Jan Yperman

Over Jan Yperman

Cyrurgie of surgie, chirurgie, 1260-1322, ‘De vader der Vlaamse geneeskunde,’ beschrijft medische zaken, heelkunde en interne geneeskunde, de behandeling van wonden, ziektes, diëten etc.. In Medicina of boek van medicijnen de preparaten en medicijnen,

Jan Yperman was een jongere tijdgenoot van Jakob van Maerlant, die door Der Naturen Bloeme de eerste beginselen der natuurkunde onder het volk verspreidde.

De biografische gegevens van Jan Yperman zijn heel schaars. De meeste historici nemen aan dat Yperman geboren is in de stad Ieper. De geboorte- en overlijdensdatum staan evenals zijn geboorteplaats niet definitief vast, wel staat vast dat hij te Ieper leeft en werkt, sinds mensenheugenis met Ieper vereenzelvigd wordt en dat in zijn naam de naam van de Vlaamse stad zelf opgenomen is. Met zekerheid kan men aannemen dat hij geleefd heeft tussen + 1265 en + 1335. Ook het boek ‘De Cyrurgie van Meester Jan Yperman,’ door de Leidse professor E. Ec. van Leersum neergeschreven, houdt deze data aan. De uitgave ‘wetenschap in de taal der Vlamingen; vanaf Jacob van Maerlant tot de stichting van de Akademien ‘vermeldt; ‘Jehan Yperman zou als zoon van een chirurgijn geboren zijn te Ieper of omgeving omstreeks 1260 en gehuwd zijn in 1285’ en verder ‘Jehan Yperman, die na 1329 niet meer voorkomt op de Ieperse stadsrekeningen, is waarschijnlijk weinig jaren later overleden.’

De kans bestaat dat zijn vader ook geneesheer was (Jan Yperman prijst immers in zijn werken geneesmiddelen aan die zijn vader gebruikte). Zijn zoon zou eveneens arts zijn geweest (hij schrijft zijn werken over geneeskunde ‘omme dat hi begeerde dat hi (zijn zoon) soude propheteren van vaders kunst en opgedane ervaringen van veel grote meesters)

Hij genoot een universitaire opleiding te Parijs bij de Milanees Lancfranco ( “Waaerbi ic rade also lancfranc mi riet ende leerde…’.. di leerde meester lancfranc van meylanen..’). ‘Il étudia la chirurgie à Paris, sous Lancfranc de Milan qui enseignait en 1295, avec éclat, dans cette école célèbre’ en ‘En 1303 ou 1304, Jehan Yperman termina ses études chirugicales àa Paris’. Ypermans Chirurgie vermeldt de totaliteit van de chirurgische kennis van zijn tijd en verbindt zijn traditie met deze van de Parijse school en de school van Bologna.

Het is niet uitgesloten dat hij van de Ieperse stadsmagistraat een studiebeurs kreeg. Hoogstwaarschijnlijk werd hij bij zijn terugkomst te Ieper aangesteld tot heelmeester in het Belle-hospitaal. Op 8 augustus 1933 werd een bronzen gedenkplaat aangebracht aan het huis (de kapel, thans Belle Goodshuismuseum) Rijselstraat 38 te Ieper die de volgende tekst vermeldt; ‘Roemrijke gedachtenis van de befaamden geneesheer en vermaarden Yperling Jehan Yperman. Hij legde de grondslag der heelkunde en was werkzaam in ‘t Belle- Godshuis 1304-1331. Hij bewoonde het huis hiernevens. (bedoeld wordt het huis rechts van de kapel). Inderdaad, in zijn tijd is Yperman ontegensprekelijk een buitenbeentje op het vlak van de geneeskunde die baanbrekend werk heeft verricht. We kunnen hem gerust een der eerste ‘moderne’ geneesheren noemen. Dat de Vlaamse chirurgie in de Middeleeuwen op een uitzonderlijk hoog peil stond is door hem een vaststelling die niemand meer in twijfel trekt. Jan Yperman is in de eerste plaats chirurg en daarnaast ook geneesheer.

Al weten we nagenoeg niets over zijn leven, des te beter zijn we over zijn werkwijze en capaciteiten als geneesheer ingelicht. Zijn kennis en ervaring schreef hij in 2 boekdelen neer. Het eerste werk, ‘De Cyrurgie ‘zal rond 1318 geschreven zijn (op een tiental jaren is men het niet zeker) dat in zijn tijd is gesitueerd, een uniek werk. Daarin vertoont Yperman zich als rechtstreekse voorloper van Vesalius (1543) en William Harvey (1628). Het boek behandelt een hele reeks ziekteverschijnselen en kwalen met hun mogelijke behandelingen.

Ypermans tweede werk is de ‘Medicina’ betiteld. De hierin beschreven behandelingen zijn minder revolutionair dan in het eerstgenoemde werk. Deze beide werken zijn, in tegendeel tot de meeste wetenschappelijke werken uit die tijd, in de Vlaamse volkstaal geschreven. (misschien een van de redenen waarom Yperman in de eeuwen daarna in het vergeetboek is geraakt.)

In de Middeleeuwen bevonden de meeste handschriften zich veilig in kloosterbibliotheken. De beeldenstorm, (16de Eeuw) keizer Jozef II (18de eeuw), de Franse Revolutie (eind 18de eeuw) en Wereldoorlog I zorgden ervoor dat vele handschriften openbaar verkocht, aan openbare bibliotheken toegewezen of door verzamelaars opgekocht of verloren gingen.

De Gentenaar K. van Hulthem kocht in 1818 een bundel Middelnederlandse handschriften en zijn vriend Jan-Frans Willems bestudeerde dit werk in Londen dat uit 147 perkamentbladen bestond en 17 verhandelingen bevatte wat een manuscript uit de 14de eeuw was dat melding maakte van de :Vlaemsche taal.’ De inhoud van de van Hulthem-bundel vermeldt als de twee meest uitgebreide geschriften de nummers 10, Boek der medicina van Jan Yperman; en 11, Cyrurgie van Jan Yperman.

In 1845 verscheen een verhandeling van de Brusselaar Carolus met als titel ‘La chirurgie du Maître Jehan Ypermans, le pêre de la chirurgie flamande’. Daarna volgden nog enkele publicaties over Yperman onder meer van de Ieperse archivaris en bibliothecaris Diegerick in 1859 en die noemde in zijn ‘Annales de la Société d’Emulation de Bruges’ Jehan Yperman als ‘’pére de la chirurgie flamande’.

Oude manuscripten van Ypermans ‘Cyrurgie’ werden nog gevonden in Cambridge, de Gentse Universiteitsbibliotheek (uit nalatenschap van dr. Snellaert) en in 1896 in het British Museum.

In fine verscheen de uitgebreide, kritische editie van de Nederlandse professor dr. E.E. van Leersum in 1912 over de Cyrurgie van meester Jan Yperman die steunde op de van Hulthemse bundel dat aangevuld was met fragmenten uit de manuscripten van Cambridge, Londen en Gent en een paar merkwaardige stukken die hij kreeg van de voormalige Ieperse stadsarchivaris E. de Sagher, onder meer een stuk die vermeldde dat ene Jehan Ypermans op 18 augustus 1285 huwde en anderzijds dat Yperman in 1310 tot de burgerij van Ieper behoorde.

Ook met het schrijven van zijn tweede werk, het ‘Boec der Medicina’, bleek Jehan Yperman een vooruitstrevende medicus geweest te zijn. Men vindt er methoden beschreven die men van veel jongere datum waande zoals het afbinden van bloedvaten.

De ‘Medicina’werd in 1867 door M.C. Broecx en in 1972, in een verbeterde uitgave, door professor dr. L. Elaut gepubliceerd.

Vermoedelijk zullen nog weinig historisch gefundeerde elementen aan de diverse uitgaven toegevoegd kunnen worden omdat het rijke Ieperse archief in Wereldoorlog I onherroepelijk verloren ging.

Zijn ‘Cyrurgie ’is verdeeld in 7 boeken; hoofd, ogen, neus, mond, oren hals en keel met uiteindelijk de overige ledematen en organen.

Zijn grote specialiteit is de schedelchirurgie. Tevens is hij de uitvinder van de slagaderligatuur en –torsie.

Wanneer we Ypermans ‘Cyrurgie ‘lezen komen we tal van dergelijke voorbeelden tegen. Jan Yperman toont zich een geneesheer die zich definitief van het dogmatische en het louter theoretische van de geneeskunde losgemaakt heeft. De kennis van de oude Griekse en Arabische meesters en van een hele reeks Middeleeuwse meesters toetst hij aan de werkelijkheid. De Cyrurgie is dan ook een samenraapsel van Ypermans ervaringen. In vele behandelingswijzen blijft hij een kind van zijn tijd, maar bij hem ontdekken we de eerste sporen van een positief - wetenschappelijk denken wat hem een voorloper maakt van de moderne geneesheren. In tegenstelling tot zijn illustere collega ‘s, barbiers en chyrurgijen, gaat hij slechts opereren wanneer het absoluut noodzakelijk is en probeert hij veeleer door geneesmiddelen genezing te verkrijgen.

Naast de kennis van de geneeskunde moest de geneesheer volgens Yperman ook blijk geven van menselijke kwaliteiten en een algemene ontwikkeling;

‘Ende hine moet hem oec niet verstaen van medicinen, maer oec coenen sine boeken van naturen dat heet philosophie. Want grammarie, logike, rithorike ende ethike, deze vier consten leren alle dinc met redenen proeven. Yperman is een voorstander van de uitoefening van heel- en geneeskunde door een enkel persoon. Hij schreef er trouwens over in zijn tweede befaamde werk, de ‘medicina;’,het ware oec nuttelijc dattie surgijn ware medicijn ende oec recht, alsi waren ten beginne also Ypocras was ende galienus ende avicenna, ende also mer noch vindt in saleerne, overberch te monpelier, ende te parijs, ende also mer noch vint in andren steden opten dach van heden’.

Yperman haalt fel uit tegen onkundige collega’s en kwakzalvers die hij ‘sotte meesters’ en ‘dorpers ’noemt en die hij soms met naam vermeldt.

Voor de geneeskunde van Yperman wat nader toegelicht wordt moeten we heel even een blik werpen op de geneeskunde in die tijd. Die verkeerde in een erbarmelijke situatie. Nagenoeg iedereen kon de taak van geneesheer uitoefenen. De geneesheren die aan de universiteit gestudeerd hadden waren vast verankerd aan de dogmatische en kritiekloze navolgers van de Griekse en Arabische meesters. De kloof die er bestond tussen geests- en handarbeid droeg er mede toe bij dat deze geneesheren nagenoeg geen praktische ervaring hadden. De medische wetenschap was tevens een mengelmoes van bijgeloof, astrologie, magie etc.’ Waar de geschoolde geneesheren weinig of geen aandacht hadden voor het als minderwaardig beschouwde handwerk kwam de praktijk van de geneeskunde in de handen van ongeschoolde ‘artse’ ՠen kwakzalvers van allerlei slag die met de meeste fantasie dit beroep uitoefenden.

Het zou nog eeuwen duren voor de beoefening van de geneeskunst aan reglementen onderworpen werd. De praktijk van deze barbier- chirurgijns beperkte zich hoofdzakelijk tot het snijden van puisten, aderlaten en amputaties.

Een raadsbesluit uit 1484 te Leiden;

‘Meester Claes, die schoenlapper, die dagelix practiseert ende hanteert in medicijne en surgijne, wordt deze praktijk verboden.

Een kritiek van Pieter Haschaert van Armentiers rond 1530;

‘Die ongeleerde buffels vroeten in de kunst zoals varkens in de mest, de kleren maken de man niet, ten sijn alle gheen medecijnen die den langhen tabbaert dragen (dat was meestal aan de geneesheren die gestudeerd hadden voorbehouden), noch ook alle chirurgijns die beckens uitsteken.’ (scheerbekkens in het uithangbord van de barbiers).

De antieke leer van de vier elementen in de macrokosmos; lucht, water, vuur en aarde en de daarmee corresponderen elementen in ons lichaam was alom in zwang.

‘Het bloed, dat heet is als het vuur

De gele gal, die vochtig is als het water

Het slijm, dat koud is zoals de aarde

En tenslotte de zwarte gal, die droog is als lucht.’

Het kwam eropaan dat deze vier lichaamsstoffen in evenwicht te houden door een bepaalde voeding en door geneeskrachtige kruiden, stoornis in dit evenwicht brengt ziekte teweeg. Men ging van elk geneeskundig kruid na in hoeverre het droog of vochtig, warm of koud was om het te kunnen inzetten tegen de tegenovergestelde stoornis in de humeuren. Met tegenovergestelde middelen probeerde men genezing te bekomen.

In deze geneeswijze werd een enorm belang gehecht aan het purgeren en aan het aderlaten. Zo kon men kwade en overtollige stoffen verwijderen.

Velen (soms ganse kloosters) lieten zich enkele keren per jaar aderlaten ter voorkoming van ziekte. Dat een dergelijke behandeling vaak het tegenovergestelde resultaat had, spreekt voor zichzelf.

Een veel voorkomen manier van diagnoseren was de uroscopie of het piskijken. (Zie de leringhe van orinen.)

In de middeleeuwse geneeskunde speelden de badstoven een niet onaanzienlijke rol. Als voorbehoedsmiddel tegen lepra prees men warme baden aan, men dacht deze ziekte te voorkomen door de huid rein te houden. In de steden rezen de badhuizen als paddenstoelen uit de grond. Deze warme badinrichtingen voor het publiek degenereerden al gauw en kregen een slechte naam. Meestal werden ze uitgebaat door een ‘Scone vrouwe.’

Laten we het nu over Jan Yperman hebben.

Zijn werken getuigen niet alleen van een grote belezenheid, maar leveren ook een doorslaand bewijs dat de geneeskunde toen verder gevorderd was, dan men vroeger vermoedde. Hij bezat ‘een anatomische kennis die men voor Vesalius onmogelijk achtte en beschreef kunstbewerkingen die eerst later in zwang geraakten. Voor Ambroise Par onderstak en bond hij de doorgesneden slagaders en beval zelfs het verdraaien der arteriën aan om het bloed te stelpen. In nadere bijzonderheden treden over zijn werken ligt buiten ons bestek, alleen zij aangemerkt dat hij een zelfzoeker was, die zijn heldere en eenvoudige taal wist vrij te houden van al die schoolgeleerde spitsvondigheden, welke de lezing der geneeskundige schriften van dien tijd zoo onverkwikkelijk maken.

Aan de hand van enkele concrete voorbeelden willen we het medisch denken van deze arts wat nader toelichten en illustreren. Daarin zien we de mening van Yperman ten aanzien van toestanden in de geneeskunde van zijn tijd.

Aan de hand van enkele concrete voorbeelden willen we het medisch denken van deze arts wat nader toelichten en illustreren. Daarin zien we de mening van Yperman ten aanzien van toestanden in de geneeskunde van zijn tijd.

De ‘scaermonde’ of hazenlip werd toegeschreven aan het eten van hazenvlees of een vissoort, roobaert, door een vrouw. Jan Yperman bestempelt dat als een ‘grote logene’, ‘het sin menich schaerde in lippen wier moeder noyt en aten hasenvleesch no en sagen robaerde van der see’. Voor zover het natuurlijk in zijn tijd mogelijk was geeft Yperman een rationele uitleg. Volgens hem komt die misgroei voort van een ‘faute’ van de vaderlijke kiemcellen of een of andere stoornis tijdens de zwangerschap of een ‘faute’’n de baarmoeder of een of andere ‘ymagie’of inbeelding die de moeder tijdens de zwangerschap gemaakt heeft.

Een tweede voorbeeld is de uitspraak van Yperman over de wonderbare macht die de koning van Frankrijk zou bezitten om door aanraking de mensen met scrofulen (kliergezwellen in de hals) te genezen.

‘Het geneester vele met haren gelove ende onderwilen genezen sulke niet’.

Nu weten we dat vitamine D een genezende werking heeft op deze tuberculeuze kliergezwellen. Zonbestraling werkt een vorming van natuurlijke vitamine D in de hand. Door de wekenlange voettocht tijdens het warme seizoen naar Parijs of naar bedevaartsoorden en door het soms uren en dagenlang wachten kregen de mensen de noodzakelijke hoeveelheden zon om te genezen. (Vroeger moest men een bleke tint hebben om mooi en deftig te zijn, vandaar dat kwalen door vitaminetekort soms een massale omvang kenden).

Grote en erg bloedende worden werden gedicht door middel van gloeiend ijzer of gloeiende olie. Ypermans ervaring leerde dat men dit beter kon doen door de bloedende aders te verbinden. De wond werd zo droog mogelijk gehouden en regelmatig met warme wijn (ontsmettingsmiddel) gewassen.

Praktisch viel het me op dat bij darmoperaties er een hol pijpje van vlier in gestoken werd, vast genaaid, het stokje verteerde vanzelf wel weer.

Uit Jan Annoot en Jozef Deruyter.

Bij gebrek aan oorkonden is het niet mogelijk de invloed na te gaan die Yperman noodzakelijk op den stand der geneeskunde in de Nederlanden moet uitgeoefend hebben. De enige behouden gebleven afschriften van zijn werken bewijzen dat deze invloed niet onbeduidend moet geweest zijn. Maar de tijd dat men zich van het wetenschappelijk dogmatisme zou losscheuren, was nog niet aangebroken en Yperman had geen opvolgers die de stellingen der Grieken en der Arabieren aan de werkelijkheid van hun eigen waarnemingen durfden toetsen.

TEKST Cyrurgie, Boek I, inhoudstafel en cap. 1-15

Auteur: Jan Yperman

Aard: Proza

BRON Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15624-41

Datum: 1351

Omvang: 88042 woorden

Opm.: Handschrift van 148 bladen, 2 of 3 kolommen per bladzijde, 50 tot 53 regels per kolom. De tekst bevindt zich op fol. 108r-147v; het hs. bevat verder o.a. nog de Natuurkunde van het geheelal (fol. 1-6r), de Leringhe van orinen (fol. 22r-28r), het Liber Magistri Avicenne (fol. 28v-45v), Van de vier elementen en complexin (fol. 46r47v), een tekst over het verband tussen uiterlijke kenmerken en karakterile eigenschappen (zie Fysionomie (proza)) (fol. 48r-49r), de Medicina van Jan Yperman (fol. 54r-73r), uittreksels uit Jacob van Maerlants Heimelijcheit der heimelijcheden en Der naturen bloeme (fol. 75v-77r), Der mannen ende vrouwen heimelijcheit (fol. 77v-85r), een tekst over handwaarzeggerij (zie Chiromantie (proza)) (fol. 85r-88v) en de Herbarijs (fol. 91r-107r).

EDITIE E.C. van Leersum (ed.): De "Cyrurgie" van Meester Jan Yperman. Naar de Handschriften van Brussel, Cambridge, Gent en Londen uitgegeven. Leiden, [1912].

Status: Kritisch

MNW-nr: 1394, 56.60 (andere editie), 408.108 (ander handschrift), 736 (ander handschrift)

Opm.: Voor zijn uitgave van Ypermans Cyrurgie heeft Van Leersum gekozen voor de tekst in het Brusselse handschrift. Hij laste echter regelmatig aanvullingen in uit een drietal andere handschriften: Cambridge, St. John's College, A 19, Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 1273 en Londen, British Library, Harley 1684. De aanvullingen uit deze drie handschriften zijn tussen rechte haken geplaatst; aan de afsluitende haak gaat een C, G of L vooraf, letters die verwijzen naar resp. hs. Cambridge, Gent en Londen. De grootste aanvulling is afkomstig uit hs. Cambridge. Dit gedeelte is niet overgeleverd in de drie andere handschriften; het volgt in de editie direct na de tekst van hs. Brussel (p. 168-214) en werd niet tussen rechte haken geplaatst. De overige invoegsels, die van Van Leersum afkomstig zijn, zijn tussen ronde haken gezet en gecursiveerd.

De inhoudstafel uit de editie (p. xli-xliv), door de editeur zelf samengesteld op basis van de diverse kapittelopschriften, gaat hier aan de eigenlijke tekst van het handschrift vooraf.

Van Leersum geeft in de marges naast de tekst de foliëring van alle vier de handschriften. Hier werd bij het eerste gedeelte van de tekst (editie, pag. 1-167) alleen de foliëring van het Brusselse handschrift overgenomen. Het tweede stuk (editie, pag. 168-214), met de aanvulling uit hs. Cambridge, werd voorzien van de foliëring van dit laatste hs. (zie hiervoor).

De in de editie gebruikte symbolen voor ons, drachme, scrupel, pond en Recipe zijn hier vervangen door resp. o., dr., scr., lb. en Rp.

Het apparaat met varianten en aantekeningen werd niet overgenomen uit de editie.

BRONNEN Jan Ypermans Cyrurgie is, geheel of gedeeltelijk, o.a. overgeleverd in de volgende handschriften (alle vier gebruikt voor de editie Van Leersum): Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15624-41, Cambridge, St. John's College, A 19 (tekst incompleet), Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 1273; Londen, British Library, Harley 1684 (bevat alleen het eerste boek).

Uit Cd.Rom. Middelnederlands.

Toch wat lastige tekst. Met planten weet je ongeveer wat er komen gaat doordat ik vele latere vertalingen gelezen heb. Dit is heel wat anders, onbekende materie, onbekende namen, ook wijzigt het taalgebruik nog wel eens zodat dezelfde woorden in een andere spelling voorkomen. Toch heb ik het zo goed mogelijk proberen te vertalen zodat het voor velen al wat duidelijker en sneller te lezen wordt.

Nico Koomen.

Zie ten overvloede onderaan E. C. Van Leersum.

MEESTER JAN YPERMANS SURGIE

[Wy sijn sculdich onse werck yerst gode te beveelne onsen vader ende den sone ende den heylighen gheest In drie personen .1. warachtich god Den vader sonder beghyn Den zone comende vanden vader gheboren vander maghet marien moeder wesende ende maghet blivende Den heylighen gheest comende vanden vader ende vanden zone Dese drie persone een wille ende een god Nu biddic der maghet ende der moeder alder werelt Advocatigge dye ane hare ghelovet ende ane haren zone dat zy voere ons bidde ende over den dichtere van desen ghedichte dat hij my moete gheven den syn ende dye conste dat icke moete nemen uten auctoers Cirurgie die nuttelec moet wesen den lieden die ghequetsts sijn of dye ander ongelukken hebben datsij dair mede moeten ghenesen ende dye bate ontfaen van haren ongelukken // Ay sente Cosme sente damyaen heylege martelaerts Jhesus kerst ende sente luuc den flsissijn ende capellaen der moeder gods heylich ewangelyste bidt gode over alle die ghene dye wercken zulen met desen wercken also zij hier bescreven staen die werke vander hant datmen heet cuijrgye van buten. C] 2

MEESTER JAN YPERMANS CHIRURGIE.

Wij moeten ons werk eerst aan God aan bevelen, onze Vader en de Zoon en de Heilige Geest in drie personen, 1 waarachtige God, de Vader zonder begin, de Zoon die van de Vader komt en geboren uit de Maagd Maria die moeder werd en maagd bleef. De Heilige Geest die van de vader en van de Zoon komt. Deze drie personen met 1 wil en 1 God. Nu bid ik de maagd en de moeder van de hele wereld pleitbezorger voor die aan haar gelooft en aan haar zoon dat ze voor ons bidden en voor de dichter van dit gedicht dat hij me zijn en uw kunst moet geven dat ik moet nemen uit auteurs van chirurgie die nuttig moet wezen voor mensen die gekwetst zijn of die andere ongelukken hebben dat ze daarmee moeten genezen en de baat ontvangen van hun ongeluk. Ai, Sint Cosmos, Sint Damianus, heilige martelaars, Jezus Christus en Sint Lucas, de arts en kapelaan van de moeder Gods, heilige evangelist bidt God voor al diegenen die werken zullen met dit werk zoals ze hier beschreven staan ‘het werk van de hand dat men chirurgie van buiten noemt.’ C] [2]

Eerste boec. Van den hoofde.

Cap. 1. Van den hoefde ende van sire sceppenissen ..... 5.

Cap. 2. In wat manieren therssenbecken gewont mach siin in die tekenen van den liesen gewont alse dura mater ende pia mater ..... 9.

Cap. 3. Hoe thoeft gedeilt es ende hoe men die deel sal mogen medicineren ..... 11.

Cap. 4. In isto capitulo protestis scire quod pertinet ad cyrurgicum et quomodo se ipsum habebit et reget et omnis (!) articulo quos tenetur habere de jure ..... 12.

Cap. 5. Dits leringe hoe men ierstwerf sal vermaken entie wonden te nayene in elke stede ..... 14.

Cap. 6. Van wonden te stremmene van bloede ..... 16.

Cap. 7. Van den hoefde gewont ende niet toten herssenbeckene ende ierst van .4. tiden int jaer ..... 20.

Cap. 8. Die leringe van bulen gevallen of geslegen of geworpen of van wonden optie bulen ..... 20.

Cap. 9. Hier leert men kennen ende proeven of therssenbecken ontwee es met bulen of sonder bulen of met wonden ..... 24.

Cap. 10. Dits van gevacken af geslagen sonder been ende metten bene ende dore ..... 25.

Cap. 11. Dits van gevacken af geslagen met snidender wapinen so dat men siet dura mater ..... 26.

Cap. 12. Van den herssenbeckene gewont met snidender wapenen ende dat gescaelget ..... 28.

Cap. 13. Van dat men therssenbecken wont metten hoeke van .1. fautsoene of aex. of metten orde van den swerde ..... 30.

Cap. 14. Van den bulen diemen valt int herssenbecken of slaet of worpt swaerlike ..... 34.

Cap. 15. Van dat men therssenbecken wont so dat dene zide vander score van den bene sciet onder dandere. dat gevalt ondertiden met groten scoren ..... 35.

xxxix

Cap. 16. Die leringe van den herssenbeckene tebroken slecht sonder wonde int vleesch ..... 36.

Cap. 17. Die leringe vanden .4. meesters ende van roelandine ende van vele andere goeder meesters ..... 40.

Cap. 18. Hoe men nayen sal int ansichte ende in andren steden om scone lixemen te makene ..... 46.

Cap. 19. Dits van kindren die siin geboren met gespletenen lippen scaertmonde ..... 48.

Cap. 20. Dits van bulen te doene gesitten die herde moru siin ..... 49.

Cap. 21. Van wonden die vallen boven die ogen dweers toten bene ..... 49.

Cap. 22. Van dat die ore afgescoort es so dat si hangende blijft an thooft ..... 50.

Cap. 23. Van wonden gescoten int ansichte of in andren steden ..... 52.

Cap. 24. Van dornen of gescutte uut te doen comen sonder sniden .....55.

Cap. 25. Hoe men den gewonden es sculdech te houdene van etene ende van drinkene ende waer af men sal doen wachten ..... 56.

Cap. 26. Dits van spasmus. dats die crampe. ende dit es vrese den gewonden ..... 57.

Cap. 27. Van scorfheiden van den hoofde bi den rade van den .4. meesters ..... 60.

Cap. 28. Dits van lusen die wassen op thooft of in andren steden an den lichaem. die cuere daer iegen ..... 65.

Cap. 29. Dits van den wannen opt hooft dat men heet overbene .....66.

Cap. 30. Van te genesene bulen opt hooft ..... 67.

Kap. 1. Van het hoofd en van zijn schepping ..... 5.

Kap. 2. In welke manieren het hersenbekken gewond mag zijn in de tekens van de hersenvlies gewond zoals harde hersenvlies en dunne hersenvlies ..... 9.

Kap. 3. Hoe het hoofd gedeeld is en hoe men dat deel zal mogen medicineren ..... 11.

Kap. 4. In isto capitulo protestis scire quod pertinet ad cyrurgicum et quomodo se ipsum habebit et reget et omnis (!) articulo quos tenetur habere de jure ..... 12.

Kap. 5. Dit is de lering hoe men de eerste keer zal maken en de wonden te naaien op elke plaats ..... 14.

Kap. 6. Van wonden te stremmen van bloed ..... 16.

Kap. 7. Van het hoofd gewond en niet tot het hersenbekken en eerst van 4 tijden in het jaar ..... 20.

Kap. 8. De lering van builen gevallen of geslagen of geworpen of van wonden op die builen ..... 20.

Kap. 9. Hier leert men kennen en beproeven of het hersenbekken stuk is met builen of zonder builen of met wonden ..... 24.

Kap. 10. Dit is van gedeelte van afgeslagen zonder been en met het been en door ..... 25.

Kap. 11. Dit is van gedeelte van afgeslagen met snijdende wapens zodat men harde hersenvlies ziet..... 26.

Kap. 12. Van het hersenbekken gewond met snijdende wapens en dat met splinters ..... 28.

Kap. 13. Van dat men het hersenbekken verwond met de hoek van een dolk of bijl of met het orde van het zwaard ..... 30.

Kap. 14. Van de builen die men valt in het hersenbekken of slaat of zwaar werpt..... 34.

Kap. 15. Van dat men het hersenbekken verwond zodat de ene zijde van de scheur van het been onder het andere schiet, dat gebeurt soms met grote scheuren ..... 35.

(xxxix)

Kap. 16. De lering van het hersenbekken gebroken, echt zonder wond in het vlees ..... 36.

Kap. 17. Die lering van de 4 dokters en van Rolando en van vele andere goede dokters ..... 40.

Kap. 18. Hoe men naaien zal in het aanzicht en in andere plaatsen om mooie littekens te maken ..... 46.

Kap. 19. Dit is van kinderen die zijn geboren met gespleten lippen, hazenlip..... 48.

Kap. 20. Dit is van builen te laten zinken die zeer murw zijn ..... 49.

Kap. 21. Van wonden die vallen boven die ogen dwars tot het been ..... 49.

Kap. 22. Van dat die oren afgescheurd zijn zodat ze hangen blijven aan het hoofd ..... 50.

Kap. 23. Van wonden geschoten in het aanzicht of in andere plaatsen ..... 52.

Kap. 24. Van doornen of geschut uit te laten komen zonder snijden .....55.

Kap. 25. Hoe men de gewonden moet houden van eten en van drinken en waarvan men ze zal laten wachten ..... 56.

Kap. 26. Dit is van spasme, dat is kramp en dit is de vrees van de gewonde ..... 57.

Kap. 27. Van schurft van het hoofd door aanraden van de 4 dokters ..... 60.

Kap. 28. Dit is van luizen die op het hoofd of in andere plaatsen aan het lichaam groeien, de genezing daartegen ..... 65.

Kap. 29. Dit is van de uitwassen op het hoofd dat men uitwas noemt .....66.

Kap. 30. Van builen op het hoofd te genezen..... 67.

Tweede boec. Van den ogen ..... 70.

Cap. 1. Ierst hoe die ogen geformert siin ..... 71.

Cap. 2. Nu suldi verstaen van ongemaken in die ogen ende hoe dat si comen ..... 73.

Cap. 3. Vander minster optalmen entie cure der iegen ..... 74.

Cap. 4. Vander ander optalmen die starker es ..... 74.

Cap. 5. Vander starxster optalmen of van misseliken ziecheiden die van optalmen comen ..... 76.

Cap. 6. Van pusten in dogen ende wit dat ungula heet in latine ..... 77.

Cap. 7. Vander smetten die pannus heet ende benemt al die lucht vanden ogen ..... 77.

Cap. 8. Hoe vele manieren van desen smetten ende tekenen ..... 78.

Cap. 9. Vander ierster smetten die hare verbaert alse .1. cleine sandekijn ..... 78.

Cap. 10. Vander ander smetten die hare verbaert alse .1. vischscelle ..... 79.

Cap. 11. Vander derder smetten die haer verbaert als .1. vlocke sneus ..... 80.

Cap. 12. Vander vierder smetten die al doge heeft bedect ..... 80.

Cap. 13. Dits van doeken of nagelen in latine ungula ende van smetten ..... 81.

xl

Cap. 14. Dits van brunen doeken of nagelen ende comen van melancolien ende genesen cume ..... 82.

Cap. 15. Van poentkinen die gevallen van geslagenen ogen blau ..... 82.

Cap. 16. Van scorfden ogen ende van rootheiden ende van joocten in dogen ..... 83.

Cap. 17. Dits vanden seebel in die ogen ..... 83.

Cap. 18. Van lopenden ogen ende waeraf tranen comen. entie cure daer iegen ..... 83.

Cap. 19. Van leepen ogen of tervenden ..... 85.

Cap. 20. Van blauwen ogen geslagen of geworpen. etc. ..... 86.

Cap. 21. Dits van .4. catracten in dogen die men genesen mach entie bekennen ..... 86.

Cap. 22. Vanden catracten die men niet ghenesen mach ..... 89.

Cap. 23. Vanden wonden van den oghen ..... 90.

Cap. 24. Vanden fistel die wassen inden sterken vander oghen ..... 91.

Cap. 25. Dit es van nolimetangere int anscijn of an die lippen ..... 93.

Tweede boek. Van de ogen ..... 70.

Kap. 1. Eerst hoe die ogen gevormd zijn ..... 71.

Kap. 2. Nu zal ge verstaan van ongemakken in de ogen en hoe dat ze komen ..... 73.

Kap. 3. Van de kleinste opthalmie en de genezing ertegen ..... 74.

Kap. 4. Van de ander opthalmie die sterker is ..... 74.

Kap. 5. Van de sterkste opthalmie of van verschillende ziektes die van opthalmie komen ..... 76.

Kap. 6. Van puisten in de ogen en het wit dat ungula heet in Latijn (pteryion, vleugelvlies)..... 77.

Kap. 7. Van de smetten die pannus heet en beneemt alle licht van de ogen ..... (pannus corneus, soort van ontsteking van het hoornvlies, ook sebel genoemd) 77.

Kap. 8. Hoeveel soorten er zijn van deze smetten en tekens ..... 78.

Kap. 9. Van de eerste smet die zich openbaart als een klein zand ..... 78.

Kap. 10. Van de andere smetten die zich openbaren als een visschel ..... 79.

Kap. 11. Van de derde smet die zich openbaart als een vlok sneeuw ..... 80.

Kap. 12. Van de vierde smet die het hele oog heeft bedekt ..... 80.

Kap. 13. Dit is van doeken of nagels in Latijn ungula (lunula) en van smetten ..... 81.

(xl)

Kap. 14. Dit is van bruine doeken of nagels en komen van melancholie en genezen nauwelijks ..... 82.

Kap. 15. Van puntjes die vallen van blauw geslagen ogen..... 82.

Kap. 16. Van schurftige ogen en van roodheden en van jeuk in de ogen ..... 83.

Kap. 17. Dit is van de zeepbel in de ogen ..... 83.

Kap. 18. Van lopende ogen en waarvan tranen komen en de genezing daartegen ..... 83.

Kap. 19. Van lopende ogen of tranende ..... 85.

Kap. 20. Van blauwe ogen geslagen of geworpen. etc. ..... 86.

Kap. 21. Dit is van 4 cataracten in de ogen die men genezen kan en die herkennen ..... 86.

Kap. 22. Van de cataracten die men niet genezen kan ..... 89.

Kap. 23. Van de wonden van de ogen ..... 90.

Kap. 24. Van de etterwond die groeit in het sterke van de ogen ..... 91.

Kap. 25. Dit is van noli me tangere in het aanschijn of aan de lippen ..... 93.

Derde boec. Van den nese ..... 94.

Cap. 1. Van den nese. ende ierst die sceppenisse van den nese ..... 95.

Cap. 2. Ende ierst van polipus ..... 96.

Cap. 3. Van puusten die wassen in den nese ..... 98.

Cap. 4. Van ondercootten sweren in den nese ..... 99.

Cap. 5. Van wey vlesche in den nese ..... 99.

Cap. 6. Van bloedene ten nese entie cure daertoe ..... 100.

Cap. 7. Van stanke in den nese ..... 101.

Derde boek. Van de neus ..... 94.

Kap. 1. Van de neus en eerst de schepping van de neus ..... 95.

Kap. 2. En eerst van poliep ..... 96.

Kap. 3. Van puisten die in de neus groeien..... 98.

Kap. 4. Van verharde zweren in de neus ..... 99.

Kap. 5. Van wild (1) vlees in de neus ..... 99.

Kap. 6. Van bloed in de neus en de genezing daartoe ..... 100.

Kap. 7. Van stank in de neus ..... 101.

(1) Granulatie weefsel waarmee wonden en zweren dicht kunnen groeien.

Vierde boec. Van den monde ..... 102.

Cap. 1. Vander sceppenissen van den mont ..... 103.

Cap. 2. Vanden huve .... van siere verstennissen ..... 104.

Cap. 3. Vanden ziecheden die comen mogen in die tonge ..... 106.

Cap. 4. Van swillingen vander tongen ..... 106.

Cap. 5. Van sweringen optie tonge ..... 107.

Cap. 6. Vander clievingen vander tongen ..... 107.

Cap. 7. Vander bintadren ..... 107.

Cap. 8. Van ranula onder die tonge ..... 108.

Cap. 9. Van spasme vander tongen dats crampe daerin ..... 108.

Cap. 10. Dits van verlagingen vander tongen dats juchticheit ..... 108.

Cap. 11. Dits van puusten vanden mont ende vanden vlagen ..... 109.

Cap. 12. Dits van den tantvlesche ..... 109.

Cap. 13. Van canker in tantvlesch ..... 109.

Cap. 14. Van groten vlesc an tantvleesch alse spenen ..... 110.

Cap. 15. Van clievingen van lippen of bleinen of vlagingen ..... 110.

Cap. 16. Vanden tantvlesc geswollen ..... 111.

Cap. 17. Hoe dat tantswere toecomt ..... 111.xli

Cap. 18. Dits die cure van tanden die sweren ende sonder gaten ..... 112.

Cap. 19. Dits van den tanden die siin gegaet ..... 113.

Cap. 20. Van swarten tanden wit te makene ..... 114.

Vierde boek. Van de mond ..... 102.

Kap. 1. Van de schepping van de mond ..... 103.

Kap. 2. Van de huig .... van zijn begrip ..... 104.

Kap. 3. Van de ziektes die in de tong komen mogen..... 106.

Kap. 4. Van zwellingen van de tong ..... 106.

Kap. 5. Van zweren op de tong ..... 107.

Kap. 6. Van de kloven van de tong ..... 107.

Kap. 7. Van de bindaderen ..... 107.

Kap. 8. Van ranula onder de tong ..... 108.

Kap. 9. Van spasme van de tong, dat is kramp daarin ..... 108.

Kap. 10. Dit is van verlagingen van de tong, dat is jichtachtigheid..... 108.

Kap. 11. Dit is van puisten van de mond en van ontvellen ..... 109.

Kap. 12. Dit is van het tandvlees ..... 109.

Kap. 13. Van kanker in het tandvlees ..... 109.

Kap. 14. Van groot vlees aan tandvlees zoals spenen ..... 110.

Kap. 15. Van kloven van lippen of blaren of ontvellen ..... 110.

Kap. 16. Van het tandvlees gezwollen ..... 111.

Kap. 17. Hoe dat tandpijn komt ..... 111. (xli)

Kap. 18. Dit is de genezing van tanden die zweren en zonder gaten ..... 112.

Kap. 19. Dit is van de tanden met gaten ..... 113.

Kap. 20. Van zwarte tanden wit te maken ..... 114.

Vijfte boec. Vanden oren ..... 115.

Cap. 1. Ende sprect ierst wat die ore es ..... 116.

Cap. 2. Van sweringen van der oren ..... 117.

Cap. 3. Dits van sweringen in die oren ende hoe mense cureren sal ..... 117.

Cap. 4. Van wormen of lusen gelopen in die oren .....118.

Cap. 5. Van misseliken dingen dat vallet in doren. etc. ..... 118.

Cap. 6. Van watere gevallen in die oren ..... 119.

Cap. 7. Van oren die lange hebben gelopen ende stinken. ende daer fistel in is ..... 119.

Cap. 8. Van rutingen in die oren ..... 120.

Cap. 9. Van droefheiden in die oren ..... 120.

Vijfde boek. Van de oren ..... 115.

Kap. 1. En spreekt eerst wat het oor is ..... 116.

Kap. 2. Van zweren van de oren ..... 117.

Kap. 3. Dit is van zweren in de oren en hoe men ze genezen zal ..... 117.

Kap. 4. Van wormen of luizen gelopen in de oren .....118.

Kap. 5. Van verschillende dingen die in de oren vallen, etc. ..... 118.

Kap. 6. Van water dat valt in de oren ..... 119.

Kap. 7. Van oren die lang hebben gelopen en stinken en daar etter in is ..... 119.

Kap. 8. Van tuiten in de oren ..... 120.

Kap. 9. Van droefheid in de oren ..... 120.

Seste boec. Van den halse ende van der kelen ..... 122.

Cap. 1. Ende ierst die sceppenisse daeraf al toten scoudren ..... 123.

Cap. 2. Van wonden die in den hals geslegen of gesteken siin ..... 125.

Cap. 3. Van ysopagus gewont so datter die spiss dore gaet ..... 126.

Cap. 4. Van wonden die vallen in den roepere achter ..... 127.

Cap. 5. Vander squinancien ..... 127.

Cap. 6. Van branken of amandren ..... 129.

Cap. 7. Dits van ranula onder die tonge ..... 131.

Cap. 8. Van graten of benen gescoten in de kele ..... 131.

Cap. 9. Van bocium an die kele gewassen ..... 132.

Cap. 10. Van scrofulen diemen heet sconinx evel ..... 133.

Cap. 11. Van scrophulen of glandulen te snidene ..... 135.

Cap. 12. Van scrophulen of glandulen uut te broken ..... 135.

Zesde boek. Van de hals en van de keel ..... 122.

Kap. 1. En eerst de schepping daarvan al tot de schouders ..... 123.

Kap. 2. Van wonden die in de hals geslagen of gestoken zijn ..... 125.

Kap. 3. Van ysopagus (slokdarm) gewond zodat de spijs er door gaat ..... 126.

Kap. 4. Van wonden die vallen in de roeper (strot) achter ..... 127.

Kap. 5. Van de keelontsteking ..... 127.

Kap. 6. Van vertakkingen of amandelen ..... 129.

Kap. 7. Dit is van ranula onder de tong ..... 131.

Kap. 8. Van graten of benen geschoten in de keel ..... 131.

Kap. 9. Van bocium (struma) die aan de keel groeit..... 132.

Kap. 10. Van halsklieren die men koningseuvel noemt ..... 133.

Kap. 11. Van halsklieren of klieren en snijden ..... 135.

Kap. 12. Van halsklieren of klieren uit te breken ..... 135.

Sevende boec. Vanden halse ende vander kelen nederwert tote allen leden ende tallen steden vanden lichame ..... 136.

Cap. 1. Van datmen wont adren of arterien te meneger steden vanden lichame ..... 138.

Cap. 2. Van den canebene gewont of daer ontrent ..... 140.

Cap. 3. Van steken met kniven of des gelijc ..... 140.

Cap. 4. Vander herten gewont ..... 142.

Cap. 5. Van dootwonden waerse vallen anden live ..... 143.

Cap. 6. Dits vander nieren gewont ..... 145.

Cap. 7. Van musen of zenewen gewont in den pistel van den armen ..... 145.

Cap. 8. Van wonden in den ellenboge of in andren juncturen ..... 147.

xlii

Cap. 9. Van wonden in die darmen ..... 148.

Cap. 10. Van te cortene die darmen ..... 148.

Cap. 11. Vanden gescorden of die den steen hebben ..... 149.

Cap. 12. Van carnofels gelijc gescorden ..... 150.

Cap. 13. Vanden stene dat ondersceet ..... 150.

Cap. 14. Van den spenen ..... 151.

Cap. 15. Van te genesene die spenen ..... 151.

Cap. 16. Van den preparacien ..... 151.

Cap. 17. Van der tijt dat men medicine geven sal te vorsiene ..... 152.

Cap. 18. Van spenen die comen van den menisoene ..... 152.

Cap. 19. Van .3. manieren van spenen te bekenne ..... 153.

Cap. 20. Van .5. adren diemen heet spenen .....153.

Cap. 21. Van geswollenen spenen te vorsiene ..... 154.

Cap. 22. Van handelingen te verstane ..... 154.

Cap. 23. Van buten nature te werkene ..... 155.

Cap. 24. Van den dyescinkele uter stede ..... 158.

Cap. 25. Hoe die dyescinkele es gemaect boven ..... 158.

Cap. 26. Van den dyescinkele te broken ..... 159.

Cap. 27. Van den dieskincele ..... 160.

Cap. 28. Van te settene dbeen eer ment spalct ..... 161.

Cap. 29. Vanden knie uter stede ..... 161.

Cap. 30. Van wonden int knie ..... 161.

Cap. 31. Van benen te broken ..... 162.

Cap. 32. Van benen die uutragen ..... 163.

Cap. 33. Van diversen meesters ..... 163.

Cap. 34. Andre mesters ..... 164.

Cap. 35. Van den voete uten lede ..... 164.

Cap. 36. Van den voete verwrongen ..... 164.

Cap. 37. Van den voete te broken ..... 165.

Cap. 38. Van diversen werkene van mesters ..... 165.

Cap. 39. Ander meesters ..... 165.

Cap. 40. ..... 166.

Van rudicheit ende scorreftheit ane die mensche ..... 168.

Van warten die toe commen over al dat lijf ..... 171.

Van den poucken ende van den maselen ..... 173.

Nu willic jou bescriven van eener siecheit datmen heet laserscap ..... 175.

Dit sijn die teekinen van laserien ..... 175.

Van den laserscap dat men heet alopicia ofte vulpes ..... 175.

Van den laserscap datmen heet leonina ..... 176.

Dit sijn de teekinen die hebben leonnus ..... 176.

Van den laserscap datmen heet elefancia ..... 176.

Warachtige prove omme dat laserscap te kennen .....177.

Laserie van ghenoeten ..... 178. xliii

Van den tresoer omme te verhoudene laserie ..... 179.

Dye ghene die venin ghenomen heft ofte ghedroncken ..... 180.

Om te weder slane dat venin dat men heet cantarides ..... 181.

Van der steken of beeten vander slanghen ..... 181.

Vander beeten ofte steken der scorpioen ..... 182.

Van der beeten ofte steken der ruthelen ..... 182.

Die bete van den verwoeden hont es quaets van al ..... 182.

Dits den armen tresoer jeghen venin ..... 182.

Van clieren datmen heet scrouffelen ..... 183.

Van den stancke dat yrcus heet in die oxelen ..... 186.

Van den clappoeren diemen heet bubo ..... 186.

Van den siecheit diemen heet fistula ..... 187.

Van apostemen die commen van colera combusta ..... 190.

Van bescautheit van hete water ofte van viere ..... 192.

Van den bloet zweere flegmon ..... 193.

Van der couwe aposteme die men heet zimia ..... 193.

Leeringhe des Ypermans ..... 194.

Van den lever ghewont ..... 195.

Van dat den lever hute hanghet ..... 195.

Van wonden in den nieren ..... 195.

Van den blase ghewont ..... 195.

Van dat den darmen ghewont sijn ..... 196.

Van ghescorden te ghenesene sonder snijden ..... 196.

Van apostemen die wassen in de rode der veden ende dat van winde es .....

198.

Van gaten in den roeden der veden ..... 199.

Van den vede die erisipeleren wille ofte ontsteken ..... 201.

Hoemen den siecken houwen sel van eten ende van drincken ..... 202.

Van den cancker in den vede ..... 203.

Van bloet te stelpen in de roede der vede ..... 203.

Van apostemen ende zwellingge der cullen ..... 205.

Van apostemen van couwe saken ..... 205.

Van eenen siecheit in den cullen die men heet erina ..... 206.

Van water carnouffele ..... 206.

Van den gescorden te ghenesene in ander maniere ..... 207.

Van den navele ghescort in kinderen ..... 208.

Van spenen die wassen in dat fundament ..... 209.

Van den fistele in den ersdarme ..... 210.

Van dat fundament dicken hute gaet ..... 211.

Hier beghint dat bouc van den quaden beenen ..... 212.

Van apostemen in der beenen ..... 213.

Van den cancker die comt in den beenen ..... 213.

Zevende boek. Van de hals en van de keel naar beneden tot alle leden en tot alle plaatsen van het lichaam ..... 136.

Kap. 1. Van dat men aderen of arteriën op vele plaatsen van het lichaam verwond..... 138.

Kap. 2. Van de borstbeen (sleutelbeen) gewond of daar omtrent ..... 140.

Kap. 3. Van steken met messen of dergelijke ..... 140.

Kap. 4. Van het hart gewond ..... 142.

Kap. 5. Van doodzonden waar ze vallen aan het lijf ..... 143.

Kap. 6. Dit is van de nieren gewond ..... 145.

Kap. 7. Van spieren of zenuwen gewond in de pees van de armen ..... 145.

Kap. 8. Van wonden in de ellenboog of in anderen gewrichten..... 147. (xlii)

Kap. 9. Van wonden in de darmen ..... 148.

Kap. 10. Van te korten de darmen ..... 148.

Kap. 11. Van de breuk of die de steen hebben ..... 149.

Kap. 12. Van darmbreuk net zoals breuken ..... 150.

Kap. 13. Van de steen, het verschil ..... 150.

Kap. 14. Van de aambeien ..... 151.

Kap. 15. Van te genezen de aambeien ..... 151.

Kap. 16. Van de preparaten ..... 151.

Kap. 17. Van de tijd dat men medicijnen geven zal te voorzien ..... 152.

Kap. 18. Van aambeien die van de loop komen..... 152.

Kap. 19. Van 3 soorten van aambeien te herkennen ..... 153.

Kap. 20. Van 5 aderen die men aambeien noemt .....153.

Kap. 21. Van gezwollen aambeien te voorzien ..... 154.

Kap. 22. Van handelingen te verstaan ..... 154.

Kap. 23. Van buiten natuur te werken ..... 155.

Kap. 24. Van de dijbeen uit de plaats ..... 158.

Kap. 25. Hoe de dijbeen is gemaakt boven ..... 158.

Kap. 26. Van de dijbeen gebroken ..... 159.

Kap. 27. Van de dijbeen ..... 160.

Kap. 28. Van te zetten het been eer men het spalkt ..... 161.

Kap. 29. Van de knie uit de plaats ..... 161.

Kap. 30. Van wonden in de knie ..... 161.

Kap. 31. Van benen gebroken ..... 162.

Kap. 32. Van benen die uitsteken ..... 163.

Kap. 33. Van diverse dokters ..... 163.

Kap. 34. Andere dokters ..... 164.

Kap. 35. Van de voeten uit het lid ..... 164.

Kap. 36. Van de voeten verwrongen ..... 164.

Kap. 37. Van de voeten gebroken ..... 165.

Kap. 38. Van diverse werken van dokters ..... 165.

Kap. 39. Andere dokters ..... 165.

Kap. 40. ..... 166.

Van ruwheid en schurft aan de mensen ..... 168.

Van wratten die toekomen over het hele lijf ..... 171.

Van de pokken en van de mazelen ..... 173.

Nu wil ik u beschrijven van een ziekte dat men melaatsheid of huidziekte noemt ..... 175.

Dit zijn de tekens van huidziekte ..... 175.

Van de huidziekte dat men alopicia of vulpes noemt.... 175. (1)

Van de huidziekte dat men leonina noemt ..... 176. (Lenontiasis, lepra van het aangezicht)

Dit zijn de tekens die leonnus hebben ..... 176.

Van de huidziekte die men elefancia noemt ..... 176.

Waarachtig bewijs om de huidziekte te kennen .....177.

Huidziekte van coitus ..... 178. (xliii)

Van de troost om huidziekte te verhoeden..... 179.

Diegene die gif genomen heeft of gedronken ..... 180.

Om dat gif te weerstaan dat men canthariden noemt ..... 181.

Van de steken of beten van de slangen ..... 181.

Van de beten of steken van de schorpioen ..... 182.

Van de beten of steken van de bijen..... 182.

De beten van de dolle hond is het ergste van al ..... 182.

Dit is de armentroost tegen venijn ..... 182.

Van klieren die men scrophulen noemt ..... 183.

Van de stank dat yrcus heet in de oksels ..... 186.

Van de klaporen die men bubo noemt ..... 186.

Van de ziekte die men fistel noemt ..... 187.

Van gezwellen die van colera combusta komen..... 190.

Van verbranding van heet water of van vuur ..... 192.

Van de bloedzweer flegmon ..... 193.

Van het koude gezwel die men zimia noemt ..... 193.

Lering van Ypermans ..... 194.

Van de lever gewond ..... 195.

Van dat de lever uithangt ..... 195.

Van wonden in de nieren ..... 195.

Van de blaas gewond ..... 195.

Van dat de darmen gewond zijn ..... 196.

Van breuken te genezen zonder snijden ..... 196.

Van gezwellen die in de roede van het geslacht groeien en dat van wind is .....

198.

Van gaten in de roede van het geslacht ..... 199.

Van het geslacht die zweren wil of ontsteken ..... 201.

Hoe men de zieke houden zal van eten en van drinken ..... 202.

Van de kanker in het geslacht ..... 203.

Van bloed te stelpen in de roede van het geslacht ..... 203.

Van zweren en zwelling van de ballen ..... 205.

Van gezwellen van koude zaken ..... 205.

Van een ziekte in de ballen die men hernia noemt ..... 206.

Van water netbreuken ..... 206.

Van de breuken te genezen op een andere manier ..... 207.

Van de navel gescheurd in kinderen ..... 208.

Van aambeien die in dat fundament groeien..... 209.

Van de etterwond in de aarsdarm ..... 210.

Van dat fundament dik uitgaat ..... 211.

Hier begint dat boek van de kwade benen ..... 212.

Van gezwellen in de benen ..... 213.

Van de kanker die in de benen komt..... 213.

(1) een haarziekte, vroeger ook wel Vulpes genoemd, zich kenmerkend door: ‘Een Alopecia, uytvallen des hayrs van den hoofde, ende somtijdts der wijnbrauwen, des baerts ende van andere partyen, het welcke men ghemeynelick de Palade noemt. Dit ghebreck wordt also van de Medicijns ghenoemt, ghelijck als de siecte van oude vossen, om dat de selve alsulcken uytvallen des hayrs onderworpen zijn, midts eenige schurften die sy in haren ouderdom ghekrijghen’.

(1) een haarziekte, vroeger ook wel Vulpes genoemd, zich kenmerkend door: ‘Een Alopecia, uytvallen des hayrs van den hoofde, ende somtijdts der wijnbrauwen, des baerts ende van andere partyen, het welcke men ghemeynelick de Palade noemt. Dit ghebreck wordt also van de Medicijns ghenoemt, ghelijck als de siecte van oude vossen, om dat de selve alsulcken uytvallen des hayrs onderworpen zijn, midts eenige schurften die sy in haren ouderdom ghekrijghen’. (Par).

CAP. 1.

Vande(n) hoefde e(nde) va(n) sire sceppenissen. Verstaet thoeft es ront. om dat 6 te meer houden soude in even vele steden. ende om dat ront .1. scone vorme es. Ende om dat herde slagen of vallen of werpingen te min daeran souden daken. ende te lichtelikere af souden scieten. Ende wi selen oec verstaen dat thoeft die wortel es vanden mensce. uut wien alle die zenuwen nemen haer wassen ende haer gevoelen. dats uten herssenen ende uten marge van den rugge bene. dwelke dat comt uten herssenen [ende es vander zelver naturen ende alsoe G.] liggende in .2. huden also die herssenen doen. ende dat march heet in latine. Nucha. Thoeft es van .3. substancien. ene van bene ende ene van vleesce. ende ene van herssenen de welke [hersinen C] siin march van den hoefde. ende musech es tfleesch. die huut daer boven es al vol wortelen van hare. Musech vleesch dats herdere dan ander vleesch. ende moruwer dan zenuwen of corden. of gecroes. of been. Wter huut wassen hare die de herssenen decken ende tfleesch van couden dat hem contrarie mach wesen. de welke huut es dorgaet vanden wortelen toten ende. alse ene kemeneye. dore welke gaetkine die herssenen steken uut den rooc of die hitten die hem sijn contrarie. Ende tfleesch dat decket dbeen met sire huut al vol haers. Ende thaer es boven der huut om .2. saken. dierste om dat dect die sweet gaten datter geen coude in en come de welke gaten heeten in latine |107vb| poros. dat siin zere nauwe gaten. Dander es om dat thoeft te scoenre es om dat haer op heeft. Die huut van den hoefde es dicker dan ander huden. [aen den lichaem L] sonder die planten vanden voeten om dat mer op gaet. entie palmen vanden handen [onder L] om datmer mede pijnt. ende daeromme essi van naturen dicke om dat si es dorgaet. Want dore elc gat comt .1. haer ende onderwilen .2. of drie. Entie huut es vaste gebonden ant vleesch dat musech es met cleinen dradekinen van zenuwen comende vanden herssenen. ende met dradekinen comende vanden adren ende vander leveren. ende met dradekinen comende van cleinen puls adren. die men heet in latine arterien comende vander herten. van welken dradekinen nature heeft geweven of gebreit die huut subtilike daer. ende over al den lichame van den mensce. Ende dbeen vanden hoefde es van vele stucken alst recht es. ende es .2. vout. daer es ene tafele buten ende .1. binnen. Binnen ten herssenen wert es ene. ende buten ten vleesche wert es ene andere ende daer tusscen siin vele adren ende arterien die den bene geven hitte ende voetsel ende geest. Die arterien geven hitte ende geest. die adren 7 geven hitte ende voetsel. Therssenbecken es van vele stucken ende tweevout alsoet vorseit es Thoeft es van .3. pertien. deen voren. dander in midden ende terde achter. Voren vander mouden vorwert es thoeft heet ende droge hebbende vele geesten ende luttel marchs. Die middewert van den hoefde heeft vele marchs ende vele geesten. ende es heet ende versch. ende int middelste deel staen die oren ende staen op .2. been die men heet stenech been. Dat achterste deel es cout ende droge hebbende luttel geests ende luttel marchs. Ende dus moet men de nature verstaen ende leren om dat ment aldus moet genesen. versceeden also si versceeden ende gedeilt siin van harer naturen. Dats te verstane. dat hete ende dat droge. met medicinen cout ende versch. dat es tcontrarie. ende also es men sculdech alle ziecheiden te genesene. Int vorste deel van den hoefde so siin die ogen. die nese. entie mont Ende boven den ogen siin .2. bene die niet en siin vanden herssenbeckene. mer si siin scilde vanden ogen. ende liggen lanx [ofte dwers C] onder die wintbrauwen Dbeen vanden hoefde es van vele stucken dats [gedaen C] om vele nutscapen. Dierste om dat daer vergadren die stucken daer die zenuwen uut wassen. dander es om datter dalen in die adren entie arterien om te gevene den herssenen hitte. voetsel 8 ende geest ende alle die zenuwen die comen uten hoefde. |108ra| Terdde es om dattie herssenen hebben hem [zelven G] daer dore te lichtene ende uut te stekene die hitte die hem contrarie es. Tfierde es om dattie huve die men heet die herde moeder es vast in die vergaderinge vander mouden. ende vanden slape ende vander nolle. ende dat an die been. ende hangen aldaer die herssenen ant been onder die celle. de welke men heet herssenbecken. dat de scilt es van den herssenen die moru siin ende wit. Waerbi dat selke philosophe seit. dattie herssenen siin cout ende versch [ne ware tghemeene seyt datsij sijn heet ende versch G] ende ratech tusscen. 2. tafelen. daer die vorseide adren in lopen. ende om dat daer die hitte van den herssenen in spaersen soude. ende daerna uut comen soude te harrer vergaderingen. de welke vergaderinge siin tanden. Ende alst therssenbecken daer ontwee es. dan eist tontsiene dat die liese gewont es. dan es tontsiene die doot. Thoeft es in drien gedeilt alsoet vorseit es. int vorste deel leget die kennesse van den mensche. Alse zien. smaken ende rieken. Dat zien es om ondersceet te hebbene of kennesse te dragene tusscen wit ende swert. of donker ende licht ende des gelike. Die smaec es te hebbene ondersceet tusscen gesouten ende versch. ende des gelike. Roke es te hebbene ondersceet tusscen stinkende ende wel riekende ende des gelike. Int middelste deel legt die redene ende dat horen. die redene dat es heesch ende andwerde. horen dats verstaen ende andwerde geven [van datmen seyt ende van G] dattie mensce hort. Ende daer omme es in dit deel tgepeins [ende der memorien C] vanden mensche. Int achterste deel so legt die onthoudenisse wat dattie mensce hort of gehort heeft dat gaet liggen int achterste deel van den hoefde. Dus segt cort rogerus in roelandinus in latijn In prima cellula sit ymago. in media ratio. in posteriori memoria Die herssenen liggen tusscen .2. huven. daer dene af heet dura mater. entie andre pia mater. dats te seggene genadege moeder. Mer herde moeder es dicke ende vast om dat si legt naest den bene. ende sleet daer iegen altoes Ende dese mach 9 siin gewont. of si mach apostemeren. [oft zweeren G] ende genesen sonder meskief van den live den gewonden. Mer die genadege moeder es dunne om die hersenen diere in liggen besloten. dese mach qualike wesen gewont ende genesen. Nochtan seit galienus dat hi sach enen die beide die liesen hadde gewont. ende hi genas. maer het was so cleine dat van den herssenen niet uut en quam [ter wonden G]. Thoderijc seit daer iegen dat hi sach enen scedemakere in die stat van luken den welken |108rb| dat hi uut dede dat achterste deel vanden hoefde. ende hine verloes niet. mer hem bleven alle sine werke van naturen. Tusscen dura mater ende pia mater vergadert .1. materie bi gramscapen of bi vare. entie daerna wert dicke. ende bi beslotender hitten diere [in C] es. ende dit mach wel siin [bi natueren ende C] sonder den mensce te quetssene. Ende gevalt dattie mensce wert gewont int hoeft so dat therssenbecken brect. ende dura mater wert gewont of geapostemert waerbi datter herde humoren uut comen. ende dan wanen enege leeke meesters dat herssenen siin. neent niet. Ende dus siin si bedrogen ende doen den lieden ende hen selven logene te verstane. Want die herssenen en mogen niet siin gewont. entie zieke daer af genesen. want het es .1. led principael. daer al die beseffelicheit ute spruut die de mensce over hem heeft. Hets hier af gnouch gesproken. mer ic wil spreken van datter surgien bestaet.

KAPITTEL 1.

Van het hoofd en van zijn schepping.

Begrijp dat het hoofd rond is zodat het [6] beter te houden zou zijn in evenveel plaatsen en omdat rond een mooie vorm is. (Zie afbeelding boven) En omdat harde slagen of vallen of werpen er minder aan zouden bedekken en gemakkelijker er af zouden schieten. En we zullen ook verstaan dat het hoofd de wortel is van de mens waaruit alle zenuwen hun groei nemen en hun gevoel, dat is uit de hersens en uit het merg van de ruggenwervel. Wat uit de hersens komt is van dezelfde natuur en ligt in 2 huiden net zoals de hersens doen en het merg heet in Latijn Nucha. (Ruggenmerg)

Het hoofd is van 3 substanties, een van been, een van vlees en een van hersens die hersens zijn het merg van het hoofd en spieren is het vlees, de huid erboven is al vol wortels van haar. Spiervlees, dat is harder dan ander vlees en meer murw dan zenuwen of koorden of kraakbeen of been. Uit de huid groeien haren die de hersens bedekken en het vlees van koude dat hen tegenovergesteld mag wezen en die huid zit vol gaatjes van de wortels tot het eind als een schoorsteen door die gaatjes steken de hersens de rook of de hitte uit die hem tegenovergesteld zijn. En het vlees dat bedekt het been met zijn huid al vol haar. En het haar is boven de huid vanwege 2 zaken, de eerste omdat het de zweetgaten bedekt zodat er geen koude inkomt en die gaten heten in Latijn poros, dat zijn zeer nauwe gaten. De andere is omdat het hoofd mooier is omdat het haar erop heeft. De huid van het hoofd is dikker dan andere huid aan het lichaam, uitgezonderd de planten van de voeten omdat die meer opgaan en de palmen van de handen onder omdat men ermee werkt. Daarom is ze van naturen dik omdat ze is doorgaat. Want door elk gat komt 1 haar en soms 2 of drie. En de huid is vastgebonden aan het vlees dat gespierd is met kleine draadjes van zenuwen die van de hersens komen en met draadjes van de aderen en van de lever komen en met draadjes van kleine polsaders komen die men in Latijn slagaders noemt die van het hart komen. Van deze draadjes heeft de natuur daar subtiel geweven of gebreid de huid en over het hele lichaam van de mens. En het been van het hoofd is van vele stukken als het recht is en is 2voudig. Er is een tafel buiten en 1 binnen. Binnen naar de hersens toe is er een en buiten naar het vlees toe is er een andere en daartussen zijn vele aderen en slagaders die het been hitte en voedsel en geest geven. Die slagaders geven hitte en geest, de aderen [7] geven hitte en voedsel.

De schedel is van vele stukken en tweevoudig, zoals gezegd is.

Het hoofd is van 3 delen, de ene voor, de andere in het midden en de derde achter. Voor van de schedel voorwaarts is het hoofd heet en droog en heeft vele geesten en weinig merg. Het middelste gedeelte van het hoofd heeft veel merg en vele geesten en is heet en vochtig en in het middelste deel staan de oren en staan op 2 benen die men rotsbeen noemt. Dat achterste deel is koud en droog en heeft weinig geest en weinig merg.

En aldus moet men de natuur begrijpen en leren omdat men het aldus moet genezen, verschillend net zo omdat ze verschillend en gedeeld zijn vanuit hun natuur. Dat is te verstaan dat hete en het droge met koude en vochtige medicijnen, dat is tegenovergesteld, en net zo moet men alle ziektes genezen.

In het voorste deel van het hoofd zijn er ogen, de neus en de mond. En boven de ogen zijn 2 benen die niet van de schedel zijn, maar ze zijn schilden van de ogen en liggen in de lengte of dwars onder de wenkbrauwen. Het been van het hoofd is van vele stukken en dat is gedaan om vele nuttige zaken. De eerste omdat zich de stukken zich daar verzamelen waar de zenuwen uitgroeien, de andere is omdat er de aderen en de slagaders in dalen om de hersens hitte, voedsel [8] en geest te geven en alle zenuwen die uit het hoofd komen. De derde is omdat de hersens zichzelf daar hebben door te lichten en de hitte uit te steken die hem tegenovergesteld is. Het vierde is omdat de huif (boogvormige deksel) die men harde moeder noemt vast is in de verzameling van de mond en van de slaap en van de kruin en dat aan het been en daar hangen de hersens aan het been onder de kamer die men schedel noemt, dat is het schild van de hersens die murw zijn en wit. Waarbij dat sommige filosofen zeggen dat de hersens koud en vochtig zijn terwijl men algemeen zegt dat ze heet en vochtig zijn en gedraaid tussen 2 tafels waar de voor vermelde aders in lopen en omdat daar de hitte van de hersens in verstrooien en daarna uitkomen zou in een harde verzameling en die verzameling zijn de tanden. En als de schedel daar kapot is dan is het te ontzien dat het vlies gewond is waar je dood van kan gaan.

Het hoofd is in drieën gedeeld zoals gezegd is. In het voorste deel ligt de kennis van de mens zoals zien, proeven en ruiken. Dat zien is om onderscheid te hebben of kennis te dragen tussen wit en zwart of donker en licht en dergelijke. De smaak is om onderscheid te hebben tussen gezouten en vochtig en dergelijke. Ruiken is om onderscheid te hebben tussen stinkend en goed geurend en dergelijke.

In het middelste deel ligt de reden en het horen. De reden dat is praten en antwoorden. Horen dat is verstaan en antwoorden geven van wat men zegt en dat de mens hoort. En daarom is in dit deel het denken en het geheugen van de mens.

In het achterste deel ligt het onthouden wat de mens hoort of gehoord heeft, dat gaat in het achterste deel van het hoofd liggen. Dus zegt Cort Rogerus in Rolando in Latijn;’In prima cellula sit ymago, in media ratio, in posteriori memoria.’

De hersens liggen tussen 2 huiden, de ene ervan heet dura mater en de andere pia mater, dat betekent genadige moeder. (hersenvlies) Maar haar moeder is dik en vast omdat ze naast het been ligt en daartegen altijd slijt. En deze kan gewond zijn of ze maakt zwellen of zweren en genezen zonder leed van het lijf van de gewonde. Maar de genadige moeder is dun vanwege de hersens die erin liggen besloten. Die kan slecht tegen gewond zijn en genezen. Nochtans zegt Galenus dat hij er een zag die beide vliezen gewond had en hij genas, maar het was zo klein dat de hersens er niet uitkwamen bij de wond. Theoderik zegt daartegen dat hij een schedelmaker in de plaats Lucca zag waarvan hij het achterste deel van het hoofd eruit deed en hij verloor niets, maar bij hem bleven al zijn werken van naturen.

Tussen het harde hersenvlies en dunne hersenvlies ligt verzameld 1 materie van gramschap of van gevaar en die wordt daarna dik door besloten hitte die erin is en dit kan wel zijn van natuur zonder de mens te kwetsen. En gebeurt het dat een mens gewond wordt aan het hoofd zodat de schedel breekt en harde hersenvlies gewond wordt of tot zwellen komt waarbij er harde vochtvermenging uitkomen en dan menen enige dokters dat het hersens zijn, neen, niet. En dus zijn ze bedrogen en laten de lieden en zichzelf leugens horen. Want de hersens kunnen niet gewond worden en die zieke ervan genezen want het is 1 hoofdlid waar al het besef uitspruit die de mens bij zich heeft. Hiervan is genoeg gesproken, maar ik wil spreken dat ter chirurgie bestaat.

CAP. 2.

In wat maniere(n) th(er)ssenbecke(n) gewont mach siin i(n) die tekene(n) vande(n) liesen gewo(n)t alse dura mat(er) e(nde) pia mat(er).

Het gevalt datmen thoeft misselike wont. Men wondet onderwilen dat dbeen brect. ende onderwilen dat niet en brect. ende onderwilen breket dbeen met cleinre wonden. ende onderwilen met groeter wonden [ende wyde G]. Ende wet dat beter es therssenbecken te broken met groeter wonden int vleesch. dan met cleinre. Want met cleinre wonden moet men de wonde meerren om te bat den herssenbeckene te helpene. Also men u leren sal hier na. Ende onderwilen breket dbeen herde zere met cleinre wonden. ende onderwilen met groeten wonden. Maer hoe die broke int herssenbecken comt. altoes es men sculdech tontsiene vanden liesen. want onderwilen wont men die herde moeder ende onderwilen die sachte moeder. 10 Alse die herde moeder gewont es dat mach men bekennen bi desen tekenen. Want die gewonde heeft groete sweringe int hoeft. om dat daer es versceden datter te gadere behorde te sine gevoecht. dansichte root ontsteken. om dat die geesten derwert lopende siin. entie ogen blakende. die tonge brunende om die cortssen. ende onverstandelijc te sine om die storberinge van den geesten ende van den humoren. Ende alse die sachte moeder es gequestst |108va| so mogedijt bi desen tekenen bekennen. Alse bi fauten van crachten. van smake. ende bi dat hem niet en smelt sine spise onder hem ende dat hise gene macht en heeft te stekene van hem met crudene. ende bi dat hi niet spreken en mach bi den geesten enten roeken die in die roerende lede siin. of die zenuwen die de tonge vervullen. dat si niet en mach werken haer werc van naturen.

Om te wetene of pia mat(er) es gewo(n)t op sek(er) teke(n) vand(er) doot.

Puustkine comen onderwilen int ansichte biden voetsele daer getrect bi der cracht van naturen. ende niet lichamlike. ende bloet ende etter loept hem onderwilen uten oren ende uten nese bider zelver redenen of. bider fauten der onthoudende nature ende oec den vasten lichame bi den geesten die lopen ter wonden. entie vercrancheiden vanden instrumente vanden leden die den lichame voeden. Ende es te verstane of den vasten lichame of den lichten lichame hem lieden volgende es. dat dicken siin vortekene vander doot. ende dat noch arger es beven ende daerna hitte van cortssen .3. werf of .4. sdages comende den gewonden. dat siin quade tekenen. want die natuerlike hitte sceedt haer vanden wonden ende vanden lichame. de welke hitte si moeten hebben int achterste. ende dats .1. gewarech teken vander doot. Ende alle dien dat toe comt vanden vorseiden .2. laetsten tekenen ontbeiden si die doot binnen den ondersten dage ende sonderlinge alse enech van den huven van den herssenen gewont siin. so sterven die gewonde int ierste volle mane. dat gesciet sonderlinge om dattie lichamen van den planeten hebben heerscapie optie ertsce dingen. werbi dattie mane es moeder der wacheiden van ertscen lichamen. ende die versceit vander manen gevoeget meer die verschheide vander erden wassende. ende dan die verscheide vanden herssenen wassende. doen die herssenen verspelen grotelike. ende en mach niet onthouden die herssenen sinen scieten uut haer rechter stede. want sine hebben geen onthouden alse die huve gequetst es. ende aldus sterft die gewonde. waerbi grote vrese es gewont te sine int herssenbecken ende daer behort grote const 11 toe dat herssenbeken wel te medicineerne Maer Bruno seit. dat hire vele genas die dura mater gewont ende ontwee hadden. mer hebbende die vorseide tekene en sach hi noyt en genen genesen. Ende noch orcont hi dat hi genas die pia mater hadden ontwee. mer het was herde cleine dattie hersenen |108vb| niet uut lopen en mochten. Ende galieen orcontint comment vanden anphorisme. dats .1. boec van medicinen die also heet. dat hi oec sach den menegen die pia mater hadden gewont met cleinder wonden die oec genasen. ende dat bediedt hi nerenstelike alse hi seit. alse die wonde comt ten herssenen dat si uut lopen. sonder twivel dan stervet die mensce [ende dat vynt men in plantegine In den anderen boec bescreven ende seyt dat hem vele zotten beroemen dat sij hebben ghenesen dye de hersenen ute liepen ende vulden dye stede met cottoene twelcke dat valsch was ende onrechtverdich Deo gracias G]

KAPITTEL 2.

Op welke manieren het hersenbekken (schedel) gewond mag zijn, de tekens van de gewonde vliezen zoals harde hersenvlies en hersenvlies.

Het gebeurt dat men het hoofd verschillend verwond. Men verwondt het soms zodat het been breekt en soms dat het niet breekt en soms breekt het been met kleine wonden en soms met grote wonden en wijde. En weet dat het beter is de schedel gebroken met grote wonden in het vlees dan met kleine. Want met kleine wonden moet men de wond wijder maken om de schedel beter te helpen zoals men u hierna leren zal. En soms breekt het been zeer hard met kleine wonden en soms met grote wonden. Maar hoe de breuk in de schedel komt, altijd moet men de liezen ontzien want soms verwondt men de harde moeder en soms de zachte moeder. [10] (=boogvormig deksel)

Als de harde moeder gewond is kan men dat aan deze tekens herkennen. Want de gewonde heeft grote (hoofdpijn) zweren in het hoofd omdat het daar verdeeld is dat tezamen gevoegd behoorde te zijn, het aanzicht is rood ontstoken omdat de geesten derwaarts gelopen zijn en de ogen gloeien, die tong wordt bruin vanwege de koortsen en is onverstandig vanwege de verstoring van de geesten en van de vochtvermenging.

En als de zachte moeder gekwetst is dan kan u het met deze tekens herkennen. Zoals bij gemis van krachten, van smaak en omdat hij zijn spijzen onder zich niet smelt (toilet) en dat hij geen macht heeft zich te besteken met kruiden en omdat hij niet spreken kan door de geesten en ruiken die in de roerende leden zijn of die zenuwen die de tong vervullen zodat ze niet van naturen hun werk kunnen doen.

Om te weten of hersenvlies gewond is op zekere tekens van de dood.

Puistjes komen soms in het aanzicht door het voedsel en zijn daar getrokken door de kracht van de natuur en niet lichamelijk en bloed en etter loopt hem soms uit de oren en uit de neus vanwege dezelfde redenen of vanwege gemis van de onthoudende natuur en ook de vaste loop vanwege de geesten die naar de wonden lopen en de verzwakking van de instrumenten van de leden die het lichaam voeden. En is te verstaan of de vaste loop of de lichte loop is die de lieden volgt, dat zijn vaak de voortekens van de dood en dat nog erger is, beven en daarna hitte van koortsen die 3 of 4 maal per dag komen bij de gewonden, dat zijn kwade tekens, want de natuurlijke hitte scheidt zich van de wonden en van de loop en die hitte moeten ze hebben in het achterste en dat is 1 waar teken van de dood. En allen die de voor vermelde 2 laatste tekens krijgen betekent het de dood binnen de komende dagen en vooral als er enige van de huiven van de hersens gewond zijn, dan sterven die gewonde in de eerste volle maan en dat gebeurt vooral omdat die het lichaam van de planeten hebben met heerschappij op de aardse dingen waarbij dat de maan de moeder der vochtigheden van aardse lichamen is en het weggaan van de maan voegt meer toe aan de vochtigheid van de aarde en dan groeien de vochtigheden van de hersens en laten de hersens zeer verdwijnen en kan de hersens niet vasthouden en ze schieten uit hun goede plaats want ze hebben geen vasthouden als de huif gekwetst is en aldus sterft de gewonde waarbij grote vrees is als hij in zijn schedel gewond is en daar hoort grote kunst bij [11] om die schedel goed te behandelen.

Maar Bruno Longoburgensis zegt dat hij er veel genas die harde hersenvlies gewond en kapot hadden, maar als ze de voor vermelde tekens hadden zag hij ze nooit genezen. En nog zegt hij dat hij genas die het dunne hersenvlies kapot hadden, maar het was zeer klein zodat de hersens er niet uitlopen konden.

En Galenus verkondigt en deelt mee van de anphorisme, dat is 1 boek van medicijnen die alzo heet, dat hij ook velen zag die de dunne hersenvlies mater gewond hadden met kleine wonden die ook genazen en dat duidt hij goed aan als hij zegt als de wonde tot de hersens komt en dat ze er uitlopen, dat dan die mens zonder twijfel sterft en dat vindt men in Platearius (?) in het andere boek beschreven en zegt dat vele zotten zich erop beroemen dat ze die genezen hebben waar de hersenen uit liepen en vulden die plaats met katoen wat vals was en onrechtvaardig. Deo gracias G]

CAP. 3.

Hoe thoeft gedeilt es e(nde) hoe me(n) die deel sal moge(n) medicinere(n).

Het siin vele ziecheiden int hoeft. alse caphalea. monapagia. emigranea. ende andere ziecheiden die ter surgien niet en behoren. ende daer af en willic hier niet spreken. mer dat der surgien toe behort. Thoeft es ondertiden gewont int vorste deel. [ofte dat middelste deel ofte dat achterste deel dat es bedi te verstane dat men elcke stede ende deel sal gheven medicinen ghelijc dat ons vorseit es. Alse dat hersenbecken in dat voerste deel ghewont es C] dan verbieden die actors. datmer niet op en legge heete medicine ende droge om dat deel heet ende droge es. Nochtan doen heete medicinen vleesch wassen in meneger steden bi naturen. Want hete medicinen ende versche doen bi naturen vleesch wassen bi natuerliker redenen. Nochtan verbiet hijt bi redenen datment niet 12 en legge op dmiddelste deel vanden hoefde. om dat heet es ende versch. want het mochte daer vertecheit toe bringen. om dat daer vele marchs es in die stede. Maer therssenbecken te broken int achterste deel. daer so legt coenlike versce ende hete medicinen. want dachterste van den hoefde es cout ende droge. Ende alst herssenbecken tebroken es. so en maecht niet weder volwassen siin en werde eer leden .30. dage of .45. en ware in jongen kindren van .18. jaren of daer onder. want dese hebben in die verscheit van haers vaders nature. datmen heet sperma patris.

[Dits een goet natuerlic teeki(n).

Ende een goet natuerlic teekin ende een goet cappittele wilden de mesters der op studeren ende daer naer werken sone soude hem niet ghebreken ende si souden behouden goede ende wel wesen metter werke ende si souden goede behouden die ons dire conste met sinen bloede ende ghi mesters laet dat doch dor sinen wille. Ende omme dat exempel te ghevene dat wij ons exponeren ende wachten van sonderlic lieve kinderen heer (hier) op soe siet ende ebter compassie op ende stelt al uwe gewerke op gode alre erst ende ten beghinne van den werke soe siet ofte ghijt met gode doen moght. ende dat ghi doen moght met uwer const en der lieder profijt. Dan sel god werken met hu (u) ende metter hulpen van hem soe sal hu werc wel varen want gode side sculdich ane te roupene met allen sinne in alle uwe beghinnen van uwen wercken. Ende dat hem toe bevelen mach want hi is principal van der consten ende van den wercke vander hant. Ende ghi lieden die Cyrugien wesen wilt ghi moet hebben dese navolghende pointen: concience leeringe gode wandelinge minlike ende subtij ende vol commen van sinen leden. C.]

KAPITTEL 3.

Hoe het hoofd gedeeld is en hoe men dat deel zal mogen medicineren.

Er zijn vele ziektes in het hoofd zoals caphalea, (aanhoudende zware hoofdpijn, migraine) monapagia, (pijn in de plek aan de schedel) migraine en andere ziektes die niet tot de chirurgie behoren en daarvan wil ik hier niet spreken, maar wat tot de chirurgie behoort.

Het hoofd is soms in het voorste deel gewond of het middelste deel of het achterste deel, dat is hierbij te verstaan dat men elke plaats en deel medicijnen zal geven gelijk zoals door ons gezegd is als de schedel in het voorste deel gewond is dan verbieden die auteurs dat men er geen hete en droge medicijnen oplegt omdat dat deel heet en droog is. Nochtans laten hete medicijnen in vele plaatsen van naturen vlees groeien. Want hete en vochtige medicijnen laten van naturen vlees groeien uit natuurlijke redenen. Nochtans verbiedt hij het uit redenen dat men het niet [12] op het middelste deel van het hoofd legt omdat het heet en vochtig is want het mocht daar verrotting toe brengen omdat daar veel merg in die plaats is. Maar als de schedel in het achterste deel gebroken is leg daar koen vochtige en hete medicijnen want het achterste van het hoofd is koud en droog. En als de schedel gebroken is dan kan het niet weer volgroeien en worden eerder leden als er 30 of 45 dagen verstreken zijn, tenzij in jonge kinderen van 18 jaren of daaronder want deze hebben de vochtigheid van hun vaders natuur in dat men mannelijk zaad noemt.

Dit is een goed natuurlijk teken.

En een goed natuurlijk teken en een goed hoofdstuk wilden de dokters er op studeren en daarnaar werken zodat het hen aan niets zou ontbreken en ze zouden het goede behouden en goed zijn in het werk en ze zouden het goede behouden die ons hun kunst met zijn bloed geeft en gij dokters laat dat doen door zijn wil. En om dat voorbeeld te geven dat wij ons exponeren (uitleggen) en hierop bijzonder wachten van lieve kinderen zo zie en heb er vertrouwen op en stel al uw werk allereerst op God en in het begin van het werk en zie of ge het met God doen mag en dat ge het doen mag met uw kunst en voor het profijt van de mensen. Dan zal God met u werken en met de hulp van hem zo zal uw werk goed gaan want God moet u aan roepen met alle geest in al uw begin van uw werken. En dat u het hem aanbevelen mag want hij is de voornaamste van de kunsten en van de werken van de hand. En gij lieden die chirurg wezen wil, ge moet deze navolgende punten hebben: geweten, goede omgang, beminnelijk en subtiel en volkomen van zijn leden.

CAP. 4.

In isto cap(itu) lo potestis scire q(uo)d p(er)tin(et) ad cyrurgicu(m) et q(uo)m(odo) se ip(su)m h(ab)ebit et reg(et) et o(mni)s articulo quos tene(tur) h(ab)ere de jure.

Wi selen weten wat orborlijc es elken surgijn. Ierst dat hi si volmaect van sinen leden. ende wale getempert van sire complexien. Daer bi seget rasis. wies ansichte dat quaet ende lelijc es mach qualijc siin van goeden engiene. Want der quader gedanen volgen gerne quade seden ende quade complexien. dats quaet in den werken. Dat seit avicenna. die .1. scoen anscijn heeft hem en es niet onmogelijc dat hi si van goeden zeden. Ende hijs oec sculdech te hebbene wel gemaecte handen ende cleine vingren ende 13 lanc. ende starc van lichamen ende niet bevende. ende claer siende. so dat hi siin werc wel macht heeft te voldoene ende van gestaden sterken sinne. ende subtyl. ende niet gierech. [bedi de ghierichede bedrijft den menighen soe ende verblenten dattet sine verstannisse most. C] Galyenus seit dat hi natuerlike moet |109ra| siin oetmoedech. ende starc in sinen moet. Ende hine moet hem oec allene niet verstaen van medicinen. maer oec coenen sine boeken van naturen dat heet philosophie. Want grammarie. logike. rothorike ende ethike. dese .4. consten leren alle dinc met redenen proeven. Want logike leert ierst proeven alle dinc met proefliken redenen. Ende hi moet oec connen sine gramarie. die leret die bediedenisse van elken worden in latijn Ende sine rethorike want die const leert begadelike spreken elke redene. gelijc dat wi horen mogen an die taelmans. mer sine hebbent niet uut consten van boeken mer bi gewoenten. Ende hi moet oec connen sine ethike. want die const leert goede zeden. Ende hine moet oec niet wesen gulsech. mer sober ende cuusch van levene. ende niet nidech. ende getrouwe siin in allen stucken. Ende hi moet hem selven al geven ten zieken. also dat an hem geen gebrec en si. van dat hem. of sinen zieken of der curen toe behort om te voldoene metter helpen gods Ende in thuus daer die zieke legt en sal hi gene worde spreken dan die te sire curen behoren ende om des zieken orbore. ende en houdt niet vele talen iegen die vrouwe of iegen (die) dochter of iegen die maerte. no en hebt met hem lieden genen raet dan om u cure. Noch en zietse niet ane met ydelen ogen. Want die lieden siin scalc. ende sulke sake maect vele vianden. maer die surgijn heeft wel te doene dat al die liede siin vrienden siin. Waer bi ic u oec verbiede dat ghi met niemen en bordeert. want men weet niet wie wel spel can verstaen of verdragen. No hine sal oec iegen niemen fellike scelden. mer alle surgine ende alle clergie sal hi eren. ende niet beniden dat si wel varen. ende hem selven niet prisen. ende hoefscelike wandelen. ende dus suldi comen in goeden name. Ende gene sware cure en seldi 14 begeren daer ghi gene hope toe en hebt. ende moetijt doen overmits beede. so segt den vrienden alle die vrese. ende dat ghire u beste met doen selt. Ende den zieken troest altoes wel. Ende maect clare ende vaste vorwarde als de zieke ten alderziecsten es [ende aller meest tonghemake want clare verworde brect alle strijt C] Ende van den riken nemt wel uwen salarijs. Enten armen dient vriendelike om gode die u de macht verleent.

KAPITTEL 4.

In isto capitu lo potestis scire quod pertinet ad cyrurgicum et quomodo se ipsum habebit et reget et omnis articulo quos tenetur habere de jure.

We zullen weten wat nuttig is voor elke chirurg. Eerst dat hij volmaakt is van zijn leden en goed gemengd van zijn samen gesteldheden. Daarbij zegt Rasis wiens aanzicht kwaad en lelijk is kan kwalijk van goed vernuft zijn. Want die slecht gedaan zijn volgen graag kwade zeden en kwade samengesteldheid, dat is slecht in het werken. Dat zegt Avicenna die een mooi aanschijn heeft dat het niet onmogelijk is dat hij van goede zeden is. En hij moet ook goed gevormde handen en kleine en lange vingers en [13] lang en sterk van lichaam en niet beeft en helder ziet zodat hij zijn werk goed de macht heeft om dat te volbrengen en van constante sterke geest en subtiel en niet gierig, bij de gierigheid bedrijft menige zo en verblinden dat het voor zijn verstand schadelijk is.

Galenus zegt dat hij natuurlijk ootmoedig moet zijn en sterk in zijn gemoed. En hij moet zich ook niet alleen verstaan van medicijnen, maar ook zijn boeken kennen van natuur dat filosofie heet. Want grammatica, logica, retoriek en ethiek, deze 4 kunsten leren alle dingen met redenen te beproeven. Want logica leert eerst alle ding te beproeven met bewijsbare redenen. En hij moet ook zijn grammatica kennen die de betekenis van elk woord in Latijn leert. En zijn retoriek, want die kunst leert begenadigd elke reden spreken, net zoals we horen mogen aan de redenaars, maar zij hebben het niet uit kunsten van boeken, maar van gewoonte. En hij moet ook zijn ethiek kennen, want die kunst leert goede zeden. En hij moet ook niet gulzig wezen, maar sober en kuis van leven en niet nijdig en getrouw zijn in alle stukken. En hij moet zichzelf geheel aan de zieken wijden alzo dat aan hem geen gebrek is dat aan hem of zijn zieken of de kuren toebehoort om te voldoen met de hulp van God.

En in het huis daar de zieke ligt zal hij geen woord spreken dan die tot zijn behandeling behoren en vanwege het nut van de zieken en houdt niet veel gesprek tegen de vrouw of tegen de dochter of tegen de dienstmaagd en heb met die lieden geen gesprek dan vanwege uw behandeling. Nog ziet ze niet aan met ijdele ogen. Want die lieden zijn schalks en zo’n zaak maakt vele vijanden, maar die chirurg heeft goed te doen zodat al die lieden zijn vrienden zijn. Waarbij ik u ook verbied dat ge met niemand schertst want men weet niet wie welk spel kan verstaan of verdragen. Hij zal ook tegen niemand fel schelden, maar alle dokters en alle klerken zal hij eren en niet benijden dat het ze goed gaat en zichzelf niet prijzen en hoofs wandelen en dus zal ge in goede naam komen. En geen zware kuren zal ge [14] begeren daar ge geen hoop op hebt en moeite doen vanwege loon, zo zeg de vrienden alle vrees en dat ge er uw best mee zal doen. En de zieken altijd goed troosten. En maak heldere en vaste voorwaarden als de zieke het aller ziekst is en allermeest het ongemak want heldere woorden breken alle strijd. En neem van de rijken goed uw salaris. En dien de armen vriendelijk vanwege God die u de macht verleent.

CAP. 5.

Dits leri(n)ge hoe me(n) ierstw(er)f sal v(er)make(n) entie wonde(n) te nayene i(n) elke stede.

Alse ghi sijt geroepen teenre nuwer wonden. so besiet waer met si gemaect |109rb| es. so gevallen so geworpen so geslegen. Ende of sijns (sijs)te doene heeft so wiecse ende legter op .1. plaester van stoppen genet int witte vanden eye ongeslagen. want metten slane nemt men hem vele van sire coutheit ende van sire limachtecheden die sweetgate te stoppene in die stede. Ende of ghi twitte van den eye niet en hebt. so nemt siins selfs bloet want het dwinct herde zere alst verdroecht es. Sulke nemen water ende aysiin ende netten daer in haer plaester. Maer ic nam dicken haers selfs bloet ende bant also ende het voer herde wel. Ende alse ene wide wonde es geslagen met .1. swerde of dies gelike. essi te wijt. so naytse. ende begint in die middewert ofter .3. poenten toe behorden. ende ofter .2. poenten toe behoren so naytse slecht gedeilt. ende doet der in ene wieke daer dat etter uut lopen mach. ende stect die steken so diepe. dattie wonde also wel slute in den bodem alse boven. so datter geen etter in en gadere also na alse ghi moget. Want als men die wonde boven nayt ende in den bodem niet en 15 slut. so vergadert gerne etter in den bodem. ende dan so comter af somwile lanc werc. datmen heet fistel. also men u hier na sal seggen. ende bedieden wat die festel es ende waer af si comen. Ende die naelde daer men wonden met nayt die moet siin .3. cantech. entie oge moet siin gegracht. dattie draet mach liggen in die gracht. so en werdet niet te dickere an die oge. Ende die draet ware goet gewast hi soude tfleesch te noeder sniden ontwee. of nemt .1. roden zidinen draet of wit ziden draet. Ende ofter enech splinter in si van benen. so doet ute eer gi die wonde nayt. Ende altoes wacht wel datter geen dinc in en si eer gise nayt. Ende of gire niet en sijt toe geroepen van ierst. ende gise droge vint. so verscht die wonde ende screept haer canten ende doetse bloeden met enen sceerse. ende dan naytse. Ende of haer .2. lippen verre siin versceeden. so doetse iemen te gadere duwen met beide sinen handen. ende slaet .2. werf uwen draet omme ter ierster werf ende daerna slut uwen cnoep op. ende cnoept al uwe steken. so selense te bat houden. Ende als de wonde genayt es. so stroyt opten naet dit pulver dat gi vore gemaect selt hebben. Wa(n)t het doet de lippen vanden wonden te gadere heilen. also roelandijn seit. dwelke pulver men maect aldus: Nemt die wortel vander confilien die grote. entie droge bollen van hermenien van elken .1. dr. ende griex pec dat men oec heet colofonie .3. dr. mastic ende cleine wit wieroec van elken .s. dr. |109va| bloet van draken ende mummie van elken .2. dr. stampet ende minget al te gadere. ende sichtet dore enen dicken teems. ende bestadet in .1. busse tote dat gijs hebt te doene. het mach goet bliven meer dan .20. jaer in ene droge busse besloten. Ende dit heet roelandijn trode pulver. het streemt bloet. ende oec doet [goet C] vleesch wassen. Ende oec eist goet getempert metten witte vanden eye ende geleit op .1. tebroken been getempert met bloemen die cleeft an die weech 16 vander wintmolen. also ment visieren sal int capitel van tebrokennen leden. Dit pulver doet die huut wassen daer en geen en es ende daer op geleit wegebrede bladere of andere heilende bladere. Een ander pulver wijst albucasis. ende seit dat ment legge op den naet van .1. wonden. ende wachte dat ment niet en late comen binnen den lippen vander wonden. het en verport hem nemmermeer vore die wonde onder hem heyl es. ende wijst aldus Nemt .3. deel ongebluscht calx. datmen heet levende calc. ende .2. deel van cleinen witten wieroke. ende .1. deel van draken bloede. ende stampet te hoepe ende sichtet dore .1. nauwen teems. ende dan bestadet. Daer men wonden nayt daer es elc steke sculdech te sine vingers na. Ende en hebdi dit pulver niet. so seit albucasis. dat ongebluscht calc welna al tselve doet.

KAPITTEL 5.

Dit is lering hoe men de eerste keer de wond zal maken en naaien in elke plaats.

Als ge bent geroepen bij een nieuwe wond bekijk dan waarmee ze gemaakt is, gevallen, geworpen of geslagen. En als het nodig is bedek ze en leg er een pleister van proppen op die genat is in het wit van een ei, ongeslagen, want met het slaan beneemt men hem veel van zijn koudheid en van zijn lijmerigheid om de zweetgaten in die plaats te stoppen. En als ge het wit van een ei niet hebt neem dan zijn eigen bloed want het bedwingt zeer goed als het verdroogd is. Sommigen nemen water en azijn en natten daarin hun pleister. Maar ik nam vaak hun eigen bloed en bond het alzo en het ging zeer goed. En als een wijde wond is en met een zwaard of dergelijke geslagen, is die te wijd, naai het dan en begin in het midden en als er 3 punten toebehoren of 2 punten toebehoren, naai ze dan slechts gedeeltelijk en doe daarin een doek waarin dat etter uitlopen kan en steek die steken zo diep dat die wond alzo goed sluit in de bodem als erboven zodat er geen etter in verzamelt en zo goed als ge kan. Want als men die wond boven naait en niet in de bodem [15] sluit dan verzamelt er zich graag etter in de bodem en dan komt soms lang werk van dat men etterwond noemt zoals men u hierna zal zeggen en beduiden wat die etterwond is en waarvan ze komen.

En de naald daar men wonden mee naait die moet 3-kantig zijn en in het oog moet een gegroefd zijn zodat de draad in die groef kan liggen, dan wordt het niet te dik aan dat oog. En de draad moet goed met was bedekt zijn anders zou die het vlees neer of in stukken snijden of neem 1 rode zijden draad of witzijden draad. En als er enige splinter in is van been, doe dat eruit eer ge die wond naait. En let er altijd op dat er geen ding in is eer ge het naait.

En als ge er niet als eerste toe bent geroepen en ge het droog vindt, bevochtig dan die wond en schrap haar kanten en laat het bloeden met een schaar en naai het dan. En als haar 2 lippen zeer verschillend zijn, duw ze dan eerst met beide zijn handen tezamen en sla 2 maal uw draad om de eerste keer en sluit daarna uw knoop en knoop al uw steken zodat ze beter zullen houden. En als de wond genaaid is strooi dan op de naad dit poeder dat ge tevoren gemaakt zal hebben.

Want het laat de lippen van de wonden tezamen helen zoals Rolando zegt, dat poeder maakt men aldus: Neem de wortel van de smeerwortel en de droge bolus van Armenië, (soort aluinaarde) van elk 1 drachme, (1) en Grieks pek dat men ook colofonie (2) noemt, 3 drachme, mastiek (Pistacia lentiscus) en klein wit wierook, (Boswellia thurifera) van elk scrupel drachme, bloed van draken (Daemonorops draco) en mummie, van elk 2 drachmen, stamp het en meng het alles tezamen en zeef het door een dikke zeef en berg het op in een bus totdat ge het nodig hebt, het kan meer dan 20 jaar goed blijven in een gesloten droge bus. En dit noemt Rolando het rode poeder, het stremt bloed en ook laat het goede vlees groeien. En ook is het goed gemengd met het wit van een ei en gelegd op 1 gebroken been gemengd met bloem die kleeft aan de wand [16] van de windmolen, zoals men het zal laten zien in het kapittel van gebroken leden. Dit poeder laat de huid groeien daar er geen is en leg daarop weegbreebladeren of andere helende bladeren.

Een ander poeder wijst Albucasis (3) en zegt dat men het op de naad van een wond legt en er let erop dat men het niet binnen de lippen van de wonden laat komen, het prikkelt hem nimmermeer voor de wond onder hem heel is en wijst aldus; Neem 3 deel ongebluste kalk dat men levende kalk noemt en 2 deel van kleine witte wierook en 1 deel van drakenbloed (Daemonorops draco) en stamp het op de hoop en zeef het door een nauwe zeef en berg het dan op. Daar men wonden naait daar moet elke steek bij zijn vingers zijn. En heeft u dit poeder niet dan zegt Albucasis dat ongebluste kalk bijna al hetzelfde doet.

(1) Dokters pond is 376, 4 gram, een pond van de kooplieden bestaat uit 16 ons, is 23, 5 gram, bij dokters bestaat het uit 12 ons, is 31, 2 gram, per stad verschillend. Pond is drie drachmen, is 3,9 gram. Een drachme bestaat uit drie scrupels, is 1, 302 gram. Een scrupel bestaat uit 20 greynen of greinen, is 0,065 gram of een gerstekorrel. 20 azen is ongeveer gelijk aan 1 gram. Pint is 5 a 6 deciliter.

I last is 27 mud. I mud is 4 schepels. 1 zak is 3 schepels.

(2) residu na destillatie van terpentijn en verschillende harsen van Pinus. Genoemd naar de haven Kolophon, Klein Azië.

(3) Of eigenlijk Albu-Csim Chalaf Ben Abbs el Zahrw. Zoals de naam Albucasis aanduidt, afkomstig van Zahra, nabij Cordoba. Hij leefde in de 10de of 11de eeuw en is de schrijver van het voornaamste heelkundige werk der Arabische school, waarvoor echter de stof gedeeltelijk aan Paulus van Aegina ontleend is. Overigens heeft hij zich doen kennen als een wondarts van grote ervaring. Zijn betekenis is eerst later door de Italiaanse en Franse middeleeuwse chirurgen, o.a. Lanfranc, naar waarde geschat. De talrijke afbeeldingen van chirurgische instrumenten verhogen de waarde, welke Albucasim 's werk voor de geschiedenis der heelkunde heeft. Het is daarom opmerkelijk dat in de Hss. Van Yperman waarin zo dikwijls van instrumenten sprake is en die ook afgebeeld worden, Albucasim slechts eenmaal genoemd wordt.

CAP. 6.

Van wo(n)de(n) te strem(m)ene va(n) bloede.

Alse de mensce gewont es ende die surgijn vint bloedende. dan besie in wat steden dat si. ende merct waerbi dat hi bloedet. Eist dat het comt uut arterien so comet uut springende ende uut scietende ende dan eist claer ende licht gevarwet. Ende comet slecht gelopen ende bruun. so comet uten gemeinen adren die voetsel siin van den lichame. Ende arterien comen vander herten ende hebben .2. hude. daer deen af es gecnosecht [dat men heit in latijn cartilaginis L] entie vervleescht node. want om haer dunne bloet ende heet ende roeringe ende om haer hertheit. Ende adren comen vander leveren ende hebben in hare bloet. bruun. ende dicke. daer omme en hebben si maer ene huut. entie moru. Nochtan siin alle die hude zenuwech. Ende het gevalt dicken datmen bloedet ten adren enten arterien beide. ende selden ten arterien allene. want si liggen diepere dan die adren doen. Waerbi dat ic u lere. dat dbloeden |109vb| ten arterien es meerder vrese dan ten adren te bloedene. Ende te vele te bloedene es vreselijc. daer bi radic u dat gi niemen te vele en laet bloeden na uwer macht. Want daer comt af groet meskief ende vrese vander doot. Want daer comt af spasme dewelke ic u sal leeren wat spasmus es. dat .1. vrese es vander doot. Ende ondertiden comt hem oec toe sicken (l:hicken) dats oec .1. teken vander doot. Ende esser onmacht met sicken (hicken) dats 17 die doot. Ende geen verstennisse. ende niet en weet wat hi segt. dit siin alle quade tekenen. Nu merct hoe datmen sculdech es te stremmene adren ende arterien die bloeden. Die cleine adren mach men stremmen lichtelike met plaestren van stoppen daer op gebonden al droge. of met haers selfs bloede gesmeeret of metten witte vanden eye. Entie grote adren es men sculdech te stremmene dies gelike. ende en stremmet niet. so mach ment stremmen metter leringen die hier na volget. Aldus es dierste maniere dat gi dlet op houdt dat niet en dale. ende dat dbloet niet lichtelec uut en sciete. ende drupt der op cout water om dlet te vercoudene. daer bi so keert dicke dat bloet om dat tcoude drijft van hare de hitte. Aldus doet tcoude die huut ende tfleesch entie adren crimpen. Aldus werden die adren nauwe ende hebben maniere van slutene. Maer wacht u dat gi en geen water daer in en laet comen. want het soude deeren. Ende viele .1. mensce in watere alse hi gewont ware. tcoude water soude hem vele quaets doen. want het soude den huden vanden adren contrarie siin. want si siin zenuwech. Ende of die gewonde die int water viele te nayene ware so droget hem dwater wel uter wonden. ende doetse bloeden eer gise nayt.

Ende of die bloedende niet en stremmet. so stremtene metter medicinen die hier na volget. Want si hebbens macht di[e]re vele siin. deen starkere dan dandere die ic noemen sal hier na alst point es. Alse gi siet .1. adre of een arterie bloeden. so legt daer iegen uwen dume of uwen vinger. ende stopt den mont vander adren of der arterien. datter geen bloet uut comen en mach ende houtse lange gestopt. so langer so beter. want dbloet dat sal verstorkelen ende werden hart. Waer bi dat tgeclonterde bloet sal weren dat dunne bloet. dat niet ute en sal mogen [comen C]. ende dits ene maniere van stremmene. Ende daerna so legt daer op .1. plaester van drogen stoppen. of genet in borne of in aysine. of in wit van den eye of met siins selfs bloede. Ierst gestroyt dit pulver. van cleinen witten wiroke van aloes epatic. van bloede |110ra| van draken ende van bollen van hermcinen van elken even vele. dit stampt al tegadere. ende sichtet dore enen dicken teems. Dit seit bruun legoburgensis dat goet es. ende dan en bint die wonde niet te vaste: mer slecht dattie wonde niet en swere. Want Galyenus seit dattie geesten entie humoren lopen altoes ter zerer steden. Waerbi hi seit dat en geen dinc en let der wonden so zere te heylne alse de sweringe doet. [Mester hughes pulver de leginbourch.

Rp. thucis albiscum et viscosi aloes epatici sanguis draconis boli armenici. ana partes equales et inde fiat pulvis subtilissimi et usui reserva C]. Dit pulver 18 minct met wit van den eye ende met hasen haer wel cleine gesneden te stucken met eenre scaren. ende dit getempert gelijc der dicten van zeeme ende daer in genet vele wieken also groet als amandelen ende daer af die wonde wel gevult. ende opt plaester so legt van dien vorseiden dinge redelike vele. ende boven der plaesteren so legt vele droger stoppen. of en hebdi gene stoppen. so maect .1. plaester van lininen cleeden ende vele cleets daer boven. ende bindet wel ende slecht alsoet vorseit es. Of nemt dit pulver dat noch sterker es. Nemt gebornen calc. dats gebernt calc. ende also uten ovene genomen eer daer water op comt. ende bloet van draken. steene daer men af maect cleine laternekine. aloes. wit wierooc. elcs evenvele. ende dit tempert metten hase hare alsoet vorseit es. of met coppen gespin. Een ander pulver dat galyenus plach te orborne dats dit. Neemt root aterment of gelu .9. dr. cleine wit wierooc .16.dr. aloes.kijst liim elx .8. dr. orpiment .4. dr. steene van lanternen .20. dr. ende stampt dit al te gadere ende sichtet dore .1. dicken teems. dat si cleine pulver. ende hier af strijct optie wieke ende vult die wonde daer met. ende legt van dien pulvere vele optie wonde. Nu hebdi vele leringen die bruun leert. die hi screef uten ouden boeken. Ende theodrijc screef uut brunen in sinen boeken. ende si wrochten daer beide met alsijs te doene hadden. Nu willic u bescriven van lancfranx leringen ende wat hem daer af geviel. Hi was te melanen gehaelt tenen kinde. dat was gevallen met enen messe .1. wonde in sine geet adre die .1. propere arterie es. dwelke kint so vele gebloedt hadde eer hire toe quam dat mer geen lijf an en vant. hi taste sinen puuls ende vanten flau of cranc. ende welna niet. dbloet dat uter wonden quam was al bleec. Ende hi leide sinen vinger optie wonde ende hiltse so lange dat tkint begonste sine ogen op slaen. Hi sende ter specerien om dit pulver. Wierooc. wit. tay ende vet .2. dr. ende .1. dr. aloes epatix. hier af so de (dede) hi maken een pulver |110rb| Ende tempert metten witten van den eye in die dicte van zeeme. ende mingede daer met haer van hasen wel cleine gesneden ende dat geleit op die wonde op .1. plaester van stoppen ende daerna bant hire op droge stoppen. ende bant also vaste alst weselijc was. ende liet aldus tote dies ander dages. Ende hi q(u)ammer toe ende vant gesterct ende niet bloedende. Die vader vanden kinde bat hem dat hijt vermaecte. entie meester ontseit hem. ende liet aldus .4. dage. Ende des vierden dages nam hi wit van eye. ende olye van rosen elx even vele. ende tempert metten vorseiden pulvere. ende dat dunne. ende leidt opt pulver dat optie wonde lach ende liet deen metten andren weeken. Dies ander dages so quam hi weder ende vant die wonde al genesen wel ende vaste. dat den vader groet wonder dochte 19[ende die mester deel maer die mester zweech (zweeg?) als hitsach C] Echter .1. ander kint van .18. jaren out. was gesteken in sinen arm van .1. andren kinde met .1. cleinen meskine. ende dore stac .1. adre. ende geraecte .1. zenuwe onder die adre. vanden welken het gedogede grote pine in die zenuwen. dbloet liep recht ter wonden ende hi wasser toe geroepen. ende als hi dit sach hi peinsede leidi daer op siin medicament dat niet goet daer op en ware. want dwitte es cout ende limech. ende dat soude stoppen die sweet gate vander huut met sire tayheit Ende hi hiet datmen den arm soude pletten ende datmen die enden van den adren ute soude trecken ende verbindense. ende die zenuwen conforteren met olyen van rosen daer in gegoten. Die moeder van dien kinde dede halen enen leeken meester. die seide iegen sinen raet. Meester lancfranc ginc wech. entie leke surgijn bleef daer. ende leider op sine medicine daer hi met was gewone ander wonden te stremmene. ende en halp niet. het bloedde altoes ende swaer ende tkint crancte zere. Ende men sende om enen ficisijn die des kints vrient was. entie sende om meester lancfranc. ende hine wilder niet comen. Entie ficisiin ginc selve te hem ende vragede hem raets. ende hi riet hem also hi vore geraden hadde der moeder. Doen ginc die ficisiin ende vragede den leken meester of hijt soude connen gedoen. ende hi antwerde ja. Ende hi dede also ende het was genesen in corter tijt. Ende of iemen vragede hoe dat so lange mochte gedogen sonder spasmeren. hi antwert dat het quam om dat [het L] ydelde van den bloede. Dit es al |110va| gescreven om dat elc soude merken wat hi dade ende waerbi dat sine curen niet voort en gaen na sinen wille. Daer bi so seggic u. eist dat enege adre es die gi niet en moget stremmen met pulvere ende met dat daertoe gescreven es. so onderstecse met .1. naelden [drie kant dus () L] die in heeft .1. gewasten draet. ende stect die naelde onder die [hemde van der C] adre. ende dan cnoopt beide die enden wel ende zere met enen sterken drade. Ende wacht dat gi die adere niet en geraect metter naelden Of hebt .1. plat yser met enen gate. ende dit yser salmen leggen over die wonde. of over die adere ende dan salmen hebben .1. ander yser daermen met die adere tingeren sal datmen steken sal dore dit gat wel gegloyt. ende men sal bernen die monde vanden adren. ende wachten dat hi el niet en berne. dan hi die adere doe scrompelen ende sonderlinge so wachte 20 hem vanden zenuwen. Arterien es men sculdech te broyene. so dat daer dicke scorssen op siin. ende zeere dan simpel adren. ende iegen dattie adere of arterie groet es. so es men sculdech zere te berne. Nochtan es vrese als die brant valt. dat si weder mochten werden bloedende. Waer bi die sekerste enere van bloede te stremmene es dat men die arterie of adere uut hale. ende mense verdraye ende verbinde daerna. In .4. manieren machmen stremmen dbloet. Dierste is dat men verhoude dadere so lange dat dbloet verstorkelt ende hardt wert in den mont van der adren of arterien. ende dat men dlet vercoude daer die wonde in es. Dander es met pulvere ende met hase haer ende datter toe behort alsoet vorseit es. Terdde es met brande van viere of met medicinen bernende ende etende. Tfierde es metten verbindene die adren of arterien alsoet voren geseit es. of ondersteken ende verdrayen. Ende selke meesters siin diere op leggen gebernde plumen. ende andere gebernden vilt ende menege ander maniere. Maer ic heb u geseit na minen wetene dbeste dattie oude meesters antierden. Ende ic en wasser noyt met bedrogen. Maer gi diere met werken selt sijt vroet dat gi u medicamente doet comen ten monden vanden adren of arterien ende siere ophouden. ende dat vele. ende en doetse niet af v[o]re dat si allene af vallen. Ende daer is siin te stremmene. daer legse tallen vermakene in lanc so meer. Ende en vermaect niet die wonde vore ten derden dage. of langere of sijs te doene heeft. |110vb| of sine swoere alte zere. ende dan besiet wanen hare die sweringe comt. ende als gijs vroet sijt. so beteret haere vroedelike na u macht. [oft ghij wilt lancfrants pulver deoen maken ter specerien so scryft aldus. thuris albi gommozi et pinguis. dr. .2. aloes epatici. dr. .1. fiat pulvis subtilissimus G].

KAPITTEL 6.

Van wonden te stremmen van bloed.

Als de mens gewond is en die chirurg vindt hem bloedende bekijk dan in welke plaatsen dat is en merk waar hij bloedt. Is het dat het uit de slagaders komt dan komt het eruit springen en uitschieten en dan is het helder en licht gekleurd. En komt het slecht gelopen en bruin dan komt het uit de gewone aderen die voedsel zijn van het lichaam. En slagaders komen van het hart en hebben 2 huiden waarvan de ene kraakbeenachtig is dat men in Latijn cartilaginis noemt en die vervleest moeilijk vanwege haar dun en heet bloed en roeringen en vanwege haar hardheid. En aderen komen van de lever en hebben in zich bloed dat bruin en dik is en daarom hebben ze maar een huid en die murw. Nochtans zijn al die huiden zenuwachtig. En het gebeurt vaak dat men bloedt aan de aders en de slagaders beide en zelden de slagaders alleen want ze liggen dieper dan de aderen doen. Waarbij dat ik u leer dat het bloeden van de slagaders meer vrees is dan dat de aderen bloeden. En te veel te bloeden is vreselijk en daarbij raad ik u aan dat ge niemand te veel laat bloeden naar uw macht. Want daarvan komt groot leed en vrees van de dood.

Want daarvan komt kramp en ik zal u leren wat kramp is, dat is 1 vrees van de dood. En soms komt hem ook hikken bij dat is ook een teken van de dood. En is er onmacht met hikken, dat is [17] de dood. En geen verstand en weet niet wat hij zegt, dit zijn alle kwade tekens.

Nu merk hoe dat men de aderen stremmen moet en slagaders die bloeden. De kleine aderen kan men gemakkelijk stremmen met pleisters van proppen daarop al droog gebonden of met hun eigen bloed gesmeerd of met het witte van een ei. En de grote aderen moet men diergelijk stremmen en stremt het niet dan kan men het stremmen met de leringen die hierna volgen.

Aldus is de eerste manier dat ge het lid ophoudt zodat het niet daalt en dat het bloed er niet gemakkelijk uitschiet en drup er koud water op om het lid te verkoelen, daarbij keert vaak dat bloed omdat de koude van haar de hitte verdrijft. Aldus laat het koude de huid en het vlees en de aderen krimpen. Aldus worden de aderen nauw en hebben een soort van sluiten. Maar let erop dat u er geen water in laat komen want het zou deren. En viel 1 mens in water als hij gewond was, het koude water zou hem veel kwaads doen want het zou tegenovergesteld zijn aan de huiden van de aderen want die zijn zenuwachtig. En als de gewonde die in het water viel te naaien was droog dan het water bij hem goed uit de wonden en laat het bloeden eer ge ze naait.

En als het bloeden niet stremt strem het met de medicijnen die hierna volgen. Want ze hebben macht die er veel zijn, de ene sterker dan de andere die ik hierna noemen zal als het zijn punt is.

Als ge 1 ader of een slagader ziet bloeden leg daartegen uw duim of uw vinger en stop de mond van de ader of de slagaders zodat er geen bloed uit kan komen en houdt ze lang gestopt, hoe langer hoe beter, want het bloed dat zal stollen en hard worden. Waarbij het geklonterde bloed dat dunne bloed zal weren zodat het niet uit zal mogen komen en dit is een manier van stremmen.

En leg er daarna een pleister op van droge proppen of genat in bronwater of in azijn of in het wit van een ei of met zijn eigen bloed. Eerst dit poeder strooien van kleine witte wierook, (Boswellia thurifera) van Aloe epatica, (1) van bloed van draken (Daemonorops draco) en van bolus van Armenië, van elk even veel, dit stamp je alles tezamen en zeef het door een dikke zeef. Dit zegt Bruno Longoburgensis dat het goed is en bind dan die wond niet te vast: maar gewoon zodat die wond niet zweert. Want Galenus zegt dat de geesten en de vochtvermenging altijd naar zere plaatsen lopen. Waarbij hij zegt dat geen ding de wonden zo zeer let te helen als de zweer doet. Dokter Bruno’ s poeder de Leginbourch. (Longoburgensis)

Recept; thuris albiscum (witte wierook van Boswellia thurifera) en viscosi (kleverige) Alo (Alo perryi, de levervormige), drakenbloed, (Daemonorops draco) bolus armeniciacus, met gelijke delen en tenslotte verpoeder je het fijn en gebruik het als het nodig is. Dit poeder [18] meng je met het wit van een ei en met hazenhaar, goed in kleine stukken gesneden met een schaar en dit gemengd gelijk de dikte van honing en daarin vele doeken genat alzo groot als amandels en daarvan de wond goed vullen en leg op de pleister van die voor vermelde dingen redelijk veel en leg boven de pleister vele droge proppen en als u geen proppen hebt maak een pleister van linnen kleden en veel kleed erboven en bindt het goed en echt zoals gezegd is.

Of neem dit poeder dat noch sterker is; Neem gebrande kalk, dat is gebrande kalk en alzo uit de oven genomen eer er water op komt, en bloed van draken, (Daemonorops draco) steen waar men kleine lantarentjes van maakt, Alo perryi en witte wierook (Boswellia thurifera), van elk evenveel en dit meng je met hazenhaar, zoals gezegd is, of met spinnenwebben.

Een ander poeder dat Galenus plag te gebruiken is dit; Neem rood zwartsel of geel, 9 drachmen, kleine witte wierook, (Bursera thurifera) 16 drachmen, Alo, kastenlijm, van elk 8 drachmen, auripigmentum (arsenicum), 4 drachmen, steen van lantarentjes, 20 drachmen, en stamp dit alles tezamen en zeef het door een dikke zeef zodat het klein verpoederd en strijk hiervan op de doeken en vul die wond daarmee en leg van dat poeder veel op die wond.

Nu heb je vele leringen die Bruno Longoburgensis leerde die hij opschreef uit oude boeken. En Theodrik schreef uit Bruin Longoburgensis in zijn boeken en ze wrochten daar beide mee als ze het nodig hadden. Nu wil ik u beschrijven van Lanfranc ‘s leringen en wat hem daarvan gebeurde. Hij was naar Milaan gehaald tot een kind dat was gevallen met een mes en een wond had in zijn slagader die een belangrijke slagader is en dat kind had zoveel gebloed voordat hij erbij kwam dat men er geen teken van leven meer in vond, hij taste zijn pols en vond die flauw of zwak en bijna niet, het bloed dat uit de wonden kwam was al bleek. En hij legde zijn vinger op die wond en hield ze zo lang dat het kind zijn ogen begon op te slaan.

Hij zond naar de apotheek om dit poeder; Wierook, wit taai en vet, 2 drachmen, en 1 drachme Aloe epatica, hiervan liet hij een poeder maken en meng het met het wit van een ei in de dikte van honing en mengde daarmee haar van hazen, goed klein gesneden, en dat gelegd op de wonde op 1 pleister van proppen en daarna bond hij er droge proppen op en bond het zo vast als het goed was en liet het aldus tot de volgende dag. En hij kwam erbij en vond het gesterkt en niet bloedende. Die vader van het kind bad hem dat hij het vermaakte en de dokter ontzei het hem en liet het aldus 4 dagen. En de vierde dag nam hij wit van ei en olie van rozen, elk even veel, en meng het met het voor vermelde poeder en dat dun en legde het op het poeder dat op die wond lag en liet de ene met de andere weken. De volgende dag kwam hij weer en vond de wonde geheel goed en vast genezen wat de vader een groot wonder dacht [19] en die dokter een deel, maar die dokter zweeg toen hij het zag.

Echter een ander kind van 18 jaren oud was in zijn arm door een ander kind gestoken met een klein mesje en doorstak 1 ader en raakte 1 zenuw onder die ader waarvan het grote pijn in de zenuwen kreeg, het bloed liep recht uit de wond en hij was er bij geroepen en toen hij dit zag dacht hij erover na en legde daarop op zijn medicament dat niet goed daarop was want het witte is koud en lijmachtig en dat zou met zijn taaiheid de zweetgaten van de huid stoppen. En hij zei dat men de arm zou pletten en dat men de einden van de aderen uit zou trekken en ze verbinden en de zenuwen verbeteren met olie van rozen, daarin gegoten. De moeder van dat kind liet een lekendokter halen die tegen zijn raad zei. Meester Lanfranc ging weg en de leken chirurg bleef daar en legde er zijn medicijnen op daar hij mee gewoon was andere wonden te stremmen en het hielp niet, het bloedde altijd en zwaar en het kind werd zeer zwak. En men zond om een dokter die een vriend van het kind was en zond om meester Lancfranc en hij wilde niet komen. En de dokter ging zelf naar hem om raad te vragen en hij raadde hem aan zoals hij tevoren de moeder aangeraden had. Toen ging die dokter en vroeg de leken dokter of hij het zou kunnen doen en hij antwoordde ja. En hij deed alzo en het was genezen in korte tijd. En toen iemand vroeg hoe dat zo lang kunnen blijven zonder kramp antwoordde hij dat het kwam omdat het leeg was van het bloeden.

Dit is alles geschreven omdat elk zou merken wat hij deed en waarbij dat zijn genezing niet voortgaat naar zijn wil. Daarbij zeg ik u is er enige ader die ge met poeder niet kan stremmen en met dat daartoe geschreven is steek er dan een naald onder driekantig aldus die in zich een draad heeft die met was gewassen is en steek die naald onder die hemd van de ader en knoop dan beide einden zeer goed met een sterke draad. En let op dat ge die ader niet raakt met de naald. Of ge hebt een plat ijzer met een gat en dit ijzer zal men over die wond of over die ader leggen en dan zal men 1 ander ijzer hebben waarmee men die ader schroeien zal dat men door dit gat zal steken, goed gloeiend, en men zal de mond van de ader branden en erop letten dat hij niet ergens anders brandt zodat hij die ader laat verschrompelen en let vooral op [20] de zenuwen. Slagaders moet men broeien zodat er dikke en veel schorsen op zijn dan simpel aderen en tegen dat die ader of slagader groot is moet men zeer branden. Nochtans is er vrees als die brand valt dat ze weer gaat bloeden. Waarbij het zekerste van bloed te stremmen is dat men die arterie of ader eruit haalt en men ze verdraait en daarna verbind.

Op 4 manieren kan men het bloed stremmen. De eerste is dat men de ader zo lang dicht houdt dat het bloed stremt en hard wordt in de mond van de aderen of slagaders en dat men het lid verkoelt daar die wond in is. De andere is met poeder en met hazenhaar en dat ertoe behoort zoals gezegd is. Het derde is met brand van vuur of met brandende en etende medicijnen. Het vierde is met het verbinden van die aderen of slagaders, zoals het gezegd is, of ondersteken en verdraaien. (2)

En sommige dokters zijn er die er verbrande pluimen op leggen en andere gebrande vilt en vele andere manieren. Maar ik heb u naar mijn weten het beste gezegd dat die oude meesters hanteerden. En ik was er nooit mee bedrogen. Maar gij die er mee werken zal bent bekend dat ge uw medicamenten laat komen aan de mond van de aderen of slagaders en ze er ophouden en dat veel en doe ze er niet af voordat ze allen afvallen. (3) En daarin zijn te stremmen, leg ze daar in de lengte zo meer telkens bij het vernieuwen. En vernieuw de wond niet voor de derde dag of langer of als het nodig is of ze zweren al te zeer en bekijk dan waarvan die zweer komt en als gij kennis hebt verbeter het verstandig naar uw macht. Als ge wil Lanfrac ‘s poeder laten maken in de apotheek schrijf dan aldus; witte wierook, gom en vet, drachmen 2, Aloë epatici, drachme 1, en verpoeder het subtiel.

(1) Epaticum of Hepatica een vorm van Aloë naar de gedaante ervan omdat het op een lever lijkt.

(2) Het verdraaien der bloedvaten, om de bloeding te stelpen, bestaat daarin dat het vat bij het uiteinde met een knijptang wordt gevat en enige malen om zijn lengteas gedraaid. De methode wordt nog toegepast en maakt bij kleine bloedvaten het verbinden of toebinden overbodig.

(3) om nieuwe bloeding te voorkomen en hoe langer een wond met rust wordt gelaten, hoe beter.

CAP. 7.

Van de(n) hoefde gewo(n)t e(nde) n(iet) tote(n) h(er)ssenbeckene. e(nde) ierst va(n) .4. tiden int jaer.

Als men gewont es int hoeft. ende therssenbecken niet nes ontwee. enter niet toe en comt so nemt dwitte vanden eye. luttel geslagen of niet. ende daer in net uwe wieke. ende doetse in die wonde. ende daer boven legt .1. plaester int selve genet. entie wieke si van stoppen. ende tplaester oec of van suveren linen clede. Ende eist in den winter. so net u wieke in den doder allene. Maer in den linter. ende in den herfst saltu netten dijn wieke int witte ende in den doder tegadere. Ende in den zomer int witte allene. [Ende van den uut gaen van sprockelmaent tot in gaen van meye so menghet die doderen ende 21dat witte te gader ende daerin so net dijn wieken ende smeert also u plaester. Ende bezegher also van der heligher crucen messe achter augustus (tsheylech scruus dach na den oegste G) tot sente andries messe want dat witte van den eye es cout ende soment meer slaet somen hem meer nemt zijn coutheden ende die doder is heet ghetempert in den .2. graet waerby ic u rade dat ghy den doder te winter neemt Ende des somers dat witte Ende in die .2. ander tiden die doder ende dat witte ghemenghet L]. Ende ware die wonde te nayene so naytse Ende ware si ingaende toten herssenbeckene. entie huut die dat herssenbecken bint entie daerane cleeft ware gewont. ende men die [huterste C] wonde genase buten entie inderste huut niet en ware gesuvert. daer af comen den gewonden menechwerven cortsse. ende sterven daer af. of men en holpe hen. Waerbi ic rade also lancfranc mi riet ende leerde. datmen neme olye van rosen ende warmse ende men nette daerin die wieke ende legse in die wonde also warm alse de gewonde mach gedogen. ende dat tote die wonde wel ettert. ende tfleesch begint wassen. dan legt in die wonde pluckelinge van witten linen clede. ende daer boven .1. plaester van swertter zalven gemaect van stoppen. of gesmeert op .1. linen cleet. ende daerboven .1. plaester van stoppen. of van .2. vout linen cleets. ende bindense also met .1. scrode ende laten daer toe. [dats .1. goet plaster ter sweeringen van wonden te coelne ende te zachtene ende dye wonde te doen etteren ende te gansene. Rp. tsap van edecke ende tsap van apien was swinen smout olie van oliven ende wijn elcs even vele Aldyt doet te gadere spelen ende dair na myncter in terwen bloemen alsoe vele alse bedarff datsi alsoe dicke zij alse zeem Ende dyt legghet op dye wonde die swert ware. Wacht u dat ghijt niet en legt op wonden die in zenuwen zijn bedy die vethede mochte die wonde te zeere doen verteren ten ware opt thovet oft in vleeschachtegher stede ende legghet coenlike ende dat heter dan laeu dit wyst rolant. G]

KAPITTEL 7.

Van het hoofd gewond en niet tot de schedel en eerst in de 4 jaargetijden.

Als men gewond is in het hoofd en de schedel is niet kapot en komt er niet tegen, neem dan het witte en een ei, wat geslagen of niet, en nat daarin uw doek en doe het in die wond en leg daarboven 1 pleister dat in hetzelfde genat is en de doek is van proppen en de pleister ook of van zuiver linnen kleed. En is het in de winter dan nat u de doek alleen in de dooier. Maar in de lente en in de herfst zal u uw doek natten in het witte en in de dooier tezamen. En in de zomer alleen in het witte. En op het eind van februari tot begin mei meng die dooiers en [21] het witte tezamen en nat daarin uw doeken en besmeer alzo uw pleister.

En gebruik het alzo van de Heilige Kruismis achter augustus (=Heilige Kruisdag na de oogst, 14 september) tot St. Andries mis (30 november) want het witte van het ei is koud en zo men het meer slaat zo men het meer zijn koudheden beneemt en de dooier is heet getemperd in de 2de (1) graad waarbij ik u aanraad dat ge de dooier in de winter neemt. En Գ zomers dat witte. En in de 2 andere tijden de dooier en dat witte gemengd. En is de wond te naaien, naai het dan. En als ze ingegaan is tot de schedel en de huid die de schedel bindt en die daaraan kleeft is gewond en men die uiterste wond buiten geneest en de onderste huid is niet gezuiverd, daarvan krijgen de gewonden vaak koortsen en sterven ervan of men helpt hen. Waarbij ik aanraadt, zoals Lancfranc me aanraadt, en leerde dat men warme olie van rozen neemt en men nat daarin de doek en leg het in die wond alzo warm als de gewonde mag gedogen en dat tot die wond goed ettert en het vlees begint te groeien, leg dan in die wond pluksels van wit linnen kleed en er boven een pleister van zwarte zalf dat gemaakt is van proppen of gesmeerd op een linnen kleed en daarboven een pleister van proppen of van 2voudig linnen kleed en bindt het alzo met een zwachtel en laat daartoe. Dat is een goede pleister tegen zweren om wonden te verkoelen en te verzachten en de wond te laten etteren en te genezen. Recept; het sap van kruidvlier (Sambucus ebulus) en het sap van Apium, was, varkensvet, olie van olijven en wijn, van elk evenveel. Altijd tezamen mengen en meng er daarna tarwebloem in zoveel als nodig is zodat het zo dik als honing is. En ge legt het op de wond die zweert. Let op dat ge het niet op wonden legt die in de zenuwen zijn, bij die vetheid kan het die wond te zeer laten verteren, tenzij op het hoofd of in vleesachtige plaatsen en leg het stevig en dat heter dan lauw, dit wijst Rolando aan.

(1) De leer van de graden der geneesmiddelen is door Galenus (lib. 5 de simplicinus) gegrondvest op de hypothese van de grondkwaliteiten der elementaire vloeistoffen of lichaamssappen (humoren) met namen: warmte (bloed), koude (slijm), vochtigheid (gele gal) en droogte (zwarte gal, een hypothetische vloeistof). Deze ԫwaliteitenՠkomen volgens Galenus in zekere mate in de enkelvoudige geneesmiddelen voor: het is nu deze kwantiteit van een kwaliteit welke de werkingsgraad bepaalt.

Een matige warmte in een medicament werkt verwarmend, bevordert de vloeibaarheid, doet vervluchtigen en opent de afvoerkanalen; een overmatige warmte daarentegen werkt opdrogend, veroorzaakt ontsteking, zelfs verbranding. Matige koude koelt af, verdicht en verstopt, sterke koude verdooft en kan tot versterf leiden. Een matige vochtigheid verzoet en verzacht, overmatige veroorzaakt winderigheid en verstopping. De droogte daarentegen kan zolang zij middelmatig is opdrogend werken, doch in sterke graad doet zij samentrekken, veroorzaakt zij kramp en zelfs scheuring en af schilfering. De 1ste graad van een kwaliteit doet zich ternauwernood voelen; in de 2de graad is een kwaliteit duidelijk merkbaar. De 3de graad uit zich reeds in een schadelijke werking, terwijl de hoogste of 4de graad vernietigend werkt. Vergelijk het met water van koud tot heet, de laatste is de 4de graad.

(3) Rolando Capelluti.

CAP. 8.

Die leri(n)ge va(n) bulen gevalle(n) of geslegen of gew(or)pe(n). of va(n) wonde(n) optie bulen.

Het gevalt menech werf datmen .1. mensce slaet met stocken ende met colven. of met steenen werpt. of [datmen van hoghen G] valt grote wonden int hoeft. ende niet en brect therssenbecken. Ende sonder wonde so datter grote bulen siin entie moru of hart. Daer wonden siin daer sceert ierst thoeft. ende daer na wiecse. welke wieken siin genet int wit van eye of gemanc. of in den doder [allene G]. also die tijt vanden jare wijst. Ten .3. dage. 22 es daer grote sweringe int hoeft. so legt die plaester alse Rolando wijst bi der leringen van rogerine om die sweringe te benemene. Nemt soffraen ende legget in watere ende latet daer in liggen so lange dat dwater gevarwt wert. [ende dan siet doere eenen douc C] ende daer in doet .1. luttel bloemen van tarwen. ende siedet te gadere so dat .1. luttel dicke [si] ende legget omtrent die wonde |111ra| hetere dan lau. dit sacht zere die wonde. Ende wildi hebben dragende die wonde. so nemt sap van adecke ende sap van apien. was ende smout van swinen. olye van oliven ende wiin elx even vele. dit doet al te gadere spelen. ende daer na mincter in tarwen bloeme also vele alst bedarf. dat si also dicke si alse zeem. ende dit legt optie wonde die sweret. Maer wacht dat gijt niet en legt optie wonden die in leden siin of in zenuwen. Want die vetheit mochte die stede te zere vertten ende verrotten. Maer op thoeft. of op vleeschen steden so legget coenlike ende dat heeter dan lau. dit wijst roelant ende het heylt wel. Of nemt dit plaester also lancfranc wijst dat gi nemt olye van oliven .1. deel ende .2. deel waters. ende tarwen bloeme also vele als u goet dunct. ende dit ziedt over een dat si .1. luttel dunre dan deech. ende legget warm optie wonde. dit sal dien wonde doen dragen. Ende als die fritsieringe uut gedragen es. daerna so dwaetse met warmen wine. ende daerna so legt der op swertte zalve. die wonde tierst gewiect met pluckelingen van witten linen cleede. Ende emmer sijt vroet oft therssenbecken si [ge]quetst. eist gequetst so esser die plaester quaet op. want die wonde es vet gnouch vander vetheit vanden herssenen al en leide men niet daer op olie of ander vetheit

Aldus maect men swerte zalve. Nemt olye van oliven ende wederen roete van elken .1. lb. ende scip pec .s. lb. ende griex pec dats colofonie. 3. dr. was in den zomere .3. dr. in den winter .2. dr. mastic. olibanum. galbanum. armoniacum. serapinum. oppopanacum. terbentine van elken .s. dr. geconficieert aldus. Nemt die olye ende dat roete ende dat scip pec. ende dat was metten gommen die men niet en mach pulveren. alse galbanum. armoniacum. serapinum. oppopanac in een verloodt vat. [of pot die wel gheloet is L] dit salmen altegadere smelten op .1. cleine vier. ende alst wel gesmolten es. dan nemt dat mastic ende olibanum ende dat griex pec wel gepulvert ende minget metter olien 23 ende metter andren dingen altoes roerende metten spatule. Ende dits teken dat genouch es. laet .2. dropel druppen op .1. merbersteen. houdet wel te gadere ende het cleeft an den vinger sonder versceden. so eist genouch. so settet van den viere ende mincter in die terbentine. Ende alst wel geminct es. so ziet dore een geruum gedraet linen of campen cleet. ende dan bestadet tote gijs te doene hebt. Ende dese zalve es goet tallen nuwen wonden. Si doet goet vleesch wassen si doet comen etter ende trect uut ende heilt de wonde. |111rb| Of doet alse teoderijc dede. ende wijst alse .1. man gewont was in thoeft of eldre. hi nam suvere linen stoppen sonder leemen ende hi maecte daer af .1. plaester ende nettet in warmen wine ende duwet [wat L] ute ende leidt al warm optie wonde. ende leider op daerna .2. poluwe van stoppen op elke side der wonden enen. ende bant also met .1. scroeden. so dat die .2. poluwe daden die wonde te gadere luken also wel in den bodem alse boven. ende vant hi etter daer in. so dwoech hi die wonde met wermen wine ende drogese daerna. ende leider op siin plaester alsoet vorseit es. ende aldus genas hi sine wonden. Ende alse die wonden swoeren so leide hi daer op dit plaester. Hi nam pappelbladere ende zootse in borne. ende daerna leide hise op .1. bert ende liet uut lopen haer water. ende cappese [met enen messe G] dan al te stucken. ende daerna stampte hise al te stucken in .1. mortier. ende dan dede hise in ene busse. Alse hise wilde besegen tere plasteren temperde hise met wine ende deder toe also vele gestampts gruus ende wel cleine gesicht also vele alser papplen was. ende deet te gadere dat was also dicke als deech of zeem. ende dat leide hi optie wonde. also warm alse die gewonde gedogen mochte. Dit plaester benam die sweringe gestelpt was. so genas hise voort alsoet vorseit es metter plaesteren genet in wine. Ende eist datter siin geslagen bulen sonder wonde. so legter tierst op dwit van eye niet geslagen. ende dies derds dages legter op dit plaester also warm als die zieke mach gedogen maer thoeft ierst gescoren van den hare daer boven Nemt droge bayen van laurie[r]s gepelt comijn. anijs gesuvert wel. elx .3. oncen. dat anijs ende dat comijn wel gedroget in .1. scerf. ende hier af maect cleine pulver altegadere gestampt in .1. mortier ende gesicht dore .1. teems. Noch nemt mastic ende wierooc van elken .1. dr. dit pulvert wel cleine ende bestadet in .1. busse daert niet geperst en wert dat niet te gadere en cleve. Dierste .3. pulvere ziedt te gadere in wine ende luttel. daerna nemt ende stroyt daer op tpulver van den mastike ende van den wieroke altoes roerende. daerna hebt gestampt gruus .2. dr. ende 24 minget der met het sal te ba cleven te gadere. Daerna nemt |111va| zeem .1. deel ende minget der met dat si also dicke alse deech. ende dan spreidet op .1. cleet ende legget op thoeft also heet alst die gewonde mach gedogen. ende latet daer op liggen also gebonden .3. dage. ende dan doet af. Ende dan hebt gereet .1. ander plaester dies gelike ende bindet daer op alsoet vorseit es. Ende doet dit also lange alst geswollen es of swert of moru es. Ic meester Jan yperman genasser met vele lieden. dat andre meesters wilden hebben gesneden [ende ic ghenasse sonder sniden L.] Macer seit dat venkel gestampt met aysine ende daer af .1. plaester gemaect. ende geleit op thoeft dat gebuult es dat geneest. Ende of thoeft es geswollen sonder vele belemmertheiden. so doet thoeft ierst [thaer of L] sceeren. dan nemt papple ende alsene ende ziedtse in watere. entie legt optie swillinge. dit saelt sachten ende slanken. Dit seggen die .4. meesters in hare gelose op roelandine [ende op rogerine L].

KAPITTEL 8.

De lering van builen, gevallen of geslagen of geworpen of van wonden op die builen.

Het gebeurt vaak dat men 1 mens met stokken slaat en met kolven of met stenen werpt of dat men van hoog valt met grote wonden in het hoofd en niet de schedel breekt. En zonder wond zodat er grote builen zijn en die murw of hard. Daar wonden zijn daar scheert men eerst het hoofd en daarna bedekken met doek welke doeken genat zijn in het wit van een ei of gemengd of in de dooier alleen zoals de tijd van het jaar uitwijst.

De 3de dag [22] is er een grote zweer in het hoofd en leg dan die pleister zoals Rolando (1) aanwijst bij de lering van Rogerus om die zweer te benemen;

Neem saffraan en leg het in water en laat het daarin zolang liggen totdat het water gekleurd wordt en zeef het dan door een doek en doe daarin wat tarwebloem en kook het tezamen zodat het wat dik is en leg het omtrent de wond, heter dan lauw, dit verzacht die wond zeer.

En wil ge die wond drogend hebben neem dan sap van kruidvlier, sap van Apium, was en vet van varkens, olie van olijven en wijn, van elk evenveel, laat dit alles tezamen komen en meng er daarna tarwebloem in zoveel als nodig is tot het zo dik is als honing en leg dit op die wond die zweert. Maar let op dat ge het niet op die wonden legt die in leden of in zenuwen zijn. Want de vochtigheid mocht die plaats te zeer rotten en verrotten. Maar op het hoofd of op vlezige plaatsen leg het goed en dat heter dan lauw, dit wijst Rolando aan en het heelt goed.

Of neem deze pleister zoal Lancfranc aanwijst dat ge olie van olijven neemt, 1 deel, en 2 deel water en tarwebloem zoveel als je denkt dat goed is en dit kook je met elkaar zodat het wat dunner is dan deeg en leg het warm op die wond, dit zal die wond laten dragen. En als die kwetsing uitgedragen is was het daarna met warme wijn en leg er daarna zwarte zalf op, die wond eerst bedekken met pluksels van wit linnen kleed. En wees immer bekend of de schedel gekwetst is en is het gekwetst dan is die pleister er slecht op want die wond is vet genoeg van de vetheid van de hersens en dan legt men er geen olie of ander vetheid op.

Aldus maakt men zwarte zalf; Neem olie van olijven en rammenvet, van elk 1 pond, en scheepspek, halve pond, en Grieks pek, dat is colofonie, 3 drachmen, was in de zomer, 3 drachmen, en in de winter 2 drachmen, mastiek, (Pistacia lentiscus) wierook (Boswellia thurifera), galbanum (Ferula galbaniflua) (Ferula galbaniflua), ammoniak, (Dorema ammoniacum) sagapenum (Ferula persica), (Ferula persica), Opopanax en terpentijn, (Larix of Pistachia) van elk half drachme, gemaakt aldus; Neem de olie en dat vet en dat scheepspek en die was met de gommen die men niet mag verpoederen zoals galbanum, ammoniak (Dorema ammoniacum), sagapenum (Ferula persica) en Opopanax in een verloden vat of pot die goed gelood is en dit zal men tezamen smelten op 1 klein vuur en als het goed gesmolten is neem dan dat mastiek (Pistacia lentiscus) en wierook (Boswellia thurifera) en dat Griekse pek, goed gepoederd, en meng het met de olin [23] en met de andere dingen en altijd roeren met de spatel. En dit is het teken dat het genoeg is, laat 2 druppels op een marmersteen druppelen en houdt het goed tezamen als het aan de vinger kleeft zonder uit elkaar te gaan, dan is het genoeg en zet het van het vuur en meng er de terpentijn in. En als het goed gemengd is zeef het door een ruim dradig linnen of hennep kleed en berg het dan op tot ge het nodig hebt. En deze zalf is goed bij alle nieuwe wonden. Het laat goed vlees groeien, het laat etter komen, trekt uit en heelt de wond. (2)

Of doe zoals Teodericus (2) deed en wijst aan toen een man gewond was in het hoofd of elders dan nam hij zuivere linnen proppen zonder lijm en hij maakte er 1 pleister van en natte het in warme wijn en duwde het wat uit en legde het geheel warm op die wond en legde er daarna 2 kussenstjes van proppen op, aan elke zijde van de wonde een, en bond alzo met 1 zwachtel zodat die 2 kussentjes de wond tezamen lieten sluiten en zowel in de bodem als er boven en vond hij er etter in dan waste hij die wond met warme wijn en droogde het daarna en legde er zijn pleister op, zoals gezegd is, en aldus genas hij zijn wonden. (4)

En als die wonden zweerden dan legde hij er deze pleister op. Hij nam Malva bladeren en kookte ze in bronwater en daarna legde hij ze op 1 plank en liet het water er uitlopen en kapte het met een mes dan geheel in stukken en daarna stampte hij het in stukken in 1 mortier en dan deed hij ze in een bus. Als hij het wilde gebruiken voor een pleister mengde hij het met wijn en deed er net zoveel gestampte zemelen bij en goed klein gezeefd net zoveel als er Malva bladeren waren en deed het tezamen zodat het zo dik was als deeg of honing en dat legde hij op die wond zo warm als die gewonde gedogen kon. Deze pleister benam de zweer die gestelpt was en zo genas hij het verder zoals gezegd is met de pleisters genat in wijn.

En is het dat er geslagen builen zijn zonder wond, leg er dan eerst op het wit van een ei, niet geslagen, en leg er de derde dag deze pleister op zo warm als die zieke kan gedogen, maar het hoofd eerst geschoren van het haar daarboven. Neem droge bessen van laurier, gepelde komijn, anijs, goed gezuiverd, van elk 3 ons, dat anijs en dat komijn goed gedroogd in een pot en maak hiervan klein poeder tezamen gestampt in 1 mortier en gezeefd door een zeef. Nog; neem mastiek (Pistacia lentiscus) en wierook, (Boswellia thurifera) van elk 1 drachme, dit goed klein verpoederen en berg het op in een bus daar het niet geperst wordt zodat het niet tezamen kleeft. De eerste 3 poeders tezamen koken in wat wijn, neem daarna en strooi er op het poeder van mastiek en van wierook, altijd roeren, neem daarna gestampt gruis, 2 drachmen, en [24] meng het ermee, het zal beter tezamen kleven. Neem daarna honing 1 deel en meng het ermee zodat het zo dik wordt als deeg en spreidt het op 1 kleed en leg het op het hoofd zo heet als die gewonde kan gedogen en laat het daarop 3 dagen liggen alzo gebonden en doe het er dan af. En dan heb je 1 andere diergelijke pleister gereed en bindt het daarop zoals gezegd is. En doe dit zo lang als het gezwollen is of zweert of murw is.

Ik, dokter Jan Yperman, genas ermee vele lieden dat andere dokters gesneden wilden hebben en ik genas ze zonder snijden. Macer (3) zegt dat venkel gestampt met azijn en daarvan 1 pleister gemaakt en gelegd op het hoofd dat builen heeft dat het geneest. En als het hoofd gezwollen is zonder vele belemmeringen laat dan het hoofd eerst het haar af scheren en neem dan Malva en alsem en kook het in water en leg het op die zwelling, dit zal het verzachten en slanken. Dit zeggen de 4 dokters in hun glossaria op Rolando en op Rogerus.

(1) Rolando Capelluti of Parmensis, een arts uit de 13de eeuw, leerling van Rogerinus. Zijn Ԍibellus de Cyrurgiaՠis een bewerking van de Chirurgie van zijn meester, doch verraadt tevens de invloed der Arabieren.

(2) Theodoricus Cerviensis of Borgognoni, de reeds genoemde zoon van Hugo van Teoderijc of Thoderijc. Lucca, leefde van 1206-1298, was bisschop van Cervia en tevens chirurg van grote bekwaamheid. Guy de Chauliac beoordeelt hem echter niet gunstig. ‘Post ipsum [Brunum], ‘zegt Guy, ‘Immediate venit Theodoricus, qui rapiendo omnia quae dixit Brunus, cum quibusdam fabulis Hugonis de Luca, magistri sui, librum edidit. ‘Doch reeds Yperman had zich in denzelfden geest uitgelaten. Op blz. 18 kol. a leest men: Nu hebdi vele leringen die bruun leert, die hi screef uten ouden boeken. Ende theodrijc screef uut brunen sinen boeken. ‘Guy's oordeel is volgens Gurlt volkomen gerechtvaardigd, ‘Denn es findet sich in demselben, wie aus den nachfolgenden Auszügen unzweideutig hervorgeht, die Chirurgie des Bruno von Longoburgo in unerhrtester Weise und vielfach wrtlich ausgeschrieben, ohne dass dessen Name auch nur ein einziges Mal genannt wird. Er hat sich sogar Manches, dass Bruno als selbst gesehen schildert, oder wo Derselbe genüber anderen Autoren eine abweichende Meinung aüssert, selbst angedichtet.’ (I, blz. 742).

(3) Goed vlees groeien, dat betekent granulatieweefsel vormen. Doet etter komen, dat bevordert de ettering, waarin men iets heilzaams zag, omdat daarmede de kwade vochten uit het lichaam verwijderd zouden worden.

(De bedoeling is dat de beide, aan weerskanten van de wond geplaatste, proppen een zodanige druk uitoefenen dat de wonde, ook in de diepte, gesloten wordt, de beide wondvlakten dus tegen elkaar gedrukt worden, waardoor de vorming van een zogenaamde ‘dode’ ruimte, die slechts tot ophoping van wondsecreet gelegenheid bieden zou, voorkomen wordt.

(4) Macer Floridus de Viribus herbarum die naar de Romeinse dichter Aemelianus Macer moet herinneren.

CAP. 9.

Hier leert me(n) ke(n)ne(n) (ende) proeve(n) of th(er)ssenbecke(n) o(n)twee es m(et) bule(n) of sonder bulen of met wonden.

Alse bulen siin geslagen sonder wonde ierst thaer af gescoren so legter op dwit van den eye niet geslagen. ende geeft hem .1. twinen draet gewast te houdene tusscen sinen tanden. ende dien draet seldi melken tusscen uwen dume ende uwe vingeren. eist dat dbeen ontwee es. ja so Waer dat het es die zieke salder toe scieten met der hant. want die vilinge van uwen nagele sal hem zere wee doen in die broke [dair zijn vele andere teekine maer diere en es engheen sij en faelgeren onder wylen dit en faelgeert niet gheerne G]. Dits .1. ander teken dat lancfranc wyst. Geeft hem .1. cnoop van .1. stro ende en mach hine niet gebiten met sinen tanden ontwee. so scinet therssenbecken ontwee. Of en mach hi niet craken .1. not of en mach hi niet lanx dat middelste led van sinen dume overgapen met sinen tanden. Of nemt dit plaester ende legget op siin hoeft ierst gescoren. Nemt nuwe was .1. lb. lapdanume .2. U wieroec .s. lb. Dit wierooc pulvere ende minget met den lapdanumme ende metten wasse bouwende al te gadere bi den viere. ende daer af so make alse .1. plate ende daer in so legt also al thoeft .1. nacht of .1. dach. ende daerna doet al subtilike af al geheel. eist therssenbecken ontwee. het wert daer iegen gesmolten also [verre L] die broke van den herssenbeckene es. |111vb| Ende of gi niet en moget hebben labdanum ende wierooc. so nemt 25 was [van been L] allene. mer het nes niet so goet. Dit wist willem van congenie ende willem van saliete. Alle die vorseide proeven van desen capittele siin menichwerf valsch vonden. sonder allen tplaester. dat en faelgiert niet. Entie proeve vanden gewasten drade gehouden tusscen dien tanden alsoet vorseit es dits waer geproeft.

KAPITTEL 9.

Hier leert men kennen en beproeven of de schedel stuk is met builen of zonder builen of met wonden.

Als er builen zijn geslagen zonder wond, eerst het haar afscheren en leg er het wit van een ei op, niet geslagen, en geef hem een getwijnde draad in was gewassen vast te houden tussen zijn tanden en die draad zal ge melken tussen uw duim en uw vingers en is het dat het been verdeeld is, ja zo waar dat het is, de zieke zal er met de hand naar toeschieten want de rilling van uw nagel zal hem zeer pijn doen in die breuk en er zijn vele andere tekens, maar die er zijn falen soms en dit faalt niet gauw.

Dit is 1 ander teken dat Lanfranc aanwijst; Geeft hem 1 knoop van 1 stro en kan hij het niet stukbijten met zijn tanden, dan lijkt de schedel stuk. Of kan hij geen noot kraken of kan hij het middelste lid van zijn duim niet in de lengte overgapen met zijn tanden.

Of neem deze pleister en leg het op zijn hoofd, eerst geschoren; Neem nieuwe was, 1 pond, laudanum, 2 ons, wierook (Boswellia thurifera) halve pond. Verpoeder deze wierook en meng het met het laudanum (Cistus ladanifera) en met de was en kneed het allemaal tezamen bij het vuur en maak daarvan als 1 plaat en leg daarin het hoofd 1 nacht of 1 dag en doe het daarna geheel subtiel af en is de schedel kapot dan wordt het daartegen gesmolten zoals zover de breuk van de schedel is. En als ge geen laudanum (Cistus ladanifera) en wierook (Boswellia thurifera) kan hebben neem dan [25] alleen was van bijen, maar het is niet zo goed.

Dit wist Willem van Congeinna en Willem van Saliceto. (1) Alle de voor vermelde proeven van dit hoofdstuk zijn vaak vals gevonden, uitgezonderd alleen de pleister, dat faalt niet. En de proeve van de wasdraad tussen de tanden gehouden, zoals gezegd is, dit is waar bewezen.

(1) Guilielmo de Saliceto, afkomstig uit Piacenza, leefde in het begin van de dertiende eeuw. Hij is een van de weinige artsen uit die periode, die door Guy de Chauliac met onderscheiding – valens homo noemt hij hem - genoemd worden. Deze kenschetsing is ten volle verdiend, want Willem is inderdaad de kundigste chirurg, en internist tevens, van zijn tijd. Niet te verwonderen is het dus, dat niet alleen zijn Chirurgia, doch ook zijn Compendium der geneeskunde: ‘Summa conservationis et curationis,’ zich gunstig van de werken zijn tijdgenoten onderscheiden.

CAP. 10.

Dits va(n) gevacke(n) af geslage(n) sond(er) been e(nde) metten bene e(nde) dore.

Men slaet dicken .1. gevac van den hoefde met enen stucke vanden herssenbeckene ende niet toten herssenen. ierst so pelt dat stuc vanden bene van den vlesche. ende vernuut de wonde daerna ende screepse so dat si bloede. Daerna so nayt se ende begint in die rechte middewert. ende stect op elke side enen steke naerder dan vingers naer. Ende heefse van meer te doene so stecse. ende emmer laetse onder open daer dat etter uut mach lopen. ende daerin stect wiexkine. Ende wacht dat gise niet en stect so lange dat dbeen verdroge. Ende opten naet so legt van den vorseiden pulvere welc dat gi best hebt. Ende of dat stucke so na ware af geslagen dat geen [natuer of geen L] voetsel en mochte hebben het en verstorve ende vertechde. so geneset metten [roden L] pulvere dat roelandijn wijst. ende met zalven alse swerte zalve of agrippa. dewelke staet int boec die men heet antitodarius ende nicholauis ende es der speciers boec. Ende emmer so legt boven u plaester enen polu dewelke die duwet tgevac ant herssenbecken. ende dat niet te zere. want te groet bedwanc mochte weren dat voetsel te comene ter wonden. Ende emmer sijt vorsien op al uwe curen. wat datter op mach comen. ende daeran so legt al uwen talent. dats al u gepeins. so datmen niet en mach seggen van u anders dan goet na der waerheit. [na uwer macht bedy die verdient datmen quaet van hem zeghet hij verliest zine goede name sijn were ende sine neringhe bedy men vertrecket .1. dinc altoes argere dant es ende men vertrect houdene ene quaetheyt dan eene duecgt vele meesters heeft mer vanden dye niet en plaghen te nayene noch ne consten. Ende zy vonden .1. vac afghesleghen ende daer tbeen aan was zij peildent ute onderwilen ende onderwilen betekent zijt dair ome ende danne waest een lanc ende zomwilen en gheneest det nemmermeer Ende teghen al zulcke cueren wacht u. Want zij zijn bedrie[g]lijc ne ware dat ghevac af oft ome gesleghen sonder been ende weder op gheleyt sonder naeyen ende dat wel gepulment 26 nde gebanden dat vergadert onderwilen ne ware het maect eene lelike lixeme hier omme zijt wel bedacht in al uwe curen Ende wel voresien wiselike dat ghij niet en wordt gheblammeert alsoe na alse ghij moghet soe doet uwe mach dats mijn raet. G]

KAPITTEL 10.

Dit is van gedeeltelijk afgeslagen zonder been en met been en door.

Men slaat vaak een deel van het hoofd met een stuk van de schedel en niet tot de hersens, pel eerst dat stuk van het been van het vlees en vernieuw daarna de wond en schrap het zodat het bloedt. Daarna naai het en begin in het echte midden (1) en steek op elke zijde een steek naar de vingers toe. En heeft het meer nodig steek dan en laat het immer onder open daar dat etter uit kan lopen en steek daarin een doekje. En let op dat ge het niet steekt zolang dat het been verdroogt. En leg op de naad van het voor vermelde poeder die ge het beste hebt.

En als dat stuk er bijna zo afgeslagen was dat er geen natuur of geen voedsel kan hebben zodat het sterft en verrot genees het dan met het rode poeder dat Rolando aanwijst en met zalven zoals zwarte zalf of Agrippa die in het boek staat die men antitodarius noemt en Nicholon en is het apothekersboek. En leg altijd boven uw pleister een kussentje die het gedeelte tegen de schedel duwt en dat niet te erg want te grote druk mocht het voedsel weren dat bij de wonden komt. En wees er altijd op bedacht op al uw kuren wat erop kan komen en leg daaraan al uw talent, dat is al uw gedachten zodat men niets anders dan goed van u kan zeggen naar de waarheid naar uw macht wat die verdient dat men kwaad van hem zegt en zijn goede naam verliest, zijn waarde en zijn werk waarbij men vertrekt, er is altijd 1 ding erger dan het is en men vertrekt en behoudt een slechte naam dan een deugd, vele dokters zijn er die niet plegen te naaien en geen kunst hebben. En ze vonden 1 deel afgeslagen en daar het been aan was pelden ze het soms uit en soms bekeken ze het daarom en dan was het lang en soms geneest dit nimmermeer. En tegen al zulke genezingen wacht u. Want zij zijn bedrieglijk, tenzij dat deel er af of omgeslagen is zonder been en er weer opgelegd zonder te naaien en dat goed met een kussen, poluwe, [26] gebonden dat verzamelt soms, tenzij het een lelijk litteken maakt, let hier goed op in al uw kuren. En goed en wijs te voorzien dat ge niet geblameerd wordt doe zo goed als ge kan uw werk, dat is mijn raad.

(1) Hechten van de wond moet in het midden beginnen omdat dit de zekerheid geeft dat de wondranden dan overal tegen elkaar komen te liggen.

CAP. 11.

Dits va(n) gevacke(n) af geslage(n) m(et) snidend(er) wapine(n) so dat me(n) siet dura mater.

Ondertiden slaet men van den hoefde een gevac metten herssenbeckene tote dura mater. dats toter upperster huven daer die herssenen in liggen besloten. ende dan ziet men die herssenen roeren. dat es bi dattie huven siin gebreit bi werken van naturen van den huden arterien die comen vander herten. ende oec siin in de selve herssenen gele arterien die den herssenen hitte bringen ende geest bi welker hitten ende geesten de herssenen geven den zenuwen van den haren. Enten hollen zenuwen [van den oren ende der holder senuwen C] van den ogen trecken die geeste van ziene met gaders der claerrer kerstalijnre ende glasine |112ra| dunne huden daer die pupillen van den ogen af siin gemaket. ende oec van andren dingen also die anothonomie in sal hebben vanden ogen hier achter. Alse die slach wert geslagen met snidender wapenen ende tgevac af hanct met allen metten bene. so pelt ierst ute dbeen. ende dan so tast met uwen vingere of die cantkine vanden herssenbeckene iet scarp sijn ende vindisi scarp. so suvertse van harer scarptheit eer gi tgevac op nayt met enen scarpen yseren instrumente. [aldus ghemaect onder eene suver plaetkin ghescepen alse eene pennic (zie fig. VI) dwelke ware ane een lemmetkin vaste Ende dat lemmetkin waer vaste ende breeder dan een stroe. Ende dat goet stalin C] Of hebt .1. plaetkijn loods. ende dat stect tusscen dbeen enten herssenen. ende suvert de cantkine van den bene van der scarpheit met .1. beytelkine [dwelke si ghescepen aldus C; zie fig. XII] want tplaetkiin loods sal die herssenen bescermen van den beitelkine ende van den slagen die vallen op dura mater. de welke slage gi uut heft met .1. pinchen of met enen tanxkine. [pinsette aldus ghemaect C; zie fig. VII. In G twee afbeeldingen.] of men sal slechten die scarpe cantkine met enen groefhake. [die ghemaect es in deser maniren (zie fig. VIII. Ook in G een afbeelding) ofte men sal nemen eene formore die ghemaect is van Isere ende van staelle wel ghetempert daer men die canten van den hersenbeckin mede slicht en sel ghemaect wesen in deser maniere aldus (zie fig. IX) Ende dan muegdi die scavelingheen hute nemen met eene subtiler tanghe die ghe\maect 27 es in deser manieren (zie fig. X) Ofte met dusdanigen eenen graet huuse soe suldi die tanden slichten C] Ende wat dat gi werct optie herssenen met snidender instrumenten. emmer wapent die herssenen ierst met .1. plaetkine loods. [ende ymmer legt die plalekyn loets onder hersenbecken L] Aldus mogedi seker werken sonder sorge. Ende als ghi dus hebt gedaen ende die cantkine van den bene geslecht. so nayt dat gevac op ende poentet weder tsier rechter stede ende daerna clovet tgevac. dewelke lippen gi versceedt. ende daer dore suvert die herssenen van den ettere dat vallen soude op dura mater. Nemt nuwe root sindael ende snidet also breet alse tgat of .1. luttel bredere dan tgat van den bene. ende dat net int witte van den eye. ende dat legt optie herssenen. ende steket onder dbeen op elke zide also dat tsindael si .2. vout of .3. Men nemt dat sindael om dat bat weert die natheit dan linen cleet. ende oec om dat slechter es. Ende daer boven so legt linen cleet van suveren witten hoeft doeken ende ander liinwaet dat wit ende suver si. want het sal sugen dat etter ute. dat en doet tsindael niet. ende boven den herssenbeckene so legt plaesterkine van stoppen. ende dat vele genet in den doder van den eye allene of gemaect met olyen van rosen dat beter es. Want die doders die gesmieden. ende olye conforteert. Ende suvert de wonde met deser zalven. Nemt screpelinge van specke van baec vlesche. ende olie van rosen elx even vele. ende soffraen ende minct dit wel in .1. mortier ende hier met so smeert die wonde omtrent. Maer opten naet so legt dat rode pulver [voer ghenoemt L]. Ende alse tfleesch omtrent tusscen den stucken wel es vergadert entie huut. dan so slecht die stucken met ere vliemen [ende licht dye stucken G] ende doet uut elken steke bi hare [selve G] Ende daerna so heilt die wonde met warmen wine. Ende met |112rb| zwarter zalven of met andere zalven [dye u goetdunct G] Ende of tgevac (heel L) af ware geslegen metten bene. ende dat niet tote dura mater. ende dbeen niet dorescoort en ware. ende ghi daer af seker sijt. so pellet dbeen ute van den vlesche ende nayet tgevac weder in sine rechte stede. ende legter op dat rodepulver. Ende int hangende vander wonden so stect .1. wieke daer dat etter ute mach purgieren. ende boven den gevacke so legt .1. polukijn dat tfleesch doe tegader dwingen. Ende dies .4. dages so dwaet die wonde met wermen wine ende daerna so droochse wel. Ende daerna so legt daer op dat rode pulver tote dat si genesen es. Ende alse gi siet die canten wel tegadere houden. so snijt die steken ute. dats te verstane die draden elc sonderlinge. Aldus so heylt die wonde alse u vorleert es. Vele 28 lieden steken tusscen elken steke .1. wieke. ende sine weten niet wat nayen bediet ende doen iegen haer ierste meninge. ende sine weten niet wat si meynen. Want dat nayen bediet dat tfleesch te gadere soude houden. ende dat si .1. scone lixeme souden maken. Want die huut es gewassen van des vaders nature. ende so siin die been ende al dat de mensce over hem heeft. sonder allene tfleesch ende dbloet ende dat smere of vetheit. Ende hier omme sone mach die huut niet weder vergadren also si ierst was sonder lixeme. ende sone mach te broken been sonder enoes ende sone mach zenuwe no adre sonder bindinge of sonder gebint van vleesce Ende hangt .1. gevac af sonder been gequetst so nayet weder op alsoet vorseit es ende heilet dies gelike. Ende vele lieden leggen wijfs melc daer in genet haer wieken ende also leggen sise. ende al dit doet die cracht van naturen die haer minget of verweert met haren subtilen werken alsi te boven es. Maer alsi tonder es dan moet men haer helpen bi redenen. dats te conforteerne die gequetste stede. ende oec den zieken metten dyeten. dats met etene ende met drinkene Es die gewonde te vol. so moet men houden met subtilen spisen. ende met dranke die licht es. ende beide geven te maten. Ende es hi te flau, dats te zere verteert. so moet men voeden met goeder machteger spisen die subtyl es. alse kiekenen gesoden pertrisen. wederen |112va| vleesch ende cranken wijn of die zieke niet en cortsede. ende onderwilen moet men den cranken verteerden die cortse voeden met kiekenvlesche. Also u wert geleert int capittel van den dyeten. dats hoemen sal nemen tfoetsel. ende gevent den zieken.

KAPITTEL 11.

Dit is van gedeeltelijk afgeslagen met snijdende wapens zodat men harde hersenvlies ziet.

Soms slaat men van het hoofd een deel met de schedel tot harde hersenvlies, dat is tot het opperste van de huif daar de hersens in besloten liggen en dan ziet men de hersens roeren, (;bewegen) dat is omdat die huiven door de werken van de natuur gebreid zijn van de huiden van de slagaders die van het hart komen en ook zijn in die hersens gele slagaders die de hersens hitte en geest brengen door welke hitte en geesten de hersens de zenuwen van zich geven. En de holle zenuwen van de oren en de holle zenuwen van de ogen trekken de geesten van zien tezamen met de heldere kristallen en glazen dunne huiden daar de pupillen van de ogen van zijn gemaakt en ook van anderen dingen zoals de anatomie van de ogen hierna hebben zal.

Als die slag werd geslagen met snijdende wapens en het deel geheel afhangt met het been, pel eerst het been uit en dan tast dan met uw vingers of de kantjes van de schedel iets scherp zijn en vind u ze scherp zuiver ze van hun scherpte eer ge het deel opnaait met een scherp ijzeren instrument. Aldus gemaakt onder een zuiver plaatje en geschapen als een penning ie aan een lemmetje vast is. En dat lemmetje is vast en breder dan een strootje. En dat goede staal. Of heb een plaatje lood en steek dat tussen het been en de hersens en zuiver de kantjes van het been van de scherpte met 1 beiteltje die aldus gevormd is want het plaatje lood zal de hersens beschermen van het beiteltje en van de slagen die op harde hersenvlies vallen, die slagen hef je eruit met 1 pincet of met een tangetje. Of men zal die scherpe kantjes slechten met een groefhaak die gemaakt is op deze manier of men zal een scalpel nemen die gemaakt is van ijzer en van staal, goed getemperd, waarmee men de kanten van de schedel slecht en zal gemaakt wezen op deze manier aldus. En dan kan u het schaafsel eruit nemen met een subtiele tang die gemaakt [27] is op deze manier. Of met dusdanige graathuis zal ge die randen slechten. En weet dat ge op die hersens werkt met snijdende instrumenten en bescherm immer die hersens eerst met 1 plaatje lood en leg immer dat plaatje lood onder de schedel. Aldus kan ge zeker werken zonder zorgen.

En als ge aldus hebt gedaan en de kantjes van het been geslecht naai dat deel en plaats het weer op zijn goede plaats en kloof daarna het deel wiens lippen ge deelt en daardoor zuiver je de hersens van de etter dat op harde hersenvlies vallen zou.

Neem nieuw rood fijn stof en snij het alzo breed als het gat of wat breder dan het gat van het been en nat dat in het witte van een ei en leg dat op die hersens en steek het onder het been aan elke zijde alzo dat de fijne stof 2 of 3voudig is. Men neemt die fijne stof omdat het beter de natheid weert dan een linnen kleed en ook omdat het echter is. En leg daarboven een linnen kleed van zuivere witte hoofddoeken en ander lijnwaad dat wit en zuiver is want het zal het etter uitzuigen en dat doet de fijne stof niet en leg boven de schedel pleistertjes van proppen en dat veel nat gemaakt in de dooier van een ei alleen of met olie van rozen gemaakt dat beter is. Want de dooiers die verzachten en olie verbetert.

En zuiver de wond met deze zalf; Neem schraapsel van spek van varkens of varkensvlees en olie van rozen, elk even veel, en saffraan en meng dit goed in 1 mortier en smeer hiermee rond die wond. Maar leg op de naad dat rode poeder, voor genoemd. En als het vlees omtrent en tussen de stukken goed samengekomen is met de huid slecht die stukken met een vliem en licht de stukken en doe elke steek er apart uit. En heel daarna de wond met warme wijn en met zwarte zalf of met andere zalven die u goed denken.

En als het deel heel er af was geslagen met het been en dat niet tot harde hersenvlies en het been niet doorgescheurd is en ge daarvan zeker bent pel dan het been uit het vlees en naai het deel weer in zijn goede plaats en leg er dat rode poeder op. En in het hangen van de wonde steek 1 doek daar de etter uit kan purgeren (drainage) en leg boven het deel 1 verbandkussentje dat het vlees tezamen laat drukken. En was zo na 4 dagen die wond met warme wijn en droog het daarna goed. En leg er daarna dat rode poeder op totdat ze genezen is. En als ge ziet dat die kanten goed tezamen houden snij dan die steken uit, dat is te verstaan die draden, en elk apart. Aldus heel de wond zoals u geleerd is.

Vele [28] lieden steken tussen elke steek 1 doek en ze weten niet wat naaien betekent en doen tegen hun eerste mening en ze weten niet wat ze menen. (1) Want dat naaien betekent dat het vlees tezamen zou houden en dat ze 1 mooi litteken zou maken. Want de huid is gegroeid van de vaders natuur en zo zijn de benen en alles dat de mens over zich heeft, uitgezonderd alleen het vlees en het bloed en dat smeer of vetheid. En hierom kan die huid zich niet weer verzamelen zoals ze eerst was zonder litteken en zo kan gebroken been zonder die en zo kunnen zenuwen of aderen zonder binding of zonder band van vlees.

En hangt 1 deel af zonder gekwetst been, naai het er dan weer op zoals gezegd is en heel het diergelijk. En vele lieden leggen hun doeken die in vrouwenmelk genat zijn en alzo leggen zij ze en dit alles doet de kracht van de natuur die zich mengt of verweert met haar subtiele werken als ze te boven is. Maar als ze te onder is dan moet men haar helpen vanwege redenen, dat is de gekwetste plaats te verbeteren en ook de zieken met zijn diëten, dat is met eten en met drinken. Is die gewonde te vol dan moet men het houden met subtiele spijzen en met drank die licht is en beide in mate geven. En is hij te flauw, dat is te zeer verteerd, dan moet men voeden met goede krachtige spijzen die subtiel zijn zoals kuikens, gekookte patrijzen, gelubde rammen vlees en zwakke wijn, als die zieke geen koorts heeft, en soms moet men de zwakken die koorts hebben voeden met kuikenvlees. Alzo wordt u geleerd in het kapittel van de diëten, dat is hoe men het voedsel zal nemen en het aan de zieken geven.

(1) De opmerking is juist. Het naaien heeft tot strekking de wondranden tegen elkaar te brengen, dus heeft het geen zin bovendien doeken tussen de naden te steken, met uitzondering dan van de doek, welke in de vorige opmerking bedoeld is. Wanneer de wondranden niet wel sluiten, dan kan de wond alleen door woekering van granulatieweefsel gevuld en gesloten worden wat een breed litteken nalaat.

CAP. 12.

Van de(n) h(er)ssenbeckene gewo(n)t m(et) snidender wapene(n) e(nde) dat gescaelget.

Men slaet onderwilen wel met enen swerde of met enen fautsoene of energerande wapenen die snidende es. ende men daer met slaet .1. wonde in eens menschen hoeft. ende wondet dbeen .1. luttel: dan doet uut die scaelgien of die slagen wel suverlike. ende daerna so wiecse ende geneestse met swertter zalven. Ende ic doe u te wetene. eist dat sake dat gise niet en suvert wel van haren slagen. dat si (dan) node sal [heelen ende G] luken. Ende [al C] luucse die slagen selen doen versweren die wonde. ende dat ware .2. pinen over ene. Of draget dbeen als tfleesch wert daerover gewassen. so selen die slagen wassen dor dat nuwe vleesch. want tfleesch datter boven 29 sal wassen sal sijn wey vleesch. Ende daer boven seldi leggen tpulver van tidelosen. die men heet in latijn hermedactelen. dit verteert wey vleesch sonder zere te bitene. Ic late u te wetene so waer dattie wint beloept dat blote been dat dbeen gerne scaelget. ende luttel ontgaeter (l: ontgadert) of niet. Ende eist dattie wonde int been gaet dore die ierste tafle. so screepse met enen groefhake (). ende screepse so diepe dat dbeen gesuvert si. alsoet vorseit es toten bodeme. so sal uten bodeme (in L grove schets) ende uten adren die liggen tusscen .2. tafelen wassen goet vleesch. ende daerna selen die scaelgekine van elker ziden diere verdroget siin of die tcoude stael hebben vercout uut comen sonder meer pinen. ende dits de cortste cure entie aldersekerste. Ende wildi weten oft si dorgaet. so scrijft in die clove met .1. pennen met incte. entan screept tote dat gire en geen swert en vint of en siet. Want dat swert inct soude lopen in die clove toten bodeme. ende hier met so sidi versekert of dore .2. tafelen gaet ende doet na dierste screpen. so screpet anderwerf echt ende vaget ute met stoppen of met .1. linen clede. ende siedi daer en gene swertheit |112vb| dan alse .1. haer of dies gelike. so eist goet. ende siedire die vorseide swer(t)heit. so screpet met den vorseiden groefhake tote diere tijt dat giere en geen en siet. Ende daerna so legt in die wonde van den bene ene wieke genet in wermer olien van rosen. ende daerboven so vult die wonde met geplucte linen clede dat wit ende suver es. ende daer boven so legt .1. plaester van stoppen genet in swerter zalven. dewelke gi vint gescreven int vyfte capittel opwert van den bulen. of vanden wonden op die bulen. Want die swerte zalve es goet tallen nuwen wonden. si doet wassen goet vleesch ende doet wel etteren wonden. suveren ende dragen. Ende vele meesters die siin. die leggen in die wonden wieken genet in wijfs melke. ende ic en plachs noyt gerne want het dochte mi quaet. Want wijfs melc es cout ende heeft in verscheit. ende haerre viscoes heit van harrer botren die si heeft in. ende thoeft es cout. ende coutheit deert der huut daer dbeen met gedect es. ende so doet si den bene enten merge dat men heet herssenen. Ende dits oec ene goede zalve die mester willem visierde van congenine. een wide vermaert meester. Nemt olybanum. dats wit wierooc mastic [ana s. o. L] cleine gepulvert. dit mingt met [2. o. L] ganssmoute of hinnen smout. ende wildi dat dese zalve si gelu. so doeter toe .1. luttel soffraens. Ende wildi datse root si. so doeter toe bloet van draken .1. luttel. ende aldus so mogedise verwen also gi wilt. Mer en smeert de wonde nieuwer met sonder met deser zalven ende legse gesmeret op plaestren. Ende dits ene ander maniere van zalven die wonden wel heilt. Nemt swinen smout [.1. lb. G] sonder sout. ende daer in ziedt groene apie .1. deel. ende dan werpter in wit harst. .s. lb. ende was .s. viren\deel 30 ponts. dat gesmolten overeen. Dan ziet dore .1. linen cleet. ende roeret tote dat cout es. dat dwas niet boven en blivet. Dit was mine gemeine zalve. ende ic genasser mede alle manieren van wonden. ende dat was bi helpen van naturen. Dese zalve souden vele [leke L] meesters heten popelioen om dat si groene es. Entie valsce meesters die leec siin die heten se also. Ende laetier uut die apie. ende doeter in .1. luttel soffraens. so wert si gelu. ende die heten si gyanteit. ende sine weten niet wat si seggen nochtan machmer mede liden vore vele lieden over gyanteit. Ende ic heete bei (l. beide) dese zalven mine baert makers zalve

KAPITTEL 12.

Van de schedel gewond met snijdende wapens en dat met splinters.

Men slaat soms wel met een zwaard of met een dolk of enigerhande wapens die snijdend zijn en men slaat daarmee 1 wond in een mensenhoofd en verwondt het been wat, haal er dan de splinters of die slagen er goed zuiver uit en bedek ze daarna en genees ze met zwarte zalf. En ik laat u te weten dat als ge ze niet goed zuivert van hun slagen dat ze dan node zullen helen en sluiten. En al sluiten die slagen laten ze de wond verzweren en dat zijn 2 pijnen voor een. Of draagt het been als het vlees wordt dat er erover groeit dan zullen die slagen door dat nieuwe vlees groeien want het vlees dat er boven [29] zal groeien zal wild vlees zijn. En daarboven zal ge het poeder van tijdeloos leggen die men in Latijn Colchicum noemt, dit verteert wild vlees zonder zeer te bijten.

Ik laat u te weten waar dat die wind loopt door dat blote been dat het been graag versplintert en weinig ontgaat er vernielt of niet. En is het dat die wond in het been door de eerste tafel gaat schrap het met een groefhaak en schrap het zo diep dat het been gezuiverd is, zoals het gezegd is, tot de bodem dan zal uit de bodem en uit en aderen die tussen 2 tafels liggen goed vlees groeien en daarna zullen die splinters van elke kant die verdroogd zijn of die het koude staal hebben verkoeld er uitkomen zonder meer pijnen en dit is de kortste behandeling en de allerzekerste.

En wil ge weten of ze openeningen heeft schrijf dan in die kloof met 1 pen met inkt en schrap dan totdat ge er geen zwart vindt of en ziet. Want die zwarte inkt zou in die kloof tot de bodem lopen en hiermee ben je verzekerd of het door 2 tafels gaat en doe het na de eerste schrapen en schraap het nog een keer echt en veeg het uit met proppen of met 1 linnen kleed en kijk of er geen zwartheid is of zoals 1 haar of diergelijke, dan is het goed en zie je die voor vermelde zwartheid schrap dan met de voor vermelde groefhaak tot de tijd dat ge er geen ziet. En leg daarna in die wond van het been een doek die genat is in warme olie van rozen en vul daarboven die wond met geplukt linnen kleed dat wit en zuiver is en leg daarboven 1 pleister van proppen die genat zijn in zwarte zalf die ge vindt beschreven in het vijfde kapittel boven de builen of van de wonden op die builen. Want de zwarte zalf is goed op alle nieuwe wonden en laat goed vlees groeien en laat de wonden goed etteren, zuiveren en dragen. En vele dokters die leggen in die wonden doeken die genat zijn in vrouwenmelk en ik gebruik het nooit graag want het lijkt me slecht. Want vrouwenmelk is koud en heeft vochtigheid in en zich en haar viskeusheid is van haar boter die het in zich heeft en het hoofd is koud en koudheid deert de huid daar het been mee bedekt is en zo doet het met het been en het merg dat men hersens noemt.

En dit is ook een goede zalf die dokter Willem van Congeinna maakte, een wijdt vermaarde dokter; Neem wierook (Boswellia thurifera) dat is witte wierook, mastiek, (Pistacia lentiscus) gelijk halve ons, klein gepoederd, meng dit met 2 ons ganzenvet of kippenvet en wil ge dat deze zalf geel is doe er dan wat saffraan bij. En wil ge dat ze rood is doe er dan wat bloed van draken bij en aldus zo kan u het kleuren zoals ge wil. Maar smeer de nieuwe wond bijzonder met deze zalf en leg het gesmeerd op pleisters.

En dit is een andere soort van zalf die wonden goed heelt; Neem varkensvet 1 pond zonder zout en kook daarin 1 deel groene Apium en werp er dan witte hars in, een pond, en was het vierde deel [30] pond en smelt dat door elkaar. Zeef het dan door een linnen kleed en roer het totdat het koud is zodat de was niet boven blijft. Dit was mijn gewone zalf en ik genas er alle soorten van wonden mee en dat was met hulp van de natuur. Deze zalf zouden vele leken dokters populierzalf noemen omdat ze groen is. En de valse dokters die leek zijn die noemen het alzo. En laat er de Apium uit en doe er wat saffraan bij dan wordt het geel en die noemen ze gyanteit en ze weten niet wat ze zeggen, nochtans kan men het er mee doorgaan bij veel lieden over gyanteit. En ik noem beide zalven mijn baardmakers zalf.

CAP. 13.

|113ra| Van dat me(n) th(er)ssenbecke(n) wo(n)t m(et)te(n) hoeke va(n) .1. fautsoene. of aex. of m(et)te(n) orde van de(n) swerde.

Alse men wont enen mensce int hoeft met .1. swerde. of met .1. andren snidenden wapene die niet en heeft de snede slecht. alse fautsoene. of metten hoeke van den swerde of van .1. fautsoene. of met [den becken van L] .1. aex of dies gelike. so es men sculdech tontsiene die vrese diere ane leit. dats dattie hoec [ofte den bec C] mach die huve hebben dore slagen of doresneden. Haesteleke machment weten bi den tekenen die gescreven siin int derde capittel. ende dan so scuwet die cure of gijs niet en sijt geloent van den vrienden. ende sonderlinge alse de gewonde cortse heeft dats beven met couden ende daerna met hitten dan jugierten ter doot. Ende of hi en geen quaet teken en heeft. so screept die wonde van den beene met subtilen groefhaken. (). Ende set den zieken so dat hi thoeft tusscen u knien heeft. ende maect u sitten boven hem. ende dan groeft in dat treckende met gemake tote ghi roeren ziet die herde moeder. Ende galyeen heet dat men make also cleine .1. gat alst mach. daer die liese dore mach suveren van den bloede [ende L] datter op si gevallen [alse scaelgen van bene L] daer mense dore mach halen ute. Nochtan ware dat .1. vrese ter avonturen of si hakende ware. Ende of gi wert geware dat si houdt. so screpet dbeen dore derwert dat si houdt. Ende aldus mogedi werken vroedelike want men mach niet te seker spelen. Ende vele meesters maken haer gaten dat men heet houwen. met .1. beytele (zie fig. XII; in L een grove schets) ende met .1. lodenen maelgette. dat nes niet goet. Want metten slagen van den lode (zie fig. XIII) so versciet die zieke vanden herssenbeckene daer die beitel 31 snijt. ende dus scietet therssenbeckenen bat voort ende maect den herssenbeckene .1. nuwe wonde. of ene nuwe score. die arger es dan dierste was. Wachter u af dats mijn raet. Ende of die herssenen swert werden dats die liese. so legter op dwitte van den eye. also u vorseit es int capittel van den gevacken. of legter op .1. deel olyen van rosen of .1. half deel zeem van rosen. Nemt olye van oliven die niet ripe en si dats die groenste die men vint ende om dat (l. opdat, d. i. in geval) men en gene en vint. [die groene es C] so sal men nemen olye van nokernoten. also seit avicenna. Mer van groenen bacsinen van olyven ware si beter. Dese olye van rosen heet avicenna olyum onfacinum. Nemt .2. lb. olyen aldus gedwegen. Men gieter op wel [2 lb. C] scone water ende slaet dwater metter olyen met .1. sconen leple. ende alst also geslagen es. so giet ment in een teilkiin met .1. gate. of in .1. trachter.

|113rb| Ende uwen vinger hout vore tgat van den teilkine of vore die pipe van den trachtere ende dan salmen ontstoppen tgat van den trachtere ende latent lopen dat wert water datter ierst uut sal lopen want waer olye ende water te gadere es geminct. daer houdt haere dolye boven ende dwater onder. ende daer bi sal dwater ierst ten gate uut lopen. Ende men sal wachten alse dolye comt so sal ment houden. Ende aldus sal mense dwaen .10. werf achtereen. ende emmer nuwe water op gieten. ende tachterst so suvertse wel van den watere. Ende doet in die .2. lb. olyen .ij. lb. rose bladren van middelrosen. dats die niet te cleine en siin. no al ontaen. ende die [bladere G] wel siin gevarwet die stampt eer gise mingt metter olyen. Ende dese olye metten rosen set ter zonnen .40. dage in een glasiin vat (wel L) gestopt. Maer roerse elx dages al omme met enen roedekine. ende na dien .40. dagen so zijtse dore .1. linen cleet [ende daer nae doeter ander versche bladeren in C] ende latet daerna staen ter zonnen also lange alse gi wilt. Dese olye es [vele C] beter dan die men vint in de specerie. Want si zieden die hare in een vat geset op .1. vier in .1. ander vat met watere [aldus zoe hebdij olie van rosen dat ick voir tbeste houde G]. Aldus mogedi alle maniere van olyen maken. van wat cruden dat gi wilt van finen bloemen. van vyoletten. van vliedere. van lelyen. van cammomillen. ende deser geliken. Of doet dese 32 olye in enen verloodden pot. of stoop. ende doetse so met enen decsele datter niet in en mach vallen van boven. ende graefse in die aerde .40. dage. ende daerna ontgraefse ende zijtse yewer dore ende setse ter zonnen in .1. glasiin vat. dese wert (l. werct) oec goet [ende notable om ter Cirugie te werken C]. Aldus maect men rodomel. of olye van rosen. Dit heeten die grieken rodomel aldus gemaect. Nemt dat witste zeem ende dat suverste dat gi vinden moget .10. lb. dit doet zieden op .1. cranc vier. ende gadert daer af die scumen diere op gaderen vanden speelne. ende daerin werpt .1. lb. van puren nuwen rosen gewrongen. ende dat doet zieden. ende alst begint te ziedene. so werpter in .4. lb. roseblade versch ende nuwe. alle die poentkine die wit siin afgesneden. entie bladen al te stucken gesneden met .1. scaren of messe. ende mincse metten vorseiden sope ende zeeme. Ende dese doet so lange zieden op .1. cranc vier altoes roerende met .1. spatulen (; in L en G onbeduidende teekeningen) [tot der tijt L] dat tsop versoden si. ende daerna sal men dit |113va| zeem zien ende mingent metter olyen also vele alse u vorwijst es dat bestedet metten rosen alsoet daermede gesoden es in .1. erden verloodt vat of in .1. glasiin. Ende soet ouder es soet beter es. Dit conforteert die mage met couden. ende het stopt met warmen ende suvert. Ende gevet nuchtens ende te middage. Van desen conficieert men dyamergarietun ende rubea trocistata. Met lauwen dingen ververschet den lichame ende doet den lichame moruen. Ende es goet iegen droge borst met warmen dingen genomen. of gegeven. [Ende het ghevalt sulken tiden dat die wapure (l. wapine) wonden in eens menschen hoeft so dat die een zide leecht jeghen dander of sy te broken waren ende dat waer een lettele gheont (gheout?) ende der hout der soe telmereert (l. telivereert) subtiliken ende dan so besiet dat gat of (l. oft) si suver van den tandekine de welke die hersene mochten sniden dat es te verstaen die liese. Ende maket gat al even slecht so u voerwijst is inden capittel vanden fac afgheslaghen Ende of ware gheresen Ende eest doude vleisch so snidet tvleesch cruyswijs met enen sceertse (; in L onbeduidende teekening) ende sniden daerwaert dat houdet ende dan so doer screpet metten groefhake aldus (; eenvoudige schetsen ook in G en L) est die derboren bewijst staen in vele steden oft boert daervele gaetkine met enen trepanisten dats een instrument aldus ghemaecht (eenvoudige teekening) twelke dat .3. sullen wesen deen minder dan dander ende wacht dat ghi dat hersenbecken niet doer en boert want ghi mocht dura mater quetsen of pia mater ende also wordi manslachtich. Ende dese instrumenten heten in latine trepanos dat es scerp ten pointe ende wel snidende aen beiden siden alsee (l. alsoe) die ander so es vele meerre dan die eerste (; in L eenvoudige teekening) ende settet opt been daer men dat gat hebben 33 wille so salmense widen (eenvoudige schets) metter dorder (l. derder. Zie vorige figuur) die alre plomste es ende die also diepe ende deen vast aen die ander dit ghedaen so suldi hebben enen betel (grove schets; ) ende met desen betelkine so snidet die gaetekine ontwee daer op slaende met enen loden hamer (onbeholpen schets; ) L] Ghi selt altoes die been delivereren suverlike van sire ruheit. ende vermaect die wonde voort alsoet u vorleert es int capittel van den vacken af geslagen.

