Darwinia

Over Darwinia

Bergbellen, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Naam, etymologie.

Genetyllis: geboortebescherming, als een verwijzing naar de vorm en positie van de bloem. Darwinia, is genoemd naar de grote Erasmus Darwin, Engelse natuurhistoricus Ch. R. Darwin, 1809-1882.

70 Australische soorten omvat dit geslacht van altijdgroene struiken waarvan enige soorten, Darwinia hookeriana, Benth. (Genetyllis hookeriana Meisn.) (Engelse botanist sir William Hooker, 1785-1865, eerder directeur van de Botanical Gardens) die beschreven is in 1864, (Genetyllis fuchsioides, Hort. (Fuchsia-achtig)

=Darwinia macrostegia, Benth. (Genetyllis macrostegia Turcz ) (groot schutblad) is beschreven in 1867 en omstreeks 1900 nog in Belgi en Engeland op tentoonstellingen voorkwamen.

Een paar worden er geteeld vanwege de gekleurde en klokjesachtige omwindselbladen die wel een 3-5 maanden goed blijven.

Er zijn maar een paar bladen en die zijn heideachtig.

Bloemen zijn klein en omgeven door bloembladachtige schutbladen aan de toppen van de takken.

Myrtaceae. Mirtefamilie.

Mountain bells en mondurup bell.

Planten.

De teelt komt met die van Callistemon overeen, maar Darwinia is teerder. Vooral D. macrostegia bloeit zeer fraai in het voorjaar. Dan verschijnen de eindstandige, hangende, witte en roodgetekende, op kleine tulpjes gelijkende bloemen die 3cm lang zijn. (synoniem Darwinia tulipifera)(tulp-achtig)

Vermeerderen door uitgerijpte twijgen in vroege zomer/laat voorjaar te stekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl