botman kunnen zijn als naam.

In het rijksarchief zijn tientallen archiefstukken over de familie Botman gevonden. Uit deze stukken blijkt dat de familie tot de middenstand behoorde vanaf het begin van waarneming. De handtekeningen zijn mooi en duidelijk waaruit zou kunnen blijken dat zowel mannen als de vrouwen onderwijs hebben genoten.

Het geslacht Botman was van het begin af van waarneming katholiek. In het jaar 1717 ging een tak van de familie over naar de oudkatholieke kerk. In 1717 was Mattheus van Heeck pastoor van de oudkatholieke kerk. Hij was dit van 1694 tot zijn dood in 1727 te Enkhuizen. In 1717 erkende hij het gezag van het Utrechter Metropolitaans Kapittel, de zogenaamde oudkatholieke kerk. J. Botman was getrouwd destijds met Maria van Heeck een nicht dus van de pastoor. Waarschijnlijk door deze familieband is Botman toegetreden tot de oudkatholieke kerk. Aan de Breedstraat staat nog een oudkatholieke kerk.

Anno nu zijn er nog steeds Botmannen parochiaan van de oudkatholieke kerk.

Bodman-Bodtman-Botman behoort tot de oudste namen in Europa en kwam al voor in 629/638. Ook is er een plaats Botman aan het Bodenmeer. Daar wonen de ‘Botman’ s.

Marij Sijmons Botman wordt als stammoeder beschouwd.

Mogelijk voorouders van haar zijn:

Sijmen Hermansz Botman gehuwd met Dieuw Cornelis beroep Galjoenschipper in 1670.

Herman Gerritsz Botman gehuwd met Signum Sijbrands met handtekening akte 1626.

Gerrit Arisz Botman geboren circa 1579 overleden circa 1643 gehuwd met Segertje Segers geboren circa 1582 en overleden circa 1645 met handtekening onder akte 1635.

Aris Hermansz Botman N.A. 1596 en 1601.

Hieronder dus!!

West-Friesland is geen deel van de provincie Friesland maar van de provincie Noord-Holland. West-Friesland beslaat het gebied tussen de steden Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Schagen en Alkmaar en is volledig omringd door een dijk, de West-Friese Omringdijk die overal nog goed te zien is in het landschap. Zie de kaart van de provincie Noord-Holland hierboven. De afstand Amsterdam - Hoorn is ongeveer 40 km.

In vroeger tijd (Frankische Tijd, 600-1000) werd een veel groter gebied, van Texel tot Zeeland, tot West-Friesland gerekend. De naam Holland duikt pas op in 1101. De Friezen bewoonden in de vroege Middeleeuwen een gebied, dat zich uitstrekte van Noord-Duitsland via Groningen, Friesland, Noord en Zuid-Holland tot in België, met Medemblik (Vronen) als Koninklijke residentie, o.a. koning Radboud. West-Friesland was toen nog verbonden met Friesland.


Jan Sems Marij Sijmonsd. Botman

Geboren ongeveer 1670 te Grootebroek huwelijk geboren ongeveer 1672 Enkhuizen

Overleden 1 mei 1725 te Grootbroek 13 september 1694 overleden 7 mei 1742 Grootebroek

Beroep: landsman Grootebroek Dochter van Sijmon Hermansz. Botman

Naam Simon, Simon, Griet, Pieter, Pieter, Griet.

Geb: 2 augustus 1695 19 juli 1697 30 aug. 1700 6 maart 1703 29 mei 1708 11 juli 1711

Doopgetuige: Aaf Thijs, gewijd, Mijnoud Outger Botman, Geert Thijs, Marij Albers, Elisabeth Speck Pietersd, Elisabeth Speck Pietersd.

, devota,

Overleden - - - - - -

Huwelijk - 31-7-1719 - - - -

Catharina Molenaar

Alle kinderen hebben de stamnaam Botman van de moeder ontvangen en zijn gedoopt in de R.-K. Kerk in Grootebroek.

Marij Sijmonsd. Botman was een dochter van Sijmon Hermansz. Botman en kleinkind van Herman Arisz. Botman. Ze had 2 zusters: Cornelia en Grietje en een broer: Harmen. Uit haar huwelijk met Jan Sems werden 6 kinderen geboren: 4 zonen en 2 dochters. 2 Zonen en 1 dochter stierven bij de geboorte.

Alle kinderen uit het huwelijk kregen de naam Botman. Naar de reden kan slechts gegist worden. Mogelijk speelt het aan zien van de familie een rol(bezit van landerijen). Ook kan het zijn dat voorkomen werd dat de naam Botman verdween. Het geslacht was nagenoeg uitgestorven in die tijd.

Het echtpaar Sems was niet onder een gelukkig gesternte geboren. De Gouden Eeuw was voorbij en West –Friesland werd voortdurend geteisterd door aanhoudende rampen en tegenspoed.