Ende ic meester jan yperman prise [vele L] meer tscrepen metten groefhake dan trepaneren. want daerin nes niet so groete vrese alst es in trepaneren. Eer gi begint boren of maelgetten of screpen. so stopt ierst die oren van den gewonden met catoene of met andren dingen. ende geeft G 19 c oec den gewonden .1. hantscoe tusscen sinen tanden. want met screpene of maelgettene of boorne. die luut mochte den gewonden zere deren. [Ende het ghevalt sulken tijt dat de wapenen wenden in een smenschen hant soe dat die eene side licht jegen den andere ofte si te broken waren ende dat ware een lettel ghehovet ende daert hovet daer soe triveleert subtijlic. ende dat (l. dan) soe besiet dat gat oft suver si van den cantkine. die welke die hersinen mochten sniden. Dats te verstane de lise ende maect dat gat al even slicht alsoet voorleert es int capittele van den vacke of gheslagen. ende oft ware gheresen ende dat heft onder dat vleesch soe snidet dat vlesch op crus wis met eenen scerse () ende snidet dauwaert dat houdet. Ende dan doer screpet metten groufhac aldus ghemaect (zie vorige figuur) dwelke .3. suller wesen deen meer dan dandere. ende emmer hu wacht dat ghi dat hersenbeckin niet dore ne bort want ghi mocht duramater quitsen ofte pia mater ende alsoe soudi worden manslacht ende dese instrumenten heeten in latine trepanos dat is scerp pointen ende wel snidende ane beede sieden alsoe die andere () Ende dat suldi setten op dat been daer men dat gat hebben wille Ende dat wagghelt tusschen (vergelijk vorige figuur) uwen handen. ende alse die gaetkin alsoe sijn ghedraeit alsoe vele alsmer hebben wille dan salmen die gaetkin wiiden metter derden trepanides die ghemaect es in deser manieren (zie vorige figuur) Ende dese trepanides sijn alder groets ende plomps Ende die gaetkine vaste staende deen ane dandere Dit ghedaen soe suldi hebben een beetel ende snidet de cantkine of ontwee derop slaende met eenen loden hamere ghemaect in deser vormen ( en

) C] Alse waerbi avicenna ende galyeen raden. wisen ende bevelen alse die oren te stoppene met catoene ende also den hantscoe te houdene tusscen die tanden. om dat si niet en souden clappen te gadere int maelgetten of int ander werc. Ende avicenna ende galyeen bevelen dat men also luttel been neme alse men mach.34 want het siin vele meesters die also vele beens nemen alsi mogen. om dat sijs hebben roem dat el niet nes dan sotheit. Galyenus die genas met also luttel beens te nemene alse daer hi dore suveren mochte die liese van den ettere. Want dbeen es scilt van den herssenen alsoet elre vorseit es. Dwitte van den eye vele te leggene in wonden na dat si haer bloeden laten. dat nes niet goet. want dwitte vercoudt te zere ende beweert dat dragen van den wonden. Want int witte blijft die natuerlike hitte. ende sine coutheit doetse versterven of mindren zere. Maer optie liese eist goet alsi verhit es ende dats gerne die ierste .40. dage. ende daer legget coenlike in allen wonden daer die herssenen siin ontdect ende sonderlinge op dura mater. Maer op dat been so en legget niet na uwer macht.

KAPITTEL 13.

Van dat men de schedel verwondt met een hoek van een knots of bijl of met het oor van een zwaard.

Als men een mens in het hoofd met 1 zwaard of met 1 ander snijdend wapen verwondt die geen rechte snede heeft zoals een knots of met de hoek van een zwaard of van 1 knots of met de bekken van 1 bijl of diergelijke dan moet men de vrees ontzien die eraan ligt, dat is dat die hoek of de bek de huif kan hebben doorslagen of doorsneden. Gauw kan men het weten door de tekens die beschreven zijn in het derde kapittel en schuw dan die behandeling als ge niet bent beloond door de vrienden en vooral als de gewonde koorts heeft, dat is beven met koude en daarna met hitte dan vonnist ter dood. En als hij geen kwaad teken heeft schrap dan die wond van het been met subtiele groefhaken. En zet de zieke zo dat hij het hoofd tussen uw knien heeft en zorg dat u boven hem zit en graaf daarin trekkend met gemak tot ge de harde moeder ziet roeren.

En Galenus zegt dat men zo’n klein gat maakt als het kan waar de lies door gezuiverd kan worden van het bloed en dat er op gevallen is zoals splinters van benen waar men het dooruit kan halen. Nochtans is er 1 avontuurlijke vrees of ze haakt. En als ge gewaar wordt dat ze vasthoudt, schrap het been dan daar door zodat ze houdt. En aldus kan ge verstandig werken want men kan niet te zeker spelen.

En vele dokters maken hun gaten dat men houwen noemt met 1 beitel en met 1 loden hamertje en dat is niet goed. Want met de slagen van het lood verschiet dan die zieke van de schedel daar die beitel [31] snijdt en dus schiet de schedel beter voort en maakt in de schedel 1 nieuwe wond of een nieuwe scheur die erger is dan de eerste was. Blijf er af, dat is mijn raad.

En als die hersens zwart worden, dat is de lies, leg er dan het witte van een ei op zoals u gezegd is in het kapittel van de delen of leg er 1 deel olie van rozen op of 1 half deel honing van rozen.

Neem olie van olijven die niet rijp is, dat is die groenste die men vindt en als omdat dat het gebeurt dat men er geen vindt die groen is dan zal men olie van walnoten nemen, alzo zegt Avicenna. Maar van groene bessen van olijven was het beter. Deze olie van rozen noemt Avicenna olyum onfacinum.

Neemt 2 pond olie aldus gewassen; Men giet er goed 2 pond schoon water op en slaat het water met de olie met 1 schone lepel en als het alzo geslagen is dan giet men het in een teiltje met 1 gat of in 1 trechter.

En uw vinger houdt u voor het gat van het teiltje of voor die pijp van de trechter en dan zal men het gat van de trechter ontstoppen en het laten lopen, dat wordt water dat er het eerst uit zal lopen want waar olie en water tezamen gemengd zijn daar blijft de olie boven en het water onder en daarbij zal het water het eerst uit het gat lopen. En men zal wachten als de olie komt en dan zal men het houden. En aldus zal men het 10 maal achter elkaar wassen en immer er nieuw water opgieten en tenslotte zuiver je het goed van het water. En doe in die 2 pond olie 2 pond rozenbladeren van middelrozen, dat is die niet te klein zijn en niet al te ontdaan en die bladeren goed gekleurd zijn die ge stampt eer ge ze mengt met de olie. En deze olie met de rozen zet je 40 dagen in de zon in een glazen vat goed gestopt. Maar roer het elke dag om met een roede en na die 40 dagen zeef het door 1 linnen kleed en doe er daarna andere vochtige bladeren in en laat het daarna in de zon staan zo lang als ge wil. Deze olie is veel beter dan die men vindt in de apotheek. Want ze koken die van hun in een vat dat op een vuur is gezet in 1 ander vat met water aldus zo heb je olie van rozen dat ik voor het beste hou. Aldus kan ge alle soorten van olin maken, van welke kruiden dat ge wilt, van fijne bloemen, van violen, van vlier, van lelies, van kamille en dergelijke. Of doe deze [32] olie in een verloden pot of stoop en doe het zo met een deksel dat er van boven niets in kan vallen en begraaf het 40 dagen in de aarde en graaf het daarna op en zeef het immer door en zet ze in de zon in 1 glazen vat, deze werkt ook goed en geschikt om ter chirurgie te werken.

Aldus maakt men rodomel of olie van rozenhoning. Dit noemen de Grieken rodomel dat aldus gemaakt wordt; Neem het witste en zuiverste honing dat ge vinden kan, 10 pond, laat dit koken op 1 zwak vuur en verzamel daarvan het schuim die zich erop verzamelt van het spelen en werp daarin 1 pond van pure nieuwe gewrongen rozen en laat dat koken en als het begint te koken werp er dan 4 pond rozenbladeren in die vochtig en nieuw zijn, alle puntjes die wit zijn afsnijden en de bladen geheel stuk snijden met 1 schaar of mes en meng het met het voor vermelde sap en honing. En laat dit zo lang koken op een zwak vuur en altijd roeren met een spatel tot de tijd dat het sap verkookt is en daarna zal men deze honing zien en het mengen met de olie zoveel als u nodig vindt en dat gebruikt is met de rozen zoals het daarmee gekookt is in 1 aarden verloden vat of in 1 glaasje. En zo het ouder is zo het beter is.

Dit verbetert de maag met koude en het stopt met warme en zuivert. En geef het ճ ochtends en Գ middags. Hiervan maakt men sap van parels en rubea trocistata (rode likkepot). Met lauwe dingen bevochtigt het Դ lichaam en laat het lichaam vermurwen. En is goed tegen droge borst met warme dingen genomen of gegeven. En het gebeurt in sommige tijden dat die wapens zo verwonden in een mensenhoofd dat de ene zijde tegen de andere ligt of ze gebroken waren en dat is wat voorzichtig losgemaakt wordt en behoudt zo subtiele uiteenvallen en bekijk dan dat gat of het zuiver is van de tandjes die de hersens mochten snijden, dat is te verstaan de liezen.

En maak het gat al even recht zo u verwezen is in het kapittel van het afgeslagen deel. En als het gerezen was en is het oud vlees snij dan het vlees kruisgewijs met een schaar en snij derwaarts zodat het houdt en dan zo door schraap het met de groefhaak aldus is die daaarvoor als bewezen staan in vele plaatsen of boor daar vele gaatjes met een trepanist, dat is een instrument aldus gemaakt waarvan er 3 zullen wezen, de ene kleiner dan de andere en let erop dat ge de schedel niet doorboort want ge mocht het harde hersenvlies kwetsen of hersenvlies en alzo word het manslacht.

En deze instrumenten heten in Latijn trepanos, (trepaan) dat betekent scherpe punten en goed snijdende aan beiden zijden zoals die andere is veel groter dan die eerste en zet het op het been daar men dat gat hebben [33] wil en zo zal men het wijder maken met de derde die het allerplompste is en die alzo diep en de ene vast aan de andere en als dit gedaan is dan zal ge een beitel hebben en met dit beiteltje snij je die gaatjes kapot, door daarop te slaan met een loden hamer. Ge zal altijd dat been zuiver vrijstellen van zijn ruwheid en de wond verder vermaken zoals u geleerd hebt in het kapittel van de afgeslagen delen.

En ik dokter Jan Yperman prijs veel meer het schrapen met de groefhaak dan trepaneren, want daarin is niet zoծ grote vrees als het in trepaneren is.

Eer ge begint te boren of te slaan of te schrapen stop eerst de oren van de gewonden met katoen of met andere dingen en geef ook de gewonden 1 handschoen tussen zijn tanden, want met schrapen of slaan of boren kan het geluid de gewonde zeer deren. En het gebeurt soms dat de wapens draaien in een mensen hand zodat die ene zijde gemakkelijk tegen de andere ligt alsof ze gebroken waren en dat wordt wat gekloofd en daar het hoofd daar zo subtiel loslaat bekijk dan dat gat of het zuiver is van de (1) kantjes die de hersens mochten snijden. Dat is te verstaan de liezen en maak dat gat al even recht zoals het vroeger geleerd is in het kapittel van de afgeslagen delen en als het gerezen is en het heft onder dat vlees snij dan dat vlees kruisgewijs op met een schaar en snij derwaarts dat het houdt. En doorschraap het dan met de groefhaak aldus gemaakt waarvan er 3 zullen wezen, de ene groter dan de andere en immer erop letten dat ge de schedel niet doorboort want ge mocht harde hersenvlies kwetsen of dunne hersenvlies en alzo zou ge manslacht worden en deze instrumenten heten in Latijn trepanos dat is scherpe punten en goed snijdend aan beide zijden zoals die andere.

En dat zal ge zetten op dat been daar men dat gat hebben wil. En dat waggelt tussen uw handen en als die gaatjes alzo zijn gedraaid en zoveel als men er hebben wil dan zal men die gaatjes wijder maken met de derde trepanides die gemaakt is op deze manier. En deze trepanides zijn aller groots en het plomps. En die gaatjes staan vast, de ene aan de andere. Dit gedaan dan zal ge een beitel hebben en snij de kantjes stuk door daarop te slaan met een loden hamer gemaakt in deze vorm. Als waarbij Avicenna en Galenus aanraden, wijzen en bevelen om de oren te proppen met katoen en alzo de handschoen tussen de tanden te houden zodat ze niet tezamen zouden klappen in het slaan of in het andere werk. En Avicenna en Galenus bevelen aan dat men zo weinig been neemt als men kan [34] want er zijn vele dokters die alzo veel been nemen als ze kunnen omdat ze roem hebben, dat niets anders is dan zotheid.

Galenus die genas met zo weinig been te nemen als waardoor hij de lies zuiveren kon van etter. Want het been is het schild van de hersens zoals het elders gezegd is.

Om veel het witte van een ei in wonden te leggen nadat ze hun bloeden laten, dat is niet goed want het witte verkoelt te zeer en houdt dat dragen van de wonden tegen. Want in het witte blijft de natuurlijke hitte en zijn koudheid laat het versterven of zeer verminderen. Maar op de liezen is het goed als die verhit zijn en dat is vaak de eerste 40 dagen en leg het goed in alle wonden daar de hersens bloot liggen en vooral op harde hersenvlies. Maar leg het niet op dat been naar uw macht.

(1) Een ‘trepaan ‘is een metalen koker, welke aan het uiteinde evenals een zaag van tanden is voorzien. Door het op de schedel geplaatste toestel rond te draaien, boort men een rond stuk uit de hersenpan. Men kan de opening groter maken door een wijder trepaan te gebruiken, maar het is natuurlijk eenvoudiger als men terstond het vereiste nummer neemt. De raad van te wijden met een grotere is derhalve niet praktisch. Goed is daarentegen de raad om met behulp van een beitel de hersenpan tussen twee of meer boorgaten te klieven.

(2) Dat wil zeggen dat onderzocht moet worden of de kanten van het stukgeslagen been glad zijn. Zijn zij ruw of scherp, dan loopt het hersenvlies gevaar van gewond te worden.

|113vb| CAP. 14.

Van den bulen dieme(n) valt int h(er)ssenbecke(n) of slaet of worpt swaerlike. Men slaet onderwilen grote bulen int hoeft of werpt of valt of stoet therssenbecken swaerlec ontwee. ende dat sonder wonde in tfleesch van buten. dwelke gi moet kinnen of bi uwer vroetscap van uwen sinnen of bi tekenen van buten van den zieken. of biden vorseiden tekenen daert properleke bewijst vore. Ende en eist niet ontwee. so doet alsoet u vorleert es in dat capittel. Ende eist ontwee so doet tgequetste vleesch van den bene. ende maket therssenbecken wel suver van den vleesche. Ende dan vermaect die wonde also wel als gi moget met wieken gemaect also groet als amandelen entie van stoppen genet int witte van den eye ende daerboven .1. droge. ende dan so bint die wonde vroedelike dattie plaestren niet af en mogen gaen. ende dattie wieken wel vaste bliven liggende in die wonde. Ende en vermaect die wonde niet vore ten derden dage. en ware dat si zere hadde gebloet. ende bloetse zere so stremse also u vorleert es. Ende ten ende van den .3. dage of vanden .4. so doet ute alle die wieken [die daer in ghedaen waren L]. ende hebt den zieken geset also u vorleert es. dat siin hoeft come tusscen uwe knien ende dan screepse met uwen groefhaken (vergelijk figuur ; ook in L een teekening) so lange dat gi dura mater siet roeren. ende maect u gat also groet als u goet dunct int herssenbecken. Maer emmer maket also cleine als gi moget. behouden dat giere die herssenen dore suveren moget van den ettere datter op gevallen es ende van den bloede. ende wacht emmer datter geen screpelinge no scaelgien en vallen optie herssenen. ende dan wacht u oec als gi wrijft op dura mater al bloot dat gise altoes wapent metten lode also u vorleert es [int capittel vanden vacken of ghesleghen L en C]. ende daerna so begaetse oec also u 35 vorleert es [int selve capitele C] tote dat si heyl es dwaende met warmen wine ende drogende daerna. Ende dan legt op dura mater pulvis capitalis [dat men heet pulver vanden hovede G] ende daer legt in de wonde boven den pulvere pluckelinge van witten linen hoeft doeken also u vorseit es. ende heiltse voort alse andre wonden. Ende pulvis capitalis seldi vinden int naeste capittel sonder een volgende.

|113vb| KAPITTEL 14.

Van de builen die in de schedel vallen of slaat of hard werpt.

Men slaat soms grote builen in het hoofd of werpt of valt of stoot de schedel zwaar stuk en dat zonder wond in het vlees van buiten die ge moet kennen vanuit uw kennis van uw geest of bij tekens van buiten van de zieken of met de voor vermelde tekens daar een duidelijk bewijs is voor. En is het niet kapot doe dan zoals u geleerd is in dat kapittel. En is het kapot doe dan het gekwetste vlees van het been en maak de schedel goed zuiver van vlees. En vermaak dan die wond zo goed als ge kan met doeken gemaakt zo groot als amandelen en van proppen genat in het witte van een ei en daarboven 1 droge en bindt dan die wonde verstandig zodat die pleisters er niet af mogen gaan en dat die doeken goed vast blijven liggen in die wond. En vermaak die wond niet voor de derde dag tenzij dat het teveel gebloed heeft en bloed het zeer strem het dan zoals u geleerd hebt. En op het eind van de 3de dag of van de 4de dan haalt u alle doeken eraf die daarin gedaan waren en heb de zieke gezet zoals u geleerd hebt, dat zijn hoofd tussen uw knieën komt, en schrap het dan met uw groefhaken zo lang dat ge harde hersenvlies ziet roeren en maak uw gat zo groot als u goed denkt in de schedel. Maar maak het steeds zo klein als ge kan en behoudt die kier waardoor ge de hersens zuiveren kan van het etter dat er op gevallen is en van het bloed en let er steeds op dat er geen schraapsels of splinters op de hersens vallen en let er dan ook op als ge al bloot op harde hersenvlies wrijft dat ge die altijd wapent met het lood zoals u geleerd is in het kapittel van afgeslagen delen en doe daarna zo ook zoals u [35] geleerd is in hetzelfde kapittel totdat ze heel is en wassen met warme wijn en droog het daarna. En leg dan op harde hersenvlies pulvis capitalis dat men poeder van het hoofd noemt en leg daar in de wond boven het poeder pluksels van wit linnen hoofddoeken zoals u gezegd is en heel het verder zoals andere wonden. En pulvis capitalis zal ge in het volgende kapittel vinden en in een volgende.

CAP. 15.

Va(n) dat me(n) th(er)ssenbecke(n) wont so dat dene zide vand(er) score va(n) de(n) bene sciet ond(er) dandere. dat gevalt ond(er)tide(n) me(t) g(ro)ten score(n)

Somwile wont men int hoeft met groeter scoren int herssen becken so dat onder es gescoten. tastet met uwen vingere ende ondersoeket daer mede. Want het en siin geen so zekere proeven alse die vinger es daer hi in mach. want hi beseft bider beseffelicheiden van sinen musen die liggen |114ra| in den ende vanden leden. Ende tinten die en beseffen niet. ende daerbi en eist gene so seker proeve. Ende alse gi wet dat tebroken es. so snidet in cruus met enen sceerse (verg. fig. IV) thooft ierst gescoren. ende wieket also u vorleert es. Ende daer na berecket thooft ende therssenbecken also u vorleert es. Ende of gi wilt meester lancfranx leringe doen. de welke hi proevede bi der leringen van galyene daer hi leert dat men make also cleine .1. gat int herssenbecken alse men mach. ja dat mer mach dat etter dore suveren. so dunct lancfranken dat men bat mach etter suveren dore .1. screve vanden herssenbeckene dan dore die vergaderinge vanden iersten dele of vanden middelsten dele daer men dore geneest die in frenesien siin. Want galyeen die wijsde dat men soude nemen olye van rosen. ende .1. luttel aysiins. dwelke aysiin soude die olye doen gaen dore die commissuren. ende aldus souden die herssenen wesen geconforteert. Ende die aposte wijst ende hi deedt selve dat men scere thooft dat haer af daer therssenbecken tebroken es. of gescoordt daer dene zide niet gesonken en si onder dandre. Ende wijst dat men tfleesch snide alse .1. scilt die snede gaende metten hare. ende datmen dbeen wel suvere van den vleesce so dattie score si al 36 suver vanden vleesce met .1. scerse. [met eenen formoere aldus ghemaect C: ]. Ende dan nemt olye van rosen .2. deel. ende .1. deel rodomels [ende dat wermet C, L] ende dopter in plaesterkine van stoppen. ierst dat geminsel verwarmt. ende dat so legt optie score. ende daer af so legter .3. vout of .4. vout. ende daer op so legt plaesterkine genet in doders van eyeren. ende daer met so tempert olien van rosen. Ende boven alle dese plasteren so legt .1. groet plaester van stoppen genet in wermen wine. ende ierst gesmeert omtrent die wonde metter vorseider zalven int capittel van den vacken. daer hi wyst nemt screpelinge van baken specke. ende al dandere. Ende dat bint met .1. langer scroden menechwerf gewimpelt omtrent thooft. ende dat so vroedelike dat niet ontbinden en mach. Ende dit doet tote diere tijt dat gi siet dat uter scoren comt gewassen goet vleesch. Ende daerna so legt in de wonde dit pulver. dwelke heet thoriec pulver. ende dit wijst meester bruun van legoburgens. Alse die liese sweert dats tontsiene dat si apostema si dat sorchlijc |114rb| es ten live wert. het en ware bi der cracht van der medicinen diere op leit ware esso niet corosijf so en beteret niet ane en ware essoe corosijf. so es die zieke doot. Wach u daer af dats mijn raet.

KAPITTEL 15.

Van dat men de schedel verwondt zodat de ene zijde van de scheur van het been onder het andere schiet en dat gebeurt soms met grote scheuren.

Soms verwondt men in het hoofd met grote scheuren in de schedel zodat het onder is geschoten, tast het met uw vinger en onderzoek het daarmee. (1) Want er zijn geen zulke zekere proeven als de vinger is daar hij in kan want hij beseft vanwege het gevoel van zijn spieren die op het eind van de leden liggen. En tintelen die en voelen niets, dan is het niet zo ծ zeker bewijs. En als ge weet wat gebroken is snij dan in het kruis met een scheer het hoofd eerst geschoren, en bedek het zoals u geleerd is. En maak daarna het hoofd en de schedel zoals u geleerd hebt.

En als ge dokter Lanfrac ‘s lering wil doen die hij bewees naar de leringen van Galenus daar hij leert dat men zo’n klein mogelijk gat in de schedel maakt als men kan ,(2) ja dat men er het etter door zuiveren kan, zo denkt Lanfrac dat men beter etter kan zuiveren door een 1 spleet van de schedel dan door de verzameling van de eerste delen of van het middelste deel waardoor men die geneest die in waanzin zijn. Want Galenus die wees dat men olie van rozen en wat azijn zou nemen, welke azijn die olie door de verbinding zou laten gaan en aldus zouden de hersens versterkt wezen. En die apostel wijst en hij deed zelf dat men zijn hoofd het haar afschoor waar de schedel gebroken is of gescheurd daar de ene zijde niet onder de andere gezonken is. En wijst dat men het vlees snijdt als 1 schild, die snede gaat met het haar en dat men het been goed zuivert van het vlees zodat die scheur geheel zuiver [36] van vlees is met 1 schaar met een vorm aldus gemaakt: En neem dan 2 delen olie van rozen en 1 deel rodomels en warm dat en doop er pleistertjes van proppen in, eerst dat mengsel verwarmen en leg het dan op die scheur en leg het daarvan 3voudig of 4voudig en leg daarop het pleistertje genat in dooiers van eieren en daarmee meng je de olie van rozen. En bovenop al deze pleisters leg je 1 grote pleister van proppen genat in warme wijn en eerst besmeert omtrent de wond met de voor vermelde zalven in het kapittel van de delen daar hij wijst; neem schrapsel van gebakken spek en al het andere. En bindt dat met 1 lange zwachtel die vaak om het hoofd gedraaid wordt en dat zo verstandig dat het niet los kan gaan. En dit doe je tot die tijd dat ge ziet dat uit de scheur goed vlees gegroeid komt. En leg daarna in de wond dit poeder wat Thoriec poeder heet en dit wijst meester Bruno van Legoburgens. Als de lies zweert, dat te zien is als er zweert, dat is dat zorglijk voor het lijf tenzij door de kracht van de medicijnen die erop liggen niet zo bijtend waren en verbetert het niet en was het bijtend dan is die zieke dood. Laat dat, dat is mijn raad.

(1) zo weinig mogelijk van de schedel afnemen en liever niets als men er buiten kan.

Cap. 16.

Die leri(n)ge va(n) de(n) h(er)ssenbeckene tebroke(n) slecht sond(er) wo(n)de int vleesch.

Nu hort hier ene goede leringe vanden hoofde gewont daer dbeen ontwee es. Ende dits geproeft van meester janne ypermanne bi der leringen van lancfranken ende bi den bewise van galyene ende van Avicenna. ende serapyoene ende van ypocras. die welke wijsden dat men also luttel nemen soude van den herssen beckene alse men mach. ende omme tende niet mach mens onsitten. ende bider redenen die daer vorseit es. want therssenbecken es scilt [ende wachtere G] van den edelen lede. dwelke es .1. led van der nieren principael ende es ute hem sprutende alle die beseffinge van den mensce die hi heeft over hem. Waerbi hem allen nuttelec es dat mense houde gedect met haren scilde die hem nature heeft gegeven also na alse men mach. Ende dits haer leringe. daer therssenbecken es gescoort ende sonderlinge daer deen stuc niet en sciet onder dander. of daer beide die canten even hoge bliven. Want lancfranc van melanen houdt dit over 37 die beste cure. ende daer minst vresen in es. Nochtan seit hi datter vrese in es groet in alle herssenbeckene ontwee. ende sonderlinge alse deen been sciet onder dander. of alser scaelgien siin gescoten onder dbeen die quetssen mogen die herde moeder. Alle die slechte broken of scoren siin best te genesene sonder houwen of sonder screpen. Int dore houwen ende int dore screpen es vrese. want vele lieden of kindere of wijf of blode mans die iegen dat houwen so zere duchten dat hem comt die corts van vare. Ende dan ontgater luttel die met hooft wonden cortsen. Of .1. ander. die houwers en siin niet so subtijl sine houwen met vresen. entie sekerst waent wesen. es meest onderwilen bedrogen. Maer aldus wrochte meester lancfranc ende ic na hem dwelke dat ic seker vant. Ierst so doet den gewonden thaer af sceren (vergelijk figuur ) Ende dan sal men hebben .1. sceers. ende men saelt sniden dapperlike. ende scolent tfleesch van den herssenbeckene gereet. ende wiect die wonde also vol alse ghi moget die wieke genet int wit van den eye ende daer boven .1. plaester van stoppen. ende dan bindet |114va| thooft met langen scroden omwimpelt dattie wieken wel houden entie plaester daerop. Dies derds dages so vermaket. en ware dat zere bloedde. so latet daerop toten .4. dage. Ende of die wonde bloedt zere. so stremse metter leringen die leert int capittel van bloede te stremmene. Ende alse gi snijt so snidet also verre alse die screve gaet. Ende ten iersten vermakene na dien snidene so nemt olye van rosen ende zeem geminct tegadere die .2. deel olye van rosen ende .1. deel zeems also vorseit es. ende daer in net u wieke ende legse in de wonde opt herssenbecken. Ende daerna so legt in de wonde van den vlesche wieken genet in .2. deel olyen van rosen ende .1. deel doders van eyeren. Ende boven der wonden so legt .1. plaester gemaect van zeeme van rosen ende van .1. luttel gerstijnre bloemen. dit plaester suvert ende conforteert. Ende alst wel gesuvert es entie wonde geen sweringe en heeft no gevoelt. ende die wonde heeft gedragen entie score verwassen es met [goeden G] vlesce daer op comende. so legter in pluckelinge van linen hooft cleden [die] versleten [sijn L] Ende boven optie wonde so legt .1. plaester van swerter zalven. ende dwaetse telken vermakene met warmen wine. ende daerna droochse telken [met saften linwade C] eer giere die pluckelinge in legt. ende aldus heiltse tote die wonde al heyl si metter hulpen van gode dits heylen sonder houwen ende dat sekerste dat mi dunct. Ende of .1. gat es int herssen becken toter liesen die geheten es dura mater. so begadet also u vorleert es int capittel van den vacken [af ghesleghen] ende peulent also die herssenen stekende tusscen den bene ende dura mater sindael ende wit suver linen cleet. mer nuwe root sindael es best. Ende oft so ware dattie hersenen lichten wilden ten gaten ute. dat [het C] scene 38 dat si lagen boven den canten van den herssen beckene alsoet vele gevalt alse de mane es int wassende of vol. so peuluutse met sindale. ende daerna so hebt .1. dunne plaetkiin loods dat luttel meerre es dan tgat vanden bene. ende dat hebbe in de middewert .2. gaetkine daer .1. twinen draet dore gaen mach. dewelke .1. draet es daer ment bi mach doen gliden daerwert dat men wille. ende dat stect tusscen den sindale enten bene. Of nemt .1. plaetkiin van enen dunnen maserinen nappe dat beter es op dat ment vinden mach dunne gnouch. Want te dunne en maecht niet sijn. dit so ware beter |114vb| dan lood. om dat warmer es dan lood ende om dat niet so zere en weecht. dit stecter tusscen tote dat die herssenen nemmer ute comen en willen. ende dus vermaect den gewonden .2. werf sdages. ende telker werf legter in nuwe sindael ende doet dat oude ute. ende suvert u plaetkiin van den ettere ende droget wel. Ende alse de mane es wassende of vol dan eist merre vrese te sine gewont int hooft dan alsi wanende es of volwaent. Want alse de mane vol es dan liggen die herssenen met haren liesen vaste gebonden ant been. ende so de mane volre es. so si vaster liggen. Ende alse de mane wanende es. dan liggen die herssenen ende wanen [so rume L]. so dat men soude mogen steken enen vinger tusscen den bene enter herder moeder. waerbi die herssenen wanen bi der manen ende wassen. Ende so doet oec alle die verscheit ane den mensce. alse ane die herssenen. Ende hier bi so besiet altoes alse de mensce int hooft es gewont. weder de mane es int wassende. so vol. so int wanende. so volwaent [Dit is van den teekinen die de mane doereloept, C] Ende ic scrive u vanden tekenen van der manen also alse astronomine houden. also si seggen in tekenen vanden wedre dat men heet in latine aries. dan so eist vreselijc te sine gewont int hooft. Want dan heeft de mane heerscapie int hooft. ende dat geduert in elc maenscijn .2. dage ende .1/2. luttel min of luttel meer. Ende aldus so siinre .12. tekenen. ende elc teken heeft .2. dage ende .1/2. luttel min of luttel meer die welke hebben heerscapie optie leden vanden menscen. Ende aldus es de mensce gedeilt in .12. na den jugemente van den meesters van astronomien. entie .12. siin gepareert iegen die .12. tekenen van den firmamente. want dats oec gedeilt in .12. delen. ende elc heeft .1. teken. ende heeft sinen name bi hem. ende so doet oec an den mensce so heeft elc siin led ende sine proper stede. Gi selt weten dat aries hevet thooft ende dansichte die kennebacken ende daer omtrent. Ende taurus heeft die stortte ende dien hals. Ende gemini die armen entie handen. Ende cancer die borst toter magen. Ende leo de mage die lendenen 39 ende omtrent dat herte. Ende virgo den lichame ende dat ingewant Ende libra die billen entie hoepen. Ende scorpio die menscelijcheit enten eers. Ende sagittarius de dyen. Ende capricornus de knien. Ende aquarius die been toten voeten, Ende pisces heeft die voeten. [Ende ic sal hu hier toghen de figure des mans omme dat men te bet mach scauwen hore stede ende de teekin. Dit es die man die toghet die vij teekinen elc staende te siner stede C; ruimte opengelaten]. Ende hierbi seggen meesters datter vrese ane es. ende dat |115ra| een surgijn es sculdech te wetene ten minsten vander manen ende vanden tekenen. ende welc tijt dat si haren loop in elc teken heeft. ende dan dat teken te scuwene van snidene ende van andren werken. om die redene dattie mane ende teken senden groete swaerheit dien leden. of in die steden ende merret die quetsure ende verswaert. Ende daeromme sijt vorsien in allen dingen radic u. ende merct die tekenen alsoet vorseit es ende elc getoent sine stede ende siin proper led. Ende alse dura mater bloot es ende dan wijst bruun ende lancfranc ende andere auctores datmen daer op legge dit pulver dat men heet in latine pulvis capitalis. ende dat maect men aldus: Nemt scariole. cleine wit wierooc .mirre. draken bloet. mele van vitssen elx even vele. ende hieraf so maect cleine pulver ende stampet in .1. suveren motalinen mortier. ende sichtet dore .1. vout suver linen cleets. ende dit legt onder tsindael. Ende of dura mater wert al bruun om tpulver. sone legter nemmer op. maer legter op rodomel. ende .3. deel [olien ende G] omfacijns suver linen cleet daer in genet. Ende heylt die wonde voort alst vleesch begint wassen met pluckelingen van suveren linen hooftcleden. [Die leeringhe van mester jan yperman C, L]

Nu verstaet mine lere ende wat mi gesciede. Ic ruumde die wonde so dat ic die scerve al bloot hadde ierst thaer af gescoren. ende daerna wiecticse wel dunne. ende genaest metter olyen van rosen ende metten rodomelle alsoet vorseit es. Eens was gewont een cnape int hooft met enen stave also dat therssen becken al ontwee was. ende deen been gescoten onder dander. ende hi hadde al siin kennesse verloren. Ende ic nam .1. sceers ende snetene ende ontdecte [hem dat L] herssenbecken ende vant zere ontwee. ende [gheschoten G] deen onder dander. Ten iersten vermakene na der snede berechticken met olyen ende met zeme dwelke vorseit es. Ende ic voedene met moruwen doders van eyeren. ende met kerender melc met gortte gespeelt. ende met gebradenen applen entie suure. ende hi dranc tyseine gesoden op gersten. Ic en dorste hem al niet doen om dat hi so cranc was. Die scerven wiesen al vol vleeschs ende hi wert sprekende ter .6. 40 weken ende hiet mi oom. hi gecreech sine sprake so lanc so bat. Mer hine wiste niet wien so zere hadde gequetst. Nochtan vergaderde hi iegen den genen met vorsienen sinne. ende bi beradenen rade met swerde ende met bokelare. Hi genas ende wert wel opt sine. ende versoende iegen |115rb| den genen dien hadde geslagen. Dbeen dat boven den andren was daer dander onder scoet. dat drogede. die upperste taflen enten cantenwert. ende nature dat staect van hare bider hulpen van den vleesce dat wies uten adren die liggen tusscen dbeen enter taflen. Ende dus wert die lichame vander wonden also slecht sonder groet dal ende sonder grote butse. Een cnape wert geslegen van .1. perde int achterste deel van sinen hoofde al te stucken. Ic ruumde hem die wonde. ende ic genassen also gelike. ende hine verloes niet van sinen bene meer dan die wint beliep. ende dat in die dicte van enen nagle. Oec genasic .1. jonfroukijn dat geslegen was oec van .1. perde voren in siin vorhooft: ic genaest dies gelike. Oec enen ouden cnape geslegen met ere plommeye besiden der commissuren ende ic genassen oec dies gelike. Ende vele andre gewonde die ic genas dies gelike. ende dit was in ypere in vlaendren ende daer omtrent. Alse gi hebt gesneden enege wonde int hooft. so stect in elc quartier .1. sterken linen draet of ziden draet (in G grove schets van naald en draad) ende alse gi die wonde hebt gewiect. so trect die quartiere metten draden tegadere ende vergadertse also na alse gi moget. ende also doet tote allen vermakene. so seldi hebben .1. scone lixeme. ende dit en sal niet laten die quartieren crimpen. Ende siin si ontcrompen so ruumtse van onder. ende en snijt nietaf also somege sotten [meesters G] doen.

Kapittel 16.

De lering van de gebroken schedel recht zonder wond in het vlees.

Nu hoort hier een goede lering van het gewonde hoofd daar het been kapot is. En dit is bewezen door dokter Janne Yperman uit de leringen van Lancfranc en uit de bewijzen van Galenus en van Avicenna en Serapio (1) en van Hippocrates die aanwezen dat men zo weinig zou nemen van de schedel als men kan en dat om de mens niet uitzinnig te maken en vanwege de reden die er gezegd is want de schedel is het schild en wacht er van de edele leden wat een voornaam lid is van de nieren en uit hem spruit alle besef van de mens die hij bij zich heeft. Waarbij het voor alles nuttig is dat de mens zich bedekt houdt met zijn schild die de natuur hem heeft gegeven zo goed als men kan.

En dit is hun lering; daar de schedel gescheurd is en vooral daar een stuk niet onder de andere schiet of daar beide kanten even hoog blijven. Want Lancfranc van Milaan houdt dit voor [37] de beste behandeling en daar de minste vrees in is. Nochtans zegt hij dat er grote vrees in is in alle kapotte schedels en vooral als het ene been onder de andere schiet of als er splinters onder het been zijn geschoten die de harde moeder mogen kwetsen.

Allen die echt gebroken of gescheurd zijn, zijn het best te genezen zonder houwen of zonder schrapen. In het doorhouwen en in het doorschrapen is er vrees want vele lieden of kinderen of vrouwen of bange mannen duchten tegen dat houwen zo zeer dat ze koorts krijgen van angst. En dan ontgaan er weinig die met hoofdwonden koortsachtig worden. Of 1 ander, die chirurgen zijn niet zo subtiel en hun houwen zijn vrees en die het zekerst waant te wezen is soms het meest bedrogen.

Maar aldus wrocht meester Lancfranc en ik na hem die ik het zekerste vond. Laat eerst bij de gewonden het haar afscheren. En dan zal men 1 schaar hebben en men zal het dapper snijden en direct het vlees van de schedel schillen en bedek die wonde alzo vol als ge kan, die doek genat in het witte van een ei en daarboven 1 pleister van proppen en bindt dan het hoofd met lange zwachtels omwonden zodat die doeken goed houden en de pleister daarop. De derde dag vermaak het tenzij dat het zeer bloedt en laat het daarop tot de 4de dag. En als die wonde zeer bloedt strem het met de leringen die ge leert in het kapittel van bloed te stremmen. En als ge snijdt snij dan zo ver als die spleet gaat. En na dat snijden vermaak het ten eerste en neem olie van rozen en honing die tezamen gemengd is, 2 deel olie van rozen en 1 deel honing, zoals gezegd is, en daarin nat u uw doek en leg het in de wonde op de schedel. En leg daarna in de wond van het vlees doeken die genat zijn in 2 deel olie van rozen en 1 deel dooiers van eieren. En boven de wond leg je 1 een pleister die gemaakt is van honing van rozen en van weinig gerstebloem, deze pleister zuivert en verbetert. En als het goed gezuiverd is en de wond geen zweer heeft of voelt en die wonde heeft gedragen en de scheur is vergroeid met goed vlees dat daarop komt leg er dan in pluksels van versleten linnen hoofdkleden. En boven op die wond leg je 1 pleister van zwarte zalf en was ze bij elk vermaken met warme wijn en droog het daarna telkens met zacht linnengewaad eer ge er de pluksels in legt en heel het aldus tot die wond geheel geheeld is met de hulp van God, dit is helen zonder houwen en het zekerste dat me lijkt.

En als er een gat is in de schedel tot de liezen die harde hersenvlies heet, doe zo als u geleerd hebt in het kapittel van de afgeslagen delen en bedek alzo die hersens die tussen het been en harde hersenvlies steken met fijn stof en wit zuiver linnen kleed, maar nieuw rood fijn stof is het beste. En als het zo is dat die hersenen willen oplichten uit de gaten zodat het lijkt [38] dat ze boven de kanten van de schedel liggen zoals het vaak gebeurt als de maan wast of vol is, bedek ze met fijn stof en heb daarna 1 dun plaatje lood dat weinig meer is dan het gat van het been en dat heeft in het midden 2 gaatjes daar 1 getwijnde draad door kan gaan, die ene draad is daar men het door kan laten glijden naar waar men wil en dat steekt tussen de fijne stof en het been. Of neem 1 plaatje van een dun esdoorn schoteltje als men het dun genoeg kan vinden. Want het kan niet te dun zijn, dit is beter dan lood omdat het warmer is dan lood en omdat het niet zoveel weegt, dit steek je ertussen totdat de hersens er nimmer uit komen willen en aldus vermaak je de gewonde 2 maal per dag en telkens leg je er in nieuwe fijne stof op en doe dat oude eruit en zuiver uw plaatje van de etter en droog het goed.

(2) En als de maan wast of vol is dan is er meer vrees om gewond in het hoofd te zijn dan als ze afneemt of weg is. Want als de maan vol is dan liggen de hersens met hun liezen vastgebonden aan het been en zo de maan voller is zo ze vaster liggen. En als de maan afneemt dan liggen die hersens en verminderen zo ruim zodat men een vinger tussen het been en de harde moeder zou mogen steken waarbij de hersens afnemen bij de maan en groeien. En zo doet ook alle vochtigheid aan de mens zoals aan de hersens. En bekijk hierbij altijd de mens die in het hoofd is gewond of de maan aan het wassen is, zo vol, zo in het afnemen, zo volledig. Dit is van de tekens die de maan doorloopt.

En ik schrijf u van de tekens van de maan zoals de astronomie het houdt zoals ze zeggen in tekens van de ram, dat men in Latijn aries noemt, dan is het vreselijk om in het hoofd gewond te zijn. Want dan heeft de maan heerschappij in het hoofd en dat duurt in elke maanschijn 2 dagen en ½, weinig minder of weinig meer. En aldus zijn er 12 tekens en elk teken heeft 2 dagen en ½, weinig minder of weinig meer die heerschappij hebben op de leden van de mensen. En aldus is de mens gedeeld in 12 naar de regels van den meesters van astronomie en de 12 zijn gepareerd tegen die 12 tekens van het firmament, want dat is ook gedeeld in 12 delen en elk heeft 1 teken en heeft zijn naam bij zich en zo doet het ook aan den mensen en zo heeft elk zijn lid en zijn goede plaats.

Ge zal weten dat aries het hoofd en de kinnebak heeft en daar omtrent. En taurus heeft de strot en de hals. En gemini de armen en de handen. En cancer de borst tot de maag. En leo de maag, de lendenen [39] en omtrent het hart. En virgo het lichaam en het ingewand. En libra de billen en de heupen. En scorpio die menselijkheid en de aars. En Sagittarius de dijen. En Capricornus de knieën. En Aquarius de benen tot de voeten. En pisces heeft de voeten. En ik zal u hier de figuur van de man laten zien zodat men beter hun plaats en de tekens kan aanschouwen. (2) Dit is die man die de 7 tekens laat zien en elk staat op zijn plaats; En hierbij zeggen dokters dat er vrees aan is en dat een chirurg tenminste van de maan moet weten en van de tekens en welke tijd dat ze hun loop in elk teken hebben en dan dat teken te schuwen van snijden en van andere werken vanwege die reden dat de maan en teken grote zwaarheid in die leden of in die plaatsen zenden en vermeerderen en verzwaren de kwetsing. En wees daarom voorzien in alle dingen, raad ik u, en merk de tekens op zoals gezegd is en elk getoond op zijn plaats en goede lid.

En als harde hersenvlies bloot is dan wijst Bruno Longoburgensis en Lanfranc en andere auteurs aan dat men er dit poeder op legt dat men in Latijn pulvis capitalis noemt en dat maakt men aldus: Neem Lactuca scariola, kleine witte wierook, (Boswellia thurifera) mirre, (Commiphora myrrha) drakenbloed, (Daemonorops draco) meel van vitsen (Lathyrus), elk evenveel, en maak hiervan klein poeder en stamp het in 1 zuiveren metalen mortier en zeef het door eenvoudig zuiver linnen kleed en leg dit onder het fijne stof. En als harde hersenvlies geheel bruin wordt vanwege het poeder leg het er dan niet op, maar leg er rodomel op en 3 deel olie en onrijpe olijf en nat daarin een zuiver linnen kleed. En heel de wond verder als het vlees begint groeien met pluksels van zuiveren linnen hoofdkleden.

De lering van dokter Jan Yperman.

Begrijp nu mijn leer en wat me overkwam. Ik ruimde de wond zodat ik de scherf geheel bloot had, eerst het haar afgeschoren, en daarna goed dun bedekt en genas het met de olie van rozen en met rodomelle zoals gezegd is.

Eens was een knaap met een staaf in het hoofd gewond en zo dat de schedel heel kapot was en het ene been onder het andere geschoten en hij had al zijn kennis verloren. En ik nam 1 schaar en snee en ontblootte de hem de schedel en vond die zeer kapot en geschoten de ene onder de andere. Ten eerste vermaakte ik het en na de snede maakte ik het af met olie en met honing zoals gezegd is. En ik voedde met murwe dooiers van eieren en met gekarnde melk en gort gekookt en met gebraden appels en het zure en hij dronk gerstewater gekookt op gerst. Ik dorste hem niet geheel te doen omdat hij zo zwak was. Die scherven groeiden al vol vlees en hij begon te spreken na 6 [40] weken en noemde me oom en kreeg zijn spraak geleidelijk aan beter. Maar hij wist niet wie hem zo zeer had gekwetst. Nochtans vergaderde hij tegen diegene met voorziene geest en na beraden raad met zwaard en met beukelaar. Hij genas en werd goed op het zijne en verzoende met diegene die had geslagen. Het been dat boven de andere was daar de andere onder schoot, dat droogde, die bovenste tafel en naar de kanten toe en de natuur staakte van haar bij de hulp van het vlees dat uit de aderen groeide die tussen het been en de tafels lagen. En aldus werd dat lichaam van de wonden zo echt zonder groot dal en zonder grote buil.

Een knaap werd door 1 paard in het achterste deel van zijn hoofd geheel stuk geslagen. Ik ruimde bij hem die wond en ik genas alzo gelijk en hij verloor niet meer van zijn been dan een kleinigheid en dat in die dikte van een nagel.

Ook genas ik 1 jonkvrouw die ook geslagen was van 1 paard voor in haar voorhoofd: ik genas die diergelijk.

Ook een oude knaap die met een loden knots (ploertendoder) naast de gewrichten geslagen was en ik genas die ook diergelijk. En vele andere gewonden die ik diergelijk genas en dit was in Yper in Vlaanderen en daar omtrent.

Als ge enige wonde in het hoofd hebt gesneden steek dan in elk deel 1 sterk linnen draad of zijden draad en als ge die wond hebt bedekt trek dat deel met de draden tezamen en voeg ze tezamen zo goed als ge kan en doe alzo bij alle vernieuwingen dan zal ge 1 mooi litteken hebben en dit zal niet nalaten dat deel te krimpen. En zijn ze ontkrompen ruim het op van onder en snij het niet af zoals sommige zotten dokters doen.

(1) Er zijn drie auteurs van dezen naam, nl.: Serapion van Alexandrië, uit de derde eeuw v. Chr., een der stichters van de Empirische School; Serapion de Oude, eigenlijk Jahja ben Serabi of Ibn Serafioen, en Serapion de jonge. De laatste is een apocrief persoon, op wiens naam een ‘Liber medicamentis Serapyoene simplicibus’ staat, waarvan tot dusver geen Arabisch origineel gevonden is. Uit het verband, waarin Yperman, op blz. 36 kol. b, van Serapioen naar aanleiding van de behandeling van niet gecompliceerde schedelbreuken spreekt, zou men mogen afleiden dat hij dezen Serapion niet bedoeld heeft.

Evenmin is het waarschijnlijk, dat Yperman het oog op de eerstgenoemden gehad heeft. Blijft dus over Serapio de Oude, een Syrische arts uit de 9de of 10de eeuw, die meermalen genoemd wordt door Rhazes. Van zijn beide werken, die in het Arabisch vertaald zijn, komt hier in aanmerking de Pandecta e of Practica.’ waarin de ziekten van het hoofd behandeld worden.

(2) Yperman wil doen uitkomen dat het volumen der hersenen de fasen der maan volgt. Bij volle maan zijn de hersenen het sterkst opgezet en vullen zij dus de schedelholte geheel. Bij afnemende maan neemt ook de omvang der hersenen af, zodat men den vinger tussen hersenpan en hersenen kan steken.

(2) De arts moet kennis hebben van de astrologie. De organen, die geacht werden onder den invloed van de maan te staan, zijn: hersenen, mond, ingewanden, blaas, teeldelen, het linkeroog van den man en het rechteroog der vrouw, de lever der vrouw en de gehele linker lichaamshelft, benevens de smaak en de vrucht in de 7de maand. Onder t e k e n e n moet worden verstaan de tekens van den dierenriem, of Ԩuizenՠzoals men placht te zeggen, welke tijdelijk, al naar gelang van den tijd van het jaar, door de planeten – waarvan men destijds, behalve zon en maan, ook Jupiter, Saturnus, Mars, Venus en Mercurius kende - bewoond worden. In het algemeen gold de invloed van de maan op den mens als gunstig, doch hij kon, door een bepaalden stand ten opzichte van andere hemellichamen, in ongunstige zin gewijzigd worden. De arts diende daarmede rekening te houden, wilde hij zijn therapeutische maatregelen met goede uitslag bekroond zien.

CAP. 17.

Die leringe vande(n) .4. meest(er)s e(nde) va(n) roelandine e(nde) van vele and(er)e goed(er) meesters.

Nu hoort die leringe van roelandine ende van vele meesters. of van den .4. meesters die welke die glosen daer op. dewelke Rolando begint in latine: Medicina equm vocatur ad nonuo. Ende roegerijn daer roelant op maecte sine adicien. die begint: Post mundi fabricam. Ende die glose der .4. meesters begint: sic dixit constantinus. Ende rogerus ende roelandinus die wisen daer therssenbecken es ontwee te nemene .1. sceers ende daer met sniden in cruus dat vleesch iegen dattie broke groet es. Ende vint ment so zere ontwee dat men die stucken vorvoets uut mach doen. so doetse ute. of en ware, dat u dbloet contrarie ware. ende dan ontbeit toten andren vermakene. ende dan delivereertse also subtilike 41 |115va| alse gi moget. Ende es dbeen te scerven na uwer snede. so screpet therssen becken al dore. ende maket tgat wel suver ende slechtet metten [groef L] hake () ende dan legter in root suver sindael of suver linen cleet genet int wit vanden eye. ende daerna heilet met pluckelingen van ouden linen cleeden. Ende of die wonde niet vele en bloedt entie zieke sweringe heeft int hooft. so doeten bloet laten in die hooftadre. of die gewonde en si te cranc. of te jonc. of te out. ende dus so wijst hi van allen wonden die niet vele en bloeden in wat lede dat es. so salmen bloet laten in die adren die heerscapie hebben op dat led. Ende ziedi dattie [wonden haer G] lippen zere dicken ende root werden ende wel beginnen dragen. dats een goet teken. so sciint dat nature macht heeft der wonden haer voetsel te sendene. Mer vindi die lippen vander wonden dunne ende bleec. so sciint dat nature so cranc es dat si en gene macht en heeft in hare te hulpene. Ende dit es wantroestelijc ende seker teken vander doot. Ende delivereret dbeen dat gi die herssenen moget suveren van haren ettere ende van haren bloede datter op gevallen es. in den zomer binnen .7. dagen in den winter binnen .10. dagen. Welc dat es en laet den gewonden niet te helpene in den zomer langere dan .7. dagen. want te zomere dragen die wonden eer dan te wintere. [Dits de glose der iiij mesters van salernen C]. Nu verstaet die leringe van roegerine ende van roelandine ende vanden .4. meesters. Roeland ende rogerijn willen datmen den gewonden die herssenbecken ontwee heeft. dwelke dat [......]n es. si wisen dat men den gewonden [sal verhouden] den nese enten mont. ende dat [men blase v]aste dan. eist dat dbeen al do[re es ende ontwe]e. men sal sien comen den adren [ute den wond]en alse .1. smooc. ende daerute sal co[men bl]oet dat gevallen leget optie liese. [Ende] dan willen si dat ment dore bore. dat [he]et trepaneren metten instrumenten. ende [m]en sal daermet maken vele gaetkine ane die zide vander broken. of scerve. ende met cleinen instrumenten sal men ierst boren. ende widen metten meerren. Ende dan hebt .1. beytelkiin ende .1. loden maelget () ende dan houwen van enen gate in dander. ende heffen dat stuc ute al geheel. so dat men daer dore suveren mach die herssenen van haren ettere. ende van haren bloede dat gevallen leget optie liese. Nemt ware die glose |115vb| wijst. waer dat deen been onder dander es gescoten. datmen also begaden sal dupperste stuc. want dupperste es gelijc dicke wils Of in welc dattie broke es datmen dat trepanere. ende dander niet. Aldus begaet datter tebroken es. dit willen de .4. meesters in haer glose op roelandine. 42 Nochtan seggen die .4. meesters. alse gi sult werken opt hooft dat gi sult wachten dien nacht daer te voren dat gi met genen wive en sult siin. Ende dat gi niet en sprect iegen geen wijf die haer vloet heeft. ende dat gi niet en eet geen looc noch onioen no gene scarpe sause. [gheen onganse spisen L] ende uwe handen suverlike gedwegen. Ende alse gi comt ter wonden ten iersten vermakene na dat gi dbeen uut daet so doet den gewonden zere blasen also u vorwijst es. Ende siedi dan etter comen uter liesen. dats .1. quaet teken. Ende en heeft hi geen cortse. hi salne hebben cortelike daerna. Ende comter etter so suveret met gedwegender spoengien. ende daer na so legt coenlike optie herssenen wel cleine pulver van witten wieroke dat men heet olibanum. Ende of die wonde wert te heet so smeertse met popelioene die gi gemaect selt hebben. of gehaelt in die specerien. Ende men maket aldus: Nemt cnoppen vanden popeliere onder .1/2. lb. die blade van witten mecopine ende van swertten ende van mandragora. die cropkine van roden bramen. die bladren van belrike. vander nachtscaden. van penninc crude elcs .4. oncen wegende. versch swinen smout .3. lb.. Ende maecse aldus. stampt die croppen vanden popeliere zere wel metten smoute. ende maecter af ronde bollen. ende legse also en wech te vertegene. ende daerna so leest dandere cruden. ende als gise al hebt. so stampse metten vorseiden bollen. ende laetse liggen in bollen also .9. dagen daerna so brecse al te stucken in enen ketel. ende gieter op .1. lb. wiins zere riekende. ende latet al te gadere zieden tote die wijn al versoden si. ende die crude dalen te bodeme. ende altoes roerende met ere spatule. Ende daerna so persset dore .1. suver linen cleet. ende bestadet in .1. suver vat. dits popelioen. ende es goet iegen alle scarpe hitte van cortsen. Ende dengenen die niet en mogen slapen. dien so smeret daer met den slaep. enten puls vanden arme entie planten vanden voeten. entie palmen vander hant. dat met olyen van violette |116ra| geminct ende daer met gesmeert bluscht hitte wonderlike zere. Ende optie navele gesmeret doet sweten. Ende of enech been sciet deen onder dander ende versceden es. so wijst die glose [der iiij mesters C] dat gi dat been uut hael(t) met .1. tangen. ende men saelt rechte uut trecken. [slechtelinge vore wert G]. ende niet wankelende herwert noch derwert. Ende wacht u dat niet ru en si no hakende want het mochte wonden dura mater. ende dan ware die gewonde in groter avonturen vander doot. Maer sijt altoes vorsien met gehelen sinne. ende altoes besiet dat tusscen der liesen enten bene en gene ruheit en si. Ende esser ruheit so suvertse subtilike ende 43 dan so peuleut die herssenen met sindale genet int wit vanden eye. of met linen clede also vorwijst es. ende heilt die wonde voort als u vorleert es.

Theodorijc ende huge van luken die beide goede meesters waren die beste die men wiste of vant in haren tiden. Ende si leiden dit plaester op wonden die root ende geswollen waren entie zere swoeren ende sonderlinge op thooft ende in zeneweger steden. Si soden pappelbladre ende daerna capten sise ontwee. ende daerna stamptensise wel ende namen der also vele alse tenen plaestere bedorste. ende dat soden si in wine. ende daerna hadden si gestampt gruus ende dat gesicht. ende daeraf namen si also vele alse hen goet dochte. also dat tplaester en was te dicke no te dunne Ende dat leidense optie wonde elcs dages heeter dan laeu tote dattie wonde was in goeden pointe van sweringen ende van swillingen. Ende daerna heilden si die wonde met warmen wine ende onderwilen met zalven. Theodorijc orcont dat hi sach meester hugen van luken enen man heilen die dat achterste deel vanden herssenen al ute waren. entie stede genas ende wies vol vleeschs. ende hi behilt sine gedinkenisse. ende hi was .1. gereydemakere ende hi dede daerna siin ambacht also hi tevoren dede. dwelke meester hugen selve zere wonderde hoe dat mochte siin bi redenen. Want het dochte hem wesende iegen al der ouder meesters vonnesse. Want si orconden wel dat dura mater ende pia mater mochten siin ontwee. maer si seggen datter geen herssenen ute mochten comen. die wonde en ware ierst genesen. mer dattie herssenen ute souden lopen. entie wonde genesen dat ware iegen nature. daerbi wondert meester hugen ende seit alsoe. |116rb| Ende dandere meesters orconden wel. dat alse die herde moeder gewont es. dat onderwilen daelt tusscen der herder moeder enter sachter moeder etter: dwelke dat bi naturliker hitten verstijft. ende alst ute stect. dan waent men dat herssenen siin. om dat dicke es ende wit also die herssenen siin. Maer dat meester huge sach dat rechte herssenen waren dat verwonderde hem. want hen was noyt eer gesien. Want hine was niet sot. hi was een goet naturijn. ende fisisiin. ende surgiin. Waerbi hi seit dat hem geen surgijn en soude te barenteren van en genen wonden. het en ware dat hi sage die quade tekenen die den gewonden overcomen alsoet in surgie es bescreven van roelandine die .1. goet meester was. Waerbi die surgijn es sculdech altoes te hebbene goeden troest op gode. Want hets vele dincs in vresen dat niet verloren en es. waerbi elc meester hebbe in gode troest ende in die hulpe der naturen dewelke die van gode comt. Meester huge van luken die ordineerde enen gewonden sine dyeten. den sterken enten vollen van humoren. dien 44 gaf hi cranke dyeten. Ende den cranken enten ydelen van humoren. dien so gaf hi beter dyeten. dewelke waren goet te verteerne. Ende hi leide op thooft daer therssenbecken ontwee was of niet ontwee .1. plaester van stoppen genet in warmen wine uutgeduwet ende daerboven .1. ander van drogen stoppen om die naturlike hitte te behoudene. ende bantse also met .1. langer scroeden om thooft wimpelende vroedelike. so dattie plaestren niet af en mochten gaen no verscieten vander wonden. Ende doen gaf hi den gewonden die niet en cortsten [of den rede hadden L] van desen clareite geminct met desen pulvere [nuchteren. Ende te middaghe ende tsavons .1. lepel vol te gader L] ende maket aldus Nemt goede canele. goet wit gingebere. elcs 1. dr.. galigaen. cardamome van goeder smake. lanc peper elx. 1. dr.. groffels nagle wel riekende ende versch tgewichte van .12. tarwen coornen of .14. comijn. pepergrane .15. tarwen coorne swaer. van al desen maect cleine pulver stampende in enen motalinen mortier. ende sichtet dore .1. dicken teems. Ende dit pulver bestaedt in .1. houtine busse. Ende aldus maect men clareit van den vorseiden pulvere. Nemt .5. lb. wiins ende die wit ende goet. ende zeems .1. lb. wel gescuumt. dwelke dat gi doet spelen metten wine vorseit. ende doet vanden viere ende minct daermede dat vorseide pulver. ende wacht dat giere te vele pulvers niet in en doet. dat te starc mochte wesen. Mer pijnt u om te makene van goeden smake ende |116va| bequamelijc te drinkene. Desen clareit doet leken dore .1. sac so dattie clareit wel claer si. Daer na so nemt valeriane. genciane. gariofilate. pinpenelle ende piocelle also vele alse van al den andren. dese cruden droget ende stampse wel cleine. ende sichtse wel dore .1. cleinen teems die cleine pulver maect. Van desen vorseiden pulvere so doet in den vorseiden clareit na dat hi clareit es. seinende in cruus ende sprekende dit orisoen: "In nomine patris et filij et spiriti sancti et individuae trinitatis. dextera domini fecit virtutem dextera domini exaltavit me. Non moriar sed vivam et narrabo mirabilia domini castigans castigavit me dominus et mortui (l: morti) non tradidit". Dit segt [3 werf L] mingende tpulver metten clareite vorseit. oetmoedelike te gode wert waerbi metter vorseider mingingen die gewonde mochte genesen bi der hulpen van gode. Aldus leret meester huge van luken. ende deedt selve ende hi gaeft oec in allen wonden ja hoe dat de mensce gewont was. Desen dranc begonste hi te gevene alse de gewonde begonste tetene. dat was gerne ten iersten vermakene. na dierste werf. Gillebeert die wijst ene andre maniere. die die [van ouerberch ende L] vanden rine vele plegen. Hi wijst te lesene dese carmine over den gewonden. ende optie wonde te leggene wolle metter yeken genet in warme olye van olyven. Ende dit leest men over luut. Entie van Oost [waert L] seggen dat mer genen loen af en sal nemen dan den gods loen. maer dat doet hem die vrecheit 45 van haren gelde. Ende hoe dat vaert sine lachterens niet varet wel si seggen hets goet. ende varet qualike. so seggen si hets qualike gelesen. ende daerbi willet god also hebben. Nu beginnen wi lesen. Drie goede gebroedere gingen .1. wech dewelke ontmoete onse here J. C. ende hi seide te hem. drie goede gebroedren waer gadi. die .1. andwerde wi gaen ten berge van oliveten lesen cruden te genesene den gewonden. Ende onse here J. C. seide te hen. Comt na mi drie goede gebruedren. ende sweert mi bi den gecruusten here. ende bi den melke siere moeder der maget. dat gi niet en selt seggen dese worde stillekine noch loen daer af nemen. Ende nemt wolle metter yeken van scapen ende doopse of netse also in die olye van olyven ende legse also in die wonde. Ende gelooft. ende segt. Also longinus die ebreeusche metten spere stac onsen |116vb| here jhesum christum. die niet lange en bloedde no drawonkelde. no zeer en was no vertechde. so en moet oec dese wonde. In den name des vaders ende des zoons ende des heilechs geestes. ende segt 3. werven pater noster. [ende ave marien L.]. Gillebeert wijst dat men hier met werke op alle wonden. sonder op hooftwonden. daer verbiedt hijt. dor die vetheit vander olyen die contrarie es den herssenen. Si en ware niet also goet den hoofde alse olye van rosen. ende dat es om dat si conforterende es bi der cracht vander rosen. Ende sine es niet vertegende om dat si es gemaect van olyven die niet ripe en siin. daer mense gerecht maect also avicenna wijst. Hier latic vanden hooft wonden die gevallen omtrent die scilden vanden herssen beckene ende ga voort in mine andere surgie.

[Meister ancels leringhe.

Meister anceel van genuwen die so genas alle syn hoeftwonden met eenre salven sonder ander ende wasser seer mede gheprijst. Ende hy hiet sine sieken eten die beste spise die sy wonden (l: vonden) ende drincken den besten winen die sy wonden ende dit was teghen alle die actoers van medicinen ende van cirugien ende dit was sijn salve wast heet of wast cout een salve tot hoeft wonden. Nemt wit herse een lb. ende olie van rosen .5. o. ende wit was 3. o.. dit so smelte hy in een panne ende alst begonst te 46 sieden ende bina ghenoech was .o.. pinte goets wijns ende soet alte gader ende daerin doepte hi een linnen cleet ende dat doer goette (l: doorgaette) hy met 1 scere ende so leid hijt op thoeft ende daerboven een plaester van stoppen ghenet in wermen wine ende bant se so dat si niet of en mochten gaen ende was die wonde wijt hy naeise weder aldus ghenas hi alle syn wonden sonder anijs ende veel meer so sterfter die int thoeft ghewont was dan daer ghenas. L] [G. gaat aldus voort: ende diere storven dye groef men ende hare sterf vele meere danre genas. Nochtan was hij vele zeerdere geprijst danne alle dandere die bij redene wrochten. Ne ware dat was niet bij dien dye de redene kennen ne ware met ander lieden Ende aldus es beter goede vente dan waer. Het was oeck .1. meester in vlaenderen van ziericzee uut zeelant die hiet meester willam hij maecte eene cyrone hij nam wederijn ruuet dat smalt hij ende mengede dair mede al luttel was ende .1. deel verde grisen dair (l: dat) men heet spaensche groene dat ziede hij dore eenen doeck ende dopter in .1. linen cleet dair of snijt hij een stic ende leyt op alle die wonden dye tote hem quamen Ende alst vul was hij keeret omme ende vagede datter (den etter) af ende leyde dander zide op de wonde ende ghenas al zine wonden aldus Hij en nayde gheene wonden ne ware hij dwaetse met wermen wijne dair na drogende hijse ende leyder sijn plaester op alsoe ick u voirseyt hebbe ende wasser zeere mede vernaemt dit es algelijc sonder redenen Sulck was in poperinghen een wijf hiet lise pauwels die ghenas alle wonden met drancke Ende leyder op .1. luttel stoppen ende dair boven rode coelbladere vele ghenasser hij (bij?) ende vele storvenre ende vele moesten andere meesters besoeken war bij ick segghe ende bewyze ende al ziedij eenen meester die niet en wert verhueven (l: verheven) ne wondert u niet dair aff bedij hets beter geluckech eers dan verpijnt alle boge (?) G]

KAPITTEL 17.

De lering van de 4 dokters en van Rolando en van vele andere goede dokters.

Nu hoor de lering van Rolando en van vele dokters of van de 4 dokters en die glossaria daar op die Rolando begint in Latijn: ‘Medicina equm vocatur ad nonuo,’ En Rogerus daar Rolando zijn toevoeging op maakte die begint: ‘Post mundi fabricam.’ En de glossaria van de 4 dokters begint: ‘Dit zegt Constantinus’. (Bijgenaamd Afer of Africanus)

En Rogerus en Rolando die wijzen waar de schedel kapot is 1 schaar te nemen en daarmee in het kruis dat vlees te snijden tegen dat die breuk groot is. En vindt men het zo zeer kapot dat men die stukken er onmiddellijk uit kan doen, doe het er dan uit of tenzij dat het bloed u tegenstaat vermaak dan andere dingen en doe het dan zo subtiel mogelijk als ge kan [41]. En is het been in scherven na uw snede schrap dan de schedel geheel door en maak het gat goed zuiver en slecht het met de groef haak en leg er dan rood zuiver fijne stof of zuiver linnen kleed in genat in het witte van een ei en heel het daarna met pluksels van oud linnen kleed. En als die wond niet veel bloedt en de zieke zweren in het hoofd heeft laat dan bloed laten in de hoofdader, of de gewonde is te ziek of te jong of te oud en aldus wijst hij van alle wonden die niet veel bloeden in welke leden dat is dan zal men bloed laten in de aderen die heerschappij hebben op dat lid. En zie je dat de wonden hun lippen zeer dik en rood worden en goed beginnen te dragen, dat is een goed teken en zo schijnt dat de natuur macht heeft de wonden hun voedsel te zenden. Maar vind ge die lippen van de wonden dun en bleek dan schijnt dat de natuur zo ziek is dat ze geen macht in zich heeft te helpen. En dit is ontroostbaar en zeker teken van de dood. En bevrijdt het been zodat ge de hersens kan zuiveren van haar etter en van haar bloed dat er op gevallen is, in de zomer binnen 7 dagen en in de winter binnen 10 dagen. Welke dat is, laat de gewonden niet helpen in de zomer langer dan 7 dagen want in de zomer dragen de wonden eerder dan in de winter.

Dit is de glossaria van de 4 dokters van Salerno.

Begrijp nu de lering van Rogerus en van Rolando en van de 4 dokters.

Rolando en Rogerus willen dat men de gewonde die de schedel kapot heeft en die dat [......] is ze wijzen dat men de gewonden de neus en de mond zal vasthouden en dat men dan vast blaast, is het dat het been geheel door is en stuk zal men uit de aderen [uit de wonden] een soort rook te zien komen en daaruit zal bloed komen dat gevallen ligt op die liezen. En dan willen ze dat men het doorboort, dat heet trepaneren (1) met de instrumenten en men zal daarmee vele gaatjes aan die zijde van de breuk of scherven maken en met kleine instrumenten zal men eerst boren en verwijden met de grotere. En dan heb je 1 beiteltje en 1 loden hamer en dan houwen van het ene gat in de andere en hef dat stuk er geheel uit zodat men daardoor de hersens van haar etter en van haar bloed zuiveren kan dat gevallen ligt op de lies.

Neemt waar die glossaria aanwijst waar het ene been onder de andere geschoten is dat men alzo het bovenste stuk verzorgen zal want de bovenste is vaak gelijk dik. Of in welke dat die breuk is dat men dat trepaneert en de andere niet. Aldus voeg dat er gebroken is, dit willen de 4 meesters in hun glossaria op Rolando. [42] Nochtans zeggen die 4 dokters als ge op het hoofd zal werken dat ge die nacht tevoren wachten zal dat ge niet met een vrouw zal zijn. En dat ge niet spreekt tegen een vrouw die haar vloed heeft en dat ge geen knoflook of ui of een scherpe saus eet en geen onganse spijzen en uw handen 0zuiver wast.

En als ge bij de wond komt bij het eerste vernieuwen nadat ge het been uit deed laat dan de gewonde zeer blazen zoals gewezen is. En zie je dan etter uit de liezen komen is dat 1 kwaad teken. En heeft hij geen koorts, hij zal het kort daarna hebben. En komt er etter zuiver het dan met gewassen sponzen en leg daarna flink op die hersens goed klein poeder van witte wierook dat men wierook (Boswellia thurifera) noemt. En als die wond te heet wordt besmeer het met populierzalf die ge gemaakt zal hebben of gehaalt in de apotheek. En men maakt het aldus:

Neem knoppen van de populier, anderhalve pond, de bladeren van witte papaver en van zwarte en van Mandragora, de knopjes van rode bramen, de bladeren van bilzekruid, van de nachtschade, van penningkruid, die elk 4 ons wegen, vochtig varkensvet, 3 pond. En maak het aldus; stamp de knoppen van de populier zeer goed met het vet en maak er ronde bollen van en leg het alzo weg te verrotten en verzamel dan de andere kruiden en als ge ze alle hebt stamp ze met de voor vermelde bollen en laat ze zo 9 dagen liggen in bollen en breek ze daarna in stukken in een ketel en giet er 1 pond geurende wijn op en laat alles tezamen koken tot die wijn geheel verkookt is en de kruiden naar de bodem dalen en altijd roeren met een spatel. En pers het daarna door 1 zuiver linnen kleed en berg het op in 1 zuiver vat, dit is populierzalf en is goed tegen alle scherpe hitte van koortsen. En diegene die niet kunnen slapen die besmeer je daarmee de slaap en de pols van de armen en de planten van de voeten en de palmen van de hand, dat met olie van violen gemengd en daarmee gesmeert blust de hitte zeer wonderbaarlijk. En op de navel gesmeerd laat het zweten.

En als enig been onder de andere schiet en gescheiden is dan wijst die glossaria de 4 dokters dat ge dat been eruit haalt met 1 tang en men zal het recht uittrekken en niet herwaarts of derwaarts wankelen. En let op dat u niet ruw bent of hakend want het mocht harde hersenvlies verwonden en dan is die gewonde in grote avonturen van de dood. Maar wees altijd voorzien met gehele geest en let altijd op dat er tussen de liezen en het been geen ruwheid is. En is er ruwheid zuiver het dan subtiel en [43] en pel het uit de hersens met fijne stof dat genat is in het wit van een ei of met linnen kleed zoals aangewezen is en heel die wonde verder zoals u geleerd hebt.

Theodorik en Hugo van Lucca waren beide goede dokters en de beste die men kon of vond in hun tijden. En ze legden deze pleister op wonden die rood en gezwollen waren en de zere zweerden en vooral op het hoofd en in plaatsen met zenuwen. Ze kookten malvenbladeren en daarna kapten ze die kapot en daarna stampten ze dat goed en namen er alzo veel als ze voor een pleister nodig hadden en dat kookten ze in wijn en daarna hadden ze gestampte zemelen en dat gezeefd en daarvan namen ze zoveel als ze dachten dat goed was zodat de pleister niet te dik of te dun was. En dat legden ze op die wond en elke dag heter dan lauw totdat die wond in het goede punt van zweren was en van zwellingen. En daarna heelden ze die wond met warme wijn en soms met zalven. Theodorik verkondigt dat hij dokter Hugo van Lucca een man zag helen waarvan het achterste deel van de hersens er geheel uit was en de plaats genas en groeide vol vlees en hij behield zijn gedachte en hij was 1 zadelmaker en hij deed daarna zijn ambacht zoals hij tevoren deed wat dokter Huge zelf zeer verwonderde hoe dat մ kon zijn vanuit redenen. Want hij dacht dat het wel tegen alle vonnissen van oude meesters zou zijn. Want ze verkondigen wel dat harde hersenvlies en dunne hersenvlies verdeeld mogen zijn, maar ze zeggen dat er geen hersens uit mogen komen als die wond net genezen was, maar dat de hersens eruit zouden lopen en de wond genas, dat was tegen de natuur en daarbij verwonderde dokter Hugo zich en zei alzo.

En de andere dokters verkondigden wel dat als de harde moeder gewond is dat er soms etter daalt tussen de harde moeder en de zachte moeder: wat door natuurlijke hitte verstijft en als het uitsteekt dan meent men dat het hersens zijn omdat het dik en wit is zoals de hersens zijn. Maar dat dokter Huge zag dat het echte hersens waren dat verwonderde hem want het was nooit eerder gezien. Want hij was niet zot, hij was een goede natuurkenner en dokter en chirurg. Waarbij hij zegt dat geen chirurg hem zou verslaan van een wond, tenzij hij die kwade tekens zag die de gewonden overkomen zoals het in chirurgie beschreven is van Roelandine die 1 goede dokter was. Waarbij de chirurg altijd goed vertrouwen op God moet hebben. Want er zijn vele dingen te vrezen die niet verloren zijn waarbij elke dokter goede troost en hulp heeft in de natuur die van God komt.

Dokter Hugo van Lucca ordineerde een gewonden zijn dieet, de sterke en de volle van vochtvermenging [44] gaf hij zwakke diëten. En de zwakke en lege van vochtvermenging gaf hij betere diëten die goed waren te verteren. En hij legde op het hoofd daar de schedel kapot was of niet verdeeld 1 pleister van stoppen genat in warme wijn en uitgeduwd en daarboven 1 andere van droge stoppen om de natuurlijke hitte te behouden en bond ze alzo door 1 lange zwachtel verstandig en om het hoofd gewimpeld zodat die pleister er niet af kon gaan of van de wond verschuiven. En toen gaf hij de gewonden die geen koorts hadden van deze kruidenwijn met dit poeder gemengd ‘s ochtends. En ‘s middags en ‘s avonds 1 lepel vol tezamen en maak het aldus;

Neem goede kaneel, goede witte gember, van elk 1 drachme, galigaan, (Alpinia galanga) kardamon (Elettaria cadamomum) van goede smaak, lange peper, van elk 1 drachme, kruidnagels die goed geuren en vochtig het gewicht van 12 of 14 tarwekorrels, komijn, (Cuminum) peperkorrels, 15 tarwekorrels zwaar, maak van al deze klein poeder en stamp het in een metalen mortier en zeef het door 1 dikke zeef. En berg dit poeder op in 1 houten bus.

En aldus maakt men kruidenwijn van het voor vermelde poeder; Neem 5 pond wijn en die wit en goed en honing 1 pond en goed geschuimd, wat ge laat spelen met de voor vermelde wijn en doe het van het vuur en meng daarmee dat voor vermelde poeder en let op dat ge er niet te veel poeder in doet zodat het te sterk mocht wezen. Maar denk er om dat u het van goede smaak maakt en goed om te drinken. Laat deze kruidenwijn door 1 zak lekken zodat die kruidenwijn goed helder is. Neem daarna valeriaan, gentiaan, nagelkruid, (Geum) Pimpinella saxifraga en Hieracium pilosella net zoveel als van de anderen, droog deze kruiden en stamp het goed klein en zeef het goed door 1 kleine zeef die klein poeder maakt. Dit voor vermelde poeder doe je in de voor vermelde kruidenwijn nadat het helder is en zegen het met het kruis en spreek dit gebed: "In nomine patris et filij et spiriti sancti et individuae trinitatis, dextera domini fecit virtutem dextera domini exaltavit me. Non moriar sed vivam et narrabo mirabilia domini castigans castigavit me dominus et mortui non tradidit". Dit zeg je 3 maal en meng het poeder met de voor vermelde kruidenwijn ootmoedig tot God waarbij met de voor vermelde mengsels de gewonde mocht genezen met de hulp van God. Aldus leert dokter Hugo van Lucca en deed het zelf en hij gaf het ook in alle wonden, ja hoe erg dat de mens gewond was.

Deze drank begon hij te geven als de gewonde begon te eten, dat was gewoonlijk na het eerste vermaken, na de eerste keer.

Gillebert die wijst een andere manier die diegene aan de andere kant van de Apen en van de Rijn veel gebruiken. Hij wijst deze spreuk over de gewonde te lezen en op die wond ongewassen wol te leggen dat genat is in warme olie van olijven. En dit leest men overluid. En die van het Oosten was zeggen dat men er geen loon van zal nemen dan Gods loon, maar dat doet bij hen de vrekkigheid [45] van hun geld. En hoe dat het gaat ze lachen niet en dat het goed gaat en ze zeggen dat ze het slecht gelezen hebben en daarbij wil God het alzo hebben.

Nu beginnen we te lezen. ’Drie goede broeders gingen 1 weg en ontmoetten onze Heer Jezus Christus en hij zei tegen hen, drie goede broeders waar gaat ge heen, 1 antwoordde, we gaan naar de Olijfberg en verzamelen kruiden om de gewonden te genezen. En onze Heer Jezus Christus zei tegen hen. Kom naar mij drie goede broeders en zweer me bij de gekruiste Heer en bij de melk van mijn moeder de Maagd, dat ge deze woorden niet stilletjes zal zeggen of er loon van zal nemen. En neem ongewassen wol van schapen en doop het of nat het alzo in de olie van olijven en leg het alzo in die wond. En geloof en zeg het. Alzo Longinus die Hebreeuw die met de speer onze Heer Jezus Christus stak die niet lang bloedde of zeer ontstoken was en ook niet rotte, zo moet ook deze wonde. In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en zeg 3 maal een Pater Noster en Ave Maria.’

Gillebert wijst dat men hiermee op alle wonden werkt, uitgezonderd op hoofdwonden, daar verbiedt hij het door de vetheid van de olie die tegenover gesteld is aan de hersens. Het is niet zo goed voor het hoofd als olie van rozen en dat is omdat ze verbeterend is door de kracht van de rozen. En ze laat niet rotten omdat het gemaakt is van olijven die niet rijp zijn daar men het echt van maakt alzo Avicenna aanwijst. Hier laat ik van de hoofdwonden die vallen omtrent de schilden van de schedel en ga verder in mijn andere chirurgie.

Dokter Ancel ‘s lering.

Dokter Ancel van Genua die zo al zijn hoofdwonden genas met een zalf zonder andere en was er zeer mee geprezen. En hij liet zijn zieken de beste spijzen eten die ze vonden en de beste wijn drinken die ze vonden en dit was tegen alle auteurs van medicijnen en van chirurgie en dit was zijn zalf, was het heet of was het koud, een zalf voor hoofdwonden; Neem witte hars, een pond, en olie van rozen, 5 ons, en wit was, 3 ons, dit smolt hij in een pan en als het begon te [46] koken en bijna genoeg was ons pint goede wijn en kookte alles tezamen en daarin doopte hij een linnen kleed en daardoor een gat met 1 schaar en zo legde hij het op het hoofd en daarboven een pleister van proppen genat in warme wijn en bond het zo dat het er niet af kon gaan en was die wond wijd, hij naaide ze weer en aldus genas hij al zijn wonden zonder anijs en veel meer stierven er die in het hoofd gewond waren dan daar genazen en gaat aldus voort: en die er stierven die begroef men en er stierven er veel meer dan er genezen waren. Nochtans werd hij zeer veel geprezen dan alle anderen die met reden werkten. Tenzij dat het niet was vanwege zaken die we kennen, tenzij dat het met andere lieden was. En aldus is het beter een goede verkoop dan waar. Er was ook 1 meester in Vlaanderen van Zierikzee uit Zeeland die dokter Willam heette en hij maakte een zalf en nam rammenvet en dat smolt hij en mengde daarmee wat was en 1 deel verde grise dat men Spaans groen (kopercarbonaat) noemt en dat zeefde hij door een doek en doopte er 1 linnen kleed in en daarvan sneed hij een stuk en legde het op alle wonden die tot hem kwamen. En als het vuil was keerde hij het om en veegde de etter (de etter) er af en legde de andere kant op de wond en genas al zijn wonden aldus. Hij naaide geen wonden tenzij hij ze wast met warme wijn en daarna droogde hij ze en legde er zijn pleister op zoals ik u gezegd heb en was er zeer mee beroemd, dit is eveneens zonder verstand van de zaak. Zo was er in Poperinghen een vrouw die Lise Pauwels heette en die genas alle wonden met drank. En legde er op wat proppen en daarboven rode koolbladeren en velen genas ze erbij en velen stierven er en velen moesten andere dokters bezoeken, waarbij ik zeg en bewijs en al bent ge een dokter die niet verheven wordt, verwondert u er niet over want bij u is het gelukkig anders en dan verdwijnen alle lasteringen.

(1) Het gebruik van een tinte of sonde tot het peilen van de wond wordt ontraden, omdat die niet, zoals de vingers, van gevoelszenuwen voorzien is en men er dus minder goed mede voelen kan.

CAP. 18.

Hoe me(n) naye(n) sal int ansichte (ende) i(n) andre(n) stede(n) o(m) scone lixime(n) te maken.

Alse de mensce es gewont [int aensicht L] met swerden of met andren wapenen dies gelike. so besiet of die wonde dwers gaet of lanx. Ende hebt ene gecantte naelde die cleinste van den .3. ende daer in sal siin .1. lange oge gegracht ende daer in sal siin .1. cleinen gewasten zidenen draet. of .1. cleinen gewasten twinen draet ende slecht. Ende men sal nayen die wonde deen stuc iegen dander. Maer en stect die steken niet te diepe in de canten vander wonden no int vleesch. Want staectise te diepe. si souden te lelyc lixemen maken. Ende aldus so nayt al omme in die steden die bliken. alse dansichte. die oren ende die handen. ende den vede vanden man alse hi gewont es. Es hi 47 gewont in die lippen lanx of dweers. so voeget die lippen suverlike vander wonden also si gevoeget waren [te voren G]. ende dan naytse nauwe ende ondiepe. ende dan legter op dat vorseide pulver van calke. ende van olybanum ende van draken bloede. of dat rode pulver. Maer dat legter op .9. dagen telken vermakene ende daer boven wegebrede bladren of rode coolbladren. Ende es die nese dweers [of lanx L] afgeslagen so dat se hanget bi den velle so naytse weder ane. ende poentse te harer rechter stede also si was eer si af was geslagen. ende legter op deen vanden tween vorseiden pulveren. ende stect in die nesegaten gansen pipen of swanen pipen. entie bewimpelt |117ra| met .1. luttel stoppen entie stect in die nese gaten om datter die adem soude dore gaen. Ende daerna legt an elke zide vanden nese .1. polu die den nese dwinget dat si wel daect ane elke zide int holle. [vanden nese G]. Die poluwe sullen den nese wel doen voegen eist dat mense vroedelike leget. Ende dan bintse daerna met .1. langer scroden. entie ontbrect in de middewert vander scroden so doet dalen dien point vanden nese. ende dan legt die .2. ziden vander scroden boven den oren. ende achter den hoofde so draytse [eene warf achter den oren ende den hovede ende dan cnoepze G] of naytse. Ende emmer so hout pipen stekende in den nese of wieken. ende die gesmeert met zwarter zalven of geleyt in olyen van rosen. dewelke wieken liden die wonde binnen dat si niet en luuct. si en blive open datter die adem dore mach gaen tote die wonde genesen sal siin. Ende na die .9. dagen so heilt die wonde met plaesterkinen gesmeert met swarter zalven. ende dwaetse telken vermakene met warmen wine. ende daerna droochse met .1. sachten linen cleede. ende daerna so legter op van uwen vorseiden plaesterkinen. ende si sal wel heilen metter hulpen van gode. Ende lancfranc wijst die wonde te nayene alsoet vorseit es. ende hi wijst te bindene .1. ander scrode dweers opten nese. de welke scrode houden soude die polukine die liggen op elke zide vanden nese. Ende hi wijster op tpulver vanden levenden calke metten andren dingen. ende daerop .1. plaester genet int wit vanden eye ende olye van rosen te gadere geminct ende wel geslagen in den nese te stekene .1. wieke van wasse in elc nese gat entie lide die wonde. of en ware niewer toe goet dat men die wieken daer in stake. Waert dat mense niet en stake lidende die wonde. om dattie wonde te gadere soude crimpen. ende also soude die nese stoppen ende verluken datter geen adem ute en soude gaen mogen. no oec en genen wint in soude mogen trecken. ende dan so ware verloren die lucht van naturen. ende dat soude comen te grieve der longenen. die haelt haren wint ten nese enten monde daer si mede minstreert der herten ende coelt hare hitte. Want therte es so heet en hadde si genen wint vander longenen. si soude verteren alle die verscheit vanden lichame. ende dan soude die mensce werden so mager. dat hi |117rb| soude sterven van droocheiden 48 dewelke droocheit heet tysike. Nochtan comt tysike in .2. manieren mer hier en behoorter niet af te sprekene want het en behort niet ter surgien. Het siin sulke meesters die steken die wonde al vol naelden ontrent ende bewimpelen se met draden. ende latense daerin steken .9. dagen. ende dan zien si dattie wonde vergadert es dan doen sise ute.

KAPITTEL 18.

Hoe men in het aanzicht en in anderen plaatsen naaien zal om mooie littekens te maken.

Als de mens gewond is in het aanzicht met zwaarden of met andere dergelijke wapens kijk dan of die wond dwars gaat of in de lengte. En heb een kantige naald die het kleinste is van de 3 en daarin zal 1 lang oog zijn met een groef en daarin zal 1 klein zijden draad zijn die in was gezeten heeft of 1 kleine getwijnde draad met was en recht. En men zal de wond het ene stuk tegen de andere naaien. Maar steek die steken niet te diep in de kanten van de wonden of in het vlees. Want steek je te diep dan zouden ze lelijke littekens maken. En naai aldus zo alom in die plaatsen die te zien zijn zoals het aanzicht, de oren en de handen en de roede van de man als hij gewond is. Is hij [47] gewond in de lippen, in de lengte of dwars, voeg die lippen zuiver van de wond zoals ze gevoegd waren tevoren en naai ze dan nauw en ondiep en leg er dan dat voor vermelde poeder van kalk op en van wierook (Boswellia thurifera) en van drakenbloed (Daemonorops draco) of dat rode poeder. Maar dat ligt er 9 dagen op en telkens vermaken en daarboven weegbree bladeren of rode koolbladeren. En is de neus dwars of in de lengte afgeslagen zodat het aan het vel hangt naai het er dan weer aan en plaats het op de goede plaats zoals ze was eer ze afgeslagen was en leg er op de een van de twee voor vermelde poeders en steek in de neusgaten ganzenpijpen of zwanenpijpen en de omwindt het met wat proppen en steek die in de neusgaten zodat de adem erdoor zou gaan. En leg daarna aan elke kant van de neus 1 kussentje die de neus dwingt dat ze goed dekt aan elke zijde in de holte van de neus. Die kussentjes zal de neus goed laten voegen is het dat men ze verstandig legt. En verbindt ze daarna met 1 lange zwachtel en die ontbreekt in het midden van de zwachtel waar de punt van de neus in zal dalen en leg dan die 2 kanten van de zwachtel boven de oren en draai het achter het hoofd een keer achter de oren en het hoofd en knoop het dan of naai het. En houdt steeds dat de pijpen in de neus of in de doeken steken en besmeer die met zwarte zalf of gelegd in olie van rozen, die doeken laten de wonden binnen zodat ze niet sluiten en blijven open tot de adem erdoor kan gaan tot de wond genezen zal zijn. En heel na die 9 dagen die wond met pleistertjes besmeert met zwarte zalf en was ze bij elk vernieuwen met warme wijn en droog ze daarna met 1 zacht linnen kleed en leg daarna erop van uw voor vermelde pleistertje en het zal goed helen met de hulp van God.

En Lacfranc wijst aan om die wond te naaien zoals gezegd is en hij wijst aan een andere zwachtel dwars op de neus te binden en die zwachtel zou het kussentje houden die aan elke zijde van de neus ligt. En hij wijst op het poeder van levende kalk met andere dingen en daarop 1 pleister genat in het witte van een ei en olie van rozen tezamen gemengd en goed geslagen en in de neus 1 doek van was te steken en in elk neusgat en het gat van die wond en tegenwoordig dat men die doeken daarin steekt. Is het dat men het niet in het gat van de wond stak omdat die wond tezamen zou krimpen en alzo de neus zou verstoppen en sluiten zodat er geen adem uit zou mogen gaan en ook geen wind in zou mogen trekken en dan is die lucht van naturen verloren en dat zou de longen komen te bezwaren die hun wind uit de neus en de mond halen waarmee ze het hart bespeelt en haar hitte verkoelt. Want het hart is zo heet en had ze geen wind van de longen zou ze alle vochtigheid van het lichaam verteren en dan zou die mens zo mager worden dat hij sterven zou van droogte [48] welke droogte tysike heet. Nochtans komt tysike op 2 manieren voor, maar hier behoort er niet van gesproken te worden want het behoort niet tot de chirurgie.

Er zijn sommige meesters die omtrent de wond geheel vol naalden steken en omwinden ze met draden en laten ze daarin 9 dagen steken en dan kijken ze of de wond tezamen is en dan doen ze die eruit.

CAP. 19.

Dits van kindre(n) die siin gebore(n) m(et) gespletene(n) lippe(n) scaertmonde.

Enege kindere siin geboren met gespletenen [monden of L] lippen in ene stede onder dat nese gat. Ende onderwilen onder beide dat scaerde monde heeten met vele lieden. diemen aldus sal helpen. Nemt .1. scare ende snijtter met af die cantkine vander gebreclijcheide also luttel alse gi moget. behoude dattie cantkine hebben en gene huut en ware al omme versch vleesch. Ende dan so nayt die lippen vander verscher wonden tegadere met ere drie canter naelde ende met .1. gewasten twinen drade ende slecht. ende nayter met die wonde alsoet u vorwijst es. Ende doet also dattie wonde also wel slute binnen in dien bodem alse buten die canten. Ende dan so stect .1. lange naelde dore die lippen verre vander wonden ende die bewimpelt met enen drade. ende daerna so legter op tpulver vanden calke of trode pulver. ende daer boven .1. plaester genet int wit vanden eye ende in olye van rosen tegadere geminct. Ende of die canelen gebarsten so berecket also u vorleert es. Want ane die canelen en mogedi niet doen dan quaet. want si selen wassen metten kinde bi naturen. Ende alse die canelen siin gespleten. so siin die lippen te spleten. ende dat al tote bi den nese. Maer wercter op also u vorleert es. ende heiltse voort also gi doet andre wonden. Ende alse gi ziet dattie wonde vaste tegadere cleeft. dan doet ute die naelde. Enege meesters siin diese altoes besteken met naelden ende anders niet en nayen. Ende andere sniden in elke cake .1. wonde om die lippen vanden scaerdc bat tegadere te bringene. ende dat es alser grote faute es van vleesche. ende dat es alse .1. die caneel gebrect. Ende dat en dunct mi en geen goet werc want het scijnt herde zere int ansichte. Waer bi ic u rade dat gi u wacht van sulken werken want .1. meester soude siin herde zere begrepen. Ende oec welc tijt dat hijt niet en doet dwerc |117va| ter lieder gevoege. die liede en willen niet geweten trecht. mer si willent hebben also sijt peinsen. Want men mach niet maken also scone lixeme daer groete faute van vlesche es alse daer si cleine es. 49

KAPITTEL 19.

Dit is van kinderen die geboren zijn met gespleten lippen, hazenlip.

Enige kinderen zijn geboren met gespleten monden of lippen in een plaats onder dat neusgat. En soms heet dat hazenlip bij vele lieden die men aldus zal helpen;

Neem 1 schaar en snij er de kantjes van dat gebrek mee af en zo weinig als ge kan en denk erom dat die kantjes geen huid hebben en alom met vochtig vlees zitten. En naai dan die lippen van de verse wonden tezamen met een driekantige naald en met 1 getwijnde draad die in was genat is en recht en naai ermee die wond zoals u gezegd is. En doe alzo dat die wond alzo goed sluit binnen in de bodem als buiten de kanten. En steek dan 1 lange naald door de lippen ver van de wonden en omwimpel die met een draad en leg erna het poeder op van kalk of het rode poeder en daarboven 1 pleister genat in het wit van een ei en in olie van rozen tezamen gemengd. En als het kanaal (1) gebarsten berecht het zoals u geleerd hebt. Want aan dat kanaal kan ge niets anders dan kwaad doen want ze zullen van naturen groeien met het kind. En als die kanalen gespleten zijn dan zijn die lippen gespleten en dat al tot bij de neus. Maar werk erop zoals u geleerd hebt en heel het verder zoals ge andere wonden doet. En als ge ziet dat die wond vast tezamen kleeft doe dan die naald eruit.

Enige dokters zijn er die ze altijd met naalden besteken en anders niet naaien. En andere snijden in elke kaak 1 wond om die lippen van de hazenlip beter tezamen te brengen en dat is als er een groot gemis is van vlees en dat is als er 1 kanaal ontbreekt. En dat lijkt me geen goed werk want het valt zeer op in het aanzicht. Waarbij ik u aanraad dat ge u wacht van zulke werken want 1 dokter zou zeer slecht begrepen worden. En ook welke tijd dat hij het werk niet doet naar de wil van de lieden, die lieden willen het rechte niet weten, maar ze willen het hebben zoals zij het bedenken. Want men kan geen mooie littekens maken daar een fout van vlees is als het daar klein is. [49]

(1) Canelen. Yperman noemt, over hazenlip-operatie sprekende, het woord ԣanelenծ Met dit woord kan niet anders bedoeld zijn dan de onderrand van de bovenkaak, welke kan gebersten (ontbreken) of siin gespleten, zoals dat inderdaad bij gecompliceerde hazenlip het geval is. Daarmede strookt echter niet de eigenlijke betekenis van caneel, canel of caniel, n.l. die van ‘waterloop, bedding of kanaal’.(Verdam). Te Winkel geeft (Nederl. Tijdschr. v. Geneesk., 52e jaarg. 1908, 1e helft, B., blz. 1699) de emendatie, dat in plaats van canelen ‘cauelen ‘of cavelen’ gelezen zou mogen worden, op grond dat Ԩet Handschrift niet best schijnt te zijn.’ In Hs. B. staat intussen ontwijfelbaar ‘canelen,’ in Hs. L. lees ik tweemaal ‘canelen’ en eenmaal ‘cauele.’ Hs. G. daarentegen geeft alleen ‘cauele ‘en ook in Hs. C. doet de letter in kwestie meer aan u dan aan n denken. Er is dus veel voor te zeggen het woord als ‘cauelen.’

of, wat hetzelfde is, ‘cavelen’ te lezen, en indien dit geoorloofd is, dan levert de verklaring geen moeilijkheid meer op, want ‘cavelen ‘is het meervoud van ‘kavel,’ dat ‘kaak ‘betekent. Ik mag echter niet nalaten op te merken dat in Hs. L. tweemaal het woord ‘canelen’ ‘ gebezigd wordt in plaats van ‘tafle’ of ‘tafele’ in Hs. B. en wel op blz. 29, noot 2, en blz. 40, noot 3. De uitdrukking ‘tafle’ wordt daar gebezigd om de beide compacte lagen aan te duiden, waaruit, met een daartussen gelegen poreuze laag, de platte beenderen van den hersenpan bestaan. Tegenwoordig spreekt men van lamina externa, diplo, en lamina interna sive vitrea. Hier moet canele als een verkeerde schrijfwijze van ‘tauele, ;d.i. ‘tavele’ opgevat worden. De c en de t, en de u en de v zijn in deze en andere Hss. dikwijls niet uit elkander te houden.

CAP. 20.

Dits va(n) bule(n) te doene gesitte(n) die h(er)de moru siin.

Ende waert dat enech mensce ware gequetst int hooft sonder wonde van vleesce. ende hi hadde .1. grote bule ende si ware wel sachte int tasten. of hoe dat ware. so legter op stoppen genet in warmen wine ende daer met .1. luttel souts. ende dat legt optie bule also warm alse die gequestste mach gedogen. Ende of die sweringe hier met niet en mach geliggen in gere (l: geenre) manieren. so geeft den zieken des avens spade [ende smorghens L] nuwelen genet in clareite. pillen die men heet cochie [rasis L] tote onder .1/2. dr.. ende doet hem thooft sceren. ende legter op dit plaester gemaect aldus. Speelt goeden wijn ende sout al te stucken gestampt ende alst begint zieden. so hebt te voren gemaket dit pulver ende gestampt elc sonderlinge ende worpter in van elken van desen dingen. nemt .3. dr.. ende suvert die backen van lauriers van haren peulen. ende comijn. ende anijs van haren stocken of stalen. ende dese droget in. 1. vat op tfier. ende dan stampet ende maecter af pulver wel cleine in .1. mortier. Noch .1. ander. Make pulver in .1. mortier van mastike ende van wieroke elcs .1. dr.. dit doet in .1. goede busse so dat niet en cleeft te gadere. dit roeret metten vorseiden pulvere. dat geminct in den wijn. Ende alse dit wel geminct es. so hebt gruus wel cleine gestampt ende gesicht. ende minget daer met so dat niet en si te dicke no te dunne mer wel slecht. Ende dan so doet dat vat van den viere ende doeter in zeem .1. deel ende roeret so dat slecht si. Ende hier af so legt op thooft datter gequetst es also warm alse die zieke mach gedogen. ende bindet also waerbi dat niet af en mach gaen. ende decket thooft wel ende warm. ende latet also daerop liggen .5. dagen. Ende oft hier met niet en es gelaect of gesaecht. so legt dies gelike vanden selven plaestere vernuut tote dat genesen es. Maer en verporret niet dan van .5. dagen ten .5. dagen. Macer seit dat venkel gestampt met aysine ende geplaestert dat geneest also gelike. Mer dat en proefdic noyt. Mer dander proefdic dicken |117vb| ende menech werf. ende en bedrooch mi noyt Ende dat screef [lancfranc ende L] meester huge van luken Ende het screef meester diederijc die predecare.

KAPITTEL 20.

Dit is van builen te laten zinken die zeer murw zijn.

En is het dat enig mens gekwetst was in het hoofd zonder vleeswond en hij had 1 grote buil en die was wel zacht in het aantasten of hoe dat het was, leg er dan op proppen genat in warme wijn en daarmee wat zout en leg dat op die buil alzo warm als die gekwetste kan gedogen.

En als die zweer hiermee op geen manier kan bedaren en geef de zieke dan ‘s avonds laat en ‘s morgens wafels genat in kruidenwijn, pillen die men cochie noemt Rasis tot anderhalf drachme en laat bij hem het hoofd scheren en leg er deze pleister op die aldus gemaakt is; Meng goede wijn en zout geheel in stukken gestampt en als het begint te koken dan hebt tevoren dit poeder gemaakt en gestampt en elk apart en werp er van elk van deze dingen in; neem 3 drachmen en zuiver de bessen van laurier van haar peulen en komijn en anijs van hun stokken of stalen en droog deze in 1 vat op het vuur en stamp het dan en maak er goed klein poeder van in 1 mortier.

Nog 1 andere; Maak poeder in 1 mortier van mastiek (Pistacia lentiscus) en van wierook, (Boswellia thurifera) van elk 1 drachme, doe dit in 1 goede bus zodat het niet tezamen kleeft, roer dit met het voor vermelde poeder en meng dat in de wijn. En als dit goed gemengd is neem dan goed klein gestampte is neem dan gezeefde gruis en meng het daarmee zodat het niet te dik of te dun is, maar wel goed. En doe dan dat vat van het vuur en doe er 1 deel honing in en roer het zodat het goed is. En leg hiervan op het hoofd dat gekwetst is alzo warm als die zieke kan gedogen en verbindt het zodat het er niet af kan gaan en bedek het hoofd goed en warm en laat het alzo er 5 dagen op liggen. En als het hiermee niet gelukt of verzacht is leg een diergelijke van dezelfde pleister vernieuwd totdat het genezen is. Maar verroer het niet dan van 5 dagen tot 5 dagen.

Macer zegt dat venkel gestampt met azijn en gepleisterd dat alzo gelijk geneest. Maar dat beproefde ik nooit. Maar het andere beproefde ik vaak en vele keren en bedroog me nooit. En dat schreef Lanfrac en dokter Hugo van Lucca. En meester Theoderik beschreef het, de predikant.

CAP. 21.

Van wonde(n) die valle(n) bove(n) die oge(n) dweers tote(n) bene.

Wert enech mensce gewont dweers boven die ogen ende dbeen gequetst es. so besiet of tgat aldore gaet. Ende gaet al dore so doet als u vorleert es int (capittel van den) herssenbecken te broken Ende of dat stucke an tgevac houdt so pellet ute vanden vlesche. ende daerna so nayet tgevac weder an te siere steden. Ende latet .1. luttel 50 open so dat daer die wonde haer mach purgieren van haren ettere. Ende pullet die wonde so onderstecse so datter geen etter in en mach luuschen in den bodem van der wonden. Ic late u te wetene dat dbeen daer die wintbrauwen op staen dat been en es niet van den herssenbeckene. Maer nature hevet gestelt om te scoenre te formeerne dansichte. ende dit dede god in den iersten menscen adame ende yeven bi harer naturen kindere te winnene. Ende also gaf hi bi naturen den enen mensce te comene van den andren. ende also geformeert van mensceliken leden. Of en ware dat de vader te vele saets gave. dan hevet tkint te vele leden. [ende alse hij gheeft te luttel zo hevet tkint te luttel lede G] Maer staen die leden crom. dat comt bi dien dat haer de moeder qualike wacht alsi dat kint draget. Ende oec macht wel comen bider moeder van den wive die enege faute heeft in hare. Ende gerne slachtet tkint der moeder of den vader. heefter enech enege faute. tkint heft gerne tselve dit ziet men dicken gevallen. ende menechwerven oec faelgieren. ende dats geen wonder. Want faute van naturen es menechwerven in enen mensce die niet en es in siin kint. Ende somwile hevet tkint faute dattie vader niet en heeft. Ende alse die moeder ontfaet dat saet van den man. die ymaginacie die der moeder dan comt te voren. dat gesciet menechwerven den kinde. Ende dits de redene dat tkint es scaertmondech. Nochtan seggen sulke dat comt bi dat de moeder heeft geten van enen hase of van enen robarde vander zee. doen si tkint droech. dwelke grote logene es. Want het siin menech scarde in lippen. wies moeder noyt en aten hasen vleesch no en sagen robaerde vander zee.

KAPITTEL 21.

Van wonden die boven de ogen dwars tot het been vallen.

Wordt enig mens gewond dwars boven de ogen en het been is gekwetst bekijk dan of het gat geheel doorgaat. En gaat het geheel door doe dan zoals u geleerd hebt in het kapittel van de gebroken schedel. En als dat stuk aan het deel houdt pel het er vlees eruit en naai daarna het deel weer aan zijn plaats. En laat het wat [50] open zodat die wonde zich daar kan purgeren van haar etter. En pel die wond en ondersteek het zodat er geen etter zich kan verbergen in de bodem van de wond.

Ik laat u weten dat het been daar de wenkbrauwen op staan dat dit been niet van de schedel is. Maar de natuur heeft het gesteld om het aanzicht mooier te maken en dit deed God in de eerste mens Adam en tevens in zijn natuur om kinderen te winnen. En alzo gaf hij van naturen de ene mens van de andere te komen en alzo gevormd van menselijke leden. Of tenzij dat de vader te veel zaad gaf dan heeft het kind te veel leden en als hij te weinig geeft dan heeft het kind te weinig leden. Maar staan de leden krom, dat komt omdat de moeder zich slecht wacht als ze dat kind draagt. En ook kan het wel komen van de moeder van de vrouw die enige fouten in zich heeft. En graag verwijt het kind het de moeder of de vader als het enige fout heeft, het kind heeft graag hetzelfde en dit ziet men vaak gebeuren en vaak ook vals en dat is geen wonder. Want fouten van naturen is vaak in een mens die niet in zijn kind is. En soms heeft het kind fouten dat die vader niet heeft. En als die moeder dat zaad van die man ontvangt komt dan de verbeelding van die moeder naar voren en dat gebeurt vaak aan het kind. En dit is de reden dat het kind een hazenlip heeft. Nochtans zeggen sommige dat het komt omdat de moeder van een haas heeft gegeten of van een rode baard (knorhaan) van de zee toen ze het kind droeg wat een grote leugen is. Want er zijn vele scheuren in lippen wiens moeders nooit hazenvlees aten of een knorhaan van de zee zagen.

CAP. 22.

Van dat die ore afgescoort es so dat si hangende blijft an thooft.

|118ra| Alsemen scoort die ore af so dat si blivet hangende an thooft. of dat .1. [mensche L] vallet te meskieve van hogen neder so dat sine ore si begrepen yewerinc tusscen alse in enen stake of in ene splintere. so besiet wel of die substancie diere bleven es geheel daer die ore bi hanget. oft so groet es dat siin voetsel daer dore mach gecrigen. so nayet subtilike weder ane. Ende legt opten naet pulver van calke metten andren .2. dingen geminct. of root pulver. Ende der bat op so legt .1. plaster van stoppen blivet die ore wel gevarwt so blivet daer an. so dwaet met warmen wine ende daerna so legter op trode pulver telken vermakene tote .9. dagen. Ende daerna 51 so volheylt die wonde vort met plaesteren genet in wine. Ende vele meesters heilent met zalven. waerbi mi dunct dat de zalve niet goet en es also die oude meesters jugeren. of sine ware constripatijf. dat es te seggene dwingende of stoppende. dat en doet gene zalve die gemaect es [van swinen smoute L] ten wonden alse swerte zalve. ende sonderlinge zalve die gemaect es met olien van rosen. of met olien van mastike. of met olien van mirtellen. Ende dat met specien dwingende dies gelike. alse mastic. of wierooc. drakenbloet. of aloes epatic. of noten cypressiin. of pulver van gebernt teelix. of met gallen. of met balaustien. of met vele des gelike. Want in cnoesegen steden. of in zeneweger steden siin quaet geleit medicinen die vertegen. alse ripe olive olie. of oliven. of half ripe. of enegerande smout. Ende dit settic in exemple in dese stede om dat gijs altoes vorsien siit in allen steden. Ende dat ghi comt spreken manierlike van elker steden. ende dat redelike ende naturlike ende namelike werken. Ende eist geslagen met energerande [snidenre L] wapenen alse swert. fautsoen of mes ende het af hanget metter caken. of met enen stucke van den beene of sonder dbeen. so nayet wel tsire stede [ende stect C] in die ore altoes ene wieke die dore op houdt so dat tgat vander oren niet en verheile. want verheilet het soude scaden int horen. ende dat ware u [scande ende L] achterdeel ende u lachter waerbi dat ghi stelt alle die leden te harer rechter steden ende nature gewijst also na alse ghi moget na u macht. Het siin selke lieden die den volke geven logene te verstane. ende seggen Ic sach dat .1. man die sijn ore [ende nese C] af was geslagen. ende hi vinct eert |118rb| op deerde quam ende hi ginc tenen goeden meester diet hem nayde weder an. ende hi genassen wel. Dese siin onbecommert te vindene enen logenare. want si makene van hem selven. want wat dat versceden es van den lichaem wat lede dat si. dat verliest also dapperlike sine geesten. Ende dat doot es dat en mach niet werden levende. het en werde levende van miraclen. ende dat en gesciet hier niet. Want men siet dicwile. daer men .1. gevac af sleet. eist int ansichte of waer dat si. en hevet niet so vele gehele steden datter tfoetsel dore mach comen met den geesten. so verderft dat stuc ende vertecht af. Ende somwile hevet luttel spacien dat siin adren comende vander leveren die den stucke voetsel geven ende arterien dewelke hem geven geesten vander herten. ende naturlike hitte. Ende in tgrote stuc dat vorder es daer en siin gene adren no arterien. Ende men bint oec onderwilen die wonde der dat stucke af es so vaste ende persset tstuc so zere met. datmen dbloet oec daer ute duwet biden bedwange. ende dus bedervet tstuc bi scoude vanden meesters. Waerbi ic mane elken meester dat hijs hem wachte 52 dore siere eren wille. ende tprofijt van der zielen ende van sinen zieken. so en sal hi hem gene blameringe doen sonder redene.

KAPITTEL 22.

Van dat het oor afgescheurd is zodat het aan het hoofd blijft hangen.

Als men het oor eraf scheurt zodat ze aan het hoofd blijft hangen of dat 1 men ongelukkig van hoog valt zodat zijn oor ergens tussen gegrepen wordt zoals een staak of in een splinter bekijk dan of de substantie die er gebleven is geheel is daar het oor bij hangt of het zo groot is dat het daardoor zijn voedsel kan krijgen en naai het er dan weer subtiel aan. En leg op de naad poeder van kalk met 2 andere dingen gemengd of rood poeder. En leg er beter op 1 pleister van proppen en blijft die oor goed gekleurd dan blijft het eraan en was het met warme wijn en leg er daarna het rode poeder op bij elk vermaken tot 9 dagen. En genees de wonde daarna verder [51] met pleisters genat in wijn. En vele dokters helen het met zalven waarbij ik denk dat de zalf niet zo goed is zoals de oude meesters oordelen of het was stoppend, dat betekent drukkend of stoppend, en dat doet geen zalf die gemaakt is van varkensvet tot wonden zoals zwarte zalf en vooral zalf die gemaakt is met olie van rozen of met olie van mastiek (Pistacia lentiscus) of met olie van mirt (Myrtus communis). En dat met drukkende dergelijke specerijen zoals mastiek of wierook, (Boswellia thurifera) drakenbloed (Daemonorops draco) of Alo (Alo perryi, de levervormige) of noten van cipres of poeder van gebrande teelix (?)of met gallen of met bloemen van granaatappel of met veel dergelijke. Want in kraakbeenachtige plaatsen of in plaatsen met zenuwen is het slecht medicijnen te leggen die verrotten zoals rijpe olijvenolie of olijven of half rijpe van of enigerhande vet. En dit zet ik als voorbeeld op deze plaats zodat ge altijd voorzien bent in elke plaats. En dat ge er behoorlijk van komt te spreken op elke plaats en dat redelijk en natuurlijk en goed werkt.

En is het geslagen met enigerhande snijdende wapens zoals zwaard, dolk of mes en het hangt af met de kaak of met een stuk van het been of zonder been, naai het goed op zijn plaats en steek in het oor altijd een doek die het oor ophoudt zodat het gat van het oor niet heelt want heelt het zou schaden in het horen en dat geeft u schande en nadeel en uitlachen, waarbij u alle leden op hun echte plaatsen stelt en natuur aanwijst alzo goed als ge kan naar uw macht.

Er zijn sommige lieden die het volk leugens te verstaan geven en zeggen; Ik zag dat 1 man die zijn oren en neus afgeslagen was en hij ving het op eer het op de aarde kwam en hij ging naar een goede dokter die het hem er aannaaide en hij genas goed. Deze zijn onbekommerd om een leugenaar te vinden want ze van zichzelf maken want wat dat verdeeld is van het lichaam en welke leden dat het zijn dat verliest alzo snel zijn geesten. En dat dood is dat kan niet levend worden, het wordt levend van mirakels en dat gebeurt hier niet. Want men ziet vaak daar men 1 deel af slaat, is het in het aanzicht of waar dat is, en heeft het niet zoveel hele plaatsen dat voedsel met de geesten erdoor kan komen dan bederft dat stuk en verrot. En soms heeft het weinig ruimte, dat zijn aderen die van de lever komen die dat stuk voedsel geven en aders die hem geesten van het hart geven en natuurlijke hitte. En in het grote stuk dat verrot is daar zijn geen aderen of slagaders. En men bindt ook soms die wond daar dat stuk af is zo vast en perst het stuk er zo zeer mee dat men het bloed er ook uit duwt door het drukken en dus bederft het stuk door het duwen van de dokters. Waarbij ik elke dokter aanmaan dat hij zich wacht [52] vanuit zijn eigen wil en het profijt van de zielen en van zijn zieken en dan zal hij zich niet blameren zonder reden.

CAP. 23.

Van wonde(n) gescote(n) int ansichte of i(n) andre(n) steden.

Het gevalt dicken dat .1. mensce gescoten es int ansichte [of anderswaer L] met enen gescutte. dwelke yzer heeft enen buuc daer thooft in gescut es. ende daer es die meeste hoop af optie zide ter zuut zee ende sonderlinge in romeinen in spaengien. in vrankerike. in ingelant. in scollant ende in waelsch. ende in vlaendren brabant L]. Waerbi mine lere es alse .1. man es gescoten dat hi besie hoe hi (l: die) scoet(es) diere gescoten es. Ende vindi den scote uut getrect so sijt seker dat dyser met uut si getrect. Ende es hi van onder gescoten opwert so eist vreseliker. dan oft ware van boven nederwert. Dits die proeve. Alse men sciet van onder enen casteel of dies gelike. ende sonderlinge int hooft. ende vanden gordele tote beneden der lieschen. so es te duchtene dattie scote gaet toten hersenen. of toten darmen of toten andren [leeden C] die daer liggen binnen. alse levere. longere. blase. milte. mage. Nochtan en soude die wonde daer bi niet gerne sacken |118va| want si soude hebben haren mont nederwert omme haer wel te purgeerne. Nochtan esser vrese ane om die vorseide redene. Ende oft tgescutte daer in stect tote dat giere toe comt so tast oft thout wel si int yzer. ende dan so trecket ute beide te gadere so scoenkine dat gi niet bi uwer haest thout uut en trect sonder dyser. Ende wacht u dat thout niet en si omme gekeert. want dyser soude bliven binnen den vlesche ende dan waert tonsiene dat ment niet uut en gecrege sonder tfleesch te snidene. ende dat ware te piinlijc den gewonden: Nochtan waert beter gesneden dan dyser der in gelaten want het moeste uutwert [voren ofte nae C] want nature en maget niet gedogen in den lichame also machtech sine steket ute. Waerbi men siet dicken gescien dat .1. draget in siin lijf .1. gescutte of een ander dinc [of quarele of 1 stic van eenre spillen of ander dinc dies ghelike dat niet en was uut ghetoghen van niement die daerby was doe(t) den mensche inghinc Ende dus so blijft in den mensche onderwilen L] .1. jaer of meer. ende alse tfleesch es vertech daert in stect. of dbeen 53 es verdroocht of [die C] zenewe daert in stect so comt nature die uut stect ende steket van hare ende dan heeft die mensce menechwerf daeriegen grote joocte. ende crauwet so dat hijt beseft ende trecket ute. ende dan heylt die wonde wel. Of es die mensce gescoten met ingels gescutte die men maect met baerden ende .2. ane elke zide. of met ere hasescichte des gelike. so doet aldus. Men sal sloeven over die baerdekine ene ganspipe of ene swanenpipe. ende dan doet dyser ute. Ende doedijt andersins die baerden selen gaen int vleesch. ende dan sout den gewonden swerlike gaen. entie wonde vele argere siin dan si was tevoren ende oec en gecregedijt nemmermeer uut sonder sniden de wonde bat widere. Ende men saelt trecken [met eener tanghen die subtijlic ghemaect es alsoe in deser manieren () C] rechtevort opwert sonder wankelen. want daer af soude comen der wonden meskief van meer te widene ende te vernuwene. Ende men saelt trecken metter hant opdat ment gecrigen mach metten .2. vorsten vingeren ende metten dume vander rechterhant of met ere tangen. Ende eist dat tgescutte so diepe in es of iet anders. of alst gescutte es van enen boge of van enen springale diep gescoten in .1. groet led. alse .1. dye. so neme .1. tange die vaste slut gemaect met .1. vise daeran te windene ende also uuttrecken. (Zie figuur hieronder) Ende eist te vaste. so salment uut doen bi den rade vanden vrienden behendelike. enten zieken yerst berechten heeft hijs noet. Men sal nemen die vorseide tange metten vise ende |118vb| slaense wel vaste ane tgescutte entie tange sal siin so vaste gemaect dat se niet en mach faelgieren en moete met comen. Ende eist dat .1. groet gescutte es gescoten in .1. groet led stekende ent so verre dore es dat die vederinge dore siin. of so verre datse niet weder en mogen keeren. so salment vorwert slaen. [met enen hamer ende dat achter uut sal comen L] Ende of .1. mensce es gescoten met .1. gescutte alse .1. elsene gedaen. ende dyser gescicht es int hout alse .1. elsene es gescicht in haren hecht. datmen plegt in vele landen. alse in hongerien ende in heydenisse. so sijt des zeker dat dyser uut come metten houte. Ende sidijs versekert so hulpt der wonden met desen dranke want hi es goet allen wonden die gescoten siin te heylene sonder wyeke. [Dit doet iser ende ghescut uut comen ter wonden. polipodium quersini ende diptannus flores fabermos cardones te gader ghesoden met olie van oliven. Noch even vele ende enciane ende alsen te gader ghestoten ende ghesoden met seem ende dat 54 gheplastert daerop .. et(?) pyn met wijn ghedronken doet yser doern splinteren uut wonden comen zeem met spaensgroen ende met asine ghemenghet doet been uut comen dat verrot is ten gaten. Dit doet been uut comen tot wat gate dat men willen Nemt vighen te broken met wilden mancopijnzade of sape daervan dit doet yser uut comen win(?)chworte ende gaghel ziedet in witten wyn ende drinket neghen daghen. Een wonden dranc L] Nemt tente die men heet reynevane. ende gariofilate. hete netelen. rode colen. hontsrebbe. dien crop vander roder bramen. elx ene hantvol ende campsaet .1/2. lb.. ende ziedet al tegadere in .3. peket wiins tote dat die .2. peket versoden siin. Dan ziet dore .1. cleet ende tempert met gescuumden zeeme so vele dat zoete si ende bequamelijc te drinkene. ende daerna so slater in dwitte van .5. eyeren alst coel es. ende dan minget wel overeen altoes roerende ende wel blutsende ende daerna doet zieden sonder roeren. ende dan ziet dor .1. dic linen cleet. Ende hier af geeft drinken den gewonden nuchtens ende navens telken enen lepel vol. ende legt optie wonde rode coolbladen. dit doet heylen die wonde sonder wieke opdat si niet es gescoten sackende of gestoken met ere glavien. of met kniven of met andren wapinen die cleyne siin. Desen dranc ordineerde avicenna ende ic hebber met gewrocht in [meneghe G] sconen curen van dorstekenen wonden die waren gesteken dore den arm. dat ter ander ziden dore quam. ende dore die dyen. Ende dese cure wert voldaen binnen .15. dagen. Desen dranc ordineerden die .4. meesters [van Salernen C] in haer tractaet op meester roelandijns surgie. Ende es dierste dranc wonden met te heylene sonder wyeke. Nemt wortele van meeden. wegebrede. hontsrebbe. camp of tsaet rode coolen. apie. mer vander meeden noch also vele dan vanden andren cruden. ende minctse met wine. ende doetse zieden tote dat terdendeel versoden si vanden wine. ende daerna gieter op ander wiin also vele alse vanden iersten was. ende doet anderwerven terden |119ra| deel verzieden. dus doet .3. werven. ende dan ziet dor .1. cleet ende bestadet. Van desen dranke geeft den zieken gewonden .3. werf sdags nuchtens. te middage. ende navens. ende en stect en gene wieke in de wonde. mer legter op rode coolbladre. Een ander dranc. Nemt gariofilate. alsene. pigle. buggle. herba robberti. elx even vele. ende dit doet in wine alsoet vorseit es in den andren dranc. hi sal comen uter wonden. alsone de gewonde drinct. Een ander dranc. Nemt croppen van campe ende van bramen ende reynvane. elx .1. hantvol. entie wortel vander meeden also vele alse van alden andren. ende stampse alte gadere ende maecter af bollekine also groet alse .1. stoet. so dat ghi tsop niet uut en duwet. ende droochse wel ter sonnen. Ende als giere met werken wilt. so tempert .1. (?) met wine. ja en heeft de gewonde 55 en genen corts. Ende eist dat hi corts heeft. so tempert met cyrope van vyoletten. of met watere [of suker L]. Ende hier af geeft den gewonden drinken alsoet vorseit es telken .3. lepel vol. [ende dat .3. werven daghes L] ende legt altoes optie wonde rode coolbladere. Een ander dranc. Nemt meede camp. of tsaet daeraf. tente. rode colbladere. elx even vele. Mer vander meeden noch also vele alse van al den andren cruden. ende stampet altegadere. ende tempert met wine. ende daerna ziet wel. ende geeft drinken .3. werf sdages telken .1. eydop vol. ende legt coolbladere optie wonde. Ende keert de gewonde desen dranc dats teken vander doot.

KAPITTEL 23.

Van wonden in het aanzicht of in andere plaatsen geschoten.

Het gebeurt vaak dat 1 mens geschoten is in het aanzicht of anders met een geschut welk ijzer een buik heeft daar het hoofd in geschoten is en daar is de meeste kans van op de zijde van de Middellandse Zee en vooral bij Romeinen in Spanje, in Frankrijk, in Engeland, in Schotland en in Wallonië en Brabant’s Vlaanderen. Waarbij mijn leer is als 1 man beschoten is dat hij bekijkt hoe dat schot is die er geschoten is. En vind je dat schot uitgetrokken wees dan zeker dat je het ijzer ermee uitgetrokken is. En is het van onder naar boven geschoten dan is het vreselijker dan als het van boven naar beneden gaat. Dit is de proef; Als men van onder een kasteel of dergelijke en vooral in het hoofd schiet en van de gordel tot beneden de liezen is het te duchten dat het schot tot de hersens gaat of tot de darmen of tot de andere leden die daarbinnen liggen zoals lever, longen, blaas, milt en maag. Nochtans zou die wond daarbij niet graag zakken want ze zou haar mond naar beneden hebben om zich goed te purgeren. Nochtans is er vrees aan vanwege de voor vermelde reden.

En als het schot daarin steekt totdat ge erbij komt tast dan of het hout goed in het ijzer is en trek het er dan beide tezamen uit zo goed dat ge niet in uw haast het hout houdt en uittrekt zonder ijzer. En let op u dat hout niet omgekeerd is want het ijzer zou binnen het vlees blijven en dan is het te ontzien dat men het er niet uitkrijgt zonder vlees te snijden en dat is te pijnlijk voor de gewonde: Nochtans is het beter te snijden dan het ijzer erin te laten want het moet naar buiten ervoor of erna want de natuur kan het niet in het lichaam gedogen en zo machtig zijn om het eruit te steken. Waarbij men het vaak ziet gebeuren dat 1 in zijn lijf 1 schot of ander ding draagt of klacht of 1 steek van een spil of ander dergelijk ding dat er niet er was uitgetrokken door iemand die daarbij was toen het de mens inging. En dus zo blijft het soms in de mens 1 jaar of meer en als het vlees is verrot daar het in steekt of het been [53] is verdroogd is of de zenuw daar het in steekt, dan komt de natuur die het eruit steekt en steekt van zich en dan heeft die mens daarbij vaak grote jeuk en krabben zodat hij het beseft en het uittrekt en dan heelt die wond goed.

Of is die mens geschoten met Engels geschut die men met weerhaken maakt en 2 aan elke zijde of met een hazenschicht en dergelijke, doe dan aldus; Men zal over die weerhaken een ganzenpijp of een zwanenpijp schuiven en doe dan het ijzer eruit. En doe je het anders zullen die weerhaken in het vlees gaan en dan zou het de gewonde zwaar gaan en de wonde veel erger zijn dan ze tevoren was en ook krijgt je het er nimmermeer uit zonder te snijden door de wond beter te verwijden. En men zal het trekken met een tang die subtiel gemaakt is alzo op deze manier recht naar voren zonder wankelen want daarvan zou de wond leed krijgen van meer te verwijden en te vernieuwen. En men zal het met de hand trekken zodat men het met de 2 voorste vingers krijgen kan en met de duim van de rechterhand of met een tang.

En is het dat het schot er zo diep in is of iets anders of als het schot van een boog of van een katapult die diep geschoten is in 1 groot lid zoals 1 dij, neem dan 1 tang die vast sluit en gemaakt met 1 schroef daaraan te winden en alzo uittrekken. En is het te vast dan zal men het eruit doen met de raad van handige vrienden en de zieke eerst berichten als hij het nodig heeft. Men zal die voor vermelde tang met de schroef nemen en het vastslaan aan het schot en de tang zal zo vastgemaakt zijn dat ze niet kan falen en mee moet komen.

En is het dat 1 groot schot is geschoten dat het in 1 groot lid steekt en zover door dat de veren er door zijn of zover dat het niet weer kan keren dan zal men het verder slaan met een hamer en dat zal erachter uitkomen.

En als 1 mens geschoten is met 1 schot die als 1 priem gedaan is en het ijzer gevat is in het hout zoals 1 priem gevat in zijn hecht, dat men in vele landen doet zoals in Hongarije en bij de heidenen, wees dan zeker dat het ijzer eruit komt met het hout. En bent ge zeker help dan de gewonde met deze drank want hij is goed om alle geschoten wonden te helen zonder weken. Dit laat ijzer en geschut uit de wonden komen; Polypodium die bij eik groeit en Origanum diptamnus bloemen, fabermos cardones (kaardedistel, Dipsacum?) tezamen gekookt met olie van olijven. Nog evenveel gentiaan en alsem tezamen gestampt en gekookt met honing en dat [54] er op gepleisterd (?) en pijn met wijn gedronken laat ijzer, dorens en splinters uit wonden komen, honing met Spaans groen en met azijn gemengd laat been uitkomen dat verrot is in de gaten. Dit laat been uitkomen in welke gat dat men wil; Neem vijgen gebroken met wilde papaverzaden of sap ervan, dit laat ijzer uitkomen; kook win(?) chworte (maagdenpalm?) en gagel in witte wijn en drink het negen dagen.

Een wonddrank.

Neem het eind van die men reinvaarn (Tanacetum vulgare) noemt en nagelkruid, (Geum) hete netels, rode kolen, smalle weegbree, de knop van de rode bramen, elk een handvol, en hennepzaad 1/2 pond en kook het alles tezamen in 3 maatjes wijn totdat 2 maatjes verkookt zijn. Zeef het dan door 1 kleed en meng het met geschuimde honing zoveel dat het zoet is en goed om te drinken en sla er daarna het witte van 5 eieren in als het koel is en meng het dan goed door elkaar en altijd roeren en goed slaan en laat het daarna koken zonder roeren en zeef het dan door 1 dik linnen kleed. En geef hiervan de gewonden ‘s ochtends en ‘s avonds telkens een lepel vol te drinken en leg op die wond rode koolblad en dit laat de wond helen zonder doek als ze niet zakkend geschoten is of gestoken met een lansspits of met messen of met andere wapens die klein zijn. Deze drank beval Avicenna aan en ik heb ermee gewerkt in vele mooie kuren van doorstoken wonden die door de arm gestoken waren dat er aan de andere zijden doorkwam en door de dijen. En deze behandeling wordt voldaan binnen 15 dagen.

Deze drank bevalen de 4 dokters van Salerno aan in hun traktaat op dokters Rolando’ s chirurgie. En het is de eerste drank om er wonden mee te helen zonder weken; Neem wortel van mede, (Isatis) weegbree, lange weegbree, hennep of het zaad, rode kolen, Apium, maar van de mede nog net zoveel als van de andere kruiden, en meng het met wijn en laat het koken totdat het derdedeel van de wijn verkookt is en giet erna andere wijn op zoveel als er van de eerste was en laat het weer voor het derde deel verkoken en doe het zo 3 maal en zeef het dan door 1 kleed en berg het op. Geef van deze drank de zieke gewonde 3 maal ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds en steek geen doek in de wonde, maar leg er rode koolbladeren op.

Een andere drank; Neem nagelkruid, (Geum) alsem, (Artemisia) heggenrank, (Bryonia) zenegroen, (Ajuga) buggle (Prunella vulgaris) Robertskruid, (Geranium) van elk even veel, en doe dit in wijn zoals gezegd is in de andere drank, het zal uit de wonden komen zo gauw als de gewonde drinkt.

Een andere drank; Neem knoppen van hennep en van bramen en reinvaarn, elk 1 handvol, en de wortel van mede net zoveel als van alle anderen en stamp ze allen tezamen en maak er een bolletje van zo groot als 1 bal zodat ge het sap er niet uitduwt en droog het goed in de zon. En als ge er mee werken wil meng het dan met wijn, ja als de gewonde [55] geen koorts heeft. En is het dat hij koorts heeft meng het dan met siroop van violen of met water of suiker. En geef hiervan de gewonden te drinken zoals gezegd is en telkens 3 lepels vol en dat 3 maal per dag n leg altijd rode koolbladeren op die wond.

Een andere drank; Neem mede, hennep of het zaad ervan, edel duizendblad, rode koolbladeren, van elk evenveel. Maar van de mede net zoveel als van alle andere kruiden, en stamp het alles tezamen en meng het met wijn en zeef het daarna goed en geef het 3 maal per dag te drinken en telkens 1 eierdop vol en leg koolbladeren op die wond. En braakt de gewonde deze drank uit is dat een teken van de dood.

CAP. 24.

Van dorne(n) of gescutte uut te doe(n) come(n) sond(er) sniden.

Het siin vele lieden alse gescutte of dornen of naglen of ander dinc bliven in haer wonden so ontsien si tsniden. Hiertoe so es goet dyptamnus optie wonde geleit ende polipodium ende tsop van hasele. dit tempert te gadere ende doeter toe swinensmout .1. luttel ende hier af maect een plaester ende legget opte wonden. dit esser zere goet toe. Ende es yser bleven in die wonde entie gewonde niet wille gedogen dat gine snijdt. so legter op die medicine vorgenoemt. Nochtan ware beter .1. plaster dat dade vertegen entie stede al omtrent versweren. dewelke doen sweren dat etter uut te comen. ende doen die swere versweren ende gesmieden die sweringe. Ende emmer en segt den gewonden niet anders dan dat het wert .1. lange cure. Want troestedine |119rb| dat hi soude siin op enen corten tijt delvereret vanden ysere ende hijt logene vonde. hi soude u te min betrouwen. Entie vorseide plastere die tgescutte uuthaelt dats in vleeschen steden. want alst int been es. dan moet uut siin gehaelt met .1.

tangen of uutgehouwen met subtijlheiden. Ende die mensce gescoten int hooft so dattie scote gaet tusscen den vleesche enten herssenbeckene. so nemt .1. sceers ende snijt de wonde vanden enen gate toten andren gate op. Of en gaet de wonde niet dore. so snijtse toten bodeme vander scote. ter avonturen of daer enege scaelgien bleven siin die gi uut selt doen. ende maect die wonde wel suver ende daerna so heyltse alse .1. ander wonde also u voreleert es. Ende of die scote ginge tusscen 56 den herssenbeckene ende dura mater so snijt die wonde also alse haer recht es ende doreboret dbeen daerna ierst tfleesch afgepelt vanden herssenbeckene entie wonde wel geruumt int vleesch so dat ghi hebt goede deliverancie den bene te hulpene waerbi dat ghi moget scichten of quareelen uut doen sonder dura mater te quetssene. Ende of ghi ziet quade tekenen so vliet die cure of gine wordes gebeden van des gewonden vrienden. Ende dan segt hen die vrese die giere ane wet als u vorleert es.

KAPITTEL 24.

Van dorens of geschut uit te laten komen zonder te snijden.

Er zijn vele lieden die als er geschut of dorens of nagels of andere dingen in hun wonden blijven dat ze ontzien om ze te snijden. Hiertoe is goed Dictamnus op die wond te leggen en Polypodium en het sap van hazelaar, dit meng je tezamen en doe er wat varkensvet bij en maak hiervan een pleister en leg het op de wonden, dit is er zeer goed voor.

En is er in die wond ijzer gebleven en de gewonde wil niet gedogen dat ge snijdt leg er dan die voor vermelde medicijn op. Nochtans was het beter 1 pleister die de plaats daar al omtrent liet verrotten en verzweren en die laten verzachten zodat de etter eruit komt en laten die zweer verzweren en de zweer verzachten. En zeg immer de gewonden niets anders dan dat het een 1 lange behandeling wordt. Want troost u die dat hij op een korte tijd zou zijn genezen van het ijzer en hij het een leugen vond, hij zou u minder vertrouwen. En de voor vermelde pleister die het geschut uithaalt, dat is in vlezige plaatsen want als het in het been is dan moet het er uitgehaald worden met 1 tang of er subtiel uithouwen.

En die mens die in het hoofd geschoten is zodat het schot tussen het vlees en de schedel gaat neem dan 1 schaar en snij de wond van het ene gat tot het andere gat op. Of gaat de wond niet door, snij het dan tot de bodem van het schot, ter avonturen, of daar enige splinters gebleven zijn die ge eruit zal doen en maak die wonde goed zuiver en heel het daarna als 1 andere wonde zoals u geleerd hebt.

En als dat schot tussen de [56] schedel en harde hersenvlies ging, snij dan die wonde alzo als haar recht is en doorboor het been daarna, eerst het vlees van de schedel er afpellen en de wond goed ruimen in het vlees zodat ge goed hoop hebt om het been te helpen waarbij ge de schichten of pijlen eruit kan doen zonder harde hersenvlies te kwetsen. En als ge kwade tekens ziet vliedt die behandeling of ge wordt gevraagd van de vrienden van de gewonde. En zeg hen dan die vrees die ge eraan weet zoals u geleerd hebt.

CAP. 25.

Hoe me(n) den gewonde(n) es sculdech te houdene va(n) etene (ende) va(n) dri(n)kene (ende) w(aer) [af] me(n) sal doe(n) wachte(n).

Nu hort hoe men enen gewonden es sculdech te houdene [van eten ende van drinken L] na dat hi gewont es. Heeft hi vele gebloet. so geeft hem [spijse C] dat siin bloet weder wassen doet met ate ende met dranke. Es die gewonde cranc ende heeft hi reden. so geeft hem amandel melc met .1. luttel gruus gemaect. Of hine ware gewont int hooft daer ware si hem quaet. ende melc van nokernoten oec ende melc van haselnoten Want si hebben macht te makene quaede fumeyen die zere deren den hoofde. Maer geeft hem gebraden zuur applen. Of geeft hem pureye van witten erweten. ende wachten vanden erweten. Of geeft hem wellinge met .1. luttel aysiins of geeft hem tetene gekerende melc met gortte gesoden entie niet dicke. Ende geeft hem drinken tyseine. of bierkiin sonder cruut of rou amandel melc gemaect met gesoden borne |119va| dits al goet gedronken gewonden lieden die den rede hebben of die hem ontsien van reden. Dese dranc conforteert die mage. ende weert oec dat die humoren niet en clemmen ten hoofde ende hine stopt niet den lichaem. ende hi bluscht hitte. Nemt gesuverde gerste .2. dr.. crumen van tarwenbrode. .1. dr.. ende .10. prumen van damas. dit doet al te gadere zieden in .10. lb.. waters al tote die helft versoden es. dan ziet dor .1. linen cleet ende bestadet in .1. gelasiin vat. ende drinket cout. Een ander dranc. Nemt scone water .1. 1/2. peket ende gesuverde gerste .3. dr.. juiube. sebesten elx .1/2. dr.. droge prumen van damas. .1. dr.. beyeren vn prumen gernaten .1. dr.. suker van rosen. 3. dr.. hier af doet versieden .1/2. peket. of luttel min desen doet also u vorleert es in den andren dranc. Of heeft hi vele gebloet ende hi niet en cortset. so geeft hem tetene hoendren gesoden. of wederen vleesch ende nuwelkine int sop ende swinen voeten ende dit al 57 wel gesoden. ende geeft hem tetene moruwe eyeren. Ende geeft hem drinken getemperden wiin. ende dit niet so vele dat hi sat si. Want satheit belemmert so de nature dat si gene macht en heeft te werkene daers noet es. ende si verget te verteerne dat daer in es. en moet siin bi der hulpen vander leveren van harer hitten. ende dus so cortst die mensce van vervultheiden. Wacht oec den gewonden van swinen vleesche ende van rentvleesche ende van herten [ende van gheiten ende van ossen van coien C] ende van hasen. van coninen. van gansen. van swanen. van enden. ende van allen manieren van gevochelte die geloken voeten hebben. Ende van palinge. van carpers. van tincken. ende van allen vischen die hare voetsel nemen in die wasen. Mer men sal eten cleine vischen die wel gescelt siin alse rootsen. blieken. baersen. cleine snoeken. Ende ete hoendren gesoden ende kiekine. ende jonge capoene. jonge hanen pertricen. vinken. leeuwerken. ende alle cleine gevochelte met gespletenen voeten. of met scieren plumen. of met valuwen.

KAPITTEL 25.

Hoe men de gewonden moet houden van eten en van drinken en waarvan men ze zal laten wachten.

Nu hoor hoe men een gewonde moet houden van eten en van drinken naar dat hij gewond is. Heeft hij veel gebloed geef hem dan spijs zodat zijn bloed weer groeit met eten en met drank.

Is die gewonde ziek en heeft hij koorts geef hem dan amandelmelk met wat gruis gemaakt. Of als hij gewond is in het hoofd is dat slecht voor hem en melk van walnoot ook en melk van hazelnoten Want ze hebben macht om kwade dampen te maken die het hoofd zeer deren. Maar geef hem gebraden zure appelen. Of geeft hem puree van witte erwten en wacht van de erwten. Of geef hem pap met wat azijn of geef hem gekarnde melk te eten met gekookte gort en die niet dik. En geef hem drinken gerstewater of biertje zonder kruid of rouwe amandelmelk gemaakt met gekookt bronwater, dit is alles goed gedronken door gewonde lieden die de koorts hebben of die zich ontzien van koorts.

Deze drank verbetert de maag en weert ook dat de vochtvermenging niet naar het hoofd klimt en verstopt de loop niet en hij blust hitte; Neem gezuiverde gerst, 2 drachmen, kruimen van tarwebrood, 1 drachme, en 10 pruimen van Damascus, laat dit alles tezamen koken in 10 pond water tot de helft verkookt is en zeef het dan door een linnen kleed en berg het op in een glazen vat en drink het koud.

Een andere drank; Neem schoon water, 1 1/2 maat en gezuiverde gerst, 3 drachmen, jujube (Zizyphus jujuba) en sebesten, (Cordia myxa) elk 1/2 drachmen, droge pruimen van Damascus, 1 drachme, bessen van granaatappels, 1 drachme, suiker van rozen, 3 drachme, laat hiervan 1/2 maat verkoken of wat minder en doe dit zoals u geleerd hebt in de andere drank.

Of heeft hij veel gebloed en zonder koorts geef hem dan te gekookte kip te eten of ramsvlees en wafels in het sap en varkensvoeten en dit alles [57] goed gekookt en geef hem murwe eieren te eten. En geef hem gemengde wijn te drinken en dit niet zoveel dat hij zat is. Want zatheid belemmert zo de natuur dat ze geen macht heeft te werken daar het nodig is en ze vergeet te verteren dat erin is en moet zijn bij de hulp van de lever van haar hitte en zo krijgt de mens koorts van volheid.

Wacht ook de gewonden van varkensvlees en van rundvlees en van herten en van geiten en van ossen van koeien en van hazen, van konijnen, van ganzen, van zwanen, van eenden en van alle soorten van gevogelte die gesloten voeten hebben. En van paling, van karpers, van zeelt en van alle vissen die hun voedsel in het slijk nemen. Maar men zal kleine vissen eten die veel schellen hebben zoals een soort van bliek, blieken, baarzen en kleine snoeken. En eten gekookte hoenderen en kuikens en jonge kapoenen, jonge hanen, patrijzen, vinken, leeuweriken en alle klein gevogelte met gespleten voeten of met mooie pluimen of met vale.

CAP. 26.

Dits va(n) spasmus, dats die cra(m)pe. en(de) dit es vrese den gewonden.

Spasmus dats ene ziecheit die vreselijc es alsi comt opten gewonden. ende daer af sterfter [vele C] meer dan geneest. Ende daeraf esser .2. manieren die onderwilen comen van vervultheiden. Ende onderwilen van ydelheiden. Van vervultheiden. alse men wont enen vervulden man ende hi niet en bloet also |119vb| vele als hem bedarf na sire vervultheit. Ende oec bedarf hem meer bloedens als hi gewont es [met stocken oft dies ghelike dan alse hij gewont es G] met snidender wapenen alse met swerden of dies gelike. Ende bloet hi min dan hi bedarf so doeten bloet laten ter adren. of hine ware te flaeu. ende dat in die adren die dlet rumen of ydelen datter gewont es. Ende eist int hooft. so doeten laten in die hooftadre an die selve zide van den hoofde daer hi gewont es. Ende eist in .1. been. so doeten laten in die nederste adre van den arme an die selve zide der hi gewont es. Ende es hi gewont in den lichaem of in die scoudren. of in den rugge. so doeten laten in den arm an die selve side in die melte adere op dat hi gewont es van den navele opwert. Ende es hi gewont van den navele nederwert. so doeten laten in die nederste adre vanden drien die es in den rechten arm [ende L] [dye nedeste adere dats G] die levere adre ende in den slinken arm die milte adre. Ende als hi gewont es met stocken of dies gelike. so moet 58 men [te L] meer laten om dat die humoren dan meer lopen ter gebrokender stede. ende dan so souden si keren weder ter stede die geydelt ware metten bloet latene. Ende dits dierste regement optie gewonde ende dat nuttelec es den genen die gewont es. ende vervult ende spasmeert. Die gene die gewont es ende van ydelheiden spasmeert. so en esser gene cure toe. want men mach den lichaem niet vervullen. want hine mach niet verteeren wat dat men hem geeft. Want die mage en mach niet zieden dat in hare es. want die levere es vercranct ende vercoelt. waerbi dat si niet en mach zieden dat in de mage es bi harer vercoutheit. dus so en mach si niet trecken tote hare tfoetsel van der magen. waer met si vort mach senden den lichaem siin voetsel van naturen. ende dus so blijft die lichaem ongevoet. Aldus so comt dattie mensce es verydelt in sinen lichame. Spasmus van vervultheiden comt dapperlike. ende spasmus die van ydelheiden comt. die comt traechelike ende in lanc so meer wassende. waerbi dat spasmus comt bi .3. manieren. ende comt oec bi .3. saken. dewelke .3. manieren heeten aldus in latien emprestonos empistonos. tetanus. In emprestonos so trecken die zenewen thooft vorwert. so dat die kinne daelt optie borst entie mont staet geloken so vaste dat men niet en mach ontdoen met .1. messe. entie vingren luken in die hant so dat mense niet en mach |120ra| ontdoen no gerechten. In empistonos trecken die zenewen thooft achterwert entie mont blijft open staende altoes sonder luken. Die caken metten tanden versceeden dat si niet tegadere en mogen luken. entie vingere rechten. entie hande en mogen niet luken. Tetanus so heet die spasme die alden lichame van elker ziden even vele of even zere trect so dattie hals en mach en geensins keeren. so dat die lichaem es also stijf vanden holen vanden hoofde toten planten vanden voeten alse ofter in gesteken ware .1. stoc. Dit evel eist datmen spasmus heet dat comt opten gewonden bi .4. manieren dats bi vervultheiden. of bi verydeltheiden alst nu vorseit es. of bi dat die zenuwen hebben etter omtrent. dwelke dat hem vertecheit toebrinct ende sweringe. ende tormente. Of bi vertecheiden van enegerande vetheiden alse van zalven die vertech es alsi meest al es. of sine ware gemaect van olien van rosen die gerecht gemaect ware also avicenna leert. of plastere van smoute van botren. of van olien van oliven of dies gelike. Of bi dat die coude lucht comt an die zenewen dat hare sere contrarie es. coude wint of coude medicine naturlike cout of coude plaestere of zalve daer op geleit. Dus siin dese .4. manieren te bringene spasme. Dat van vervultheiden comt. die comt dapperlike. die van ydelheiden comt die comt tragelike. Ende die .3. andre manieren comen oec biden meester bi roekeloesheiden ende meest dat si niet en weten vander const. Want het siin al leeke meesters 59 diet geleert hebben an leeke meesters. Want die hem vragede om enege surgye. sine souden hem anders niet antworden. dan ic doe also ic sach doen minen meester diet mi leerde also ict can. ende ic doe alsi daden. ende dats noch leeker.

Nu gaen wi ter curen also die meesters wisen van surgyen. genomen uten boeken van medicinen [dye segghen G] dat goet es bloet laten in alle die [specien van C] spasmen. ende meest in die die comt van vervultheiden. ende daerna in dandre .3. Maer die comt van ydelheiden daer in en wilt niet bloet laten. of luttel. In alle die wonden die comen siin in zenuweger steden so gieter in olie van rosen entie warm. Ende al u medicinen die legt op wonden warm. Ende smeert den hals enten nacke en trugge been. entie occele entie liesche met olien van lauriers |120rb| die sulke lieden heeten olie van bayen. olie van euforbie of olie van castiin. olie nardum. rute olie. olie van lelyen. of olie b(e)nedictum. of peterolie. of enegerande hete olie. ende so si heeter es so si beter es. alse olie b(e)nedictum die heetst es. of peterolie. mer si nes niet so heet. Of maect dese zalve die maecte meester bruun van legoburgens. Nemt castorie dats bevereul. euforbie. elx .3. dr.. piretrum. thuris. dats wierooc. mirre. aloes. mastic. elx .5. dr.. ilien van bayen. van vliedere. van docken. van popelioene. elx .1. dr.. ende was also vele alst bedarf. Maecse dus. datmen pulveren mach dat salmen pulveren in .1. motalijn mortier ende mingent al te gadere metter olien vorseit. ende dan wermet al tegadere op .1. vier. dan doeter in dat was. dits goede salve jegen al sule evel. Noch ten selven die gespasmeerde sal drinken van desen dranke die gi maect aldus. Nemt bevercul. caneel. spijc. peper. calamente. maiorane. saelgie. rute elx even vele Meester hugo van luken die maecter af .1. goet clareit. ende gaeft drinken den zieken .1. luttel te make. ende hi seide dat goet was. Noch maect ene gargarisacie aldus. Nemt mostaert saet. piretrum. stafisagria. dit ziedet in wine met zeeme. ende ziet door .1. cleet ende dit sal die zieke gargariseren. Noch maect hem oec .1. niesinge datten doet niesen. Nemt bevercul. ende peper. gepulvert in enen mortier. ende werpet hem in den nese dit doet zere niesen. Noch men sal hem maken .1. stove daer in dat hi sweten sal. in ene cupe sittende. Ende men sal in den pot zieden hete cruden alsene. saelgie. rute. venkel. persiin. mente ende deser gelike sal men zieden in enen pot wel gedect dat die doem niet uut en mach slaen. sonder van den potte in die cupe [ghemaect in deser manieren (zie figuur onderaan) C] dore daer die zieke in sal sitten. Ende men sal maken vier jegen dat men wille entie zieke gedogen mach dat hi wel sweete. Ende daerna so smerten metter vorseider zalven. ende wachten dat hem geen coude en belope. ende legten dan op .1. sacht bedde. Ende als hi .1. luttel gerust heeft so doeten weder in die stove. ende dit doet 60 dicken tote hi genesen es bider hulpen Gods. Ende stect tusscen sine tanden enen stoc dat hi niet en bite sine tonge dat gerne gevalt. Dits goet plaester jegen spasme dat comt van vervulten. Nemt polyoen. alsene. bayen van |120va| lauriers. comijn. [ana partes equales C] dit stampt al tegadere ende maecter af pulver wel cleine. ende daerna minget met zeeme. ende doet .1. luttel spelen so dat si .1. luttel dicke. ende daer af so moet men leggen .1. luttel optie stede die zeer es. ende dat warm ende niet te heet no te cout. dit sal sachten die zeerheit. Een ander dat goet es kindren die gespasmeert siin also avicenna leert. Nemt anijs. soffraen. zeem. ende .1. plaster hier af gemaect alsoet vorseit esdat legt op tkant daert hem zeer es. Die (van) verydeltheide comt van te vele te bloedene. of van te vele ter cameren te gane. of van te vele te cortsene.

KAPITTEL 26.

Dit is van spasmus, dat is kramp en dit is vrees van de gewonden.

Kramp, dat is een ziekte die vreselijk is als het op de gewonden komt en daarvan sterven er veel meer dan genezen. En daarvan zijn er 2 soorten die soms van volheid komen. En soms van leegheid. Van volheid als men een gevulde verwondt man en hij niet zoveel bloedt als voor hem nodig is naar zijn gevuldheid. En ook geeft hij meer bloed als hij gewond is met stokken of diergelijke dan als hij gewond is met snijdende wapens zoals met zwaarden of diergelijke. En bloedt hij minder dan hij doen zou moeten, laat hem dan bloed laten in de ader of als hij te flauw is en dat in die aders die het lid ruimen of legen dat er gewond is. En is het in het hoofd laat dan laten in de hoofdader aan dezelfde kant van het hoofd daar hij gewond is. En is het in 1 been laat laten in de laagste ader van de arm aan dezelfde kant daar hij gewond is. En is hij gewond in het lichaam of in de schouders of in de rug laat laten in de arm aan dezelfde kant in de miltader als hij gewond is boven de navel. En is hij gewond beneden de navel laat laten in die laagste ader van de drie die er zijn in de rechterarm en de laagste ader dat is de leverader en in de linkerarm de miltader. En als hij verwond is met stokken of dergelijke dan moet [58] men te meer laten omdat de vochtvermenging dan meer naar de gebroken plaats lopen en dan zouden ze weerkeren naar de plaats die geleegd was met bloed laten. En dit is de eerste regeling op die gewonde en dat nuttig is diegene die gewond is en gevuld en verkrampt.

Diegene die gewond en van leegheden verkrampt is, daar is geen behandeling voor want men kan het lichaam niet vullen want hij kan niet verteren wat men hem geeft. Want de maag kan niet koken dat er in haar is want de lever is verzwakt en verkoeld waarbij dat ze niet kan koken wat in de maag is vanwege haar verkoudheid en dus kan ze het voedsel van de maag niet tot zich trekken waarmee ze verder het lichaam zijn voedsel van naturen kan zenden en dus zo blijft dat lichaam niet gevoed. Aldus zo komt dat die mens leeg is in zijn lichaam.

Kramp van volheid komt snel en kramp die van leegheid komt die komt traag en groeit op den duur meer waarbij de kramp op 3 manieren komt en ook via 3 zaken komt en die 3 soorten heten aldus in Latijn emprestonos, (Emprosthotonus, stijfkramp voornamelijk van de buigspieren) empistonos (opisthotonus, stijfkramp voornamelijk van de strekspieren) en tetanus. (stijfkramp)

In emprestonos trekken de zenuwen het hoofd naar voren zodat de kin op de borst daalt en de mond staat vast gesloten zodat men die niet kan openen met 1 mes en de vingers sluiten in de hand zodat men ze niet los kan doen of rechten.

In empistonos trekken de zenuwen het hoofd naar achteren en de mond blijft altijd open staan zonder te sluiten. De kaak met de tanden zijn verschillend zodat ze niet tezamen kunnen sluiten en de vingers recht en de handen kunnen niet sluiten.

Tetanus heet die kramp die het hele lichaam van elke kant evenveel of even zeer trekt zodat de hals geenszins kan keren zodat het lichaam alzo stijf is van de holen van het hoofd tot de planten van de voeten alsof er een stok in gestoken was.

Dit euvel dat men kramp noemt dat komt op de gewonden via 4 manieren, dat is bij volheid of bij leegheid zoals het nu gezegd is of omdat de zenuwen etter omtrent hen hebben wat hen rotheid toebrengt en zweren en pijn. Of via rotheden van enigerhande vettigheden zoals van zalven die verrot zijn zoals het meestal is of ze waren gemaakt van olie van rozen die goed gemaakt ware alzo Avicenna leert of pleisters van vet van boter of van olie van olijven of diergelijke. Of omdat de koude lucht aan de zenuwen komt dat haar zeer tegenovergesteld is, koude wind of koude medicijnen, natuurlijk koude of koude pleisters of zalven daarop gelegd. Dus zijn deze 4 soorten tot kramp te brengen. Dat van volheid komt die komt snel, die van leegheid komt die komt traag. En de 3 andere soorten komen ook bij de dokters door roekeloosheden en meest omdat ze niets van de kunst weten. Want het zijn allen leken dokters [59] die het geleerd hebben van leken dokters. Want die hem vroeg om enige chirurg, ze zouden hem niets anders antwoorden dan ik doe alzo ik zag doen mijn meester die het mij leerde alzo ik het kan en ik doe zoals zij deden en dat is noch meer een onontwikkeld.

Nu gaan we genezen zoals die dokters van chirurgie aanwijzen en genomen uit de boeken van medicijnen die zeggen dat het goed is bloed te laten in alle soorten van kramp en meest in die van volheid komt en daarna in de andere 3.

Maar die komt van leegheid, daarin wil ge geen bloed laten of weinig. In al die wonden die gekomen zijn in plaatsen met zenuwen giet er olie van rozen in en die warm. En al uw medicijnen die leg je warm op wonden. En besmeer de hals en de nek en het rugwervel en de oksels en de lies met olie van laurier die sommige lieden olie van bayen noemen, olie van Euphorbia of olie van Ricinus, (of van Costus speciosus?) olie nardus, (Nardostachys jatamansi) ruitolie, olie van lelies of olie Cnicus benedictus of petroleum of enigerhande hete olie en zo het heter is zo het beter is zoals olie benedictus die het heetst is of petroleum, maar die is niet zo heet.

Of maak deze zalf die dokter Bruno van Legoburgens maakte; Neem castoreum, dat is bevergeil, Euphorbia, van elk 3 drachmen, pyrethrum (Anacyclus), thuris, dat is wierook, (Boswellia thurifera) mirre, (Commiphora myrrha) Alo perryi, mastiek, (Pistacia lentiscus) van elk 5 drachmen, olie van laurier, van vlier, van zuring, (grote bladplanten) van populier, elk 1 drachme, en was alzo veel als nodig is. Maak het aldus en dat men verpoederen kan dat zal men verpoederen in 1 metalen mortier en het al tezamen mengen met de voor vermelde oliën en warm het al tezamen op 1 vuur en doe er dan in dat was, dit is een goede zalf tegen al zulke euvel.

Noch tegen hetzelfde; de verkrampte zal van deze drank drinken die ge aldus maakt; Neem bevergeil, kaneel, spicanardi (Lavandula stoechas), peper, Calamintha, majoraan, salvia en ruit, van elk even veel. Meester Hugo van Lucca die maakte er 1 goede kruidenwijn van en gaf het de zieken te drinken aan de zieken en wat per keer en hij zei dat het goed was.

Nog maak een keelwater aldus; Neem mosterdzaad, pyrethrum (Anacyclus) en Delphinium staphisagria, dit kook je in wijn met honing en zeef het door 1 kleed en dit zal de zieke gorgelen.

Noch maak voor hem ook 1 niesmiddel dat laat niezen; Neem bevergeil en peper verpoeder het in een mortier en werp het hem in de neus, dit laat zeer niezen.

Noch zal men voor hem 1 stoof maken waarin hij zweten zal, in een kuip zitten. En men zal in de pot hete kruiden koken zoals alsem, salie, ruit, venkel, peterselie, munt en diergelijke zal men in een goed bedekte pot koken zodat de damp er niet uit kan slaan, uitgezonderd de pot in de kuip gemaakt op deze manier waar de zieke in zal zitten. En men zal een vuur maken tegen de tijd dat men wil en de zieke het gedogen kan zodat hij goed zweet. En daarna besmeren met de voor vermelde zalven en wachten dat hij geen koude oploopt en leg hem dan op 1 zacht bed. En als hij wat gerust heeft doe hem weer in die stoof en doe dit [60] vaak totdat hij genezen is met de hulp van God. En steek tussen zijn tanden een stok zodat hij niet op zijn tong bijt dat graag gebeurt.

Dit is een goede pleister tegen kramp dat van volheid komt. Neem polei, alsem, bessen van laurier, komijn gelijke delen, dit stamp je alles tezamen en maak er goed klein poeder van en meng het daarna met honing en laat het wat spelen zodat ze wat dik wordt en daarvan moet men wat op die plaats leggen die zeer is en dat warm en niet te heet of te koud, dit zal die zeerheid verzachten.

Een andere dat goed is voor kinderen die verkrampt zijn zoals Avicenna leert; Neem anijs, saffraan, honing en maak hiervan 1 pleister zoals gezegd is en leg dat aan de kant daar de pijn is.

Die van leegheid komt van te veel bloeden of van te veel naar toilet te gaan of van teveel koorts.

CAP. 27.

Va(n) scorfheide(n) va(n) de(n) hoofde bi de(n) rade va(n) d(en) .4. meest(er)s.

Van scorftheiden op thooft. daer siin sulke manieren die men mach genesen. ende sulke niet. Ende dat siin die de huut vaste hebben ant been staende entie niet en mach riden. entie hart es. ende werpet vele sulferen dewelke eten thaer. Ende of ghi u wilt onderwinden van scorfden hoofden te genesene. so en begrijpt niet die dus gedaen siin. Maer dese andre mach men genesen die dus gedaen siin. ende derre siin van 2. manieren. die ene werpen uut. goet haer ende dat vele. ende men heetet stincstox entie huut es goet. mer sine houdet niet an dbeen. ende si en es niet hart. Ende andre siin die de huut hebben goet ende droge entie hebben vele joocten. ende werpt ute luttel haers. Ende welc van desen tween dat es. so moeti jerst dat hooft moruwen met smeerne. met botren. ende dan moeti die stincstox uut trecken. ende daerna genesen als u geleert wert hier na. Maer moruwet met deser zalven. Nemt wit elleborus. of tsop van docken die de bladere lanc [ende scerp G] hebben ende stamp voren. dat sulke heeten rode docken. In latine lapacium acutum. daerafnemt .1. dr.. ende scippec .1. dr.. dats moru pec ende keernelen van nokernoten .6. dr.. dit stampt al te gadere ende maecter af .1. zalve. Ende oft es in den winter. so maect van desen noten olie ende moruwet thooft daermet .8. dage lanc of .9. of meer of min. also u dunct dats te doene es om thaer uut te treckenen. ende alse u dunct dat moru gnouch es. dan trecket thaer ute metten wortelen. [met eener tanghen ghemaect aldus in deser manieren C] () Ende daer ghijt hebt uut getrect. daer smeert die |120vb| stede weder metter selven daer 61 ment tevoren met moruwede. Ende of thaer weder wast so dwaet thooft met ere starker logen. Ende alst thooft droge es. so smeret met desen dingen dwelke heet cylotrum ende es gemaect aldus: Nemt ongebluscht calc .4. dr. ende doet spelen in watere. ende daerna doeter in operment .2. dr. ende doet al tegader zieden. Teken dat gnouch es gesoden. stecter in .1. ganse vedre. ende daer na trecse weder ute. ende gaen de plumen lichtelike af [van der vederen G] so eist gnouch gesoden hier met so smeret thooft so lange dat die huut bloot es. Ende wet dat na dat thaer uut es. so smeert men thooft so lange dat die stede niet root en si. maer al wit. Entie wortelen van den hare naturlijc werden ende niet hart. dats teken van genesene. Ende wert dat hooft te droge dats te verstane dattie scorftheit wert te droge bi droger naturen. so doet int cylotrum .1. luttel olien van oliven. dat teylotrum niet te zere en vertere die verhertheide van den hoofde. Ende eist [.1. scerpe drope of L] ene versce scorfheit. so smeret coenlike metten cylotrum alsoet gemaect es sonder olie Die gelose vanden .4. meesters leert ende seit aldus. dat die scorftheit comt menechwerf bi scult van den meesters. datsi menechwerf plaestren op leggen die te heet siin ende te droge. Want si verteren die naturlike [hitte C] (ende) verscheit vander huut ende maecse droger dan si sculdech es te sine bi naturen. Ende dus wert si hart bi roekeloesheiden van den meester. ende om dat hi niet en weet wat hi doet. so vallet thaer ute dat nemmermeer weder en mach wassen want die droge plaestren entie heete hebben verteert die wacheit. Entie hitte van den plaestren heeft die huut so verhart datter geen haer uut en mach comen. want daer nes gene verscheit. Want so waer enech dinc wassen sal. daer moet siin getemperde hitte ende getemperde wacheit. want daert te heet es daer verbernet ende verdroget te zere. ende daert te wac es. daer verdrinket te zere. want daer wacheit te vele es. Noch seit die glose als men plaestren leit. liggen si te lange op .1. zeer so comter af alsoet vorseit es. Dese scorftheit comt onderwilen van souter fleumen. ende dan heeft hi grote joecte daer in. ende daer af comen grote scorftheiden ende vele [sculferen G]. Noch esser ene die comt van melancolien. entie en jooken niet so zere om die coutheit vander materien entie droocheit. |121ra| Mer siin die humoren gorssem. so comen daer af grote puusten ende sonderlinge vele etende ende niet pinende ende niet badende. entie van diversen manieren. Hier bi mogedi kennen den mensche van wat humoren dat hi es. Also ons bescrijft lancfranc. entie oude vroede meester ypocras ende galyeen. Avicenna. ende rasis. ende vele andre meesters. Dit siin tekene vanden sangwijn dat siin die gene die van bloede siin ende siin wel gevleescht ende vet 62 ende wel gevarwt root. ende heeft den mont zoete. ende hi heeft puusten vol etters. Ende hi heeft die orine root ende dicke. ende van jongen jaren onder .30. Ende spise eet hi dewelke siin voetsel es bi gewoenten. alse goet vleesch goet broot. ende dies gelike ende drinct goeden dranc alse goeden wijn. dit siin alle tekene dat hi es van bloede. Ende die van coleren siin. die siin mager ende hebben grote handen ende gevarwt rootachtech [of geluachtech ende hare orine es root gheverwet G]. ende hebben luttel hongers ende luttel becomingen in hare spise. ende in die stede van den puusten die si hebben es gelu. entie puusten droge ende herde zeer. dits teken van den colerijn Ende sulke siin die hebben den lichame wit. ende witte puusten sonder varwe. mer witte cleine adren. ende die menscen siin swaer. ende hebben vele spekels ende dat taey. Ende die orine wit ende bleec ende rou ende dicke. [hebbende dorst G] ende spade haer spise verterende. Entie zere steden siin wit. of moru. of sachte te tastene. ende vele verscheiden sonder hitte. dits teken vanden fleumaet Die melancolijn heeft den lichame mager ende bruunachtech. ende siin orine es bruun ende bleec ende dunne. of onder swerte varwe ende groenachtech ende dunne. Ende hi eet wel. Ende siin bloet es bruunachtech ende dicachtech. Ende dits hem quaet geten. coyen vleesch. geyten vleesch. warmoes van colen ende alle poteten van roden zade gemaect want dit doet wassen rode coleren dat es melancolie. Ende die zieke stede wert bruunachtech ende rootachtech ende hartachtech ende dits teken van melancolien. Ende of die materie es van melancolien. so es men sculdech meer te morwene die stede ende te verschene die huut met dwane van watere daerin gesoden siin violet bladre ende grisecom in latien fumus terre. Ende daerna met smeringen van olien van violetten tote die materie gemorwt si. |121rb| entie huut geverscht si. Den zieken voedet met verscen voetsele. alse goet wederiin vleesch. gesoden kiekenen. roems warmoes. moruwe eyeren. gekerende melc metten gortte gewelt. Ende alle versce spise sonder die vorseit es die doet wassen melancolie. Dit siin die namen van diversen manieren van puusten wassende op thooft ende in andren steden vanden lichame van meneger manieren ende misselike geformeert. ende dese heet meester gilbeert waterbellen. also men op dwater mach sien bi wilen alst reynt. Maer siin si hart. so heet hi die ziecheit spidecie. ende siin recht onderwassen oft benetelt ware. Onderwilen so wassen puustkine op thooft hier ende gens. ende daer wast haer ute oft swinenborstelen waren. ende dese heten caries. Ende na die puustkine bliven cleine gaetkine onderwilen. uten welken comt lingene also dicke oft ware zeem. ende dese heeten raten. Onder\wilen 63 verschet die huut in meneger steden met scorftheiden. ende met groter joocten. vanden welken comen vele sculferen. ende daer ute comen .4 grote haren meer. of min [alse zwine borstelen G]. ende dese heeten tines. Alse die huut root es. dats van bloede. Ende esser vele hitten entie huut gelu. dats van coleren. Ende essi bruunachtech ende die scorften siin gevarwt loodachtech dat siin van swerter coleren. Ende essi wit ende moru. entie versceit diere uut comtsi gelijc dat olie es. so eist fleumen. Nu gaen wi ter rechter curen ende weten onthouden dat ons vorleert es. In scorftheiden van kindren. of diet niet geweest en hebben .1. jaer. siet die geneest ten iersten dat ghi moget met dat hier achterwert gescreven wert. In ouden lieden ende in diere in veroudert siin. so kent die ziecheit. als u vorleert es. ende purgeert ierst die humoren. Es die scorftheit van bloede dewelke u es geleert kennen. so digereert die materie met oxisacum nemende nuchtens .3. lepel vol met .5. lepel vol warms waters geminct tegadere. ende dit drinct nuchtens ende navens. ende doeten bloet laten ter middelster adren vanden arme. ende daerna geeft hem desen dranc gemaect aldus Nemt violetten .1. dr. prumen van damas .12. sebesten .15. juiubas .20. dese doet zieden in .4. lb. waters tote enen ponde. |121va| Ende dit ziedt ende doeter in van dat [march C] (dat) in cassia fistula es .1. dr. tamarinden ende mannen elx .1/2. dr. dit doet tegader zieden .2. walme of .3. Ende daerna ziet int welke gezi(e)de gi doet navens .1/2. dr. geluwer mirabolanen gepulvert ende also gelike .1. dr. rebarben. Nuchtens tilike so ziedet ende doeter in .1/2. dr. sukers rosaet. ende dat geeft drinken heeter dan laeu. Dies ander dages navens so bade dat hi wel swete ende elx dages so drinke cyroop van grisecom Ende ware dattie fleume ware van souter fleumen. so diger(er)et die materie met oximelle ende daerna purgeertene met .2. dr. ende .1/2. dr. yerasiin. of hi hart es in den lichame ende gaet hi wel ter cameren bi gewoenten. want dese medicine purgeert verbernde humoren. Dies derds dages so stove ende swete wel ende daerna so dwa siin hooft met gesoutenen borne want het suvert ende ontdoet ende droget. Ende dies ander dages doeten bloet laten in die middeladre dit es men sculdech te doene in verbernden humoren. ende daerna salmen moruwen thooft met desen dingen. Nemt papple entie wortel van hoemste ende dat ziedt in borne ende daer met wasscet thooft. ende legt vanden crude op thooft ende doedire in versche botere [soe vele C] hets te beter. Ende dit doet dicken den zieken wel gebaedt. Ende trect hem uut die quade haer met enen tanxkine of suvert hem thooft met silotrum. Ende wert hem 64 thooft te heet of dat hem te zere sweert. so smeertene met deser zalven Nemt olie van violetten ende van rosen. ende .2. doders van eyeren. ende versch swinen smout ende minget te gadere. ende smertene hier met. dit benemt die sweringe entie hitte ende gesmiedt. Ende daerna so comt die drogende zalve. Nemt mostert saet. ende stafisagria saet. dit maelt wel cleine ende maecter af cleine pulver dan minget met zeme ende smeert daer op. Mer en latet daer niet lange op. het mochte den zieken doen cortsen. Noch ene ander: Nemt duven mes ende tempert met wine of met aysine ende met zeme even slecht dit doet tselve. Ende es oec goet geleit op geswollen voeten dengenen die dwater in hebben. Noch ene ander. Nemt zepe. levende sulfer. peper. piretrum. stafisagria quicselver gebluscht met nuchteren mans spekelen. elx even vele vanden cruden. Mer vanden quiczilvere die helft minst. dit minget wel met verscen swinen smoute |121vb| ende smeert daermede tscorfde hooft dit es goet mede te suverne

Noch .1. ander die goet es jegen dat moermael. want het droget sere. Nemt levende calc ende operment elx even vele. ende dit pulvert wel cleine ende tempert met zepen ende olie van oliven ende smert daer met. Noch .1. ander die geneest scorftheit ent moermael ende alle coude drope. Nemt litargirum .2. o. ende pulvert wel cleine ende minget met olien van oliven. ende met aysine temper(e)nde in enen motalinen mortier wrivende onderwilen daerin doende die olie onderwilen den aysiin. ende wrivet alse .1. sause. dat si also cleine alst mach siin ende also dunne alse zeem. ende also slecht. dese zalve es goet alsoet vorseit es. Noch .1. ander Nemt levende calc ende operment. dese pulvert ende tempert met olien ende met aysine. alsoet vorseit es vander andren zalven. dese geneest scorfde hoofde sonder thaer uut te doen vallen Wildi maken .1. ruggene huve thaer met uut te treckene. Nemt sceppec ende smeltet. ende dan mincter in cleine pulver van witten wieroke ende van mastic ende .1. luttel rous zeems. ende dit minget al te gadere ende dan smeret op .1. leder of op .1. campen cleet ende dat maect met sterken litsen die niet breken en mogen. ende dat legt laen op siin hooft. Ende alster op heeft gelegen .3. dage of .4. so doeten staen op enen stoel. ende maect .1. sterke corde vast an enen balken ende die maect vaste metten litsen. ende dan trect den stoel van onder sinen voeten [dan sal hi blivende hanghende ende C] Aldus sal die zieke quite wesen van sinen stincstox. ende dit heet ene ruggene huve. Nu verstaet int genesen van scorfden hoofden. dits die gerechte cure. Int ierste die stede te moruwene als u vorleertes. dat ghi niet en legt op thooft silotrum. Want die wortelen vanden quaden haren en soudenre niet met uut gaen die stede en ware tierst gemoruwet. Maer alst gemoruwet es ende gi werken wilt metter ruggenre 65 huven. so werct met diere vorseit es. Of met deser gemaect van desen dingen ende gespreit op .1. leder of op .1. linen cleet alsoet vorseit es. Nemt swert pec. ende herst. terbentine. [tarwin blomme C] ende dit smelt op 1. cleine vier so dat wel geminct si. ende dan legget opt leder of opt cleet ende doet alsoet vorleert es.

KAPITTEL 27.

Van schurft van het hoofd met de raad van de 4 dokters.

Van schurft op het hoofd zijn er zulke vormen die men kan genezen en sommige niet. En dat zijn die de huid vast aan het been hebben staan en de niet kan schuiven en hard is en werp veel zwavel op dat het haar opeet. En als ge u wilt ondervinden om schurftige hoofden te genezen neem niet die dusdanig gedaan zijn. Maar deze andere kan men genezen die aldus gedaan zijn en er zijn er 2 soorten van, die ene werpt goed haar uit en dat veel en men noemt het hoofdzeer (eczema capitis) en de huid is goed, maar ze behoudt het niet aan het been en ze is niet hard.

En andere zijn er die de huid goed en droog hebben en die hebben veel jeuk en werpt weinig haar uit. En welk van deze twee dat is, dan moet je eerst dat hoofd vermurwen met smeer en met boter en dan moet je die hoofdzeer eruit trekken en daarna genezen zoals u hierna geleerd wordt. Maar vermurw het met deze zalven;

Neem witte Helleborus of het sap van zuring die de bladeren lang en scherp heeft en stamp tevoren dat sommige rode zuring (Rumex sanguineus) noemen, in Latijn lapatium acutum, neem daarvan 1 drachme en scheepspek 1 drachme, dat is murwe pek en kernen van walnoten 6 drachmen, dit stamp je alle tezamen en maak er 1 zalf van. En als het in de winter is dan maak je het van deze notenolie en vermurw het hoofd daarmee 8 dagen lang of 9 of meer of minder alzo u denkt dat het te doen is om het haar uit te trekken en als u denkt dat het murw genoeg is trek dan het haar uit met de wortels met een tang die aldus gemaakt is op deze manier. En daar ge het hebt uitgetrokken besmeer daar die plaats weer met dezelfde daar [61] men het tevoren mee vermurwde.

En als het haar weer groeit was dan het hoofd met een sterke loog. En als het hoofd droog is besmeer het met dit ding die cylotrum heet en aldus gemaakt is: Neem ongebluste kalk, 4 drachmen, en laat het spoelen in water en die er daarna orpiment (arsenicum) in, 2 drachmen, en laat alles tezamen koken. Teken dat het genoeg gekookt is; steek er 1 ganzenveer in en trek het daarna weer uit en gaan de pluimen er gemakkelijk af van de veren dan is het genoeg gekookt en besmeer hiermee het hoofd zo lang als de huid bloot is. En weet dat nadat het haar eruit is besmeer je het hoofd zolang dat die plaats niet root is, maar geheel wit. En dat de wortels van het haar natuurlijk worden en niet hard, dat is een teken van genezen. En wordt dat hoofd te droog, dat is te verstaan dat de schurft te droog wordt van droge naturen doe dan in het cylotrum wat olie van olijven zodat het cylotrum niet te zeer de verharding van het hoofd verteert. En is het 1 scherpe druppel of een verse schurft besmeer het goed met het cylotrum zoals het gemaakt is zonder olie.

Die glossaria van de 4 dokters leert en zegt aldus dat schurft vaak door de schuld van de dokters komt omdat ze vaak pleisters leggen die te heet en te droog zijn. Want ze verteren de natuurlijke hitte en vochtigheid van de huid en maakt ze droger dan ze van naturen moet zijn. En dus wordt ze hard door roekeloosheden van de dokter en omdat hij niet weet wat hij doet zo valt het haar uit dat nimmermeer weer kan groeien want die droge en hete pleisters hebben de vochtigheid verteerd. En de hitte van de pleister heeft die huid zo verhard dat er geen haar uit kan komen want er is geen vochtigheid. Want zo waar enig ding zal groeien daar moet getemperde hitte en getemperde vochtigheid zijn want daar het te heet is daar verbrandt en verdroogt het te zeer en daar het te vochtig is daar verdrinkt het te zeer omdat er te veel vochtigheid is. Nog zegt die glossaria als men pleisters legt liggen ze te lang op 1 zeer en dan komt ervan zoals gezegd is.

Deze schurftheid komt soms van zoute fluimen en dan heeft hij grote jeuk daarin en daarvan komen grote schurftheden en vele schilfers. Nog is er een die van melancholie komt en die jeukt niet zo erg vanwege de koudheid van de materie en de droogte. Maar zijn die vochtvermenging drabbig dan komen daarvan grote puisten en vooral veel eten en niet denkende en niet badende en die van diversen soorten. Hierbij kan u de mensen herkennen van welke vochtvermenging dat hij is. Alzo ons Lanfranc beschrijft en de oude verstandige meester Hippocrates en Galenus, Avicenna en Rasis en vele andere meesters. Dit zijn tekens van de roodbloedige, dat zijn diegene die van bloed zijn en zijn goed gevleesd en vet [62] en goed rood gekleurd en heeft de mond zoet en hij heeft puisten vol etter. En hij heeft de urine rood en dik en van jongen jaren onder de 30. En spijs eet hij dat zijn voedsel is van gewoonte zoals goed vlees, goed brood en dergelijke en drinkt goede drank zoals goede wijn en dit zijn alle tekens dat hij van bloed is.

En die van gal zijn die zijn mager en hebben grote handen en roodachtig gekleurd of geelachtig en hun urine is rood gekleurd en hebben weinig honger en weinig trek in hun spijzen en in de plaatsen van de puisten die ze hebben is het geel en de puisten droog en zeer harde, dit is het teken van de galachtige.

En sommige zijn er die het lichaam wit hebben en witte puisten zonder kleur, maar witte kleine aderen en die mensen zijn zwaar en hebben veel speeksel en dat taai. En de urine wit en bleek en rouw en dik, hebben dorst en verteren laat hun spijzen. En die zere plaatsen zijn wit of murw of zacht om aan te tasten en vele vochtigheden zonder hitte, dit is het teken van de flegmaticus.

De melancholische heeft het lichaam mager en bruinachtig en zijn urine is bruin en bleek en dun of onder zwarte kleur en groenachtig en dun. En hij eet goed. En zijn bloed is bruinachtig en dikachtig. En dit is voor hem slecht eten, koeienvlees, geitenvlees, warme moes van kolen en alle stamppot van rode zaden gemaakt want dit laat rode gal groeien, dat is melancholie. En de zieke plaats wordt bruinachtig en roodachtig en hardachtig en dit is het teken van melancholie.

En als die materie van melancholie is dan moet men die plaats meer vermurwen en de huid bevochtigen en wassen met water waarin gekookt zijn violenbladeren en duivenkervel, in Latijn fumus terre. (Fumaria officinalis) En daarna met smeringen van olie van violen tot die materie vermurwd is en de huid bevochtigd is.

De zieken voeden met vers voedsel zoals goed ramsvlees, gekookte kuikens, roomse warme moes, murwe eieren, gekarnde melk met gort geweld. En alle verse spijzen uitgezonderd die gezegd zijn laten melancholie groeien.

Dit zijn de namen van diverse soorten puisten die op het hoofd groeien en in andere plaatsen van het lichaam van vele vormen en verschillend gevormd en deze noemt dokter Gilbeert waterbellen zoals men soms op het water kan zien als het regent. Maar zijn ze hard dan noemt hij die ziekte spidecie en zijn echt ondergroeien of het met netels was.

Soms groeien hier en daar puistjes op het hoofd en daar groeit haar uit of het zwijnenborstels waren en deze heten caries. En na die puistjes blijven soms kleine gaatjes waaruit drek komt alsof het honing was en deze heten raten.

Soms [63] wordt die huid op vele plaatsen vochtig van schurftheden en met grote jeuk waarvan vele schilfers komen en daaruit komen 4 grote haren, meer of minder als zwijnenborstels en deze heten tines. (Tinea; vormen van hoofdzeer)

Als de huid rood is, dat is van bloed. En is er veel hitte en de huid geel, dat is van gal. En is ze bruinachtig en de schurft is loodachtig gekleurd is dat van zwarte gal. En is het wit en murw en de versheid die er uitkomt op olie lijkt, dat is van fluimen.

Nu gaan we naar de echte genezing en weten en onthouden dat ons geleerd is. In schurftheden van kinderen of die het 1 jaar niet geweest hebben, zie die genezen het eerste dat ge kan met dat hierna geschreven wordt. In oude lieden en in die erin verouderd zijn, ken de ziekte zoals u geleerd hebt en purgeer eerst die vochtvermenging.

Is de schurft van bloed wat u geleerd hebt te herkennen verteer die materie met oxisaccarum (stroop, azijn granaatappel en suiker) en nemen ‘s ochtends 3 lepels vol met 5 lepels vol warm water tezamen gemengd en drinkt dit ‘s ochtends en Գ avonds en laat bloed laten in de middelste ader van de arm en geef hem daarna deze drank die aldus gemaakt is;

Neem violen, 1 drachme, pruimen van Damascus, 12, sebesten, (Cordia myxa) 15, en jujube, (Zizyphus jujuba) 20 laat deze koken in 4 pond water tot een pond. En dit kookt en doe er van dat merg da) in dat Cassia fistula is, 1 drachme, tamarinden (Tamarindus indica) en manna, elk 1/2 drachme, laat dit tezamen koken 2 wellen of 3. En zeef het daarna is welke zeef ge het doet ճ avonds en doe er 1/2 drachme gele mirobalanen verpoederd bij en net zo 1 drachme rabarber. Kook het ճ ochtends en doe er 1/2 drachme rozensuiker in en geef dat te drinken, heter dan lauw. De volgende avond baden zodat hij goed zweet en drink elke siroop van duivenkervel. En was het dat die fluimen van zoute fluimen waren verteer de materie met oxymel (water, honing en azijn) en purgeer het daarna met 2 1/2 drachmen azijn en als hij hard is in de loop en gaat hij goed ter toilet uit gewoonte want dit medicijn purgeert verbrande vochtvermenging. De derde dag goed stoven en zweten en was daarna zijn hoofd met gezouten bronwater want het zuivert en ontdoet en droogt. En de volgende dag laat ge bloed laten in de middelader, dit moet men doen in verbrande vochtvermenging en daarna zal men het hoofd vermurwen met deze dingen;

Neem Malva en de wortel van heemst en kook dat in bronwater en was daarmee het hoofd en leg van die kruiden op het hoofd en doe er in vochtige boter zoveel, het is beter. En laat vaak de zieke goed baden. En trek bij hem de kwade haren eruit met een tangetje of zuiver hem het hoofd met cylotrum.

En wordt bij hem [64] het hoofd te heet of dat het hem te zeer zweert besmeer het dan met deze zalven;

Neem olie van violen en van rozen en 2 dooiers van eieren en vochtig varkensvet en meng het tezamen en besmeer hiermee, dit beneemt die zweer en de hitte en verzacht. En daarna komt de drogende zalf;

Neem mosterdzaad en Delphinium staphisagria zaad, maal dit goed klein en maak er klein poeder van en meng het met honing en smeer het erop. Maar laat het daar niet lang op, het kan de zieke koorts geven.

Nog een andere: Neem duivenmest en meng het met wijn of met azijn en met honing, even echt en doet hetzelfde. En is ook goed gelegd op gezwollen voeten van diegenen die het water in hebben.

Nog een andere; Neem zeep, levende zwavel, peper, pyrethrum (Anacyclus), staphisagria en kwikzilver geblust met nuchter mannenspeeksel, elk evenveel van de kruiden. Maar van kwikzilver minstens de helft, meng dit goed met vers varkensvet en besmeer daarmee het schurftige hoofd, dit is goed om ermee te zuiveren.

Nog 1 andere die goed is tegen dat gezwel aan de benen want het verdroogt zeer. Neem ongebluste kalk en orpiment (arsenicum), van elk evenveel, en verpoeder dit goed klein en meng het met zeep en olie van olijven en besmeer het daarmee.

Nog 1 andere die schurft geneest en dat gezwel aan de benen en alle koude druppen; Neem litargirum, 2 ons, en verpoeder het goed klein en meng het met olie van olijven en meng het met azijn en wrijf het in een metalen mortier en doe er soms daarin de olie en soms de azijn en wrijf het als 1 saus zodat het zo klein is als kan zijn en zo dun als honing en alzo goed, deze zalf is goed zoals gezegd is.

Nog 1 andere; Neem ongebluste kalk en arsenicum, verpoeder dit en meng het met olie en met azijn zoals gezegd is van de andere zalven, deze geneest schurftige hoofden zonder het haar uit te laten vallen.

Wil ge 1 een pikpleister maken om het haar ermee uit te trekken; Neem scheepspek en smelt het en meng er dan klein poeder in van witte wierook (Boswellia thurifera) en van mastiek (Pistacia lentiscus) en wat ruwe honing en meng dit alles tezamen en smeer het dan op 1 leren of op 1 hennepkleed en maak dat met sterke banden die niet breken kunnen en leg het in een laag op zijn hoofd. En als het er 3 of 4 dagen op heeft gelegen laat hem dan op een stoel staan en maak 1 sterk koord vast aan een balk en maak die vast met de banden en trek dan de stoel van onder zijn voeten dan zal hij blijven hangen. Aldus zal die zieke zijn hoofdzeer. (Eczema capitis) kwijt wezen van en dit heet een ruig bekleedsel.

Begrijp nu in het genezen van schurftige hoofden, dit is de echte behandeling. Eerst die plaats te vermurwen zoals u geleerd hebt en dat ge geen cylotrum op het hoofd legt. Want de wortels van de kwade haren zouden er niet mee uit die plaats gaan was het niet eerst murw gemaakt. Maar als het vermurwd is en ge werken wil met de ruige huif [65] werk met die zoals gezegd is. Of met deze gemaakt van deze dingen en gespreid op 1 leer of op 1 linnen kleed zoals gezegd is.

Neem zwart pek en hars, terpentijn, tarwebloem en smelt dit op 1 klein vuur zodat het goed gemengd is en leg het dan op het leer of op het kleed en doe alzo het geleerd is.

|122ra| CAP. 28.

Dits vande(n) luse(n) die wasse(n) op thooft of i(n) andre(n) stede(n) an de(n) lichae(m) die c(ur)e d(aer) iege(n).

Dicwile heeft die mensce lusen ende neten [op thovet oft G] an sinen lichame ende dat es om dat nature dat hare werct ende stect van hare die overtullecheit die es tusscen der huut enten vlesche. ende dat siin verrotte humoren ende verkeren in wormen die lusen heeten ende neten. Ende alse die heete lichame heeft dusgedane wormen. so salmen dus cureren. Nemt quiczilver of asscen gebernt van vilten ende aysiin ende olie van oliven. ende hier af maect .1. zalve getempert altegadere. ende besmertene hier mede Een ander. Nemt litargirum. quiczilver. olie ende aysiin. ende tempert te gadere ende besmeret daermet

Een ander zalve in couden lichamen. Nemt wit elleborum. stafisagria. nitrum. operment root. dit tempert met aysine hier met so smeret thooft Item root operment met olien getempert doet tselve Item zeewater met aysine geminct. of gesouten water. doet tselve. Noch nemt quiczilver gebluscht met nuchteren spekele ende swinen smout ende asscen van houte ende beter ware van vilte [onghebulst calc C]. hier met so minct pulver gestampt vanden sade van stafisagria ende dit gedaen in enen holen broecrieme. Of gesmert daermet .1. wollen gordelkijn ende daermet gegordt. alle die die (sic) luse die .1. mensce heeft sullen daertoe lopen. Ende also sullen si doen. mingdi tpulver van stafisagria ende terbentine. ende windet daeromme catoen ende draget in uwen boesem Noch nemt quiczilver gebluscht ende asscen van menscen hare gebernt. ende geminct te gadere.

Meester gillebeert seit dat luse comen van vortten humoren als u vorleert es. Mer die comen van melancolien die siin swert. alse die wassen int haer vanden hoofde. Ende die van fleumen comen. die siin wit. entie van bloede comen die siin root. Ende sulke comen van swete. ende sulke van vulen cledren [ende van wollen clederen G] Ende onderwilen comen si dien lieden die ziec siin ende siin vorboden vander doot. Ende sulken en mach mense niet benemen. ende dats gerne .1. voorbode van laserscepe.

|122ra| KAPITTEL 28.

Dit is van de luizen die op het hoofd groeien of op andere plaatsen aan het lichaam en de behandeling ertegen.

Vaak heeft de mens luizen en neten op het hoofd of aan zijn lichaam en dat is omdat natuur zich werkt en van zich de overtolligheid uitsteekt die er tussen de huid en het vlees is en dat zijn verrotte vochtvermengingen en veranderen in wormen die luizen en neten heten. En als het hete lichaam dusdanige wormen heeft dan zal men aldus genezen;

Neem kwikzilver of as dat gebrand is van vilt en azijn en olie van olijven en maak hiervan 1 zalf en gemengd al tezamen en besmeer hiermee.

Een andere; Neem litargirum, kwikzilver, olie en azijn en meng het tezamen en besmeer het daarmee.

Een andere zalf in koude lichamen; Neem witte Veratrum, Delphinium staphisagria, soda (potas) en rood arsenicum, dit meng je met azijn en besmeer hiermee het hoofd.

Item rode arsenicum met olie vermengt doet hetzelfde.

Item, zeewater met azijn gemengd of zout water doet hetzelfde.

Nog neem kwikzilver geblust met nuchter speeksel en varkensvet en as van hout en beter was van vilt en ongebluste kalk en meng hiermee het poeder dat gestampt is van de zaden van staphisagria en dit gedaan in een holle broekriem. Of besmeer daarmee 1 wollen gordeltje en omgord je daarmee, alle die luizen die 1 mens heeft zullen daartoe lopen. En alzo zullen ze doen; meng dit poeder van Delphinium staphisagria en terpentijn (Pistacia of Larix) en windt daarom katoen en draag het in uw boezem.

Nog neem gebluste kwikzilver en as van gebrand mensenhaar en meng te tezamen.

Dokter Gillebert zegt dat luizen van verrotte vochtvermenging komen zoals u geleerd hebt. Maar die van melancholie komen die zijn zwart als die in het haar van het hoofd groeien. En die van fluimen komen die zijn wit en die van bloed komen die zijn rood. En sommige komen van zweet en sommige van vuile kleren en van wollen kleren. En soms komen ze bij die lieden die ziek zijn en zijn voorboden van de dood. En zulke mag men ze niet benemen en dat is graag 1 voorbode van huidziekte. [66]

|122ra| CAP. 28.

Dits vande(n) luse(n) die wasse(n) op thooft of i(n) andre(n) stede(n) an de(n) lichae(m) die c(ur)e d(aer) iege(n).

Dicwile heeft die mensce lusen ende neten [op thovet oft G] an sinen lichame ende dat es om dat nature dat hare werct ende stect van hare die overtullecheit die es tusscen der huut enten vlesche. ende dat siin verrotte humoren ende verkeren in wormen die lusen heeten ende neten. Ende alse die heete lichame heeft dusgedane wormen. so salmen dus cureren. Nemt quiczilver of asscen gebernt van vilten ende aysiin ende olie van oliven. ende hier af maect .1. zalve getempert altegadere. ende besmertene hier mede Een ander. Nemt litargirum. quiczilver. olie ende aysiin. ende tempert te gadere ende besmeret daermet

Een ander zalve in couden lichamen. Nemt wit elleborum. stafisagria. nitrum. operment root. dit tempert met aysine hier met so smeret thooft Item root operment met olien getempert doet tselve Item zeewater met aysine geminct. of gesouten water. doet tselve. Noch nemt quiczilver gebluscht met nuchteren spekele ende swinen smout ende asscen van houte ende beter ware van vilte [onghebulst calc C]. hier met so minct pulver gestampt vanden sade van stafisagria ende dit gedaen in enen holen broecrieme. Of gesmert daermet .1. wollen gordelkijn ende daermet gegordt. alle die die (sic) luse die .1. mensce heeft sullen daertoe lopen. Ende also sullen si doen. mingdi tpulver van stafisagria ende terbentine. ende windet daeromme catoen ende draget in uwen boesem Noch nemt quiczilver gebluscht ende asscen van menscen hare gebernt. ende geminct te gadere.

Meester gillebeert seit dat luse comen van vortten humoren als u vorleert es. Mer die comen van melancolien die siin swert. alse die wassen int haer vanden hoofde. Ende die van fleumen comen. die siin wit. entie van bloede comen die siin root. Ende sulke comen van swete. ende sulke van vulen cledren [ende van wollen clederen G] Ende onderwilen comen si dien lieden die ziec siin ende siin vorboden vander doot. Ende sulken en mach mense niet benemen. ende dats gerne .1. voorbode van laserscepe.

|122ra| KAPITTEL 28.

Dit is van de luizen die op het hoofd groeien of op andere plaatsen aan het lichaam en de behandeling ertegen.

Vaak heeft de mens luizen en neten op het hoofd of aan zijn lichaam en dat is omdat natuur zich werkt en van zich de overtolligheid uitsteekt die er tussen de huid en het vlees is en dat zijn verrotte vochtvermengingen en veranderen in wormen die luizen en neten heten. En als het hete lichaam dusdanige wormen heeft dan zal men aldus genezen;

Neem kwikzilver of as dat gebrand is van vilt en azijn en olie van olijven en maak hiervan 1 zalf en gemengd al tezamen en besmeer hiermee.

Een andere; Neem litargirum, kwikzilver, olie en azijn en meng het tezamen en besmeer het daarmee.

Een andere zalf in koude lichamen; Neem witte Veratrum, Delphinium staphisagria, soda (potas) en rood arsenicum, dit meng je met azijn en besmeer hiermee het hoofd.

Item rode arsenicum met olie vermengt doet hetzelfde.

Item, zeewater met azijn gemengd of zout water doet hetzelfde.

Nog neem kwikzilver geblust met nuchter speeksel en varkensvet en as van hout en beter was van vilt en ongebluste kalk en meng hiermee het poeder dat gestampt is van de zaden van staphisagria en dit gedaan in een holle broekriem. Of besmeer daarmee 1 wollen gordeltje en omgord je daarmee, alle die luizen die 1 mens heeft zullen daartoe lopen. En alzo zullen ze doen; meng dit poeder van Delphinium staphisagria en terpentijn (Pistacia of Larix) en windt daarom katoen en draag het in uw boezem.

Nog neem gebluste kwikzilver en as van gebrand mensenhaar en meng te tezamen.

Dokter Gillebert zegt dat luizen van verrotte vochtvermenging komen zoals u geleerd hebt. Maar die van melancholie komen die zijn zwart als die in het haar van het hoofd groeien. En die van fluimen komen die zijn wit en die van bloed komen die zijn rood. En sommige komen van zweet en sommige van vuile kleren en van wollen kleren. En soms komen ze bij die lieden die ziek zijn en zijn voorboden van de dood. En zulke mag men ze niet benemen en dat is graag 1 voorbode van huidziekte. [66]

CAP. 30.

Van te genesene bulen opt hooft.

Heeft enech mensce enen bult op thooft. of ene vercappe in 68 latine testudo. ende dats .1. swere die hem spreit tusscen den vlesce enten bene. dewelke huut brect ende wast weder. dwelke gesciet bi dat tfleesch herdre es dant eldre in andren steden es vanden lichaem als u vorleert es int begin van desen boeke int capittel vanden hoofde. dwelke gevalt meest in kindren of in jongen lieden hebbende onder .10. jaer. Dits die cure te genesene. Ghi selt nemen .1. sceers ende sniden die huut dore vanden zwere op ende neder van den enen ende toten andren. also lanx alse thaer gaet. ende al uut halen dat etter ende breken den sac daer detter in leit gegadert [dan doet hute der na C]. Ende daerna so wiecse wel vol. ende legter boven .1. plaster van werke ende bintse also tote dies ander dages. ende daerna so heiltse sonder wieken. Of essi groet ende si vele heeft hare gespreidt dat si niet en mach siin gesuvert bi harer groetheiden. so snijtse cruus wijs ende dan doet als u vorleert es. Mer daer gise genesen moget sonder crucen daer en snijt mer enen snede. Want men es sculdech den mensce te genesene metter minster pinen ende metter minster lixemen. Ende dese zweren siin al vol geuulcereert. dats quaet vul wey vleesch. dat detter heeft gemaect quaet. dat doet ute metten pulvere van coperrode. ende dat ierst gebernt in enen scarf ende daerna weder gepulvert. Dit verteert quaet vleesch in den mensce. ende sonderlinge in den man. ende doet die wonden heilen. Ende in dwijf so verteret tfleesch. mer en helpt niet der wonden alst doet in den man. dats om dat dwijf cout es ende versch. ende dat nes niet die man. en ware dat hi ware te jonc Ende wacht wel dese wonde dat si niet ondercotech en werde. ende dat soude comen bi dat mense soude stoppen met wieken so dat detter niet ute en soude mogen comen. ende aldus sout hem spreiden ende onder\cotech |123ra| worden. Mer piint u altoes om die wonde te suverne vanden ettere ende vanden quaden vleesche metten pulvere van coperroot of met soute. Ende geneest die wonde also u vorleert es van andren wonden. Ende van desen bulten so volget thaer also verre als detter gevortecht was gespreidt. dat sal weder wassen. het en ware dat detter daer te lange in hadde geweist gelaten. ende dat ware bi dat detter hadde gevort of verteert die wortelen vanden hare. dan en maecht niet weder wassen. [Explicit Johanne Ypermanne L.] Ende hier met si ons gnouch geseit vanden hoofde ende van siere siecheit.

[der iiii meesters salve

Deze salve vysierden die .4. meesters van zalerne. men zal nemen litargurum ende dat zalmen pulveren. ende dan zalmen oeck nemen loodasschen ghebrent van lode .1/2. once dye salmen wel pulveren ende wyt van spaengen .1. .1/2. o. dat ghewreven 69 in .1. mortier met olien van rosen ende met aysile te gadere ghewreven ende maect slechte zalve es goet in heeten tyden ende in heten wonden ende soe droegt ende heelt wonden met goeden ettere ende coelt.

Dits meester jan breemblat zalve.

Dits dye zalve dye maecte meester jan breemblat Ende hij zeyt dat hijse gaf tetene alse hij dye wonden verbonden heeft ende gedweghen met wijne ofte met aysine ende danne gheeft hise tetene ende men maecte aldus. Men zal nemen hontsrebbe ende sansucum (?) ende smeerwortel ende pimpenelle ende dye cruyde zalmen stoten elcs .10. lb. ende danne zalmen dat zap ute wringen ende men sal dat post weder te vuren doen metter soute boteren voirseit ende danne zalmen dyt zieden eenen langhen tijt met enen soeten viere ende danne salment dair na wringen dore eenen starcken douck ende danne zalmen die cruden echter warmen ja porst vanden cruden ende dan zalmen nemen dat dair ute ghewronghen was dat zap zalmen doen zieden langhe wyle met zoeten viere ende danne salment vanden viere doen ende men zalt ghieten op couden borne ende alsoe coelen ende twater alsoe ute droeghen ende bestedent in .1. verloed vat in couder steden.

Van eenre plaesteren die men heet dye gracie godes Gracia dei.

Een plaester dat men heet dye gracie gods dye so maect men hier ane. Nemet die blade vanden eglentiere dye roede bloemen draget ende duetse in .1. glazijn vat ende ghieter in .1. vierendeel lb. olien van oliven ende latet .3. maende staen ter zonnen ende dair na nemt mageden was ende nempt dye croppen van roden rosen van roden eglantiere (die) zijn gevallen omtrent zente Jans mysse ende droeghetse ter zonnen ende maecter af subtijl pulver. ende dan nemt .1. vierendeel vander voirscreven wasse ende dye olie vore genoemt ende .2. dr. vanden voirseiden pulvere vanden voirseyden croppen ende smeltet alte gadere in eene panne op .1. cranck viere ende alst al gesmelten (sic) es doet af ende latet colen ende daer na nempt betenye verbena pimpenelle oft over dye pimpenelle zoe neemt roet [......] dat men naden latyne noemt [........] wel ghedweghen ende vanden watere wel versopen ende gestampt zo zieden in enen nyewen pot met eenen stope wits wijns den starcsten ende den besten die ghij moghe(t) vynden den pot vaste ghestopt Ende laet den pot vaste gestopt ende laet den wijn versieden toten derden deele ende danne laet dye ziedinghe staen tote sander daghes dien tijt ende dan heet dien pot wel sonder zieden ende danne wringt die zode uut zuver ende doet ute in een panne over tfier ende alst beghint te zieden zo werpter in alleyskijn stucken .3. o.. harst altoes roe ende tote dat tplaestere al volmaect zij daer na so doetter in 70 voirseit was (?) metter olien gemenghet Ende daer na pulver van mastieke alst genouch ghezoden es doettet vanden viere ende doetter in terebentyne 1 lb. ende altoes roerende tote dat cout es dyt tplaesler hout altoes in ledere.

Dese wercke van desen plaesteren

Men zal weeten dat dit plaester es goet tallen wonden alsoe wel ten ouden alze ten jonghen ende boven alle dinghen zo es zij vagende ende zu verende ende oeck vleesch te doene wasse(n) Ja ende meer heelen in eenre weken dan alle andere medicinen in eenre maent Ja ende sij en laet gheen quaet vleesch in wonden wassen ende zijn is goet den zenuwen dye onterompen sijn oft ghesneden zijn in wonden in sweeren ende zij trect alle maniere van scutte Ja op dat weder keren mach ten gate dart inne gescoten was Ende zij es oeck goet op steden van gevenijnden beten en zij trecken tfenijn ute Ende zij rijpt zeere alle alle manyeren van zweeren ende heelt zonder wyeken. Ende zij es oec goet tegen cancker ende fistele ende mormalen ende alle manieren van quaden zeeren ende zweren ende sij es alte goet op sweeren ende clieren die wassen in den hals want zij scoertse ende heeltse ende zij es goet op dye sweeren die wast andye levere ende ane dye mylte ende onder dye rebben Ja op dat mense int dierste dair op plaesters (l. plaestert) bedij zij trecken buten int vleesch ende scoertse ende heelse ende dat so orcont een dye meester was dat hyse lede op een hovet dat op gheblasen was ende dye zieke genas Sy es goet op spenen ende alse dye meesters dye warheyt willen belien soe es zij meer orberlec danne eene mensche mach begripen want zij es ongebrechlec ende hare wercken sijn ghewarich vanden namen dat mense heet gracia dey ende der heylicheden.

(Volgt een opsomming van de medicinale gewichten en de daarvoor gebruikelijke teekens. Tevens een grove schets van een weegschaal) G]

KAPITTEL 30.

Van builen op het hoofd te genezen.

Heeft enig mens een bult op het hoofd of een met een kap dat in [68] Latijn testudo heet en dat is 1 zweer die zich verspreidt tussen het vlees en het been die de huid breekt en weer groeit wat gebeurt omdat het vlees harder is dan het elders in andere plaatsen van het lichaam is zoals u geleerd hebt in het begin van deze boeken in het kapittel van het hoofd wat meestal in kinderen of in jongen lieden onder 10 jaar gebeurt.

Dit is de behandeling om te genezen. Ge zal 1 schaar nemen en de huid doorsnijden van de zweer op en neer van de ene en tot de andere zoals het haar gaat en alle etter er uithalen en de zak breken daar de etter in verzameld ligt dan doet u eruit daarna. En bedek het daarna goed vol en leg er boven 1 pleister van werk en bindt het alzo tot de volgende dag en heel het daarna zonder doeken.

Of is het groot en heeft het zich veel heeft verspreid zodat ze niet gezuiverd kan worden vanwege haar grootte, snij het dan kruisvormig en doe dan zoals u geleerd hebt. Maar daar ge het genezen mag zonder kruis snij daar maar 1 snede. Want men moet de mens genezen met de minste pijnen en met de minste littekens. En deze zweren zijn geheel vol geëtterd, dat is kwaad vol wild vlees en dat het etter kwaad heeft gemaakt, doe dat eruit met het poeder van koperrood en dat eerst gebrand in een potscherf en daarna weer verpoederd. Dit verteert kwaad vlees in de mens en vooral in de man en laat die wonden helen. En in een vrouw verteert het vlees, maar helpt de wonden niet zoals het doet in de man, dat is omdat de vrouw koud is en vochtig en dat is de man niet tenzij dat hij te jong is. En let wel op dat deze wonde niet verzweert wordt onderhuids en dat zou komen omdat men het zou bestoppen met doeken zodat de etter er niet uit zou mogen komen en aldus zou het zich verspreiden en verzweren. Maar denk er altijd aan om die wond te zuiveren van de etter en van het kwade vlees met het poeder van koperrood of met zout. En genees die wonde zoals u geleerd hebt van andere wonden. En van deze bulten volg het haar zover als het verrotte verspreid was, dat zal weer groeien tenzij dat de etter er te lang in geweest was en dat is omdat de etter de wortels van het haar verrot of verteerd hebben, dan kan het niet weer groeien. [Explicit Johannes Yperman] En hiermee is door ons genoeg gezegd van het hoofd en van zijn ziekte.

De 4 dokters zalf

Deze zalf maakten de 4 dokters van Salerno; men zal litargirum nemen en dat zal men verpoederen en dan zal men ook loodas nemen dat gebrand is van lood, 1/2 ons, dat zal men goed verpoederen en loodwit van Spanje, 1 1/2 ons, dat gewreven [69] in 1 mortier met olie van rozen en met azijn tezamen gewreven en maak echte zalf die goed is in hete tijden en in hete wonden en zo droogt en heelt wonden met goede etter en verkoelt.

Dit is meester Jan Breemblat’s zalf.

Dit is de zalf die dokter Jan Breemblat maakte. En hij zegt dat hij het gaf te eten als hij de wonden verbonden had en gewassen met wijn of met azijn en dan gaf hij het te eten en men maakt het aldus; Men zal lange weegbree nemen en sansucum (Origanum majorana) en smeerwortel en Pimpinella saxifraga en die kruiden zal men stampen, van elke 10 pond en dan zal men dat sap uitwringen en men zal die pasta weer op het vuur doen met de zoute boter eerder gezegd en dan zal men dat een lange tijd koken met een zacht vuur en dan zal men het daarna door een sterke doek wringen en dan zal men die kruiden echt warmen, ja sap van de kruiden en dan zal men nemen dat er uitgewrongen was en dat pasta zal men een lange tijd laten koken met zacht vuur en dan zal men het van het vuur doen en men zal het gieten op koud bronwater en alzo koelen en het water alzo uitdrogen en het in 1 verloden vat plaatsen in koude plaatsen.

Van een pleister die men de gracie godes Gracia dei noemt.

Een pleister dat men de gratie God noemt maakt men hierna; Neem die bladeren van de egelantier (Rosa rubiginosa) die rode bloemen draagt en doe het in 1 glazen vat en giet er in 1 vierde pond olie van olijven en laat het 3 maanden in de zon staan en neem daarna maagdenwas en neem de knoppen van rode rozen van rode egelantier die omtrent Sint Jans mis zijn gevallen en droog het in de zon en maak er subtiel poeder van en neem dan 1 vierde deel van de voor beschreven was en de olie hiervoor genoemd en 2 drachmen van het voor vermelde poeder van de voor vermelde knoppen en smelt alles tezamen in een pan op 1 zwak vuur en als het alle gesmolten is doe het er af en laat het koelen en neem daarna betonie, Verbena en Pimpinella saxifraga of voor de Pimpinella saxifraga neem rood [......] dat men naar het Latijn noemt [........] goed gewassen en van het water goed verzopen en gestampt en zo in een nieuwe pot koken met een stoop witte wijn, de sterkste en de beste die ge kan vinden, de pot vast gestopt. En laat de pot vast gestopt en laat de wijn tot het derdedeel verkoken en laat dan het kooksel staan tot de volgende dag die tijd en verhit dan die pot goed zonder te koken en wring dan dat kooksel zuiver uit en doe het uit in een pan boven het vuur en als het begint te koken dan werp je er in geleidelijk stukken van 3 ons hars in en altijd roeren en totdat de pleister geheel volmaakt is en doe er daar [70] de voor vermelde was met de olie gemengd in. En daarna poeder van mastiek (Pistacia lentiscus) en als het genoeg gekookt heeft doe het van het vuur en doe er terpentijn in, 1 pond, en altijd roeren totdat het koud is, hou die pleister altijd in leer.

Dit werk van deze pleister

Men zal weten dat deze pleister goed is bij allen wonden alzo goed voor ouden als voor jongen en boven alle dingen zo is ze afvegend en zuiverend en ook vlees te laten groeien Ja, en meer helen in een week dan alle andere medicijnen in een maand. Ja, en ze laat geen kwaad vlees in wonden groeien en ze is goed voor de zenuwen die gekrompen of gesneden zijn, in wonden en zweren en ze trekt alle soorten van schoten, ja zodat het weer keren mag naar het gat daar het ingeschoten was. En ze is ook goed op plaatsen van giftige beten en ze trekt het gif eruit. En ze rijpt zeer alle soorten van zweren en heelt zonder weken. En ze is ook goed tegen kanker en etterwond en gezwel aan benen en alle soorten van kwade zeren en zweren en ze is al te goed op zweren en klieren die in de hals groeien want zij scheurt ze en heelt ze en ze is goed op die zweren die aan de lever en aan de milt en onder de ribben groeien. Ja zodat men ze in als eerste daarop pleistert waarbij ze trekt buiten in het vlees en scheurt en heelt ze en dat verkondigt een dokter dat hij het op een hoofd legde dat opgeblazen was en de zieke genas. Het is goed op aambeien en als de dokters de waarheid willen geven dan is ze meer gebruikelijk dan een mens kan begrijpen, want ze heeft geen gebreken en haar werken zijn het waard van de namen dat men het gracia dei en de heiligheid heet.

(Volgt een opsomming van de medicinale gewichten en de daarvoor gebruikelijke tekens. Tevens een grove schets van een weegschaal)

Hier begint die tafle vanden andren boeke ende sprect vanden ogen ende heeft in .25. capitelen

Ierst hoe die ogen geformert siin

2. van ongemaken in die ogen ende hoe datsi comen

3. vander minster optalmen van drien

4. vander ander optalmen die sterkere es

5. vander meester optal. ende van misseliken ziecheiden die van optalmen comen

6. van puusten in dogen ende wat dat ungula heet

7. van ere smetten dat pannus heet

8. van hoe vele manieren van tekenen siin van desen smetten

9. vander ierster die verbaert als .1. zant.

10. vander andere die verbaert als .1. vischscelle

11. vander derder die verbaert als .1. vlocke snees

12. vander vierder smetten die al doge bedect

13. van doeken of van nagelen

14. Eene ander maniere van doeken of na. die bruun sijn

15. van poentkinen die onderwilen gevallen in ogen

16. van scorftheit ende rootheit ende van joocten in dogen

17. van seebel in die ogen 71

18. van tranenden ogen of lopenden

19. van leepen ogen of tervenden die leden

20. van blauwen ogen gevallen of gewerpen (sic) etc.

21. van .4. karacten die men mach genesen

22. van 3. karacten die men niet en mach genesen

23. van wonden in die ogen

24. van fistelen onder die ogen

25. van noli me tangere int anscijn of an de lippen.

Hier begint die ander pertie van den boeke int welke men sal leren vanden ogen ende van haren ziecheiden te cureernen (l. cureerne) also alse meester jan yperman raet. Nu verstaet vanden ogen hoe dat si gewrocht siin. Die oge es gemaect |123rb| bina als een pijnappel. achter scarp ende voren .1. luttel blonc ende slecht ende in die middewert rond omme te bat tontfane sine geesten. ende ane dechterste ende ene zenuwe die hol es entie gaet in die herssenen. dore dwelke die ziende geesten gaen. ende alsi bestopt es van humoren so es die mensce blint met sconen ogen. Int hole vanden ogen es .1. claer waterkiin puur datmen humoren heet van elken belemmertheiden. dwelke ontfanget die lucht van buten dore .3. hude die siin zere claer. Dierste heet uvea die naest es den waterkine. dandere heet cristaline. die uterste heet cornea. Die inreste es gelijc enen peulekine daer tsteenkiin van .1. rosinen in es gewimpelt. dats in latine uva passa. 72 die middelste es geheten cerstael om datsi geliket den cristale. die uterste es geheten horen om dat si es claer ende gelijc den hoorne dat si gelei .. ent (?) als 1. horen ende buget dies gelike. Dese siin liggende deen an dandere dore dewelke die lucht gaet int vorseide waterkiin. ende daerna ontfanget dat lucht die zenewen die int scarpe vanden ogen hout vaste an elke huut die es vanden zenewen die ten ende siin van den oge diere heet ene sclirotica die comt van dura mater. ende dandere heet secondina entie comt van pia mater. Dese .2. huden beluken de substancie vanden ogen. bi hem leiden die ene van binnen den vorseiden waterkine ende dandere van buten tfleesch. dwelke heet dwitte vanden ogen daer inne lopen arterien. adren die voetsel bringen den ogen. Ende daer es ene andre huut dat dnetkiin heet dat comt ende wast van pia mater. ende dwitte van den ogen dats al v(l)eeschachtech binnen dat besloten heeft dwaterkiin bi hem. Mer daer siin tusscen .2. meer huden dan ene als u hierna geseit wert. die welke huden ontdoen ende luken het ontdoet alst ontfaen heeft [........] die vorseide holle zenuwen sijn van hem .3. gemaect bi naturen als u vorleert es van dura mater ende van pia mater ende vanden netkine die siin gebinde vanden herssenen die welke versceeden die substancie van den herssenen. Waerbi dat men ziet menech werf dat .1. mensce es ziec int vorhooft ende eldre niet. dat doet dnetkijn dat doreloopt |123va| die herssenen. Ende verstaet wel dat en es niet dura mater no pia mater. Ende aldus siet men dicken dat .1. mensce ziec es in dene stede vanden hoofde ende in dandere niet. Ende tusscen den humoren dat te voren es geheten waterkijn enten vleesce es .1. rinc. die rinc tusscen vlesche enter ziene daer die heet de huut daer des menscen varwe in leit. onderwilen grau. onderwilen scier onderwilen bruun. ende mengertieren. entie heet glas. Dese stede bescermet dbloet dat niet ten vleescen steden en mach lopen no ter ziene bi naturen. Mer bi andren ongevalle alse bi slagen of dies gelike. of bi vervulten van naturen de welke bi reumen nature daer sendet ende dan comen daeraf sware ziecheiden. In den rinc es noch .1. ander huut die heet aranea in latine. in dietsch coppengespin. ende dats dunne ende subtijl. ende dits vast ant netkiin dat in die ziene es. dat wel starc es hoe subtijl dat es. ende heeft die oge al omme bewimpelt sonder vore die zie. Nature heeft gemaect ene sonderlinge huut die dect ende bint al die oge sonder allene vore die zie. ende dats die uterste huut ende heet coniunctiva. dat alle dandere te gadere hout gevoecht. deckende dese die ziene. so werde den oge appel dat es dat brune dat ront es datter geen licht in soude mogen comen. Mer si es an die .3. vast die siin dat men weren 73 vore dwaterkiin. dewelke alle .3. sere claer ende suver siin bi naturen. Die zenewe die es ant rechter ende vanden rechten oge ende vanden luchtere die en siin niet vanden zenewen die behoren ten gemeinen lichame. want si wassen uten herssenen van voren met .2. andren zenewen die gaen ten nese omme tontfane die roke. si siin gescepen ten ende alse .2. wortekine van vrouwen borsten. Mer die ten ogen behoren die helsen manlijc andren in die herssenen ende dbeen. ende dat heeft nature gedaen om een nuttelijc profijt den gemeinen creaturen. Want als men niet en mach zien met .1. oge ende men ziet metten andere. so sent nature te dien haer beider werc also aristotilis seit. datmen verliest in .1. oge of in .1. ander led. dat dobbeleert int dandere. Ende men maecht zien alse in ene oge es limpinositas. dat in vlaemsche heet drope. dat stect die reume uten herssenen ten ogen onderwilen ten enen onderwilen ten beiden ogen. Mer stect sijt ten |123vb| enen. men ziet dat onderwilen comt ten andren emmer. ende dats om dat die zenewen hebben manlijc andren gehelst. als gi gehort hebt Voort verstaet die doget vander helsingen. Alse .1. oge es belemmert dat ander ontfanget harer beider geesten om te sterker te sine in haer werc. ende dats sonder dandere te quetsene. Ende als .1. man luuct siin .1. oge. so ontfaet die opene harer beider geesten sonder dandere te quetsene. Noch .1. ander so es die helsinge. Alse .1. mensce ziet met beiden ogen .1. dinc. so ziet hi dat nes maer .1. dinc. Ende verstect hi met sinen vingere deen oge. so dunckter hem .2. of meer. dats om dat hi dan luuct .1. luttel te ziene optie zenewe van den oge. ende dan mogen niet die geesten hebben haren naturliken ganc. Dits gesproken vanden ogen bi naturen daer die oge gesont es

Hier begint de tafel van de andere boeken en spreekt van de ogen en heeft 25 kapittels.

1. Eerst hoe die ogen gevormd zijn

2. van ongemakken in de ogen en hoe dat ze komen

3. van de kleinste ophthalmie van drie

4. van de andere ophthalmie die sterker is

5. van de grootste opthalmie en van verschillende ziektes die van opthalmie komen

6. van puisten in de ogen en welke ungula heet (pteryion, vleugelvlies)

7. van een smet dat pannus heet

8. van hoeveel soorten tekens er zijn van deze smetten

9. van de eerste die zich toont als 1 zand.

10. van de andere die zich toont als 1 visschel

11. van de derde die zich vertoont als 1 vlok sneeuw

12. van de vierde smet die het hele oog bedekt

13. van doeken of van nagels

14. Een andere soort doek of die bijna bruin zijn

15. van puntjes die soms in ogen vallen

16. van schurft en roodheid en van jeuk in de ogen

17. van zeepbel in de ogen [71]

18. van tranende ogen of lopende

19. van lekkende ogen of tranende leden

20. van blauwe ogen, gevallen of geworpen etc.

21. van 4 cataracten die men kan genezen

22. van 3 cataracten die men niet kan genezen

23. van wonden in de ogen

24. van etterwonden onder de ogen

25. van noli me tangere in het aanschijn of aan de lippen.

Hier begint het andere deel van het boek waarin men zal leren van de ogen en om haar ziektes te genezen alzo als dokter Jan Yperman aanraadt. Nu begrijp van de ogen hoe dat ze gewrocht zijn. Het oog is bijna gemaakt als een dennenappel, achter scherp en voor wat stomp en recht en in het midden rond om beter zijn geesten te ontvangen en aan het achterste en een zenuw die hol is en die gaat in de hersens waardoor de ziende geesten gaan en als die verstopt is van vochtvermenging dan is die mens blind met mooie ogen. In het hol van de ogen is 1 helder puur watertje puur dat men vochtvermenging noemt van volkomen helder die de lucht van buiten ontvangt door 3 huiden die zeer helder zijn. De eerste heet uvea (achterste pigment laag van de iris) die naast het watertje is, de andere heet cristaline (kristallens van het oog) en de uiterste heet cornea. (hoornvlies) Die binnenste is als een peultje daar het steentje van 1 rozijn in is gewimpeld, dat is in Latijn uva passa, [72] die middelste heet cerstael omdat ze op kristal lijkt, de uiterste heet horen omdat ze helder is en gelijk een hoorn waar het op lijkt .. en als 1 horen en buigt diergelijk. Deze liggen de ene aan de andere waardoor die lucht gaat in het voor vermelde watertje en daarna ontvangt de lucht de zenuwen die in het scherpe van de ogen vasthoudt aan elke huid die er is van de zenuwen die op het eind van de ogen zijn waarvan de ene sclerotica (sclera, lederhuid van het oog) heet en die komt van harde hersenvlies en de andere heet secondina en komt van dunne hersenvlies.

Deze 2 huiden sluiten de substantie van de ogen en door hem liggen de ene van binnen het vermelde watertje en de andere van buiten het vlees wat het witte van de ogen heet en daarin lopen slagaders en aders die voedsel naar de ogen brengen. En er is een andere huid dat netje heet en dat komt en groeit van dunne hersenvlies en het witte van de ogen dat is allemaal vleesachtig binnen dat het watertje bij zich besloten heeft. Maar er zijn 2 meer huiden tussen dan een zoals u hierna gezegd wordt en die huiden gaan open en sluiten als het ontvangen heeft [........] die voor vermelde holle zenuwen zijn door de natuur van 3 gemaakt zoals u geleerd hebt van harde hersenvlies en van dunne hersenvlies en van het netje, dat zijn banden van de hersens die de substantie van de hersens scheiden. Waarbij men vaak ziet dat 1 mens ziek is in het voorhoofd en elders niet, dat doet het netje dat door de hersens loopt. En begrijp goed dat het niet harde hersenvlies of dunne hersenvlies is. En aldus ziet men vaak dat 1 mens ziek is in de ene plaats van het hoofd en in de andere niet. En tussen de vochtvermenging dat tevoren watertje genoemd is en het vlees is er 1 ring, die ring tussen vlees en het zien daar die huid daar de mensen kleur in ligt heet, soms grauw, soms grijs, soms bruin en gemengd en heet glas. Deze plaats beschermt het bloed dat het niet tot vlezige plaatsen kan lopen of van het zien van naturen. Maar bij andere ongevallen zoals bij slagen of dergelijke of bij volheid van naturen die de natuur daar ruim zendt en dan komen er zware ziektes van.

In de ring is nog 1 andere huid die aranea (Arachnoidea) in Latijn heet en in Diets spinnenweb en dat is dun en subtiel en dit is vast aan het netje dat in het zien is, dat goed sterk is hoe subtiel dat het ook is en heeft het oog alom omwonden bijzonder voor het zien. Natuur heeft gemaakt een bijzondere huid die alle ogen bijzonder bedekt en verbindt alleen voor het zien en dat is de uiterste huid en heet conjunctiva dat alle andere tezamen gevoegd houdt en deze bedekt het zien en zo wordt de oogappel, dat is dat bruine dat rond is, zodat er geen licht in zou mogen komen. Maar ze is aan die 3 vast die er zijn die [73] voor het watertje waren die alle 3 zeer helder en zuiver zijn van naturen. Die zenuw die aan het echte en van het echte oog en van de verlichter die zijn niet van de zenuwen die tot het algemene lichaam behoren want ze groeien uit hersens van voren met 2 andere zenuwen die de neus omgaan om de geur te ontvangen en zijn geschapen op het eind als 2 tepels van vrouwenborsten. Maar die tot de ogen behoren die omhelzen namelijk anderen in de hersens en het been en dat heeft natuur gedaan als een nuttig profijt voor algemene creaturen. Want als men niet kan zien met 1 oog en ziet men met de andere dan zendt natuur tot die hun beider werk alzo Aristoteles zegt dat als men in 1 oog of in 1 ander lid verliest dat het verdubbelt in het de andere. En men kan het zien als in een oog limpinositas is, dat in Vlaams drup heet, (schurft, jicht) dat steekt de reuma uit de hersens naar de ogen en soms naar het ene en soms naar beide ogen. Maar steekt ze het naar de ene ziet men dat soms dat het immer naar de andere komt en dat is omdat de zenuwen namelijk hebben anderen omhelst zoals ge gehoord hebt.

Begrijp verder de deugd van het heldere zien. Als 1 oog belemmerd is ontvangt de andere hun beide geesten om sterker te zijn in haar werk en dat is zonder de andere te kwetsen. En als 1 man zijn 1 oog sluit dan ontvangt de geopende hun beide geesten zonder de andere te kwetsen. Noch 1 ander zo is dat heldere zien. Als 1 mens met beide ogen 1 ding ziet dan ziet hij dat het maar 1 ding is. En bedekt hij met zijn vingers het ene oog dan denkt hij dat er 2 of meer zijn en dat is omdat hij dan wat het zien op die zenuw van het oog sluit en dan kunnen de geesten niet hun natuurlijke gang hebben. Dit is gesproken van de natuur van de ogen daar de ogen gezond zijn.

CAP. 2.

Nu suldi v(er)stae(n) va(n) o(n)gemake(n) in die oge(n) en(de) hoe dat si comen.

Vele ziecheiden comen in die ogen bi naturen. ende bi vervulten van humoren entie comen onderwilen van buten ende onderwilen van binnen. Van buten alse van hitten vander lucht. ende van couder lucht. van zande. van rooke. van winde ende desgelike. Van binnen alse van quader complexien van humoren. van buten te slane. of te wandelne metten genen die zeer ogen hebben dat .1. smettende ziecheit es. Het siin vele ziecheiden in die ogen ende omtrent die ogen alse optalmen. puustkine. smetkine. rode plexkine. witkine. joocte. scorftheit. sebel. nagle. traninge van ogen. cataracten. sicoen. hespinge vanden ogenleden. wankinge. brauwen te wassene inwert dewelke altoes prekelen. fistelen in die sterte vanden ogen. Ende noch 74 siin andere ziecheiden ondertiden. alse gebrec van ziene ende menege andre die niet en mogen siin genesen bider hulpen vanden surgijn. [maer meesters van medicinen moghen daer raet toe geven G]. Biden welken ic u .1. luttel sal geven vanden genen die men genesen mach of geven .1. luttel remedien. ende sal u ierst leeren vander optalmen. dat siin sweringen in dogen. vanden welken siin .3. manieren. die minste. die starke. ende die alderstarcste of die meeste.

KAPITTEL 2.

Nu zal ge van de ongemakken begrijpen in de ogen en hoe dat ze komen.

Vele ziektes komen van nature in de ogen en door volheid van vochtvermenging en die komen soms van buiten en soms vanbinnen. Van buiten zoals van hitte van de lucht en van koude lucht, van zand, van rook, van wind en dergelijke. Van binnen zoals van kwade samengesteldheid van vochtvermenging, van buiten te slaan of te wandelen met diegene die zere ogen hebben dat 1 besmettelijke ziekte is.

Er zijn vele ziektes in de ogen en omtrent de ogen zoals oftalmie, puistjes, smet, rode plekjes, oogaandoening (mogelijk witte plekken op hoornvlies maculeae cornea) , jeuk, schurft, zeepbel, nagels, tranen van ogen, cataracten (grauwe staar), Sycosis of Tracoma, (chronische aandoening van oogleden), trilling van de oogleden, wankelen, wenkbrauwen die naar binnen groeien en altijd prikkelen, etterwonden in de staar van de ogen.

En noch [74] zijn er soms andere ziektes zoals gebrek van zien en vele andere die niet genezen kunnen met hulp van de chirurg, maar dokters van medicijnen mogen daar raad toe geven. Waarbij ik u wat zal geven van diegenen die men genezen kan of wat remedies geven en zal u eerst leren van de oftalmie, dat zijn zweren in de ogen waarvan er 3 soorten zijn, die kleinste, de sterke en de allersterkste of de grootste.

CAP. 3.

Vand(er) mi(n)st(er) optalme(n) entie c(ur)e d(er) iege(n).

Die [lichte oft dye G] minste optalme dat es alse die oge es root [ende hitte hebbende G] ende heeft .1. luttel |124ra| steecten [dair in G] ende en gene swillinge en si zere cleine. entie comt van buten. alse van warmen winde of van couden. of van roke of van zande. of van wakene of van pinen. ende die cure es licht. Of die sake si alsulc als ic geseit hebbe dat mogedi kennen bider hitten. rootheiden. smerte. Dese mogedi genesen metten witte van den eye cort geslagen allene ende gescuumt. Dat clare droppet in die ogen. [aldus met eenen lepelkine ofte met enen instrumente dair toe gemaect aldus gescapen: schets, G] entie zieke sal liggen over sinen rugge metten ansichte opwert. Dits ene goede colirie ende zere geprijst. want si es sonder vrese ende si blijft lange in die ogen. ende si vercoelt ende suvert ende benemt die sweringe vanden ogen. ende dit doet sine limechede [ende dair omme blivet langhe int doghe G] Ende of die optalme comt van vercoutheiden. so salmen .1. luttel suvers wiins geven te drinkene. ende stoven in watere daer rosebladere in gesoden siin ende camamille ende venigriec. Ende en hulpt hem dit niet so doetse bloet laten ter hooftadren. ende ydeltse van haren humoren die dat doen. Ende werpt in die ogen witte colirie. dewelke u wert geleert maken hier achter in de specie vander optalmen hier na.

KAPITTEL 3.

Van der kleinste oftalmie en de kuur daartegen. (verschillende soorten van ontsteking van oogvlies en hoornvlies)

De lichte of de kleinste oftalmie, dat is als het oog rood is en hitte heeft en wat steken heeft daarin en geen zwelling en is zeer klein en komt van buiten zoals van warme wind of van koude of van rook of van zand of van waken of van pijn en die behandeling is licht.

Of die zaak is zoals ik u gezegd hebt dat kan u herkennen bij de hitte, roodheid en smart. Deze mag ge genezen met het witte van een ei, alleen kort geslagen en geschuimd. Dat heldere drup je in de ogen, aldus met een lepeltje of met een instrument daartoe gemaakt en aldus geschapen en de zieke zal op zijn rug liggen met het aanzicht naar boven. Dit is een goede oogzalf en wordt zeer geprezen want ze is zonder vrees en ze blijft lang in de ogen en ze verkoelt en zuivert en beneemt die zweren van de ogen en dit doet zijn lijmerigheid en daarom blijft het lang in het oog.

En als die oftalmie van verkoudheid komt dan zal men wat zuivere wijn te drinken geven en stoven in water daar rozenbladeren in gekookt zijn en kamille en fenegriek. En helpt hem dit niet laat dan bloed laten in de hoofdader en leeg het van haar vochtvermenging die dat doen. En werp in de ogen witte oogzalf die u hierna geleerd wordt te maken in de soort van de oftalmie.

CAP. 4.

Vand(er) and(er) optalme(n) die starker es.

Starke optalmen siin zere root. dwitte entie zie. entie adren van den witten al vol bloets. die sterte vanden ogen die tranen ende hebben grote sweringen ende grote steecten. ende doen die oge leden [te gadere G] cleven. ende onderwilen hebben [dese liede G] cleine witte plexkine [indye ziene G]. In die grote so en blict ondertiden niet die ziene sine es al verdect metten [roetheden oft G] roden humoren. ende hebben die ogen leden verterft. ende sterke sweringe. ende dese siin meest met puusten ende groet blickende. vanden [welken G] es al eens die cure van allen optalmen. Ende dits 75 dierste cure dat men weren sal die sweringe alse u hierna wert geleert. Die sweringe .1. deel gesmiedt doeten bloet laten ter hooft adren in den arm in die selve zide alst es in .1. oge allene. Mer alst es in beiden ogen so nemt te meer bloets. es hi ionc. Mer es hi out te min. Ende es hi jonc doeten venteusen tusscen den scoudren. ende dat alse de materie es van bloede. dat gi moget kennen bi der groter rootheiden. Ende es die materie van coleren so kentse bider groter sweringen ende bider cleinre swillingen ende bider geluheit |124rb| van den ogen. ende bider luttel peidingen van den ogen. ende doeten mer .1. luttel bloets laten want .1. luttel bloet latens [in coleren G] hulpt wel. Ende purgeertene daerna met geluwer mirabolanen. En of die materie es van coleren geminct met .1. deel gorsemer materien dat dicken gevalt. so nes geen medicine eist .1. deel veroudert so goet. alse rasis pillen. die men heet cocias rasis. Dit es dierste dat men sculdech es te doene in die ogen jegen grote sweringe. Nemt enen doder van .1. eye. ende also vele olien van rosen. ende also vele vanden sape van verbena. ende ene scr. van soffrane. ende .1. scr. opien ende hieraf maect .1. plaester altegader geminct. ende legget optie oge ierst .1. linen cleet ende daerna tplaester daer op. Ende binnen in doge so doet witte colirie getempert met wijfs melke die .1. meyskiin zoget. dits .1. witte colirie dat galienus hiet die grote hulpe. want om wien dat gemaect was hi wasser bi genesen ter ierster werven in te doene sonder meer toe te doene. ende men maecse aldus Nemt cerusa .3. dr. dats wit van spaengien. dat pulvert wel cleine ende sichtet dore .1. teems ende dan wrivet met sconen watere op enen steen. die suver es. als een scrivein wrivet sinen varwe. ende latet daer op liggen. 10. dage wel gedect datter geen zant in mach vallen no onsuverheit. daerna so nemt gomme van arabien. .2. dr. ende .1/2. ende laetse liggen in sconen watere tote si al gesmolten si. ende gietse optie vorseide ceruse ende minctse wel. ende alsi es als deech wel geminct so doeter in tpulver van desen dingen also cleine gepulvert als men mach. Nemt amidus .3. dr.. sarcocolle. apie. soffraen elcs tfierendeel van ere dr.. dit minget al te gadre ende maecter af cleine pillekine [alsoe cleene G] alse erweten. dese droget wel suverlike ende bestaetse. Ende als giere met werken wilt. dan doet ene smelten in wijfs melc die .1. meyskiin zoget luttel dicke getempert als most. ende doetse den zieken in dogen. Ende doet daarna als u vorleert es metten plaestren liggende daer op vernuwende. 2. werf sdages tote die oge genesen es. dit leerde mester lancfranc van meylanen. Mer meester bevenoud leert dit. ende ic hebber mede gewracht ende waer vonden. Ende hi wijst |124va| dat men make. 1. cleine pulver van sarcocollen. ende dat wel cleine gesicht dore .1. hooftcleet .2. vout of .3. of dore .1. sindael ende hier af doet in doge diere ziec es .3. werf des dages. entie zieke ligge opwert 76 metten ansichte tote dat pulver wel gesmolten es. Ende legt optie oge .1. plaester van stoppen genet in couden borne. dat benemt die sweringe ende doet den zieken rusten. Dit pulver heet godbenediende. dit visierde bevenoud sonder bloet laten. ende sonder den zieken te purgeerne met medicinen. Dyeta. des zieken spise sal siin wellinge. amandelen melc. moruwe eyeren. gebraden appelen. rosiin. Ende wachten van rentvlesce ende van allen herden vlesce dat node verteert. ende van alre scarper spisen. alse peper. looc. silte mostaert. Ende en drinke en genen wijn hi en si zere gebornt. ende wachten van meede ende van gecruudden biere ende van clareyte. Ende alsi siin opten wech van genesene: so geeft hem tetene wermoes van bornagien ende van beetcoolen ende van persine. ende gesoden kiekine. ende wederijn vleesch ende swinen voeten wel gesoden visch gesoden plaetkine. tongen baerskine. snoeken. blieken. ende des gelike cleine visscen wel gescelt. Ende wachten van stupene ende van liggene over die oge. ende ligge met enen hogen hooftende. ende ruste so hi meest mach ende houden int donkere. ende en sie niet iegen dlicht.

KAPITTEL 4.

Van de andere oftalmie die sterker zijn.

Sterke oftalmie zijn zeer rood, het witte, het zien en de aderen van het witte zijn geheel vol bloed, de staart van de ogen hebben tranen en grote zweren en grote steken en laten de oogleden kleven en soms hebben deze lieden kleine witte plekjes in het zien. In die grote lijkt ondertussen niet dat het zien geheel bedekt is met de roodheden of rode vochtvermenging en hebben de oogleden lekkend en sterke zweren en deze zijn meest met puisten en schijnen groot waarvan de behandeling dezelfde is van alle oftalmie.

En dit is [75] de eerste behandeling, dat men de zweer zal weren zoals u hierna geleerd wordt. De zweer 1 deel verzacht en laat bloed laten in de hoofdaderen van de arm aan dezelfde kant als het alleen in 1 oog is. Maar als het in beide ogen is neem dan meer bloed als hij jong is. Maar als hij oud is minder.

En is hij jong laat koppen zetten tussen de schouders en dat als de materie van bloed is, dat ge kan herkennen aan de grote roodheid. En is de materie van gal dat herken je door de grote zweren en bij kleine zwellingen en bij de geelheid van de ogen en bij de weinige tranen van de ogen en laat meer wat bloed laten want wat bloed laten helpt goed. En purgeer er daarna met gele mirobalanen. (Terminalia) En als die materie van gal is gemengd met 1 deel drabbige materiën dat vaak gebeurt dan is er geen medicijn als het 1 deel verouderd is zo goed als Rasis pillen die men cocias rasis noemt.

Dit is het eerste dat men moet doen in de ogen tegen grote zweren; Neem een dooier van 1 ei en alzo vele olie van rozen en alzo veel van het sap van Verbena en een scrupel van saffraan en 1 scrupel opium en maak hiervan 1 pleister door alles tezamen te mengen en leg het op dat oog, eerst 1 linnen kleed en pleister het daarna er op. En binnen in het oog doe je witte oogzalf gemengd met vrouwenmelk die 1 meisje zoogt, dit is 1 witte oogzalf dat Galenus de grote hulp noemt want voor wie dat gemaakt was, hij was er de eerste keer van genezen zonder er meer in te doen en men maakt het aldus;

Neem loodwit, 3 drachmen, dat is wit van Spanje, verpoeder dat goed klein en zeef het door 1 zeef en wrijf het dan met schoon water op een steen die zuiver is zoals een schrijver zijn kleur wrijft en laat het 10 dagen daarop liggen, goed bedekt zodat er geen zand in kan vallen of onzuiverheid en neem daarna gom van Arabië, 2 drachmen en ½, en laat het liggen in schoon water tot het geheel gesmolten is en giet het op het voor vermelde loodwit en meng het goed en als het als deeg goed gemengd is doe er dan het poeder in van deze dingen zo klein verpoederd als men kan; Neem zetmeel, 3 drachmen, Sarcocolla, (Astragalus sarcocolla) Apium en saffraan, van elk het vierendeel van een drachme, meng dit alles tezamen en maak er kleine pilletjes van alzo klein als erwten en droog die zeer goed en berg het op. En als ge er mee werken wil laat het dan smelten in vrouwenmelk die 1 meisje zoogt, wat dik gemengd als mest en doe het de zieke in de ogen. En doe daarna zoals u geleerd hebt en de pleisters die erop liggen 2 maal per dag vernieuwen tot het oog genezen is, dit leerde dokter Lancfranc van Milaan.

Maar dokter Beneventus Grapheus leert dit en ik heb ermee gewrocht en waar gevonden. En hij wijst dat men een klein poeder maakt van Sarcocolla en dat 2 of 3 maal goed klein zeven door een hoofdkleed of door fijne stof en doe hiervan 3 maal per in de ogen van de zieken en de zieke ligt op zijn rug [76] met zijn aanzicht totdat het poeder goed gesmolten is. En leg op dat oog 1 pleister van proppen genat in koud bronwater, dat beneemt de zweer en laat de zieken rusten. Dit poeder heet god benedijde en dit maakte Beneventus zonder bloed te laten en zonder de zieken te purgeren met medicijnen.

Dieet van de zieken zijn spijs zal pap van amandelmelk zijn, murwe eieren, gebraden appelen en rozijnen. En wachten van rundvlees en van alle harde vlees dat slecht verteert en van alle scherpe spijzen zoals peper, knoflook, zilte mosterd. En drinkt geen wijn tenzij die zeer met water aangelengd is en wachten van mede en van gekruid bier en van helderheid. En als ze op weg van genezen zijn geef ze dan warme moes van bernagie te eten en van bieten en van peterselie en gekookte kuikens en ramsvlees en goed gekookte varkenspoten, gekookte platvis, tong, baars, snoeken, blieken en dergelijke kleine vissen goed met schellen. En wachten van bukken en van liggen op het oog en lig met een hoog hoofdeinde en rust zo hij het beste kan en in het donkere houden en niet in het licht kijken.

CAP. 5.

Vand(er) starxst(er) optalme(n) of va(n) misselike(n) zeicheiden die va(n) optalme(n) comen.

Noch seggen some auctoren van vele quader ziecheiden in die ogen die van den optalmen porrende siin. alse diegene die qualike genesen siin. ende dat comt bi den dullen meesters die altoes doen der zeerheiden meer zeerheiden. bi dat si hem onderwinden vanden ogen ende sine weten niet wat si doen. ende daer bi so comt dien ogen toe dat si werden al wit. ende heffen uten oge putten ende uten ogeleden so dat die zie niet en siet. Waer bi dat ic segge datter geen bate an en es. want sine zien niet. no en sullen nemmermeer zien mogen. Ende oec siin sulke die hem so qualike wachten van etene ende van drinkene. so dat bi diere redenen bliven die ogen ewelike lopende. waerbi dat dus gedane comen tote uwer curen. so purgeert hem thooft |124vb| met deser medicinen. Nemt polipodium esula. mirabolani. elx .1. dr.. mastic. cubeben. soffraen. spica nardi. neute van inde. canele elx .1. dr.. ende met melke van sicamore so maecter af pillen. ende geefter af den zieken jegen dat hi gedogen mach. dats te verstane nadat hi cracht heeft. Ende gevet smorgens ende savons. dyaolibanum. dwelke staet int .3. capittel vanden cataracten. Ende doet in doge pulver van nabeten. dwelke u wert geleert wat es. Ende vanden pulvere alexandriin. dat u oec wert gewijst wat es. Ende doet in doge tote dat si genesen es. Ende hout wel die dyeten alst u vorleert es. [dats watmen eten ende drincken zal altoes G].77

KAPITTEL 5.

Van de sterkste optalmen of van verschillende ziektes die van opthalmie komen.

Nog zeggen sommige auteurs van vele kwade ziektes in de ogen die van oftalmie komen zoals diegene die slecht te genezen zijn en dat komt van de dolle dokters die altijd de zeren meer zeerheid doen omdat ze zich van de ogen ondernemen en ze weten niet wat ze doen en dan komt bij die ogen dat ze geheel wit worden en heffen uit de ogen putten en uit de oogleden zodat die niet zien. Waarbij dat ik zeg dat er geen baat bij es want ze zien niet en zullen nimmermeer mogen zien. En ook zijn er sommige die zich zo slecht wachten van eten en van drinken zodat vanwege die reden de ogen eeuwig lopen blijven waarbij dusdanige tot uw genezing komen en purgeer hem dan het hoofd met deze medicijnen;

Neem Polypodium, Euphorbia esula, mirobalanen, Terminalis) van elk 1 drachme, mastiek, (Pistacia lentiscus) kubeben, (Piper cubeba) saffraan, spica nardi (Lavandula stoechas) noot van Indië (Cocos) en kaneel, van elk 1 drachme, en met melk van Ficus sycomore maak er pillen van en geef er de zieken van wat hij gedogen kan, dat is te verstaan naar dat hij kracht heeft. En geef ‘s morgens en ‘s avonds sap wierook (Boswellia thurifera) wat in het 3de kapittel van de cataracten staat (grauwe staar). En doe in het oog poeder van kandijsuiker wat u geleerd hebt wat het is. En van het Alexandrijnse poeder dat u ook gewezen werd wat het is. En doe het in het oog totdat ze genezen is. En houdt de diëten goed zoals u geleerd hebt dat is wat men altijd zal eten en drinken. [77]

CAP. 6.

Van puste(n) i(n) doge(n) e(nde) wit dat ungula heet in latine.

Dicwile gevalt dat die sweringen van optalmen niet en geliggen. dat comt bi dat in die ogen siin puusten entie siin daer in gewassen. Eer ghi enech van desen remedien in doet. dats eer dat si tot u quamen. eist also. so doet dit maken ene colirie van wieroke aldus. Nemt wit wierooc wel suver .10. penninc wegens. antiuraom. sarcocolle elx tgewichte van .5. penningen. dit minct met musillaginen van venigrieke ende maecter af pillen entie droget ende besteedse in droger steden. Ende als giere met werken wilt. so nemt .1. pille ende tempertse met mussillaginen van venigrieke. ende maect .1. lanc wiexkijn van catoene ende maket daer met dore nat. ende dat bindet optie oge. ende dat vermaect .3. werf onder dach ende nacht ende dat doet so lange dat die plaestren werden be-ettert. entie sweringe si welna te nieute. ende daerna so legter in dese colirie die maect men dus. Nemt gebernt lood te pulvere. antimonie. tuchie gedwegen. gebernt coper. gomme van arabien. dragant. elcs .8. penninc wegens. apii. enen hellinc wegens. van alle desen make wel cleine pulver ende maecter af pillen met regen watere. of met lood watere dat suver es. of met rose watre dese besteedt droge. Ende als giere met werken wilt so tempert ene van desen pillen metten vorseiden watere. ende daerin so net .1. plaster van catoene ende legget optie oge. Want dese colirie heilt ende doet [hert G] tfleesch wassen. Ende wert dat achter tgenesen bleve enech witte. so legter in dit. dat in latine heet macula. |125ra| Mer sulke seggen smette allene. dat siin witte poentkine in die zie. entie comen meest van ouden optalmen ten welken es goet witte colirie. ja die vorseide. Ende so es oec dese colirie renes dewelke gi maect aldus. Nemt epatic. aloes. soffraen elx tgewichte van .8. penningen. gebernt coper. gedwegen. gomme van arabien. opii. elx tgewicht van .16. penningen. mirre van .12. penningen. wierooc van .8. penningen. dit stampt al wel te gadere ende maecter af cleine pulver ende minget met zoeten wine. ende maecter af ene colirie. dese siin goet beide te gadere geminct omme nuwen smetten mede af te doene.

KAPITTEL.

Van puisten in de ogen en wit dat ungula heet in Latijn.

Vaak gebeurt het dat de zweren van oftalmie niet bedaren en dat komt omdat in die ogen puisten zijn en die zijn erin gegroeid. Eer ge enige van deze remedies erin doet, dat is eer dat ze tot u kwamen en is het alzo dan laat ge een oogzalf van wierook aldus maken;

Neem goede zuivere witte wierook (Boswellia thurifera) die 10 penningen weegt, antidorum en Sarcocolla, (Astragalus sarcocolla) elk het gewicht van 5 penningen, meng dit met slijmerig vocht van fenegriek en maak er pillen van en droog het en berg het op in droge plaatsen. En als ge ermee werken wil neem dan 1 pil en meng het met slijmerig vocht van fenegriek en maak 1 lang doekje van katoen en maak het daarmee doornat en bindt dat op dat oog en vermaak dat 3 maal per dag en nacht en doe dat zolang dat die pleister vol etter wordt en de zweer bijna te niet is en leg daarna deze oogzalf in die men aldus maakt;

Neem gebrand lood tot poeder, antimoon (antimonium) en gewassen tuchia, gebrand koper, gom van Arabië (Acacia) en dragant, (Astragalus), van elk 8 penningen gewicht, Apium die een halve penning weegt, maak van allen goed klein poeder en maak er pillen van met regenwater of met loodwater dat zuiver is of met rozenwater, berg dit droog op. En als ge ermee werken wil meng dan een van deze pillen met het voor vermelde water en leg daarin 1 katoenen pleister en leg het op dat oog. Want deze oogzalf heelt en laat snel het vlees groeien. En blijft er achter de genezing enig witte vlek achter leg er dit in dat in Latijn macula (vlek) heet. Maar sommige zeggen alleen smetten, dat zijn witte puntjes in het zien en die komen meest van oude oftalmie waartegen witte oogzalf goed is en de voor vermelde. En zo is ook deze oogzalf er in die ge aldus maakt;

Neem Alo (Alo perryi, de levervormige) en saffraan, (Crocus sativus) van elk het gewicht van 8 penningen, gewassen gebrand koper, gom van Arabië, opium, van elk het gewicht van 16 penningen, mirre (Commiphora myrrha) van 12 penningen, wierook (Boswellia thurifera) van 8 penningen, stamp dit goed tezamen en maak er klein poeder van en meng het met zoete wijn en maak er een oogzalf van, deze zijn beide goed tezamen gemengd om nieuwe smetten ermee af te doen.

CAP. 7.

Vand(er) smette(n) die pa(n)n(us) heet en(de) benemt al die lucht vande(n) ogen.

Ene ander smette comt ondertiden op die ogen diemen in latine heet pannus in dietsche cleet. Dese 78 verdect die zie in die oge so dat men niet wel zien en mach ende onderwilen en ziet hi niet. Waerbi het comt dat sal ic u seggen .1. deel in dit capittel. Talder ierst es bi qualike te wachtene die ogen. dander bi vele sweringen comende in thooft. bi welken comen emigramen entie daelt in den slaep vanden hoofde. ende in die ogebrauwen. ende doet die adren entie arterien vanden slape slaen ende sweren. biden welken die ogen verstorberen. biden welken dat die smetten wassen ende verbliken hem menegertieren.

KAPITTEL 7.

Van de smet die pannus heet en alle licht van de ogen beneemt. (pannus corneus, soort van ontsteking van het hoornvlies, ook sebel genoemd)

Een andere smet komt soms op de ogen die men in Latijn pannus heet en in Diets zeepbel. (vertroebeling van het hoornvlies) Deze [78] bedekt het zien in de ogen zodat men niet goed zien kan en soms dat hij niet ziet. Waardoor het komt dat zal ik u voor 1 deel zeggen in dit kapittel. Het allereerst door zich kwalijk te wachten van die ogen en de andere door vele zweren die in het hoofd komen waardoor migraine komt die in de slaap van het hoofd en in de wimpers daalt en laat de slagaders en de aders van de slaap slaan en verzweren waarbij de ogen verstoren waarbij de smetten groeien en zich vaak vertonen.

CAP. 8.

Hoe vele ma(n)iere(n) va(n) dese(n) smette(n) e(nde) tekene(n).

Dierste smette die verbaert hare als .1. clein ront sandekiin optie zie. ende dat doet vervulte van bloede dat loopt ten ogen met sweringen geminct. Dandre verlicht hare optie zie alse .1. scelle van enen vissche. die derde verblict hare an deen zide vanden oge alst ware ene vlocke snees verdrinkende int water. Die vierde es alse hem al die oge verblijct wit. so dat men niet en mach gesien vander zie. dwelke es swert bi naturen. Nu wetti hoe die smetten comen in die ogen. ende in hoe meneger manieren die zie si besmet es geseit in groeten. Nu willic spreken bescedenlike van elken sonderlinge.

KAPITTEL 8.

Hoe veel soorten zijn er van deze smetten en tekens.

De eerste smet vertoont zich als 1 klein rond zandje op het zien en dat doet volheid van bloed dat naar het oog loopt gemengd met zweren. De andere verlicht zich op het zien als 1 schel van een vis, de derde blijkt aan de ene kant van het oog alsof het een sneeuwvlok was die in het water verdrinkt. De vierde is als bij hem het hele oog wit wordt zodat men niets kan zien van het zien die zwart van naturen is. Nu weet u hoe de smetten in de ogen komen en in hoeveel soorten zoals het zien besmet is en grof gezegd. Nu wil ik bescheiden spreken van elk apart.

CAP. 9.

Vand(er) ierst(er) smette(n) die ha(re) v(er)baert alse .1. cleine sandekij(n).

Dierste smette die haer verbaert alse .1. cleine sandekijn. die en geneest |125rb| niet met medicinen die ter cameren doen gaen no met pulvere. no met colirien [no met syrope G]. no met latuarien no met branden. want dit soude hem al deren. mer doet hem dese cure. Nemt .40. wel moruwe croppen van bramen ende stampse al te sticken wel cleine. ende .2. lb.. goets wits wijns. ende doet dese .2. tegadere in enen nuwen pot. ende met hem leiden (d.i. lieden) ene hantvol rute bladren. ende alabauster .1/2. lb.. dats .1. steen ende venkel saet .1/2. dr.. ende olie van rosen .1/2. lb.., datmen stampen mach dat salmen stampen te gadere ende ziedent in wine alsoet vorseit es in enen nuwen pot op .1. cranc vier tote die wiin bi na versoden si. ende dan hebt camomille droge of groene .4. .dr. ende daerna alst welna versoden es. so doeter in camomil bloemen wel gestampt. ende nuwe was. .1. dr.. ende alst wel geminct es ende .1. luttel gecoelt so doeter in dwitte van .6. eyeren. ende dit minget wel tegadere. ende daerna so ziet dore een suver linen cleet. dat daer ute comt dats precieuse zalve. Ende hier met so suvert hem tforhooft enten slaep toten wintbrauwen al omme. sonder 79 meer toe te doene. si sal genesen. Dese ierste specie of zalve heeft vele crachten. want si geneest wonden suverende ende heilende dapperlike. ende verdrijft die sweringe. Ende hadde enech mensche den tantswere. of int tantvleesch zeerheit smeert hiere hem met. het gesmiedt vorvoets. Ende hadde .1. vrouwe torcioen ende sweringe in die moeder. ende mense hare gave tetene alse ene latuarie. si ware vorvoets delivereert. Ende alse enech mensce heeft den rede. smert hem die mage entie handen ende die voeten entie lendenen. vorvoets valt sine ziecheide. Ende si es goet iegen alle ziecheit vanden hooftswere daer met gesmert dat vorhooft toten wintbrauwen enten slaep so sacht die swere.

KAPITTEL 9.

Van de eerste smet die zich als een klein zandje vertoont.

De eerste smet die zich als 1 klein zandje vertoont die geneest niet met medicijnen die ter toilet laten gaan of met poeder of met oogzalf of met siroop of met likkepotten of met branden want dit zou hem geheel deren, maar doe hem deze behandeling.

Neemt 40 goede murwe knoppen van bramen en stamp het geheel stuk en goed klein en 2 pond goede witte wijn en doe deze 2 tezamen in een nieuwe pot en leg in hem een handvol ruitbladeren en erbij leggen albast, 1/2 pond, dat is 1 steen, en venkelzaad, 1/2 drachme, en olie van rozen, 1/2 pond, dat men stampen kan dat zal men tezamen stampen en het in wijn koken zoals gezegd is in een nieuwe pot op 1 zwak vuur tot de wijn bijna verkookt is en heb dan droge of groene kamille, 4 drachmen, en daarna als het bijna verkookt is doe er goed gestampte kamillebloemen in en nieuwe was, 1 drachme, en als het goed gemengd is en wat gekoeld doe er dan het witte van 6 eieren in en meng dit goed tezamen en zeef het daarna door een zuiver linnen kleed en dat eruit komt is een kostbare zalf. En zuiver hiermee hem het voorhoofd en de slaap tot de wenkbrauwen alom zonder er [79] meer bij te doen, het zal genezen.

Deze eerste zalvensoort heeft vele krachten want ze geneest wonden, zuivert en heelt goed en verdrijft de zweer. En had enig mens tandpijn of in het tandvlees zeerheid besmeer hem hiermee, het verzacht direct. En had 1 vrouw kramp en zweren in de baarmoeder en men het haar als een likkepot te eten gaf dan was ze er direct vrij van. En als enig mens koorts heeft besmeer hem de maag en de handen en die voeten en de lendenen, direct valt zijn ziekte. En het is goed tegen alle ziekte van hoofdpijn daarmee het voorhoofd tot de wenkbrauwen en de slaap besmeerd dan verzacht die pijn.

CAP. 9.

Vand(er) ierst(er) smette(n) die ha(re) v(er)baert alse .1. cleine sandekij(n).

Dierste smette die haer verbaert alse .1. cleine sandekijn. die en geneest |125rb| niet met medicinen die ter cameren doen gaen no met pulvere. no met colirien [no met syrope G]. no met latuarien no met branden. want dit soude hem al deren. mer doet hem dese cure. Nemt .40. wel moruwe croppen van bramen ende stampse al te sticken wel cleine. ende .2. lb.. goets wits wijns. ende doet dese .2. tegadere in enen nuwen pot. ende met hem leiden (d.i. lieden) ene hantvol rute bladren. ende alabauster .1/2. lb.. dats .1. steen ende venkel saet .1/2. dr.. ende olie van rosen .1/2. lb.., datmen stampen mach dat salmen stampen te gadere ende ziedent in wine alsoet vorseit es in enen nuwen pot op .1. cranc vier tote die wiin bi na versoden si. ende dan hebt camomille droge of groene .4. .dr. ende daerna alst welna versoden es. so doeter in camomil bloemen wel gestampt. ende nuwe was. .1. dr.. ende alst wel geminct es ende .1. luttel gecoelt so doeter in dwitte van .6. eyeren. ende dit minget wel tegadere. ende daerna so ziet dore een suver linen cleet. dat daer ute comt dats precieuse zalve. Ende hier met so suvert hem tforhooft enten slaep toten wintbrauwen al omme. sonder 79 meer toe te doene. si sal genesen. Dese ierste specie of zalve heeft vele crachten. want si geneest wonden suverende ende heilende dapperlike. ende verdrijft die sweringe. Ende hadde enech mensche den tantswere. of int tantvleesch zeerheit smeert hiere hem met. het gesmiedt vorvoets. Ende hadde .1. vrouwe torcioen ende sweringe in die moeder. ende mense hare gave tetene alse ene latuarie. si ware vorvoets delivereert. Ende alse enech mensce heeft den rede. smert hem die mage entie handen ende die voeten entie lendenen. vorvoets valt sine ziecheide. Ende si es goet iegen alle ziecheit vanden hooftswere daer met gesmert dat vorhooft toten wintbrauwen enten slaep so sacht die swere.

KAPITTEL 9.

Van de eerste smet die zich als een klein zandje vertoont.

De eerste smet die zich als 1 klein zandje vertoont die geneest |125rb| niet met medicijnen die ter toilet laten gaan of met poeder of met oogzalf [of met siroop G] of met likkepotten of met branden want dit zou hem geheel deren, maar doe hem deze kuur.

Neemt 40 goede murwe knoppen van bramen en stamp het geheel stuk en goed klein en 2 pond goede witte wijn en doe deze 2 tezamen in een nieuwe pot en leg in hem een handvol ruitbladeren (dat is lieden) en albast, 1/2 pond, dat is 1 steen, en venkelzaad, 1/2 drachme, en olie van rozen, 1/2 pond, dat men stampen kan dat zal men tezamen stampen en het in wijn koken zoals gezegd is in een nieuwe pot op 1 zwak vuur tot de wijn bijna verkookt is en heb dan droge of groene kamille, 4 drachmen, en daarna als het bijna verkookt is doe er goed gestampte kamillebloemen in en nieuwe was, 1 drachme, en als het goed gemengd is en wat gekoeld doe er dan het witte van 6 eieren in en meng dit goed tezamen en zeef het daarna door een zuiver linnen kleed en dat eruit komt is een kostbare zalf. En zuiver hiermee hem het voorhoofd en de slaap tot de wenkbrauwen alom zonder er (79) meer bij te doen, het zal genezen.

Deze eerste zalvensoort heeft vele krachten want ze geneest wonden, zuivert en heelt goed en verdrijft de zweer. En had enig mens tandpijn of in het tandvlees zeerheid besmeer hem hiermee, het verzacht direct. En had 1 vrouw kramp en zweren in de baarmoeder en men het haar als een likkepot te eten gaf dan was ze er direct vrij van. En als enig mens koorts heeft besmeer hem de maag en de handen en die voeten en de lendenen, direct valt zijn ziekte. En het is goed tegen alle ziekte van hoofdpijn daarmee het voorhoofd tot de wenkbrauwen en de slaap besmeerd dan verzacht die pijn.

CAP. 10.

Vand(er) and(er) smetten die hare v(er)baert alse .1. vischscelle.

Dits die leringe vander smetten die hare verbaert alse .1. scelle van enen vissche. Ende wert si niet genesen met deser curen die ic u nu wisen sal hierna so en wert si niet genesen met geenre curen. dats om dat die smette es verhardt ende vervleescht optie zie. Ende wildise lichten met enen hakelkine ende sniden met enen sceerse. gi sout sniden die huut die men heet die horen\huut. |125va| ende dus so soudi destrueren. al die ogen wacht u hier af want dus soudi verliesen uwen goeden name. waerbi ic u verbiede die huut aldus af te doene in deser manieren. Maer dits die gerechte cure van deser ander smetten. Maect enen brant in den slaep vanden hoofde. dwelke es met enen ronden ysere gemaect alse .1. erwete cleine. ende dit sal men geloyen. ende men sal oec hebben .1. ander plat yseren instrument ende saelt leggen op die huut ende daer dore .1. gaetkiin daer men dander heete yser dore sal steken aldus. Dese brant doet smelten die humoren ende doet verteren die materie daer die smette af wast. ende en laetse niet vervleeschen optie zie. Want also die brant uute trect ende verdrijft ende doet smelten die humoren. also verteert die smette biden brande ende verclaert die oge metter medicinen die ic hier toe sal setten. Achter den brant so doeter dicke pulver in van candite dat men heet pulver van nabeet. Ende op dander side so hebt gereet enen suren appel gebraden die pellen wel gesuvert vanden asscen. die pellen entie sluus stampt wel met den witten van den eye geminct wel slecht alse ene zalve. Van desen plaestere legt optie oge. ja die oge geloken ende dat vermaect .2. werf sdages. Altoes ierst gedaen in die ogen van desen pulvere vorseit. ende dan dat plaester daer op gebonden sachtelike met enen linen clede. Aldus so suldi die smette benemen in dien datse nuwe es. 80

KAPITTEL 10.

Van de andere smetten die zich openbaren als een visschil.

Dit is de leer van de smet die zich vertoont als 1 schel van een vis. En wordt ze niet genezen met deze kuren die ik u nu hierna aanwijzen zal dan wordt ze met geen behandeling genezen en dat is omdat die smet verhard is en vervleest op het zien. En wil ge het lichten met een haakje en snijden met een schaar, ge zou de huid snijden die men de hoornhuid noemt en zo zou ge het hele oog vernielen, wacht u hiervan want zo zou ge uw goede naam verliezen waarbij ik u verbied de huid er aldus af te doen op deze manier;

Maar dit is de echte behandeling van deze andere smet. Maak een brand in de slaap van het hoofd, dat is met een rond ijzer dat als 1 kleine erwt gemaakt is en dit zal men gloeien en men zal ook hebben 1 ander plat ijzeren instrument en zal het op de huid leggen en daardoor 1 gaatje daar men het andere hete ijzer aldus door zal steken. Deze brand laat de vochtvermenging smelten en laat de materie verteren daar die smet van groeit en laat het niet vervlezen op het zien. Want zoals de brand de vochtvermenging uittrekt en verdrijft en laat smelten alzo verteert die smet door de brand en verheldert het oog met de medicijnen die ik hierbij zal zetten. Na de brand doe er dik poeder in van Kreta dat men poeder van nabeet noemt. En aan de andere kant heb je een gebraden zure appel gereed die goed gepeld en gezuiverd is van de as, die pellen en klokhuis goed stampen en het goed met het witte van een ei mengen als een zalf. Van deze pleister leg je op de ogen, ja, dat oog gesloten en vermaak dat 2 maal per dag. Altijd eerst in de ogen van dit voor vermelde poeder doen en dan de pleister er zacht op binden met een linnen kleed. Aldus zal ge die smet benemen indien dat het nieuw is.[80]

CAP. 11.

Vand(er) derd(er) smette(n) die h(aer) v(er)baert als .1. vlocke sneus.

Die derde smette es te siene alse .1. vlocke sneus verdrinkende int water. daertoe so doet alsoet vorseit es vanden brande in de smette die haer verbaert als .1. visch scelle leggende in doge dat vorseide also gelike. sonder tpulver vorseit dat seldi mingen aldus. Nemt .1. nuwe erden vat ende doeter in hout colen. ende doetse wel bernen ende daerop bernt .4. dr.. aloes houts. ende dan hebt een suver becken ende welvet opt vier so dat ontfange al den rooc vanden viere. ende daerna nemt candijt ende pulveret int vorseide becken met enen yseren mortier stoc. ende maect dat pulver wel cleine. ende wel slecht. ende dat doet in doge achter den brant als u vorleert es in dander smette ende legter op tplaester vanden apple. ende doet alsoet vorleert es in dander. ende te vermakene |125vb| .2. werf sdages ende bindet [zoetelike G]. Aldus suldi genesen die derde smette bider hulpen Gods. Nu hoort die cracht van desen pulvere dat men heet nabeti. dat gemaect es van claren candite ende van suveren ende dat gepulvert. Ierst eist goet met af te doene dwitte vanden ogen dat ic hier smette heete. Dander het gesmiedt die sweringe. Terde het drijft wech die sweringe. Tfierde het verteert dwitte entie smette. Tfijfte het conforteert dogen entie zie scarpet. Tseste het dwinget die tranen op dat si comen van couden humoren. Dus seker .1. pulver eist tallen siecheiden vanden ogen. ende en mach niet deren den ogen. Het verdrijft die rootheit omme sine suver hitte. ende verteert dwitte van siere hartheiden. want het smelt ende keert in watere. ende verteert al dwitte of die smette. ende het conforteert want esser enege hitte in doge. het suvertse ende claert die zie. ende maect levende die ziende geesten. Ende dat seste dwinct die tranen op dat si siin van couden humoren. want sine wermheide tempert die coude humoren. Ic hebbe u geleert hoe gi dit pulver sijt sculdech te temperne metten roke van houte van aloes omme die derde smette te genesene.

KAPITTEL 11.

Van de derde smet die zich openbaart als 1 sneeuwvlok.

De derde smet is te zien als 1 sneeuwvlok die in het water verdrinkt, doe daartegen zoals gezegd is van de brand in de smet die zich vertoont als 1 visschel en leg in het oog dat voor vermelde alzo gelijk, uitgezonderd het voor vermelde poeder, dat zal ge aldus mengen; Neem 1 nieuw aarden vat en doe er houtskool in en laat het goed branden en brandt daarop 4 drachmen Alo hout (Aquilaria agallocha) en dan heb je een zuiver bekken en welf het op het vuur zodat het alle rook van het vuur ontvangt en neem daarna kandij en verpoeder het in het voor vermelde bekken met een ijzeren mortierstok en maak dat poeder goed klein en goed echt en doe dat in het oog achter de brand zoals u geleerd hebt in de andere smet en leg er de pleister van de appel op en doe zoals het in de andere geleerd is en vermaak het 2 maal per dag en verbindt het zacht. Aldus zal ge de derde smet genezen met de hulp van God.

Nu hoor de kracht van dit poeder dat men nabeet noemt dat gemaakt is van helder en zuiver candite en dat verpoederd. Eerst is het goed om het witte van de ogen ermee af te doen dat ik hier smet noem. De andere is dat het de zweer verzacht. Ten derde drijft het de zweer weg. Ten vierde verteert het Դ witte en de smet. Ten vijfde verbetert het de ogen en scherpt het zien. Ten zesde bedwingt het de tranen als ze van koude vochtvermenging komen. Dus is 1 poeder zeker tegen alle ziektes van de ogen en kan de ogen niet deren. Het verdrijft de roodheid vanwege zijn zuivere hitte en verteert het witte vanwege zijn hardheden want het smelt en keert in water en verteert al het witte of de smet en het verbetert want is er enige hitte in het oog het zuivert het en verheldert het zien en maakt de ziende geesten levend. En ten zesde bedwingt het de tranen als ze van koude vochtvermenging zijn want zijn warmte tempert de koude vochtvermenging. Ik heb u geleerd hoe ge dit poeder moet vermengen met de rook van hout van Aloë perryi om de derde smet te genezen.

CAP. 12.

Vand(er) vierd(er) smette(n) die al doge heeft bedect.

Die vierde smette die al doge heeft bedect so datmen niet en mach gesien ende al die zie es wit ende dat rechte witte es rootachtech. enten zieken dunct aldie werelt wit wesen. Doet hem dese cure. Maect hem brande in dat moruwe vanden hoofde. dats in den slaep. Ende daerna nemt dwitte van .12. eyeren in ene suvere scotele. ende dat slaet so lange met enen gespletenen stocke. so dat al wert scumende. Ende alst .1. stuc sal hebben gestaen so saelt 81 onder siin cort water. ende daer in so net .1. plaester van catone ende dat legt optie oge. ende emmer die oge geloken. ende vernuwende onder dach ende nacht .20. werf. ende dit doet tote die zieke genesen si. Aldus seldi genesen die .4. manieren. also bevenoud seit niet anders toe te doene.

KAPITTEL 12.

Van de vierde smet die het hele oog bedekt heeft.

De vierde smet die het hele oog bedekt heeft zodat men niets kan zien en al het zien is wit en het echte wit is roodachtig en de zieke denkt dat de hele wereld wit is.

Doe hem deze kuur. Maak hem een brand in dat murwe van het hoofd, dat is in de slaap. En neem daarna het witte van 12 eieren in een zuiveren schotel en sla dat zolang met een gespleten stok zodat het geheel gaat schuimen. En als het 1 deel gestaan zal hebben dan zal er [81] onder kort water zijn en nat daarin 1 pleister van katoen en leg dat op dat oog en immer de ogen gesloten en vernieuw de volgende dag en nacht 20 maal en doe dit tot de zieke genezen is. Aldus zal ge die op 4 manieren genezen zoals Beneventus zegt en er niet anders bij te doen.

CAP.13.

Dits va(n) doeke(n) of nagele(n) i(n) latine ungula e(nde) va(n) smetten.

Doeken of nagelen die comen in dogen die siin dus gedaen. ende van dien siin .2. manieren. Doeken. die siin dunne ende wassen uten sterten vanden ogen. ende heten in latine pannis. entie wassen alse coppen gespin. Ende die dickere siin ende vleeschachteger die heetmen |126ra| gemeinlike nagelen in latine ungula die men genesen mach met desen colirien. Nemt ematisten. gebernt vitreoel elx tgewichte van .6. penningen. gebernt coper tgewichte van .4 d. mirre. soffraen. elx tgewichte van .2. d. lanc peper tgewichte van .1. d. wel gepulvert altegadere in .1. motalijn mortier ende wel cleine gesicht ende maecter af pillen met goeden ouden wine. dese [droghet ende G] bestoet. Ende als giere met werken wilt. so tempert ene met goeden claren ouden wine. dits goet in doeken. Ende te nagelen so maect dese colirie die sterker es ende heet die groene colirie. Nemt groene van spaengien dewelke heet verde grise tgewichte van .3. d. gebernt vitreoel tgewichte van .6. d. root arsenicum. boraes spume vander zee elx tgewichte van .2. d. armoniac also vele. darmoniac weyket met zape van ruten. en mach ment niet pulveren. Ende men sal al die vorseide dingen pulveren ende mingen metten zape van ruten. ende maken pillen [ende die droget G]. Ende als giere met werken wilt so minget ene [van den voir seyden pillen G] met ruten zape ende maecter ave colirien. In dat vorseide rute zap moet siin rute water gemaect met ere clocken also men rose water maect. ende hier af doet dicken in dogen. Ende alle colirien willen dicke siin alse most. Ende of gi den nagel niet en moget afgedoen hiermet. so doeten af aldus. Ghi sulten lichten met enen cleinen hake also cleine als ment gemaken mach. [ende met dustanerege eenre naelden machmen oeck helpen lichten ende heet eenen draginer naelde ende dye steel zal wesen aldus gedrayt alse hier (schets) ende lichtelike af ane deene zide G] of snidet met enen sceerse. Ende emmer wachtu dat gi niet te diepe en snijdt no te na den sterte vander ogen. Want sneedi iet vanden vleesche dat naturlijc es in den steert van der ogen. die oge soude hem ewelike tranen ende lopen. Het es nuttelijc alle ziecheiden van ogen. dat men purgiere die bernde humoren. ende so eist oec bloet laten. Ende dat hem die zieke wachte van 82 alre scarper spisen. want alle ziecheiden comen van verberrenden bloede. ende dat maken die scarpe spisen. Ende alse die nagelen siin genesen so legter op tpulver vanden candite. of enege vanden vorseider (l: vorseiden) colirien tot die oge genesen si.

KAPITTEL13.

Dit is van doeken of nagels, in Latijn ungula en van smetten. (1)

Doeken of nagels die in de ogen komen zijn dusdanig en er zijn 2 soorten van. Doeken die dun zijn en uit de staarten van de ogen groeien heten in Latijn pannis en die groeien als spinnenkoppen. En die dikker zijn en vleziger die noemt men gewoonlijk nagels en in Latijn ungula die men genezen kan met deze oogzalf;

Neem hematiet, gebrand vitriool, van elk het gewicht van 6 penningen, gebrand koper, het gewicht van 4 drachmen, mirre (Commiphora myrrha) en saffraan, elk het gewicht van 2 drachmen, lange peper, het gewicht van 1 drachme, goed alles tezamen in 1 metalen mortier verpoederd en goed klein gezeefd en maak er pillen van met goede oude wijn en droog het en berg het op. En als ge ermee werken wil meng het met goede klare oude wijn, dit is goed in doeken.

En tegen nagels maak je deze oogzalf die sterker is en groene oogzalf heet; Neem Spaans groen wat verde grise heet, het gewicht van 3 drachmen, gebrand vitriool, het gewicht van 6 drachmen, rood arsenicum, boraes of zeeschuim, elk het gewicht van 2 drachmen, ammoniak (Dorema ammoniacum) net zoveel, week de ammoniak met het sap van ruit als men het niet verpoederen kan. En men zal alle voor vermelde dingen verpoederen en het mengen met het sap van ruit en pillen maken en die drogen. En als ge ermee werken wil meng het ene van de voor vermelde pillen met ruitsap en maak er een oogzalf van. In dat voor vermelde ruitsap moet ruitwater zijn dat gemaakt is met een distilleerder net zoals men rozenwater maakt en doe hiervan veel in de ogen. En alle oogzalven willen dik zijn als mest. En als ge de nagel er hiermee niet af kan doen doe dan aldus;

Ge zal ze lichten met een kleine haak en zo klein als men het maken kan en met dusdanige naald kan men ook helpen lichten en heet een dragener naald en de steel zal aldus gedraaid wezen aldus als hier en gemakkelijk aan de ene zijde afsnijdt of snij een schaar. En let er immer op dat u niet te diep snijdt of naar de staart van de ogen. Want snij je iets van het vlees dat natuurlijk is in de staart van de ogen, die oog zou bij hem eeuwig tranen en lopen.

Het is nuttig in alle ziektes van ogen dat men de brandende vochtvermenging purgeert en zo is het ook met bloed laten. En dat de zieke zich wacht van [82] alle scherpe spijzen want alle ziektes komen van verbrandt bloed en dat maken die scherpe spijzen. En als de nagels zijn genezen leg er het poeder op van de candite of enige van de voor vermelde oogzalven totdat het oog genezen is.

(1) (Pterygion, oogvlies, vleugelvlies omdat het zich vleugelvormig van de traanklier af over het oog uitbreidt. Met ungula, unguis, onyx nagel wordt ook een ophoping aangeduid van etter tussen de lagergelegen lamellen van het hoornvlies die enige gelijkenis heeft met de lunula van de nagel)

CAP. 14.

Dits va(n) brune(n) doeke(n) of nagele(n) e(nde) come(n) va(n) melancolie(n). e(nde) genese(n) cume.

Ene smette comt ondertiden in die zie die heet die horen [huut G]. ende si es swert ende bruunachtech. dats .1. teken dat si |126rb| van melancolien es. ende dan en geneest si ter avonturen nemmermeer. Dwitte dat die smette veroudert. pannis dat ic daer vore hebbe geheten doec die comt van tayen humoren ende daerin werct als u vorleert es. Die nagel die comt vanden selven humoren daer die doec af comt. of hi comt vanden optalmen. dats volmaecte sweringe. so en esser gene cure toe te doene. want het siin liixemen. het en es no pannis no ungula. Mer die menege hetent doeken. hier met so hout u gepayt dese werf. Meester bruun leert datmen neme tsap morwen chele dat in coorne staet ende draget rode bloemen in latine heet mense papaver rubeum. ende wilde carden. in latine virga pastoris. elx van desen sapen even vele. Ende doet in die ogen. dits goede colirie iegen nuwe doeken. Ende so es oec dit. Nemt vilinge van finen copere. ende dat tempert met sterken witten aysine. ende latet daer in liggen .7. dage ter sonnen. ende drooget wel. Ende wildijt starker hebben. so nemt sarcocolle. amidus. candijt. canfer. elx even vele ende maect hier af wel subtijl pulver.

KAPITTEL 14.

Dit is van bruine doeken of nagels en komen van melancholie en genezen nauwelijks.

Een smet komt soms in de zieke die huid heet en het is zwart en bruinachtig, dat is 1 teken dat ze van melancholie is en dan geneest ze vrijwel nimmermeer. Het witte dat die smet veroudert en dat ik daarvoor pannis heb genoemd die komt ook van taaie vochtvermenging en werk daarin zoals u geleerd hebt. De nagel die van dezelfde vochtvermenging komt daar de doek van komt of van de oftalmie komt, dat is een volmaakte zweer, dan is er geen behandeling tegen, want het zijn littekens, het is geen pannis of ungula. Maar velen noemen het doeken en hou u hiermee deze keer tevreden.

Dokter Bruno Longoburgensis leert dat men het sap murwe chele neemt dat in het koren staat en rode bloemen draagt, in Latijn noemt men het Papaver rhoeas en wilde kaarden, in Latijn Virga pastoris, (Dipsacus) elk van deze sappen evenveel. En doe het in de ogen, dit is goede oogzalf tegen nieuwe doeken. En zo is ook dit;

Neem vijlsel van fijn koper en meng dat met sterke witte azijn en laat het daarin 7 dagen liggen in de zon en droog het goed. En wil ge het sterker hebben neem dan Sarcocolla, (Astragalus sarcocolla) zetmeel, kandij en kamfer, ((Dryobalanops aromatica) van elk evenveel en maak hiervan goed subtiel poeder.

CAP. 15.

Va(n) poe(n)tkine(n) die gevalle(n) va(n) geslagene(n) oge(n) blau.

Het werden poentkine in doge onderwilen van datmen den lieden slaet blauwe ogen. ende dan so bliven daer na dat si siin genesen onderwilen rode poentkine. of bi sterken optalmen. of bi vervultheiden van bloede. bi den welken dat ene monden vanden adren ontdoen ende maken poentkine in dogen die root siin. Ten welken es goet dbloet van jongen duven dat ment doet drupen al heet in die ogen uut .1. adren die es onder den vledric ende dat doet lopen met ere naelden. Ende oec es hem goet dat .1. wijf melke in siin oge met haren borsten. Die droocheide vanden ogen comt onderwilen van joocten. entie geneest metten witte van eye wel cort geslagen ende dat cortte daer in gedaen. Ende men geneset oec metter witter colirien remes. die u es geleret maken hier voren. Entie joocte geneest men met aloes epatic gepulvert ende dat gedaen in .1. cleine sackelkiin ende geleit in witten wine. ende die wiin gedrupt in doge met enen cleinen lepele. 83

KAPITTEL 15.

Van puntjes die vallen van blauw geslagen ogen.

Het worden soms puntjes in het oog van als men de lieden blauwe ogen slaat en dan blijven er daarna nadat ze zijn genezen soms rode puntjes, of bij sterke optalmen of bij volheid van bloed waarbij dat een mond van de aderen loskomt en puntjes in de ogen maken die rood zijn. Tegen die is goed het bloed van jonge duiven dat men het al heet in de ogen laat druppelen uit 1 ader die onder de vlerk is en dat laat je lopen met een naald. En ook is voor hem goed dat 1 vrouw in zijn ogen melkt met haar borsten.

De droogheid van de ogen komt soms van jeuk en geneest met het witte van een ei, goed kort geslagen, en dat korte daarin doen. En men geneest ook met de witte oogzalf remedie die u hiervoor geleerd hebt.

En de jeuk geneest men met verpoederde Alo (Alo perryi, de levervormige) en dat in 1 kleine zakje doen en in witte wijn leggen en die wijn in de ogen druppelen met een kleine lepel. [83]

CAP. 16.

Van scorfde(n) oge(n) e(nde) va(n) rootheide(n) e(nde) va(n) joocten i(n) doge(n).

Dits van scorftheiden vanden ogen dat si binnen root siin ende zere jooken. ende |126va| si siin .1. luttel geswollen of si siin zere root entie swillen met groter joecten ende lopen ende joken. Ende onderwilen comet vanden optalmen van den oge appelen die gi moget kennen bi dat dwitte vanden ogen root es so dat al doge verstormt. Dierste cure es datmen die optalmen genesen sal metten colirien ende metten andren werken alst vorseit es. Ende of die optalme cleine es metter joocten ende met der scorftheit. so mach mense hier met genesen. Nemt groene coperroet ende legget in witten wine. dat esser goet toe doge daer met gedwegen. Ende en helpt dit niet. so nemt die rode colirie. die u voren geleert es. Ende en helpt dit niet. so nemt die groene die starker es. ende doeter met als u vorleert es.

KAPITTEL 16.

Van schurftige ogen en van roodheid en van jeuk in de ogen.

Dit is van schurft van de ogen zodat ze van binnen rood zijn en zeer jeuken en ze zijn wat gezwollen of ze zijn zeer rood en zwellen met grote jeuk en lopen en jeuken. En soms komt het van de oftalmie van de oogappel die ge kan herkennen omdat het witte van de ogen rood is zodat het hele oog verstoort.

De eerste behandeling is dat men die optalmen genezen zal met de oogzalven en met de andere werken zoals het gezegd is. En als die optalmen klein is met de jeuk en met de schurft dan kan men ze hiermee genezen;

Neem groen koperrood en leg het in witte wijn, dat is goed voor het oog daarmee gewassen.

En helpt dit niet neemt dan die rode oogzalf die u hiervoor geleerd hebt. En helpt dit niet neem dan die groene die sterker is en doe er mee zoals u geleerd hebt.

CAP. 17.

Dits vande(n) seebel i(n) die ogen.

Seebel dats alse die adren vander uterster huut die men heet te gader voegende. entie horen huut in die vergaderinge van hem beiden. die werden al vol bloets ende swillen so datter af wast die nagel [dye men heet in latine ungula G] ende die doec. [dat pannis heet G] Ten welken [cueren G] es goet die rode colirie of die groene vorleert. Ende onderwilen eist noet dat men die vorseide adren lichte met enen hake. of snijtse. ende daerna geneest datter blijft metter vorseider colirien. Van dat die zie es worden al wit so en makic u niet. want het ware u al te belemmerlijc. ende te lange ene cure. entie meest faelgiert in die beste meesters ende hier omme so latict. ende en wille u niet belemmeren daer met. ende ga voort tere ander curen ende ierst vanden ogen die tranen.

KAPITTEL 17.

Dit is van de zeepbel in de ogen.

Zeepbel, dat is als de aderen van de buitenste huid, die men tezamen voegende noemt, en de hoornhuid in die verzameling van hen beiden geheel vol bloed worden en zwellen zodat er die nagel van groeit die men in Latijn ungula noemt en de doek dat pannis heet. Tegen de genezing is rode oogzalf goed of de groene die eerder geleerd is. En soms is het nodig dat men die voor vermelde ader met een haak licht of snijdt en daarna geneest dat er overblijft met de voor vermelde oogzalf.

Van dat het zien geheel wit wordt vertel ik u niet want het is voor u al te moeilijk en een te lange behandeling die meest faalt in de beste dokters en daarom zo laat ik het en wil u daarmee niet belemmeren en ga verder naar andere kuren en eerst van de ogen die tranen.

CAP.18.

Va(n) lope(n)de(n) oge(n) e(nde) w(aer)af t(ra)ne(n) come(n). entie c(ur)e d(ae)r iegen.

Die wille leren van tranen die comen gelopen ten ogen hi hore ende onthoude die leringe vanden ouden meesters ende namelike van meester brunen van legoburgens. die ons wijst ende leert dat .2. manieren siin van tranen die ten ogen comen gelopen. Vanden welken .1. maniere es die comen vanden adren die liggen tusscen dat herssenbecken ende dura mater. die niet en behoren ter surgien. Mer ten meesters van medicinen die moger raet op geven. Ende dat soude siin dat si die propere humoren souden drogen met purgacien. bi den welken die zie 84 daer met belet wert. ende dat met preparacien voren. ende daerna met medicinen die properlike souden purgieren |126vb| die humoren daer die lopen afcomen ten ogen. Ende noch siin andre adren die siin tusscen .2. tafelen die daer dragen tfoetsel alsoe het vorseit es in die anothomie vanden hoofde int proper capittel int begin vanden boeke. dewelke adren vervullen onderwilen ende dan so steken si haer vervultheit ute. vanden welken het es die raet alsoet vorleert es vanden andren adren vorseit. Dit siin die adren die van binnen comen. Ende dese mach men kennen bi dat de zie vele veselingen gevoelt el niegren (l: nigeren) af. sonder dat hi dicken heeft dien reume. ende dat comt van vervultheiden. Ende alse die tranen comen uten adren die sijn buten den bene int vleesch. dan gevoelt die zieke veselinge alse of ene amete liepe daer. Ende onderwilen lopen dogen van dat si hebben in doge brauwen crommende inwert. ende prekelen die lede entie oge apple so dat bi wilen dogen tranen. Dits die cure daer iegen. Trect uut die haer met enen tanxkine ende alser nemmer in en prekelen. so en selen dogen nemmeer lopen. Ende alst comt bi den adren int vleesch die ghi kent bi den vorseiden tekene. so maect .1. plaster [van den witten G] vanden eye ende van roden pulvere. dat geseit es int capittel vanden bloede te stremmene. ende doeter toe .1. luttel bloemen die cleeft an die want vander molen. dit tempert al te gadere also dicke alse zeem. ende dan spreidet op .1. linen cleet also breet al(s) tforhooft breet es. ja gaende van der ere oren toter andere. ende bindet daer op [met eenre scroeden G] ende latet also liggen .3 dage. ende also doet van den vierden dage ten vierden dage. Ende doet in die oren spekels van gecuweden comine. Ende en geneset hier met niet. so maect hem in den pistel vanden arme .1. brant in elken arm op dat es in beiden ogen. Ende en eist mer in deen oge. sone maect mer. .1. brant ane die selve zide. ende also sal men doen vanden plaestere. Eist mer deen oge sone salmen die plaester leggen mer toter helft van den vorhoofde. Ende en helpt dit niet. so nemt ene hantdwale [oft enen hoeftdouck G] ende wintse omtrent die kele. ende dwincter dien hals entie kele mede so vaste. dat die adren die siin int vorhooft ende in den slaep heffen ende verbliken. Ende dan so hebt .1. naelde daer in si .1. starc gewast ziden draet. ende stect die naelde |127ra| onder die huut. ende wacht wel dat gi niet en wont die huut vander adren. ende haelt die naelde ute op dander zide. Dus so stect beide dadren die siin anden slaep elc .2. werf. so dat tusscen elc .2. steken spacie blive van .1. vingere breet. Ende also bestect dadere die es in de middel vanden vorhoofde. ende laet in elke stede steken dien draet so lanc dat giere 85 met moget vercnopen die adren alse gi wilt. Ende dan snijt dadren dwers ontwee met enen scerse ende laetse bloeden also vele als gi wilt. Ende dan verbint die adren metten draden diere onder siin laten hangen als ic u vorleert hebbe. Ende legt in die wonde wieken van stoppen genet int witte vanden eye. ende daer boven plaestren des gelike toten derden dage. ende daerna so heilt die wonde also men heilt andere wonden. Ende doet die drade uut achter die .9. dage. Ende aldus sal hi verliesen die lopen die hem quamen in dogen op dat si quamen uten adren die buten [den G] bene [in 't vleesch G] siin. Die moruwe ogen heeft of cranke hi wachtem hier af. want dits haer contrarie also avicenna seit. Dierste es vele te sine met wiven. ende vele te lesene cleine letteren. Ende te slapene met vollen buke want men sculdech es tontbeidene tot die spise .1. deel gesmolten es. Ende dits oec goet dien. die reumachtech siin [ende allen dye ghene die crancke ziene hebben ende hen dye te vele eten ende drincken ne ware tusschen tween G]. Ende hem deert den vasten lichaem. ende alle spisen die maken gorsem bloet. Ende hem deert keren ter kelen. Mer het hulpt der magen. want in tkeren verroeren die materien vanden hoofde. Ende baden na vervultheit deert oec den ogen. ende weenen. ende vele bloet laten. ende sonderlinge met bussen. Ende alle spise die den mont deert vander magen. die deert oec den ogen. Ende gorsem wiin. ende looc ende enioen. ende poret looc. dille. rode colen. bonen. erweten. rooc. wint. zant. lange te ziene op cleine dinc ende vele te ziene op witte dingen. Men sal zien op swerte dingen. Ende die brande die ghi maect en draechse niet langer open. dan tot .40. dagen.

KAPITTEL18.

Van lopende ogen en waarvan tranen komen en de kuur ertegen.

Die wil leren van tranen die naar de ogen komen gelopen hoort en onthoudt de lering van de oude meesters en namelijk van dokter Brunen van Legoburgens die ons wijst en leert dat er 2 soorten van tranen zijn die naar de ogen komen gelopen. Waarvan er 1 soort is die van de aderen komt die tussen de schedel en harde hersenvlies liggen die niet tot de chirurgie behoren. Maar de dokters van medicijnen die mogen er raad op geven. En dat zou zijn dat ze die echte vochtvermenging zouden verdrogen met purgatieven waarbij het zien [84] daarmee belet wordt en dat met preparaties ervoor en daarna met medicijnen die goed de vochtvermenging zouden purgeren daar die tranen in de ogen van komen. En nog zijn er andere aderen die tussen de 2 tafels zijn die daar het voedsel dragen zoals het gezegd is in de anatomie van het hoofd in het juiste kapittel in het begin van het boek en die aderen vervullen soms en dan steken ze hun volheid uit waarvan de raad is zoals het eerder van de andere aderen gezegd is. Dit zijn de aderen die van binnen komen. En deze kan men herkennen omdat men bij het zien vele kriebels voelt en voelt en elders niets van, uitgezonderd dat hij vaak reuma heeft en dat komt van volheid. En als de tranen uit de aderen komen die buiten het been in het vlees zijn dan voelt die zieke vezels alsof er daar een mier liep. En soms lopen de ogen omdat ze in het oog wenkbrauwen hebben die naar binnen krommen en de leden en de oogappel prikkelen zodat de ogen soms tranen.

Dit is de behandeling daartegen. Trek dat haar uit met een tangetje en als ze er nimmer in prikkelen dan zullen de ogen nimmer lopen.

En als het komt vanwege de aderen in het vlees die ge herkent bij de voor vermelde tekens maak dan 1 pleister [van het witte G] van een ei en van rood poeder, dat gezegd is in het kapittel van het bloed te stremmen, en doe er wat bloem in die aan de wand van de molen kleeft en meng dit alles tezamen zo dik als honing en spreidt het op 1 linnen kleed alzo breed als het voorhoofd breed is, ja, ga van het ene oor naar de andere en bindt het daarop met een zwachtel en laat het alzo 3 dagen liggen en doe alzo van de vierde dag tot de vierde dag. En doe in de oren speeksel van gekauwde komijn.

En geneest het hiermee niet maak dan bij hem een brand in de pees van de arm en in elke arm als het in beide ogen is. En is het meer in het ene oog maak maar 1 brand aan dezelfde kant en alzo zal men doen van de pleister. Is het maar het ene oog dan zal men die pleister maar tot de helft van het voorhoofd leggen.

En helpt dit niet neem dan een handdoek of een hoofddoek en windt die omtrent de keel en dwing er die hals en keel zo vast mee dat de aderen die er in het voorhoofd en in de slaap zijn heffen en duidelijk blijken. En dan heb je 1 naald waarin 1 sterke zijden draad met was in is en steek die naald onder de huid en let goed op dat ge de huid van de aderen niet verwondt en haal de naald eruit aan de andere kant. Dus zo steek je beide aderen die er aan de slaap zijn elk 2 keer zodat tussen elke 2 steken ruimte blijft van 1 vingerbreed. En steek alzo de ader die in het midden van het voorhoofd is en laat in elke plaats die draad zo lang steken dat ge er [85] de ader mee kan knopen als ge wil. En snij dan de ader dwars kapot met een schaar en laat het bloeden zoveel als ge wilt. En verbindt die ader dan met de draden die ge er onder hebt laten hangen zoals ik u geleerd hebt. En leg in die wond doeken van proppen genat in het witte van een ei en daarboven dergelijke pleisters tot de derde dag en heel daarna die wond zoals men andere wonden heelt. En doe die draad na 9 dagen eruit. En aldus zal hij die loop verliezen die hem in de ogen kwamen als ze uit de aderen kwamen die buiten het been in het vlees zijn.

De murwe ogen heeft of zwakke, hij wacht zich hiermee want dit is haar tegenovergesteld zoals Avicenna zegt. De eerste is veel te zijn met vrouwen en veel kleine letters te lezen. En te slapen met volle buik want men moet ontbijten tot de spijs voor 1 deel gesmolten is. En dit is ook goed voor die reumachtig zijn en al diegene die slecht zien en hen die te veel eten en drinken, tenzij tussen die twee. En hem deert hem de vaste loop en alle spijzen die drabbig bloed maken. En hem deert het braken naar de keel. Maar het helpt de maag want in het braken verroeren die materiën van het hoofd. En baden na volheid deert ook de ogen en wenen en veel bloed laten en vooral met laatbus zetten. En alle spijzen die de mond van de maag deren die deren ook de ogen. En drabbige wijn en knoflook en ui en prei, dille, rode kolen, bonen, erwten, rook, wind, zand, lange zien op kleine dingen en veel te zien op witte dingen. Men zal op zwarte dingen kijken. En de brand die ge maakt draag het niet langer open dan tot 40 dagen.

CAP. 19.

Va(n) leepe(n) oge(n) of t(er)ve(n)de(n).

Het comen sulke lieden die haer ogeleden gelepen of terven. ende dat comt bi dat si tranen of lopen. ende dat comt biden souten humoren toe. die doge leden vlaen ende open maken. bi den welken datter wast wey vleesch. ende werden die oge leden geswollen. |127rb| Die cure daer af es dat ghi .1. naelde stect int vleesch. ja in dat wey vleesch so subtijlijc dat gi niet en quetst dat naturlike led. ende snijdt dat vleesch uut met al metter naelden. met ere vliemen of met enen scerse. Ende daerna destrueert dat wey vleesch datter blijft. ende legt vor den appel van der ogen .1. linen cleet genet int witte vanden eye. so dat gene bitende medicine en come an den appel. Ende sulke liede siin die niet en souden mogen gedogen dat gise sneedt dien doet dese cuere mer si es lanc. Nemt een stoxkiin ende duwet daer met dweers onder doge in den ogeput. so dat dled omme kere. ende dan so hebt smout 86 van gansen. of sal gemine. of sal armoniac. ende daer met so bestriket dicken tote .5. werven sdages. ende dit so lange dat gnouch es. Aldus so suldi mogen dat wey vleesch verteren. Ende altoes so dwaet daerna die lede met watere daer venkel in gesoden es. ende dat cout. Ende al dat gi doet in dogen. dat doeter cout in. Ende wat gi in die oren doet. dat willen doren heet hebben in gedaen. Want si siin zenuwech ende cnoesech. Ende alse dogen glepen bi wonden die qualike geheilt siin. of bi bescoudene so es dit die cure aldus. Nemt .1. scers ende snijt die lijxeme ute. ende dan heilt die wonde also u vorleert es. Of snijt .1. wonde onder doge leden dweers. ende geneestse metten wieken die gi legt in die wonde. Ende haelt dan die leden opwert metten draden die gi hebt gesteken dore die oge leden. ende maecse vaste an .1. scrode die gi gebonden hebt om thooft. Ende heilt die wonde met wijfs melke daer gi in net plasterkine dwelke besmert siin met zalven die niet en dwinct. ende doet dit tot die wonde genesen es. Ende sulke siin die dogen geleepen diet souden [gherne G] gedogen om dat haer ogen niet souden glepen. Ende sulke siin die liever hadden dat haer ogen noch also zere glepeden.

KAPITTEL 19.

Van tranende of lekkende ogen.

Er komen sommige lieden waarbij hun oogleden lekken of tranen en dat komt omdat ze tranen of lopen en dat komt van de zoute vochtvermenging die de oogleden ontvellen en open maken waarbij er wild vlees groeit en de oogleden gezwollen worden. De behandeling hiervan is dat ge 1 naald in het vlees steekt, ja in dat wilde vlees en zo subtiel dat ge niet dat natuurlijke lid kwetst en snij dat vlees er geheel uit met de naald, met een vliem of met een schaar. En vernietig daarna dat wilde vlees dat er overblijft en leg voor de oogappel 1 linnen kleed genat in het witte van een ei zodat er geen bijtende medicijnen aan de appel komen.

En er zijn sommige lieden die het niet zouden mogen gedogen dat ge ze sneed en doe die deze behandeling, maar ze duurt lang; Neem een stokje en duw het er dwars mee onder het oog in de oogput zodat het lid omkeert en heb dan vet van [86] van ganzen of gewoon zout of salmiak of chloorammonium en bestrijk het daarmee dik tot 5 maal toe per dag en dit zolang totdat het genoeg is. Aldus zal ge dat weke vlees mogen verteren. En was altijd daarna de leden met water daar venkel in gekookt is en dat koud. En al dat ge in de ogen doet, doe dat er koud in. En wat ge in de oren doet dat willen de oren er heet hebben in gedaan. Want ze zijn zenuwachtig kraakbeenachtig.

En als de ogen scheel staan door wonden die slecht geheeld zijn of van verbranding dan is de behandeling aldus; Neem 1 schaar en snij de littekens eruit en heel dan die wonde zoals u geleerd hebt. Of snij 1 wond dwars onder de oogleden en genees het met doeken die ge in die wonde legt. En haal dan de leden naar boven met de draden die ge door de oogleden hebt gestoken en maak ze vast aan 1 zwachtel die ge om het hoofd gebonden hebt. En heel die wond met vrouwenmelk waar ge het pleistertje in nat maakt die besmeerd is met zalven die niet drukken en doe dit tot die wond genezen is. En sommige zijn er die lopende ogen hebben die het zouden [raag gedogen omdat hun ogen niet scheel zouden zijn. En sommige zijn er die liever hadden dat hun ogen nog alzo zeer scheel waren.

CAP.20.

Van blauwe(n) oge(n) geslage(n) of gewerpe(n). etc..

Alse enen mensce geslagen siin blauwe ogen so es goet dat hi bloet late ter hooftadren an die zelve zide. Ende legt hem ierst daerop dwit van den eye niet geslagen. Want slaen benemt hem vele van siere limecheiden ende van siere coutheiden. Ende daerna legter op sap van donderbaert .1. cleet daerin genet. ende dat dicken vermaect |127va| Ende en wilt hier met niet vergaen. so nemt nu was ende minget met comine wel gepulvert. ende daer af so maect .1. plate die gi dicken selt verwermen bi den viere. ende also warm geleit daerop als die zieke mach gedogen over al doge. ja doge geloken. Dit plaster doet spaersen dbloet ende smelten. Maer dits ene corte cuere. Nemt zepe ende mingter met popelioen elx even vele hier met besmert .1. plaester van stoppen. of .1. linen cleet also groet alst swert es. ende legget daerop dit sal tswerte verdriven. Mer het sal die stede al root maken ende verwermen. Alse gi dit siet so nemt laeu water ende dwater doge met. ja doge geloken dat vander scarpheit niet en come in doge vander zepen. want het soude zere biten ende dat en ware niet goet. Ende daerna so hebt rosewater ende wijfs melc geminct. ende daer in so net .1. dic plaester van werke of .1. linen doec daer in genet. ende legget optie oge. dat saelt genesen ende sueten. ende coelen van siere verscheit. dits die beste raet die icker op can geven.

KAPITTEL20.

Van blauw geslagen ogen, of geworpen etc.

Als een mens blauwe ogen geslagen is dan is het goed dat hij bloed laat in de hoofdader aan dezelfde kant. En leg er eerst bij hem het wit van een ei op die niet beslagen is. Want slaan beneemt bij die veel van zijn lijmerigheid en van zijn koudheid. En leg er daarna in 1 kleed het sap op van donderbaard daarin genat en vermaak dat veel.

En wil het hiermee niet vergaan neem dan was en meng het met goed verpoederde komijn en maak daarvan 1 plaat die ge dik zal verwarmen bij het vuur en zo warm erop leggen als de zieke kan gedogen over het hele oog, ja de ogen gesloten. Deze pleister laat het bloed verstrooien en smelten.

Maar dit is een korte behandeling; Neem zeep en meng er populierzalf mee, van elk evenveel, besmeer hiermee 1 pleister van proppen of 1 linnen kleed zo groot als het zwart is en leg het daarop, dit zal het zwarte verdrijven. Maar het zal die plaats geheel rood maken en verwarmen. Als ge dit ziet neem dan lauw water en bewater het oog ermee, ja het oog gesloten zodat de scherpte van de zeep niet in het oog komt want het zou zeer bijten en dat is niet goed. En heb daarna rozenwater en vrouwenmelk gemengd en nat daarin 1 dikke pleister van werk of 1 linnen doek daarin genat en leg het op dat oog, dat zal het genezen en verzachten en verkoelen van zijn vochtigheid, dit is de beste raad die ik erop kan geven.

CAP. 21.

Dits va(n) .4. catracte(n) i(n) doge(n) die me(n) genese(n) mach entie bekennen.

Wat manieren van caracten dat men genesen mach of niet. der 87 caracten siin .7. manieren. die .4. machmen genesen entie .3. niet. Menechwerf comt ene ziecheit in dogen diemen in latine heet caracten. in dietsche gelijc ere sluus. Ene sluus wert dat water. dat niet en mach lopen daert heeft te dalene. alse vore ene watermolen of vore enen vivere. of elder daert te doene es. Als men water wilt laten gaen so haelt men de sluus op. ende dan lopet ute. also doet hier te bediedene. Eist dat die humoren dalen dore die zenewen die an dogen siin vast daer die ziende geesten dore gaen tote in die herssenen. ende verstopt die zie. dat siin die pupillen dewelke humoren siin. also daelt dat vorseide waterkiin dat naturlijc es in die ogen. Ende also die humoren siin gnouch gewrongelt. dats hart ende stijf gnouch. so en machmense niet genesen in proeven van surgien. Ende men machse aldus proeven. Luket die ene oge toe. ende legt uwen dume op dander oge led ende .1. deel vaste. ende dan ontdoet gereet. eist dat water es gesprait ende weder comt van elker side ende weder vergadert alsoet te voren was ende dat gereet. so eist curabel: Ende en doet so niet. so neist niet gnouch geformeert. ende dan so en doeter niet toe. |127vb| Dierste die men mach genesen. die es wit alse calc. entie comt van slagen van risen of van stocken. of van scaelkinen van enegen dingen. of van werpingen van stenen of van sneeclatten of dies gelike. Dese siin goet ende licht te genesene. mer sine zien niet also claer alsi te voren daden eer si geslagen waren. Want bi den slagen die si moesten gedogen so liepen die humoren in die .3. huden die vore die zie siin. bi den welken si niet en mogen keren al. daer en blijft .1. belemmertheit in die zie. dat siin die clare huden dewelke siin sculdech te sine onbelemmert bi naturen. Dandere es wit kerende ten blauwen wert. ende dit comt bi ocsune vander magen. die ontfangen heeft quade spisen. biden welken af comen quade fumeyen. die risen uter magen ten herssenen wert. ende dan vallen also vore die ogen ende maken daer gewrongelde humoren. ende .1. luttel blauachtech. Es dese wel gevellet metter naelden. men ziet daerna wel also claer alst te voren dede eer si quam. Ende oec so ziet men bat achter haer cure. dan achter enege van al den andren drien. ende dat comt biden puren humoren ende bider vervulten vanden zienden geesten die in dogen siin. Die derde es wit .1. luttel kerende in asscher varwen. entie comt van hooftswere ende onderwilen comt si van alte groter coutheit die de herssenen hebben. ende van te vele te wenene of te wakene. Dese en sal niet lange bliven in haren staet. sine sal weder blint werden. sine werde gecureert met deser latuarien. vander welker men sal nemen nuchtern also groet alse .1. kerstaengie. ende navens als men slapen gaet. Ende wachten van spisen die hem contrarie siin. alse rent vleesch. geyten vleesch. bocken vleesch. palinge. [bonen G] erweten. enioen. dese 88 deren den ogen ende wachten van wiven van badene van stovene. Mer nemt lichte spise ende sapech ende naturlike heet. Ende wachten van spisen die naturlike cout es. Dits die latuarie. Nemt olibanum .2. dr.. groffels nagle. noten muscaten. in dit soffraen van elken .1. 1/2 .dr.. goet castor .1. dr.. pulveret te gadere ende ziet wel cleine. ende conficieret met zeeme wel gescuumt. ende maecter af .1. latuarie. ende nutse als u vorleert es. In den winter so drinct witten wiin warm in den welken si geleit saelgie ende rute. Dese latuarie nes niet allene goet hier toe. mer sijs goet in alle ziecheiden vanden hoofde. alse hooftswere die van vercoutheiden comt. Ende oec essi goet iegen ogen die tranen. [Dye vierde die es wit kerende in een luttel geluwer varuwen dese comt van te vele te drinckene ende van te vele tetene ende bij groter pinen te doene. Ick segge dat dese comt van melancolien ende men vynter niet vele van deser vierder specien. Dese es herder dan alle dandere ende rondere dan alle dandere alse mense wille villen. Zo wacht u. want ghyse niet sculdich zijt te villene neder waert alsoe men dye andere doet. Want zine blever niet omme hare ronthede ende herthede maer dryvetse ten steertte vander oge waert ten slape vanden hoefde waert ende dair zo villetse wel Ende alse ghij uwe naelde uut wilt trecken so keert uwe hant ter nese waert ende trecse ute al drayende alsoe u vore leert werdt hier na. Nu hebbic ick u geseyt vanden vieren wair bij men ghenesen mach dye zake ende nu sullen wij leeren hoe mense ghenesen mach ne ware nemtter toe zine worde geconfirmeert ende achter dat zij zijn gheconformeert dat es dat zij niet en sijn onder tlichte vander zonnen inden dach ofte vander lanternen inder nacht. Ende eneghe zotte phisijsiene die wanense genesen met purgacien dat zij purgeren dye humoren bedij zij moetens myssen bedij catracten geconformeert die werden nemmermeer ghenesen met purgacien no met pulveren no met colerien no met latuarien bedij die materie es onder dye hude int hole vanden oghen bij den welken dye humoren dye zijn metten voirscreven waterkine ende dye weirden veertich ende verkeren in hertheden biden voirseyden zaken dye welke vallen indye ende weeren dat dye ziende gheeste niet moghen gaen dair zij sculdich waren te gane by naturen dye welcke niet moghen zijn ghenesen sonder metter hant vanden surgien dye welcke moet doen ten yersten aldus. daer toe doeten zieken sitten op eene banc dansichte ten lichte wert scerdelinghe. Dye meester zalre tegen sitten dies gelike den rugghe ter lucht waert op dye selve banc maer dye meester zal .1. luttel hoger sitten dan dye zieke. Ende en heeft hij die catracte int deen oge zo verbynt hem dander oghe Ende dair na so heft hem tlet op vander ander oge dat dair ziec es ende hebbe indye hant eene naelde dye aldus gemaect zij (schets). Ende zij sal zijn zilveren oft gulden want van ysere oft van stale zijn zij te duchtene dat dye point mochte 89 breken ende dat ware vreese want doghe mochte ute zweeren ne ware van zilvere ende van goude sijn zij soete ende tay waer by dat zij best zijn bij vele redenen Dye meester heeft dye naelde indie hant doghe ontdaen ende hij zal dye naelde steken int dwitte vanden oghe ende dander zide ten slape waert indye mydde wart vanden oghe drayende tusscen vinghere ende dunne (l. dume) so lange dat hij ziet dat point vander naelden oft vandese instrumente vander siene bynnen. Ende emmer wacht dat ghij geen en quetst vanden .3. huden dye zijn vore dye siene dye welcke u dair voren waren geseyt hoe zij heten. Ende valle dye verwrongene humore ten hole wert vanden oghen dat es achterwaert ende hout dat instrument int doghe alsoe langhe dat men mochte spreken .i. pater noster ofte .ii. dat hij siet ende dan trect de naelde oft dynstrument ute alsoe roerende alse ghijt dair in daedt alsoe zoetelike ende hebt inden mont venckel so dat u adem dair af rieke ende ademt den zieken altoes int doghe ende dair na soe en laeten niet sien want dye vorseyde humoren mochte lichte weder [....] die siene vanden oghen byder grooter begherten van ziene. Ende dair na so hebbet cottoen genet int witte vanden eye ende dan legghet op doghe ende liseliken gebonden. Ende legtene op een zachte bedde met enen hoeft eynde ende legten op waert metten ansichte .9. daghen in .1. doncker stede dair ne geen luut en ware no en zij ende vermaecten niet vore den .4. dach des vierde daghes soe laetten zien alluttelkyn. Ende dair na so luuct hen weder tdage oft bade op dat ghij hebt gewrocht int beyde ende legt dair op altoes dwitte vanden eye .2. werf sdages ofte .9. (l. 3) al tote .9. dagen toe ende dair na gaet hij dair hij wille. Ende ete dye wile dat hij ligge moru eyeren metten broede ende es hij jonc so drinct teysene (l. teseyne) oft claer water. Es hij out so drincke gebernder wijn. Eneghe zegghen dat sij wel moghen eten wedere vleesch ende gesodene hoenre meester benedvout (l. bevenout) verbiedt want tvleesch dat maect groet bloet ende groet voetsel biden welcken dair mochte comen vervulte van bloede ende doen comen in die oghen zweeringhe welcke ware teghen dye gerechte cure.

KAPITTEL 21.

Dit is van 4 cataracten in de ogen die men genezen kan en herkennen. (1)

Welke soorten er van cataracten (grauwe staar) zijn dat men genezen kan of niet, (2) er [87] zijn 7 soorten cataracten waarvan men er 4 kan genezen en 3 niet. Vaak komt een ziekte in de ogen die men in Latijn cataracten noemt en in Diets als een sluis. Een sluis wordt dat water dat niet kan lopen daar het moet dalen zoals voor een watermolen of voor een vijver of elders daar het te doen is. Als men water wil laten gaan dan haalt men de sluis op en dan loopt het eruit en alzo doet hier de betekenis. Is het dat die vochtvermenging daalt door de zenuwen die vast aan de ogen zijn waar de ziende geesten doorgaan tot in de hersens en dat zien verstoppen, dat zijn de pupillen die vochtvermenging zijn, alzo daalt dat voor vermelde watertje dat natuurlijk in de ogen is. En alzo de vochtvermenging genoeg gewrongeld zijn, dat is hard en stijf genoeg, dan kan men ze niet genezen in proeven van chirurgie. En men kan ze aldus aantonen. Sluit het ene oog dicht en leg uw duim op het andere ooglid voor 1 deel vast en ontdoe het dan direct, is het dat het water verspreid is en weer van elke zijde komt en weer samen komt zoals het tevoren was en dat direct, dan is het te genezen: En doet het dat niet dan is het niet genoeg gevormd en dan doet het er niet toe. De eerste die men kan genezen die is wit als kalk en komt van slagen van twijgen of van stokken of van schaaltjes van enige dingen of van werpen met stenen of van sneeuwballen of diergelijke. Deze zijn goed en licht te genezen, maar ze zien niet zo helder zoals ze tevoren deden eer ze geslagen waren. Want bij de slagen die ze moesten gedogen liep die vochtvermenging in de 3 huiden die voor het zien zijn waarbij ze niet geheel kunnen keren en daar blijft 1 belemmering in dat zien, dat zijn die heldere huiden die van naturen onbelemmerd moeten zijn.

De andere is wit kerend naar het blauwe toe en dit komt door gelegenheid van de maag die kwade spijs ontvangen heeft waarbij er kwade walmen komen die uit de maag naar de hersens rijzen en dan vallen ze zo voor de ogen en maken daar vaste vochtvermenging en wat blauwachtig. Is deze goed geveld met de naald ziet men daarna wel zo helder zoals men tevoren deed voor het kwam. En ook ziet men beter achter haar behandeling dan achter enige van alle andere drie en dat komt vanwege pure vochtvermenging en vanwege de volheid van de ziende geesten die in de ogen zijn.

De derde is wit en draait wat naar askleur en komt van hoofdpijn en soms komt ze van al te grote koude die de hersens hebben en van teveel te wenen of te waken. Deze zal niet lang in haar staat blijven en ze zal weer blind worden en ze worden genezen met deze likkepot waarvan men ‘s ochtends zal nemen zo groot als 1 kastanje en ‘s avonds als men slapen gaat. En wachten van spijzen die hem tegenovergesteld zijn zoals rundvlees, geitenvlees, bokkenvlees, paling, bonen, erwten en ui, deze [88] deren de ogen, en wachten van vrouwen, van baden en van stoven. Maar neem lichte spijzen en sapachtig en natuurlijk heet. En wachten van spijzen die natuurlijk koud zijn. Dit is de likkepot;

Neem wierook (Boswellia thurifera), 2 drachmen, kruidnagels, notenmuskaat en hierin saffraan, van elk 1 1/2 drachme, goede bevergeil, 1 drachme, verpoeder het tezamen en zeef het goed klein en bereidt het met honing dat goed geschuimd is en maak er 1 likkepot van en gebruik het zoals u geleerd hebt. In de winter drink je het met warme witte wijn waarin salvia en ruit ligt. Deze likkepot is niet alleen hiertegen goed, maar het is goed in alle ziektes van het hoofd zoals hoofdpijn die van verkoudheid komt. En ook is het goed tegen ogen die tranen.

De vierde die is wit kerend in een wat gele kleur en deze komt van te veel te drinken en van te veel te eten en bij grote inspanning van arbeid. Ik zeg dat deze van melancholie komt en men vindt er niet veel van deze vierde soort. Deze is harder dan alle andere en ronder dan alle andere als men ze wil villen. Zo wacht u, dat ge ze niet naar beneden villen moet zoals men die andere doet. Want ze blijven er niet vanwege hun rondheden en hardheden, maar drijf ze van de staart van de ogen naar de slapen van het hoofd en vil ze daar goed. En als ge uw naald eruit wil trekken keer uw hand naar de neus toe en trek ze er al draaiend uit zoals u hierna geleerd wordt. Nu heb ik u van die vier gezegd waarbij men de zaken genezen kan en nu zullen we leren hoe men ze genezen (3) kan tenzij dat ze gevormd worden en nadat ze zijn gevormd, dat is dat ze niet onder het licht van de zon in de dag of van lantarens zijn in de nacht. En enige zotte geneesheren die menen ze te genezen met purgatieven omdat ze de vochtvermenging purgeren waarbij ze de gevormde cataracten moeten missen die nimmermeer genezen worden met purgatieven of met poeders of met oogzalven of met likkepotten en waarbij de materie onder de huid in het hol van de ogen is en waarbij de vochtvermengingen er zijn met het voor beschreven watertje en die worden verrot (4) en veranderen in hardheden met de voor vermelde zaken die er in vallen en weren dat de ziende geesten niet daarin mogen gaan waar ze moeten gaan van naturen die niet genezen kunnen worden, uitgezonderd met de hand van de chirurg die ten eerste aldus moet doen; laat daartoe de zieke zitten op een bank zodat het aanzicht naar het licht gesteld wordt. De dokter zal er tegenover zitten met de rug naar het licht toe op dezelfde bank, maar de dokter zal wat hoger zitten dan de zieke. En heeft hij de cataracten in het ene oog dan verbindt hij hem het andere oog. En daarna heft hij bij hem het lid op van het andere oog dat daar ziek is en heeft in de hand een naald die aldus gemaakt is. En die zal van zilver of goud zijn want van ijzer of van staal is er te duchten dat de punt mocht [89] breken en dat is vrees want het oog mocht uitzweren tenzij ze van zilver en van goud zijn die zacht en taai zijn waarbij dat zij het best zijn door vele redenen. De dokter heeft de naald in de hand en het oog open en hij zal de naald in het witte van het oog steken en de andere kant naar de slaap toe naar het midden toe van het oog draaien tussen de vinger en duim zo lang dat hij de punt van de naald of van dit instrument van hem van binnen ziet. En let er altijd op dat ge niet een van de 3 huiden kwetst die voor het zien zijn die u hiervoor gezegd zijn hoe ze heten. En vallen de verwrongen vochtvermenging naar het hol van de ogen, dat is naar achteren, hou dat instrument in het oog alzo lang dat men 1 pater noster kan spreken of 2 zodat hij het ziet en trek dan de naald of het instrument er alzo roerend uit zoals ge het daarin deed en alzo zacht en hebt in de mond venkel zodat uw adem daarvan geurt en beademt de zieke altijd in het oog en laat het daarna niet zien want die voor vermelde vochtvermenging kon gemakkelijk weer [....] het zien van de ogen vanwege de grootte begeerte van zien. En heb daarna katoen genat in het witte van een ei en leg het dan op het oog en zachtjes binden. En leg hem op een zacht bed met een hoofdeinde en leg hem opwaarts met het aanzicht 9 dagen in 1 donkere plaats daar geen geluid is en vermaak het niet voor de 4de dag en de vierde dag laat hem wat zien. En sluit het daarna weer die dag of bidt zodat ge hebt gewrocht in beide en leg er altijd het witte van een ei op 2 maal per dag of 9 al tot 9 dagen toe en daarna gaat hij waar hij wil. En in die tijd dat hij murw ligt eieren met brood eten en als hij jong is drinkt hij gerstewater of helder water. Is hij oud dan drinkt hij gebrande wijn. Enige zeggen dat ze wel ramsvlees mogen eten en gekookte hoenderen, dokter Beneventus verbiedt het want het vlees dat maakt groot bloed en groot voedsel waarbij er volheid kan komen van bloed en dat laat bij hem in de ogen zweren komen dat tegen de echte behandeling is.

(1) De uitlegging is niet duidelijk. Yperman wilde zeggen dat cataract (troebelheid van de lens) zou ontstaan door neerdaling van vochten uit de hersenen langs de oogzenuw naar het oog.

(2) De wijze van behandeling hangt af van de ‘Rijpheid’ van de cataract. Niet is hier misplaatst

(3) Er ontbreekt hier het een en ander aan den tekst. Waarschijnlijk heeft de zin geluid: ‘Hoe mense ghenesen mach. nemtter toe (hier is iets uitgevallen) ..., ne ware zi (tenzij dat zij, iets dat in het uitgevallene gezegd is) ne worde...’

(4) Na waterkine is waarschijnlijk een woord uitgevallen en zeker ook een na in dye . Veertich zou kunnen zijn ‘vertich,’ rot, doch dit past minder goed bij verharden.

CAP. 22.

Vanden catracten die men (niet) ghenese(n) mach.

Het zijn catracten dye men ghenesen mach niet vanden welcken datter sijn .3. manieren. Dye yerste dye men niet mach genesen es geheten gutta sterena die welcke ghij moghet kennen bij dat dye siene es al zwart ende claer alse of der ne gheene smette in en ware. Ende int hole vanden ogen schijnt ofte in liepe quic zilver doghe altoes roerende ende dye oghe leden. dit gesciet inder moeder lichame bij eniger corrupsien dye der domineert ende dair omme sijn zij geboren vander moeder sonder 90 kennisse oft met .1. luttel kennissen dye welke zien die claerheyt vanden dage ende gaen achter straten ondaentder oghen oft zij zaghen ende eneghe dye sien dye welcke wij heeten bijziende die welcke gerne blijft gherne (sic) hare licht also langhe al(s) zij leven. Enege zijn van desen dien onlange(?) blijft ende werden blint oft zij gheene oghen en hadden. van dese worden gheene gebetert bij meesters rade al wouden ziere omme gheven alle dye werelt hen ware oft hem god sien woude geven bij ziere godliker gift bedij dye hole zenuwen die sijn bestopt ende verdorven biden welcken hem nyemant mach gehelpen waer bij zij heten catracten sterena. Dander dye ongheneseleec es dat es dye hare verblijct int doghe bynnen die welke ghij ziet gheverwet op(?) enech water. In vaste steden waer bij ghij moghet verstaen dat dese catracte es ongheneselec want zine comt niet lanczame maer sij comt dapperlike uten hersenen so dat dye zieke dair na en siet nemmermeer niet te meeten dan oft ghij gheene oghen en hadt wair bij wij segghen dat dit es dalre achterste specie vanden drie catracten ongheneselijc want zij comt van thegter(?) ziecheyt comende uten hersenen van te vele te weenne van te vele te wakene van te smete vele (l. vele smete) geslagen omtrent thovet ende van te vele te vastene ende van dies gelike dye derde specie dye ongeneselec es dat es dye de ziene hebben al verdwenen zo datsij niet ne moghen sien vanden brunen vanden oghen datmen heet dye ziene. Waer bij schijnt doghe al wit biden welcken dat dese catracten zijn ongheneseleec.

KAPITTEL 22.

Van de cataracten die men niet genezen kan.

Er zijn cataracten die men niet genezen kan waarvan er 3 soorten zijn. De eerste die men niet genezen kan heet gutta sterena (zwarte staar, amaurosis) die ge kan herkennen omdat het zien geheel zwart en helder is alsof er geen smet in is. En in het holle van de ogen schijnt het alsof er kwikzilver in loopt, maar altijd bewegen de oogleden en dit gebeurt in het lichaam in de baarmoeder door enig bederf die er domineert en daarom zijn ze geboren van de moeder zonder [90] kennis of met wat kennis die de helderheid van de dag zien en gaan in achterstraten om de ogen te openen of ze zien en enige zijn er die zien wat we bijziende noemen die graag hun licht behouden zo lang als ze leven. Enige zijn er van deze die niet lang blijft en blind worden alsof ze geen ogen hadden en van deze worden er geen beter door dokters raad al wilden ze er alles van de wereld voor geven of dat God hen het zien wilde geven met zijn goddelijke gift, bij die zijn de holle zenuwen verstopt en bedorven waarbij niemand hem kan helpen waarbij ze cataracten sterena heten. De andere die ongeneeslijk is dat is die zich blijkt in het oog binnen die ge gekleurd ziet op enig water. In vaste plaatsen waarbij ge verstaan kan dat deze cataracten ongeneeslijk is want ze komt niet langzaam, maar ze komt snel uit de hersens zodat de zieke daarna nimmermeer ermee ziet niet dan net alsof ge geen ogen had waarbij wij zeggen dat dit is de aller ergste soort van de drie cataracten die ongeneeslijk is want ze komt van echte ziekte die uit de hersens komt van te veel te wenen, van te veel te waken, van te veel smet, geslagen omtrent het hoofd en van te veel te vasten en van dergelijke, de derde soort die ongeneeslijk is dat is die het zien geheel verdwenen hebben zodat ze niets mogen zien van het bruine van de ogen dat men het zien noemt. Waarbij het oog geheel wit schijnt waarbij deze cataracten ongeneeslijk zijn.

CAP. 23.

Vanden wonden van den oghen.

Het gevallet menech werf dat men wont doge bij onghevallen ende bij mysselike sak(e) alse men werct ane doghe metter naelden omme dye catracten te vilne oft doecke oft nagle. Oft jonghe kyndren die hen steken met greffen al spelende deen den anderen int doghe met onghevalle oft slaeten oft dies gelike soe cureert dan doghe metten witten vanden eye cort geslegen so dat al scumende werd ende vanden cortten waterkine dat onder sal ghezitten alst .1. stuc gedaen heeft zo legghet dat in doghe vernyewende .4. werfs daghes ende .2. werven tsnachts ghenet dair in cottoen ende op doghe geleyt tote .14. daghen ende es dye rechte siene gewont soe doet int doghe vander godsgiften dye welke ghij maect aldus. Rp. tghevoechgelte van .12. eyeren dwelke eene witte ente(?) henne leyde Ende dye so wrivet in enen lodenen mortier met enen lodenen mortier stocke soe langhe dat zij wel cleene ende ghemyngt ende wel slecht zij alse eene zalve. Dyt so besteedt in een glazijn vat ende hier af so doet int doghe .3. werven sdaghes dye in die ziene es dit geneset wonden int doghe alse andere wonden ghenesen met zalven ende legghet altoes op doghe dwitte vanden eye metten cottoene alse u vore seyt es. Dese zalve heet benevout die gifte gods dat is ghegeven van gode. tfoirseyde witte met enen stocke 91 gesleghen aldus dit es goet in .3. manieren al soet voirseit es (schetsje) dierste het is ghesmiedt de sweeringhe vanden oghen danne het dwynghet dye humoren vanden oghen terde het purgiert dye humoren [....] no gheeste in comen waer bij men name met rechte tclare vanden eye bedij het so claert doghen ende saechse ende purgeertse dye zeerhede vanden oghen die comen van slapen ofte dies gelike ende dat doet metter zachte vander naturen bedij het es zachte oft dies ghelike ende dat doet metter naturen bedij het en zoch(t)et bider naturen bedij het es schoen ende conforteert zine gelike dat es doghe. Ende dwaterkijn datter in es ende es enech mensche gewont inden oghe appel zoe ghenesettene alsoet u voreleert es. Ende anders niet want eneghe meesters legghen dair op plaesteren van wasse ende van comyne. Ende sij doen quaet want zijn dye huden vanden oghen gewont dit was zoe trect ute dye substancien vanden oghen dus so dwingt doghe water tkomijn [....] heet dese drie gracien. Tander het doet dye oghe lepen ende verteert die substancie vanden ogen. Terde het verhit doghe ende doet smelten die coude humoren die bij naturen willen sijn geconfirmeert met couder medicinen. Nu vermanyck u yerst eest dat enech mensche zij gewont indie ogen dat ghine niet medich meret (l. medicineret) met heeter medicinen Ne ware met couden alsoe es dwitte vanden eye geslegen cort alst oft water ware ende dat moet zijn (s)onder dye scume twelke dwitte heeft vele crachten alst vore seyt es.

KAPITTEL 23.

Van de oogwonden.

Het gebeurt vaak dat men het oog verwondt bij ongevallen en bij verschillende zaken als men aan het oog met de naalden werkt om de cataracten te villen of doek of nagels. Of jonge kinderen die zich al spelend steken met griffels en de ene de anderen in het oog met ongevallen of slaan of dergelijke genees dan het oog met het witte van een ei, kort geslagen zodat het geheel schuimend wordt en van het korte watertje dat er onder zal zitten als het 1 stuk gestaan heeft leg dat in het oog en vernieuw het 4 maal per dag en 2maal 's nachts en nat daarin katoen en leg het op de ogen tot de 14de dag en is het echte zien gewond doe dan in het oog van de godsgiften die ge aldus maakt. Recept; het gevogelte van 12 eieren dat een witte eend of hen legde. En wrijf die in een loden mortier met een loden mortierstok zolang dat zij goed klein en gemengd zijn en goed echt is als een zalf. Berg dit op in een glazen vat en doe hiervan 3 maal per dag in het oog dat in het zien is, dit geneest wonden in het oog zoals andere wonden met zalven genezen en leg het altijd op het oog het witte van een ei met het katoen zoals u tevoren verteld is. Deze zalf noemt Benevout de gift van God, dat is gegeven van God. Het voor vermelde witte met een stok [91] geslagen is aldus goed in 3 manieren zoals het gezegd is, de eerste is het verzacht de zweren van de ogen, dan het bedwingt de vochtvermenging van de ogen en ten derde purgeert het de vochtvermenging [....] zodat er geen geest in komen kan waarbij men het echte heldere van een ei neemt en met die verheldert ze het oog en verzacht en purgeert ze de zeerheden van de ogen die van slapen of dergelijke komen en dat doet het met zachtheid van naturen, waarbij het zacht is of dergelijk en dat doet het van naturen en is zacht van naturen waarbij het schoon is en gelijk verbetert dat in het oog is. En het watertje dat erin is en is enig mens gewond in de oogappel genees het dan zoals u geleerd hebt. En niet anders want enige dokters leggen er pleisters op van was en van komijn. En ze doen slecht want als de huiden van de ogen gewond zijn trekt deze was de substanties van de ogen uit en dus zo dwingt het komijn het oog te wateren [....] en noemt deze drie genaden. De volgende, het laat de ogen lekken en verteert de substantie van de ogen. Ten derde verhit het de ogen en laat de koude vochtvermenging smelten die van naturen bekrachtigd wil zijn met koude medicijnen. Nu vermaan ik u eerst dat als enig mens in de ogen gewond is dat ge er niet mee medicineert met hete medicijnen tenzij met koude zoals het witte van een kort geslagen ei is alsof het water was en dat moet zijn zonder het schuim want het witte heeft vele krachten zoals hiervoor gezegd is.

CAP. 24.

Vanden fistel die wassen inden sterten vander oghen.

Nu hoert ende leert vanden fistelen die wassen in dye stertte vander oeghen Ende namelike ter nese waert dese fistele comen van humoren dye welcke vervulte van naturen dair sent die welke humoren niet moghen uut comen. Ende dat es bijdij dat zij zijn gorsem G] |128ra| ende grof ende vele. die maken int ende van den ogen an die zide ten nese wert .1. bootskiin also groet alse .1. vitse. dewelke humoren daer vertegen ende maken etter der uutlopende ten bootskine. Ende onderwilen so breket dboot(s)kiin binnen den ogen. ende dan comet detter lopende van binnen den ogen. entie stede daer dbootskijn was valt neder mer die huut wert daer ontvarwt in rootheiden. ende alse men daer leget den dume op. so comt dat etter ten sterte vander ogen ute ten nese wert. van den welken ic u hier .1. deel wil leeren vander curen. ende vander vresen daer gi u af sijt sculdech te wachtene. De cure es dat gi sijt sculdech die wonde dats den mont vanden fistel te widene met marge vanden vliedere. of met gedrogeder wortelen van gencianen. ende daeraf ene wieke gesneden na dat de mont wert ront gnouch. so stecter in .1. wieke van stoppen gemaect ende genet in pulvere dat geseit es int capittel vanden wannen. Mer wacht u dat giere niet en doet in te vele. want het soude maken te groet .1. gat. ende dat soude al tansichte ontmaken entie ogen doen lopen. Mer meester bevenoud wille dat men taste an den nese waer die 92 bootse was. ende dat men daer snide .1. wondekijn metten hoeke van .1. scerse. ende dat de snede overlanx den nese (si) gaende. Ende wacht dat gi niet en snijdt dat oge led ontwee. want doge soude lepen. Ende legt in de wonde .1. erwete tote sander dages. ende dan so doetse ute. ende doet in de wonde van den vorseiden pulvere emmer wachtende dat gijs te vele niet daer in en doet. want het mochte te verre werken ende dan soude dansichte te zere ontsienen. want men es sculdech te genesene alle mesquame waer dat es metter minster lixemen dat men mach ende sonderlinge int ansichte. Daerna so legter op .1. plaester gesmert met gesmoltenen swinensmoute of met verscher botren tote dat vleesch gedoot es metten pulvere vorseit ende uutvallet Ende dan so legt in die wonde .1. stuc van ere spoengien. ende vermaket .2. werf sdages tote die wonde wel gesuvert es. Want die spoengie heeft in .2. werken. si rumet die wonde. ende si verteert etter entie andere humoren. Alse die wonde wel gesuvert es. so heiltse daerna met pluckelingen van ouden linen cledren entie suver. Ende legter op .1. plaesterkiin gesmert metter .12. apostelen zalve die avicenna componerde ende heet unguentum veneris sive duodecim apostolorum. |128rb| Dese zalve es goet mede te genesene fistelen na dat si siin gedodet ende gesuvert. Si suvert scorftheit ende wonden van weyen vleesche. ende daerna so heilt sise wel. Ende dese zalve maectmen aldus. Nemt wit was. scip pec. harst. armoniac. van elken .14. dr.. oppopanac. groene van spaengien van elken .2. dr.. galbanum. mirre elx .4. dr.. litargirum .8. dr.. aristologia longa. wierooc. mastic. bolle van ermenien. bedellium. elx .6. dr.. dat armoniac. galbanum oppopanac. dit doet smelten op .1. cleine vier in starken aysine. daerna so nemt olie van oliven in den zomer .2. lb. ende maectise iegen winter. so nemter .3. lb. olien. ende daer in doet smilten dat was ent pec ende tharst. Ende daertoe so ziedt die vorseide gommen gesmolten inden aysiin. ende dan so hebt alle die andere dingen wel gepulvert cleine ende geteemst dore .1. bultel ende doetse daertoe. ende roeret wel al te gadere so dat al wel geminct si. Ende hier af so legt optie wonde vorseit. Ende of gi wilt so smeert daer met u wieke die gi stect in de wonde. dese [zalve G] es goet seit avicenna alsoet vorseit es. Meester bevenoud die ontraet dat. dat men en genen fistel omtrent en berne. want die brant soude verdrogen die zenewen daer die geesten vander zie dore comen ten ogen. Maer meester roelant raet datmen hebbe .1. pipe. van ysere of van copere. Ende dese salmen steken in den fistel toten bodeme ierst den fistel geruumt met den vorseiden wieken. Ende dan so hebt .1. yser daer in gaende ende dat ende sal wel wesen gegloyt ende dat stect in de vorseide pipe toten bodeme van den fistele. ende dat gereet. Want lietijt iet lange daerin. het soude doen also meester bevenoud seit. Ende daerna stecter in wieken genet int wit vanden eye 93 om te coelne den brant. Ende daerna so doet also u vorleert es metten smoute. ende daerna metter spoengien. Ende daerna so heilt den fistel metter vorseider zalven. of metter zalven diemen u hier na leren sal. ende dese staet in die glose vanden .4. meesters op die surgie van roelandine. Nemt groene van spaengien .1. dr.. sal gemine .1/2. dr.. out swinen smout .2. lb. dit doet smelten. ende daerna ziet dore .1. suver linen cleet. daerna so mincter met dat vorseide groene ende dat zout wel cleine gepulvert. ende maect daeraf .1. zalve. met der welker gi smert .1. wieke die gi stect in die wonde. dat sal den fistel genesen volmaectelike. |128va| Noch een ander uter selver glosen. Nemt mirre. perryies. tsap van langer sporien ende van celidonien ende out swinen smout. dit ziedet al tegadere ende doeter met also u vorleert es vander andere zalven. Si doet tselve. Noch doet tselve herba robberti geplaestert opt fistel. of tsap daerin gegoten. Of van gariofilaten. hier met so geneest nuwe fistelen sonder anders toe te doene. Dits ene goede colirie in den fistel te doene. of in dogen die roet siin. Nemt groene van spaengien .1/2. dr.. ende .1/2. pinte wiins claer ende suver ende wit. ende minct dit te gadere wel ende roeret dicken dit colirie wert groene. hieraf so doet in doge die heeft den fistel. Meester Willem van congeinne wijst dit colirie. dewelke doodt den fistel. ende stremmet lopende ogen ende verteert wey vleesch van den ogenleden. ende het doet vele meer goets. Nemt .1/2. lb. wits wiins. ende groene van spaengien. ende sal gemine elx .1. dr.. dit pulvert wel ende temperet metten vorseiden wine. Dit wijst meester lanc ranc ende avicenna. Nemt mirre wel suver .2. dr.. gomme van arabien .1. dr.. dit pulvert wel cleine ende minget metter gallen van den osse getempert also dicke alse .1. zalve. ende dit legt opt fistel gespreit op .1. linen cleet. Dit heilt. ende suvert. ende weret datter geen humoren mogen comen no bliven: Ende eist dat niet en heilt van deser plaestren ende weder uut brect. dats .1. teken dat dbeen daer onder es geraect ende verdroocht. Eist also. so doet als u vorleert es metten pijpkine ende metten gloyenden ysere. ende daerna so doet achtervolgende die curen also u vorleert es. Avicenna ende lancfranc prisen den brant. want hine verteert niet vordere dan hi geraect. mer bernde medicinen gaen me; nechwerven vordre dan men wille. so dat men sal scuwen in avonturliken steden daer men mach. want het doet dicken vresen vanden leden daer ment leit. ende ten minsten comter dicken af lanc werc.

KAPITTEL 24.

Van de etterwond die in de hoeken van de ogen groeien.

Nu hoor en leer van de etterwond die in de hoeken van de ogen groeien. En namelijk naar de neus toe, deze etterwonden komen van vochtvermenging die volheid van naturen daar zendt en die vochtvermenging mogen niet uitkomen. En dat is omdat zij drabbig zijn en grof en veel, die maken op het einde van de ogen aan de kant naar de neus toe 1 bultje zo groot als 1 vitse welke vochtvermengingen daar verrotten en etter maken dat er in het bultje uitloopt. En soms breekt het bootje binnen het oog en dan komt de etter binnen het oog gelopen en die plaats daar het bultje was valt neer, maar de huid wordt daar ontkleurt in roodheid en als men er de duim op legt dan komt dat etter onder de staart van de ogen eruit naar de neus toe waarvan ik u hier 1 deel van de kuren wil leren en van de vrees waarvan ge u moet wachten.

De behandeling is de ge de wond, dat is de mond van de etterwond, wijder moet maken met het merg van de vlier of met gedroogde wortels van gentiaan en daarvan een doek snijden naar dat de mond rond genoeg wordt en steek er dan 1 doek van proppen gemaakt in die genat is in het poeder dat vermeld is in het kapittel van de uitgroei. Maar let op u dat ge er niet te veel in doet want het zou het gat te groot maken en dat zou het hele aanzicht ontsieren en de ogen laten lopen.

Maar dokter Beneventus wil dat men aan de neus tast waar dat [92] kropgezwel was en dat men daar 1 wondje snijdt met de hoek van 1 schaar en dat de snede in de lengte van de neus gaat. En let op dat ge niet dat ooglid stuk snijdt want het oog zou gaan tranen. En leg in de wond 1 erwt tot de volgende dag en doe het er dan uit en doe in de wond van het voor vermelde poeder en let er immer op dat ge het niet teveel daarin doet want het kom te ver werken en dan zou het aanzicht te zeer ontsieren want men moet alle missers genezen waar dat het is met de minste littekens dat men kan en vooral in het aanzicht. Leg er daarna 1 pleister op besmeer het met gesmolten varkensvet of met verse boter totdat het vlees gedood is met het voor vermelde poeder en uitvalt. En leg dan in die wond 1 stuk van een spons en vermaak het 2 maal per dag tot de wond goed gezuiverd is. Want die spons heeft 2 werken in zich, ze ruimt de wond en ze verteert etter en andere vochtvermenging.

Als de wond goed gezuiverd is heel het daarna met pluksels van oud linnen kleed en die zuiver. En leg er 1 pleistertje op besmeer het met de 12 apostelen zalf die Avicenna componeerde en zalf veneris sive duodecim apostolorum heet. (omdat het getal van de bestanddelen overen kwam met de 12 apostelen) Deze zalf is goed om etterwonden mee te genezen nadat ze zijn gedood en gezuiverd. Ze zuivert schurft en wonden van wild vlees en daarna heelt ze die goed. En deze zalf maakt men aldus;

Neem witte was, scheepspek, hars, ammoniak, (Dorema) van elk 14 drachmen, Opopanax hispidum, Spaans groen, van elk 2 drachmen, galbanum (Ferula galbaniflua) en mirre, (Commiphora myrrha) elk 4 drachmen, litargirum, 8 drachmen, Aristolochia longa, wierook, (Boswellia thurifera) mastiek, (Pistacia lentiscus) bolus Armeniacus en bdellium, (Commiphora africana) elk 6 drachmen, dat ammoniak, galbanum en Opopanax laat je smelten op 1 klein vuur in sterke azijn en in de zomer neem je daarna olie van olijven, 2 pond, en maak je ze tegen de winter neem dan 3 pond olie en laat daarin de pek en hars smelten. En kook daartoe de voor vermelde gesmolten in de azijn en neem dan alle andere dingen die goed klein verpoederd en gezeefd zijn door 1 buidel en doe het erbij en roer het alles goed tezamen zodat het goed gemengd is. En leg hiervan op de voor vermelde wond. En als ge wil besmeer daarmee uw doek die ge in de wond steekt, deze zalf is goed zegt Avicenna zoals gezegd is.

Dokter Beneventus die ontraadt dat men rondom een etterwond niet brandt want die brand zou de zenuwen verdrogen waar de geesten van het zien door komen naar de ogen.

Maar dokter Rolando raadt aan dat men 1 pijp van ijzer of van koper heeft. En deze zal men in de etterwond tot de bodem steken, eerst de etterwond opruimen met de voor vermelde doeken. En dan heb je 1 ijzer dat erin gaat en dat eind zal gloeiend wezen en steek dat in de voor vermelde pijp tot de bodem van de etterwond en dat direct. Want liet je het iets lang erin, het zou doen zoals dokter Beneventus zei. En steek er daarna doeken in die genat zijn in het witte van een ei om de brand te verkoelen [93]. En doe daarna zoals u geleerd hebt met het vet en daarna met de spons. En heel daarna de etterwond met de voor vermelde zalven of met de zalven die men u hierna leren zal en dezen staan in de glossaria van de 4 dokters op de chirurgie van Rolando;

Neem Spaans groen, 1 drachme, gewoon zout, 1/2 drachme, oud varkensvet, 2 pond, laat dit smelten en zeef het daarna door 1 zuiver linnen kleed en meng dat daarna met dat voor vermelde groene en dat zout, goed klein verpoederd, en maak er 1 zalf van waarmee ge 1 doek besmeert die ge in de wonde steekt, dat zal de etterwond volmaakt genezen. Noch een ander uit dezelfde glossaria; Neem mirre, (Commiphora myrrha) Alo perryi, het sap van lange spurrie (Ricinus) en van stinkende gouwe en oud varkensvet, kook dit tezamen en doe ermee zoals u geleerd hebt van de andere zalven. Ze doet hetzelfde.

Nog doe hetzelfde; herba roberti (Geranium robertianum) gepleisterd op de etterwond of giet het sap erin. Of van nagelkruid, (Geum urbanum) hiermee genees je nieuwe etterwonden zonder er iets anders toe te doen.

Dit is een goede oogzalf om in de etterwond te doen of in de ogen die rood zijn; Neem Spaans groen, 1/2 drachme en 1/2 pint wijn, helder en zuiver en wit, en meng dit goed tezamen en roer het vaak, deze oogzalf wordt groen, doe hiervan in het oog die een etterwond heeft.

Dokter Willem van Congeinne wijst deze oogzalf die de etterwond doodt en lopende ogen stremt en wild vlees van de oogleden verteert en het doet veel meer goeds; Neem 1/2 pond witte wijn en Spaans groen en gewoon zout, elk 1 drachme, verpoeder dit goed en meng het met de voor vermelde wijn.

Dit wijst dokter Lancfranc en Avicenna; Neem goede zuivere mirre, 2 drachmen, gom van Arabi, 1 drachme, verpoeder dit goed klein en meng het met de ossengal gemengd alzo dik als 1 zalf en leg dit op de etterwond gespreid op 1 linnen kleed. Dit heelt en zuivert en weert dat er geen vochtvermenging in kan komen of blijven:

En is het dat het niet van deze pleisters heelt en weer uitbreekt, dat is 1 teken dat het been daaronder geraakt is en verdroogt. Is het alzo doe dan zoals u geleerd hebt met het pijpje en met het gloeiende ijzer en doe daarna zo achtereenvolgend die kuren zoals u geleerd hebt.

Avicenna en Lanfranc van Milaan prijzen de brand, want die verteert niet verder dan hij raakt, maar brandende medicijnen gaan vaak verder dan men wil zodat men het zal schuwen in hachelijke plaatsen waar men kan want het laat vaak vrezen van de leden daar men het legt en tenminste komt er vaak lang werk van.

CAP. 25.

Dit es va(n) nolimeta(n)g(er)e int a(n)scij(n) of an die lippe(n).

Nolimetangere dats .1. swere ende wast vanden kinne opwert int anschijn. Ende es .1. evel dwelke sulke seggen dat den enen comt 94 vanden andren. Dit evel es van .2. manieren van coleren. dat ene dats verbernde colere. ende dat nes dander niet. Die verberrende colere es omtrent die stede gevarwt ende bevaen met ere dicker swerter varwen. Ende die colere die niet verbernt en es. die trect haer |128vb| in .1. rode varwe omtrent den wortel. hets ene gemeine regule. dat alle opene gaten die binnen vertech sijn of verteert. alse in nolimetangere. in cankeren in fistelen. dat si piinlijc siin te genesene daer si veroudert siin. Ende cankere siin van meerre ende van bernder colere. dan nolimetangere siin. In die ierste maent dats die alderierste raet. datmen die materie verduwen sal met oxisacum entie humoren die gereet siin tonstekene. datmen die suvere met colagogen. want colagogen ende oxisacum siin .2. medicinen daermen bloet ende colere met suvert. Op den derden dach salment stoven met couden cruden in .1. cupe met ere pipen wilmen also men dede daer voren in den boec. Ende dan alst gestooft es. so sal men hem geven triacle met watere daer in es gesoden linaria. Ende den andren dach daerna salmen laten die levere adre. want wer dat quade humoren siin haer beginsel comt emmer vander leveren gegenereert. ende daerna salmen laten die hooft adren. ende dan comt men ten plaestren. Aldus salmen werken van buten. Men sal af doen die rove diere boven es. ende dan salmen maken ene loge van asscen van wijngerthoute. ende mingen daer in pulver van zoute van levenden calke. van atremente. van wiinsteene. van elken even vele. ende mingen dese pulvere metter logen te maten dicke ende leggent daerop .1. nacht. ende men sal die stede al omme bestriken met popelioene. ende des ander dages salmen dit af doen. ende men saelt wachten van zere so men naest mach met hulten instrumente(n). Dan salmen temperen plaestren van ouden smere int sap van wegebreden te maten dicke ende leggent daer op. Ende dan salmen wegebrede stoten ende bestrikent metten zape ende beleggent metten bladren ende dan salment dwaen metter logen vanden wijngerthoute. ende beleggent metter wegebreden .10. dage of .12. Ende alse dan dat ongemac doot es ende gesuvert. so sal hem openbaren .1. scoen root vleesch ende onverteert. dan salmer op leggen linaria gestoten tsap enen dach. daerna salment dwaen metter logen elx dages. Ende men saelt drogen met enen ouden sachten linen clede. ende stroyen der in pulver van mastic. van wieroke ende van rosen. Alse dat vervult es met goeden vleesche. so salment hicken al omtrent. Die zieke sal hem hoeden van alder scarper spisen. ende van soute. ende van allen dingen daer bloet af verwarmen mach. Explicit.

Finito libro sit laus et gloria christo.

KAPITTEL 25.

Dit is van noli me tangere in het aanschijn of aan de lippen.

Noli me tangere, dat is 1 zweer en groeit van de kin naar boven in het aanschijn. En is 1 euvel waarvan sommige zegen dat de ene [94] van de andere komt. Dit euvel is van 2 soorten van gal, de ene dat is verbrande gal en dat is de andere niet. De verbrande gal is omtrent die plaats gekleurd en bevangen met een dikke zwarte kleur. En de gal die niet verbrand is die trekt zich 1 rode kleur omtrent de wortel, het is een algemene regel dat alle open gaten die binnen verrot zijn of verteerd zoals in noli me tangere, in kanker en in etterwonden dat ze pijnlijk zijn om te genezen omdat ze verouderd zijn. En kankers zijn van meer en van brandende gal dan noli me tangere is.

In die eerste maand, dat is die allereerste raad, dat men die materie verduwen zal met oxisaccarum (stroop, azijn granaatappel en suiker) en de vochtvermenging die gereed zijn te ontsteken dat men die zuivert met gal drijvende want gal drijvende en oxisaccarum (stroop, azijn granaatappel en suiker) zijn 2 medicijnen daar men bloed en gal mee zuivert. Op de derde dag zal men het stoven met koude kruiden in 1 kuip met een wilgenpijpen, zoals men het daarvoor in het boek deed. En als het dan gestoofd is dan zal men hem triakel geven met water daarin Linaria gekookt is. En de volgende dag daarna zal men de lever aderlaten want waar de kwade vochtvermengingen zijn, haar begin komt immer van de lever gegenereerd en daarna zal men de hoofdader laten en dan komt men tot pleisters.

Aldus zal men van buiten werken. Men zal de roof er af doen die erboven is en dan zal men een loog van as maken van wijngaardhout en daar poeder in mengen van zout van ongebluste kalk, van arsenicum en van wijnsteen, van elk evenveel, en dit poeder met de loog in een dikke maat mengen en leg het er 1 nacht op en men zal die plaats alom bestrijken met popelierenzalf en de volgende dag zal men dit er af doen en men zal het wachten van zeer zo goed men kan met houten instrumenten. Dan zal men pleisters van oude smeer mengen in het sap van weegbree en het dik maken en het erop leggen. En dan zal men weegbree stampen en het bestrijken met het sap en het beleggen met de bladeren en dan zal men het wassen met de loog van wijngaardhout en het 10 of 12 dagen beleggen met de weegbree.

En als dan dat ongemak dood en gezuiverd is dan zal zich openbaren 1 mooi rood vlees en onverteerd, dan zal men er het sap van gestampte Linaria een dag op leggen en daarna zal men het elke dag wassen met de loog. En men zal het drogen met een oude zachte linnen kleed en er poeder van mastiek, (Pistacia lentiscus) van wierook (Boswellia thurifera) en van rozen in strooien. Als dat gevuld is met goed vlees dan zal men het er al omtrent hakken. Die zieke zal zich hoeden van alle scherpe spijzen en van zout en van alle dingen daar bloed van verwarmen kan. Explicit.

Finito libro sit laus et gloria christo. Het eind van het boek is het prijzen en de glorie van Christus.

|129ra| .1. Dits die tafele vanden derden boeke ende sprect ierst vanden nese ende van siere sceppenissen. ende van hoe vele ziecheiden dat comen in den nese. ende heeft in .7. capittelen

.2. Van ere ziecheit die polipus heet die wast in (den) nese

.3. Van puusten in den nese

4. Van ondercoten sweren in den nese 95

.5. Van wey vleesche in den nese

.6. Van bloeden ten nese

.7. Van stanke in den nese.

CAP. 1.

Hier begint die boec vanden nese. ende ierst die sceppenisse vanden nese. Ende es te verstane dat voren uten herssenen comt ene zenewe [dye siende zenuwen G] die es hol alsoet geseit es in die anathomia vanden ogen. So wassen .2. worten entie geliken worten van vrouwenborsten. Die wassen uter substancien vanden herssenen ende heten zenewen. het en siin gene zenewen. het siin instrumente van roke. Alse dese vervullen met humoren van couden of van hitten. so belettet den mensce van sire roke of van sinen riekene. Ende onderwilen so siin si so zere [belemmert ende C] vervult van humoren dat men niet en riect. Bi desen vorseiden spenen of worten of uutganc vanden herssenbeckene so heeft nature geordineert een dal dwelke dat heet tsigat. int welke vergadert die lucht. dwelke bi hulpen vander trecken der cracht ontfanget dat rieken. int welke vergadert die overvloyentheit vanden herssenen ende purgieren daer. dwelke men heet snotte. In welc dal vorseit es .1. deel dwelke gaet ten monde. tenwelken dale begint die nese ende hebben haer sceppenisse. dwelke es geformeert van .2. benen gemaect van .3. hoeken. die hoeken vanden uppersten bene vanden vorhoofde metter vergaderingen vanden ogebene. so voegen si int 96 upperste deel. so heeft elc been gecnoes. Ende in der middewert so es .1. ander gecnoes. dwelke den nese versceet in tween dat harder ende starker es dan enech vanden andren tween. die siin in dende vanden nese. Die hulpe vanden middelsten gecnoes es of deen nesegat werde verstopt bi [humoren oft bij G] eneger manieren. dat die adem dore dander soude mogen uut ende ingaen om te werkene der naturen werc. Die .2. bene voegen te gadere ende maken die sceppenisse vanden nese |129rb| dewelke hebben vele nutscapen. Dierste es dat hol es ende decsel vander vervloyentheiden die comen uten herssenen. Dander es dat ontfaet die lucht die middel es vander roken. Terde es dmeeste deel vander lucht diet trect gaet ter longenen. nochtan so trect .1. deel ten gaten vanden herssenen. Dierste es als die mont es geloken. dat de longene mach dore den nese trecken die lucht te hare. Dander es dat tforderste deel vanden herssenen hem daerdore mach [suveren ende C] purgieren. Terde dat men biden nese gaten die open siin den mont lukende ende ontdoende die tonge haer streckende ende voudende. formeren soude haer word verscedelike. dat si niet en soude mogen doen waren die nesegaten verstopt. Dits dat werc vanden nese. Aldus so es hi van benen hol ende gecnoesech want ware dende vanden nese voren been. het soude menech werf breken ende dan soude de mensce dansichte hebben ontscepen. dit en mach niet siin omdat gecnoesich es ende tay ende voudende. dus so blijft de mensce ongescent van sinen ansichte. en ware gedaen met snidender wapenen. of tgecnoes en vertechde bi vervulten van vertegen humoren. Ende meest bi vervulten van melancolien dewelke doen versterven dled daer si te vele in siin of vercranken. Ende dats omdat melancolie es cout ende droge. Nu merct hoe vele ziecheiden dat comen in den nese. daer comt in polipus ende canker. puisten. ondercootte sweren. wey vleesch. bloeden ten nese ende stanc. Dese sal men elc sonderlinge besceden. entie cure daer iegen.

| 1. Dit is de tafel van het derde boek en spreekt eerst van de neus en van zijn schepping en van hoeveel ziektes er in de neus komen en bevat 7 kapittels.

2. Van een ziekte die poliep heet die in de neus groeit. (Polypus, slijmvliesgezwel)

3. Van puisten in de neus

4. Van onderhuidse zweren in de neus [95]

5. Van wild vlees in de neus

6. Van neusbloeden

7. Van stank in de neus.

KAPITTEL 1.

Hier begint het boek van de neus en eerst de schepping van de neus. En het is te verstaan dat voor uit de hersens een zenuw komt [de ziende zenuwen G] die hol is zoals het gezegd is in die anatomie van de ogen. Zo groeien er 2 wratten en die lijken op de tepels van vrouwenborsten. Die groeien uit de substanties van de hersens en heten zenuwen, het zijn geen zenuwen, het zijn instrument van ruiken. Als deze vullen met vochtvermenging van koude of van hitte dan belet het de mens van zijn reuk of van zijn ruiken. En soms zijn ze zo zeer belemmerd en vervuld van vochtvermenging dat men niets ruikt.

Bij deze voor vermelde spenen of wratten of uitgang van de schedel heeft de natuur een dal geordineerd wat zijgat heet waarin de lucht zich verzamelt dat met de hulp van het trekken de kracht van het ruiken ontvangt waarin de overvloed van de hersens zich verzamelt en daar purgeer wat men snot noemt. In welk voor vermelde dal 1 deel is wat naar de mond gaat welk dal in de neus begint en haar schepping heeft wat gevormd is van 2 benen gemaakt van 3 hoeken, die hoeken van het opperste been van het voorhoofd met de verzamelingen van het oogbeen en zo voegen ze in het [96] opperste deel en zo heeft elk been kraakbeen. En in het midden is er 1 ander kraakbeen wat de neus in tweeën deelt dat harder en sterker is dan enige van de andere twee die in het eind van de neus zijn. De hulp van het middelste kraakbeen is als het ene neusgat verstopt wordt door vochtvermenging of bij enige manieren dat de adem door de andere er zou mogen uit- en ingaan om het naturen werk te bewerken. Die 2 benen voegen tezamen en maken de schepping van de neus die vele nuttige zaken hebben. De eerste is dat het hol en deksel is van de vloeiingen die uit de hersens komen. De andere is dat het de lucht ontvangt dat het middel is van de reuk. Het derde is dat het meeste deel van de lucht die het trekt naar de longen gaat, nochtans trekt 1 deel naar de gaten van de hersens. De eerste is als de mond gesloten is zodat de longen door de neus de lucht tot zich kan trekken. De andere is dat het voorste deel van de hersens zich daardoor kan zuiveren en purgeren. Ten derde dat men bij de open neusgaten de mond sluit en de tong los maakt en zich strekt en vouwt en zo verschillende woorden vormt, als ze dit niet zouden mogen doen waren de neusgaten verstopt.

Dit is het werk van de neus. Aldus zo is hij van hol been en kraakbeenachtig, want was het eind van de neus voor van been dan zou het vaak breken en dan zou de mens het aanzicht ontsierd hebben, dit kan niet zijn omdat het kraakbeenachtig is en taai en vouwend, dus zo blijft de mens ongeschonden van zijn aanzicht tenzij het gedaan was met snijdende wapens of het kraakbeen verrotte door volheid van verrotte vochtvermenging. En meest bij volheid van melancholie die elk lid laten sterven waar het teveel in is of verzwakken. En dat is omdat melancholie koud en droog is.

Nu merk hoeveel ziektes er in de neus komen, er komt poliep in en kanker, puisten, onderhuidse zweren, wild vlees, bloeden uit de neus en stank. Deze zal men elk apart behandelen en de behandeling daartegen.

CAP. 2.

En(de) ierst van polip(us).

Polipus es ene ziecheit die comt in den nese. entie dalende bi reumen die daelt uten hoofde in den nese. Ende es vleesch opwassende boven rechte van naturen. ende heet wey vleesch. dwelke stopt die nesegaten. so datter geen adem dore en mach comen ute ende in. Ende onderwile so eist [bestopt G] ende dat meest van fleumen glasiin. dwelke es van couden humoren ende versch. Ende onderwilen so comet van melancolien die cout siin ende droge. ende dat es .1. maniere van cankere. waerbi dat die adem niet en mach siin getrect dan biden monde. Ende in dus gedane so verdroget die longere. bi den welken men es sculdech tontsiene dat die mensce mach werden tysike. ende onderwilen lasers. Ende dat |129va| soude siin bi dien dat tvoetsel 97 vanden mensce soude voeden die lede met vertegen voetsele bi ocsune vorseit. ende dit comt van couder naturen ende selden van hitten. Polipus es geseit na enen visch. want hi comt an enen man hi laettem node gaen. so doet dit evel. Het stopt onderwilen deen nesegat ende onderwilen dandere of beide. ende dicwile stinket. Dicke vleesch wast onderwilen so groet. dat daelt onder uten nese ende hanget opten lippe. Ende onderwilen wasset so zere datter die nese met wert groet. Ende onderwilen wert si van bruunre varwen ende luttel gevoelende ende zere hert. dats bi dat die materie es van melancolien. ende dan so en dalet tfleesch niet uten nese of luttel. ende dan sone onderwint u niet hem te genesene. Want het es dan ene maniere van cankere alsoet vorseit es. Maer alse die nese es moru. ende niet ontvarwt. dan so nemtse coenlike te genesene. ende gaeter toe alsic u hier nu leren sal. ende wacht u van mesdoene so dat gijt doet subtilike Hoort hier die cure. Ontdoet den nese vanden zieken. ende vanget tfleesch dat in den nese es ende halet ute met enen hake (). ende snidet eenx ende eenx tote gijt al hebt also na als gi moget. ende daerna so stremmet dbloet met stoppene dien nese of so gi best moget ende cleefter iet vanden vlesce so screpet af met enen cleinen ysere so gi naest moget. Ende daerna so bescoudet dien wortel met .1. gloyenden ysere. ende wacht emmer tgecroes (l. gecnoes) [vanden nese dat ghijt (schets) niet bescout want daensichte ware zere ghescent G] Of cureertene aldus. doet dat vleesch verteren met uwen pulvere dat u es geleert int capittel vanden wannen. mer wacht u dat gijs te vele niet daer in en doet. want het mochte ontdecken te vele dat been of tgecroes. ende daerna en souder nem mermeer geen vleesch willen wassen. ende dan dbeen lichte uutvallen of tgecnoes. ende dit soude dansichte scenden. daerna so stect daer in .1. wieke gesmert met swinen smoute of met verscher botren tote dat bescoude stuc uut vallet of tfertege dat tpulver heeft gevertecht. ende daerna heiltse met drogender medicinen tote dat al heel es. Ende onderwilen so wast dat vleesch opwert dats alst van hogen wast. so dat bestopt daer die adem uten monde in den nese gaet bi naturen. Ende dan so stect in den nese .1. wieke van stoppen wel gemaect hart ende stide ierst geladen |129vb| te poente met uwen bernenden pulvere toten vlesche ende daerna smout of botere. ende daerna weder tpulver tote dat tfleesch si al verteert. Ende daerna so hebt enen sterken twinen draet. ende dien stect [metten heinde C] in den nese ende doeten hem inhalen met sinen ademe. hi sal ten monde in vallen. entie draet si so lanc 98 datmer vele cnopen an mach maken deen vanden andren .1. dumael. dewelke cnopen sniden dat vleesch ontwee dat gewassen es in de naturlike gate daer die adem dore comt alsoet vorseit es. Dien draet salmen halen ende keren ten nese uut ende ten monde in. Ende daerna so coppelt daeran .1. anderen draet sonder cnoep. dewelke werdet dore drinct met uwen pulvere. ende dien haelter dore. dat pulver sal verteren tfleesch datter gewassen es. dwelke te broken es metten cnopen die waren an den iersten draet die sneet alse ene sage. Ende daerna so heyltse met drogender zalven ende pulveren. Alse der .12. apostelen zalve [ofte groene zalve G]. Ende die hier na volget ende andere die ic hier sal maken ende wisen. Dit wijst die glose vanden .4. meesters [van salernen C]. Nemt fabula lupine. ende wilt lijn ende hete netelen. van elken tsap .2. dr.. of .3. ende dan so hebt levende calc. sal gemine. groene van spaengien van elken .1. dr.. wel gepulvert. dit minct metten vorseiden sape. daerna doeter toe roete van bocken of van hertten of swinen. dit minget al te gadere op .1. cleine vier. Van deser zalven maect .1. cleine lange wieke ierst gedwegen den nese binnen wel met wine of met aysine ende dat laeu. daerna so stect die wieke in den nese. ende laetse daerin toten avonde van smorgens. Dus so doet tot die nese begint te swillene. ende si vaste bloet so dat die nese wert ydel vanden vorseiden quaden vlesche. ende dits .1. teken van genesene. Ende daerna so geneesten met deser zalven. Nemt tsap van meeden. van wegebreden. van hondert blade. van apien van Sint jans crude van elken 1. dr.. daerna nemt 1/2. lb.. zeems ende dat ziedt wel so dat begint te dicken daerna doeter toe .1. dr.. aterments. ende ziedet al te hope tote (dat) begint dicken. Van deser zalven doet in den nese ende stoppet buten dat si niet en mach uutlopen. ende dus doet tote dat al heel si. Ende verstaet wel dat tsap vander wedewinden in den |130ra| nese gegoten. het geneest nuwe polipus ende nuwe cankere ende nuwe fistele. Noch ene wieke gemaect van aposteliker surgien daerop gestroyt pulver van antimonien. die es goet gesteken in den nese omme te genesene die zeerheit.

KAPITTEL 2.

En eerst van poliep.

Poliep is een ziekte die in de neus komt en de daalt met ruimte en daalt uit het hoofd in de neus. En is groeit boven het echte vlees aan van naturen en dat heet wild vlees wat de neusgaten verstopt zodat er geen adem door kan komen, uit en in. En soms is het verstopt en dat meest van glasachtige fluimen dat van koude en vochtige vochtvermenging is. En soms komt het van melancholie die koud en droog is en dat is 1 soort van kanker waarbij dat de adem niet getrokken kan worden dan met de mond. En in dusdanige verdrogen de longen waarbij men moet ontzien dat de mens bronchitis krijgt en soms een huidziekte. En dat zou zijn omdat het voedsel [97] van de mens de leden zou voeden met verrot voedsel van voor vermelde gelegenheid en dit komt van koude naturen en zelden van hitte.

Poliep is gezegd naar een vis want hij komt aan een man en laat hem node gaan en zo doet dit euvel. Het verstopt soms het ene neusgat en soms de andere of beide en vaak stinkt het. Dik vlees groet ondertussen zo groot en dat daalt onder uit de neus en hangt op de lip. En soms groeit het zo zeer dat de neus er groot mee wordt. En soms wordt ze van bruine kleur en voelt weinig en is zeer hard, dat is omdat de materie van melancholie is en dan daalt het vlees niet of weinig uit neus en onderneem dan niets om hem te genezen. Want het is dan een soort van kanker zoals gezegd is. Maar als de neus murw is en niet ontkleurt neem dan dapper op om het te genezen en ga ernaartoe zoals ik u hier nu leren zal en let op van fouten zodat ge het subtiel doet.

Hoort hier de behandeling. Ontdoe de neus van de zieke en vang het vlees dat in de neus is en haal het eruit met een haak en snij een x en een x tot ge alles hebt alzo goed als ge kan en strem daarna het bloed van de neus met proppen zo best als ge kans en kleeft er iets van het vlees aan schrap het af met een klein ijzer zo ge het best kan. En verbrandt daarna de wortel met 1 gloeiend ijzer en let er altijd op dat het kraakbeen van de neus dat ge het niet verbrandt want het aanzicht zou zeer geschonden worden.

Of genees het aldus; laat dat vlees verteren met uw poeder dat u geleerd hebt in het kapittel van de uitgroei, maar let op dat ge er niet teveel in doet want het kon het been of kraakbeen teveel ontbloten en daarna zou er nimmermeer vlees willen groeien en dan zou het been of kraakbeen er gemakkelijk uitvallen en dit zou het aanzicht schenden, steek er daarna 1 doek in die besmeerd is met varkensvet of met vochtige boter totdat het verbrande stuk er uit valt of verrot dat het poeder verrot heeft en heel het daarna met verdrogende medicijnen totdat alles heel is.

En soms groeit dat vlees naar boven, dat is als het van hoog groeit en dat verstopt daar de adem die van naturen uit de mond in de neus gaat. En steek dan in de neus 1 doek van goed hard gemaakte proppen en verstevig eerst de punt met uw brandend poeder tot vlees en daarna vet of boter en daarna weer het poeder totdat het hele vlees verteerd is. En heb daarna een sterke getwijnde draad en die steek je met het eind in de neus en laat hem met zijn adem inhalen en het zal in de mond vallen en de draad is zo lang [98] dat men er vele knopen aan kan maken en de ene met de andere 1 duimlengte en die knopen snijden dat vlees kapot dat in de natuurlijke gaten gegroeid is daar de adem door komt zoals het gezegd is. Die draad zal men uit de neus halen en keren naar de mond toe. En koppel daarna daaraan 1 andere draad zonder knoop en die wordt met uw poeder doordrenkt en die haal je erdoor, dat poeder zal het vlees verteren dat er gegroeid is wat gebroken is met de knopen die aan de eerste draad waren die het als een zaag sneed. En heel het daarna met verdrogende zalven en poeders zoals de 12 apostelen zalf of groene zalf. En die hierna volgt en andere die ik hier zal maken en aanwijzen.

Dit wijst de glossaria aan van de 4 meesters van Salerno: Neem bonen van lupinen en wild vlas en hete netels, van elk het sap, 2 drachmen of 3, en heb dan ongebluste kalk, gewoon zout, Spaans groen, van elk 1 drachme en goed verpoederd, meng dit met het voor vermelde sap en doe er daarna vet van bokken of van herten of varkens bij, meng dit alles tezamen op 1 klein vuur. Van deze zalven maak je 1 kleine lange doek en eerst de neus van binnen goed wassen met wijn of met azijn en dat lauw en steek daarna de doek in de neus en laat het daarin tot de avond van de morgen. Dus doe zo tot de neus begint te zwellen end dat het vaste bloed zodat de neus leeg wordt van het voor vermelde kwade vlees en dit is 1 teken van genezing. En genees het daarna met deze zalven;

Neem het sap van mede, van weegbree, van honderd bladen (Rosa gallica), van Apium, van Sint-Jans kruid (Hypericum perforatum) en van elk 1 drachme, neem daarna 1/2 pond honing en kook dat goed zodat het dik begint te worden en doe er daarna 1 drachme zwarte inkt bij en kook het alles tezamen totdat het dik begint te worden. Doe van deze zalf in de neus en stop het buiten dat het er niet uit kan lopen en doe dus totdat het geheel heel is.

En begrijp wel dat het sap van de Convolvulus of Calystegia in de neus gegoten nieuwe poliep geneest en nieuwe kanker en nieuwe etterwond.

Nog een doek van apostelachtige chirurgie gemaakt en daarop het poeder strooien van antimoon, (antimonium) dat is goed om de neus te steken om de zeerheid te genezen.

CAP. 3.

Van puuste(n) die wasse(n) i(n) de(n) nese.

Puusten wassen in den nese ende meest van verbernden humoren. Ende siin met steecten ende met hitten. Ende haer cure es bloet laten ter hooftadren. ende dat men thooft purgiere ende al den lichame met yerapigra galieni. of pillen auree. Ierst die materie gedigeree(r)t met oxisacum ende dies gelike. Ende daerna so giet men in den nese dwitte vanden eye geminct 99 met olien van rosen. Die puusten tebroken genesen metter witter zalven diemen heet rasis witte zalve.

KAPITTEL 3.

Van puisten die in de neus groeien.

Puisten groeien in de neus en meest van verbrande vochtvermenging. En zijn met steken en met hitte. En haar behandeling is bloed te laten in de hoofdader en dat men het hoofd purgeert en het hele lichaam met heilige pigra galieni of pillen auree. Eerst de materie verteren met oxisaccarum (stroop, azijn granaatappel en suiker) en dergelijke. En daarna giet men in de neus het witte van een ei dat gemengd is [99] met olie van rozen. De gebroken puisten genezen met de witte zalven die men Rasis witte zalf noemt.

CAP. 4.

Van ond(er)cootte(n) sw(er)en i(n) de(n) nese.

Ondercootte sweren in den nese. Alsi siin van heeten humoren so genesen si al dies gelike dat vorseit es vanden puusten Ende alsi siin van couden humoren. so genesen si met dwaingen van wine ende van zeme te gadere gesoden .1. luttel ende metter .12. apostelen zalve. of met deser groenre zalven diemen heet der surgine zalve. die maecte mester roelant in siin tractaet. entie maect men aldus. Nemt celidonie. coccox looc. dat es gescepen alse clavere. die steelkine siin root die blade entie steelkine siin suer alse surkele. die wortele entie bladere van gallitri. comijn. louessce. scabiose. agrimonie. van elken .1. hantvol. dese cruden stampt al te gadere ende mincse (met) wederen roete ende .1. lb. olien van oliven. ende also laetse liggen .9. dage of .11. tegadere wel geminct. daerna so zietse op .1. cranc vier in een verlood vat. so dat tcruut sinct te bodeme. daerna so ziet wel dore .1. linen cleet in een erijn vat ende stellet opt vier. ende doeter in .2. dr.. was. ende na dat gesmolten es so doeter in pulver van wel cleinen witten wieroke dat men heet olybanum. ende van mastike ende van groene van spaengien van elken .1/2. dr.. Mer eer giere in doet dat groene van spaengien so proeft of si te gader hout. ende hout si haer te gadere so doeter in tgroene. Ende daerna so proeft echter of si haer varwe gewisselt heeft so dat si es groene. so doetse vanden viere. ende doeter toe .1/2. dr.. aloes epatic. dwelke gi ierst hebt gepulvert. dat doet smelten. ende dan so |130rb| ziet dore .1. suver cleet toten vorseiden saken ende dese zalve so besteet. Dese zalve es goet ten ouden wonden. want si doet wassen goet vleesch ende heilt.

KAPITTEL 4.

Van onderhuidse zweren in de neus.

Onderhuidse (harde) zweren in de neus. Als ze van hete vochtvermenging zijn dan genezen ze geheel diergelijk zoals gezegd is van de puisten. En als ze van koude vochtvermenging zijn dan genezen ze met wassingen van wijn en van honing wat tezamen gekookt en met de 12 apostelen zalf of met deze groene zalf die men chirurgie zalf noemt en die maakte dokter Rolando in zijn traktaat en die maakt men aldus;

Neem stinkende gouwe, klaverzuring, dat is geschapen als klaver, de steeltjes zijn rood en de bladeren en de steeltjes zijn zuur zoals zuring, de wortels en de bladeren van wilde salie, (Salvia horminum) komijn, maggi, Scabiosa en Agrimonia, van elk 1 handvol, stamp deze kruiden allen tezamen en meng ze met ramsvet en 1 pond olie van olijven en laat het alzo 9 of 11 dagen goed tezamen gemengd liggen en kook het daarna op 1 zwak vuur in een verloden vat zodat het kruid naar de bodem zinkt en zeef het daarna goed door 1 linnen kleed in een koperen vat en zet het op het vuur en doe er 2 drachmen was in en nadat het gesmolten is doe er poeder in van goede kleine witte wierook (Boswellia thurifera) dat men olibanum noemt en van mastiek (Pistacia lentiscus) en van Spaans groen, van elk 1/2 drachme. Maar eer ge er in dat Spaans groen in doet beproef of ze tezamen houdt en houdt het zich tezamen doe er het groene in. En beproef daarna echter of ze haar kleur verwisseld heeft zodat het groen is en doe het dan van het vuur en doe er 1/2 drachme Alo (Alo perryi, de levervormige) bij die ge eerst verpoederd hebt en laat dat smelten en zeef het dan door 1 zuiver kleed tegen de voor vermelde zaken en berg deze zalf op. Deze zalf is goed tegen oude wonden want ze laat goed vlees groeien en heelt.

CAP. 5.

Van wey vlesche i(n) de(n) nese.

Wey vleesch so doet wech metten pulvere dat geseit es int capittel vanden wannen. ende daerna geneest die stede met groenre zalven [veneris C] of metter .12. apostelen zalve. of metter zalven die es geseit daer voren int capittel vanden hooft wonden. Of metter witter zalven van rasis. dewelke gi sult hebben leringe hoe dat mense maect die goet es in allen steden daer hitte es. ende in allen vlagingen. entie maect aldus. Nemt olie van rosen .4. dr. nuwe was .1/2. dr.. wit van spaengien dat cerusa heet .1. dr.. canfer .1. dr.. dwitte van .2. eyeren. Dus maket ierst so stampt .2. of .3. amandelen in een motaliin mortier die gepelt siin. ende alsi gestampt siin so werpet tpast en wech ende vaget den mortier ende dan so doeter in canfer. ende daerna so hebt ge\smolten 100 was metter olien. ende minget al wel te hope met enen yseren mortier stocke. ende alst begint [te G] couden so doeter in dwitte van den eyeren. ende wrivet wel overeen. ende so gijt bat wrijft soet beter es. dits rasis witte salve Ende sulke meesters makense aldus. Si nemen vander cerusen. vander olien. vanden canfre. vanden witten van den eyeren .6. dr.. van elken. ende si doenre in .3. dr.. van litargirum. ende makense alsoet vorseit es vander ander zalven te voren. Dese droget wel.

KAPITTEL 5.

Van wild vlees in de neus.

Wild vlees, doe dat weg met het poeder dat in het kapittel van de uitgroei gezegd is en genees daarna de plaats met groene zalf veneris of met de 12 apostelen zalf of met de zalven die gezegd zijn hiervoor in het kapittel van de hoofdwonden. Of met de witte zalven van Rasis waarvan ge de lering zal hebben hoe dat men het maakt die goed is in alle plaatsen daar hitte is en in alle ontvelling en die maakt men aldus;

Neem olie van rozen, 4 drachmen, nieuwe was, 1/2 drachme, Spaans wit dat loodwit heet, 1 drachme, kamfer, (Dryobalanops aromatica) 1 drachme, het witte van 2 eieren. Dus maak eerst en stamp 2 of 3 amandelen in een metalen mortier die gepeld zijn en als ze gestampt zijn werp dan de pasta weg en veeg de mortier en doe er dan kamfer in en neem daarna gesmolten [100] was met de olie en meng alles in een hoop met een ijzeren mortierstok en als het begint te verkoelen doe er het witte van de eieren in en wrijf het goed door elkaar en zo ge het beter wrijft zo het beter is, dit is Rasis witte zalf. En sommige dokters maken het aldus;

Ze nemen van Spaans wit, van de olie, van de kamfer, van het wit van de eieren, 6 drachmen van elk, en ze doen er 3 drachmen in van litargirum en maken het zoals gezegd is van de andere zalven hiervoor. Deze droogt goed.

CAP. 6.

Van bloedene ten nese entie cure d(aer)toe.

Het siin vele lieden die bi costumen plegen te bloedene ten nese bi eneger manieren alsoet u geleert wert hierna redelike proevende want bloeden ten nese es ondertiden nuttelec ende ondertiden quaet. Hets nuttelec alse .1. mensce wert bloedende ende hi heeft .1. sucht diemen heet thete evel. Of alse hem toecomt frenesie. of alse ene vrouwe heeft verloren haer stonden. of alse enen toe comen caracten in die ogen ende dat van heter materien. of datse toe comen van pinen die hi doet of van vervulten van bloede. Alse .1. mensce wert bloedende bi te vele hitten die hi heeft buten in sinen lichame so wert siin bloet binnen ziedende in sinen lichame dewelke verziedinge doet die fumeyen clemmen ten hoofde entie vervullen die adren ende doense spliten. Aldus bloet men ten nese. Ende onderwilen so spliten die adren int hooft allene. ende dus so werden si bloedende. Ende eist dat dbloet te |130va| te guls es ende comet uten rechten nese gate so doeten bloet laten ter hooft adren in den rechten arm. Mer comet uten luchtren nesegate. so late die hooft adre in den luchtren arm. Ende bint met scroden van linen cledren die enden van den lichame. dats te verstane die arme entie been. Ende en es hi niet gestremmet hier mede so bernet eyerscalen te pulvere. ende dat blaest int nese gat daer dbloet uut comt. Of stecter in ene wieke genet in incte gemaect van gallen ende van atermente. Noch .1. ander maniere. Nemt starken aysiin lau gemaect ende daermet so bestrijct den vede vanden bloedenden mensce. Of eist .1. wijf. so bestrijct haer borsten. ende bint die armen entie been als u vorleert es. Noch een ander. pulver van roden rosebladen gemaect in enen mortier. dat geminct met gerstenmele ende getempert met .1. luttel aysiins. daertoe gedaen zap van wegebreden. ende dwitte van den eye. Dit plaester legt opt vorhooft ende opten slaep vanden hoofde. op dat vanden hoofde comt. Maer comet vander leveren so legse optie 101 rechter zide vanden hoofde optie levere. Mer comet vander milten. so legse optie slinker zide vanden hoofde optie milte. Ende comet vander vrouwenmoeder. so salmen tplaester leggen tusscen den navel enten lijchare. Nochtan soude men dat bat mogen stremmen dade men die vrouwe laten in die adre onder tancluwen binnen voets. Of stelde men .1. venteuse opten navel der vrouwen sonder scarpen of op die wortten van haren borsten. Wacht dat die bloedt niet en si gegordt. ende geeft hem in dene hant .1. cruut dat draget borsekine. dit stremmet menechwerf bloeden ten nese. Noch dbloet dat uten nese gaet gedroget op ene warme tiechle dat gepulvert blaest hem in den nese. dit stremmet bloet menechwerf. Noch zalve geminct met aysine. ende dit plaster geleit op des mans cullen. stremmet dbloet.

Dits ene van galienus verholenheit. Legt den bloedenden al naect opwaert metten ansichte. ende doet hem drupen cout water met aysine in dansichte. dit stremmet dbloet. Noch .1. ander. Nemt haer van hasen ende maecter af .1. wieke genet in watere ende in aysine. entie gesteken in den nese [dyt G] stremmet dbloet Noch cuwet den bloedenden wortel van netelen so dat ment mach swilgen. ende houdse also in den mont. dit stremmet dbloet. |130vb| Noch cuwet den wortel van vincworten ende houdet al stille in den mont. dit stremmet staphans dbloet ten nese. Nu merct die tekenen wanen dbloet comt ten nese. Alse dbloet uut comt van vervultheiden van bloede of vanden hoofde. dat kent men bider sweringen vanden hoofde ende van den ogen. Ende comet vander leveren. dat bekent bi dat die rechter zide es zeer onder die corte rebben ende daer omtrent ende dat bloet comt uten rechten nese gate. Ende comet vander milten so es die zeerheit in die slinke zide. ende dat bloet comt uten slinken nesegate. Ende eist dat comt dengenen die theet evel heeft of die beginnen vallen in frenesien of diere in siin. laetse bloeden een goet deel. want hets dicwile haer bekeringe. of sine waren te flaeu of te cranc. Ende heeft die vrouwe verloren haren tijt. ende si bloedet. so laetse bloeden een goet deel. ende daerna so stremmet datse niet en werde te cranc.

KAPITTEL 6.

Van bloeden uit de neus en de behandeling ertegen.

Er zijn vele lieden die bij gewoonte in enige soorten in de neus plegen te bloeden zoals u hierna geleerd wordt met redelijk bewijs want bloeden in de neus is soms nuttig en soms kwaad. Het is nuttig als 1 mens bloedend wordt en hij heeft 1 zucht die men het hete euvel noemt. Of als hij krankzinnig wordt of als een vrouw haar stonden heeft verloren of als een cataracten (grauwe staar) in de ogen krijgt en dat van hete materie of dat ze van pijn komen wat hij doet van volheid van bloed.

Als 1 mens bloedend wordt door te veel hitte die hij buiten zijn lichaam heeft dan wordt zijn bloed binnen kokend in zijn lichaam welk kooksel de rook naar het hoofd laat klimmen en de aderen vervullen en die laten splijten. Aldus bloedt men in de neus. En soms splijten de aderen alleen in het hoofd en zo worden ze bloedend. En is het dat het bloed te gulzig is en uit het rechterneusgat komt laat bloed laten in de hoofdader in de rechterarm. Maar komt het uit het linkerneusgat laat de hoofdader in de linkerarm. En verbindt de einden van het lichaam met zwachtels van linnen kleren, dat is te verstaan de armen en de benen.

En is het niet gestremd, verbrandt hiermee eierschalen tot poeder en blaas dat in het neusgat daar het bloed uitkomt. Of steek er een doek in die genat is in inkt gemaakt van gal en van atramentum (zwarte inkt).

Nog 1 andere manier; Neem sterke azijn lauw gemaakt en bestrijk daarmee het uitsteeksel (roede) van de bloedende mens. Of als het 1 vrouw is bestrijk dan haar borsten en bindt de armen en de benen zoals u geleerd hebt.

Nog een andere; poeder gemaakt van rozenbladen in een mortier en meng dat met gerstemeel en meng het met wat azijn en doe er het sap van weegbree bij en het witte van een ei. Leg deze pleister op het voorhoofd en op de slaap van het hoofd als het van het hoofd komt. Maar kom het van de lever leg het op de [101] rechterzijde van het hoofd op de lever. Maar komt het van de milt leg het op de linkerzijde van het hoofd op de milt. En komt het van de baarmoeder dan zal men de pleister tussen de navel en het bekken leggen. Nochtans zou men dat beter mogen stremmen als men die vrouw laten liet in de ader onder de enkel aan de binnenkant van de voeten. Of stelde men 1 kop op de navel van de vrouw zonder scherpte of op die tepels van haar borsten.

Let erop dat het bloed niet korrelig wordt en geef hem in de ene hand 1 kruid dat een beurs draagt (tasjeskruid), dit stremt vaak bloeden in de neus.

Nog droog het bloed dat uit de neus komt op een warme tegel en dat verpoederd en blaas het hem in de neus, dit stremt vaak het bloed. Nog zalf met azijn gemengd en deze pleister op de mannenballen leggen stremt het bloed.

Dit is er een van Galenus geheimen. Leg de bloedende geheel naakt met het aanzicht naar boven en laat hem koud water met azijn in het aanzicht druipen, dit stremt het bloed.

Nog 1 andere; Neem haar van hazen en maak er 1 doek van genat in water en in azijn en steek het in de neus dat stremt het bloed.

Nog kauwt de wortel van maagdenpalm zodat men het kan zwelgen en hou het alzo in de mond, dit stremt het bloed. Nog kauw de wortel van maagdenpalm en hou het geheel stil in de mond, dit stremt gelijk het bloed van de neus.

Nu merk de tekens waarvan het bloed uit de neus komt. Als het bloed van volheid van bloed of van het hoofd komt, dat herkent men bij de zweren (hoofdpijn) van het hoofd en van de ogen. En komt het van de lever, dat herken je omdat de rechterzijde zeer is onder de korte ribben en daar omtrent en dat bloed komt uit het rechterneusgat. En komt het van de milt dan is die zeerheid in de linkerzijde en dat bloed komt uit het linkerneusgat.

En is het dat het komt bij diegenen die het hete euvel hebben of die in waanzin beginnen te vallen of die erin zijn, laat ze een goed deel bloeden want het is vaak hun bekering of ze waren te flauw of te zwak. En heeft de vrouw haar tijd verloren en ze bloedt, laat het dan een goed deel bloeden en strem het daarna zodat ze niet te verzwakt wordt.

CAP. 7.

Va(n) sta(n)ke i(n) de(n) nese.

Die stanc vanden nese also meester galieen seit comt van vervulten van humoren die dalen uten hoofde in die hoolkine van den nese. ende daer clevende lange stont blivende ende werden daer stinkende bi verticheden diere fumeyen mitgaders der lucht van buten daer si mede minget bringet den stanc toe. Ende puusten die wassen oec in den nese bi scarp\heiden 102 van humoren. Also doet polipus. ende wey vleesch wast oec in den nese bi vervulten van humoren. ende dese machmen alle kennen bi verscedenen tekenen. Ende den stanc vanden nese alsoet vorseit es bi dat deen nesegat es verstopt. ende onderwilen beide. ende onderwilen so lopen daerute gecorumperde humoren Ende die puusten kent men bider hitten die in den nese es. polipus so machmen zien dwelke es hart vleesch. Ende vanden stancke te genesene so es dit die raet datmen die humoren purgiere bi rade van enen vroeden fisisiin. Alse met yeralogodion. of met theodoricum anacardion. of met pillen van zelven gemaect. ierst die materie gedigereert [metter rechter digestiven. G] Gedaen die digestive so smeret thooft vanden zieken met olien van oliven. of gerechte olie muskelijn gedaen in die nesegate. ierst geruumt met pillen van dyacastoreum geminct met warmen wine. ende daerna geeft hem aurea alexandrina met wine daer in gesoden es wit wierooc dat men heet olibastrum. Ende en vergaet de stanc niet aldus. so ruumt den nese met wortelen van gencianen. ende met olien vorseit gesmeert |131ra| ende also gesteken in den nese ende daerin gelaten die spacie van .2. uren of van .3. ende aldus mogedi den stanc uten nese trecken. Explicit. [Hier endt dye bouck vander nese ende beghint dye bouck vander mont metten tanden ende metter tonghen ende met al dat in den mont es. G]

KAPITTEL 7.

Van stank in de neus.

De stank van de neus alzo meester Galenus zegt komt van volheid van vochtvermenging die uit het hoofd in de holtes van de neus dalen en daar kleven en een lange tijd blijven en daar stinkend worden door verrotting die er roken mitsgaders de lucht van buiten daar ze mee mengt brengt de stank toe. En puisten die ook in de neus van scherptes [102] van vochtvermenging groeien. Alzo doet poliep en wild vlees groeit ook in de neus door volheid van vochtvermenging en deze kan men alle herkennen door verschillende tekens. En de stank van de neus is zoals gezegd is omdat het ene neusgat verstopt is en soms beide en soms lopen daaruit gecorrumpeerde vochtvermenging. En de puisten herkent men bij de hitte die in de neus is, poliep kan men zien wat hard vlees is.

En van de stank te genezen is dit de raad dat men die vochtvermenging purgeert bij raad van een verstandige geneesheer. Zoals met heilige logodion of met theodoriton (godsgeschenk) Semecarpus anacardium of met pillen van salie (Salvia) gemaakt de materie verteren met de echte digestieve. Die digestieve gedaan besmeer dan het hoofd van de zieke met olie van olijven of echte muskusolie in het neusgat en die eerst geruimd met pillen van sap van bevergeil gemengd met warme wijn en geef hem daarna gouden alexandrina (1) met wijn waarin witte wierook gekookt is dat men olibastrum noemt. (Boswellia thurifera)

En vergaat de stank aldus niet ruim de neus met wortels van gentiaan en met voor vermelde olie besmeerd en alzo in de neus steken en daarin de ruimte van 2 of van 3 uren laten en aldus kan ge de stank uit de neus trekken.

Explicit. Hier eindigt het boek van de neus en begint het boek van de mond met de tanden en met de tong en met alles dat er in de mond is.

(1) een recept uitgevonden door Alexander en als goud zo edel. Het is de Middelnederlandse vertaling van het antidotarium Nicolai voorkomende recept met 40 bestanddelen.

Dits die tafele vanden vierden boeke ende tractert vanden monde ende heeft in .20. capittelen. Ende ierst vander sceppenissen van den mont.

.2. van den huve in die kele

.3. van den ziecheiden die in die tonge comen.

.4. vander swillingen vander tongen

.5. van sweringen op die tonge

.6. van clievingen vander tongen

.7. vander bint adren

.8. van ranula onder die tonge

.9. van spasme vander tongen

.10. van verlagen vander tongen

.11. van puusten van den mont ende van den vlagen

.12. van ziecheiden van den tantvlesce

.13. van cankere int tantvleesch

.14. van groeten vlesce an tantvleesch alse spenen

.15. van clievingen vanden lippen

.16. van den tantvlesce geswollen

.17. van hoe die tantswere toe comt

.18. van te genesene tantswere sonder gaten

.19. van tanden met gaten

.20. van tanden wit te makene. 103

Die mont es hol ende binnen alomme verhuut. dewelke huut es vaste an die mage ende dat binnen. waerbi dat somwile so comt enege dinc ant palas van den mont dwelke doet den mensce spuwen. Ter holheiden vanden mont so comen .2. wegen vanden welken dient deen van swilgene. ende dander van ademene. dats den adem met in te halene ende uut te sendene. bi den welken dat de mensce sprect ende ademt ende es geformert van cartillagen. vanden welken deen es geheten met sulken lieden die cnop vander kelen ende dander es achterwert iegen dbeen vanden halscnocke. ende hee(f)t en genen name hebbende ende terde es geheten cunnele of deckinge ende dit es gevoucht metten gecnoese dat geheten es die cnop vander keln. Ende dits 104 dat cunnele heet dat roert bi siins muskelen bi den welken alse de mensce sprect. so luuct die wech vander longenen ende ontdoe(t) den wech van den geswilge. dat geheten es ysopagus of binnen op dende. Want alse de mensce sprect |131rb| ende eet. so gevallet onderwilen dat de spise daer in gaet. ende dan so moet hijt uuthoesten bi crachte. Boven desen lede gaet of hanget die huuf. binnen den huve so siin gaten van den nese. dewelke huuf es boven dicke ende onder smal ende scarp. dwelke den luut blouwet ende sceppenisse geeft comende uter longenen dore den roepere. Waerbi dat men vint lieden die spreken dore den nese bi naturen die en genen huuf en hebben. dore welken huuf die herssenen hem purgieren van harer overvloyentheden. In die holheit vanden monde so es gecoppelt die tonge. dat een led es van vulten ende moru vleesch ende van adren meer dan bedarf andere leden. Ende si heeft in haer wortele. dats int begin ter kelen wert 2. fonteynen. in dwelke si vergadert haer speecsel dat die tonge verscht. dewelke tonge dient der spisen te keerne onder die tanden alse de mensce cuwet. bi welken enen mensce toe comt smake. Ende si snijt oec den luut die comt uten roepere ende formeret dwort. waerbi die dicke tongen hebben en spreken niet also claerlike haer word alse die hebben dunne tongen. Ende daer siin oec die tanden binnen. ende sulke siin diere hebben .32. .16. onder ende .16. boven. Ende sulke hebbender .28. .14. onder ende .14. boven. dewelke tanden siin van den geslachte vanden benen Ende si hebben beseffelijcheiden in maer dat en doen ander been niet. Ende buten den tanden so siin lippen. die sijn die doren vanden mont ende oec hulpe vander spraken. dat behoort al den mont. in welke vorseide dingen mogen comen vele ziecheiden ende in elc sonderlinge. van welken men hierna sal wisen van elker ziecheit sonderlinge .1. deel.

Dit is de tafel van het vierde boek en handelt van de mond en bevat 20 kapittelen. En eerst van de schepping van de mond.

2. van den huig in de keel

3. van de ziektes die in de tong komen.

4. van de zwellingen van de tong

5. van zweren op de tong

6. van kloven van de tong

7. van de bindaderen

8. van ranula onder de tong

9. van kramp van de tong

10. van verlagen van de tong

11. van puisten van de mond en van het ontvellen

12. van ziektes van het tandvlees

13. van kanker in het tandvlees

14. van groot vlees aan tandvlees zoals spenen

15. van kloven van de lippen

16. van het tandvlees gezwollen

17. van hoe de tandpijn toe komt

.8. van te genezen tandpijn zonder gaten

19. van tanden met gaten

20. van tanden wit te maken.

[103]

De mond is hol en binnen alom verhuid, welke huid vast is aan de maag en dat binnen waarbij dat soms enig ding aan het gehemelte van de mond komt die de mens laat spuwen. In de holtes van de mond komen er 2 wegen waarvan de ene dient om te zwelgen en de andere van ademen, dat is de adem ermee in te halen en uit te zenden waarbij de mens spreekt en ademt en is gevormd van kraakbeen waarvan de ene bij sommige lieden de knop van de keel heet en de andere is naar achter tegen het been van de halsknokkel en heeft geen naam en de derde heet cunnele of dekking en die is gevoegd met het kraakbeen dat de knop van de keel heet. En deze [104] die cunnele heet die roert door zijn spieren waarbij als de mens spreekt dan sluit het de weg van de longen en ontdoet de weg van het zwelgen dat esophagus (slokdarm) of binnen op het einde heet. Want als de mens spreekt en eet dan gebeurt het soms dat de spijs daarin gaat en dan moet hij het met kracht uithoesten. Boven dit lid gaat of hangt de huig en binnen de huig zijn er gaten van de neus, die huig is boven dik en onder smal en scherp, die het geluid blaast en schepping geeft dat uit de longen komt door de strot. Waarbij men lieden vindt die van naturen door de neus spreken die geen huig hebben en door die huig purgeren de hersens zich van hun overvloedigheid.

In de holte van de mond is de tong gekoppeld dat een lid is van volheid en murw vlees en van meer aderen dan andere leden nodig hebben. En ze heeft in haar wortel, dat is in het begin naar de keel toe, 2 fonteinen waarin ze haar speeksel verzamelt dat de tong bevochtigt en die tong dient om de spijzen onder de tanden te keren als de mens kauwt waarbij een mens er smaak door krijgt. En ze snijdt ook het geluid dat uit de roeper komt en vormt het woord waarbij die dikke tongen hebben niet zo duidelijk hun woorden spreken zoals die dunne tongen hebben.

En er zijn ook tanden binnen en sommige zijn er die er 32, 16 onder en 16 boven hebben. En sommige hebben er 28, 14 onder en 14 boven en die tanden zijn van het geslacht van de benen. En ze hebben gevoeligheid in zich en dat doet ander been niet.

En buiten de tanden zijn er lippen en die zijn de oren van de mond en ook hulp van de spraak, dat behoort al tot de mond in welke voor vermelde dingen vele ziektes mogen komen en van elk apart waarvan men hierna zal wijzen van elke zijn ziektes in 1 apart deel.

CAP. 2.

Vande(n) huve bi [.....] va(n) si(er)e v(er)ste(n)nissen.

Die huuf alse platearius seit die verswaert menechwerf bi vervulten van humoren. ende onderwilen so verlanget hi. Ende hi versweert onderwilen bi heten humoren ende onderwilen bi vervultheiden die comen van couden humoren. Die comen van heten humoren. dien doe bloet laten onder die tonge in die .2. blauwe adren. ende maect hem ene gargarisacie van sumacke. van balaustien. van gallen. ende van rosebladren. die gesoden in watere ende geziet ende getempert met dyamoron. Of nemt dwater vorseit ende doeter toe .1. luttel aysiins. of doeten gargariseren met dyamoron allene. Ende eist dat die huuf verlanget bi couden humoren |131va| of versweert. dewelken men mach kennen bi dat die mont geeft vele speecsels. of dat die stede si onder rootheide dat es bleec. so doet 105hem dese cure. Purgiert ierst den zieken met pillen diemen heet pillen cochie ende yere pigra galieni. of gi cont. dat qualike mach siin. of gine wert vroet van medicinen. daerna so maect dese gargarisacie. Nemt asiin .1. deel zeem .1/2. deel. dit doet spelen. Ende daerin so doet zaet van mirtillen ende rode rose bladen. piretrum gingbere. vanden welken gi maect pulver stampende in enen mortier. ende daerna so maect pulver van swerten pepere. ende van zoute armoniac. ende van antimonien. ende van gallen. dit so blaest met ere pipen () opten huuf. Ende es u dit te pijnlijc. so nemt gallen van balaustie. ende sumac [ana partes equales C] die doet spelen in regen watere. ende temperet met dyamoromme heeter dan laeu. ende dat gargarisere. Ende en hulpt dit niet ende men moet sniden. so kent den welken men es sculdech te snidene. Enten welken men niet sniden en mach. Ende dat siin dese die groet ende dicke siin ende swertachtech ende root. ten swerten wert kerende. die en snijt niet. Mer die cleine siin ende lanc als .1. musensteert scarp dalende tote op die tonge. die sal men sniden met enen sizoor aldus (). [Ofte C] doet maken .1. lange pipe alse .1. floyte. ende vaste gestopt met enen plaetkine daeran gesaudeert wel vaste. ende bi den ende so sal siin .1. gat daer die huuf in dalen mach. ende daertoe so hebt enen priem ten ende scarp stalijn ende .1. luttel breet ende wel snidende. dien stect in die pipe tote biden gaetkine. ende die pipe stect in den mont ende doet so dat die huuf vallet int gaetkiin vander pipen vorseit toten bodeme. Dit sal af sniden den huuf die es gedaelt binnen der pipen. () Dan so hebt dit pulver gemaect. Nemt mastic. canele. gebernt zout. hier af so maect .1. pulver stampende wel cleine. ende van desen pulvere so duwet opten huuf wel vaste met uwen dume. dit sal stremmen dbloet ende heilen die wonde. Ende als gi den huuf snijt. so wacht wel dat gine niet en snijt te cort no te lanc. mer tsiere naturliker sceppenissen. Want int sniden vanden huve so vallen vele avonturen also avicenna seit. dat vele pinen comen vander snede. Dierste es faute vanden lude of vander stemmen. Dander es bedructheit vander longenen of dat si |131vb| vercout wert. Terde es die hoeste altenen. Ende tfierde es dorst sonder verdriven. Ende dat vijfte es dattie mage wert ontreint van der complexien vanden stove ende van roke datse ontfaet. Ende tseste ontsiet men meest tsniden omme tcoude vander lucht dat men niet gedogen en mach. Tsevende es om dattie lucht in den zieken ontempert wert. Dachtende es. dat hem tcoude stect in die borst al tote hi doot es. Die .9. pine es dat men bloet spuwet. dat ment cume of niet onthouden en mach. Ende daeromme eist grote vrese den huuf te snidene. Daer omme 106 seit ypocras vanden huven die geswollen siin ende root. die siin sorchlijc te snidene. omme detter datter na volget. of vloyinge van bloede. ende daeromme salmer met andren werken toe gaen ende scuwen tsniden. Ende en mach men den snidene niet ontgaen. ende die huuf hanget tote in die kele. so sal men sniden. Mer men sal ierst den lichame purgieren. Ende daer af seit avicenna. den huuf te snidene met vollen lichame van humoren. dats grote vrese. Es die huuf subtijl ende lanc alse die steert van ere muus. dat hi sit optie tonge ende hi niet root en es no swert. so en es des snidens gene vrese. alsoet vorseit es. te snidene af dat hi langer es. dan die huuf es sculdech te sine bi naturen.

KAPITTEL 2.

Van de huig bij [.....] van zijn begrip.

De huig, zoals Platearius (1) zegt, die verzwaart vaak door volheid van vochtvermenging en soms zo verlengt hij. En hij verzweert soms bij hete vochtvermenging en soms bij volheid die van koude vochtvermenging komt.

Die van hete vochtvermenging komen laat die bloed laten onder de tong in de 2 blauwe aderen en maak voor hem een gorgelwater van sumak, (Rhus coriaria) van granaatbloemen, van gallen en van rozenbladeren die in water gekookt zijn en gezeefd en gemengd met vruchtengelei (Morus). Of neem het voor vermelde water en doe er wat azijn bij of laat hem alleen gorgelen met sap van vruchtengelei.

En is het dat de huig verlengt bij koude vochtvermenging of verzweert die men kan herkennen omdat de mond veel speeksel geeft of dat die plaats onder roodachtig is, dat is bleek, doe [105] hem deze behandeling;

Purgeer de zieken eerst met pillen die men pillen cochie (1) noemt en yere picra (bitter) galieni als ge kan, wat kwalijk kan zijn, of ge weet veel van medicijnen maak daarna dit gorgelwater; Neem azijn, 1 deel, honing, 1/2 deel, laat dit door elkaar spelen. En doe daarin zaad van mirt en rode rozenbladen, pyrethrum (Anacyclus) en gember waarvan ge poeder maakt door het in een mortier te stampen en maak daarna poeder van zwarte peper en van zoute salmiak en van antimoon (antimonium) en van gallen, blaas dit met een pijp op de huig.

En is u dit te pijnlijk neem dan gallen van granaatappelbloemen en sumak (Rhus coriaria) in gelijke delen en laat die spoelen in regenwater en meng het met sap van Morus en heter dan lauw en gorgel daarmee.

En helpt dit niet en men moet snijden weet dan wat men moet snijden. En die welke men niet snijden mag. En dat zijn deze die groot en dik zijn en zwartachtig en rood en die naar het zwarte gaan, die snij je niet. Maar die klein zijn en lang als 1 muizenstaart en scherp dalen tot op de tong die zal men snijden met een schaar aldus laat 1 lange pijp maken als 1 fluit en vast gestopt met een plaatje daaraan goed vast gesoldeerd en bij het eind zal er 1 gat zijn daar de huig in dalen mag en daartoe heb je een priem met een scherp eind en scherp staal en wat breed en die goed snijdt, die steek je in de pijp tot bij de gaatjes en die pijp steek je in de mond en laat zo die huig vallen in het gaatje van de voor vermelde pijp tot de bodem. Dit zal de huig afsnijden die binnen de pijp gedaald is. Dan heb je dit poeder gemaakt;

Neem mastiek, (Pistacia lentiscus) kaneel en gebrand zout en maak hiervan 1 poeder en goed klein stampen en duw van dit poeder goed vast op de huig met uw duim, dit zal het bloed stremmen en de wond helen.

En als ge de huig snijdt let wel op dat niet te kort of te lang snijdt, maar tot zijn natuurlijke schepping. Want in het snijden van de huig vallen vele avonturen zoals Avicenna zegt dat er vele pijnen komen van de snede. De eerste is een gemis van het geluid of van de stem. De andere is bedruktheid van de longen of dat ze verkouden wordt. Ten derde is het altijd hoesten. En het vierde is dorst zonder verdrijven. En de vijfde is dat de maag verontreinigd wordt van de gesteldheid van de stoof en van rook dat ze ontvangt. En de zesde ontziet men meest te snijden vanwege de koude van de lucht dat men niet gedogen kan. De zevende is omdat de lucht in de zieken verstoord wordt. De achtste is dat het koude hem geheel in de borst steekt tot hij dood is. De 9de pijn is dat men bloed spuwt en dat men het nauwelijks of niet tegenhouden kan. En daarom is het grote vrees de huig te snijden. Daarom [106] zegt Hippocrates van de huigen die gezwollen en rood zijn die zijn zorgelijk te snijden vanwege de etter dat er na volgt of vloeiing van bloed en daarom zal men er met andere werken toe gaan en het snijden schuwen.

En kan men het snijden niet ontgaan en de huig hangt tot in de keel dan zal men snijden. Maar men zal eerst het lichaam purgeren. En daarvan zegt Avicenna de huig te snijden met een vol lichaam van vochtvermenging, dat is grote vrees. Is de huig subtiel en lang zoals de staart van een muis zodat hij op de tong zit en hij niet rood is of zwart dan is er van snijden geen vrees zoals tevoren gezegd is, snij er dan af dan dat hij langer is dan de huig van naturen moet zijn.

(1) Matthaeus Platearius jun., zoon van Johannes Platearius II, is een auteur uit de 12de eeuw, die Glossen op het hierboven genoemde Antidotarium geschreven heeft, en vermoedelijk ook nog een ander werk, waarin een groot aantal geneeskrachtige kruiden opgesomd en beschreven worden. Dit vangt aan met de woorden:’Circa instans negotium de simplicibus medicinis nostrum versatur propositum.’Een in Hs. 15624-41 Kon. Bibl. Brussel voorkomende bewerking spreekt van: Circuminstanse den wisen meester! Is in de Literatuurlijst vermeld onder Herbarius.

(2) Pillen Cochiae Rasis waarin hiera picra, kolokwint en andere bestanddelen in voorkwamen.

CAP. 3.

Vande(n) ziechede(n) die come(n) moge(n) in die tonge.

Dits vander tongen also medicine wijst ende boeken van ersaterien vanden ongemaken die mogen comen in die tonge die misselijc siin. alse puusten ende swillinge. ende clievinge. cortinge die men heet bintadere. ende ranula. ende spasme. ende verlanginge of bleinkine. van elken salmen sonderlinge spreken.

KAPITTEL 3.

Van de ziektes die in de tong mogen komen.

Dit is van de tong zoals dokters aanwijzen en boeken van geneeskunde van de ongemakken die in de tong mogen komen die verschillend zijn zoals puisten en zwelling en kloven, korting die men bindader (tongriem) noemt en ranula en kramp en verlenging of blaartje en van elk zal men apart spreken.

CAP. 4.

Van swillinge(n) vand(er) tongen.

Die swillinge of die sweringe die op de tonge comen entie van heeten humoren siin. die mogedi kennen bider hitten ende bider rootheiden. Ende die mogedi genesen met bloetlatene ter hooftadren. ende bi venteasen te stelne onder den kin. metten welken gi doet uuttrecken vele bloets. Ende bi ziedingen van frute ende met dwaningen. Siedinge van frute. Nemt mirabolani citrini. vanden vlesche .1. 1/2 .3. dese siedet met rouwen case weye. ende dat drinke nuchtren tere toge. dit sal purgieren die colere bi den fundamente. Ende daerna so dwaet dicken gargariserende al den mont |132ra| met desen watere dat men hier af sal maken [ende dat laeu des daghes .ij. warf ofte .iij. warf C]. Nemt lentilgen balaustien. scorssen van prumen gernaten. gallen. rosen. sumac. dese doet zieden in die .2. deel waters ende terdendeel aysiins hier met so gargarisere. Ende doet dit pulver cleven dicke ant palas vanden mont. Nemt rode rosebladere. sandalen wit ende root balausten [ana partes equales C] ende .1. luttel canfers. dit so duwet met enen lepele ant palas vanden mont. Ende dit selve hulpt alse die huuf es verlanget bi heten humoren. Ende hierna so nemt dit pulver metten welken gi wrijft vaste an den mont binnen. Nemt spodium. rode roseblade. sumac. coriandren droge gepelde lentilgen. semen porceleine. van elken even vele ende .1. luttel canfers. dit pulvert in .1. motaliin mortier wel cleine. ende doet als u vorleert es. Ende 107 daerna so dwaet den mont met rose watere ende met aysine geminct [ana partes equales C]. Eist dat si comen van couden humoren. so purgiert ten iersten den mont met pillen van cochien. ende daerna so wrijft den mont binnen met zeme ende met ater mente. ende dwaten oec dicken daer met. Ende dwaet oec den mont met oximelle. ende houdet daerna in den mont met mirabolanen van kebulen ende piretrum. met elken even vele te gadere gedaen

KAPITTEL 4.

Van gezwollen tongen.

De zwelling of de zweer die op de tong komt en van hete vochtvermenging is die kan ge herkenen bij de hitte en bij de roodheden. En die kan ge genezen met bloed laten in de hoofdader en door koppen onder de kin te stellen waarmee ge veel bloed laat uittrekken. En met kooksel van fruit en met wassingen.

Kooksel van fruit; Neem mirobalanen citrini, van het vlees 1, ½,.3, kook die met rouwe kaaswei en dat ճ ochtends een teug drinken dit zal de gal purgeren door het fundament. En was daarna dik al gorgelend de mond met dit water dat men hiervan zal maken en dat lauw en 2 of 3 maal per dag. Neem lens, bloemen van granaatappel en bloemen van granaatappel, gallen, rozen en sumak, (Rhus coriaria) laat deze in 2 deel water en een derdedeel azijn koken en gorgel hiermee.

En laat dit poeder dik kleven aan het gehemelte van de mond;

Neem rode rozenbladeren, wit sandaal (Santalum album) en rode granaatbloemen gelijke delen en wat kamfer (Dryobalanops aromatica) en duw dit met een lepel aan het gehemelte van de mond. En ditzelfde helpt als de huig verlengd is bij hete vochtvermenging.

En neem hierna dit poeder waarmee ge vast de mond van binnen wrijft; Neem spodium, rode rozenbladen, sumak, (Rhus coriaria) koriander, droog gepelde lens, zaad van postelein en van elk even veel en wat kamfer en verpoeder dit goed klein in 1 metalen mortier en doe zoals u geleerd hebt. En [107] was daarna de mond met rozenwater en met azijn gemengd in gelijke delen. Is het dat ze van koude vochtvermenging komen purgeer dan ten eerste de mond met pillen van cochie en wrijf daarna de mond van binnen met honing en met zwarte inkt en was er ook dik daarmee. En was ook de mond met oxymel (water, honing en azijn) en houdt het daarna in de mond met mirobalanen, van kebulen (Terminalia) pyrethrum (Anacyclus). En van elk evenveel tezamen gedaan.

CAP. 5.

Va(n) sweringe(n) optie to(n)ge.

Noch van der swillingen vander tongen of vander sweringen op die tonge. Esser hitte so kennet also u vorleert es [ende dan so doet den zieken bloet laten G] [ter hooft aderen C]. ende purgerten [dye materie G] ierst met mirabolanen citrinen ende met rouwen case weye also daervoren steet int naeste capittel. Ende daerna so maect ene gargarisacie van balaustien. ende van psidien. van gallen. van rosen. van sumacke. dewelke gi stampt .1. luttel ontwee. ende doetse zieden in de .2. deel waters ende terdendeel aysiins. ende daermet gargariseert. Ende daerna so nemt dit pulver ende stroyet op die tonge. Nemt rode roseblade. sandalen wit ende rode. balaustien [ana partes equales C] ende .1. luttel canfers. Ende omtende so doeter toe die curen die vorleert siin vanden huve. Ende siin die swillingen of die sweringen van couden humoren so purgeertse also u vorleert es met pillen van cochien. Ende daerna so doet den zieken gargariseren metten vorseiden watere ende metten dyamorumme also gi gehort hebt int capittel vanden huve.

KAPITTEL 5.

Van zweren op de tong.

Noch van de zwellingen van de tong of van de zweren op de tong. (Aften) Is er hitte herken het alzo u geleerd hebt en dan laat de zieke bloed laten in de hoofdader en purgeer de materie eerst met mirobalanen, citrinen en met rouwe kaaswei alzo ervoor staat in het vorige kapittel. En maak daarna een gorgelwater van granaatbloemen en van granaatappel (Punica granatum), van gallen, van rozen en van sumak (Rhus coriaria) die ge wat stampt en laat het koken in 2 deel water en het derdedeel azijn en gorgel daarmee. En neem daarna dit poeder en strooi het op de tong. Neem rode rozenbladen, wit en rode sandaal, (Santalum album, Pterocarpus santalinus) granaatbloemen in gelijke delen en wat kamfer. En doe er tegen het einde de behandeling bij die van de huig geleerd zijn. En zijn die zwellingen of die zweren van koude vochtvermenging purgeer ze zoals u geleerd hebt met pillen van cochie. En laat daarna de zieken gorgelen met het voor vermelde water en met het sap van Morus alzo ge gehoord hebt in het kapittel van de huig.

. CAP. 6.

Vand(er) clievi(n)ge(n) va(n)d(er) to(n)ge(n).

Hier sal men leren vander clievingen van der tongen. dat salmen genesen aldus. |132rb| Nemt gestampt dragant te pulvere ende musselage van popplen. ende psillien geminct met sukere. ende wriftse vaste te gadere so dat si scumen. ende daermet so smert die tonge. Ende dits oec goet drinke tyseine. ende eete wel gesoden swinen voeten. of scaeps clauwen. Ende wrijft die tonge met wel gesodenen zenewen vanden vorseiden voeten.

KAPITTEL 6.

Van de kloven van de tong.

Hier zal men leren van de kloven van de tong, dat zal men aldus genezen;

Neem gestampte dragant (Astragalus) tot poeder en slijmerige vochtigheid van populier en Psyllium (Plantago) gemengd met suiker en wrijf het goed tezamen zodat het schuimt en besmeer daarmee de tong.

En dit is ook goed te drinken, gerstewater en eet goed gekookte varkensvoeten of schapenklauwen. En wrijf de tong met goed gekookte zenuwen van de voor vermelde voeten.

CAP. 7.

Vander bintadren.

Alse die bintadre wast den mensce onder die tonge. die sulke lieden heeten cortinge. Die vorseide bintadre wast bi wilen lieden onder die tonge. ende meest kindren die nieboren siin of ionc. Die suldi cureren aldus. Nemt .1. sceers 108 ende snijt die adre dweers ontwee. Ende bloedet dan te zere. so es ment sculdech te berne met goude. Mer dat en gevallet niet dicken. soudt gevallen. dat soude siin in geouderden kindren. of in ouden lieden.

KAPITTEL 7.

Van de bindaderen. (tongriem)

Als de bindader bij de mens onder de tong groeit die sommige lieden korting noemen. Die voor vermelde bindader groeit soms bij de lieden onder de tong en meest bij pasgeboren of jonge kinderen. Die zal ge aldus genezen;

Neemt 1 schaar [108] en snij die ader dwars kapot. En bloedt het dan te zeer dan moet men het met goud branden. Maar dat gebeurt niet vaak en als het gebeurt dan zou het in oudere kinderen zijn of in oude lieden.

CAP. 8.

Van ranula ond(er) die to(n)ge.

Ranula dat es .1. aposteme onder die tonge die es van couden humoren alse van fleumen. entie siin gevarwet wit. of van melancolien entie siin gevarwt swert ende hart. An die en comt niet. Mer die van fleumen siin. die wrijft vaste met soute tote datter bloet ute comt. Ende en hulpt dit niet. so wrivet met vitreole. dats groene coperroot. Ende en hulpt dit niet. dat soude siin om datse te groet es ende te vol van humoren. so es dan dit die cure. Nemt .1. sceers (Zie fig. IV) of .1. vlieme. ende snijtse uut ende daerna sal men die wonde wriven met oprimente root. (en) gelu elx .1/2. dr.. alium. gingebere. sout. peper. van elken .1. dr.. ende mac hieraf pulver. ende daermet wrivet vaste. Ende proevet oft hulpen mach daermet gewreven. eer mense snijt. Of minge dit vorseide pulver met aysine ende daermet so maect nat .1. wieke van catoene ende wrivet daer met. Of maecter af trocisken. Ende alst noot ware so nemt ene ende bresce ende wrijfse daer in metter tongen. Ende daerna so doet den zieken houden olie van rosen in den mont tote die sweringe gestelpt vander scarphede vanden trocisken.

KAPITTEL 8.

Van ranula onder de tong.

Ranula dat is 1 gezwel onder de tong die van koude vochtvermenging is zoals van fluimen en die zijn wit gekleurd of van melancholie en die zijn zwart gekleurd en hard. Aan die kom je niet. Maar die van fluimen zijn die wrijf je vast met zout totdat er bloed uitkomt. En helpt dit niet wrijf het met vitriool, dat is groen koperrood.

En helpt dit niet, dat zou zijn omdat ze te groot is en te vol van vochtvermenging, dan is dan dit de behandeling; Neem 1 schaar of 1 vliem en snij het eruit en daarna zal men de wond wrijven met rood en geel arsenicum, elk 1/2 drachme, aluin, gember, zout en peper, van elk 1 drachme, en maak hier poeder van en wrijf het daarmee vast. En beproef of het helpen kan daarmee gewreven eer men het snijdt.

Of meng dit voor vermelde poeder met azijn en maak daarmee 1 doek van katoen nat en wrijf daarmee. Of maak er een likkepot van. En als het nood is neem een eind bresce (brem of van brewen?) en wrijf het daarin met de tong. En laat daarna de zieke olie van rozen in de mond houden tot die zweer gestelpt is van de scherpte van de likkepot.

CAP. 9.

Van spasme vand(er) to(n)ge(n) dats cra(m)pe d(aer)i(n).

Spasme vander tongen die comt misselike toe. ende dats wedertreckinge van der tongen in den wortel ende meersinge. die welke cure es dus. Nemt olie van rosen of van camomillen. ende die warm hout in den mont. |132va| Ende smeret thooft enten necke metter olien vorseit ende met warmen watere. te gadere geminct. Piretrum ende mastic te gadere gepulvert ende gehouden in den mont. die trect die fleume uten mont ende uter tongen.

KAPITTEL 9.

Van kramp van de tong, dat is kramp daarin.

Kramp van de tong die komt verschillend toe en dat is terugtrekken van de tong in de wortel en zwelling, de kuur is aldus;

Neem olie van rozen of van kamille en hou die warm in de mond. En besmeer het hoofd en de nek met de voor vermelde olie en met warm water tezamen gemengd. Pyrethrum (Anacyclus)en mastiek (Pistacia lentiscus) tezamen verpoederd en in de mond gehouden trekt de fluimen uit de mond en uit de tong.

CAP. 10.

Dits van v(er)laginge(n) vand(er) tongen dats juchticheit.

Dit es die cure. Ierst purgiert den zieken met stinkenden pillen. of met trocisken van turbitte. Ende daerna so doet maken dese medicine aldus. Nemt .6. tarwen cornen wegens van claren nuwen euforbie. ende also vele wegens drogere ende vetter vigen wel suver gepelt van haren pellen ende haer steerte ende alle die hertheit. Dit 109 stampt wel te hope. Daerna so stampter mede .1. luttel wits zeems rou. dit minct wel te gadere. ende dat wert te siene alse .1. latuarie vanden welken die zieke houde onder siin tonge nuchtern also groet als .1. bone. Hier met hebben vele lieden gecregen die bate ende haer sprake.

KAPITTEL 10.

Dit is van verlaging van de tong, dat is jichtigheid.

Dit is de kuur. Purgeer eerst de zieke met stinkende pillen of met likkepot van turbith. En laat daarna deze medicijn maken aldus;

Neemt 6 tarwekorrels gewicht van heldere nieuwe Euphorbia en alzo veel gewicht van droge en vette vijgen die zuiver gepeld zijn van de schil en haar staart en alle hardheid. Dit [109] stamp je goed in de hoop. Daarna stamp je er wat witte rouwe honing mee en meng dat goed tezamen en als dat op een likkepot lijkt waarvan de zieke ճ ochtends zo groot als 1 boon het onder de tong houdt. Hiermee hebben vele lieden de baat en hun spraak gekregen.

CAP. 11.

Dits va(n) puuste(n) va(n)de(n) mo(n)t ende vande(n) vlage(n).

Die geneest also u vorleert es int capittel vanden puusten [ende vanden vlayinge vander tonghe G].

Ende esser hitte. so doetse also bloet laten in die hooft adre. ende met venteusen onder den kin. op dat si siin van heeter materien of hete humoren. die gi bekent also u vorleert es het en ware of die zieke ware te flau of te cranc. ende doet vort also u in tselve capittel vorleert es. Ende na dat die zieke gepurgiert es. so wrivet sinen mont binnen met desen pulvere aldus. Nemt spodium ende datter toe behort. Ende comet van couden humoren so doet also u vorleert es. [Ende dair na wrivette metten zeeme ende metten atermente ende dair na dwaet den mont alsoet achter volghet G].

KAPITTEL 11.

Dit is van puisten van de mond en van de vlekken.

Die geneest u zoals u geleerd hebt in het kapittel van de puisten en van de vlekken van de tong.

En is er hitte laat ze alzo bloed laten in de hoofdader en met koppen onder de kin als ze van hete materiën of hete vochtvermenging zijn die ge herkent alzo u geleerd hebt tenzij als de zieke te flauw is of te zwak en doe verder alzo u in hetzelfde kapittel geleerd hebt. En nadat de zieke gepurgeerd is wrijf zijn mond binnen met dit poeder aldus;

Neem spodium en dat er toebehoort. En komt het van koude vochtvermenging doe alzo u geleerd hebt. En wrijf daarna met de honing en met de zwarte inkt en was daarna de mond alzo achtereenvolgens.

CAP. 12.

Dits van den tantvlesche.

Dits vanden tantvlesche daer dicken vele ongemacx in comt ende sonderlinge dat men heet canker int gemeine. Maer geconfirmeert canker van melancolien en wert nemmermeer genesen. Ende dat es alse die dingen siin swert ende moru. dat comt van humoren van bloede. ende van coleren geminct. Ende onderwilen van fieumen. ende dan so en siin si niet so swart. dan so siin si bleeker vele ende haer tanden stinken. want si vallen uten hoofde dmeeste deel. Ende het es oec omdat si siin bestopt binnen den mont. want wat dat bestopt es dat stinct saen. dat doet onse naturlike hitte. Ende dat proeft dus. stoket u tanden. het sal stinken dat |132vb| giere uutbrinct.

KAPITTEL 12.

Dit is van het tandvlees.

Dit is van het tandvlees daar vaak veel ongemak in komt en vooral dat men in het algemeen kanker noemt. Maar gelijkvormige kanker van melancholie wordt nimmermeer genezen. En dat is als die dingen zwart en murw zijn en dat komt van vochtvermenging van bloed en van gal gemengd. En soms van fluimen en dan zijn ze niet zo zwart, dan zijn ze veel bleker en hun tanden stinken want ze vallen voor het meeste deel uit het hoofd. En het is ook omdat ze binnen de mond verstopt zijn want wat er verstopt is dat stinkt gelijk en dat doet onze natuurlijke hitte. En dat beproef je aldus; (tandenstoker) reinig je tanden en het zal stinken dat je er uitbrengt.

CAP. 13.

Van canker in tantvlesch.

Dits vanden tantvlesche daer die canker in es. Het gevalt menechwerf dat die humoren reumatizeren dats vallen uten hoofde int tantvleesch ende wert dat tantvleesch al vertich ende swert ende stinkende ende moru ende bloedt gerne. ende dan so wert tpalaes vanden mont menechwerf oec quaet ende stinkende ende al gevlegen. dese cure es aleens aldus. Doet so dat u de zieke niet en bite es hi ionc of out. daerna so dwaet den mont vanden zieken met souten warmen watere. of met aysine. Maer aysiin nes niet so goet. want hijs contrarie den tanden want hi loopt 110 lichtelike ter wortelen van den tanden. ende dat deert den tanden. want het droge es ende cout bi naturen. ende het doreloopt met siere coutheiden die in hem es ende bi siere subtilre naturen. Mer sout water dat suvert ende droget. Ende daerna so suvert den mont van den bloede. ende vanden onsuveren vlesce dat daer contrarie ende quaet ende verrot es. dat so suldi ave steken entie tanden daer af rumen met enen stalinen instrumente. Ende alse gi den mont gesuvert hebt. so legter op met uwen vingere van desen pulvere alomme daert quaet es .3. werf sdages. dit es tpulver. Nemt gedrogede wortels van groeter confilien. groffels nagle. canele rode rose blade droge. niet daer water af gemaect es. Want si hebben al haer cracht verloren. scorssen van prumen gernaten. van elken even vele wegens. ende hier af so maect een pulver stampende in .1. motaliin mortier ende wel gesicht dore .1. teems. dits goet pulver daer toe. want het droget ierst ende daerna heilet. Ende dicwile so durkelt de mensce of bi vare of bi scaersheiden so lange dat het wert ene maniere van kankere of fistelen. Ende dit ongemac so suldi wel dwaen also u vorleert es. ende suveret ende droget. ende daertoe so besecht dit pulver gemaect also dander vorseide pulver was.

Nemt canele. groffels nagle. noten muscaten. rose bladen. aluun succarium. piretrum. die hoofden entie scaren van zee crabben. dadenstene gebernt. scorssen van prumen gernaten. van elken even vele. Ende maect dit pulver also u vorleert es vanden andren pulvere ende doet also. |133ra| Ende eist dat hier met niet heilen en wille so wisen ons oude meesters. dat men die stede berne met heten goude. toten bodeme vander ziecheit. Ende en geneset niet na dit bernen. so bedarf datmen die stede ontvlesce ende ontdecke dbeen datter vertich es ende droge ende dat uutdoe [metten instrumenten C]. anders so en geneset niet.

KAPITTEL 13.

Van kanker in het tandvlees.

Dit is van tandvlees daar kanker in is. Het gebeurt vaak dat de vochtvermenging ruimen, dat is dat ze uit het hoofd in het tandvlees vallen en dan wordt het tandvlees verrot en zwart en stinkend en murw en bloedt graag en dan wordt het paleis van de mond vaak ook kwaad en stinkend en geheel gevild, deze behandeling is allemaal hetzelfde aldus;

Laat zo dat de zieke u niet bijt of hij jong of oud is en was daarna de mond van de zieke met zout warm water of met azijn. Maar azijn is niet zo goed want het is tegenovergesteld aan de tanden want het loopt [110] gemakkelijk naar de wortels van de tanden en dat deert de tanden omdat het droog en koud van naturen is en het doorloopt met zijn koudheden die in hem is en vanwege zijn subtiele naturen. Maar zout water dat zuivert en droogt. En zuiver daarna de mond van het bloed en van het onzuivere vlees dat er tegenover gesteld en kwaad en verrot is, dat zal ge er af steken en de tanden daarvan ruimen met een stalen instrument. En als ge de mond gezuiverd hebt leg er met uw vinger van dit poeder alom op daar het kwaad is en 3 maal per dag, dit is het poeder;

Neem gedroogde wortels van smeerwortel, (Symphytum) kruidnagels, kaneel, rode droge rozenbladeren en niet daar water van gemaakt is, want ze hebben al hun kracht verloren, bloemen van granaatappels en van elk even veel gewicht en maak hiervan een poeder en stamp het in 1 metalen mortier en goed zeven door 1 zeef, dit is er goed poeder tegen want het droogt eerst en daarna heelt het.

En vaak schroomt de mens zolang vanwege gevaar of schaarsheid dat het een soort van kanker wordt of etterwonden. En dit ongemak moet ge goed wassen zoals u geleerd hebt en het zuiveren en drogen en daartoe gebruik je dit poeder dat gemaakt is zoals het andere poeder gemaakt is;

Neem kaneel, kruidnagels, notenmuskaat, rozenbladeren, aluin, suiker, pyrethrum (Anacyclus), de hoofden en de scheren van zeekrabben, gebrande dadelpit, schorsen van granaatappels en van elk even veel. En maak dit poeder zoals u geleerd hebt van andere poeders en die alzo.

En is het dat het hiermee niet helen wil dan wijzen ons de oude meesters dat men die plaats brandt met heet goud tot de bodem van de ziekte. En geneest het niet na dit branden dan is het nodig dat men die plaats ontvleest en het been bloot maakt dat er verrot en droog is en dat er uitdoet met de instrumenten, anders geneest het niet.

CAP. 14.

Va(n) g(ro)ten vlesce an ta(n)tvleesch alse spene(n).

Het wast menechwerf groet vleesch an dat tantvleesch alse spenen. dat men moet uut sniden ende latent uut bloeden niet te vele. Ende daerna so legter op vanden iersten roden pulvere. Ende somwilen so en diedet niet dat ment uut snijt het en wast weder. waerbi ons oude meesters leren van surgien. dat wi die stede souden bernen. ende dat bi crachte of het wast altoes weder.

KAPITTEL 14.

Van groot vlees aan het tandvlees zoals aambeien.

Er groeit vaak groot vlees aan dat tandvlees zoals aambeien dat men eruit moet snijden en het niet te veel laat uitbloeden. En leg er daarna van het eerste rode poeder op. En soms deed het niet dat men het uitsnijdt en groeit weer waarbij ons de oude meesters van chirurgie leren dat we die plaats zouden branden en dat met kracht of het groeit altijd weer.

CAP. 15.

Va(n) clievi(n)ge(n) va(n) lippe(n) of bleine(n) of vlagingen.

Dits van dat die lippen clieven. het gevalt menechwerf dat groene 111 humoren van scarper coleren ten lippen (lopen). waerbi dat si vlaen of bleinen. ende dat met hitten. Ende daer toe es dit experiment naturael omme te drogene entie hitte te coelne. entie bleinen entie vlagingen. Nemt dragant. amidum. peniden van witten sukere. van elken even vele. ende dit pulvert te gadere in enen mortier herde wel ende dan so temperet met rose watere alse .1. sauce. ende daer met so smert die lippen vorseit. Of smertse met olien van rosen. Of nemt sumac. scalen van nokernoten tasscen gebernt. ende pulver van proceleinen wortele elx even vele ende minget met gescuumden zeme. Of bernet die scalen ende gadert die olie diere uut comt. dits oec goet daertoe. Ende en wil die clove hier met niet genesen. so bescoutse toten bodeme met goude. en daerna so heilt die wonde.

KAPITTEL 15.

Van gekloven lippen of blaren of zweren (blaren).

Dit is van de gekloven lippen, het gebeurt vaak dat groene [111] vochtvermengingen van scherpe gal naar de lippen lopen waarbij dat ze zweren of blaren en dat met hitte. En daartegen is dit experiment natuurlijk om de blaren en de zweren te verdrogen en de hitte te verkoelen

Neem dragant, (Astragalus) zetmeel, kandij van witte suiker en van elk evenveel en verpoeder dit tezamen zeer goed in een mortier en meng het dan met rozenwater zoals 1 saus en besmeer daarmee de voor vermelde lippen. Of besmeer ze met olie van rozen.

Of neem sumak, (Rhus coriaria) gebraden schalen van walnoot en poeder van posteleinwortel en van elk evenveel en meng het met geschuimde honing. Of brandt die schalen en verzamel de olie die er uitkomt, dit is ook goed daartoe.

En wil die kloof hiermee niet genezen verbrandt het tot de bodem met goud en heel daarna die wond.

CAP. 16.

Vanden tantvlesce geswollen.

Men siet onderwilen dat tantvleesch swilt ende versceet vanden lippen ende van den tanden. bi welken dat si vele bloeden ende onderwilen so stinken si ende werden oec al swert of al vertich. Ter welker mesquamen men doet dit pulver maken. Nemt groffels nagle. canele. psidie. daden stene. aluun. succarijn. ende olive bladen [ana partes equales C]. dit stampt al tegadere ende maecter af .1 pulver sichtende dor .1. zeve. Ierst so dwaet den mont wel met aysine ende met desen wine aldus gemaect. Nemt wiin .1. deel aysiin .2. deel. ende zeem .1/2. de(e)l. ende wortel |133rb| van slarien. diemen heet in latine tapsus barbatus. scorssen van prumen gernaten diemen heet psidia in latine. gingbere. peper. piretrum. van elken even vele. dese dingen so stampt gersemlike. ende siedet al te hope .2. walme of .3. dan ziet dor .1. linen cleet of dor .1. stramijn. hier met so dwaet den mont. ende daerna so legt an tantvleesch dat vorseide pulver.

KAPITTEL 16.

Van gezwollen tandvlees.

Men ziet soms dat het tandvlees zwelt en scheidt van de lippen en van de tanden waarbij dat ze veel bloeden en soms stinken ze en worden ook geheel zwart of geheel verrot. Tegen welke ongelukken men dit poeder laat maken.

Neemt kruidnagels, kaneel, granaten, dadelsteen, aluin, suiker en olijvenbladeren in gelijke delen en stamp dit alles tezamen en maak er 1 poeder van en zeef het door 1 zeef. Eerst was de mond goed met azijn en met deze wijn aldus gemaakt; Neem wijn, 1 deel, azijn, 2 deel, en honing, 1/2 deel, en de wortel van slarien die men in Latijn tapsus barbatus (Verbascum barbatus) noemt, bloemen van granaten die men psidia in Latijn noemt, gember, peper, pyrethrum (Anacyclus), van elk even veel, stamp deze dingen gezamenlijk en kook het in een hoop en 2 of 3 maal wellen en zeef het dan door een linnen kleed of door een zeef en was hiermee de mond en leg daarna dat voor vermelde poeder aan het tandvlees.

CAP. 17.

Hoe dat tantswere toecomt.

Dits van ongemaken van tanden die sweren. dat comt ondertiden bider magen scout ende onderwilen vanden herssenen. of van hitten of van couden. van hem beiden comende bi druppingen. dewelke comen storttende na lanx den zenewen die siin vaste an die tanden. vanden welken hem comen die beseflijcheiden. Ende comt dese zeerheide van humoren dalende van den hoofde. so es die sweringe scarp ende stekende met steecten. ende met hitten int ansichte. ende luttel swillen. Ende comet vanden hoofde van couden humoren. so es die sweringe mindre met sweringen vanden hoofde ende met bleecheiden vanden ansichte. ende luttel swillingen. Ende comt 112 die sweringe vander magen ende dat bi vervulten ende van hitten so sweren die tanden zere met droochten ende met scarpheiden in die kele. ende dorst met bitterheiden in den mont. ende dat doen die coleren die haer principale humoren sijn. Ende comtse van vercoutheiden vander magen so comt hem dicken suerheit uter magen ende vele spekels. Ende alsi vanden herssenen comen. dan geduret si bi wilen .10. uren. of onderwilen alden dach sonder vergaen. Ende comtse van der magen. so en geduert die zeerheit maer .1. ure of onderwilen .2. ende dan so stelpse. Ende onderwilen so comtse weder.

KAPITTEL 17.

Hoe dat tandpijn komt.

Dit is van ongemakken van tanden die zweren en dat komt soms van de koude van de maag en soms van de hersens of van hitte of van koude, van die beiden komen ze via druppels die stortend komen langs de zenuwen die aan de tanden zijn vast waarvan het gevoel komt.

En komt deze zeerheid van vochtvermenging die van het hoofd daalt dan is de zweer scherp en steekt met steken en met hitte in het aanzicht en weinig zwellen. En komt het van het hoofd van koude vochtvermenging dan is die zweer minder met zweren van de hoofd en met bleekheid van het aanzicht en weinig zwellingen.

En komt [112] de zweer van de maag en dat via volheid en van hitte dan zweren de tanden zeer met droogte en met scherpheid in de keel en dorst met bitterheid in de mond en dat doen de gallen die hun voornaamste vochtvermenging zijn.

En komt ze van verkoudheden van de maag dan komt er een dikke zuurheid uit de maag en veel speeksel. En als ze van de hersens komen dan duurt het soms 10 uren of soms de hele dag zonder te vergaan. En komt ze van de maag dan duurt de zeerheid maar 1 uur of soms 2 en dan stopt ze. En soms komt ze weer.

CAP. 18.

Dits die c(ur)e va(n) tande(n) die sweren (ende) sond(er) gaten.

Alse die tanden sweren entie sweringe comt van heten humoren ende van heter spisen dan hout cout water in den mont. dit sal die sweringe veriagen dapperlike. Ende comt si van couden humoren. of van couder spisen. so doet hem olie van oliven houden in den mont entie warm daerin gedaen. dat sal die tanden verwarmen entie sweringe stelpen. Ende werden u tanden eggelich dats bomich. so eet case. of [groene C] perceleine. of cuwet warm was. Ende comt die sweringe van hitten uten hoofde comende van reumen dewelke die humoren doet dalen also u vorleert es. dwelke gi moget kennen |133va| bider verhitheit vanden ansichte ende bider rootheit vanden tantvlesce ende swillingen. dan so doet den zieken bloet laten in die hooft adre. Ende dies ander dages in de .2. blauwe adren onder die tonge. Of en ware dat hi hem niet en plage te bloetlatene. of hine ware te jonc of te cranc. Ende daerna houde in den mont olie van rosen geminct met aysine. ende alst verwarmt so vernuwet met couden. Ende hem hulpt wel datmen hem gietet in die ore an die selve zide daer die sweringe hout warme olie van rosen geminct metten virendele aysiins. Ende comt die tantswere van heten humoren ende dat swerlike. so es dese raet boven allen andren medicinen. ende dits menechwerf geproeft. Nemt zaet van belrike in latine jusquiamus ende dat wit. niet tswerte. opie. van elken .2.dr.. ende .1 scr. apiesaets. die stampt al tegadere te stucken ende tempert met aysine dickere dan zeem hieraf maect bollekine also groet alse bonen. van den welken gi sult leggen .1. opten tant diere sweert. ende dat duwet vaste metten tande diere iegen staet bitende. dit verdrijft die sweringe ende maect den tant eggerech ende onbeseflijc. waeraf gene vrese en es. nochtan dattie tanden beseffelijc siin hoe dat si siin bene. ende comen van des vader nature alse dandere been siin. Alse mense verliest si comen onderwilen weder. maer ander been en comen niet weder. mer daer comt in die stede vanden verloornen 113 benen bi den voetsele van naturen .1. gecnoes in latine porus carnoydes. Ende na den .4. dach so hout in den mont olie van rosen daer mastic in gesmolten es. Ende eist dat coude humoren comen in die tanden of daer omtrent. dat kent bi der leliker varwen. dan en comet geen hitte. no int ansichte no int vleesch. vanden welken tanden gi dese humoren selt purgieren met pillen cochien. of met yera pigra galieni. Ende houde daerna in den mont triacle dycessarum diemen aldus maect. Nemt genciane. aristologia longa. mirre. lauwers backen. dit pulvert wel in .1. mortier cleine ende daerna so temperet met gescuumden zeme ende van desen so hout in den mont. Ende van deser selver medicinen so doet .3 drople drupen in dore an die side daer die tanden sweren. Nemt olie van oliven .2. dr.. aysiin .1. dr.. coloquintide. peper. elx .1 .dr.. dit doet zieden in .1. vat opt vier staende in .1. ander vat met watere. hieraf so doet drupen [int doghe G] als u vorleert es. |133vb| Noch piretrum gecuwet ende gehouden in den mont tusscen dien tanden die sweren. het verteert die humoren ende trect die reume uter magen. Noch rute gesoden in wine ende dat geplaestert optie sweringe vander caken. benemt die sweringe ende droget die humoren. Noch piretrum. stasifagre zaet. ende groene van spaengien. elx even vele wel cleine tegadere gestoten. Ende dat gedaen in .1. sackelkiin van nuwen linen cleden also groet als dat vorste deel van enen dume. Ende cuwet tusscen de tanden diere sweren. dit sal doen die humoren uutlopen by scotel vollen. ende emmer en swilget die niet. Noch cuwe .1. clijster loocs ende bint die opten arm an die zide daer die sweringe es bider hant opten puls. dat sal trecken alle die humoren entie sweringe uten tanden. Ende daer en geen gat in en es. daer eist proper. ja ende al dat hier vorscreven es. [Een poeder dat alderbest es jeghen die tant zweere. Nemt piretrum ende dat saet van staphisagria. ende spaens groen partes equales dit wel cleene ghemalen. ende ghedaen in een cleen sackijn van nieuwen lijnwade alsoe groet alse dat vorste ledt van uwen dume ende dat leght tuschen den tanden. Dat sal de humoren hute doen loepen ende emmer spuwet die humoren hute ende hoet datsi niet ne gaen in dinen lichame. ende al dit ende dat vorleert es dat es seer goet den tanden sonder gaten C].

KAPITTEL 18.

Dit is de behandeling van tandpijn en die zonder gaten zijn.

Als de tanden zweren en de zweer komt van hete vochtvermenging en van hete spijzen houdt dan koud water in de mond dit zal die zweer snel verjagen.

En komt het van koude vochtvermenging of van koude spijzen laat hem olie van olijven in de mond houden en doe het er warm in dat zal de tanden verwarmen en de zweer stelpen. En worden uw tanden stomp, dat is boomachtig, eet kaas of groene postelein of kauw warme was.

En komt die zweer van hitte uit het hoofd dat van ruimte komt die de vochtvermenging laat dalen zoals u geleerd hebt wat ge mag herkennen bij de verhitting van het aanzicht en bij de roodheid van het tandvlees en zwellingen laat dan de zieke bloed laten in de hoofdader. En de volgende dag in de 2 blauwe aderen onder de tong. Of tenzij dat hij zich niet bloed wil laten of hij is te jong of te zwak. En hou daarna in de mond olie van rozen gemengd met azijn en als het warm wordt vernieuw het met koude. En het helpt hem goed dat men hem in het oor aan dezelfde kant daar de zweer is warme olie giet van rozen gemengd met een vierendeel azijn.

En komt de tandpijn van hete vochtvermenging en dat bezwaarlijk is dan is deze raad boven alle andere medicijnen en dit is vaak beproefd; Neem zaad van bilzekruid, in Latijn Jusquiamus Hyoscyamus) en de witte, niet de zwarte, opium, van elk 2 drachmen, en 1 scrupel Apium zaad, die stamp je alle tezamen stuk en meng het met azijn dikker dan honing en maak hiervan bolletjes zo groot als bonen waarvan ge op de tand zal leggen die zweert en duw dat vast met de tand die er tegenover bijtend staat, dit verdrijft de zweer en maakt de tand scherp en ongevoelig waarvan geen vrees is, nochtans dat die tanden gevoelig zijn hoe dat ze aan het been zijn en komen van de vaders natuur zoals de andere benen zijn. Als men ze verliest dan komen ze soms weer, maar ander been komt niet weer, maar daar komt in de plaats van de verloren [113] benen van naturen het voedsel bij van 1 kraakbeen, in Latijn porus carnoydes (=vlees of wratachtig gezwel). En na de 4de dag hou je in de mond olie van rozen daar mastiek (Pistacia lentiscus) in gesmolten is.

En is het dat koude vochtvermenging in de tanden of daar omtrent komt dat herken je bij de lelijke kleur en dan komt er geen hitte, niet in het aanzicht of in het vlees en in die tanden zal ge de vochtvermenging purgeren met pillen cochie of met yera (heilige) picra (bitter) galieni. En hou daarna in de mond teriakel dycessarum die men aldus maakt;

Neem gentiaan, Aristolochia longa, mirre (Commiphora myrrha) en laurierbessen en verpoeder dit goed klein in 1 mortier en meng het daarna met geschuimde honing en hou hiervan in de mond. En laat van dezelfde medicijnen 3 druppels druppelen in het oor aan die kant daar de tanden zweren.

Neem olie van olijven, 2 drachmen, azijn, 1 drachme, kolokwint (Citrullus colocynthis) en peper, elk 1 drachme, laat dit op het vuur koken in 1 vat dat in 1 ander vat met water staat en laat hiervan druppelen in het oog zoals u geleerd hebt. Nog pyrethrum (Anacyclus) kauwen en in de mond houden tussen de tanden die zweren, het verteert de vochtvermenging en trekt het ruime uit de maag.

Nog ruit in wijn gekookt en dat gepleisterd op die zweer van de kaak beneemt die zweer en verdroogt de vochtvermenging.

Nog pyrethrum (Anacyclus), Delphinium staphisagria zaad en Spaans groen, van elk even veel en goed klein tezamen gestampt. En dat gedaan in 1 zakje van nieuw linnen kleed zo groot als het voorste deel van een duim. En kauw dit tussen de tanden die er zweren, dit zal de vochtvermenging laten uitlopen met schotels vol en zwelg het immer niet.

Nog kauw 1 klister knoflook en bindt die op de arm aan de zijde daar de zweer is bij de hand op de pols, dat zal alle vochtvermenging en de zweer uit de tanden trekken. En daar geen gat in is daar is het proper, ja en alles dat hiervoor beschreven is. Een poeder dat allerbest is tegen de tandpijn.

Neem pyrethrum (Anacyclus) en dat zaad van staphisagria en Spaans groen in gelijke delen, dit goed klein gemalen en in een klein zakje gedaan van nieuw lijnwaad alzo groot als dat voorste lid van uw duim is en leg dat tussen de tanden. Dat zal de vochtvermenging eruit laten lopen en spuw immer die vochtvermenging er uit en hoedt dat het niet in uw lichaam gaat en al dit en dat geleerd is dat is zeer goed voor de tanden zonder gaten.

CAP. 19.

Dits van den tanden die siin gegaet.

Het gevalt menechwerf dat tanden siin gegaet. dewelke reume sendet die vertege humoren diere gaten in maken. Ende onderwilen doent worme diere in wassen. dewelke gi moget kennen. want alse die worme stille liggen. dan so en sweren die tanden niet. Mer alsi roeren so swerense Ende 114 eist dat twevout tanden siin dorgaet ende niet en sweren no wankelen. so wert grote vrese dien tant uut te treckene. ende daer heeft menech af gehadt groet meskief dat hijs nemmermeer en genas. ende vele sijnre bleven doet. Ende diere bliven levende haer caken versweren menechwerven. ende dan comender uut scaelgien vanden cakebene. ende daer bliven in lopende fistelen. entie caken bliven ewelike groet. Maer daer wakelen sijn. daer en es geen vrese an. Ende en wildise niet doen trecken ende si vaste staen. so doet also ons oude meesters leren. Nemt olie van oliven .1.dr.. maiorane. tsaet van coocten. in latine cycuta. elx .1/2. dr.. dit doet spelen al te gadere. Ende daerna so hebt .1. cleine yseren pipe. ende in die pipe sal gaen .1. yseren priemkijn (). dat an dende sal wesen gegloyt ende dan gesteken in die olie vorseit. Ende dan dat priemkiin steken dor die vorseide pipe int gat vanden tande .7. werf. ende wacht dat niet en berne die lippen no dat tantvleesch. Ende bi desen sal vele waters lopen uten tanden ende uten mont. Ende eist dat gi emmer desen |134ra| tant wilt doen trecken. so nemt die scorssen vanden moerbesibome. ende piretrum elx even vele. dit stampt met aysine in die zonne. ende latet drogen daer in. dit pulver doet omtrent den tant. dien gi wilt doen trecken. ierst den tant ontscoyt van sinen vlesce met .1. instrumente (). Noch nemt die melc van sporien ende tempertse met amidumme. dit doet tselve. Echter piretrum gepulvert ende getempert met starken aysine .40. dage in den zomer. ende gestreken tusscen die tanden enten tantvlesce. dit doet den tant so wankelen dat hi goet es uut te halene ende oec onderwilen sonder tang.

KAPITTEL 19.

Dit is van tanden met gaten.

Het gebeurt vaak dat er gaten in de tanden zijn die de ruimte de verrotte vochtvermenging zendt die er gaten in maken. En soms doen wormen het die erin groeien die ge kan herkennen want als die wormen stil liggen dan zweren die tanden niet. Maar als ze roeren dan zweren ze

En [114] is het dat er in de tanden twee gaten zijn en niet zweren of wankelen dan wordt het grote vrees om die tand eruit te trekken en daar heeft menigeen groot leed van gehad dat hij er nimmermeer van genas en veel zijn erin gebleven. En die er blijven leven verzweerden hun kaken vaak en dan komen er splinters van kaakbeen uit en daar blijven etterwonden in lopen en de kaken blijven eeuwig groot. Maar daar ze verzweren daar is geen vrees aan. En wil ge ze niet laten trekken en ze staan vast doe dan zoals onze oude meesters leerden; Neem olie van olijven, 1 drachme, majoraan, het zaad van gevlekte scheerling, in Latijn Cicuta, (Conium maculatum) elk 1/2 drachme, laat dit alle tezamen spelen. En heb daarna 1 kleine ijzeren pijp en in die pijp zal 1 ijzeren priempje gaan dat aan het einde gloeiend zal wezen en dan in die voor vermelde olie steken. En dan dat priempje door die voor vermelde pijp in het gat van het tand 7 maal steken en let op dat ge niet de lippen of dat tandvlees verbrandt. En bij deze zal er veel water uit de tanden en uit de mond lopen.

En is het dat ge ooit deze tand wil laten trekken neem dan de schors van de moerbeiboom en pyrethrum (Anacyclus), van elk evenveel en stamp dit met azijn in de zon en laat het daarin drogen en doe dit poeder rondom de tand die ge wil laten trekken, eerst de tand schonen van zijn vlees met 1 instrument.

Nog neem de melk van Euphorbia en meng het met zetmeel, dit doet hetzelfde.

Echter pyrethrum (Anacyclus) verpoedert en gemengd met sterke azijn 40 dagen in de zomer en tussen de tanden en het tandvlees strijken laat de tand zo wankelen dat hij er goed uit te halen is en ook soms zonder tang.

CAP. 20.

Van swarte(n) tanden wit te makene.

Heeft iemen swerte tanden ende lelijc. die salse suveren ende witten eist dat hise dicken vrijvet hier met. Nemt gersten mele ende also vele zouts. ende maecter af deech met zeme. ende dit bewimpelt in panpiere. entie bernet in enen oven. van welken gi nemt terdendeel. crede vitsen gebernt te poedre. calc van eyer scalen. ciperi. aluum. van elken .2. deel. die scorsen vanden coden in latine citrus. entie droge. canfer. van elken .1. deel. dat es vanden iersten .3. dr.. van den andren .2. vanden derden ene. van al desen maect pulver stampende in .1. mortier. ende zichtende dor .1. zeve. Met welken gi wrivet dat tant vleesch daer die tanden swert siin. het suvertse ende maecse wit. Een ander pulver omme swerte tanden wit te makene ende te genesene dat tantvleesch dat geten es van humoren. dewelke die quenen heten 115 canker. ende seggen onderwilen witten canker. ende onderwilen roden canker. ende onderwilen water canker. Ende hieraf so en maken die auctore geen gedinkenesse. mer si spreken van canker ende seggen wat canker es bi proefeliken redenen. alsic u sal leren als die tijt sal comen daeraf te leerne. Dits tpulver daer ic af begonste. Nemt canele. groffelsnagle. antofolij. spica nardi. wierooc. mastic. wel witte tarwe. die voeten van credevitsen. daden stene gebernt van olive stene. dit stampt al te gadre ende maecter af .1. cleine pulver sichtende dor .1. teems. Hier met so wrijft die tanden. ende legget op tantvleesch dat daer geten es. Noch .1. ander dat nuttelijc es den tantvlesce dat geten es. ende daer de mont stinct. |134rb| Ende oec daer die tanden uutvallen. Nemt levende calc. levende sulfer. operment elx .1/2. dr.. peper gebernt. scorsen van cauworden. van elken .2. dr.. root wolliin cleet cleine gesneden te stucken in drien. een blat outs percaments wel te stucken gesneden. dit so ziedet in enen nuwen erdenen pot in starken aysine. ende alst heeft gesoden een stuc. so salmen tcalc in doen ende dat operment gepulvert vanden sulfere daerin. ende daerna tpulver vanden pepere ende vanden scorsen daerin nu deen nu dander. Ende alst al geminct es so set den pot vanden viere. Ende alst begint vercouden. so doeter in dat vorseide cleet te stucken gesneden. ende dat so roert wel overeen. Ende van deser gemingder so maect bollekine ende droochse in die zonne. Ende als gijs hebt te doene. so pulvert .1. bollekijn in enen mortier. met welken pulvere gi wrijft wel beide tanden ende tantvleesch. Ende daerna over een lanc stuc so hebt aysiin daer in gesoden es die wortel van slarien in latine tapsus barbatus. Ende daermet so dwaet wel den mont. dit doodt den canker. Ende alse die canker gedodet es. so legt op tantvleesch dit pulver. Nemt rode roseblade. canele. groffelsnagle elx even vele. hier af so maect .1. pulver. stampende in enen mortier ende sichtende dor .1. teems. dit heilt ende benemt den stanc vanden mont.

Ende alse de mont binnen es gevlegen entie tonge. so nem die gomme die loopt uten kersbome. ende uten pruumbome. ende dese doet smelten in rose watere. ende dat hout in den mont. het salne doen genesen. Dits oec goet. zeem .1. deel ende aysiin .1. deel ende daerin .1. luttel spaens groene gepulvert.

Explicit liber de ore etc.

Hier soe eyndt dye bouck vander mont ende begint dye bouck vanden oren. Ende alre yerst wat dore es ende dye scepenesse ende dye ziechede diere in mogen comen.

KAPITTEL 20.

Van zwarte tanden wit te maken.

Heeft iemand zwarte en lelijke tanden die zal ze zuiveren en witten als hij het hiermee vaak wrijft;

Neem gerstemeel en alzo veel zout en maak er deeg met honing van en bewimpel dit in een papier en brandt het in een oven waarvan ge het derdedeel kerk vitsen neemt tot poeder gebrand, kalk van eierschalen, Cyperus en aluin, van elk 2 delen, de schorsen van de kwee, in Latijn Citrus, (Cydonia) en die droog, kamfer, (Dryobalanops aromatica) van elk 1 deel, dat is van de eersten 3 drachmen en van de andere 2 en van de derde 1, maak van al dezen een poeder door het in een mortier te stampen en zeef het door 1 zeef. Waarmee ge dat tandvlees wrijft daar de tanden zwart zijn, het zuivert ze en maakt ze wit.

Een ander poeder om zwarte tanden wit te maken en te dat tandvlees te genezen dat gegeten is van vochtvermenging die oude wijven [115] kanker noemen en soms witte kanker zeggen en soms rode kanker en soms water kanker. En hiervan maken de auteurs geen melding, maar ze spreken van kanker en zeggen wat kanker is bij beproefde redenen zoals ik u zal leren als de tijd zal komen ervan te leren.

Dit is het poeder waar ik mee begon; Neem kaneel, kruidnagels, Geum urbanum, spica nardi (Lavandula stoechas), wierook, (Boswellia thurifera) mastiek, (Pistacia lentiscus) goede witte tarwe, de voeten van kreeften, dadelsteen gebrand van olijvensteen, dit stamp je alles tezamen en maak er 1 klein poeder van en zeef het door 1 zeef. Hiermee wrijf je de tanden en leg het op het tandvlees dat er gegeten is.

Nog 1 andere die nuttig is voor het tandvlees dat gegeten is en daar de mond stinkt. En ook daar de tanden uitvallen;

Neem ongebluste kalk, levende zwavel, arsenicum, elk 1/2 drachme, gebrande peper, schorsen van kauwoerden, (Cucurbita) van elk 2 drachmen, rood wollen kleed klein gesneden in drie stukken, een blad oud perkament goed in stukken gesneden, laat dit koken in een nieuwe aarden pot in sterke azijn en als het een stuk gekookt heeft dan zal men de kalk erin doen en de arsenicum en poeder van de zwavel en daarna het poeder van de peper en van de schorsen daarin, nu de ene en dan de andere. En als het alles gemengd is zet dan de pot van het vuur. En als het begint te verkoeken doe er dan de voor vermelde in stukken gesneden kleed in en roer dat goed door elkaar. En van dit mengsel maak je een bolletje en droog het in zon. En als ge het nodig hebt verpoeder dan 1 bolletje in een mortier en met dat poeder wrijf je goed beide tanden en het tandvlees. En daarna heb je na een lange tijd azijn waarin gekookt is de wortel van Verbascum, in Latijn tapsus barbatus. En was daarmee goed de mond, dit doodt de kanker. En als de kanker gedood is leg dan op het tandvlees dit poeder;

Neem rode rozenbladen, kaneel, kruidnagels en van elk evenveel en maak hiervan 1 poeder door het in een mortier te stampen en zeef het door 1 zeef, dit heelt en beneemt de stank van de mond.

En als de mond en tong gevild is neem dan de gom die uit de kersenboom (Prunus avium) en uit de pruimenboom (Prunus domestica) loopt en laat die in rozenwater smelten en hou dat in de mond, het zal ze ermee genezen.

Dit is ook goed; honing, 1 deel, en azijn, 1 deel, en daarin wat verpoederde Spaans groen.

Explicit liber de ore etc.

Hier zo eindigt het boek van de mond en begint het boek van de oren. En allereerst wat het oor is en zijn schepping en de ziektes die erin mogen komen.

Dits die tafele vanden vijften boeke ende sprect vanden oren ende heeft 9 capitlen.

.1. Ende sprect ierst wat die ore es.

.2. Van sweringen vanden oren.

.3. Hoemen die sweringe curen sal.

.4. Van wormen gelopen in die oren.

.5. Van dingen die vallen of risen in doren.

.6. Van watere gevallen in doren. 116

.7. Van lopenden oren ende stinkende. van fistelen.

.8. Van rutingen in die oren.

.9. Van doofheiden vanden oren ende dat es dat leste capittel.

|134va| Die oren vanden mensce heeft God gemaect ende gestelt an thooft omme daer met te hoorne. beide van datter verre es ende van datter bi es. Ende tgat vanden oren dats int herssenbecken. ende daeraf es .1. an die rechter zide vanden hoofde ende .1. an die luchter zide. dewelke gaten siin gewassen crom alsoet gode goet dochte. Ende aldus so maecti dit werc. ende niet allene in den mensce mer oec in alle creaturen. Die herssenen vanden mensce die .1. led siin vanden principalen leden. vanden welken datter siin .4. alsoet vorleert es int capittel vanden herssenen. int welke siin die vijf sinne. zien. horen. rieken. smaken ende beseffelijcheit. dwelke es gedinkenisse ende gepeins. Die gaten vanden oren die siin crom. dats om dat de luut niet vlogelinge in en soude mogen vliegen. want het soude dicwile quetsen die zenewen. bi wies bevoelenisse wi horen. Dese zenuwen comen uten herssenen. also dandere zenewen doen die de mensce over hem heeft. Mer dese zenewen maken daer .1. nette nauwe gebreit. dat nature doet. Ende alse dit net suver es van humoren ende onbelemmert. so hoort die creature wel. Ende soet meer belemmert es so de creature qualiker hoort. want alse 117 dat net es alse .1. dicke vel. so en hoort die mensce niet. Ende dese cromme gaten int herssenbecken die maecte nature om datter geen hitte no coude en soude in comen haestelike no luut. want het soude te zere quetsen die beseffelijcheit vanden zenewen vorseit. Ende die ore es buten den herssenbeckene gecnoesich niet been no puur vleesch. want het soude te lichte luken. ende waert beinen en soude niet mogen vouden. Dus hevet nature gemaect cnoesich. dwelke niet en es te hart alse dbeen. ende niet te moru alse tfleesch es. Ende aldus behoret. want het moet altoes open siin om te bat te hoorne.

Dit is de tafel van het vijfde boek en spreekt van de oren en heeft 9 kapittels.

1. En spreekt eerst wat het oor is.

2. Van zweren van de oren.

3. Hoe men die zweren genezen zal.

4. Van wormen die in de oren lopen.

5. Van dingen die vallen of rijzen in de oren.

6. Van water in de oren gevallen. 116

7. Van lopende en stinkende oren, van etterwonden.

8. Van tuiten in de oren.

9. Van doofheid van de oren en dat is het laatste kapittel.

De oren van de mens heeft God gemaakt en aan het hoofd gesteld om daarmee te horen, beide van dat er ver is en van dat er dichtbij is. En het gat van de oren dat is in de schedel en daarvan is er 1 aan de rechterkant van het hoofd en 1 aan de linkerkant en die gaten zijn krom gegroeid zoals God het goed dacht. En aldus zo maakte hij dit werk en niet alleen in de mens, maar ook in alle creaturen. De hersens van de mens zijn 1 lid van de voornaamste leden waarvan er 4 zijn zoals er geleerd is in het kapittel van de hersens waarin de vijf zinnen zijn, zien, horen, ruiken, smaken en besef wat een gedachte en gepeins is.

De gaten van de oren die zijn krom, dat is zodat het geluid er niet snel in zou vliegen want dan zou het vaak de zenuwen kwetsen met wiens gevoel we horen. Deze zenuwen komen uit de hersens net zoals de andere zenuwen doen die de mens over zich heeft. Maar deze zenuwen maken daar 1 nauw gebreid net dat de natuur doet. En als dit net zuiver is van vochtvermenging en onbelemmerd dan hoort die creatuur goed. En zo het meer belemmerd is zo de creatuur slechter hoort want als [117] dat net als 1 dik vel is dan hoort die mens niet. En deze kromme gaten in de schedel die maakt de natuur zodat er niet gauw hitte of koude in zou komen of luid want het zou te zeer het gevoel van de voor vermelde zenuwen kwetsen. En het oor is buiten de schedel kraakbeenachtig en geen been of puur vlees want het zou te gemakkelijk sluiten en was het been het zou niet kunnen vouwen. Dus heeft de natuur het kraakbeenachtig gemaakt wat niet te hard is zoals het been en niet te murw zoals het vlees is. En aldus hoort het want het moet altijd open zijn om beter te horen.

CAP. 2.

Van d(er) sweringe(n) va(n) der oren.

Die sweringen vanden oren die siin onderwilen sonder sweren die men heet in latine apostema. of sonder fistelen. Eister sonder so eist met quader complexien. die van verhitheiden comen. dwelke gi moget kennen bi scarper sweringen die in dore es. ende bider hitten. ende bider rootheiden. Ende alst also es van hitten. so ziedet bonen die gepelt siin in een |134vb| potkiin met watere wel gestopt. so datter geen wasem uut en mach. ende daerover so stooft die ore met enen trachtere die pipe houdende in die ore. Ende eist bi vercoutheiden. so sietse in wine ende stooft die ore alst vorleert es daert comt van hitten. Noch gewarmde evene. entie gedaen in een sackelkiin. ende dat behouden ende geduwet in dore also warm alse die zieke mach gedogen. dits sonderlinge goet. Noch doet spelen in .1. potkiin water. ende doet vanden viere. ende doeter in een hantvol bladere van roden rosen ende bloemen van violetten. ende ontfaet dien doom in dore met enen trachtere. Of es die materie van couden humoren. so doet dat vorseide met wine dies gelike. Dit plaester es goet gewisselt alsoet vorseit es. Nemt rose bladere. alsene. bivoet. Noch olie van bittren amandelen. of olie van muscelijn .2. drople of 3 warm gegoten in die ore. dats goet. Noch die crumen van gewrachten brode gebriselt ende gesoden in borne ende daer met gedaen doders van eyeren ende olie van rosen dit wel geminct al tegadere entie ore gestovet. ende dit warm daer op geleit. es goet. Noch aenden smout .2. drople of .3. daerin gedrupt warm. dats goet. Ende legt die zere ore opwert. ende legt lange optie goede ore so sal die medicine mogen lopen daer die zeerheit si. Ende eist in beiden oren. so medicineert onderwilen deen ende onderwilen dandere. Ende wat gi doet in die ore. dat doeter in warm. Ende wat gi doet in dogen dat doeter in cout.

KAPITTEL 2.

Van de zweren van de oren.

Die zweren van de oren die zijn er soms zonder zweren die men in Latijn apostema noemt of zonder etterwonden. En is het zonder dan is het met kwade samengesteldheid die van verhitting komen die ge kan herkennen bij scherpe zweren die in het oor is en bij de hitte en bij de roodheid. En als het alzo is van hitte kook dan bonen die gepeld zijn in een potje met water en goed gestopt zodat er geen wasem uit kan en stoof daarboven die oor met een trechter en houdt die pijp in het oor. En is het bij verkoudheid kook ze dan in wijn en stoof dat oor zoals geleerd is daar het van hitte komt.

Nog gewarmde haver en die in een zakje doen en dat behouden en het zo warm in het oor doen als de zieke mag gedogen, dit is bijzonder goed.

Nog laat het in 1 potje water spelen en doe het van het vuur en doe er een handvol bladeren van roden rozen en bloemen van violen in en ontvang die damp in het oor met een trechter. Of als die materie van koude vochtvermenging is doe dan dergelijk dat voor vermelde met wijn.

Deze pleister is goed gewisseld zoals het gezegd is; Neem rozenbladeren, alsem en bijvoet.

Nog olie van bittere amandelen of olie van muskus, (1) 2 of 3 druppels, warm in het oor gieten, dat is goed.

Nog de kruimen van gewrocht brood verbrijzeld en in bronwater gekookt en daarin de dooiers van eieren en olie van rozen doen en dit goed alles tezamen mengen en het oor ermee stoven en dit warm erop leggen, dit is goed.

Nog aan het vet 2 of 3 druppels warm erin druppelen, dat is goed. En leg het zere oor naar boven en lig lang op dat goede oor dan zal die medicijn mogen lopen daar de zeerheid is. En is het in beide oren behandel soms de ene en soms de andere. En wat ge in het oor doet doe dat er warm in. En wat ge in de ogen doet doe dat er koud in.

(1) Oleum moschelinum sive Nicolai, zalf met tal van aromatische bestanddelen.

. CAP. 3.

Dits hoe datme(n) die sweringen i(n) die ore(n) curere(n) sal.

Dits van sweren in die oren ende hoe mense cureren sal. Ierst merct of die ore es bestopt. ende eist .1. 118 swere. dan legter op dit plaester aldus. Nemt versce vigen entie stampt ende tarwenbloeme. ende rosiin sonder steen van elken even vele. ende doeter toe .1. deel zeems ende botren. dat niet te dunne en si no te dicke. Ende dit legt optie ore heeter dan laeu. dits goet. Noch nemt vette figen ende rosiin sonder stene. swinen smout. ende zeem hiermet doet als u vorleert es met den andere plaestren. Ende alse die swere tebroken es ende daer etter uut loopt. so mac dese salve aldus. Nemt .1. luttel smouts van glase. ende noch vele zeems ende |135ra| dat vergadert tere zalven. ende smeerter met .1. wieke gemaect van stoppen of van linen cledren. ende stecse in die ore. dese zalve suvert ende heilt ende droget. Noch bernt esscen hout [metten eenen hende int vier C] entie wacheit diere tenden uut loopt. die houdt ende bestadet in .1. glasiin viole. dit verdrijft die zeerheit van den oren.

KAPITTEL 3.

Dit is hoe dat men de zweren in de oren zal behandelen.

Dit is van zweren in de oren en hoe men ze cureren zal. Eerst bemerk of het oor verstopt is en is het 1 [118] zweer leg er dan aldus deze pleister op;

Neem verse vijgen en stamp die en tarwebloem en rozijnen zonder steen, van elk even veel, en doe er 1 deel honing en boter bij zodat het niet te dun of te dik is. En leg dit op het oor heter dan lauw, dit is goed.

Nog neem vette vijgen en rozijnen zonder stenen, varkensvet en honing en doe hiermee zoals u met de andere pleister geleerd hebt.

En als de zweer gebroken is en er etter uitloopt maak dan deze zalf aldus; Neem wat glasvet en nog veel honing en verzamel dat tot een zalf en besmeer ermee 1 doek die gemaakt is van proppen of van linnen klederen en steek het in het oor, deze zalf zuivert en heelt en droogt.

Nog brandt essenhout met het ene einde in het vuur en de vochtigheid die er op het einde uitloopt hou die en berg het op in 1 glazen fles, dit verdrijft de zeerheid van de oren.

CAP. 4.

Van worme(n) of luse(n) gelope(n) in die ore(n).

Alse enech worm si gelopen in die oren so stampt die [groene C] scorsen van nokernoten ende dat sap daer ute geduwet dat dropet in die ore al vol Of nemt sap van alsenen of van persekers bladren. elc doet dies gelike. die bitterheit doodt die wormen. siint orwormen. lusen of vloyen ende dies gelike van misseliken andren wormen.

KAPITTEL 4.

Van wormen of luizen die in de oren gelopen zijn.

Als er enige wormen gelopen zijn in de oren stamp de groene schorsen van walnoten en duw dat sap eruit en drup het oor geheel vol.

Of neem sap van alsem of van perzikbladeren, elk doet diergelijk, de bitterheid doodt de wormen en zijn het oorwormen, luizen of vlooien en diergelijke van verschillende andere wormen.

CAP. 5.

Va(n) misselike(n) dinge(n) dat vall(et) i(n) doren. etc..

Alse enech dinc valt in die oren. alse coren of stene of dies gelike van andren dingen. so salmen doen ademen enegen vrient van dien zieken in die ore daert in es so dat die ore al nat si gemaect binnen met den lauwen ademe. Ende daerna so hale sinen adem zere in. of tote hem sugende. aldus so sal hi mogen sugen ute dat daer in die ore gevallen es. Of gietet olie van rosen in die ore al warm. eist een kerselsteen of .1. ander steen dat sal die ore maken al glat. Mer eist een tarwen coren of erwete of vitse of bone citri lupini. of ander dinc alse grane. so en gietter niet in die olie. want het souder met te zere wassen bi der wacheit vander olien. Ende daer na so nemt .1. lange naelde entie si gevouden alse ene cricke. Ende de cricke stect in die ore tote dattie cricke of haec leden si den steen. ende dan so keret die naelde so dat die cricke si onder den steen. ende also doet den steen comen treckende opwert ute. Dits ene ander maniere. Nemt .1. wel slecht stroelkiin of stoxkijn. ende dat blonc ende slicht ten ende gemaect. ende net dat slicht endekiin vanden stoxkine in terbentine die tay es ende houdende alse lijm. dit so stect in die ore. eist graen of steen. het salre an cleven. Het staet so onderwilen 119 dat ment niet uut gecrigen en mach om dat so diepe es daerin gesteken met onwisen handen. dat men den genen diet heeft in dore moet sniden int hole vander ore met enen scerse. Ende men moet sniden so diepe. datmen die dingen |135rb| die in die ore siin mach opwert lichten van onder. mer hieran es grote vrese. Nochtans so es beter quaet dan noch arger.

KAPITTEL 5.

Van verschillende dingen die in de oren vallen, etc.

Als er enig ding in de oren valt zoals koren of stenen of diergelijke van andere dingen dan zal men enige vriend van de zieke in het oor laten ademen daar het in is zodat het oor van binnen geheel nat gemaakt is met de lauwe adem. En haal daarna zijn adem zeer op of zuig het tot zich en aldus zo zal hij het eruit mogen zuigen dat er in dat oor gevallen is. Of giet er al warm olie van rozen in dat oor en is het een kersensteen of 1 ander steen zal dat het oor geheel glad maken. Maar is het een tarwekorrel of erwt of vitse of boon of gele lupinen of andere dingen zoals graan giet er dan geen olie in want het zou er zeer mee groeien door de vochtigheid van de olie. En neem daarna 1 lange naald en die gevouwen als een kruk. En steek die kruk in het oor totdat die kruk haar leden aan de steen haakt en keer dan die naald zodat de kruk onder de steen is en laat alzo de steen eruit komen en trek het ernaar bovenuit.

Dit is een andere manier; Neem 1 goed recht strootje of stokje en dat op het eind stomp en recht gemaakt en nat dat rechte eindje van dat stokje in terpentijn die taai is en vasthoudt als lijm, steek dit in het oor als het graan is of steen, het zal eraan kleven. Het staat soms zo [119] dat men het er niet uit kan krijgen omdat het er zo diep in gestoken is met onverstandige handen dat men diegene die het in het oor heeft in het hol van het oor moet snijden met een schaar. En men moet zo diep snijden dat men die dingen die in het oor zijn van onder naar boven kan oplichten, maar hieraan is grote vrees. Nochtans zo is beter kwaad dan noch erger.

CAP. 6.

Van(n) wat(er)e gevalle(n) in die oren.

Alse water valt in die oren hier op wijst galienus dit. Nemt .1. droge bies. of een wilgen roedekiin wel gepelt [aldus (schets) ende dat stect int dore G]. Ende an dende dat buten der ore es sal siin was. ende dat doet bernen [met eenre kersen aldus (schets) G]. dat vier sal dat water al tote hem trecken.

KAPITTEL 6.

Van water dat in de oren gevallen is.

Als er water in het oor valt, hierop wijst Galenus dit aan;

Neem 1 droge bies of een wilgen roede die goed gepeld is aldus en steek dat in het oor. En aan het eind dat buiten het oor is zal was zijn en laat dat branden [met een kaars aldus en dat vuur zal dat water geheel tot zich trekken.

CAP. 7.

Va(n) ore(n) die la(n)ge hebbe(n) gelope(n) (ende) stinke(n). (ende) da(er) fistel in is.

Het gevalt dicken dat die ore loopt ende dat van langen tiden. so dat stinct datter uut loopt. vanden welken die zieke heeft grote mesquame ende sweringe ende scofieringe. dit heet .1. fistel in die ore. dese manieren liggen int hole van den oren daer men niet toe en mach comen met wieken. Ende dat etter dat hier uut comt. soet meer verkeert vander witter varwen. soet arger es want eist gelu. so eist van coleren. ende eist swertachtech. so eist van melancolien. ende rootachtech eist van bloede. ende eist witachtech. so eist van fleumen. Hiertoe so behoefde den zieken dat hi hadde enen meester die wel conste surgien ende phisike. bi medicinen te purgierne die humoren die desen loop houden. Ende daerna die surgie die wijslike soude suveren die humoren. of die stede daer die loop uut comt. ende daerna drogen. dats heilen purgieren alse met pillen cochias ende met yera pigra. dwelke ware vreselijc enen onconstegen meester te bestane. Galieen die verbiet dat men gene vertege zalve den zieken en doe in siin ore. bi welken hi raet den surgijn mentiche. dit cruut comt uut spaengien. Ende es gemaect ende gedroget van enen crude heet celidonia agreste. dit nemt ende temperet met aysine wel slecht. dit so giet in die ore al warm. Ende alse dese loop es nuwe so mogedi nemen tsap van witten wilgenbladen. ende gietet daer in dies gelike. Of tempert rasis [witte C] zalve met olien van rosen wel dunne. ende gietet oec warm daer inne. Ende eist dat lange heeft gelopen. so dat ment heet in latine egritudo cronica. so nemt mirre. aloes. olibanum. sarcocolla. sanguis draconis. elx even vele. dit pulvert cleine in .1. motalen mortier. ende sichtet dore .1. dic linen cleet. dit so stroyt in een 120 wieke die gesuvert es met suveren zeme. dese wieke |135va| so stect dicwile in die ore. Ende eist dat niet en mach comen ter stede daer die zeerheit es. so tempert dit vorseide pulver met aysine. ende met borne. ende gietet in die ore. Ende eist al te out ende het al te lange gelopen heeft. so maect dit aldus. Nemt dat roestege van ysere gescrepen. ende dit pulvert wel cleine. ende tempert met starken aysine. ende dit doet zieden in een yseren vat tote dat al versoden es. Dus so doet versieden .7. werf deen achter dander. Ende daerna so pulveret wel cleine. ende ziedet met aysine tote dat becomt also dicke alse zeem. Hier af so doet in die ore so datter in lope toter steden daer die zeerheit es. of daer si vergadert es. Dit heilt ende droget oude lopinge van oren. ende benemt die sweringe diere in es.

KAPITTEL 7.

Van oren die lang hebben gelopen en stinken en daar etterwond in is.

Het gebeurt vaak dat het oor loopt en dat van lange tijden zodat het stinkt dat er uitloopt waarvan de zieke grote misbaar heeft en zweren en schande, dit heet 1 etterwond in het oor en deze soorten liggen in het hol van de oren daar men niet met doeken bij kan komen. En dat etter dat hieruit komt zo het meer verandert naar de witte kleur zo het erger is want is het geel dan is het van gal en is het zwartachtig dan is het van melancholie en roodachtig is het van bloed en is het witachtig dan is het van fluimen. Hiertoe is nodig dat de zieke een dokter heeft die goed de kunst van chirurgie beheerst en geneeskunde van medicijnen om de vochtvermenging te purgeren die deze loop houdt. En daarna de chirurgie die verstandig de vochtvermenging zou zuiveren of die plaats daar de loop uitkomt en daarna drogen, dat is helen en purgeren zoals met pillen cochias en met heilige picra (bitter) die vreselijk zijn om door een onkundige dokter te doen.

Galenus die verbiedt dat men geen verrotte zalven de zieken in zijn oor doet waarbij hij de chirurg Chelidonium aanraadt, dit kruid komt uit Spanje en is gemaakt en gedroogd van een kruid dat Chelidonium agreste (?) heet, neem dit en meng het goed met echte azijn en giet dit al warm in het oor.

En als deze loop nieuw is dan mag ge het sap nemen van witte wilgenbladen en giet het er diergelijk in.

Of meng Rasis witte zalf met olie van rozen, goed dun, en giet het er ook warm daarin.

En is het dat het lang heeft gelopen zodat men het in Latijn egritudo cronica (chronische ongesteldheid) noemt neem dan mirre, (Commiphora myrrha) Alo perryi, wierook (Boswellia thurifera), Sarcocolla (Astragalus sarcocolla) en drakenbloed, (Daemonorops draco) van elk evenveel, verpoeder dit klein in 1 metalen mortier en zeef het door 1 dik linnen kleed en strooi dit in een [120] doek die met zuivere honing gezuiverd is en steek die vaak in het oor. En is het dat het niet op die plaats kan komen daar de zeerheid is meng dit voor vermelde poeder met azijn en met bronwater en giet dat in het oor.

En is het al te oud en heeft het al te lang gelopen maak dan dit aldus; Neem dat roestige van ijzer geschrapt en verpoeder dit goed klein en meng het met sterke azijn en laat dit in een ijzeren vat koken tot het geheel verkookt is. Dus laat het zo 7 maal koken en de ene achter de andere. En verpoeder het daarna goed klein en kook het met azijn totdat het zo dik als honing wordt. Doe hiervan in het oor zodat het naar de plaatsen loopt daar de zeerheid is of daar ze verzameld is. Dit heelt en droogt oude lopen van de oren en beneemt de zweer die er in is.

CAP. 8.

Van rutingen i(n) die oren.

Het comt dicken rutinge in die oren. van den welken goet ware dat hem thooft ware wel gepurgiert met pillen cochijs ende met pigra [ende die pillen salmen hem gheven des snachts alsi hi eenen slaep gheslapen heft. alse die mage ydele es ende dan weder der op slapen. Ende dit suldi hem gheven C] op dat hijt niet en heeft gehadt van dat hi was geboren. want heeft hijt so lange gehadt. so verliest die meester sine pine entie zieke sinen cost [ende die stonde C]. Die rutinge heeft ende qualike hoort. dit ware hem goet. Nemt olie van bittren amandelen. ende daer in so tempert ene van desen pillen gemaect aldus. Nemt die sculpen van coloquintiden .1. dr.. bevers cul. aristologia rotunda. tsap van alsenen. van elken .1/2. dr.. euforbie .1. scr. of 15 tarwen cornen swaer wegens ende elc siin gewichte hebbende. dat men pulveren mach. dat salmen wel cleine pulveren. ende daerna so maecter af pillekine metten vorseiden zape. dit droopt in die ore. Mer te voren so hebt gesoden maiorana. alsene. ende sticados arabic in watere gesoden. ende stovet den zieken wel die ore. of beide es hi in beiden oren ziec. Dits oec goet. Nemt wel wit wierooc .1. dr.. hier af so maect dunne zalve wel cleine gepulvert ende getempert met suveren zeme gescuumt. dit so droopt in die oren. het esser goed in gedaen al laeu.

KAPITTEL 8.

Van tuiten in de oren.

Er komt vaak tuiten in het oor waarvan het goed was dat hem het hoofd goed gepurgeerd werd met pillen cochijs en met picra (bitter) en die pillen zal men hem ‘s nachts geven als hij een slaap geslapen heeft en als de maag leeg is en dan er weer op slapen. En dit zal ge hem geven als hij er niet mee geboren is want heeft hij het zolang gehad dan verliest de dokter zijn arbeid en de zieke zijn kost en te stonde.

Die tuiten heeft en slecht hoort, dit is voor hem goed; Neem olie van bittere amandelen en meng daarin een van dezen pillen die aldus gemaakt zijn; Neem de schillen van kolokwint, 1 drachme, bevergeil, Aristolochia clematitis, het sap van alsem en van elk 1/2 drachme, Euphorbia, 1 scrupel of 15 tarwekorrels zwaar gewicht en dat elk zijn gewicht heeft en dat men verpoederen kan dat zal men goed klein verpoederen en maak er dan pillen van met het voor vermelde sap en drup dit in de oren. Maar tevoren heb je majoraan gekookt, alsem en Lavandula stoechas in water en stoof bij de zieken goed het oor of beiden als hij in beide oren ziek is.

Dit is ook goed; Neem goed wit wierook, (Boswellia thurifera) 1 drachme, en maak hiervan een dunne zalf, goed klein verpoederd en gemengd met zuivere geschuimde honing, druppel dit in de oren, het is er goed geheel lauw in te doen.

CAP. 9.

Van doefheide(n) i(n) die oren.

Alse die mensce doof es ende dat gedueret .2. jaer of .3. hem en es niet goet te hulpene. want die humoren hebben so belemmert die zenewen daer wi bi horen. dat mense niet en mach afgetrecken no bi medicinen die men geeft eist ten mont no |135vb| bi dat men giet in de oren. Nochtan so esser vele af gescreven dat den menegen heeft geholpen. Dus so eist goet geproeft ter avonturen oft hulpen mach. Ende raden enege meesters. dat men 121 neme amete eyeren. tectiken. blade van ruten. dit gestampt wel te gadere ende gesoden in olie van oliven. dan gewrongen dor .1. linen cleet. Hier af so droopt in die oren .1. dropel. daer na so stopt die oren al met catoene. ende smeret die oren buten met der vorseider olien. dit doet den doven horen. Noch nemt enen enioen. ende snijt die herte ute. ende dan vullet dat gat met olien van oliven. ende laettene aldus staen tote dat gi vint tusscen scorssen of pellen cortte wormekine ende ront met swertten hoofden. dit so doet zieden in olie van oliven. dit droopt den zieken in doren. dats goet. Sulke meesters seggen dat smout van haselpuden alse mense ziedt. dat smout gedroopt in die oren die doof siin dit es proper om met te genesene die doofheit. Noch pelt ene clijster loox. ende daer met so doet terdendeel wiinsteen. ende een luttel aluuns dit so stampt al wel te gadere ende cleine. ende dan doet .1. luttel zieden in aysine. daerna so latet coelen. ende alst tsap gaet te gronde vanden vate daert in gesoden es. so ziet ende bestadet in een glasiin vat. ende van desen aysine. so droop warm in die oren dits goet iegen doofheiden van oren. [Noch een ander. Nemt ruta. absincij recentes. ana. ende dese twee cruden vorseit salmen sieden in wine petou ende alst ghesoeden is dan dat in een eerden vat ende doeter den siecken sine oere over stoven een huere ofte .2. ende altoes warme. Ende is hem de doefheit toe commen van buten. hi salse verliesen. ende comt hem de doefheit van binnen het en sal hem niet helpen maer het en scaet niet dat ment prouft. het mach helpen ende niet deeren ende ic yperman placher mede te werkene jeghen doefheit die van buten commen was C].

Ende hier met si ons nu gnouch hier af.

[Van te ghenesene bulte opt hovet.

Die leeringhe van te ghenesene bulten op thovet dair nes ander redene toe dan dat men neme .1. sceers aldus ende dat men snyde eenen snede alsoe lanc dye bult es groet ende al ute te halene detter datter in es ende te brekene den zack dair detter in heeft gheleghen. Ende stect vol dye wonde van coperrode gepulvert oft van zoute omme te verteerne dat weye vleesch dat detter heeft gemaect zo quaet. Eneghe meesters die snyden .1. cruus maer beter es dye mynste lixeme wair dat zij danne dye meeste. van desen bulte zo vallet thaer ute alsoe verre alse detter gheleghen heeft dat sal weder wassen het ne ware datment te lange hadde gelaten dair in also. wair bij dat detter hadde geverticht die wortel van den hare. Dese wonde so geneest zoe ander wonden ne ware wacht u vanden weyen vleesche datter gerne in wont dair zijt u altoes vore wachtende dat ghijt so destruweert te tijde dat ne gheene macht en heeft te groyen.

Hier endt die bouck vanden hovede. Ende hier begint dye boeck vander keelen.

Hier endt den boeck vanden 122 hovede bynnen haren eynde. Ende dairna vanden oghen ende dair na vander nese. Ende dair na vander mont Ende dair na vanden oeren beyde van wonden ende van ziecheden vanden leden elc bij hem zelven. Ende es dye eerste pertye vanden boeke. Bydt over dye ziele vanden ghenen dye en maecte dat hij moet met gode wonen G.]

KAPITTEL 9.

Van doofheid in de oren.

Als die mens doof is en dat duurt 2 of 3 jaar is hij niet goed te helpen want die vochtvermenging heeft de zenuwen daar we bij horen zo belemmerd dat men ze er niet van kan aftrekken en ook niet met medicijnen die men geeft en is het de mond of dat men het in de oren giet. Nochtans zo is er veel van geschreven dat menigeen heeft geholpen. Dus zo is het goed beproefd ter avonturen of het helpen mag.

En enige dokters raden aan dat men [121] miereneieren neemt, aardworm, blad van ruit, en dit goed tezamen stampen en in olie van olijven koken en dan door 1 linnen kleed wringen. Druppel hiervan in de oren 1 druppel en stop daarna het geheel met katoen en smeer de oren van buiten met de voor vermelde olie, dit laat de doven horen.

Nog neem een ui en snij het hart eruit en vul dat gat met olie van olijven en laat het aldus staan totdat ge tussen schorsen of pellen korte en ronde wormpjes vindt met zwarte hoofden, laat dit koken in olie van olijven, druppel dit de zieke in de oren, dat is goed.

Sommige dokters zeggen dat vet van hazenpoten dat men kookt dat dit vet in de oren gedruppeld die doof zijn goed is om er de doofheid mee te genezen.

Nog pel een klister knoflook en doe daarmee het derdedeel wijnsteen en wat aluin en stamp dit alles goed tezamen en klein en laat het wat koken in azijn en laat het daarna koelen en als het sap te gronde van het vat gaat daar het in gekookt is bezie het dan en berg het op in een glazen vat en druppel van deze azijn warm in de oren, dit is goed tegen doofheid van oren. Nog een andere; Neem ruit, absint recent gelijk en deze twee voor vermelde kruiden zal men in Poitou wijn koken en als het gekookt is dan dat in een aarden vat doen en laat er de zieke er een uur of 2 zijn oren over stoven en altijd warm. En is hem de doofheid van buiten aangekomen, hij zal het verliezen en komt de doofheid hem van binnen aan, het zal hem niet helpen, maar het schaadt niet dat men het beproeft, het kan helpen en niet deren en ik Yperman plag er mee te werken tegen doofheid die van buiten gekomen is.

En hiermee is het ons nu genoeg hiervan.

Van bulten te genezen op het hoofd.

De lering om bulten op het hoofd te genazen, er is een andere reden bij dan dat men aldus 1 schaar neemt en dat men een snede snijdt zo lang de bult groot is en er geheel de etter eruit te halen dat erin is en om de zak te breken daar de etter in heeft gelegen. En steek de wond vol met verpoederd koperrood (vitriool) of van zout om dat wilde vlees te verteren dat de etter zo kwaad heeft gemaakt. Enige dokters die snijden 1 kruis, maar beter is de minste littekens waar dat ze zijn dan de grootste, van deze bult valt het haar uit zo ver als dat erop gelegen heeft en dat zal weer groeien tenzij dat men het te lang daarin had gelaten waarbij dat de etter de wortel van het haar heeft verrot. Deze wond geneest zoals andere wonden tenzij dat u zich wacht u van het weke vlees dat er graag in woont en let daar altijd op dat ge het in die tijd zo vernield dat het geen kracht meer heeft te groeien.

Hier eindigt het boek van het hoofd. En hier begint het boek van de keel.

Hier komt het boek van het [122] hoofd binnen tot haar einde. En daarna van de ogen en daarna van de neus. En daarna van de mond. En daarna van de oren, beide van wonden en van ziektes van de leden en elk apart. En het is de eerste partij van het boek. Bidt voor de zielen van diegenen en maak dat hij met God kan wonen.

Dits die tafele vanden sesten boeke int welke men sal spreken van den halse ende vander kelen.

.1. Ende ierst die sceppenisse daer af al toten scoudren. Anothonomie.

.2. Van wonden in den hals gesteken of geslegen.

.3. Van ysopagus gewont daer de spise dore gaet.

.4. Van wonden in den roepere achter.

.5. Vander squinancien van welker siin .3. manieren.

.6. Van branken of amandren. dats swillinge.

.7. Van ranula onder die tonge.

.8. Van grane of bene gescoten in die kele.

.9. Van bocium an de kele. dats .1. aposteme.

.10. Van scrofulen datmen heet sconinx evel.

.11. Van scrofulen of glandulen te snidene.

.12. Van scrofulen of glandulen uit tebroken. 123

Cap. 1.

Van der kelen.

|136ra| Dore die noot dat elc surgijn es sculdech te wetene hoe die leden van den mensce binnen siin gemaect. waerbi dat hi mach kennen hoe die vresen sijn die daer mogen vallen of gescien van wonden. so scrivic u voren de sceppenisse vander kelen voren. ende vanden halse achtere. Ende segge ierst dat siin in den hals .7. been elc van den sevenen versceden bi hem. Dese siin gevoucht an therssenbecken met vele gebinden. diewelke alsulc siin bi naturen dat si mogen crimpen ende recken omme thooft te keerne ter ere ziden ende ter andere alsoet noot es. Ende daer siin oec vele starker gebinde. bi welker starcheit die mensce mach dragen op thooft swaren last. dat die cranke niet souden mogen dragen. Dat ierste been en sterkelike gebonden met den andren [dat hem naeste es C]. ende dander es also gebonden metten derden ende terde metten .4. ende tfierde metten vijften. ende tfijfte metten sesten ende tseste metten sevenden. Ende tsevende metten gebeinte vanden scoudren. of van den rugbene. dwelke sevende es oec slaplike gebonden an dachtende. dwelke es dierste vanden rugbene. Ende uut desen .7. vergaderingen van desen .7. benen so comen .7. paer zenewen. dewelke oec ierst comen van tusscen den herssenbecken enten iersten bene vanden halse [ende alsoe tusschen deerste ende den anderen ende alsoe voert ten zevenden. Ende ten yersten beene dat bekent es ter rugghebeene G]. dewelke zenewen nature deilt ende sprayt over al thooft. den hals. die kele. danscijn entie borst. ten scoudren ende ten armen. menechfoudelec hem verscedende in enege vanden 124 vorseiden steden. so versceden si hem in cleinen zenewen. dewelke siin geminct metten gemingde die comen vanden hoofde. Dewelke gemingde zenewen heten roerende zenewen. nochtan en verliesen si niet haer bevoelen of beseffen alse doen die zenewen vanden hoofde. nochtan en verliesen si niet haer roeren. Van welken zenewen die comen van tusscen den vorseiden benen vanden halse. so formeert nature die musen die daer sijn. bi wies nature het comt dat daer es roeren. die welke roeringe heet wille van roerne. Ende in den hals achter so es ene grote zenewe. ende daeronder es een grote adere die comt vander leveren clemmende ten hoofde. onder diewelke siin grote arterien comende vander herten. die oec clemmen ten hoofde. alsoet vorseit es int capittel vanden hoofde. omme daer te doene nutscap alsoet vorseit es. Ende alse dese hebben |136rb| gedaen haer naturlijc werc in thooft. so dalen si achter die oren. dor dewelke daelt des mans nature datmen heet tsmans zaet [dwelke heet in latijn sperma patris G]. dewelke daelt toten cullen wert. Ende waert datmen die adren snede ontwee. so en soude die man geen nature scieten. Ane die rechter side ende ane die slinker zide so ordineert nature .2. instrumente diemen heet cervix. dat men heet vas. dits vander naturen dat siin gebinde vanden leden. dewelke en hebben geen beseffenisse of luttel. Ende dese sendet nature uten bene vanden hoofde ende van den rugbene liggende vaste opt rugbeen. opt welke liggen die zenewen die comen uten marge vanden rugbene. dewelke march es van der naturen vanden herssenen ende also gewimpelt in .2. huden. Voren so es tgeswilch. dat es die kele entie roepere daer die adem uut gaet ende weder in trect. Ende dit es vanden kinne toten caenbene. Tusscen den halse enten roepere binnen so es tgeswilch datmen heet ysopagus. die es gescepen als .1. darmkijn. dwelke upperste ende es vaste an die huut van den mont. ende also dalende toter magen daer dander ende vaste ane es ende dat van binnen want wat dat wi eten ende drinken gaet uten mont dor dat darmkijn tote in de mage. Dit daelt achter den roepere na lancs den bene vanden halse toten vijften bene. van den welken datter siin .14. getelt vanden sesten bene van den halse. Daer so keret vorwert ende dorgaet die craye die heet in latine dyafragma tote in die mage. dwelke vorseide darmkijn dat ysopagus heet ende es van tween huden. dwelke dierste huut es een muus. die es lanx. dewelke trect die spise nederwert. In die uterste siin musen die breetachtech siin. dewelke breetheide niet en doet. mer de platheit houdt den wech so ontdaen dattie spise lichtelike lide tote in die mage. Dat vor dit darmkijn leget es die roepere. ende es gemaect van vingerlinen die en siin van vlesce no van bene. maer van gecnoese te gadere gebonden met huden. dewelke huden die binnen siin. die siin zere sachte die de vingerline te gadere houden. Dese vorseide vingerline siin al geheel. mer si siin versceden si leget (l. leidet) dien darm daer die spise dor gaet tote in de mage. Dese verscedinge es daeromme alse de mensce swilget 125 enege grote spise of harde. dat si lichtelike mach liden ende hebben wech te gane tote in de mage. |136va| Ende boven desen tween conduten die tegadere siin gevoucht int begin vander kelen. dat es die roepere daer die adem dore gaet ende den darm daer die spise dor gaet in de mage. daer es een val. dat nature heeft geordineret van .3. gecnoesen. dwelke licht alse de mensce haelt sinen adem in of ute. Ende als de mensce eet ende swilcht. so vallet vore den roepene so datter geen spise no dranc in en mach comen. want alse spise of dranc of spekels daer an comt eert gevallen es. so moet die mensce hoesten tote dat gevallen es in sijn naturlijc ruste. Ende buten an desen roepere so liggen .2. grote arterien diemen heet die geet adren. dewelke siin van .2. huden. waerbi dattie inderste huut es gecnoesicht. ende dat es omme dbloet dat in die adren es. om dat es dunne ende heet. Ende also eist in allen arterien. dewelke men mach heten in al haren steden puls adren. want waer dat si siin. si hebben haer begin vander herten. van welken die uterste huut es zenewech ende dats wel noot want haer bedarf dat si tay si. Dese grote arterien alse mense wont so es de mensce in vresen van sinen live. want namelike als mense wont dweers. so es de mensce haestelike doot. Ende dat es om dat bloet comt vander herten dat die arterien hebben in omme te voedene ende te troestene die stede. so scieten ute ende dat dapperlike beide den geest ende dbloet. dwelke so es dalder vriendelijcste gebint tusscen der zielen enten lichame.

Dit is de tafel van het zesde boek waarin men zal spreken van de hals en van de keel.

1. En eerst de schepping ervan al tot de schouders, Anatomie.

2. Van wonden in de hals gestoken of geslagen.

3. Van gewonde ysopagus (slokdarm) daar de spijs door gaat.

4. Van wonden achter in de strot.

5. Van de keelontsteking waarvan er 3 soorten zijn.

6. Van branken of amandelen, dat is zwelling.

7. Van ranula onder de tong.

8. Van granen of benen die in de keel geschoten zijn.

9. Van bocium (struma) aan de keel, dat is 1 gezwel.

10. Van halsklier dat men koningճ euvel noemt.

11. Van halsklier of glandulen te snijden.

12. Van uitgebroken halsklieren of glandulen. [123]

Kapittel 1.

Van de keel.

Door de nood dat elke chirurg moet weten hoe de leden van de mens van binnen gemaakt zijn waarbij dat hij herkennen kan hoe de vrezen zijn die daar mogen vallen of gebeuren van wonden zo schrijf ik u voor de schepping van de keel voor en van de hals achter. En zeg eerst dat in de hals 7 benen zijn en elk van de zeven is van zich verdeeld. Deze zijn aan de schedel gevoegd met vele banden die zo van naturen zijn dat ze krimpen en rekken mogen om het hoofd te keren naar de ene en andere zijde als het nodig is. En daar zijn ook vele sterke banden bij wiens sterkte de mens op het hoofd een zware last kan dragen dat een zwakke niet zou mogen dragen.

Dat eerste been en sterk gebonden met de andere dat het dichtst bij hem is en de andere is alzo gebonden met de derden en de derde met de 4de en de vierde met de vijfde en de vijfde met de zesde en de zesde met de zevende. En de zevende met de benen van de schouders of van de ruggenwervel welke zevende ook slap gebonden is aan de achtste die de eerste van de ruggenwervel is.

En uit deze 7 verzamelingen van deze 7 benen komen er 7 paar zenuwen die ook eerst van tussen de schedel en het eerste been van de hals komen en alzo tussen de eerste en de anderen en alzo verder naar de zevende. En het eerste been dat bekend is bij de rugwervel die zenuwen verdeelt de nature en verspreidt ze over het hele hoofd, de hals, de keel, het aanschijn en de borst, de schouders en de armen en die zich menigvuldig verdelen in enige van de [124] voor vermelde plaatsen en verdelen zich zo in kleine zenuwen die gemengd zijn met de gemengde die van het hoofd komen. Die gemengde zenuwen heten roerende zenuwen, nochtans verliezen ze niet hun gevoel of besef zoals de zenuwen van het hoofd doen, nochtans verliezen ze niet hun beweging. Van die zenuwen die van tussen de voor vermelde benen van de hals komen vormt de nature de spieren die er zijn en door wiens natuur het komt dat er beweging is en die beweging heet wil van roeren.

En achter in de hals is een grote zenuw en daaronder is een grote ader die van de lever komt en naar het hoofd klimt waaronder grote slagaders zijn die van het hart komen die ook naar het hoofd klimmen zoals in het kapittel van het hoofd gezegd is om daar nuttig te zijn zoals gezegd is. En als deze hun natuurlijk werk in het hoofd gedaan hebben dan dalen ze achter de oren waardoor de mannen natuur daalt dat men het manlijk zaad noemt wat in Latijn mannelijk zaad heet die tot de ballen daalt. En was het zo dat men die aderen kapot snee dan zou die man geen natuur schieten. Aan de rechterkant en aan de linkerkant ordineert de natuur 2 instrumenten die men cervix noemt dat men vas noemt, dit is van de natuur en dat zijn banden van de leden die geen of weinig besef hebben. En deze zendt de natuur uit een been van het hoofd en van de rugwervel en ligt vast op de rugwervel waarop de zenuwen liggen die uit het merg van de rugwervel komen welk merg van de natuur van de hersens is en alzo gewimpeld in 2 huiden.

Voor zo is de strot (gezwelg), dat is de keel en de roeper daar de adem uit gaat en weer intrekt. En dit is van de kin tot het borstbeen. Tussen de hals en de roeper binnen is de strot dat men slokdarm noemt die geschapen is als 1 darmpje wiens opperste vast is aan de huid van de mond en alzo daalt tot de maag daar het andere eind aan vast is en dat van binnen want wat dat we eten en drinken gaat uit de mond door dat darmpje tot in de maag. Dit daalt achter de roeper langs de benen van de hals tot het vijfde been waarvan er 14 zijn, geteld van het zesde been van de hals. Daar keert het naar voren en maak een gat in de kraag die in Latijn diafragma noemt tot in de maag en dat voor vermelde darmpje dat slokdarm heet is van twee huiden en de eerste huid is een spier die lang is en die trekt de spijzen naar beneden. In het uiterste zijn spieren die breedachtig zijn wiens breedte er niet toe doet, maar de platheid houdt de weg zo open dat het de spijs gemakkelijk tot in de maag leidt.

Dat voor dit darmpje ligt is de roeper en die is gemaakt van ringen en die zijn niet van vlees of van been, maar van kraakbeen en tezamen gebonden met huiden en die huiden die binnen zijn die zijn zeer zacht om die ringen tezamen te houden. Deze voor vermelde ringen zijn alle geheel, maar ze zijn verdeeld en ze leidt die darm daar de spijs doorgaat tot in de maag. Deze verdeling is daarom dat als de mens [125] enige grote of harde spijs zwelgt dat dit gemakkelijk geleiden kan en weg kan gaan tot in de maag. En boven deze twee geleidingen die tezamen gevoegd zijn in het begin van de keel, dat is de roeper daar de adem door gaat en de darm daar de spijs door gaat in de maag, daar is een val dat de natuur heeft geordineerd van 3 kraakbenen die oplichten als de mens zijn adem in of uithaalt. En als de mens eet en zwelgt dan valt het voor de roeper zodat er geen spijs of drank in kan komen want als er spijs of drank of speeksel daaraan komt eer het gevallen is dan moet die mens hoesten totdat het in zijn natuurlijke rust gevallen is. En buiten aan deze roeper liggen er 2 grote slagaders die men de gaat aderen noemt die van 2 huiden zijn waarbij dat de binnenste huid kraakbeenachtig is en dat is vanwege het bloed dat in de aderen is omdat het dun en heet is. En alzo is het in alle slagaders die men in al hun plaatsen polsaders mag noemen want waar dat ze zijn ze hebben hun begin van het hart waarvan de buitenste huid met zenuwen is en dat is wel nodig want het is nodig dat ze taai is.

Deze grote slagaders als men die verwondt dan is de mens in vrees van zijn lijf want als men ze namelijk dwars verwondt dan is de mens gauw dood. En dat is omdat het bloed van het hart komt dat slagaders in hebben om te voeden en die plaats te helpen (troosten) en zo schieten ze uit en dat snel, beide de geest en het bloed, wat de allervriendelijkste band is tussen de ziel en het lichaam.

CAP. 2.

Van wonden die in den hals geslegen of gesteken (sijn).

Die wonden in den hals die siin onderwilen vreselijc want si siin onder (wilen) stervelijc. ende daer siin enege geneselijc. Alse dat march vanden halse es gewont. dan so eist doot wonde. ende namelike alse de wonden vallen dwers met snidender wapenen. dan so eist te duchtene dat dmarch es gewont. Ende dierste vrese es alse men wont enen mensce in den hals met snidender wapenen. alse swert. fautsoen ende andere dies gelike ende dat dweers so besiet of enech been vanden halse si gewont. of die slach viel tusscen benen dwelke siin gebonden also u vorleert es. Ende dan so sijt vroet oft in gaet toten marge. Ende oft dmarch gewont es dat uut loopt. so stervet die mensce na den gemeinen vonnisse van |136vb| meesters. om dat een es van der naturen vanden herssenen. Ende eist gewont ende niet uut en lopet so leren ons oude meesters ende jugeren dat degene die sulc .1. wonde heeft. dat hi sal siin juchtech in dene zide. of in alle sine lede. dit es om dat daer es die stede daer alle die zenewen nemen haer begin. als u vorleert es [int capittael vander anathomyen vanden halse naast voren G]. Ende of gi niet en sijt versekert van der wonden bi ziene. so stect uwen 126 vinger in de wonde essi so ruum dat hiere in mach. ende tast hoet metten bede staet. Eist dat been niet en si ontwee. of dat die wonde niet en si in tgeslach tusscen die benen. ende die gewonde niet en beseft geen sweringe. so nayt die wonde. Ende essi vercout eer giere toe comt. so vernuut se screpende die lippen eer giere iet toe doet. ende dan so naytse met ere driecanter naelden ende daer in enen twinen draet gewast. Ende bloet si so zere dat de gewonde wert te flau. so streemt hem siin bloet. alsoet vorleert es int capittel vanden bloede te stremmene. Ende als gise hebt genayt. so legt opten naet van den pulvere dat u es vorleert int capittel vanden pulvere. Of nemt albicasis pulver. dwelke dat hi zere prijst ende so doen oec ander meesters. ende voort so heilt die wonde alse men doet andere wonden. Ende oft dmarch es gewont. so geeft des zieken vriende die vrese te kenne. comet ten archsten so en werdire (der) niet met geblameert [ende ghij zult behouden vriende vrientscap G]. Ende heeft die gewonde sweringen in siin wonden so doet dit om die sweringe te stelpene. Giet hem olie van rosen in de wonden warm ende daer boven legt .1. plaster gemaect van doders van eyeren geminct met olien van rosen ende dat warm gespreit op .1. linen doec. ende daerna so bindet so dat wel daket daerop. Alse die wonde ettert. so geneestse met deser zalven. dewelke es goet in allen steden daer zenewen siin gewont. Neemt zeem van rosen geziet .3. dr.. was. harst. elx .2. dr.. terbentinen .3. dr.. wierooc. mastic. elcs .1. dr.. mirre. sarcocolle. mumie. elx .1/2. 3. olie van mastike .3. dr. [gerstene bloemen .3. dr.. G] dit roert al te gadere op .1. cleine vier so dat gesmolten si wel te gadere ende geminct. dit so spreit op .1. linen cleet ende legget optie wonde.

KAPITTEL 2.

Van wonden die in de hals geslagen of gestoken zijn.

De wonden in de hals die zijn soms vreselijk want ze zijn soms dodelijk en er zijn enige te genezen. Als dat merg van de hals gewond is dan is het een doodswond en namelijk als de wonden dwars vallen met snijdende wapens dan is het te duchten dat het merg gewond is. En de eerste vrees is als men een mens in de hals verwondt met snijdende wapens zoals zwaard, dolk en andere diergelijke en dat dwars en kijk dan of er enig been van de hals gewond is en of de slag tussen de benen viel die gebonden zijn zoals u geleerd hebt. En wees dan zo verstandig of het erin gaat tot het merg. En als het merg gewond is zodat het er uitloopt dan sterft die mens naar de algemene vonnissen van dokters omdat het er een is van de natuur van de hersens. En is het gewond en loopt er niet uit dan leren en oordelen ons de oude meesters dat diegene die zoծ wond heeft dat hij jichtig zal zijn in de ene zijde of in al zijn leden en dit is omdat daar de plaats is daar alle zenuwen hun begin nemen zoals u geleerd hebt in het kapittel van de anatomie van de hals hiervoor.

En als ge niet zeker bent van de wond door die te bekijken steek dan uw [126] vinger in de wond als het zo ruim is dat het hierin kan en tast dan hoe het met beide staat. Is dat been niet kapot of dat de wond niet in de slag tussen de benen is en die gewonde geen zweer beseft, naai dan die wond. En is het verkoelt eer ge erbij komt vernieuw de lippen schrapend eer ge er iets aan doet en naai het dan met een driekantige naald en daarin een getwijnde draad met was erop.

En bloedt het zozeer dat de gewonde te flauw wordt strem bij hem zijn bloed zoals geleerd is in het kapittel van bloed te stremmen. En als ge het hebt genaaid leg dan op de naad van het poeder dat u geleerd hebt in het kapittel van het poeder. Of neemt Albicasis poeder wat hij zeer prijst en zo ook andere dokters doen en heel verder die wond zoals men andere wonden doet. En als het merg gewond is geef dan de vrienden van de zieke die vrees te kennen dat het tot het ergste komt en dan wordt ge er niet mee geblameerd en ge zal van de vrienden hun vriendschap behouden. En heeft die gewonde zweren in zijn wonden doe dit om die zweer te stelpen; Giet bij hem warme olie van rozen in de wonden en leg daarboven 1 pleister die gemaakt is van dooiers van eieren en gemengd met olie van rozen en spreidt dat warm op 1 linnen doek en verbindt het daarna zodat het goed bedekt wordt. Als de wond ettert genees het met deze zalf die in alle plaatsen goed is daar zenuwen gewond zijn;

Neem honing van rozen gezeefd, 3 drachmen, was en hars, elk 2 drachmen, terpentijn, 3 drachmen, wierook (Boswellia thurifera) en mastiek, (Pistacia lentiscus) elk 1 drachme, mirre, (Commiphora myrrha) Sarcocolla (Astragalus sarcocolla) en mummie, elk 1/2 3, olie van mastiek, 3 drachmen, gerst bloem, 3 drachmen, roer dit alles tezamen op 1 klein vuur zodat het goed tezamen smelt en spreidt dit op 1 linnen kleed en leg het op die wond.

CAP. 3.

Va(n) ysopag(us) gewo(n)t so datt(er) die spise dore gaet.

Die wonde die men stect of sciet in den hals of in die kele. so besiet |137ra| dat gi versekert sijt hoet staet metter wonden. Gaet die wonde int march. so doeter toe als u vorleert es. Ende gaet die wonde in ysopagus so datter die spise dore gaet [alse dye gewonde et oft alse hij drinct G]. dese wonde geneest node. of niet. dats daerbi dat led es zenewech. Nochtan so radic dat gi legt dwingende pulver daer op. alse trode pulver es ende dander dat daer na volget. ende dat daerop bint wel dakende. ende daerna so onthoude hem die gewonde lange van etene ende van drinkene also lange alse hi mach ende so langer so beter. Want nature si verwerct hare onderwilen bi haerre subtijlre cracht dat si doet cleven die lippen te gadere vander wonden alse mer niet in en stect. dwelke doet versceeden die lippen vander wonden ende 127 dit gecrijcht nature bi des vader zade dat in den mensce es. ende dat namelike in iongen lieden. dewelke niet siin versceden of verteert van des vader nature. Dese wonde heilt sonder wieken. mer ziedi dat si hem doet te heilene weret. dats datter niet uten wonden en come no van ate no van dranke. dan so geeft hem drinken desen dranc dus gemaect. Nemt glorifilate. hete netelen. tente. rode colen. honts rebbe. elcs .1. hantvol. campzaet .1/2. lb. Ende al tcruut dat stampt wel sonder tcampsaet. dat en stampt niet want het soude geven olie. dit doet zieden in .3. stopen wijns. ende doet versieden tote .1. stope. ende daerna so ziet dor .1. linen cleet ende dan doeter in .1. luttel zeems om te zoetene. dat die zieke te bat soude mogen drinken. Ende legt optie wonde .1. root coolblat genet in den selven dranc. ende dan so bint die wonde wel. Dese dranc es goet in allen wonden gesteken of geslagen met te heilne sonder wieken. Ende ware u dese vorseide dranc te costelijc van wine so nemt die vorseide cruden ende groenen camp .1. hantvol. dit stampt al te gadere ende gieter op .1. peket wijns sonder meer. dit so sal staen driven sonder zeem desen dranc mach men oec geven gewonden lieden. Mer hi nes niet alse nuttelijc alse dierste. Nochtan so werct hi wel alsoet vorseit es.

KAPITTEL 3.

Van slokdarm gewond zodat de spijs erdoor gaat.

De wond die men in de hals of keel steekt of schiet bezie die dan zodat ge verzekerd bent hoe het met de wond staat. Gaat die wond in het merg doe ertegen zoals u geleerd hebt. En gaat die wond in slokdarm zodat er spijs doorgaat als de gewonde eet of als hij drinkt, deze wond geneest slecht of niet en dat komt omdat het lid zenuwen heeft. Nochtans raad ik aan dat ge er drukkend poeder op legt zoals het rode poeder is en de andere dat daarna volgt en bind dat er goed afdekkend op en onthoudt daarna die gewonde lang van eten en van drinken zo lang als hij kan en hoe langer hoe beter. Want de natuur verwerkt zich ondertussen met haar subtiele kracht dat ze de lippen van de wonden tezamen laat kleven als men er niets in steekt wat de lippen van de wonden laat scheiden en [127] dit krijgt de natuur van het zaad van de vader dat in de mens is en dat namelijk in jongelieden die niet verdeeld of verteerd zijn van de natuur van zijn vader. Deze wond heelt zonder doeken, maar zie dat ze hem te helen laat helen, dat is dat er niets uit de wonden komt van eten of van drank en geef hem dan deze drank te drinken aldus gemaakt;

Neemt nagelkruid, hete netels, reinvaarn, rode kolen, langbladige weegbree, van elk 1 handvol, hennepzaad, 1/2 pond. En alle kruiden stampen uitgezonderd het hennepzaad dat stamp je niet want het zou olie geven. Laat dit koken in 3 stopen wijn en laat het verkoken tot 1 stoop en zeef het daarna door 1 linnen kleed en doe er dan wat honing in om te verzoeten zodat de zieke het beter zou mogen drinken. En leg op die wond 1 rode koolblad genat in dezelfde drank en verbindt dan die wond goed. Deze drank is goed in alle wonden die gestoken of geslagen zijn om ermee zonder doeken te helen.

En is deze voor vermelde drank u te kostbaar vanwege de wijn, neem dan de voor vermelde kruiden en groene hennep, 1 handvol, dit stamp je alles tezamen en giet er 1 maat wijn zonder iets meer, dit zal staan te drijven zonder honing, deze drank kan men ook aan gewonde lieden geven. Maar het is niet zo nuttig als de eerste. Nochtans zo werkt het goed zoals gezegd is.

CAP. 4.

Va(n) wonde(n) die valle(n) i(n) de(n) roep(er)e acht(er).

Alse een mensce es gewont in den roepere dats daer die adem uut gaet ende in ter longene. dewelke longere es dienst\wijf |137rb| der herten. omme dat dese roepere es een vanden gecnoesden vingerlinen. dewelke houden te gadere bi gebinden van huden beide buten ende binnen. die adem diere gaet ute ende in. die en laet die wonde niet genesen no luken. Nochtan so pijnter u omme te genesene na uwer macht alse u vorleert es int naeste capittel vanden ysopagus. Ende altoes so wantroest die vrienden ende dat met sconen worden behendelike

KAPITTEL 4.

Van wonden die in de roeper (strot) van achteren vallen.

Als een mens gewond is in de roeper, dat is daar die adem er uitgaat en in de longen, welke long de dienstmaagd van het hart is omdat deze roeper een van de kraakbeenachtige ringen is die tezamen houden door banden van huiden, beide buiten en binnen en de adem die er uit- en ingaat die laat de wond niet genezen of sluiten. Nochtans denkt u eraan om het te genezen naar uw kennis zo goed u geleerd hebt in het vorige kapittel van de ysopagus. En wantrouw altijd de vrienden en dat behendig met mooie woorden.

CAP. 5.

Vand(er) sq(ui)nancien.

Het es ene ziecheit dewelke comt den lieden in den kele int geswilch. van welken het siin .3. manieren. vanden welken dene heet squinancie. dandere sinancie. terde quinancie. Dese quinancie also hetende. also daer siin .3. specien. dats omdat men dese swillinge mach heten apostemen die siin in verscedenen steden. Dese quinancie wast tusscen tgeswilch enter pipen vander longenen die de roepere es geheten. ende dat in ene stede die in latine es 128 geheten ysmon dewelke swillinge haer niet en baert buten. dewelke cure men es sculdech te bevelene gode. Nochtan so doeter toe also u geleret wert in die cure vander squinancien. Ende dander maniere heet sinancie. van welker die humoren siin som binnen ende som buten. ende dese maniere en es niet so vreselijc alse die vorseide es. Ende die derde maniere heet squinancie der welker humoren siin welna buten ende luttel binnen. Dese maniere es onvreselijc. of van minster vresen. Nochtan so esser in vrese groet. alse die kele verstopt so dattie adem niet en mach uutgaen. no in. dan es die mensce in vresen vanden live. ende het deert den zieken dat hi swilget siins selves spekele. Ende hine mach niet swilgen no spise no dranc. ende hi mach qualike verademen. Van welker mesquamen men es sculdech aldus te beginnen omme den zieken te hulpene. Doeten ierst laten in die hooft adre van den arme an welke zide dat het es die ziecheit ten meesten. of oec in beiden armen. dit es men sculdech te doene tote die zieke gaet in onmacht. Ende dies ander dags in die .2. blauwe adren die hem verbliken onder die tonge. Ende dit doet of die zieke starc gnouch es. Ende men doene gargariseren met dyamoronne getempert met wegebrede watere. of met desen watere dus gemaect. |137va| Nemt sumac. gallen. balaustia. rode rose blade. dese dingen gestampt doet zieden in rose watere. dit gesoden ende geziet. dan temperet met dyamoronne. ende gargarisere daer met. Dese gargarisacie dwinget die humoren ende werct haer lieder lopinge ter onsochter steden. Ende int ierste siin wi sculdech te gargariseerne met couden gargarisacien alse dierste es vanden wegebrede watere want si vercout die dinc die comt van reumegen humoren dat meeste deel. Dan gargariseret dander gargarisacie. want si es verterende ende verdickende. Ende smeret die kele met dyanteide. ende daerboven legt wolle metter yeken. Ende dit plaester es oec goet daer op geleit. Nemt wortel van hoensele. puelen van lentilgen. dit doet zieden wel in borne. daerna stampet in .1. mortier met swinen smoute. dit plaester legt al warm onder die kele. Noch .1. ander plaester dat vele meesters zere prisen. Nemt verbena die stoet [.....] [ende stampse met zwinen smoute G] ende legget alwarm optie squinancie. hier met so es menech genesen die waren in groter vresen vanden live vander squinancien. Ende dit plaester es oec goet. Nemt wortel van adeke ende van poret loke dat noyt en was versneden. alsene. sinsuun. dit stampt alte gadere ende duwet tsap daer ute. ende minget met gerstenre bloemen ende van lijnsade. so dat .1. deel dunne blive. daertoe doet gesmouten smere. ende doet in een panne opt fier ende doeter toe also vele zeems. dit tempert te gadere ende doet zieden dat het begint dicken altoes roerende. dit plaster legt op die squinancie al warm. 129

[Vanden huve inde kele.

Die huuf dye entlanghet dicke ende zwellet dicke. ten welcken es goet bloet laten alsoet u voreleert es int capittel van squinancien. Ende dair na maect dyt pulver ende wrivet dair mede. Rp. gallen. bloemen vander prumen gernate die men heet in latijn indie. peper. canele. dyt pulver legghet opten huuff met eenre dore gater pipen oft met enen anderen instrumente. den huuff opheffende ende dair nae zo maect hem dit gargarisacie aldus. Rp. Zoeten wijn. zeem ende aysil. van elcken even vele. dit (doet) te gader zieden. Dye cruyde wel gepulvert in enen mortier matalen peper. piretrum. stafisagria. zoet balausten. dit ziedt alte hope ende gargarisere nochtens ende tsavens. Ende maect oec dit pulver bayen van lauweriers. comijn. puleg[....] gumme van arabien. dit so menget met warmen zeeme dyt soe legghet op dye crune vanden hovede op stoppen. Oft dit niet ne ziedt (l. dient of diedt) so maect hem enen brant met enen gloyenden ysere inden necke. Noch dyt pulver dair op geleyt op dien necke es oeck goet omme te treckene die humoren uter kelen. Rp. pec. dit doet smelten op .1. cleene vier dair toe dit pulver gemaket van witten wyeroke. dyt wel gemenghet te gadere. dit pulver dit legt alsoet voirseit es. Dient (of diedt) dit niet so snyttene alsoe u vore leert es dair voren metter pipen te snydene G].

KAPITTEL 5.

Van de keelontsteking.

Het is een ziekte die de lieden in de keel in het de strot komt waarvan er 3 soorten zijn waarvan de ene keelontsteking heet, de andere sinancie en de derde squinancie. Deze ontsteking die alzo heet alzo er 3 soorten van zijn en dat is omdat men deze zwelling kan noemen die in verschillende plaatsen zijn. Deze ontsteking groeit tussen de strot en de pijpen van de longen die de roeper (strot) heet en dat in een plaats die in Latijn [128] ysmon heet en die zwelling openbaart zich niet buiten wiens genezing men aan God moet aanbevelen. Nochtans zo doe ertoe zoals u geleerd werd in de behandeling van de keelontsteking.

En de andere soort heet sinancie, waarvan de vochtvermengingen soms binnen en soms buiten zijn en deze soort is niet zo vreselijk zoals de voor vermelde is.

En de derde soort heet keelontsteking wiens vochtvermenging zijn meest buiten en weinig binnen. Deze soort is niet te vrezen of van kleine vrees. Nochtans zo is er grote vrees in als de keel verstopt is zodat de adem er niet uit kan gaan of in, dan is die mens in vrees van het lijf en het deert de zieken dat hij zijn eigen speeksel zwelgt. En hij kan geen spijzen of drank zwelgen en hij kan slecht ademhalen. Van welke ongelukken men aldus moet beginnen om de zieken te helpen.

Laat hem eerst laten in de hoofdader van de arm aan welke zijde dat het is en het meeste aan de kant van de ziekte of ook in beide armen, dit moet men doen tot de zieke in onmacht gaat. En de volgende dag in de 2 blauwe aderen die onder de tong blijken. En doe dit als de zieke sterk genoeg is. En men laat ze gorgelen met sap van vruchtengelei gemengd met weegbreewater of met dit water aldus gemaakt;

Neem sumak, (Rhus coriaca) gallen, granaatbloemen, rode rozenbladeren, deze dingen gestampt en laat het koken in rozenwater en dit gekookte zeven en dan meng het met sap van vruchtengelei en daarmee gorgelen. Dit gorgelwater dwingt de vochtvermenging en bewerkt haar loop naar pijnlijke plaatsen. En als eerste moeten we gorgelen met koud gorgelwater zoals de eerste is van het weegbreewater want ze verkoelt voor het grootste deel de dingen die van ruime vochtvermenging komen. Dan gorgel dan met andere gorgelwaters want dat verteert en verdikt. En besmeer de keel met sapnteide en leg daarboven ongewassen wol. En deze pleister is ook goed om daarop te leggen;

Neem wortel van heemst, peulen van lens en laat dit goed koken in bronwater en stamp het daarna in 1 mortier met varkensvet en leg deze pleister warm onder de keel.

Nog 1 andere pleister dat vele dokters zeer prijzen; Neem Verbena die je stampt [.....] en stamp het met varkensvet en leg het al warm op die keelontsteking en hiermee zo is menigeen genezen die in grote vrees van het lijf waren van de keelontsteking.

En deze pleister is ook goed; Neem wortel van kruidvlier en van prei dat nooit gesneden is, alsem en Sium, (psyllium, Plantago?) stamp dit alles tezamen en duw het sap eruit en meng het met gerst bloem en van lijnzaad zodat het 1 deel dun blijft en doe er dan gesmolten vet bij en doe het in een pan op het vuur en doe er alzo veel honing bij en meng dit tezamen en laat het koken zodat het dik begint te worden en altijd roeren en leg deze pleister warm op de keelontsteking. [129]

Van de huig in de keel.

Die huig die dik verlengt en dik zwelt waartegen het goed is bloed te laten zoals u geleerd hebt in het kapittel van keelontstekingen. En maak daarna dit poeder en wrijf het daarmee. Recept; gallen, bloemen van granaten die men in Latijn Indië noemt, peper en kaneel en leg dit poeder op de huig met een pijp met gaten of met een ander instrument en hef er de huig mee op en maak voor hem daarna dit gorgelwater aldus. Recept; Zoete wijn, honing en azijn, van elk evenveel, en laat dit tezamen koken. De kruiden goed verpoederd in een metalen mortier, peper, pyrethrum (Anacyclus), Delphinium staphisagria, zoete granaatbloemen en kook dit alles in een hoop en gorgel er ‘s ochtends en ‘s avonds mee. En maak ook dit poeder; bessen van laurier, komijn, polei [....] gom van Arabië en meng het met warme honing en leg het zo op de kruin van het hoofd op proppen. Als die niet werkt maak dan bij hem een brand met een gloeiend ijzer in de nek. Nog dit poeder op de nek leggen is ook goed om de vochtvermenging uit de keel te trekken. Recept; pek, laat dit smelten op 1 klein vuur en doe er dit poeder bij dat gemaakt is van witte wierook, (Boswellia thurifera) dit goed tezamen gemengd en leg dit poeder zoals gezegd is. Dient dit niet zo snij hem zoals u hiervoor geleerd hebt om met de pijp te snijden.

CAP. 6.

Va(n) branke(n) of ama(n)dre(n).

Het wast onderwilen in die kele ene swillinge ende dat achter an die tonge alse .2. amandren. Ende dats bi humoren die dalen uten hoofde bi reumen. dewelke swillinge bestopt menechwerf die stede daer die adem uut gaet. dewelke stat heet in latien arteria. dewelke moeten ierst siin geholpen met medicinen dewelke purgieren die humoren. Ende daerna doet den zieken sitten vore u anschijn ten lichte wert. ende vellet hem die tonge met ere tinten [ofte metten stertte van enen lepelle G] ende doet so dat gi moget zien in die kele. Ende doetse ierst gargariseren hier met. Nemt gingebere. peper. pireter. droge figen. dit stampt ende doet zieden in zoeten wine. ende ziet alst gesoden es. ende doeten gargariseren dit. Ende en |137vb| hulpet den zieke niet. so besiet also u vorleret es. ziedi ten ende vander tongen die .2. alse ama(n)dren. want dats hare rechte stede. so hebt met u .1. yseren hakelkiin () of coperijn. ende haeltse ute deen achter dandere ende snijtse elc sonderlinge of met ere vliemen (). of met enen andren instrumente daer toe gemaect. Dander hudekine diere in bliven die laet daer inne. Mer doet den zieken gargariseren met deser gargarisacien. Nemt rose water ende aysiin te gadere geminct. ende mincter met sap van 130 wegebreden. Ende eist dat zere bloet. so doeter toe gescuumt zeem. Ende eist datter af comt stanc. so snijt die velle uut diere in bleven. ende dan bescoudt die stede dor .1. pipe met enen instrumente van goude gemaect (fig. XXXVIII).

[Vande quinancie ende wat lanfranke gheviel in de stede van melane.

Ic zal u scriven eene goede leeringe ende dat bij exemplen wat dat meester lancfranc gesciede indye stad van melanen van eener ouwer vrouwen wel van 49 jaren die hadde eene squinancie (?) van fleumen die welke hadde al begrepen dye beyde [....] buten ende binnen ende zine mochte spreken no swelgen. dese hadde .1. jongen meester onder handen de welke der vrouwen beterde hare zeerhede ende hare zwellinge meerde hare. Ende meester lancfranck wasser ontboden dye de vrouwe vont cranc ende en hadde niet gheten bynnen 9 dagen no ne dorste niet slapen omme dat zij versmort waende hebben der welker vrouwen puls was cranc. hij taste dye stede onder dye kin ende hij vant die stede. liggende zere diepe die nature. wair bij hem dochte dat zij soude moghen versmoren eert ute ware te broken uut waert oft inwaert wair bij hij riet dat men hair .1. gat soude maken onder den kin met eenen scerse aldus. Dye vriende consenteerdent ende hij deedt ute. ute welker wonden liep vele vertegen materien ende hij lieter vele in meneger stede ende u geleert heeft cortelike. dair na begonste hare dye vrouwe bat te bevoelne ende haren adem te hebbene ende haren puls dye sterckede. dair na so gaf hij hare een luttel coxthe vanden welken hare vele liep ute der wonden. Ende hij leyde op dye wonde plaesteren van apien ende van terwene bloemen ende van zeemen. hebdijt niet hier voren het wert u geleert int capittel vanden antraxien ende geseyt zine virtuut. Dat leyde hij soe lange dat uter wonden die altoes stanc quam ene taye arterie ende zere stinkende dwelke was oft ware .1. stic van enen derme al soe lanc ende alsoe groet. dye welke was van vleesche dat vertech was. dye welke stede nemmermeer en stanc. Alse dat ute comen was hij gaf hare haer voetsel ende dat so dynne dat zijt mochte zupen met eenen zilveren pipe dye welke zo stac zo diepe dat hare hare drincken niet mochte uut comen ter wonden (). Alse dat vorseyde stuck uut was ende dye stanc was geleden hij dwoech die wonde met warmen wijne ende dair na so leyde hij dair op swerte zalve dye welke ghij hebt int capittel vanden hoeftwonden al dair genas die vrouwe. Dat selve gesciede mij int jaer ons heeren MCCC ende XXVIII ten beghinne typeren ane eene jonghe beghine G]. 131

KAPITTEL 6.

Van branken of amandelen.

Er groeit soms in de keel een gezwel en dat achter aan de tong als 2 amandelen. En dat is bij vochtvermenging die uit het hoofd dalen door ruimte en die zwelling verstopt vaak de plaats daar de adem uitgaat welke plaats in Latijn arteria (1) heet die eerst geholpen moet zijn met medicijnen die de vochtvermenging purgeren. En laat daarna de zieke voor u zitten met het aanschijn naar het licht toe en vel bij hem de tong met een sonde (om de diepte te peilen) of met de staart van een lepel en doe zo dat ge in de keel kan zien. En laat ze eerst hiermee gorgelen;

Neem gember, peper, pyrethrum (Anacyclus) en droge vijgen, stamp dit en laat het in zoete wijn koken en als het gekookt is laar ermee gorgelen. En helpt het de zieke niet bekijk dan zoals u geleerd hebt en zie je die 2 amandelen op het eind van de tong, want dat is hun echte plaats, dan heb je 1 ijzeren haakje of koperen en haal ze eruit, de ene na de andere en snij elk apart of met een vliem of met een ander instrument daartoe gemaakt. De andere huidjes die erin blijven die laat je daarin. Maar laat de zieke gorgelen met dit gorgelwater;

Neem rozenwater en azijn tezamen gemengd en meng er mee het sap van [130] weegbree. En is het dat het zeer bloedt doet er dan geschuimde honing bij. En is het dat er stank van komt snij dan het vel uit die erin gebleven zijn en dan verbrandt dan die plaats door 1 pijp met een instrument van goud gemaakt.

Van de keelontsteking en wat Lanfranc gebeurde in de plaats Milaan.

Ik zal u een goede lering beschrijven en dat met het voorbeeld wat dokter Lancfranc gebeurde in de stad Milaan van een oude vrouw wel van 49 jaar die een keelontsteking had van fluimen die al begrepen had de beide [....] buiten en binnen en ze kon niet spreken of zwelgen, deze had 1 jonge dokter onder handen die de vrouw haar zeerheden verbeterde en haar zwelling vermeerderde bij haar. En dokter Lanfranc werd ontboden bij de vrouw en vond die zwak en ze had 9 dagen niet gegeten en dorste niet te slapen omdat ze versmoort waande te worden wiens vrouw puls zwak was en hij taste de plaats onder de kin en hij vond de plaats zeer diep liggen in de natuur waarbij hij dacht dat ze zou mogen versmoren eer het uitgebroken was, naar buiten of naar binnen, waarbij hij aanraadde dat men haar 1 gat onder de kin zou maken met een schaar aldus. (1) De vrienden stemden toe en hij deed het er uit en uit die wond liep veel verrotte materie en hij liet er veel op vele plaatsen zoals u net geleerd hebt en daarna begon die vrouw zich beter te voelen en had haar adem en haar puls werd sterker en daarna gaf hij haar wat coxthe waarvan er bij haar veel uit de wonden liep. En hij legde op de wond pleisters van Apium en van tarwebloem en van honing en heb je dat niet hiervoor, het wordt u in het kapittel van de antrax geleerd en zijn kracht gezegd.

Dat legde hij zolang dat uit de wonden, waar altijd stank uitkwam, een taaie en zeer stinkende ader kwam die was of het 1 stuk van een darm was en alzo lang en alzo groot die van vlees was dat verrot was en die plaats stonk nimmermeer. Toen dat eruit gekomen was gaf hij haar voedsel en dat zo dun dat ze het kon drinken met een zilveren pijp die zo diep stak dat haar drank niet uit de wond kon komen. Toen dat voor vermelde stuk eruit was en de stank over was waste hij de wond met warme wijn en daarna legde hij er zweerzalf op die ge in het kapittel van de hoofdwonden hebt en daar genas die vrouw. Datzelfde gebeurde mij in het jaar Ons Heren 1300 en 37 in het begin van Yper bij een jonge begijn. [131]

(1) Arteria , de oude benaming voor luchtpijp, ook ‘aspera arteria,’ wegens de door de kraakbeenringen veroorzaakte oneffenheid. Tegenwoordig spreekt men van ‘tracheaլ de Fransen van ‘trache artre.’

(2) De zin is niet in orde. Uit het verhaal mag afgeleid worden dat Lanfranc bij een patiënte een diep abces onder de kin geopend heeft, dat door drukking op het strottenhoofd haar dreigde te verstikken. Uit de omstandigheid dat het gedronkene gedeeltelijk naar buiten vloeide, volgt dat het abces in verbinding stond met den slokdarm of de pharynx.

CAP. 7.

Dits va(n) ranula ond(er) die tonge.

Onderwilen so wast onder die tonge .1. aposteme van vlesce diemen heet in latine ranula. dats in vlaemsce .1. puut dewelke weret der tongen haer werc te doene. dats te formeerne die wort. Ja hi wast ondertiden so groet datter die mont met es al vervult. Van welken es mijn raet. dat als die aposteme cleine es so maecter toe dit plaester. Nemt operment. trode ende tgeluwe. .1/2. dr.. gingbere. zout. gallen. peper. pireter. van elken .1. dr.. dit tempert met aysine. ende maec daerin catoen nat. ende daer met wrivet. Ende wildiere af maken cockelkine getempert met aysine. entie droocht. ende haddi daer af te doene. dan so wrijfter .1. ontwe ende doet daer met also u vorleert es. Ende daerna so houde die zieke in den mont olye van rosen tote dat die sweringe es leden. dewelke hi hadde bi der wrivingen vanden pulvere. Ende of dit niet en hulpt entie aposteme si so groet. so bedarf dat mense snide met enen scerse aldus. ende trect uut met enen hakelkine aldus (zie vorige figuur). Maer siedi dat die aposteme bruun of swert of hart es. ende si niet beseffelijc en es den zieken. so en comter niet an. want si soude siin vander materien van melancolien. ende dan so en genasen si nemmermeer. Die gene die gi moget sniden sonder vrese die siin moruachtech ende kerende ter witheit wert. dewelke niet ydelt van harre wacheit. optie welken men es sculdech dus te werkene (zie vorige figuur). Slaet daer in een hakelkijn onder die tonge ende haeltse ute ende versceetse |138ra| vanden [goeden G] vlesce vander tongen met enen scerse () ende trecket al ute metten hakelkine. ende daerna so dwaet den mont met aysine ende met borne. ende daerna so heiltse also u vorleert es int capittel vanden tantvlesce.

KAPITTEL 7.

Dit is van ranula onder de tong.

Soms groeit er onder de tong 1 vleesgezwel die men in Latijn ranula noemt, dat is in Vlaams 1 kikker, die de tong belet om zijn werk te doen, dat is de woorden te vormen. Ja het groeit soms zo groot dat de mond er geheel mee gevuld is. Waarvan mijn raad is dat als dat gezwel klein is maak er deze pleister tegen;

Neem arsenicum, de rode en gele, 1/2 drachme, gember, zout, gallen, peper pyrethrum (Anacyclus), van elk 1 drachme, meng dit met azijn en maak daarin katoen nat en wrijf daarmee. En wil ge er een koekje van maken gemengd met azijn en die droog en had ge dat nodig wrijf het dan stuk en doe daarmee zoals u geleerd hebt. En hou daarna de zieke olie van rozen in de mond totdat de zweer geleden is die hij had met het wrijven van het poeder.

En als dit niet helpt en het gezwel is zo groot dat het nodig is dat men het met een schaar aldus snijdt en trek het eruit met een haakje aldus.

Maar zie je dat het gezwel bruin of zwart of hard is en niet gevoelig is voor de zieke, kom er dan niet aan want het zou van de materie van melancholie zijn en dan genezen ze nimmermeer. Diegene die ge zonder vrees kan snijden die zijn murwachtig en verkleuren naar het witte die niet leeg is van haar vochtigheid waarop men aldus moet werken. Sla daarin een haakje onder de tong en haalt het eruit en scheidt het van het goede vlees van de tong met een schaar en trek alles eruit met het haakje en was daarna de mond met azijn en met bronwater en heel het daarna zoals u geleerd hebt in het kapittel van het tandvlees.

CAP. 8.

Va(n) g(ra)te(n) of bene(n) gescote(n) i(n) de kele.

Alse een been of graet van enen vissche verwert in der menscen kele. dan so stelt den mensce dat sine kele es in die lucht of in die zonne. waerbi dat gi moget zien te diepere in die kele. ende vellet die tonge [met enen houtken of L] met uwen dume. also u vorleert es. ende alse gijt ziet so steket ute so gi ierst moget. Ende het es oec goet dat gi den mensce doet eten so gi meest moget. ende dan doeten keren die spise eer si begint verteren in die mage. Ende en wert die mensce niet delivereert vanden bene metten 132 keerne. so maect vaste an enen sterken draet .1. cleine stickelkijn van ere spoengien. dewelke gi doet den mensce swilgen die dat vorseide been in heeft. dewelke spoengie gi selt uut trecken metten drade diere an es gecoppelt. Ende dus sal dbeen of graet verwerren in die ruheit vander spoengien. Of hi swilge .1. herde corste brodes. dewelke hertheit te rechte sal doen dalen.

KAPITTEL 8.

Van graten of benen die in de keel zijn geschoten.

Als een been of graat van een vis zich verwart in de mensen keel stel de mens zo dat zijn keel in de lucht of in de zon is waarbij dat ge dieper in de keel kan kijken en de tong [met een houtje of L] met uw duim zoals u geleerd hebt en als ge het ziet steek het eruit zo ge het eerste kan. En het is ook goed dat ge de mens laat eten zo ge het beste kan en laat dan de spijs braken eer ze begint te verteren in de maag.

En wordt die mens niet bevrijd van het been met het [132] braken maak dan aan een sterke draad 1 klein stukje van een spons vast die ge de mens laat opzwelgen die dat voor vermelde been in heeft en die spons zal ge eruit trekken met de draad die eraan gekoppeld is. En aldus zal het been of graat verwarren in de ruwheid van de spons. Of hij zwelgt 1 harde korst brood in en diens hardheid zal het recht laten dalen.

CAP. 9.

Van bociu(m) an die kele gewassen.

Bocium es .1. aposteme van vlesce die wast an die kele buten. diewelke hout vaste ondertiden an die geet adre. ende onderwilen an die zenewen van den halse of vander kele. Ende dan so eist vrese daer an te comene. want waerse vast an die geet adere. diere an quame omme te genesene. hi doodde den mensce. ende dat also houde alse hi wonde die geetadere. want die aposteme esser so vaste ane gecoppelt. dat mense in gere manieren soude mogen sceden sonder grote vrese. Ende waerse andie zenewen men soudse niet mogen sceden sonder die zenewen te quetsene. Ende dlichtste datter den zieken af stonde te comene. dat ware dattie zieke soude werden cromhalsende. Ende dese aposteme comt van ere reumen dewelke dalen uten hoofde in die kele. Dese aposteme versterft gerne opt kint [vanden vader oft vander moeder C L G] of op enech van haren geslachte. Also doet tisike. artetyke. laserscap. apostumacia. dat |138rb| es die grote litargie. Ende vele ziecheiden die men heeft in die ogen. Ende alse ghi wilt genesen dese apostemen. of raet daer op geven omme te genesene. so moeti ierst so doen. dat gi die humoren die hier toe lopen bi costumen van naturen siin gedigereert. ende daerna gepurgiert met medicinen die purgieren dese humoren. diere te vele siin entie gemindert. ende dit bi rade van enen vroeden fisisiin. ende het ware oec nuttelijc dattie surgijn ware medicijn ende oec recht. alsi waren ten beginne alse ypocras was ende galienus ende avicenna. ende also mer noch vint in saleerne. overberch te monpelier. ende te parijs. ende also mer noch vint in andren steden opten dach van heden. Ende dese plaestren siin vonden om die humoren te doen smilten. of dat vleesch dat hart es af te doene. Nemt die wortels van radeke. van cucumer agrest. van saxifragen. dese wortels doet zieden in borne ende daerna so stootse met swinen smoute of met roete van bocken. dit plaester legt lange optie wonde of op die booste. Ende maect oec desen dranc. Ontdelft al singende pater noster. die wortel van enen okerbome. die noyt noten en droech. desen wortel so stampt met. 200. pepercoornen. doet dit al wel zieden in goeden wijn tote die helft es versoden. van desen wine so drinct alle dagen nuchteren 133 tote hi si verloost vander bootsen. Ete oec tarwenbroet met allen ripe ende niebacken. ende drinke goeden suveren wijn. Ende wachtem van wiven .1. jaer. No en ete geen coude spisen no en drinke genen borne. want dese ziecheit comt in menech lant vanden watere vanden lande. want dat water dat men daer heeft dat comt van sneuwe. waerbi ic jugiere dat sneeu water es quaet. Ende wildi werken met surgien. so onthout mine lere want dese boec es surgie. Siedi dattie bootse niet en houdt vaste an zenewen no an die geetadere. so salmen nemen .1. scers ende sniden die huut ontwee boven optie bootse. ende peltse uut of gi moget sonder den zieke te zere te pinene. Ende en mogedi niet dit doen. so legt op dat rouwe vleesch .1. luttel realgars ende dat niet te vele. want legt diere op iet te vele |138va| gi doodt den mensce die de bootse heeft. of legter op vanden pulvere dat gi vint int capittel vanden wannen die siin op thooft ende daerna so legter op smout of botere also u vorseit es int selve capittel. Ende dus doet tote gi hebt tfleesch ute. Alse gi ziet dat tfleesch mindert. so legt in lanc so min van uwen bernenden pulvere daer op. want en wrochti niet behendelike. gi mocht die geetadere bernen. ende daer omme soude die mensce sterven. Maer alse al tfleesch es ute entie wonde wel es gesuvert. so heiltse also u vorleert es in dierste partie van desen boeke dewelke leert vele vanden hoofde gewont.

KAPITTEL 9.

Van bocium die aan de keel groeit. (kropgezwel)

Bocium is 1 vleesgezwel die van buiten aan de keel groeit en die soms aan de gaataderen vasthoudt en soms aan de zenuwen van de hals of van de keel. En dan is het vrees daaraan te komen want is het vast aan die gaataderen en die er aan kwam om te genezen, hij doodt de mens en dat is als hij vasthoudt aan die gaataderen want dat gezwel is er zo vast aan gekoppeld dat men het er op geen manieren van zou mogen scheiden zonder grote vrees. En was het aan de zenuwen, men zou het niet mogen scheiden zonder de zenuwen te kwetsen. En het lichtste dat de zieken ervan stonden af aankomen dat was dat die zieke er een kromme hals van zou krijgen. En dit gezwel komt van een ruimte die uit het hoofd in de keel daalt.

Dit gezwel vererft graag op het kind van de vader of van de moeder of op enige van hun geslacht. Alzo doet tering, jicht, melaatsheid en lethargie, dat is de grote slaapzucht. En vele ziektes die men in de ogen heeft.

En als ge dit gezwel wil genezen of er raad op geven om te genezen dan moet ge eerst zo doen dat ge de vochtvermenging die hier naar toe lopen en er door gewoonte van de natuur zijn verteerd en daarna purgeren met medicijnen die deze vochtvermenging purgeren waar er veel van zijn en die vermindert en dit bij aanraden van een kundige dokter en het is ook nuttig dat die chirurg een dokter is en ook een goede zoals er in het begin waren zoals Hippocrates was en Galenus en Avicenna en zoals men er noch vindt in Salerno, andere zijde van de Alpen te Montpellier en te Parijs en zoals men er tegenwoordig nog vindt in andere plaatsen. En deze pleisters zijn gevonden om de vochtvermenging te laten smelten of dat vlees dat hard is er af te doen;

Neem die wortels van mierikswortel, van Bryonia, van Pimpinella saxifraga en laat deze wortels koken in bronwater en stamp ze daarna met varkensvet of met vet van bokken en leg deze pleister lang op die wond of op dat gezwel. En maak ook deze drank. Ontgraaf al zingend een pater noster de wortel van een walnoot die nooit droeg en stamp deze wortel met 200 peperkorrels en laat dit alles goed koken in goede wijn totdat de helft verkookt is en drink van deze wijn elke dag nuchter [133] tot hij van dat kropgezwel verlost is.

Eet ook tarwebrood geheel rijp en nieuwbakken en drink goede zuivere wijn. En 1 jaar van vrouwen wachten. En eet geen koude spijzen en drink geen bronwater want deze ziekte komt in menig land van het water van het land want dat water dat men daar heeft dat komt van sneeuw waarbij ik oordeel dat sneeuwwater slecht is. En wil ge met chirurgie werken onthoudt mijn leer want dit boek is van chirurgie.

Zie je dat dit gezwel niet aan zenuwen of aan de gaatader vasthoudt dan zal men 1 schaar nemen en de huid kapot snijden boven op dat kropgezwel en pel het er uit als ge kan zonder de zieke te zeer te pijnigen. En kan ge dit niet doen leg dan op het rouwe vlees wat rattenkruid (zwavelarsenicum) en dat niet te veel want leg je het er iets te veel op dan dood je de mens die de zweer heeft of leg er van het poeder op dat ge in het kapittel van de uitgroei vindt die op het hoofd zijn en leg er daarna vet of boter op zoals u in hetzelfde kapittel verteld is. En dus doe tot ge het vlees eruit hebt. Als ge ziet dat het vlees vermindert leg er dan geleidelijk aan minder van uw brandende poeders op want doe je dat niet handig dat kon je de gaataderen branden en daarom zou die mens sterven. Maar als alle vlees eruit is en de wond is goed gezuiverd heel het dan zoals u geleerd hebt in het eerste deel van dit boek die veel leert van gewonde hoofden.

CAP. 10.

Van scrofule(n) dieme(n) heet sconinx evel.

Scrophula in latine es of bediet in vlaemsce soch want also die soch werpt vele verkenen also werpt dit ongemac vele clieren. die wassen onder die oren omtrent die kele ende onder die kele [ende onder die kinne L]. onder die ocsele. ende in die liesche omme die 3. leden principael die hem daer purgieren. also ic u noch hier na sal maken vroeder int capittel vanden sweren. ende van desen daer dit capittel af sal leren. So sijnre beide grandulen ende scrophulen. Ende grandula es. .1. cliere. die es meest van humoren diemen heet fleuma. Ende scrophulen die siin meest van humoren die men heet melancolie. Ende glandulen die siin moru ende scrophulen die siin hart. Ende si di daertoe geroepen omme te genesene. so sijt vroet weder si siin out of nuwe. Also avicenna seit. Men es sculdech ierst dengenen te purgierne diese heeft. ende siin voetsel te minderne. Purgieren dat es keren ter kelen dat zere hulpt den genen die scrophulen of clieren hebben. Ende en hulpt dit niet wel. so moet menne purgieren met medicinen die macht hebben 134 te purgierne gorseme humoren van fleumen. also dit pulver doet. Nemt turbith. gingbere. wit suker. van elken even vele te gadere gepulvert. van desen pulvere en geeft niet den zieken boven .2. dr.. of ene .dr.. na siere cracht. Ende dit so geeft hem ter middernacht of een deel daer achter. ende slaper op .1. luttel. dat es tote hi begint ter cameren gaen. ende dan en slape niet meer. so dat hi heeft al gegaen. Ende wachtem wel so dat hi niet sat en ete. no |138vb| en ete niet navens. no en drinke genen borne. No niet dat cout es op siin spise. Ende hem es goet dat hi gedoge vele hongers. Ende wachtem van vele te stupene. want dat verwillet thooft van humoren. ende en kniele niet vele op sine knien. dat hi hem doet venteusen. dat nes niet goet. want die venteuse ydelt die subtile nature ende laet die gorseme. Nu weten gaen ter curen van desen scrophulen of glandulen of wanne. Men es sculdech ten iersten te proevene of men dese evele mach doen vergaen. ende smelten met plaestren. dien men sal leggen optie gehele huut. Nochtan so en mickender niet op vele liede sine ware uut tebroken. Ende sulke siin diere op micken. Ende diere op micken ende verdriet dat sise hebben. dien salmen maken dese plaestere ende leggense daer op. Nemt rode slecken die ziedt met swinen smoute. ende doeter toe zeem dit so minct wel te gadere. Ende dit plaster so legt op die scrophule geheelder huut. Een ander. Nemt wortel van hoensce gestoten. ende gesoden met swinen smoute. of hoendren smout ende met wine. hier af maect .1. plaester dits oec goet. Noch geets cotelen geminct met aysine ende met zeme. dats oec goet. Nemt armoniac. bedelli. galbanum. van elken even vele. dit stelt .3. dage te smeltene in sterken aysine. ende daerna so tempert daer met sulfer. ende maecter af .1. plaester. dits oec goet. Avicenna seit dat dit plaester es wonderlike goet dat men maect aldus. Nemt wortele van lelyen ende lijnsaet. duvenmes ende al dit tempert wel met wine. Of die mensce die de scrophulen of glandulen of wannen heeft es van zere couder naturen. ende si niet ontvarwet en siin. so doet te meer van den duvenmesse daer in. Maer oft also niet en si. so doeter in temin vanden duven messe. Ende eist in kindren oft in vrouwen. so en doeter in maer tfirendeel duven mes. Dits een zeer geprijst plaester van avicenna. ende dit plaster prisen alle meesters. dewelke es quaet te makene. of gine siter op so wel berecht als gijt maect. dat gi wacht dat gijt niet en bernt. no en laet ontlopen int vier. dit plaester heet in latine emplaustrum dyaquilon. Hets goet op gehele scrophulen ende op wannen. ende op alle herde sweren. |139ra| Ende men maket aldus. Nemt venigreic. lijnsaet wortel van hoensce. elx een .lb.. dese dingen doet elc in enen nuwen erden pot bi hem versceden. ende giet op elc sonderlinge .3. lb.. speel heets waters. ende latet also staen enen dach ende enen nacht. daerna so doet 135 elc spelen bi hem .1. luttel. ende daerna so wringet elc bi hem dor een linen cleet. so gi elc meer pijnt. soet beter es. Ende maect van elken bi hem een dic lijm. daerna so nemt onder .1/2. lb.. litargirum. dit stampt wel cleine ende sichtet dor .1. gedichte zeve so dat wel cleine pulver si. dan nemt oude olie van oliven entie suver ende claer .2. lb.. daer met ziedt litargirum altoes roerende op .1. cleine vier tote dat .1. luttel si die verwe verkeert. Ende wildijt proeven oft gnouch es. so laet een dropel drupen op enen steen of opten bodem van enen beckene. houdet te gadere sonder versceden. so eist gnouch gesoden. so doet die panne vanden viere ende latet vercouden. .1. stuc. Ende dan hebt van den lime dat gi hebt vormaect also u vorleert es .1. lb.. ende een virendeel. dat minget metter olien ende metten litargirum dat te gadere es gesoden. daerna so stellet op tvier ende doet zieden alsoet u vorleert es. dit roert altoes met enen spatule solange ziedende. dat becomt dicke als was. dan so stellet van den viere ende walket ende bouwet met uwen handen. dewelke gesmeret selen siin met olien van oliven dat die plaester an u hande niet en cleve. so gijt langer pijnt. soet beter es. Dit plaester es goet alsoet vorseit es. Ende al dat hier es geleert es goet op daer die huut es geheel. Ende dit plaester dat gi hebt nu. dat es goet op sweringe. ende dusentech werven beter dan treyt es.

KAPITTEL 10.

Van klieren die men koning’ s euvel noemt.

Scrophula in Latijn betekent in Vlaams een zeug want alzo de zeug vele varkens werpt alzo werpt dit ongemak veel klieren die onder die oren groeien omtrent de keel en onder de keel en onder de kin, onder de oksels en in de liezen vanwege de 3 voornaamste leden die zich daar purgeren zoals ik u nog hierna beter bekend zal maken in het kapittel van de zweren en van deze daar dit kapittel van is zal leren. Zo zijn er beide grandulen en scrophulen. En grandula is. 1 klier en die is het meeste van vochtvermenging die men fleuma (snot) noemt. En scrophulen die zijn meest van vochtvermenging die men melancholie noemt. En glandulen die zijn murw en scrophulen die zijn hard. En ben je ertoe geroepen om te genezen en wees bekend of ze oud of nieuw zijn zoals Avicenna zegt. Men moet eerst diegene purgeren die ze heeft en zijn voedsel verminderen. Purgeren dat is braken naar de keel dat diegene zeer helpt die scrophulen of klieren hebben. En helpt dit niet goed dan moet men ze purgeren met medicijnen die macht hebben [134] drabbige vochtvermenging van fluimen te purgeren zoals dit poeder doet;

Neemt turbith, gember en witte suiker, van elk evenveel en tezamen verpoederd, geef van dit poeder de zieke niet boven 2 drachmen of 1 drachme, naar zijn kracht. En geef het hem ter middernacht of een deel daarna en slaap er wat op, dat is tot hij begint ter toilet te gaan en dan slaapt hij niet meer als hij geweest is. En let goed op hem zodat hij zich ‘s avonds niet zat eet en geen bronwater drinkt. En ook niet dat koud is op zijn spijs. En voor hem is goed dat hij veel honger gedoogt. En wachten van veel te bukken want dat vervult het hoofd van vochtvermenging en niet te veel knielt op zijn knieën zodat hij bij zich koppen moet laten zetten, dat is niet goed want die koppen legen de subtiele natuur en laat het drabbige.

Nu gaan we naar het genezen van deze klieren of glandulen of uitgroei. Men moet eerst beproeven of men deze euvel kan laten vergaan en smelten met pleisters dien men op de hele huid zal leggen. Nochtans denk er aan die ze bij niet veel lieden zijn uitgebroken. En sommige zijn er die eraan denken. En die eraan denken en verdriet dat ze die hebben en voor die zal men deze pleister maken en het erop leggen;

Neem rode slakken die je kookt met varkensvet en doe er honing bij en meng dit goed tezamen. En leg deze pleister op de van klieren geheelde huid.

Een andere; Neem gestampte wortel van heemst en gekookt varkensvet of hoenderenvet en met wijn en maak hiervan 1 pleister, dit is ook goed.

Nog geitenkeutels gemengd met azijn en met honing, dat is ook goed.

Neem ammoniak, (Dorema) bdellium, (Commiphora) galbanum (Ferula galbaniflua) en van elk evenveel en stel dit 3 dagen te smelten in sterke azijn en meng het daarna met zwavel en maak er 1 pleister van, dit is ook goed.

Avicenna zegt dat deze pleister wonderbaarlijk goed is en dat men aldus maakt; Neem wortels van lelies en lijnzaad, duivenmest en meng dit alles goed met wijn. Of de mens die klieren of glandulen of uitgroei heeft is van zeer koude naturen en als ze niet ontkleurd zijn doe dan meer van de duivenmest daarin. Maar als ze niet zo zijn doe er dan minder in van de duivenmest. En is het in kinderen of in vrouwen doe er dan maar het vierendeel duivenmest in.

Dit is een zeer geprezen pleister van Avicenna en deze pleister prijzen alle dokters die slecht te maken is of ge zit er bovenop als ge het maakt zodat je oplet dat het niet verbrandt of in het vuur laat lopen, deze pleister heet in Latijn emplaustrum dyaquilon. Het is goed op hele klieren en op uitgroei en op alle harde zweren. En men maakt het aldus;

Neem fenegriek, lijnzaad, wortel van heemst, van elk een pond, doe deze dingen elk in een nieuwe aarden pot bij hem verscheiden en giet en meng op elk apart 3 pond heet water en laat het alzo een dag en een nacht staan en laat daarna [135] elk op zich wat spelen en wring daarna elk op zich door een linnen kleed en zo ge aan elk meer werkt zo het beter is. En maak van elk op zich een dik lijm en neem daarna ander 1/2 pond litargirum en stamp dit goed klein en zeef het door 1 dichte zeef zodat het goed klein poeder is en neem dan oude olie van olijven en dat zuiver en helder, 2 pond, en kook daarmee de litargirum en altijd roeren op 1 klein vuur totdat die kleur wat verandert. En als ge wil beproeven of het genoeg is laat dan een druppel op een steen druipen of op de bodem van een schaal en houdt het tezamen zonder te verscheiden dan heeft het genoeg gekookt en doe de pan van het vuur en laat het een deel verkoelen. En heb dan 1 pond en een vierdeel van de lijm dat ge gemaakt hebt zoals u geleerd hebt en meng dat met de olie en met het litargirum dat tezamen gekookt is en stel het daarna op het vuur en laat het koken zoals u geleerd hebt en roer dit altijd met een spatel en zolang koken zodat het zo dik als was wordt en neem het dan van het vuur en vorm en bouw het met uw handen die gesmeerd zullen zijn met olie van olijven zodat die pleister niet aan uw handen kleeft en zo ge er langer aan werkt zo het beter is. Deze pleister is goed zoals het gezegd is. En alles dat hier geleerd is, is goed op daar de huid geheel is. En deze pleister dat ge nu hebt dat is goed op zweren en duizendmaal beter dan de trekpleister is.

CAP. 11.

Va(n) scrophule(n) of glandule(n) te snidene.

Eist dat ghi sijt geroepen te scrophulen of te glandulen die men sniden moet. so besiet wel. of si houden vaste an die zenewen of an die geetadre. snidise dan gi avontuert den mensce. Ende wildise sniden so hout die cliere of wanne of glandule tusscen uwe vingeren ende uwen dume. ende dat so seker dat si u niet en mogen ontvlien. Ende dan |139rb| so hebt in u hant .1. scers ende snijt die huut nauwelike ontwee. ende dat op ende neder die snede lanx den lede. so dat gi dled niet en dweerst. Ende wacht dat gi niet en snijdt den sac vanden vorseiden clieren. ende dan so scolet van den vlesce ende vander huut ende pelet ute also voort dat gijt al geheel uut doet. eist scorphule glandule of wanne. treckende met enen hakelkine dat giere toe hebt gedaen aldus (fig. XL). Ende of dbloet verwint. so stremmet als u vorleert es. Ende ofter iet in blivet vanden sacke. so doet ute alsoet u geleert wert vroedelike int capittel na volgende.

KAPITTEL 11.

Van klieren of glandulen te snijden.

Is het dat ge geroepen bent bij een klier of glandulen die men snijden moet bekijk dan goed of ze vasthouden aan de zenuwen of aan de gaataderen, snij je ze dan, dan avontuurt u de mens. En wil u ze snijden houdt die klier of uitgroei of glandule tussen uw vingers en uw duim en dat zo zeker zodat ze u niet mogen ontgaan. En dan heb je in uw hand 1 schaar en snij die huid nauwelijks kapot en dat op en neer die snede langs de leden zodat ge het lid niet hindert. En let op dat ge niet de zak van de voor vermelde klier snijdt en schel dan het vlees van de huid en pel het eruit en verder zodat ge het er geheel uitdoet, is het een klier, glandule of uitgroei, trek met een haakje dat ge erbij hebt gedaan aldus. En als het bloed te veel wordt strem het zoals u gekeerd hebt. En als er iets in de zak achterblijft doe het eruit zoals u in het volgende kapittel verstandig geleerd wordt.

CAP. 12.

Van scorphule(n) of glandule(n) uut te broken.

Het hebben vele lieden geloven ane den coninc van vrankerike. dat hem god heeft gegeven [dye 136 gracie G] te genesene die lopende scorphulen. Ende dat es allene met sinen begripene met siere hant ende dan te besiene. Het geneester vele met haren gelove ende onderwilen genesen sulke niet. Eenperlike seggen menege boeke van surgien dat enech meester viseert. dat men den zieken leiden soude op .1. lopende water op sente Jans nacht in den zomer. ende doene daer op bloeden. so dat dbloet valle int water. ende hi seit oec datter vele souden genesen. Alst al es geseit so dunct mi dit die rechte cure entie zekerste. Nemet tpulver dat gescreven es int capittel van den wannen int boec vanden hoofde. van den welken gi doet .1. luttel optie scorphulen op elc sonderlinge. Ende dies ander dages so hebt swinen smout. daer in gesoden siin rode coolen. ende dat legt daer op tote dat die clieren uut vallen. Ende comter een ander in die stede liggen. so doeter also toe. tote dat daer nemmeer en comt. ende dan heilt die wonde alse ene ander wonde. Ende also doet die gene die gi snijt. legt dat pulver opten sac die gi snijt ende die daer in blijft. Hier af so vorsiet u wel. dat gi den zieken niet en avontuert. no u selven niet en brinct in pelloten. alse menech meester hem selven heeft bracht. bi dat hijs niet en conste. of bi roekeloesheiden. Ende hier met si ons nu gnouch hier af.

KAPITTEL 12.

Van uitgebroken klieren of glandulen.

Er zijn vele lieden die geloven aan de koning van Frankrijk dat God hem heeft gegeven de gratie de lopende klieren te genezen. En dat is alleen met door het te vatten met zijn hand en dan te bezien. Er genezen er veel met hun geloof en soms genezen sommige niet.

Eenparig zeggen menige boeken van chirurgie dat enige dokter beoogt dat men de zieken leiden zou op 1 lopend water op Sint-Jan nacht in de zomer en laten ze daarop bloeden zodat het bloed in het water valt en hij zegt ook dat er velen zouden genezen.

Zoals al gezegd is denk ik dit de echte en de zekerste behandeling is. Neem het poeder dat beschreven is in het kapittel van de uitgroei in het boek van het hoofd waarvan ge wat doet op die klieren en elk apart. En de volgende dag heb je varkensvet waarin rode kolen gekookt zijn en leg dat daarop totdat die klieren uitvallen. En komt er een andere in die plaats te liggen doe dan hetzelfde totdat er nimmer iets komt en heel dan die wond zoals een ander wond. En doe alzo diegene die ge snijdt en legt dat poeder op de zak die ge snijdt en die daarin blijft. Voorzie hiervan goed dat ge de zieken niet avontuurt en uzelf niet in opspraak brengt zoals vele dokters zichzelf hebben gebracht omdat hij het niet kon of vanwege roekeloosheid.

En hiermee is het ons hier genoeg van.

|139va| Dits die tafele vanden sevenden boeke. dwelke sal gaen vanden halse ende vander kelen nederwert tote allen leden ende tallen steden vanden licham. Ende

ierst van datmen wont adren of arterien te meneger stede anden lichame. Ende dat men die stelpen moet vanden bloede aldus

Van den canebene gewont of daeromtrent

Van wonden gesteken met kniven of etc.

Vander herten gewont

Van doot wonden waer datse vallen ant lijf

Van der nieren gewont

Van musen of zenewen gewont in den pistel

Vanden ellenboge gewont of andere juncturen

Van wonden in die darmen

Van te corttene die darmen

Van den gescorden of die den steen hebben

Van carnoffels gelijc den gescorden

Vanden stene dat ondersceet

Van den spenen

Van te genesene die spenen

. Van den praeparacien

Vander tijt datmen medicine geven sal te vorsiene

Van spenen die comen van den menisoene

Van .3. manieren van spenen te bekenne

Van .4. adren die men heet spenen

Van geswollenen spenen te vorsiene

. Van handelingen te verstane

Van buten nature te werkene

Vanden dyescinkele uter stede

Hoe die dyescinkele es gemaect boven

Vanden dyescinkele te broken 137

Noch vanden dyescinkele te genesene

Van te settene dbeen eer ment spalct

Vanden knie uter stede

Van wonden int knie

Van den bene te broken.

Van benen die uutragen

Van diversen meesters

Van andren meesters

Vanden voete uten lede

Van den voete verwrongen

Van den voete te broken

Van diversen werkene van meesters

Noch van andren meesters 138

CAP. 1.

|139vb| Het gevalt dat men snijt dweers adren ontwee of arterien in meneger stede an den lichame. uut welken adren of arterien loopt also vele bloeds dattie zieke valt in onmacht ende siin anscijn wert al wit. ende het scijnt dat die gewonde stervet. Ende dat es om dat hi heeft te vele bloets gelaten. bi welken dat dit es mijn raet. dat gi legt op die wonde pulveren die stremmen also u vorleert es int proper capittel van den stremmene dbloet. dewelke staet in die ierste partie van den hoofde. Ende het gesciet dicken dat nature haer verrecht. die welke vervult die adren bi bloede dat si sendet vander leveren. entie gewonde wert weder bloedende in onmacht. Of bi dat hem die gewonde so piint of roert sijn led. daer hi in gewont es dat daer bi comt. alst dicwile gesciet es die gebloet laet sijn van welken gi sijt altoes so berecht op u wachte dat gijt in tijts moget weren. Want pulver no coniuracien no cracht van stenen so en mach hem niet stelpen. Waerbi mijn raet es. ende ooec die leringe van meester hugen van luken. datmen hebbe vormaect die scrode daer men mede bint. ende dat dwingende even effene. ende niet te zere. Ende doet die wile houden enen andren mensce sinen vinger optie adere of arterie diere ontwee es. so dat daer geen bloet uut en come. Dese redene es bi dat verstorkelt ende wert dicke onder den vinger. om dat men lange daer op hout. so langer so beter. ende daerna so bintene also u vorleert es. [Ende meester hughe van lukes die seit alsmen den vingere of doet van den wonden dat men op den wonden sal stroien dit naevol ghende pulver. Rp. aloe epaticum .dr.. ij. boli armenici .o.. .1/2. sanguis draconis .dr.. i. thuris albi et pinguis .dr.. iij. misceantur et fiat pulvis subtijlis ende boven desen poeder stroiet een lettel tarwin blomme ende daer boven lecht eenen plaster ghemaect van stoppen ghenet in dat wijtte van den eye ende asiin tegader gheminget ende alsoe verbindet ende men sal dat ledt hoegghe leg\ghen. 139 Een ander. mester hughe van lukes die seit dat men den vinghere houde op den wonden. ende datmen ghiete op dat ledt cout water daer met sal die spelinge ende die hitte van den bloede weder keeren ende hoemen die vinger langer der op hout hoe beter is ende als men ten vingerewert stroit van den vorseiden poeder der op ende der boven leght een plaster ghenet in aisiin ende dwitte van den eye. Ende alse de siecke ghevoelt de hitte in de wonde men sal hastelic of doen den plaster ende men sal der op legghen eene versche plaster ghenet in aisiin ende dwitte van den eye ende dit doet altoes tote dat die ghewonden seght datti niet meer hitte ghevoelt no verspringhinge van bloede. Ende hi scrijft oec datmen die stede sel vercoelen van datmen der op sal werpen aisiin ende water te gader gheminget alsoet vorleert is int cappittele van den wonden te stremmene van bloede ende dan heelt de wonde ghelijc dat jou dicke gheleert is voren ende nare C]. Meester hugen van luken seit eer hi stremmet dat lopen vanden bloede. dat hi ierst bluscht die verspelinge of die hitte die in die adren siin. ende dat met coutheiden van couder medicinen. alse es aysiin en twitte van den eye. Ende als die gewonde beseft die hitte in die adren of arterien ende hijt u seit. vorvoets so doet af die plaestren die liggen optie wonden ende legter op nuwe plaestren van aysine ende van witte vanden eye. Ende alsi verwarmen so vernuwetse al tote dat die gewonde seit dat hi niet en beseft verspelinge no hitte van bloede. Of vercoudt die stede met daerop te werpene couden borne. ende aysijn te gadere. Ende het siin sulke lieden die |140ra| seggen dat cout warm verhit. ende dat warm vercoudt. sine weten niet wat si seggen. want dat cout es. dat doet dbloet vlien. dwelke es onse naturlike hitte. ende warm water dat verhit. want gelike verblijt hem van sinen gelike. Die baertmakere en laet niet in couden borne. no die gene die cout heeft en verwarmt niet in couden watere. Alse .1. mensce hem dwaet in couden watere so sluten die porosse. dewelke siin dor nauwe gaetkinen in die huut. entie siin daer onse sweet dore comt. Ende om dat die siin besloten metten couden borne. so en mach geen naturlike hitte daer ute scieten. ende dus so dunct hem dat tcoude water verwarmt. Ende dat warm water ontdoet die porosse. ende dan so sciet daer ute die naturlike hitte. dus so en mach si niet verhitten die stede. also den mensce dunct in den winter die baedt in warmen watere hi hevet te coudere daeraf menichwerven. .2. dage daerna. Daer omme dwaet hem die ribaut in den winter met couden watere smorgens die qualike gecleet es of naect wille gaen. dus so slut hi dan sine porosse. dus so behout hi dan te bat sine naturlike hitte. Ende als .1. mensce. badet den zomer in couden watere ende hi vercout. daerna als hi gecleet es so heeft hi meer hitten dan hi hadde te voren eer hi ginc baden. Ende blijft hi in couden watere. hem salder af hongeren. ende dats om dat tcoude water drijft die natur\like 140 hitte inwert in den lichame. welke hitte doet verteren die spise die in de mage es. dits al geproeft ende merket wel gi vindet waer. Ende alse dit bloet es gestremmet. so legt optie wonde die plaster van stoppen die genet siin in couden watere ende in aysine ge minct te gadere. ende laet die plaestere niet daerop verwarmen. Daerna so legt optie wonde u rode pulver. ende geneset also u vorleert es. Ende voort wert gewijst hier na hoe mense sculdech es te genesene in misseliken steden eldre. Ende die dus hebben verloren haer bloet alst vorseit es alse gi versekert sijt dat si nemmeer en bloeden. so voedse met dranken ende met spisen die goet bloet maken alse capoene hoendren kiekine pertricen wedren vleesch ende daerin gesoden persiin ende daeraf gemaect .1. sover met doders van eyeren ende drinke goeden suveren wiin. dus ete ende |140rb| drinke hi es al genesen metter hulpen van naturen. wien god die cracht heeft gegeven. want sonder hulpe van gode en heeft nature gene macht.

Dit is de tafel van het zevende boek die zal gaan van de hals en van de keel naar beneden tot alle leden en alle plaatsen van het lichaam. En

Eerst van dat men aderen of slagaders op vele plaatsen aan het lichaam verwondt. En dat men die stelpen moet van het bloed aldus

Van het gewonde sleutelbeen (luchtpijp) of daaromtrent

Van wonden gestoken met messen of etc.

Van het hart gewond

Van doodswonden waar dat ze vallen aan het lijf

Van de nieren gewond

Van spieren of zenuwen gewond in de pees

Van de ellenoog gewond of andere gewrichten

Van wonden in de darmen

Van te korten de darmen

Van de gescheurde (breuk) of die de steen hebben

Van netbreuk gelijk de gescheurde

Van de steen, dat onderscheidt

Van de aambeien

Van te genezen de aambeien

Van de preparaties

Van de tijd dat men medicijnen geven zal te voorzien

Van aambeien die van loop komen

Van 3 soorten aambeien te herkennen

Van 4 aderen die men aambeien noemt

Van gezwollen aambeien te voorzien

Van handelingen te begrijpen

Van buiten de natuur te werken

Van het dijbeen uit de plaats

Hoe dat dijbeen boven is gemaakt

Van het gebroken dijbeen [137]

Nog van het dijbeen te genezen

Van te zetten het been eer men het spalkt

Van de knie uit de plaats

Van wonden in de knie

Van gebroken been

Van benen die uitsteken

Van diverse dokters

Van andere dokters

Van de voeten uit het lid

Van de voeten verwrongen

Van de gebroken voeten

Van diversen werken van dokters

Noch van andere dokters [138]

KAPITTEL 1.

Het gebeurt dat men de aderen of slagaders dwars kapotsnijdt in vele plaatsen aan het lichaam en uit die aderen of slagaders loopt zoveel bloed dat die zieke in onmacht valt en zijn aanschijn wordt geheel wit en het schijnt dat de gewonde sterft. En dat is omdat hij te veel bloed heeft gelaten waarbij dat dit mijn raad is dat ge op die wond poeder legt dat stremmen kan zoals u geleerd hebt in het goede kapittel om bloed te stremmen wat in het eerste deel van het hoofd staat.

En het gebeurt vaak dat de natuur zich herstelt die de aderen met bloed vult dat ze van de lever zendt en de gewonde wordt weer bloedend in onmacht. Of dat de gewonde zo werkt of roert met zijn lid daar hij in gewond is dat daarbij komt zoals het vaak gebeurd is van die bloed gelaten hebben waarvan ge er altijd op let dat ge het op tijd zal weren. Want poeder of conjugatie of kracht van stenen kan hem niet stelpen. Waarbij mijn raad is en ook de lering van dokter Hugo van Lucca dat men al een zwachtel gemaakt heeft daar men mee verbindt en dat even gelijkmatig dwingt en niet te zeer. En laat ondertussen een ander mens zijn vinger op die ader of slagader houden die kapot is zodat er geen bloed uitkomt. Deze reden omdat het stolt en dik wordt onder de vinger omdat men het er lang ophoudt en hoe langer hoe beter en verbindt het daarna zoals u geleerd hebt. [En dokter Hugo van Lucca die zegt als men de vinger van de wond afdoet en dat men op de wond dit navolgende poeder zal strooien;

Recept; Alo (Alo perryi, de levervormige), drachmen 2, bolus Armeniacus o ½, drakenbloed, (Daemonorops draco)) drachme 1, thuris albi et pinguis, (witte vette wierook van Boswellia thurifera)) drachmen 3, meng het et fiat pulvis subtijlis (vermeng het en verpoeder het subtiel) en strooi boven dit poeder wat tarwebloem en leg daarboven een pleister gemaakt van proppen die genat zijn in het witte van een ei en azijn tezamen gemengd en verbindt het alzo en men zal dat lid hoog leggen. [139] Een andere; Dokter Hugo van Lucca die zegt dat men de vinger op de wond houdt en dat men op dat lid koud water giet en daarmee zal de speling en de hitte van het bloed weerkeren en hoe langer men die vinger er op houdt hoe beter het is en als men naar de vinger toe van dit voor vermelde poeder op strooit en er boven een pleister legt die genat is in azijn en het wit van een ei. En als de zieke hitte voelt in de wonde dan zal men de pleister er snel afdoen en men zal er een vochtige pleister op leggen die genat is in azijn en het witte van een ei en doe dit altijd totdat die gewonde zegt dat hij de hitte niet meer voelt of het tokkelen van bloed. En hij schrijft ook dat men die plaats zal verkoelen en dat men er azijn en water op zal werpen tezamen gemengd zoals geleerd is in het kapittel van wonden van bloed te stremmen en heel dan de wonde gelijk het je vaak hiervoor en hierna geleerd wordt.

Dokter Hugo van Lucca zegt eer hij het bloedlopen stremt dat hij eerst de hoge temperatuur blust of de hitte die in de aderen zijn en dat met koudheid van koude medicijnen zoals azijn en het witte van een ei is. En als die gewonde de hitte in die aderen of slagader beseft en hij het u zegt doe dan direct die pleister er af die op de wond ligt en leg er nieuwe pleisters van azijn op en van het witte van een ei. En als ze verwarmen vernieuw het geheel totdat de gewonde zegt dat hij het spelen of hitte van bloed niet beseft. Of verkoel die plaats met daarop koud bronwater en azijn tezamen te werpen.

En er zijn sommige lieden die zeggen dat koud warm verhit en dat warm verkoelt en ze weten niet wat ze zeggen want dat koud is dat laat het bloed vlieden wat onze natuurlijke hitte is en warm water dat verhit want gelijke verblijdt zich van zijn gelijke. De barbier laat geen koud bronwater in en verwarmt niet diegene die het koud heeft in koud water. Als 1 mens zich wast in koud water dan sluiten de poriën zich wat zeer nauwe gaatjes in de huid zijn en die zijn daar waar ons zweet doorkomt. En omdat die gesloten zijn met het koud bronwater kan er geen natuurlijke hitte daar uitschieten en zo denkt hij dat het koude water hem verwarmt. En dat warme water opent die porin en dan schiet de natuurlijke hitte eruit en zo kan ze die plaats niet verhitten zoals de mens in de winter denkt die in warm water baadt dat hij het vaak daarna 2 dagen daarvan koud van heeft. Daarom wassen de rabauwen zich in de winter ճ morgens met koud water en die slecht gekleed is of naakt wil gaan en dus zo sluit hij dan zijn poriën en dus zo behoudt hij dan beter zijn natuurlijke hitte. En als 1 mens in de zomer in koud water baadt en hij verkoelt daarna als hij gekleed is dan heeft hij meer hitte dan hij tevoren had eer hij ging baden. En blijft hij in koud water hij zal ervan verhongeren en dat is omdat het koude water de natuurlijke [140] hitte binnen het lichaam drijft welke hitte alle spijs laat verteren die er in de maag is, dit is alles beproefd en let op ge vindt het waar.

En als dit bloed gestremd is leg dan op die wond de pleister van proppen die genat zijn in koud water en in azijn tezamen zijn gemengd en laat die pleister er niet op verwarmen. Leg daarna op die wond uw rode poeder en genees het zoals u geleerd hebt.

En verder wordt hierna gewezen hoe men ze elders moet genezen in verschillende plaatsen. En die dus hun bloed hebben verloren zoals gezegd is en als ge verzekerd bent dat ze nimmer bloeden voedt ze met drank en met spijzen die goed bloed maken zoals kapoen, hoenderen, kuikens, patrijzen, rammenvlees en daarin peterselie gekookt en daarvan 1 gerecht gemaakt met dooiers van eieren en drink goede zuivere wijn en eet en drink zo dan wordt hij geheel genezen met de hulp van de natuur wie God de kracht heeft gegeven want zonder hulp van God heeft de natuur geen macht.

CAP. 2.

Va(n) de(n) canebene gewont of daer o(m)trent.

Het gevalt menechwerf datmen wont enen mensce met snidender wapenen alse sweert of diesgelike optie scoudren dat men slaet toten canebene ontwee of enech ander [beenen C] daer omtrent. Esser enech been ontwee of gequetst. so doet ierst die scaelgien ute die gi vint in die wonde. ende sijt versekert of die wonde niet dore en gaet. ende sidijs versekert so naytse ende dat diepe stekende metter naelden. waerbi dat die bodem vander wonden niet en blive versceden. mer wel voegende binnen so datter geen etter in mach bliven no wassen no luusscen. Ende dese steken siin vingers verre versceden deen vanden andren. so so datter dende van den vinger tusscen mach liggen. [niet de langde van den vinger maer de breede C.] Ende stect int hangende vander wonden .1. wieke gemaect van ouden suveren linen cledren of van stoppen datmen oec heet werc. Ende legt opten naet vander wonden trode pulver dat oec vorleert es. of albucasis pulver. dat oec root es gemaect. alsoet vorleert es. daerna so heiltse metter swarter zalven.

KAPITTEL 2.

Van het gewonde borstbeen of daar omtrent.

Het gebeurt vaak dat men een mens verwondt met snijdende wapens zoals zwaard of diergelijke op de schouders zodat men het borstbeen kapotslaat of enig ander been daar omtrent. Is er enig been kapot of gekwetst haal er dan eerst de splinters uit die ge in de wond vindt en ben je ervan verzekerd dat die wond niet doorgaat en ben je verzekerd naai het en steek dat diep met de naald waarbij dat de bodem van de wond niet verdeeld blijft, maar van binnen goed voegen zodat er geen etter in kan blijven of groeien en geen luizen. En bij deze steken zijn de vingers ver verscheiden de ene van de andere zodat het eind van de vinger ertussen kan liggen, niet de lengte van den vinger, maar in de breedte. En steek in het hangende van de wond 1 doek gemaakt van oud zuiver linnen kleed of van proppen dat men ook werk noemt. En leg op de naad van de wond het rode poeder dat u geleerd hebt of Albucasis poeder dat ook rood is gemaakt zoals geleerd is en heel het daarna met de zwarte zalf.

CAP. 3.

Van steke(n) m(et) knive(n) of des gelijc.

Alse men stect enen mensce met enen knive of met andren wapenen. alse misericorden. steecsweert. glavie. pieke. vorke. priem. of gaveloten. of gescoten met quarelen of scichten of daergien. so dat die wonde gaet dore die weech. ende dat dor die craye. in latine dyafragma. in welke stede es die 141 herte entie longere ende ysopagus [dat es dye darm ende leegt onder den roepere dye heet G] in latine canna pulmonis [dore welke darem gaet die spise ende dye dranck dye de mensche neemt ter mont in dye mage ende dore dien roepere zo trect dye longene de wynt te hare ende steect weder ute ten welken men heet den adem G]. Ende alst gevalt datmen den mensce also wont. so besiet of dat bloet valt binnen der borst optie craye. eist also so besiet hoemen dbloet uut gecrige also ic u hier na sal leeren. Maect u wieke cleine voren ende achter groet. so datse niet en mach vallen binnen der weech. want viel siere binnen so waerse quaet uut te gecrigene. Ende dese wieke moet genet siin in warme olie van rosen. ende hebtse telken vermakene eer gi dandere uuttrect. ende stecse also dapperlike in die wonde als gi dandere uut trect want het ginge iegen den gewonden zere |140va| ginger uut van sinen ademe. of ginge in die wonde enege lucht van buten. Ende es dat bloet comen tettere datter binnen es. so maect dit daer gise mede dwaet met enen instrumente als .1. clisteri pipe met enen balge daer an gebonden aldus. dits ene ceriengie. dits ene clisterie. Ende stect die pipe in de wonde ende dan gietet in den balch. ende doet also lopen inwert. ende hutset den gewonden wel. daerna so keertene over die wonde so dat al uut mach lopen dat gi in de wonde hebt. Nemt zeem van rosen .3. dr.. dat doet zieden met pulvere van mirre. van venigrieke. van mele. van lupinen van elken .1/2. dr.. in .1. lb.. zoets zeems ende .2. lb.. waters dit doet zieden tote dat terdendeel es versoden. dan so ziet dor .1. scone linen cleet. so dat wel claer si ende suver. ende doeter met also u vorleret es. Daerna so legt optie wonde .1. plaster gespreit op .1. linen cleet gemaect dat plaester aldus. Nemt zeem van rosen geziet .1. lb.. van gersten bloemen .4. dr.. mirre ende meel van venigrieke elcs .1. dr.. dit doet zieden [op .1. cranc vier C. G. L.] altoes roerende met enen spatule. ende alst begint dicken ende wel es geminct te gadere so doet vanden viere ende mincter met .3. dr.. terbentinen dewelke si ierst gedwegen ende wel gesuvert. dit so roert al te hope. Dit plaster so legt optie wonde alsic u vorleert hebbe. Of net u wieke in olie van oliven alsoet vorleert es emmer wiekende. Dit doet tote detter dat binnen der weech es gevallen si wel gesuvert. dwelke gi moget kennen bi dat de gewonde niet en hoest. ende bi dat hi hem selven wel gevoelt ende sine cracht wast. ende bi dat hi sinen adem wel draget. Ende ziedi dat geen etter meer en comt van binnen so en dwaeter nemmeer ende mindert u wieke ende laet de wonde luken manierlike. Ende eist dat detter niet en mindert so eist te duchtene datter die gewonde sal af sterven. Ende eist dat hi siin hoesten niet en laet ende sine sweringe niet en mindert ende hi verliest sinen slaep ende sinen appetijt. dit es wantrostelijc. Hierop so nes meer geen 142 nuwe cure mer dwaettene ende wiectene ende plaestertene als u vorleert es. ende stelt u hop(e) in die genadecheit gods. Maer blijft hi in sine cracht ende hi swilt tusscen der vierder ribben enter vijfter. dewelke minst es. so maect |140vb| tusscen .2. rebben in die swillinge daer si morust es ene wonde [snydende met enen sceerse G] () toten ettere. die so vermaect als u vorleert es. dwaende. wiekende. plaesterende. ende laet die wonde heilen. Want het gevalt menechwerf dat detter ende dbloet valt op die craye. dwelke men niet en mach uutgecrigen ter ierster wonden. men en moet maken .1. ander wonde. alsoet vorseit es. Welke wonde die groete vrese es. nochtan moet ment avonturen omme argere te belettene. Ende hets merder vrese te sine dorwont achter dan voren. want die craye es achter zenewech ende sijs voren vleesich. Gevielt also ic hebbe vorseit. hi mochter bi genesen alsoet menechwerf es gesciet. Ende en doet ment niet also ic vorleert hebbe. die gewonde soude ewelijc werpen etter uten monde met groten tormente van hoestene. ende soude sterven enpicus. dats .1. ziecheit dat men uutwerpt die longere in substancien van ettere. Ende eist datmen wont enen mensce in die borst of daer omtrent entie wonde niet dore en gaet. so heilt de wonde metten plaestere ende metter swarter zalven also men andere wonden heilt.

KAPITTEL 3.

Van steken met messen of diergelijke.

Als men een mens met een mes of met andere wapens steekt zoals ponjaard, steekzwaard, slagzwaard, piek, vork, priem of werpspiets of geschoten met werpschicht of schicht zodat de wond door de wand gaat en dat door de middenrif, in Latijn diafragma, in welke plaats het [141] hart en de longen en slokdarm is dat is de darm en ligt onder de strot die heet in Latijn canna pulmonis door welke darm de spijs en de drank gaat die de mens in de mond neemt in de maag en door die strot trekken de longen de wind tot zich en steken het er weer uit wat men adem noemt. En als het gebeurt dat men de mens alzo verwondt bekijk dan of dat bloed binnen de borst op die kraag valt en is het alzo bekijk dan hoe men het bloed er it krijgt zoals ik u hierna zal leren.

Maak doek die voor klein is en achter groot zodat het van binnen niet in de weg kan vallen want als ze binnen valt is het er weer moeilijk uit te krijgen. En deze doek moet genat zijn in warme olie van rozen en je moet ze telkens vermaken eer ge er de andere uittrekt en steek ze alzo dapper in de wond als ge de andere er uittrekt want het gaat zeer tegen de gewonden als zijn adem uitgaat of ging er in die wond enige lucht van buiten. En is het dat het bloed dat er binnen tot etteren komt is maak dan dit daar ge het mee wast met een instrument als 1 klysmapijp met daaraan aldus gebonden een balg; dit is een spuit, dit is een klysma. En steek die pijp in de wond en giet het dan in de balg en laat het alzo naar binnen lopen en beweeg de gewonde goed en keer het daarna over de wond zodat alles eruit kan lopen dat ge in de wond hebt.

Neem honing van rozen, 3 drachmen, laat dat koken met poeder van mirre, (Commiphora myrrha) van fenegriek, van meel van lupinen en van elk 1/2 drachme in 1 pond zoete honing en 2 pond water, dit laat je koken totdat het derdedeel verkookt is en zeef het dan door 1 schoon linnen kleed zodat het goed helder en zuiver is en doe ermee zoals u geleerd hebt.

Leg daarna op die wond 1 pleister die gespreid is op 1 linnen kleed en maak die pleister aldus; Neem gezeefde honing van rozen 1 pond, van gerst bloem, 4 drachmen, mirre en meel van fenegriek en elk 1 drachme, laat dit koken op 1 zwak vuur en altijd roeren met een spatel en als het begint te verdikken en goed tezamen gemengd is doe het van het vuur en meng er 3 drachmen terpentijn mee die eerst gewassen is en goed gezuiverd, roer dit alles in een hoop. Leg deze pleister op de wond zoals ik u geleerd heb. Of nat uw doek in olie van olijven zoals u geleerd hebt en immer doeken. Doe dit tot de etter dat binnen de wand is gevallen goed gezuiverd is wat ge kan herkennen omdat de gewonde niet hoest en omdat hij zich goed voelt en zijn kracht aangroeit en omdat hij zijn adem goed haalt. En zie je dat er geen etter meer van binnen komt was het nimmer en verminder uw doek en laat de wond goed sluiten.

En is het dat het etter niet vermindert dan is het te duchten dat die gewonde ervan zal sterven. En is het dat hij zijn hoesten niet laat en zijn zweer niet vermindert en hij verliest zijn slaap en zijn appetijt, dit is ontmoedigend. Hierop is geen [142] nieuwe behandeling meer, maar was en doek het en pleister het zoals u geleerd hebt en stel uw hoop in de genadigheid van God.

Maar blijft hij in zijn kracht en hij zwelt tussen de vierde en de vijfde rib, die de kleinste is, maak tussen 2 ribben in die zwelling daar ze het murwste is een wond snijden met een schaar tot het etter en vermaak die zoals u geleerd hebt, wassen, doeken, pleisters en laat die wond helen. Want het gebeurt vaak dat het etter en het bloed op de kraag valt wat men er niet uit kan krijgen in het begin van wond en men moet 1 andere wond maken zoals gezegd is. Welke wond de grote vrees is, nochtans moet men het avonturen om erger te beletten. En er is meer vrees achter doorwond te zijn dan voor want de kraag is achter met zenuwen en voor vlezig. Gebeurt het zoals ik voorzegt heb kan hij ervan genezen zoals vaak gebeurd is. En doet men het niet zoals ik u geleerd heb dan zou die gewonde eeuwig etter uit de mond werpen met grote kwelling van hoesten en zou Empyema (etterige borstvliesontsteking) sterven, dat is 1 ziekte dat men de longen uitwerpt in substanties van etter.

En is het dat men een mens in de borst of daar omtrent verwond is en de wond niet doorgaat, heel de wond met de pleister en met de zwarte zalf alzo men andere wonden heelt.

CAP. 4.

Vand(er) h(er)te(n) gewont.

Die herte gewont en wert nemmermeer genesen. want si es dupperste led van den mensce. dwelke ierst ontfaet lijf ende spaetst sterft. Alle die leden vanden mensce die nemen haer begin van haren levene van der herten. waerbi essi gewont of enech van den adren of arterien die haer siin. dat siin pulsadren. dat bloet dat gaet van hare ende si verliest haer hitte ende bluscht als .1. lement van ere kerssen of van ere lampten. alse dat lement verliest si smout so gaet tfier uut. Also eist vander herten alsi verliest haer bloet so blusscen [die hitte ende L] die geesten vanden lichame.

Alse dat herte es gewont. dbloet datter uut comt ter wonden dats zere bruun. ende die enden vanden lichame alse handen. voeten. nese werden al cout. entie lippen werden bleec. Dese wonden die vallen bider luchter borst of bachten daer iegen ende hem brect uut sweet tallen leden. 143

KAPITTEL 4.

Van het hart gewond.

Het hart gewond wordt nimmermeer genezen want ze is het belangrijkste lid van de mens die het eerst het lijf ontvangt en het laatste sterft. Alle leden van de mens die nemen hun begin van hun leven van het hart en als ze gewond is of enige van de aderen of slagaders die van haar zijn, dat zijn polsaders, dat bloed dat gaat van haar en ze verliest haar hitte en blust als 1 pit van een kaars of van een lamp zoals die pit zijn vet verliest dan gaat het vuur uit. Alzo is het van het hart en als ze haar bloed verliest dan blussen de hitte en de geesten van het lichaam.

Als dat hart gewond is, is het bloed dat uit de wond komt zeer bruin en de einden van het lichaam zoals handen, voeten en neus worden geheel koud en de lippen worden bleek. Deze wonden die vallen bij de linkerborst of daarachter en bij hem breekt het zweet uit in al leden. [143]

CAP. 5.

Van dootwonde(n) w(aer)se valle(n) anden live.

Nu es geseit van der herten alsi gewont es dat dootwonde es ende dat de mensce sterft. Entie herssenen gewont es oec dootwonde want die gewonde scijnt vallende vanden [groote L] |141ra| evele. ende hi pist in siin bedde dat hijs niet en weet. hi keert. hi spasmeert. dat es om dat die herssenen siin wortel van allen zenewen. Ende dat march vanden ruggebene [toten steertbeene G]. dwelke liggende es binnen .2. huden alse die herssenen doen. waerbi alse dat gewont es. so eist oec dootwonde. Die longere gewont es oec dootwonde. ende sonderlinge dupperste blat. want donderste mach men genesen. ende dats om dat niet en roert also vele als dupperste doet. Mer alse die longere es gewont van ere reumen diere binnen valt so en mach mer geen medicine toe doen comen. ende dan moet de mensce sterven tysike.

Die longere wert gewont in die borst ende daer comt valu bloet ute ende scinende licht root ende vele bloets. Ende hi heeft enen dapperen adem. entie gewonde wert verweloes. Die longere gewont. es die wonde nauwe int vleesch. so ruumtse ende werpt in die wonde dit pulver. Mastic. olibanum. dragant. gomme van arabien. venigriec. dit wel cleine gepulvert. Ende geeft den gewonden te supene dese spise. Nemt tarwengruus getempert met borne ende luttel gesoden. ende daerna geziet dor .1. linen cleet ende daer met getempert peniden. Ende wachten van vele sprekene ende van gramscape [ende van lachen L] ende van den lichame te pinene. Ende en laet die wonde niet heilen buten. vore datse heel es binnen in die longere. Ende oft noot es so dwaetse wel also u vorleert es int capittel vander borst. Ende die levere gewont die en geneest niet of en si die wonde wel cleine. ende dan geneestse dapperlike. Mer die levere comt onderwilen uter wonden. ende si swillet so dat mense niet weder in en kan gedoen waerbi die .4. meesters raden dat men make dit plaster ende leget optie geswollen levere. Nemt sop van alsenen van adeke. van vliedere. zeem. aysiin. tarwen bloeme. van elken even vele. ende siedet al overeen. dat si also dicke alse dicke zeem. Dit plaester legt optie geswollen levere also warm alse die lichame si. dit sal helpen der naturen. die geesten selen die levere weder intrecken het en si dat de wonde si al te nauwe. eist so. so wijdt de wonde met enen scerse vroedelike. Dit plaster sal de wonde stelpen die de levere heeft die geswollen es ende gewont. |141rb| Die craye gewont es oec dootwonde. die vallet in die corte rebben of daer omtrent dan so es 144 die adem groet ende dicke. denwelken hi geeft met groter pinen ende versickende. ende zere roerende beide die borsten. opdat die wonde si in zenuwe(ge)n steden. Mer alse die wonde si in vleseger steden die machmen genesen. dit proeft galienus. Die blase gewont. dats dootwonde. alse die wonde vallet int dunne vander blasen. want sijs zenewech ende zenewen en mogen niet genesen. Mer essi gewont in den hals daer si vleeschachtech es daer geneest si wel. Alse men mach zien van kindren diemen snijt vanden stene opdat die steen cleine si. uter wonden so loopt die orine. Die mage gewont es dootwonde want die spise comt uter magen ter wonden ute. entie dranc. Es die mage gewont. entie wonde in den buuc si nauwe so wijtse. Ende men naye die wonde vander magen met .1. gecanter naelden met enen cleinen gewasten drade daer in. Ja ware die wonde in vleeschachteger steden vander magen. Boven so essi zenewech daer en diedet niet toe gedaen. men verlore de pine. Opten naet so stroye trode pulver. dats int capittel vanden wonden te nayene.

Die darmen gewont ende sonderlinge die dunne darmen dits dootwonde. daer ute so comen die stronten. Mer wert men gewont in die vleeschachtege darmen dat mocht men genesen. Ende daeraf so suldi hebben .1. proper capittel wat giere met hebt te doene. Maer onderwilen so en comen niet die tekene vander doot. ende dan so es men sculdech te hopene optie goetheit gods. Want het en es niet al verloren dat in vresen es onderwilen. Galienus seit. wie dat gewont es in den buuc comt hem vele ganssen op ende sicken die dunne lichame die sterft. Ende es iemen gewont in die borst dorgaende. entie adem daer uut comt. ende comt hem toe beven vander herten. ende corten adem. dit siin oec tekene vander doot. Die wonden die gevallen boven den knie .3. vingeren entie dwers ende onder dat knie int begin vander muus vanden leden. Entie vallen boven die leden vander hant. Ende tusscen den ellenboge enten scoudren. dit siin alle vreselike wonden ende geiugiert dootwonden. ende dat van |141va| Galiene [ende avicenne L] ende van Amazore. Want musen siin geconformeert van vleeschachtegen zenewen ende van gebinden. dewelke siin de wille van roerne. Want dat roert dat geneest node. Want de wonden begeren meer ruste dan ander dinc. want die gebinden ende zenewen comen .1. deel vanden herssenen ende .1. deel van der herten gewassen. want als men comt op spasme. (1) dustane wonden lacertosege sine ontfaen geen genesen men snide die zenewen ontwee. dat seit avicenna. Ende dus so wert de mensce verminct. Waerbi hi jugiert dat beter es .1. verminct mensce dan .1. doot mensce. waerbi avicenna ende galienus jugieren dat die wonden die vallen in die steden daer siin vele zenewen of adren of daer bi. die siin vreselijc om dongeval 145 datter dicken toe comt alse spasme of twivelinge van spraken. In die capittele die hier na siin. so salmen in elc scriven sonderlinge steden. als u geseit es hier voren.

KAPITTEL 5.

Van doodswonden waar ze aan het lijf vallen.

Nu is gezegd van het hart als ze gewond is dat het een doodswond is en dat de mens sterft. En de hersens gewond is ook een doodswond want de gewonde schijnt te vallen van het groot euvel en hij pist in zijn bed wat hij niet weet, hij braakt, hij verkrampt en dat is omdat de hersens de wortel is van alle zenuwen. En dat merg van de ruggenwervel tot het staartbeen die binnen 2 huiden ligt net zoals de hersens doen waarbij als dat gewond is dan is het ook een doodswonde.

De longen gewond is ook doodswond en vooral het bovenste blad want het onderste kan men genezen en dat is omdat het niet zoveel roert zoals de bovenste doet. Maar als de long gewond is van een ruimte die erbinnen valt dan kan men er geen medicijnen toe laten komen en dan moet de mens langzaam sterven.

De long wordt gewond in de borst en er komt vaal bloed uit en schijnt licht rood en veel bloed. En hij heeft een snelle adem en de gewonde wordt lijkbleek.

De longen gewond, is de wond nauw in het vlees, ruim het en werp in die wond dit poeder; mastiek, (Pistacia lentiscus) wierook (Boswellia thurifera), dragant, (Astragalus), gom van Arabi en fenegriek, dit goed klein verpoederd. En geef de gewonde deze spijs te drinken;

Neem tarwegruis gemengd met bronwater en wat gekookt en daarna door 1 linnen kleed zeven en meng het met kandijsuiker. En wachten van veel te spreken en van gramschap en van lachen en van het lichaam te pijnen (werken). En laat de wond niet buiten helen voordat ze binnen in de longen heel is. En als het nood is was het dan goed zoals u geleerd hebt in het kapittel van de borst.

En de lever gewond die geneest niet tenzij de wond goed klein is en dan geneest ze snel. Maar de lever komt soms uit de wond en zwelt zo dat men het er niet weer in kan doen waarbij de 4 dokters aanraden dat men deze pleister maakt en die op de gezwollen lever legt;

Neem sap van alsem, van kruidvlier, honing, azijn en tarwebloem, van elk evenveel, en kook alles door elkaar zodat het zo dik als honing wordt. Leg deze pleister op de gezwollen lever zo warm als het lichaam is, dit zal de natuur helpen en de geesten zullen weer in de lever trekken tenzij dat de wond al te nauw is en is maak dan de wond verstandig wijder met een schaar. Deze pleister zal de wond stelpen die de gezwollen en verwonde lever heeft. De kraag gewond is ook doodswond en valt die in de korte ribben of daar omtrent dan is [144] de adem groot en snel die hij met grote pijn en moeilijk ademhalen geeft en zeer roeren zich beide borsten omdat de wond in zenuwachtige plaatsen is. Maar als de wond in vlezige plaatsen is die kan men genezen, en dit bewees Galenus;

De blaas gewond, dat is doodswond als de wond in het dunne van de blaas valt want die heeft zenuwen en zenuwen kunnen niet genezen. Maar is het gewond in de hals daar ze vleesachtig is, daar geneest ze goed. Zoals men kan zien aan kinderen die men de steen snijdt als die steen klein is loopt er uit de wond urine.

De maag gewond is doodswond want de spijs en drank komt uit de maag uit de wond. Is de maag gewond en de wond in de buik is nauw, maak het wijder. En men naait die wond van de maag met 1-kantige naald met een kleine draad met was erop erin. Ja, was die wond in vleesachtige plaatsen van de maag. Boven is ze zenuwachtig en daar dient het niet dicht gedaan te worden, men verliest de pijn. Op de naad strooi je het rode poeder dat in het kapittel is van de wonden te naaien.

De darmen gewond en vooral de dunne darmen, dit is doodswond en daaruit komt de vuilheid. Maar wordt men gewond in de vleesachtige darmen dat kan men genezen. En daarvan zal ge 1 goed kapittel hebben wat ge ermee doen kan. Maar soms komen de tekens van de dood niet en dan moet men hopen op de goedheid van God. Want alles is niet verloren wat soms vrees is.

Galenus zegt wie in de buik gewond is en komt er bij hem veel gas op en verziekt de dunne loop, die sterft. En is iemand doorgaand gewond in de borst en de adem komt daaruit en krijgt hij beving van het hart en korte adem, dit zijn ook tekens van de dood.

De wonden die 3 vingers boven de knie vallen en dwars en onder de knie in het begin van de spieren van de leden. En die vallen boven de leden van de hand. En tussen de ellenboog en de schouders, dit zijn alle vreselijke wonden en beschouwd als doodswonden en dat van Galenus en Avicenna en van Amazore. Want spieren zijn van vleesachtige zenuwen gevormd en van banden die de wil zijn van roeren. Want dat roert dat geneest slecht. Want de wonden begeren meer rust dan een ander ding want die banden en zenuwen komen voor 1 deel van de hersens en 1 deel van het hart gegroeid want als men op kramp komt veranderen dusdanige vlezige wonden ontvangen geen genezing, men snijdt die zenuwen kapot, dat zegt Avicenna. En dus zo wordt de mens verminkt. Waarbij hij oordeelt dat het beter is 1 verminkt mens dan 1 dood mens, waarbij Avicenna en Galenus oordelen dat die wonden die in die plaatsen daar vele zenuwen of aderen of daarbij vallen, die zijn vreselijk vanwege het ongeval [145] dat er vaak bij komt zoals kramp of twijfel van spreken. In de kapittels die hierna zijn zal men van elk in apart plaatsen schrijven zoals u hiervoor gezegd is.

(1) kramp, spasmus, tetanus, krampziekte die vaak met aarde verontreinigde wonden optreedt.

CAP. 6

Dits vander niere(n) gewont.

Die nieren gewont dat siin dootwonden entie nemmermeer genesen. Want si siin naturlike nat ende wac. want daer scedet dbloet dat comt vander leveren dore die adren diemen heet hilis. die liggen ant ruggebeen comende vander leveren gaende toten nieren. daer stect die stekende nature dat dunne vanden bloede ter blasen in substancien van orinen. Nochtan so wisen sulke meestren van surgien dat men steke in die wonden wieken van stoppen genet int witte van den eye. Ende men den gewonden geve desen dranc. den welken si seggen dat hi heilt ende suvert die vortege humoren. ende men maecten dus. Nemt sap van vogels tongen. van piglen van bugglen. van glorifilaten. men geve dit den zieken. het sal comen uter wonden sulc alst die zieke drinct. Of men doe maken desen dranc in de specerie van desen couden saden. Nemt citrulli melonis. cucumeris. cucurbite. boli armenici. dragaganti albi. van elken even vele. men siede dit in watere ende maker af .1. cyroop. ende geeft drinken den gewonden te besiene of men mach helpen der naturen. dart bi rechte niet en mach siin. Nochtan so es ment sculdech te proevene.

KAPITTEL 6

Dit is van gewonde nieren.

De nieren gewond, dat zijn doodswonden en die nimmermeer genezen. Want ze zijn nat en vochtig van nature want daar scheidt het bloed dat van de lever door de aderen komt die men nierbekken noemt, die aan de ruggenwervel liggen en van de lever komen en gaan tot de nieren daar steekt de stekende natuur dat dunne van het bloed naar de blaas in substanties van urine.

Nochtans zo wijzen sommige dokters van chirurgie aan dat men in die wonden doeken steekt van proppen genat in het witte van een ei. En men de gewonden deze drank geeft waarvan ze zeggen dat het heelt en zuivert de verrotte vochtvermenging en men maakt het aldus;

Neem sap van vogeltong, (Polygonum) van heggerank, (Bryonia) buggle, Prunella vulgaris en van nagelkruid (Geum) en men geeft dit aam de zieke, er zal zulks uit de wonden komen zoals de zieke drinkt.

Of men laat deze drank in de apotheek maken van deze koude zaden; Neem citrulli melonis, (meloen) cucumeris, (komkommer) Cucurbita, (kauwoerde) bolus Armeniacus, dragaganti albi, (witte Astragalus) van elk evenveel en men kookt dit in water en maakt er 1 siroop van en geeft het de gewonde te drinken om te zien of men de natuur kan helpen daar ze het zelf niet kan doen. Nochtans moet men het proberen.

CAP. 7.

Va(n) muse(n) of zenewe(n) gewo(n)t in den pistel va(n)de(n) arme(n).

Eest datmen wont enen mensce in den pistel van den |141vb| arme of eldre ende dat dwers der muus. dat es groete avonture vanden live. ende merder dan die arm al of ware geslagen. ende dats om die wedertreckinge. vanden zenewen. dwelke torment den gewonden doet spasmeren. ende dats .1. teken vander doot. Want die musen siin gewrocht van dradekinen vanden zenewen. ende van herden vlesce vanden herssenen ende vander herten als u vorleert es int capittel van dootwonden. Ons leren oude mesters van salerne. alse die zenewen siin ontwee geslegen dweers datmen die enden vanden zenewen bescoude met enen gloyenden instrumente. ende wacht dat gi niet en comt ant vleesch so gi best moget. want dat bernen sal die zenewen delivereren doen van haren humoren die si tote hem trecken bi haerre beseffelijcheit. Want galienus seit. die geesten entie humoren. die lopen altoes ter onsochter steden [ende aldus seyt hijt in latijn ad locum dolorosum confluunt humores G]. Ende legt optie wonde dit plaester ge\maect. 146 Nemt tectiken die hoofden af gedaen ende suvertse vander erden die si ane hebben. dese tectiken so stampt metten witten vanden eye. ende legt dit plaester optie wonde. dit sal die zenewen doen vergadren naerder dan enech ander plaester. dits optie zenewen geseit die dwers gewont siin of ontwee. Maer die zenewen die gespleten siin of es die wonde lanx. die en heeft gene noot van gebernt te sine. Ende wacht die gewonde zenewe van warmen watere. want het soude die zenewen verrotten. want die zenewen siin gewassen van wacheiden. welke wacheit heeft bider coutheit te gadere gewrongelt die zenewen over al den lichame vanden mensce. Nu hort hier .1. exempel dat mester galienus orcont. Een man was gewont in sinen vinger met enen instrumente als .1. naelde. die huut vanden vingere verherdde entie wonde sloet. die vinger swoer hem so zere dat hi niet en conste geduren. Hi ontboet enen meester diere op leide plaestren die vet waren. die vinger hi vertechde. die zieke spasmeerde. ende was doot binnen .7. dagen. Ende hadde hire op geleit dat die wonde ontdaen hadde. dat dmes hadde mogen comen ute. hine hadde niet gestorven. Waerbi die meesters van medecinen die raden datmen wachte die wonde in zenewegen steden. van warmen watere ende van couden watere. ende van olien. het en ware gerechte |142ra| olie van rosen gemaect van groenre olien van oliven. dat siin van oliven die niet ripe en siin of van olien van nokernoten. Eist dat enech mensce wert gesteken met ere naelden of dies gelike in sine zenewen. so legter op terbentine gespreit op .1. linen cleet ende dat warm. dat salse zere gesmieden. Noch maect .1. plaster dies gelike van euforbien ende van wasse. Noch .1. ander. Nemt galbanum. armoniacum. cerapinum. oppopanacum. dit mingt wel overeen. dits goet optie steke van naelden van griffien. van elsenen ende des gelike. Ende sulke meesters siin alse meester lancfranc die willen aldus voortgaen. si raden alse die wonde es dwers in den arm. Eist dat in die muus vanden arme die pistelen siin ontwee of die zenewen datmen die enden vanden zenewen naye tegadere met .1. driecanter naelden. Ende dat men legge op den naet pulver van levenden calke ende olibanum ende vanden bloede van draken alsoet wijst int capittel vanden nayene. Ende eist dat die wonde daer met verstormt. so willen si dat men den naet ontwee snide. ende dat men die wonde giete al vol warmer olien van rosen geminct met doders van eyeren. Ende eist dat het wert bloedende alsoet gerne pleget. want daer siin vele adren ende arterien daer af si zere es tontsiene. dat ware quaet te stremmene sonder met berne. Men mach qualike wonden die armen. men moet zenewen ende adren ende arterien wonden. mer boven alle dese so es men sculdech tontsiene van spasmen. dewelke vreselijc es alsoet gescreven staet int capittel vander spasmen. Ende gi moet oec manierlike binden dese wonde ende an elke side besmeren met deser zalven. dewelke weret die humoren dat si niet en lopen ter wonden. het en ware datter te vele waren entie waren 147 starc. Maect deze zalve aldus. Nemt bole van ermenien .1/2. dr.. olie van rose .2. dr.. aysiin. dese maect also u vorleert es maken die witte zalve die bolen wel cleine gepulvert in .1. motalen mortier. dan doeter in .1. luttel olien ende wrivet wel. daerna met .1. luttel aysiins. ende doet dus wrivende dat si slechte zalve. Dit es geseit optie wonden die mogen vallen in die pistele vanden armen. [oft in dye muse vanden armen. G] of in den ellenboge. of om tende |142rb| in dyen of in benen onder tknie. Of om tende in allen steden daer musen of zenewen of adren of arterien of corden siin. die den zenewen hulpen haren last dragen. welke zenewen niet en mogen haren last dragen bi haerrer groeter beseffelijcheit. want die corden en beseffen niet dies gelike. Ende eist datmen enech been slaet ontwee dwers. so moet men studeren datmen dat led ontwee legge op .1. effen velt of plaetkijn of spaenkijn. die dat been houden dat niet en mach verporren. anders so en vergadert niet. Ende studeert dat gi den gewonden legt so sachte dat hi ende sine wonden rusten mogen. Ende heilt die wonde als u vorleert es altoes smerende ende dwaende met warmen wine. ende daerna wel drogende met stoppen of met linen cledren.

KAPITTEL 7.

Van spieren of zenuwen gewond in de pees van de armen.

Is het dat men een mens in de pees van de armen of elders verwondt en dat dwars door de spier, dat is groot avontuur van het lijf en meer dan als die arm er af was geslagen en dat is vanwege de terugtrekking van de zenuwen welke pijniging de gewonde laat verkrampen en dat is 1 teken van de dood. Want de spieren zijn van draadjes van de zenuwen gewrocht en van hard vlees van de hersens en van het hart zoals u geleerd hebt in het kapittel van doodswonden.

Ons leren oude dokters van Salerno dat als die zenuwen dwars kapotgeslagen zijn dat men de einden van de zenuwen verbrandt met een gloeiend instrument en let op dat ge niet aan het vlees komt zo best ge kan want dat branden zal die zenuwen bevrijden van hun vochtvermenging die ze tot zich trekken vanwege hun gevoel. Want Galenus zegt dat die geesten en de vochtvermenging altijd naar pijnlijke plaatsen lopen en aldus zegt hij het in Latijn; ad locum dolorosum confluent humores. (lichaamsvocht die naar pijnlijke stukken lopen) En leg op die wond deze pleister gemaakt aldus; [146]

Neem aardwormen en als de hoofden er af zijn zuiver ze van de aarde die eraan is en stamp deze aardwormen met het witte van een ei en leg deze pleister op die wonde, dit zal de zenuwen dichter laten verzamelen dan enige andere pleisters, dit is van de zenuwen gezegd die dwars gewond of verdeeld zijn. Maar de zenuwen die gespleten zijn of als de wond lang is, die heeft het niet nodig om gebrand te worden. En wacht de gewonde zenuwen van warm water want het zou die zenuwen verrotten want die zenuwen zijn van vochtigheden gegroeid en die vochtigheid heeft bij de koudheid de zenuwen over het hele lichaam van de mens tezamen gestremd.

Nu hoor hier 1 voorbeeld dat meester Galenus verkondigt; Een man was gewond in zijn vinger met een instrument als 1 naald en de huid van de vinger verhardde en de wond sloot en die vinger zweerde zo zeer dat hij het niet kon uithouden. Hij ontbood een dokter die er vette pleisters oplegde en die vinger verrotte, de zieke verkrampte en was binnen 7 dagen dood. En had hij er opgelegd dat die wond geopend had zodat het mes er had kunnen uitkomen, dan was hij niet gestorven. Waarbij de dokters van medicijnen aanraden dat men de wond in plaatsen met zenuwen geen warm en koud water en van olie zal doen tenzij dat het echte olie was die van rozen gemaakt waren en van groene olie van olijven, dat zijn van olijven die niet rijp zijn of van olie van walnoten.

Is het dat enig mens met een naald of diergelijke in zijn zenuwen gestoken wordt, leg er dan terpentijn op gespreid op 1 linnen kleed en dat warm, dat zal het zeer verzachten.

Nog maak 1 dergelijke pleister van Euphorbia en van was.

Nog 1 andere; Neem galbanum (Ferula galbaniflua), ammoniacum, (Dorema) Sagapenum (Ferula persica) en Opopanax, meng dit goed door elkaar, dit is goed op die steken van naalden van griffels, van priemen en dergelijke.

En sommige dokters zijn er zoals dokter Lancfranc die willen aldus voortgaan en ze raden aan als de wonde dwars in de arm is; Is het dat in de spier van de arm de pezen of de zenuwen kapot zijn dat men die einden van de zenuwen tezamen naait met 1 driekantige naald. En dat men op de naad poeder van ongebluste kalk legt en wierook (Boswellia thurifera) en het bloed van draken Daemonorops draco) zoals het aangewezen wordt in het kapittel van het naaien. En is het dat de wond daarmee verstomt dan willen ze dat men de naad kapotsnijdt en dat men die wond geheel vol giet met warme olie van rozen gemengd met dooiers van eieren. En is het dat het begint te bloeden zoals het graag doet want er zijn vele aderen en slagaders waarvan het zeer te ontzien is en dat slecht te stemmen is, uitgezonderd met branden. Men kan slecht de armen verwonden, men moet zenuwen en aderen en slagaders verwonden, maar boven alles moet men opletten van krampen die vreselijk zijn zoals het beschreven staat in het kapittel van de krampen.

En ge moet ook deze wond op een goede manier binden en aan elke zijde besmeren met deze zalf die de vochtvermenging weert zodat ze niet naar de wonden loopt, tenzij dat er te veel waren en die sterk waren [147]. Maak deze zalf aldus; Neemt bolus van Armenië, 1/2 drachme, olie van rozen, 2 drachmen, azijn, maak deze zoals u geleerd hebt in het maken van de witte zalf, die bolus goed klein verpoederen in 1 metalen mortier en doe er wat olie in en wrijf het goed en daarna met wat azijn en laat het aldus wrijven dat het een echte zalf wordt. Dit is gezegd op de wonden die in de pezen van de armen mogen vallen of in de spieren van de arme of in de ellenboog of om het einde in dijen of in benen onder de knie. Of om het einde in alle plaatsen daar spieren of zenuwen of aderen of slagaders of koorden zijn die de zenuwen helpen haar last te dragen welke zenuwen hun last niet mogen dragen vanwege hun grote gevoel want de koorden voelen niet diergelijk.

En is het dat men enig been dwars kapotslaat dan moet men bestuderen dat men dat kapotte lid op 1 effen veld of plaatje legt of spalk die dat been houden zodat het niet kan bewegen, anders verzamelt het niet. En bestudeer dat ge de gewonden zo zacht legt dat hij en zijn wond rusten mogen. En heel de wond zoals u geleerd hebt en besmeer het altijd en was het met warme wijn en droog het daarna goed met proppen of met linnen klederen.

CAP. 8.

Van wonde(n) i(n) de(n) ellenboge of i(n) andre(n) ju(n)cture(n).

Het gevalt dat men den mensce slaet in den ellenboge. of daer omtrent. of int led vander hant. welke wonden avonturlijc siin. ende sonderlinge in den ellenboge. om dat nature daer sendet ene wacheit om dled te houdene wac. dese wacheit heetmen zeever. Dese wonde moet men nayen also u vorleert es ende legt opten naet trode pulver dat vorseit es int naeste capittel. Ende daerboven een plaster van stoppen genet in dwit vanden eye in den zomer. Ende in den linter ende in den herfst geminct dwitte metten dodre. Ende in den winter allene die doder. Want dit doder es heeter allene. dan alser dwit met es. daer omme salmen in den winter nemen den doder allene. omme die coutheit. Ende in den zomer dwitte allene omme die hitte. want dwitte es cout om te verdrivene die humoren ende dbloet vander stede daert deren mach. 148

KAPITTEL 8.

Van wonden in de ellenboog of in andere gewrichten.

Het gebeurt dat men de mens in de ellenboog of daar omtrent slaat of in het lid van de hand welke wonden hachelijk zijn en vooral in de ellenboog omdat de natuur daar een vochtigheid zendt om het lid vochtig te houden, deze vochtigheid noemt men zeever. Deze wond moet men naaien zoals u geleerd hebt en op de naad het rode poeder leggen dat vermeld is in het vorige kapittel. En daarboven een pleister van proppen genat in het witte van een ei in de zomer. En in de lente en in de herfst meng je het witte met de dooier. En in de winter alleen de dooier. Want deze dooier is alleen heter dan als er het witte bij is en daarom zal men in de winter alleen de dooier nemen vanwege de koude. En in de zomer alleen het witte vanwege de hitte, want het witte is koud om de vochtvermenging en het bloed van de plaats te verdrijven daar het deren kan. [148]

CAP. 9.

Van wonde(n) i(n) die darme(n).

Somtijt gevalt datmen wont in den lichame met kniven of met swerden waerbi die darmen vallen uter wonden. Sijn si niet ontwee gesneden of gesteken. men es sculdech te nemene warm melc ende te warmene die darmen bi diere hitten met ere spoengien of met .1. sachten clede in dat melc gedaen ende optie darmen geleit. ende dat so dicken waerbi dattie darmen keren weder te harer rechter stat. Ende eist dat die darmen niet en mogen weder inkeren. ende die wonde te nauwe es. bi dat de darmen |142va| te reten siin bi der vercoutheit ende bi den digesten diere binnen siin vergadert. men wide die wonde met enen scerse. ende emmer wacht die darmen dat mense niet en quetse. si selen keren bi dat die wonde gewijt es ter stede daer si met rechte sculdech siin te wesene. Ende dan die wonde genayt in .2. steden of in drien steden dat si niet uut en keren. Eist dat enech smere uter wonden puult. men eist sculdech af te snidene met enen scerse. ende plaestren gemaect van stoppen. ende genet int wit vanden eye. daer boven gedaen .1. cussenneel of .2. ende gebonden als betaemt tote in den .3. dach. In den derden dach als men ter wonden comt al gemackelijc te doene af datter boven gedaen was waerbi die draden niet werden geporret. Ende te suverne met warmen watere ende weder te drogene. Ende zalvet met popelioene. binnen der wonden unguentum fuscum gedaen. ende daer boven coolbladere also vele als men wille. Ende gene wieke in die wonde te doene. ende te achterwaerne van tiden te tiden met zalven met coolbladen met wonden dranke so dat si luken. [ende heelen G].

KAPITTEL 9.

Van wonden in de darmen.

Soms gebeurt het dat men in het lichaam met messen of met zwaarden verwond wordt waarbij de darmen uit de wonden vallen. Zijn ze niet kapotgesneden of gestoken dan moet men warme melk nemen en de darmen met die hitte verwarmen met een spons of door 1 zacht kleed in die melk te doen en op de darmen te leggen en dat zo vaak waarbij dat die darmen weer terugkeren naar hun goede plaats. En is het dat de darmen niet weer kunnen terugkeren en de wond te nauw is omdat de darmen uiteengereten zijn vanwege de koudheid en vanwege de digestieve die er van binnen verzameld zijn, verruim de wond met een scheer en let immer op de darmen dat men ze niet kwetst, ze zullen naar de plaats terugkeren waar de wond ruimer gemaakt is en daar ze moeten wezen. En naai dan die wond in 2 of in 3 plaatsen zodat er niet uitkeren.

Is het dat er enig vet uit de wonden puilt moet men dat er afsnijden met een scheer en pleisters van proppen maken die genat zijn in het witte van een ei en daarboven 1 of 2 kussentjes doen en binden zoals het betaamt tot in de 3de dag. In de derde dag als men bij de wond komt het geheel er gemakkelijk af doen dat erboven gedaan was waarbij de draden gepord worden. En zuiveren met warm water en weer drogen. En zalf het met populierzalf en doe binnen de bruine wondzalf en daarboven koolbladeren zoveel als men wil. En geen doeken in de wond doen en daarna van tijd tot tijd zalven met koolbladen en met wonddrank zodat ze sluiten en helen.

CAP. 10.

Van te cortene die darmen.

Men sal verstaen van den darmen der welker es sesse. dat es te wetene. jeninus. miraet. longans. ghierbus. duodena. lyens. de .3. en mogen niet gedogen dat mense quetst. dandere .3. siin si gesteken 149 of geslagen. men machse genesen bi rade. Gevallet datmen enen mensce stect of slaet in den lichame. entie darmen uter wonden vallen. so es men sculdech te besiene welke ontwee siin of en siin. Eist dat jeninus of miraet of longans enech van den .3. uppersten siin ontwee gesteken. bi den welken men mach verstaen sicken. walgen. men moet sterven. Dandere drie darmen die geheten siin gierbus. duodena. lyens. al dorstake mense si mochten genesen in dien dat men vroedelike daer toe vaert. Men es sculdech die darmen te nemene in die hant. ende te wendene ende te kerne ende te besiene hoe die darmen ontwee sijn. Dicken gevalt datmen waent daer in vinden .1. gat of .2. Men vinter somwile .3. of .4. Tselve datter ontwee es geslagen of gesteken. men eist sculdech af te snidene ende wech te werpene. Entie .2. gehele enden te gadere te bringene. ende hebbe gereet .1. pipe van |142vb| vliedre vingers lanc of langere. ende wel scone gemaect buten ende binnen. ende in den darm gesteken. ende die 2 enden over die pipe geslovet ende gevoeget te gadere in .4. steden of in .5. genayt ende gecnocht. so dat tusscen elken cnope spacie blive .1. vingermael of meer. die cnopen te bezalvene ende te spalkene die darmen boven der pipen also behendelike als men mach. waerbi die .2. siden vergadren mogen. den lichame tondoene entie darmen weder in te doene. Es die wonde te cleine men esse sculdech te widene waerbi die darmen weder inkeren sonder quetssinge. Entie wonde so lange open boven te houdene. dat men wel weet dat die darmen siin verheilt. Ende te besiene elx dages ende te vermakene die darmen entie wonde boven. waert dat sake dat die wonde genase ende loke eer die darmen verheilt waren. bi den winde ende bi den venine die vergadren soude omtrent die darmen buten ende binnen so souden die darmen vorten ende deen vanden andren varen. dan waert arger dan te voren van den iersten dage was. Ende men moest weder breken ende sniden of hi moester omme sterven. Jegen den dertechsten dach datmen seit dattie darmen verheilt siin tegadere ende men dies seker es. af te doene datter boven was gedaen. die draden vallen ute bi hem selven ende suveren ter wonden ute. daer na te verheilene die wonden. die pipe die in die darmen es valt dore die darmen biden digesten nederwert. ende die gene geneest al.

KAPITTEL 10.

Van de darmen te korten.

Men zal verstaan dat er van de darmen zes zijn, dat is te weten; jeninus, mirach (abdomen, buik) , longans, (rechte darm) zirbus (het net, omentum) duodena twaalfvingerige darm) en lyens, de 3 mogen niet gedogen dat men ze kwetst en de andere 3 als die zijn gestoken [149] of geslagen dan men ze kan genezen door raad. Gebeurt het dat men een mens in het lichaam steekt of slaat en de darmen uit de wonden vallen dan moet men bekijken welke kapot zijn of (niet) zijn, is het dat jeninus of miraet of longans, enige van den 3 bovenste, kapot gestoken zijn waarbij men kan verstaan hikken en walgen, men moet sterven. De andere drie darmen die gierbus, duodena (twaalfvingerige darm) en lyens heten en al doorstak men ze, ze mochten genezen indien dat men er verstandig naar toe gaat.

Men moet de darmen in de hand nemen en wenden en keren en bezien hoe de darmen kapot zijn, vaak gebeurt het dat men er 1 of 2 gaten in meent te vinden. Men vindt er soms 3 of 4. Hetzelfde dat er kapot is geslagen of gestoken moet men afsnijden en weg werpen. En de 2 hele einden tezamen brengen en gereed hebben 1 pijp van vlier en een vinger lang of langer en goed schoon maken van buiten en van binnen en in de darm steken en de 2 einden over de pijp schuiven en tezamen voegen en in 4 of in 5 plaatsen naaien en knopen zodat tussen elke knoop een vingerbreed of meer ruimte blijft, die knopen zalven en de darmen spalken boven de pijp zo behendig als men kan waarbij de 2 zijden zich verzamelen mogen, het lichaam los maken en de darmen er weer in doen. Is de wond te klein dan moet men het wijder maken waarbij de darmen er weer inkeren zonder kwetsing. En de wond zo lang boven open houden zodat men goed weet dat de darmen geheeld zijn. En dan elke dag bezien en de darmen en de wonde erboven vermaken en was het zo dat die wond genas en sloot eer de darmen geheeld waren dan zouden ze door wind en vanwege het venijn die zich verzamelen zou omtrent de darmen, buiten en binnen, zouden de darmen verrotten en de ene van de andere gaan en dan was het erger dan het tevoren van de eerste dage was. En men moet weer breken en snijden of hij moest erom sterven.

Tegen de dertigste dag dat men zegt dat die darmen tezamen geheeld zijn en men er zeker van is doe er dan af wat erboven was gedaan, die draden vallen van zichzelf uit en zuiveren ter wonden uit, heel daarna de wond, de pijp die in die darmen is valt door de darmen met de digestie naar beneden en diegene geneest geheel.

CAP. 11.

Vande(n) gescorde(n) of die de(n) steen hebben.

Van den genen die gescort siin of die den steen hebben so siin .2. redenen van diverser manieren bi enen velle dat cifat geheten es. ende leget binnen den lichame iegen den broecrieme gelijc enen 150 solre. so welken tijt dat persse heeft. eist bi springene eist bi scridene. of ionge kindere bi wenene. het split ontwee. entie darmen vallen neder. ter stede daer si uut comen blijft .1. gat. waerbi die darmen mogen inkeren ende uutkeren. In dien dat die kindren jonc waren entie gescortheit versch. men mochte hem hulpen met cussenelen ende met dranke. diere toebehort. Men neme oocmonde confilie. vriesewonde. fenicle. selfhele. van elken .1. hantvol te gadere gedaen ende wijn |143ra| daerop gegoten. ende gedronken elx dages .2. werf telken .1. lepel vol si mogen genesen vaert menre vroedelike toe. emmer dat cusseneel vaste perssende die darmen te blivene binnen int gat. dat gat vernauwet bi dien dranke. ende bi dien cussenele. Ende si genesen binnen .8. weken. Eist dat si bi desen stucken niet en mogen genesen. men moetse sniden. So ga te "post mundi fabricam" dies te doene heeft hi sal hem leren wat men doen sal daer toe.

KAPITTEL 11.

Van de breuken of die de steen hebben.

Van diegenen die een breuk of de steen hebben zijn er 2 redenen van diverse soorten bij een vel dat buikvlies genoemd is en ligt binnen het lichaam tegen de broekriem gelijk een [150] zolder en in welke tijd dat het perst, is het bij springen, is het bij schrijden of jonge kinderen of bij wenende, het splijt kapot en de darmen vallen neer en de plaats waar ze er uitkomen blijft 1 gat waarbij de darmen in en uit mogen keren. Indien dat de kinderen jong zijn en de breuk vochtig kan men hen helpen met kussens en met drank die erbij hoort.

Men neemt oocmonde, smeerwortel, Sedum telephium, venkel en sanikel (Prunella), van elk 1 handvol tezamen doen en giet er wijn op en drink elke dag 2 maal telkens 1 lepel vol en ze mogen genezen als men het verstandig doet en immer de kussen vast perst zodat de darmen binnen in het gat blijven en dat gat vernauwen met de drank en met dat kussen. En ze genezen binnen 8 weken.

Is het dat ze met deze stukken niet mogen genezen dan moet men ze snijden. Zo ga te "post mundi fabricam" (1) die het doen moet en hij zal hem leren wat men ertegen doen zal.

CAP. 12.

Van carnofels gelijc gescorden.

Het siin sulke lieden die geliken of si gescoort waren. ende niet en siin. ende hebben een evel dat carnofels heet sinkende van den lendenen nederwert. ende es water. Dwelke dat men uut sal laten met ere vliemen te stekene 1. gat of met ere naelden dat dore te stekene met enen wollenen drade daer in te latene ende te treckene elcs dages achter ende voort tote dier tijt dat dwater uut geleken es al. Ende dan die wonde te heilne alse ene ander wonde.

KAPITTEL 12.

Van darmbreuk gelijk een breuk.

Er zijn sommige lieden waarbij het lijkt of ze een breuk hebben en dat niet zijn en ze hebben een euvel dat darmbreuk heet en dat zinkt van den lendenen naar beneden en is water. Wat men eruit zal laten door met een vliem 1 gat te steken of met een naald dat door te steken met een wollen draad daar in te laten en elke dag achter en vooruit te trekken tot de tijd dat het water er geheel uitgelekt is. En dan de wond helen als een andere wond.

CAP. 12.

Van carnofels gelijc gescorden.

Het siin sulke lieden die geliken of si gescoort waren. ende niet en siin. ende hebben een evel dat carnofels heet sinkende van den lendenen nederwert. ende es water. Dwelke dat men uut sal laten met ere vliemen te stekene 1. gat of met ere naelden dat dore te stekene met enen wollenen drade daer in te latene ende te treckene elcs dages achter ende voort tote dier tijt dat dwater uut geleken es al. Ende dan die wonde te heilne alse ene ander wonde.

KAPITTEL 12.

Van darmbreuk gelijk een breuk.

Er zijn sommige lieden waarbij het lijkt of ze een breuk hebben en dat niet zijn en ze hebben een euvel dat darmbreuk heet en dat zinkt van den lendenen naar beneden en is water. Wat men eruit zal laten door met een vliem 1 gat te steken of met een naald dat door te steken met een wollen draad daarin te laten en elke dag achter en vooruit te trekken tot de tijd dat het water er geheel uitgelekt is. En dan de wond helen als een andere wond.

CAP. 13.

Vande(n) stene dat ond(er)sceet.

Actor seget vanden stene die in die blase wast. dat nes al niet dan ene vergaderinge van humoren zipende uten lendenen in die blase ende vergadert tenen stene. Int begin siint gravele. ende men machse genesen met cruden tetene. of bi medicinen. om der gravele coutheide. Men neme gremilsaet. petercelle saet. venkelsaet. apisaet. kerssesaet. kernelen van kerselstenen. ende van perse(r)kers. persiinsaet van marcedonien. van elken .1. hantvol pietede gracie .2. stenekine. dbloet vanden bocke twalefste deel. ende dbloet vanden drake also vele. dit te gadere gestampt metten draken bloede. want het es droge. ende werpt tpulver daer toe dbloet vanden bocke. want het mingt hem te gadere metten sade ende wert pulver. ende also vele zukers daer in dat het soete becomt. ende wijn daer op gegoten. ende elx dag(e)s genut. dus so maecht siin pulver of dranc welc men wilt. Ende eist dat si niet en mogen genesen daer met. die gravelen siin dan vergadert in die blase tenen stene. Die trechte wille weten daer af. soect in den derden boec van "universis passionibus galyeni". die salne leeren waeraf die steen mach wasen. ende wat die steen es. ende hoe hi leget. ende watter af mach comen. |143rb| Oec seit ons een boec die heet liber aureus sine doget daer toe. hoemen die gravelen verdriven mach met medicinen. Medicine suvert den mensce binnen van al dien dies hi tongemake mach siin. Eist dat hi niet genesen en mach siin met medicinen met pulvere 151 met dranke gemaect. ende eenperlike ziec blijft daer af. so eist te wetene dat .1. steen in hem es. post mundi fabricam gebiettene te snidene. ende seit datter toe bestaet.

KAPITTEL 13.

Van de steen, het onderscheidt.

Auteur zegt van de steen die in de blaas groeit dat het niets anders is dan een verzamelingen van vochtvermenging die uit de lendenen in de blaas sijpelen en zich daar verzamelt tot een steen. In het begin is het graveel en men kan ze genezen door kruiden te eten of met medicijnen vanwege de koudheid van het graveel.

Men neme zaad van parelkruid, peterseliezaad, venkelzaad. Apium zaad, kers zaad, kernen van kersen stenen en van perziken, peterseliezaad van Macedonië (Smyrnium), van elk 1 handvol, pietede gracie, 2 steentjes, het bloed van de bok, twaalfde deel, en het bloed van de draak, net zo veel, dit tezamen gestampt met het drakenbloed (Daemonorops draco) want het is droog en werp op het poeder het bloed van de bok want het mengt zich tezamen met het zaad en wordt poeder en alzo veel suiker daarin zodat het zoet wordt en giet er wijn op en nuttig het elke dag en zo mag het poeder of drank zijn, net wat men wil.

En is het dat ze daarmee niet mogen genezen, het graveel is dan in de blaas verzameld tot een steen. Die het echte daarvan wil weten zoekt in het derde boek van "universis passionibus galyeni" die zal ge leren waarvan die steen gegroeid mag wezen en wat die steen is en hoe hij ligt en wat ervan kan komen. Ook zegt ons een boek die’ Liber aureus’ zijn deugd daarbij, hoe men dat graveel verdrijven kan met medicijnen. Medicijnen zuiveren de mens van binnen van al dat wat bij hem ongemak kan zijn. Is het dat hij niet genezen kan met medicijnen, met poeder [151] en met drank gemaakt en er eenparig ziek van blijft dan is het te weten dat er 1 steen in hem is, post mundi fabricam gebiedt te snijden en zegt dat er toe behoort.

CAP. 14.

Van den spenen.

Het siin sulke lieden die spenen hebben die vele bloeden. Eist dat mense stremmet men doodt dien mensce. Ende dat es om dat die venine van alden leden nederwert sinkende siin. entie leden verloesen vanden quaden humoren lopende ten spenen uut. bi dat mense stremmet. keret tquade bloet opwert dat gewone was te lopene ten spenen. ende versmoort die leden binnen. dat die gene daeraf sterft.

KAPITTEL 14.

Van de aambeien.

Er zijn sommige lieden die aambeien hebben die veel bloeden. Is het dat men ze stremt, men doodt die mens. En dat is omdat het venijn van alle leden naar beneden zinken en de leden verlost van de kwade vochtvermenging en lopen er via de aambeien uit, tenzij dat men het stremt keert het kwade bloed naar boven dat gewoon was naar de aambeien te lopen en versmoort de leden binnen zodat diegene daarvan sterft.

CAP. 15.

Van te genesene die spenen.

So wie den genen wille genesen die de spenen heeft hi es sculdech te wetene wat ziecheiden hem deert. waer af dat si wassen ende risen. Ende te besiene des zieken orine. bi der orinen machment verstaen ende bi den mensce of hi vasten lichame heeft dat die digesten niet neder en mogen te verlosene die lede van den quaden humoren ter cameren. bi der perssingen die hi heeft als hi pissen soude. valt al dat quade bloet neder. ende bi dier perssen die dadren dan hebben diere beneden siin en mogen si niet gedogen dat bloet in hem bider perssingen vanden bloede scieten daer .5. adren ute. ende siin geheten spenen. waerbi si drinten vanden bloede. dat die gene grote pine heeft. Bi dat die pine meest es. so es men sculdech dien mensce te gevene cyroop te drinkene van cassia fistula gemaect ende datter toebestaet alst vorseit es. den lichame daerbi te coelene van den quaden humoren diere in siin waerbi dat hi vele ter cameren gaet. biden cyrope verdrogen sine lede van binnen die te vet waren bi den humoren. waerbi die leden die verdroocht siin. dat si te hem trecken dbloet dat si gaven ten spenen. waerbi dat die spenen slanken ende te nieute werden ende geneest. Men geve hem .3. medicinen also vele meer te |143va| verdrogene die lede van binnen hem te gemake te blivene.

KAPITTEL 15.

Van aambeien te genezen.

Zo wie diegene wil genezen die aambeien heeft moet weten welke ziekte hem deert en waarvan dat ze groeien en rijzen. En bezien de urine van de zieke want via de urine kan men het begrijpen en bij de mens of hij een vaste loop heeft zodat de digestie niet de kwade vochtvermenging naar beneden zou mogen lossen van ter toilet te gaan via de persingen die hij heeft als hij pissen zou en dan valt al dat kwade bloed neer en bij dat persen dan de aderen die beneden zijn en ze kunnen niet gedogen dat het bloedt in zich en bij het bloedpersen schieten er 5 aderen uit die aambeien heten waarbij ze zwellen van het bloed zodat diegene grote pijn heeft. Bij die waar de pijn het grootst is moet men die mens siroop te drinken geven dat gemaakt is van Cassia fistula en dat er toe behoort zoals gezegd is en het lichaam daarbij verkoelen van de kwade vochtvermenging die er in zijn waarbij dat hij veel ter toilet gaat, bij de siropen verdrogen zijn leden van binnen die te vet waren vanwege de vochtvermenging waarbij de leden die verdroogd zijn dat ze tot zich het bloed trekken dat ze aan de aambeien gaven waarbij dat die aambeien slanken en te niet worden en genezen.

Men geeft hem 3 medicijnen alzo veel meer om de leden van binnen te verdrogen hem op het gemak te blijven.

CAP. 16.

Van de(n) p(re)paracien.

In den derden dach vanden cyropen so es men sculdech te gevene preparacien van aloe of van rebarben. of van scamonien. of te gadere gedaen elcs even vele gepulvert. ende gemaect pillen. ende in nuwelen genet in borne of in biere warm daer in gewonden ende gegeven te swilgene. Dierste es men sculdech te gevene dies ander dags na der preparacien. Ende dander medicine opten .viij. dach. Es dan die mensce so starc opten .3. dach na der ierster medicinen. dandere in den .7. dach daer na. Dits die .3. medicine ter welker es esula catapusia. de .3. deel esula ende de .4. deel catapusia. Actor mochte medicine hebben bescreven in nutscapen den mensce. maer dat si te swaer hadden geweist te gecrigene al sonder ander medicine mach mense genesen wien datmen wille sonder ander medicine in dien dat mer 152 vroedelike toe vaert. Proeve so wie diet proeven wille. Alle die gene die dwitte water in hebben men machse genesen bi deser medicinen. ja oec hoe vele dat si. bider orinen te verstane die wit es alse wey of wit water. Ter medicinen. diese maken wille. hi es sculdech te nemene esulen v. d. .1/2 lb. ende stampense also cleine als men mach. ende sichtense also cleine als men mach dor .1. nauwe zeve dat die esule es also cleine als bloeme. Entie catapusie salmen pellen die upperste pellen af. ende te nemene die doget van .20. cornen. ende te stampene wel cleine. ende daer toe te doene vander esulen int gevouch te belukene optie .5. vingeren mede op te heffene. ende suker gestampt also vele daer toe dat die medicine zoete becomt te nuttene. Oec mach mense mingen met warmen wine of met wermen biere. of in stucken nuwelen genet daer omme gewonden. ende geswolgen. Ende te wachtene der tidingen dat si niet te cout en si no te heet alse men medicine geven sal.

KAPITTEL 16.

Van de preparaties.

In de derde dag van de siropen moet men preparaties van Alo perryi of van rabarber (Rheum) of van Convolvulus scammonia geven of tezamen gedaan en van elk evenveel verpoederen en pillen maken en wafels genat in bronwater of in bier en warm daarin gewonden en te zwelgen geven. De eerste moet men de volgende dag geven na de preparatie. En de andere medicijnen op de 8ste dag. Is dan die mens zo sterk op de 3de dag na de eerste medicijnen, de andere in de 7de dag daarna. Dit zijn de 3 medicijnen waartoe behoort Esula (Euphorbia) en catapusia, (Croton tiglium of Euphorbia lathyris) het 3de deel esula en 4de deel catapusia.

Auteur kan medicijnen hebben beschreven in nuttige zaken voor de mens, maar dat ze moeilijk te verkrijgen uitgezonderd andere medicijnen en kan men genezen wie dat men wil uitgezonderd andere medicijnen indien dat men er [152] verstandig mee omgaat.

Beproef dit wie het zo beproeven wil. Al diegene die het witte water in hebben kan men genezen met deze medicijnen, ja ook hoeveel dat is en dat via de urine te verstaan is die wit is zoals wei of wit water. Ter medicijnen. Die ze maken wil moet nemen esula 1/2 pond en stamp het zo klein als men kan en zeef het zo klein als men kan door 1 nauwe zeef zodat die esula zo klein is als bloem. En van de catapusia zal men de bovenste schillen eraf pellen en het gewicht nemen van 20 korrels en het goed klein stampen en erbij doen van de esula in de maat om te besluiten om er 5 vingers mee op te heffen en gestampte suiker net zoveel erbij zodat de medicijn zoet wordt om te nuttigen. Ook kan men het mengen met warme wijn of met warm bier of in stukken wafels genat en daarom gewonden en gezwolgen. En let op de tijd dat ze niet te koud en niet te heet zal zijn als men medicijnen geven zal.

CAP. 17.

Vand(er) tijt datme(n) medicine geve(n) sal te vorsiene.

In die dageraet es men sculdech te gevene medicine. ende een hooftcleet in couden borne genet ende om den hals gewonden vaste. Ende enen stoet gemaect van linen cleden genet in aysine vore den crop gedaen vander kelen |143vb| onder thooftcleet. enen rouwen appel te hebbene in die hant daeran te bitene of men walget. cout water int anscijn te slane ende te werpene of te sparsene metten vinger. Te gebiedene den zieken dat hi hem warm houde. Ende niet en drinke. no nutte. no slape vor vespertijt of daerachter. ende dat hi hem houde in wandelingen buten lichte ende buten winde. Eist dat hi ter cameren gaet .7. werf of .10. hets gnouch. Daerna te gebiedene dingen te nuttene die versch siin. alse kiekene gesoden in borne met petercellen ende met saelgien. of versch swinenvleesch. een candeel van wine of van biere jegen dien dat die hitte groet es in diere tijt. ende bi diere gelike hitte te verstane in sine orine. Te etene broot ende botere. ende alle dingen die versch siin hem met te verscene niet te vele genut. ende te wachtene van te vele drancs. waerbi die leden van binnen verswaert mochten siin.

KAPITTEL 17.

Van de tijd dat men medicijnen geven zal te voorzien.

In die dageraad moet men medicijnen geven en een hoofdkleed in koud bronwater natten en vast om de hals winden. En een bal gemaakt van linnen kleden genat in azijn en voor de krop van de keel doen onder het hoofdkleed en heb een rouwe appel in de hand en bijt daaraan en als men walgt sla of werp of verspreidt hem met de vingers koud water in het aanschijn. Te gebieden de zieken dat hij zich warm houdt. En niet drinkt of nuttigt of slaapt voor vespertijd of daarna en dat hij zich licht in beweging houdt buiten en uit de wind. Is het dat hij 7 of 10 keer ter toilet gaat, het is genoeg.

Daarna te gebieden om dingen te nuttigen die vochtig zijn zoals kuikens gekookt in bronwater met peterselie en met salie of vochtig varkensvlees, een kandeel van wijn of van bier tegen dat de hitte groot is in die tijd en bij diergelijke hitte zijn urine bekijken. Te eten brood en boter en alle dingen die vochtig zijn zich ermee te verfrissen en niet te veel nuttigen en te wachten van te veel drank waarbij de leden van binnen verzwaard mogen worden.

CAP. 18.

Van spenen die comen va(n) de(n) me(n)isoene.

Sulke lieden mogen spenen hebben comende vanden menisoene. dor die verscheit bi dat die lichame verteert es bi den menisoene. so comt hem .1. evel toe ende heet die bete. Bi der perssingen die hi heeft dor der beten wille valt dat bloet van boven neder. ende beneden den lichame te drenten. entie adren en mogen niet gedogen die perssinge. waerbi dat bloet stect die adren ute ende becomen groet dat die gene groten rouwe heeft ter stede. Medicine es men hem sculdech te gevene die den lichame verclaren vanden veninen diere binnen siin. bi dattie lichame geclaert ware bi der medicinen becomt die lichame vast. 153 ende werden alle die lede te gemake. Ende te gebiedene desen mensce dat hi nutte spise diene vast maect in den lichame. alse wederen vleesch gebraden ende gesoden peren van scruwelen of van angwissen gelardeert met wasse. Ende gesoden melc met bloemen ende was daer in gedaen. Ende geeft hem drinken wijn van gasscoengien tote hi te hemselven comt. Achter diere tijt dat de lichame gesuvert es so es men sculdech te doene dingen boven die spenen die dwinen doen. alse popelioen geminct met coperrode ende met sukere cleine gemalen also vele vanden enen alse vanden andren op .1. plaster van stoppen genet in borne ende uut geduwet. ende optie spenen |144ra| geleit. si selen daerbi verdwinen. Of wierooc ende aluwe gestampt elx even vele geminct met aysine ende metten witten vanden eye. zalve gemaect hieraf ende gespreit op een plaester van stoppen boven die spenen gedaen si werden daerbi verdreven. Of sout ende stoppen verbernt te gadere van elken even vele gewichts pulver daer af gemaect met honege gemaect zalven gelijc boven een plaester gespreit ende optie spenen geleit. si verdriven. Apie. croppe van weede. out quaet honech. scapen roete. eniuun. van elken even vele int gewichte gestampt ende te gadere gedaen ende gemaect .1. plaester daer af. also heet als hijt gedogen mach geleit boven die spenen. si verdwinen. Ende te gebiedene dat hi hem doe laten ter hooftadren. Opten sesten dach daerna ter venteusen uut te treckene dbloet te hem wert. daer bi die spenen voeden. so dwinen die spenen ende genesen.

KAPITTEL 18.

Van aambeien die van de loop komen.

Sommige lieden mogen aambeien hebben die van de buikloop komen door de vochtigheid waarbij de loop verteerd is bij de buikloop en zo krijgt hij 1 euvel en noemt die beet. Bij de persingen die hij heeft door het wil van de beet valt dat bloed van boven neer en beneden het lichaam zwelt het en de aderen kunnen die persing niet gedogen waarbij dat bloed uit de aderen steekt en groot worden zodat diegene grote rouw ter plaatse heeft.

Medicijnen moet men hem geven die de loop verhelderen van het venijn die erbinnen zijn zodat de loop verhelderd wordt met de medicijnen en een vaste loop krijgt [153] en worden alle leden gemaakt. En deze mens te gebieden dat hij spijs nuttigt die de loop vast maakt zoals gebraden rammenvlees en gekookte peren van scruwelen of van een peersoort gelardeerd met was. En gekookte melk met bloem en was daarin doen. En geef hem wijn van Gascogne te drinken tot hij tot zichzelf komt.

Na die tijd dat de loop gezuiverd is moet men dingen boven de aambeien doen die het laten verdwijnen zoals populierzalf gemengd met koperrood en met klein gemalen suiker net zo veel van de ene als van de andere en natten op 1 pleister van proppen in bronwater en uitduwen en op de aambeien leggen, ze zullen daarbij verdwijnen.

Of wierook (Boswellia thurifera) en maluwe (Malva) stampen, elk evenveel, gemengd met azijn en met het witte van het ei er zalf van maken en spreiden op een pleister van proppen en boven de aambeien doen, ze worden daarbij verdreven.

Of zout en proppen tezamen verbranden en van elk evenveel gewicht en poeder ervan en met honing een zalf maken en gelijk boven als een pleister spreiden en op de aambeien leggen, ze verdrijven.

Apium, knoppen van wede, oude slechte honing, schapenvet, ui, van elk evenveel in gewicht en stamp het tezamen en maak er 1 pleister van zo heet als hij het gedogen kan en leggen boven de aambeien, ze verdwijnen. En te gebieden dat hij zich laat laten in de hoofdaderen. Op de zesde dag daarna koppen zetten om het bloed uit hem te trekken die de aambeien voeden en zo verdwijnen de aambeien en genezen.

CAP. 19.

Van .3. ma(n)iere(n) va(n) spene(n) te beke(n)ne.

Spenen siin van .3. manieren. sulke sijn binnen in die darmen dat die gene niet ter cameren en mach gaen en si met groeter pinen. Sulke siin die den mensce bringen gefisteleert. entie liggen opten cant van den lichame. Sulke siin buten ende swillen ende drinten alsi nemmeer mogen gedogen dat bloet verteert den mensce. Eist dat mense stremmet met zalven of met plaestren eer de mensce gepurgiert es met preparacien met cyropen met medicinen. hi valt in watere daer hi af sterft.

KAPITTEL 19.

Van 3 soorten van aambeien te herkennen.

Aambeien zijn er in 3 soorten, sommige zijn binnen in de darmen zodat diegene niet ter toilet kan gaan en ze is met grote pijnen. Sommige zijn er die de mens etterwonden brengen en die liggen op de kant van de loop. Sommige zijn buiten en zwellen en zwellen op als ze nimmer mogen gedogen dat het bloed de mens verteert. Is het dat men ze stremt met zalven of met pleisters eer de mens gepurgeerd is met preparaties van siropen met medicijnen, hij valt in het water waarvan hij sterft.

CAP. 20.

Van 5 adre(n) dieme(n) heet spenen.

Van .5. adren die uten lichame comen vor hem leidende al dat bloet van den live vallende opten lichame neder bi vasten lichame of bi menisoene. bi der perssen die hi heeft volget deen bloet den andren ter stede daer die pine es. waerbi die adren steken uut ende werden spenen. Deen twee siin an die rechter zide. ende dander .2. siin an die slinker zide. Die vijfte adre op dbeen. die es de fistel boven alle dandere ende quaetst te genesene. Dicken geneest mense met plaestren. Men stampe bivoet ende alsene ende stampse met lijnsaetolien ende spreidet op .1. cleet also heet als ment gedogen mach daer op geleit. si verdriven ende genesen.154

KAPITTEL 20.

Van 5 aderen die men aambeien noemt.

Van 5 aderen die uit het lichaam komen en voor zich alle bloed leiden dat van het lijf bij het persen die hij heeft op de loop neer bij vaste loop of bij buikloop volgt het ene bloed de andere naar de plaats waar de pijn is waarbij de aderen uitsteken en aambeien worden. De ene twee zijn aan die rechterzijde en de andere 2 zijn aan de linkerzijde. Die vijfde ader op het been, die is de etterwond boven alle andere en het slechtst te genezen. Vaak geneest men ze met pleisters.

Men stampt bijvoet en alsem en stampt ze met lijnzaadolie en spreidt het op 1 kleed alzo heet als men het gedogen kan en daarop gelegd, ze verdrijven en genezen. [154]

CAP. 21.

Va(n) geswollene(n) spene(n) te vorsiene.

Dicken gevalt dat die spenen groet siin geswollen dat si |144rb| niet lichtelike en mogen verdwinen. men steecse ontwee met ere vliemen. so loopt dat bloet ute ende si genesen cortelinge daer na. Actor seit dat hi wel heeft geweten van lieden die ziec waren dat si daer bi genasen. Sulke meesters gebieden dat mense afcnope met gewasten draden. in dien dat die lichame gepurgiert ware also men hier voren geseit heeft met medicinen ende datter toe behort. men machse genesen daerbi. Ende waert dat mense ave cnochte eer die lichame gepurgiert ware. men daden ter avonturen sterven. want die draet soude vorten die spenen daer bi af vallen. bi dat hi niet gepurgiert en es. dat bloet dat daer gewone was te lopene ten spenen neder. bi dattie spenen af siin maect .1. gat dat bloet ter stede. so dat die gene gefisteleert blijft. Waert datter geen gat en ware. dat bloet soude opkeren ende versmoren die lede van binnen. entie gene daer bi sterven. Daer bi radic elken te wesene vorsien eer hi enege dingen doet. Hier bi seit ons nature. so wat menscen tongemake es in enech led of in enege stede van sinen live van misseliken humoren comende vanden hoofde toten voeten purgiert men sinen lichame hi es te sekere te genesene. Sulke meesters siin die nemen een lanc yser. an deen ende eist gelijc enen nagele plat. ende gegloytent (l. gegloyt) ende stekent iegen elke spene in dien dat die lichame gepurgiert ware si daden wel ende genasen daer met. Ware die lichame niet gepurgiert bi der hitten van den ysere comende iegen die spenen die bloedende die heet siin bi dat die spenen scoren. bider hitten vanden ysere so verhit dat bloet binnen. dat die gene cort daer af sterft. En si bi vroeden rade te gevene cyroop den lichame te vercoelene. dbloet te verteerne bi den cyrope ter cameren met te gane. die lendenen met te drogene binnen ende dbloet te vercoelene. dat hi daer bi te gemake blivet ende geneest. zoete dingen boven die spenen te leggene. alse plaestren van lijnsaet olien. van verscen swinensmoute. van honege bloeme daer in gedaen bi dat dicke becomt int gevouch. het sal die spenen verteren ende versoeten entie spenen verslaen dat die gene daer bi geneest.

KAPITTEL 21.

Van gezwollen aambeien te voorzien.

Vaak gebeurt het dat de aambeien groot gezwollen zijn zodat ze niet gemakkelijk mogen verdwijnen, men steekt ze kapot met een vliem en dan loopt het bloed eruit en ze genezen daarna gauw. Auteur zegt dat hij wel heeft geweten van lieden die ziek waren en dat ze daarbij genazen.

Sommige dokters gebieden dat men ze afknoopt met een draak met was indien dat het lichaam gepurgeerd is zoals men hiervoor gezegd heeft met medicijnen en dat ertoe behoort, men kan ze daarmee genezen. En was het dat mens ze knoopte eer het lichaam gepurgeerd was, men deed hem ter avonturen sterven want de draad zou de aambeien verrotten die daarbij af vallen omdat hij niet gepurgeerd is zodat het bloed dat daar gewoon was naar de aambeien toe te lopen waarbij de aambeien gemaakt zijn van 1 gat dat ter plaatse bloedt zodat diegene etteren blijft. Was het dat er geen gat was zou dat bloed omkeren en de leden van binnen versmoren en diegene daarbij sterven. Daarbij raad ik elk aan dat te voorzien voor hij enige dingen doet.

Hierbij zegt ons de natuur zowat in de mensen het ongemak is in enig lid of in enige plaats van zijn lijf dat van verschillende vochtvermenging van het hoofd tot de voeten komt purgeert men zijn lichaam en hij is zeker te genezen.

Sommige dokters zijn er die een lang ijzer nemen dat aan het ene einde als een platte nagel is en gloeiend en steken het tegen elke aambei indien dat het lichaam gepurgeerd was en ze deden wel en genazen daarmee. Was het lichaam niet gepurgeerd en komt de hitten van het ijzer tegen de aambeien die bloeden laat de hitte de aambeien scheuren vanwege de hitte van het ijzer verhit dat bloed van binnen zodat diegene er kort daarna van sterft. En ze met verstandige raad siroop geven om het lichaam te verkoelen en het bloed te laten verteren door de siroop bij de toiletgang en de lendenen mee van binnen te drogen en het bloed te verkoelen dat hij daar bij het gemak blijft en geneest en zoete dingen boven de aambeien te leggen zoals pleisters van lijnzaadolie, van verse varkensvet, van honingbloemen daar in doen wat vaak in het gevoeg komt, het zal de aambeien verteren en verzachten en de aambeien verslaan zodat diegene daarbij geneest.

|144va| CAP. 22.

Van handelingen te v(er)stane.

Galienus seit ons dat men alle dinc es sculdech te handelene int begin ten sachsten. want van tween bordenen es de lichtste swaer gnouch. omme dat hi wiste die macht vander menscelijcheit en messeide hi niet daer an. al hadde hi mesdaen hi const wel betren. Het heeft dicken geweist gesien. dat lieden hebben geweist tongemake dat si so lange geacht(er)wert siin met sachten dingen. dat si daer bi bleven verloren. Oec dede men andere int begin so harde handelingen ende so sware dat siere bi storven ende bleven verloren. Daer bi radic elken mensce die werken wille. dat hi so niet en doe. dat hi dat dogen meerre. 155

KAPITTEL 22.

Van handelingen te begrijpen.

Galenus zegt ons dat men alle dingen in het begin het zachtste moet behandelen want van twee borden is de lichtste zwaar genoeg omdat hij de macht van de menselijkheid wist miszei hij er niet veel aan en al had hij misdaan, hij kon het wel verbeteren. Het heeft vaak gezien dat lieden met het ongemak bezig waren dat het zo lang achteruit gingen omdat ze bezig waren met zachte dingen zodat ze daarbij verloren bleven. Ook deed men andere in het begin zulke harde handelingen en zulke zware dat ze erbij stierven en bleven verloren. Daarbij raad ik elk mens aan die werken wil dat hij zo niet doet dat hij dat meer gedoogt. [155]

CAP. 23.

Va(n) bute(n) nat(ur)e te w(er)kene.

Twee dage buten nature te werkene den mensce te destruweerne daer bi men werptene in cortse. En si bi vroeden rade alsoet vorseit es. of hi blivet doot. Al es nature herde edel dat si bi harer cracht menegen geneest indien datmen haer volget te rechte. gelijc si gebiedet bi den .4. elementen. hitte te verslane bi coutheiden. coutheit bi hitten. verscheide bi droochten. droochte bi verscheiden. Waert dat men hete dingen dade tote hitten. men versloege dien mensce. want nature soude verhitten so dat men soude vallen in cortse ende daerbi sterven. Dade men oec verscheit tote verscheiden. nature soude so verladen werden bi der overvloet. dat die gene daer bi soude sterven. Ende gelijc dade men droge dingen tote drogen. die nature soude verliesen haer doget ende daerbi sterven. Hier bi es elc mensce sculdech te vorsiene den mensce omme te bringene uten vernoye ten alderiersten datmen mach bi contrarien. elc bi dat hem toe bestaet hitte te verslane met coutheiden. ende coutheit bi hitten. droochte bi verscheden. ende versc heide bi droochten. dus mach mense genesen.

[Vanden leden uten stedeghen steden.

Het ghevalt menechwerf dat men den lieden steect wonden of drawen(?) soe dat sij gaen uut haren rechten steden. Ende dat comt bij menegerande zake alse bij springene alse bij valne. Ofte men gaept soe dat dye kake gaet uut hare rechter stede ende ne mach niet weder in keren bij haer zelven sonder raet van meesters ende van anderen wondenden leden.

Vanden cakebene uter stede.

Eist dat zake dat het zij kakebeen een man soe vaste houden thovet vanden zieken ende dan so zal die dienst man steken vinger oft dume inden mont ende dan zal hij dat let nederwaert trecken. Ende metter ander hant zal hij duwen op tlet buten soe dat weder kere tote ziere rechter steden.

Vanden cakebeene te broken.

Alse vanden kake beene te broken dat zal die dienstman trecken af telker zide ende voegen deen deel teghen dandere ende men zaelt verbinden metten zelven scroeden dat men wysen zal int capittel van te broken beenen. Hierna ende dair boven salmen legghen .1. cusseneel ende te byndene ende te latene te vermakene alse men wijst int proper capittel vanden te broken beenen vore volgende.

Vanden halse uter stede.

Ende vanden halse uter leden die dienstman zal steken tusschen zine tanden eene wage van houte gemaect alse eene korste broets. zo dat dye lucht uut ende in mach gaen. Ende dan zo salmen legghen op elke scoudere cussenelen ende dair na boven so doet enen man oft .2. staen dye warren(?) ende enen oft .2. diene neder trecken biden armen ende die dienstman biden hare oft biden kinne backen trecken soe dat let weder keere te ziere rechter stede ende hantieret soet betaemt van anderen beenen.

Vanden scuderen uter steden.

Ende vander scoudren uter stede men zal den zieken eenen man 156 doen houden wel vaste omtrent dye myddewaert ende men zal eenen anderen doen trecken die arme ende die dienstman zal tlet wysen te wegewaerd ende steken deene hant onder doxele op ward ende metter hant zal men dye scoudere perssen nederwaerd zo dat let weder kere in sine stad.

Vanden elleboghe uter stede.

Ende vanden elleboge uter lede een man zal hem houden den arm reckende ende die dienstman zal houden den arm bogende dan zal hij metten dume vander rechter hant steken indye buginghe soe dat tlet weder keere te ziere steden.

Vander hant uter stede.

Vander hant uter steden men zal doen houden enen man den arm reckende ende danne zal die dienstman bughen ende steken soe dat let weder kere te ziere steden.

Vanden vinghere uter stede.

Ende vanden vingeren uter leden men zal een man doen houden dye hant ende dye dienstman zal tlet zo rechten ende crommen dat weder zal keeren te ziere rechter steden.

Vanden arm pistele te broken aldus.

Vanden arm pistel te broken aldus ofte arm welc(?) es ende zal weeten dat die arme hebben .2. beenen ende niet eens want dat opperste es crom van enen beene ende dat onderste es rechte van .2. beenen ghemaect. Ende vanden .2. soe brect zomwilen teen ende zomtijt beyde ende somtijt zonder wonde ende het es meer tonsiene dat cromme dan dat rechte ende darre .2. breken dat es oeck meer tonsiene dan offer maer een en brake ende met wonden eyst meer tonsiene danne sonder wonde. Ende soe hoe dat es te broken men zal ane elke zijde vanden lede enen doen zetten ende elc zal recken sijn deel algemackelike ende die dienstman zal voegen deel tegen deel ende dat geve een luut ende dat es teken dat es tsiere steden gescoten ende aldus doet Ende danne zalmen hebben die scroeden ende dat cusseneel ende let te broken met wonden dat eesche .4. corte scroeden elc dat let omme gaende niet langere dan enen vinger ende eene spanne breet oft .1. halve spanne breet vander braeke vander wonden van elker zide ofte .3. cussenele van linen cleede elx .4. vout ende een spanne lanc ende soe breet dat sij ane elke zide vander wonde vergadere Ende dair ne gheene wonde sijn dair zijn sculdech te zine .8. scroeden oft .3. cussenele ende elcs .4. vout ende dair dat let clenst es dair es men sculdech te leggene meest oft zoe vele te meer dat effene become ende danne ghenet in borne ende dat ute geperst ende dan int dwitte vanden eye genet ende dan salmen onder elc let zine scroede steken gebreet te gevoughen soe dat let ligge op de mydde waert dair hem tlet meest openbaert. Ende eyst dat zake dat het niet belette stervelec let zo salmen dair in legghen .1. cusseneel ende .2. instrumente vingers lanc ende enen vinger breet. Ende dye salmen netten int witte vanden eye ende dat ute gheperst. Ende men [sal] dye eene zide walken in roden pulvere ende dan zalmen tlet rechte helpen houden ende men zal ane elcke zide vanden lede heffen op dye eene scroede nader andere ende 157 dan zalmen se voeghen deen boven den anderen al gemackelike oft men zal legghen die cusseneele in langes den leden soe dat dye stede dair dye wonde es bliken moghen vanden clederen ontdect. Ende dair boven met linenen scroeden steken moghen dinne houten spalken enen vinger breet ende eene spanne lanc cortere danne dat let es soe dat ne gheen vleesch omtrent [si] ende dair zo salmen legghen also vele spalken alst noot es so dat tusschen elken .2. spalken blive spacie van eenre daer dat lecht dore wesen mach ghelucht soe dat ieet verderve noch verhitte dat zere deren mach want bij te vaste te byndene ende te spalkene te dicke soe comt ondertyden ende by quaden meesters grote vreese ende erysipyla. Ende daer ne gheene wonde nes dair salment (l. salmen) doen boven den clederen een velt (l. vilt) oft .1. effen vellen cleet ende dat niet breedere no niet langhere dan die vore geseedeghe scroede ende danne salmen nayen ten gevoege ende dair boven zalmen leggen .3. corden oft snare soe dat ter myddewaerd eene ligge ende wel na op elc eynde eene. Ende danne zalment cnopen so dat men dair onder spalken steken mach .4. oft .5. alsoet noot es ende danne zalmen voeghen langes den lede zoe dat tusschen elke .2. spalken spacie blive van eenre alsoet voirseyt est soe dat let dair dore wese gelucht. Ende danne zoe ontbint dye myddelste bindinge ende byntse weder slap soe datmen dair onder mach steken een pipe eens vingers lanc zilverijn oft coperijn oft vliederijn oft coperijn. ende gesmeert bynnen oft buten beyde ende drayt omme te ghevoegene ende op dende eene pipe dies gelike ende legghet dye spalken effene ende danne so drayt dye myddelste pipe westwart ende dye .2. pipen optye eynden drayt oestwert. Ende dan stect daer dye drie pipen eenen houtenen oft yseren priem ende dus salmen doen van beenen ende van armen ende van allen leden dye men spalken wille. Ende eyst den arm so salmen hangen anden hals te gevoegene vore dye borst aldus. Ende eyst .1. been zo salmen legghen effene ende dan wet effelijc(?) hoghe in ene lade ofte men wille dair toe gemaket es ofte legget daert zachte es tusschen .2. walmen van gluye elc alsoe groot alse een arm aldus. Ende men zaelt laten ligghen aldus toten verbyndene aldus alsoe ment zal leeren hier na wert tachterwaerne tote dat ghenesen es eest arm ofte been te broken.

Vanden cakebeene (l. canebeene) te broken.

Ende vanden kanebeene te broken uter stede dat zal dye dienstman trecken af elke zide ende voeghen deel teghen deel. Ende dan zo salmen legghen .1. dick cusseneel dair boven ende men zal legghen 1 ront onder doxele. Ende es dat kanebeen entwee zo salmen dan den arm op waert houden ende draghen dat het te bat vergaderen soude ende dan zal men maken .1. plaster van stoppen ende dat genet int dwitte vanden eye ende dye scroede yerst in borne ute gheperst. Ende men zal weten dat die scroede vanden kanebeene es sculdech te zine so lanc ende so breet dat so bevaet dat cusseneel dat onder doxele leyt ende boven den scouderen inden hals. Ende int cruus gaende boven 158 der andere scoudere alsoe omme ender (l. onder) arm .6. vout ofte .8. vout omme gaende ende danne zalment nayen ende latent liggen te gevoege ende voert hanteren ende heelen met subtijlheden metten zelven dat men heelt te broken been.

Vanden ribben.

Ende vander rebben die dienstman zal sinre (l. sine) hande besmeren met dicke zeeme oft hij zalse bepecken met herse deser gelijc Oft men zalre zetten venteusen so dicke op dye stede dat sij verwarmen die stede. Ende danne zalmense ghereet of trecken dat zalmen doen so dicke om dende oft zo dat dye rebbe weder keeren te haren rechten steden ende dair boven zalmen legghen apostolicum op een leder gebreet ende ne gheen cusseneel ne ware eene scroede dye dat plaester houden zal genayt te gevougen G].

KAPITTEL 23.

Van buiten de natuur te werken.

Twee dagen buiten de natuur te werken verwoest de mens waarbij men koortsen krijgt. Tenzij bij verstandige raad doen zoals gezegd is of hij blijft dood. Al is de natuur zeer edel dat ze vanuit haar kracht menigeen geneest indien dat men haar goed volgt net zoals ze de 4 elementen gebiedt om hitte te verslaan bij koudheid en koudheid bij hitte, vochtigheid bij droogte en droogte bij vochtigheid. Was het dat men hete dingen tot hitte deed, men versloeg die mens want natuur zou verhitten zodat men in koorts zou vallen en daarbij sterven. Deed men ook vochtigheid tot vochtigheid, de natuur zou zo overladen worden bij die overvloed dat diegene daarbij zou sterven. En gelijk deed men droge dingen tot droge, de nature zou haar deugd verliezen en daarbij sterven. Hierbij moet elk mens de mens te voorzien om het allereerste het ongemak uit te brengen dat men kan met het tegenovergestelde en elk van zich dat ertoe staat om hitte te verslaan met koudheid en koudheid met hitte, droogte met vochtigheid en vochtigheid met droogte en zo kan men ze genezen.

Van de leden uit hun plaatsen.

Het gebeurt vaak dat men de lieden wonden steekt of draait zodat ze uit hun echte plaatsen gaan. En dat komt bij vele zaken zoals bij springen en zoals bij vallen. Of men gaapt zo dat de kaak uit haar goede plaats gaat en er niet vanzelf weer kan inkeren zonder raad van dokters en van andere ondervond en deskundige lieden.

Van het kaakbeen uit zijn plaats.

Is het zo dat het een man het kaakbeen zo vast houdt aan het hoofd van de zieke en dan zal die dienstman een vinger of duim in de mond steken en dan zal hij dat lid naar beneden trekken. En met de andere hand zal hij op het lid van buiten duwen zodat het tot zijn echte plaats weerkeert.

Van het gebroken kaakbeen.

Als van de kaak het been is gebroken dat zal die dienstman het aan elke zijde aftrekken en het ene deel tegen de andere voegen en men zal het verbinden met dezelfde zwachtels dat men aanwijzen zal in het kapittel van gebroken benen. Hierna en daarboven zal men 1 kussen leggen en verbinden en laten vermaken zoals men aanwijst in het goede kapittel van de gebroken benen in het volgende.

Van de hals uit de plaats.

En van de hals uit het lid zal die dienstman tussen zijn tanden een wig steken van hout dat gemaakt is zoals een korst brood zodat de lucht eruit en in kan gaan. En dan zal men op elke schouder kussens leggen en laat er daarna boven een of 2 man staan die wringen en een of 2 die bij de armen naar beneden trekken en de dienstman bij de haren of bij de kinnebak trekken zodat het lid weerkeert tot zijn echte plaats en behandel het zo het betaamt van andere benen.

Van de schouder uit de plaats.

En van de schouder uit de plaats zal men een man de zieke [156] goed vast laten houden omtrent het midden en men zal een andere de arm laten trekken en die dienstman zal het lid wijzen naar de plaats en de ene hand opwaarts onder de oksel steken en met die hand zal men de schouder naar beneden persen zodat het lid weerkeert in zijn plaats.

Van de ellenboog uit de plaats.

En van het ellenboog uit het lid zal een man hem de arm rekkend houden en die dienstman zal de arm gebogen houden en dan zal hij met de duim van de rechterhand in die buiging steken zodat het lid weerkeert tot zijn plaats.

Van de hand uit de plaats.

Van de hand uit de plaats zal men een man de arm rekkend laten houden en dan zal die dienstman buigen en het zo steken zodat het lid weerkeert naar zijn plaats.

Van de vinger uit de plaats.

En van de vinger uit het lid zal men een man de hand laten vasthouden en de dienstman zal het lid zo rechten en krommen dat het weer zal keren tot zijn echte plaats.

Van de armpees gebroken aldus.

Van de armpees gebroken aldus en welke arm het is en je zal weten dat de armen 2 en niet gelijke benen hebben want de bovenste is krom en van een been en de onderste is recht en van 2 benen gemaakt. En van die 2 zo breekt soms de ene en soms beide en soms zonder wond en de kromme is meer te ontzien dan de rechte en daar er 2 breken is ook meer te ontzien dan als er maar 1 brak en met wonden is het meer te ontzien dan zonder wond. En zo hoe dat het gebroken is, men zal aan elke zijde van het lid een laten zetten en elk zal zijn deel geheel gemakkelijk rekken en de dienstman zal deel tegen deel voegen en dat geeft een geluid en dat is een teken dat het naar zijn plaats is geschoten en doe aldus. En dan zal men de zwachtels en de kussen hebben en het gebroken lid met wonden dat eist 4 korte zwachtels die elk lid omgaan en niet langer dan een vinger en een span breed of 1 halve span breed en van de breuk van de wond aan elke zijde of 3 kussens van linnen kleed en elk 4voudig en een span lang en zo breed dat ze aan elke zijde van de wond samenkomen. En daar geen wonden zijn daar moet men 8 zwachtels of 3 kussens gebruiken en elk 4voudig en daar dat lid het kleinst is daar moet men het meeste leggen of zoveel meer zodat het effen wordt en dan genat in bronwater en dat uitpersen en dan in het witte van een ei natten en dan zal men onder elk lid zijn zwachtel steken en in de vouw gebreid zodat het lid op het midden ligt waar het lid zich het meest openbaart. En is het zo dat het niet belet af te sterven zal men daarin leggen 1 kussen en 2 instrumenten vingers lang en een vingerbreed. En die zal men natten in het witte van een ei en dat uitgeperst. En men zal de ene zijde kneden in rood poeder en dan zalmen het lid recht helpen houden en men zal aan elke kant van het lid op een zwachtel heffen bij de andere en [157] dan zal men ze de ene boven de anderen al gemakkelijk voegen of men zal de kussens in de lengte van de leden leggen zodat de plaats daar de wond is blijken mag van de klederen ontbloot. En daarboven met linnen zwachtels mogen dunne houten spalken steken van een vingerbreed en een span lang en korter dan dat lid is zodat er geen vlees omtrent is en daar zo zal men alzo veel spalken leggen als er nodig zijn zodat tussen elke 2 spalken van 1 een ruimte blijft daar de lucht door gelucht kan worden zodat het niet bederft of verhit dat zeer deren kan want bij te vast te binden en te dik spalken zo komt soms en bij slechte dokters grote vrees en erysipyla. En daar geen wonde is daar zal men boven de klederen een vilt doen of 1 effen vilten kleed en dat niet breder en niet langer dan die voor vermelde zwachtel en dan zal men naaien om te voegen en daarboven zal men 3 koorden of snaren leggen zodat er een in het midden ligt en bijna aan elke kant een. En dan zal men het knopen zodat men daaronder 4 of 5 spalken steken zoals het nodig is en dan zal men ze langs het lid voegen zodat tussen elke 2 spalken er ruimte van 1 blijft zoals gezegd is zodat lid daardoor gelucht wordt. En dan ontbindt de middelste binding en bindt het weer slap zodat men daaronder een pijp van een vinger lang kan steken of zilver of koper of vlier of koper en binnen of buiten en besmeer beide kanten en draai om te voegen en op het eind een dergelijke pijp en leg de spalken effen en draai dan de middelste pijp westwaarts en de 2 pijpen op het einde draai die oostwaarts. En steek dan daar door de drie pijpen een houten of ijzeren priem en aldus zal men doen van benen en van armen en van alle leden die men spalken wil. En is het de arm dan zal men aan de hals hangen en gevoegd voor de borst aldus. En is het 1 been dan zal men het effen en dan wat effe hoog in een lade leggen als men wil die daartoe gemaakt is of leg het daar het zacht is tussen 2 strobossen elk alzo groot als een arm aldus. En men zal het laten liggen aldus tot het verbinden en aldus zoals men het hierna zal leren wordt het behoedt totdat het gebroken arm of been of genezen is.

Van het borstbeen (sleutelbeen) gebroken.

En van het borstbeen gebroken uit de plaats dat zal de dienstman aftrekken aan elke zijde en voegen deel tegen deel. En dan zo zal men 1 dik kussen daarboven leggen en men zal 1 ronde onder de oksels leggen. En is dat borstbeen kapot is dan zal men dan de arm opwaarts houden en dragen zodat het beter verzamelen zou en dan zal men 1 pleister van proppen maken en dat genat in het witte van een ei en de zwachtel eerst in bronwater uitpersen. En men zal weten dat de zwachtel van het borstbeen zo lang moet zijn en zo breed dat ze het kussen omvangt dat onder de oksel ligt en boven de schouders in de hals. En gaat in het kruis boven [158] de andere schouder en gaat alzo om de onder arm 6voudig of 8voudig en dan zal men het naaien en het laten liggen te voegen en verder hanteren en helen met subtielheden met hetzelfde dat men heelt bij gebroken been.

Van de ribben.

En van de ribben dan zal die dienstman zijn handen besmeren met dikke honing of hij zal ze dergelijk bepekken met hars. Of men zal zo dik koppen op die plaats zetten dat ze die plaats verwarmen. En dan zal men ze direct aftrekken en dat zal men zo vaak doen om het eind of zodat de rib weerkeert tot haar echte plaats en daarboven zal men apostolicum leggen op een leer gebreid en geen kussen, tenzij een zwachtel die de genaaide pleister te voegen houden zal.

CAP. 24.

Va(n) de(n) dyescinkele ut(er) stede.

Die dyescinkel mach uter stede gaen bi valne of bi springene. Eist dat ment niet en bringet in sine rechte stede weder eer die derde dach lidet. hi blijft ewelike manc. Men es sculdech te nemene den genen bi den voeten. ende te hangene met ere dwalen an enen balke. Ende een [ander man G] ligge overdweers des geens lichame ende treckene nederwert dbeen daer bi te treckene [ende te rechtene ende G]. |144vb| die meester staende besiden den zieken. heffende die vust slaende iegen dbeen datter uut es. het sprinct weder in sine rechte stede. op te heffene dbeen ende te besiene oft op ende neder gaet. te wesene seker daeraf oft wel in sine stede es. scroden genet int wit vanden eye of iegen dat die tijt eischt als vorseit es. ende die so lanc datse al om den lichame werden gewonden. te perssene dbeen iegen dander dat het in sine stede blijft. ende also te latene toten derden dage liggen. Alse men daer toe comt af te doene die scroden ende te besiene oft op ende neder rijt. Ende te badene dien pacient ende te zalvene [ende G] ene scrode geleit op die quetssinge. ende gebonden met langen scroden. viertien dage te achterwaerne. die scrode te veranderne van drien dagen te .3. dagen ende dan op te gevene genesen. Eist dat hi in hem gevoelt enegerande quetssinge daeraf te gebiedene te badene ende te zalvene tote hi genesen es.

KAPITTEL 24.

Van het dijbeen uit de plaats.

Het dijbeen kan uit zijn plaats gaan door vallen of met springen. Is het dat men het niet weer op zijn goede plaats brengt voor de derde dag dat hij ligt, hij blijft eeuwig mank.

Men moet diegene bij de voeten nemen en met een doek aan een balk hangen. En een andere man legt diens lichaam dwars en trekt het been naar beneden en trekt daarbij en te recht en de dokter staat naast de zieke en heft de vuist en slaat tegen het been dat er uit is, het springt weer in zijn rechte plaats, hef het been op en kijk of die op het eind op en neer gaat en wees daar zeker van of het wel op zijn plaats is, nat zwachtels in het witte van een ei of tegen de tijd eist zoals gezegd is en die zo lang dat ze alom het lichaam wordt gewonden om het ene been tegen het andere te persen zodat het in zijn plaats blijft en alzo te laten liggen tot de derde dag.

Als men daartoe komt om die zwachtel er af te doen en te bezien of het op en neer gaat. En te baden die patiënt en te zalven en een zwachtel op de kwetsing leggen en binden met lange zwachtels veertien dagen te behoeden en daarna de zwachtel te veranderen van drie dagen tot 3 dagen en dan opgeven van genezen. Is het dat hij in zich daarvan enigerhande kwetsing voelt gebiedt hem te baden en te zalven tot hij genezen is.

||145ra| CAP. 26.

Van den dyescinkele tebroken.

Die dyescinkel mach breken ontwee. daer siin si .2. sculdech te wesene ten bene. Deen hebbende den pacient begrepen sinen lichame vaste te houdene dbeen met beiden handen. dander dat knie treckende deen iegen den andren. die meester es sculdech te stane besiden den bene. ende te leerne dien tween hoe si trecken selen int gevouch niet te lanc. dan den dyescinkel te nemene in de hant te tastene metten vingeren of deen been iegen dander es. te walkene metter hant dat effene blive. te merkene bi den andren oft al even lanc es. te zalvene daer omtrent met popelioene. .10. scroden elc es sculdech lanc te sine .2 .1/2. spanne genet int wit vanden eye omtrent dbeen gewonden boven den scroden .1. vilt daer omme genayt boven den vilte .7. spalken daer omme .3. corden elc hebbende ene pipe van vliedere. Ende men sal die corden cnopen slanc ende effenen dat op elc ende vanden spalken ene ligge ende op die middewert ene. Ende onder elke salmen steken .1. pipe entie .2. die optie enden liggen die salmen drayen westwaert. ende die middelste oostwaert te gevoegene vaste so dat die spalken ende die cledere wel houden. Ende dan salmen hebben enen houtenen priem of ander wille men. ende steken dor die .3. pipen daermet eist gesloten. Ende dat hi die dingen hout ende been rechte houde liggende. Ende te verbiedene. dat hiere niet toe en doe dbeen liggende rechte .9. dagen of .10. dagen. Eist dyescinkel ende alle been die tebroken siin. die siin sculdech te liggene ten iersten eer ment port in den .12.sten dach af te doene dat om dien scinkel was gedaen met warmen watere te verscene datter verdroget was bi den witten van den eye ende bat af te doene die scroden. dat dbeen te bat met gemake blive. Ende emmer te wachtene datmen dien dyescinkel niet en handele onsachte. waerbi die been deen beziden andren mogen comen. den genen ewelijc manc bliven gaende daer bi. Dbeen es sculdech te sine gesuvert met enen sachten linen clede in warmen watere genet. ende daerna te zalvene ierst gedroget. 160 dan met popelioene gezalft daer omme ene cirone ende scroden .10. daer boven een vilt. bat op die spalken .3. corden daer |145rb| omme gaende die pipen alst vorseit es te perssene die spalken die scroden an dbeen. dbeen daer bi vaste te houdene ende rechte te bliven ligende. [aldus] te vermakene achter den .12.sten dach ten .9.sten daerna. ten .7.sten daerna ten .5.sten daerna tote hi sinen dyescinkel op mach houden of heffen bi hem selven uut sinen bedde te bugene siin been te merkene of hi starc daer in es. te gebiedene met crucken te gane niet te stoutelijc daer op te terdene int begin mer al gemackelijc. te badene te zalvene die cirone daer omme te windene. tote dat al genesen es metter hulpen Gods.

KAPITTEL 26.

Van het dijbeen gebroken.

Het dijbeen kan in stukken breken en daar moeten er dan 2 bij het been zijn. De ene heeft de patiënt zijn lichaam gegrepen om het been met beide handen vast te houden en de andere trekt de knie de ene tegen de andere en de dokter moet naast het been staan en die twee te leren hoe ze het in verband moeten trekken en niet te lang, dan het dijbeen in de hand te nemen en met de vingers te tasten of het ene been tegen de andere is en met de hand te kneden zodat het effen blijft en te merken bij de andere of die gelijke lengte heeft en daar omtrent 10 zwachtels met populierzalf te zalven, elk moet 2 ½ span lang zijn en genat in het wit van een ei, en bindt omtrent het been boven de zwachtel 1 vilt en naai daarom boven het vilt 7 spalken en daarom 3 koorden die elk een pijp van vlier heeft. En men zal die koorden slank en effen knopen zodat op elk eind van de spalk er 1 ligt en 1 op het midden. En onder elke zal men 1 pijp steken en de 2 die op de einden liggen die zal men westwaarts draaien en de middelste oostwaarts voegen en zo vast dat die spalken en die klederen goed houden. En dan zal men een houten priem hebben of andere wat men wil en door die 3 pijpen steken waarmee het gesloten wordt. En dat hij die dingen houdt en het been recht liggend houdt. En te verbieden dat hij er niets toe doet en het been 9 of 10 dagen recht laat liggen. Is het dijbeen en alle been dat gebroken zijn die moet men ten eerste neerleggen eer men het in de 12de dag port om er af te doen dat om de schenkel was gedaan en ververs het met warm water dat er verdroogd was door het witte van een ei en beter is de zwachtel er af te doen zodat het been beter in rust blijft. En er immer op letten dat ge het dijbeen niet te onzacht behandelt waarbij het been naast de andere kan komen en diegenen daarbij eeuwig mank blijven gaan.

Het been moet gezuiverd zijn met een zacht linnen kleed dat in warm water is genat en daarna zalven, eerst gedroogd, [160] dan met populierzalf zalven en daarom een waspleister en 10 zwachtels en daarboven een vilt, beter op die spalken 3 koorden en daarom gaan de pijpen, zoals gezegd is, om de spalken en zwachtels aan het been te persen en het been daarbij vast te houden en recht liggen te laten blijven en aldus te vermaken na de 12de dag, dan de 9de en daarna de 7de daarna tot de 5de en daarna tot hij zijn dijbeen op kan houden of zichzelf uit zijn bed kan heffen om zijn been te buigen en te merken of hij daar sterk in is en te gebieden met krukken te gaan en niet te snel daar op te treden in het begin, maar gemakkelijk, te baden, te zalven en de waspleister daarom winden totdat het geheel genezen is met de hulp van God.

CAP. 27.

Van de(n) diescinkele.

Dat die dyescinkel es .1. led .2. spannen lanc bogende bi naturen eens deels ront mer in de middewert eist ronst ende cleinst ende daer breket liefst ontwee. jegen daer dbeen cleinst es bi naturen. daer eist tfleesch meest omme. daer bi es ment sculdechte walkene want bi den walkene voeget deen been iegen dandere dat mens te bat seker es daer bi te blivene met gemake. Die scroden die men daer omme wint conforteren dbeen datter bi vergadert ende cnoopt. Elke scrode die es sculdech niet langer te sine dan .2. .1/2. spanne. daer omme dat dbeen cranc es ende niet en mach gedogen vele handelingen. ten vermakene ontdoet men die scroden boven ende leggense over elke side neder van den bene ende so blivet dbeen liggende te gemake biden scroden. dat niet en soude mogen wesen wilde mer lange scroden om winden bi mense af soude moeten doente vermakene soude men dbeen verporren biden ontwindene. dat daerbi dbeen lichte mochte comen uut siere steden ende die gene soude manc bliven gaende. Hier bi prijst Actor bat die corte scroden dan die lange. Ten .12.sten dage alse men daer toe comt te merkene oft dbeen rechte leget ende effene. Ende eist dat an deen side hoger leget dan an dandere. of oneffender es bi der broken dan ane .1. ander stede te ziene biden bene eldre. Men es sculdech een cusseneel van linen cledren daer iegen te leggene. te perssene dbeen nederwert in sine sceppenisse te bringene daer omme .1. cirone. Men mach dat cusseneel also wel boven der cironen doen alse daer onder. Men es die scroden diere boven siin sculdech te leggen wech |145va| diere genet waren int wit vanden eye achter den .12.sten dach. Voortmeer es mense altoes sculdech te nettene in wine of in watere uutgeperst. boven der cironen gewonden .1. vilt. daer boven spalken so vele dat mer late spacie tusscen elker spalken die breide van ere spalken omme dat dbeen daerbi lucht mach hebben. Waert dat men so vele spalken om dbeen dade. dat de vilt daermede bedect ware. so ware dbeen in groeter avonturen. Want het mochte ontsteken. Ende en bluschte men niet dat vier te tide. die mensce mochter 161 omme sterven of verliesen dbeen beneden dat knie. Ende dbeen en es men niet sculdech te porne vor den .12.sten dach. want port ment eer. men maect den zieken nuwe pine. ende dbeen en mach niet vergadren om dat ment so dicken verhandelt. Het es gesciet datmen dbeen so dicken heeft verhandelt dat niet en mochte vergadren. Alse die gene waende gaen ende genesen siin. dat been hinc ane hem slaende een sins ende andersins alse een vlegel.

KAPITTEL 27.

Van het dijbeen.

Dat het dijbeen 1 lid is en 2 spannen lang en buigt van naturen eensdeels rond, maar in het midden is het Դ meeste rond en kleinst en daar breekt het liefst kapot tegen daar het been het kleinst is van naturen en daar is het meeste vlees om en daarbij moet men het vormen want bij het vormen voegt het ene been tegen de andere zodat mens daarbij beter zeker is te blijven om te maken. De zwachtels die men daarom windt verbeteren het been dat erbij verzamelt en knoopt. Elke zwachtel moet niet langer zijn dan 2 ½ span en daar omdat het been zwak is en niet vele handelingen kan gedogen, bij het vermaken maak je de zwachtels boven los en leg ze aan elke kant van het been neer en zo blijft het been liggen bij het vermaken van de zwachtels dat niet zo zou wezen wilde men er lange zwachtels omwinden waarbij men ze af zou moeten doen bij het vermaken en men zou het been porren bij het ontwinden zodat daarbij het been gemakkelijk uit zijn plaats zou kunnen komen en diegene zou mank blijven gaan. Hierbij prijst auteur beter de korte zwachtels dan de lange.

Ten 12de dag als men daartoe komt om te merken of het been recht ligt en effen. En is het dat het aan de ene zijde hoger ligt dan aan de andere of oneffen is bij de breuk dan aan 1 ander plaats wat te zien is bij een ander been elders. Men moet een kussen van linnen klederen daartegen leggen en het been naar beneden persen en in zijn schepping brengen en daarom 1 waspleister. Men kan dat kussen alzo goed boven de was doen als er onder.

Men moet de zwachtels die erboven zijn weg leggen van die er genat waren in het witte van een ei na de 12de dag. Verder meer moet men ze altijd natten in wijn of in water en uitpersen, boven de waspleister 1 vilt winden en daarboven zoveel spalken dat men tussen elke spalk er ruimte laat met de breedte van 1 spalk omdat het been daarbij lucht kan hebben. Was het dat men zoveel spalken om het been deed dat het vilt daarmee bedekt was dan was het been in grote avonturen. Want het kon ontsteken. En bluste men dat vuur niet op tijd, de mens mocht er [161] om sterven of het been beneden de knie verliezen.

En het been moet men niet porren voor de 12de dag want port men het eerder, men maakt de zieke nieuwe pijn en het been kan zich niet verzamelen omdat men het zo veel behandelt. Het is gebeurd dat men het been zo veel heeft verhandeld dat het zich niet kon verzamelen. Als diegene waande te gaan en genezen te zijn, dat been hing aan hem en sloeg enigszins en anderszins als een vlegel.

CAP. 28.

Va(n) te settene dbee(n) eer ment spalct.

In so wat steden van den live dat dbeen mach breken es men sculdech te besiene dbeen eer ment spalct dled boven of beneden oft uten lede es of niet. Eist uten lede. men trect weder in ende achterwaerne toter tijt. dat hi genesen es met cironen ende met zalven. Men heeft lieden geheilt die broken vanden bene daert dbeen uten lede was ende bleef. ende als die gene waende genesen siin. bleef hi manc gaende omdat dled niet tiersten en was gestelt in sine stede.

KAPITTEL 28.

Van het zetten van een been eer met het spalkt.

In welke plaatsen van het lijf dat het been mag breken moet men het been bezien eer men het let lid boven of beneden spalkt of het uit het lid is of niet. Is het uit het lid, men trekt het weer in en behoedt het tot de tijd dat hij genezen is met was en met zalven.

Men heeft lieden geheeld die een gebroken been hadden waar het been uit het lid was en bleef en toen diegene waande genezen te zijn bleef hij mank gaan omdat het lid niet als eerste in zijn plaats was gesteld.

CAP. 29

Vande(n) knie ut(er) stede.

Dat knie mach uut siere stede comen bi valne of bi treckene. Ten iersten datmen daer toe comen mach es die meester sculdech te leggene sinen arm in dat bugende vander knie onder. Ende doent trecken hem tween elc been over elc zide over sinen arm opwert heffende ende draget. dat knie keert weder in siin stede. te proevene bi dat op ende neder gaet. Oec mach die kniescive uut sire ste [aldus] becomen. ende daer toe es pine dled te doen keerne ende te stekene dat kniescive opwert te stekene metter hant weder in siin rechte stede. Ende van elker zide den knie een cusseneel dicke genet int wit |145vb| vanden eye. scroden daer omme genet oec int wit vanden eye tote inden vijfsten dach af te doene. cironen daer omme gewonden te badene ende te zalvene tot hi genesen es.

KAPITTEL 29

Van de knie uit het lid.

De knie kan uit zijn plaats komen door vallen of door trekken. Ten eerste als men daartoe komen mag moet de dokter zijn arm onder in de buiging van de knie liggen. En twee hem laten trekken en elk been aan elke kant over zijn arm naar boven te heffen en dragen, die knie keert weer in zijn plaats wat te beproeven is omdat die op en neer gaat.

Ook kan de knieschijf uit zijn plaats zijn [aldus] gekomen en daartoe is de pijn om het lid te laten keren en te steken die knieschijf opwaarts te steken met de hand weer in zijn rechte plaats. En van elke zijde de knie een kussen dik genat in het wit |van een ei en daarom zwachtels ook genat in het wit van een ei tot in de vijfde dag er af te doen en was daarom winden en te baden en te zalven tot hij genezen is.

CAP. 30.

Va(n) wonde(n) int knie.

Dat knie es .1. led dat niet en mach gedogen quetsinge teneger stede het en comt al te zere tonpoente. Eist datter wonde in comt bi der roeringen van den lede ende bider quetsingen diere es bi den slage of bi den steke valt dbloet ten knie neder. Eist dat si hem niet en wachten si mochten sterven of gefisteleert bliven. Comende ter wonden stremmende met wieken genet int wit van den eye ende gebonden alst betaemt. Ten derden dage af te doene met warmen watere in die wonde te doene wieken van linen cledren of van stoppen. of wolle metter yeken in olien van oliven genet. of wieken van coolbladen. die wonde omtrent gezalft met popelioene. daer boven drie coolbladere. 162 wondendranc te geven drinken. Ende te achterwaerne van tide te tide tote si genesen siin altemale.

KAPITTEL 30.

Van wonden in de knie.

De knie is 1 lid dat geen kwetsing op enige plaats kan gedogen en komt al te zeer te onpas. Is het dat er wond in komt door de roering van de leden en bij de kwetsing die er is bij de slag of bij de steek dan valt het bloed van de knie naar beneden. Is het dat ze zich niet wachten ze mogen sterven of met etterwonden blijven. Komende bij de wond strem het met doeken genat in het wit van een ei en binden zoals het betaamt. De derde dag er af doen met warm water en in de wonde doeken doen van linnen klederen of van proppen of ongewassen wol in olie van olijven genat of doeken van koolbladen en omtrent die wond zalven met populierzalf en daarboven drie koolbladeren en [162] geef wonddrank te drinken. En behoedt het van tijd tot tijd tot ze geheel genezen zijn.

CAP. 31.

Van benen te broken.

So welken tijt men comt tenegen mensce die dbeen ontwee heeft tebroken. men es sculdech dled te nemene in die hant te merkene ende te tastene waer dbeen ontwee es. Si twee sitten of knielen an elke zide des zieken so dat deen heeft den zieken bevangen. ende dbeen houdende vaste te treckene iegen den andren die den voet hout. Die meester es sculdech te knielene in die middewert dat been in de hant hebbende ende te voegene deen been iegen dander. ende walkende met beiden handen dbeen. want ware enege scaelgie af te broken van den bene die stake int vleesch. bi dat men dbeen wel walct vergadren die scaelgien weder ant been biden walkene ende voeget weder te gadere. Men neme linen scroden half ellen lanc. ene spanne breet. het ware beter waren die scroden maer .1/2. spanne lanc dan langere alsoet vorseit es. Ende netse int wit vanden eye. of in wijfs melc. of in warmen wine of in warmen watere. of in unguentum fuscum. of in popelioene omtrent dbeen gewonden .7. vout of .10. daer boven een vilt gedaen langer |146ra| dan een spanne. boven den vilte .7. spalken elke vingers breet ende spannen lanc of een luttel langere. drie corden boven den spalken. die ene in die middewert der broken dandere .2. op elc ende. drie pipen van vliedere elke corde ene hebbende. te wringene om die spalken die perssen daer bi die cledere omme dbeen. ende dbeen blijfter bi rechte ende gevoucht dore die pipen. die roede gemaect van ere spillen. dore die pipen gesteken deen iegen dandere te houdene. Te leggene deen been biden andren waerbi si even lanc siin liggende. Tonderstekene dbeen datter tebroken es met cledren dat effene blive liggende in ene lade van drien bardren gemaect tote opten .9. dach. Elcs dags es sculdech die meester te comene toten zieken ende te merkene hoe dbeen legt. Ende te verbeterne eist corde te slappene of te stivene. Ende te zalvene den voet ende tknie met popelioene te slinkene daerbi datter geswollen es. Een cleet genet in aysine ende omme den voet gewonden tknie enten voet te vercoelne also vele te bat daer bi te gemake te wesene. Ten .12.sten dage alse men daer toe comt te vermakene met warmen watere te vervarsene. waerbi men mach die scroden af doen gemackelike so datmen dbeen niet en quetse. Gedwegen dbeen ende gedroget. dbeen gezalvet al omme ende ene cirone gemaect dats .1. plaester van linen cleden genet in wasse in swinensmere in witten harste in roete van elken een deel in een panne gedaen smelten. ende daer in genet tcleet uter pannen gedaen ende een deel gecoelt omtrent dbeen geleit. daerna scroden also vele als men wille op dbeen .8. vout of .10. Ende daerboven .1. vilt bat optie spalken gebonden met corden bider pipen enter spillen die dore die pipe gaet alst vorseit 163 es. Ende te achterwaerne aldus .8. weken of .10. jegen dien dat men dbeen siet dat cracht gecrijcht bider spisen di(e) hi nut ende bi der manen dat dbeen cnoopt te gadere. Te gebiedene den zieken met crucken te gane iegen dien dat hi hem kent starc ende vermach int been. daer jegen den voet ter erden te doene. ende niet te wesene te stout. Want men hevet gesien dat lieden hadden dbeen tebroken om dat si te stoutelijc wilden gaen dat sijt daer bi weder |146rb| braken ontwee. Oec siin sulke die te tijtlike over dbeen torden dat daerbi cortte ende ewelijc bleef manc.

KAPITTEL 31.

Van gebroken benen.

Zo wanneer men bij een mens komt die het been kapot heeft gebroken moet men het lid in de hand om te merken en te tasten waar het been kapot is. Zet er twee zitten of knielen aan elke zijde van de zieken zodat de ene de zieken vast heeft en het been vasthoudt en trekt het tegen de andere die de voet vasthoudt. De dokter moet in het midden knielen en heeft dat been in de hand en voegt het ene been tegen het andere en vormt met beiden handen het been want was er een splinter van het been afgebroken die in het vlees stak waarbij dat men het been goed vormt verzamelen die splinters zich weer aan het been door het vormen en voegt weer tezamen.

Men neemt linnen zwachtels van half el lang en een span breed, het was beter waren die zwachtels maar ½ span lang dan langer zoals gezegd is. En nat ze in het wit van een ei of in vrouwenmelk of in warme wijn of in warm water of in bruine zalf of in populierzalf en windt het 7- of 10voudig om het been en doe daarboven een vilt langer dan een span en boven het vilt 7 spalken van elk een vinger breed en een span lang of een wat langer en drie koorden boven de spalken, die ene in het midden van de breuk en de andere 2 en op elk eind drie pijpen van vlier en elke koord heeft er 1 en wring die om de spalken die daarbij de kleren om het been persen en het been blijft er recht bij en ge voegt door die pijpen de roede gemaakt van een spil en steek die door de pijpen en houdt de ene tegen de ander. Te leggen het ene been bij de andere waarbij ze even lang liggen. Te ondersteken het been dat er gebroken is met klederen dat effen blijft liggen in een lade van drie planken gemaakt tot op de 9de dag.

Elke dag moet die dokter bij de zieke komen en bemerken hoe het been ligt. En te verbeteren als het koord te slap of te stijf is. En te zalven de voet en de knie met populierzalf en te slinken daarbij dat er gezwollen is. Een kleed genat in azijn en om de voet gewonden die de knie en de voet verkoelen alzo veel beter daarbij te maken is.

Ten 12de dag als men erbij komt te vermaken met warm water en te verversen waarbij men de zwachtels er gemakkelijk af kan doen zodat men het been niet kwets. Wassen het been en drogen, het been alom zalven en een was maken, dat is 1 pleister van linnen kleed genat in waspleister, in varkensvet, in witte hars, in vet, van elk een deel in een pan laten smelten en daarin het kleed genat en uit de pan doen en een deel koelen en omtrent het been leggen en daarna zwachtelen zoveel als men wil op het been 8 of 10voudig. En daarboven 1 vilt, beter op de spalken gebonden met koorden bij de pijpen en de spillen die door die pijp gaan zoals gezegd is [163]. En aldus 8 of 10 weken behoeden tegen dat men ziet dat het been kracht krijgt vanwege de spijzen die hij nuttigt en bij de manier dat het been tezamen knoopt. Te gebieden de zieken met krukken te gaan tegen als hij zich sterk weet en het kan van het been en daartegen de voet ter aarde te doen en niet te flink te wezen. Want men heeft het gezien dat lieden het been gebroken hadden omdat ze al te dapper wilden gaan zodat ze het daarbij weer kapotbraken. Ook zijn er sommige die te vroeg over het been traden dat daarbij verkortte en eeuwig mank bleef.

CAP. 32.

Va(n) bene(n) die uutrage(n).

Het siin sulke lieden die haer been breken waerbi deen zide vanden bene steect ten vlesce ute. ende maect ter stede ene grote wonde. Daer so es men sculdech dbeen te treckene alsoet vorseit es. Eist dat dat been niet en volget den groten bene binnen bi den treckene. so es men sculdech dbeen uut te treckene met ere pinche. Ende eist noot so salmen de wonde widen met enen scerse om te sachter dbeen uter wonden te doene. Ende te berechtene dbeen ende te spalkene alsoet vorseit es. Maer boven der wonden so en es men sculdech gene spalke te leggene no cleet. want waer die wonde daer mede bedect gelijc den bene. men soudse niet mogen vermaken elx dags. ende si soude bliven versmoort biden venine datter toe comt. omme dat ifenijn niet ute en soude mogen. ende tfier soude slaen ten bene bi der hitten. dat die gene daer af soude sterven. Dat been te spalkene alsoet vorseit es. ende iegen die wonde .1. gat te snidene. waerbi men mach die wonde vermaken elcs dages .2. werf in den zomer ende in den winter een werf met wieken van stoppen of van linen clede genet in wijfs melc. omtrent die wonde gezalft met poplio(e)ne. daer boven .3. coolblade ende gebonden met scroden te gevoege gelijc ere ander wonde. Ende men mach .1. spalke boven der wonden doen veran vermakene te vermakene (?) maer beter waert gelaten. Ende te achterwaerne van tide te tide met wonden dranke te gevene tote die gene genesen es. ja de wonde geloken es te spalkene ende te verspalkene van .12. dagen te .9. dagen. van .9. te .7. van .7. te .5. tote hi genesen es.

KAPITTEL 32.

Van benen die uitsteken.

Er zijn sommige lieden die hun been breken waarbij de ene zijde van het been uit het vlees steekt en ter plaatse een grote wond maakt. Daar moet men het been trekken zoals gezegd is. Is het dat bij het trekken het been niet het grote been naar binnen volgt dan moet men het been met een tang eruit trekken. En is het nood dan zal men de wonde verwijden met een scheer om zachter het been uit de wond te doen. En te rechten het been en te spalken zoals gezegd is.

Maar boven de wonden moet men geen spalk of kleed leggen want was de wond daarmee bedekt net zoals het been dan zou men het niet elke dag kunnen vermaken en ze zou versmoord blijven vanwege het venijn dat erbij komt omdat het venijn er niet uit zou mogen en het vuur zou bij die hitte naar het been slaan zodat diegene daarvan zou sterven. Dat been spalken zoals gezegd is en tegen de wond 1 gat snijden waarbij men de wond 2 maal in de zomer en 1 maal in de winter kan vermaken met doeken van proppen of van linnen kleed genat in vrouwenmelk en zalf omtrent de wond met populierzalven daarboven 3 koolbladeren en binden door met zwachtels te voegen gelijk een andere wond. En men mag 1 spalk boven de wonden doen waaraan vermaken te vermaken, maar beter was het te laten. En van tijd tot tijd te behoeden met wonddranken te geven tot diegene genezen is, ja, de wond gesloten is te spalken en te verspalken van 12 dagen tot 9 dagen en van 9 tot 7 en van 7 tot 5 tot hij genezen is.

CAP. 33.

Van diversen meesters.

Meesters siin van diverser manieren dbeen te spalkene. Het siin sulke die nemen tiersten .1. cleet dat si om dbeen winden ende nettent int wit vanden eye. dandere diere boven selen liggen in watere omdat die scrode was van iersten int witte genet dat het dbeen te vastere soude houden. dat niet en soude ontswingen no ontstricken deen been vanden andren. no besiden die scroden diere boven siin genet int water dore dat dbeen niet en werde geperst bi den witte vanden eye. dat water 164 |146va| ververscet dwitte so dat dbeen te bat met gemake blivet. hier doen si wel. Maer alle die scroden genet int wit vanden eye. die mensce en sout niet mogen gedogen dor die persse entie dwinginge vander droochten van den eye. dat die gene soude carmen nacht ende dach also lange alse die scroden daer omme souden wesen. Ende dbeen soude verstormen ende werpen dat bloet in den voet ende soude daer bi groet swillen ende menege pine daer in gedogen tote die voet weder geslanct si. Hier doen si quaet.

KAPITTEL 33.

Van diverse dokters.

Dokters zijn er van diverse manieren om het been te spalken. Er zijn sommige die ten eerste 1 kleed nemen dat ze om het been winden en natten het in het wit van een ei en de andere er boven zullen in water liggen omdat de zwachtel eerst in het witte genat was zodat dat het been vaster zou houden zodat het ene been niet zou losgaan of los komen van de andere of naast de zwachtel die er boven genat zijn in het water doordat het been niet geperst wordt van het witte van een ei want dat water [164] ververst het witte zodat het been beter gemaakt blijft, hier doen ze goed.

Maar alle zwachtels genat in het wit van een ei zou de mens niet mogen gedogen door het persen en dwingen van de droogte van het ei zodat diegene nacht en dag zou kermen zolang als de zwachtels daarom zouden wezen. En het been zou verstoren en het bloed in de voet werpen en zou daarbij groot zwellen en menige pijn daarin gedogen tot die voet weder afgeslankt is. Hier doen ze kwaad.

CAP. 34.

Andre mest(er)s.

Sulke meesters siin die nemen dwit vanden eye van .2. of van drien eyeren ende also vele waters ende slaent te gadere ende netten die scroden daerin. ende windense omtrent dbeen dat tebroken es. Hier doen si wel. Het ware beter waren die .2 scroden genet entie .4. droge dan si alle waren genet. omdat dbeen te vaster soude siin geperst biden scroden. etc.

KAPITTEL 34.

Andere dokters.

Sommige dokters zijn er die het wit van 1 of 2 of van 3 eieren nemen en met net zoveel water en slaan het tezamen en natten de zwachtels daarin en winden ze omtrent het been dat gebroken is. Hier doen ze goed. Het was beter om die 2 zwachtels te natten en 4 droog dan dat ze alle genat waren omdat het been vaster zou zijn geperst bij de zwachtels, etc.

CAP. 35.

Van de(n) voete ute(n) lede.

Eist dat die voet uten lede es. men essen sculdech te reckene ende te streckene ende weder te bringene tsire rechter stede. ende te besiene bi den andren voete. Ende scroden genet int wit vanden eye. daer boven dandere scroden genet in borne of in melke of in warmen wine uut gewrongen. Ende omme den voet gedaen ende gewonden. tote in den .5. dach te latene also liggen tote opten sesten dach te hermakene. te zalvene den voet. ene cirone daer omme gewonden. daer boven scroden genet in watere uut geperst. Ende tachterwaerne van .5. dagen te .5. dagen. tes hi hem gevoelt dat hi sinen voet ter erden mach bringen tote dat hi genesen si.

KAPITTEL 35.

Van de voeten uit het lid.

Is het dat het voet uit het lid is moet men het rekken en strekken en weer op zijn echte plaats brengen en te bezien bij de andere voet. En zwachtels genat in het wit van een ei en daarboven de andere zwachtels natten in bronwater of in melk of in warme wijn en uitwringen. En om de voet doen en winden tot in de 5de dag te laten alzo laten liggen en tot op de zesde dag hermaken, te zalven de voet en een waspleister daarom winden en daarboven zwachtels genat in water en uitpersen. En behoeden van 5 dagen tot 5 dagen tot hij voelt dat hij zijn voet ter aarde kan brengen totdat hij genezen is.

CAP. 36.

Van de(n) voete v(er)wro(n)gen.

Sulke lieden hebben den voet verwrongen. niet al uten lede. maer .1. deel ongevoegelijc staende. dicwile laet men dien voet bi roekeloesheiden also bliven staende. dat de gene daerbi blivet manc gaende. Ende dicken gevalt dat dbloet dat ter quetsingen gevallen es. verbernt in hem selven ende verkeert in lingenen. dat hi gefisteleret blijft langen tijt daerna. Waerbi die venine die daer wassen tusscen den .2. leden verteren die been. zenewen ende adren. ende vleesch. ende werden vele |146vb| gaten omtrent den enckel dat ter fisteleringen uut gaet been som cleine som groet. Sulke meesters seggen ons dat sente-loys-evel es. Actor seit en es niet. hadde hi te tijt vroeden raet gehadt hi ware genesen. dies hi smertte heeft bi siere roekeloesheiden. Ter steden daer die gaten siin es men sculdech te makene .1. gat met enen scerse so wijt. dat men tasten mach metten vingere hoet binnen es metten bene. Ende dore de wonde geworpen zeele gemaect met linen 165 cledren. te suverne elx dags den voet bi den zeelen met aysine of met starker logen. te drogene ende te zalvene den voet. coolbladere boven der wonden te leggene ende gebonden alst betaemt. wondendranc te gevene van tide te tide enen lepelvol. telken vermakene. ende dus tachterwaerne tote hi genesen es. Elc zeel es sculdech te liggene .14. nacht in de wonde of meer jegen dien dattie vulheit groet es ende die quetsinge. Also vele te langer laten liggen daerin. wel te suverne die vulheit van binnen. ende daerna tachterwaerne alsoet vorseit es.

KAPITTEL 36.

Van de voet verstuikt.

Sommige lieden hebben de voet verwrongen en niet geheel uit het lid, maar 1 deel staat ongevoelig en vaak laat men die voet bij roekeloosheid alzo blijven staan zodat diegene daarbij mank blijft gaan. En vaak gebeurt het dat het bloed dat bij de kwetsing gevallen is in zichzelf verbrandt en in vuil verandert zodat hij lange tijd daarna etterwonden houdt. Waarbij het venijn dat daar tussen de 2 leden groeit het been, zenuwen en aderen en vlees verteert en worden vele |146vb| gaten omtrent de enkel zodat er met etterwonden been uitgaat en soms klein en soms groot. Sommige dokters zeggen ons dat het Sint Loys euvel is. (jicht?) Auteur zegt dat is het niet want had hij verstandige raad gehad dan was hij genezen dus heeft hij die smart vanwege roekeloosheid. Ter plaatse daar die gaten zijn moet men 1 gat met een schaar maken en zo wijd dat men met de vinger tasten kan hoe het binnen met het been is. En door de wond zeil werpen dat gemaakt is met linnen [165] klederen en elke dag het zeil bij de voet zuiveren met azijn of met sterke loog, te drogen en de voet te zalven, koolbladeren boven de wonden te leggen en binden zoals het betaamt, wonddrank te geven van tijd tot tijd een lepel vol en telkens vermaken en dus behoeden tot hij genezen is.

Elk zeil moet men 14 nachten of meer in de wond leggen tegen dat die vuilheid en de kwetsing groot is. Alzo veel langer daarin te laten liggen en goed die vuilheid van binnen te zuiveren en daarna behoeden zoals gezegd is.

CAP. 37.

Van de(n) voete tebroken.

Die voet mach breken in die middewert ontwee in die worst. Dien voet es men sculdech te reckene gelijc alst vorseit es. te zalvene ende te nemene .1. scrode ende te nettene int wit vanden eye. daerboven scroden genet in borne uutgewrongen. daer boven .1. vilt bat op spalken .4. onder ende .4. boven. ende besiden gebonden met corden ende geperst met pipen te vergadren met ere roeden gemaect van ere spillen alst vorseit es. Den mensce te wachtene van onganser spisen. dat sine pine niet en werde gemeret daer bi. te leggen in stede daer die voet rusten mach. Ende niet te vermakene vore den .12. sten dach. ende tachterwaerne tes hi genesen es.

KAPITTEL 37.

Van de gebroken voet.

Die voet kan kapot breken in de worst. Die voet moet men rekken net zoals gezegd is, zalven en neem 1 zwachtel en nat het in het wit van een ei en daarboven zwachtels genat in bronwater en uitwringen en daarboven 1 vilt en beter er 4 spalken onder en 4 boven doen en ernaast binden met koorden en geperst met pijpen te verzamelen met een roede die gemaakt is van een spil zoals gezegd is. De mens te wachten van onganse spijzen zodat zijn pijn daarbij niet vermeerderd wordt en in een plaats leggen daar de voet rusten kan. En niet te vermaken voor de 12de dag en behoeden totdat hij genezen is.

CAP. 38.

Van div(er)se(n) w(er)kene va(n) mest(er)s.

Sulke meesters netten die scroden in wine die si winden om dbeen dat te broken es. Si doen wel. want si hebben daer redene toe. Om dat ter broken dbloet sinct. dat heet ende versch bi naturen es. bi den persene vander scroden ende die wijn es heet ende droge bi naturen so slanket dled. Ende dbloet keert weder ter stede danen het quam entie zieke blijft te gemake.

KAPITTEL 38.

Van diverse werken van dokters.

Sommige dokters natten de zwachtels in wijn die ze om het been winden dat gebroken is. Ze doen goed want ze hebben daar reden toe. Omdat bij de breuk het bloed zinkt dat heet en vochtig van naturen is en door het persen van de zwachtel en de wijn is heet en droog van naturen en zo slankt het lid. En het bloed keert weer naar de plaats daar het vandaan kwam en de zieke blijft gemakkelijk.

CAP. 39.

|147ra| And(er) meest(er)s.

Sulke meesters bezalven dbeen met poplione al omtrent of met unguentum fuscum. welc datmen wille. Ende netten haer scroden in warmen watere of in zoete melc. die doen wel ende hebben redenedaertoe. Want water ende melc es cout ende versch bi naturen. ende ter stede daer dbeen tebroken es. daer valt dat bloet neder dat heet ende versch es bi naturen. bi datter te vele bloets in comt verkeren si in droochten bider groeter hitten vanden bloede. bi der coelheit van den melke ende vanden watere verslaet die hitte vanden bloede ende ververscht die droocheit waerbi dat bloed keert weder danen het quam. bi der perssingen vanden scroden ende van den spalken datter toe behoort alst vorseit es.166

KAPITTEL 39.

Andere dokters.

Sommige dokters zalven het been met popolioene al omtrent of met unguentum fuscum, welke dat men wil. En natten hun zwachtels in warm water of in zoete melk, die doen goed en hebben er redenen toe. Want water en melk is koud en vochtig van naturen en ter plaatse daar het been gebroken is daar valt dat bloed neer dat heet en vochtig is van naturen en als er ten veel bloed in komt verandert dat in droogte vanwege de grote hitte van het bloed en door de koelheid van de melk en van het water verslaat dat de hitte van het bloed en bevochtigt de droogte waarbij dat bloed weerkeert, dan kwam het door de persingen van de zwachtels en van de spalken dat er toe behoort zoals gezegd is. [166]

CAP. 40.

Sulke meesters maken ene cirone van wasse van swinen smere. van scapen roete van harste van pecke. van elken .1. deel maer vanden harste minst. Men werpet al in ene panne ende smeltet ende net daer in een linen cleet. ende windent omtrent dbeen dat te broken es. Ende si mesdoen bi deser redenen. Alse die cirone es omtrent dbeen gewonden ende men dbben (l. dbeen) verhit. te meer dled ontoedt ende rijt om dbeen. waerbi dbeen uter stede gaet ende daer bi cortet. hets jegen nature want deen been leget dan besiden den andren. niet iegen dander. ende blijft also. al werde hi genesen bi avonturen hi bleve ewelijc manc gaende. En es mensce ne geen die led brect ontwee. eist dat deen been van den andren leget. niet deen iegen dander dat hi nemmermeer so te gemake moge wesen. Alle die been die tebroken siin. die siin sculdech deen iegen dander te liggene. niet deen besiden den andren. sal hi te gemake bliven. Hier bi prijst actor dwitte van den eye boven al den andren. so meer dbeen verhit. so meer dwitte verdroget ende clinget an dbeen bi den scroden. so dat deen been rechte iegen dander blijft staende entie zieke sine gansinge mach gecrigen. Hier doet elc meester sine gewoente. Dicken gevallet alse diverse meesters comen tenen werke. dat elc anders werc mesprijst. Nochtan doense alle wel. maer die metter cironen die hi windet om dbeen dat te broken es opten iersten dach. dat ware hi sculdech te doene opten .12. sten dach |147rb| of opten .18. dach dat verbiet actor. maer alle dandere vorseit doen wel. Maer en ware dbeen niet tebroken. maer gequetst. men ware die cirone sculdech te windene daer omtrent. om uut te sugene die quetsure diere inne es. Maer om dat dbeen ontwee es. so es men sculdech dingen daer omme te doene die dbeen stijf houden ende rechte tote in den .12. sten dach of in den .18. dach dat dbeen gevoecht si. Ende daerna cironen omme te doene. te badene dbeen ende te drogene. te zalvene met popelioene. ende weder daer op te doene die cironen. die scroden. dat vilt. die spalken. ende datter toe behort. Ende te besiene van tide te tide tote dat been genesen si.

Meester anceel van geneven die genas alle siin hooftwonden met ere zalven sonder anijs. Ende hi wasser zere met geprijst in die stede van geneven. Hi verboet allen sinen zieken dat si el niet en souden drinken dan vanden starcsten wine dien si vonden. ende dat si niet el en aten dan dbeste vleesch. Ende dit was iegen alle auctoors van medicinen ende van surgien. Also gi horen moget int capittel vanden dyeten. dewelke leringe es wat men sal eten ende drinken. Ende waeraf men den zieken sal doen wachten tetene of te drinkene. Met deser zalven waest dat meester anceel wrochte hadde hi recht of onrecht. hi nam altoes wit harst .1. lb.. ende olie van rosen .5. dr.. ende wit was .3. dr.. dit smalt hi in een erden panne verloodt. ende alst cout gnouch was so goet hiere in een deel goets 167 wits wijns ende zoodt te gadere ende daerin doopte hi een linen cleet. ende dat doorgaette hi met ere scaren in vele steden. ende leit also op thooft. Ende daerboven so leide hi .1. plaester van stoppen genet in warmen wine ende dat uut geduwen. Ende daerboven .1. van drogen stoppen. Ende aldus so bant hi thooft entre plaestren daerop so dat se niet en mochten af gaen. Ende was die wonde wijt. hi nayese te gadere. Aldus genas hi die wonden sonder anijs Entie daer storven die grouf men. Ende het starfer meer dan genas. Nochtan was hi vele meer geprijst |147va| dan alle dandere meesters die bi der const wrochten. Maer dat en was niet van den genen die redene bekenden. maer hi was vanden gemeinen leken lieden. Ende aldus so es beter goede vente dan goede ware. Het was oec een meester in Vlaendren van ziericzee in zeelant geboren ende hiet meester willem. hi maecte ene cirone aldus.

Hi nam wederen roete ende scapen roete dat smalt hi. ende mingde daermet .1. luttel was ende .1. deel spaensch groen. dit zide hi dore een linen cleet. ende doopter in een linen cleet. Ende sneter af .1. stuc ende leit op alle die wonden die tote hem quamen. Ende alst vul was hi keret omme ende vagede dat etter af. ende leide weder dander zide optie wonde. Ende genas aldus alle sine wonden. Ende hine nayde gene wonden mer hi dwouchse met warmen wine ende drogese ende daerna leide hi daerop siin plaester also ic u vorseit hebbe. ende wasser zere met vernaemt. Dits al geluc sonder redene. Het was oec in poperingen een wijf ende hiet lise pauwelijns die genas alle die wonden met dranke. ende leide optie wonde .1. luttel stoppen. ende daer boven rode coolbladre. Vele genasser ende vele storvender. Ende nochtan wassi geprijst boven goede constege meesteren. Waerbi dat ic u segge. Al siedi enen meester die niet en wert verheven. en laet u niet verwondren daer af. Mer van desen namen die si gecrigen. dat mach wel heten geluc sonder recht ende sonder redene.

KAPITTEL 40.

Sommige dokters maken een zalf van was, van varkensvet, van schapenvet, van hars en van pek, van elk 1 deel, maar van de hars het minst. Men werpt alles in een pan en smelt het en nat daarin een linnen kleed en windt het omtrent het been dat gebroken is. En ze misdoen vanwege deze redenen. Als de was omtrent het been gewonden is en men het been verhit, te meer men het lid ontdoet en wrijft om het been zal daarbij het been uit de plaats gaan en daarbij verkorten, het is tegen de natuur want het ene been ligt dan naast de andere en niet tegen de andere en blijft alzo al wordt hij genezen bij avonturen, hij blijft eeuwig mank gaan. En is het dat men geen lid stuk breekt en is het dat het ene been van de andere ligt en niet de ene tegen de andere, tegen elkaar aan zodat hij nimmermeer zo te maken mag wezen. Alle benen die gebroken zijn die moeten de ene tegen de andere liggen en niet de ene naast de andere wil hij gemaakt blijven.

Hierbij prijst auteur het witte van een ei aan boven alle anderen en zo meer het been verhit zo meer het witte verdroogt en klampt aan het been bij de zwachtels zodat het ene been recht tegen de andere blijft staan en de zieke zijn genezing mag krijgen. Hier doet elke dokter zijn gewoonte.

Vaak gebeurt het als er diverse dokters bij 1 werk komen dat elk de anders werk misprijst. Nochtans doen ze alle goed, maar die met de waspleister die hij om het been windt dat gebroken is op de eerste dag, dat had hij moeten doen op de 12de dag of op de 18de dag, dat verbiedt auteur, maar alle andere voor vermelde doen goed.

Maar tenzij het been niet gebroken is, maar gekwetst, men moest die was daaromtrent winden om de kwetsing eruit te zuigen die erin is. Maar omdat het been kapot is zo moet men dingen daarom doen die het been stijf en recht houden tot in de 12de dag of in de 18de dag dat het been gevoegd is. En daarna was erom doen, het been baden en drogen, zalven met populierzalf en er weer die waspleister op doen, de zwachtels, de vilt, de spalken en dat er toebehoort. En te bezien van tijd tot tijd totdat het been genezen is.

Dokter Anceel van Geneve die genas al zijn hoofdwonden met een zalf zonder anijs. En hij was er zeer mee geprezen in die plaats van Geneve. Hij verbood al zijn zieken dat ze niets anders zouden drinken dan van de sterkste wijn die ze vonden en dat ze niets anders aten dan het beste vlees. En dit was tegen alle auteurs van medicijnen en van chirurgie. Zoals ge horen mag in het kapittel van de diëten wat een lering is wat men zal eten en drinken. En waarvan men de zieken zal laten wachten van te eten of te drinken.

Met deze zalf was het dat dokter Anceel wrocht en of hij wel of niet gelijk had, hij nam altijd witte hars, 1 pond, en olie van rozen, 5 drachmen, en witte was, 3 drachmen, dit smolt hij in een verloden aarden pan en als het koud genoeg was deed hij er een goed deel [167] witte wijn in en kookte het tezamen en daarin doopte hij een linnen kleed en daar maakte hij met een schaar op vele plaatsen gaten in en legde het alzo op het hoofd. En daarboven legde hij 1 pleister van proppen genat in warme wijn en dat uitgeduwd. En daarboven 1 van droge proppen. En aldus zo verbond hij het hoofd en de pleisters daarop zodat ze er niet af konden gaan. En was de wond wijd, hij naaide ze tezamen. Aldus genas hij die wonden zonder anijs. En die daar stierven die begroef men. En er stierven er meer dan er genazen. Nochtans werd hij veel meer geprezen dan alle andere dokters die via de kunst wrochten. Maar dat was niet van diegenen die met reden werkten, maar hij was van de gewone leken lieden. En aldus zo is beter goede verkoop dan goede waar.

Het was ook een dokter in Vlaanderen en van Zierikzee in Zeeland geboren en heette dokter Willem en hij maakte een was aldus;

Hij nam rammenvet en schapenvet en dat smolt hij en mengde daarmee wat was en 1 deel Spaans groen en dit zeefde hij door een linnen kleed en doopte er in een linnen kleed. En sneed er 1 stuk af en legde die op alle wonden die tot hem kwamen. En als het vuil was keerde hij het om en veegde de etter er af en legde weer de andere zijde op die wond. En genas aldus al zijn wonden. En hij naaide geen wonden, maar hij waste ze met warme wijn en droogde ze en daarna legde hij er zijn pleister op zoals ik gezegd heb en was er zeer mee beroemd. Dit is alles geluk zonder reden.

Er was ook in Poperingen een wijf die Lise Pauwelijns heette en die genas alle wonden met drank en legde op die wonde wat proppen en daarboven rode koolbladeren. Vele genazen er en vele stierven er. En nochtans werd ze boven goede kunstige dokters geprezen. Waarbij dat ik u zeg; Al ben je een dokter die niet verheven wordt, laat u zich daarvan niet verwonderen. Maar van deze namen die ze krijgen, dat mag wel geluk zonder recht en zonder reden heten.

Van rudicheit en(de) scorreftheit ane die mensche.

Nou wilic jou gaen scriven van rudicheit ende scorreftheit wat het es van den ghemeenen siecheden |C51ra| toe hoerende Cyrugie ende ook medicine maer omdat wel voughet dat hier in staan sal. soe willic wat medicijnen der of scriven dwelke ic hebbe ghetrocken hute Galienus ende hute yporcas. Item soe int erste soe comt die rudichede ende scorreftheit toe omdat die natuere van binnen te cranc es die quade materie hute te drivene ende dat valt meest in houde lieden ende die rudicheit vorseit in houden lieden. ne canmen niet gheneusn. Ende voert selmen weten datter eene maniere van rudicheden is ende die comt in lieden die op zijn ghestaan van groter siecheit ende die rudicheit mach men wel gheneusn. Een ander maniere van rudicheden is die den lieden toecomt van quaetheit der spijsen ende van quaetheit der drancken. Een ander maniere van ruden comt van spijsen dat mense qualic verduwen mach alse die spijse vervult wert in den lichaam. Ende aldus zal men gaen ter cueren. Int erste zal men die materie ende die verrotte vochtsvermenging evacueren. Item ende alse die materie is ghedigereert met sirupen diere toe hoeren ghemixtert met aq. fumi terre ofte andere water naer dat de men\sche |C51rb| jonc es. Dan zal men hem gheven een laxatijf dat de vochtsvermenging purgieren mach als men wel vinden sal in onsen antidotarius ende als hi ghepurgiert es dan sal men smeeren sinen puls van sinen hand ende de elliboghen ende die hamen van der beenen bachten jeghen dat vier tsavons als hi slapen gaet met deser navolgeden salve

Unguentum adscabiem. Rp. calcx viva oloen (l. aloe) cicotrini olej olivarum misceantur insit et fiat onguentum ponatur in pixide. Een ander salve: Neemt aloe epaticon o.. j. dat minghet met ayzijn alte samen ende daer mede salvet den puls ellibogen ende die hamen van den beenen ghelic dat vorseit es. Een ander jeghen scorreftheit ende joecte. Rp. olei nucis .o.. ij. aceti vini .o.. j. daer toe doet pulvis litargirum auri pulvis seruce .ana. o.. j. dit siedt over een altoes roerende dat niet ne berne. ende alst dicke si dan doet in dine bosse ende orboret alsoet jou vorleert es ende alse dese salve koud is minghet der toe een lettele quicsilvers. Een ander salve ten selven: Avicenna ons leert eer men den siecken bestriken sel met deser naer volghende salven dat men den pols van den hand ende delliboghe ende de hamen van den beenen erst bayen sal met warmen 169 water ofte dat de siecke sal gaen in een badt |C51va| ofte in een stove ende dan sel hem de siecke bestriken met deser salve

Rp. pulvis litargirum aurum pulvis sulferi vini pulvis alumen. Dit siedt over dat vier altoes roerende cum spatula met aceti vini tote dat dicke becomt alse salve et ponatur in pixide oneste.

Een ander salve ten selven. Rp. olium nucis .o.. ij. succi scabioso .o.. j. et 1/2 aceti boni .3z;. ij. Dit siedt over een altoes roerende dat niet ne berne tote dat dicke becomt alse salve ponatur in pixide cerata ende doet alsoe jou vorleert es. Dese vorseide salve es goet jeghen scorftheit ende jeghen serpigo ende (i)mp(e)tigo ende jeghen smette in tansichte plecken ceteren ende op al dat lijf.

Een ander: smelt pec in water ende colert suver .o.. j. ende in die coleringe doet oleum nucis .o.. ij. pulveris tartari sal nitri. Dit smelt al over een et fiat onguentum fluxibile ponatur in pixide cerate.

Een ander dat ons wijset mester gillebert. Neemt allium excoria dat stot al ontwe ende alst ontwe es dan doeter toe exungia porcina fiat unguentum ponatur in pixide cerate ende orboret alsoet jou vorseit es. Een ander dat ons galienus scrijft ende dit unguent gheneust scorreftheit met .iij. warf der |C51vb| op te legghene. ende doet seer rijpen ende laxeren met de urine. Ende avicenna seit dit naervolghende unguent es goet jeghen dat mormal sic fit. Rp. sulfer vini dr. 2. eleborj nigri argentum vivum thimi .ana. dr. 2. staffisagrea .dr. 1/2. hier of maect poeder subtijl ende dan neemt exungia poursina j. misceantur ad ignem fiat unguentum ponatur in pixide. Ende daer mede jou salvet gelijc dat jou voerleert es.

Een ander unguentum ten selven sic fit. Rp. succis vitellini succus raphani .ana. o. 6. aceti vini olei nucis ana o. dr. pulvis aloe cicotrini o. 1/2. misceantur et fiat unguentum ponatur in pixide cerate.

Ende pulvius (l: Plinius) die ons bescrijft eist dat men dwaet die stede van den mormal metten water daer die doot mensche in ghedweghen is dat mormal sel ghensen bi den crachten van den watere als plunius ons leert. Item dat mormael ende die vulle rudicheit es goet ghedweghen met desen naer volgenden water tweewarfs daghes. Rp. radicis brionie recentis lib .1/2. die zal men stampen al in sticken in eenen mortier ende dan sal mense sieden in scoenen water ende dat zal men |C52ra| wel scumen dan zal ment coeleren dore een cleet ende metten claren selmen dwaen die stede alsoet vorseit is. Exper(i) mentator die seit die wortelen van poreiden loec ghebonden op de clieren van den welken dat mormael comt ende dese naer volgende salve op dat gat gheleit gheneust. Salve. Rp. olium nucis o. ij. cere o. 1/2. succus van poreiden o. j. misceantur ad ignem fiat unguentum ponatur in pixide cerate. Dit is eene goede preciuse salve. Willem van medicke. die ordinerdese erstwarf ende is wel gheprouft jeghen scorfthede want al scinse wonderlic nochtan es hore daden ende horen ghewerken seer goet ende seeker ende wel dicke gheprouft.170

Salve. Rp. argentum vivum o. 2. pulvis litargirum aurum dr. iij. euforbium staphisagria. ana. dr. ij. exungie porsine sine sale lib. 1/2. misceantur et fiat unguentum ad ignem ponatur in pixide cerate. Ende dits eene salve metten welken men smeer den siecken van den elleboge tote .3. vingheren naer den voeten ende in den somer sal men den siecken salven in den sonne des after middich. Ende in den winter sal |C52rb| men den siecken salven bi den vier. Ende eist datti der naere .5. daghe zwelt. ende eist datti niet ne wert gheneusn soe selmen die maghe besten met wiine daer in ghesoeden is rosmarijn ende sailge ende op die stede die ghesuvert zijn legghen eenen douc van rauwen liinwade dat die salve niet ne comt ten anderen leeden van den lichaam. Ende met deser salve hebbe ic gheneusn mennich mensche die rappich was over al zijn lijf die heb ic wel ende suverlic gheneusn. Ja si waren soe rappich datsi schenen seer lasers.

Mester hugones van lukes die heft dese salve dicke gheprouft eist datmer mede smeert die palmen van den handen ende die pulsen van den hand ende die planten van den voeten dese salve doet of alle alle rudichede ende scorfthede ende die materie wert scier gheneusn binnen eenen dage. Ende ic yperman vant waer binnen eenen dage ende daer naer selmen bloet laten ter lever aderen. Dats in mediana Dits de salve. Rp. oleum laurini o. iij. pluvis olibani albi o. j. sal commune wel ghewreven o. .8. succi plantag. succi fumiterre .ana. quantum vis exungie pourcine lib. 1/2. Dit siedt over een op dat vier ende alst al ghesmolten is over een dan doet |C52va| van den viere ende alse dese salve binaer koud is dan minget der in pulvis olibani ponatur in pixide cerate et usui reserva Ende vele lieden makense aldus. Rp. olium laurini o. 3. pulvis aloe cicotrini. pulvis arcenici succum radicis enula compana .ana. o. 1/2. et fiat unguentum ad ignem additur argentum vivum mortificatum cum sputo o. j. misceantur ponatur in pixide cerate. Dits een unguentum jeghen alle scorreftheit ende rudecheit de welke ons bescrift mester hughones Rp. succi celidonie succi fumiterre succi scabiose succi lapacium aurum pulvis seruse lote pulvis elebori nigri et albi ana. o. 1/2. oleum laurini lib. 1/2. misceantur et fiat unguentum ponatur in pixide cerate. Hier met zal men salven de planten van den voeten. ende dat holle van den hand. Ende is die rudicheit over alle den lichaam soe smeert den pols van der hand ende die hamen van den beenen ghelijc dat jou vorleert es. Item mi seide een mensche van consiencie datti hem seer wert crouwende ende hi ghinc ende nam ertvelt ende dat stampte hi ende nam daer hute dat sap ende telken alsse hi hem crauwe(n) woude soe nette hi sinen nagelen in dat sop ende daer met hi genas. Ende hi hadde dropige beenen ende hi leider op die bladeren van hertvelde. ende si ghenasen.

Een ander. Ende dat staet ghescreven in den gulden |C52vb| bouc Rp. oleum rosarum o. iij. oleum lauri o. j. cere quantum sufficit et fiat unguentum ende in dat unguentum minget argentum vivum o. mortificato (l. -tum) cum sputo 171 et ponatur in pixide cerate. Een ander goede puls salve. Die ons leert mester Willem van Congennia. Rp. oleum laurini o. iij. exungia poursina antiquue o. ij. argentum vivum o. j mortif salis commune .iiij-or succi fumiterre succi fumiterre succi plantagis ans o. iij. Dit siedt op tvier over een tote dat die soppen versoden zijn altoes roerende dat niet ne berne dan doet van den viere ende alst binae koudis dan minget der in jouwen argentum vivum fiat unguentum ponatur in pixide cerate. Avicenna seit succis apium silvestre daer met bestreken dat helpt de drogher (l. droghe) ruden ende joecten Avicenna seit men sel nemen apium ende snidense intwe. ende windense in eenen douc ende die zal men braden met soute ende daer met sel men wriven den siecken in dat badt. Item aqua sulferis helpt abstringerende resolverende. Item abrotannum gheberrent helpt alstringerende resolverende ende subtijlt ende ontpluuct. Item vetheit van den beere ende van der gheeten seer helpt. Een ander Rp. plumbum ustum o. iiij-or fiat pulvis subtilis. Dit |C53ra| minget met seem et fiat in modum unguentum (l. unguenti) ponatur in pixide. Item scoria argentum dat helpt zeer der ruden. Een ander crocus ghepulveriseert dat gheminghet met aizijn dat helpt der ruden. Item heett water es seer goet der ruden. ende gheavacuert (l. evacueert) materie. Item celidonie ghenomen met evacuacien helpt met sinre propertheit seit ons avicenna. Item puuden te pulver gheberrent. ende dat pulver gheminget met aizijn dat helpt der ruden. Item calamentum montanum recentis der met die lieden ghewreven in den bade helpt. Item olie van eruca es goet der rudicheden in de sonne gesmeert ofte jeghen dat vier ghelijc dat jou vorleert es. Een ander Neemt dat sop van coriander succus aneti feces vini ana o. ij. dese backet in eenen oven te gader ende dan maecter of pulver subtijl ende minget dat pulver met olium eruca. Ende daer mede smeert rude ende joecte si sel gheneusn probatum est. Een ander Neemt galle die minghet met succum ruthe ende aceti vini buliantur misce (misceantur?) fiat unguentum ponatur in pixide cerate. Een ander. Neemt oleum olivarum o. ij. succum calamenti o. ij. cere quantum sufficit fiat unguentum ponatur in pixide cerate hier met salvet jou gelijc (l. gelijc jou) dat vorleert es. Dit helpt seer der |C53rb| boeser ruden. Item succum coriandrie dat verdrijft sterkelic rudicheit. alsoe ons leert Avicenna. Item porret dat helpt der drogher rudicheit ende resolvert. Item sinapis helpt seer der rudtheden. Item oude orine verdrijft joecte. Item dat huten wiin stocke drupet alsmen berrent es seer goet der ruden. Avicenna ons leert bussen gheset ane beede die beenen verdrijft die stinkende rude ende joecte.


Van ruigheid en schurftigheid aan de mens.

Nu wil ik jou gaan beschrijven van ruigheid en schurft en wat het is van gewone ziektes dat tot chirurgie en ook tot medicijnen behoort, maar omdat het goed voegt wat hierin staan zal zo wil ik wat medicijnen er van schrijven die ik getrokken heb uit Galenus en uit Hippocrates.

Item zo ten eerste komt de ruigheid en schurft aan omdat de natuur van binnen te zwak is om de kwade materie uit te drijven en dat valt meest in oude lieden en de voor vermelde ruwheid in oude lieden kan men niet genezen.

En verder zal men weten dat er een soort van ruwheid is en die komt in lieden die zijn opgestaan van grote ziekte en die ruwheid kan men goed genezen. Een andere soort van ruwheid is die de lieden aankomt van kwaadheid van de spijzen en van kwaadheid van de dranken.

