Tong
Over Tong
Solea, vorm, gebruik, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,
Uit www.animalbase.uni-goettingen.de
Naam, etymologie.
Solea; van solum; bodem, basis, zool.
Solea solea, is de tong, een tongvormige vis. Engels sole, Duits Seezunge.
Vorm.
De tong ligt op de linkerkant en de vinnen staan vrijwel over de gehele zijkant.
De bovenkant is geel tot donker gekleurd, afhankelijk van de ondergrond.
De tong graaft zich in het zand en zoekt ’s nachts zijn voedsel en eet bodemdieren.
De tong kan twee en dertig cm lang worden, soms meer, en waarvan er te Londen jaarlijks negentig duizend schepels op de markt komen. (rond 1900)
Dit is een in Europa bekende vis waarvan het vlees vast, fijn en lekker is. Men vindt ze veel op onze en de Engelse kusten, ook in de M. Zee en vele andere wateren.
De kleinste vorm is bekend als sliptong, slip mogelijk verwant met slippen of slepen, slipt door de mazen van het net.
Bestiaria.
’t Is een opmerkenswaardige omstandigheid dat de tong op schelpvissen kan azen, ofschoon haar mond geen toestel bevat om die verandering, die tot de vertering nodig is te laten ondergaan. Bij het openen van de buik van een tong vond men er rijen schelpvissen in waarvan sommige bijna verteerd, andere ten halve en vele nog ongeschonden waren.
De kuit en de jongen van andere vissen zijn het gewone voedsel van de tong.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/