In 1672 kwam heel West-Friesland onder water te staan na een zeer zware storm. Vanaf Buiksloot tot en met Enkhuizen stond alles blank. Het land raakte verzilt en dit had tot gevolg dat oogsten mislukten. Ook mensen en vee kregen kwaadaardige ziekten. In 1694 heerste er een grote vee pest en in Grootebroek werd door een brand 40 huizen vernietigd.

Vanaf 1650 zette de achteruitgang van de steden in West-Friesland zich in. Amsterdam overvleugelde de Noord-Hollandse steden meer en meer. Hoorn, Enkhuizen en Alkmaar waren in die tijd ongeveer even groot, Medemblik en Schagen veel kleiner. Het verval begon in Enkhuizen het eerst. De groei van de haringvisserij kwam na 1670 tot stilstand. Tegen concurrent Amsterdam kon de stad niet meer op. Zandbanken bemoeilijkten de toegang tot de haven. Meer en meer voeren vrachtschepen de stad voorbij. De belangrijke ossenmarkt verplaatste zich naar Amsterdam. Ook de onderlinge concurrentiestrijd tussen Hoorn en Alkmaar om de gunst als marktplaats te fungeren voor de Westfriese producten deed beide steden geen goed. De neergaande spiraal van de economie bleek niet te doorbreken.

(Schuitenhelling van Zeger de Vries aan de Vette Knol te Enkhuizen. Zeger staat in het midden tussen zijn knechts.) (P. M. Rooker, Enkhuizen)

Door de grote armoede was men niet in staat de schade te herstellen. Er was een grote landelijk actie en die bracht voor die tijd een heel groot bedrag van 125 gulden op. In 1698 waren er opnieuw misoogsten en in 1713 een uitgebreide runderpest. De gevolgen van de runderpest waren 5 jaar later nog steeds voelbaar.

Door de grote armoe konden ongeveer 16% van de landmannen de pacht niet meer betalen en de onkosten opbrengen. Al met al leefde de familie Botman in een moeilijk tijd en toch hadden ze niet een directe armoe wat blijkt uit landbezit en familierelaties.

De zoon Simon of Seymen die was geboren op 19 juli 1697 werd opvolger van het geslacht. Van hem liggen notarile akten in Haarlem (1730-8-3-5413-58). In deze akte trad hij op als getuige in een testament bij zijn schoonzus Catharina Schooneman en in de akte 1744-125 werd de inwoning van Treetje Jans (uit Bovenkarspel) geregeld.

(Jan Sems: van hem ligt in Haarlem een notarile akte, waarin zijn naam wordt genoemd- akte 1907-5-7-A 428-87. In deze akte wordt zijn naam genoemd als getuige bij het opmaken van een testament van Catharina Schooneman en bij een andere akte geaffecteerd met Griet Cornelis Botman die een zus van zijn vrouw was).

(hij was dus haar zakelijk adviseur).Uit de impost (belasting bij overlijden, geboorte en dergelijke) blijkt dat ze tot de burgerlijke stand behoorden.

Simon Jansz. Botman Huwelijk Catharina Dirk Molenaar.

Gedoopt 19 juli 1697 31 juli 1719 geboren -

Doopgetuige Tecla Jans Doetse.

Overleden - Grootebroek overleden -

Beroep: landsman Dochter van: Dirck Molenaar

Naam Marijtje, Trijntje, Marijtje, Jan, Jan, Pieter.

Geboren, 30-9 1720 22-6-1722 14-10-1724 18-12-1726 21-4-1729 8-8-1731

Doopgetuige Thecla J. Doetse, Trijn Jans, Aafje Dircks, Tecla Jans, Marie Gerrits, Marijtje Molenaar, Doetse Baartman Dircks

Overleden 17-11-1720, 20-12-1776, 4-1-1759 ------------- ------ 3-10-1789

Huwelijk Thijs Slot, 10-4-1752 26-4-1756 17-11-1746 Freekje Slot Afra Kaagman

Alle kinderen zijn gedoopt in de Rooms katholieke Kerk in Grootebroek.

Sijmon en Catharina zijn geboren en overleden in Grootebroek. Ze kregen 6 kinderen; 3 zonen en drie dochters. 1 zoontje en 1 dochtertje zijn vrij snel na de geboorte overleden.

Ook zij hadden de tijd niet mee. Het jaar 1740 bracht grote ellende in Grootebroek en wijde omgeving. Er was een ongekende strenge winter en er was ook gebrek aan brandstof en kleding. Dit bracht grote narigheid met zich mee. Nauwelijks bekomen van de winter of er brak een veepest uit(1744-1745) waarbij de halve veestapel verloren ging. In 1769 herhaalde dit. In 1750 woedde een grote brand in Grootebroek. Een groot deel van het dorp verbrandde waaronder het weeshuis. In 1763 werd bijna heel Lutjebroek door vlammen in de as gelegd door een enorme brand waarbij de wind vrij spel had in de houten huizen met rieten daken.