Een andere soort van ruwheid komt van spijzen omdat men ze slecht verduwen kan als de spijs vervuld wordt in het lichaam. En aldus zal men ter kuren gaan. In het begin zal men de materie en de verrotte humoren evacueren. Item en als de materie is gedigereerd met siropen die ertoe behoren gemengd met aqua fumi terre (Fumaria) of ander water naar dat de mens jong is. Dan zal men hem een laxatief geven dat de humoren purgeren kan zoals men wel vinden zal in onze antidotarius en als hij gepurgeerd is dan zal men zijn pols van zijn hand en de ellebogen en die schenkel van de benen achter besmeren tegen het vuur ‘s avonds als hij slapen gaat met deze navolgende zalf;

Zalf tegen schurft, Recept; ongebluste kalk, Aloë cicotrina, olie van olijven meng het en doe het in een goede doos van aardenwerk. Een andere zalf: Neem Aloë (Aloë perryi, de levervormige), 1 ons, meng het geheel met azijn en zalf daarmee de pols, ellenbogen en de schenkel van de benen zoals er gezegd is. Een andere tegen schurft en jeuk. Recept; olie van noten, 2 ons. Wijnazijn 1 ons, doe erbij poeder van litargirum, gouden poeder van was gelijk 1 ons, kook dit door elkaar en altijd roeren zodat het niet verbrandt en als het dik is doe het dan in uw bus en gebruik het zoals het je geleerd is en als deze zalf koud is meng er wat kwikzilver bij. Een andere zalf tegen hetzelfde: Avicenna leert ons dat eer men de zieke bestrijken zal met deze navolgende zalf dat men de pols van de hand en de ellenboog en de schenkel van de benen eerst baden zal met warm [169] water of dat de zieke in een bad zal gaan of in een stoof en dan zal je de zieke bestrijken met deze zalf

Recept; poeder van litargirum gouden poeder van zwavel in wijn en poeder van aluin. Dit kook je boven het vuur en altijd roeren met de spatel en met azijn totdat het zo dik wordt als een zalf en doe het in eerlijk aardenwerk.

Een andere zalf tegen hetzelfde. Recept; olie van noten ons 2, sap van Scabiosa ons ‘1 en 1/2 goede wijn, 3z 2. Dit kook je door elkaar en altijd roeren zodat het niet verbrandt totdat het dik wordt als een zalf en doe het in een doos van was en doe zoals je geleerd hebt. Deze voor vermelde zalf is goed tegen schurft en tegen serpigo en impetigo en tegen smet in het aanzicht, plekken, schurft en op het gehele lijf.

Een andere: smelt pek in water en zeef het zuiver ons 1, en in dat gezeefde doe je olie van noten, ons 2, verpoeder wijnsteen met salpeter. Dit smelt je alles door elkaar en doe de flexibele was in werk van was.

Een andere dat ons gewezen wordt door dokter Gilbertus; Neem Allium excoria (zinloos?) en stamp dat geheel stuk en als het stuk is doe er dan bij genoeg (1) varkensreuzel en doe je het in flexibele was en gebruik het zoals je gezegd is.

Een andere dat voor ons Galenus beschrijft en deze zalf geneest schurft met het er 3 maal op te leggen en laat zeer rijpen en laxeren met de urine. En Avicenna zegt dat deze volgende zalf goed is tegen het gezwel aan de benen, dat wordt;

Recept; zwavelwijn, drachmen 2, Helleboris nigra, kwikzilver, tijm, gelijke drachmen 2, staphisagria, (Delphinium) drachmen ½, en maak hiervan een subtiel poeder en neem dan genoeg varkensreuzel, 1, meng het en doe het in genoeg zalf. En daarmee zalf je zoals je geleerd hebt.

Een andere zalf tegen hetzelfde, dat wordt. Recept; sappen van eierdooier, sappen van radijs (of mierikswortel (of mierikswortel gelijk ons 6, wijnazijn, notenolie gelijk ons drachme, poeder van Aloë cicotrini, ons ½, meng en doet de zalf in een doos van was.

En Plinius die ons beschrijft is het dat men de plaats van het gezwel aan het been wast met het water daar een dode mens in gewassen is zal dat gezwel aan het been genezen bij de krachten van het water, zoals Plinius ons leert. Item dat gezwel aan het been en de vuile ruwheid is goed gewassen met dit navolgende water tweemaal per dag. Recept; wortels van Bryonia vers, pond ½, die zal men geheel stuk stampen in een mortier en dan zal men het koken in schoon water en dat zal men goed schuimen en dan zal men het zeven door een kleed en met dat heldere zal men de plaats wassen zoals gezegd is.

Experimentator die zegt dat de wortels van prei op de klieren gebonden waarvan dat gezwel aan het been komt en deze navolgende zalf op het gat gelegd het geneest. Zalf, Recept; notenolie ons 2, was ons ½, sappen van prei ons 1, meng het en doe de zalf in werk van een doos van was. Dit is een goede kostbare zalf. Willem van Medicke beval het de eerste keer aan en het is goed beproefd tegen schurft want al schijnt het wonderlijk, nochtans zijn haar daden en haar werken zeer goed en zeker en wel vaak beproefd. [170]

Zalf, Recept; kwikzilver, ons 2, verpoeder gouden litargirum, drachmen 3, Euphorbia, Delphinium staphisagria, gelijk drachmen 2, genoeg varkensreuzel zonder zout pond ½, meng het met zalf aan toe het in goede was. En dit is een zalf waarmee men de zieken van de ellenoog tot 3 vingers naar de voeten besmeert en in de zomer zal men de zieken in de zon zalven in de namiddag. En in de winter zal men de zieken zalven bij het vuur. En is het dat die na 5 dagen zwelt en is het dat die niet genezen wordt dan zal men de maag bestrijken met wijn waar rosmarijn (Rosmarinus) en salie (Salvia) in gekookt is en op die plaatsen die gezuiverd zijn een doek legen van rouw lijnwaad zodat de zalf niet aan andere delen van het lichaam komt. En met deze zalf heb ik menig mens genezen die schurftig over zijn hele lijf was en die heb ik goed en zuiver genezen. Ja, ze hadden zoveel schurft zodat ze zeer huidziek leken. Dokter Hugo van Lucca die heeft deze zalf vaak beproefd als men er de palmen van de handen en de polsen van de hand en de planten van de voeten mee besmeert, deze zalf doet alle ruigheid en schurft af en de materie wordt bijna binnen een dag genezen. En ik, Yperman, vond het waar binnen een dag en daarna zal men bloed laten in de leveraderen. Dat is in mediana. Dit is de zalf. Recept; laurierolie, ons 3, poeder van witte wierook (Boswellia thurifera) ons 1, gewoon zout goed gewreven, ons 8, sap van Plantago, sap van Fumaria, gelijke hoeveelheid en doe er genoeg varkensreuzel bij een ½ pond. Dit kook je dooreen boven een vuur en als het geheel dooreen gesmolten is doe het dan van het vuur en als deze zalf bijna koud is meng er in poeder van wierook in doe het in een aardenwerk doos was en gebruik het als je het nodig hebt. En veel lieden maken het aldus. Recept; laurierolie, ons 3, poeder van Alo cicotrini, poeder van arsenicum, sap van de wortels van Inula helenium, gelijk ons ½, en doe de zalf en voeg toe kwikzilver verzwakt met speeksel, ons 1, meng het en doe het in een doos van was. Dit is een zalf tegen alle schurft en ruwheid die voor ons dokter Hughones beschrijft.

Recept; sap van Chelidonium , sap van Fumaria, sap van Scabiosa arvensis, sap van lapatium aurum (Rumex) verpoeder lood, veel poeder van Helleborus nigra en Veratrum alba, gelijk ons ½, laurierolie lib, ½, meng het en doe het in een werk van wassen doos. Hiermee zal men de planten van de voeten en dat holle van de hand zalven. En is de ruwheid over het hele lichaam besmeer dan de pols van de hand en de schenkel van de benen zoals je geleerd hebt.

Item zei een mens van wetenschap me dat hij zich zeer krabde en hij ging en nam ertvelt (Glechoma hederacea) en dat stampte hij en nam er het sap uit en telkens als hij zich krabben wilde dan natte hij zijn nagels in dat sap en daarmee genas hij. En hij had jichtige benen en hij legde de bladeren van aardveil (Glechoma) erop en ze genazen

Een andere; En dat staat geschreven in het gouden boek.

Recept; olie van rozen ons 3, laurierolie ons 1, voldoende was en doe erbij zalf en in die zalf meng het kwikzilver, ons, verzwak het met speeksel en [171] doe het de was in een aardenwerk. Een andere goede polszalf. Die ons leert dokter Willem van Congeinna.

Recept; laurierolie, ons 3, voldoende oude varkensreuzel ons 2, kwikzilver ons 1, gemengd met gewoon zout 4 ons, of sap van Fumaria, sap van Plantago gelijk ons 3. Dit kook je op het vuur dooreen totdat de sappen verkookt zijn en altijd roeren zodat het niet verbrandt en doe het dan van het vuur en als het bijna koud is meng er dan in jouw kwikzilver doe het werk in een doos van was. Avicenna zegt men zal nemen sap van Apium silvestre (speenkruid) en daarmee bestrijken, dat helpt de droge ruwheid en jeuk. Avicenna zegt dan men Apium zal nemen en stuk snijden en het in een doek winden en die zal men braden met zout en daarmee zal men de zieke in dat bad wrijven.

Item zwavelwater helpt, trekt tezamen en is zweet drijvend.

Item abrotanum (Artemisia) gebrand helpt, trekt tezamen, zweet drijvend en maakt subtiel open.

Item vetheid van de beer en van de geiten helpt zeer. Een ander, Recept; loodoxide, ons 4, -of doe er subtiel poeder bij. Dit meng je met honing en doe het als gewone zalf in een aardenwerk doos.

Item schuim van kwikzilver dat helpt zeer de ruwen. Een andere; Crocus verpoederd en dat gemengd met azijn dat helpt de ruwen.

Item heet water is zeer goed voor de ruwen en ontruimt de materie.

Item; Chelidonium genomen ontruimt en helpt met zijn eigenaardigheid, zegt ons Avicenna. Item puit (vis) tot poeder gebrand en dat poeder met azijn gemengd dat helpt de ruwen. Item Calamintha montanum vers en daarmee de lieden in bad gewreven helpt.

Item olie van Eruca is goed voor de ruwen en in de zon besmeert of tegen het vuur zoals het je geleerd is. Een ander;

Neem dat sap van koriander, sap van anijs wijn bezinksel gelijk, ons 2, bak dit in een oven tezamen en maak er dan subtiel poeder van en meng dat poeder olie van Eruca. En besmeer daarmee ruwheid en jeuk, het zal genezen, het is getest. Een andere; Neem gal en meng die met sap van ruit (Ruta) en wijnazijn en meng het en doe de zalf in een aardenwerk doos. Een andere; Neem olie van olijven ons 2, sap van Calamintha, ons 2, was voldoende en doe de zalf in een aardenwerk doos en zalf hiermee zoals het je geleerd is. Dit helpt zeer de boze ruwen.

Item sap van koriander dat verdrijft sterk ruwheid, zoals ons Avicenna leert.

Item prei dat helpt de droge ruwheid en lost op. Item Sinapis helpt zeer de ruwheden.

Item oude urine verdrijft jeuk.

Item dat uit de wijnstok druppelt als men het brandt is zeer goed tegen de ruwheid. Avicenna leert ons laatbussen (om ader te laten) te zetten aan beide benen wat de stinkende ruwheid en jeuk verdrijft.

Van warten die toe co(m)me(n) over al dat lijf.

Ande (ende?) worten die toe commen int ansichte ane die handen ende ane al dat lijf. Ende worten commen toe van superfluitheit der melancolien. Avicenna. Die wijst ons een experment dicke gheprouft om warten of te doene. Rp. Nemt 172 groene heekelen. die salmen seer wel stoeten met smoute van eenen vetten hane ende dat sieden over een ende dan coleret dore een lijnen cleet. ende der mede selmen dicken smeeren die warten si sullen vergaen. Een ander. Item ende eenighe mesters segghen vette erde ghedaen huten grave van eenen doode ende daermede die warten ghewreven si vergaen. Een ander. Rp. galbanum dat leght op de warten die warten boven erst of ghesneden ende dat galbanum |C53va| doet vergaen exteroegen Een ander om worten of te doen men sel stoeten sol sequinum met aceti vini ende dat legghen der op si sullen vallen. Item die melc van titimalli doet al et selve. Een ander. Nemt anacardus dats een vrucht van overzee die pulverisert ende dat minghet metten sap van engunen ponatur in pixide hier of soe plastert ontrint ende op de worten. Een ander. Nemt succus aristologia rotonda ofte nemt radicis aristologia rotonda die pulveriseert ende dat minghet metten sape van engune dit abstringiert ende ontpluct ende versubtijlt. Item petroselini dat helpt seer de wortelen met sinre propertheit. Een ander. Exprementator die seit braet op die coelen die voeten van eenen hoene tote datsi pellen ende met dien pellen soe wrivet die worten .3. warf ofte .iiij. sdages ende si sullen daer met vallen. Een ander. Ende dat seit de selve mester eist dat de worten binnen siin hi sel drincken dat sap van pimpenellen. Ende siin die worten buten slicht. drincke dat sap ende plastert der op. Item avicenna seit porceleine ghewreven ende op de worten geleit doetse vergaen. Ende avicenna seit men sel nemen dat mes van den haront ende men sel wriven de worten der mede ende si sullen te nieuten gaaen (l. gaen). Een ander. Ende dat leert ons |C53vb| mester gillebert. Nemt roode slacken ende perse datter sap hute comt. ende daer met minghet een lettel souts ende der mede soe salvet de worten sdages .ij. ofte .iij. warf ende die worten sullen te nieuten gaen. Een ander dat ons leert mester gillebert men sal dwaen die worten metten watere daer in dat een doot mensche ghedweghen was ende die worten sullen alle vergaen Item dat selve doet rostrum pourcinum. Een ander dat ons wijset. constantinus. Nemt blommen van wilgen die stampt ende duwet der hute dat sap ende daer mede smeert die warten si sullen vergaen. Een ander ende dat seit ende leert petrus lucrator dat men sel nemen melc van fighen der ontrint ghesmeert dat doetse vergaen. Een ander dat onse selve mester wijset. Nemt operment al te sticken ghewreven met aisiin ende op de worten geleit doetse hute gaen. Een ander dat ons scrijft mester constantinus ende somighe andere philosophen ende es een goede boete jeghen de worten al eist dat eenighe lieden hauden over boerde. nochten scrivent (l. scriven) sijt over waer. Nemt ciceren ende met elcker ciceren noept eene worte ende leght alsoe vele ciceren alse ghi ghenoept hebt worten ende werpse achter dinen rugghe in een cleedekin ghecnoept alle die ciceren ende daer me selmen verliesen 173 de worten. |C54ra| Een ander dat ons leert mester gillebert du sult of sniden de worten ende daer op suldi legghen die melc van titimallus dit doetse te nieuten gaen. Een ander. Dit es een vraye corrosijf te hant worten ende andere onsuverheden of te doene ende te makene gaten. Rp. loeghe van boom asschen. ende daer in leght weeasschen .3. daghe dan minghet in eene scelpe der mede levende calc dit tempert alsoe dicke alse seem ende soe wann(e)r dat droghe is dan selmen weder verschen der oplegghen. ende dit doen .XX. ofte .XXX. warf ende dan salmense of striken ofte wriven. Ende men doetse oec ondertiden of met bindende (l. bindene) met eenen drade. Item den lichame diere te vele heeft ende toe comt die moetmen purgieren die overtulligen humoren cum sero caprino .2.


Van wratten die aan het hele lijf komen.

Van de wratten die in het aanzicht en aan de handen en aan het hele lijf komen. En wratten komen aan van overvloeien van melancholie. Avicenna die wijst ons een experiment dat vaak beproefd is om wratten af te doen. Recept; Neem [172] groene hekel (vlas of eikel?) en die zal men zeer goed stampen met vet van een vette haan en dat door elkaar koken en dan zuiveren door een linnen kleed en daarmee zal men dik de wratten besmeren, ze zullen vergaan. Een andere; Item, en enige dokters zeggen vette aarde uit het graf van een dode doen en daarmee de wratten wrijven, ze vergaan. Een andere. Recept; galbanum (Ferula galbaniflua) en leg dat op de wratten en de wratten boven eerst afsnijden en dat galbanum laat eksterogen vergaan Een andere om wratten af te doen, men zal sol sequinum (Calendula of Cichorium) stoten met azijnwijn en dat erop leggen, ze zullen vallen. Item de melk van titimalli (Euphorbia) doet al hetzelfde. Een andere; Neem anacardium, (Semecarpus anacardium) dat is een vrucht van overzee, verpoeder die en meng het met het sap van ui en die dat in een aardenwerk doos en bepleister hiermee omtrent en op de wratten. Een andere; Neem sappen Aristolochia rotonda of neem wortels van Aristolochia rotonda en die verpoeder je en meng dat met het sap van ui, dit trekt tezamen en ontplukt en maakt subtiel. Item Petroselinum dat helpt zeer tegen de wratten met zijn eigenaardigheid. Een andere; Experimentator die zegt braadt op de kolen de voeten van een hoen totdat het afpelt en met dat afpelsel wrijf je 3 of 4 maal per dag de wrat en ze zullen daarmee vallen. Een andere; En dat zegt dezelfde meester is het dat de wratten binnen zijn zal hij het sap van Pimpinella saxifraga drinken. En zijn de wratten buiten effen, drink dat sap en pleister het erop. Item Avicenna zegt gewreven postelein en op de wratten gelegd laat ze vergaan. En Avicenna zegt; men zal de mest van de arend nemen en men zal de wrat ermee wrijven en ze zullen te niet gaan. Een andere; En dat leert ons dokter Gilbertus Anglicus. Neem rode slakken en pers ze zodat er sap uit komt en meng daarmee wat zout en zalf daarmee de wrat 2 of 3 maal per dag en de wratten zullen te niet gaan. Een andere dat ons dokter Gibertus leert; men zal de wratten wassen met het water waarin een dood mens is gewassen en de wratten zullen alle vergaan. Item datzelfde doet paardenbloem. (Taraxacum). Een andere dat ons Constantinus aanwijst; Neem bloemen van wilgen en stamp die en duw het sap er it en besmeer daarmee de wratten, ze zullen vergaan. Een andere en dat zegt en leert Petrus Lucrator; dat men melk van vijgen zal nemen en daar omtrent smeren en dat laat ze vergaan. Een andere dat ons dezelfde dokter aanwijst; Neem arsenicum geheel stuk gewreven met azijn en leg het op de wratten, het laat ze uitgaan. Een andere dat ons dokter Constantinus schrijft en sommige andere filosofen en het is een goede baat tegen de wratten al is het dat enige lieden het voor een grap houden, nochtans schrijven ze het voor waar; Neem Cicer ‘s en met elke Cicer een wrat en leg zoveel Cicer als ge wratten genoemd hebt en knoop alle Cicer in een kleedje en werp dat kleedje achter je rug en daarmee zal men [173] de wratten verliezen. Een andere dat ons dokter Gillebert leert; ge zal de wratten afsnijden en daarop zal ge de melk van titimallus (Euphorbia) leggen en dit laat ze te niet gaan.

Een andere; Dit is een fraai bijtmiddel tegen handwratten en andere onzuiverheden om die af te doen en gaten te maken.

Recept; loog van boomas en daarin ligt 3 dagen potas en meng het dan in een schelp met ongebluste kalk en meng dit zodat het zo dik als honing is en zo wanneer dit droog is dan zal men het weer bevochtigen en er opleggen en dit 20 of 30 keer doen en dan zal men ze er afstrijken of wrijven. En men laat ze ook soms afbinden met een draad. Item, het lichaam dat er te veel heeft en waar ze aankomen die moet men die overtollige vochtvermenging purgeren met geitenwei.

Van den poucken en(de) van den maselen.

Hier nae soe willic jou gaen leeren van den pocken Die jonghe lieden ende ouwe lieden overcommen ende dat heeten die mesters variolaria ende heeft een mensche purringhe der pocken ende dan heeft den mensche noepinghe van den curts besloten met hitte ende hi heeft groet wee |C54rb| in den rugghe ende joecte in der nese ende hi heeft vaer in den slape Daer omme als jou ghiement besiet met curtsen besloten groet wee in den rugghe Dan weet dat horen beghincel es variolaria ende meest esser mede joecte in der nese ende vaer in den slape. Die cuere variolaria dats te segghen van den pocken ende als dese teekinen beghinnen. Jnt erste soe selmen bloet laten ter aderen. maer helpt dat niet ofte dat de pocken beghinnen huute commen. Danne selmen niet laten. Int erste gheeft hem ghesoden fighen dat spoeden si om hute gaen. Ofte gheeft dit drincken den siecken warme smorgens ende savons ende te nonens Dwelke men maect aldus. Rp. droghe fighen blommen van lupinen .ana. dr. 10. gum. draganti dr. 5. aqua fontis. lib. iiij-or Dit siedt tote dat comt op .3. stope Dan coleeret dore een lijnen cleet ende ghevet drincken gelijc dat jou vorseit es ende doeter toe pulvis croci .3. j. Dit soe drinct alsoet vorseit es tote dat die pocken hute commen sijn. Een ander alle cleedere in greine ghevarwet die hebben macht pocken hute te doen commen. Item die de pocken hebben die moetmen hem wachten van allen dinghen die den lichame binnen vercouden waer bi dat dat bloet dat in den siecken es van binnen vercout ende verdict |C54va| ende verclontert. ende daer omme alse de pocken alle hute sijn doetse ripen met regemente ende met wasem van heeten water. daer met brecken die pocken ende eist dat daer blijft eenighe smette in der oegen soe selmen der in drupen aqua rosarum ende daer ier in ghegoten si ghieter in succum rute ende alse in die withede der ogen siin gevallen roode stede ofte joecte ofte wit in hore roothede maer is dat niet ende die variolarium cleene siin. sone seltu des niet behouwen maer vinstu joecte in der oeghen niet ghesachtende ende die stecten merder ende stercter (l. stercker) commen dant was. dan 174 drupe daer in van albu muri ende brine van boeteren Ende die oeghen selmen bewasemen met heeten watere dicwile Ende hets te weten dat morbillus siin van meerder vreesen dan variolen sonder in den oegen daer omme morbilles comt van colera met lichticheden sonder haestelic te sceedene. int [erste] men sel hem gheven drincken aqua pomorum granatorum et aqua ordei et aqua millonum cucumeris cucurbite gheminghet met mussilaginis psillij Ende siedi den siecken ane commen naer dese medicinen seerhede ende anxen bi ghevalle lincopi. Dan gheeft hem drincken aqua fumiterre ende dan wrivet sinen lichame ende dan decten wel tote dat hem ghesaft sijn die morbilles. ende naer de morbiles uutganc daer naer soe keert weder ten lich\ame |C54vb| ende ter cueren ende hout de orine ende jugiertse. int erste men sel ontbinden den lichame ende vint den siecken zweetenghe van bloede huten hutersten morbillen dan doeten sitten over doen (l. doem) van watere ende men sel weten dat die morbilen siin ru quaet violent Dese siecheit is quaet ende deerende varioli si es gelue ende cleene ende hart bewonden naer vele roets ende naer groete roetheit ende violencie. ende si maken dat ansichte des mensche alse oft te hope crempen soude ende alle siin si quaet ende doodelic. Ende als men weet dat siin variolara dan selmen den siecken doen gargariseren cum aqua rosarum ende eist dat mindert in sine sturte dan salmen ghieten in sinen oere scief .4. Dit geminget met water ende met aisiin dat gemindert wert tuutgaen in sine oere ende dan doetene sughen vore der nesen metter mont want als dat ghedaen is. sal de pacient ruste hebben van al horen mester quitssen ende van groeten deeren ende hi wert ghesacht van prekelingen onder den plant van den voeten ende dat holle van sinen palmen met datmen dicke der in wriven sel met eenen doucke heet water Daermede sullen si verlicht werden horen huut gaen ende ne spijst den siecken in |C55ra| eenich van desen tween siecten niet te seere maer seere soberlic te gader tetene toter tijt dat wech gaet die quaetheit des adems ende des goems die in heeft de siecheit de morbiles Ende daeromme naer dat die scorssen gevallen siin soe selmen dicken antieren baden die den lichame versoeten ende den lichaem gheven regement ende aldus sullen die voetstappen ende horen diephiet of werden gedaen. ende als die vo(e)tstappen gheheffent siin men bestriken met desen naevolgende salven. Rp. pulvis lithargiri o. ij. bulliantur cum olium rosarum o. iij. et semen millonum et farina rijsi et pulvis ossibus antiquis. ana o. .1/2 misceantur cum aqua ordei. ende hiermet bestricten alsoet vorleert es. Ende sijn die voetstapen gheheelt ter zwaerheeden soe selmen gheven drincken cum vino albo pt epitemi naer den bade ofte ghi sulten doen bewasemen met heeten water ende daer toe salmen doen starke medicine alse serusa rafananum costum ende siin si cleene ghelijc granis lupinorum dan salmen der op striken cleene sachtende medecine alse medicine dactilis sic fit.

Rp. carnis dactilorum mun\datorum 175 dit stoet al ontwee in modum onguentum Daer met bestriket dat der op cleve Ofte men sel nemen dat hier nae volghet

Rp. vette fighen mellis cum semen |C55rb| lini mussilaginis .ana. o. iij. met welken ghi sult conficieren melc van bonen ponatur in pixide ende hier mede salment besalven ende men salt ondertuschen salven met heeten smoute van hinnen ende haenden vergadert.


Van de pokken en van de mazelen.

Hierna zo wil ik jou van de pokken gaan leren die jonge en ouwe lieden overkomen en dat noemen de dokters variolaria en komen de pokken op bij een mens dan heeft de mens aankomst van besloten koorts met hitte en heeft hij grote pijn in de rug en jeuk in de neus en hij is benauwd in de slaap. Daarom als je iemand met besloten koortsen ziet en grote pijn in de rug dan weet je dat dit een begin is van variolaria en meestal is er mee jeuk in der neus en benauwdheid in de slaap. De behandeling tegen variolaria, dat is te zeggen van de pokken is als deze tekens beginnen. Als eerste zo zal men bloed laten in de aders, maar helpt dat niet of dat de pokken beginnen uit te komen dan zal men het niet laten. In het begin geef je hem gekookte vijgen dat zich bespoedigt om uit te komen. Of geef deze drank de zieke warm Գ morgens en Գ avonds en met noen wat men aldus maakt, Recept; droge vijgen, bloemen van lupinen, van elke drachmen 10, gum dragant, (Astragalus), drachmen 5, bronwater pond 4. Dit kook je totdat het 3 stopen wordt en dat zeef je door een linnen kleed en geef het te drinken zoals je verteld is en doe er poeder van Crocus bij, 3 j. Dit drink je zoals gezegd is totdat de pokken uitgekomen zijn. Een andere; alle klederen die rood geverfd zijn die hebben macht om pokken uit te laten komen. Item, die de pokken hebben die moet men laten wachten van alle dingen die het lichaam van binnen verkoelen waarbij dat het bloed dat in de zieke is van binnen verkoelt en verdikt en klontert en daarom als de pokken alle er uit zijn laat ze rijpen met regels en met wasem van heet water en breek daarmee de pokken en is het dat er enige smet in de ogen blijft dan zal men daarin druipen aqua rosarum en daar ingieten en ze gieten er succum rute in en als in de witheid van de ogen rode plaatsen of jeuk of wit in die roodheid zijn gevallen, maar is het dat niet en de variolarium is klein dan zal ge dit niet behouden, maar vind je jeuk in de ogen die niet verzachten en de steken vermeerderen en worden sterker dan het was druip er dan [174] in van Morus alba en pekel van boter. En de ogen zal men vaak bewasemen met heet water. En het is te weten dat morbillus van meer vrees is dan variolen en daarom vooral in de ogen, morbilues komt van lichte gal zonder gauw te scheiden en in het begin zal men hem te drinken geven water van granaat en water van gerst en water van meloen en komkommer en Cucurbita gemengd met slijm van Plantago psyllium. En zie bij de zieke na deze medicijnen zeerheid en angsten aankomen en soms lincopi. Geef hem dan water van Fumaria te drinken en wrijf dan zijn lichaam en dek hem goed toe totdat de morbillus verzacht zijn en na het verdwijnen van de morbillus ga dan weer terug om het lichaam te genezen en houdt de urine en beoordeel het, in het begin zal men het lichaam ontbloten en vind je de zieke zweten van bloed uit de uiterste morbillus laat hem dan zitten over de damp van water en men zal weten dat de morbillus ruw kwaad hevig zijn. Deze ziekte is kwaad en deert, varioli is geel en klein en hard gewonden naar veel vet en naar grote roodheid en kwaadaardig en ze maken het aanzicht van de mens alsof ze tezamen krimpen zou en alle zijn ze kwaad en dodelijk. En als men weet dat het variolara is dan zal men de zieke laten gorgelen met water van rozen en is het dat vermindert in zijn strot dan zal men het in scheef zijn oor gieten. Dit mengen met water en met azijn zodat verminderd wordt bij het overgaan in zijn oren end laat dan zuigen voor de neus met de mond want als dat gedaan is zal de patint rust hebben van al hun meeste kwetsing en van grote pijn en hij wordt verzacht van prikkels onder de voetzool en de holte van zijn palmen dat men er dik in wrijven zal met een doek heet water. Daarmee zullen ze hun huid verlicht en vergaan en spijs de zieke in enige van deze twee ziekten niet te zeer, maar dat zeer sober te eten tot de tijd dat de kwaadheid van de adem weg gaat en diegene die de aandacht in de ziekte morbillus heeft. En daarom nadat die schorsen gevallen zijn dan zal men vaak baden gebruiken die het lichaam verzachten en het lichaam regels geven en aldus zullen de voetsporen van de pokken zich verdiepen of worden gedaan en als de voetsporen geëffend zijn zal men ze bestrijken met deze navolgende zalf.

Recept; poeder van litargirum, ons 2, gekookt met olie van rozen, ons 3, met zaad van Panicum (?) en rijstemeel en poeder van oude beenderen gelijk ons ½, meng het met gerstewater en bestrijk hiermee zoals geleerd is. En zijn die voetsporen geheeld tot hun zwaarheid dan zal men te drinken geven met witte wijn met epitemi en na het bad of ge zal hem laten bewasemen met heet water en daartoe zal men sterke medicijnen doen zoals was van radijs (of mierikswortel (of mierikswortel en Costus en zijn ze klein zoals korrels van lupinen, dan zal men er kleine verzachtende medicijnen op strijken zoals medicijn van dadels geschikt zijn.

Recept; kernels van dadels gereinigd [175] en stamp dit kapot in gewone zalf en bestrijk daarmee zodat het erop kleeft. Of men zal het navolgende nemen dat hierna volgt.

Recept; vette vijgen, honing met slijmerig lijnzaad, gelijk ons 3, waarmee ge melk van bonen zal bereiden, aardenwerk in doos, en hiermee zal men het zalven en men zal het soms zalven met hete vet van kippen en hanen verzameld.

Nu willic jou bescriven van eener siecheit datmen heet laserscap.

Van lepra ofte laserscap. dat es eene vulle siecheit en(de) van laserien siin .iiij. manieren ofte specien. ende men selse bekennen alsoe. Daer es eene maniere van specien. commende van verrotte flumen ende die heet tyria naer een serpent dat woent in jerico het is van hem gesproken ende heet. tyria. dats siine name ofte vipera. Tyri dat serpent heeft eene maniere dat hem dat vel of gaet ende alst oud es dan wasset hem weder ende eist soe dat hem siin lijf of gaet ende magher ghenouch is dan vindet hem tusschen .ij. hauten dat daer in blijft siin vel. dwelke vel men heet spolium splenter in latine dwelke vel es seer medicinael in vele siecheeden.

Nou selmen leeren kennen dese manieren van desen evele dats bi den oegen te siene ende bi der materien ende oec maniere des lichams Dese specie van laserscap diemen heet tyri soe comt van manieren van spijsen vele nuttende Die van complexien es flumatic ende die van |C55va| usagen eeten werrotten visschen van humoren van flumen van aelen ende palingen carpers herders ende die hoere voetsele halen in de wase. Item soete melc gansen zwanen ende alsoe wie hier mede leeft het en is gheen wonder sine worden lasers ende sonderlinghe die flumatijc sijn.

Dit sijn die teekinen van laserien.

Horen wintbrauwen vallen hem ende wassen weder sulken tijt Hore drogeleiden (l. ogeleden) werden dicken horen ogen tranen hem ofte si scinen altoes tranen in hebbende ende de nesegaten geloken ofte ghestopt dat sire met pine doer ademen ende hore lippen ende hore tantvleesch is verrot bi den welken dat si gherne bloeden. ende si siin ter borst becommert. ende si hebben heeuschen voes. Ende soemen dit evel meer dwaet in dwatere soet arghere es ende dese nae volghende medicine helpt ter vorseiden specien. ende siin haestelic wech.

Van den laserscap dat men heet alopicia ofte vulpes.

Daer es eene andere specie des laserscaps die men heet alopicia ofte vulpes ende dit laserscap comt van verrotten bloede. commende van vervultheden van spijsen ende die vele bloets winnen. |C55vb| Int erste de siecke sel hem doen bloet laten ende dese specie selmen aldus bekennen. Horen ansichte es al vul ghezwollen gheverwet root verkeerende ter verwen waert ghelijc ter hasen varwen waert. De siecke sal hem huwen van vrouwen valle hore oghen werde hem dicke ende horen oghen die scinen al vol tranen 176 die aderen ontrint die ogen ende dat ansichte die zwellen. die nesegaten werden bestopt ende dat tantvleesch wert verrottich haestelic met datmen der ane comt. Hij es belemmert ter borst ende in den lichme commende vele cleender pleckine ende gaen weech ende daer naer commen si lichte weder ende hore orine es root ende vet ende bi natueren es horen bloet commende huten aderen dicke ende dat wert bruun ende seer tay int vercoelen. ende men tast in horen lijf veel clierkine ende wankine ende horen vleesch es morwe ende safte. horen huut es wit ende over al den lichame versaftende ende over alle den lichaem zweetich dese verrotten vele cleederen ende al dat ane sinen lichaem comt verrot wat dat is. Ende dese twee teekinen die vorseit siin die siin wel naer alleens ende dats bedi dat si beede commen van wacken humoren.

Van den laserscap datmen heet leonina.

|C56ra| Leonia is gheseit die derde pocie (l. specie) in den colorijn ende es ghenaemt leonina naer den liebaert. die welke es heet ende droghe van natueren ende daer bi soe heefti die groete stancheden ende hi seer ghelijct den mensche colerin die welke die van dien complexien siin die bi natueren gherne eeten ende useeren scarpe spijse ende starke ghesouten ende hi ouffent starken dranc. wijn loec peper die welke heete spijse doet versieden ende doet verrotten colera.

Dit sijn de teekinen die hebben leoninus.

Dat haer van den wiinbrauwen valt hut die verwe des ansichte es ghele ende den lichame keerende ter rootheeden ende in bede die ogen es prekelinge ende stecten ende op ghescort soe dat die oegen scinen ront ende vliegende van horen scarpheit ende die nese gaten vernauwen ende stoppen ende horen tantvleesch verteert die lippen cleven. de borst es dwingende den lichame ghestopt horen urine gheverwet roede plecskine ende joecte Dat bloet dat huten aderen comt es gheel ende dunne vierschs dwelke node daelt ende alsmen dat bloet dwaet dan smeltet damperlic. Ende dese specie leonina die wast op den mensche seer alsi beghint te porren ofte te rijsen.

Van den laserscap datmen heet Elefancia.

|C56rb| Die vierde specie van laserscap die comt van melancolien en heet Elefancia Dats den name nae den olifant. ende omme dat de hornen siin dicke soe eist te langer eer hem dat evel openbaart.

Dat teekin der of die varwe van den ansicht bruun blec ende die varwe van al den licham de wiinbrauwen vallen de ogen ronden de nese ververwet die tonghe vol bollekine al warent cleene vortkine (l. wort-) ende dat vleesch tusschen den dume ende den vinger verdwinen Dat ghevalt die ghene die elefancie werden Dese sijn gheteekent bi den serpenten ende bi den vos Si maken urine lettele ende dinne met asscher varwen ende als hi ghelaten heeft bloet het wert haestelic dicke ende hoemen dat bloet meer dwaet int water hoet harder wert. Ende als ment dwaet soene verbliket niet met dwane. Ende in dat bloet ligghen alse of het 177 cleene aderkine waren ofte einden van senuwen. Ende alse dit evel toe comt soe wassen in den handen cloven ende in den lichame ende in den wiinbrauwen ende in menigher steden des lichamen.

Warachtige prove omme dat laserscap te kennen.

Ic sel jou leeren die warachtige ende propere proeve omme alle die vorseide specien |C56va| te kennen. Int erste hem commen toe vele prekelingen ende die gaen ghereet wech ende commen weder ende oec siin si onghevolic van den billen toten voeten ende handen ende alsmen stect int tafterste van der dien met naelden ofte met eener griffele ofte desghelike hine ghevoel es niet ende ondertijden den anderen leeden daer naest si hebben gherne cout ende dan slapen si ende aldus verliesensi dat ghevoelen bi horen verrotten humoren.

Een ander prove. Nemt horen bloet alsi ghelaten siin ter aderen. ende daer op leght .iij. chornen souts dat sout sel smelten te hans Dat en selt niet op dat bloet van eenen ghesonden mensch.

Nocheen ander. Nemt van den bloede ende wrivet in dine palmen ontwe ende merct of dat bloet vet is Dats teekin van verrotten hu(m)oren. Noch horen huut es seer dinne ende glise ende dat namelic int vorhooft ende in dat ansichte ende in de rechtinge ghelecker ghelijc oft ware besmeert.

Van ceteren. Ende alsmen ceteren gheneset die si plegen te hebben si commen haestelic weder ende hem wassen botsen alse wannen ende alse een mester cuerert si commen haestelic weder ende ware datmen dat lijf nat maecte met watere nat het es hans (l. tehans) droghe alse |C56vb| ofte dat lijf vet ware. ende si spreken doere horen nese ende si moghen qualic verademen. ende horen adem stinct Dat siin die teekinen maer men sel weten dat somtijts stinct den ademe ende dat comt somtijts huter maghen ende somtijts huter hersinen ende horen zweet. ende men mach hem wel branden dat si luttel ghevoelen der of ofte niet. Ende in elefancie horen haer valt. Ende aldus seit Avicenna eist dat laserie si bekent over alle den lichame Dit es de laserien natuere. si siin met diverschen oghen. ende sine betrrouwen niement ende si siin seer nidich si wouden wel dat al de werrelt lazers ware si werden lichtelic gram ende si zweeren quade heeden ende si cortsen luttele ofte niet al waert dat si cortsen dats seer onlange Want quame hem den vierden dach de corts ende dat iet lanc duerden si waren ghenesen. Die handen van den laserschen mensche soude den ghesonden menschen lasers maken ende omme die vreese versetmense van onder de lieden dats gheordineert in dat oude stestament ende in dat nieuwe.

Avicenna seit dat de natuere van den laseresman es dat aller beste bloet datti heeft in sinen lichame ende hi prouft dat bi robbaert diet scrijft dat die lasers\man |C57ra| die verrot es over al siin lijf dat die natuere subtijl es. wint soe vele goets bloets in den lichame van den laserschen. datti wint een gans kint. Ende hieromme raet hi den laserschen man die wesen wil in langhe leven datti niet ne si met wiven ende dat ne mach hi 178 niet ontbeeren alsoe lange als hi ghesont es nederwart. Hierbi soe raet Avicenna ende vele ander mesters dat de laseres mensche sal hute doen sinen cullen ende dit sel hi doen omme sinen lijf te verlangene ende wilde men oec doen de cuere die welke niet mach siin in de gheconformerde laserie ende soude men dat scriven dat selmen doen bi eenen vroeden physisien.

Laserie van ghenoeten.

Die laserie die comt dicken toe van ghenoetene aldus Eist dat een ghesont man heeft te doene ofte brudet een lasers wijf daer of soe sel hem wassen een quade rnfexcie (l. infexcie) ende dat comt somtijts van eenen heeten laserschen ende somtijts van eenen couden laserschen ende daer bi soe verandert die cuere in den diverschen infixien ende teekinen. Ende somtijts soe wert een mensche besiect nae dat bruden van den flumatijc ofte melancolin ende |C57rb| dat bekent men bi den leeliken ansichte. In den ersten daghe in deser siecheit alse hem quade teekinen toegen van infexien. Ende die ghene die dat toecomt van bloede ofte van colera die sijn besiecter. danne dandere specien ende spadere te ghenesen. Daer omme in heete saken soe werden die teekinen te hans ghevoelt naer den ghenoetene. Ende eist dat sake dat is van colera men bekennet bi der hitten diemen diepe inwaert ghevoelt. ende die huut wert spersende ende al omme soe ghevoelt hi stecten met hitten somtijts met couwe ende somtijts met bevingen ende dicke soe verwandelen sinen varwen van den witten int roode ende van rooden int(l. in) dat witten.

Item ende hi ghevoelt quade gheveninose materie tusschen vel ende vleesch ende ontrint dat ansichte ghevoelt hi ofte daer mieren liepen die dat ansichte trecken ende hi heeft in dat ansichte prekelende hitte ende dicken heeft hi vaer. Item ende alst comt bi den couden saken vorseit dat ansichte zwelt ende de huut ende in alle die leeden comt hem zwaerheit ende cume mach hi hem verporren van der stede daer hi sit. ende hi ghevoelt couwe tusschen vel ende vleesch al omme ende sonderlinghe int ansichte ende in dat vorhooft. Dus selmen gaen ter cueren van desen die comt |C57va| van hitten. Int erste men[sel]se laten in bede die armen ende die materie selmen rijpen met desen drancke die hier nae volghet. Rp. oxisaccra. o. ij. sirupus de fumoterre o. iij. additur aqua fumitere o. iiij-or. aqua scabiose boraginis .ana o. ij. misceantur et fiat julep Daer of ghevet drincken savons ende smorghens telken eenen toghe warme ende datmen daer op vaste .iij. hueren ende alse desen dranc al ghegeven is dan selmen laxeren met oxisaccra laxativa o. ij. ende yera ruffini dr. j. Ten derden dage selmen stoven met couden cruden ende daer na gheeft hem rubea trosiscata .2. deel ende derdendeel tiriaca magna met succus fumiterre laeu selment drincken ende aldus selmen doen .3. [daghe] anfter (l. after) een. Item ten vierden daghe selmen weder laten in den lever adere ende des ander daghes in de hooft adere ende laten van den bloede hute nae den craft van den mensche ende tallen .iij. daghen suldi hem stoven ende gheven hem van den 179 opiaten vorseit ende doetene laten alsoe .iij. maenden lanc Item men screpen int been ende dan ventosen setten onder den kin ende men sel ruptorien setten opt been tote den vorseiden tijt Ende des smorgens selmen hem gheven diaprunus ende dya-anthos ofte suker rosaet ende daer nae nutten de sirupe vorseit de |C57vb| fumiterre. Item ende de weke tweewarf selmen temperen unguentum citrinum met rose water ende daer mede dat ansichte smeeren ende dan decket met wegebre bladeren ende dat laet liggen alden nacht ende doet des smorghens of. Dit es de cuere jeghen den couwe specie commen van flumatijc ofte van melancolien. Int erste men sel hem die materie ripen doen met desen drancke. Rp. oximel diureticum o. iij. sirupus fumiterre o. .j. aqua boragnis aqua fumiterre .ana. o. iij-or. misceantur ende dit gheft smorgens ende savons alsoet jou vorleert es. Ende als den dranc hute es dan suldine purgieren met desen laxative. Rp. yera logodion dr. ij. jera ruffini dr. j. ende twe dagen selmen stoven ende daer toe selmen stoven ende daer toe selmen doen bladeren van vlienderen van edicke van scabiosen van fumiterre ende lapacium. Ende naer den badene selmen hem gheven tyriaca magna galeni met sop van fumiterre laeu. Ten derden daghe salmen laten ter lever aderen ofte in den hooft adere. Ende men sel doen scarificacie ende ventosen onder den kin. Ende jeghen die quade varwe selmen elcke daghe wiin daer in dat ghelegen heeft te weike pulvis van reubarbaro ende twee warf de weke selmen |C58ra| savons dat ansichte dwaen met wiine daer in ghesoeden is rebarbarum.

Van den tresoer omme te verhoudene laserie.

Dit es dat tresoer omme te verhoedene laserie ende hem te dwinghene datsi haere niet ne barse. Int erste nemt vilinge van pueren goude ende pulveriseert subtijl ende dat minghet metten sape boragis. Een ander. Nemt dat beenkin dat men heet ossis de cornu cervi dat selmen pulveriseren subtijl ende dat selmen gheven drincken met succo scabiose. Een ander. The odoricus die wijset omme laserie te verdrivene datsi niet wede[r] ne commet. Nemt eene slange van eenen droghen berghe commende in droge steden ghevoet ende hout hem dat hooft of ende dan strecket ende latent wel weintelen ende bloeden tote datsi versterreft is ende stille leit. Ende dan doeten dat vel of ende suvert binnen van der vulheit ende dat vleesch sel men sieden ende daer of selmen den siecken gheven alle daghe een stic datti niet ne wete wat es want anders ne hate hijt nemmermeer ende hi sel drincken den wiin daert |C58rb| in ghesoeden was ende dit sel men doen toter tijt dat de siecke zwelt ende beghint onthudene ende te bladerenne dan selmen den siecken legghen in eene stove ende men salne smeeren met olien in de welke olie ghesoeden siin vipera ende aldus sel hi ghenesen ende hi sel vernieuwen vel ende vleesch ende dit is wel gheprouft dicken. Een ander dat ons leert Avicenna. Ende vele anders auctors. Nemt eene serpent ende men doe hem of dat hooft ende den stert ende men gravet 180 in eene stede tote datsi vol wormen si ende dan men selt droghen ende dan sieden in wijne ende dat selmen gheven den siecken drincken alle daghe met sirup van seeme.

Een ander ende dit seit die selve mester men neme water daer eene serpent in ghesoeden si. ende daer in selmen dicken baien den bart van den siecken ende hi sel ghenesen. Een ander men sel tarwe weiken in water daer eene serpent in ghesoeden is ende met dien tarwe selmen hoenderen opvoeien ende men sel hem gheven drincken van dien water. Ende alse die plumen van den hoenderen of ghevallen siin dan sel men die hoenderen scoene maken ende siedense in water ende die selmen den laserschen gheven tetene ende hi sel van |C58va| den water oec drincken Daer dat hoen in ghesoeden was ende hi sel dwaen sinen ansichte in dat selve water ende sinen handen. Ende men sal hem doen laten achter den vierden dach. Een ander. Om tselve men neme een serpent ende men legghet in een vatkin wijns wel ghestopt tote datti wel verrot is der in Ende van dien wiin sel den siecken drincken altoes ende anders niet. Een ander. Nemt een serpent ende men bradet met soute in eenen pot ende daer of maect pulver. Dat sel de siecke eten in alle sine spijse ende drincken ondertijden der of want het is goet jeghen laserscap ende jeghen vele vulder siecheit den (l. siecheiden) die den mensche dicken en mennich warf over commen.

Ende dese naer volghende cruden helpen oec den laserscap: amigdelarum. borago. Calamentum. Diptanus. Draguntea. raphanus. scabiosa. Tartarum. yera ruffini. Tyriaca magna galieni.

Nu wil ik je van een ziekte beschrijven dat men huidziekte (melaatsheid) noemt.

Van lepra of melaatsheid, dat is een vuile ziekte en van huidziekte zijn er 4 soorten of species en men zal ze alzo herkennen. Daar is een soort van species die van verrotte fluimen komt en die heet tyria naar een serpent dat in Jericho woont waar van hem gesproken is en heet tyria, dat is zijn naam of vipera. Tyri dat serpent heeft een manier dat hem dat vel afgaat en als het oud is dan groeit het er bij hem weer aan en is het zo dat zijn lijf er afgaat en mager genoeg is dan bevindt hij zich tussen 2 houten waarin zijn vel blijft en dat vel noemt men spolium splenter in het Latijn welk vel zeer medicinaal is in vele ziektes.

Nu zal men deze soort van euvel leren kennen en dat is door de ogen te bezien en bij de materiën en ook manier van het lichaam. Deze soort van huidziekte die men tyri noemt komt van soorten van spijs die veel genuttigd worden. Die van samengesteldheid fluimachtig is en die van verrot vis gebruiken, van vochtvermenging van fluimen van alen en paling, karpers harders en die hun voedsel halen in de wasem. Item zoete melk, ganzen, zwanen en alzo wie hiermee leeft en dan is het geen wonder dat ze huidziekte krijgen en vooral die flegmatisch zijn.

Dit zijn de tekens van huidziekte.

Hun wenkbrauwen vallen bij hen en groeien soms weer. Hun oogleden worden dik, hun ogen tranen of ze lijken altijd tranen in te hebben en de neusgaten gesloten of verstopt zodat ze er met pijn door ademen en hun lippen en hun tandvlees zijn verrot waarbij dat ze graag bloeden en ze zijn op de borst bekommert en ze hebben hese stemmen. En zo men dit euvel meer in water wast zo het erger is en deze navolgende medicijn helpt tegen de voor vermelde soort en ze zijn gauw weg.

Van de huidziekte dat men alopicia of vulpes noemt.

Daar is een andere soort van huidziekte die men alopicia of vulpes noemt en deze huidziekte komt van verrot bloed en komt van volheid van spijzen en die veel bloed winnen. In het begin zal de zieke zich bloed laten en deze soort zal men aldus herkennen; Hun aanzicht is geheel vuil gezwollen en rood gekleurd en verandert van kleur alsof het een hazen kleur krijgt. De zieke zal zich hoeden van veel vrouwen en hun ogen worden bij hem dik en hun ogen schijnen al vol tranen en [176] die aderen omtrent de ogen en het aanzicht die zwellen en de neusgaten worden verstopt en het tandvlees wordt gauw verrot zo gauw men er aan komt. Hij is belemmerd op de borst en in het lichaam komen vele kleine plekjes en gaan weg en daarna komen ze gauw weer en hun urine is rood en vet en van nature is hun bloed dat uit de aderen komt dik en dat wordt bruin en zeer taai in het verkoelen en men tast in hun lijf veel kliertjes en uitgroeisels en hun vlees is murw en zacht, hun huid is wit en over het hele lichaam zacht en zweten over het hele lichaam en die verrotten veel kleren en alles dat aan zijn lichaam komt verrot, wat het is. En deze twee tekens die gezegd zijn die zijn bijna gelijk en dat is omdat ze beide komen van vochtige vochtvermenging.

Van de huidziekte dat men leonina noemt. (lepra van het aangezicht)

Leonia is gezegd de derde soort in de galachtige en is leonina genoemd naar de leeuw die heet en droog is van naturen en daarbij zo heeft die grote sterkte en hij lijkt zeer op de galachtige mens die van die samengesteldheid zijn die van naturen graag eten en scherpe spijzen en sterk gezouten gebruiken en sterke drank gebruiken en wijn, knoflook en peper en die hete spijzen laten verkoken en verrotten de gal.

Dit zijn de tekens van die leoninus hebben.

Dat haar van de wenkbrauwen valt uit, de kleur van het aanzicht is geel en het lichaam gaat naar een rode kleur en in beide ogen zijn prikkels en steken en opengescheurd zodat de ogen rond schijnen en vliegen van hun scherpte en de neusgaten vernauwen en verstoppen en hun tandvlees verteert, de lippen kleven, de borst dwingt, de loop verstopt, hun urine rood gekleurd, rode plekjes en jeuk. Dat bloed dat uit de aderen komt is geel en dun vurig wat slecht daalt en als men dat bloed wast dan smelt het amper. En deze soort leonina die groeit zeer op de mens als ze begint te komen of te rijzen.

Van de huidziekte dat men Elefancia noemt. (1)

De vierde soort van huidziekte komt van melancholie en heet Elefancia. Dat is de naam naar de olifant omdat de horens dik zijn en zo duurt het te langer eer zich dat euvel openbaart.

Dat teken ervan of de kleur van het aanzicht is bleekbruin en de kleur van het hele lichaam, de wenkbrauwen vallen, de ogen worden rond, de neus verkleurt, de tong vol bolletjes alsof het kleine wratjes waren en dat vlees tussen de duim en de vinger verdwijnt. Dat gebeurt diegene die elefancie krijgen. Deze zijn getekend bij de serpenten en bij de vos. Ze maken weinig en dunne urine met askleur en als hij bloed gelaten heeft wordt het gauw dik en hoe men dat bloed meer in het water wast hoe het harder wordt. En als men het wast dan verkleurt het niet met het wassen. En in dat bloed liggen alsof het [177] kleine adertjes waren of einden van zenuwen. En als dit euvel aankomt dan groeien in de handen kloven en in het lichaam en in de wenkbrauwen en in menige plaatsen van het lichaam.

Waarachtig bewijs om die huidziekte te herkennen.

Ik zal jou de ware en goede manier leren om al die voor vermelde soorten te herkennen.

In het begin komen bij hem vele prikkels en die gaan direct weg en komen weer en ook zijn ze ongevoelig van de billen tot de voeten en handen en als men in het achterste van die met naalden of met een griffel of dergelijke steekt dan voelt hij niets en soms hebben de andere leden daarnaast het graag koud en dan slapen ze en aldus verliezen ze dat gevoel bij hun verrotte vochtvermenging.

Een ander bewijs. Neem hun bloed als ze gelaten zijn in de aderen en leg daarop 3 zoutkorrels en dat zout zal gelijk smelten. Dat zal het niet doen op het bloed van een gezond mens.

Noch een andere. Neem van het bloed en wrijf het in je palmen stuk en merk of dat bloed vet is. Dat is een teken van verrotte vochtvermenging. Nog hun huid is zeer dun en glad en dat namelijk in het voorhoofd en in het aanzicht en in die richting lijkt het alsof ze besmeerd waren.

Van schurft (tetter). En als men schurft geneest die ze plegen te hebben dan komen ze gauw weer en bij hem groeien slagen zoals uitgroei en als een dokter ze geneest dan komen ze gauw weer, tenzij dat men dat lijf nat maakt met water en het natte droogt direct alsof dat lijf vet was en ze spreken door hun neus en ze kunnen slecht ademhalen en hun adem stinkt. Dat zijn de tekens, maar men zal weten dat soms de adem stinkt en dat komt soms uit de maag en soms uit de hersens en hun zweet en men kan ze goed branden zodat ze weinig of niets daarin voelen. En in elefancie valt hun haar. En aldus zegt Avicenna is het die huidziekte, dan hebben ze het over hun hele lichaam. Dit is de natuur van de huidziekte, ze zijn met verschillende ogen en ze vertrouwen niemand en ze zijn zeer nijdig en ze wilden wel dat de hele wereld huidziek werd, ze worden gauw gram en ze zweren kwaadheden en ze hebben weinig of niet koorts tenzij dat ze net koorts gehad hebben. Want kwam bij hen de vierdaagse malariakoorts en dat iets lang duurde, ze waren genezen. De handen van de huidzieke mens zou de gezonde mens huidziek maken en vanwege die vrees verwijdert men ze van andere lieden en dat is bevolen in dat Oude Testament en in de Nieuwe.

Avicenna zegt dat de natuur van de huidzieke man is dat allerbeste bloedt dat hij in zijn lichaam heeft en hij beproeft dat bij Robbaert die schrijft dat de huidzieke man die over zijn hele lijf verrot is dat de natuur subtiel is en zoveel goed bloed in het lichaam van de huidziekte wint dat die een gans kind wint. En hierom raadt hij de huidziek man aan die lang wil leven dat die niet met vrouwen omgaat en dat mag hij [178] niet ontberen zo lang als hij beneden gezond is. Hierbij zo raadt Avicenna en vele andere dokters aan dat de huidzieke mens zijn ballen eruit zal doen en dit zal hij doen om zijn leven te verlengen en wilde men ook de kuur doen die men niet in de gelijkvormige huidziekte mag doen en zou men dat schrijven dan zou men dat doen bij een kundige geneesheer.

Huidziekte van coitus.

Die huidziekte die komt vaak aldus toe van coitus; Is het dat een gezond man te doen heeft of samengaat met een vrouw met huidziekte daarvan zal bij hem een kwade infectie groeien en dat komt soms van een die hete huidziekte en soms van een die koude huidziekte heeft en daarbij zo verandert de kuur in de diverse infecties en tekens. En soms zo wordt een mens verziekt na dat samenkomen van de flegmatisch of melancholische en dat herkent men bij het lelijke aanzicht in de eerste dagen van deze ziekte als er zich kwade tekens openbaren van infectie. En diegene die dat krijgt van bloed of van gal, die zijn zieker dan de andere soorten en later te genezen. Daarom worden in hete zaken die tekens gauwer gevoeld na de samenkomst. En is het zo dat het van gal is dan herkent men het aan de hitte die men diep van binnen voelt en de huid wordt alom springend en zo voelt hij steken met hitte en soms met koude en soms met bevingen en vaak zo verandert zijn kleur van het witte naar het rode en van rood naar wit.

Item, en hij voelt kwade venijnige materie tussen vel en vlees en omtrent het aanzicht en voelt of daar mieren lopen die dat aanzicht trekken en hij heeft in dat aanzicht prikkelende hitte en vaak heeft hij angst.

Item, en als het bij de koude zaken is, zoals gezegd is, zodat het aanzicht en de huid zwelt en in alle leden komt hem zwaarheid en nauwelijks kracht heeft om zich te verplaatsen van de plaats daar hij zit en hij voelt koude overal tussen vel en vlees en vooral in het aanzicht en in het voorhoofd.

Dus zal men tot genezing gaan van deze die van hitte komt.

Als eerste zal men ze laten in beide armen en de materie zal men rijpen met deze drank die hierna volgt.

Recept; suikerwater, ons 2, siroop van Fumaria, ons 3 voeg water toe van Fumaria, ons 4, of water van Scabiosa en Borago, gelijk ons 2, meng het en doe er toe julep. Geef daarvan’s avonds en ‘s morgens telkens een teug warm en dat men daarop 3 uren vast en als deze drank geheel gegeven is dan zal men laxeren met laxerend suikerwater ons 2, en heilige Rufus, (3) drachme 1. De derde dag zal men stoven met koude kruiden en geef hem daarna rode likkepot, 2 delen, en een derdedeel grote teriakel met sap van Fumaria en lauw zal men het drinken en aldus zal men 3 dagen achter elkaar doen.

Item, de vierde dag zal men weer in de leverader laten en de volgende dag in de hoofdader en het bloed uitlaten naar de kracht van de mens en alle 3 dagen zal ge hem stoven en hem van de [179] voor vermelde opiaten geven en laat hem laten alzo 3 maanden lang. Item, men schrapt in het been en dan koppen zetten onder de kin en men zal bijtende middelen op het been zetten tot de voor vermelde tijd. En Գ morgens zal men hem sap van pruimen en sap van rozemarijn geven of suiker rosaet en daarna de voor vermelde siroop laten nuttigen van Fumaria. Item, en in de week zal men 2 maal zalf citrinum met rozenwater mengen en daarmee dat aanzicht besmeren en bedek dat met weegbreebladeren en laat dat de hele nacht liggen en doe het Գ morgens eraf. Dit is de behandeling tegen de koude soort die van flegma komen of van melancholie.

Als eerste zal men bij hem de materie laten rijpen met deze drank.

Recept; oxymel (azijn, honing en water) diureticum, ons 3, siroop van Fumaria ons 1, water van Borago, water van Fumaria, gelijk, ons 3, of meng het en geef dit Գ morgens en Գ avonds zoals je het geleerd hebt. En als de drank uitgewerkt is dan zal ge die purgeren met deze laxatief.

Recept; heilige logodion, drachmen 2, heilige Rufus, drachme 1, en twee dagen zal men stoven en daartegen zal men stoven en daartegen zal men bladeren van vlier, van kruidvlier, van Scabiosa, van Fumaria en zuring bij doen. En na het baden zal men hem geven teriakel magna galeni met sap van Fumaria, lauw. De derde dag zal men laten in de leverader of in de hoofdader. En men zal hem scherven en koppen zetten onder de kin. En tegen de slechte kleur zal men elke dag wijn geven waarin te weken heeft gelegen poeder van rabarber en 2 maal per week zal men ճ avonds het aanzicht wassen met wijn waarin rabarber (Rheum) gekookt is.

Van de schat om huidziekte te behoeden.

Dit is de schat om te huidziekte te voorkomen en hem te drukken dat ze niet losbarst. Neem ten eerste vijlsel van puur goud en verpoeder het subtiel en meng dat met het sap van Borago officinalis.

Een andere; Neem dat beentje dat men ossis de cornu cervi (been van het hart van een hert) heet en dat zal men subtiel verpoederen en dat zal men te drinken geven met sap van Scabiosa.

Een andere; Theodorik die wijst om huidziekte te verdrijven zodat ze niet wederkomt.

Neem een slang die van een droge berg komt en in droge plaatsen gevoed is en houw hem dat hoofd af en strek het dan en laat het goed wentelen en bloeden totdat ze sterft en stilligt. En doe dan het vel eraf en zuiver het binnen van de vuilheid en dat vlees zal men koken en daarvan zal men de zieke alle dagen een stuk van geven zodat die niet weet wat het is want anders at hij het nimmermeer en hij zal de wijn drinken daar het in gekookt was en dit zal men doen tot de tijd dat de zieke zwelt en begint te onthuiden en te blaren en dan zal men de zieke in een stoof leggen en men zal hem besmeren met olie waarin vipera gekookt is en aldus zal hij genezen en hij zal zijn vel en vlees huid vernieuwen en dit is vaak goed beproefd. Een andere dat ons Avicenna leert. En vele anders auteurs.

Neem een serpent en men doet hem het hoofd en de staart eraf en men begraaft [180] het in een plaats totdat het vol wormen is en dan zal men het drogen en dan in wijn koken en dat zal men elke dag aan de zieke te drinken geven met siroop van honing.

Een andere en dit zei dezelfde meester; men neemt water daar een serpent in gekookt is en daarin zal men vaak de baard van de zieke in baden en hij zal genezen.

Een andere; men zal tarwe weken in water daar een serpent in gekookt is en met die tarwe zal men hoenders opvoeden en men zal hem te drinken geven van dat water. En als de pluimen van de hoenders afgevallen zijn dan zal men die hoenders schoon maken en in water koken en dat zal men de huidzieken te eten geven en hij zal van het water ook drinken. Daar die hoen in gekookt was daarmee zal hij zijn aanzicht en zijn handen in wassen. En men zal hem laten na de vierde dag.

Een andere; Tegen hetzelfde zal men een serpent nemen en men legt die in een vat wijn die goed dichtgestopt is totdat hij daarin goed verrot is. En van die wijn zal de zieke altijd drinken en niets anders.

Een andere; Neem een serpent en men braadt het met zout in een pot en maak daarvan poeder. Dat zal de zieke eten in al zijn spijs en soms er van drinken want het is goed tegen huidziekte en tegen vele vuile ziektes (l. ziektes) die de mens vaak en veelvuldig overkomen.

En deze navolgende kruiden helpen ook tegen huidziekte: amandels, Borago officinalis, Calamintha, Origanum dictamnus, Arum maculatum, Raphanus, Scabiosa, wijnsteen, Rufus en Teriakel magna galieni.

(1) Elephantia, Elephantiasis, een ziekte van zekere lichaamsdelen, vooral Elefancia, van het scrotum, doch ook van de vulva, de mammae, de armen, veroorzaakt door een parasiet, de Filaria, welke de lymf wegen aantast en de lymf stroom belemmert, hetgeen zwelling van die delen ten gevolge heeft. Griekse Elephantiasis is Lepra.

(2) verschillende likkepotten waar bovennatuurlijke kracht aan werden toegeschreven door verschillende dokters uitgevonden. Picra vanwege de bittere smaak dat door Aloë komt.

(3) Yera; hiera (heilig), naam voor een electuarium, (likkepot) uitgevonden door Themison, waaraan bovennatuurlijke kracht werd toegeschreven. Ook Hiera picra genoemd, vanwege de bittere smaak, door Aloë eraan gegeven. Verschillende geneeskundigen hebben aan bijzondere toebereidingen van Hiera hun naam gegeven, o.a. Rufus, Logadius, Galenus, Pachiuso.

Dye ghene die venin ghenomen heft ofte ghedroncken.

Die ghene die venin ghenomen heeft ofte ghedroncken. Int erste nemt warme water daerin minghet olie ende dat gheeft hem drincken des smorghens ende doetene keeren tweewarf deen naer dander maer enige luden drincken melc met olien ende boeter properlic want |C58vb| dat saft van der quaetheit des venins. Ende men merke naer dat wat teekin dat comt in den lichame want ghevalt hem cortsen ende rootheit des ansichten ende gheelheit des oeghen. ende quaden stanc ende roke des monts men sel hem gheven in drancke vercoelende dinghen ende blusschende. ende eist dat hem vercranct die slaep ende hem verschenheit openbare. men gheven (l. gheve) hem in dranken heete dinghen alse medicine van assa ende diere ghelike. Ende het helpt den ghenen seer die hem ducht datti venin in ghenomen heeft in drancke ghenomen dicken fighen ende noten ofte hi neme alle morghen stonde Tyriaca magna galieni cum terra sigilata want die propertheit van die medicinen es alsmen ducht dat venin es in der spijsen. Dat ment hute leit met keerne. Ende als men drincket dat venijn des sincopis ghevalt enperlic den ghenen diemen helpen mach ende dat ane de craft stect eist van quaden venine contrarie der complexie der herten alse die substancie luttel helpt ende die cuere men neme basnar dat weder staet. 181 ende ic ebt gesien dat weder stont nape pollen dwelke dat is van den arsten venine. Ende somtijts helpt hem diamuscus ende |C59ra| Tyriaca magna galieni ende diaciminum (l. -cuminum) al.


Degene die venijn ingenomen heeft of gedronken.

Diegene die venijn genomen heeft of gedronken. Neem als eerste warm water en meng daarin olie en geef hem dat is morgens te drinken en laat hem tweemaal braken en de ene na de andere, maar enige lieden drinken goed melk met olie en boter want dat sap van de kwaadheid is venijn. En men merkt het naar welke tekens er in het lichaam komen want krijgt hij koortsen en roodheid van het aanzicht en geelheid van de ogen en kwade stank en rook uit de mond, men zal hem verkoelende drank en blussende dingen ingeven en is het dat bij hem de slaap zwak wordt en de vochtigheid zich openbaart, geeft men hem drank in met hete dingen zoals medicijnen van asa en diergelijk. En het helpt zeer diegenen die zich duchten dat ze venijn ingenomen hebben om drank te nemen van dikke vijgen en noten of hij neemt elke morgenstond Teriakel magna galieni met terra sigilata, (1) want de eigenschap van die medicijnen is als men beducht dat er venijn in de spijzen is. Dat men het er uit legt met braken. En als men het venijn drinkt dan valt bezwijming eenparig bij diegene die men helpen kan en wat aan de kracht steekt is van kwaad venijn en tegenovergesteld aan de samengesteldheid van het hart en als die substantie en de kuur weinig helpt dan neemt men Commiphora opobalsamum dat weerstaat [181] en ik heb het gezien dat het akoniet pollen weerstond wat van het ergste venijn is. En soms helpt hem diamuscus en| Teriakel magna galieni en sap van komijn geheel.

(1) Terra sigilata; gezegelde aarde, ook Terra lemnia; aarde van Lemnos, rood ijzerhoudend leem die van een zegel voorzien in de handel gebracht werden.

Om te weder slane dat venin dat men heet Cantarides.

Dit siin de medicinen omme te verslane alle die ghene die venin ghedroncken hebben ofte cantarides Item men sel hem gheven drincken in drancke oleum amygdelarum ende teekin is datti bloet oec hem es sine blase zwart. ende daer nae gheneset die zweeringe der blasen. Item men sel hem gheven drincken succum apii ende men sel hem gheven medicine de asa fetida ende tyriaca magna galieni. Ende die ghene die melc drinckt ende hem daer nae comt morwenisse ofte walghinge die sel nemen aisiin ende daer in nemen een luttel asa ofte succum calamento gheminget met sirupo acetose o.. j. Dit doet tweewarf deen naer dander.

Een ander. Nemt spillium dat selmen drincken in drancke dat doet al tselve. Ende ghevielt alsoe dat die mensche ate Coriandrie onghepreparert dats veninosa ende dat selmen wel rucken bi den ademen van den pacient. Men sel den pacient gheven drincken gium psillium gelijc dat vorleert es dat sel hem seer helpen. Ende somtijts ghevallet ende comt toe den lieden van |C59rb| ghebraden dinghen dat si dat eten te heet ofte alsmen hute eenighen hoven ofte viere trect eenich dinc ende ment niet laet verslaen ende men etet dats urtigo filis epilie. Nemt in drancke rob stpticorum (?) mundatorum ende dan ghaet slapen der op ende gaet der nae in een badt. Ende comt oec somtijts van vissche eenen dach ofte twee ende eist dat sake dat hem valt datti heeft gheten dusdanich spijse hi sel nemen in drancke ende in suveren wiin pulvis piperis ende men sal nutten kernen van avellanen ende somtijts slaen der toe quade toevallen ende dien pacient salmen gheven nutten robcitomorum Ende men sel hem gheven onder tusschen elcm (l. electuarium) diateron piperion ende men sel die pacient gheven drincken suveren wiin ende men sel die maghe van buten besmeeren cum olio nardino savens alsmen slapen gaet ende daer op sel men legghen een warme cleet.


Om te weerstaan dat venijn dat men Canthariden noemt.

Dit zijn de medicijnen om al diegene te verslaan die venijn gedronken hebben of canthariden. Item, men zal hem in drank te drinken geven oleum van amandels (Prunus) en een teken is dat het bloed ook bij hem in zijn zwart blaas is en daarna geneest die zweer van de blaas.

Item, men zal hem geven te drinken sap van Apium en men zal hem geven medicijn asa foetida (Ferula) en teriakel magna galieni. En diegene die melk drinkt en er bij hem daarna vermurwing komt of walging die zal azijn nemen en daarin wat asa of sap van Calamintha nemen gemengd met siroop van Rumex acetosa, ons 1. Doe dit 2 maal en de ene na de andere.

Een andere; Neem psillium, (Plantago) dat zal men drinken in drank en dat doet al hetzelfde En gebeurde het alzo dat die mens niet bereide koriander at, dat is venijn en dat zal men goed ruiken bij de adem van de patiënt. Men zal de patiënt te drinken geven gium psyllium, net zoals dat geleerd is, dat zal hem zeer helpen. En soms gebeurt het en komt de lieden aan van gebraden dingen dat ze te heet eten of als men uit enige hof of van het vuur enig ding trekt en men het niet laat verslaan en men eet het, dat is urtigo filis (draderige) epilie.

Neem in drank bindende rode wijn gereinigd en ga er dan op slap en ga daarna in een bad. En komt ook soms van vis een dag of twee en is het zo dat hij voelt dat hij dusdanige spijs heeft gegeten dan zal hij in een drank en in zuivere wijn poeder piperis nemen en men zal kernen van hazelaar nuttigen en soms slaan er kwade toevallen toe en die patint zal men te nuttigen geven rode wijn met citroen (?). En men zal hem soms likkepot geven, diateron per (1), en men zal die patint zuivere wijn te drinken geven en men zal de maag van buiten besmeren, met oie van Nardostachys, ‘s avonds als men slapen gaat en daarop zal men een warm kleed leggen.

(1) mengsel van anijs, tijm, gember en peper.

Van der steken ofte beeten vander slanghen.

Alse een mensche es ghesteken ofte ghebeten van eener slanghen soe selmen nutten mirabolanorum citrinorum ende alsmen die stecten ofte beeten niet ne weet waer of dat es dan selmen persen op die stede ende dan selmer ventousen op setten die dat seer sughen. Dats omme datment der mede beroere ende dan selmer op bestriken |C59va| pullica ende men leggher op cancri contrici ende alsmen siet dat die stede beghint te volne te zwellene te verhittene dats teekin dat die punctuere daer es van eenen quaden deerenden diere ende alst beghint te verrottene al zwart dats teekin dat noch niet doere ne comen si in den lichame dan nes noch tvernoye niet van den lichame maer hets ten aller quaesten alse die punture valt bi der herten ofte dat daer eene 182 groete arterie si die welke dat dracht ter herte Ende men sel weten dat men sel nemen jeghen punture der slanghen: goet tiryaca magna galieni ende goet metridatum magnum ende men sel oec gheven medicamenten de asa ende medicine de hermodactali ende de pacient sel altoes drincken suveren wiin.


Van de steken of beten van slangen.

Als een mens gestoken of gebeten is van een slang dan zal men mirobolenen citrinorum nuttigen en als men niet weet waar die steken of beten zijn dan zal men op die plaats persen en dan zal men er koppen op zetten die dat zeer opzuigen. Dat is omdat men het ermee beroert en dan zal men er Inula campana opstrijken en men legt er kreeftsogen (kalkafzetting in de maag van de kreeft) op en als men ziet dat die plaats begint te vullen, te zwellen en te verhitten is dat een teken dat die punt daar van een kwaad derend dier is en als het geheel zwart begint te verrotten is dat een teken dat het nog niet doorgekomen is in het lichaam dan het nog niet onaangenaam voor het lichaam, maar het is het aller slechtste als die punt bij het hart valt of waar een [182] grote slagader is die naar het hart draagt.

En men zal weten dat men tegen slangenpunten zal nemen: goede teriakel magna galieni en goede mithridatum (1) magnum en men zal ook medicamenten asa geven en medicijn Colchicum en de patiënt zal altijd zuivere wijn drinken.

(1) een uit 50 bestanddelen gemaakt middel tegen gif dat door Mithridates van Pontus is uitgevonden, later tegen vele kwalen.

Van der beeten ofte steken der scorpioen.

Als een mensche es ghebeten van eenen scorpioen ofte ghesteken int erste men sel hem gheven nutten Tyriaca magna Galieni smorgens ende daer op drincken een lettele suveren wiin ende men sel eten poma acetosa et folia eorum ende taraxaton ende alchinabacium ende screpellacio in die stede der punctueren. ende sughinge omme hute te trec\kene. |C59vb|

Van de beten of steken van schorpioen.

Als een mens gebeten is van een schorpioen of gestoken zal men hen ten eerste ‘s morgens te nuttigen geven Teriakel magna Galieni en daarop wat zuivere wijn drinken en men zal eten zure appels en hun blad en taraxaton (Taraxacum?) en alchinabacium en screpellacio in die plaats van de punt en zuigen om het eruit te trekken.

Van der beeten ofte steken der ruthelen.

Ende men sal weten alse een man es ghebeten ofte ghesteken van der rutelen. int erste men sal gaen in een badt ofte men sel dat ledt baien daer die steke in is. Een ander. men sel dat ledt graven ofte bewinden met sande ofte der op legghen heete asschen.

Een ander. nemt manipulum .j. nigelle. sencen. apij .1/2. misceantur et fiat pulvis ende dat leght der op Ende jeghen punctuere der bien ofte vespen. Die puntuere suldi der mede besalven al ontrint met desen nae volgende salve. Rp. Bolo armenicum .o.. j aceti vini .o.. 1/2. olei violarum .dr.. ij. misceantur et fiat unguentum Ende eist dat die tanden van den bien in der beten ghebleven is soe behouft dat men dat wriven cum olio violarum. ende wrivet die bete met asschen ende daer naer soe plastert die olie der op ende suveret tote si hute gaen.

Van de beten of steken van bijen.

En men zal weten als een man gebeten of gestoken is van bijen zal men eerst in een bad gaan of men zal dat lid baden daar de steek in is.

Een andere; men zal dat lid begraven of bewinden met zand of er hete as opleggen.

Een andere; neem handvol, 1, Nigella, sencen, (Senecio vulgaris) Apium, ½, meng het poeder en leg dat erop. En tegen punten van de bijen of wespen. Die punten zal ge ermee en erom zalven met deze navolgende zalf.

Recept; Bolus armeniacus, ons 1, wijnazijn, ons ½, olie van violen, drachmen 2, meng het en zalf. En is het dat de tanden van de bijen er met de beet in gebleven zijn is het nodig dat men het wrijft met olie van viole en wrijf die beet met as en daarna pleister er die olie op en zuiver het tot ze er uit gaan.

Die bete van den verwoeden hont es quaets van al.

Ende dat selmen weten ofte hi verwoet was ende dat bi teekinen die gheseit siin ende die vele in den bouc van lilium medicus Int erste men sel op die stede setten ventousen dat die corripcie hute trecken mach. Ende men |C60ra| seller op legghen medicinen eruca ende canfora gheminget cum buturo vaccino sine sale ende men sel drincken drancken de canckere alse aqua caprifoli ofte des gelike ende men sel den sicken abstineren met goeder dieten.

De beet van de dolle hond is kwaadste van alle.

En dat zal men weten of hij dol was en dat bij tekens die gezegd zijn en die veel in het boek van Lilium Medicus. (van Bernardus de Gordonio) Als eerste zal men op die plaats koppen zetten zodat de verbastering eruit kan trekken. En men zal er medicijnen op leggen; Eruca en kamfer gemengd met boter van koeien zonder zout en men zal dranken drinken de kanker zoals water van Lonicera of diergelijke en men zal de zieke belasten met goede diëten.

Dits den armen tresoer jeghen venin.

Dit es den armen tresoer jeghen venijn Int erste men sel nemen succus agrimonie ende dat drincken met witten wine ende dat es seer goet jeghen gheveninde beten van serpenten van honden van lieden ende van gheveninde zweeren.

Item ten selven. Nemt radicis diptannis radicis tormentilla .ana. .o.. j. hier of maect polver subtijl ende van dien pulver vorseit gheeft drincken een dr. te gaeder met witten wijne Dat doet te hans hute sceeden venijn probatum est. Een ander. de wortele van gencianen geleit in een vat wijns. bewaert die drinckers van venijn sonder twiffel. Een ander Nemt de wortele van affodilli die suldi pulveriseren ende gheven drincken 183 dat verwaert die mensche van venine en[de] van quaeden spijsen ende drancken. Ende dese navolghende specien ghenomen helpen jeghen venine ende beten van veninde dieren. Affo |C60rb| dilli. asa fetida. allium bd[e]llium. balsamum bdegar. centaurea. Draguntea. menta. Daucus creticus. diptanum. genciana. radicis yreos lilium. mel. oppopenac pix liquida. rafanus. ruta. spicanardi. Solsequinum squilla. sal. sansucus. Cicorrea terra sigilata. zedoarii. Dit siin elcm (l. electuarium) ten selven die men heet opiata. Esdra opiata litontripon jera fortissima galieni. Metridatum opiata. Tyriaca magna.

Dit is de armen schat tegen venijn.

Dit is de armen troost tegen venijn. Als eerste zal men nemen sap van Agrimonia en dat drinken met witte wijn en dat is zeer goed tegen giftige beten van serpenten, van honden en van lieden en van venijnige zweren.

Item tegen hetzelfde;

Neem wortels van Origanum dictanum, wortels van tormentil (Potentilla) gelijk ons 1, en maak hiervan subtiel poeder en van dat voor vermelde poeder geef je een drachme te drinken tezamen met witte wijn. Dat laat gelijk het venijn uitscheiden, het is beproefd. Een andere; de wortel van gentiaan in een vat wijn leggen bewaart de drinkers zonder twijfel van venijn. Een andere; Neem de wortel van affodil (Asphodelus) en die zal ge verpoederen en te drinken geven, [183] dat bewaart de mens van venijn en van kwade spijzen en dranken. En van deze navolgende soorten genomen helpen tegen venijn en beten van venijnige dieren. Affodil, Asa foetida, (Ferula) Allium, bdellium, (Commiphora africana) balsamum, (Commiphora gileadensis) beduagar, (Rosa rubiginosa) Centaurea, Draguntea, (Arum maculatum) Mentha, Daucus creticus, (Athamanta creticus) Diptanus, ( Origanum dictamnus) gentiaan, wortels van iris, van lelie, meel, Opopanax, pix liquida, (vloeibare pek) radijs (of mierikswortel, ruit, spica nardi. (Lavandula stoechas)

Solsequinum, (Cichorium intybus of Calendula) squilla, (Urginea) sal, (zout?) sansucus, (Origanum majorana) Cichorium. Terra sigilata, zedoar (Curcuma zedoaria).

Dit zijn likkepotten (Electuarium) tegen hetzelfde die men opiata noemt.’

Esdras (1) opiata litontripon. (steen verbrijzelend middel)

Jera fortissima galieni. Metridatum opiata. Teriakal groot.

1. Naar de naam van de profeet Esdras die het eerst vond, bestaat uit 145 bestanddelen.

Hier soe hent den bouc van laserien ende ruden ende pocken ende van gheveninde besten ende hier nae soe comt den bouc van der navele ende van den cullen ende van den ghescorden ende oec van fistelen hoe dat die ghescepen siin ende die cuere van elcken ende hier na soe volget die taffele.

Die taffele der of.

Van clieren

Van stancke dat yrcus heet

Van clapphoren

Van fistulen

Van apostemen

Van flegmon

Van wonden zymia

Van ruptura

Van apostemen in der rooden

Van ulcerien ofte gate der roeden

Van apostemen der cullen

Van erina in testiculi in der cullen

Van den ghescorden sonder sniden

Van der scorringen der navelen

Van den spenen int set

Van fistulen

Van den fondamente

Van clieren datmen heet scrouffelen.

|C60va| Van clieren diemen heet scrouffelen anfter (l. after) de soge ende gelijc dat die soghe werpt verkine alsoe doet dit evel vele gaetkine ende ghelijc dat die verkine vroeten in dat mes achter ende voert alsoe doen dese clieren int vleesch van der eener stede ten anderen ende dese clieren siin hardt overmidts dat si siin van materien van melancolien. Ende si wassen meest in den hals ontrent den kelen ontrint den kaken onder de oxsele. ende dese clieren werden onderwilen versworen ontrint de kele ende si maken loepende gaten ende dan heetent eenighe meesters des sconincs evele. Ende sulke mensche gheloeft dat dit de coninc van vranckeric mach ghenesen ende dat dit es werc (l. waer?) ende dat alleene metten over gripene van sire hant ende dat eenighe lieden der of ghenesen overmidt horen gheloeven want dat gheloeve conforteert den lichaem ende die conforteringe verwint den lichame Ende dit es alse die materie niet te groet nes maer alse de materie out es ende groet zwaer der natueren sterc tonder te bringhende soene werden si niet alsoe ghenesen. Noch een ander experiment dat eenighe mesters hebben ghevisiteert ende men useret te somigher steden ende gheloeft Men leit den siecken op een 184 springende water huten gronde |C60vb| op sinte jans nachte midden somers ende den siecken selmen bloet laten soe dat dat bloet valle int water ende hi seghet datter vele mede ghenesen siin maer naer datsi van swaren doghene siin soe de lieden vele moinessen mede ende si soucken vele raden ende te horer ghenesinghen behoort vele subtijlnissen. Want dese clieren commen gherne in denghenen daer si noode in droghen ende in den ghenen die vol limicheden siin ende vol humoren. Ende in den ghenen die vele eten ende vele drincken. meer dan hore verduwinge verdraghen mach waer bi dat natuere overblijft ende onverteert wert ende dese overtullicheit sterct dese clieren menich sins van hore daermense best begheeren mach. Ende onderwilen metten clieren ende onderwilen metten apostemen Die welke overtullicheit gheerne maeken in clieren ende in apostemen lopende fistulen onderwilen oec in spenen ende onderwilen anders Ende daer bi in dese hute brocken clieren diese hebben es vervulte ende alle overtullicheit van spijsen ende van drancken quaet. Ende men sel weten datsi dicken sullen liden ende ghedoghen honger dats hem goet medicine. ende die dat niet weten wille noch regement houwen ne willen die siin quaet te ghenesene Int erste men sel den siecken doen hoeden te stupen vele |C61ra| metten hoofde nederwert ende hi sel hem wachten van roupene van weenen ende van walgene Ende men sel die materie suveren met Electuarium diaturbit constelic ghenomen. dewelke electuarium purgiert flumen ende melancolien. Ende men sal weten dat scrouffelen commen meest van melancolien ende glandulen die commen meest van flumen. Ende dit nae volghende medicine es hem goet ghegeven want het purgiert fluma properlic ende melancolia. Rp. turbith bn (?) gomosi .dr.. iij. zuccari albi .o.. 1/2. dit selmen pulverijseeren subtijl deen in dander. ende hierof selmen den siecken gheven .dr.. ij. ende is hi cranc men saels hem gheven .dr.. j. Dit selmen gheven ten midder nacht ende dan selmen der op slapen tote dat beghint te werkene ende den pacient ne sel ghene water drincken noch niet dat cout is op sine spijse ende ventousen ne siin oec dese siecken niet goet want si ydelen dat subtijle. Ende eenighe mesters segghen dat beeter is datmen ventousen setten ende naer die ydelinghe der materien esmen sculdich te prouvene oft mense mach doen sceeden eersi hute breken ende datsi niet soe doere hout siin datsi moghen smelten. Maer men vint vele lieden diere niet op ne hachten vor dat si hute te broken siin. Dits eene plaster |C61rb| omme te doen sceeden scrouffelen. ende niet hute te brekene. Nemt rode slacken die siedt met zwiinen smout ofte met hoenderen smout ende met wijne hier of maect eene plaster ende leghet op die cliere. Een ander. Nemt gheiten cotelen die minghet met seme ende aisine ende siedtse. ende leghtse der op laeu. Een ander dat ons scrijft avicenna. dat seere wonderlic goet es. Nemt de wortelen vander lelien lijnsaet duven mes dit tempert al met wijne over een ende siedet. ende eist dat de clieren ofte glandulen siin van 185 couder complexien ende si siin bleec soe doeter toe te meer van der messe vorseit. ende eist een kint ofte een wijf dat vierendeel sel wesen mes vorseit. Een ander. Dit es een goet plaster om clieren te ghenesen eersi hute breken Rp. semen lini .o.. ij. sulfer .o.. ij. et 1/2. seem .o.. j. Dit minghet ende siedt over een ende maect een plaster legghet der op laeu. Een ander Nemt de wortele van brionien duvenmes. ana. .o.. iij. barghin smeer Dit siedt over een ende legghet der op laeu dit doet de clieren resolveren ende crempen weder in. Een ander dat ons leert Diascorides. Nemt de wortele van lapacium ende die siedt in wijne ende leght laeu der op Een ander dat ons leert macer. Nemt |C61va| levende sulfer ende duvenmes. liinsaet nighellen saet. ana. partes equales Dit stoet al over een met warmen wijne dit siedt over een ende hier of maect plasteren leghtse warme der op si gaen te nienten. Een ander dat ons leert meester gillebeert. Nemt een ey anabulba ende dat ey wel ghebraden ende dat gheeft drincken met wijne smorgens ende savons .iij. daghe lanc after eens met lettel etens ende hier mede hi verliestse Dats wel gheprouft. Een ander. Ende dit segghe ic ende ic mester Jan Iperman hebbe dit nae volghende dicke gheprouft Rp. mes van duven van gheeten van ossen ende dat al droghe. ana. lithargirum cimini de wortelen van coelen semen apii galbani bitter amandelen dit minghet met pecke ende met een lettele olium oliva ende out barghin smout Dit leght der op Dit doet den scrouffelem te nienten gaen erst moet men den pacient purgieren met pillen de turbith ofte pulver ghemaect van turbith gelijc dat vorseit is. Een ander Nemt semen sinapis Dat stoetet met overjarich barghin smeer Dit selmen der op legghen warme ende dit doetse vergaen te nienten eist dat men den pacient erst te voren purgiert met pulvis de turbith. Een ander |C61vb| Nemt de wortelen van wegebree die selmen braden ende die sel den pacient altoes draghen over hem Dit selse houden ende bedwingen. datsi niet sullen moghen wassen. Een ander Nemt wegebre ende die gh[e]wreven met soute ende der op gheleit dat doetse te nienten gaen. Een ander. Dat ons leert avicenna Nemt die blomme van boenen die selmen stoeten ende daer op legghen ende si sullen vergaen. Mester gillebert seit dat bloet van der slecken op de clieren gheplastert doetse te nienten gaen. Een ander Nemt succi ruthe abrotonum .ana. partes equales dese sapen ghedroncken die cruden op dat gat geleit gheneset. Een ander Nemt diaquilon dat leght der op dat es ghepriset van vele mesters. Een ander. Nemt musselagis (l. -ginis) fenugreci mussel (l. -aginis) lini. musselaginis bismalve. ana. lib. j. litargirum lib. j. olei olivarum lib. ij. hier of maect emplastrum. Ende ic mester jan yperman plach dit plaster te makene ende het dinct mi wel alsoe goet alse eenich dat ict (l. ic) vant Ic nam van elcken crude j. pont ende doen maecte icker of mussilagis 186 (l. -go) daer of nam ic een pont. litargirum subtylissime pulverisati lib. j. et .1/2. |C62ra| oleum olivarum lib. ij. cere lib. 1/2. dit vergaderde ic alsoet behoert. Dit is een water om te ontbindene scrouffelen ende glandulen. ende het brect den steen in den blase ende morwet die hartheit in den levere ende nieren. ende binnen .3. daghe elc metael Rp. radicis celidonie jusquiami titimalli cicute squille marine rute silvestris maliterre affodilli Dit stampt al over een ende dit sublimeert .iij. [werf] doere eene halembic ende hoet jou daer af want dat watere es venijn.

Hier eindigt het boek van huidziektes en ruigheid en pokken en van venijnige beesten en hierna komt het boek van de navel en van de ballen en van de gescheurde (breuken) en ook van etterwonden hoe die geschapen zijn en de kuur van elk en hierna volgt de tafel.

De tafel ervan.

Van klieren

Van stank dat yrcus heet

Van klaporen

Van etterwonden

Van gezwel

Van flegma

Van wonden, zymia

Van ruptura (scheur)

Van gezwel in de roede

Van ulcers (zweren) of gaten van de roede

Van gezwel van de ballen

Van erina in testiculi in de ballen (zakbreuk)

Van de breuk zonder te snijden

Van de gescheurde navel

Van de aambeien in de aars

Van etterwonden

Van het fundament

Van halsklieren dat men scrofula noemt.

| Van halsklieren die men scrofula noemt naar de zeug en gelijk dat de zeug varkens werpt alzo maakt dit euvel vele gaatjes en gelijk dat de varkens wroeten in de mest achter en voor alzo doen deze klieren in het vlees van de ene plaats naar de andere en deze klieren zijn hard omdat ze van materiën van melancholie zijn. En ze groeien meest in de hals omtrent de keel, omtrent de kaken en onder de oksels en deze klieren worden soms verzworen omtrent de keel en ze maken lopende gaten en dan noemen sommige dokters het koning’s euvel. (Scrophulosis; klierziekte) En sommige mensen geloven dat de koning van Frankrijk de macht heeft om die te genezen en dat dit is een werk en dat alleen met het over grijpen van zijn hand en dat enige lieden daarvan genezen vanwege hun geloof want dat geloof verbetert het lichaam en die verbetering overwint het lichaam. En dit is als de materie niet te groot is, maar als de materie oud en groot is, is de natuur te sterk om zo een onder te brengen en zulke worden niet alzo genezen.

Noch een ander experiment dat enige dokters hebben waargenomen en men gebruikt het in sommige plaatsen en gelooft. Men legt de zieke op een [184] springend water uit de grond op Sint-Jans nacht midden in de zomer en de zieke zal men bloed laten zodat dit bloed in het water valt en hij zegt dat er vele mee genezen zijn, maar nadat ze van zware deugden zijn zouden de lieden veel moeite doen om ze te zoeken en veel raad en genezingen te horen wat veel tot subtielheid behoort. Want deze klieren komen graag in diegenen daar ze slecht in drogen en in diegenen die vol lijmerigheid zijn en vol vochtvermenging. En in diegenen die veel eten en veel drinken, meer dan hun vertering verdragen kan waarbij dat natuur overblijft en onverteerd wordt en deze overtolligheid versterkt veel van deze klieren daar men ze het best begeren mag. En soms met de klieren en soms met het gezwel. Die overtolligheid maakt graag in klieren en in een gezwel lopende etterwonden en soms ook in aambeien en soms anders. En daarbij in deze uitgebroken klieren die ze hebben is volheid en alle overtolligheid van spijzen en van dranken kwaad. En men zal weten dat ze vaak zullen lijden en honger gedogen, dat is voor hen een goede medicijn en die dat niet weten wil, nog reglement houden willen, die zijn kwaad te genezen. In het begin zal men de zieken laten hoeden zich veel te buigen met het hoofd naar beneden en hij zal zich wachten van roepen, van wenen en van walgen. En men zal de materie zuiveren met kunstig genomen likkepot met turbith welke likkepot fluimen purgeert en melancholie. En men zal weten dat halsklieren meest van melancholie komen en klieren komen meest van fluimen. En dit navolgende medicijn is goed om hun te geven want het purgeert goed fluimen en melancholie.

Recept; turbith bn (verschillende soorten) gomosi, (gom?) drachmen 3, witte suiker (Saccharum), ons ½, dit zal men subtiel verpoederen en de ene in de andere en hiervan zal men de zieke 2 drachmen geven en als hij zwak is zal men hem 1 drachme geven. Dit zal men ten middernacht geven en dan zal men erop slapen totdat het begint te werken en de patiënt zal geen water drinken en ook niet dat koud is op zijn spijs en koppen zetten is ook niet goed voor deze ziekte want ze legen dat subtiele. En enige dokters zeggen dat het beter is dat men koppen zet en naar die leegheid van de materie moet men beproeven of men ze kan laten scheiden eer ze uitbreken en dat ze niet zo door oud zijn dat ze mogen smelten. Maar men vindt vele lieden die er niet op achten voordat ze uitgebroken zijn. Dit is een pleister om de klieren te laten scheiden en niet uit te breken;

Neem rode slakken die je kookt met varkensvet of met hoendervet en met wijn en maak hiervan een pleister en leg het op de klier. Een andere;

Neem geitenkeutels en meng dat met honing en azijn en kook het en leg het er lauw op. Een andere dat ons Avicenna schrijft dat zeer wonderlijk goed is;

Neem de wortels van de lelie, lijnzaad (Linum) en duivenmest, meng dit alles met wijn door elkaar en kook het en is het dat de halsklieren of klieren van [185] koude samengesteldheid zijn en ze zijn bleek doe er dan meer toe van de voor vermelde mest en is het een kind of een vrouw zal het een vierendeel voor vermelde mest wezen.

Een andere; Dit is een goede pleister om klieren te genezen eer ze uit breken.

Recept; zaad van Linum, ons 2, zwavel, ons 2 en ½, honing, ons 1. Dit meng je en kook het door elkaar en maak er een pleister van en leg het er lauw op.

Een andere; Neem de wortel van Bryonia, duivenmest, gelijk, ons 3, varkensvet. Dit kook je door elkaar en leg het er lauw op, dit laat de klieren oplossen en weer inkrimpen.

Een andere dat Dioscorides ons leert.;

Neem de wortel van zuring en kook die in wijn en leg het er lauw op.

Een andere dat Macer ons leert; Neem levende zwavel en duivenmest, lijnzaad, Nigella zaad, in gelijke delen. Stamp dit alles door elkaar met warme wijn en kook dit door elkaar en maak hiervan een pleister en leg het er warm op, ze gaan te niet.

Een andere dat dokter Gillebert ons leert.

Neem een ei en Euphorbia en dat ei goed gebraden en geef dat te drinken met wijn ‘s morgens en ‘s avonds 3 dagen lang na eens met wat eten en hiermee verliest hij ze. Dat is wel bewezen.

Een andere; En dit zeg ik en ik dokter Jan Yperman heb dit navolgende vaak beproefd;

Recept; mest van duiven, van geiten en van ossen en dat geheel droog, gelijk, lithargirum cimini, de wortels van kolen, zaad van Apium, galbanum, bittere amandelen, dit meng je met pek en met wat olie van olijven en oud varkensvet en leg dit erop. Dit laat de klieren te niet gaan, maar eerst moet men de patiënt purgeren met pillen van turbith of poeder van turbith gemaakt, net zoals gezegd is.

Een andere; Neem zaad van Brassica nigra en stamp dat met overjarig varkensvet en dit zal men er warm op leggen en dit laat ze te niet gaan is het dat men de patiënt eerst te voor purgeert met poeder van turbith.

Een andere; Neem de wortels van weegbree en die zal men braden en die zal de patiënt altijd bij zich dragen. Dit zal ze houden en bedwingen zodat ze niet zullen mogen groeien.

Een andere; Neem weegbree en die gewreven met zout en erop leggen dat laat ze te niet gaan.

Een andere; Dat Avicenna ons leert;

Neem de bloemen van bonen en die zal men stampen en daarop leggen en ze zullen vergaan. Dokter Gilbertus zegt dat bloed van slakken op de klieren gepleisterd ze te niet laat gaan.

Een andere; Neem sap van ruit (Ruta) en abrotonum, (Artemisia) in gelijke delen, dit sap gedronken en die kruiden op dat gat gelegd geneest ze.

Een andere; Neem sap van Urginea en leg dat erop, dat wordt van vele dokters geprezen.

Een andere; Neem slijmerigheid van fenegriek, slijmerigheid van linnen, (Linum), slijmerigheid van bismalve, (Malva alcea) gelijk pond1, litargirum (loodglid of goudglid) pond1, olie van olijven pond 2, en maak hiervan een pleister. En ik, dokter Jan Yperman plag deze pleister te maken en het lijkt me wel alzo goed als enige die ik vond. Ik nam van elk kruid 1 pond en toen maakte ik er een smeersel van [186] en daarvan nam ik een pond, van litargirum subtiel verpoederd pond 1. En 1/., olie van olijven pond 2, was pond. ½, dit verzamelde ik zoals het hoort. Dit is een water om halsklieren en klieren te ontbinden en het breekt de steen in de blaas en vermurwt de hardheid in de lever en nieren en binnen 3 dagen elk metaal.

Recept; wortels van Chelidonium, Hyoscyamus, titimalli, (Euphorbia) Cicuta, squille marine, (Urginea) Ruta sylvestris, Aristolochia rotunda, affodil. Dit stamp je door elkaar en verdamp dit 3 maal door een distilleerklok en behoed je daarvan, want dat water is venijnig.

(Hirci, okselharen, hircosus; iemand wiens okselzweet stinkt)

Van den stancke dat yrcus heet in de oxelen.

Nu soe willen wi leeren ende scriven van stancke der oxcelen datmen heet yrcus. Om dat te verdrivene daertoe selmen doen aldus. In dat erste men sel hem dat haer of sceren ende men se[l] die oxcelen wel wriven met goeden wine ende met rose water deen in dander ende met siedinghen van cassilen. Een ander. Nemt witten wiin wel ruckende ende daer in tempert een luttel muscus ofte amber gris ende daer mede besalvet de oxcelen savons alsmen slapen gaet. Jeghen zwellinge ende zweeringe der tanden. siedt in wine cuminum ende droge ghewreven fighen ende daer |C62rb| of maect eene plaster ende legghet warme op der stede.

Van de stank dat yrcus heet in de oksels.

Nu zo willen we leren en schrijven van stank in de oksels dat men yrcus noemt. Om dat te verdrijven daartoe zal men aldus doen; Ten eerste zal men hem dat haar afscheren men zal de oksels goed wrijven met goede wijn en met rozenwater, de ene in de andere, en met kooksel van cassilen (Cassia?)

Een andere; Neem witte wijn die goed ruikt en meng daarin wat muskus of ambergrijs (van een potvis) en zalf daarmee de oksels Գ avonds als men slapen gaat. Tegen zwelling en zweren van de tanden; kook in wijn komijn en drooggewreven vijgen en maak daarvan een pleister en leg het warm op de plaats.

Van den clappoeren diemen heet bubo.

Van bubo dat siin clappoeren ende si heeten alsoe achter die hule die welke altoes woenen in de gaten daert doncker is ende in heimelicke steden In bomen in husen in kerken ende dese apposteme si ghelijct want si verkiest heimelicke steden alse onder de oeren onder de occelen. ende in de liesschen ende dese aposteme ne selmen niet weder slaen met coude plasteren. omme deser nae volghende redene wille. Ende men sel weten dese aposteme die onder den oeren commen metter apostemen soe suveren hem die hersinen van horen overtullingen humoren die daer waert loepen alse eene fonteine. Ende de bubo die onder die oxcelen rijsen bi hem purgieren dat herte ende die longhen ende die borst Ende die in de liesschen staen daer suveren hem die ondersten leden van den buucke alse levere milte niere ende darme ende omme deser reden vorseit ne esmen gheene sculdich te wederslane noch van der steden te verdrivene met couwen medicinen. want die materien die hem souden suveren |C62va| bi bubo der apostemen. verslouch men die Die mensche waer in groete vreese daer te laden in dat lijf groete siecheit ende apostemen zwellinge ende menisoen beleet (l. belet) van wel te horne ende vele andere dolingen in der leeden vorseit Ende daer omme selmense doen hute breken ende suveren ghelic andere apostemen. Int erste omme dese aposteme hute te doen breken soe leght er op dit mollificatijf Rp. mussilaginis semen lini fenugreci. radicis malve. bismalve .ana. o. ij. exungie porcine quoad sufficit Dit minget ende siedt over een. ende dit leght der op wel warme smorghens ende savons tote die bubo morwe ende altoes baiense met lauwen water eermen den plaster der opleght 187 ende als jou dinct dat si es morwe dan nemt eene vlieme alsoe (schets) ghemaect ende snitse op in de langde dan suverse wel dan ebt ghemaect eene wiecke van stoppen ende stectse der in ende daer boven soe leght eene plaster die vorscreven staet int capittelum van den hoofde die men heet unguentum fuscum ende alsoe selment laten ligghen tote des ander daghes. Dan selmen den plasteren of doen ende baient ende suverent met lauwen water ende dan drogent. Dan selmen der in steken eene wiecke ghenet met mon\dificative |C62vb| dat hier nae volghet ende daer boven leght eene plaster van unguentum fuscum Rp. succum apium recentis .dr.. iij. mellis .o.. j. blomme van tarwen .o.. 1/2. dit minget over een ende siedt een wilken ende daer met besalvet diene wieken Dits een goet mundificatijf want het suvert ende doet vleesch wassen. Avicenna. die placher op te leggene dese nae volgende salve Ja alsi wel droughen ende etterden. Salve Rp. resine albe. lib. 1/2. cere .o.. v. aceti vini .o.. ij. Dit siedt over een tote dat de wiin ec (l. oec) versoeden is ende dan doet of ende doet in dine bosse Dit was sine salve daer hi met vele wonden cuererden ende ghenas ja die versch waren.

Van de klaporen die men bubo noemt.(een venerisch gezwel in de lies).

Van bubo, dat zijn klaporen, en ze heten alzo naar de uilen die altijd in gaten wonen daar het donker is en in heimelijke plaatsen, in bomen, in huizen en in kerken en dit gezwel lijkt erop want ze verkiest heimelijke plaatsen zoals onder de oren, onder de oksels en in de liezen en dit gezwel zal men niet weer slaan met koude pleisters vanwege deze navolgende reden. En men zal weten dat dit gezwel die onder de oren komt met de zwellen dat de hersens zich daarmee zuiveren van hun overtollige vochtvermenging die daar uitlopen als een fontein. En de bubo die onder de oksels rijst, bij hem purgeren het hart en de longen en de borst. En die in de liezen staan daar zuiveren zich de onderste leden van de buik zoals lever, milt, nieren en darmen en vanwege deze voor vermelde reden moet men ze niet weer slaan of van de plaatsen verdrijven met koude medicijnen want de materiën zouden zich zuiveren via het gezwel van de bubo en dan verdreef men die. De mens waarin grote vrees is om in het lichaam grote ziekte te laden van gezwellen, blaren en loop en belet van goed te horen en veel andere dolingen in de voor vermelde leden. En daarom zal men ze uit laten breken en zuiveren gelijk andere gezwellen. Ten eerste om dit gezwel uit te laten breken leg er dit smeersel op;

Recept; slijmdrank van lijnzaad, fenegriek, wortels van Malva sylvestris, bismalve, (Althaea officinalis) gelijk ons 2, genoeg zalf en varkensvet voldoende gebruikt. Meng dit en kook het door elkaar en leg dit er goed warm ‘s morgens en ‘s avonds op tot de bubo murw wordt en altijd baden met lauw water eer men de pleister er oplegt [187] en als je denkt dat ze murw is neem dan een vliem alzo gemaakt en snij het op in de lengte en zuiver het goed en dan heb je een doek gemaakt van proppen en steek die er in en leg daarboven een pleister die beschreven staat in het kapittel van het hoofd die men zalf bruine noemt en zo zal men het laten liggen tot de volgende dag. Dan zal men de pleister er af doen en baden en zuiveren het met lauw water en dan drogen. Dan zal men er een doek in steken genat met een zuiveringsmiddel dat hierna volgt en leg daarboven een pleister van zalf fuscum.

Recept; sap van Apium vers, drachmen 3, honing, ons 1, bloem van tarwe, ons ½, dit meng je door elkaar en kook het een tijdje en zalf er daarna uw doek mee. Dit is een goed zuiveringsmiddel want het zuivert en laat vlees groeien. Avicenna die plag er deze navolgende zalf op te leggen, ja als ze goed droogden en etterden.

Zalf, Recept; witte hars, lood (gewicht) een ½, was, ons 5, azijnwijn, ons 2. Dit kook je door elkaar totdat de wijn ook verkookt is en doe het er dan af en in je bus. Dit was zijn zalf waarmee hij vele wonden behandelde en genas, ja, die vers waren.

Van den siecheit diemen heet fistula.

Fistula ofte fistele dats eene ghegate siecheit binnen wider dan buten ende de mesters segghen dat fistele siin menichrande maer die ouwe mesters die segghen fistelen die gerechtich siin die hebben harte (l. harde) ghezwollen boorde alse eene penne ofte pipe alsoe .Avicenna. seit ende daer achter heeft hi sinen properen name achter die pipe |C63ra| fistula. Die fistule comt onderwile van saken van buten ende onderwilen van saken van binnen alse van aposteme ende van zweeringhe ende quetsingen die qualic waren van binnen gheheelt alse van verrotten overtullingen humoren van der virtuut daer waert stekende natuere te weike leiden gesent ofte datsi siin ghesteken te eener canker steden ende datse die stede moet ontfaen bi bedwange Nou soe willen wij gaen toter werken der cueren. Int erste men sel bekennen die quade ghecorrumperde humoren die de mensche in heeft. ende die humoren selmen hut suveren met sinen properen medicinen dats te segghen datmen sel gheven voren een preperatijf dats een bereetsele die de humoren ripen ende daer nae alse de humoren ripe sijn selmen gheven een laxatijf daer dienende. ende daer nae selmen gheven pillen der toe dienende diemen sal useren over ander dach ende die pillen ende die medicinen vinden wij ghenouch in onsen antidotarium ghescreven. Ende eist dat dese fistule comt van bloede ende dat te vele bloets es in den mensche soe selmen dat bloet ydelen ter aderen die welke aderen selmen nemen die beste mach suveren dat siecke ledt ofte men maecht suveren met ventousen op dat van node si |C63rb| Ende men sel weten dat den fistele somtijt comt ende wert in vleeschachtich steden ende somtijts in senuachtigen steden ende oec in senuwen ende somtijts soe wert hi in der beene in sine bome ghevorthect (l. ghevortheit) ende dan ne 188 mach den fistele niet ghenesen die verrotthe beenen ne werden erst hute ghedaen of ghescrepet ende ghesuvert van den gansen beene met instrumenten daet Cyrugie mede werct aldus gemaect met eenen haecke in desen maniere () ende daer met salmen dat quade been of screpen van den goeden. Ende ypocras ons wel leert ghi meesters van Cyrugien siet wel dat ghi wel rumt dat quade van den goede want blever iet an van den quaden die fistele souder weder of wassen ende groien. ende somtijts eist al verrot ende somtijts maer een deel. Ende eist dat sake dat tgat van den fistele buten te nauwe is soe nemt march van j. vliender ende dat stect der in daer mede salt wijden seer oftemen snidene daer men toe mach. ende dat mer in doen mach pulveren diere in behouven ofte lavasien ghemaect van wine ende van seeme ofte andere lavacia dat soete behouft Dit doot den fistele. ende etter of dat quade vule vlesch.

Rp. levende calc atrament floris eris alumen hier of |C63va| soe maect subtijl pulver ende van desen pulver op de wieke gestroit ende te voren de wieken ghenen (l. ghenet) in dwitte van den eye. Ofte poeder ghestroit van spaens groen op de wiecke ghenet erst in aisiin. Een ander Nemt spaens groen wit alumen hier of maect pulver ende dat gheminget met seeme. Een ander Nemt gheberrent sout spaens groen .ana. hier of soe maect pulver subtijl. Een ander Nemt een eyere scale ende die eyere scale vult met opermente ende coperoet ende menschen drec .ana. partes aequales Dit al over een gheberrent ende hier of ghemaect subtijl pulver. Dit pulver ghedaen op de wiecke gheneset den fistele. Ofte die wortele van anabula ghepulvert gheneset den fistulen. Een ander Rp. Nemt eene levende padde ende canep volle wort sap van rute ende van boenen Dit stopt in eenen erden pot met leeme ende met parts torten gheminget ende daer of berrent pulver in eenen oven ende dan latent coelen ende dan ontdecten ende maecter of pulver cleene ende doet in den fistele metter wiecken ghelijc dat vorseit es. Item men sel weten daermen tpulver leit dat ment sel laten legghen tote dat hute drijft. Een ander Constantinus seit |C63vb| Dat hooft van den hont gheberrent te asschen. gheleit in den fistele gheneset. Een ander. Dit segghen de .iiij. mesters dat dit es een seeker pulver om fistulen te ghenesene. Rp. agrimonie. pimpernelle. arnaglossa. centum galli. tartari viridis eris .ana. dr.. j. ende alse die stede van den fistele ghesuvert is dan stect dit pulver der in met eenen wiecken Een ander. ende siedi dat die fistule es met vele gaeten ende dattene de medicine met rechte niet ghedrogen can. dan nemt den stront van der gheit laeu met seeme gheminghet der op gheleit. Dit bewert die zweeringe ende trect te hem die verrothede ende het gheneset canker fistulen ende vulle seer. Een ander Nemt dat mes van den mensche gheberrent te pulver .o.. ij. pulver piper longi .o.. 1/2. dit minghet te gader met seeme ende boven alle dinghen verslaet dat canckere ende fistule. Een ander Es de fistule buten 189 nemt pes columbini dat stampt ende duwet tsap der hute Dat sap doet der in. Ende is den fistule binnen dat sop selmen drincken. Een ander jeghen den fistule ende cankere Nemt dat sop van titimallus ende smout barghin |C64ra| dit siedt over een ende doeter toe mirre. ende daer in soe net dine wiecke dit stect in den fistule dit selse met allen droghen Dits dicken seer gheprouft.

Een ander. Nemt witten wiin daer anabula in ghesoden is dat gedaen in den fistele dat droechten ende mester gillis seit dat die wormen der in doot. Een ander Nemt duven mes ghesoeden met melc van gheeten. Dit gheleit op den fistele droechten ende suvertene. Een ander. Nemt dat sap van tapsus barbatus dat ghesoeden met seeme gescumt over een toter consumpcie van den sape. Dan doet der in pulver van spidei en[de] van den geluen mirabolani. Dit minghet over een ende doet op den fistele. Een ander. Nemt serpillum ende dat met sout ghewreven ende dat op den fistele gheleit gheneset. Een ander. Mester gillis seit in eenen bouc heet dinas dat titimalli met sinen wortelen ghedroeghet in eenen houen ende daer nae maecter pulver of ende dat met eener wiecken in den fistele leit dat gheneset. Een ander. Nemt operme[n]t levende sulfur ende levende calc Dit minget met seeme ende hier of leght |C64rb| .3. ofte vierwarf op den fistele. Een ander. Nemt wit peper. droghe figen wortelen van petrocelini dit minghet te gader ende leght op den fistele. Een ander. Mester gillebert seit dat bloet van den slecken dat in den fistele ghedaen gheneset den fistele. Een ander. Nemt olibanum ende maect subtijl pulver Dit minget met witten wijne ende dat stect in den fistele. Dat droghet den fistele. Die werke der cueren: omme die fistele van binnen ende dits een goet wonderlic dranc jeghen den fistele van binnen dicke gheprouft te dodene ende die verrotte beenen hute te stekene. Rp. de wortelen van arnaglossa fragoria kemp ofte dat saet lapacium acutum tormentilla jacea alba jacea nigri rode coelen. ana. m[anipulus]j. tanacetum. m. ij. Dese vergadertende siedtse in eenen stoep witten wiine tote dat comt op de helft ende dan doeter toe mellis dispumati. ende hier of soe gheeft hem drincken tweewarfs sdaghes telken .2. lepelen vol smorgens ende savons. Een ander Dranc. Rp. roode coelen feniculi abrotanum tenacetum fragaria cubia fictorum. herba roberti. arnaglossa apium canabus. ana. m. j. Dit selmen sieden in een stoep wit wijns met mellis dispumato tote dat den (l. deen) helft versoeden si ende daer nae coeleret ende van desen drancke gheeft |C64va| drincken .2. warf sdages ghelijc dat vorleert es Een ander. Rp. succi betonice succi agrimonie abrotanum succi ruthe succi marubrium .ana o. j. Dit sap minghet met wijne ende ghevet drincken tweewarf sdages alsoet vorseit es.

Een ander Rp. canep ofte dat saet radicis arnaglossa anacetum fragaria. agrimonie gariofilata spragus herba roberti croppen van bramen .ana. m. j. rode meede. m. j. et 1/2. Dit siedt in 190 witten wijne ende doeter toe mellis dispumato. Dit siedt in een stoep wiins tote dat den (l. deen) helft versoeden si Dan coleret ende dat selmen gheven drincken gelijc dat jou vorleert es. Een ander. Nemt wilde saelge die selmen stampen met wine ende dat ghedroncken ghelijc dat vorseit is. Ende van den cruden gheleit op den fistele. Dit gheneset bi lancheit van tide. Item ende eenighe mesters segghen dat sap van der netelen ghedroncken doet datselve. Een ander. Ende dit leert ons mester Malene. Dat pulver aristologia rotonda ghegheven drincken een dr.. 1/2. met witten wijne des smorghens ende savons ende te middage. ofte pillen der of ghemaect doet die materie van den fistule hute gaen bi camer gange ende gheneset al. Een ander. ende dat selve doe(t) gariofilata dat ghestampt met wijne ende van dien sape ghedroncken .iiij. warf |C64vb| sdaghes ende van den crude op dat gat gheleit. Een ander. Rp. Succi pollum montanum succi herba benedicta. succi agrimonie Dit sap minget met wijne ende ghevet drincken als vorleert es. Ende men sel weten dat agremonie es een van den besten cruden die ten fistele toe hoeren.

Van de ziekte die men fistel noemt.

Fistula of etterwond, dat is een ziekte met gaten en binnen wijder dan buiten en de dokters zeggen dat er van etterwonde velen zijn, maar de oude dokters die zeggen de echte etterwonden die hebben harde gezwollen kanten zoals een pen of pijp zoals Avicenna zegt en daarachter heeft hij zijn goede naam achter die pijp fistula. Die etterwond komt soms van zaken van buiten en soms van zaken van binnen zoals van gezwel en van zweren en kwetsingen die slecht van binnen geheeld waren zoals van verrotte overtollige vochtvermenging van kracht daar waar de natuur het steekt om ze weken en leidt dat of zendt ze of dat ze gestoken zijn op een kanker plaats en dat ze die plaats moet ontvangen door dwang. Nu zo willen wij gaan tot de werken van genezen. Ten eerste zal men die kwade verbasterde vochtvermenging herkennen die de mens in zich heeft en die vochtvermenging zal men uit zuiveren met zijn goede medicijnen, dat is te zeggen dat men er voor een preparatie zal geven, dat is een bereiding die de vochtvermenging rijpen, en daarna als de vochtvermenging rijp zijn zal men een laxatief geven die daartoe dient en daarna zal men pillen geven die daartoe dienen die men om de dag zal gebruiken en die pillen en die medicijnen vinden wij genoeg in ons antidotarium beschreven. En is het dat deze etterwond van bloed komt en dat er te veel bloed in de mens is dan zal men dat bloed legen uit de ader en die ader zal men nemen die het beste dat zieke lid kan zuiveren of men mag het zuiveren met koppen zetten als dat nodig is. En men zal weten dat de etterwond soms komt en wordt in vleesachtige plaatsen en soms in zenuwen plaatsen en ook in zenuwen en soms wordt hij in het been in zijn bodem verrot en dan [188] kan de etterwond dat verrotte been niet genezen als het er niet eerst uitgedaan of geschrapt wordt en het ganse been gezuiverd met instrumenten daar chirurgie mee werkt die aldus gemaakt zijn met een haak op deze manier en hiermee zal men dat kwade been afschrapen van de goede. En Hippocrates leert ons wel; gij dokters van chirurgie let goed op dat ge dat kwade van het goede opruimt want bleef er iets aan van het kwade, de etterwond zou er weer van groeien en groeien en soms is het geheel verrot en soms maar een deel. En is het zo dat het gat van de etterwonde buiten te nauw is neem dan merg van 1 vlier en steek dat daarin en daarmee zal het zeer wijder worden of men snijdt daar men toe kan komen en dat men er poeder in doen kan die erin behoeven of een wassing gemaakt van wijn en van honing of andere wassingen dat zacht nodig heeft. Dit doodt de etterwonde en etter of dat kwade vuile vlees.

Recept; ongebluste kalk, zwarte inkt, bloem van aluin en maak hiervan een subtiel poeder en strooi van dit poeder op de doek en tevoren de doek natten in het witte van een ei. Of poeder van Spaans groen op de doek strooien en eerst natten in azijn.

Een andere; Neem Spaans groen en wit aluin en maak hiervan poeder en meng dat met honing.

Een andere; Neemt gebrand zout, Spaans groen, gelijk, en maak hiervan subtiel poeder.

Een andere; Neem een eierschaal en die vul die eierschaal met arsenicum en koperrood (vitriool) en mensendrek, (uit de hersenpan) gelijke delen. Dit alles door elkaar gebrand en maak hiervan subtiel poeder. Dit poeder op de doek doen geneest de etterwond. Of die wortel van Euphorbia verpoederd geneest de etterwond. (1)

Een andere; Recept; Neem een levende pad (Bufo vulgaris) en hennep vol wort (bier), sap van ruit en van bonen. Dit stop je in een aarden pot met leem en met paardenstront gemengd en brandt daarvan een poeder in een oven en laat het dan koelen en doe de deksel er dan af en maak er klein poeder van en doe het in de etterwond met de doeken zoals het gezegd is.

Item, men zal weten dat waar men het poeder legt dat men het zal laten leggen totdat het eruit gedreven wordt.

Een andere; Constantinus zegt dat hoofd van een hond tot as verbrand en in de etterwond gelegd, geneest het.

Een andere; Dit zeggen de 4 dokters dat dit een zeker poeder is om etterwonden te genezen.

Recept; Agrimonia, pimpernel, grote weegbree, Plumbago europaea, Spaans groen of groenspaan, gelijk drachme 1, en als die plaats van de etterwond gezuiverd is steek dan dit poeder erin met een doek.

Een andere; en zie je dat de etterwond er is met veel gaten en dat de medicijn niet echt gedogen kan, neem dan stront van de geit, lauw, meng het met honing en leg het erop. Dit weert die zweer en trekt tot zich de verrotting en het geneest kanker, etterwonden en vuile zeer.

Een andere; Neem de mest van de mens en brand het tot poeder, ons 2, poeder van lange peper, ons ½, meng dit tezamen met honing en boven alle dingen verslaat dit kanker en etterwonden.

Een andere; Is de etterwond buiten, [189] neem een duivenvoet (Geranium columbinum), stamp dat en duw het sap eruit en dat sap doe je erin. En is de etterwond binnen zal men dat sap drinken.

Een andere tegen de etterwond en kanker;

Neem dat sap van titimallus (Euphorbia) en varkensvet, kook dit door elkaar en doe er mirre (Commiphora myrrha) bij en nat daarin uw doek en steek dit in de etterwond, dit zal het geheel drogen. Dit is vaak veel beproefd.

Een andere; Neem witte wijn daar anabula (wolfsmelk soort) in gekookt is en doe dat in de etterwond, dat verdroogt en dokter Pierre Gillis (of Aegidius Corboliensis) zegt dat het de wormen daarin doodt.

Een andere; Neem duivenmest gekookt met melk van geiten en leg dit op de etterwond, het droogt en zuivert het.

Een andere; Neem dat sap van tapsus barbatus (Verbascum) dat samen gekookt is met geschuimde honing tot het verkoken van het sap. Doe er dan poeder in van spidei en van de gele mirobalanen. Dit meng je door elkaar en doe het op de etterwonde.

Een andere; Neem serpillum (Thymus) en wrijf dat met zout en leg dat op de etterwond, het geneest.

Een andere; Dokter Gillis zegt in een boek dat dinas heet dat titimalli (Euphorbia) met zijn wortels die in een oven gedroogd zijn en daarna er een poeder van maken en dat met een doek in een etterwond leggen dat het geneest.

Een andere; Neem arsenicum, levende zwavel en ongebluste kalk en meng dit met honing en leg hiervan 3 of 4 maal op de etterwond.

Een andere; Neem witte peper, droge vijgen, wortels van peterselie en meng dit tezamen en leg het op de etterwond. Een andere. Dokter Gilbertus zegt dat bloed van slakken dat in de etterwond gedaan wordt de etterwond geneest.

Een andere; Neem wierook (Boswellia thurifera) en maak subtiel poeder en meng dit met witte wijn en steek dat in de etterwond. Dat droogt de etterwond.

De werken van genezing: tegen de etterwond van binnen is dit een goede wonderbaarlijke drank tegen de etterwonde van binnen en vaak beproefd om te doden en de verrotte benen uit te steken.

Recept; de wortels van lange weegbree, aardbei, (Fragaria vesca) hennep of dat zaad, scherpe zuring, tormentil, Succisa pratensis en Centaurea nigra, rode kolen, gelijk, handvol 1, reinvaar, m. 2. Deze samen koken in een stoop witte wijn totdat het tot de helft komt en doe er dan mellis dispumati bij en geef hiervan 2 maal per dag te drinken telkens 2 lepels vol ‘s morgens en ‘s avonds.

Een ander drank;

Recept; rode kolen, venkel, abrotanum, (Artemisia) reinvaarn, Tanacetum) aardbei, cubia fictorum, herba roberti, (Geranium) lange weegbree, Apium, hennep, gelijk m. 1. Dit zal men in een stoop witte wijn koken met mellis dispumato totdat de ene helft verkookt is en daarna koelen en geef van deze drank 2 maal per dag te drinken zoals dat geleerd is.

Een andere; Recept; sap van betonie, sap van Agrimonia, abrotanum, sap van ruit sap van Marrubium, gelijk ons 1. Dit sap meng je met wijn en geef het 2 maal per dag te drinken zoals gezegd is.

Een andere; Recept; hennep of dat zaad, wortels van lange weegbree, reinvaar, aardbei, Agrimonia, nagelkruid, (Geum) asperge, herba roberti, Geranium) knoppen van bramen, gelijk m. 1, rode mede, m. 1. en ½. Kook dit in [190] witte wijn en doe er honing verdeeld bij. Dit kook je in een stoop wijn totdat de ene helft verkookt is, zeef het dan en dit zal men te drinken geven zoals het je geleerd hebt.

Een andere; Neem wilde salie en die zal men stampen met wijn en dat drinken zoals dat gezegd is. En leg van de kruiden op de etterwond. Dit geneest op den duur. Item, en enige dokters zeggen dat het sap van netels gedronken hetzelfde doet;

Een andere; En dit leert ons dokter Albertus Magnus van Keulen. Dat poeder van Aristolochia rotunda 1 drachme te drinken geven met witte wijn ‘s morgens en ‘s avonds en ‘s middags of er pillen van maken laat de materie van de etterwond uitgaan met toilet gang en geneest geheel.

Een andere; en datzelfde doet nagelkruid (Geum urbanum) dat gestampt is met wijn en van dat sap 4 maal per dag drinken en van het kruid op dat gat leggen.

Een andere. Recept; Sap van Teucrium creticum, sap van herba benedicta, (Cnicus benedictus) sap van Agrimona. Meng dit sap met wijn en geef het te drinken zoals geleerd is. En men zal weten dat Agrimonia een van de beste kruiden is die tegen etterwond behoren.

(1) mogelijk van Daphne mezereum, Euphorbia esula, wolfsmelk en Euphorbia helioscopia.

Van apostemen die commen van colera combusta.

Van apostemen die commen van colera combusta ende die mesters heeten se erissipila. omme dat dese es meer onghetempert ende droge ende si ontstect gherne ende wert zwart bi hore selven over midts den brant ende berrende hitte der coleren in wat aposteme Daer si toe vloit daer maect si soe groete zweeringe met hitten datsi zwart wert ende si sciint medallen oft waer verberrent ende onderwilen datsi hute valt essi niet met subtijlheden met medicinen versteken ende vercoelt ende si maect int beghinsele groete rootheid zweerende hitte ende met stijfheden ende die stede wert haestelic gematurert ende ghebroken hute haestelic overmidts horen groeter hitte ende horen cleenen substancien van verscheden diet beledt ende daer bi es die stede haestelic ghevult ende gheulcerert ende dan dit leeke |C65ra| onbekinde siende die niet ne weten van der saken ende dat es omme datsi gheene kennesse draghen ane de natuere waer of datsi niet geleert ne siin. ende onderwinden hem met horen valschen stoutheit ende si gheven stappans vonnisse dat is der (1) scult ofte van der kerssen van atrecht. ende dit doen eenighe mesters de lieden te verstane. ende si makens hem daer mede quit. ende si besscuden (l. bescuden) hem ende aldus dolen dicken de lieden bi onmerkende mesters. hem onderwinden van segghene datsi niet ne weten. Ende si laten natuerlike hitte varen ende gaen dolen voer eenen sant. met stocken ofte kersen ende dat hem die santen willen beraden ende willen die santen niet soe wert die natuere hulpeloes soe datter de siecke omme sterreft. Item ghelijc is ditte dat een mensche liet tetene ende te drinckene eenen dach ende beiden often god voeden soude ende voeden niet god hi mochter wel omme sterven ende groet meskief hebben. Ende alsoe eist van den siecken eist dat den siecheit es soe groet 191 datse natuere niet onderdoen ne can. ende men hoer oec met medicinen niet ne helpt soe sel den siecke sterven. Maer es de humoren ende den siecheit soe cleene datse natuere verwin\nen |C65rb| mach die welke hore pint altoes te makene daer si mach. dan sel den siecken te bate slaen ende ghenesen. Int aller erst soe sullen wij roupen ane god almachtig ende cosmas ende damianus ons werc bevelen ende als wij siec siin wij sellen natuere helpen met medicinen ende alse de siecke soe cranc es datti niet drincken ne mach noch eten Dan siin wijt sculdich al te bevelen gode ende de natuere te helpene van buten soe dat wij best mogen. Dese coleric aposteme die men scelt erissipila die es int beghincel al omme roet. ende seer hittich van den verwoeden colera ende zware zweeringe der in ende felhede ende alst es ghematureert dan wert die zweer sochte van allen apostemen ende sulken tijt soe loept dit opwart ende nederwart in der leden naer den groeten felheit der materien ghespreet ende sulken tijt soe blivet staende alse die materie niet te groet nes ende dan blussche bi hore selven. Ende sulken tijt ghevallet alse dese aposteme hute brecket dat etter datter hute comt es alsoe zwart alse eene coele ende ghelijc sticken vleesch soe seer eist verhit van der hitte. erissipila. Ende ondertijden commet oec van quaden wercken. ende bi onversienlicheit van den mesters alse in ghebroken beene in wonde in andere steden alsoe datsise te vaste binden ende te stercke strictorien ligghen (l. legghen) ende dat meest |C65va| vulle jonghe lieden datsi dat bloet soe vaste der hute persen bi dat van der quetsinghen zwellet ende soet meer zwellet die banden vaster werden. omme dwelke dat daer versterven moet ende zwart alse eene cole. ende bi overgaende coude ende wacheden. alse die riden gaen ende loepen int water ende daer nae die beene vercouwen ende warden zwart stinken ende versterven. Dus selmen gaen ter cueren eist dat sake dat ghi comt in eene stede daer een leedt ontsteken wille soe dat zwart beghint te werdene ende al ontrint root si Dan eist een luttel te langhe gebeit. maer alst es seer root heet ende oec gheswollen met vele materien. men sel dan daer ontrint striken van desen navolgende defensatijf. Rp. boli armenici .o.. ij. sanguis draconis .o.. 1/2. terre sigilate .o.. j. olei rosarum aqua rosarum aceti boni .iiij. minget al te samen in eenen mortier et usui reserva ende van desen defensatijf strict der omtrint. maer niet der op. Ende eenige mesters comen ende legghen boven der op dat aposteme coude plasteren ende doen die hitte die hute slaen soude die doen si slaen in wart ende si wanen met couwe dese |C65vb| aposteme te verslaen. ende aldus soe meerderen si die hitte Exempel bi eenen potte die staet ende siedt op tvier onghedect. dat die wasem hute mach slaen dien pot en sel niet over loepen. Ende oec mach men merken eenen mensche die gaet baden in cout water ofte valt in cout water ende sine handen in den winter der mede dwaet sine handen ende des smorgens alsoe die ribauden doen die lettele ane te doen hebben die coutheit van 192 den water die stopt. ende gaetmen in baden ofte in der stoven ende die doere open gaet die hitte slaet der hute. Die porres die metter gheberrender hitten open gedaen werden ende daer bi wert die spijse tongelic verteert. Om de welke Ypocras seit met vullen buucken in heete baden te baien maect corts over midts die spijse in den maghen onghesoden blivende bi ghebreke der hitten diere ghetreden is ende bi deser redene soe siin lieden die bet verteren hoeren spijse ende meer heten winters dages dan te somer. want dat coude buten bestopt die hitte binnen. Ende contrarie te somere soe werden die zweet gaten gheopent. Ende aldus eist te verstane in deser dingen couwe |C66ra| dinghen der op gheleit die siin stoppende daer binnen die hitte. Ende op der apostemen selmen leggen mitigativen ghetempert die heet siin die de zweeringe sachten dat die hitte hut slaen mach ende die grouve wacheit vaporen in die plaster dat sel die materie minderen ende die stijfheit verlichten slaken sachten. Ende dit es een goed mitigatijf sachtende ende een prepaeratijf te legghen op die stede daer die materie es Nemt crumen van brunen brode. wiin effene hier of een plaster ghemaect ofte een papkin ende dat daer op geleit al warme. Een ander mitigatijf. Nemt crumen van tarwin brode ghesoden met soete melc ende dat selmen warme der op legghen. Een ander. Nemt gherstin mele dit siedt met soete melc ende legget der op laeu. Een ander. Nemt ghersten mele wiin boetere dit siet al over een ende maect plaster ende legghet der op. Ende men sal bloet laten ter aderen daer dat ledt aller naest es. daer met sel dat bloet minderen. ende men sel weten dat ventosen te settene op sulc danich stede es verboden.


Van gezwel dat van cholera (gal) combusta komt.

Van gezwel die van cholera combusta komen en de dokters noemen het erysipelas (Sint Anthonis vuur) omdat deze meer ongetemperd en droog is en ze ontsteekt graag en wordt zwart van zichzelf vanwege de brand en brandende hitte van de gal in welk gezwel. Daartoe vloeit ze en daar maakt ze zo Ԯ grote zweer met hitte zodat ze zwart wordt en ze schijnt geheel alsof ze verbrand is en soms dat ze uitvalt als ze niet met subtielheden van medicijnen verstoken en verkoelt is maakt ze in het begin grote roodheid, zwerende hitte en met stijfheden en die plaats wordt gauw tot rijpheid gebracht en gauw breekt gauw uit vanwege haar grote hitte en haar kleine substanties van vochtigheden die het belet en daarbij is die plaats gauw gevuld en er komen blaren en als dit een onbekende ziet die niets van de zaak weet omdat ze geen kennis hebben van de natuur of omdat ze niets geleerd hebben en ondernemen zich met hun valse flinkheid en ze geven gelijk vonnis dat het de schuld is van het kerkspel van Atrecht en dit laten enige dokters de lieden verstaan en ze komen daarmee weg en ze behoeden zich en aldus dolen de lieden vaak door niet goed werkende dokters die zich ondernemen van te zeggen dat ze het niet weten. En ze laten natuurlijke hitte varen en gaan dolen voor een zandkorrel met stokken of kaarsen en met die zandkorrel willen ze zich beraden en dat wil die zandkorrel niet en zo wordt de natuur hulpeloos zodat de zieke ervan sterft. Item, gelijk is dit dat men een mens een dag liet eten en te drinken waarbij God hem voeden zou en voedde God hem niet dan kon hij er wel van sterven en groot leed hebben. En alzo is het van de zieken als de ziekte zo groot is [191] dat de natuur het niet doen kan en men haar ook met medicijnen niet helpen kan en dan zal de zieke sterven. Maar is de vochtvermenging en de ziekte zo klein dat de natuur het overwinnen kan die haar punt altijd maakt daar ze kan, dan zal de ziekte beter aanslaan en genezen. In het allereerste zo zullen wij God almachtig aanroepen en ons werk aan Cosmas en Damianus aanbevelen en als wij ziek zijn zullen wij de natuur helpen met medicijnen en als de zieke zo zwak is dat hij niet drinken kan of eten dan moeten wij alles aan God aanbevelen en de natuur van buiten helpen zo we het beste kunnen. Dit galachtige gezwel dat men erysipelas noemt die is in het begin al om rood en zeer heet van de dolle gal en zware zweer daarin en felheid en als het rijp geworden is dan wordt die zweer het hevigste van alle gezwellen en soms loopt dit opwaarts en nederwaarts in de leden naar de grote felheid verspreidt de materie zich en soms blijft het staan als de materie niet te groot is en dan blust het van zichzelf. En soms gebeurt het als dit gezwel uitbreekt dat het etter dat er uitkomt zo zwart als een kool is en gelijk stukken vlees, zo zeer is het verhit van de hitte erysipelas. En soms komt het ook van kwade werken en doordat het niet gezien wordt van de dokters zoals in gebroken bene, in wonden en in andere plaatsen alzo dat ze het te vast binden en te sterke banden leggen (l. leggen) en dat meest volle jonge lieden zodat ze dat bloed er zo vast van die kwetsingen uitpersen dat het zwelt en zo het meer zwelt worden die banden vaster waarom dat het er versterven moet en zwart wordt als een kool en bij overgang van koude en vochtigheden zoals die gaan rijden en in het water lopen en daarna de benen verkoelen en die worden zwart, stinken en versterven. Dus zal men ter genezing gaan is het zo dat ge in een plaats komt daar een lid ontsteken wil zodat het zwart begint te worden en er al omtrent rood is. Dan is er wat te lang gewacht, maar als het zeer rood, heet en ook gezwollen is met vele materie, dan zal men daaromtrent van deze navolgende afwerend bestrijken. Recept; bolus armeniacus, ons 2, drakenbloed, (Daemonorops draco) ons ½, terra sigillata, ons 1, olie van rozen, water van rozen, goed azijn, 4, meng heet alle tezamen in een mortier, en gebruik het als je nodig hebt, en strijk er van deze defensief omtrent op, maar niet daarop. En enige dokters komen en leggen boven op dat gezwel koude pleisters en de hitte die zou uitslaan laten ze naar binnen slaan en ze menen met koude dit gezwel te verslaan en aldus zo vermeerderen ze de hitte. Voorbeeld; met een pot die niet bedekt op het vuur staat en kookt zodat de wasem uit die pot kan slaan en die zal niet overlopen. En ook kan men het merken bij een mens die gaat baden in koud water of valt in koud water en zijn handen in de winter daarmee zijn handen wast en ‘s morgens net zoals de rabauwen doen die weinig aan hebben, de koudheid van [192] het water dat verstopt en gaat men baden of in de stoof en de deur gaat open, de hitte slaat eruit. Die poriën worden met de brandende hitte opengedaan en daarbij wordt de spijs te ongelijk verteerd. Waarom Hippocrates zegt met volle buiken in hete baden te baden koorts maakt omdat de spijs in de maag ongekookt blijft vanwege gebrek van de hitte die er uitgetreden is en vanwege deze reden zo zijn lieden die beter hun spijs verteren en meer in hete winterdagen dan in de zomer want de koude buiten verstopt de hitte vanbinnen. En tegenovergesteld is het in zomer want dan worden die zweetgaten geopend. En aldus is het te verstaan om in deze dingen koude dingen erop te leggen die daar binnen de hitte verstoppen. En op het gezwel zal men gemengde verzachtende geneesmiddelen leggen die heet zijn en die de zweer verzachten zodat de hitte eruit kan slaan en die grove vochtigheid in de pleister uitwasemt en dat zal de materie verminderen en de stijfheid verlichten, verminderen en verzachten. En dit is een goed verzachtend geneesmiddel en een preparatie op de plaats te leggen daar die materie is; Neem kruimen van bruin brood, wijn en effen hiervan een pleister of maak een papje en leg het er geheel warm op. Een andere verzachtende; Neem kruimen van tarwebrood gekookt met zoete melk en dat zal men er warm opleggen. Een andere verzachting; Neem gerstemeel en kook dit met zoete melk en leg het er lauw op. Een andere; Neem gerstemeel, wijn en boter, kook dit alles door elkaar en maak een pleister en leg het erop. En men zal bloed laten in de ader die het dichts bij dat lid is en daarmee zal het bloed verminderen en men zal weten dat koppen zetten op dusdanige plaatsen verboden is.

(1) Tussen der en scult schijnt een woord uitgevallen. Er ontbreekt bovendien nog meer aan de tekst.

Van bescautheit van hete water ofte van viere.

|C66rb| Nou willen wi jou leeren van bescauwinghen ende alse die mensche es bescaut van viere ofte van water of andersins. Cuere dertoe: Nemt haer van hasen wel cleene ghesneden dat leght der in al vol. Een ander: eist van viere gheberrent. Nemt de wortelen van der wilgen die snit cort in tween ende stampse ende dat minget met de(n) witte van den eye ende legghet der in dat voet wel. Een ander. Mester dierc seit Nemt calc ende dwaet 9warf. dan doeter toe alsoe vele olien alser calxs es dit minghet al over een in modum unguentum ende daer met besalvet dat seer. dat gheneset. Een ander. Ende experimentator ons leert: Nemt olie van doders van eyeren. ende met een vederkin salvet dat seer dit trect hute den brant ende gheneset. Een ander dat die selve mester seit Nemt atramentum hier of maect poeder subtijl dat minget cum albuum ovorum et olium rosaceum in modum unguentum daer mede smeert dat seer. die brant sel hute gaen ende ghenesen. Een ander. Nemt een dinne platkin lodts dat leght op dat seer het gheneset. Een ander. Nemt slechusen. ende die berrent te pulver dat minghet met |C66va| line olie ende smeeret der op dat ghenest Experimentator. seit alse een dinc verberrent is 193 men seller te hans lauwen wiin op legghen ende dien brant saller te hans utslaen. Ofte men leggher op mes van eenen osse laen ofte olie van doderen van eyeren dat gheneset. Een ander. Nemt pou(r)celeine ende die siedt in water ende van dien cruden leght der op. Een ander salve seere goet ende notable jeghen verberrentheit. Nemt solen van ouwe schoen was olie rosaet dit soe smelt al over een in modum unguentum ende daer met besalvet dat seer Dit sacht ende ghenest alle verberrentheit. ende gheneest daer dat vel of ghevlogen es. Experimentator seit. Nemt .ij. doderen van eyeren ende daer mede minget oleum olivarum dit wel gheminget te gader ende dat selmen bestriken op tseer. Een ander. Nemt rapen smout dat slaet wel met water tote dat dicke si dan smeert dat seer met eenen vederkin ende daer boven geleit een dinne hooft cleet het gheneest. Een ander. Dat ons leert Galienus ende is warachtich. Nemt scorsse van groenen |C66vb| linden dit snijt in vele sticken ende siedtse in een lettel water wel lange Dan nemt die scorsse hute ende strijct dat water of ende dat ghi der of strijct Daer mede bestriket dat seer met eenen vederkine. ende dan leght der boven eenen floers cleedekin. Een ander unguentum. Dat ordinerden de viere mesters van salernen ende es seer goet op bescouwinghe ofte op verberringe. Rp. calx viva dat selmen dwaen .ix. warf dat sine scarpheit verliese Daer nae minget der mede oleum rosarum ende dwitte van eenen eye Dit slaet al over een in modum unguentum ende daer met bestrijct dat seer met eenen vederkine. Een ander. Nemt linden scorsse die siedt in watere lange dan nemtse hute ende strijct of dat vette met uwen vingeren daer met minget smout van coevoete ende olie van kenpe dat minghet al over een dan maket warme ende bestrijct dat seer met eenen vederkine. dit saelt ghenesen.


Van verbranding door heet water of van vuur.

Nu willen we jou leren van verbranding als de mens door vuur of water of anderszins verbrand is. Behandeling daartegen: Neem haar van hazen en goed klein gesneden en leg dat er geheel vol in. Een andere: is het van vuur verbrand neem de wortels van de wilg en snij die kort in tweeën en stamp het en meng dat met het witte van een ei en leg het erin, dat voedt goed. Een andere. Dokter Theoderik zegt; Neem kalk en was het 9 maal en doe er dan net zoveel olie bij als er kalk is en meng dit alles door elkaar in modum zalf en zalf daarmee dat zeer, dat geneest. Een andere. En experimentator leert ons: Neem olie van dooiers van eieren en zalf met een veertje dat zeer, dit trekt de brand uit en geneest. Een andere dat dezelfde dokter zegt; Neem zwarte inkt en maak hiervan subtiel poeder en meng dat cum albuum ovorum et olium rosaceum in modum zalf en besmeer daarmee dat zeer, de brand zal uitgaan en genezen. Een andere; Neem een dun plaatje lood en leg dat op dat zeer, het geneest. Een andere; Neem slakkenhuizen en verbrandt die tot poeder en meng dat met lijnolie en smeer het erop, dat geneest.

Experimentator zegt als een ding verbrand is [193] zal men er direct lauwe wijn op leggen en die brand zal er gelijk uitslaan. Of men legt er lang mest van een os op of olie van dooiers van eieren, dat geneest.

Een andere; Neem postelein en kook dat in water en leg van dat kruid erop.

Een andere zalf is zeer goed en opmerkelijk tegen verbranding;

Neem zolen van oude schoenen, was, olie rosaet, smelt dit alles door elkaar in goede zalf en zalf daarmee dat zeer. Dit verzacht en geneest alle verbranding en geneest daar dat vel er afgevlogen is.

Experimentator zegt; Neem 2 dooiers van eieren en meng daarmee olie van olijven, dit goed tezamen mengen en dat zal men op het zeer strijken.

Een andere; Neem rapenvet en sla dat goed met water totdat het dik is en besmeer dan dat zeer met een veertje en leg daarboven een dun hoofdkleed, het geneest.

Een andere dat Galenus ons leert en waar is;

Neem schors van groene linde en snij dit in vele stukken en kook het goed lang in wat water. Neem dan de schors eruit en strijk dat water af en dat ge er afstrijkt daarmee bestrijk je dat zeer met een veertje en leg er dan een velours kleedje boven.

Een andere zalf. Dat raadden de vier dokters van Salerno aan en is zeer goed op verbranding of brandt.

Recept; levende kalk, dat zal men 9 maal wassen zodat het zijn scherpte verliest en meng het daarna met olie van rozen en het witte van een ei en sla dit alles over in een modum zalf en bestrijk daarmee dat zeer met een veertje.

Een andere; Neem schors van linde en kook dat lang in water en neem het er dan uit en strijk dat vette met uw vinger er af en meng daarmee het vet van koeienvoeten en olie van hennep en meng dat alles door elkaar en maak het dan warm en bestrijk dat zeer met een veertje, dit zal het genezen.

Van den bloet zweere flegmon.

Flegmon dats die bloetzweer ende comt van groven bloede. Teekin van |C67ra| hore dat is datsi root is maer niet bruun roet ghelijc herisipila. Noch soe verwoet het overmidts datsi in heeft meer verscheden van sinen ghetemperden bloede ende si wert oec groet ende ront alse eene stoc. ende alsi ghematurert es ende open daer comt bloet hute ende wit ettere ende hine brect niet gherne maer hi werpt gherne vele gaten ende eenighe lieden heetent allers ofte .iiij. oeghen ende om dese aposteme te sachtene selmen bloet laten ter aderen die ten leden dient daer die aposteme staet Ende alsmen se wille hute doen brecken dan salmen der op legghen mittigativen. ende doen alsoet jou vorleert es in die aposteme herissipila ende die cuere van erissipila. ende van den aposteme flegmon dat werc es al eens.

Van de bloedzweer flegmon.

Flegmon, dat is de bloedzweer en komt van grof bloed. Teken van haar is dat ze rood is, maar niet bruinrood zoals erysipela.

Nog zo verwoed het omdat ze in zich meer vochtigheden heeft van zijn gemengd bloed en ze wordt ook groot en rond als een stok en als ze gerijpt en open is komt er bloed uit en wit etter en het breekt niet graag, maar het werpt graag vele gaten en enige lieden noemen het aller ’s of 4 ogen en om dit gezwel te verzachten zal men bloed laten in de ader die het lid dient daar dit gezwel staat. En als men ze uit wil laten breken dan zal men er verzachting op leggen en doen zoals het je geleerd is in het gezwel erysipela en de kuur van erysipela en van het gezwel flegmon dat werk is allemaal hetzelfde.

Van der couwe aposteme diemen heet Zimia.

Zymia es eene coude aposteme ende comt van flume in de juncturen ende in de voudende leeden ende meest in coude flumatike 194 lieden. ende dese aposteme hoe seere datsi sweert |C67rb| sine becomt niet root ende essi root dat duert onlange ende dat comt bitiden alsser wat colera toe scieten Die hore hout in dat hueverste ofte der buten. Daer of dat hier varwen mochte ende dese aposteme ne sel bi hore selven niet hute breken want dese vorseide aposteme die zweert altoes inwaert ende hi wint ende maect gherne fistulen omme datti conrumpert die aderen ende arterien Ende wilmen dese aposteme ripen Dat moet wesen met heete medicinen die welke die coude materie verwarmen Ende men seller gheene viscose materie noch dinghen op legghen die de materie binnen meerderen mogen ende dooden dwelke soutse doen verwandelen in wacheden ende daer of commen gherne lange zweeren ende fistelen. ende alle dese nae volghende medicinen siin viscos ende seer limich ende dese ne selmen niet der oplegghen. Semen lini malvavisci bismalva wortelen van lelien psillium fenigriec. ende diere gelike selmen scuwen in coude apostemen commende van flumen Maer men sel orberen heete droghe medicine alse loeghe ghemaect van wingaert asschen ende loghe van eekin hout asschen ghemaect ende daer in ghenet een cleet .x. vout |C67va| ende dat warme der op gheleit es seer goet. Ofte men sel nemen eene scers ende snidense () op ende dan selmen der in legghen eene wiecke van stoppen ghenet in doderen van eye ende daer boven eene plaster van stoppen ghenet in warmen wijn ende des ander daghes selment vermaken ende survere[n]t met warmen water ende daernae met warmen wiin ende dan droghent ende dat ebt desen nae volghende mondificatijf ende dit es dat mundificatijf. Rp. succum apij .o.. ij. mellis .o.. j. blommen van tarwin parum. Dit minghet over een ende doet sieden altoes roerende dan doet van den viere ende doet in dine bosse ende hiermede besalvet dine wiecken Dan soe leght daer boven eene plaster ghemaect van unguentum fuscum dats die zwarte salve ende de recepte hoemense maect staet in onsen antitotarium (l. antid-) ende es seer nuttelic in Cyrugien ende aldus maect mense. Rp. olij olivarum. lib. j. et 1/2. galbanum mastic wieroec terbentine. ana. .o.. j. cere .o.. iiij. colofonie .o.. ij. piscis (l. picis) navalis. dat wel ghesuvert si. .o.. iij. gium (l. unguentum) serapini .o.. j. Die olie selmen setten op dat vier |C67vb| metten wasse ende latent smelten dan doeter in die colofonie ende dat piscis navalis. ende latent smelten Daer nae doeter in unguentum serapini ende daer nae de terebentine ende alst ghesmolten is dan doet of ende latet coelen ende bloet laeu si Dan minget der in jou mastic ende jou wieroec. wel subtijl ghepoedert. Dit minget wel over een tote dat cout si dan doet in dine bosse ende dese salve es heet ende droghende ende wij orborense dicken in Cyrugie ende men vinter te cope altoes in apoteken.


Van het koude gezwel dat men Zimia noemt.

Zymia is een koude gezwel en komt van fluimen in de gewrichten en in de vouwende leden en meest in koude flegmatische [194] lieden en dit gezwel, hoe zeer dat ze zweert, wordt niet rood en is het rood dan duurt het niet lang en dat komt soms als er wat gal toeschiet die zich in het hoogste of er buiten bevindt en daarvan kan ze kleuren en dit gezwel zal van zichzelf niet uitbreken want dit voor vermelde gezwel die zweert altijd inwaarts en het wint en maakt graag etterwonden omdat het de aderen en slagaders verbastert. En wil men dit gezwel rijpen moet dat wezen met hete medicijnen die de koude materie verwarmen. En men zal er geen viskeuze materie nog dingen opleggen die de materie binnen vermeerderen en doden mogen welk zout hen veranderen laat in vochtigheden en daarvan komen graag lange zweren en etterwonden en al deze navolgende medicijnen zijn viskeus en zeer lijmerig en die zal men er niet opleggen.

Semen lini, Althaea officinalis, bismalva, (Malva alcea) wortels van lelies, Plantago psyllium, fenegriek en diergelijke zal men schuwen in koude gezwellen die van fluimen komen. Maar men zal hete droge medicijnen gebruiken zoals loog gemaakt van wijngaard as en loog van eikenhout as gemaakt en daarin een kleed 10voudig natten en dat warm er op leggen is zeer goed. Of men zal een schaar nemen en ze opsnijden en dan zal men daarin een doek leggen van proppen genat in dooiers van eieren en daarboven een pleister van proppen genat in warme wijn en de volgende dag zal men het vermaken en zuiveren met warm water en daarna met warme wijn en dan drogen en dat heb je dit navolgende reinigingsmiddel en dit is dat reinigingsmiddel. Recept; sap van Apium apij, ons 2, honing, ons 1, bloem van tarwe klein. Dit meng je door elkaar en laat het koken en altijd roeren en doe het dan van het vuur en doe het in je bus en zalf hiermee je doeken. Dan leg erboven een pleister die gemaakt is van zalf fuscum, dat is de zwarte zalf en het recept hoe men het maakt staat in ons antitotarium en is zeer nuttig in chirurgie en aldus maakt men het. Recept; olie van olijven pond1 en ½, galbanum (Ferula galbaniflua), mastiek, (Pistacia lentiscus) wierook, (Boswellia thurifera) terpentijn, (Pistacia of Larix) van elke een ons 1, was, ons 4, Grieks pek, ons 2, piscis navalis (scheepspek) dat goed gezuiverd is, ons 3, zalf sagapenum, (Ferula persica) ons, die olie zal men op het vuur zetten met de was en laat het smelten en doe er dan het Griekse pek in en de scheepspek en laat het smelten, doe er daarna zalf sagapenum in en daarna de terpentijn en als het gesmolten is dan doe je het er af en laat het koelen tot het bloedlauw is en meng er dan jouw mastiek en jouw wierook in, goed subtiel verpoederd. Dit meng je goed dooreen totdat het koud is en doe het dan in je bus en deze zalf is heet en drogend en wij gebruiken het vaak in chirurgie en men vindt het altijd te koop in de apotheken.

Leeringhe des ypermans.

Ic meester jan yperman sel jou leeren van den rugghen been ghewont ende dat die wonde doer gaen ende dat march es ghewont daer of es de siecke in vreese 195 van stervene ende die quetsinge van nucha commende van den hersinen omme den groeten pine wille maer het mach wel alsoe gescien sonder quetsinghe van nucha. maer die quetsinge van den senuwen daer hute commende ende prikende des langaovis (?) ende geluwede die daer ghestrect |C68ra| leit ane beide de siden van den rugghebeene Ende is die wonde dwers ghesneden dat is doodelic omme dat eydel der hersinen daer die nucha hute vloit. Die cuere der of es alse in cueren van anderen wonden van den senuwen die doere dat been ghewont siin ende dat vindi staende hier voren ghescreven int cappitele der of.

Van den lever ghewont.

Alse een mensche is ghewont in den lever ja in den substancien den lever (l. des levers) soe wie dat alsoe ghewont is die wonde is vorwaer stervelic Want si verliest al hoer werc ende dat bloet destruert omme dat huut gaen die gheesten des levens ende dat fundament ende dan moet die mensche siin virtuut verliesen ende sterven. maer es die wonde in eenigher tacken soe machmense wel cuereren in den ersten als men cuerert ander wonden in den buuc.

Van dat den lever hute hanghet.

Wat men doen sel alse die lever huut hanghet ghezwollen |C68rb| men sel der op legghen dat die lever doet ontzwellen ghelijc dit Nemt succum alsene van adicke seem ende aisiin ende tarwin blomme .ana. partes equales ende dan settet op dat vier ende latet sieden tote dattet dicke becomt alse seem ende maect der een plaster of ende legghet der op. Ende helpt dit niet soe maect die wonde wider. ende dan doet die lever in ende die wonde gheneset ghelijc ander wonden in den buuc.

Van wonden in den nieren.

Alse een mensche es ghewont in den nieren die can der of niet ghenesen want het siin droghe harde leden com (?) mager ende si sceiden die urine dat hem comt toe van den lever ende al eist dat is doot wonde nochtan selmen hem goet hant werc [doen?] ende gheven hem goeden dranc suverende ende heelende maer si werden selven wel ghenesen ende die wonde salmen van buten ghenesen alse ander wonden in den buuc ghelijc dat jou vorleert es van den wijsen mesters van Cirugie ende medicus.

Van den blase ghewont.

Alse die blase es ghewont in den mensche die ne selmen niet nemen in |C68va| gheener cueren het en ware ane den hals daer si vleesachtich is daer ghenese maer boven daer si dinne is daer ne mach si nemmermeer ghenesen ende alsi ghewont es in den hals men sel den siecke houwen ligghen op den rugge. ende de siecke sel lettel drincken ende men sel op de wonden legghen dit nae volgende poeder. Rp. boli armenici .o.. j. sanguis draconis .o.. ij. aloe epatici .dr.. 1/2. thuris masticis. ana. .o.. 1/2. ende hier of maect subtijl poeder ende dan suldi daer op legghen plasteren constrijctijf ghelijc dat ghi vint ghescreven int cappitele van den oren of gheslegen ofte int capittele van den nese.196

Van dat den darmen ghewont sijn.

Alse lieden ghewont siin in de darmen daer of soe willic jou wat scriven ende alsoe vant ic ghescreven in de Cirugie van rolandine. In dat erste alse die cleenen darme ghewont is ende dien stront der hute gaet. dats oncurable ende dootwonde. Maer als den groeten vleesch darme es ghewont die es gheneselic ende dien selmen simperlic |C68vb| cureren met drancken ghelijc wonden dranc ende drancke vindi ghenouch ghescreven int cappitele van den ghescutte hutte te doene ende is die wonde groet in den darme soe selmense toe nayen ende laten den draet hanghen buten op den buuc ende men sel die darmen in legghen in hore gherechte stede. ende men sel die wonden des buucs open houwen tote die darmen heel si ende als ghi erst der toe comt doet die darmen in ende siin si buten vercout ende gheswollen soe selmense weder verwarmen met warmen wijne of met anderen warmen dinghen ende eist dat sake datsi niet alsoe moghen ingaen soe moetmen die wonde wijden met eenen scersse. () ende dan doen die darmen weder in ende dan cuereren alse ander wonden in den buuc.

Van ghescorden te ghenesene sonder snijden.

Het ghevalt dicke dat de lieden werden ghescort met cleender pinen ende dat heeten de mesters ruptura. |C69ra| In cypac. ende als dat niewelic ghescort is dan eist gheneselic met drancken ende met plasteren van buten der op gheleit ende wel der boven ghecussineelt. ende ic ghenas vele lieden der met binnen der stede van ypere die ghescoert waren maer het was alst nieuwe ende versch was. Ende ic doe jou weten alse de rupture een jaer out is ende dat gheboert es. Dan moetet ghesneden wesen metter hant. Ende ic bidde alle mesters alse die rupture out is ende gheboert es Datsi hem dat vermoeten (l. [niet] vermeeten) te ghenesen want hets oncurable ende ondoenlic ende ongheneselic sonder sniden. Int erste den siecke sel legghen .vj. weken lanc op siin bedde ende hi sel eten alle spijse die vleesch doet wassen alse warme melc eyeren daden boetere ende vlesch rentvleesch backons vlesch wederin vlesch. boeter ende appelen ghebraden. ende men sel hem dicke doen eten coucken ghemaect van groenen crude. ende die in boeter ghebacken. Ende met desen drancke soe ghenas ic vele rupturen dat nieuwe was ghescort. Rp. radicis osmanda consolida major senicle |C69rb| bruscus buggla .ana. m[anipulus] j. Dese cruden stoet ende sietse in eenen stoep witten wijne ofte wiin bastart tote dat die helft versoeden si dan selment coeleren doere een lijnen cleet ende hier of selmen gheven drincken eenen cleenen toghe warme smorghens ende savons ende des achter noens ende dat selmen doen tote dat dat nieuwe rupture toe es en[de] ghenesen. Ende buten selmen der op legghen eene plaster diemen heet emplastrum rupturam ende daer boven vaste binden den bant dat niet hute comme.197

Een anderen dranc. Nemt tremorsike matefeloene osmonde senickel herba robberti .ana. m. j. Dese cruden stampt al in sticken ende sietse in een stop wiins tote dat die helft versoeden si Dan coeleret ende gheeft drincken alsoet vorleert es. Een wijf die woende bute der stede van Ipere ende si hadde een kint van 2. jaren dat was gescort dat hem siin darmkins vielen in den cullenbalch ende dat wijf nam horen kint ende si dede sine darmen in ende si leit te bedde. ende si ghinc ende nam herba roberti. ende dat stamptese met wijne. ende dat gafse hem drincken smorgens ende savons. ende si ghenaest der |C69va| mede binnen een maent sonder binden ende sonder cussineelen. Ende dit ghesciede omme dat kint jonc was. ende die rupture nieuwe was. Een ander. Daer mede dat ic eenen man van .40. jaren cuererde ende die ic cuererde binnen xiiij. daghen.

Rp. jacea alba ende wedewinden cruut ende de blommen .ana. m. iiij-or. Dit stoet al over een wel cleene ende dan siedt in een vierendeel soete wiin tote dat comt op een pinte ende dan coelerent ende daer of ghevet drincken smorghens ende savons te male .v. lepelen vol ende daer met ghevet drincken van desen nae volgende pulver alsoe vele als ligghen mach op een menschen nagel. Dat minghet metten vorseiden .v. lepelen. Rp. Canele galigaen nucis cipressi garioffels nagel valeriane .ana. dr.. j. ende hier of maect pulver subtijl ende minget van desen pulver in den dranc gelijc dat vorseit is ende dit geeft drincken nuchtens ende savons ende dan leght op de rupture eene plaster ende heelet gelijc dat jou vorseit is. Ende dit plaster heelt ghe\scorde |C69vb| sonder gat te macken ja dat nieuwe es ghescort. Rp. Colofonie was. ana. lib. j. bolum armenicum. wieroec mastic gheberrent papier. ana. dr.. ij. terebentine dr.. iij. ende vergadert dese salve ende maect hier of plasteren ende bindet op de siecke stede de siecken legghende over rugghe. Een ander Dat ons bescrivet rogerus. Rp. piscis navalis resine. ana. lib. j. wieroec. mastic. ana. .o.. i. sanguis draconis sanguis humani ana. .o.. 1/2. terebentine lote .dr.. iij. misceantur et fiat emplastrum ende van desen emplastrum selmen legghen op de rupture. Een ander Dat ons bescrivet. Galienus. ende met desen nae volgenden drancke ende plasteren ghenas hi vele lieden die gescort waren nieuwe in die stat van melane ende dits dat plaster.

Dits een plaster jeghen alle ghescortheit.

Rp. Piscis navalis roet was colofonie. ana. .o.. iij. litargiri armoniac galbani oppopenac sumac bd[e]llij serapini masticis radicis consolida majora et minora. gummi |C70ra| arabicum pilorum leporum combustorum ana. .o.. j. visci quercini lapis ematice terra sigillata gipsi mirri .ana. .o.. vj. psidie gallarum balaustie berberis aloes cicotrinum aristologia longa et rotonda. esculi ana. .o.. v. momie boli armenici ana. .o.. viij. terbentine .o.. iij. sanguis humani. lib. j. confice cum decoctione pellis arietini(?) succide et cum gluten piscium .o.. iiij-or. ende hier of maect emplastrum. 198 van desen leght op de rupture ende daer boven eenen goeden bant alsoet behoort ende daernae soe gheeft hem drincken smorghens ende savons van desen navolgende drancke te male .v. lepelen vol. Dranc. Rp. Sigille beate marie. sigille salomonis. radicis prunice et foliorum eius herbe fergule. ana. m. .j. bulliantur in aqua pluviali et fiat decoctio additur modicus panis succari. ende met desen vorseiden drancken ende plasteren ghenas ic vele lieden in de stat van melanen dat nieuwe ghescort was.

Van apostemen die wassen in de rode der veden ende dat van winde es.

|C70rb| Ende onderwilen soe hebben die lieden in de roede der veden apostemen ende dat comt toe overmidts wintachtichede ende wasems in die welke es cleene hitte. Dese vervullen op blasen ende recken de roede als eene corde. ende es zeer groet in de lanchede breethede ende dichede. Ende het comt ondertiden datter in commen morwe apostemen. Maer die differencie tusschen den morwen apostemen ende tusschen den opgheblasen apostemen. die vol siin van winden ende van waseme diese vervult Dat selmen bekennen aldus men sel metten vingeren tasten ende duwen der op ende bliver .iij. staende putten dats teeken dat is van wasseme ende van obblasinge Die cuere van apostemen der opblasinghen ende vol wasems dat dicken ghevalt in jonghe lieden Die waseme selmen laten int erste men sel die rode ende die cullen bestriken met cautoene aldus Rp. Olei rosarum. .o.. iij. cere .o.. j. Dat was ende olie selmen over een [smelten] ende dan ghietent in eenen mortier ende dat wriven over een al warme ende dan selmen ghieten der op cout water ende dat roeren over een |C70va| tote dat niet meer water ontfae. ende dan doet in eene bosse. ende daer met bestriket de cullen ende de roede met cauton alsoet jou vorseit es ende alsmen de roede daer nae vermaect dan selmen den roede baien met lauwen water wel ende seer. daerna bestrikense binnen den sloeve ende buten wel alsoet vorseit es. Ende men sel cleederen netten in aqua nenufari ende warme der op legghen.

Cuere der morwer apostemen.

Die wiken den tast ende dat den tast der in blijft staende dan werct met desen medicinen. Rp. wingaert blader .30. bi getale thuris amidi et serusa .ana. dr.. ij. aqua rosarum dat genouch si. hier of maect een soete ende sachte unguentum ende daermede bestriket die roede tweewarf sdages maer erst selmen die roede baien met lauwen water Ende somtijts soe maectmen in die zwellinge de veden met pinen ende met smerten urine. Int erste men selne steken in warmen water als men pist. ende men selne dan bayen in warmen water ende daer nae omme bestriken met desen nae volgende deffensatijf aldus ghemaect.

|C70vb| Deffensatijf. Rp. Olei rosarum .o.. j. et 1/2. aceti vini een once. olei violarum een alf once boli armenici .o.. ij. sanguis draconis .o.. 1/2 misceantur in simul cum modicum aqua rosarum ende maect een deffensatijf ende men sel den roeden baien in warme water. daer coude 199 cruden in ghesoeden siin. alse violetten cruut nachtscadue. mentelicum cruut ende des ghelike. Ende eenighe mesters baien in warme soete melc. Ende eist dat sake dat die zwellinge si hart ende blec soe selmen salven ende plasteren metten unguenten van alsenen dat in die zwellinge der cullen staet ende men sel weten telken alsmen den vede verbint dan sel men verbinden met eener scoender bandt alsoe breet alse eenen vingere. ende beghinnen voren ane dat hooft ende hoe voerder ten bucke waert. hoe slapper ghebonden. Ende dat omme tghezwel te verdrivene opwaert ende dat bloet. Ende eist dat sake datmen ontsiet hitte ende dat ontsteken men sel laten die lever ader onder den inclouwen des voets om te sceedene ende te resolvererene wintachticheit van den lichame |C71ra| diere toe slaen mochte.

Dits een goet unguentum ten(!) voer de seeren veden en[de] roeden. Rp. succi solatri succi barba jovis .ana .o.. iiij-or. oleum rosarum .o.. ij. ende dit siedt al over een met gherstin mele. toter dicten van seeme ende dan doet in dine bosse. ende bayet de roede erst als jou vorleert es ende dan selmen der mede besalven sdages .ij. warf. ende dit vorseit salve zacht ende ontzwelt. Een ander. ende alst is in den winter ende datmen gheene nachtscadue vintsoe selmen dit doen. Rp. Die crumen van witten broede die wrivet al ontwee in een mortier met mel rosaet ende met oleum rosarum. Dit siedt al over een altoes roerende tote dat slecht si ende doeter in een luttel waters dat niet ne berne. ende maect hier of plasteren ende laeu der op geleit. Een ander. siedt liinsaet met papple in water ende daer of gemaect mussilaginis. dat musselaginis geminget met oleum rosarum ende daer of maect plasteren ende die leght der op laeu.

Van gaten in den roeden der veden.

Alse van gaten ofte ulcerien in den roede der |C71rb| veden die moetmen cuereren met droghender medicinen ende met suverende. Int erste eist dat ghi sijt gheroupen in seere veden daer gaeten in siin buuten ofte binnen. Int erste salmen den vede bayen met laeuwen water ofte met water daer nachtscadue ende violettencruut in ghesoeden is ende daer nae selmen binnen in de slove wel suveren met eenen sachten liinwade ende dan selmen stroien dit nae volghende poeder daer alle die gaten siin in elc gat een lettele. Dits dat poeder. Rp. radicis aristologia rotonda .o.. ij. ende daer of maect subtijl poeder hoe subtijler hoe beter ende doet in dine bosse. Ende ic mester Jan Jperman ic placher met desen nae volgeden poeder te ghenesene gaten in seere veden dat hier nae volget Rp. ertnetelen die selmen droghen in eenen oven alse dat broet hute es ende dat selmen pulveriseeren subtijl ende van dien poeder leide ic in de gaten ende der boven soe leide ic plasteren van desen navolge(n)den salve. Salve. Rp. serusa een vierendeel litargirum .o.. 1/2. loot asschen een once. hier of maect subtijl poeder ende dat poeder doet in een mortier Dan nemt olie van rosen was ghesmolten over een 200 dat ghenouch si ende ghietent in |C71va| den mortier altoes roerende cum pistello tote dat dicke becomt. Dan doet in dine bosse ende siner gaten op dat hooft van den vede men doet dat velle achter ende men bestrike der mede die gaten het sel te bet ghenesen. Item ende eist dat sake dat de roede soe zeer ghezwollen is dat men dat vel achter [ne] can ghecrighen ende die bolle bloet hebben. daer toe selmen aldus gaen. Int erste soe nemt water daer cruden in ghesoeden siin als violetten cruut mentelicum cruut ende daermede soe selmen bayen .ij. warf sdaghes ende men sal nemen eene speyte aldus ghemaect () in deser manieren ende ghi sult in den roede speyten scoen warme water daer in ghesoeden is mentelicum cruut ende daermede suldine binnen wasschen ende suveren als ghi best moghet. ende als ghine aldus ghewasschen hebt driewarf Dan soe nemt de vierste warf aqua plantaginis ofte water van wedewinden ende dat speit hem in den vede laeu ende daer met wasschen wel ende seer ende aldus soe des dages tweewarf ende eist dat de roede boven int vel heeft gaten soe doeter in van den poeder vorseit ende daer boven soe leght een plaster van den sal\ve |C71vb| vorseit.

Lering van Ypermans.

Lering van Ypermans.

Ik, dokter Jan Yperman zal jou leren van de gewonde rugwervel en dat die wond doorgaat en dat merg is daarvan gewond en de zieke is in vrees [195] van sterven en die kwetsing nucha (verlengde merg en ruggenmerg) komt van de hersens vanwege de grote pijn, maar het kan al zo goed gebeuren zonder kwetsing van nucha, maar die kwetsing van de zenuwen die er uitkomen en de rechte darm prikken en gele die daar gestrekt liggen aan beide zijden van de ruggenwervel. En is die wonde dwars gesneden, dat is dodelijk omdat het de hersens leegt daar de nucha uit vloeit. Die behandeling daarvan is zoals in kuren van andere wonden van de zenuwen die door dat been gewond zijn en dat vind je hiervoor geschreven staan in het kapittel ervan.

Van de lever gewond.

Als een mens gewond is in de lever, ja, in de substanties van de lever (l. des levers) en wie alzo gewond is, die wond is voorwaar dodelijk. Want ze verliest al haar werk en dat bloed verwoest omdat de geesten des levens en het fundament er uit gaan en dan moet die mens zijn kracht verliezen en sterven, maar is die wond in enige takken dan kan men ze goed behandelen in het begin zoals men andere wonden in de buik behandelt.

Van dat de lever uithangt.

Wat men doen zal als de lever gezwollen uithangt, |C68rb| men zal erop leggen dat die lever laat ontzwellen zoals dit; Neem succum alsem, van kruidvlier, honing en azijn en tarwebloem, met gelijke hoeveelheden, en zet het dan op het vuur en laat het koken totdat het dik als honing wordt en maak er een pleister van en leg het er op. En helpt dit niet zo maak die wond wijder en doe dan de lever erin en de wond geneest gelijk ander wonden in de buik.

Van wonden in de nieren.

Als een mens gewond is in de nieren, die kan daarvan niet genezen want het zijn droge harde leden, worden mager en ze scheiden de urine dat ze van de lever krijgen en al dat is een doodswonde, nochtans zal men hem goed handwerk doen en hem goede zuiverende en helende drank geven, maar ze worden zelf wel genezen en die wond zal men van buiten genezen zoals andere wonden in de buik net zoals je geleerd hebt van de wijze dokters van chirurgie en medicus.

Van de blaas gewond.

Als de blaas gewond is in de mens, die zal geen behandeling nemen, tenzij het aan de hals is daar ze vleesachtig is en daar geneest het, maar boven daar ze dun is daar kan ze nimmermeer genezen en als hij in de hals gewond is dan zal men de zieke op zijn rug liggend houden en de zieke zal weinig drinken en men zal op de wonden dit navolgende poeder leggen. Recept; bolus armeniacus, ons 1, drakenbloed, (Daemonorops draconis) ons 2, Aloë (Aloë perryi, de levervormige), drachme ½, wierook, (Boswellia thurifera) mastiek, (Pistacia lentiscus) gelijk een ons ½, en maak hiervan subtiel poeder en dan zal ge er constructief pleisters op liggen zoals ge beschreven vindt in het kapittel van de afgeslagen oren of in het kapittel van de neus.[196]

Van dat de darmen gewond zijn.

Als lieden in de darmen gewond zijn, daarvan wil ik jou wat schrijven zoals ik het geschreven vond in de chirurgie van Rolandine. Als eerste als de kleine darm gewond is en de stront er uit gaat, dat is niet te genezen en is een doodswonde. Maar als de grote vleesdarm gewond is, die is te genezen en die zal men simpel genezen met dranken zoals wonddrank en drank vind je genoeg beschreven in het kapittel van het geschut uit te doen en is de wond in de darmen groot dan zal men ze dichtnaaien en laat de draad buiten op de buik hangen en men zal die darmen in hun goede plaats er inleggen en men zal die wonden van de buik openhouden tot de darmen heel zijn en als ge er als eerste bijkomt doe die darmen er in en zijn ze buiten verkoeld en gezwollen dan zal men ze weer verwarmen met warme wijn of met andere warme dingen en is het zo dat ze er niet alzo mogen ingaan dan moet men die wonde met een schaar wijder maken en doe dan de darmen er weer in en dan behandelen zoals andere wonden in de buik.

Van breuken te genezen zonder snijden.

Het gebeurt vaak dat de lieden gescheurd worden met kleine pijnen en dat noemen de dokters ruptura. In cypac en als dat net gescheurd is dan is het te genezen met dranken en met pleisters van buiten erop te leggen en goed er kussens bovenop doen en ik genas vele lieden daarmee binnen de plaats Iperen die gescheurd waren, maar het was als ze nieuw en vochtig waren.

En ik laat je weten als de ruptuur een jaar oud is en dat gebeurd is dan moet het gesneden worden met de hand. En ik bid alle dokters als die ruptuur oud is en gebeurd is dat ze zich niet vermetele het te genezen, want het is ongeneesbaar en ondoenlijk en ongeneesbaar zonder snijden.

Als eerste zal de zieke 6 weken lang op zijn bed liggen en hij zal alle spijs eten die vlees laat groeien zoals warme melk, eieren, dadels, boter en vlees rundvlees, gebakken vlees, rammenvlees, boter en gebraden appels en men zal hem vaak koeken laten eten die gemaakt zijn van groene kruiden en die in boter gebakken.

En met deze drank zo genas ik vele rupturen die net gescheurd waren.

Recept; wortels van Osmunda, smeerwortel, sanikel, Ruscus, zenegroen, gelijk handvol 1. Deze kruiden stamp je en kook het in een stoop witte wijn of bastaardwijn totdat de helft verkookt is en dan zal men het zeven door een linnen kleed en hiervan zal men een kleine teug warm ճ ochtends en ճ avonds en na noen te drinken geven en dat zal men doen totdat de nieuwe ruptuur dicht is en genezen.

En buiten zal men er een pleister opleggen die men gipspleister breuken noemt en daarboven de band vast binden zodat het er niet uit komt.[197]

Een andere drank; Neem duivelsbeet, knoopkruid, (Jacea) Osmunda, sanikel, Geranium robertianum, gelijke maat 1. Deze kruiden stamp je geheel stuk en kook het in een stoop wijn totdat de helft verkookt is, dan zeven en geef het te drinken zoals het geleerd is. Een vrouw die buiten de stad Iperen woonde had een kind van 2 jaar dat gescheurd was zodat zijn darmpjes in de balzak vielen en die vrouw nam haar kind en ze deed zijn darmen erin en ze legde hem te bed en ze ging en nam herba roberti en dat stampte ze met wijn en dat gaf ze hem ճ morgens en ‘s avonds te drinken en ze genas ermee binnen een maand zonder binden en zonder kussens. En dit gebeurde omdat het kind jong was en de ruptuur was nieuwe. Een andere; Waarmee dat ik een man van 40 jaar behandelde en die ik genas binnen 14 dagen.

Recept; Succisa pratensis en kruid en bloemen van Convolvulus, gelijk maat 4-ons. Dit stamp je geheel door elkaar en goed klein en kook het dan in een vierdedeel zoete wijn totdat het op een pint komt en dan zeven en geef daarvan te drinken Գ morgens en Գ avonds telkens 5 lepels vol en geef daarmee te drinken van dit navolgende poeder zoveel als er liggen kan op een mensennagel. Dat meng je met de voor vermelde 5 lepels.

Recept; Kaneel, galigaan, (Alpinia galanga) cipresnoten, kruidnagels, valeriaan, (Valeriana) gelijk drachme 1, en maak hiervan een subtiel poeder en meng van dit poeder in de drank zoals al gezegd is en geef dit ‘s morgens en ‘s avonds te drinken en leg dan op de ruptuur een pleister en heel het zoals je gezegd is. En deze pleister heelt gescheurde zonder een gat te maken, ja, dat net gescheurd is. Recept; Grieks pek, was, gelijk pond 1, bolus Armeniacus, wierook, (Boswellia thurifera) mastiek, (Pistacia lentiscus) gebrand papier, gelijk, drachmen 2, terpentijn, drachmen 3, en verzamel deze zalf en maak er een pleister van en bindt het de zieke plaats van de zieke die op de rug ligt. Een andere dat Rogerus voor ons beschrijft. Recept; scheepspek, gelijk pond 1, wierook, mastiek, gelijk ons 1, drakenbloem, mensenbloed, gelijk ons ½, terpentijn, lote, drachmen 3, meng het met het plantensap en van dit plantensap zal men op de breuk leggen. Een andere wat Galenus voor ons beschrijft en met deze navolgende drank en pleisters genas hij vele lieden die net gescheurd waren in de stad van Milaan en dit is de pleister.

Dit is een pleister tegen alle scheuringen.

Recept; Scheepspek, rode was, Grieks pek, gelijk ons 3, litargirum, ammoniak, (Dorema ammoniacum) galbanum (Ferula galbaniflua), Opopanax, sumak, (Rhus coriaria) bdellium, (Commiphora africana) sagapenum, mastiek, (Pistacia lentiscus) wortels van smeerwortel en Prunella, Arabische gom, hazenhaar, verbrandt, gelijk ons 1, Loranthus europaeus (of Viscum album) van eik, bloedsteen, (hematiet) terra sigillata, (gezegelde aarde) gips, mirre, gelijk ons 6, granaatappel, gallen van granaatappelbloemen, Berberis vulgaris, Aloë cicotrinum, Aristolochia longa en rotonda, Sorbus domestica, gelijk ons 5, mummie, bolus armeniacum, gelijk ons 7, terpentijn, ons 3, mensenbloed, pond 1,. Maak het met een afkooksel van een ramsvel (?) voeg toe gluten van vislijm, ons 4 en maak hiervan een plantensap [198] en leg hiervan op de ruptuur en daarboven een goede band zoals het behoort en geef hem daarna ‘s morgens en ‘s avonds van deze navolgende drank elke keer 5 lepels vol te drinken. Drank. Recept; Sigille beate marie, Polygonatum, wortels van Punica en blad gelijk het kruid Ferula (?), gelijke maat 1, gekookt in regenwater en voeg aan dit kooksel toe gematigd suikerbrood en met deze voor vermelde dranken en pleisters genas ik vele lieden in de stad van Milaan dat net gescheurd was.

Van gezwel dat groeit in de roede van het geslacht en dat van wind is.

En soms zo hebben de lieden in de roede van het geslacht een gezwel en dat komt vanwege winderigheid en wasem waarin kleine hitte is. Deze vullen blazen op en rekken de roede als een koord en is zeer groot in de lengte, breedte en dikte. En het gebeurt soms dat er murwe gezwellen in komen. Maar het verschil tussen het murwe gezwel en tussen het opgeblazen gezwel is dat die vol zijn van wind en van wasem die het vervult. Dat zal men aldus herkennen, men zal met de vinger tasten en erop duwen en blijven er 3 putten staan is dat een teken van wasem en van opblazen. De behandeling van gezwel van het opblazen en vol wasem, dat vaak gebeurt in jongelieden, is dat men ten eerste die wasem zal laten en de roede en de ballen bestrijken met katoen aldus. Recept; Olie van rozen, ons 3, was ons 1. De was en de olie zal men door elkaar smelten en het dan gieten in een mortier en dat al warm door elkaar wrijven en dan zal men er koud water opgieten en dat door elkaar roeren totdat het niet meer water ontvangt en doe het dan in een bus en bestrijk daarmee de ballen en de roede met katoen zoals je gezegd is en als men de roede daarna vermaakt dan zal men de roede goed en zeer baden met lauw water en ze daarna goed bestrijken binnen de sleuf en erbuiten zoals gezegd is.

En men zal klederen natten in water van Nymphaea en warm er op leggen.

Behandeling van het murw gezwel.

Die bij het tasten wijken en dat er in de tast blijf staan werk dan met deze medicijnen. Recept; wijngaardbladeren, 30 in getal, wierook, (Boswellia thurifera) zetmeel en was, gelijke drachmen 2, rozenwater zodat het genoeg is en maak hiervan een zoete en zachte zalf en bestrijk daarmee de roede tweemaal per dag, maar eerst zal men die roede baden met lauw water. En soms maakt men in de zwelling van het geslacht met pijn en met smart urine.

Ten eerste zal wen het in warm water steken als men pist en men zal dan baden in warm water en daarna er om bestrijken met deze navolgende defensief aldus gemaakt.

Defensief. Recept; Olie van rozen ons 1 en ½, wijnazijn, een ons, olie van violen, een alf ons, bolus armeniacus, ons 2, drakenbloed, (Daemonorops draco) ons ½, meng het in gelijke hoeveelheid rozenwater en maak een defensief en men zal de roede baden in warm water daar koude [199] kruiden in gekookt zijn zoals violenkruid, nachtschade, (Solanum nigrum) muntkruid en dergelijke. En enige dokters baden in warme zoete melk. En is het zo dat de zwelling hard en bleek is dan zal men zalven en pleisteren met de zalven van alsem en als het gezwel in de ballen staat zal men weten telkens als men het geslacht verbindt dan zal men met een schone band verbinden alzo breed als een vinger en vooraan dat hoofd beginnen en hoe verder naar de buik toe hoe slapper binden. En dat om het gezwel en dat bloed opwaarts te drijven. En is het zo dat men hitte en het ontsteken ontziet dan zal men de leverader laten onder de enkels van de voeten om winderigheid van het lichaam te scheiden en op te lossen die er toeslaan kon.

Dit is een goede zalf tegen het zere geslacht en roede.

Recept; sap van nachtschade, sap van Sempervivum, gelijke ons 4-of oleum rosarum, ons 2, en kook dit door elkaar met gestemeel tot de dikte van honing en doe het dan in uw bus en baadt de roede eerst zoals je geleerd hebt en dan zal men het 2 maal per dag zalven en deze voor vermelde zalf verzacht en ontzwelt. Een andere; en als het in de winter is en dat men geen nachtschade vindt dan zal men dit doen.

Recept; De kruimen van wittebrood die wrijf je kapot in een mortier met honing van rozen en met olie van rozen. Dit kook je door elkaar en altijd roeren totdat het goed is en doet er wat water in zodat het niet verbrandt en maak hiervan pleisters en leg het er lauw op.

Een andere; kook lijnzaad met heemst in water en maak daarvan slijmdrank en meng die slijmdrank met rozenolie en maak daarvan pleisters en leg die er lauw op.

Van gaten in de roeden van het geslacht.

Alle gaten of zweren in de roede van het geslacht die moet men behandelen met drogende en zuiverende medicijnen zo gauw als ge geroepen bent in zeer geslacht daar gaten buiten of binnen zijn,

Ten eerste zal men het geslacht baden met lauw water of met water daar nachtschade en violenkruid in gekookt is en daarna zal men binnen in de sleuf goed zuiveren met een zachte lijnwade en dan zal men dit navolgende poeder strooien daar alle gaten zijn en in elk gat wat. Dit is dat poeder.

Recept; Wortel van Aristolochia rotonda, ons 2, en maak daarvan subtiel poeder en hoe subtieler hoe beter en doe het in uw bus. En ik, dokter Jan Yperman, ik plag met dit navolgende poeder gaten in zere geslachten te genezen dat hierna volgt. Recept; dovenetels en die zal men drogen in een oven en als de hitte eruit is dan zal men het subtiel verpoederen en van dat poeder legde ik in de gaten en daarboven legde ik pleisters van deze navolgende zalf.

Zalf. Recept; was en een vierendeel litargirum, ons ½, lood as, een ons, en maak hiervan een subtiel poeder en doe dat poeder een mortier en neem dan olie van rozen en was door elkaar gesmolten [200] zodat het genoeg is en giet het in de mortier en altijd roeren, met een spaan, totdat het dik wordt. Doe het dan in je bus en zijn gaten op doe het op hoofd van het geslacht dat velletje erachter en men bestrijkt daarmee de gaten, het zal beter genezen. Item, en is het zo dat de roede zo zeer gezwollen is en dat men dat vel erachter niet kan krijgen en die bol bloed hebben, daartegen zal men aldus gaan;

Ten eerste zo neem water daar kruiden in gekookt zijn zoals violenkruid, muntkruid en daarmee zal 2 maal per dag baden en men zal een spuit nemen die aldus gemaakt is op deze manier en ge zal in de roede schoon en warm water spuiten daarin het muntkruid in gekookt is en daarmee zal ge binnen wassen en zuiveren zo ge het beste kan en als ge het aldus driemaal gewassen hebt neem dan voor de vierde keer water van Plantago of water van kamperfoelie en spuit dat lauw in het geslacht en was het daarmee zeer goed en aldus doe dit tweemaal per dag en is het dat de roede boven in het vel gaten heeft doe er dan in van het voor vermelde poeder en leg daarboven een pleister van de voor vermelde zalf.

Dit leerde ons mester hugones.

Alse eene vede ghezwollen es ende hi es vol gaten buten ende binnen ende dat de sloeve van den vede niet achter mach gaen. Int erste soe hebt laeu water ende daer in bayen wel ende seere. dan nemt jouwe tentele ende dat cleene einde stect tusschen den vede ende de sloeve ende alsoe doetse ront omme gaen Daer nae bewimpelt dine tentele voren met eenen scroedekin () van linwade dinne ende dat stect tusschen den slove ende den vede ende [daer]mede suvertene omme gaende ende alsoe doet tweewarf ofte .iij. warf. Dan nemt dine tentele netse in olie van rosen ende die stect ront omme der in gelijc te voren Dan nemt een cleen sticken ghenet in olie van rosen dat stect voren in den sloeve dat die olie der in blive. ende sinder (of snider?) boven eenighe gaten daer in soe doet van dien poeder vorseit ende daer boven soe leght eene plaster van den witte salve vorseit ofte van desen salve die hier nae volghet. Salve. Rp. olium rosarum .o.. ij. magden was |C72ra| een once sap van nachtscaduen .o.. iij. sap van mentelicum cruut een once Dit siet al over een tote die sapen beghinnen te vertherne Dan doet van den viere et ponatur in pixide. Ende ic hebbe hier mede somtijts ghewrocht ende ghenesen vreeselike veden maer die cuere van den speiten binnen der in ende te ghenesen metten witte salve ghelijc dat jou vorlert es Dats beter dan dit. ende de pacient vele eer ghenesen. Ic hebt gheprouft.

Noch een ander manier. Dat ons leert een phisisius (l. phisicus of phisisijn) ende hi seit datmen sel nemen water van weghebree ofte watere Daer in wegebree in ghesoeden is ende men sal met eene speite dat water der in speiten ende wasschen der mede alsoe men best mach. Dan selmen dat ettere al hute melken metten vingeren ende naer dat wasschen ende nae dat hute 201 melken soe selmen sniden cleene scroedekin. ende dat winden omme die tentele aldus ghemaect () ende dat steken tusschen den sloeve ende den vede ende dat salmen doen .iij. warf ofte .iiij. warf tote |C72rb| datti binnen wel ghesuvert si ende dan maect dine tentele nat in olie rosarum warme die stect der in ront omme ende dan ebt ghenet een doucskin ghenet in olie van rosen dat stect voren in de slove dat die olie der in blive ende dan soe maect eenen plaster der boven op ligghen van desen navolgende salve. die men heet unguentum rasis. (1)

Unguentum rasis. Rp. serusa .o.. ij. oleum rosarum .o.. j. et 1/2. cera alba .o.. j. pulvis thuris pulvis mirre .ana. .dr.. j. et fiat unguentum ponatur in pixide ende aldus soe selmen vermaken sdages tweewarf.

Dit leerde dokter Hugo van Lucca (ook wel Hugo Borgognoni) ons.

Als een geslacht gezwollen is en hij is vol gaten buiten en binnen en dat de sleuf van het geslacht er niet achter kan gaan dan hebt ge als eerste lauw water en baadt daarin goed en zeer en neem dan jouw peilstift en steek dat kleine eind tussen het geslacht en de sleuf en laat het alzo rondom gaan en bewimpel daarna die peilstift voor met een schroefje van dun lijnwaad en steek dat tussen de sleuf en het geslacht en zuiver daarmee omgaande en doe alzo twee- of driemaal. Neem dan de peilstift en nat het in olie van rozen en steek die rondom erin net zoals tevoren, Dan neem je een klein stuk genat in olie van rozen en dat steek je voor in de sleuf zodat de olie erin blijft en zijn er boven enige gaten daarin doe er dan van dat voor vermelde poeder in en leg daarboven een pleister van de voor vermelde witte zalf of van deze zalf die hierna volgt. Zalf. Recept; rozenolie ons 2, maagden was, een ons, sap van nachtschade, ons 3, sap van munt kruid, een ons. Dit kook je door elkaar tot het sap begint te verteren. En doe het dan van het vuur, et aardenwerk in doos. En ik heb hiermee soms gewrocht en vreselijke geslachten genezen, maar die behandeling van het erin spuiten en te genezen met de witte zalf zoals je geleerd hebt dat is beter dan dit en de patint is veel eerder genezen. Ik heb het bewezen.

Noch een andere manier dat een geneesheer ons leerde en hij zegt dat men water van weegbree zal nemen of water waarin weegbree in gekookt is en men zal het met een spuit dat water erin spuiten en ermee wassen zo goed men kan. Dan zal men dat etter er geheel met de vingers uitmelken en na dat wassen en na dat [201] uitmelken zal men kleine schroefjes snijden en dat winden om de peilstift aldus gemaakt en dat tussen de sleuf en het geslacht steken en dat zal men 3 of 4 maal doen totdat het binnen goed gezuiverd is en maak dan de peilstift nat in warme olie rosarum en steek die er rondom in en dan heb je een doekje genat in olie van rozen en steek dat voor in de sleuf zodat de olie er in blijft en maak dan een pleister die er bovenop ligt van deze navolgende zalf die men unguentum Rasis noemt.

Zalf van Rasis. Recept; loodwit, ons 2, rozenolie, ons 1, en ½, witte was, ons 1, verpoederde wierook (Boswellia thurifera) en verpoederde mirre, (Commiphora myrrha) gelijk drachme 1, en doe de zalf in een aardenwerk doos en aldus zo zal men het 2 maal per dag vermaken.

(1) Rasis of Rhazes, voluit Abu Bekr Mohammed ben Zakariya al-Razi, geb. omstreeks Rasis 850 te Raj in Chorasan; legde zich betrekkelijk laat op de geneeskunde toe, maar werd niettemin de eerste clinicus van zijn tijd. Hij stierf omstreeks het jaar 930. Een zijner hoofdwerken is ‘al-Haw, in de wandeling ‘continens,’ genoemd, waarvan een compleet Arabisch handschrift, uit 70 boeken bestaande, in het Escuriaal berust. Een ander bekend werk is het ‘Liber medicinalis Almansoris, dus genaamd omdat het de vorst van Chorasan, el Mansur Ibn Johak opgedragen is. Yperman spreekt op blz. 144 van Amazore en doelt daarmee vermoedelijk op dit werk. Een geschrift van hem over blaas- en niersteen is door Dr. P. de Koning in het Frans vertaald onder den titel: Trait sur le Calcul dans les reins dans la vessie. Leiden, 1896. Yperman noemt merkwaardigerwijs Rhases slechts een paar maal, nl. op blz. 12 b en 61 b, en hier en daar nog een naar Rhazes genoemde zalf. Dit is gedeeltelijk daardoor te verklaren dat Rhazes meer internist dan heelkundige was. Overigens blijkt uit Yperman’ s geschrift, dat hij zich de ethische wenken van Rhazes goed ingeprent heeft.

Van den vede die erisipeleren wille ofte ontsteken.

Alse ghi sijt gheroupen tote eenen vede die erisipeleren wille ofte datti ontsteken wille ende ghi daer toe sijt gheroupen soe nemt int erste eenen pomum garnata (l. granati) die snidet in twee ende dien salmen sieden met aisiin ende doet dat in een mortier stampen al in twee ende daer of maect plasteren ende legghet der op laeu. Ende ghi sult nemen deffensatijf van dat hier nae volget ende daer mede besalven al ontrint seer (l. tseer) dat die hitte niet ten buucke wart ne slae. Dit es dat |C72va| deffensatif. Rp. boli armenic .o.. iij. terra sigilata .o.. 1/2. sanguis draconis .dr.. ij. olei rosarum .o.. iiij-or. aceti vini .o.. j. aqua rosarum .o.. 1/2. fiat deffensatijf in mortario et ponatur in pixide. Een ander. Dat men sal doen alsmen gheen deffensatijf ne heeft. Nemt dat sap van den pourceleine der in minghet een luttel pulvis canfora ende dat doet in dine bosse ende daer mede bestriket ontrint dat seer. Ende machment niet gheblusschen ende dat erissipelert dat dat hooft van der vede al zwart wart daer salmen al ontrint oplegghen dit nae volghende plaster waer bi dat dat zwarte ende dat quade verrotte of sel vallen van den goeden Plaster. Rp. mussilaginis semen lini et musselaginis semen fenugreci .o.. j. seem een alf once ongesouten boeter ofte verschen smeer een once. olei violarum .o.. j. et 1/2. hier of maect een unguentum ende daer of maect plasteren ende legghet der op. Hier of soe sal dat quade vleesch hute vallen van den goede. Een ander plaster. Nemt tarwin blomme .dr.. iij. doderen van eyeren olie van rosen .ana. .o.. ij. tsap van donderbaer .o.. ij. vin aisiin .o.. j. dit |C72vb| minget al te samen sonder sieden ende hier of maect plasteren op werc ende dat soe leght er op laeu toter tijt dat die stede van den hitten ghebulst (l. geblust) si ende dat zwarte hute gevallen si. Ende daer nae salmen die stede dwaen met lauwen wijne ende daer nae maken wel droghe. Ende dan stroien der op dit nae volghende pulver. ja op dat seer. Pulvis. Rp. aloe epatici masticis mirre .ana. .o.. 1/2. hier of soe maect poeder subtijl ende stellet in dine bosse. Een ander. Ende Rolandinus die ons leert als dat quaet verrot vleesch of ghevallen was Doe nam hi rose water twee deel ende aisiin een deel Dit maecti warme ende daer 202 mede dwouchine. Ende hi wijst ons datti plach te nemene dese naevolgende decoctie ende daer mede plach hi te suveren dat seer Rp. wiin een vieren deel daer in alumen .o.. j. floris eris .dr.. 1/2. Dit soet hi al overeen een luttel ende daer in nette hi cleedekin ende wieken. ende die leide hi der in ende die droughen wel hute die vulhede ende si heelde die vulle (l. vule) gaten. Een ander. Dat ons scrivet ende leert. Men sal oec dwaen dat seer met desen naevolgende lavament want dit suvert ende heelt.

|C73ra| Lavementum. Rp. aqua rosarum lib. j. aceti vini lib. 1/2. Dit minget te gader ende dan werpt der in dese nae volgende pulveren. serusa .dr.. iiij-or litargirum .dr.. x. asschen van loede mastic wieroec .ana. .dr.. j. hier of maect subtijl poeder ende werpt int vorseide ros[e]water ende latent alsoe staen tote dat ment orbort. Dan salmen dat claere of ghieten ende daer mede dwaen laeu gelijc dat vorseit es. Item ende waert soe datter te vele doot vleesch in ware dat een Cyrugien wel kennen moet dan soe suldi der op legghen van desen naevolgende poeder. Rp. tartarum calxs viva affodilli .ana partes equales ende hier of maect pulver subtijl Dit pulver minget met loegen ghemaect van sloessen van boenscalen. Dit salmen der op legghen tote dat dat doodevleesch al hute gheten is. Ende eist dat sake dat ghi dat vorseit pulver niet ne ebt soe selmen dit pulver nemen dat hier na volget Pulvis. Rp. Aluin de glaetse. lib. 1/2. dat selmen legghen op eene heete tegele int vier ende dat alumen laten smelten op die tegel ende alst gesmolten is ende dat al droge si ende al wit leit dan doet van den tegel in eenen mortier ende maecter of subtijl pulver. |C73rb| Dit pulver stelt in dine bosse ende van desen pulver suldi legghen daer quaet vleesch es. Dit selt doen smelten ende droghen. Ende ic yperman plach te orberen dat pulver vorseit ghemaect van alumen ende is alsoe goet alse dat voren staet van den calcke ghemaect. Dat es seer vreeselic omme te legghen ontrint aderen men sal weten dat den vede es al vol aderen ende groet corrosijf an aderen geleit dat soudese maken bloedende. Ende alse dat doot vleesch al hute is dan heelet met pulveren ende met salven gelijc dat jou vorleert es. Ende somtijts ghevallet dat daer blijft hanghende een styc (l. stic) van den vede ofte van den capproene Dat salmen of sniden met eenen scersse () ende dat bloet selmen stelpen metten pulver datmen heet lanfrancs pulver. Dat voren staet ghescreven int capittel van den hoofde.


Van het geslacht die erisipeleren willen of ontsteken.

Als ge geroepen bent tot een geslacht die erisipeleren wil of dat het ontsteken wil en ge daartoe bent geroepen, neem dan als eerste een granaatappel en snij die in twee en die zal men met azijn koken en laat die geheel stuk in een mortier stampen en maak daarvan pleisters en leg het er lauw op. En ge zal defensief nemen van dat hierna volgt en daarmee al omtrent zeer zalven (l. het zeer) zodat die hitte niet naar de buik slaat. Dit is die defensief.

Recept; bolus armeniacus, ons 3, terra sigilata, (gezegelde aarde) ons ½, drakenbloed, (Daemonorops draco) drachmen 2, rozenolie, ons 4-o azijnwijn, ons 1, rozenolie, ons ½, doe de defensief in mortel van aardenwerken doos.

Een andere; Dat men zal doen als men geen defensief heeft. Neem dat sap van postelein en meng er wat poeder van kamfer (Dryobalanops aromatica) in en doe dat in je bus en bestrijk daarmee omtrent dat zeer. En kan men het niet blussen en het zweert zodat het hoofd van het geslacht geheel zwart wordt dan zal men daar geheel omheen de volgende pleister leggen waarbij dat zwarte en dat kwade verrot of van het goede zal vallen

Pleister. Recept; slijmdrank van lijnzaad en slijmdrank van zaad van fenegriek, (Trigonella foenum-graecum) ons 1, honing, een half ons, ongezouten boter of vochtig vet, een ons, violenolie, ons 1 en ½, en maak hiervan een zalf en maak daarvan een pleister en leg het erop. Hiervan zal dat kwade vlees uitvallen van het goede.

Een andere pleister; Neem tarwebloem, drachmen 3, dooiers van eieren, olie van rozen, gelijk ons 2, het sap van donderbaard, ons 2, wijnazijn, ons 1, dit meng je alles tezamen zonder koken en maak hiervan een pleister op werk en leg dat er lauw op tot de tijd dat die plaats van de hitte geblust is en dat zwarte uitgevallen is. En daarna zal men die plaats wassen met lauwe wijn en het daarna goed droog maken. En dan daarna dit volgende poeder erop strooien, ja op dat zeer.

Poeder. Recept; Alo (Alo perryi, de levervormige), mastiek (Pistacia lentiscus) en mirre, (Commiphora myrrha) gelijk ons ½, en maak hiervan een subtiel poeder en stel het in uw bus.

Een andere en Rolandinus die leert ons als dat kwade verrotte vlees afgevallen is; Toen nam hij twee deel rozenwater en een deel azijn. Dit maakte hij warm en daarmee [202] waste hij het. En hij wijst ons dat hij dit navolgende afkooksel plag te nemen en daarmee plag hij dat zeer te zuiveren.

Recept; wijn, een vierendeel, daarin aluin, ons 1, bloem van koper, drachme ½. Dit kookte hij alles wat door elkaar en daarin natte hij kleedjes en doeken en die legde hij erin en die drogen goed uit de vuilheden en ze heelden de vuile gaten.

Een andere dat ons schrijft en leert. Men zal ook dat zeer wassen met dit navolgende wasmiddel want dit zuivert en heelt.

Wasmiddel. Recept; rozenwater pond 1, wijnazijn pond ½. Dit meng je tezamen en werp er dan deze navolgende poeders in, loodwit drachmen 4 -of litargirum, drachmen 10, as van lood, mastiek, (Pistacia lentiscus) wierook, (Boswellia thurifera) gelijk drachme 1, en maak hiervan subtiel poeder en werp het in het voor vermelde rozenwater en laat het alzo staan totdat men het gebruikt. Dan zal men dat heldere er afgieten en daarmee lauw wassen zoals gezegd is.

Item, en was het zo dat er te veel dood vlees in was dat een chirurg wel kennen moet, dan zal ge er van dit navolgend poeder opleggen.

Recept; wijnsteen, ongebluste kalk, affodil, in gelijke delen en maak hiervan subtiel poeder en meng dit poeder met loog dat gemaakt is van doppen van bonenschalen. Dit zal men erop leggen totdat dat dode vlees geheel uitgegeten is. En is het zo dat ge dat voor vermelde poeder niet hebt dan zal men dit poeder nemen dat hierna volgt

Poeder. Recept; Aluin de glasachtige, pond. ½, dat zal men op een hete tegel in het vuur leggen en dat aluin laten smelten op die tegel en als het gesmolten is en dat geheel droog is en geheel wit ligt doe het dan van de tegel in een mortier en maak er subtiel poeder van. Dit poeder doe je in uw bus en van dit poeder zal je leggen daar kwaad vlees is. Dit zal het laten smelten en drogen. En ik, Yperman, plag dat voor vermelde poeder dat van aluin gemaakt is te gebruiken en is alzo goed als dat ervoor staat dat van kalk gemaakt is. Dat is zeer vreselijk om omtrent aders te leggen en men zal weten dat het geslacht vol aders is en grote brandmiddelen omtrent aderen gelegd dat zou ze bloedend maken. En als dat dode vlees er geheel uit is heel het dan met poeders en met zalven zoals je geleerd hebt. En soms gebeurt het dat er een stuk blijft hangen van het geslacht of van de voorhuid en dat zal men er afsnijden met een schaar en dat bloed zal men stelpen met het poeder dat men Lanfrancs pulver noemt dat tevoren staat geschreven in het kapittel van het hoofd.

Hoemen den siecken houwen sel van eten ende van drincken.

Den siecke esmen sculdich te wachtene van allen onganser spijse ende van allen spijse ende drancke |C73va| die hitte maken Alse van loecke peper engoen sterken wiin case arinck versch vleesch ende hi sel hem houwen van vele te drinckene ende van allen ghesouten spijse tetene. Ende de siecke sal drincken soe hi minst mach hi sal 203 drincken cleen bier ende tisane ende hi sal drincken cleenen witten wijn die sel men fonteinen. Item. Ende hi sel eten eyeren boeter ende wederin vleesch ghesouten ende versch rentvleesch .iij. ofte .iiij. daghe ghespringet ende hi sal eten alle cleene visschen die witte scellen hebben alse carpers bliecken snoucken barsen grondelinge ende der gelike. Ende alle spijse die hi etet die selmen hem lettel souten omme datti te min drincken sal ende men sal hem wachten van spijsen die dat bloet verhieten (l. verhitten) ende de siecke sal hem houwen van vele pinens van gane ende van ongansen roke. Ende de siecke sel dragen sinen vede in een sackin hanghende ghegort ontrent sinen lendinen.

Hoe men de zieke houden zal van eten en van drinken.

De zieke moet men laten wachten van alle onganse spijzen en van alle spijs en drank die hitte maken. Zoals van knoflook, peper, ui, sterke wijn, kaas, haring en vochtig vlees en hij zal zich onthouden van veel te drinken en van alle gezouten spijs te eten. En de zieke zal drinken zo weinig hij kan en hij zal [203] dun bier drinken en gerstewater en hij zal dunne witte wijn drinken en die zal men wateren.

Item. En hij zal eten eieren, boter en gezouten rammenvlees en vochtig rundvlees, 3 of 4 dagen besprenkelt, en hij zal alle kleine vissen eten die witte schellen hebben zoals karpers, blieken, snoeken, baarzen, grondeling en diergelijke.

En alle spijzen die hij eet die zal men voor hem wat zouten zodat hij minder zal drinken en men zal hem wachten van spijzen die dat bloed verhitten en de zieke zal zich onthouden van veel werken, van gaan en van ongans ruiken. En de zieke zal zijn geslacht dragen in een zakje dan omgord hangt aan zijn lendenen.

Van den cancker in den vede.

Ende eist dat sake dat men die vorseide medicinen niet ne helpen op de gaten ende op |C73vb| dat dode vleesch vorseit soe eist canckere dat in den vede es. Ende omme dit canckere te ghenesene soe salmen bernen den canckere in den hals al ontrint met eener cauterien aldus ghemaect in desen manier (). ende dese soe sal men in dat vier wel heet maken ende gloien ende daer mede die corrupcie tingieren ende daer op legghen tweewarf sdages ongesouten boeter ofte onghesouten smeer ende daer of sal den brant vallen ende dan voert suveret ende heelet alsoet jou vorleert es.


Van kanker in het geslacht.

En is het zo dat die voor vermelde medicijnen niet helpen op de gaten en op dat voor vermelde dode vlees, dan is het kanker dat er in het geslacht is. En om deze kanker te genezen zo zal men de kanker in en om de hals branden met een brandmiddel aldus gemaakt op deze manier en hierin zal men dat vuur goed heet maken en glooien en daarmee die corruptie dichtschroeien en tweemaal per dag er ongezouten boter op leggen of ongezouten smeer en daarvan zal de brand vallen en zuiver het dan verder zoals het je geleerd is.

Noch een ander manierjeghen den cancker in den vede.

Ende jegen viscose materie te verdrivene ende te droghene ende te helne. Rp. arcenicum alumen .ana. .dr.. j. bernetse te samen in eenen scerf Daernae nemt blaeu laken ende menschen quaet .ana. .dr.. 4. ende bernet die al gelicke Daer nae nemt .dr.. j. pulvere van der scorssen garnaten ende dan pulveriseert al te gader in een mortier |C74ra| ende van dien pulver stroit op dat seer ende daer mede sal den cancker sterven ende als hi doot is dat saltu weten ane dat vleesch root ende scoene si ende dan suldi dat heelen met desen nae volgende pulver. Rp. aloes epatici masticis olibani .ana. .dr.. iij. sanguis draconis .dr.. j. loot asschen seruse .ana. dr.. 1/2. hier of maect subtijl poeder ende stellet in dine bosse. Ende van desen poeder stroit tweewarf sdages op dat seer ende daer boven soe leght plasteren van witte salve gelijc dat hier nae volget. Rp. serusa .dr.. ij. oleum rosarum .o.. j. et 1/2. cera alba .dr.. j. pulvis thuris pulvis mirre .ana. .dr.. j. fiat unguentum ponatur in pixide ende hier of maect plasteren ghelijc dat jou vorleert es Ende eist dat sake dat ghi meer manieren van salven hebben wilt die dienen ende ghenesen in desen saken. soe gaet in dat capittel van den gaten ende ulcerien in den vede. Daer vindire in staen ghenouch van vele manieren.


Nog een andere manier tegen de kanker in het geslacht.

En om viscose materie te verdrijven en te drogen en te helen.

Recept; arsenicum, aluin, gelijk drachme 1, brandt het tezamen in een pot en neem daarna blauw laken en mensen kwaad, gelijk drachmen 4, en brandt het diergelijk. Neem daarna 1 drachme van de schors van granaatappel en verpoeder het dan alles tezamen in een mortier en van dat poeder strooi je op dat zeer en daarmee zal de kanker sterven en als hij dood is zal u dat weten omdat het vlees rood en schoon is en dan zal ge dat helen met dit navolgende poeder.

Recept; Aloë (Aloë perryi, de levervormige), mastiek, (Pistacia lentiscus) wierook (Boswellia thurifera), gelijk drachmen 3, drakenbloed, (Daemonorops draco) drachme 1, lood as, was, gelijk drachme ½, maak hiervan een subtiel poeder en stel het in uw bus. En strooi van dit poeder tweemaal per dag op dat zeer en leg daarboven pleisters van witte zalf zoals dat hierna volgt.

Recept; loodwit, drachmen 2, rozenolie, ons 1 en ½, witte was, drachme 1, poeder van wierook (Boswellia thurifera) en mirre, (Commiphora myrrha) gelijk drachme 1, doe de zalf in een aardenwerk doos en maak hiervan pleisters zoals je dat geleerd hebt. En is het zo dat ge meer soorten van zalven wil hebben die in deze zaken dienen en genezen ga dan in dat kapittel van de gaten en blaren in het geslacht en daar vind je genoeg staan en van vele soorten.

Van bloet te stelpen in de roede der vede.

|C74rb| Ic hebbe gheweten dicwille alse den brant huten vede ofte huten roede viel dat die aderen seer worden bloedende ende datter de siecke seer cranc of was eer de mester toe quam. Ic mester jan Iperman was in de stede van ypere daer was een arm mersman die 204 hadde eenen seeren vede ende die boven op den rugghe op eenen vinger nae den hoofde hadde een groet diep gat al vol quaet vleesch Diewelke mersman hadde in cueren ende onder handen een leec meester Die niet vele van Cyrugie ne wist ende hi leide an dat gat corrosijf ende dat quam in een ader die zeer wart bloedende die adere des midder nacht ende bloede tote den dach tote .x. hueren ende de leeke mester ne const niet ghestelpen. Ende ic yperman wasser ontboden. ende ic vant den pacient bi naer doot sittende op een leeder. ende hi kende niement. ende hi bloede teener ader huten seere Ic nam den pacient ende ic deden legghen op een bedde. ende ic nam minen dume ende leiden in dat gat op de adere ende ic hilt minen dume der op een stickin ende doen [quam] die mersman ane sine kennisse die hie tevoren hadde verloren ende ic nam van desen |C74va| roden poeder dat hier nae volget ende dat leide ic op die adere. ende dat gat van den vede al vol ende boven dien poeder soe stroide ic blommen van tarwin ende doe nam ic een viervout doucskin van suveren liinwade ende dat leide ic op dat gat. ende daer boven bant ic wijselic met eener scroeden ende eer ic ghinc van daen de siecke hadde weder alle sine kennisse. ende des ander dages soe ghinc ic daer ende verbantene. Ic nam laeu water. ende ic suverdene wel van den bloede. ende ic wecte (l. weecte) die plasteren der mede of Doen maecte icken droghe ende ic leide dat gat vol van den vorseiden poeder ende daer boven een plaster van stoppen ghenet in warme aqua plantaginis. ende ic verbant met eener scroeden ghelic dat jou vorseit es.

Dit is dat pulver. ende het heet mester huges pulver. Rp. Thuris albissimi et viscosi aloe epatici sanguis draconis bolum armenicum .ana. partes equales. et fiat pulvis subtylissimus et ponatur in pixide ende met desen poeder vorseit stelpte ic hem dat bloet ende ic dede dat gat al vol vleesch wassen der mede. Ende te allen vermaken soe suverde icken in warmen borne ende daer nae in wijne ende doen |C74vb| droegde icken ende doen bestreec icken al omme van boven ane den buuc tote ane dat gat met desen naevolgede deffensatijf.

Deffensatijf Rp. oleum rosarum .o.. iij. boli armenici .o.. ij. terra sigillata .o.. j. aceti vini .o.. 1/2. aqua rosarum dr.. iij. misciantur in mortario et fiat deffensativum ponatur in pixide. Een ander. Ende mester hugones scrijft datti plach boven dien pulver te legghen eene plaster ghemaect van desen naevolgende salve. Rp. olei rosarum .o.. iij. cere alba .o.. j. serusa quantum sufficit 1/2. terra sigilata q.s. loodt asschen litargirum .ana. .dr.. ij. hier of maect salve ende doetse in dine bosse. Mester lanfrancs pulver. Ende hi leert ons om bloet te stelpene ende omme te doen wassen dat vleesch in den vede des gats. Rp. wit wieroec tay ende vet .o.. iij. aloe epatici .o.. j. masticis .o.. 1/2. mirra .dr.. ij. Dit minget al over een ende maecter of pulver subtijl ende doet in dine bosse. ende daer boven soe plach lanfranc te legghen pluckelinge van lijnwaede ende daer boven eene plaster van den witte salve ghemaect ende boven die plaster 205 een cleedekin ghenet in warme wegebree water. |C75ra| Ende alsoet vorseit es ghenas hijet.


Van bloed te stelpen in de roede van het geslacht.

Ik heb vaak geweten als de brand uit het geslacht of uit de roede viel dat de aderen zeer bloedend worden en dat de zieke er zeer zwak van wordt eer de dokter erbij komt. Ik, dokter Jan Yperman was in de plaats Iper waar een arme marsman was die [204] een zeer geslacht had en die boven op de rug op een vinger na van het hoofd een groot diep gat had geheel vol kwaad vlees. Die marsman was in behandeling en onder handen van een leken dokter die niet veel van chirurgie wist en hij legde aan dat gat een brandmiddel en dat kwam in een ader die te middernacht zeer bloedend werd en bloedde tot de dag tot 10 uur en de leken dokter kon het niet stelpen. En ik, Yperman, werd erbij ontboden en ik vond de patiënt bijna dood op een leer zitten en hij kende niemand en hij bloedde zeer uit een ader. Ik nam de patiënt en ik liet hem op een bed liggen en ik nam mijn duim en legde die in dat gat op de ader en ik hield mijn duim er een stukje op en toen kwam die marsman bij kennis die hij tevoren verloren had en ik nam van dit van rode poeder dat hierna volgt en dat legde ik op die ader en dat gat van het geslacht geheel vol en boven dat poeder zo strooide ik bloem van tarwe en toen nam ik een viervoudig doekje van zuiver lijnwaad en dat legde ik op dat gat en daarboven bond ik wijselijk met een zwachtel en eer ik er vandaan ging was de zieke weer geheel bij kennis en de volgende dag zo ging ik daar en verbond het.

Ik nam lauw water en ik zuiverde het goed van het bloed en ik weekte (l. weekte) de pleisters er mee af. Toen maakte ik het droog en ik legde dat gat vol van het voor vermelde poeder en daarboven een pleister van proppen genat in warme aqua plantaginis en ik verbond het met een zwachtel zoals je gezegd is.

Dit is dat poeder en het heet dokter Huhge’s poeder.

Recept; Witte wierook en Aloë (Aloë perryi, de levervormige), drakenbloed, (Daemonorops draco) bolus armeniacum, gelijke delen en doe het subtiel in een aardenwerken doos en met dit voor vermelde poeder stelpte ik bij hem dat bloed en ik liet dat gat daarmee geheel vol vlees groeien. En bij alle vermaken zo zuiverde ik het in warm bronwater en daarna in wijn en toen droogde ik en toen bestreek ik het alom van boven aan de buik tot aan dat gat met deze navolgende defensief.

Defensief. Recept; rozenolie, ons 3, bolus armeniacus, ons 2, terra sigillata, (1) ons 1, azijnwijn, ons ½, rozenwater, drachmen 3, meng het in mortel en die het deffensief in een aardenwerk doos.

Een andere. En dokter Hugones schrijft dat hij boven dat poeder een pleister plag te leggen gemaakt van deze navolgende zalf.

Recept; rozenolie, ons 3, witte was, ons 1, loodwit in voldoende hoeveelheid, ½, terra sigillata, loodas, litargirum, gelijk drachmen 2, en maak hiervan een zalf en doe het in je bus.

Dokter Lanfranc’ s poeder. En hij leert ons om bloed te stelpen en om dat vlees in het gat van het geslacht te laten groeien.

Recept; wit, taai en vet wierook, ons 3, Aloë (Aloë perryi, de levervormige), ons 1, mastiek, (Pistacia lentiscus) ons ½, mirre, (Commiphora myrrha) drachmen 2. Dit meng je door elkaar en maak er een subtiel poeder van en doe het in je bus en daarboven zo plag Lanfranc pluksels van lijnwaad te leggen en daarboven een pleister die van de witte zalf gemaakt was en boven die pleister [205] een kleedje genat in warm weegbree water. En zoals het gezegd is genas hij het.

Van apostemen ende zwellinghe der cullen.

Apostemen ende zwellinge der cullen comt somtijts toe van hitten ende somtijts van quetsingen ende van bloede datter toeloept Ende alse die zweeringe comt van hitten Die teekinen siin roetheit der verwen. heet in den tast. starke zweeringe ende stecten. ende die cueren der of dat willen wij scriven. Int erste salmen bloet laten in die adere die men heet baselica ane die selve side. ende eist dat sake dat si siin beede geapostemeert soe selmen laten in die rechte side ende men sel der oplegghen vercoelende cruden alse herba violarum edrea terrestrea ende solatrum. Dese cruden selmen sieden in watere ende doen se huten watere ende latense versupen van den water Dan selmen die cruden al in twee stampen met een lettel tarwin gruus ende siendense (l. siedense) met een lettel wiins ende waters ende olie van rosen ende daer of maken plasteren ende dat selmen legghen laeu der |C75rb| op. Ende aldus salmen des dages vermaken tweewarf ende eermen de plaster der op legghen sel soe selmen altoes de cullen bayen metten vorseiden water daer die vorseide cruden in ghesoden waren. Item ende hi sel sitten in wateren die vercoelen. Een ander. men sal nemen scroeden ende die selmen netten in wiin aisiin ende in rose water te gader gheminget. ende dat salmen laeu der op legghen tweewarf sdages ende men sallet bestriken met coelende unguenten die ten heeten apostemen gaen alse ghi voren in de apostemen vinden sult. Een ander. Ende eist dat daer mede niet ne betert soe leghter op dit nae volgende plaster ende hier mede saelt sachten ende beteren. Rp. mussilaginis semen lini et psillii et fenugreci .ana .o.. iiij-or. gummi bdellii. armoniacum .ana .o.. 1/2. furfuris .o.. v. Dit stoet ende siedt al over een ende daer of maect een plaster ende dat leght al warme der op. Ende men sal weten datmen altoes die cullen vor den vermaken sal bayen.

Van gezwel en zwellingen aan de ballen.

Gezwel en zwelling van de ballen komt soms aan van hitte en soms van kwetsingen en van bloed dat ernaartoe loopt. En als de zweer van hitte komt dan zijn de tekens rode kleur, heet in het tasten, sterke zweer en steken en de behandeling daarvan dat willen wij schrijven. Ten eerste zal men bloed laten in de ader die men baselica noemt aan dezelfde zijde en is het zo dat ze beide zijn verzweert dan zal men laten in de rechterkant en men zal er verkoelende kruiden opleggen zoals herba Viola, Glechoma terrestris en Solanum nigrum. Deze kruiden zal men in water koken en doe het uit het water en laat ze verzuipen van het water. Dan zal men al die kruiden in twee stampen met wat tarwegruis en koken ze met wat wijn en water en olie van rozen en daarvan pleisters maken en dat zal men er lauw opleggen. En aldus zal men per dag het 2 maal vermaken en eer men de pleister erop zal leggen zo zal men altijd de ballen baden met het voor vermelde water daar de voor vermelde kruiden in gekookt waren.

Item, en hij zal zitten in water dat verkoelen. Een andere; men zal zwachtels nemen en die zal men natten in wijnazijn en in rozenwater tezamen gemengd en dat zal men er 2 maal per dag lauw opleggen en men zal het bestrijken met verkoelende zalven die de hete gezwellen laten uitgaan zoals ge tevoren in dat gezwel vinden zal.

Een andere; En is het dat het daarmee niet verbetert leg ter dan deze navolgende pleister op en hiermee zal het verzachten en verbeteren.

Recept; vochtigheid van zaad van lijnzaad en Plantago psyllium en fenegriek, gelijk ons 4 of gom bdellium, (Commiphora africana) ammoniak, (Dorema ammoniacum) gelijk ons ½, zemelmeel, ons 5. Dit stamp je en kook het door elkaar en daarvan maak je een pleister en dat leg je er geheel warm op. En men zal weten dat men altijd die ballen voor het vermaken zal baden.

Van apostemen van couwe saken.

Ende alse apostemen commen van couwe saken in der (l. den) cullen dat selmen bekennen |C75va| bi der bleecheden ende bi der hartheden der cullen ende cleen wee ofte stecten Ende siin die cullen seer hart ende zwaer soe nemt dit plaster. Plaster. Rp. absincium molle de stront van der gheeten den stront van den osse ende duven mes Dit minghet al over een ende siedet in een lettel wiins altoes roerende ende dan doet of. ende hier of maect plasteren. ende legghet der op warme Ende men sal erst die cullen baien eermen die plaster der op leit ende dwaen ende stoven in dit naevolgeden decoctie. Nemt foliorum bismalva m. ij. malva m. j. Dit selmen sieden in drie stoepe waters eene langhe wile ende dan doent of ende stoven der over ende bayen de cullen der in altoes eer men de plaster der op legghet. Noch een ander. Rp. absincium recentis kersse abrotanum betonica 206 sambuci ebuli .ana. m. j. sout seem gherstin mele Dit stampt al over een dan siedet met wiin van peitau over dat vier dan doet of ende daerof soe maect plasteren ende legghet laeu der op gelic dat jou vorseit es. Een ander ten selven. Nemt mele van boenen ghestampt |C75vb| wel cleene ende dat siedt met aisiin al slecht altoes roerende dat niet ne berne Dan doet of ende maect plasteren ende leghtse der op gelijc dat jou vorseit is ja alsoe heet alsmen lien mach. Een ander jeghen zwellinge ende zweeringhe der cullen. Rp. succi benedictum. idem cecuta .o.. iiij-or. aisiin .o.. iij. bonen mele subtijl ghemalen Dit siedt al over een op dat vier altoes roerende dat niet ne berne ende doet of ende maect der of plasteren ende die leght heet der op Dit doet sceeden certissime. Een ander ten selven. Rp. tapsum barbatum urtica parvam herba violarum malvam furfuram .ana. manipulum .j. Dese cruden snit al in cleene sticken ende doeter toe de bladeren van ebuli sambuci absincii ende rosen et pallias alliorum .ana. m. 1/2. Dit stampt al over een ende siedet in wine tote dat slecht is. Dan legghet warme der op gelijc dat vorleert es Dat sel wel de siecheit sceeden. Een ander. Noch ten zwellinghe den cullen commende van couwe humoren. Rp. Nemt bonen venigriec liinsaet anijs coriandre camamillen blommen .ana. partes equales. Dit stoet in pulver |C76ra| ende dan siedet in witten wine peitou ende dit plaster der op gheleit sceet. Hier an scrijft van mester louic van macke.


Van gezwel van koude zaken.

En als een gezwel van koude zaken in de ballen komt dat zal men herkennen bij de bleekheid en bij de hardheid van de ballen en kleine pijn of steken. En zijn de ballen zeer hard en zwaar zo neem deze pleister. Pleister.

Recept; zachte absint, de stront van de geiten, de stront van de os en duivenmest. Dit meng je alles door elkaar en kook het in wat wijn en altijd roeren en doe het er dan af en maak hiervan een pleister en leg het er warm op. En men zal eerst de ballen baden eer men die pleister erop legt en wassen en stoven in dit navolgende aftreksel.

Neem blad van heemst, maat 2, Malva maat 1. Dit zal men een lange tijd in drie stopen water koken en doe het er dan af en stoof erover en baadt de ballen daarin altijd voor men de pleister erop legt.

Nog een andere.’

Recept; absint vers, kers, Artemisia abrotanum, betonie, [206] kruidvlier, gelijke maat 1, zout, honing en gerstemeel. Dit stampt je door elkaar en kook het dan met wijn van Poitou over het vuur en doe het er dan af en maak daarvan de pleister en leg het er lauw op zoals het je gezegd is.

Een ander tegen hetzelfde;

Neem meel van goed klein gestampte bonen en kook dat licht met azijn en altijd roeren zodat het niet verbrandt, doe het er dan af en maak een pleister en leg het erop net zoals het je gezegd is, ja, zo heet als men lijden kan.

Een andere tegen zwelling en zweren van de ballen.

Recept; sap van Cnicus benedictus, idem, Cicuta, ons 4,-of azijn, ons 3, bonenmeel subtiel gemalen en kook dit door elkaar op een vuur en altijd roeren zodat het niet verbrandt en doe het er af en maak er een pleister van en leg die er heet op. Dit laat zeker scheiden.

Een andere tegen hetzelfde.

Recept; Verbascum, Urtica, klein kruid van viool, Malva, zemelmeel, gelijk, handvol 1. Deze kruiden snij je geheel in kleine stukken en doe er bladeren van kruidvlier, absint en rozen en schillen van ui erbij, gelijk m ½. Dit stampt je geheel door elkaar en kook het in wijd totdat het goed is en leg het er dan warm op zoals het geleerd is. Dat zal de ziekte goed scheiden.

Een andere.

Nog tegen zwelling van de ballen die van koude vochtvermenging komen.

Recept; Neem bonen, fenegriek, lijnzaad, anijs, koriander, (Coriandrum) kamillebloemen, (Matricaria) gelijke delen. Dit stamp je tot poeder en kook het dan in witte wijn van Poitou en leg deze pleister erop, het scheidt. Hiervan schrijft dokter Louic van Macke.

Van eenen siecheit in den cullen die men heet .Erina.

Van Erina. in den cullen daer of siin twee manieren alse Erina Carnosa dats te segghen in vlaemsche vleesch carnouffel. ende daer es een ander manier dat heet men Erina ventosa dats te segghen in vlaemsche wint carnouffel Ende men sal weten wint carnouffels niet en eist omme ghenesen Dan datment hute sniit subtijlic gelijc dat men siin (l. snijt) van den ghescorden cullen balch dore ende dat langes den lichame ende dan salment hute pellen ende snident van den darmen daer die cullen mede hanget. ende dat selmen dore steken. ende dore cnoepen alsoemen doet van den ghescorden. ende die siecke sel ligghen al in den maniere ghelijc datti leit van den ghescorden ende hi |C76rb| sel alsoe eten ende drincken maer men sel die wonde heelen al eens gelijc dat heelt in ghescorden diemen sniit hets al eens. Ende men es sculdich dat einde van den darme te cauterizeeren met eenen gloyenden heeten ysere ende dat selmen doen omme dat die carnouffels niet weder soude groyen. Ende men sel wachten den draet ende den cnoep buten hanghende tote datti ofvallet. ende vermaken ghelijc ghescorde.

Van een ziekte in de ballen die men Erina noemt. (zakbreuk)

Van Erina in de ballen, daar zijn er 2 vormen van zoals Erina Carnosa, dat betekent in Vlaams vleesbreuk, en er is een andere vorm die men Erina ventosa noemt, dat betekent in Vlaams windbreuk. En men zal weten dat windbreuken niet te genezen zijn dan dat men het er subtiel uitsnijdt net zoals men van de gescheurde de balzak doorsnijdt en dat langs het lichaam en dan zal men het eruit pellen en snijden het van de darmen daar die ballen mee hangen en dat zal men doorsteken en doorknopen net zoals men doet van de gescheurde en de zieke zal in dezelfde manier liggen net zoals hij van de breuk ligt en hij zal alzo eten en drinken, maar men zal die wond helen net zoals men dat heelt in de gescheurde die men snijdt, het is allemaal hetzelfde. En men moet dat eind van de darm branden met een gloeiend heet ijzer en dat zal men doen zodat de breuk niet weer zou groeien. En men zal letten op de draad en de knoop buiten hangen totdat die afvalt en vermaken gelijk gescheurde.

Van water carnouffele.

Van waters carnouffels die in de cullen somtijts wassen Daer of willic jou scriven. Ende dat wort ghewonnen in de holle sone ofte diuidimus (l. epididymus). dats daer die cullen anne hanghet. Nou willic daer of gaen ter cuere omme dat water hute te doene. ende dan commen 207 eenighe leeke mesters die hute snien den cul gelijc ofte hi ware ghescort maer dat es seere valsch ende sine weten niet wat si doen Ende aldus in desen manier selmen gaen ten werke. Int erste men sal nemen eene groete driecante naelde ende die naelde selmen crommen ende die naelde selmen steken in dat |C76va| onderste van den cullenbalge ende dore dat didimus ende die naelde weder () hute commende ter huut ende dien draet selmen der dore trecken ende der in laten hangen tote dat hem dwater hute gheloepen si ende aldus selment laten .vij. daghe lanc ende daernae soe selmen die wonde suverlic heelen alsoet behoort. Ende eenighe mesters siin die de wint carnouffels oec plegen hute te latene met eenen naelde ende eenen drade alsoet vorseit es () ghelijc datmen hute laet water carnouffels ende eenighe meesters snidense hute met eenen vlime ghemaect in desen manieren aldus (fig. XLV) Ende daermede doen si sceeden den wint ende die zwellinghe.

Van water netbreuken.

Van water netbreuken die soms in de ballen groeien daarvan wil ik jou schrijven. En dat wordt gewonnen in de holle zone van diuidimus (epididymus), dat is daar de ballen aan hangen. Nu wil ik daarvan gaan ter genezing om dat water eruit te doen en dan komen [207] enige leken dokters die de bal er uitsnijden net alsof hij gescheurd was, maar dat is zeer vals en ze weten niet wat ze doen. En aldus zal men op deze manier te werk gaan;

Als eerste zal men een grote driekantige naald nemen en die naald zal men krommen en die naald zal men in het onderste van de balzak steken en door dat didimus en die naald komt er weer uit bij de huid en die draad zal men er doortrekken en erin laten hangen totdat bij hem het water er uitgelopen is en aldus zal men het 7 dagen lang laten en daarna zo zal men die wond zuiver helen zoals het behoort. En enige dokters zijn er die de windbreuken ook plegen uit te laten met een naald en een draad zoals het gezegd is net zoals men de waterbreuken uitlaat en enige dokters snijden ze eruit met een vliem die op deze manier gemaakt is aldus. En daarmee laten ze de wind en zwelling scheiden.

Van den gescorden te ghenesene in ander maniere.

Meer voren hebben wij gheseit van ghescorden te ghenesene met drancken ende plasteren ende dat sonder sniden Dat nieuwe es te ghenesene met banden ende drancken. Ende nou willen wij hier een ander manier |C76vb| leeren van heelne Die metten vorseiden drancke niet moghen geheelt werden die soe selmen helpen in desen maniere sonder den cul te verliesene noch gheen leedt Rp. Nemt levende calc. tweedeel artament (l. atrament) een deel. dit pulvert Dan selmen nemen zeepe die swart es ende daer mede dat vorseit pulver mingen alsoe stijf als dech ende daer of formere eene ruptorie ende die legghen dore een gat van eenen leder aldus ghemaect in desen maniere () ende dit ruptorium selmen legghen ter steden daer tgat van den ghescorden si ende dit selmen laten legghen eenen dach sonder of doen op dan tijsbeen selmen der op striken boter ofte smout tote dat daer een stic hute valt dat daer ghedoot es ende eist dat sake dat ghi den darme bloet vindet daer den cul an hanget. ende dat vleesch of es Soe suldi met eenen scersse den darme clieven toten beene () in de middel lancxs Dan suldi hebben een gloiende isere ende daer mede cauteriseren ende bescauwen den darme alsoe ver[r]e alse den snede |C77ra| gaet toten beene toe ende doedijt niet alsoe ver[r]e als die snede gaet. ende bernen toten beene toe heet (l. het) en sal niet helpen Dan bestricket dat verberne[de] met smeere onghesouten tote dat den brant hute valt Dan salmen int gat van den senuwen doen wassen vleesch ende dat vleesch sel wesen met cnoepen sullen beweren dat huut gaen van den darmen dat nemmermeer der nae darmen ne sullen hute commen. Ende daernae sulmen (l. salmen) die wonde van buten doen vleesch wassen ende heelen ghelijc ander wonden vorseit. Die siecke sal moeten legghen .xl. dage over rugghe. ende hi moet hem hoeden seere van vele pinen ende van ghenoten met wrouwen (l. vr-) ende van grove spijsen 208 die wint maecken tetene drie daghen ofte .iiij. te voren eer mer an werken sel. ende men selne te voren wel dieteren ende houwen met lijchte spijsen. ende den lichame wel ydel maecken ende die darmen selmen wel in doen ende datsi wel moghen in bliven ende datsi inwart niet ne verwarren daer vreese of commen mochte Ende eenighe mesters doen dat werc van ruptorien met cauton ende si ber\nent |C77rb| met ysere ende bescouwent toten ysbeene ende dan heelent alsoet ons vorleert es ende dit es eene vaste cuere daert wel ghedaen es sonder verlies der cullen. al eist den pacient pine omme ghedoghen ende menich pacient ne sout niet wille[n] ane gaen noch menich mesters ne souwent willen doen. Ende ic mester jan yperman ne deet noint want hets te aventuerlic ende te aventuerlic omme den pacient.


Van de breuken op een andere manier te genezen.

Maar hiervoor hebben wij gezegd van breuken met dranken en pleisters te genezen en dat zonder snijden en de nieuwe is te genezen met banden en dranken. En nu willen wij hier een andere manier van helen leren die met de voor vermelde dranken niet geheeld kunnen worden en die men zo op deze manier zal helpen zonder de ballen te verliezen en geen leed te hebben.

Recept; Neem ongebluste kalk, twee delen, zwarte inkt, (atrament) een deel, verpoeder dit. Dan zal men zeep nemen die zwart is en daarmee dat voor vermelde poeder zo stijf als deeg mengen en daarvan een bijtend geneesmiddel vormen en die door een gat van een leer leggen die aldus op deze manier gemaakt is en dit bijtende geneesmiddel zal men op de plaats leggen daar het gat van de breuk is en dit zal men er een dag laten liggen zonder het er af te doen en dan zal men op het heupbeen boter of vet smeren totdat er een stuk uitvalt dat daar gedood is en is het zo dat ge de darm bloedend vindt daar de ballen aan hangen en het vlees er af is, dan zal ge met een schaar de darm midden in de lengte klieven tot het been. Dan zal ge een gloeiend ijzer hebben en daarmee dichtschroeien en de darm branden zover als de snede tot het been gaat en doe je dit niet zo ver als de snede gaat en niet branden tot het been, het zal niet helpen. Dan bestrijk dat verbrande met ongezouten vet totdat de brand uitvalt. Dan zal men in het gat van de zenuwen vlees laten groeien en dat vlees zal met knopen wezen en zullen weren dat uitgaan van de darmen zodat de darmen er daarna nimmermeer zullen uitkomen. En daarna zal men de wond aan de buitenkant vlees laten groeien en helen net zoals van andere wonden gezegd is. De zieke zal 40 dagen op de rug moeten liggen en hij moet zich zeer houden van arbeid en van coitus met vrouwen en van grove spijzen te eten [208] die wind maken en drie of 4 dagen voordat men er aan werken zal, zal men ze een goed dieet geven en aan lichte spijzen houden en het lichaam goed leeg maken en de darmen zal men er goed in doen zodat ze er goed inblijven en dat ze van binnen niet verwarren waar vrees van komen mocht. En enige dokters doen dat werk van bijtende geneesmiddelen met katoen en ze branden het met ijzer en verbranden het tot het heiligbeen en helen het dan zoals ons geleerd is en dit is een vaste behandeling daar het goed te doen is zonder verlies van de ballen al is het dat de patiënt er pijn om gedogen moet en menig patiënt zou het niet willen aangaan en ook menige dokter zou het niet willen doen. En ik, dokter Jan Yperman, deed het nooit want het is te gevaarlijk en te hachelijk vanwege de patiënt.

Van den navele ghescort in kinderen.

Die navele wert in kinderen groot ghescort ende hute bulende ende qualicke ghesloten ende dat mach men wel ghenesen sonder sniden Ende ghevalt somtijts dat daer gadert vele materie ende dat salmen purgieren aldus. Nemt dat heinde van den navele met .ij. vingeren ende metten anderen hant soe dructen inwart dat in den navele es tote in den lichame ende coendi dit ghedoen soe es den navele ghescort ende ne willet niet ingaen ende dat kint seer trect ende screit soe eist materie soene suldi niet der toe doen. Ende is de varwe van der navele gelijc de varwe van den huut. ende dat in gaet alsment |C77va| tast gelijc alst vorleert es dan suldi maken eenen bant met eenen cussenkin in de middel genayet ende daer mede subtijlic binden ende onder den bant op den navele salmen legghen gheberrende lupinen ende lijnen doucke gheberrende .ana. partes equales ende dit salmen temperen met wiin aisiin ende maect der of een plaster op stoppen ende der op geleit ende der boven op binden een cussinkin alle dage. Een ander der toe orborlic. Nemt zwart pec .o.. iiij-or pulver masticis. pulver van wieroec pulver van bolum armenicum .ana. elcxs .o.. 1/2. dat pec salmen smelten op dat vier alleene ende alst ghesmolten is dan doet of ende minget der in de pulveren vorseit ende maect eene plaster van eenen canepen doucke ende dat leght der op .3. daghe ofte meer ende doet alsoe tote datti ghenesen is. Ende macht niet der mede ghenesen soe salmen wercken aldus Int erste men sal met eener spletten die navele begripen ende inwart steken tote datti in es ende alst al in es dan salmen vaste duwen ane den buuc ende die splette in houwen die darmen ende die pacient die |C77vb| sal sinen navele soe hi mest mach inwaert trecken Ende dan salmen nemen eenen naelde met eenen starken drade alsoe ghemaect in desen vorme (zie fig. XLIV) Ende dor steken den navele al vaste ane de splette ende dan salmen den draet een warf omme slaen ende cnoepen alsoe men eenen sac bint. ende dan den navele weder dore steken cruuswijs jeghen die erste steke. ende dan weder omme slaen ende cnoepent noch een warf ende dan 209 salmen dat einde des drats (l. draets) of sniden ende dan doen die splette of. ende latent daer in den draet tote datti of valt ende vort. Dan selment heelen alse eene ander wonde met drogender salve ende die selmen wel heelen ende dat houwet emmer wel ghecussinelt ende oec goet regement houwen.

Van de navel gescheurd bij kinderen.

De navel wordt in kinderen groot gescheurd en puilt uit en sluit slecht en dat kan men goed genezen zonder snijden. En het gebeurt soms dat er veel materie zich verzamelt en dat zal men aldus purgeren;

Neem dat eind van de navel met 2 vingers en met de andere hand en druk het zo naar binnen dat de navel tot in het lichaam is en kan ge dit doen dan is de navel gescheurd en wil er niet ingaan en als dat kind zeer trekt en schreit dan is het materie en dan zal ge het niet doen. En is de kleur van de navel gelijk de kleur van de huid en dat het er ingaat als men het tast zoals geleerd is dan zal ge een band maken met een kussentje in het midden genaaid en daarmee subtiel binden en onder de band zal men op de navel gebrande lupinen en gebrande linnen doeken leggen, ana partes equales, en dit zal men mengen met wijnazijn en maak er een pleister van op proppen en leg het erop en er alle dagen een kussentje op binden.

Een andere daartoe die gebruikelijk is;

Neem zwarte pek, ons 4 of poeder van mastiek, (Pistacia lentiscus) poeder van wierook, (Boswellia thurifera) poeder van bolus armeniacus, gelijk elk o ½, dat pek zal men alleen smelten op het vuur en als het gesmolten is doe het er dan af en meng de voor genoemde poeders erin en maak er een pleister van op een hennep doek en leg dat er 3 dagen of meer op en doe alzo totdat het genezen is. En kan het daarmee niet genezen dan zal men aldus werken;

Ten eerste zal men met een spaan de navel vastgrijpen en naar binnen steken totdat het erin is en als het er geheel in is dan zal men het vast duwen aan de buik en met die spaan de darmen erin houden en de patint die| zal zijn navel zo hij het beste kan naar binnen trekken. En dan zal men een naald met een sterke draad nemen alzo gemaakt in deze vorm en de navel geheel vast doorsteken aan de spaan en dan zal men de draad er 1 maal om slaan en knopen zoals men een zak bindt en dan de navel weer kruisgewijs doorsteken tegen de eerste steek en dan weer omslaan en nog een keer knopen en dan [209] zal men dat eind van de draad afsnijden en dan de spaan er af doen en daar de draad inlaten totdat hij afvalt en verrot. Dan zal men het helen zoals een andere wond met drogende zalf en die zal men goed helen en houd dat steeds met kussentjes en ook een goede regel houden.

Van spenen die wassen in dat fundament.

Amoroides dat siin spenen ende siin vaste heelende ane die aderen in dat fundament. Die welken spenen onderwilen zwellen over midts humoren diere toe vloien. ende mest (meest?) grof bloet dat doetse onderwilen |C78ra| spliten ende besten (l. bersten) Dit siin die teekinen Dat aensichte geluwe werdende ofte bleec wintsele in den lichame ende in den rugghe. ende groete zwaerheit in den beenen. Item men sal weten dat der spenen siin .iij. manieren Sulke spenen siin lanc ende breet ghelijc worten. ende dat siin die harechste. ende sulken gheliken morbesien. ende die ne siin niet soe quaet allinge. Sulke geliken wiinbesien ende dat siin die alder beste. Sulke spenen die wassen voren ten cullen wart Ende sulke spenen wassen achtere ten lendinen waert Ende sulke spenen breken hute ende leken altoes ende sulke breken hute ende leken niet. Die spenen commen mest van bloede ende van melancolien. ende selden commen die spenen van colera. Ende alder minst commen si van fluma. Ende men sal weten. spenen die van melancolien commen die geliken worten Ende die spenen die van bloede commen gheliken morbesien Ende die spenen die van flumen commen die geliken winbesien. Ende die spenen die wassen gherne in lieden die heet siin ende versch ende in tiden die heet sin ende versch ende in landen gelikende. Ende eist dat die |C78rb| flumen commen van limeghen humoren alse van flumen men ghevoelt in den lichame wint ende rommelinghe. Eist datsi vloien soe tingiertse met eenen heeten isere [t]horen hoofde. Ende ons bescrijft galienus eist dat een mensche spenen heeft ende hebben si langhe gheloepen Dat men eene spene sal laten open sel dat die materie der dore purgieren mach van horen humoren. Want Avisenna seit oec ende orcont eist dat men die spenen alle stopt. het ware te ontsiene. dat de siecke dat water laden mochte ofte datti mochte werden tisicos ofte mania ende dat soude commen overmidts dat hore de natuere niet mochte purgieren ghelijc te voren. ?Daer omme soe selmen eene hopen (open?) laten heves de natuere te doene. Ende men sal laten den lever ader in den rechten arme. Ende nae den purgacien ende suveringhe salmen van buten werken met desen navolgende cruden die droghen. Rp. loodt asschen scellen van ysere van elcxs even vele hier of maect subtijl poeder ende stellet in dinen bosse ende van dien poeder doet dicken der op. Een ander. Nemt acacia .o.. iij. seruse draganti van elcxs .o.. ij. hier of maect pulver subtijl ende temperet met |C78va| succi arnaglossa in modum unguentum et ponatur in pixide ende daer met bestriket de spenen sdages tweewarf. Een ander. 210 Nemt tapsus barbatus. dat salmen droghen ende pulveriseeren subtijl et ponatur in pixide ende dat leght op de spenen des dages tweewarfs. Een ander ten selven. Nemt mille folium centrum galli van elcxs even vele dit droget ende daer of maect poeder subtijl ponatur in pixide. ende hier of doet op de spenen. tweewarfs sdaghes. Een ander dat rogerus scrijft ende leert. Nemt de scorssen van garnaten die pulveriseert subtijl ende dat minget met aisiin in modum unguentum ende dat leght op der spenen dat selse drogen ende ghenesen ende staen die spenen diepe in dat fundament men sal wieken der in steken met desen salve ende met cleederen. Item ysaac seit men sel boenen een lettele sieden ende dat legghen op stoppen ende voert legghen op die spenen die zwellen ende zweeren ende niet ne loepen. Een ander. Nemt doderen van eyeren paritaria absincium Dat absincium ende paritaria salmen wel cleen stampen ende sieden in water dan pueren dat water of ende siedense met een lettel olie van rosen Dan doet van den vier ende minget der mede doderen van eyeren |C78vb| in modum unguentum ponatur in pixide ende dit plaster geleit op spenen die niet ne loepen ende zweeren. Een ander. Nemt wortelen van spyen(?) dit stampt al in sticken ende nemt was ende pec ende dit siedt deen over dandere et fiat unguentum ponatur in pixide ende leght dat der op ende latent ligghen .iij. daghe lanc Ende men sal laten die lever adere ende men sal ventousen setten soemen naest mach. Een ander. Nemt apium emorroidarum die ghesoden in wine ende dat geplastert der op sceet die spenen ende die zweeren. Een ander. Rp. oleum nucis Dat salmen dicken stricken op de spenen. Een ander. Nemt pulver van den selven eppen daer of maect pulver ende dat minget met seeme in modum unguentum Dat stricket op die spenen die lopen si sullen drogen der mede. Een ander. Nemt pulver van netelen ende dillen poeder Dat minget met seeme ende bestriken het sal ghenesen. Een ander jeghen spenen commende van melancolien. Nemt pulver van den beene der herten van den hert dat drincket in met wine daer seeme in ghesoeden is ofte met diasene. Een ander jeghen |C79ra| spenen bi fauten van den ghesteliken leden. Rp. Corali rubi et albi dat pulveriseert subtijl pulvis draganti. pulvis ordei .ana. ende daer of maect pulver ende dat hout onder die tonghe ende latent smelten onder den tonghe ende zwelget maer eist bi fauten der voedender leden soe gheeft van den vorseiden pulvere drincken met sape van wegebree.


Van aambeien die in het fundament groeien.

Amoroides, dat zijn aambeien, en helen vast aan de aderen in het fundament. Die aambeien zwellen soms vanwege vochtvermenging die ernaartoe vloeien en meest grof bloed zodat ze soms splijten en barsten. Dit zijn de tekens; Dat aanzicht wordt geel of bleek, winderigheid in het lichaam en in de rug en grote zwaarheid in de benen.

Item, men zal weten dat er 3 soorten aambeien zijn. Sommige aambeien zijn lang en breed gelijk wratten en dat zijn de ergste en sommige lijken op moerbeien en die zijn gans niet zo kwaad. Sommige lijken op wijnbessen en dat zijn de allerbeste. Sommige aambeien die groeien voor de ballen uit. En sommige aambeien groeien achter naar de lendenen toe. En sommige aambeien breken uit en lekken altijd en sommige breken uit en lekken niet. De aambeien komen meest van bloed en van melancholie en zelden komen de aambeien van gal. En allerminst komen ze van fluimen. En men zal weten dat aambeien die van melancholie komen die lijken op wratten. En aambeien die van bloed komen lijken op moerbeien. En aambeien die van fluimen komen die lijken op wijnbessen. En die aambeien die groeien graag in lieden die heet en vochtig zijn en in tijden die heet en vochtig zijn en in daarop gelijkende landen. En is het dat die fluimen van lijmige vochtvermenging komen zoals van fluimen dan voelt men in het lichaam wind en rommeling. Is het dat ze vloeien schroei dan hun hoofd dicht met een heet ijzer.

En ons schrijft Galenus is het dat een mens aambeien heeft en hebben ze lang gelopen dat men een aambei open zal laten zodat de materie er door purgeren kan van zijn vochtvermenging. Want Avicenna zegt ook en verkondigt is het dat men alle aambeien stopt zou het te ontzien zijn dat de zieke water mocht laden of dat hij tisicos of mania worden en dat zou komen omdat bij hen de natuur zich niet kan purgeren zoals te voren. Daarom zo zal men er 1 openen zodat de natuur het kan doen. En men zal de leverader in de rechterarm laten. En na de purgatieven en zuivering zal men van buiten werken met deze navolgende kruiden die drogen.

Recept; lood as, schellen van ijzer, van elk evenveel en maak hiervan subtiel poeder en stel het in uw bus en doe er van dat poeder er dik op.

Een andere; Neem Acacia, ons 3, was, dragant, (Astragalus), van elk ons 2, en maak hiervan subtiel poeder en meng het met sap van grote weegbree in gewone zalf in aardenwerken doos en bestrijk daarmee de aambeien 2 maal per dag.

Een andere; [210] Neem Verbascum en dat zal men drogen en subtiel verpoederen en doe dat in aardenwerk doos en leg dat 2 maal per dag op de aambeien.

Een andere tegen hetzelfde;

Neem duizendblad en wilde salie, van elk evenveel en droog dit en maak daarvan subtiel poeder, aardenwerk in doos en doe hiervan 2 maal per dag op de aambeien.

Een andere dat (1) schrijft en leert; Neem de schorsen van granaatappels die ge subtiel verpoederd en meng dat met azijn in modum zalf en leg dat op de aambeien, dat zal ze verdrogen en genezen en staan de aambeien diep in dat fundament dan zal men er doeken insteken met deze zalf en met klederen.

Item, Ysaac zegt; men zal bonen wat koken en dat op proppen leggen en verder op de aambeien leggen die zwellen en zweren en niet lopen.

Een andere; Neem dooiers van eieren, Parietaria en absint. Dat absint en Parietaria zal men goed klein stampen en in water koken dan dat water zuiveren of het met wat olie van rozen koken doe het dan van het vuur en meng er dooiers van eieren mee |in gewone zalf aardenwerk in doos en leg deze pleister op aambeien die niet lopen en zweren.

Een andere; Neem wortels van spijk (lavendel?) en stamp dit geheel stuk en neem was en pek en kook dit door elkaar et fiat zalf aardenwerk in doos en leg dat erop en laat het 3 dagen lang liggen. En men zal de leverader laten en men zal koppen zetten zo men het beste kan.

Een andere; Neem Apium emorroidarum (Ficaria verna) en die in wijn koken en die erop pleisteren, het scheidt de aambeien die zweren.

Een andere; Recept; notenolie, dat zal men dik op de aambeien strijken.

Een andere; Neem poeder van dezelfde eppe en maak daarvan poeder en meng dat met honing in gewone zalf en strijk dat op de aambeien die lopen, ze zullen er mee verdrogen.

Een andere; Neem poeder van netels en dille poeder en meng dat met honing en bestrijk het, het zal genezen.

Een andere tegen aambeien die van melancholie komen;

Neem poeder van het been van het hart van het hert dat drinkt met wijn daar honing in gekookt is of met sap van sene. (Senna alexandrina)

Een andere tegen aambeien door fouten van geestelijke leden.

Recept; Rood en wit koraal dat verpoeder je subtiel, poeder dragant, (Astragalus), gerstepoeder, gelijk, en maak daarvan poeder en houdt dat onder de tong en laat het smelten onder de tong en zwelg het, maar is het van gemis van de voedende leden geef dan van het voor vermelde poeder te drinken met sap van weegbree.

(1) Rogerus of Rogerinus, bijgenaamd Parmensis, doch ook wel Salernitanus genoemd, leefde in het eind van de 12de eeuw. Opmerking verdient dat in zijn werk ‘Practica Chirurgiae,’ dat naar het incipit doorgaans met ‘Post mundi fabricam’ aangeduid wordt, de Arabische invloed nog niet merkbaar is.

Van den fistele in den ers darme.

Van den fistule die comt in ani dat dat [is] in den ers darme. Daer of dat somenghe (l. sommeghe) dorgaende sin ende teekinen daer of es dat hut hem lieden gaet vachede (l. wac-) ende meests wints ende sulke ne siin niet dore gaende ende huten welken ne gaen no wint no stront. Ende die fistulen die dore gaen ne ghenesen niet met medecinen. Maer sulke werden ghenesen 211 metten werke des hants Cirugie met bindene ontwee ofte huut trecken met sickelen ende daer nae heelen ende vleesch maken met unguentum .baziliconis. maer in de werkinge der dore gaende. Ende het wert onderwilen geloset met messe sonder luust ofte wille waer bi datmen scuwet die bande op die materie ofte maniere Maer den fistulen die siin neder datmen ghecrigen mach bi den vingeren ende die mach men ghenesen met scerpen medicinen |C79rb| alsoe jou vorleert es in dat capittel van den fistule. Daer vindi medicinen van den fistule genouch te ghenesene ende dat met scarpen medicinen die suveren ende dit unguentum es goed der toe. Unguentum viridis. Dats lichtelic corrumpert ende ghenest den fistule ende doet vleesch wassen Rp. zwinen smout coelert lib. 4 viridis eris .o.. j. sal gemine .o.. 1/2. ende dit vergadert in een mortier ende stellet in dine bosse ende dese salve doot den fistule ende verdrijft quaet vleesch.

Van de etterwond in de aarsdarm.

Van de etterwond die aankomt, dat is in de aarsdarm waarvan sommige doorgaand zijn en de tekens daarvan zijn is het dat uit die lieden vochtigheden en meest wind gaat en zulke zijn niet doorgaand en daaruit gaat geen wind of stront. En de etterwond die doorgaat genezen niet met medicijnen.

Maar zulke worden genezen [211] met handwerken.

Chirurgie met kapot binden of uittrekken met sikkels en daarna helen en vlees maken met zalf baziliconis, maar in de werking er doorgaande. En het wordt soms gelost met mest zonder lust of wil waarbij dat men de banden op de materie of manier schuwt. Maar de etterwonden die zijn neer wat men krijgen kan met de vingers en die kan men genezen met scherpe medicijnen zoals je geleerd hebt in dat kapittel van de etterwond. Daar vind je genoeg medicijnen om etterwonden te genezen en dat met scherpe medicijnen die zuiveren en dit zalf is er goed toe. Zalf groen. Dat gemakkelijk bederft en de etterwond geneest en laat vlees groeien.

Recept; varkensvet, koel 4 pond, Spaans groen of groenspaan ons 1, gewoon zout, ons ½, en verzamel dit in een mortier en stel het in je bus en deze zalf doodt de etterwond en verdrijft kwaad vlees.

Van dat fundament dicken hute gaet.

Dat fundament es den ers darme ende die gaet hute ende dat gaet overmidts der clappingen van den senuwen in den fondament ofte in vulva. Ende dit es de cuere welc datter hute gaet soe vulva soe dat andere. In dat erste soe suldine doen sitten metten sette in water daer dese naevolgende cruden in ghesoeden zijn. Rp. balaustia gallen corticis mali granati eekelen ypoquistidos .ana. partes equales Dit doet sieden in water ende doeten daer in sitten metten stertte.

Een ander. Neemt de wortele van serpentinen mele van tarwin dit minghet al overeen met water ende bact broet onder die asschen ende eet dit broet fruit dit in de panne Ende es |C79va| dat set hute smeert die handen met warmen borne daer psillium in ghesoden is ofte geweict es. ende dan doet dat set in Ende is dat set verkoud dat niet in gaen mach. soe zal ment bayen in rooden win ende dan doen dat set weder in ende erst stroiter op dit naevolgende pulver. Rp. balaustia cipressi .ana. .dr.. 2. corticis lentissi .dr.. 3. serusa .dr.. j. van desen poeder stroit der op.

Dit es een suppositorium.

Omme in dat set te stekene. Neemt pulver van gallen ciminum .ana. .o.. iiij-or Dit stampt ende maect der of suppositorium. ende stectse int set. Ofte maect dit nae volgende sackin twee ende vultse met deser nae volgende cruden.

Rp. pulver van gallen pulver van cuminum .ana. .o.. v. Hier mede vullet de twee sackin. ende dan setse in reghenwater. ende men salse warme der in steken ofte der op sitten. ende als deen coel es dan zal men de andere sacskin warme nemen ende alsoe doen dicken menichwarf. Een ander. Neemt rancken van wingaert met serpentinen die bernet te asschen. ende dat leght in roode win ende daer of maect loege ende van diere loge doeter in lopen met eener clistere. Ofte men sal metten sette der op sitten ende laten den wasem der ingaen dats seer goet.

|C79vb| Een ander. Neemt gallen eekelen balaustie ypoquistidos. sumac. corticis male granati 212 scorssen van mespillen Dit stoet ende siedt in eenen pot over dat vier ende dan sal de siecke hem sitten ende stoven over den pot ende men sal dan gheven den siecken dyacitoniton ende diacostum et cetra.

Van dat het fundament er dik uitgaat.

Dat fundament is de aarsdarm en die gaat eruit en dat gaat vanwege het klappen van de zenuwen in het fondament of in vulva. En dit is de behandeling welke dat er uitgaat, de vulva of de andere. Ten eerste zal ge ze laten zitten in water daar deze navolgende kruiden in gekookt zijn.

Recept; granaatappels gallen, schors van granaatappel, eikels, Hypocistus, (bremraap) gelijke delen, laat dit in water koken en laat ze daarin zitten met de staart.

Een andere;

Neem de wortel van adderwortel (Polygonum bistorta) en meel van tarwe en meng dit door elkaar met water en bak er brood van onder de as en eet dit brood gefruit in de pan. En is die aars eruit besmeer de handen met warm bronwater daar Plantago psyllium in gekookt of geweekt is en doe die aars er weer in. En is die aars koud zodat het er niet in kan gaan dan zal men het baden in rode wijn en doen dan de aars er weer in en strooi er eerst van dit navolgende poeder op.

Recept; granaatappelbloemen en cipres, gelijk 2 drachmen, bast van lentiscus, (Pistacia) drachmen, loodwit, 1 drachme, en strooi er van dit poeder op.

Dit is een zetpil.

Om in die aars te steken.

Neem poeder van gallen en komijn, gelijk 4 delen. Dit stamp je en maak er een zetpil van en steek het in de aars. Of maak 2 van deze navolgende zakjes en vul ze met deze navolgende kruiden.

Recept; poeder van gallen, poeder van komijn, gelijk 5 ons. Vul hiermee de 2 zakjes en zet ze dan in regenwater en men zal ze er warm insteken of erop zitten en als de ene koel is dan zal men het andere zakje warm nemen en alzo menige keren doen. Een andere; Neem ranken van wijngaard met adderwortel die je tot as verbrandt en leg dat in rode wijn en maak daarvan een loog en laat van die loog erin lopen met een klysma. Of men zal met de aars daarop zitten en laat de wasem er ingaan, dat is zeer goed.

| Een andere;

Neem gallen van eikels, granaatbloemen, Hypocistus, sumak, (Rhus coriaria) schors van granaatappels en [212] schors van mispels, (Mespilus) dit stamp je en kook het in een pot over het vuur en dan zal de zieke zich zetten en stoven over de pot en men dan zal de zieken sap van Cydonia en sap van Costus et cetera geven.

Hier beghint dat bouc van den quaden beenen.

Hier henden de boucken van alle de clieren ende clappoeren ende van den ghescorden. Nou soe comt hier an den bouc van den quaden beenen.

Den taffelle der of.

Van malamortuum in der beenen

Van apostemen in der beenen

Van herdicheit crusteren in der beenen

Van groete ader in der beenen ende te corten

Van wonden in der knie

Wat men doen sal eenen te broken beene ofte een te broken leedt

Hoe men kennen sal dese broke

Ende hoemen ghebroken been vermaken sal

Van te broken beene met open wonde

Van quade ghesteken sceenen |C80ra| ane de beene

Van te broken vingeren ane den hant. ende van te broken teen ane de voeten.

Van vortinghen der beenen willic jou scriven dat de mesters heeten malamortuum. Dats te segghene vortinge der beenen. ende si vallen gherne beneden den knie ende dat heeten vele lieden mormale. ende het werden groete zweeren ende pusten in der beene. ende roven ende si werpen vele gaten want die materie comt van humoren van melancolien.

Int erste omme te gaene ter cuere ghi sult gheven den pacient desen naevolgende dranc smorgens ende savons omme die materie te ripene. Rp. nemt oximel diureticum .o.. iiij-or. aqua fontis |C80rb| vini albi aqua fumiterre .ana. .o.. ij. misceantur ende hier of gheeft drincken smorgens ende savons te gader .iiij. lepelkins vol ende alse desen dranc hute es dan salmen daer nae purgieren met iera ruffini ende salmen gheven nae die leeringe van onsen antidotharium. Ende men sal de siecke hoeden van alle spijse die melancolien winnen ende maken alle spijse die laseerie (l. laser-) ende cancker deeren mach. Ende daer na men sal laten die miltadere in den slincken arme. ende men sal houwen dat men die voeten niet wasschen sal ende alle de puusten ende seeren salmen suveren van horen vullicheit ende dan wel droghen. ende dan selmer op legghen plasteren van desen naevolgender salven.

Unguentum Rp. litargirum .o.. ij. seruse .o.. j. olei rosarum .o.. iij. aceti vini .o.. 1/2. cere .o.. j. misceantur et fiat unguentum ponatur in pixide ende hierof maect i dinne plasteren. ende altoes suveren wel de seeren eer ghi de salve der op leght. Ende men sal weten dat daer toe goet is oleum fraxini dat es olie ghemaect van esschen houte. Ende die olie maect men met tween potten deen op dander staende ghelijc dat men maect oleum van jeniverbesien. alsoe men ons leert in onsen bouc die men heet ebe 213 mesue etc. Die olie van fraxinij es seer goet omme drope ende ceteren ende singulen ende hier of vindi ghenouch ghescreven bescreven in dit bouc.

Salve. Dits een notabel salve jeghen joecte.

Rp. barghin smout .j. pont. ceruse .j. pont brine van maischer boeter Dit doet te gader in eenen mortier soe langhe dat dicke si ende hier of maect plasteren et cetra.

Item. boeter brine es superlatijf jeghen joecte ontrint wonde ende seerheede gedaen laeu der op met eenen doucskin. probatum est.

Hier begint dat boek van de kwade benen.

Hier eindigt het boek van alle klieren en klaporen en van de breuken. Nu komt hier het boek van de kwade benen eraan.

De tafel ervan.

Van mala mortuum in de benen

Van gezwel in de benen

Van hardheid knispert in de benen

Van grote ader in de benen en te korten

Van wonden in de knie

Wat men doen zal bij een gebroken been of een gebroken lid

Hoe men deze breuk herkennen zal

En hoe men gebroken been vermaken zal

Van gebroken been met open wond

Van kwade gestoken schenen aan het been

Van gebroken vingers aan de hand en van gebroken teen aan de voeten.

Van verrotting (ulcis cruris) van het been wil ik jou schrijven dat de dokters mala mortuum noemen. Dat betekent verrotting van het been en dat gebeurt graag beneden de knie en dat noemen vele lieden mormale en het worden grote zweren en puisten en roven in het been en ze werpen vele gaten want de materie komt van vochtvermenging van melancholie.

Ten eerste om naar deze kuur te gaan zal ge de patiënt deze navolgende drank ‘s morgens en ‘s avonds geven om de materie te rijpen.

Recept; neem oxymel (water, honing en azijn), diureticum, ons 4 of bronwater met witte wijn, water van Fumaria, gelijk ons 2, meng het en geef hiervan ‘s morgens en ‘s avonds tezamen 4 lepeltjes vol te drinken en als deze drank op is dan zal men daarna purgeren met heilige Rufus en zal men geven naar de lering van onze antidotarius. En men zal de zieke hoeden van alle spijzen die melancholie winnen en alle spijs maken die huidziekte en kanker deren kan. En daarna zal men de miltader in de linkerarm laten en men zal hoeden dat men de voeten niet wassen zal en alle puisten en zeren zal men zuiveren van hun vuiligheid en dan goed drogen en dan zal men er pleisters van deze navolgende zalf opleggen.

Zalf. Recept; litargirum, ons 2, loodwit, ons 1, rozenolie, ons 3, scherpe wijn, ons ½, was, ons 1, meng het et fiat zalf aardenwerk in doos en maak ervan 1 dunne pleister en altijd goed het zeer zuiveren eer ge er de zalf oplegt.

En men zal weten dat daartoe goed is oleum fraxini, (1) dat is olie gemaakt van essenhout. En die olie maakt men met twee potten waar de ene op de andere staat net zoals men oleum van jeneverbessen maakt zoals men ons leert in ons boek die men Ebe [213] Mesue noemt etc. Die olie van Fraxinus is zeer goed tegen schurft en schurft en andere huidziektes en hiervan vind je genoeg geschreven en beschreven in dit boek.

Zalf. Dit is een noodzakelijke zalf tegen jeuk.

Recept; varkensvet, 1 pond, ceruse, (mengsel van loodwit en krijt) 1 pond, pekel van meiboter. Dit doe je tezamen in een mortier en zo lang totdat het dik is en maak hiervan pleisters et cetera.

Item, boterpekel is superlatief tegen jeuk omtrent wonden en zeerheden gedaan, lauw er op met een doekje, het is geprobeerd.

(1) Fraxinus levert geen olie, mogelijk een verschrijving van sabina, Juniperus sabina.

Van apostemen in der beenen.

Van apostemen in der beenen ende in der knien ende in der voet ende eist dat vaste ghemaect ende dat groot hute blijct soe ne hevet ghene cuere. Maer int beghinsele alse den knie ende den voet beghint te werdene groet omme te apostemeren dats pijnlic omme te ghenesen. Ende als ghi siet dat is van groeten droufheit van bloede dat suldi bekennen bi den varwe ende bi der hitten. Int erste suldi beghinnen jeghen overtullicheit des bloets ende men sal hem minderen sine spijse ende men sal antieren alle weken dat keeren nae vervulthede ende men sal mitten (l. nutten) trifera minor tgewicht van .dr.. 2. thuris zinzibri .ana. .dr.. 1/2. Dit minget over een ende ghevet drincken |C80vb| smorgens tilike. in aurora. Ende men sal bestriken die aposteme met desen naevolgende unguent. Rp. pulvis aloe pulvis mirra acacia .ana. .o.. j. Dit minget te gader cum vino stiptico ende cum aqua foliorum cipressus ofte qa (l. aqua) van hertnoten. ende in die hitte salment bestriken gelic heete podagram. Ende eist dat sake dat die apostemen hute breken willen ofte hute breken. soe doet ende gheneese alsoe jou vorscreven es in dat capittel hier vore van den apostemen. cuererse ende ghenestse gelijc dat men daer leert ende scrivet.

Van gezwel in de benen.

Van gezwel in de benen en in de knieën en in de voet en is het dat het vastgemaakt is en dat er duidelijk uit blijkt, dan behoeft het geen behandeling. Maar als in het begin de knie en de voet begint groot begint te worden om te zwellen, dat is pijnlijk om te genezen.

En als ge ziet dat het van grote droefheid van bloed is dat zal ge herkennen bij de kleur en bij de hitte.

Ten eerste zal je beginnen tegen de overtolligheid van bloed en men zal hem zijn spijs laten minderen en men zal dat alle weken hanteren dat naar volheid keert en men zal tryphera (zeer samengesteld middel) minor nuttigen het gewicht van drachmen 2, thuris en gember, (Zingiber) gelijke drachme ½. Dit meng je door elkaar en geef het te ‘s morgens op tijd in de aurora te drinken. En men zal dit gezwel met deze navolgende zalf bestrijken.

Recept; poeder van Aloë perryi, poeder van mirre (Commiphora myrrha) en Acacia, gelijk ons 1. Dit meng je tezamen, met bindende wijn en met water van cipresbladeren of water van aardnoten (Bunium bulbocastanum) en in de hitte zal men het bestrijken net zoals hete jicht. En is het zo dat dit gezwel uitbreken wil of uitbreekt doe dan en genees het zoals het je beschreven is in dat kapittel hiervoor van het gezwel, behandel en genees het zoals men daar leert en schrijft.

Van den Cancker die comt in den beenen.

Van herdicheit crusteren in der beenen ende canckeren die commen meest van salsum fluma. ofte van verberrende melancolien Ende dese siin seer quaet te cuererene. Die teekinen dat si siin van salsum fluma dats joecte ende crusteren vele ende sculferen. ende men salse cuereren weder si siin met ulceren ofte sonder ulceren in desen manieren Int erste men sal den siecken gheven des nachts alse die maghe ydele es |C81ra| soe salmen hem gheven pillen fetide daer of es dosis 2. dr.. tote eenen alver oncen. Ofte met desen navolgende pillen. Rp. ellebori nigri .dr.. j. scamonea .dr.. 1/2. mirabolanorum indorum sene api .ana. .dr.. j. turbith papaveris .ana. .dr.. ij. fiat pillen cum succo fumiterre ofte met wine daer fumiterre in ghesoden is fiat pillen in modum ciceris. ende men saller gheven altoes oneffene. Dosis eius est .dr.. ij. vel .dr.. j. ende als men desen vorseiden pillen ghenomen heeft dan salmen laten in die ader diemen basilica [heet] die es tusschen den cleenen tee ende den anderen tee. Want dese vorseide latinghe trect hute dat bloet van melancolien ende van alle den lichame ende doetse purgieren ende dese 214 latinghe behoort ghedaen te wesen daer vore int capittele van malamortuum der beenen. Ende de siecke sal hem houwen van spijsen te nutten die bloet maken van melancolien Ende men sal voert gaen in der cueren. Int erste soe suvert alle die seere scone ende dan leght der op dese nae volgende salve. Daer mede ghenestse. Rp. oleum rosarum .o.. iiij-or. seruse sulfuris .ana. .o.. j. argen\tum |C81rb| vivum .o.. 1/2. et fiat unguentum ende ten achtersten doeter in twitte van den tween eyeren et pauco aceto misceantur et ponatur in pixide. Ende eist dat sake dan (l. dat) siin stinkende ulcerien die men heet canckeren die salmen ghenesen met unguentum veneris ende suveren ende aldus salmen maken unguentum veneris.

Dit es unguentum veneris.

Rp. olei olivarum in den somer .lib. ij. ende in den winter .lib. iij. scapin roet .lib. j. cere .o.. v. piscis (l. pixis) navalis .o.. vj. gum armoniac oppopenac galbanum Die gummen salmen pulveriseren subtijl ende die andere gumme salmen weiken in warmen aisijn ende dan salmen maken unguentum ponatur in pixide ende orborse. Ende daer nae salment consolideren met desen nae volgende pulver. Desen pacient wert dicken ghepurgiert ende dicken ghelaten in de adere van bazilicon in den voet alsoe voren gheseit es. Een ander. In de blanceren(?) ende scolpen ende rudicheit. Nemt starken win aisiin ende die maect warme ende daermede dwaet die stede alle dage Ende daer op gheleit eene plaster aldus ghemaect. Plaster. Rp. mellis .lib. 1/2. doderen van eyeren viere Dit slaet al over een ende doeter toe farina ordei dat dicke si mede te vermakene ende metter salven vorseit salment mondificeren ende in carneren.

Van de kanker die in de benen komt.

Van hardheid die knispert in de benen en kanker die meest van zout flegma komen of van verbrande melancholie. En deze zijn zeer slecht te behandelen. De tekens dat ze van zout flegma zijn is jeuk en veel knisperen en schilfers en men zal ze behandelen of ze met of zonder blaren zijn op deze manieren.

Ten eerste zal men de zieke ‘s nachts geven als de maag leeg is en dan zal men hem stinkende pillen geven waarvan de dosis 2 drachmen tot een halve ons is. Of met deze navolgende pillen.

Recept; zwarte Helleborus, drachme 1, Convolvulus scammonia, drachme ½, mirobalanen niet geurend, senna, Apium, gelijk drachme 1, turbith, papaver, gelijk drachmen 2, goede pillen met sap van aardrook of met wijn daar aardrook in gekookt is, met pillen in goede Cicer en men zal er altijd oneffen van geven. Dosis is drachme 2, of drachme 1, en als men deze voor vermelde pillen genomen heeft dan zal men in de ader laten die men basilica noemt die tussen de kleine teen en de andere teen is. Want dit voor vermelde laten trekt dat bloed van melancholie en van het hele lichaam eruit en laat ze purgeren en dit [214] laten behoort gedaan te wezen daarvoor in het kapittel van mala mortuum van de benen. En de zieke zal zich hoeden van spijzen te nuttigen die bloed van melancholie maken. En men zal verder gaan in de behandeling.

Ten eerste zuiver je het gehele zeer schoon en leg er dan deze navolgende zalf op. Daarmee geneest ze. Recept; oleum rosarum, ons 4 of loodwit, zwavel, gelijk ons, kwikzilver ons ½, en goede zalf en tenslotte doe je er het witte van twee eieren in met wat azijn meng het en doe het in aardenwerk in doos. En is het zo dat er stinkende blaren zijn die men kanker noemt die zal men genezen met zalf veneris en zuiveren en aldus zal men zalf veneris maken.

Dit is zalf veneris.

Recept; olie van olijven in de zomer, pond 2 en in de winter pond 3, schapenvet, pond 1, was, ons 5, scheepspek, ons 6, gom ammoniak, (Dorema) Opopanax hispidum en galbanum (Ferula galbaniflua) (Ferula galbaniflua). De gommen zal men subtiel verpoederen en de andere gommen zal men in warme azijn weken en dan zal men zalf aardenwerk maken in doos en het gebruiken.

En daarna zal men het consolideren met dit navolgende poeder. Deze patiënt wordt vaak gepurgeerd en vaak in de ader van bazilicon in de voet gelaten zoals tevoren gezegd is.

Een andere; In het branden (?) en schudden en ruigheid.

Neem sterke azijnwijn en maak die warm en was daarmee die plaats elke dag. En leg daarop een pleister aldus gemaakt. Pleister.

Recept; honing, lib ½, dooiers van eieren, vier. Dit sla je geheel door elkaar en doe er dik meel van Hordeum bij om mee te vermaken en met de voor vermelde zalven zal men het modificeren en vlees erin groeien.

TEKST Medicina, Boek van medicinen

Auteur: Jan Yperman

Aard: Proza

BRON Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15624-41

Datum: 1351

Omvang: 27377 woorden

Opm.: Handschrift van 148 bladen, 2 of 3 kolommen per bladzijde, 50 tot 53 regels per kolom. De Medicina van Jan Yperman bevindt zich op fol. 54r-73r; het hs. bevat verder o.a. nog de Natuurkunde van het geheelal (fol. 1-6r), de Leringhe van orinen (fol. 22r-28r), het Liber Magistri Avicenne (fol. 28v-45v), enkele teksten over de weerspiegeling van iemands innerlijk in zijn uiterlijke kenmerken (zie Fysionomie (proza)) (fol. 46r-48r), uittreksels uit Jacob van Maerlants Heimelijcheit der heimelijcheden en Der naturen bloeme (fol. 75v77r), Der mannen ende vrouwen heimelijcheit (fol. 77v-85r), een tekst over handwaarzeggerij (zie Chiromantie (proza) (fol. 85r-88v), de Herbarijs (fol. 91r-107r) en Jan Ypermans Cyrurgie (fol. 108r-147v).

EDITIE L. Elaut (ed.): De Medicina van Johan Yperman. Naar het Middelnederlands hs. 15624-41 (14e eeuw) uit de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Gent-Leuven, 1972.

Status: Diplomatisch

Opm.: De schrifttekens voor doses en gewichten (t.w. voor ons, drachme, scrupel en pond) zijn hier vervangen, resp. door o, dr, scr en lb; s staat voor semis, een aanduiding voor de helft van de aangegeven dosis.

BRONNEN Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 15624-41

Nederlandse tekst van Nico Koomen.

Sanctus spiritus assit nobis gracia

Desen boec sprect van medicinen. ende ten iersten sal men oppenbaren van cortsen & reden. & voren van enen cortse die effimera heet. Effimera es .1. corts die comt van ontempertheiden van den geesten. die comt onderwilen van heter lucht. onderwilen van vare. van gramscepen. & van menegerande saken. Effimera es men sculdech te bekennen bi den vonnesse vanden zieken. bi ongetemperder hitten met vele meer naturlijker hitten &. oec bi enen waerachtegen vonnisse van veruultheiden van humoren. of van vortegen humoren. maer dese effimera comt dicken sonder hen Ende comt dese effimera van hitten alse van warmer lucht. of van gramscapen of van heter spisen. of dranke entie zie\ke 22 si veruult. dit es die cure daeriegen Nemt papple. vyoletbladere. & maecter af. ene stoue. In dewelke de zieke wel sweete. & alse hi gesweet heeft. so bade .1. luttel in warmen watere. & daerna doe hem wel decken met cledren op .1. sacht bedde .1. lanc stuc. Ende eist dat hem die zieke niet wel en geuoelt achter dbat. so doet smeren opwert thooft enten slaep met olyen van vyoletten. of met popelioene gemaect biden antitodarius. Ende tempert hem oec de lucht daer hi es omtrent siin bedde met witten wilge loueren. of met roden die beter siin. & wiingertranken gestroyt omtrent siin bedde. & houdet daer wac met sconen watere in den zomer. Ende leue met cleinre couder spisen. alse amandel melc. & wellinge metten aysine. porceleine metten aysine. gebraden applen & daer op gestroyt .1. luttel sukers. & drinke tyseine aldus gemaect. Nemt .ij. hoopsenen gersten die dwaet wel suuer. & zietse met .3. pinten scoens borns. tote dattie -1- pinte si versoden. dan doet dat water wech al tegader. daerna gieter op .2. peket waters. & dat doet verzieden tote 23 onder .s. peket. & dat giet in enen nuwen pot. Alst cout es so drinke dat mer afgietet. dats tyseine. Ende alst es gedronken al. so machment anderwerf verzieden met also vele waters als te voren dede. & dese tyseine es noch beter. Of geeft hem drinken dunne bierkiin op gruus gebrouwen. En si so dattie zieke si mager die verseide stoue of badinge en siin hem niet goet of die stroyinge vanden loueren vanden wiingarde & rode biesen. entie vorseide stroyinge vanden sconen watere. Ende eist so dattie effimera comet van couden saken. so baedt den zieken in gesoden lauwer bladere ierst gestooft. & daerna gebadet. Ende daer na so doet alsoet vorseit es. & dwaen met sconen watere. & daerna decken wel warm. Ende sulke siin so flau & so dunne van lichamen. datmen hen moet geuen gesoden kiekene. tsap daer af in getemperden wine Of het en ware in te heten wedre. Ende sulke werden ziec van effimera van gramscapen of dies gelike. die geneest metten zieken te makene blide. Ende dus es men sculdech te cureerne met allen contrarien. Ende enege comen toe effimera die doen ter cameren gaen te vele. dien es goet dat men doe baden in watere daer in es gesoden den wegebrede. Ende wet dat geen effimera en geduert bouen .3. dagen of .4. 24 ten meesten. maer gedurense daerbouen. so werdent andre manieren van cortsen die men hetet in latine putridam. dat es dattie humoren werden vortech. of hi sal werden ethike daerna. Rogeriin die leert alst een mensce heeft effimera van veruultheiden so doet hem laten ter adren in den rechten arm & dat in die middel adre. En ware dat hi hadde die reume. want wie hem doet laten met reumen. die reume meerret hem gerne. Dien effimera so bekent bi dattie puls es .1. luttel dappere dan hi sculdech es te sine bi nature. & dat betekent hitte bouen naturliker hitten. Entie orine es .1. luttel hogere geuarwt dan si sculdech es te sine bi nature. Ende legdi v hant op den zieken. die hitte vergaet van onder v hant maer si comt stappans weder & meerre dan gise vont, ende bliift daerna eenparlike. Entie puls in den slaep vanden hoofde die sal slaen eenparlike & .1. luttel dappere. Ende het geualt dat alle dese tekene faelgieren. bi den welken dattie phisisijn menechwerf doolt weder dat si bi dattie corts si van vortegen 25 humoren of weder het si effimera. want alle cortse comen van vortegen humoren. of van sweringen in die leden. sonder effimera die comt van verhitheiden bouen nature sonder vortecheide. ende si comen onderwilen van vercouder reumen. & so eist hem quaet laten want die reume souder af wassen. &. dus so mochte effimera verkeren in ethike dats .1. corts van vortegen humoren. alse dese nv volgende. .

Sanctus spiritus assit nobis gracia. (genade van de Heilige Geest moet aanwezig zijn bij ons)

Dit boek spreekt van medicijnen en ten eerste zal men openbaren van koortsen of reden en eerst van een koorts die effimera heet.

Effimera is 1 koorts die van ongesteldheid van de geest komt en die komt soms van hete lucht, soms van gevaar, van gramschap en van vele zaken.

Effimera moet men herkennen bij het zien van de zieken, bij ongetemperde hitte met veel meer natuurlijke hitte en ook bij een waarachtig vonnis van volheid van vochtvermenging of van verrotte vochtvermenging, maar deze effimera komt vaak zonder hen.

En komt deze effimera van hitte zoals van warme lucht of van gramschap of van hete spijzen of drank en de zieke [22] is vervuld dan is dit de behandeling daartegen;

Neem Malva en violenbladeren en maak er een stoving van waarin de zieke goed zal zweten en als hij gezweet heeft baad hem in wat warm water en bedek hem daarna goed met klederen op 1 zacht bed 1 lange tijd. En is het dat de zieke zich niet goed voelt na het bad besmeer hem dan opwaarts op het hoofd en de slaap met olie van violen of met populierzalf gemaakt door de antidodarius. En temper bij hem ook de lucht daar hij omtrent zijn bed is met wit wilgenbladen of met rode die beter zijn en strooi wijngaardranken omtrent zijn bed en houdt het daar vochtig met schoon water in de zomer.

En leven met kleine koude spijzen zoals amandelmelk en pap met azijn, postelein met azijn, gebraden appels en strooi daarop wat suiker en drink gerstewater aldus gemaakt;

Neem 2 hoopjes gerst en was die goed zuiver en kook het met 3 pinten schoon bronwater totdat 1 pint verkookt is en doet dan al dat water weg en giet er daarna 2 maten water op en laat dat verkoken tot [23] onder een half maatje en giet dat in een nieuwe pot. Als het koud is drink op dat men er afgiet, dat is gerstewater. En als het geheel opgedronken is dan kan men het een volgende keer weer koken met net zoveel water als men tevoren deed en deze gerstewater is nog beter. Of geef hem dun bier te drinken dat op gruis is gebrouwen. En is het zo dat de zieke mager is dan is die vermelde stoving of baden voor hem niet goed of het strooien van het blad van de wijngaard en rode biezen en het voor vermelde strooien van het schone water.

En is het zo dat de effimera van koude zaken komt baadt de zieken in gekookte laurierbladeren, eerst stoven en daarna baden. En doe daarna zoals gezegd is en was met schoon water en bedek hem daarna goed warm. En sommigen zijn zo flauw en zo dun van lichaam dat men hen gekookte kuikens moet geven, het sap daarvan in gemengde wijn. Of het was in te heet weer. En sommigen worden ziek van effimera van gramschap of dergelijke en die genees je door de zieke blij te maken. En dus moet men genezen met het tegenovergestelde.

En enige krijgen effimera die te veel naar toilet gaan, die is goed dat men ze laat baden in water waarin weegbree gekookt is. En weet dat geen effimera langer duurt dan 3 of 4 dagen [24] ten langste, maar duren ze langer dan worden het andere soorten van koortsen die men in Latijn putridam noemt, dat is dat die vochtvermenging verrot worden of hij zal ethica daarna worden.

Rogerus die leert als een mens effimera van volheid heeft laat hem aderlaten in de rechterarm en dat in de middelste ader. Tenzij dat hij reuma heeft want wie zich laat met reuma dan vermeerdert de reuma zich graag. Die effimera herken je omdat de puls wat sneller is dan zoals hij van nature moet zijn en dat betekent hitte boven natuurlijke hitte. En de urine is wat hoger gekleurd dan ze van nature moet zijn. En leg je uw hand op de zieke, de hitte vergaat van onder uw hand, maar ze komt gelijk weer en meer dan ge ze vond en blijft daarna gelijk. En de puls in de slaap van het hoofd die zal gelijkslaan en wat snel. En het gebeurt dat alle deze tekens falen waarbij de geneesheer vaak doolt of ze van koorts is van verrotte [25] vochtvermenging of effimera is want alle koortsen komen van verrotte vochtvermenging of van zweren in de leden, uitgezonderd effimera, die komt van verhitheiden boven nature zonder verrotting en ze komen soms van koude reuma en dan is het slecht hen te laten want de reuma zou er van groeien en dus zo kan effimera veranderen in ethike, dat is 1 koorts van verrotte vochtvermenging zoals deze nu navolgende.

vander ethike.

Ethike es een corts die heeft eenparlike hitte. & daer esser .3. manieren dierste machmen genesen. dandre qualike. & die derde niet. Dierste maniere machmen kennen aldus want dat es eenparlike hitte de welke verteert van der verscheit .1. deel. want de mensce heeft .2. manieren van verscheiden. & dierste ethike verteert dierste verscheit. Entie gecrijcht men weder bi dat men die hitte bluscht. & bi verschen voetsele datmen doet nemen daer men den lichame mede voedet. Die ierste ethike es dit. & dits haer teken waerbi mense mach bekennen. dats eenparlike hitte nv cleine. nv meerre. & dat in die palmen vander hant & in die planten vanden voeten. Die orine es olyien geliic in varwen & dat vore etene dan achter etene so essi meerre die hitte. Die orine heeft die varwe meer bouen dan onder & dat gelu. & .1. luttel verkerende in roden. & in den bodem toent .1. luttel roots zants. 26 Dandre ethike geeft den lichame meer hitten dan dierste. & verhit den lichame meer achter etene. haer orine es geuarwt alse olye & heeft in cleine belemmertheide. Die derde ethike geeft den lichame meer hitten dan dandre .2. & die meer achter etene dan daer voren. Nochtan en can men niet wel geweten dat ondersceet bi harer groter ontempertheiden. Die orine sciint in substancien van varwen van olyen met vele belemmertheiden. alse oft haerkine waren. Ende heft men op die huut van sinen lichame. sine valt niet weder neder. Men duwese weder neder metter hant. & dat comt bi dattie lichame heeft verloren sine verscheit. dese maniere en machmen niet genesen. dierste machmen genesen. die andre cume. die derde niet. Dierste specie also rogerinus seit so kent bi dattie lichame wert bleec ende mager. & siin puls ongetempert & dapper. ende eenparlike dorst. & dorine es gelu ten roden wert kerende gelijc olyen varwen. ende onderwilen in den boden vander orinen ziet men rode sandekine. Ende onderwilen so verteret .1. deel van der derder verscheit. &. dan ziet men in den boden vander orinen .1. luttel witter vergaderingen Dandere specie bekent bider onnaturliker hitten. bi dattie lichame noch meer si verteert. & bi noch meerre dorst. & bi dat meerre es achter etene dan vore den etene. & bi dattie orine es rodere & heeft meer sandekiins in den bodem dan dandre. Cure iegen dierste 27 specie & iegen dandre. dats dat hem die zieke wachte van alre spisen die bitter es. of scarp. of zout. of heet & droge & van aysine & van mostaerde. van alre spisen die den lichaem verdroget. Ende geeft den zieke dese latuarien. Alse dragantum calidum. & elcunarium patris mei. Ende geeft hem drinken colijs gemaect van hoendren of doet hen maken dit cyroop. Nemt die herssenen van capoenen. entie wel gedwegen in wine of in borne stampt wel in enen mortier. & doetse zieden met vele borns in. enen erdenen pot. Ende doet hier toe een deel ricolissien. rosen. gomme van arabien dragant. saet van porceleinen. & van latuen amidum. van elken .1. s. o. & tsaet van cucumeren. van citrullen. van melonen. van cauwaerden. van elken .s. o & tsaet van paplen van vyoletbloemen van elken .1. o spodium 2. o. gepelde gerste. s. lb. peniden .s. o. saet van ciconen. van cocioene van elken .3. dr. amandelen. amidum, peniden. rosiin. sebesten. berberis. van elken .2. o. doet dit in .1. nuwen pot. dien stopt den mont met leeme of met dege so vaste datter geen wasem vut en mach. & doet dit zieden toten derdendele. daer na so wringet dore .1. linen cleet met .2. stocken. daertoe so doet een deel wits sukers. & daer na claret met witten van eye. Van desen cyrope so nutte also vele alse. .1. eydop hout met .3. werf also vele warms waters of tyseinen nuchtern elx dages. & doetem baden van .3. dagen te .3. dagen in dit bad aldus gemaect. Siedet thooft entie voete van .1. 28 hamel so lange dat tfleesch af gaet. Ende hier in so baedtene also v vorleert es. Ende alse hi gaet vten bade & wel gedroget es. so smeertene van den kinen toten monde vander magen & toter borst. & die armen. entie siden. & dat ruggebeen vanden hoofde toten erse. entie dyen. met deser saluen. Nemt versch swinen smout & enden smout. & van gansen. van hinnen versche botere. roete van bocken. olye van oliuen ana .1 .o. gesmolten. jn al dit so smelte .1 .o. wit was & dat nuwe. ende daerna so doet van den viere. & doeter in .2. dr. dragantum .& .2. dr. gommen van arabien. wel gepuluert in .1. mortier. & minget wel ouereen met .1. spatule. Dits die zalue dar gine met smeert also v vorseit es. Ende daerna so doet hem ane .1. lammeren pels thaer ten liuewaert. & daerin so ligge al dien nacht. Des morgens geeft hem tetene desen pappe gemaect van tarwiinre bloemen. van amandel melke & daerop gestroyt wit suker. Ende geeft hem drinken geyten melc nuwe gemolken & daerin gebluscht enen keysel eist dat hi heeft den lichame licht. Alexander die meester seit. dat hem hanen cullen siin goet geten hoe dat hise nut. want si doen verteren die andre spise. Eist dat die corts ethike comt alle dage. of eist tiercheine. so geeft dien zieken dit cyroop. Nemt alsene vyoletten. mirabolanen citriins. entie 4. 29 coude saden. ana .1. o .10. prumen van damas. stoot die saden entie ziedt in .4. lb borns tote enen ponde ende alle die vore seide cruden. daerna so doeter in cassia fistula gesuuert. & onder s .o. tamarinden achter dat wel getempert si. so ziet dore enen teems. daerna so doeter toe .3. dr. rebarben of mirabolanen citrinen. & die laet staen al den dach. & tempert nuchtren. & doeter in .1. deelkiin cyroops vyolaet. dat zijt dore .1. cleet & wringet vaste. Hier af zo geeft den zieken .1. lb. drinken des morgens heter dan laeu Dit cyroop es goet gesonden lieden. & die veruult siin van coleren. Ende men maecht geuen telker maent in den zomer die veruult siin in die mage of in andren steden waer dat es in den lichame. Ende wart dat de gone die dit cyroop soude nemen dat hi .3. dage te voren name oxisacharum nuchtens & nauons met .3. lepel vol warms borns het ware vele te beter. Ende het es goet dien den .3. dach corts hebben entie leuere verhit. met rebarben genomen & getempert In die .3. maniere van deser ethike so nes men niet sculdech de zieken te badene. want hi comt met vortecheiden Ende noch seggic meer. Alse hi comt met reumen. dwelke men mach kennen bi den pulse & bi der hoeste broelinge van den huue. want ethike doet comen van couden van ongetempertheiden van coutheiden dit wert die digesten. & ende oec van droochten die ontempertheide vortecheide of tfoetsel. dwelke men mach bekennen bider ongetemperder orine & bider cracheit (l. crancheit) van al den lichame. & bider leliker 30 varwen van den anscine. & bi dat sine rupseninge es eyselijc Desen so voedt men gesodenen hoendren. met vleesch sope van coninen scinkelen. met moruwen eyeren. met geytinen melke. met wijfs melke. & met creeften of credeuetsen & dies gelike getempert in hitten van wacheiden. Ende drinke getempert wijn met vele borns. of tyseine dat beter es. Geeft hen latuarien alse patris mei. dyadragantum frigidum. dyapenidium dyapapauer. wit suker op al sine spise gestroyt. gebraden apple entie niet te zuur met suker tyseine metter ricolissien gesoden.

Van de ethike.

Ethike is een koorts die een eenparige hitte heeft en er zijn 3 soorten van, de eerste kan men genezen en de volgende slecht en de derde niet.

De eerste soort kan men aldus herkennen want dat is eenparige hitte die de vochtigheid voor 1 deel verteert want de mens heeft 2 soorten van vochtigheden en de eerste ethike verteert de eerste vochtigheid. En dat krijgt men er weer als men die hitte blust en bij vochtig voedsel dat men laat nemen daar men het lichaam mee voedt. De eerste ethike is dit en dit is haar teken waaraan men ze kan herkennen, dat is eenparige hitte, nu klein en nu meer en dat in die palmen van de hand en in die planten van de voeten.

De urine is olieachtig in kleur en dat voor eten dan na het eten vermeerdert de hitte. De urine heeft de kleur meer boven dan onder en dat geel en verkleurt wat naar het rode en in de bodem toont zich wat rood zand. [26]

De andere ethike geeft het lichaam meer hitte dan de eerste en verhit het lichaam meer na het eten, haar urine is geleurd als olie en bevat kleine belemmering.

De derde ethike geeft het lichaam meer hitte dan de andere 2 en die meer na het eten dan daarvoor. Nochtans kan men niet goed het verschil weten vanwege haar grote ongetemperdheid. De urine schijnt in substanties van oliekleur met vele belemmering alsof het haartjes waren. En heft men de huid van zijn lichaam op, ze valt niet weer neer. Men duwt ze weer neer met de hand en dat komt omdat het lichaam zijn vochtigheid heeft verloren, deze soort kan men niet genezen, de eerste kan men genezen, de andere nauwelijks en de derde niet.

De eerste soort, alzo Rogerus zegt, herkent men omdat het lichaam bleek en mager wordt en zijn pols ongetemperd en snel en eenparig dorst en de urine is geel en keert naar het rode toe gelijk oliekleur en soms ziet men in de bodem van de urine rood zandjes. En soms zo verteert 1 deel van de derde vochtigheid en dan ziet men in de bodem van de urine wat witte verzamelingen.

De andere soort herkent men bij de onnatuurlijke hitte omdat het lichaam nog meer verteerd is en bij nog meer droogte en omdat meer is na het eten dan voor het eten en omdat de urine roder is en heeft meer zandjes in de bodem dan de anderen.

Behandeling tegen de eerste [27] soort en tegen de andere, dat is dat de zieke zich wacht van alle spijzen die bitter of scherp of zout of heet en droog is en van azijn en van mosterd (Brassica nigra) en van alle spijzen die het lichaam verdrogen. En geef de zieke deze likkepot; zoals dragant, (Astragalus) heet en likkepot patris met (van dragant) En geef hem sap te drinken dat gemaakt is van hoenderen of laat voor hem deze siroop maken;

Neem de hersens van kapoenen en die goed gewassen in wijn of in bronwater en stamp het goed in een mortier en laat het koken met veel bronwater in een aarden pot. En doe hiertoe een deel zoethout, rozen, gom van Arabi, dragant, (Astragalus), zaad van postelein en van sla, zetmeel van elk 1 ½ scrupel ons en het zaad van komkommers, van Citrullus, van meloenen, van kauwoerden, van elk ½ ons en het zaad van Malva, van violenbloemen, van elk 1 ons, spodium (1) 2 ons, gepelde gerst ½ pond, kandijsuiker, ½ ons, zaad van cichorei (?) van Conium (? of andijvie), van elk 3 drachmen, amandelen, zetmeel, kandijsuiker, rozijnen, sebesten, Berberis, van elk 2 ons, doe dit in 1 nieuwe pot en stop die mond met leem of met deeg zo vast dat er geen wasem uit kan komen en laat dit koken tot het derdedeel en wring het daarna door 1 linnen kleed met 2 stokken en doe daarbij een deel witte suiker en verhelder het daarna met het witte van een ei. Van deze siroop nuttig alzo veel als 1 eierdop bevat met 3 maal alzo veel warm water of sap van gerst Գ morgens elke dag en laat hem baden van 3 dagen tot 3 dagen in dit bad aldus gemaakt;

Kook het hoofd en de voeten van 1 gesneden ram [28] zolang dat het vlees er af gaat. En baad hem hierin zoals u geleerd hebt. En als hij uit het bad gaat en goed gedroogd is besmeer hem van de kin tot de mond van de maag en tot de borst en de armen en de zijden en de ruggenwervel van het hoofd tot de aars en de dijen met deze zalf;

Neem verse varkensvet en eendenvet en van ganzen, van kippen, verse boter, vet van bokken, olie van olijven, gelijk 1 ons, gesmolten en in al dit zo smelt 1 ons witte was en dat nieuw en doe het daarna van het vuur en doe er in 2 drachmen dragant, (Astragalus) en 2 drachmen gom van Arabië, goed gepoederd in 1 mortier en meng het goed door elkaar met 1 spatel. Dit is de zalf daar ge hem mee besmeert zoals u gezegd is. En doe hem daarna een 1 lammeren pels met het haar naar binnen gekeerd en daarin ligt hij de hele nacht. Geeft hem Գ morgens te eten van deze pap gemaakt van tarwebloemen, van amandelmelk en strooi daarop witte suiker. En geef hem net gemolken geitenmelk te drinken en daarin geblust een kiezel is het dat hij de loop licht heeft. Alexander, die dokter, zegt dat voor hem hanenballen goed zijn te eten, hoe dat hij ze nuttigt, want ze laten de andere spijzen verteren.

Is het dat die koorts ethike alle dagen komt of is het driedaags, geef die zieke deze siroop; Neem alsem, violen, myrobalanen citrini en de 4 [29] koude zaden, gelijk 1 ons, 10 pruimen van Damascus, stoot de zaden en kook ze in 4 liter bronwater tot een pond en alle de voor vermelde kruiden en doe er daarna gezuiverde Cassia fistula in en anderhalve ons tamarinden (Tamarindus) nadat het goed gemengd is en zeef het door een zeef en doe er daarna 3 drachmen rabarber of mirobalanen citrini in en laat die de hele dag staan en meng het Գ morgens en doe er 1 deeltje violensiroop in en dat zeef je door 1 kleed en wring het vast. Hiervan geef je de zieke 1 pond ճ morgens te drinken, heter dan lauw.

Deze siroop is goed voor gezonde lieden en die vervuld zijn van gal. En men kan het elke maand in de zomer geven die vol in de maag zijn of in andere plaatsen waar dat het in het lichaam is. En let op dat diegene die deze siroop zou nemen dat hij 3 dagen tevoren suikerwater ճ morgens en ճ avond nam met 3 lepels vol warm bronwater, het was veel beter. En het is goed die de 3de daagse koorts en die de lever verhit hebben met rabarber genomen en getemperd.

In de 3de soort van deze ethike hoeft men de zieke niet te baden want hij komt met verrotheden. En nog zeg ik meer. Als hij met reuma komt die men kan herkennen bij de pols en bij het etter hoesten van de huig, want ethike laat koude van ongetemperdheid van koudheid komen, dit weert de digestie en ook van droogte de ongemengde verrotheden of het voedsel wat men kan herkennen bij de ongemengde urine en bij de zwakte van het hele lichaam en bij de lelijke [30] kleur van het aanzicht en bij dat zijn oprisping ijselijk is.

Deze voed je met gekookte hoenderen, met vleessap van konijnenschenkels, met murwe eieren, met geitenmelk, met vrouwenmelk en met kreeften of krabben en dergelijke gemengd in hitte van vochtigheden. En drink gemengde wijn met veel bronwater of sap van gerst dat beter is. Geef hun likkepotten zoals patris mei, sap van dragant, (Astragalus) koud, sap van suiker, sap van papaver, witte suiker op al zijn spijzen gestrooid, gebraden appels en die niet te zuur, met suiker en gerstewater met zoethout gekookt.

(1) Gesublimeerd zinkoxide, ook gebrand ivoor of as van Alkanna.

Alle dage corts die comt van vortegen humoren. vanden welken enege siin eenparlijc. & enege verscendelijc enege siin simplel. & enege gemingt. ende dese comen van vortegen humoren buten vaten Simple alle dagen cortse comen van naturliker fleumen. & dan es die orine geuarwet bleec. gelu al vet. entie mont versch. dese corts comt sauons met langen coude daerna slanke hitte. & daerna groet sweet. Die comt van aysileger fleumen. die toget sine orine bleec & middelike dunne. ende sine mont heeft hi zuur aysiinachtech. Dese comt onderwilen achter noene. & ter vespertijt waert. & onderwilen in die auontstonde of vore middernacht met groten coude. & daer na met cleinre hitten. & daerna met cleinen swete. Die van glasiirne fleumen comt 31 die orine es geluachtech. of .1. luttel blekere. dese comt ondertiden ter vespertijt. ondertiden enen slaep in der nacht & meest omtrent middernacht. Dese comt met groten coude & met verstiiftheiden in die lede. & vercoutheit van den leden & van handen & van voeten & van knien. & daer met trage hitte & cranc. & daerna met groten swete & vele. Die comt van souter fleumen. die orine es bleec root. of geluachtech middel dunne of middel dicke. & dunne in den mont onderwilen Ende ierst so comt hem grote coude. & daerna grote hitte & vele. & daerna groot sweet Dits die cure. ierst so geeft dien zieken eist dattie corts si van naturliker fleumen. entie tijt si cout. oximel simplex in enen lepel vol .3. lepel vol borns smorgen & sauons .8. dage lanc. in welken borne si gesoden die wortele van venkle van persine. van apien. & van ricolissien. daer na so gef hem ter middernacht .3. dr. benedicten. of es hi starc .3. dr. & .s. Des derds dages mac hem .1. stoue van venkel bladren. van apien. van ruten. van menten Ende alse hi vut gaet. so gef hem mat lauwen wine wel gewatert. aurea alexandrina. also groot alse .1. cleine kerstaengie Ende geneest hi niet hiermet. so mogedi heme geuen aurea alexandrina & mustcante. van elken euen vele. also groot alse .s. kerstaengie. Ende dus so gef hem .3. werf vore den altesyt. Ende es die tyt warm so digereert hem sinen humoren met oxisacharum simplex. getempert metten vorseiden watere. Ende daerna so doet also v vorleert es te sto\uene 32 achter die medicinen ten .3. dage: Ende alse gi digereert met oximelle. so nemt simplen lauwen borne. dit dunct mi best. Ende es die tijt cout so gef den zieken stoutelike gesoden hoendren & dies gelike gewaterden wijn drinken. of hine ware te vol van liue. Ende achter die stoue sderds dages so doet hem bloet laten in die middel adre in den rechten arm eist in den zomer. maer in den winter in den slinken arm. Ende es die tijt heet so wachte hem die sieke van den vorseiden vleesce & wine. Es die zieke ionc. of hinne ware te sere onder comen metter ziecheit. Ende eist dat die corts si van glasiinre fleumen so geeft hem alsoet vorleert es van den benedicten met yeralogodion. & yerapigra. van elken onder .5. dr. tegadere Eist dat die cortse comen van naturliker fleumen. of van glasiinre fleumen. & oec in die van naturliker fleumen comen. & namelike in die van glasiinre fleumen comen. so dat men moet hare voeten verwarmen of in warmer loogen of in warmen wine. Ende onderwilen so moet mense uerwarmen in warmen bade. Want die meesters seggen & raden meer te conforteerne den zieken in den corts van den vorseiden humoren van sire coutheiden & van sire beeften. dan van sire principaler ziecheiden Ende si seggen & raden dat men hem gene medicine en geue. & raden bat dat men doe spuwen achter de 4. of den .5. acces. Maect aldus daer men mede mach doen 33 keeren. stampt die middel scorsse van den vliedere .2. dr. dit tempert met warmen watere & geuet hem drinken. Omme te keerne in cortsen van souter fleumen in dien so minct oxisacharum & oximel van elken euen vele: dit so geeft also v vorleert es met lauwen borne. of metten vorseiden watere daer dat venkel & dandere wortelen in gesoden siin dat beter es in heten wedere met oxisacharum allener alsoet vorleert es met onder .s. dr. benedicten & onder .s. dr. oxisacra laxatiif tegadere. Ende daerna ouer den derden dach so steeftene in ene stoue gemaect van witten wilge bladren. van honts rebben. tormentille. machtscade (l. nachtscade). wegebrede. porceleine. latue. venkel & persiin. Ende alst hi vter stouen gaet so geeft hem nutten rubeam trosiscatam ende aurea alexandrina. of rubea allene also vele als v vorleert es in heter tijt. Ende daerna opten .3. dach so doetem bloet laten in die leuer adre. Ende eist dat die ziecheit hiermet niet te gaet. so mogedi hem geuen van .15. dagen te .15. dagen die vorseide opiate vor dat die corts comt maer dwatem daer vore met sape van milden van latuen. van porceleinen. Ende houde hare dyete als v vorleert es Alle dage corts geminct. die comt van .2. manieren van fleumen die vortech siin buten vaten. Ende 34 die siin versceden van simplen alle dage. bidat si sterkere siin & geduren langere. & haer orine es bruendere in die varwe & uerwoemt & si heeft altoes den rinc bouen donkere. dese so geneest in die cure van simplen alle dage.

Alledaagse koorts die van verrotte vochtvermenging komen waarvan enige gelijk zijn en enige verschillend, enige zijn enkelvoudig en enige gemengd en deze komen van verrotte vochtvermenging buiten de vaten. Enkelvoudige alledaagse koortsen komen van natuurlijke fluimen en dan is de urine bleekgeel gekleurd en geheel vet en de mond vochtig, deze koorts komt ‘s avonds met lange koude en daarna matige hitte en daarna veel zweet. Die komt van azijnachtige fluimen die toont zijn urine bleek en middelmatig dun en zijn mond heeft hij zuur azijnachtig. Deze komt soms achter noen en te vespertijd en soms in de avondstonde of voor middernacht met grote koude en daarna met kleine hitte en daarna met weinig zweet.

Die van glazige fluimen komt [31] die urine is geelachtig of wat bleker en deze komt soms met vespertijd en soms in een slaap in de nacht en meest omtrent middernacht. Deze komt met grote koude en met verstijfheden in de leden en verkoudheid van de leden en van handen en van voeten en van knieën en daar met trage hitte en zwak en daarna met groot zweet en veel.

Die van zoute fluimen komt die urine is bleek rood of geelachtig, middel dun of middel dik en dun soms in de mond. En eerst komt hem grote koude aan en daarna grote hitte en veel en daarna groot zweet.

Dit is de behandeling, geef eerst de zieke, als de koorts van natuurlijke fluimen komt en de tijd is koud, oxymel (water, honing en azijn) eenvoudig in een lepel vol en in 3 lepels vol bronwater ‘s morgen en ‘s avonds 8 dagen lang in welk bronwater de wortel van venkel gekookt is, van peterselie, van Apium en van zoethout en geef hem daarna ter middernacht 3 drachmen Cnicus benedictus of als hij sterk is 3 drachmen en ½.

De derde dag maak je voor hem 1 stoving van venkelbladeren, van Apium, van ruit (Ruta) en van munt (Mentha). En als hij er uit gaat geef hem maat lauwe wijn, goed gewaterd, hazelaar (Corylus colurna) , alzo groot als 1 kleine kastanje. En geneest hij hiermee niet dan mag ge hem aurea alexandrina en muskaat geven, van elk evenveel alzo groot als ½ kastanje. En dus zo geef hem 3 maal de gezegde tijd. En is de tijd warm digereer hem zijn vochtvermenging met eenvoudig suikerwater, gemengd met het voor vermelde water. En doe daarna zoals u geleerd hebt met stoven [32] na die medicijnen de 3de dag: En als ge digereert met oxymel (water, honing en azijn) zo neem enkelvoudig lauw bronwater, dit lijkt met het beste. En is de tijd koud geef dan de zieke dapper gekookte hoenders en diergelijke gewaterde wijn te drinken tenzij hij te vol van lijf is. En laat hem na die stoving de derde dag bloed laten in de middelader in de rechterarm als het in de zomer is, maar in de winter in de linkerarm. En is die tijd heet zo wacht de zieke van het voor vermelde vlees en wijn. Ook als de zieke jong of hij is te zeer onderkomen van zijn ziekte. En is het dat de koorts van glazen fluimen is geef hem dan zoals het geleerd is van Carduus benedicta met heilige logodion en heilige picra (bitter), van elk onder 5 drachmen tezamen.

Is het dat de koorts van natuurlijke fluimen of van glazen fluimen komen en ook in die van natuurlijke fluimen komen en namelijk in die van glazen fluimen komen zodat men zijn voeten moet verwarmen in warme loog of in warme wijn. En soms moet men ze verwarmen in warme baden. Want de dokters zeggen en raden aan de zieken in de koorts van de voor vermelde vochtvermenging meer te versterken van zijn koudheden en van zijn beven dan van zijn belangrijkste ziekte. En ze zeggen en raden aan dat men hem geen medicijnen geeft en raden aan beter te laten spuwen na de 4de of de 5de aanval.

Maak aldus daar men het mee kan laten [33] braken; stamp de middelschors van de vlier, 2 drachmen, meng dit met warm water en geef het hem te drinken. Om te braken in koortsen van zoute fluimen meng in die oxisacharum en oxymel (water, honing en azijn), van elk evenveel, dit geef je zoals u geleerd hebt met lauw bronwater of met het voor vermelde water daar dat venkel en de andere wortels in gekookt zijn dat beter is in heet weer met suikerwater alleen, zoals het u geleerd is met anderhalve drachme Cnicus benedictus en anderhalf drachme suikerwater laxatief tezamen.

En daarna na de derde dag doe hem in een stoof die gemaakt is van witte wilgenbladeren, van hondsribben, (Plantago lanceolata) tormentil, (Potentilla erecta) nachtschade, weegbree, postelein, sla, venkel en peterselie. En als hij uit de stoof gaat geef hem te nuttigen rode likkepot en aurea alexandrina of rubea alleen, alzo veel als u geleerd hebt in hete tijden. En laat hem daarna op de 3de dag bloed laten in de leverader.

En is het dat de ziekte hiermee niet weggaat, dan mag ge hem van 15 dagen tot 15 dagen de voor vermelde opiaat geven voordat de koorts komt, maar was hem daarvoor met sap van melde, van sla en van postelein. En hou hun dieet zoals u geleerd hebt.

Alle dagen gemengde koorts die van 2 soorten van fluimen komen die verrot zijn buiten de vaten. En [34] die zijn verschillend van alledaagse enkelvoudige omdat ze sterker zijn en duren langer en hun urine is bruiner in de kleur en troebel en het heeft altijd de ring boven donker, deze geneest in de behandeling van alledaagse enkelvoudige.

Nv hoort van den derden dage simpel of versceden. die derde dach corts. die es onderwilen simpel & onderwilen geminct. simpel onderwilen & warachtech Die warachtege comt onderwilen van naturliker colera. met welken comt onderwilen vele partien. & onderwilen siin die coleren omtrent die leuere. onderwilen in die mage. Ende siin si in die mage. so bekent mense bi der orinen. so essi root of rootachtech & dunne in hare substancie. & bi walgene of keerne & bi dorste eenparlike. & bi bitterheiden in den mont vander magen. & bi sweringen int vorhooft. ja alse die colere es in den mont vander magen. Maer siin si in den bodem van der magen so es int beginsel die camerganc gelu. Ende siin si omtrent die leuere. dan es dorine root. of .1. luttel bleekere dan puur root. & onderwilen geluachtech. & men geuoult steken onder die rechte cortte ribben. Die dese steken heeft onder die cortte rebben & dorine dus root. dien doet bloet laten in den rechten arm in die nederste adre van den .4. of optie rechter hant. Ende gaet de corts 35 aldus niet wech. so digereert die materie met oxisacarum. & met cirupus acetosus achter die .4. accesie. Ende es die materie in den mont vander magen. & hi gewone si te kerene. & hi niet enkeert. so doetem keeren met souten watere warm & .1. luttel olyen daer in geminct. Of met sape van vliedere of van adeke. of puluere milte saet. latue saet & porceleine saet. of dille saet & raepsaet. dit tempert met watere daer in gesoden es asarabattere .1. luttel omtrent .1. dr. & .1. s. lb. saeps. van elken sade ene .dr. & .1. luttel meer waters dan .1. s. lb. so dat al tegadere si gesoden & gezijt van al .1. lb. dit geeft hem drinken hetere dan lau. dit salne doen keeren. Ende en es hi niet gewoene te keerne. of dat gi ontsiet dat die materie si in den bodem vander mage of in die darmen. of in die leuere. dan gereit die materie met oxisaccarum & dan gef hem elcunarium de succo rosarum & dat opten dach dat niet soude comen sine accessie. des ander dages eer dat hem soude comen sine accessie. so geeft hem rubee opiate. trosiscate opiate & requies van elken tgewichte van .4. miten met lauwen borne geminct. Des anders dages daerna so doetem baden in soeten watere. Ute gaende van dien bade. so geeft hem die opiate als v vorleert es te geuene requies & dat rubee. Ende tsander dages daer na doetem bloet laten ter leuere adren. Ende eist dattie corts niet en si en wech. so geeft hem noch die opiate. Ende waert dattie materie ware digest 36 so en ware dien phisisiin niet sculdech tontbeidene die .3. of die .4. accessie. Waerbi dat die materie bi haren verspeelne niet en clomme te hoofde. maer men es sculdech te purgierne ten iersten. noch die materie gedaen gereiden mocht gi den zieken coenlijc geuen drinken enen toge couts waters in sinen dorst. & dat in sine accessie. Ende daerna so steke sinen vinger in sine kele. & doere hem met keeren Ende ic wedersegge te geuene water in allen andren ziecheiden Jegen dien hooftswere in accessien. so dwaet die voete toten midden bene entie hande toten elleboge met watere daer in gesoden es nachtscade. wilge louere. porceleine. wegebrede. latue gelike so dwater hem mede den slaep & tforhooft. Noch .1. ander. smeert hem die vorseide steden met olyen van rosen. van vyoletten. & popelioen van elken euen vele geminct te gadere. & doeter toe wijfs melc & sap van nachtscaden & .1. luttel aysiins. & dit al laue. Ende oec es dit goet gedaen ane dengene die niet en mogen slapen. Ende eist dattien zieke niet en mach gaen ter cameren so geeft hem drinken des morgens vrouch s. dr. gesuuert cassia fistula getempert met warmen watere daer in gesoden si .6. prumen van damas. & also vele vyolet bloemen. of geeft hem ene suppositorie van zeme & van zoute.

Nu hoor van de derdedaagse enkelvoudige of verschillende die de derdedaagse malariakoorts is en die is soms enkelvoudig & soms gemengd, soms enkelvoudig en waarachtig.

De ware komt soms van natuurlijke gal waarmee soms vele delen komen en soms zijn de gallen omtrent de lever en soms in de maag. En zijn ze in de maag dan herkent men ze bij de urine en dan is die rood of roodachtig en dun in haar substantie en bij walgen of braken en bij eenparige dorst en bij bitterheid in de mond van de maag en bij hoofdpijn, ja als de gal in de mond van de maag is. Maar zijn ze in de bodem van de maag dan is in het begin de kamergang geel.

En zijn ze omtrent de lever dan is de urine rood of wat bleker dan puur rood en soms geelachtig en men voelt steken onder de rechte korte ribben. Die deze steken heeft onder de korte ribben en de urine dus rood die laat je bloed laten in de rechterarm in de laagste ader van de 4 of op de rechterhand. En gaat de koorts [35] aldus niet weg digereer die materie dan met suikerwater en met siroop van azijn na de 4de aanval.

En is die materie in de mond van de maag en hij is gewoon te braken en hij braakt niet laat hem dan braken met zout warm water en wat olie daarin mengen. Of met sap van vlier of van kruidvlier of verpoeder meldenzaad, sla, en posteleinzaad of dillenzaad en raapzaad en meng dit met water daarin wat hazelaarwortel gekookt is, omtrent 1 drachme, en 1 ½ pond, sap van elk zaad een drachme en wat meer water dan 1 ½ pond zodat het allemaal tezamen gekookt wordt en gezeefd van al 1 pond, dit geef je hem te drinken heter dan lauw, dit zal hem laten braken.

En is hij niet gewoon te braken of dat ge ontziet dat de materie in de bodem van de maag of in de darmen of in de lever is, bereidt dan de materie met suikerwater en geef hem dan likkepot van rozensuiker en dat op de dag dat zijn aanval niet zou komen, de volgende dag voordat zijn aanval zou komen geef hem rubee opiate, likkepot opiate en requies, van elk het gewicht van 4 maten met lauw bronwater gemengd. De volgende dag daarna laat hem baden in zacht water. Uitgaande van dat bad geef hem die opiaat zoals u geleerd hebt te geven de rest en dat rode. En de volgende dag daarna laat hem bloed laten ter leverader.

En is het dat die koorts niet weg is geef hem dan nog die opiaat. En is het zo dat de materie gedigereerd is [36] moet de geneesheer de 3de of 4de aanval nietafwachten. Waarbij dat de materie zich niet verspeelt en niet naar het hoofd klimt, maar men moet ten eerste purgeren, nog de materie gereed maken mocht ge de zieken koen een teug koud water te drinken geven in zijn dorst en dat in zijn aanval. En steek daarna zijn vinger in zijn keel en laat hem daarmee braken. En ik weerspreek om water te geven in alle andere ziektes.

Tegen de hoofdpijn in de aanval was de voeten tot midden benen en de handen tot de ellenboog met water waarin nachtschade, wilgenbladeren, postelein, weegbree en sla in gekookt is en gelijk zo was hem daarmee de slaap en het voorhoofd.

Nog 1 andere; besmeer hem die voor vermelde plaatsen met olie van rozen, van violen en popelioen, van elk evenveel en tezamen gemengd en doe er vrouwenmelk en sap van nachtschade en wat azijn bij en dit alles lauw. En ook is dit goed gedaan bij diegene die niet kunnen slapen.

En is het dat die zieke niet ter toilet kan gaan geef hem ‘s morgens vroeg te drinken ½ drachme gezuiverde Cassia fistula dat gemengd is met warm water waarin 6 pruimen van Damascus in gekookt zijn en alzo veel violenbloemen of geef hem een suppoost van honing en van zout.

Dobbele terciane die comt van warachteger & naturliker roder colere. die siin in diuersen steden buten vaten an die lichame die siin vortech. & dese es versceden van simplen cortse 37 tierceine. & dat es bi sinen langen gedurene beide coude & daerna hitte. & dat bi dat hi comt alle dage met coude & met beeften & bi dat die orine es root of bloetroot met middeliker dunre substancien ende enen groten rinc bouen entien donker. Desen beraet als v vorleert es int capittel dat daer nast staet voren van den .3. dagen Brekende tierceine comt van geluwer colere of dodeachtech. desen bekent bi den accessien die comt onderwilen te noenen onderwilen tondren dages & onderwilen te middage. onderwilen ter verspertijt. Ende desen mogedi oec kennen bi dattie orine es gelu of wel bleec root met ere substancie middelike dunne of middelijc dicke. Die ierste cure die es dat si niet wech en mach gaen haer seluen digererende die materie met oxisaccarum. of oximel van elken euen vele in couden tiden. Ende in heeten tiden met oxisacarum allene. Die materie gedigereert purgiert den zieken met .3. dr. & .s. benedicten. Tsander dages geeft den zieken nutten .3. miten wegens auree trosiscata. & also vele rubea alexandrina. des ander dages daer na doeten bloet laten in die middeladre vanden rechten arme in den somer. & in den slinken in den winter. Ende eist dat hi aldus niet en geneest. so geeft hem vore die accessie die daer na comt die vorseide opiate. Noch gi moget oec geuen den vorseiden zieken van .3. medicinen vorseit. van .15. dagen te .15. dagen. dit dunct goet meestere rogierine. Dobbele tierceine bekent dattie pine alle dage comt. & daer af so es 38 dorine turbel & donker. Desen beraet also v vorleert es in die simple tierceine Eist dat si ene warachtege tierceine es. so geeft den zieken amandel melc. pureye van erweten. wellinge op dat in den zomer es of in heeten tiden. & geeft hem gebraden apple met sukere. & tamme kersse. Ende comet in couden tiden optie dage dat men niet en heeft. so geeft hem gesoden kiekene ende te drinkene gebornden wijn.

Dubbele derdedaagse die komt van waarachtige en natuurlijke rode gal die in diverse plaatsen buiten de vaten aan het lichaam zijn en die zijn verrot en deze is verschillend van enkelvoudige driedaagse koorts [37] en dat is vanwege zijn lange tijd dat het duurt met beide koude en daarna hitte en dat omdat hij alle dagen komt met koude en met beven en omdat de urine rood of bloedrood is met middelbare dunne substantie en een grote ring boven en die donker. Deze beraad u zoals u geleerd hebt in het kapittel dat ernaast staat voor van de 3de daagse.

Brekende derdedaagse komt van gele gal of doodachtig en deze herkent men bij de aanval die soms te noen komt en soms de volgende dag en soms te middag en soms te verspertijd. En deze kan ge ook herkennen omdat de urine geel is of goed bleek rood met een middelbare dunne of middelbare dikke substantie.

De eerste behandeling die is dat ze niet van zichzelf weg kan gaan en digereer de materie met oxisaccarum of oxymel (water, honing en azijn), van elk evenveel in koude tijden. En in hete tijden alleen met suikerwater. De materie gedirigeerd purgeer de zieke met 3 drachmen en ½ Cnicus benedictus. De volgende dag geef de zieke 3 maten wegende auree trosiscata te nuttigen en alzo veel rubea alexandrina, de volgende dag laat je hem bloed laten in de middelader van de rechterarm in de zomer en in de linker in de winter. En is het dat hij aldus niet geneest geef hem voor de aanval die daarna komt de voor vermelde opiaat. Nog ge mag ook geven de voor vermelde zieken van 3 voor vermelde medicijnen van 15 dagen tot 15 dagen, dit lijkt dokter Rogierine goed.

Dubbele derdedaagse bekent dat de pijn alle dagen komt en daarvan is [38] de urine troebel en donker. Deze beraad je zoals je geleerd hebt in de enkelvoudige derdedaagse. Is het dat ze een echte derdedaagse is geef dan de zieke amandelmelk, puree van erwten, wel dat op in de zomer of in hete tijden en geef hem gebraden appels met suiker en tamme kersen. En komt het in koude tijden op die dagen dat men het niet heeft geef hem gekookte kuikens en gewaterde wijn te drinken.

Dje vierde dach es quaet tegenesene. die cure es lanc entie liede en hebber geen geloue an. & menechwerf so vaert de zieke na tgeloue. Die .4. dach enech esser warachtech & sulke niet. Die warachtech es die comt van naturliker melancolien. & es onderwilen simpel & onderwilen dobbel. Es hi simpel so comt hi achter noene te vespertide of spadere. iegen dat die melancolie si dunne. of dicke so geduere die spacie van .14. vren Die .4. dach comt van naturliker materien van melancolien die in die adren siin entie vortech Onderwilen es die .4. dach verscedeliic. entien heet men interpolaet. dats alse die melancolie es buten vaten of adren. Die versceden die es onderwilen simpel & onderwilen dobbele quarteine. die comt van naturliker melancolien buten adren. ende dies orine es geluachtech & dunne. & die geduren langen tijd. Die niet warachtech en heet. die es van vorteger 39 melancolien niet natuurlijc die es van verbernder melancolien naturlijc of van verbernden colera. of dies gelike. fleume of bloet die wast van melancolien die es quaet. Ende haer orine es sculdech onder te sine gelu al dore kerende ten geluwen waert. Ende es hi van verbernder colere. daer es dorine sculdech te sine gelu dunne. Ende es hi van verbernder fleume. dorine es daer sculdech te sine onder gelue varwe kerende ter bleecheiden waert met eneger scemerheiden & met eneger dicheiden omme die verscheide van den fleumen. Ende es hi van verbernden bloede. dorine es sculdech te sine rootachtech In quarteinen es meer crupingen & reckingen van leden. & brekinge van knien. dan in enege andre cortse omme die swaerheit van harer materien. Ende dorine es sculdech te sine vore haer comen dunne & geluachtech. Ende achter haer comen essi sculdech te sine rodere & dickere om dattie nature heeft gesteken van hare trauelgieringe. Dit es die cure. In dierste van harer curen so es men sculdech te wachtene dat men den zieken niet en geue spise die naturlijc cout si. alse latue porceleine ende dies gelike. dat es om dat die materie niet en werde te hart. Want die melancolie es naturlike cout & droge. Ende en geeft hem oec niet dat te heet si. Want het soude die materie te zere doen ontsteken Noch en geeft hem oec niet te sterke medicine. want si soude dat subtile doen te niete gaen & verteren. & soude doen die herdde 40 humoren te dicke werden & te hard In die derde accessie so doetem bloet laten optie slinke hant. & geeft hem op danderdage drinken dit cyroop. Nemt die wortele van venkele. van persine. van sparago. corisicorie. buglossa. pentafilon. graminis: ceterac. capillis veneris. adiamos. van elken .s. hantvol. cucumeris. cucurbite. tsaet. mitibe. sebeste. van bloemen van boragien. van camomillen. van elken .s o. bloemen van vyoletten .2. o. suker .2. lb. & wijn van prumen garnaten. s. lb. & hier af so maket .1. cyroop. dit geeft hem drinken .3. lepel vol sdages met also vele warms waters op sine rustende dage. Ende dit so en geeft niet die nauwe geborst siin die materie digest. dat gi moget kennen bi den meersinge vander orinen. & meer geuarwt & dicke middelike. & bi dat sine crachte siin gemeret & gestarct. Ende doet hem maken dit cyroop. Nemt thine. epichine bloemen van boragen. wortelen van camomillen. ana. s. o. anijs. cucumer. cuscute. cauworden. van elken van desen saden .3. o. mirabolani indi .1 .o. hier af so maect hem een cyroop. dat geeft hem drinken in die dageraet. Dies derds dages doetem baden in dese cruden. cammomille enula campana. lingua canis. buglossa. lappaci acuti. van elken .2. hantuollen. dit doet den genen 41 die den lichame heeft wel geuloch & dien starc. Ende die den lichame heeft mager dien baedt in soeten watere & dat simpel. & dien geeft ten vutganc van den bade .2. dr. mussa enea. met lauwen watere. Ende comt die quarteine vander milten. dwelke gi moget kennen bi der orinen. want si es in den bodem aschachtech. & dat cleuende an den orinael. entie zieke claget dier slinke side. Alse hi comt die corts so ga baden. ende alse hi vut gaet. so neme vander vorseider opiaten. & smere sine melte met olyen van camomillen. & dyanteide. & botere van elken euen vele geminct tegadere. Ende daerna so legge optie melte dit plaester Nemt swinen smout & honden & olye van vyoletten & doet zieden & die wortele van hoemsce & branca vrcina. Of die wortele allene geminct metten vorseiden smoute & olye. & dit so legt optie milte al warm. Ende en helpt dit plaester niet. so nemt den wortel van radeke. & zeem & ruggen mele. dit stoot wel tegadere. ende daer af maect .1. plaester. die legt warm optie milte. Ende es haer lichame bestopt so maect hem dit cyroop. Nemt .3. dr. van violetten .40. prumen van damas. ene .dr. van cucumer sade. & van caworde zade. & ene .dr. van latuen sade & .1. s. dr. van boragien bloemen. Dit doet wel zieden in min dan in ene .s. pinte scoenre fonteynen. & daer na so tempert met .1. dr. van tamarindien. & van cassia fistula oec 1. dr. Ende es die zieke starc. so geuet hem aldus drinken nuchtens. Ende es hi flaeu. so ziet hem dore .1. wit linen cleet. & dan geuet hem drinken .1. luttel warmer dan laeu. ter tijt dat v vorleert es. Ence en diedet oec niet. entie zie\ke 42 starc si. so doetem clisterien die aldus gemaect si. Nemt vyolet bloemen & violet bladere. van elken .3. dr. popple. & mercuriael van elken .1. hantuol. dit doet zieden in .1. s. peket waters. & ziet dore .1. linen cleet. & daer na so doeter in smelten .3. dr. saelgemmes. dat men in vlaemsce heet sente marien yis & .3. .dr. olien van violet. Ende dit so doe hem ingieten ten fundamente met clisterie pipen. dit salne doen gaen ter cameren. Dit es sonderlinge goet beide cyroop gedronken int heet euel. & daer en gaet hi niet ter cameren met desen cyrope so clisterie vorseit. Jc mochte v vele bescriuen vanden .4. dage dewelke comt van verbernden bloede. onderwilen van verbernder fleumen. onderwilen van verbernder colera. & onderwilen van purer melancolien & dat meest. Dicwile so comt quarteine van vergaderden humoren. & dat ware quaet enen man te onderscedene die niet wel behendech en ware. & daer omme so latict achter. want die curen en siin niet eens die mer iegen doet. dan die humoren eens siin Ende oec die comt metten vallende van den loeue of metten wassende. die gaen node en wech lichtelike. Ende menechwerf so geuallet dat die quarteine comt bi dat die melte es veruult van melancolenser materien. dewelke haer rechte stede es. & si hare niet en mach purgieren bi haren rechten wege dats omme dat si onder es besloten & bouen open so ontfaet si meer dan si mach deliuereren dus so meret di melancolie in hare. Hier af so comt .1. specie van watere die men heet in latine timpaniste. dats ge\seit 43 na die tambuse. Ende so seit men dat es van winde. want die alder meeste materie dats wint. ende in el ne gene en es wint vanden andren tween. dewelke dene heet yposarka. dat es alse al die lichame swillet. buuc. rugge. been. dyen. handen. armen. ansichte. Ende ene andere maniere so esser die men heet alcites. die doet swillen den lichame. ende swalpet daer in alse .1. butseel dat niet vol en es. Maer timpaniste. die doet wesen den hals entie kele entie armen harde smal. maer die huut ouer die been...

De vierdaagse is slecht te genezen, de behandeling is lang en de lieden hebben er geen geloof in en vaak vaart de zieke naar het geloof. Van de 4de daagse is er enig echt en sommigen niet. De echte is die van natuurlijke melancholie komt en is soms enkelvoudig en soms dubbel. Is hij enkelvoudig dan komt hij na noen te vespertijd of later naar dat de melancholie dun of dik is zo duurt de ruimte 14 uren. De 4de daagse komt van natuurlijke materiën van melancholie die in de aderen zijn en die verrot.

Soms is de 4de daagse verschillend en die noemt men interpolaet, dat is als de melancholie buiten de vaten of aderen is. De verschillende die is soms enkelvoudig en soms dubbele vierdaags en die komt van natuurlijke melancholie buiten de aderen en diens urine is geelachtig en dun en die duren lange tijd. Die niet echt heet die is van verrotte [39] niet natuurlijke melancholie en die is van verbrande natuurlijke melancholie of van verbrande gal of diergelijke fluimen of bloed dat van melancholie groeit die kwaad is. En haar urine moet onder geheel geel zijn en keert aldoor naar het gele. En is hij van verbrande gal daar moet de urine dun geel zijn. En is hij van verbrande fluimen, de urine moet daar onder geel zijn en keert naar bleekheid met enige schemering en met enige diktes vanwege de verschillen van de fluimen. En is hij van verbrand bloed, de urine moet roodachtig zijn.

In vierdaagse is meer krimpingen en trekken van leden en breken van knieën dan in enige andere koortsen vanwege de zwaarheid van haar materiën. En de urine moet eerst dun en geelachtig voorkomen. En daarna moet het roder en dikker worden omdat de natuur van zich de kwelling van haar heeft gestoken.

Dit is de behandeling. In het begin van haar behandeling moet men erop letten dat men de zieken geen spijs geeft die natuurlijk koud is zoals sla, postelein en dergelijke, dat is omdat de materie niet te hard wordt. Want de melancholie is natuurlijk koud en droog. En geef hem ook niets dat te heet is. Want het zou de materie te zeer laten ontsteken. Nog geef hem ook niet te sterke medicijnen want ze zouden dat subtiele te niet laten gaan en verteren en zouden de harde [40] humoren te dik laten worden en te hard.

In de derde aanval laat je hem bloed laten op de linkerhand en geef hem op de volgende dag deze siroop te drinken; Neem de wortel van venkel, van peterselie, van asperge, Cichorium (?), buglossa, vijfblad, (Potentilla) granen, Ceterach, Adiantum capillis-veneris, adiamos, (Adiantum?) van elk een ½ handvol, komkommer, Cucurbita, het zaad, mitibe, (nederig) sebesten, van bloemen van Borago officinalis, van kamillen, van elk ½ ons, bloemen van violen, 2 ons, suiker, 2 pond en wijn van granaatappels, ½ pond en maak hiervan 1 siroop en geef hem dit 3 lepels vol per dag te drinken met alzo veel warm water op zijn rustdag. En dit geef je niet aan die een nauwe borst heeft die materie digereert dat ge kan herkennen bij de vermeerdering van de urine en meer gekleurd en middelmatig dik en omdat zijn krachten zijn vermeerderd en gesterkt. En laat voor hem deze siroop maken;

Neem tijm (?) epichine, bloemen van bernagie, wortels van kamillen, gelijk ½ ons, anijs, komkommer, Cuscuta, kauwoerden, (Cucurbita) van elk van deze zaden 3 ons, mirobalanen indi, 1 ons, en maak hiervan een siroop en geef hem dat te drinken in de dageraad. De derde dag laat je hem baden in deze kruiden, kamillen, Inula campana, hondstong, Buglosse, scherpe zuring, van elk 2 handvol en doe dit bij diegene die het lichaam [41] snel en sterk heeft. En die het lichaam mager heeft die baad je in zacht water en dat enkelvoudig en die geef je bij het uitgaan van het bad 2 drachmen mussa enea (uit Antodorium Nicolai, wit peper, murwe weirook, gentiaan, mirre, (Commiphora myrrha) Euphorbia, Aristolochia longa, Mandragora en genoeg honing) met lauw water.

En komt de vierdaagse van de milt die ge kan herkennen bij de urine want ze is in de bodem asachtig en dat kleeft aan het urinaal en de zieke klaagt aan zijn linkerzijde. Als hij koorts krijgt ga baden en als hij er uit gaat neem dan van de voor vermelde opiaten en besmeer zijn milt met olie van kamillen en sap van suiker (?) en boter, van elk evenveel tezamen mengen. En leg daarna op die milt deze pleister;

Neem varkensvet en hondenvet en olie van violen en laat het koken en de wortels van heemst en berenklauw. Of de wortels alleen gemengd met het voor vermelde vet en olie en leg dit geheel warm op de milt. En helpt deze pleister niet neem dan de wortel van mierikswortel en honing en roggemeel, dit stamp je goed tezamen en daarvan maak je een 1 pleister en die leg je warm op de milt. En is zijn loop verstopt zo maak voor hem deze siroop;

Neem 3 drachmen van violen, 40 pruimen van Damascus, een drachme van komkommerzaad en van kauwoerden zaad en een drachme van slazaad en 1 ½ drachme van bernagie bloemen. Dit laat je goed koken in minder dan in een ½ pint schoon fonteinwater en meng het daarna met 1 drachme van tamarinden (Tamarindus) en van Cassia fistula ook 1 drachme. En is de zieke sterk geef hem aldus te drinken Գ morgens. En is hij flauw zeef het door 1 wit linnen kleed en geef het hem dan te drinken wat warmer dan lauw in de tijd die u geleerd hebt.

En dient dit ook niet en de zieke [42] is sterk geef hem dan deze klysma die aldus gemaakt is; Neem violenbloemen en violenbladeren, van elk 3 drachmen, Malva, en bingelkruid, van elk 1 handvol, laat dit koken in 1 ½ maatjes water en zeef het door 1 linnen kleed en laat er daarna in smelten 3 drachmen steenzout dat men in Vlaams Sint Maria ijs noemt, en 3 drachmen olie van violen. En laat dit zo bij hem in het fundament gieten met een klysmapijp, dit zal naar toilet laten gaan. Dit is bijzonder goed bij de siroop gedronken in het hete euvel en daar hij niet ter toilet gaat met deze siroop neem dan de voor vermelde klysma.

Ik kon u veel beschrijven van de 4de daagse die van verbrand bloed komt en soms van verbrande fluimen en soms van verbrande gal en soms van pure melancholie en dat het meest. Vaak komt de vierdaagse van verzamelde vochtvermenging en dat is slecht door een man te onderscheiden die niet behendig is en daarom zo laat ik het na want de kuren zijn niet gelijk die men ertegen doet dan als de vochtvermenging gelijk zijn.

En ook die komt met het vallen van het loof of met het groeien, die gaan node en gemakkelijk weg. En vaal gebeurt het dat de vierdaagse komt omdat de milt vervuld is van melancholische materiën wat hun echte plaats is en ze zich niet kan purgeren via haar rechte weg, dat is omdat ze onder besloten is en boven open en zo ontvangt ze meer dan ze kan afgeven en dus zo vermeerdert de melancholie in haar.

Hiervan komt 1 soort van water die men in Latijn timpaniste noemt, dat is zo genoemd [43] naar de tamboer. En zo zegt men dat is van wind want de allermeeste materie, dat is wind, en in geen ander is er wind van de andere twee waarvan de ene yposarka heet, dat is als het hele lichaam zwelt, buik, rug, been, dijen, handen, armen en aanzicht. En een andere soort is er die men alcites noemt en die laat het lichaam zwellen en zwalpt daarin als 1 leren wijnzak dat niet vol is. Maar timpaniste die laat de hals en de keel en de armen zeer smal wezen, maar vel over been.

Djts van den watere dat de mensce laedt. van den welken dat siin .4. manieren. Ende es dierste geheten leucofleumancia. Dese specie comt bi den humoren die cout & wac siin. & der leueren beweren haer naturliic werc. dat heet es ende wac. Ende dus werdet dwerc vander leueren verkeert. dat bloet soude werden met rechte dat wert verkeert in watereger substancien. Ende dus sent die leuere tallen leden dese ongesodene humoren ouer gesoden. dat werden soude pur bloet. & nv eist water om dattie leuere es ongetempert & bi harer coutheide Dandere maniere heet yposarka. dese specie comt oec van couden humoren. entie droge. die de leuere ontempern. dit doet swillen al den lichame been. arme. ansichte & buuc. Die derde maniere ontempert die leuere. om dat in haren blade comt te vele van harer rechter naturen 44 dat heet es ende wac. bi welker veruulten die leuere niet en mach onthouden haer recht die blade en stortten bi harer veruulten haer recht voetsel vore tijt. bi den welken naturlike hitte moet faelgieren in die leuere. waerbi si niet en mach senden haer voetsel. biden welken dat verkeert in watere. & dan blijft in den lichame. so datter die darme in vloten dese specie heet in latine alcites. dat es geseit bi den butsele. want alst niet en es al vol so swalpet. Also swalpet dwater in des zieken buuc. Die .4. maniere comt bi dat die humoren die heet & droge siin ontemperen die leuere. wies ontempertheit doet ontpluken die pores. dat siin dore nauwe gaetkine die de leuere heeft. dore welke die naturlike geeste & fumeyen porren vten bodeme van der leueren dat tussen die bladen es. Aldus so falgiert naturlike hitte warbi men dwater laedt & wint. dies heft die lichame so groot. & dan vol gespannen alse .1. tambure dese specie heet in latine timpaniste na .1. tambure. Dierste .2. manieren siin cout. & dandere .2. siin heet. Dits die raet van al den auctors van medicinen. dat es dat men den zieken purgiere sine humoren. elc met harer propere medicinen. Ende daerna geue hem medicinen die de humoren die daer in siin bleuen achter die purgacien die de humoren doen sceden bider orinen. Ende daer na geue hem medicine die drogen die wacheit die daer in bleuen es onder die huut. & die materie driuen vten vleesche. & dat met latuarien 45 die drogen Dierste & dandere maniere van den genen die hebben dwater in. die swillen int vleesch. Maer si siin versceden van namen. Want in leucofleuma int begin. soes haer orine ontvarwt & vet. Ende na dat die ziecheit es in hen geconformeert. so maect hi dicwile orine. entie dunne. Dandere specie heet yposarka. die es ongeuarwt & dunne. Int welke die vorseide specie es die cure welna al eens. Alder ierst so ziedt sine materie met oximelle squilliticum. van den welken gi hem geeft drinken smorgens & sauens .2. lepel vol met noch also vele waters daer in gesoden es venkel saet. persiin saet & haer wortelen. dit drinke .14. nacht lanc. & daer na gef hem .3. dr. van yerapigra galyeni. & daer si gemaect pillen also groet alse ene erwete. dese so gef hem sauens alse hi gaet slapen bewimpelt met nuwelen met clareyte. went si siin zere bitter diese so swilget al geheel sonder cuwen. Ende alsi beginnen werken. so en slaper niet op meer. want men nes niet sculdech te slapene op enege medicine die beginnen ter cameren gaen Opten .3. dach daerna so stooftene met heten watere daer in gesoden si petercelle. eppe. kersse. & brem. Ende als hi gaet vter stouen daer hi in gesweet heeft. so gef hem nutten aurea alexandrina. sonder opie getempert met wine daer in gesoden es worele van venkele. Dies anderdages daerna so doet den yposarka laten in die leuere adre. Den leucofleuma doet laten met bussen op sine lendenen. Ende het es goet dat men doet laten die adere onder den enckel binnen voets 46 in beide die vorseide ziecheiden. Ende men cliesteriene .2. werf die maent. met gesoutene watere in welke iecke si getempert. s. o. yerapigra galyeni. Alle auctoors siin hier af eens. Eist dat men den zieken geuet drinken .1. lepel vol geytens pijs. of van ere swarter hoye. dat hi hier met sal genesen & deliuereren beide ter orinen & ten camergange. Ja in dat pijs gesoden spica nardi. Ende dit es in dese vorseide .2. specien. Of gef hem des morgens nutten dyareuberbar. s. dr. & daer op so drinke wiin daer in gesoden es lappacium acutum &. wortelen van persine van alexandere. & sauie bladere. Een ander noch. Nemt. dat water daer de smet siin yser in coelt in sinen bac. & ziedt daer in die vorseide cruden. & doeter suker toe. hier af so maect .1. cyroop. dit drinke dicken. dit lange gedronken sal genesen die ierste. .2 specien di ere vore genoemt siin. Dit cyroop es goet iegen alle die specien. Nemt scolopendrie-endiuie. absincij. spiic nardi. fiat sirupus quantum wltis cum zuccaro. dit cyroop so drinke altoes na dat gi hebt genomen enege latuarie. R. calaminti sambuci. ebuli. sansucci. corticis. radicis. tamarici. [ ] frainii (l. fraxini). funcli. petrocilii. apij. fiat inde sirupus cum zuccaro. quantum, satis. Maect dit plaester. Nemt geyten cotelen & coe scitten dit ziedt in wine & in olyen van oliuen & doeter toe salnitrus dit legt warm op die leuere. Ende wildi dat vorseide cyroop van calaminti hebben lacsatijf. so doeter in polipodii. anisii. esula. dit doet zieden 47 metten vorseiden cruden. Van desen lacsatiuen cyroope so gef drinken .2. werf of .3. de weke Dese .2. die comen van hitten dewelke heeten alcites & timpanites dewelke en mogen cume nemmermeer genesen. Nochtan so es men sculdech te proeuene wat mer ane doen mach. drinken suuerlike watere dus gemaect. Rp. melonen. citrulli. [cucu]. cucurbite. fenicli. appii. petrecelle. Ende legt hem .1. plaester optie milte die gi vinden selt int capittel van der melten hier achter. Dit cyroop so gef hem sonderlinge. Recipe succi scariole. lb .2. suc. apij. suc. petrecelle. lb. esule. In tali proporcione quod in libra sirupi decocti non dico crudi succi fiunt .o .3. esule. Esula in predictis succis bulieat & .addito mastice. & succi fenicli. & apij. coletur. colature addatur zuccarum in fine decoctionis addatur reubarbarus o .1. Dit geeft drinken den alcites &. timpanites des morgens & tempert met watere daer in gesoden es venkel saet & mastijc .2. werf in de weke. Of es hi stard .3. werf dats ouer ander dach. want het doet .1. liuttel gaen ter cameren. Dit seit ypocras. die dwater in heeft & daer met heeft die hoeste. dat quaet es & wantrostelijc te genese. Pulver van wolfs cullen dat gegeuen nutten dien dwater in hebben. of die siin geswollen van den wateregen humoren. das es hen nuttelec. 48

Dit is van het water dat de mens laadt waarvan er 4 soorten zijn. En de eerste heet leucofleumancia. (witte snot)

Deze soort komt van de vochtvermenging die koud en vochtig zijn en de lever weert van haar natuurlijk werk dat heet is en vochtig. En dus wordt het werk van de leveren veranderd, dat echt bloed zou worden dat wordt veranderd in waterachtige substanties. En dus zendt de lever naar alle leden deze ongekookte vochtvermenging overgekookt dat puur bloed worden zou en nu is het water omdat de lever ongetemperd is en vanwege haar koudheid.

De andere soort heet yposarka en deze soort komt ook van koude vochtvermenging en die droog die de lever ont temperen, deze laat het hele lichaam zwellen, been, armen, aanzicht en buik.

De derde soort ont tempert de lever omdat in haar bladen teveel van haar echte natuur komt [44] dat heet is en vochtig bij welke volheid de lever niet recht haar bladen kan onthouden en stort bij haar volheid haar echt voedsel voor de tijd waarbij de natuurlijke hitte moet falen in de lever waarbij ze niet haar voedsel kan zenden waarbij dat in water verandert en dan blijft het in het lichaam zodat het in de darmen vloeit, deze soort heet in Latijn alcites, dat is gezegd bij de verdikking want als het niet geheel vol is dan zwalpt het. Alzo zwalpt het water in de buik van de zieken.

De 4de soort komt omdat de vochtvermenging die heet en droog zijn de lever ontmengen wiens ongetemperdheid de poriën laat openen, dat zijn door nauwe gaatjes die de lever heeft waardoor de natuurlijke geesten en dampen porren uit de bodem van de lever dat tussen die bladen is. Aldus zo faalt de natuurlijke hitte waarbij men het water laadt en wint en die heft het lichaam zo groot en dan vol gespannen als 1 tamboer en deze soort heet in Latijn timpaniste naar 1 tamboer. De eerste 2 soorten zijn koud en de andere 2 zijn heet.

Dit is de raad van alle auteurs van medicijnen, dat is dat men de zieken zijn vochtvermenging purgeert en elk met zijn goede medicijnen. En geef hem daarna medicijnen die de vochtvermenging die erin zijn gebleven na die purgatief die de vochtvermenging laten scheiden met de urine. En geef hem daarna medicijnen die de vochtigheid opdrogen die daarin gebleven is onder de huid en die materie uit het vlees drijven en dat met likkepotten [45] die drogen.

De eerste en de andere soort van diegenen die het water hebben die zwellen in het vlees. Maar ze hebben verschillende namen. Want in leucofleuma in het begin zo is haar urine ontkleurd en vet. En nadat de ziekte in hen is geconformeerd dan maakt hij vaak urine en die dun. De andere soort heet yposarka, die is ongekleurd en dun. Waarin in die voor vermelde soort die behandeling bijna gelijk is.

Allereerst kook zijn materie met oxymel (water, honing en azijn) van Urginea waarvan ge hem s’s morgens en ‘s avonds 2 lepels vol geeft te drinken met nog alzo veel water waarin venkel zaad, peterselie zaad en haar wortels in gekookt zijn, dit drinkt hij 14 nachten lang en geef hem daarna 3 drachmen van heilige picra (bitter) galyeni en daar pillen van maken zo groot als een erwt en deze geef je hem ‘s avonds als hij gaat slapen, bewimpelt met wafels met kruidenwijn, want ze zijn zeer bitter die ze zo geheel opslokt zonder kauwen. En als ze beginnen te werken slaap er niet meer op, want men moet niet slapen op enige medicijn die begint naar het toilet te laten gaan.

Op de 3de dag daarna stoof hem met heet water waarin peterselie, eppe, kers en brem in gekookt is. En als hij uit de stoof gaat daar hij in gezweet heeft geef hem aurea alexandrina te nuttigen, zonder opium, gemengd met wijn waarin wortel van venkel gekookt is. Laat de volgende dag daarna de yposarka laten in de leverader. De leucofleuma laat die laten met laatbus zetten op zijn lendenen. En het is goed dat men de ader laat laten onder de enkel binnen voet [46] in beide de voor vermelde ziektes. En men geeft 2 maal die maand een klysma met gezouten water waarin ongewassen wol gemengd is met ½ ons heilige picra (bitter) galyeni.

Alle auteurs zijn hiervan eens. Is het dat men de zieken 1 lepel vol geitenpis of van een zwarte ooi te drinken geeft dat hij hiermee zal genezen en afzetten, beide ter urine en ter toiletgang. Ja, in dat pis gekookte spicanardi (Lavandula stoechas), En dit is in deze voor vermelde 2 soorten. Of geef hem ‘s morgens te nuttigen sap van rabarber (Rheum), ½ drachme, en drink daarop wijn waarin scherpe zuring (Rumex patientia) gekookt is en wortels van Smyrnium olustratum en salie bladeren.

Een andere nog; Neem dat water daar de smid zijn ijzer in koelt in zijn bak en kook daarin die voor vermelde kruiden en doe er suiker bij en maak hiervan 1 siroop en drink dit vaak en dit lang gedronken zal de eerste 2 soorten genezen die hiervoor genoemd zijn.

Deze siroop is goed tegen alle soorten; Neem hertstong, andijvie, absint, spicanardi (Lavandula stoechas), met genoeg siroop kwaliteit die u wil met suiker en drink deze siroop altijd nadat ge enige likkepot hebt genomen.

Recept; Calamintha, Sambucus, kruidvlier, majoraan, bast, wortels, Tamarix, Fraxinus, venkel, peterselie, Apium, doe in de siroop suiker dat het u voldoende is.

Maak deze pleister; Neem geitenkeutels en koemest en laat dit koken in wijn en in olie van olijven en doe er sal nitrus bij en leg dit warm op de lever. En wil ge de voor vermelde siroop van Calamintha hebben als laxatief doe er dan Polypodium, anijs en Euphorbia esula in en laat dit koken [47] met de voor vermelde kruiden. Van deze laxerende siroop geef je 2 of 3 maal per week te drinken.

Deze 2 die van hitte komen heten alcites en timpanites die nauwelijks nimmermeer genezen. Nochtans zo moet men proberen wat men eraan doen kan en zuiver water drinken dat aldus gemaakt is; Recept; Meloenen, Citrullus, Cucurbita, venkel, Apium en peterselie. En leg hem 1 pleister op de milt die ge vinden zal in het kapittel van de milt hierna.

Geef hem vooral deze siroop. Recept sap van Lactuca scariola, 2 pond, sap van Apium, sap van peterselie, pond, esula (Euphorbia). In tali proporcione quod in libra sirupi decocti non dico crudi succi fiunt (in zodanige verhouding dat het betekent dat de sappen niet worden gekookt in een pond siroop) ons 3 esula. Esula in predictis sappen bulieat en addito mastice en succi fenicli en apij, coletur, colature addatur zuccarum in fine decoctionis addatur reubarbarus ons 1. (in de hiervoor genoemde sappen kook extra mastiek (Pistacia lentiscus) en sap van venkel en Apium voeg toe aan het einde van het koken rabarber 1 ons) Dit geef je 's morgens te drinken de alcites en timpanites 2 maal in de week en meng het met water waarin venkel zaad en mastiek in gekookt is. Of als hij sterk is 3 maal, dat is om de dag want het laat wat ter toilet gaan.

Dit zei Hippocrates, die het water in heeft en daarmee de hoest heeft dat het kwaad is en wantroostelijk te genezen. Poeder van wolfsballen dat te nuttigen geven die het water in hebben of die zijn gezwollen van de waterige vochtvermenging, dat is voor hen nuttig. [48]

COrisa of catarrus. dats .1. ongemac dat men heet den materal of die reume. dewelke ziecheit comt bi .5. manieren. Dene manier comt van veruulten van humoren eenparlijc lopende. Ende si comt van hitten die de humoren doet smelten. dewelke maken fumeyen. Of si comen van couden dewelke so dwinget die humoren. Of si comt van wacheiden of van glatheiden dwelke lopet bider dunheiden van den humoren. Of si comt bi der crancheiden vander onthoudender naturen. Catarrus of corisa die comt bi veruulten van humoren die bekent hier bi. haer ansichte es .1. luttel geswollen. die ogen op geheuen verwultheide. swerende thooft. alden lichame veruult. Dits die cure iegen dese maniere. Comtse van veruulten van bloede. so doetem bloetlaten in die hooft adre. Eist dat si vallet optie borst entie lichame es sangwijn. Ende eist dat si comt van andren humoren. so geeft hem dese medicinen van latuarien. alse pillum auree .3. dr. of pillen de quinque generibus mirabolanorum .dr. .2. s. Achter den derden dach dat gi hem dit hebt gegeuen. so geeft hem rubea trosiscata Also groet alse ene haselnot. met couden borne. & daer na so vaste .1. stuc. Ende eist dat hi hier met niet en geneest. so make hem dingen de dwingen. also v wert gewijst in die cure die comt van couden Die reume die van hitten comt. die hebben dansichte root ontsteken die ogen si tarnen hen 49 & siin heet & bescouden die liere. & si beseffen in haer hitte die coude spisen & die coude dranken. & coude lucht die helpt hen Dits hen goet. dwaet hen thooft met warmen watere allene. of daer rose blade in gesoden siin. Ende die watere supe oec in metten nese. Ende smeert siin vorhooft & sinen slaep met olyen van rosen of van violetten of met andren couden medicinen. Ende en geneest hi niet aldus. so geeft hem requies met watere daer rosen in gesoden siin & vyoletten. Die comt van couden humoren dien kent bi dattie adem es altoes cout. ende daer omme moet men genesen aldus. Ten iersten te purgierne thooft met pillen auree also v vorleert es int selue capittel voren. Ende die zieke moet siin altoes in hete lucht alse in hete stouen. & ete hete spise. & stoue siin hooft met lapdanum. & asscen gemaect van gersten caue, & dit ziedt in -1- pot met watere gestooft of gestopt. & daer na ontfa die zieken den doom in sinen nese. & in sinen mont Ende thooft si wel gedect met enen clede dat die doom niet en ontgae. daer na so steke .1. wieke in den nese van lapdanum. Dits oec .1. goet experiment iegen den matral die comt van couden humoren. ziedt groffels nagele in enen nuwen erdenen pot met winen. desen doom ontfaet oec ten nese. & daer na gargariseert den wijn. & eet die nagle. Dit dicken gedaen es goet. Noch .1. ander iegen tselue swilget .3. stucken van witten wyeroke also groot alse ene bone. & dat sauons alse gi gaet slapen. & decke vaste siin hoft. dit doet .2. werf of .3. achter een. Gedragen vore den nese pomum ambrum die fray es. welken 50 gi aldus doet maken in die specerie. Rp. storacis. calamite .o .s. gariofilli. ro. ana. o .3. lignum aloes. dr. .4. lapdani .dr. .2. musci .scr. .1. ambrie .scr. .5. conficiantur sic. Rec. lapdani boni & puri .dr. .6. storacis calamite .dr. .1. mirre. gariofili. 20 mundarum. ana .dr. .2. olibanum .3. dr. terantur cum pistellis calefactis. & post puluis aliarum spederum & corporentur cum eis & fiat magdalion rotundum. desen appel dragen grote liede in de hant. & houden vor den nese iegen die reume die men heet in sulke steden materal. Dese appel geduert wel .10 jaer goet als men wel maect van nuwen specien Die reume die comt van wacken glatten humoren die bekent. bi dat vut sinen nese loopt altoes dunne humoren. & dies vele. & sine ogen die tarnen hem vele. die cure es beseit in den genen die comt van couden humoren. entie es hier oec goet te desen Die komt bi crancheiden vander onthoudender naturen. die bekent bi dat si niet onthouden en mach Daer iegen es goet des stoue. Nemt lapdanum. olibanum. storax. calaminael. dit doet zieden in .1. nuwen erdenen pot in regen watere of in rose watere wel gestopt. & daernae den doom ontfaen in den nese also v vorleert es. daer na smeret thooft met olyen van mastike. die gi selt maken aldus : Nemt olye van oliven & daer in ziedt mastic. dat conforteert die herssenen seit galyenus. 51

Corisa of catarrus, dat is 1 ongemak dat men materal of reuma noemt welke ziekte er in 5 soorten komt.

De ene soort komt van volheid van vochtvermenging die eenparig lopen. En ze komt van hitte die de vochtvermenging laat smelten en die maken walmen. Of ze komen van koude welke de vochtvermenging drukken. Of ze komt van vochtigheden of van gladheiden welke lopen bij de dunheid van de vochtvermenging. Of ze komt bij de zwakte van de onthoudende naturen.

Catarrus of corisa die komt bij volheid van vochtvermenging en die herken je hierbij; hun aanzicht is wat gezwollen, die ogen opgeheven, volheid, hoofdpijn en het hele lichaam gevuld. Dit is de behandeling tegen deze soort. Komt ze van volheid van bloed laat hem bloed laten in de hoofdader. Is het dat ze op de borst en het lichaam valt is het volbloedig. En is het dat ze van andere vochtvermenging komt geef hem dan deze medicijnen van likkepotten zoals gouden pillen, 3 drachmen, of pillen van de vijf soorten van mirobalanen, 2 drachmen. Na de derde dag dat ge hem dit hebt gegeven zo geef hem rode likkepot alzo groot als een hazelnoot met koud bronwater en vast daarna 1 tijd. En is het dat hij hiermee niet geneest maak voor hem dingen de drukken zoals u gewezen is in de behandeling die van koude komt.

De reuma die van hitte komt die hebben het aanzicht rood ontstoken, die ogen tranen hen [49] en zijn heet en het vlees verbrandt en ze beseffen in hun hitte de koude spijzen en de koude dranken en koude lucht die helpt hen. Dit is voor hen goed, was hen het hoofd met alleen warm water of daar rozenbladeren in gekookt zijn. En neem het water ook op met de neus. En besmeer zijn voorhoofd en zijn slaap met olie van rozen of van violen of met andere koude medicijnen. En geneest hij niet aldus geef hem dan de rest met water daar rozen in gekookt zijn en violen.

Die van koude vochtvermenging komt die herken je omdat de adem altijd koud is en daarom moet men aldus genezen; Ten eerste het hoofd purgeren met pillen auree zoals u geleerd hebt in hetzelfde kapittel hiervoor. En de zieke moet altijd in hete lucht zijn zoals in hete stoven en eten hete spijzen en stoof zijn hoofd met laudanum (Cistus ladanifera) en as gemaakt van gerstekaf en dit kook je in 1 pot met water gestoofd of gestopt en daarna ontvangt de zieke de damp in zijn neus en in zijn mond. En het hoofd is goed bedekt met een kleed zodat de damp niet ontgaat en steek daarna 1 doek in de neus met laudanum.

Dit is ook 1 goed experiment tegen de matral (kwaal?) die van koude vochtvermenging komt; kook kruidnagels in een nieuwe aarden pot met wijn en ontvang deze damp ook in de neus en gorgel daarna de wijn en eet de kruidnagels. Dit vaak gedaan is goed. Nog 1 andere tegen hetzelfde; zwelg 3 stukken van witte wierook (Boswellia thurifera) alzo groot als een boon en dat Գ avonds als ge gaat slapen en bedek vast zijn hoofd en doe dit 2 of 3 maal achter elkaar.

Draag voor de neus appel met amber die fraai is welke [50] ge aldus laat maken in de apotheek; Recept; Storax orientalis, Calamintha, ons ½, nagelkruid, (Geum) ro, (rosa?) gelijk 3 ons, lignum Aloë (Aquilaria agallocha), 4 drachmen, laudanum, 2 drachmen, mos, scr.., amber, scr. 5, breng het dus. Recept laudanum goed en puur, 6 drachmen, Storax, Calamintha, 1 drachme, mirre, (Commiphora myrrha) nagelkruid, (Geum urbanum) 20 mundarum, gelijk 2 drachmen, wierook (Boswellia thurifera), 3 drachmen, terantur cum pistellis calefactis en post puluis aliarum spederum en corporentur cum eis en fiat magdalion rotundum, deze appel dragen grote lieden in de hand en houden ze voor de neus tegen de reuma die men in zulke plaatsen materal noemt. Deze appel blijft wel 10 jaar goed als men het goed maakt van nieuwe specerijen.

De reuma die van vochtige gladde vochtvermenging komt die herken je omdat uit zijn neus altijd dunne vochtvermenging lopen en dit zijn er veel en zijn ogen die tranen hem veel, de behandeling is gezegd in diegene die van koude vochtvermenging komt en die is hier ook goed tot deze.

Die van zwakte van het onthouden van naturen komt die herken je omdat ze niet onthouden kan. Daartegen is goed deze stoving; Neem laudanum, wierook (Boswellia), Styrax, Calamintha en laat dit koken in 1 nieuwe aarden pot in regenwater of in rozenwater en goed dicht stoppen en daarna de damp in de neus ontvangen zoals u geleerd hebt en besmeer daarna het hoofd met olie van mastiek (Pistacia lentiscus) die ge aldus zal maken: Neem olie van olijven en kook daarin mastiek, dat verbetert de hersens zegt Galenus. [51]

Ictericia in latine dats die geel sucht. van den welken siin .3. manieren Die gelu siin die comen van naturliker colere. Dandere manieren heet platearius agriacape gaselunus. dese comt van groenre colere. Die derde heet melanciton. dese comt van swarten die heet verbernde colere. dat es melancolye. dese jctricien comt in meneger manieren. si comt van verbernden & verspeelden bloede dat verkeert in colera. Ende si comt van veruulten van coleren dewelke smetten dbloet vander milten Ende si comt bi verstoptheter vander ouerster porten. of vander nederstere of bi beiden. Ende bi den sweetgaten vander huute. Ende van der gallen bi den welken dattie colere weder keert. ter leueren & besmet also dbloet. Ende si comt bider coleriker apostemen die in die leuere es gelikelike alse dbloet smettende. Ende van eenparliken cortse bi desen saken es dbloet besmet. dat voeden soude den lichame. Ende aldus so eist gesent ouer al den lichame al besmet dat benemt die scone varwe. ende maect den lichame al gelu gevarwt. Dus so es men sculdech te kennen bescedelike wanen dese jctericie comt. Die comt bi der hitten & bi verspelingen van bloede of van coleren. al die lichame es gelu ende be\smet. 52 & hi es heet int tasten. & dat zere ter rechter lanken wert. & groten dorst. den mont bitter. tfoorhooft swerende. rutinge in die oren. Endie die orine gelu geuarwt met geluen scumen. Entie camerganc & haer keren gelu geuarwt Eist dat douerste vander gallen es bestopt. so es die lichame gelu vander nauele nederwert. & opwert luttel of niet. die camerganc es zere gelu & dat keeren niet. met genen dorste no hooftswere. no rutinge in die oren die orine es gelu. Eist dat si onder es bestopt so wert die lichame van den nauevel opwert zere gelu. & nederwert luttel of niet. die camerganc es gelu & niet verteert. & tkeeren gelu. & na etene dorst. entie mont bitter En die orine es zere gelu. Eist dat pori siin bestopt beide onder & bouen. so en hongert hem niet. no hine keert niet. no siin camerganc nes niet gelu. die leuere wert geuarwt vander colere die te hare vloyt. & die orine es zere gelu. Comt si vander apostemen es in die leuere. dat v geleert int capittel vander apostemen in die leuere Die comt van cortse die comt onderwilen bider nature scout. & onderwilen bi der ziecheit scout. Comt si bi den cortse. & vertoent hare vore den .7. dach. dats vrese ten liue waert. Comt si na den .7. dach. van dat hem quam die corts. dats troestelijc seit ypocras. Eist dat si comt van verspelingen of verwallingen van bloede of van coleren op dattie zieke es starc genouch. so doetem bloet laten in die leuere adere in den rechten arm of in den slinken 53 Ende geeft hem tetene latue metten aysine porceleinen. wellinge metten aysine. ende drinke tyseine. Of ziedt die .4. coude saden in watere & dat geeft hem drinken gezijt heeft hi cortse. ende es hi sonder corts. so drinke witten wijn getempert metten vorseiden borne. Ende geeft hem tetene kiekinen gesoden. & die voetkine & die vlerken. & cleine visschelkine wel gesoden & gescelt. Ende smeert hem die leueren met olyen van rosen of van violetten. of van mandragora. of met popelioene Dese zalue legt optie leuere op .1. linen cleet geuouden .3. vout. genet in zape van couden cruden alse donkerbaert enduue. Of maect dese plaestere. Nemt sandalen beide root & wit & rode rosebladere. dese puluert in .1. mortier. & doeter toe .1. luttel canfers. dit tempert al met olyen van violetten & met .1- luttel aysiins. dit leg optie leuere. mar vernuwet dicken. Ende geeft hem drinken cyroop acetosus getempert met den vorseiden watere daer die .4. coude cruden in gesoden siin. Ende alse die .10. dach es leden entie orine es gedict. so purgiert den zieken met deser dicoctien: Rp. semen melonum. citrulli. cucumeri. cucurbite. violarum. ana .o .1. prumas damasceni .10. epatica. capillis veneris. ana .o .5. in aqua decoctionis additis .o .2. cassia fistula. tamarindi .o .1. manne .o .1. mirabolani citrini .o .2. fiat inde sirupus. dit gef hem vrouch drinken heter dan laeu tote .1. lb. wegende. Ende den derden dach daer na so gef hem nutten rubea. Geeft dien die de geelsucht hebben dit drinken smorgens & sauons laeu also vele alse soude gaan in .1. eydop. Nemt scolopendrie en\duue. 54 absincij. spice nardi. caulis agrestis. linarce (l. linarie). & foliorum caprifolii. quassantur & decoquantur in aqua & colatura admisseantur zuccari. quantum. satis. Dit sal verdriuen die geelsucht binnen .9. dagen. Nemt sap van wegebreden & doet zieden i .1. nuwen. erden. pot tote die helft si versoden. bindet ierst opten mont van den potte .1. linen cleet met enen cordekine. & daer na so legt opt cleet hout asscen wel gezicht datter geen dinc in en bliuet. hier af duwet daer op also vele alser op moge liggen. & daer in so doet .1. luttel sukers. Ende alst versoden es ter helft. dan doet af & ziet dor .1. linen cleet. hier af so drinke elx morgens nuchtern een eydop vol. dit sal genesen die geelsucht. Ende oec dien die dwater in heeft menechwerf. Ende wat plaestere dat gi legt optie hete leuere of optie geelsucht. dat en laet niet lange daer op liggen sonder vernuwen. want het soude die leuere verhitten laecht yet te lange daer op. Ende sulke liede siin die leggen ene gespoudde tinke daer op. & dats wel goet. want die tincke es natuurlike cout. maer dat sise laten so lange daer op liggen dat si stinct. dats quaet & diere mere omme name hi sout ondervinden quaet.

Ictericia in Latijn, dat is de geelzucht waarvan er 3 soorten zijn. Die geel zijn die komen van natuurlijke gal. De andere soort noemt Platearius agriacape gaselunus, deze komt van groene gal. De derde heet melanciton, deze komt van zwarte die verbrande gal heet, dat is melancholie, deze geelzucht komt in vele vormen, ze komt van verbrand en verspeeld bloede dat verandert in gal. En ze komt van volheid van gal die het bloed van de milt besmetten. En ze komt van verstopping van de bovenste poorten of van de laagste of van beiden. En van de zweetgaten van de huid. En van de gal waarbij dat de gal terugkeert naar de lever en alzo het bloed besmet. En ze komt van de galachtige gezwellen die in de lever is en gelijk zoals ze het bloed besmetten. En van eenparige koorts en bij deze zaken is het dat ze het bloed besmet dat het lichaam voeden zou. En aldus zo wordt het over het lichaam gezonden en besmet alles en dat beneemt de mooie kleur en maakt het lichaam geheel geel gekleurd. Dus moet men duidelijk herkennen wanneer deze geelzucht komt.

Die van de hitte en bij verspelen van bloed of van gal komt, bij die is het lichaam geheel geel en besmet [52] en hij is heet in het aantasten en dat zeer naar de rechterzijde en grote dorst, de mond bitter, het voorhoofd zweert, (hoofdpijn) tuiten in de oren. En de urine is geel gekleurd met geel schuim. En de kamergang en hun braken is geel gekleurd.

Is het dat het bovenste van de gal verstopt is dan is het lichaam geel van de navel naar beneden en naar boven weinig of niet, de kamergang is zeer geel en dat braken niet, met geen dorst of hoofdpijn en geen tuiten in de oren, de urine is geel.

Is het dat ze onder verstopt is dan wordt het lichaam van de navel naar boven zeer geel en naar beneden weinig of niet, de kamergang is geel en niet verteerd en het braken geel en na eten dorst en de mond bitter. En de urine is zeer geel.

Is het dat de poriën verstopt zijn, beide onder en boven, laat hem dan niet hongeren, hij braakt niet en zijn kamergang is niet geel, de lever wordt gekleurd van de gal die naar haar vloeit en de urine is zeer geel. Komt ze van de gezwellen in de lever dat u geleerd hebt in het kapittel van de gezwellen in de lever.

Die van koorts komt die komt soms van wat de nature schuwt en soms van wat de ziekte schuwt. Komt ze van de koorts en vertoont zich voor de 7de dag, dat is vrees voor het lijf. Komt ze na de 7de dag van hem die koorts kreeg, dat is troostbaar, zegt Hippocrates.

Is het dat ze komt van verspelen of wellen van bloed of van gal, als de zieke sterk genoeg is laat hem dan bloed laten in de leverader in de rechterarm of in de linker. [53] En geef hem sla met azijn, postelein, pap met azijn te eten en drink gerstewater. Of kook de 4 koude zaden in water en dat geef je hem te drinken, gezeefd, als hij koorts heeft en is hij zonder koorts drink witte wijn gemengd met het voor vermelde bronwater. En geef hem gekookte kuikens te eten en de voetjes en de vlerken en kleine visjes die goed gekookt zijn en zonder schellen. En besmeer hem de lever met olie van rozen of van violen of van Mandragora of met populierzalf. Deze zalf leg je op de lever op 1 linnen kleed dat 3voudig gevouwen is en genat in sap van koude kruiden zoals donkerbaard en andijvie.