Door al deze rampen en branden vertrokken veel inwoners uit de dorpen. Bovenkarspel bijvoorbeeld dat in 1640 nog 1050 communicanten telde had er in 1723 nog slechts 198 en in 1732 nog maar 247.

In 1650 was de prijs voor landbouwgrond 2000 tot 4000 gulden per hectare. In 1750 was deze grond waardeloos en dus onverkoopbaar omdat de landbouwers van hun grond waren weggelopen door de steeds opeenvolgende rampen. In 1650 was de huur voor grasland 60 gulden per hectare en in 1741 was dat nog maar slechts 40 gulden. Zelfs na verlaging konden de tuinders deze pacht niet meer opbrengen met de 11 gulden kosten die er per hectare bij hoorde. Jan Simonsz geboren 21 april 1729 werd de opvolger van het geslacht. (De naam Sijmon Botman komt eveneens voor in een notarile akte die zich bevindt in het rijksarchief te Haarlem (akte 1730-8-5-54-5413-38) als getuige bij het opmaken van een testament van Catharina Schooneman).

Tussen 1732 en 1840 werden in Hoorn ruim 1600 huizen gesloopt. In 1850 was het aantal inwoners teruggelopen tot 5.000, tegen 25.000 twee eeuwen eerder. Medemblik verloor tussen 1622 en 1795 de helft van zijn bevolking: er bleven er slechts 2.000.

Rond 1800 was de bevolking van Hoorn met een derde verminderd. Tussen 1700 en 1750 werden daar bijna 600 huizen afgebroken. De stad vertoonde grote gaten. Voortdurend kreeg het stadsbestuur verzoeken tot sloop.

In 1828 werd door Koning Willem I besloten het Koninklijk Instituut voor de Marine in Medemblik te vestigen. Op de school waren drie soorten leerlingen: zij die werden opgeleid tot zeeofficier, tot officier der mariniers of tot officier tot de scheepsbouw. Op 28 augustus 1829 werd het instituut geopend. De grootmeester der artillerie leverde voor de festiviteiten 300 vuurpijlen. Reeds in 1850 werd besloten het instituut weer te sluiten: het was toen al verouderd en de officieren voelden zich eenzaam in Medemblik. Ook de West Friese afvaardiging in de Tweede Kamer kon zich met dit besluit verenigen. Schilderij van J.C. van Leverink.

Jan Simonsz. Botman huwelijk Freeckje Meindert Slot.

Geboren: 21-4-1729 10-4-1752 geboren 2-8-1730

Overleden 3-10-1787 Bovenkarspel overleden 1808 te Grootebroek

Beroep: timmerman-schuitemaker Dochter van Meijndert Slot/Jantje Ariens.

Naam; Sijmon, Jannetje, Meindert, Dirk, Klaas, Jan.

Geboren; 13-8-1753 27-2-1755 16-9-1758 23-2-1761 5-12-1763 21-10-1769

Doopgetuige; Trijntje Sijmen, Meinder T. Meindert Slot, Trijntje Sijmen, Trijntje Sijmen, Aagje Botman, Meijndertz. Slot Botman, Meindert Slot.

Huwelijk; 15-11-1776, 11-7-1779, 30-12-1781, 4-2-1784, 25-1-1785, 12-4-1792.

Overleden; 17-2-1841, 8-12-1826, 17-5-1828, 28-8-1841, 9-5-1822 , 5-6-1847.

Met; Bregje Klaas, Jan Krijgsman, Claasje ter Dieuwertje, J. Antje, Aafje Slot Velden, Schagen Commandeur Jong Velden.

Geboren; 1-4-1753, 25-3-1752, 16-10-1754, 1764, 1765, 1769.

Te; Grootebroek, Bovenkarspel, Lemmer, Grootebroek, Bovenkarspel, Bovenkarspel.

Zoon van; Klaas Slot, Jan Krijgsman, Gerrit Lamertz., Jan Schagen, Jan Maarten Jong ter Velden, commandeur.

Dochter; Grietje Heertjes, Dieuwertje Slot, Duwtje, Geertje, Marijtje, Antje deLange, Blokdijk, Tjalling Schipper.

Overleden 10-6-1827 1-1-1832 21-2-1842 8-4-1813 16-3-1836

Beroep timmerman/slachter; timmerman, schuitenbouwer, landbouwer, tuinman.

Dit huwelijk bracht 6 kinderen voort.

1781 akte 1430-64 Jan Krijgsman gehuwd met Jantje Jansd. Botman wonende Westeinde, geen kinderen, benoemd tot erfgenamen Jan Botman en Freekje Meindert Slot.

Jan Simonz is geen landbouwer geworden maar timmerman–molenbouwer-schuitemaker. Hij vestigde zich te Enkhuizen en is de grondlegger van het familiebedrijf dat na hem komende generaties zou worden voortgezet. Ook zag hij het blijkbaar niet meer zitten in de landbouw.

Hij heeft de situatie blijkbaar goed aangevoeld want na het droogleggen van de polder en het verlagen van het waterpeil begon de grond in te klinken. Daartegen steeg het (Zuider) zeewaterpeil. Als gevolg van beide werd het noodzakelijk door middel van watermolentjes de polderwaterstand op het juiste peil te houden.

De schuiten die er heel anders uitzagen dan de latere waren enigszins logge platbodemvaartuigen van hout.

Jan Simonsz sprong daarop in. Hij vestigde zich als molenbouwer in het Westeind van Enkhuizen, ten oosten van de derde brug van de Koepoort. Hij fabriceerde en plaatste in de polder 'de Grootslag' diverse kleine watermolentjes om de kleine polders en slootjes in het lage land van het overtollige water te verlossen en weg te malen. Boten horen bij de polder het  'Grootslag.'

Het peil van de Zuiderzee steeg van het jaar 1000 tot 1500 een halve meter.

In 1500 lag het polderpeil een halve meter onder het zeepeil. In 1950 was het door inzinking en ontvening het polderpeil 3,20 meter lager dan het zeepeil. Met het dalen van het polderpeil zat het molenbedrijf flink in de lift.

Bij behorende akten bij Jan Simonsz. Botman zijn 22-10-1788 testament voor nalatenschap jongste zoon.

28-6-1785 verklaring van Jan ter verzachting van straf voor molenaar Bleeker wegens dronkenschap.

27-12-1779 no. 1403-97 borgstelling voor Pieter Outger beroep molenaar.

De zoon Meindert geboren 16-9-1758 werd de opvolger van het geslacht.

De plaats van vestiging van het molenbouw- en schuitenmaker' s bedrijf is momenteel bekend als Westeinde nummer 86. De grote boerderij welke is gebouwd door de Snouck van Loosen stichting en gepacht door de gebroeders Hovenier.

Meindert Botman; Huwelijk: Claasje ter Velden

Geboren 16-9- 1758 te Enkhuizen 30-12-1781 geboren: 16-11-1754 Lemmer

Overleden 17 mei 1828 te Enkhuizen Grootebroek overleden 1-1-1832

Beroep schuitemaker/timmerman Dochter van Gerrit Lamertz. Ter Velden en Duwtje de Lange

Naam ; Jan, Jan, Diewertje, Gerrit, Freekje, Gerrit, Freekje, Jeltje.

Geboren; 15-1-1783, 3-6-1784, 5-7-1786, 22-9-1787, 24-5-1789, 16-7 -1790, 22-10-1792, 6-11-1793.

Doopgetuige, Jantje Botman, Jantje, Femmetje, Trijntje, Bregje, Broer, Bregje, Broer.

Botman t. Velden t. Velden Slot t. Velden Slot t. Velden

Huwelijk 6-2-1814, 15-9-1811

Trijntje Fiktol, Pieter Krijs

Overleden - 16-12-1828, 17-3-1834 - - - - -Լo:p>

Jan huwt Jeltje, geboren 3-6-1784, overleden 6-5-1798.

Meindert Botman trouwde met Claasje ter Velden op 30 december 1781. Dit huwelijk heeft 8 kinderen voortgebracht.

Waarvan 2 zoontjes en een dochtertje vroegtijdig zijn overleden. Meindert Botman was de opvolger in het bedrijf en naarmate hij ouder werd werden de tijden moeilijker.

Zo vielen de Franse troepen in 1795 ons land binnen. Zij bleven steken tot voor Hoorn maar stootten later toch door en bezetten toen Enkhuizen. In 1799 werd Enkhuizen bevrijd door de Engelsen die met schepen de Zuiderzee waren binnen gevaren maar na drie weken moesten zij het veld weer ruimen en kwam Enkhuizen weer onder Frans bewind. Deze bezetting duurde tot 1813 wat een totale verarming van de stad en de omliggende dorpen ten gevolge had door plunderingen en opgelegde schattingen. Zo was er een gebrek aan levensmiddelen en ander dagelijkse benodigdheden. De handel was kapot en producten waren onverkoopbaar. De scheepvaart lag stil en de vissersvloot lag werkeloos in de haven. Enkhuizen was straatarm, oude mensen verhongerden omdat zowel het kerk- en armbestuur als stadsbestuur geen geld hadden om ook maar enige nood te lenigen. De straatweg Hoorn- Enkhuizen, die was aangelegd in het tijdvak 1591-1671(in 1671 officieel geopend) was zo verwaarloosd door de oorlog en armoede dat deze na 1813 werd her bestraat. Eerst had de weg de naam Hoofdstraat maar nu kreeg de weg in Stede Broeck de naam Zesstedenweg en werd Hoorn aangesloten op de weg naar Amsterdam.

Het jaar 1815 was een goed jaar voor de land- en tuinbouw. Het weer was goed en er was geen ziekten onder mensen en vee. Bovendien gaf dat jaar een goed oogst. Daarop volgde echter in 1817 een natte zomer en daardoor ook veel ziekte.

Het dagloon van een arbeider bedroeg in die dagen fl. 1,20.

Jan Botman geboren op 3-6-1784 werd de opvolger van het geslacht. Hij werd nadat de Fransen waren verdreven bij decreet van Z.K.H. de Heere Prince van Oranje, soeverein vorst van de vereenigde Nederlanden, opgeroepen om te loten voor de landmilitie. Hij trok lot no.304 en was daardoor dienstplichtig. Omdat hij de enigst overgebleven zoon was en zelf voornemens om te trouwen was voor hem zelf en voor zijn ouders er alles aan gelegen om vrij te komen van dienst. Nu bestond er in die tijd de mogelijkheid om een plaatsvervanger een zogenaamde remplaant te kopen. Ene Johannes Blom die tegelijkertijd had geloot en nummer 893 had getrokken en daardoor was uitgeloot wilde het lot wel ruilen tegen een geldelijke vergoeding van fl. 350,-- wat voor die tijd een kapitaal was. (het jaarloon van een landarbeider).Dit remplaant schap werd aldus bij notariële akte geregeld(akte 1814 no. 13 in het rijksarchief te Haarlem).

Jan Meinderts. Botman; huwelijk Trijntje Fiktol

Geboren 3-6-1784 6-2-1814 24-12-1789

Overleden 26-12-1828 Enkhuizen 16-12-1850

Beroep: timmerman- schuitemaker Schuitenmaakster

Dochter van Jan Fiktol en Meinoutje S. Broersen

Naam; Meindert, Meinoutje, Jan, Gerrit, Klaas, Sijmen, Pieter.

Geboren; 24-6-1815, 31-12-1816, 20-4 1818, 11-3-1822, 5-5-1823, 10-7-1824, 1-6-1826

Beroep; timmerman - schuitenmaker, timmerman, timmerman, timmerman, schuitenmaker

Overleden; 29-5-1856, 30-7-1875, 21-5-1902, 5-10-1884, 1917, 28-12 -1860, 25-7-1880

Huwelijk; 23-4-1842, 9-1-1840, 4-5-1851, 16-1-1853, 21-4-1853, 16-1-1855, 3-4-1856

Te; Bovenkarspel, Bovenkarspel, Bovenkarspel, Bovenkarspel, Enkhuizen, Enkhuizen, Enkhuizen.

Met; Rigina Kok, Meindert Hof, Grietje Breg, Bregje Bot, Neeltje Kok, Jantje Bakker, Voppiana de Wit

Geboren; 13-2-1819, 30-10-1810 , 16-6-1822, 12-4-1830 , 4-4-1824, 28-8-1834, 17-12-1837.

Vader; Sijmen Kok, Gerrit Hof , Jan K. Breg, Gerrit Bot, Sijmen Kok, Cornelis Bakker, Pieter de Wit

Moeder; Cornelia Schaper, Rensje M. de Vries, Impje Bakker, Crelisje Vis, Cornelia Schaper, Neeltje Schoenmaker. Helena Boukens. Jan Meinderts. Botman, de enig overgebleven zoon van Meinder Botman en Claasje ter Velden trouwde op 6 februari 1814 met Trijntje Fiktol uit Grootebroek en kreeg 7 kinderen. Samen met zijn vader oefende hij het beroep van schuitenbouwer- timmerman- molenbouwer uit maar door de tijden van rampspoed die ze beiden hadden meegemaakt was de financiële positie van zowel vader als zoon niet rooskleurig. Om de remplaat te kunnen betalen hadden ze zelfs hun laatste eigendommen moeten verkopen. Er was overal grote armoede. Er werd niets verdiend en bezittingen brachten vrijwel niets op. Als 's morgens de poort van de Koepoort openging stroomden de arme mensen de poort uit naar de dorpen om te bedelen. Jan Meinderts. Botman is als jonge man van 44 jaar overleden en liet een vrouw en 7 kinderen in betrekkelijke armoede achter want door zijn slechte gezondheidstoestand was daardoor ook de inkomsten van zijn bedrijf sterk teruggelopen. Samen met haar jonge kinderen runde de weduwe het bedrijf zo goed als mogelijk. Uit mondelinge overlevering(de zoons Jan en Klaas overleden respectievelijk in 1902 en 1917) is nog het volgende bekend: de armoede in het gezin werd zo groot dat de armenmeester van de parochie uit eigen beweging hulp wilde aanbieden.

Beleefd maar zeer beslist werd dit door de weduwe afgewezen met de volgende woorden: het is zeer vriendelijk van jullie hulp aan te bieden maar zolang ik de kinderen nog gezond in leven kan houden kan ik van jullie hulp geen gebruik maken want ik ben bang dat mijn kinderen de smaak van armenbrood te pakken zouden krijgen (te gemakkelijk aan de kost zouden komen en daardoor verslappen) en dat wil ik koste wat kost voorkomen.

Toelichting omtrent de kinderen uit het huwelijk van Jan Meinderts. Botman en Trijntje Fiktol.

Meindert: Toen de oudste zoon Meindert wilde trouwen bleek dat hij niet stond ingeschreven in de burgerlijke stand. De ouders hadden verzuimd hem bij de geboorte aan te geven. Door het kantongerecht te Enkhuizen is toen een officiële verklaring afgegeven. (akte 15 van 2-4-1841) dat hij geboren was op 24-6-1815) Een en ander moest worden vastgesteld door een beëdigde verklaring van vier buren.

Meinoutje; Haar man, Meindert Hof, was weduwnaar van Aaltje Buisman die was overleden op 25 -12-1838. Hij zelf overleed op 26-11-1852. Meinoutje trouwde voor de 2e maal met Outger de Wit, landman en weduwnaar van Marijtje Commandeur. Haar 2e man overleed op 6 okt 1859. Zij trouwde toen voor de derde keer met ene Jacob Groot, veehouder in Wognum en weduwnaar van Adriaantje Langedijk. Jacob Groot overleed op 19 mei 1875.

Jan: zijn vrouw , Grietje Breg, overleed op 8 januari 1865.

Gerrit: Zijn vrouw, Bregje Bot, overleed op 25 oktober 1884.

Klaas: Zijn vrouw, Neeltje Kok, overleed op 12 augustus 1857. Klaas trouwde voor de 2e keer met Geertje Bakker van Gootebroek op 2 februari 1860.

Pieter: Zijn vrouw, Vopiana de Wit overleed waarna Pieter voor de 2e keer trouwde met Meinoutje Gouwenberg op 1 -12-1865. Ze was geboren op 2 juli 1823 en overleed op 23 januari 1892.

Regina Kok: Meinderts vrouw trouwde na het overlijden van Meinderts op 29 mei 1856 voor de 2e keer (op 8 februari 1863) met Jan Bosman weduwnaar van Agatha Vlaar. Hij woonde in Enkhuizen en was van beroep molenaarsknecht.

Sijmen: Stamhouder. Nadat Sijmen was overleden trouwde Jantje Bakker (die afkomstig was van de Zwaagdijk, gemeente Hoogkarspel) voor de 2e keer met Heertje Bot. Deze was geboren op 28-8-1822 en was landbouwer van beroep.

Sijmen Jans. Botman Huwelijk Jantje Bakker

Geboren; 10 juli 1824 te Enkhuizen 16 januari 1855 28-8-1834 Hoogkarspel

Overleden; 28 dec.1860 Enkhuizen 25 januari 1893 Bovenkarspel

Beroep: Timmerman. Dochter van Cornelis Bakker en Neeltje Schoenmaker

Naam; Trijntje Neeltje Trijntje Jantje Simon

Geboren; 2-11-1855 13-3-1857 17-10-1858 3-12-1859 5-3-1861

Beroep; Landbouwer

Overleden; 20-3-1856, 27-6-1884, 20-7-1883, 25-1-1923, 5-3-1925.

Huwelijk; 14-1-1877, 8-4-1880,

Met; Pieter Reus, Simon Bakker, Dirk Braakman, Antje Fit

Geboren; 6-1-1854, 25-4-1856, 10-11-1859, 21-9-1861.

Vader; Jan J. Reus, Pieter Bakker, Jacob Braakman.

Jantje Bakker trouwt voor de 2e keer met Heertje Bot geboren Bovenkarspel 28-8-1822, landbouwer en verhuisde uit Enkhuizen naar Bovenkarspel op 22-5-1869.

Simon Botman.

Simon Botman Landbouwer Antje Fit

Geboren; 5-3-1861 huwelijk 5-4-1883 21-9-1861

Overleden; 5-3-1925 5-9-1905

Dochter van; Pieter Fit en Geertje Laan.

Naam; Geertruida, Cornelia, Johanna, Pieter, Catharina.

Geboren; 10-4-1884, 17-12-1885, 28-8-1887, 3-1-1889, 23-9-1890.

Beroep; Winkelier Religieuze Landbouwer, Religieuze.

Overleden; 19-12-1964 9-6-1944 23-6-1954, 25-2-1947, 25-2-1947.

Huwelijk; 29-4-1912, 22-5-1917.

Te; Bovenkarspel, Wervershoof.

Met; Pieter Koomen, Trijntje Schouten

Geboren; 8-7-1888, 20-1-1889.

Vader; Gerrit Koomen, Klaas Schouten

Moeder; Freekje Kreuk, Geertje Nan

Overleden; 13-6-1961

aam; Simon, Jacob, Bregje, Jan.

Geboren; 9-4-1892, 15-1-1894, 6-5-1897, 29-3-1901.

Beroep; tuinder, tuinder, landbouwer, onderwijzer.

Overleden; 13-9-1968, 2-11-1960, 25-3-1977, 13-12-1966.

Huwelijk; 10-5-1921, 1-5-1919, 15-5-1924, 8-9-1937.

Met; Kristina Schipper, Anna Bakker, Dirk Schipper, Elisabeth Metten.

Geboren; 26-2-1897, 11-9-1892, 8-3-1899, 3-1-1909.

Vader; Jan Schipper, Pieter Bakker, Jan Schipper, Joseph Metten.

Moeder ; Alida Bot, Anna Grooteman, Alida Bot, Geertruida Sluis.

Overleden; 10-12-1986, 4-12-1925, 13-12-1979,

Huwt 2e keer; 10-1-1927, Met: Johanna Buijs (dochter van Pieter Buijs en Dieuwertje de Wit) geboren 16-12-1890 overleden op 13-11-1947.

Hoofdstraat. tramverbinding met Westwoud.

Simon Botman geboren 9 april 1892 werd de opvolger van het geslacht.

De kinderen uit het huwelijk van Simon Botman en Antje Fit hebben voor het eerst de voor ons land moeilijke jaren van de 1e wereldoorlog (1914-1918) meegemaakt en daarna de crisisjaren (1930-1939). In de crisisjaren moest een gezin rondkomen met een weekgeld van fl. 15,-- of minder (waar dan ook het dienstmeisje met fl. 1,50 per week van moest worden betaald omdat de gezinnen te groot waren en moeder vaak moest meehelpen in het bedrijf. Na de crisistijd kwam de 2e wereldoorlog. In West-Friesland werd er geen strijd gevoerd maar wel werd het ontbreken van eerste levensbehoeften, levensmiddelen, kleding brandstof ervaren. Dit werd met minimale hoeveelheden gedistribueerd. Wel kwamen de laatste oorlogsjaren elke nacht duizenden bommenwerpers overvliegen richting Duitsland en zag en hoorde mende V1 en V2 raketten overvliegen richting Duitsland.

Familie Botman 25 jarige professie zuster Simone.

Brechtje Schipper-Botman, Neeltje (Zuster Maria Crispina), Jansje, Geertje, Trien (Zuster Maria Simone)

Jacob (vr. Jansje Buijs) Simon (vr. Christien Schipper) Piet (vr. Trien Schouten) Jan (vr. Bets Matten)

Leuke vermelding is dat bij Johanna er nogal wat weerstand bestond tegen het huwelijk met Piet Koomen. Maar er zijn nog meer Botmannen met Koomen getrouwd. Johanna Botman was door haar huwelijk schoonzus van Gert Koomen en Wilhelmina Bezuyen. Een dochter van Gert Koomen Frederica geboren op 1-4-1926 huwt op 20-6-195 met Meinardus Rudolf Botman geboren te Bovenkarspel op 16-2-1919 tuinder. Zoon van Cornelis Botman en Alegonda Kaag. Hij is de zoon van Meinardus(!864)Dit is de zoon van Klaas(5-5-1823) deze is de zoon van Jan Meindert (3-6-1784) welke dus de zoon van Meindert (16-9-1758) is. Zijn vader is Jan Simonsz van 21-4-1729 De kleinzoon van de Jan Sems die de eerste kinderen Botman kreeg. Dus Johanna is dubbele familie!!

De halfbroer van Gert Meindert en dus ook een zwager van Johanna heeft een dochter Elisabeth die huwde met Gerardus Johannes Maria Botman geboren te Bovenkarspel op 14-8-1936 overleden te Dussen op 13-8-1988 technisch adviseur te Nibbixwoud op 16-6-1938. Hij is de zoon van Josephus Wilhelmus geboren te Bovenkarspel op 29-12-1902 en kleinzoon van Wilhelmus van 4-2-1866.Deze moest vader zeggen tegen Simon van 26-11-1839 en opa tegen Pieter Klaas van 14-7-1805. Pieter was dus uit zijn naam blijkt dat de zoon van Klaas van 5-12-1763en de kleinzoon van Jan Simonsz van 21-4-1729 die dus de zoon van Jan Sems was. Dus weer dubbele familie!

Verder blijkt uit het boek Westfriese Geslachten. ‘Een overzicht van de familie ‘Botman’, dat er tal van Koomens komende uit de regio Wervershoof met een Botman zijn gehuwd.

Werken en beroepen van een Botman en nakomelingen van Jan Sems:

Raadhuis Wervershoof gebouwd door Jan Botman aannemer

Scheepswerf Botman te Broekerhaven

‘Crescendo ‘op concours in de jaren Գ0 (mogelijk te Purmerend).
Voorop de slagwerkers Kroelis Deen, Doede Deen en Jan Jong. Terzijde met paraplu: dirigent Piet Botman. Foto, 193?

Slagerij Antoon Botman aan de Torenstraat - Baansteeg omstreeks 1935.

Molenmaker Gerrit Botman werkte mee aan de bouw van Korenmolen ‘De Hoop’ in Wervershoof in 1889.

Met Johanna vervalt de verdere geschiedenis van de familie Botman want zij gaat op in de familie Koomen.

Samengevat:

Marij Sijmons Botman wordt als stammoeder beschouwd.

Mogelijk voorouders van haar zijn:

Sijmen Hermansz Botman gehuwd met Dieuw Cornelis beroep Galjoenschipper in 1670.

Herman Gerritsz Botman gehuwd met Signum Sijbrands met handtekening akte 1626.

Gerrit Arisz Botman geboren circa 1579 overleden circa 1643 gehuwd met Segertje Segers geboren circa 1582 en overleden circa 1645 met handtekening onder akte 1635.

Aris Hermansz Botman N.A. 1596 en 1601.

Jan Sems; Marij Sijmonsd. Botman

Geboren; ongeveer 1670 te Grootebroek huwelijk geboren ongeveer 1672 Enkhuizen.

Overleden; 1 mei 1725 te Grootebroek 13 september 1694 overleden 7 mei 1742 Grootebroek.

Naam Simon, Simon, Griet, Pieter, Pieter, Griet.

Geboren; 2 augustus 1695, 19 juli 1697, 30 augustus 1700, 6 maart 1703, 29 mei 1708, 11-7-1711 .

Simon Jansz. Botman; Huwelijk Catharina Dirk molenaar

Gedoopt 19 juli 1697; 31 juli 1719 geboren -

Beroep: landsman; Dochter van: Dirck Molenaar

Naam; Marijtje, Trijntje, Marijtje, Jan, Jan, Pieter.

Geboren; 30-9 1720 22-6-1722 14-10-1724 18-12-1726 21-4-1729 8-8-1731

Jan Simonsz. Botman; huwelijk Freeckje Meindert Slot.

Geboren: 21-4-1729; 10-4-1752 geboren 2-8-1730

Overleden; 3-10-1787;Bovenkarspel overleden 1808 te Grootebroek

Beroep: timmerman- schuitemaker dochter van Meijndert Slot/Jantje Ariens

Naam; Sijmon , Jannetje, Meindert, Dirk, Klaas, Jan.

Geboren; 13-8-1753, 27-2-1755, 16-9-1758, 23-2-1761, 5-12-1763, 21-10-1769

Meindert Botman; Huwelijk: Claasje ter Velden

Geboren 16-9- 1758 te Enkhuizen; 30-12-1781 geboren: 16-11-1754 Lemmer

Overleden 17 mei 1828 te Enkhuizen; Grootebroek overleden; 1-1-1832

Beroep schuitemaker/timmerman; Dochter van Gerrit Lamertz. Ter Velden en Duwtje de Lange

Naam; Jan, Jan, Diewertje, Gerrit, Freekje, Gerrit, Freekje, Jeltje.

Geboren; 15-1-1783, 3-6-1784, 5-7-1786, 22-9-1787, 24-5-1789, 16-7 -1790, 22-10-1792, 6-11-1793.

Jan Meinderts. Botman huwelijk Trijntje Fiktol

Geboren 3-6-1784 6-2-1814 24-12-1789

Overleden 26-12-1828 Enkhuizen 16-12-1850

Beroep: timmerman- schuitemaker Schuitenmaakster

Dochter van Jan Fiktol en Meinoutje S. Broersen

Naam; Meindert, Meinoutje, Jan, Gerrit, Klaas, Sijmen, Pieter.

Geboren; 24-6-1815 , 31-12-1816, 20-4 1818, 11-3-1822, 5-5-1823, 10-7-1824, 1-6-1826.

Sijmen Jans. Botman Huwelijk Jantje Bakker

Geboren 10 juli 1824 te Enkhuizen 16 jan. 1855 28-8-1834 Hoogkarspel

Overleden 28 december 1860 Enkhuizen 25 jan.1893 Bovenkarspel

Beroep: Timmerman Dochter van Cornelis Bakker en Neeltje Schoenmaker

Naam; Trijntje, Neeltje, Trijntje, Jantje, Simon.

Geboren; 2-11-1855 13-3-1857 17-10-1858 3-12-1859 5-3-1861 ↓

Simon Botman Landbouwer Antje Fit

Geboren 5-3-1861 huwelijk 5-4-1883 21-9-1861

Overleden 5-3-1925 5-9-1905

Dochter van Pieter Fit en Geertje Laan

Naam; Geertruida, Cornelia, Johanna, Pieter, Catharina, Simon, Jacob, Bregje, Jan.

Geboren; 10-4-1884 17-12-1885 28-8-1887 3-1-1889- 23-9-1890, 9-4-1892, 15-1-1894, 6-5-1897, 29-3-1901