Of maak deze pleister; Neem sandaalhout, beide rood en wit, en rode rozenbladeren, verpoeder die in 1 mortier en doe er wat kamfer (Dryobalanops aromatica) bij en meng dit alles met olie van violen en met wat azijn en dit leg je op de lever, maar vernieuw het vaak. En geef hem siroop acetosus te drinken dat gemengd is met het voor vermelde water daar de 4 koude kruiden in gekookt zijn. En als de 10de dag voorbij is en de urine is dikker purgeer de zieke dan met dit afkooksel: Recept; zaden van meloen, van Citrullus, van komkommer, van Cucurbita, van violen en van allen gelijk 1 ons, 10 pruimen van Damascus, Hepatica, Adiantum capillis-veneris, gelijk elk 5 ons, in water koken en voeg er 2 ons Cassia fistula toe, tamarinden 1 ons, manna 1 ons, mirobalanen citrini 2 ons, fiat in de siroop en geef hem dit vroeg te drinken en het dan lauw tot 1 pond gewicht. En de derde dag daarna geef hem rubea te nuttigen.

Geef die de geelzucht hebben dit te drinken ‘s morgens en ‘s avonds lauw alzo veel als zou gaan in 1 eierdop; Neem hertstong (Asplenium scolopendria) en andijvie, [54] absint, spica nardi (Lavandula stoechas), veldkool, Linaria en blad van kamperfoelie, en kook het in water en voeg toe suiker (Saccharum), voldoende dat het genoeg is. Dit zal de geelzucht binnen 9 dagen verdrijven. Neem sap van weegbree en laat het koken in 1 nieuwe aarden pot totdat de helft verkookt is en bindt eerst op de mond van de pot 1 linnen kleed met een koordje en leg daarna op het kleed houtas dat goed gezeefd is zodat er geen ding in blijft en duw hiervan op zoveel als erop kan liggen en doe daarin wat suiker. En als het verkookt is tot de helft doe het er dan af en zeef het door 1 linnen kleed en geef hiervan elke morgen nuchter een eierdop vol te drinken, dit zal de geelzucht genezen. En ook die vaak het water in heeft.

En welke pleister dat ge op de hete lever of op de geelzucht legt, laat dat er niet lang op liggen zonder het te vernieuwen want het zou de lever verhitten als het er te lang op lag. En sommige lieden zijn er die er een harde zeelt daarop leggen en dat is wel goed want de zeelt is natuurlijk koud, maar dat ze het er zo lang op laten liggen dat ze stinkt, dat is kwaad en die het er om nam hij zou het kwaad ondervinden.

Tysike dat es verteren van der substancien verscheit van den lichame van den mensce. dewelke es meest bi verladingen vander longenen Ende hoe soet comt. eist bi dattie reume 55 valt optie borst. dats optie longere so maect sire in .1. swerkiin. dat altoes meerret. & dats om dattie longene altoes roerende es & genen tijt stille. Ende wat dat open es in des menscen lichame dat begert rusten saelt genesen. waerbi alst enege openinge es in hare so en mach si nemmermeer genesen. want si niet stille en es also lange alse de mensce leeft. Want si haelt die lucht tote hare & steeds weder van hare. dwelke natuurlijc werc heet adem. met welker lucht si coelt die herte die heet es bouen alden leden. & si geeft haer wacheit. Ende en diende si niet der herten van desen .2. diensten. die herte soude verteren alle die wacheit van den lichame Ende alse die longere in heeft enege openinge. bi wien wast in hare etter. dan en comet nemmermeer vut. sonder dat naturlijc werc stect van hare met hoestere. Ende aldus so en consolideert si niet. dat es en geneest Dus so verkeert die substancie van hare tenieute. Ende dus so en heeft die herte niemen die hare dient. & si en heeft el en geen led bi hare. Deze .2. heeten leden principael & siin alle beide bouen der crayen. die in latine heet dyafragma. Dus eist dat de mensce wert tysike. want die herte en heeft gene hulpe vander longere. dewelke substancie es verteert. Ende dus en heeft die herte niemen diese coelt entie haer geeft wacheit. Aldus moet die herte verteren die verscheit van den lichame. dewelke en mach niet lange leuen sonder naturlike wacheit dates die wacheit die den mensce blijft 56 van siins vaders nature. Dit siin die tekenen die de mensce heeft die tysike es. eenparlike hitte & dat in die palmen van der handen. & in die planten van den voeten. scarpen dorst met ruheiden vander tongen. tfleisch vanden halse verteert & al die lichame mager. bestopt in den lichame van den camergange. die ogen hol & swaerheit in die slinker scoudere & in die slinker borst. Dits die raet hoe dat mense raedt te leuene. pulvere van gommi amidum. dit mingte in rubea trosiscata hier af so maect pillen .1. luttel mindere dan daden stene also lanc gescepen dewelke gi houdt liggende in ene stede in uwen mont daert smelten mach ten lancsten so gi moget sonder swilgen. dat doet omme die doome diere af comen in den mont dat si souden te bat clemmen ten herssenen & omme dat uwe substancie te bat soude dalen metter spekelen ter longeren. dewelke heeft mach te conforterne die longere ende te suuerne ende te dwingene. Een ander Nemt dragant gomme van arabien. die .4. coude saden. dille saet apie saet. dit doet al spelen in watere. ende alst gesoden es so doetter in suker also vele als v goet dunct ende daer na claret metten witte van den eye. Dit cyroop geeft den zieken drinken getempert met tyseinen. Dit suuert ende verscht in dus gedanen ziecheiden. melc van wiuen. van geyten. of van eselinnen. daer in gebluscht .1. ront caeliau geheit int vier. Nochtan so es dmelc quaet den cortse want het es siin veniin Geeft hem dese latuarie. want si geeft den lichame verscheit. ende heet in lati\ne 57 patris mei. Dyadragantum calidum es hem oec goet gegeuen. Ende dat gescreuen es jnt capittel vander ethiken es hem oec goet gegeuen. Nota. In wien tysike es geconformeert die en geneest nemmermeer. die jonc onder .40. jaer werden tysike. die mogen qualike leuen bouen .X. jaer. maer die bouen .40. jaer werden tysike. die mogender lange met leuen jn dien dat men hen geeft in hare begiin dit. ende vort volget metter medicinen diere toe vorseit es in desen boec Vele meestere siin der met bedrogen te kenne wie dat tysike es bescedenlijc. ende wanen dat die empike siin. dat si siin tysike. Maer aldus so kent die tysike siin. Ontdoet sinen mont ende riecten of vut sire kelen comt adem die stinct. dat betekent dat sine longene es vurtech. dien jugiert coenlike tysike. ende en stinct die adem niet. so hoopt op genesen.

Tysike, dat is verteren van de vochtige substanties van het lichaam van de mens die het meest met verlading van de longen is. En hoe zo het komt, is het omdat de reuma [55] op de borst valt, dat is op de longen, ze maakt er 1 zweertje in dat altijd vermeerdert en dat is omdat de longen altijd roeren en geen tijd stil zijn. En wat open is in het menselijk lichaam dat begeert rust en het zal genezen, waarbij als er enige opening is in haar dan kan ze nimmermeer genezen omdat ze niet stil is alzo lang als de mens leeft. Want ze haalt de lucht tot zich en steeds weer van zich en dat natuurlijk werk heet adem met welke lucht ze het hart verkoelt die heet is boven alle leden en ze geeft haar vochtigheid. En diende ze het hart niet met deze 2 diensten, het hart zou alle vochtigheid van het lichaam verteren.

En als de longen enige opening hebben waarbij er etter in haar groeit dan komt het er nimmermeer uit, uitgezonderd dat natuurlijk werk dat het van zich steekt met hoesten. En aldus zo consolideert ze niet, dat is ze geneest. Dus zo verandert de substantie van haar en gaat te niet. En dus zo heeft het hart niemand die haar dient en ze heeft geen ander lid bij zich. Deze 2 heten leden principaal en zijn alle beide boven het middenrif die in Latijn diaphragma heet. Dus zo wordt de mens tysike want het hart heeft geen hulp van de longen wiens substantie verteerd is. En dus heeft het hart niemand die het verkoelt en die haar vochtigheid geeft. Aldus moet het hart de vochtigheid van het lichaam verteren en die kan niet lang leven zonder natuurlijke vochtigheid, dat is de vochtigheid die de in de mens blijft [56] van zijn vaders natuur.

Dit zijn de tekens die de mens heeft de phthisic, eenparige hitte en dat in de palmen van de handen en in de planten van de voeten, scherpe dorst met ruwheid van de tong, het vlees van de hals verteert en het hele lichaam is mager en verstopt in de loop van de kamergang, de ogen hol en zwaarte in de linkerschouder en in de linkerborst.

Dit is de raad hoe dat men ze aanraadt te leven; poeder van gom amidum (zetmeel) dit meng je in rubea trosiscata en hiervan maak je pillen die wat kleiner zijn dan een dadelsteen en alzo lang geschapen die ge op een plaats in de mond laat liggen waar het zo langzaam smelt als ge kan zonder te zwelgen, dat doe je vanwege de damp die er van in de mond komt zodat ze beter naar de hersens zou klimmen en omdat uw substantie beter zou dalen met het speeksel naar de longen die kracht heeft de longen te versterken, te zuiveren en te drukken.

Een andere; Neem dragant, (Astragalus), gom van Arabi, de 4 koude zaden, dille zaad, Apium zaad, dit laat je alles in water spelen en als het gekookt is doe je er suiker in net zo veel als u goed lijkt en verhelder het daarna met het witte van een ei. Deze siroop geef je de zieken te drinken gemengd met gerstewater.

Dit zuivert en bevochtigt in dusdanige ziektes; vrouwenmelk, van geiten of van ezels en blus daarin 1 ronde steen die heet gemaakt is in het vuur. Nochtans zo is melk slecht in de koorts want het is zijn venijn.

Geef hem deze likkepot want ze geeft het lichaam vochtigheid en die heet in Latijn [57] patris mei, van dragant, (Astragalus) heet is ook goed aan hem te geven. En dat geschreven is in het kapittel van de ethiken is voor hem ook goed te geven.

Nota; In wie phthisic geconformeerd is, die geneest nimmermeer, die jong zijn onder 40 jaar en phthisic worden die mogen nauwelijks 10 jaar meer leven, maar die boven 40 jaar phthisic worden die mogen er langer mee leven indien dat men hen in het begin dit geeft en verder volgt met de medicijnen die ervan vermeld zijn in dit boek.

Vele dokters zijn er mee bedrogen om te herkennen wie er duidelijk phthisic is en menen dat die empike zijn dat ze phthisic zijn. Maar aldus zo herken je die phthisic zijn. Open zijn mond en ruik of er uit zijn keel adem komt die stinkt en dat betekent dat zijn longen verrot zijn en die beoordeel je goed als phthisic en stinkt de adem niet dan is er hoop op genezing.

Van den heeten euele

Hague. dat heeten vele lieden theet euel. dat .1. swaer corts es ende eenparlike ende heet in latine causon. Die onderwilen comt van coleren of van souter fleumen die vertecht onderwilen binnen den adren. die siin bi der hertten bi der leueren. bider magen. Dit sijn die tekene. scarpe ziecheit. sterke hitte. oneffene ruheit van den lichame. grote pine jnt vorhooft. in de mage. niet slapen mogen 58 dien lichame bestopt. entie camergange siin droge ende hart. ende oec vremde gepeinse. die tonge ru ende hart. Die cure es te beginne onderwilen bloet te latene eist dat men ziet dorine root ende een luttel gorssem. dan es men sculdech te latene in den rechten arm in die middel adre bi auicenna leringe. Ende essi dunne vierich gelu. so en doetem niet laten. want die materie es colerijc. entie brant souder met sere meerren. want die rouwe materie en souder niet met vte comen. waerbi het en ware geen recht bi der scarpheit van haerrer materien. maer visere te nemene dit cyroop Nemt scariole. scolopendrien. violetten. die wortel van witte tremer bladren. ana -1. hantvol. entie .4. coude saden. ende saet van porceleinen van latuen. macopijn. van elken .1. dr. bloemen van violetten .2. dr. ende .20. prumen van damas dit doet sieden met .3. pinten waters. ende verziedet tote ere .s. pinten. daerna so siedt darmet .2. lb. wit sukers. ende .s. wiins vander prumen garnaten. ende doeter in .1. scr. canfers op dat die zieke niet en heeft die reume. hier af so drinke nuchtens ende nauons .3. lepel vol met .1. lepel vol couts waters in den somer. Ende in den winter met warmen watere Ende nutte morgens ende nauens vore dat men hem tetene geeft zuker violaet .3. lepel vol. Ende achter etene zuker rosaet. of hine hadde den lichame vast. Noch neme jegen den dorst cyroop violaet om die materie met te stelpene. Ende es die materie rou. so sal dat zuker violaet siin geminct met 59 couden borne. Eist dattie zieke niet en mach slapen. so nem sap van latuen ende van porceleinen elcs .1. virendeel ponts. ende olie van rosen. popelioen van elken onder half. .dr. ende wijfs melc sogende .1. meysken .1. luttel wit aysiins. dit minct al tegadere. ende hier in so net .1. linen cleet .4. vout. ende legget den zieken optie monde ende opt vorhoeft gaende ouer die .2. slape. ende dat geplaent ende dwaet oec daermet die palmen vander hant entie planten van den voeten Ende en helpt dit niet. so nemt sap van donderbaert van nachtscaden ende .1. luttel wit aysiins ouer dat vorseide. Ende dwaet die voeten toten knien die handen toten ellenbogen met deser dwaingen. Siedet witte wilge loueren. wingert louere. violet bladere. rode rosen ende doet dit zieden wel tegadere ende daerna dwaet den zieken also v vorleert es. en si dat hi den reume heeft Ende heeft hi den lichame vast. so doet als v vorleert es int capittel vander quarteinen. of eer gine doet clisterien. so stect hem int fondement .1. moruwende pille gemaect van swinen specke die gestijft si in couden borne. daer. na so make hem .1. suuerende van zeeme ende van zuete Ende begint hi callen. so doetem bloet laten jnt ende vanden neze met ere cleinre vliemen tussen die .2. gecnoesere die adre. Ende na dbloet laten so legt hem op thoeft dat vorseide cledekiin. als v vorleert es. Ende wrijft hem die palmen vander hant entie planten vanden voeten met aysine ende met soute ende .1. luttel watere gesoden te gadere ende .1. luttel rose bladere en violet bladere Op thoeft es goet dit geleit enen hane gecloeft ouer den rugge met allen 60 metten darmen. also leuende als men mach want die hitte van den hare sal conforteren die herssene Of men neme .1. jonc sugende welpen. dat snijdt gelijc den hane. maer scere ierst thaer af vanden hoofde ...

Van de hete ziekte.

Hague, dat noemen vele lieden het hete euvel, dat 1 zware eenparige koorts is en heet in Latijn causon. Die soms van gal of van zoute fluimen komt die verrot zijn en soms binnen de aderen die bij het hart zijn en bij de lever en bij de maag.

Dit zijn de tekens; scherpe ziekte, sterke hitte, oneffen ruwheid van het lichaam, grote pijn in het voorhoofd, in de maag, niet slapen kunnen, [58] de loop verstopt en de kamergang is droog en hard en ook vreemde gedachtes, de tong ruw en hard.

De behandeling is om soms te beginnen met bloed te laten, is het dat men de urine rood ziet en wat drabbig dan moet men laten in de rechterarm in de middelste ader, via Avicenna’ s lering. En is het dun en vurig geel dan laat je hem niet laten want de materie is galachtig en de brand zou er zeer mee vermeerderen want de ruwe materie zou er niet mee uitkomen waarbij het geen recht is vanwege de scherpte van haar materie, maar raadt aan om deze siroop te nemen;

Neem Lactuca scariola, hertstong, violen, de wortel van witte duivelsbeet bladeren, gelijk 1 handvol, en de 4 koude zaden en zaad van postelein, van sla, papaver, van elk 1 drachme, bloemen van violen, 2 drachmen, en 20 pruimen van Damascus, dit laat je koken met 3 pinten water en verkook het tot een ½ pint en kook het daarna met 2 pond witte suiker en ½ wijn van granaatappels en doe er 1 scrupel kamfer (Dryobalanops aromatica) in als de zieke geen reuma heeft en drink hiervan’s ‘s ochtends en ‘s avonds 3 lepels vol met 1 lepel vol koud water in de zomer. En in de winter met warm water. En nuttig ‘s morgens en ‘s avonds voor dat men hem te eten geeft suiker violaet, 3 lepels vol. En na het eten suiker rosaet of als hij de loop vast had.

Nog neem tegen de dorst siroop van violen om de materie mee te stelpen. En is de materie ruw dan zal die suiker van violen gemengd zijn met [59] koud bronwater.

Is het dat de zieke niet kan slapen neem dan sap van sla en van postelein, elk 1 vierendeel pond en olie van rozen, popelioen, van elk anderhalf drachme, en vrouwenmelk die 1 meisje zoogt, wat witte azijn en meng dit alles tezamen en nat hierin een wit linnen 4voudig kleed en leg het de zieke op de mond en op het voorhoofd zodat het over de 2 slapen gaat en dat vast zetten en was daar ook de palmen van de hand en de planten van de voeten mee.

En helpt dit niet neem dan het sap van donderbaard, van nachtschade en wat witte azijn over dat voor vermelde. En was de voeten tot de knieën en de handen tot de ellenbogen met deze wassing; Kook witte wilgenbladeren, klimop loof, violenbladeren, rode rozen en laat dit tezamen koken en was daarna de zieke zoals u geleerd hebt, tenzij dat hij reuma heeft.

En heeft hij de loop vast dan doe je zoals u geleerd hebt in het kapittel van de vierdaagse of geef eerder klysma en steek hem in het fondement 1 vermurwende pil die gemaakt is van varkensspek die gestijfd is in koud bronwater en maak voor hem daarna 1 zuiverende van zoete honing.

En begint hij te kallen laat hem dan bloed laten op het eind van de neus met een kleine vliem tussen de ader van de 2 kraakbeenachtige de aderen. En na het bloed laten leg bij hem op het hoofd dat voor vermelde kleedje zoals u geleerd hebt. En wrijf hem de palmen van de hand en de planten van de voeten met azijn en met zout en wat water en kook het tezamen en wat rozenbladeren en violenbladeren.

Op het hoofd is goed te leggen een haan die geheel over zijn rug gekloofd is [60] met de darmen en zo levend als men kan want de hitte van de haan zal de hersens verbeteren.

Of men neem 1 jonge zuigende welp en dat snij je gelijk de haan, maar schaar eerst het haar van het hoofd eraf.

Van frenesien

Dje cure van frenesien valt hier naer want si comt gerne te deser ziecheit alst so daer int hooft .1. luttel daer af geport es. ende dit capittel sal spreken .1. deel van frenesien. ende wat dat si frenesie. Frenesie dats ene aposteumacie die comt int vorste deel vanden hoefde. En dese comt gaerne in die vorseide ziecheit. die men heet causon. dats dat naeste capittel vore bescreuen. Ende si comt oec van menegerande ziecheit beide van magen. van longeren. van blasen. van nieren. ende vander moeder. Ende menegerande ziecheit comt ondertiden tusscen dura mater ende pia mater. dat siin die huden daer die herssenen in liggen. Ende onderwilen es die swere in die substancie vanden herssenen Dese ziecheit comt van misseliken humoren. ondertiden van roder coleren. ondertiden van geluwer. Deser ziecheit so hulpt eer si comter volmaecter aposteumen. ende dat mot siin vore den .3. dach. of hets auonturlijc seldi haer emmermeer gehelpen Den zieken legt in .1. donker huus ende doet hem geuen coude lucht. ende houttem dat hi hem niet verporren en mach al soudemen binden. en laet hem niet vele aensichten sien no en geen gescrifte. entie vore hem comen 61 selen siin van ere varuwen. want diuerse dinc te siene of diuerse tongen te horne. dat soude die materie doen clemmen ten hoefde. ende men andworde hem niet. ende men spreke no en rune niet vele iegen hem no vore hem Men geue hem lichte spise alse botermelc gesoden met .1. luttel gorts. of wellinge. of gebraden apple entie zuer. Ende daeraf so geeft hem luttel. want si eten gerne vele. ende vele eten doet die humoren opwert clemmen ten hoofde. ende dat doet sine ziecheit wassen Men wriue hem voeten ende handen met .1. luttel souts ende borne want aysiin soude die geesten dapperlike doen verwarmen metten soute. Nochtans wisen andre auctoors dat mense wriue met aysine & met soute. Dese auctor platearius jugiert dat dierste wriuinge es best. want dandre verwarmt die nature te zere ende ontempert. bi denwelken ontempertheiden die coleren werden te scarpere ende risen toer ten hoofde Ende maect hem suppositorien van zeeme ende van soute. Ende maect hem clisterien moruwende & suuerende van gersten gesoden met papplen ende mercuriael & luttel tarwiins gruus. ende alst es wel gesoden. dan wringet dor .1. cleet. ende tempert daer met .1. luttel olien van oliuen. & zeem & sout. hier af so make .s. peket. ende tempert daer met .3. dr. yerapigri galieni. dit minct wel ouereen. ende giet hem dit int fondament met .1. borse met ere clisteri pipen. Ende legt den zieken op sine knien ende op sine ellenbogen ende op thooft voren so legt hem dat .4. voude linen cleet genet int vorseide sap. ende aysiin in den somer lau. ende inden winter warmere. Ende doetem niesen met .1. lepel vol camfers in de neze geblasen. of met .1. vedren 62 genet in olie entie diepe gesteken in den neze. dit es men sculdech te doene eer die aposteume es geconformeert Geconformeert aposteuma legt hem op thooft ierst gescoren enen hane gecloeft also v vorleert es. of .1. welpen. Ende hebdi vele welpine. so legt deen na dandere. want dat warmste werct best ane die nature. Gelikerwijs machment doen met warmer verkens longere die versch getrect es vten verkene Ende piint v om hem te doen slapen. Nemt saet van jusquiame. van mandragore van mancopine van opium. nachtscade. saet van porceleinen. gomme van arabien, dit so tempert alte gadre in .1. mortier. daerna so tempert met wijfs melke met olien van rosen ende van violetten .ana. dit legt hem optie monde opt vorhooft. opten slaep van den hoofde. ende bindet daerop met ere scroden. Ende doetem bloet laten in die middenwert vanden vorhoofde in die adere of in dien neze. Ende en mach hi niet comen in slape. ende hi in lanc so meer ontuaruwet ende sine orine oec. In den derden dach so es men sculdech in wanhopen te sine. Ende eist dat hi begint verwen ende sine hitte mindren so es men sculdech te hopene ten besten Ende welc tiit so gi siet .1. roden hoop op die orine. so jugiert dat thooft es tongemake. Ende [st]ellet hem die zieke ter baten. so es hem goet gegeuen drinken dit cyroop Recipe prunas damasceni. violetten. quatuor semina seminorum. ana .o s. decoquantur in .lb. in aqua usque ad .lb .1. addita. cassia fistula. manne. tamardindi. ana .o .1. additis .scr. .3. reberbe. fiat cyrupus. dit cyroop so gef hem drinken met couden watere getempert 63 nuchtens ende nauens telken .3. lepel vol. Ende voedt den zieken met crumen van brode gedwegen in sconen watere .2. werf of .3. geminct met .1. luttel sukers. Ende gef hem drinken tyseine. Ende drinke cyrop dat men heet nenupharius.

Van frenesie. (Frenesie, waanzin, delirium dat vaak Phrenitis of hersenontsteking vergezelt)

De behandeling van frenesie valt hierna want ze komt graag met deze ziekte als er daar in het hoofd wat gepord is en dit kapittel zal voor 1 deel van frenesie spreken en wat de frenesie is. Frenesie dat is een gezwel die in het voorste deel van het hoofd komt. En deze komt graag in de voor vermelde ziekte die men causon noemt, dat is het laatste kapittel hiervoor beschreven. En ze komt ook van menige ziekte van de van maag, van longen, van blaas, van nieren en van de baarmoeder. En menige ziekte komt soms tussen het harde hersenvlies en dunne hersenvlies, dat zijn de huiden daar de hersens in liggen. En soms is de zweer in de substantie van de hersens.

Deze ziekte komt van verschillende vochtvermenging, soms van rode gal en soms van gele. Deze ziekte help je eer dat ze tot volmaakte zweren komt en dat moet zijn voor de 3de dag of het is hachelijk en zal ge het immermeer helpen.

De zieke ligt in 1 donker huis en laat hem koude lucht geven en houdt hem dat hij zich niet verplaatsten kan al zou men hem binden en laat hem niet veel aanzichten zien en geen geschriften en die voor hem komen [61] zullen van eenzelfde kleur zijn want diverse dingen te zien of diverse tongen te horen, dat zou de materie naar het hoofd laten klimmen en men antwoord hem niet en men spreekt of fluistert niet veel tegen hem of voor hem.

Men geeft hem lichte spijzen zoals botermelk die gekookt is met wat gort of pap of gebraden appels en die zuur. En geef hem daarvan weinig want ze eten graag veel en veel eten laat de vochtvermenging opwaarts naar het hoofd klimmen en dat laat zijn ziekte groeien.

Men wrijft zijn voeten en handen met wat zout en bronwater want azijn zou de geesten dapper laten verwarmen met het zout. Nochtans wijzen andere auteurs dat men ze wrijft met azijn en met zout. Deze auteur, Platearius, oordeelt dat de eerste wrijving het beste is want de andere verwarmt de natuur te zeer en onttempert waar bij deze ongetemperdheden de gallen scherper worden en naar het hoofd rijzen.

En maak voor hem suppoosten van honing en van zout. En maak voor hem vermurwende en zuiverende klysmaճ van gerst gekookt met heemst en bingelkruid en wat tarwegruis en als het goed gekookt is wring het dan door 1 kleed en meng het er met wat olie van olijven en honing en zout en maak hiervan ½ maat en meng daarmee 3 drachmen heilige pigri galieni en meng dit goed door elkaar en giet hem dit in het fondament met 1 zakje aan een klysmapijp. En leg de zieke op zijn knien en op zijn ellebogen en op het hoofd voor en leg hem dat 4voudig linnen kleed op genat in het voor vermelde sap en azijn, in de zomer lauw en in de winter warmer. En laat hem niezen door 1 lepel vol kamfer (Dryobalanops aromatica) in de neus te blazen of met 1 veer [62] genat in olie en steek die diep in de neus, dit moet men doen eer de zweer geconformeerd is.

Geconformeerde zweer, leg hem op het hoofd dat eerst geschoren is een gekloofde haan zoals u geleerd hebt of 1 welp. En heb je vele welpen legt dan de ene na de andere want dat warmste werkt het beste aan de natuur. Gelijkerwijze kan men het doen met warme varkenslongen die vochtig uit het varken is getrokken.

En denkt u erover om hem te laten slapen; Neem het zaad van bilzekruid, (Hyoscyamus) van Mandragora, van papaver, van opium, nachtschade, zaad van postelein en gom van Arabië, dit meng je allemaal tezamen in 1 mortier en daarna meng je het met vrouwenmelk en met olie van rozen en van violen, gelijke delen, dit leg je hem op de mond, op het voorhoofd en op de slaap van het hoofd en bindt het daarop met een zwachtel. En laat hem bloed laten in het midden van het voorhoofd in de ader of in de neus. En kan hij niet in slaap komen en hij ontkleurt op de duur steeds meer en zijn urine ook moet men op de derde dag wanhopig zijn. En is het dat hij kleur begint te krijgen en zijn hitte vermindert dan moet men het beste ervan hopen. En welke tijd ge 1 rode hoop op de urine ziet oordeel dat het hoofd onaangenaam is. En stelt de zieke zich beter dan is het goed om hem deze siroop te drinken te geven;

Recept; pruimen van Damascus, violen, 4 (koude als komkommer ed.) zaden, gelijk ½ ons, afkooksel in pond water en voeg 1 pond Cassia fistula, manna en tamarinden toe, gelijk 1 ons, 3 scrupels rabarber, maak siroop en geef hem deze siroop te drinken dat met koud water gemengd is, [63] ճ morgens en ճ avonds telkens 3 lepels vol. En voedt de zieke met kruim van brood gewassen in schoon water dat 2 of 3 gemengd is met wat suiker. En geef hem gerstewater te drinken. En drink siroop dat men nenupharius (Nymphaea alba) noemt.

Van litargien

Ljtargie. dat es ene aposteume in de nolle van den hoofde. ende es also geseit om dat die dese ziecheit heeft. die heeft verloren al sine gedinkenisse. Dese ziecheit comt van fleumatiken humoren in ouden fleumegen lieden. ende dit gesciet gerne in wintertiden. ende dat in die gene die hebben therte euel. ende dats eenpaarlijc corts. of die hebben periplimonia. dats .1. aposteme omtrent die longere. dese ziecheit en comt niet dan bi anderen ziecheiden Maer alse enech mensche leget in eenparliker hitten ende hi hout die ogen geloken eenparlike of hi slumede. dats teken tevalne in litargien. Diere orine es ongeuarwet ende dicke. Ende alse hi aldus slumet. roept hem ane hi sal v cume antworden ende al antwort hi v het en sal en gene redene geuen. Ende hi sal gerne liggen gekeert metten ansichte opwert. ende keerdine ouer enege side. hi sal weder keren metten rugge nederwert Ende dits die beste raet die icker toe can gegeuen genomen vte platearise. dat es dat ghi hem ziedt dit cruut in watere. papple. die wortel van hoensce. violet bladere. van elken .1. hant\uol. 64 ende en hebdi niet alle dese cruden. so nemt die gi moget hebben. ende stoetse ende zietse in .3. pinten waters. dit verziedt toter helft. Wringt dit cruut vte. ende daer in werpt ene hoopsene tarwijn gruus. dit wringet al dore .1. linen cleet wel vaste. daer na so minget daer in wel zuuer zeem .1. saucier vol. ende also vele olyen van oliuen. of wel vette botere doeter in smelten ten auenante. Ende gietet hem in ten erse met ere clisterie pjpen. Ende daerna so hebt dies gelike .1. sap getempert daer gi in mingt .3. dr. yerapigra galieni. Dese clisterie trect die materie vten hoofde. entie ierste moruwet die humoren Ende wildi hem maken enege suppositorie. so proeft dese ierst snijt ene van baken specke entie legt te coelne in couden borne. dese es moruende ende maket tfondament glat. Of maect hem dese. Nemt zeem ende sout ende dit doet tegader zieden in .1. vaetken opt vier altoes roerende so lange dat wert al swart. proeft oft wert hart op enen couden steen. of opten eers van enen beckene. gietet daerop ende walket met uwen handen ende formeret alse ene suppositorie also lanc alse .1. vinger. ende cleine ten enen ende. dits goet int fondament gesteken maer die clisterien siin best. Ende wrijft hem die planten vanden voeten entie palmen vander hant met aysinen ende met soute maer dwaet hem ierts die handen entie voeten met warmen watere ende dat wel gesouten dat sal hem die huut dunnen entie sweet\gaten 65 ontdoen. waerbi dat die wriuinge van den aysine te bat soude doregaen. Ende doet hem die smeren. dewelke smeringe soude doen lopen die humoren derwart. ende aldus souden die humoren mindren die int hooft siin bi rechte. Ende daer bi seit galyenus altoes so lopen die geesten entie humoren ter onsachter steden. dit hout in exemple. Doet den zieken leggen in wel geluchter steden. ende doet vore hem maken groot geluut Ende es hi man so trectem bi den baerde ende bi den hare so dat giniet quetst ende roeptem lude met sinen gerechten name. ende daer na so gaet ter curen aldus Daer die aposteme es geformeert dwelke nochtan gesciet binnen den andren dage of binnen den derden. Aldus so doet jerst so doet hem sceren thooft. of allene die nolle. daerop so legt .1. linen cleet geuouden ende genet in sape van apien ende aysiin ende olye van rosen gesoden te gadere. ende dat si also warm als bloet Ende na dattie aposteme geconformeert es. so ziedt castorie in sape van ruten van hofmenten. van aysine. daer in so legt al thooft Ende doet den zieken niesen hiermet. Nemt carstori. wit elleborum. ende swart peper ende euforbiam. pireter. dien stoet al ende mac daeraf cleine puluer. ende doet in .1. sackelkijn gemaect van enen dunnen hooft doeke. hier af so doet hem .1. luttel stuuen in den nese dit salne doen niesen Of minge van dezen puluere .1. luttel met olyen van rosen. ende daermet so smeert hem die nese gaten wel diepe met enre vedren Eist dat hi niest. dats een goet teken ende en niest hi niet dat es quaet. Noch berne hem vore den nese assa feti\da 66 of herts horne. of van geyten. Of bernet linen cledere genet in droesene van olien van oliuen entie vut geblasen vore den nese van den zieken. Ende vercouden hem die voete so legt daerop warmen cledere te winteren. Het gesciet menechwerf dat si houden hare tanden te gadere vaste gelokt. waerbi dat medicine raet dat mense ontdoe met enen messe dat men daer tusscen mach steken enen wetsteen. oft ander dinc diese open hout so datmen mach sine tonge ende sine palagie van sinen mont wriuen met teracle of met aurea alexandrina. oft met meterdatum of met bladere [...] Ende keert hem thooft so dat hem van monden mach lopen die humoren Ende doetem bloet laten int ende van den nese tusscen die .2. cartillaginen met ere cleindre vliemen die gesteken diepe. want die adere legt diepe. of doetem bloet laten in die hooft adre in die middelste adere of int forhooft. Of doetem niesen met .1. swinen borstelen te stekene in sinen nese. Eist dats hier met dies zieken orine niet en betert no scoent ende hi beuende wert met den leden. ende hi hem verport metten armen met vercoutheiden van den voeten ende beefte also sterft hi. maer betert die orine ende hi hem luttel bat geuoelt ende versterct sonder die vorseide tekenen. dats trostelijc. so ware hem goet gegeuen dit cyroop Rec. violetten 4 semina frigidiorum. polipodium inratus. ana. o. s. mirabolani. kebuli indi .o .1. suker. quantum. satis. fiat cyrupus. Nv onthoudet ende hoedt dien die in frenesien es. want valt hi in litargien dats quaet. Maer die in litargien es. & 67 valt hi in frenesyen. dats trostelijc. Ende hier omme so baden sulken meesters die zieke die in litargien siin. jn apien. in ruten. jn alsenen. jn. aueronen. ende in andren heeten cruden. om dat si willen die litargie verdriuen. of den zieken doen vallen in frenesien dat beter es.

Van lethargie.

Lethargie, dat is een gezwel in de kruin van het hoofd en wordt alzo genoemd omdat die deze ziekte heeft al zijn gedachten verloren heeft. Deze ziekte komt van flegmatisch vochtvermenging in oude flegmatische lieden en dit gebeurt graag in wintertijden en dat in diegene die het harteuvel hebben en dat is eenparige koorts of die periplimonia hebben, dat is 1 gezwel omtrent de longen, deze ziekte komt niet dan met andere ziektes.

Maar als er enig mens in eenparige hitte ligt en hij houdt de ogen eenparig gesloten alsof hij sluimert, dat is een teken van te vallen in lethargie. Diens urine is ongekleurd en dik. En als hij aldus sluimert roep hem aan en hij zal u nauwelijks antwoorden en al antwoord hij u het zal geen betekenis hebben. En hij zal graag liggen met het aanzicht opwaarts gekeerd en keer je hem naar enige zijde, hij zal weerkeren met de rug naar beneden.

En dit is de beste raad die ik er toe kan geven dat genomen is uit Platearius, dat is dat ge voor hem dit kruid in water kookt; Malva, de wortel van heemst, violenbladeren, van elk 1 handvol, [64] en heb je niet al deze kruiden neem dan die ge kan hebben en stamp ze en kook ze in 3 pinten waters en dit verkook je tot de helft. Wring dit kruid uit en werp daarin een hoop tarwegruis, dit wring je alles goed vast door 1 linnen kleed en meng het daarna in goede zuivere honing, 1 schotel vol, ene alzo veel olie van olijven of goede vette boter laat er in smelten naar verhouding. En giet het hem in de aars met een klysmapijp. En daarna heb je diergelijk 1 sap gemengd daar ge 3 drachmen heilige picra (bitter) galieni in mengt. Deze klysma trekt de materie uit het hoofd en de eerste vermurwt de vochtvermenging.

En wil ge voor hem enige suppoost maken beproef dan deze eerst; snij er een van gebakken spek en leg die te verkoelen in koud bronwater, deze is vermurwend en maakt het fondament glad. Of maak voor hem deze; Neem honing en zout en laat dit alles tezamen koken in 1 vaatje op het vuur en altijd roeren en zo lang totdat het geheel zwart wordt en beproef of het hard wordt op een koude steen of op de onderkant van een bekken, giet het daarop en vorm het met uw handen en vorm het als een suppoost zo lang als 1 vinger en klein op het ene eind, dit is goed in het fondament te steken, maar de klysma ‘s zijn hert beste. En wrijf hem de planten van de voeten en de palmen van de hand met azijn en met zout, maar was hem eerst de handen en de voeten met warm water en dat goed gezouten, dat zal bij hem de huid verdunnen en de zweetgaten [65] openen waarbij dat die wrijving van de azijn er beter door zou gaan. En laat hem besmeren welke besmering de vochtvermenging derwaarts zou laten lopen en aldus zouden de vochtvermenging verminderen die er in het hoofd zijn door recht. En daarbij zegt Galenus dat de geesten en vochtvermenging altijd naar harde plaatsen lopen, hou dit als voorbeeld. Laat de zieke liggen in goed geluchte plaatsen en laat voor hem veel lawaai maken. En is het een man trekt hem bij de baard en bij het haar en zo dat ge hem niet kwetst en roep hem luid met zijn echte naam en ga daarna aldus ter genezing;

Daar het gezwel gevormd is wat nochtans gebeurt binnen de volgende dag of binnen de derde. Aldus zo laat je hem eerst het hoofd afscheren of alleen de kruin en leg daarop 1 gevouwen linnen kleed dat genat is in het sap van Apium en azijn en olie van rozen die tezamen gekookt zijn en dat het zo warm als bloed is.

En nadat het gezwel geconformeerd is kook je bevergeil in sap van ruit, van hofmunt en van azijn en daarin leg je het hele hoofd. En laat de zieke hiermee niezen; Neem bevergeil, Veratrum en zwarte peper, Euphorbia en pyrethrum (Anacyclus), die stamp je allemaal en maak daarvan fijn poeder en doe het in 1 zakje dat gemaakt is van een dunne hoofddoek en laat hem hiervan wat in de neus stuiven, dit zal hem laten niezen.

Of meng van dit poeder wat met olie van rozen en besmeer hem daarmee goed diep de neusgaten met een veer. Is het dat hij niest, dat is een goed teken en niest hij niet, dat is kwaad. Nog brandt hem voor de neus Ferula asa foetida [66] of hertshoorn of van geiten. Of brandt met linnen klederen die genat zijn in droesem van olie van olijven en blaas die uit voor de neus van de zieke. En verkoel hem de voeten leg er dan warme klederen op in de winter.

Het gebeurt vaak dat ze hun tanden vast op elkaar houden waarbij dat dokters aanraden dat men ze opent met een mes zodat men daartussen een wetsteen kan steken of een ander ding die ze openhoudt zodat men zijn tong en zijn paleis van zijn mond kan wrijven met teriakel of met aurea alexandrina of met methridaat of met bladeren [...] En keer hem het hoofd zodat uit de mond de vochtvermenging kunnen lopen. En laat hem bloed laten op het eind van de neus tussen de 2 kraakbenen met een kleine vliem en die steek je diep want die ader ligt diep of laat hem bloed laten in de hoofdader in de middelste ader of in het voorhoofd. Of laat hem niezen door 1 varkensborstel in zijn neus te steken. Is het dat hiermee de urine van de zieken niet verbetert of helderder wordt en hij begint te beven met de leden en hij zwaait met de armen en met koudheid van de voeten en beven, alzo sterft hij, maar verbetert de urine en hij voelt zich wat beter en versterkt zonder de voor vermelde tekens, dat is troostbaar en dat is het goed om hem deze siroop te geven.

Recept; violen, de vier koude zaden, Polypodium inratus, gelijk ½ ons. Mirobalanen, kebuli (Terminalia) en indi, 1 ons, suiker, voldoende hoeveelheid en voeg toe siroop.

Nu onthoudt en behoedt diegene die in frenesie is want valt hij in lethargie, dat is kwaad. Maar die in lethargie is en [67] valt hij in frenesie, dat is troostbaar. En hierom baden sommige dokters de zieke die in lethargie zijn in Apium, in ruit, in alsem, in, averone en in andere hete kruiden omdat ze de lethargie willen verdrijven of de zieken in frenesie laten vallen dat beter is.

Vander apoplexia

Apoplexia es ene ziecheit derwelker humoren bestoppen al die substancie van den herssenen. bi den welken die dese ziecheit heeft verliest al siin beseffen ende siin roeren van sinen leden en al siin verstennisse. ende dien dese siecheit comt toe die steruen ende dat cortelike sonder lange quelen. Waerbi dat ypocras seit. Geneest die grote apoplexia. dats onmogelijc. want dese ziecheit bestopt so die herssenen die de setelen siin van der zielen. waerbi die ziele moet versceden vten lichame om dat si niet en mach comen te harer rechter stede nochtan es hare rechte stede die herte. want dats .1. let daersi ierst in comt ende lesten vte gaet Die minste apoplexia es litargie. maer si geneest menechwerf Nochtan al sire in liggen so en verstaen si menechwerf niet wat men hen toe sprect Ende genesen si. sine weten niet hoe hen te moede was al sire in waren...

Van de apoplexia.

Apoplexie is een ziekte waarbij de vochtvermenging alle substanties van de hersens verstoppen waarbij die deze ziekte heeft al zijn besef verliest en het bewegen van zijn leden en al zijn verstand en die deze ziekte krijgt zal gaan sterven en dat al gauw zonder lang te lijden. Waarbij dat Hippocrates zegt; geneest de grote apoplexie, dat is onmogelijk, want deze ziekte verstopt zo de hersens die de zetels van de ziel zijn waarbij de ziel verscheiden moet uit het lichaam omdat ze niet op haar echte plaats kan komen, nochtans is haar echte plaats het hart want dat is 1 lid daar ze het eerst in komt en het laatste uitgaat.

De kleinste apoplexie is litargie, maar ze geneest vaak. Nochtans als ze erin liggen dan verstaan ze vaak niet wat men hen toespreekt. En genezen ze, ze weten niet hoe het hun te moede was toen ze er in waren.

68 Vanden groten euele

Epilencia in latine bediet in vlaemsce groet euel. Ende derre es .3. manieren. Epilencia. catalempsia. analempsia Epilencia die comt van fleumen ende van melancolien. maer die gerechte epilencie es in die substancie van den herssenen ende daer omtrent ende daer buten. dese materie nes el nieuwer. Analempsia die comt van materien die es in die mage. niet int hole also sulke seggen. maert in die zenuwen ende in die adren ende in die arterien die si heeft. dore wies haseminge dat siin opene wegen die materie opwaert clemt ten herssenen waert. Catalempsia hare materie es in die enden van den lichame. alse in die voeten ende in die handen waerbi gi dit moget kennen. want de zieke vorwaet sine ziecheit teuoren dat si sal comen. want hijt geuoelt teuoren. ende si doet oec in die oren creuelinge. Alse roeringe van ameten of mieren daer in cropen ende dies gelike. Waer bi dat goet ware datmen die voeten wreue metten handen. want dat soude beletten vele materien dat si niet en souden clemmen so zere ten hoofde Analempsia ende catalempsia dese beseft men te voren. dat en doet epilemcie niet. want hi valt also dapper\like 69 waert es in kerken in straten in vier als eldre. Maer dandre gaen wel van optie strate in .1. huus liggen op .1. bedde. Epilencie valt dicwile ende daeromme machmer bate toe doen entie es misselijc. ende daeromme so doetmer toe menegerande medicine. Ende comet toe jongen kindren die zugen alst dicken doet ende dats bi harer wacker naturen. Men geue der voestren datmen geuen soude den kinde om dat niet en eet. ysope es goet gegeuen der voesteren dat sire vele ete. ende mach tkint tsap drinken dat ware beter Nutte ysope in allen dingen. Ende wacht wel dat gene castorien an tkint en come no en hange ane den hals. want haer wacheit es dunne ende versch. waerbi hi soude meer die verscheit veruerschen dan dwingen. ende so waert te duchtene dat soude versmoren ende steruen onuersienlike. Ende dat selve seggic van muske. want sine subtile substancie ende hitte soude sine naturlike wacheit meer doen smelten dan verteren Dit siin goede leringen den genen die comen siin te haren jaren. Alse .1. valt so doetem bloeden tenegen lede. Eist ierstwerf dat hi noyt viel hine valter nemmermeer naer Noch puluer van ruten doet hem in den neze. voruoets so stelpet devel. Of tsap daer af gegoten in den neze. Noch .1. ander dat alle die auctoors orconden. Geef den zieken tetene die herte van enen wolf. hoe dat gereet si. enen man van den wolf. enen wiue vander soe. dits sonderlinge goet. Circumstans die leert dat haen cullen ontwee gewreuen in borne gedron\ken. 70 geneest dat euel Maect dit puluer R. sanguis draconis. castori. appopanaci. antimoni. ana. partes equales fiat puluis. Dit puluer nutte in alre manieren dattie zieke nutten mach. dit geneset deuel dat orcont giraut platearus ende circumstans. hier met sagen si dat genesen vele lieden die waren epilentici. Analempcia die hout in die mage als v vorseit es. ende kent dit euel aldus. die zieke die keert gerne ende scumt metten monde. ende als mense eenwerf af vaget so en scumet nemmeer. Maer die hebben epilencie die scumen herde zere metten monde. maer vage die af telker werf of si mochten versmoren Catalempcie die houdt in den lichame also v vorseit es. dese .2. manieren mach men qualike genesen. nochtan so radet medicine daer toe dat men hem geue medicine die trect die analempcie in substancien van latuarien. entie catalempcie in substantien van pillen. want si hebben te treckene haer humoren van verren. daer omme eist noot. Maer epilencie wies materie legget int hooft die cure es anders Want men pleget dese humoren onderwile te deliuereerne bi surgien. nochtan so plegen enege meesters van surgien te doene enege experimente daer jegen. ende orconden dat siere dicken met vinden genesen. Ende orconden dat lub vanden haese gedronken geneest dese ziecheit. Noch doetse laten in die ore dicwile dat si die ziecheit hebben. Want si hebben vele bloets. ende dat so geeft hen drincken dicwile dat si niet en keeren op dat es int begin van harer ziecheit. Noch men vint inden buuc van der swalewen ion\ge 71 .1. root steenkiin. dat gedragen ouer hem die de ziecheit heeft hi geneest. Noch nemt .1. wolfs huut ende gorde hem daer met. dat bewaertene dat hi niet en valt vanden euele also lange als hiere met gegordt si. Noch Nemt die wortele van pyonien ende hancse hem anden hals. dat bewaertene dat hi niet en valt van den euele Noch piretrum gehangen anden hals jongen kindren die roke geneestse vanden euele. Noch Nemt enen groenen puud ende cloeftem met enen messe ouer den rugge. ende nemt al die inadren. entie verwimpelt in .1. root coolblat. dit bernt in .1. nuwen pot wel bestopt. so dattie rooc nieuwer vut en mach ende verbernet wel te puluere. Ende geuet den zieken drinken met goeden wine die wile hi es jnt ongemac. dit doet .1. werf. ende en diedet niet. so doet also anderwerf van .1. andren pude. ende doet dit so lange tote hi genesen es. Noch. God gaf den .3. coningen dien versochten. so wie dat hare namen droege ouer hem bescreuen dat hi niet en soude vallen vanden euele. Jaspar. Melchior. baltazar.

(68) Van het grote euvel.

Epilencia in Latijn betekent in Vlaams groot euvel. En die is er in 3 soorten, epilencia, catalempsia en analempsia.

Epilepsie die komt van fluimen en van melancholie, maar de echte epilepsie is in de substantie van de hersens en daar omtrent en daarbuiten, deze materie is nieuwer.

Analempsia die komt van materin die in de maag is en niet in het hol zoals sommigen zeggen, maar in de zenuwen en in de aderen en in de slagaders die ze heeft door wiens wasem, dat zijn open wegen, waardoor de materie opwaarts klimt naar de hersens toe.

Catalempsia, haar materie is in de einden van het lichaam zoals in de voeten en in de handen waarbij ge dit kan herkennen want de zieke voorspelt zijn ziekte tevoren dat het zal komen want hij voelt het tevoren en ze maakt ook in de oren kriebelingen zoals het roeren van ameten of mieren die erin kruipen en diergelijke. Waarbij dat goed was dat men de voeten met de handen wreef want dat zou veel materin beletten dat ze niet zo zeer naar het hoofd zouden klimmen.

Analempsia en catalempsia, deze beseft men tevoren en dat doet epilepsie niet, want hij valt alzo dapper [69] neer, is het in kerken, in straten, in vuur als elders. Maar de andere gaan wel van op de straat in 1 huis op 1 bed liggen.

Epilepsie valt vaak en daarom kan men er baat toe doen en die is verschillend en daarom doet men er vele medicijnen tegen. En komt het bij jonge kinderen die zuigen zoals het vaak gebeurt en dat komt vanwege hun vochtige natuur. Men geeft de voedsters dat men het kind zou geven omdat het niet eet, hysop is goed om aan de voedsters te geven dat ze het veel eten en kan het kind het sap drinken was dat beter. Nuttig hysop in alle dingen. En let goed op dat er geen bevergeil aan het kind komt en hang het niet aan de hals want zijn vochtigheid is dun en vers waarbij hij de vochtigheid meer zou bevochtigen dan drukken en dan is het te duchten dat het zou versmoren en onvoorzien zou sterven. En datzelfde zeg ik van muskus, want zijn subtiele substantie en hitte zou zijn natuurlijke vochtigheid meer laten smelten dan verteren.

Dit zijn goede leringen voor diegenen die tot hun jaren gekomen zijn. Als 1 valt dan laat men hem bloed laten in enige leden. Is het de eerste keer en dat hij nooit viel, hij valt er nooit meer hierna.

Nog poeder van ruit doe je hem direct in de neus en zo stelpt het euvel. Of het sap ervan in de neus gieten.

Nog 1 andere dat alle auteurs verkondigen; Geef de zieken het hart van een wolf te eten hoe het bereid is, een man van de wolf en een vrouw van de vrouwelijke wolf, dit is bijzonder goed.

Circumstans die leert dat hanenballen in stukken gewreven en in bronwater gedronken [70] dat euvel geneest.

Maak dit poeder; recept; drakenbloed, (Daemonorops draco) bevergeil, Opopanax, antimonium, gelijke delen en verpoeder het. Dit poeder nuttig je in alle manieren dat de zieke nuttigen kan, dit geneest het euvel en dat verkondigt Giraut, Platearus en Circumstans en hiermee zagen ze dat vele lieden genazen die epileptisch waren. Analempcia, die houdt zich op in de maag, zoals u gezegd is, en herken dit euvel aldus; de zieke die braakt graag en schuimt met de mond en als men ze eenmaal afveegt dan schuimt het nimmer. Maar die epilepsie hebben die schuimen zeer hard met de mond, maar veeg die er elke keer af of ze konden erin versmoren.

Catalempsia, die houdt zich op in het lichaam, zoals u gezegd is, deze 2de soort kan men kwalijk genezen, nochtans zo raden dokters daartoe dat men hem medicijnen geeft die de analempcie in substanties van likkepotten trekt en de catalempcie in substanties van pillen, want ze hebben hun vochtvermenging van ver te trekken, daarom is het nodig. Maar epilepsie, wiens materie in het hoofd ligt, die behandeling is anders Want men pleegt deze vochtvermenging soms te in handen te stellen van chirurgie, nochtans plegen enige dokters van chirurgie enige experimenten daartegen te doen en verkondigen dat ze hen er vaak mee genezen vinden. En verkondigen dat het leb van de haas gedronken deze ziekte geneest.

Noch laat ze vaak in de oren laten als ze de ziekte hebben. Want ze hebben veel bloed en geef hun vaak te drinken zodat ze niet braken zoals het in het begin van hun ziekte is.

Nog men vindt in de buik van de zwaluwenjongen [71] 1 rood steentje en als dat gedragen wordt door hem die de ziekte heeft dat hij geneest.

Nog neem 1 wolfshuid en omgordt hem daarmee, dat bewaart ene dat hij niet van het euvel valt alzo lang als hij er mee omgord is. Nog neem de wortel van pioen en hang ze hem aan de hals, dat bewaart ene dat hij niet van het euvel valt.

Noch pyrethrum (Anacyclus) aan de hals van jongen kinderen gehangen, de rook geneest ze van het euvel. Nog neem een groene kikker en kloof hem met een mes over de rug en neem alle binnenste aderen en wimpel die in 1 rode koolblad, dit brand je in 1 nieuwe pot die goed gestopt is zodat de rook er niet uit kan en brandt het goed tot poeder. En geef het de zieken te drinken met goede wijn terwijl hij in het ongemak is en doe dit 1 maal en dient het niet, doe het andermaal van 1 andere kikker en doet dit zo lang tot hij genezen is.

Nog, God gaf de 3 koningen die hem verzochten wie hun namen zouden dragen op zich beschreven dat hij niet zou vallen van het euvel, Jaspar, Melchior en Baltazar.

Djts vanden hooftswere. die onderwilen comt van buten onderwilen van binnen. Van buten alse van slane van valne of van heter lucht die de herssenen doet smelten. of van couder lucht die de herssenen dwinget tegadere ende doetse herden. Ende si comt van binnen van den herssenen. of van andren leden alse vander magen Ende eist dattie hooftswere comt van hitten of van couden. of van veruulten van den herssenen 72 alse van bloede of van coleren of van fleumen of van melancolien. dese materie so kent elc bi haren sonderlingen tekene. Es die hooftswere comen van slagen of bi valne of bi heter lucht. of bi couder lucht. dat sal v wel verclaren die zieke. Comt si van hitten dat kent hierbi. die sweringe es voren jnt hooft. dat anschiin root entie ogen. danscijn heet int tasten entien slaep slaende ende grote hitte in dien herssenen den mont zoete Ende coude dingen die hulpen hem dat dunct hem ende hem deren die hete Ende siin die herssenen vercout hier bi so kent. Groten swere int hooft danscijn bleec. hitte die hulpt hem ende coude deert hem Ende comet van veruulten van bloede hier bi kent. dansciin root ende verhit. die adren vol van bloede. die ogen geswollen ende root. den mont zoete Comt si van coleren hierbi kent. die sweringe es zere groet ende sonderlinge int rechter deel van den hoofde meest. danschijn entie ogen gelu. den mont bitter Comet van fleumen. die veruultheit loopt den zieken vten nese ende ten monde. ende onderwilen bi hoestene. danscijn es tepuut ende bleec. die ogen peyden hem zere. die mont es wac Comet bi veruulten van melancolien so hout die sweringe meest in die slinker side vanden hoofde. danscijn es bruun bleec & die ogen in geuallen Comt die hooftswere vander magen. alse van veruulten van coleren. dan heeft die zieke grote cnauwinge in de mage. ende bitterheit in den mont ende groten dorst ende keert hi dat es bitter ende gelu. ende hi heuet quader vor etene als die mage es ydel dan alsi geuult es metter spisen. Comt so es die mont altoes vol spekelen Comt 73 si van melancolien. so es sinen rupseninge aysinech. ende hine mach niet wel verduwen sine spise. bi dat hi wille heeft van keerne meer dan die comt van fleumen. Ende die niet wel en mach verduwen dien es weere (l. meere) na etene dan daer voren Comt die hooftswere van slagen of bi valne. dan geneest men bi rade van vroeden surginen van buten. Ende dits die raet vanden fisisiin. Comt hi van hitten. so smeret thooft met couder medicinen. Alse met sape van donderbaert. van latuen van nachtscaden. van smerewortelen geminct met .1. luttel aysiins ende wijfs melc. ende .1. linen cleet daer in genet .4. vout ende also op thooft geleit ierst gescoren ende gesmeert met olien van violetten. of van rosen. of popelioen. Dit es geseit optie gene dient comt van veruulten van coleren of van bloede. dan so doet den zieken bloet laten ter hooft adren in den rechten arm alse die swere es oueral thooft. Ende late meer bloeds alse hi comt van veruulten van bloede dan van coleren. entie medicinen die men daer op leit die siin al eens. Eist dat men den swere geuoelt houdende achter int hooft. dan leert ypocras sniden ontwee die adre die es in den middele vanden vorhoofde. Es die swere achter. so doet den zieken niesen met .1. borstelen van .1. swine gesteken in den nese. ende sette .1. cleine venteuse in den necke met scarpene daer men bloet met vte trect. ende .2. tusscen den scoudren. Ende purgeret thooft iersten met pillen auree .3. dr. Ende comt die hooftswere van couden humoren. alse fleume es ende melancolien. so smeret thooft met heter medicinen. alse dyanteyt. olie van bayen. die wi heeten oleum laurinum. met 74 marcianton. of vnguentum aureum. Doet sieden beuercul bruun peper. ana. in olien van oliuen ende .1. luttel aysiins. ende daer in so net .1. linen cleet. ende dat legt opten swere heeter dan lau. Ende purgiert ierst den zieken met benedicten .3. dr. & s. Ende eist dattie materie comt vuter magen ende si es van coleren. so geeft den zieken voetsel. alse wellinge metten aysine amandel melc. kerelde melc metten gortte gesoden. Gef hem .4. dagen drinken nuchtens ende nauens .2. lepel vol cyroops acetosus. geminct met .2. lepeluol scoenre fonteynen Ende daer na so doetem keren es die materie in den mont vander magen met deser ziedingen Nemt saet van wilden rapen. die wortele van radecke. dit stoet te gadere ende gieter op ziedende water. dit wringt dore een cleet ende minget met cyropus acetosus. ende daer na so gef hem dit laeu meer dan .1. pinte tere werf. dit salne doen keren Ende en wille hi niet keren so vesele hem in die kele met ere gans vedren hi sal keren Ende es die materie in den bodem van der magen. dat gi kennen moget bi den geluen camergange. so purgeerten met desen colagogen aldus. Rp absincij. violetten. mirabolani citrini. Juniperi. quatuor semina frigidorum ana .o .1. prume .10. quassentur semina & decoquantur in quatuor. lb. aqua vsque ad consumptionem. lb .1. vel coquantur vt non supersint nisi .o. 10. Itaque totus cyrupus non excedat lib .1. post decoctionem. cola. & in colatura resolvatur .o .1. medulle cassia fistule. & .o .1. & .s. tamarindi. & cum colatura. & admisceantur colature .3. dr. rabarbe. fiat inde cyrupus. Dit laet staen .1. nacht onder die lucht tilike met den dage maket laeu of bat hetere. ende 75 dit drinke die zieke teenre togen. al dit wert hem goet. want het suuert die mage van den coleren diere in siin Eist dat die hooftswere comt van couden humoren die in die mage siin. so gef hem nutten oximel simmpel nuchtens ende nauens .4. dage also v vore leert es van oximel dureit. ende daerna so gef hem drinken vomtus pacus arche op dattie materie es in den mont vander magen. Ende essi in den bodem. so gef hem nutten .2. dr. & .s. stomaticus laxatijf Eist dattie hooftswere comt van te uele etene of drinkene. so drinke .1. goet deels warms waters. ende daerna steke .1. gansen vedere in sine kele of sinen vinger ende doetem keren. hi geneest saen .....

Dit is van de hoofdpijn die soms van buiten komt en soms vanbinnen. Van buiten zoals van slaan, van vallen of van hete lucht die de hersens laat smelten of van koude lucht die de hersens tezamen dwingt en ze laat verharden. En ze komt van binnen van de hersens of van andere leden zoals van de maag.

En is het dat de hoofdpijn van hitte of van koude of van volheid van de hersens komt [72] zoals van bloed of van gal of van fluimen of van melancholie, deze materie herken je elk bij zijn bijzondere tekens.

Is de hoofdpijn gekomen van slagen of van vallen of van hete lucht of van koude lucht, dat kan u het de zieke goed verklaren.

Komt ze van hitte dat herken je hierbij, de pijn is voor in het hoofd, het aanschijn en de ogen rood en het aanschijn is heet in het aantasten en de slaap slaat en grote hitte in de hersens en de mond zoet. En hij denkt dat koude dingen hem helpen en hem deren de hete.

En zijn de hersens verkoeld, hierbij zo herken je het aan grote pijn in het hoofd, aanschijn bleek, hitte die helpt hem en koude deert hem.

En komt het van volheid van bloed, hierbij herken je het, het aanschijn is rood en verhit, de aderen vol van bloed, de ogen gezwollen en rood, de mond zoet.

Komt ze van gal, hierbij herken je het, de pijn is zeer groot en vooral in het rechterdeel van het hoofd het meest, het aanschijn en de ogen zijn geel, de mond bitter.

Komt het van fluimen, de volheid loopt de zieke uit de neus en de mond en soms met hoesten, het aanschijn is opgezwollen en bleek, die ogen steken hem zeer, de mond is vochtig.

Komt het van volheid van melancholie dan bevindt die zweer zich het meest in de linkerzijde van het hoofd, het aanschijn is bruinbleek en de ogen ingevallen.

Komt de hoofdpijn van de maag zoals van volheid van gal, dan heeft die zieke grote knaging in de maag en bitterheid in de mond en grote dorst en braakt hij is dat bitter en geel en hij heeft het slechter voor het eten als de maag leeg is dan als ze gevuld is met de spijzen. Komt het zo is de mond altijd vol speeksel.

Komt [73] ze van melancholie, dan is zijn oprisping azijnachtig en hij kan niet goed zijn spijs verteren omdat hij de wil heeft van braken, meer dan die van fluimen komt. En die niet goed kan verteren die is er meer na het eten dan daarvoor.

Komt de hoofdpijn van slagen of van vallen, dan geneest men met raad van goede chirurgen van buiten. En dit is de raad van de geneesheer;

Komt hij van hitte besmeer dan zijn hoofd met koude medicijnen zoals met sap van donderbaard, van sla, van nachtschade, van smeerwortels (Symphytum) gemengd met wat azijn en vrouwenmelk en nat daarin 1 linnen 4voudig kleed en leg het alzo op het hoofd, eerst geschoren en besmeert met olie van violen of van rozen of popelioen. Dit is gezegd van diegene die van volheid van gal of van bloed komt, laat dan de zieke bloed laten in de hoofdaderen en in de rechterarm als de pijn overal in het hoofd is. En laat meer bloed als hij van volheid van bloed komt dan van gal en de medicijnen die men daarop legt die zijn allemaal gelijk. Is het dat men de pijn achter in het hoofd voelt, dan leert Hippocrates de ader die in het midden van het voorhoofd is stuk te snijden. Is de pijn achter laat de zieke niezen met 1 borstel van 1 varken en steek die in de neus en zet 1 kleine kop in de nek met scherpe daar men het bloed mee uittrekt en 2 tussen de schouders. En purgeer het hoofd eerst met gouden pillen, 3 drachmen.

En komt de hoofdpijn van koude vochtvermenging zoals fluimen zijn en melancholie, besmeer het hoofd met hete medicijnen zoals sap van suiker (?), olie van laurier die we laurierolie laurinum noemen, met [74] marcianton of zalf aureum. Laat bevergeil koken, bruine peper, gelijk, in olie van olijven en wat azijn en nat daarin 1 linnen kleed en leg dat op de pijn, heter dan lauw. En purgeer eerst de zieke met Cnicus benedictus, 3 drachmen en ½.

En is het dat de materie uit de maag komt en ze is van gal geef de zieken dan voedsel zoals pap met azijn, amandelmelk, gekarnde melk met gort gekookt. Geef hem 4 dagen te drinken ‘s ochtends en ‘s avonds 2 lepels vol scherpe siroop gemengd met 2 lepels vol schoon fonteinwater. En laat hem daarna braken als de materie in de mond van de maag is met dit kooksel;

Neem zaad van wilde rapen, de wortels van mierikswortel, dit stamp je tezamen en giet er kokend water op, wring dit door een kleed en meng het met siroop acetosus en geef hem daarna dit lauw meer dan 1 pint per keer, dit zal laten braken. En wil hij niet braken kietel hem in de keel met een ganzenveer, hij zal braken.

En is de materie in de bodem van de maag dat ge herkennen kan door de gele kamergang, purgeer hem met deze gal drijvende aldus; Recept; absint, violen, mirobalanen citrini, Juniperus, de vier koude zaden, gelijk 1 ons, 10 pruimen, voeg toe de zaden en kook het in voldoende hoeveelheid water om te gebruiken 1 pond, of gekookt om niet alleen te overleven 10 ons dus van het hele totale siroop niet meer dan na 1 afkooksel en opgelost in een oplossing 1 ons merg van Cassia fistula en 1 ons en ½ , tamarinden en met colatura en meng het colature, 3 drachmen, rabarber doe in de siroop. Dit laat je tijdelijk 1 nacht staan onder die lucht en met de dag maak je het lauw of beter heter en [75] dit drinkt de zieke in een teug, dit alles is voor hem goed want het zuivert de maag van de gallen die erin zijn.

Is het dat de hoofdpijn van koude vochtvermenging komt die in de maag zijn geef hem dan 4 dagen oxymel (water, honing en azijn) simpel ճ ochtend en ճ avonds te nuttigen zoals u geleerd hebt van oxymel (water, honing en azijn) bereidt en heef hem daarna vomitus pacus arche te drinken zodat de materie in de mond van de maag is. En is ze in de bodem geef hem dan te 2 drachmen en ½ stomaticus laxatijf nuttigen.

Is het dat de hoofdpijn van te veel eten of drinken komt, drink dan 1 goed deel warm water en steek daarna 1 ganzenveer in zijn keel of zijn vinger en laat hem braken, hij geneest direct.

Van bloeden ten nese

Dje nese die bloet in misseliken manieren. alse bi veruulten van enegen lede alse die leuere of die melte. of bi bekeringen van enegen ongemake. of bi groter ziecheit. of bi veruulten van bloede int hooft of in die moeder van ere vrouwen. dat gi moget kennen elc bi sinen sonderlingen tekene dat gi hebben sult. hier nae van elken sonderlinge Dits teken alst comt bi veruulten van der leueren. dan comet vten rechten nesegate ende men geuoelt die zeerheit in die rechter side. Comet vander melten. so comet vten slinken nese gate ende men geuoelt die zeerheit in die slinker side Comet vanden hoofde men geuoelt die zeerheit int vorhooft 76 ende in den slaep ende in die ogen Comet van der moeder dats bi dat dwijf niet en hadde haer naturlike stonde te harer rechter tijt waerbi dat Ypocras seit in den amphorisien vrouwen haren tijt geberstende ten nese worden bloedende. dats goet Comet vander leueren op dattie zieke si starc genouch. so doetem bloet laten in den rechten arm in die nederste adre vanden drien. Ende legt optie leuere dit plaester. Nemt rode rose bladere ende stootse te puluere. daer toe so doet .1. deel gersten meels. & tempert met aysine & met sape van wegebreden & met den witten vanden eye. ende mac hier af .1. plaster dit legt optie leuere. Comet vander milten so doetem bloet laten in den slinken arm die nederste adre. Ende legt die vorseide plaester optie milte Ende comet van den hoofde so legget tforseide plaester opt vorhooft ende opten slaep. ende doetem laten .1. luttel ter hooft adren. Ende comet vut beiden nese gaten so doetem laten in beide die armen in die nederste adren op dat hi starc es ende jonc ende vol vleeschs. Ende legt hem dat plaester op beide die ziden. Of stellet hem ter steden danen dbloet comt .1. lose venteuse sonder scarpen. Comet ere vrouwen also ic vorseit hebbe. so doetse laten onder den rechten ankel binnens voet. Maer of si kint draget dan verbiedict v. stelt haer lose venteusen sonder scarpen opten nauel of optie wartekine van haren borsten Ende draget si kint so en doet dit niet. maer geeft hare in de hant kerspelle. dat es -1- cruut dat boorsekine draget. Bintse 77 vaste ende onsochte met cleinen cordekinen ten ankele ende ten leden vander hant. Ende es hi manhooft. so dwaet die manlijcheit entie cullen met sterken laeuwen aysine. ende eist .1. wijf. die moeder entie borsten.

Van een bloedneus.

De neus die bloedt in verschillende manieren zoals bij volheid van enige leden zoals de lever of de milt of bij verbetering van enig ongemak of bij grote ziekte of bij volheid van bloed in het hoofd of in de baarmoeder van een vrouw dat ge kan herkennen en elk bij zijn apart teken dat ge hierna hebben zal en van elk apart.

Dit is het teken als het van volheid van de lever komt, dan komt het uit het rechterneusgat en men voelt de pijn in de rechterzijde. Komt het van de milt dan komt het uit het linkerneusgat en men voelt de pijn in de linkerzijde.

Komt het van het hoofd dan voelt men die pijn in het voorhoofd [76] en in de slaap en in de ogen.

Komt het van de baarmoeder, dat is als de vrouw niet haar natuurlijke stonden op de goede tijden heeft waarbij dat Hippocrates in amphorisien zegt dat vrouwen die hun tijd ontbreken bloeden gaan bloeden uit de neus, dat is goed.

Komt het van de lever, als de zieke sterk genoeg is laat hem dat bloed laten in de rechterarm in de laagste ader van de drie. En leg op de lever deze pleister; Neem rode rozenbladeren en stamp ze tot poeder en doe er een deel gerstemeel bij en meng het met azijn en met sap van weegbree en met het witte van een ei en maak hiervan 1 pleister en leg die op de lever.

Komt het van de milt laat hem dan bloed laten in de linkerarm in de laagste ader. En leg de voor vermelde pleister op de milt.

En komt het van het hoofd leg de voor vermelde pleister op het voorhoofd en op de slaap en laat hem wat laten in de hoofdaderen. En komt het uit beide neusgaten laat hem laten in beide armen in de laagste aderen als hij sterk is en jong en vol vlees. En leg hem deze pleister op beide zijden. Of stel bij hem in de plaatsen waar het bloed vandaan komt 1 losse kop zonder scherpte.

Komt het bij een vrouw, zoals ik gezegd heb, laat haar laten onder de rechter enkel binnen de voet. Maar als ze een kind draagt dan verbied ik het u en geef haar een losse kop zonder scherpte op de navel of op de tepels van haar borsten. En draagt ze een kind doe dit dan niet, maar geef haar in de hand kerspelle, dat is 1 kruid dat beursjes draagt, (herderstasje, Capsella). Bindt het stevig [77] vast met een klein koordje aan de enkele en de leden van de hand. En is het een manspersoon was dan de mannelijkheid en de ballen met sterke lauwe azijn en is het 1 vrouw de baarmoeder en de borsten.

Dje huuf es .1. instrument dat dient der naturen. & hangt bouen der naturen gescapen alse ene wartte van ere vrouwen borst .1. luttel smaelre. dese hanget vore tgat daer die adem vut ende ingaet ende heeft .2. gaetkine. een bouen ende dat es ruumst. ende .1. in siin nederste ende dats nauwe. Ende als dit verstopt dan swillet die huuf. ende dan dunct dien lieden dan hen enege dinc stect in die kele. ende dan zo raexenen si dicken om dat si dat wanen vut spuwen ende te meer dat sijs plegen. so die huuf te meer swillet. Dit led purgiert die herssenen van haren ouervloyenden humoren & wacheiden. Dese huuf veruult onderwilen van wacheiden van fleumen daer die mensce bi wert hoestende Die swillinge of verlanginge mach men kennen ende zien metten ogen. doet den zieken gapen ende duwet hem die tonge neder metten stele van .1. lepele of doetse hem seluen neder duwen metten vingere. also mogedijt kennen Wildijt onderkennen van wat humoren dat es geswollen. Es hi root ende geswollen entie mont zoete. so eist van bloede. Es hi bleec ende geswollen met vele spekelen ende lutle zeers daer in. so es hi van fleumen. Es hi luttel geswollen met groten stecten ende bitterheit van monde. so es hi van coleren Die van veruulten es van 78 bloede dien doet laten in die hooft adre Ende dies anders dages onder die tonge in die .2. blauwe adren. Maer doetem ierst gargariseren met desen watere Nemt rode rose bladre. gomme van arabien. scorsse vander prumen garnaten. balaustie. gallen. sumac. dit stoot al te gadere. ende dan gesoden in regen watre of in aysine. dit geziet doet hem smorgens gargariseren. Dese gargarisacie es dwingende. Dies ander dages so doetem gargariseren met ere verterender & drogender gargarisacie in de welke gi doet enege dingen die moruwen alse dese. Nemt gingebere peper. piretrum. drogen figen. droge rosijnen van elken euen vele. dit doet zieden in zoeten wine Sulke siin die den huuf op duwen met haren dume. op den welken si leggen puluer van canele. ende duwen also den huuf op lange. Ende en hulpt dit al niet. so bradet .1. ey harde vaste ende dan so clieuet ter middewart. ende dan so legget den zieken op douerste van den hoofde also heet als hijt gedogen mach ierst thooft gescoren. dit sal den huuf doen op lichten.

De huig is 1 instrument dat de natuur dient & hangt boven de natuur en is geschapen als een wrat van een vrouwenborst, wat smaller, en die hangt voor het gat daar de adem uit- en ingaat en heeft 2 gaatjes, een boven en dat is de ruimste en 1 in het laagste en dat is nauw. En als dit verstopt dan zwelt de huig en dan denken die lieden dan er enig ding in de keel steekt en dan zo rochelen ze vaak omdat ze dat menen uit te spuwen en hoe meer dat ze het doen hoe meer de huig zwelt. Dit lid purgeert de hersens van haar overvloeiende vochtvermenging en vochtigheden. Deze huig vervuilt soms van vochtigheden van fluimen daar de mens van gaat hoesten.

De zwelling of verlenging kan men herkennen en zien met de ogen, laat de zieken gapen en duw bij hem de tong naar beneden met de steel van 1 lepel of laat het hem zelf naar beneden duwen met de vinger en alzo kan ge dit herkennen.

Wil ge herkennen van welke humor

en dat het gezwollen is, is hij rood en gezwollen en de mond zoet dan is het van bloed. Is hij bleek en gezwollen met veel speeksel en wat pijn daarin dan is het van fluimen. Is het wat gezwollen met grote steken en bitterheid van mond dan is het van gal.

Die van volheid van [78] bloed is die laat je laten in de hoofdader. En de volgende dag onder de tong in de 2 blauwe aderen. Maar laat hem eerst gorgelen met dit water;

Neem rode rozenbladeren, gom van Arabië, schors van granaatappels, bloem van granaatappels, gallen en sumak, (Rhus coriaria) stamp dit alles tezamen en kook het dan in regenwater of in azijn, dit zeven en laat hem er ‘s morgens mee gorgelen. Deze gorgeling is drukkend. De volgende dag laat je hem gorgelen met een verterende en verdrogende gorgeling waarin ge enige dingen doet die vermurwen zoals deze; Neem gember, peper, pyrethrum (Anacyclus), droge vijgen en droge rozijnen, van elk evenveel en dit laat je koken in zoete wijn.

Sommigen zijn er die de huig opduwen met hun duim waarop ze poeder van kaneel leggen en duwen alzo de huig lang op. En helpt dit alles niet braadt 1 ei zeer hard en klief het dan doormidden en leg het dan de zieke op het bovenste van het hoofd zo heet als hij het gedogen kan, eerst het hoofd afscheren, dit zal de huig laten oplichten.

Squinancie dats ene aposteme die comt in die kele. vanden welken datter siin .3. manieren daer die materie af vergadert in ysmon. dats ene stede die es tusscen dien darm daer die spise enten dranc in gaet enten roepere. ende dat bouen in die kele daer si beide te gadere siin gecoppelt. maer elc heeft sinen sonderlingen jnganc van sinen naturliken werke. dats in dien darm daer in gaet die dranc ende spise. die heet in latine ysopa\gus. 79 entie roepere heet in latine canna pulmonis. maer die heet in latine in die stede trachea arteria. tusscen desen .2. in die stede die ysmon heet. daer so vergadren ondertiden vochtvermenging die daer maeken ene swillinge. de welke heet quinancie. ende es ene swillinge die en vertoget hare niet no buten no binnen te siene. Dese cure gef gode op allene. want geen meester en machse genesen. dese sterft binnen den iersten dage of binnen den andren. of cort daer na. also meesters van medicinen orconden. Die andere specie heet sinnancie der welker swillinge vertoget hare beide buten ende binnen te ziene metten ogen ende te tastene met den vingere. dese nes niet also vreselijc alse dierste Die .3. heet squinancie. de welke toget al hare materie buten. ende dese en es men niet sculdech tontsiene Dit siin tekene van al desen. dats dat si qualike mogen haren adem in halen ende vut steken. Ende sine mogen ooc niet swilgen no spise no dranc no spekel of cume of niet. ende sine mogen oec niet vut spuwen haer spekel of haer belemmertheit die si hebben in die kele. Ende sine mogen wel na niet verluden. Dese hebben scarpe cortse ende si wisen metten vingere waert hem hout. dat es in dierste specie Dandre specie die nes al niet also vreselijc. & sine cortsen niet so zere. waerbi datter min sorgen in es dan in dierste. want dierste es emmer doot Die derde maniere also gi wet daer voren comt onderwilen van bloede dat grof es. onderwilen van fleumen. & oec van coleren & niet van melancolien Die comt van bloede die kent biden scarpen 80 cortse ende bi der rootheit vanden ansichte. bider zoetheit vanden monde. bi veruultheiden van den adren & bi der hoger geuaruder orinen ende die dicke. Comt si van fleumen so es hem dansckiin bleec. die mont zere wac. luttel sweringen. cranke cortse. dorine ontvaruwet. of middelijc gevarwt & dicke Ende comt si van coleren dat selden gesciet so es haer cortse zere scarp die mont bitter danscijn roet geluachtech. dorine geuarwet root. bouen geluachtech dunne Aldus begint men gaen ter curen. Ten iersten dat ghi daer toe comt. so doet den zieken bloet laten onder die tonge in beide die adren. Ende stelt hem ene venteuse in den necke daer gi dbloet mede vut doet trecken. ende daerna .2. tusscen den scoudren. dwelke es grote noot om dbloet te treckene vter kelen. Ende es die zieke bestopt so clisterttene met deser moruwender clisterien Nemt papple ende wortele van hoonsche. dit doet zieden in watere. hier met mingt olie van oliuen of botere. na dat vorseide si gezijt vanden cruden diere in waren gesoden dat so werpt hem int fondament met ere clisteriepipen. Daerna so neemt also gedaen sap ende mingt daer in .1. deel zeems & souts ende .1. .s .o. benedicten. ende .1. scr. scamoneyen. dit minget wel te gadere dat wel slecht si. so dat daer gene ruheit in en si. so dat wel mach liden dore die cleine gaetkine van der clisterien. Dese clisterie heeft macht te treckene die humoren van opwert nederwert want haer bitinge ende dat si ydelt den lichame metter scarpheit vander medicinen die daer in siin. so doen si die humoren nederdalen van der kelen & vanden hoofde ten fondamente Daerna so gaet ter curen die men aldus es sculdech te doene. Maect die garga\risacie 81 die v vorleert es int capittel van den huuc. Ende legt hem optie kele een plaester van papplen. wortele van hoensce gesoden ende daerna gestoten met verscen swinen smoute. dit legter op heeter dan laeu. ende dit vernuwet dicken. Of smeert die kele met olien van rosen & vyoletten te gadere gemingt ende legter op .1. velle stic ter kele wert. Of smeert hem die kele met dyanteide. Of die niet vorder en mach so smeret met vetter botren Die gargarisacie diemen maect vanden rosebladren ende vanden andren dingen gesoden in watere ende daer met gemingt dyamoron dats proper in dese stede. Legt int beginsel optie kele .1. plaester gemaect van tarwen bloemen & sap van apien & out swinen smout al gesoden te gadere ende dat geleit optie kele heter dan laeu. ende mingt daer met sap van mente & puluer van rose bladren Noch nemt verbena die stoot & legt al warm tere plaestren optie kele. dit geneest squinancie die alte vreselijc es Noch siedt ysope in borne met olien van oliuen ende daer in net wolle metter yeken entie leget warm optie kele. dits zere goet daertoe.

Squinancie, (Angina, keelontsteking) dat is een gezwel die in de keel komt waarvan er 3 soorten zijn daar de materie van verzamelt in ysmon, (van Isthmus, opening, keelontsteking) dat is een plaats die er is tussen de darm daar de spijs en de drank in gaat en de roeper (strot) en dat boven in de keel daar ze beide tezamen zijn gekoppeld, maar elk heeft zijn aparte ingang van zijn natuurlijk werk, dat is in de darm waar de drank en spijs ingaat en die heet in Latijn ysopagus (slokdarm) [79] en de roeper heet in Latijn canna pulmonis, maar die heet in Latijn in die plaats trachea arteria en tussen deze 2 in de plaats die ysmon heet daar zo verzamelen zich soms humoren die daar een zwelling maken die squinancie heet en dat is een zwelling die zich niet vertoont om van buiten of van binnen te zien. Geef deze behandeling alleen aan God op want geen dokter kan het genezen, deze sterft binnen de eerste dag of binnen de volgende of kort daarna, alzo dokters van medicijnen verkondigen.

De andere soort heet sinnancie en diens zwelling vertoont zich beide buiten en binnen en is te zien met de ogen en te tasten met de vinger, deze is niet zo vreselijk als de eerste.

De 3de heet squinancie en die toont al haar materie van buiten en deze moet men niet ontzien.

Dit zijn de tekens van dezen, dat ze slecht hun adem kunnen in en uithalen. En ze kunnen ook niet zwelgen, ook geen spijs of drank of speeksel of nauwelijks of niet en ze kunnen ook hun speeksel niet uitspuwen of hun belemmering die ze in de keel hebben. En ze kunnen bijna geen geluid geven. Deze hebben scherpe koorts en ze wijzen met de vinger waar het zich bevindt, dat is in de eerste soort.

De andere soort die is al niet zo vreselijk en zijn koortsen zijn niet zo erg waarbij dat er minder zorgen in is dan in de eerste want de eerste is immer dood.

De derde soort, zoals ge van daarvoor weet, komt soms van bloed dat grof is, soms van fluimen en ook van gal en niet van melancholie.

Die van bloed komt die herken je bij de scherpe [80] koorts en bij de roodheid van het aanzicht, bij de zoetheid van de mond, bij volheid van de aderen en bij de hoger gekleurde urine en die dik.

Komt ze van fluimen dan is bij hem het aanschijn bleek, de mond zeer vochtig, wat zweren, zwakke koorts, de urine ontkleurt of middelbaar gekleurd en dik. En komt ze van gal, dat zelden gebeurt, dan is haar koorts zeer scherp, de mond bitter, het aanschijn rood geelachtig, de urine rood gekleurd en boven geelachtig en dun.

Aldus begint men ter behandeling te gaan. Ten eerste als ge erbij komt laat de zieke bloed laten onder de tong in beide aderen. En stel hem een kop in de nek daar ge het bloed mee uit laat trekken en daarna 2 tussen de schouders wat zeer nodig is om het bloed uit de keel te laten trekken. En is de zieke verstopt geef hem klysma ‘s met deze vermurwende klysma’s;

Neem Malve en de wortels van heemst en laat dit koken in water en meng hiermee olie van olijven of boter, na dat voor vermelde gezeefd is van de kruiden die erin gekookt waren werp het hem in het fondament met een klysmapijp. Daarna neem je dusdanig sap en meng daarin 1 deel honing en zout en 1 ½ ons Cnicus benedictus en 1 scrupel Convolvulus scammonia, dit meng je goed tezamen zodat het goed echt is en er geen ruwheid in zit zodat het goed door de kleine gaatjes van het klysma kan glijden. Deze klysma heeft macht de vochtvermenging van boven naar beneden te trekken want haar bijten en dat ze het lichaam leegt met de scherpte van de medicijnen die daarin zijn en zo laat ze de vochtvermenging neerdalen van de keel en van het hoofd naar het fondament.

Ga daarna ter genezing zoals men aldus moet doen. Maak een gorgeling [81] die u geleerd hebt in het kapittel van de huig. En leg bij hem op de keel een pleister van Malva, wortel van heemst, gekookt en daarna gestampt met vers varkensvet en leg dit er heter dan lauw op en vernieuw het vaak. Of besmeer de keel met olie van rozen en violen tezamen gemengd en leg het op 1 vel die naar de keel steekt. Of besmeer hem de keel met sap van suker (?). Of die niet verder kan besmeer het met vette boter.

De gorgeling die men van de rozenbladeren maakt en van de andere dingen gekookt in water en daarmee sap van vruchtengelei mengen, dat is goed in deze plaats. Leg in het begin op de keel 1 pleister die gemaakt is van tarwebloemen en sap van Apium en oud varkensvet, alles tezamen gekookt en leg dat op de keel heter dan lauw en meng daarmee sap van munt en poeder van rozenbladeren.

Nog neem Verbena die je stampt en leg het geheel warm op een pleister op de keel, dit geneest squinancie die al te vreselijk is.

Nog kook hysop in bronwater met olie van olijven en nat daarin ongewassen wol en leg die warm op de keel, dit is zeer goed daartoe.

Dje heescheide of belemmertheit die den mensche toe comt. si comt in meneger manieren Die bi droochten comt. die kent bi droger hoesten ende prekelinge in de borst. & bi smalinge van den halse. & bi der magerheit van alden lichame. Die comt bi veruulten van bloede. die hoest met .1. luttel wacheiden. die heeft dansciin root. die adren op geheuen. zoete in den mont Ende metter hoesten so sciet hem menechwerf bloet vten nese. & vten monde. die gene\est 82 met datmen ydele van sinen bloede met bloet latene Dien si comt van veruulten van fleumen met hoestene. so ordineert hem aldus ierst sine dyete. Maer heeft hi hem geduert .8. dage of langere ter auonturen hine geneest nemmermeer. Of comt si den mensce toe na datmen den huuf gesneden heeft. die es ongeneselijc Dien si comt van droochten. dien wacht van zouter spisen ende van scarper. ende van aysineger van zuren ende van couden naturlike. Dien geeft drinken tyseine gesoden met ricolissien houte & tarwe gesoden met sukere ? met amidumme. Ete versce botere supe moruwe eyere drinke water daer in gesoden es dragant of gomme van arabien. of ricolissie gesoden te gadere of elc sonderlinge. dit hout lange in den mont eer dan gijt swilget. Maect dese pillen die de zieke sal houden onder sine tonge. ende latense daeronder smelten. entie verscheit diere af comt sal hi swelgen. Rp amidii. draganti. seminis sicomorum. gummi arabici. seminis bombacis & malue. ana. partes equales puluerisentur distempentur cum sana infusionis draganti & pillulas informentur & verse electuarien alse dyadragant. dyapemdiom. patris mei. Ende smeert sine borst met verscher botren. ende daer op legt dit plaster Siedt papple in olie van oliuen of in botere. Ende badet den zieken in watere daer vele papplen in es gesoden Ende comt die heescheit bi veruulten van fleumen die drupt vten herssenen. so purgiert hem thooft met yerapigra galieni .3. o. geformeert daer af pillen. dies ander dages so badet den zieken in sconen watere. Ten vutganc gef hem drinken teracle getempert met wine. also groot als ene haselnoot.

De heesheid of belemmering die de mens aankomt, ze komt in vele manieren.

Die van droogte komt die herken je bij droge hoest en prikkeling in de borst & bij versmalling van de hals & van magerte van het hele lichaam.

Die van volheid van bloed komt die hoest met wat vochtigheden, die heeft het aanschijn rood, de aderen opgeheven, zoet in de mond. En met het hoesten dan schiet er bij hem vaak bloed uit de neus en uit de mond en die geneest [82] met dat men hem leegt van zijn bloed met bloed laten.

Die van volheid van fluimen komt met hoesten beveel hem aldus eerst zijn dieet aan. Maar heeft het bij hem 8 dagen of langer ter avonturen geduurd, hij geneest nimmermeer. Of komt ze de mens aan nadat men de huig gesneden heeft, die is ongeneesbaar.

Die van droogte komt wacht die van zoute spijzen en van scherpe en van azijn, van zuren en van natuurlijke koude. Die geef je te drinken gerstewater gekookt met zoethout en tarwe dat gekookt is met suiker en met zetmeel. Eet verse boter, drink murwe eieren, drink water waarin dragant, (Astragalus) gekookt is of gom van Arabië of zoethout tezamen gekookt of elk apart, hou dit lang in de mond voor ge het zwelgt.

Maak deze pillen die de zieke onder zijn tong zal houden en laat het daaronder smelten en de vochtigheid die er van komt zal hij opzwelgen;

Recept; zetmeel, dragant, (Astragalus), zaad van sycomorus (Ficus) , Arabische gom, zaad van katoen en Malva, gelijk gelijke delen en verpoeder meng het met een gelijk deel dragant, (Astragalus) en pillen informentur en verse likkepotten zoals van dragant, (Astragalus), sap van kandij, patris mei. En besmeer zijn borst met verse boter en leg daarop deze pleister;

Kook Malva in olie van olijven of in boter. En baadt de zieken in water daar vele Malva in gekookt is.

En komt de heesheid van volheid van fluimen die uit de hersens druipen purgeer hem dan het hoofd met heilige picra (bitter) galieni, 3 ons, en vorm daar pillen van en de volgende dag baadt de zieke in schoon water. Geef hem bij het uitgaan teriakel te drinken dat gemengd is met wijn en zo groot als een hazelnoot.

83 Dje hoeste die kent wanen si comt. dats onderwilen van verscheiden. onderwilen van droochten. onderwilen van vercoutheden welke droochte maect die leden rv Die comt van vercoutheiden. die kent biden bleken aensichte & biden couden ademe. entie comt meest in couder lucht. Heete lucht helpt hem & coude lucht deert hem Die comt van humoren die dalen vten herssenen. die kent bi dattie nese loopt ende bi datmen geuoelt tintelinge in den huuf ende int palagie van den mont Ende comt si van humoren die siin omtrent die longere of daer bi. die stect vut nature met hoestene.

[83] De hoest die herken je wanneer ze komt, dat is soms van verschillende, soms van droogte en soms van verkoudheid welke droogte de leden ruw maakt.

Die van verkoudheid komt die herken je bij het bleke aanzicht en bij de koude adem en die komt meest in koude lucht. Hete lucht helpt hem en koude lucht deert hem.

Die van vochtvermenging komt die uit de hersens dalen die herken je omdat de neus loopt en omdat men tinteling in de huig en het gehemelte van de mond voelt.

En komt ze van vochtvermenging die omtrent de longen of daarbij zijn, die steekt de natuur er uit met hoesten.

Van Cortten ademe

Asma es ene ziecheit dat de mensce niet wel en mach verademen. dats dat hi niet wel en mach sinen adem in halen no vte steken ende dit comt bi .2. redenen. of bi droochten of bi wacheiden. Die comt van droochten dat wert dattie longere niet gerect en mach ontdoen bi den welken si blijft cleuende te gadre Alst comt van wacheiden. dan en mach die longere niet roeren van belemmertheiden die omtrent hare es Dits teken van dien die comen van droochten. droge hoeste. die lichame mager entie hals cleine. dorst. die tonge rv. entie ziecheit binnen. Ende alse hi mach inhalen enege wacheit metten ademen. dat helpt hem wel Comet van wacheiden. die hebben gerne den reume. entie verlichte alsi enege dinc mogen vut werpen. entien helpt warme lucht ende die nes niet also mager alse dandere maniere Dits die raet die men hier toe raden die meesters van 84 medicinen. smeert hem die borst dient comt van couden so dat hi moet hoesten bi crachte met olien van bayen. Of nette spoengie in olie van oliuen entie bint hem optie borst. & dect den zieken op .1. bedde so dat hi swete. Ende gef hem drinken [wine] daer in es gesoden polioen. comijn. calamintum. Of water daer in es gesoden puur tarwe. dit gegeuen dat sal den zieken wel helpen Comt die hoeste van droochten. so gef hem dyadragantum. dyapenidiom. electuarium ad restaurandum humiditates. Ende gef hem drinken dese tyseine. Nemt wel gesuuerde gerste entie wel gedwegen .1. pinte vol ende daer op giet .3. pecket waters. & .5. wortelen van ricolissien elc .2. palmen lac (l. lanc) no vanden minsten no vanden meesten. ende dit wel gesuuert ende gestoten. ende s. dr. rosinen die stene vte gedaen ende .s. lb. figen van caynile. dat siin grote vette figen. ende s. lb. ysopen. dragant. gomme van arabien. van elken s. dr. dat doet al te gadre zieden in dat vorseide water datter maer en bliue .2. pecket. dit drinke dicken dat wert hem profitelec. Met deser ziecheit comt dicken die artetyke. & essi veroudert so nes si niet geneselijc.

Van korte adem

Astma is een ziekte waarbij de mens niet goed kan ademen, dat is dat hij niet goed zijn adem kan in en ophalen en dit komt van 2 redenen, of van droogte of van vochtigheid. Die van droogte komt dan worden de longen niet gerekt en kunnen ze niet opengaan waarbij ze tezamen blijft kleven. Als het van vochtigheid komt dan kunnen de longen zich niet roeren van belemmeringen die er omtrent haar zijn.

Dit is het teken van die van droogte komen, droge hoest, het lichaam mager en de hals klein, dorst, de tong ruw en de ziekte van binnen. En als hij enige vochtigheid met de adem kan inhalen helpt hem dat goed.

Komt het van vochtigheid, die hebben graag reuma, en die verlicht als ze enige dingen uit mogen werpen en die helpt warme lucht en de is niet zo mager zoals de andere soort.

Dit is de raad die de dokters van [84] medicijnen hiertoe aanraden, besmeer hem de borst bij die het van koude komt zodat hij met kracht moet hoesten met olie van laurier. Of nat een spons in olie van olijven en bindt het hem op de borst en bedek de zieke op 1 bed zodat hij zweet. En geef hem wijn te drinken waarin polei, komijn en Calamintha oficinalis in gekookt is. Of water waar pure tarwe in gekookt is en dit geven dat zal de zieke goed helpen.

Komt de hoest van droogte geef hem dan sap van dragant, (Astragalus), sap van kandij, likkepot die de vochtigheid herstelt. En geef hem deze gerstewater te drinken; Neem goed gezuiverde gerst en die goed gewassen,1 pint vol, en giet daarop 3 maatjes water en 5 wortels van zoethout, elk 2 palmen lang, niet van de kleinste en niet van de grootste, zuiver en stamp dit goed en ½ drachme rozijnen waar de steen uit is en ½ pond vijgen van Caynile, dat zijn grote vette vijgen, en ½ pond hysop, dragant, (Astragalus), gom van Arabië, van elk ½ drachme, dit laat je alles tezamen koken in dat voor vermelde water zodat er maar 2 maatjes overblijven en drink dit vaak , dat is voor hem profijtelijk. Met deze ziekte komt vaak jicht en is ze verouderd dan is het niet te genezen.

Van apostemen an de longere

Pleriplimonia dats .1. aposteme besiden der longere. pleuresiin es ene die wast tusscen die rebben ende daer die craye vergadert ane die rebben Teken dat periplimonia es. Es dat hi qualike verademen met hoestene. eenparliken corts. grote zeerheit jegen die slinker teyte ende achter tusschen den scoudren. die leden verwarmt & root 85 met geluheden in die ogen. Die orine rootachtech. of een luttel daer onder dicke braunachtech Teken van pleuresiin es. datmen qualike mach verademen met cortten hoestkinen stekende. of steecten in de zide ende sweringen. ende naturlike alse comt sine hoeste. Ende dat hout hem onderwilen in die rechter side. ende onderwilen in de slinker zide daer die aposteme vergadert. Ende onderwilen siin si in beiden siden met eenparliken cortse. Die orine es root oueral bruunachtech & dicke. Dese ziecheiden wassen onderwilen van bloede. onderwilen van coleren. onderwilen van fleumen. & onderwilen van melancolyen Periplimonia die comt van veruulten van bloede. of van coleren principaelijc. selden van fleumen Nodere van melancolien. dat gi moget kennen elc bi sinen sonderlingen tekene. Comtse van coleren. so heeft mense met grote steecten & bernende cortse. dorst. dien mont met bitter spekelen geluachtech. Dorine bouen dunne geluachtech geuarwt Eist dat si comen van bloede. so heeft hi sweringe & corts. maer si siin mindere dan die comen van coleren. die mont es hem zoete. danscijn root met veruulten van adren. & haer spekele rootachtech. Comt si van fleumen. die zeerheit es onsochte. slachte cortse de mont es hem altoes wac. de specle .1. luttel geluachtech. dorine bleec & .1. luttel dicke Ende gesciet dat si comen van melancolien. die zeerheit es zere swaer. die mont aysinech spekel. dorine onder wit & min geuarwt dan enege van den vorseiden. die corts trage. Van den welken die cure es wel na al eens Van den beginne van deser ziecheit so es men sculdech ten minsten te doen latene ter adren ane dander zide dan daer die zeerheit es 86 op dattie zieke jonc es & starc & stijf. Ende heeft hi zeerheit in beiden ziden. so doetem laten in beide sine armen in die middel adere. Eist in den winter so maect die lucht warm daer hi legt. dats dat gi hem maect .1. cool vier & luuct alle die gaten vander cameren datter geen wint in en mach comen Eist in den somer so tempert die lucht daer hi leget met groenen biesen met wilge loueren ende wijngart bladren ende dies gelike die gi stroyt omtrent siin bedde Ende geeft hem drinken tyseine. amandel melc. peniden. Of ziedt in tyseine. ricolissie. dragant. gomme van arabien. Of ziedt die .4. coude sade in tyseine vorseit. ende drinkt. ende daer in maect sopkine van brode & eet. Of stote amandelen & temperse met tyseinen. & daer toe doet .1. luttel gerstinre bloemen. die ziedt .1. luttel tegadere dat dicke si. dit gef den zieken tetene met peniden Een ander dats tegader spise ende dranc & medicine. Tempert tegadere tarwen gruus & warme tyseine. & daerna so ziet dore .1. scone linen cleet & geuet dien zieken Ende die hebben pleuresiin. dien smert die onsachte stede .5. werf oft .7. werf in den dage. ende also menechwerf in der nacht met dyanteide. of met deser zaluen Nemt olie van oliuen of wel vette botere. daer so ziedet wel gestoten pappel bladere op .1. cranc vier. daerna so doeter in .1. luttel was & ziet al dore .1. doec & roeret tote dat stijft. dits ene goede zalue daer men niet vorder en mach Ende smert den zieken met deser zaluen gewarmet in enen eydop. daer na legt daer op wel geteesde wolle metter yeken Dits .1. goet plaester datter goet es op geleit heeter dan 87 laeu. Nemt gestoten venigriec & lijnsaet & doet zieden met botren. & wacht wel dat niet en verberne. & daer toe so doet papple gesoden met swinen smoute. dit stoot al te gadere zere wel. & legget optie zere stede hetere dan laeu. dits oec goet maer vernuwet dicken. Ende doet den zieken bloeden met .1. swinen borstelen die gi stect in den nese dats goet. Entie periplimonicus es dien smert die borst entie scouderen. also v vorleert es in die cure die daervoren es geseit van pleuresiin. Dit si die tekene in dese ziecheit beide vander doot & vanden liue & elc sonderlinge. Alse die zieke omtrent sinen .8. dagen of .9. vut werpt etter geminget met bloede ierst & dan verkerende met ettere. & dat vut werpt sonder grote pine dats .1. goet teken Alst es zuur of groene of bruunachtech met swaren vut werpene. dat nes niet goet. Ende vele orinen. al essi bruun in den bodem. dat nes niet quaet. Orine dunne & wit. die es vreselijc in dese ziecheit. Ende in pleuresiin betekent si die materie clemmende ten hoofde wert. ende dats frenesie. In periplimonia betekent si dattie zieke mach vallen in litargien Ende es die puls flaeu. dats .1. quaet teken Ende es hi starc al es hi oneffene. hi es goet. want in dese ziecheit en deert hi niet wel zere. want hi comt bi dattie geestelike leden siin bedwongen. Die voeten entie handen vercoudende. entie oren entie nagelen ontuarwende. dit siin alle quade tekenen ende wantrostelijc ten liue Eist dat die periplimonicus es dat hi begert wiin. ende die 88 tonge bruun es & rv, dats quaet. Verroert hem die lichame met dat de ziecheit comt dats quaet. maer achter den .7. dach eist goet vele orinen es goet beide jnt begin ende achter den .7. dach Ende wart dat enech pleuresicus ware begrepen in de rechter zide ende hem quame enege swere of swillinge met groter zeerheit in den rechten voet ende v dochte dat hi gebetert ware. & hem quame onsachte in den naesten oneffenen dach in die slinker zide. het es tontsiene dat hi steruen sal opten seluen dach of optie selver ure dat hi ierst geuoelt die zeerheit.

Van gezwel aan de longen

Pleriplimonia, dat is 1 gezwel bezijden de longen, pleuris is er een die tussen de ribben groeit en daar het middenrif zich verzamelt aan de ribben.

Teken dat het periplimonia is. Is het dat hij slecht kan ademen met hoesten, eenparige koorts, grote pijn tegen de linker tepel en achter tussen de schouders, die leden zijn warm en rood [85] met geelheden in de ogen. De urine is roodachtig of wat eronder dik bruinachtig.

Teken van pleuris is dat men slecht kan ademhalen met korte stekende hoest of steken in de zijde en zweren en zijn hoesten is natuurlijk. En dat bevindt zich soms in de rechterzijde en soms in de linkerzijde daar de gezwellen verzamelen. En soms zijn ze in beide zijden met eenparige koorts. De urine is overal rood bruinachtig en dik. Deze ziektes groeien soms van bloed, soms van gal, soms van fluimen en soms van melancholie.

Periplimonia die komt van volheid van bloed of voornamelijk van gal en zelden van fluimen. Zelden van melancholie, dat ge elk kan herkennen aan zijn bijzondere tekens. Komt ze van gal dan heeft men ze met grote steken en brandende koorts, dorst, de mond met bitter speeksel en geelachtig. De urine is boven dun en geelachtig gekleurd.

Is het dat ze van bloed komen dan heeft hij zweren en koorts, maar ze zijn minder dan die van gal komen, de mond is bij hem zoet, het aanschijn rood met volheid van aderen en hun speeksel roodachtig.

Komt ze van fluimen, de pijn is pijnlijk, lichte koorts, de mond is bij hem altijd vochtig, het speeksel wat geelachtig, de urine bleek en wat dik.

En gebeurt het dat ze van melancholie komen, de pijn is zeer zwaar, de mond azijnachtig, speeksel en urine onder wit en minder gekleurd dan enige van de voor vermelde, de koorts traag. Waarvan de behandeling bijna gelijk is.

Van het begin van deze ziekte moet men tenminste de ader laten aan de andere kant dan daar de pijn is [860 als de zieke jong en sterk en stijf is. En heeft hij pijn in beide zijden laat hem laten in beide zijn armen in de middelste ader. Is het in de winter dan maak je de lucht warm waarin hij ligt, dat is dat ge voor hem 1 koolvuur maakt en alle gaten van de kamer sluit zodat er geen wind in kan komen. Is het in de zomer meng dan de lucht daar hij ligt met groene biezen, met wilgenblad en wijngaardbladeren en diergelijke die ge omtrent zijn bed strooit.

En geef hem gerstewater te drinken, amandelmelk en suiker gekookt in gestewater. Of kook in gerstewater zoethout, dragant, (Astragalus) en gom van Arabië. Of kook de 4 koude zaden in voor vermelde gerstewater en drink het en maak daarin een sopje van brood en eet het.

Of stoot amandelen en meng ze met gerstewater en doe er wat gestebloem in die je wat tezamen kookt totdat het dik is en geef dit de zieken te eten met suiker gekookt in gestewater.

Een andere dat tezamen spijs en drank en medicijn is; Meng tezamen tarwegruis en warme gerstewater en zeef het daarna door 1 schoon linnen kleed en geef het de zieke.

En die pleuris hebben die besmeer je de harde plaats 5 of 7 maal per dag en ook zo vaak in de nacht met sap van kandij of met deze zalf;

Neem olie van olijven of goede vette boter en kook daarna goed gestampte Malva bladeren op 1 zwak vuur en doe er daarna wat was in en zeef alles door 1 doek en roer het totdat het stijf wordt, dit is een goede zalf waar men niet verder kan. En besmeer de zieke met deze zalf gewarmd in een eierdop en leg het er daarna goed warm op met ongewassen wol.

Dit is 1 goede pleister dat er goed op gelegd is en heter dan [87] lauw; Neem gestampte fenegriek en lijnzaad en laat het goed koken met boter en let goed op dat het niet verbrandt en doe er Malva op dat gekookt is met varkensvet en stamp dit alles zeer goed tezamen en leg het op de zere plaats heter dan lauw, dit is ook goed, maar vernieuw het vaak. En laat de zieken bloeden met 1 varkensborstel die ge in de neus steekt, dat is goed. En die periplimonicus is die besmeer je de borst en de schouders zoals u geleerd hebt in de behandeling die ervoor gezegd is van de pleuris.

Dit zijn de tekens in deze ziekte, beide van de dood en van leven en elk apart. Als de zieke omtrent zijn 8ste of 9de dag eerst etter uitwerpt dat gemengd is met bloed en dan verandert met etter en dat uitwerpt zonder grote pijn, dat is 1 goed teken.

Als het zuur of groene of bruinachtig is met moeilijk uitwerpen, dat is niet goed. En veel urine, al is het bruin in de bodem, dat is niet kwaad. Urine dun en wit, die is vreselijk in deze ziekte. En in pleuris betekent ze dat de materie naar het hoofd klimt en dat is frenesie. In periplimonia betekent het dat de zieke in litargie kan vallen. En is de pols flauw, dat is 1 kwaad teken. En is hij sterk al is hij oneffen, hij is goed want in deze ziekte deert hem dat niet zeer want hij komt omdat de geestelijke leden bedwongen zijn. De voeten en de handen verkoelen en de oren en de nagels ontkleuren, dit zijn alle kwade tekens en hopeloos voor het lijf.

Is het dat de periplimonicus wijn begeert en de [88] is bruin en ruw, dat is kwaad. Verroert bij hem het lichaam als de ziekte komt, dat is kwaad, maar na de 7de dag is het goed, veel urine is goed, beide, in het begin en na de 7de dag.

En was het dat enige pleuresicus gegrepen was in de rechterzijde en er kwamen bij hem enige zweren of zwellingen met grote pijn in de rechtervoet en u dacht dat hij beter was en er kwamen hem hardheid aan in de volgende oneffen dag in de linkerzijde, het is te ontzien dat hij sterven zal op dezelfde dag of op hetzelfde uur dat hij voor het eerst die pijn voelt.

Van bloet te spuwene

Emoptoica passio. dats dat .1. mensche spuwet bloet dwelke comt in meneger manieren. Men slaet so den mensce dat hi bloet spuwet. Of hi roept so lude dattie adren ontdoen. Of bi veruulten van humoren bi welker vortecheit die adren ontdoen ende bi coutheiden. Ende si ontdoen bi hitten ende dor wies porossen dat siin der nauwe gaatkene so swetet dbloet. Ende onderwilen bi veruulten van humoren die onderwilen strecken so sere die adren dat si moeten scoren. & dan loepter dbloet vte. Ende onderwilen so siin die humoren so scarp dat si die adre ontdoen. Ende coutheit ontdoet die adren met datse tcoude so zere dwin\get, 89 maer dat nes niet sonder in den nese ende jnt fondament alse spenen Hier so kent elc sonderlinge. Comet bi veruulten van bloede dwelke sweet dore die nauwe gaetkine & dat kent bi dat claer es ende puer root. & daer af so en comt niet al te vele & en quetst niet zere den zieken. & sijn adem die es warm. Ende onderwilen so comes vele bi der vorseider veruultheit dan so hebben si danschiin root. die ogen geswollen. die adren veruult Comet van scarpen humoren dats alst dbloet heet es & swart. of groenachtech entie zieke dorst heeft. of dbloet es etterachtech Ende es te wetene dat dbloet comt van vele steden. onderwilen van den tantulesche of vter caken. of vter kelen of vter longere. of vter crayen. of vter monde vander magen of vter bodeme of vter leueren. of vter melten. of vten adren daer die orine dore gaet vander leueren toter nieren die in latine heeten vene kilis Aldus so kent elke stede bi hare. Alst comt vten tanden of vten tantulesche. dats datmen wrijft of bijt. of dat hi siin tantuleesch suget Alst comt vten caken. dat kent bi dat hem die caken sweren. ende het comt vte sonder hoesten Alst comt vter kelen. so comet met hoestene & het es waterachtech Alst daelt vten herssenen. dan tintelt hem die huuf ende tpalage. dat es trooest van den monde Alst comt vten nese dats gerne snachts Alst comt vter borst. dat comt vut met hoestene & met zeerheit in die slinker side vander borst Als comt vander 90 longeren dan es dbloet bleec ende scumet gerne Ende hi heeft wee onderwilen in die slinker borst. & onderwilen in die rechtere. Van den. welken ypocras seit welc tijt, so die mensche spuwet scumech bloet dat comt van der longeren Alst comt van dyafragma dat die craye heet. dan comet met hoestene & hem dunct dat hi wert gebonden met enen bande omtrent sine cortte rebben. & dat met zeerheit Alst comt vander magen. so comet met keerne. & het deert hem omtrent die .7. rebbe. Ende alst comt vten. bodeme van der magen. so comet met keerne. maer dbloet es swart & onderwilen groenachtech & Alst comt vander leueren. so comet met rootheiden van den ansichte. & met zeerheiden in die rechter zide. & het sciet hem onderwilen ten rechten nese gaten vte. Alst comt vander melten dat doet hem wee ane die slinker zide. ende het sciet hem onderwilen ten slinken nese gate vte. ende dbloet es geuarwt swartachtech & siin ogen siin geluachtech Als comt vten adren die heten kilis. dan heeft men wee in den rugge. Ende es te wetene dat dbloet comt vten herssenen dat onderwilen druppet optie longere. & onderwilen indie mage. Ende daerna so stekensijt vte ende scijnt als oft quame van rechts vander longen. of vander magen. Ende en doet met waerbi gijt moget bescedelijc kennen. want als comt vander longeren & niet van den herssenen so steket dan nature vut met hoestene Ende comet vander magen bi scoude van den herssenen dan so stinket dbloet & es vortech. Ende enege lieden siin dient comt vten monde. ende dats bi dat si hebben gedronken lieken & sine 91 werdene niet geware. sonder dat si geuoelen dat sachte was dat si dronken. dewelke die hem vesten an die kele. & aldus comet dbloet vte Hier begint die raet der curen & elc sonderlinge. Alst comt van den herssenen of van de caken of vander kelen. so stelt den zieken bussen met scarpen in den hals of bloet laetten onder die tonge. of ter hooft adren in den arm Alst comt vten tantulesche dan geneset met pulvere van alune of dies gelike die macht hebben tantvleesch met te bedwingene Comet vander longere so doetem laten ter middeladren in welken arm dat ghi wilt Comet vten monde vander magen of vten bodeme. so stellet tusscen die scoudren venteusen. Comet vander leueren. so doetem laten ter leuere adren. Comet vander melten. doetem laten optie slinker hant tusscen den cleinen vinger enten fikkere Ende stelt hem bussen met scarpene optie melte Comet van kilis so doet laten onder den enckel binnens voets. Comet yemene bi dat hi was gewone te bloedene ten nese. & hi daer nemmer en bloedt. of bi spenen die verdroget siin. so pinne v dat si daer weder bloeden. Ende bi vortegen humoren, so gef hem drinken dit suuerende siroop Rp dragant. gomme van arabien. prunorum van damas. quator. semina frigidorum ana. partes equales fiat de cobe in qua colatura colature addatur cassia fistula. addatur mannen tamarindus. mirabolanorum. ana .o .2. reubarbe. .o .1. fiat cyrupus. hier af so drinke nuchtens & nauens .3. lepel vol met also vele wegebreden waters & comet van 92 ongetemperden humoren. so gef hem drinken dit cyroop. alsoet es vorseit vanden andren Rp violetten. prumen. nenuphar. berberis. cassia fistula. tamarindus. [ci]. ana .o .1. reberbe quantum. satis. fiat inde cyrupus Comet van den herssenen of vander caken. so doet zieden in lood watere gallen. wortel. van confilien. rosebladren. dit gargarjzere menechwerf des dages. Gef hem daerna dies anderdages pillen te houdene onder die tonge. Rp mummie. gummi arabici adusti conficeantur cum rubea. &. fiat inde pillis sub linguis Noch doet dese pillen maken of ghi wilt si siin oec goet alse die vorseide siin. Rp. atanasia. fiat puluis. dese pillen siin goet oec jegen dbloet dat comt vander longeren. Nemt mummia. bloet van draken wegebrede saet van elken euen vele. dit puluere wel cleine & sichtet & tempert met wegebrede sape daer in gesmolten si dragant. hieraf maect pillen alse dade stenen. dese houde onder sine tonge al stille so lange dat si smelten te nieute. Verstaet dese leringe het gesciet menechwerf al geeft men hem dese pillen dat si nochtan niet en laten haer bloeden. ende dat si alst dbloet comt vander longeren. want dese dwingende pillen. ende doen te meer hoesten. waerbi het es geordineert bi den meesters van medicinen dat mense hem geue drinken getempert met watere daerin gesoden si dragant & gomme van arabien dit sal den zieken veruersscen ende beletten thoestene. Maect hem plaesteren hier af 93 diemen legge optie zere steden. dat doet stelpen dbloet. Nemt puluer van verbernden achacien. verbernt vilt. haer van hasen. verbernt puluer van mummien. van bolen van armenien. wortel van confilien. dit minget met .1. luttel aysiins & .1. goet deels wits van den eye. dit legt optie zere stede. Ende wanen dbloet comt so legget daer op. dit saelt stremmen Comet vander leueren dbloet of vander magen of vander milten. of van kilis. so gef hem drinken atanasia getempert met sape van wegebreden. Jtem de steen die men in latine heet lapis ematites gepuluert ende getempert met sape van wegebreden es oec goet den zieken Comet van lieken. so maect .1. rooc van leuende sulphere. entie ontfaet ontplokens monts in die kele. Aysiin gesparset op bernde colen die doome es goet ontfaen in die kele. Ende daerna drinken aysiin geminct met soute. dus sal hi gelosen dbloet beide bouen & beneden. Dit onthout eist dat comt vander magen of vten darmen. die en mach niet lenge leuen omme die grote verspelinge diere in es.

Van bloed spuwen.

Emoptoica passio, dat is dat 1 mens bloed spuwt wat in vele manieren komt. Men slaat de mens zo dat hij bloed spuwt. Of hij roept zo luid dat de aderen los worden. Of bij volheid van vochtvermenging bij welke verrotting de aderen loskomen en bij koudheid. En ze komen los bij hitte en door zijn poriën, dat zijn de nauwe gaatjes, en zo zweet het bloed uit. En soms bij volheid van vochtvermenging die soms zo zeer de aderen strekken dat ze scheuren moeten en dan loopt er bloed uit. En soms zijn de vochtvermenging zo scherp dat ze de ader los maken. En koudheid maakt de ader los omdat het koude zo zeer dwingt, [89] maar dat is niet zo in de neus en in het fondament zoals aambeien.

Hier herken je elk apart. Komt het van volheid van bloed wat door de nauwe gaatjes zweet en dat herken je omdat het helder is en puur rood en daarvan komt niet al te veel en kwetst de zieke niet zeer en zijn adem die is warm. En soms komt het veel voor in de voor vermelde volheid en dan hebben ze het aanschijn rood, de ogen gezwollen en de aderen gevuld.

Komt het van scherpe vochtvermenging, dat is als het bloed heet is en zwart of groenachtig en de zieke heeft dorst of het bloed is etterachtig.

En het is te weten dat het bloed van vele plaatsen komt, soms van het tandvlees of uit de kaken of uit de kelen of uit de longen of uit de middenrif of uit de mond van de maag of uit de bodem of uit de leveren of uit de milt of uit de ader daar de urine doorgaat van de lever tot de nieren die in Latijn vene kilis heten.

Aldus zo herken je elke plaats. Als het uit de tanden of uit het tandvlees komt, dat is dat men wrijft of bijt of dat hij op zijn tandvlees zuigt.

Als het uit de kaak komt dat herken je omdat bij hem de kaken zweren en het komt uit zonder te hoesten.

Als het uit de keel komt dan komt het met hoesten en het is waterachtig.

Als het uit de hersens daalt dan tintelt bij hem de huig en het gehemelte, dat is troost van de mond.

Als het uit de neus komt gebeurt dat graag ճ nachts.

Als het uit de borst komt, dat komt uit met hoesten en met pijn in de linkerzijde van de borst.

Als het van de [90] longen komt dan is het bloed bleek en schuimt graag. En hij heeft soms pijn in de linkerborst en soms in de rechter. Waarvan Hippocrates zegt welke tijd de mens schuimend bloed spuwt dat komt van de longen.

Als het van diaphragma komt dat het middenrif heet dan komt het met hoesten en hij denkt dat hij met een band omtrent zijn korte ribben wordt gebonden en dat met pijn.

Als het van de maag komt dan komt het met braken en het deert hem omtrent de 7de rib. En als het uit de bodem van de maag komt dan komt het met braken, maar het bloed is zwart en soms groenachtig en als het van de lever komt dan komt het met roodheid van het aanzicht en met pijn in de rechterzijde en het schiet hem soms de rechterneusgaten uit.

Als het van de milt komt dan doet dat hem pijn aan de linkerzijde en het schiet hem soms uit het linkerneusgat en het bloed is zwartachtig gekleurd en zijn ogen zijn geelachtig.

Als het uit de aderen komt die kilis heet dan heeft men pijn in de rug. En het is te weten dat het bloed uit de hersens komt dat soms op de longen druppelt en soms in de maag. En daarna steekt ze het uit en schijnt alsof het van rechts van de longen of van de maag kwam. En hiermee kan ge het verschil kennen want als het van de longen en niet van de hersens komt dan steekt natuur dat eruit met hoesten.

En komt het van de maag door verbranding van de hersens dan stinkt het bloed en is verrot.

En enige lieden zijn er waar het uit de mond komt en dat is omdat ze bloedzuigers hebben gedronken en ze [91] werden het niet gewaar, uitgezonderd dat ze voelden dat het zacht was dat ze dronken die zich vestigen aan de keel en aldus komt er bloed uit.

Hier begint de raad van de behandelingen en elk apart. Als het van de hersens komt of van de kaak of van de keel stel dan de zieken laatbussen met scherpte in de hals of laat bloed laten onder de tong of in de hoofdader in de arm.

Als het uit het tandvlees komt genees het dan met poeder van aluin of diergelijke die macht hebben het tandvlees ermee te bedwingen.

Komt het van de longen laat hem laten in de middelader in welke arm dat ge wil.

Komt het uit de mond van de maag of uit de bodem stel dan tussen de schouders koppen. Komt het van de lever laat hem dan laten in de leverader. Komt het van de milt laat hem laten op de linkerhand tussen de kleine vinger en de middelvinger. En stel hem koppen met scherpte op de milt.

Komt het van kilis laat hem laten onder de enkel binnen de voeten.

Kom het bij iemand die gewoon was te bloeden uit de neus en hij daar nimmer bloedt of bij aambeien die verdroogt zijn die pin je zodat ze daar weer bloeden. En bij verrotte vochtvermenging geef hem deze zuivere siroop te drinken;

Recept; dragant, (Astragalus), gom van Arabië, pruimen van Damascus, de vier koude zaden, gelijke delen, fiat de cobe in qua colatura colature en voeg toe Cassia fistula, voeg toe manna, tamarinden, mirobalanen, gelijk 2 ons, rabarber, 1 ons, en maak de siroop en geef hiervan ճ morgens en ճ avonds 3 lepel vol met alzo veel weegbree water en komt het van [92] ongemengde vochtvermenging geef hem deze siroop te drinken zoals het van de anderen gezegd is; Recept; violen, pruimen, waterlelie, Berberis, Cassia fistula, tamarinden, gelijk 1 ons, rabarber in voldoende hoeveelheid en maak de siroop.

Komt het van de hersens of van de kaak laat gallen koken in loodwater, wortel van smeerwortel (Symphytum) en rozenbladeren, dit gorgel je vele keren per dag. Geef hem daarna de volgende dag pillen die hij onder de tong moet houden; Recept; mummie, gom van Arabië, (Acacia) voeg toe siroop van rubea en doe het in pillen op de tong.

Nog laat deze pillen maken als ge wilt, ze zijn ook goed zoals de voor vermelde zijn; Recept; reinvaarn, (Tanacetum) en maak er poeder van, deze pillen zijn ook goed tegen het bloed dat van de longen komt; Neem mummie, bloed van draken, (Daemonorops draco) weegbreezaad en van elk evenveel, verpoeder dit goed klein en zeef en meng het met weegbreesap daar in dragant, (Astragalus) gesmolten is en maak hiervan pillen zoals dadelstenen en hou deze onder zijn tong geheel stil en zo lang dat ze smelten tot niets.

Versta deze lering, het gebeurt vaak dat al geeft men hem deze pillen dat ze nochtans niet hun bloeden laten en dat is als het bloed van de longen komt want deze drukkende pillen laten meer hoesten waarbij het aanbevolen is door de dokters van medicijnen dat men ze het te drinken geeft gemengd met water waarin dragant, (Astragalus) en gom van Arabi gekookt is, dit zal de zieke verversen en beletten te hoesten.

Maak voor hem hierna pleisters [93] die men op die zere plaatsen legt, dat laat het bloed stelpen; Neem poeder van verbrande Acacia (?)verbrandt vilt, haar van hazen, verbrandt poeder van mummie, van bolus Armeniacus en wortel van smeerwortel (Symphytum) en dit meng je met wat azijn en 1 goed deel wit van een ei en leg dit op de zere plaats. En wanneer er bloed komt leg het daarop, dit zal het stremmen.

Komt het bloed van de lever of van de maag of van de milt of van darmen geef hem reinvaarn te drinken dat gemengd is met sap van weegbree. Item, de steen die men in Latijn lapis ematites heet, (hematiet) gepoederd en gemengd met sap van weegbree is ook goed voor de zieke.

Komt het van bloedzuigers, maak dan 1 rook van levende zwavel en ontvang die, het opent de mond en de keel. Azijn gesproeid op brandende kolen, die damp is goed ontvangen in de keel. En drink daarna azijn gemengd met zout, dus zal hij bloed lossen, beide boven en beneden.

Dit onthouden, is het dat het van de maag of uit de darmen komt die mag niet lang leven vanwege de grote temperatuur die er in is.

Empima. dats dat die mensche spuwet etter welke ziecheit comt in meniger manieren. alse bi vele drinkene. bi vele manieren van reumen. bi periplimonien. bi pleuresiin. bi bloet spuwen. Ende het comt alse die humoren van opwert vallen in die longere. de welke wert gequetst van welker quetsingen comt etter. dat nature 94 van hare stect met hoestene. want tfoetsel. dat der longeren es gesent bi naturen dat verkeert al in ettere. Ende dus so eist geseit empicus. dats etter spuwen. periplimonici ende pleuresi spuwen etter nochtan en siin si niet empicus. dats die ziecheit hebbende. want alse die apostemen comen te ettere & daerna breken. so comt die macht van der vutstekender naturen diet stect van hare ende aldus genesen si van den apostemen sonder te wordene empicus. Want die empicus es die spuwet stinkende etter met hoestene. ende wart dat hi speuwe in .1. vat met sconen borne. het soude sinken te bodeme dat betekent die longere vortech. of leide ment op .1. bernende cole het soude stinken Die adem stinct van empicus & hi wert mager van lichamen & van halse & hi mach qualike verademen. & haer anschijn dat wert menechwerf tepuut. & haer putten van den ogen vol swillingen. & onderwilen so hebben si cortse & onderwilen niet. Die cortse mach men kennen bi harer hitten diesi hebben in haer palmen vander hant & in haer planten van den voeten & bi andren cortseliken tekenen. Waerbi men es sculdech te kennen die stede van den gequetsten lede daer detter vte comt. datmer toemach doen enege bate ten orbore vanden zieken Die stede daer die ziecheit in es die es herde zeer. & dats onderwilen in die rechter zide. ende onderwilen in die luchter zide. of in die middewert diere borst. Ende onderwilen in die rechter scoudere & onderwilen in die slinkere. & dats te verstane daer die vergaderinge es van den etter. ende dat geuoelt men best int hoesten & jnt raexemen Int ierste es men sculdech te seg\gene 95 den zieken waeraf dat menne wachten sal. & wat hi eten sal of drinken. Eist dat hi heeft cortse. hi ete amandel melc met sukere. of met peniden. pureye van witten erweten. gekerelde melc gesoden metten brode. wellinge van applen. latuwe. porceleine metten aysine gebraden apple. Ende metten voetsele dat v vorleert es jnt capittel van pleuresiin of van periplimonia. Ende en heeft hi genen corts. so ete gesoden kiekenen. hoendren. leeuwerken. & sonderlinge alle cleine vogelen met gespletenen voeten. entie niet en nemen haer voetsel in die wase. Ende ete cleine vische wel gescelt vut soeten watere & drinken wijn wel getempert met tyseinen. Ende comet toe bi dat die reume es geuallen optie borst. so doeter toe die cure die ic hebbe vorscreuen daer af Nemt rubea trosiscata die tempert met .4. scr. puluer van mirre. Ende geeft hem drinken tgewichte van .3. scr. mente. entie puluere in .1. mortier getempert met tyseinen. of geeft hem supen morue eyeren. dit es goet Dit es precioes daer iegen. Nemt spica nardi. cassia lignee. mirre. lanc peper. van elken .3. o. dit doet zieden in .10. lb. wijns in enen nuwen erdenen pot. wel gestopt met leeme of met deege so dattie wasem niewer vut en mach. alst heeft .1. stuc gesoden so doet vanden viere entie zieke houder ouer sinen mont. ende ontfae dien wasem dore de pipe van enen trechtere dit diet .2. werf of .3. die weke. Desen wijn so ziet dore .1. cleet & gef den zieken drinken tgewichte van .1 .o. getempert met tyseinen Ende maect pillen van storache calaminale 96 welke gi walct tusscen uwe handen sonder andre substancie. hieraf so geeft hem .8. of .9. 2. werf in die weke. dits zere goet & orborlijc. Ende geeft hem dyairis. dyaprunis. dyapenidion eist dat hi cortst. Maer en cortst hi niet. so geef hem drinken dyapatassion. dya trionpimpenon. dit tempert met tyseinen daer in gesoden si op dat hi cortst die .4. coude saden. Ende en cortst hi niet so gef hem tyseine daerin gesoden si persiin saet apie saet. sparagi. brusci. Of tempert hier met altoes goeden wijn Ende legt optie zere stede dus gedane plaestere. stote dille & siedse in wine & legse optie onsachte stede. Of centaurea gesoden in olie van oliuen met mastike. of in olyen van bayen. dese plaestere vernuwet dicken

Empima, dat is dat de mens etter spuwt welke ziekte er in menige soorten komt zoals bij veel drinken, bij vele reuma soorten, bij periplimonie, bij pleuris en bij bloed spuwen.

En het komt als de vochtvermenging van boven in de longen vallen en die wordt gekwetst en van die kwetsing komt etter dat de natuur [94] van zich steekt met hoesten want het voedsel dat de longen van nature wordt gezonden dat verandert geheel in etter. En dus zo wordt het empicus genoemd, dat is etter spuwen. Periplimonici en pleuresi spuwen etter, nochtans zijn ze niet empicus, dat is dat ze die ziekte hebben want als het gezwel tot etteren komt en daarna te breken dan komt de macht van de uitstekende natuur die het van zich steekt en aldus genezen ze van de gezwellen zonder empicus te worden. Want die empicus is die spuwt stinkende etter met hoesten en was het dat hij in 1 vat met schoon bronwater spuwde, het zou naar de bodem zinken en dat betekent dat de longen verrot zijn of legde men het op 1 brandende kool, het zou stinken.

De adem van empicus stinkt en hij wordt mager van lichaam en van hals en hij kan slecht verademen en hun aanschijn dat wordt vaak pokdalig (opgezwollen) en hun putjes van de ogen vol zwellingen en soms hebben ze koorts en soms niet. De koorts kan men herkennen bij haar hitte die ze hebben in hun palmen van de hand en in hun planten van de voeten en bij andere koortsachtige tekens. Waarbij men de plaats van de gekwetste leden moet kennen daar de etter uit komt zodat men er enige baat kan toe doen ten behoeve van de zieke.

De plaats daar de ziekte in is die is zeer hard en dat is soms in de rechterzijde en soms in de linkerzijde of in het midden van de borst. En soms in de rechterschouder en soms in de linker en dat is te verstaan daar de verzameling van de etter is en dat voelt men het beste in het hoesten en in het rochelen.

In het begin moet men de zieke zeggen [95] waarvan dat men ze wachten zal en wat hij eten zal of drinken. Is het dat hij koorts heeft eet hij amandelmelk met suiker of met suiker in tarwe geweekt, puree van witte erwten, gekarnde melk gekookt met het brood, welling van appelen, sla, postelein en met azijn gebraden appels. En met het voedsel dat u geleerd hebt in het kapittel van pleuris of van periplimonia. En heeft hij geen koorts eet gekookte kuikens, hoenderen, leeuweriken en vooral alle kleine vogels met gespleten voeten die niet hun voedsel in vochtig land hebben. En eet kleine vissen die goed gescheld zijn uit zoet water en drink wijn dat goed gemengd is met gerstewater.

En komt erbij dat de reuma op de borst gevallen is doe er dan de behandeling bij die ik daarvan geschreven heb.

Neem rode likkepot en meng die met 4 scrupels poeder van mirre. (Commiphora myrrha) En geef hem het gewicht van 3 scrupels munt te drinken en verpoeder die in 1 mortier en meng het met gerstewater of geef hem murwe eieren te slurpen, dit is goed.

Dit is kostbaar daartegen; Neem spicanardi (Lavandula stoechas), Cinnamomum cassia, mirre, (Commiphora myrrha) lange peper, van elk 3 ons, laat dit koken in 10 pond wijn in een nieuwe aarden pot die goed gestopt is met leem of met deeg zodat de wasem er niet uit kan en als het 1 deel heeft gekookt doe het dan van het vuur en de zieke houdt het over zijn mond en ontvangt die wasem door de pijp van een trechter, dit dient 2 of 3 maal die week. Deze wijn zeef je door 1 kleed en geef de zieke het gewicht van 1 ons te drinken gemengd met gerstewater. En maak pillen van Storax, Calamintha [96] welke ge vormt tussen uw handen zonder andere substantie en geef hem hiervan 8 of 9 en 2 maal in die week, dit is zeer goed en gebruikelijk. En geef hem sap van iris, van pruimen, sap van kandijsuiker is het dat hij koorts heeft. Maar heeft hij geen koorts geef hem sap potassion (potas) en sap van pimpinella te drinken, dit meng je met gerstewater waarin de 4 koude zaden gekookt zijn als hij koorts heeft. En heeft hij geen koorts geef hem dan gerstewater waarin peterseliezaad, Apium zaad, asperge en Ruscus in gekookt zijn. Of meng hiermee altijd goede wijn.

En leg op de zere plaats dusdanige pleister; stamp dille en kook het in wijn en leg het op de harde plaats. Of duizendguldenkruid gekookt in olie van olijven met mastiek (Pistacia lentiscus) of in olie van laurier, vernieuw deze pleister vaak

Mengerael

Bolismus es dat .1. mensche nemmer meer en wort versaedt hem en hongert altoes hoe vele dat hi eet. Ende dit comt bi ere couder nature die es in den mont vander magen ende dat met wacheiden. welke coude wacheit stect die spise nederwert ende daer sone blijft gene spise in die mage ende dat comt bi dat die porossen vander magen open siin. Ende om dat der magen geen spise in mach geduren. so hongert altoes den zieken. & dat comt bi dat die mage es altoes ydel. Het comt oec somwile bi scarpen humoren die daer in siin. & dat bekent bi dat die mont zuer es entie rupseninge zuer 97 die hem comt vter magen Dit siin gemeine tekenen die mensce magert alle dage. ende dats om dat geen spise en blijft in de mage van den welken die leuere mach gecregen voetsel daer si den lichame met mach voeden. Ende si hebben van rechte den lichame licht. entie spise es onuerteert Dits die cure. Geeft den zieken tetene die vetste spise dieghi moget vinden. & gef hem drinken den starxten wijn. & sonderlinge root & zoete. Ende gef hem tetene pulment dat wel vet si. & dat gemaect met olien van oliuen. Ende ziedet dat vetste swinen vleesch dat ghi moget vinden & dat bequamelijxte. ende dat eete. Ende geeft hem tetene dese latuwarien. dya trionpiperion. dya calamentum. dya cyminum. dya galanga dese latuarien geft hem nuchtern. Ende sonderlinge so gef hem nuchtern tetene zoete ende rode wijnbesien. & men geue hem puluer van castorien met wine. Ende smeret hem die mage met olien van bayen. van vyoletten muskelijn Ende maect hier af .1. plaster dat ghi selt leggen optie mage Nemt enguun gesoden in wine. & daertoe doet puluer van comine. dit plaester legt warm op ten mont vander magen Eist dat die coutheit si met humoren. so purgeertse ierst met oximelle squillint. Ende purgeert die humoren. & sonderlinge die siin van souter fleumen met .2. dr. stomaticum laxatiuum. of met .2. dr. elcunarium dulce. want die esser oec goet toe.

Mengerael

Bolismus is dat 1 mens nimmermeer verzadigd wordt en altijd honger heeft, hoeveel dat hij eet. En dit komt van een koude natuur die in de mond van de maag is en dat met vochtigheden welke koude vochtigheid de spijs naar beneden steekt en daar zo blijft geen spijs in de maag en dat komt omdat de poriën van de maag open zijn. En omdat de maag geen spijzen kan vasthouden zo hongert de zieke altijd & dat komt omdat de maag altijd leeg is. Het komt soms ook van scherpe vochtvermenging die daar in zijn & dat herken je omdat de mond zuur is en de oprispingen zijn zuur [97] die bij hem uit de maag komen.

Dit zijn algemene tekens, de mens vermagert elke dag en dat is omdat er geen spijs in de maag blijft waarvan de lever voedsel kan krijgen daar ze het lichaam mee kan voeden. En ze hebben van recht de loop licht en de spijs is onverteerd.

Dit is de behandeling; Geef de zieken de vetste spijzen te eten die ge kan vinden en geef hem de sterkste wijn te drinken en vooral rode en zoete. En geef hem pap te eten dat goed vet is en dat gemaakt met olie van olijven. En kook dat vetste varkensvlees dat ge kan vinden en dat beste en eet dat. En geef hem deze likkepotten te eten; sap van drie pepers, sap van Calamintha, sap van komijn, sap van galanga (Kaempferia) en geef hem deze likkepotten ‘s morgens. En geef het vooral ‘s morgens zoete en rode wijnbessen te eten en men geeft hem poeder van bevergeil met wijn. En besmeer hem de maag met olie van laurier, van violen en muskaatsalie. (Salvia sclarea).

En maak hiervan 1 pleister dat ge op de maag zal leggen; Neem een ui en kook die in wijn en doe er poeder van komijn bij en deze pleister leg je warm op de mond van de maag.

Is het dat de koudheid er is met vochtvermenging purgeer hem dan eerst met oxymel (water, honing en azijn) van Urginea. En purgeer die vochtvermenging en vooral die van zoute fluimen zijn met 2 drachmen stoma laxatief of met 2 drachmen zoete likkepot want die is er ook goed toe.

Van keren vter magen

Uomitus. dats dat die mensche keert dat den lieden geschiet in meneger manieren. Ende bouen al so gesciet bi veruulten van spisen die heet es of cout haturlike Eist dat coude spise es ouerlidende den mont vander magen. dan so dwinget hare so zere die mont vander magen bi harer coutheit dat die spise daelt in den bodem. & dat gerne verroert den lichame Ende es die coutheit in der bodem. so dwinget so die coutheit die mage dat de spise niet en mach dalen. sine moet bi crachte vander vutstekender naturen opwert vut steken Die comt van veruulten van spisen of van dranke die machmen kennen bi sonderlingen tekenen. Eist dat keren comt bi couden humoren. so siin die rupseningen versch & zuer & men siet int keren taye fleume of waterachtech. & dat bi vele sauerheiden in die mage. Ende comet in den bodem. so geuoelt hi wat men hem geeft coude dat doet die keringe meerren. Ende wat men hem geeft warm. dat soudse te rechte doen mindren Eist dat comt van heeten humoren. dan so keert men colere daer met geminget onderwilen gelu geuarwt. onderwilen groene. & dat met zuerheiden in den mont. Ende keert hi bi hitten sonder humoren dat kent bi hitten vander magen. ende bi dorste & bi droochten. ende daerin en siin geen coleren. Ende hete dingen genomen. die deren hem. & coude dingen die hulpen hem: Ende keert hi bi veruulten van scarpen etene. & van scarpen drinkene. dat 99 wet bi den vonnesse van den zieken. & oec bi scarpen keerne. Ende comet bi scarper medicinen. dat verstaet an den zieken Of het comt allene van couden humoren of van couden. so purgeert den zieken met stomaticum laxatiuum die gef hem drinken met heten wine getempert. of gef .2. dr. ende .s. elcunarium dulce Ende comet van heten humoren. so gef hem .3. dr. elactarie die men heet de succo rosarum Dit siin die hulpen van buten. Nemt puluer van comine. van bayen. van mastike. van witten wieroke dit tempert muskelijn. of lauwerijn. of olie van oliuen gesoden met polioene. dit legt warm opten mont vander magen & daer bouen wolle of stoppen Een ander tempert aloes metten witten van den eye. ende dat legt warm opten mont van der magen. & daer bouen legt wolle of stoppen. Een ander tempert teracle in olie muskelijn & daer toe so mingt gepuluert noten muscaten & lignum aloes & maket gelijc .1. plaestere. & dat legt optie vercoudde mage. Ende geeft hem dese warme latuarien alse dya margarieton. dya citoniton. Ende geeft hem drinken wiin daer in gesoden es mastic & noten muscaten Ende iegen keren van hitten. so nem bloeme & wit van eye. dit tempert te gadere & legget op die mage Een ander Nem mastic ende bole van armenien. bloet van draken. dit puluert & tempert met wit van eye. & legget opten mont van der magen Ende comet van veruulten van spisen. so drinke enen groten toge van warmen borne. & daerna so steke .1. ganse vedere in sine kele. & aldus so kere weder vte. Ende daerna so confortere hem sine mage met dya citoniton. of met dya margarieton ende diere gelijc Ende 100 jegen dat comt van hitten alse van warmer spisen. so doeter toe als v vorleert es daert comt van hitten Ende alst comt van scarpen medicinen die hem waren gegeuen. so baettene. in watere daer gallen in gesoden waren & junipersaet. Ende geeft hem in siin bat drinken regen water daer gesoden in es mastic met .1. luttel noten muscaten & groffelnaglen & saet van baselicoene. Dit nes niet allene goet iegen tkeren. maer hets oec goet jegen den lichten lichame.

Van braken uit de maag.

Vomitus, dat is dat de mens braakt dat bij de lieden in vele manieren gebeurt. En boven alles zo gebeurt het bij volheid van sijzen die natuurlijk heet of koud zijn.

Is het dat koude spijzen de mond van de maag overladen dan dwingt het zo zeer de mond van de maag bij haar koudheid dat de spijs in de bodem daalt & dat beroert graag het lichaam. En is de koudheid in de bodem dan dwingt die koudheid zo de maag dat de spijs niet kan dalen en dam moet ze het met kracht van de uitstekende natuur opwaarts uitsteken.

De volheid van spijzen komt of van drank die kan men herkennen aan aparte tekens. Is het dat braken bij koude vochtvermenging komt dan zijn de oprispingen vochtig en zuur en men ziet in het braken taaie fluimen of waterachtig en dat bij veel zuurheden in de maag. En komt het in de bodem dan voelt hij dat men hem koude geeft en dat laat de braking vermeerderen. En wat men hem warm geeft dat zou het te recht laten verminderen.

Is het dat het van hete vochtvermenging komt dan braakt men daarmee gemengd gal en soms is dat geel gekleurd en soms groen en dat met zuurheid in de mond.

En braakt hij bij hitte zonder vochtvermenging, dat herken je bij hitte van de maag en bij dorst en bij droogte en daarin is geen gal. En hete dingen genomen die deren hem en koude dingen die helpen hem:

En braakt hij bij volheid van scherp eten en van scherp drinken, dat [99] weet je bij het vonnis van de zieken en ook bij scherp braken. En komt het van scherpe medicijnen, dat begrijp je van de zieke. Of het komt alleen van koude vochtvermenging of van koude, purgeer dan de zieken met stoma laxatief en die geef je hem te drinken met hete gemengd wijn of geef 2 drachmen en ½ zoete likkepot.

En komt het van hete vochtvermenging geef hem 3 drachmen likkepot die men het sap van rozen noemt.

Dit zijn de hulpen van buiten; Neem poeder van komijn, van laurier, van mastiek, (Pistacia lentiscus) van witte wierook (Boswellia thurifera) en dit meng je met muskaatsalie of laurier of olie van olijven gekookt met polei en leg dit warm op de mond van de maag en daarboven wol of proppen.

Een andere; meng Alo perryi met het witte van een ei en leg dat warm op de mond van de maag en daarboven leg je wol of proppen.

Een andere; meng teriakel in olie muskus en meng er verpoederde notenmuskaten (Myristica) bij en lignum Aloë (Aquilaria agallocha) en maak het als 1 pleister en leg dat op de verkouden maag. En geef hem deze warme likkepot zoals sap van parels en sap van kwee (Cydonia). En geef hem wijn te drinken daar mastiek (Pistacia lentiscus) en notenmuskaat in gekookt is.

En tegen het braken van hitte neem je bloem en wit van ei en meng dit tezamen en leg het op de maag. Een ander; Neem mastiek en bolus van Armenië, bloed van draken, dit verpoeder je en meng het met het wit van een ei en leg het op de mond van de maag.

En komt het van volheid van spijzen drink dan een grote teug van warm bronwater en steek daarna 1 ganzenveer in zijn keel en aldus zo braakt hij het uit. En verbeter daarna zijn maag met sap kwee (Cydonia) of met sap van parels en diergelijke.

En [100] tegen dat van hitte komt zoals van warme spijzen doe ertoe zoals u geleerd hebt waar het van hitte komt.

En als het van scherpe medicijnen komt die hem gegeven waren baadt hem in water daar gallen in gekookt zijn en jeneverzaad. En geef hem in zijn bad regenwater te drinken daar mastiek met wat notenmuskaten in gekookt zijn en kruidnagels en zaad van Basilicum. Dit is niet alleen goed tegen het braken, maar het is ook goed tegen de lichte loop.

Van keren vter magen

Uomitus. dats dat die mensche keert dat den lieden geschiet in meneger manieren. Ende bouen al so gesciet bi veruulten van spisen die heet es of cout haturlike Eist dat coude spise es ouerlidende den mont vander magen. dan so dwinget hare so zere die mont vander magen bi harer coutheit dat die spise daelt in den bodem. & dat gerne verroert den lichame Ende es die coutheit in der bodem. so dwinget so die coutheit die mage dat de spise niet en mach dalen. sine moet bi crachte vander vutstekender naturen opwert vut steken Die comt van veruulten van spisen of van dranke die machmen kennen bi sonderlingen tekenen. Eist dat keren comt bi couden humoren. so siin die rupseningen versch & zuer & men siet int keren taye fleume of waterachtech. & dat bi vele sauerheiden in die mage. Ende comet in den bodem. so geuoelt hi wat men hem geeft coude dat doet die keringe meerren. Ende wat men hem geeft warm. dat soudse te rechte doen mindren Eist dat comt van heeten humoren. dan so keert men colere daer met geminget onderwilen gelu geuarwt. onderwilen groene. & dat met zuerheiden in den mont. Ende keert hi bi hitten sonder humoren dat kent bi hitten vander magen. ende bi dorste & bi droochten. ende daerin en siin geen coleren. Ende hete dingen genomen. die deren hem. & coude dingen die hulpen hem: Ende keert hi bi veruulten van scarpen etene. & van scarpen drinkene. dat 99 wet bi den vonnesse van den zieken. & oec bi scarpen keerne. Ende comet bi scarper medicinen. dat verstaet an den zieken Of het comt allene van couden humoren of van couden. so purgeert den zieken met stomaticum laxatiuum die gef hem drinken met heten wine getempert. of gef .2. dr. ende .s. elcunarium dulce Ende comet van heten humoren. so gef hem .3. dr. elactarie die men heet de succo rosarum Dit siin die hulpen van buten. Nemt puluer van comine. van bayen. van mastike. van witten wieroke dit tempert muskelijn. of lauwerijn. of olie van oliuen gesoden met polioene. dit legt warm opten mont vander magen & daer bouen wolle of stoppen Een ander tempert aloes metten witten van den eye. ende dat legt warm opten mont van der magen. & daer bouen legt wolle of stoppen. Een ander tempert teracle in olie muskelijn & daer toe so mingt gepuluert noten muscaten & lignum aloes & maket gelijc .1. plaestere. & dat legt optie vercoudde mage. Ende geeft hem dese warme latuarien alse dya margarieton. dya citoniton. Ende geeft hem drinken wiin daer in gesoden es mastic & noten muscaten Ende iegen keren van hitten. so nem bloeme & wit van eye. dit tempert te gadere & legget op die mage Een ander Nem mastic ende bole van armenien. bloet van draken. dit puluert & tempert met wit van eye. & legget opten mont van der magen Ende comet van veruulten van spisen. so drinke enen groten toge van warmen borne. & daerna so steke .1. ganse vedere in sine kele. & aldus so kere weder vte. Ende daerna so confortere hem sine mage met dya citoniton. of met dya margarieton ende diere gelijc Ende 100 jegen dat comt van hitten alse van warmer spisen. so doeter toe als v vorleert es daert comt van hitten Ende alst comt van scarpen medicinen die hem waren gegeuen. so baettene. in watere daer gallen in gesoden waren & junipersaet. Ende geeft hem in siin bat drinken regen water daer gesoden in es mastic met .1. luttel noten muscaten & groffelnaglen & saet van baselicoene. Dit nes niet allene goet iegen tkeren. maer hets oec goet jegen den lichten lichame.

Van braken uit de maag.

Vomitus, dat is dat de mens braakt dat bij de lieden in vele manieren gebeurt. En boven alles zo gebeurt het bij volheid van sijzen die natuurlijk heet of koud zijn.

Is het dat koude spijzen de mond van de maag overladen dan dwingt het zo zeer de mond van de maag bij haar koudheid dat de spijs in de bodem daalt & dat beroert graag het lichaam. En is de koudheid in de bodem dan dwingt die koudheid zo de maag dat de spijs niet kan dalen en dam moet ze het met kracht van de uitstekende natuur opwaarts uitsteken.

De volheid van spijzen komt of van drank die kan men herkennen aan aparte tekens. Is het dat braken bij koude vochtvermenging komt dan zijn de oprispingen vochtig en zuur en men ziet in het braken taaie fluimen of waterachtig en dat bij veel zuurheden in de maag. En komt het in de bodem dan voelt hij dat men hem koude geeft en dat laat de braking vermeerderen. En wat men hem warm geeft dat zou het te recht laten verminderen.

Is het dat het van hete vochtvermenging komt dan braakt men daarmee gemengd gal en soms is dat geel gekleurd en soms groen en dat met zuurheid in de mond.

En braakt hij bij hitte zonder vochtvermenging, dat herken je bij hitte van de maag en bij dorst en bij droogte en daarin is geen gal. En hete dingen genomen die deren hem en koude dingen die helpen hem:

En braakt hij bij volheid van scherp eten en van scherp drinken, dat [99] weet je bij het vonnis van de zieken en ook bij scherp braken. En komt het van scherpe medicijnen, dat begrijp je van de zieke. Of het komt alleen van koude vochtvermenging of van koude, purgeer dan de zieken met stoma laxatief en die geef je hem te drinken met hete gemengd wijn of geef 2 drachmen en ½ zoete likkepot.

En komt het van hete vochtvermenging geef hem 3 drachmen likkepot die men het sap van rozen noemt.

Dit zijn de hulpen van buiten; Neem poeder van komijn, van laurier, van mastiek, (Pistacia lentiscus) van witte wierook (Boswellia thurifera) en dit meng je met muskaatsalie of laurier of olie van olijven gekookt met polei en leg dit warm op de mond van de maag en daarboven wol of proppen.

Een andere; meng Aloë perryi met het witte van een ei en leg dat warm op de mond van de maag en daarboven leg je wol of proppen.

Een andere; meng teriakel in olie muskus en meng er verpoederde notenmuskaten (Myristica) bij en lignum Aloë (Aquilaria agallocha) en maak het als 1 pleister en leg dat op de verkouden maag. En geef hem deze warme likkepot zoals sap van parels en sap van kwee (Cydonia). En geef hem wijn te drinken daar mastiek (Pistacia lentiscus) en notenmuskaat in gekookt is.

En tegen het braken van hitte neem je bloem en wit van ei en meng dit tezamen en leg het op de maag. Een ander; Neem mastiek en bolus van Armenië, bloed van draken, dit verpoeder je en meng het met het wit van een ei en leg het op de mond van de maag.

En komt het van volheid van spijzen drink dan een grote teug van warm bronwater en steek daarna 1 ganzenveer in zijn keel en aldus zo braakt hij het uit. En verbeter daarna zijn maag met sap kwee (Cydonia) of met sap van parels en diergelijke.

En [100] tegen dat van hitte komt zoals van warme spijzen doe ertoe zoals u geleerd hebt waar het van hitte komt.

En als het van scherpe medicijnen komt die hem gegeven waren baadt hem in water daar gallen in gekookt zijn en jeneverzaad. En geef hem in zijn bad regenwater te drinken daar mastiek met wat notenmuskaten in gekookt zijn en kruidnagels en zaad van Basilicum. Dit is niet alleen goed tegen het braken, maar het is ook goed tegen de lichte loop.

Van torcioene

Het comt menechwerf grote swaerheit den mensche toe in den lichame. & dat jn meneger manieren. Ondertiden comet van gorsemen winde die besloten siin in die darmen die de darmen doen recken Ende onderwilen bi humoren die heet siin. & onderwilen bi couden humoren. Bi wilen bi verstoppingen van de halse van der blasen in welke die orine onthouden dat reckt diere blasen die dwinget so dien eersdarm datter gene materie en mach neder liden. bider welker verstoptheit die darmen veruullen & dus werden si so sere gerect datter die mensce in heeft grote pine Aldus so kent in wat steden die ziecheit si. Alsi es in die cleine darmen. dan so es die siecheit bouen den nauele. dese es geheten crophicus. die swerheide es in yliaco. ylion es die darm geheten die nes niet van den cleinen darmen also sul\ke 101 seggen. Vanden welken galienus seit in pantegne. ylion es .1. hart darm verdrayet. jnden welken bliuende die camergange. heet men yliacon passionem. Dese ziecheit diemen heet colicus. die hout in enen darm diemen hetet colon. wies zeerheit dat men geuoelt in dlanc vanden nauele toten bene. dats jnt lijchaer bouen der menschelijcheit voren & achter beide Nv so kent dese ziecheit bi desen tekene verscendenlike. Alst es van winde. dan so rommelt hi in den buuc Ende als comt van couden humoren. dan es die lichame bestopt. dorine es ontuarwet torbel. entie rupseninge es aysinech. ende luttel dorst of en genen. Ende dat in ouden lieden in couden tiden in couden egenoden. oec om dat si leuen met couden voetsele. dit doet die ziecheit comen Alst torcioen comt bi heten humoren. dan es die sweringe swaer scarp met groten dorste. ende onderwilen cortse. die orine geuarwet dunne. & dat si in enen jongen mensce colerijc. in heten tiden in heten egenoden. & bi dat hi vseerde hete & droge voetsele Dits die raet hoe datmen es sculdech te beradene. dat comt van winde Ende dat van couden humoren. dese .2. so cureert aleens. maer die van winde comt die cureret aldus. Nemt comijn. venkel saet. persiin saet. anijs. dit stote. & daerna minget met .1. luttel gruus. dit doet in .1. sackelkiin also groet & also lanc als .1. voet. die ene side luttel lancst. dit sticke dat niet en mach lopen tegadere alse .1. stoot. dit warmt in wine half gebornt. & legget hem optie zere stede also warm als hijt mach gedogen. dit 102 sal sere deon sachten die zere stede. Of dit saet gesoden jn watere & gedaen in ene blase entie geleit optie zere stede Maect ene suppositorie aldus. Nemt zeem & gestoten zoet. dit doet zieden in .1. vaetkijn so lange dat swart werde. dan gietet opten eers van enen beckene. of op .1. effen bert nat gemaect & walken tusscen v handen dicwile dat heet es eer dat verhardt ende sceppet al walkende langere dan .1. vinger ten enen ende scarpachtech. ende dander plomp alse .1. keerse. dese supponitorie smeert alsi vercout es met botren of met smere omme dat si gelatter wert. ende die stect jnt fondament. dit sal porren te doen gaen ter cameren Ende en helpt dit niet so nem papple. violetten. alsene. santorie. venkel saet. persiin saet. anijs. dille. die wortele van venkele van persine. tsaet van daucus dit stoet al in enen mortier. dan so doet altegadere zieden. & daerna so werpter in .1. deel gruus. & als vercout es so wringet dore .1. cleet. & daerna so doeter in sout & olie van oliuen .1. saucier vol. & zeem also vele. of nemt botere vore die olie die vet es en hebdi en geen olie. dit giet hem int fondament met ere clisterien. dit salne doen gaen ter cameren Ende dadiere in .s. o. benedicten het ware te beter meer dan haer cost Noch ene clisterie die men soude ierst in gieten. Nem papple violet bladere. mercuriael. elx ene goede hantvol. dese so stote wel & doet seiden in .1. stoop waters tote .1. luttel bat dan .1. s. stoop. hier met so minget .1. hoopsene gruus & .1. hantuol souts. dit ziet dore .1. cleet. daer na so doeter in zeem. botere of olie als v vorleert es. dits .1. goede clisterie dese es moruwende. Ende dandere es goet jegen den wint. Ende 103 alse mer in doet benedictum. dan suuert si coude versche humoren dat siin fleumen Ende es jnt hooft enege materie dieghi wilt hebben vte. so doet vore die benedicte yera pigra galieni tforseit gewichte. Ende men mach ter noot in heten ziecheiden setten clisterien met rouwen case weye. Ende so maecht oec met watere daer gerste in gesoden es. & daer in gedaen sout. zeem. olie. of botere In couden humoren so ware oec goet dese stede gesmert met desen heten saluen. dyaltee. aragon marciaton. vnguentun aureum. Baden es oec goet den zieken. & sonderlinge daer in gesoden siin die vorseide cruden dien gaen in die clisterien. Ende rou linen garen gesteken in ene warme assecrade. ende dat geleit optie pine also heet als hijt mach gedogen opten buuc optie zide optie lendenen. dit soude hem siin herde goet na sine clisterien. Of als hi dit sal hebben gedaen vanden gaerne vorseit. Of achter dit supponitorie alsi sal hebben gewercht so es hem goet gegeuen .2. dr. benedicten. & .2. dr. margarieten geminct te gadere. & dit al genomen teenre werf Ende comet torcioen van heten humoren. so smet hem den lichame met olien van violetten. Ende maect ene supponitorie van baken specke gecoelt in couden watere daer wert si stijf. Ende gef hem drinken water daer in gesoden siin prumen van damas & bloemen van violetten Men es sculdech alle ziecheiden te clisterien met moruende clisterien Ende daerna met bitenden of met treckenden. Of men souder met verherden den camerganc. & dat ware jegen den raet vanden vroeden meesters.104

Van torcioen (kramp in de maag en ingewanden)

Er komt de mens vaak grote zwaarheid aan in het lichaam & dat in vele manieren. Soms komt het van drabbige winden die in de darmen besloten zijn die de darmen laten rekken. En soms van vochtvermenging die heet zijn en soms van koude vochtvermenging. Soms van verstopping van de hals van de blaas waarin de urine zich bevindt en dat rekt de blaas en die dwingt zo de aarsdarm zodat er geen materie naar beneden kan glijden bij welke verstopping de darmen vervullen en dus worden ze zo zeer gerekt dat de mens er grote pijn in heeft.

Aldus zo herken je in welke plaatsen die ziekte is. Als ze in die kleine darmen is dan is de ziekte boven de navel, die heet crophicus, de zwaarheid is in yliaco en ylion heet de darm die niet van de kleine darm is zoals sommige [101] zeggen. Waarvan Galenus in pantegne zegt; ylion is 1 harde verdraaide darm waarin de kamergang blijft die men yliacon passionem noemt. Deze ziekte die men colicus noemt die bevindt zich in een darm die men colon noemt wiens zeerheid men in de lengte van de navel tot het been voelt, dat is in het bekken boven de geslachtsdelen voor en achter, beide.

Nu zo herken je deze ziekte bij deze verschillende tekens. Als het van wind is dan rommelt het in de buik. En als het van koude vochtvermenging komt dan is de loop verstopt, de urine is ontkleurd en troebel en de oprispingen zijn azijnachtig en weinig of geen dorst. En dat in oude lieden in koude tijden in koude streken en ook omdat ze leven met koud voedsel, dit laat de ziekte komen.

Als de torcioen van hete vochtvermenging komt dan is de zweer zwaar scherp met grote dorst en soms koorts, de urine gekleurd en dun en dat in een jong mens galachtig en in hete tijden en in hete streken en omdat hij heet en droog voedsel gebruikt.

Dit is de raad hoe dat men het moet beraden dat van wind komt en dat van koude vochtvermenging, deze 2 behandel je gelijk, maar die van wind komt die behandel je aldus; Neem komijn, venkelzaad, peterseliezaad en anijs, dit stamp je en meng het daarna met wat gruis en dit doe je in 1 zakje alzo groot en alzo lang als 1 voet en de ene zijde wat langer dit strik je niet en het kan tezamen lopen als je het stampt en dit warm je in wijn, half gebrand en leg het hem op de zere plaats alzo warm als hij het kan gedogen, dit [102] zal die zere plaats zeer laten verzachten. Of dit zaad koken in water en in een blaas doen en die op de zere plaats leggen.

Maak een suppoost aldus; Neem gestampte zoete honing en laat dit koken in 1 vaatje zo lang totdat het zwart wordt en giet het dan op de bodem van een bekken of op 1 effen nat gemaakt bord en vorm het vaak tussen uw handen dat heet is eer het verhardt en schep het al vormende langer dan 1 vinger met het ene einde scherpachtig en de andere plomp als 1 kaars en besmeer deze suppoost als ze verkoeld is met boter of met vet zodat ze gladder wordt en die steek je in het fondament, dit zal porren om naar toilet te gaan.

En helpt dit niet neem Malva, violen, alsem, duizendguldenkruid, venkelzaad, peterseliezaad, anijs, dille, de wortels van venkel, van peterselie, het zaad van Daucus, dit stamp je allemaal in een mortier en laat het dan tezamen koken en werp er daarna 1 deel gruis in en als het verkoeld is wring het dan door 1 kleed en doe er daarna zout en olie van olijven in, 1 kom vol en zeem alzo veel of neem boter voor de olie die vet is als je geen olie hebt en dit giet je bij hem in het fondament met een klysma, dit zal hem naar toilet laten gaan. En deed je er een ½ ons Cnicus benedictus in zou het meer verbeteren dan het kostte.

Nog een klysma dat men er eerst in zou gieten; Neem Malva, violenbladeren en bingelkruid, van elk een goede handvol, deze stamp je goed en laat het koken in 1 stoop water tot wat meer dan 1 ½ stoop en meng hiermee 1 hoopje gruis en 1 handvol zout, dit zeef je door 1 kleed en doe er daarna honing, boter of olie in zoals u geleerd hebt, dit is 1 goede klysma die vermurwend is. En de andere is goed tegen de wind. En [103] als men er Cnicus benedictus in doet zuivert het van koude vochtige vochtvermenging, dat zijn fluimen.

En is het in het hoofd enige materie die ge eruit wil hebben doe dan voor de Carduus benedicta heilige picra (bitter) galieni, het voor vermelde gewicht. En men kan in nood in hete ziektes klysma ‘s zetten met rouwe kaaswei. En zo mag het ook met water daar gerst in gekookt is en waarin zout gedaan is, honing, olie of boter.

In koude vochtvermenging was het ook goed om deze plaats te besmeren met deze hete zalf; zout van Althaea, aragon marciaton, gouden zalf. Baden is ook goed voor de zieke en vooral daar de voor vermelde kruiden in gekookt zijn die in klysma ‘s gaan. En ruw linnen garen in een warme aslade gestoken en dat op de pijn leggen alzo heet als hij het kan gedogen, op de buik, op de zijde en op de lendenen, dit zou voor hem zeer goed na zijn klysma ‘s. Of als hij dit zal hebben gedaan van het voor vermelde garen. Of na deze suppoost als ze gewerkt hebben dan is het goed hem 2 drachmen Cnicus benedictus en 2 drachmen margriet (of parels) te geven die tezamen zijn gemengd en dit alles in eenmaal genomen.

En komt het torcioen van hete vochtvermenging besmeer hem het lichaam met olie van violen. En maak een suppoost van gebakken spek gekoeld in koud water waar het stijf wordt. En geef hem water te drinken waarin pruimen van Damascus in gekookt zijn en bloemen van violen.

Men moet alle ziektes klysma’s geven met vermurwende klysma’s. En daarna met bijtende of met trekkende. Of men zou er de kamergang mee verharden en dat is tegen de raad van de verstandige dokters. [104]

Van wormen in den lichame

Lombricos. dat siin worme die wassen in den lichame in die darmen ende meest in kindren diese wassen van fleumen. die wassen van souter fleumen die siin ront & lanc & dese fleumen siin heet & droge. Ic en wilre nemmer af scriuen want ic hebbe anders gemict te scriuene want dese riote ware mi te lanc met luttel bedaruen. Nochtan willic elke fleume bescriuen sonderlinge & dat cort Die wassen van zoeter fleumen die heet siin & wac die worme siin lanc & plat. Die wassen van aysineger fleumen die cout es & droge die worme siin ront & cort. Die wassen van naturliker fleumen. die siin cort & breet. Die wassen van glasiinre fleumen die es cout. entie wormen en mogen niet bliuen te liue. Die lanc & ront siin die wassen gerne in die cleine darmen ende in die dunne. Ende dandere wassen gerne in den sater. die heet in latine orobus. dat es die juchte Dit siin die tekene die hebben die gene in wien dat wassen dese wormen die men heet slike. Hi geuoelt cnauwinge & bitinge in die darmen & onderwilen cortsen si diese hebben. Ende sonderlinge kindren die hebben worme. si hebben joocte in haren nese. si roeren ende creselen metten tanden. & onderwilen se spuwen sise ten monde vut. Ende onderwilen [comen] si ter cameren vut ende dat meest bi nature Entie wassen in die cleine darmen hare 105 handen stinken gerne. & sonderlinge nucheren Alle dinc dat bitter es dat dootse Dits die cure. Die wormen in heeft. dien geeft tetene .3. dage of viere nuchtren zuete melc. Ende daerna so gef hem gestoten looc met aysine achter den vierden of den derden dach. dit salse doden Een ander stoot coolsaet & geuet hem drinken. dat dootse. Also doet apie saet. Agaric nuchtern gedronken dootse. Aloe gepuluert & daer af gemaect pillen also groet alse vitsen met zape van alsenen. van ruten of van aueronen. & dese gewimpelt in nuwelen & geswolgen al geheel Dit verslaet die slike. sap van alsenen. sap van kniewiede. puluer van bittren lupinen. puluer van centonike. puluer van hertshorne dese dingen geminct verslaen die wormen die siin in den lichame Ende siin kinderkine die geen bitter dinc en mogen nutten. dien maect dit plaester & legget hem opten nauel. die worme selender met steruen Nemt bittere lupine & aloes. dese stoot met sape van alsenen & van kniewiede. entie galle van enen stier. & tsap van centauria & van adeke & van vliedere die spreit hem opten lichame. dit sal doden die slike Maect .1. plaster van alsenen & van bolle sade gestoten & getempert met aysine. dit legt dien sugenden kindren optie mage die wormen selen steruen. Benedicta. of kartaticum jmperiale. of yerapigra. of yeralogodion dit sal die wormen doen steruen enter cameren gaen


Van wormen in het lichaam.

Lombricos, dat zijn wormen die in het lichaam in de darmen groeien en het meest in kinderen en die groeien van fluimen, die van zoute fluimen groeien die zijn rond en lang en deze fluimen zijn heet en droog. Ik wil er nimmer van schrijven want ik heb anders gedacht te schrijven want deze twist was me te lang met weinig bederven. Nochtans wil ik elke fluim apart beschrijven en dat kort.

Die van zoete fluimen groeien die heet en vochtig zijn die wormen zijn lang en plat. Die van azijnachtige fluimen groeien die koud en droog zijn die wormen zijn rond en kort. Die van natuurlijke fluimen groeien die zijn kort en breed. Die van glasachtige fluimen groeien die koud zijn, die wormen kunnen niet in leven blijven. Die lang en rond zijn die groeien graag in de kleine darmen en in de dunne. En de andere groeien graag in de sater en die heet in Latijn orobus, dat is de jicht.

Dit zijn de tekens die diegene hebben in wie deze wormen groeien die men slike (hazelworm) noemt. Hij voelt knaging en bijten in de darmen en soms koortsen die ze hebben. En vooral kinderen die hebben wormen en ze hebben jeuk in hun neus en ze roeren en knarsen met de tanden en soms spuwen ze die uit de mond. En soms komen ze er met de kamergang uit en dat meest van nature. En die in de kleine darmen groeien, hun [105] handen stinken graag en vooral ճ ochtends. Alle dingen die bitter zijn dat doodt ze.

Dit is de behandeling; Die wormen heeft die geef je te 3 of 4 dagen ‘s ochtend zoete melk te eten. En daarna geef je hem gestampte knoflook met azijn na de vierde of de derde dag, dit zal ze doden.

Een andere; stamp koolzaad en geef het hem te drinken, dat doodt ze. Alzo doet Apium zaad. Paddenstoelen ’s ochtends gedronken doodt ze. Verpoederde Aloë en daarvan pillen maken zo groot als vitsen (Vicia) met sap van alsem, van ruit of van averone en deze gewimpeld in wafels en geheel gezwolgen.

Dit verslaat de hazelworm; sap van alsem, sap van perzikkruid, poeder van bittere lupinen, poeder van duizendguldenkruid, (Centaurium) poeder van hertshoorn, deze dingen gemengd verslaan de wormen die in het lichaam zijn.

En zijn het kinderen die geen bitter ding mogen nuttigen, voor die maak je deze pleister en leg het bij hen op de navel, de wormen zullen ermee sterven; Neem bittere lupinen en Alo perryi, deze stamp je met sap van alsem en van perzikkruid en de gal van een stier en het sap van duizendguldenkruid en van kruidvlier en van vlier en die spreid je bij hen op het lichaam, dit zal de hazelworm doden. Maak 1 pleister van alsem en van bolderik zaad, gestampt en gemengd met azijn en dit leg je de zuigende kinderen op de maag, de wormen zullen sterven. Cnicus benedictus of kartaticum imperiale (keizerlijk laxeren) of heilige picra (bitter) of heilige logodion, dit zal die wormen laten sterven en ter toilet gaan.

Djssentiria. dat es datmen heet menisoen. dit comt van vlaingen van den darmen. dit comt onderwilen van coleren die naturlijc siin. & onderwilen die niet naturlijc siin. alse prassine die groenen camerganc maken. Of erugineuse die maken camerganc geuarwt als ysermael Ende onderwilen van melancolyen. dit camerganc es bruunachtech. Entie comt onderwilen van zouter fleumen. die camerganc es geminct bloet & screpelinge vanden darmen tegadere Ende alle die camergange siin geminct met bloede. & dat sonderlinge dissentirie die epatica heet. want dese comt vander leueren & dats alse die leuere es vercranct dat si moet senden haer bloet dat si niet en mach onthouden. sine moet senden ten darmen dor die adren die hetet meaticas. Ende daerna so gaet ter cameren die zieke. ende dats onderwilen vele & puur naturliic. & onderwilen clonterende Die comen van coleren. die camerganc es geminct gelu colere met bloede. Die comen van prassine. dat bloet es geminct met een deel groenre materien onderwilen. & onderwilen met bruunre materien. Die comen van der leueren. dien comet onderwilen geclontert bloet Ende dan seggen sulke meesters dat het es die leuere. & si liegen. want die leuere en quame niet dor die adren die men heet miseraicas. want si siin herde nauwe. Maer alst bloet comt van enen herde warmen lede in die darmen die cout 107 siin. so moet verclontren biden couden leden daert in comt. Ende het comt bi groter sweringen die es in die leuere & dat comt bider sweringen diere in es & dats in die rechter zide Die zeerheit die comt bi scouden van den darmen ende dat in drien manieren. Dierste es dat haer camerganc scijnt vetachtech. & stinct als oft ware dwainge van vetten vleesche. Dandere die tooent dat die hudekine. dat siin die ruheiden die naturlijc siin in die darmen & in die mage. dattie zieke die ter cameren gaet es alse screpelinge van percamente Die derde die gaen ter cameren sticken van haren darmen. & dat zenuwech vleesch & arteriech. Dierste mach genesen dandere cume. die derde niet Dissentirie die comt van den darmen. die comt onderwilen van de ouversten darmen. & dan heeft men wee bouen den nauele. enten zieken dunct dathi es gebonden. & dan es dbloet geminct metten camergange. Ende alst comt biden nedersten darmen. so es die zeerheit onder den nauel binnen den lijchare enten lendenen. & dan so es geminct vele bloets metten camergange. Dient houdet in die ouerste darmen. dien moet men hulpen met te geuen ten monde. Ende dient hout in de nederste darmen dien moet men hulpen metten dwaenden clisterien. & daerna met heylen den die macht hebben te stoppene die monde vanden adren daer dbloet vut comt. Ende met dwingende baden. & met dwingenden roeken die men doet ontfaen den zieken ten fondamente Ende dwingende puluere siin oec goet in beide die ziecheiden. & om dende in allen Dit es die cure. Eist in douerste darmen. So nemt 108 .1 .o. of onder s. o. of .2 .o. mirabolani citrini dats gelu. dese stote die stene vut gedaen & tempert met rose watere of met regen watre of met rouwen case weye van geyten melke gemaect tsauens. & later also staen al den nacht. tsmorgens vaste dor .1. starc linen cleet gesicht. dit geeft hem drinken heter dan laeu. Ende mach hijt drinken ongezijt het ware te beter om die coleren die siin in die darmen entie viscositeyt die sin in hebben. dit heilt & stopt den lichame Comet van zouter fleumen. so nemt mirabolani kebuli. .1 .o. & also vele citrini. Ende comet van melancolien. so nemt vore die kebuli jndi Nadat dit si gedaen. so ordineert hem sine dyete. Wittemoes van tarwen bloemen met amidumme gesoden met rose watere. of met regenwatere. of met watere daer in gesoden si mastic Of nem enen bloet steen diemen heet ematites. dien gewreuen met watere op .1. wetsteen dat het root si. of int sap van wegebreden daer hi beter in ware getempert. daer met gereide al dat hi eten sal. Dit puluer es goet gestroyt op al siin pulment. Nemt draken bloet. sumac. canele. & werpet oec in al sinen dranc. Ende gef hem rijs gemaect met amandelen & met amidum. & gebraden kiekenen cleine geuochelte gebraden. swinen voeten wel gesoden. gebraden mispelen ende peren. Siin drinken si rose water. of water daer in gesoden si mastic eist dat hi cortst. Ende en cortst hi niet so tempert hem sinen wiin met desen watere. Gomme van arabien & mastic gebernt op .1. tiechle & dat gepuluert. dit so tempert in wat hi drinct of eet. Dit experiment prijst galieen & constantijn. Nemt wegebrede 109 saet ontwee gewreuen & geminct metten witte van den eye. & gebacken op .1. tiechle. dat ete wel gelijc ouden case gesneden wel dunne. & dat gereit met zeeme. Echter braedt .1. kiekiin. & alst half gebraden es so stect nuwe was in den buuc. so dat daer in smelte & dor lope tfleesch van den kiekine. ende alst gnouch gebraden es so eet Ende gef hem drinken cyroop mirtelliin & geuet hem driewerf sdages. smorgens te middage & sauons. Miclete getempert met regen watere telker werf tgewichte van ere .3. s. Dyacodion. of atanasia. dese siin goet genut met sape van wegebreden Ende eist dat hi comt biden ondersten darmen. so maect hem dese clisterie. siedet eyeren hard in aysine. daerna so nem die doders allene & temperse met .1. luttel aysiins. & daer toe doet .1. deelkiin waters daer in gesoden es gerste. dit giet int fondament met .1. clisterien. Wortelen van hoensche gesoden. tsap daer af geeft den zieken drinken dat hulpt hem wel dapperlike Noch die venteuse sonder scarpen gestelt opten lichame. dit stremet den lichame binnen .4. vren. Noch ouden case gesoden & daerna gedroget. des geeft den zieken tetene tgewichte van .1. dr. dit stremmet herde zere Noch. ziedt yperic in watre & in wine. dit gedronken es .1. starke hulpe jegen alle maniere van lichten lichame Noch maect water van eyken bladren also men doet van rosen bladren. dit gedronken stremmet zere Die comen vander leueren die beraet aldus. Comet bi veruulten van bloede. dat kent biden veruulten vanden adren & bi sire verwen. op dat die zieke si starc gnouch so doetem laten ter leuere adren. ende 110 geeft hem tetene also men doet enen die heeft cortse. wachte hem van vele te slapene. van badene. van vele te rustene. Nutte .3. werf sdags suker rosaet genenget met enen virendele dyacitoniten. ende drinke cyroop rosaet. Of mirtelliin. sandali. & fiat cyrupus cum quanto. s. sucaro.

Dysenterie, dat is dat men menisoen noemt, dit komt van ontvelling van de darmen, dit komt soms van gallen die natuurlijk zijn en soms van diegene die niet natuurlijk zijn zoals prassine die groene kamergang maakt. Of erugineuse, die maakt de kamergang gekleurd als ijzerroest. En soms van melancholie, deze kamergang is bruinachtig.

En die soms van zoute fluimen komt die kamergang is tezamen gemengd met bloed en schraapsels van de darmen. En alle kamergang is met bloed gemengd en dat vooral in de dysenterie die epatica heet want deze komt van de lever en dat is als de lever verzwakt is en dat ze haar bloed moet zenden dat ze niet vast kan houden, ze moet het de darmen doorzenden die meaticas heten. En daarna zo gaat de zieke ter toilet en dat is soms veel en puur natuurlijk en soms klonterend.

Die van gal komen die kamergang is geelgalachtig gemengd met bloed. Die van prassine komen, dat bloed is soms gemengd met een deel groene materiën en soms met bruine materiën.

Die van de lever komen die komen soms met geklonterd bloed. En dan zeggen sommige dokters dat het van de lever is en ze liegen, want de lever kwam niet door de aderen die men miseraicas noemt want ze zijn zeer nauw. Maar als het bloed van een hard warm lid in de darmen komt die koud [107] zijn dan moet het verklonteren vanwege de koude leden daar het in komt. En het komt van grote zweren die er in de lever zijn en dat komt van de zweren die er in zijn en dat is in de rechterzijde.

De zeerheid die van verbranding van de darmen komt is er in drie manieren. De eerste is dat hun kamergang vetachtig schijnt en stinkt alsof het een wassing was van vet vlees. De andere die toont dat huidje, dat zijn de ruwheden die natuurlijk in de darmen en in de maag zijn, dat de zieke die ter kamer gaat is als schraapsel van perkament. De derde is die ter kamer gaan stukken van hun darmen en dat met zenuwachtig vlees en slagaderachtig. De eerste kan genezen, de andere nauwelijks, de derde niet.

Dysenterie die van de darmen komt die komt soms van de bovenste darmen en dan heeft men pijn boven de navel en de zieke denkt dat hij gebonden is en dan is het bloed gemengd met de kamergang. En als het van de laagste darmen komt dan is de pijn onder de navel binnen het bekken en de lendenen en dan is de kamergang gemengd met veel bloed. Die zich in de bovenste darmen bevindt die moet je helpen om via de mond te geven. En die zich in de laagste darmen bevindt die moet je helpen met wassende klysma ‘s en daarna met helende die macht hebben de mond van de aderen te stoppen daar het bloed uit komt. En met drukkende baden en met drukkende reuk die men de zieke in het fundament laat ontvangen. En drukkende poeders zijn ook goed in beide ziektes en tegen het eind in allen.

Dit is de behandeling; Is het in de bovenste darmen neem [108] 1 ons of ander ½ ons of 2 ons mirobalanen citrini, dat is de gele, (Terminalia) doe de stenen ervan wormen in het lichaam.

uit en stamp het en meng het met rozenwater of met regenwater of met ruwe kaaswei van geitenmelk gemaakt, ‘s avonds en laat het alzo de hele nacht staan en zeef het ‘s mխorgens vast door 1 sterk linnen kleed en geef hem dit te drinken en heter dan lauw. En kan hij het ook ongezeefd drinken was het beter vanwege de gallen die in de darmen zijn en de kleverigheid die ze hebben, dit heelt en stopt de loop.

Komt het van zoute fluimen neem dan mirobalanen, kebuli, (alle Terminalia, derde Phyllanthus) 1 ons, en net zo veel citrini. En komt het van melancholie neem dan voor de kebuli indi.

Nadat dit gedaan is beveel hem dan zijn dieet aan. Witte moes van tarwebloem met zetmeel en gekookt met rozenwater of met regenwater of met water daar mastiek (Pistacia lentiscus) in gekookt is. Of neem een bloedsteen die hematiet noemt en wrijf die met water op 1 wetsteen zodat het rood is of in het sap van weegbree waar het beter in gemengd is, daarmee bereid je alles dat hij eten zal.

Dit poeder is goed op al zijn kussentjes te strooien; Neem drakenbloed, (Daemonorops draco) sumak, (Rhus coriaria) kaneel en werp het ook in al zijn drank. En geef hem rijst gemaakt met amandelen en met zetmeel en gebraden kuikens, klein gebraden gevogelte, varkensvoeten die goed gekookt zijn, gebraden mispelen en peren.

Zijn drank is rozenwater of water waar mastiek in gekookt is als hij koorts heeft. En als hij geen koorts heeft geef hem dan zijn wijn met dit water; Gom van Arabië en mastiek gebrand op 1 tegel en dat gepoederd en meng dit in wat hij eet of drinkt.

Dit experiment prijst Galenus en Constantijn aan; Neem weegbree [109] zaad dat stuk is gewreven en gemengd met het witte van een ei en gebakken op 1 tegel en dat eet hij als goed dun gesneden oude kaas en dat bereidt met honing.

Echter braadt 1 kuiken en als het half gebraden is steek dan nieuwe was in de buik zodat het daarin smelt en door het vlees van het kuiken loopt en als het genoeg gebraden is eet het. En geef hem siroop mirt te drinken en geef het hem driemaal per dag, ’s morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Miclete gemengd met regenwater en telkens het gewicht van een 3 ½ sap van zoethout of reinvaarn, deze zijn goed te nuttigen met het sap van weegbree.

En is het dat het bij de onderste darmen komt maak dan voor hem deze klysma; kook eieren hard in azijn en neem daarna alleen de dooiers en meng ze met wat azijn en doe er een deel water bij waarin gerst gekookt is en giet dit in het fondament met 1 klysma. Wortels van heemst gekookt en het sap ervan geef je de zieke te drinken, dat helpt hem wel dapper.

Nog de koppen zonder scherpte stellen op het lichaam, dit stremt de loop binnen 4 uren. Nog oude gekookte kaas en daarna gedroogd en geef hiervan de zieken het gewicht van 1 drachme te eten, dit stremt zeer goed.

Nog, kook Hypericum in water en in wijn, dit drinken is 1 sterke hulp tegen alle soorten van lichte loop. Nog maak water van eikenbladeren net zoals men van rozenbladeren doet, dit gedronken stremt zeer.

Die van de lever komen die beraad je aldus; Komt het van volheid van bloed, dat herken je bij de volheid van de aderen en bij zijn kleur, als de zieke sterk genoeg is laat hem laten in de leverader en [110] geef hem te eten net zoals een die de koorts heeft en wacht hem van veel te slapen, van baden en van veel te rusten. Nuttig 3 maal per dag suiker rosaet gemengd met een vierendeel sap van kwee (Cydonia) en drink siroop van rozen of mirt, sandaalhout en doe in de siroop de hoeveelheid van ½ suiker.

Van den menisoene

Ljenteria es ene scite dat die mensce zieke gaet ter cameren al onuerteert die spise recht also hise heeft gecuwet. Dit comt bi dattie colere die maect den dissentire die aten die ruheit die in die mage was & in die darmen. die hebben te belettene die spise diere in comt. dat si niet en mach lichtelike daer dore liden sine moet daer in bliue tote datse nature versoden heeft & haer genouchte daer af genomen. alsoet naturen recht es. Dus so es dese lientiiria bi dat die darmen siin al slecht vander naturliker ruheit Of si comt bi veruulten van fleumen. dwelke es .1. coude humore & glat. entie glatheit en laet de nature niet zieden haer spise. die vutstekende nature sine stecse vte. & dats om die glatheit vander fleumen. Wildi dese bescedelike kennen wanen dat comt of van welken het comt so kennet aldus Die comt bi dattie coleren hebben geten die ruheit die was in die darmen & in die mage. so comt die spise vte also si gecuwet was. het en ware ofter met ware geminct .1. luttel bloets. alse die vlainge niet volmaectelike en es ge\nesen. 111 entie stede gehuut Comt si van fleumen die in die darmen siin. so es die camerganc al geminct met fleumen. dwelke es claer als oft ware puuds gerec. entie clontrende Eist dat ghi wilt genesen die van fleumen es. so purgiert die fleume met deser propre medicinen die purgiert fleume. Nemt agaricus. jnteriora coloquintidis. polipodii. semen funicli. squinanti ana. dr. .1. s. bulliant. in .lb. s. aquae. Jn huiusmodi decoctione temperentur per noctem .o .2. mirabolani kebuli. mane coletur. dit gef hem drinken nuchtens. Ende des ander dages so gef hem enege van dezen latuarien. dyamargarieton. dyateronpiperis. of dyacimimum Ende gef hem drinken wijn getempert met watre daer in gesoden es mastic. cassia lignee & macis. Gef hem tetene looc. enioen & moestaert saet. kersse. Ende onderwilen achter etene. so gef hem tetene gesouten spise & aysinege. Ende daerna so gef hem drinken enen toge warms waters Adrianum of metredatum getempert met watere daer in gesoden es wit wieroec. dit nutte. wants dits gewone te sine dupperste medicine die men wijst jegen dit ongemac Ende en helpt hem dit niet. so gef hem tetene galienus experiment. dat staet in dissentiria. & alle die andere dingen die daer na staen gescreuen jnt selve capittel. Ende alse dese lientirie comt van .1. dissentirie. so jugeertse ongeneselijc. dat enege ruheit soude mogen wassen weder in die mage & in die darmen. 112


Van de menisoen.

Lienteria is een afgang dat de mens ziek ter kamer gaat met onverteerde spijzen net zoals hij het gekauwd heeft. Dit komt omdat de gal de dysenterie maakt die de ruwheid at die in de maag en in de darmen was die te beletten hebben dat de spijs die er inkomt niet te gemakkelijk doorglijden kan en het moet daarin blijven totdat de natuur het gekookt heeft & haar genoegen ervan genomen heeft zoals het de naturen recht is. Dus zo is deze lienteria om dat de darmen geheel geslecht zijn van de natuurlijke ruwheid.

Of ze komt van volheid van fluimen wat 1 koude en gladde vochtvermenging is en die gladheid laat de natuur zijn spijs niet koken en de uitstekende natuur ervan steekt het uit en dat is vanwege de gladheid van de fluimen. Wil ge deze duidelijk kennen wanneer dat het komt of waarvan het komt herken het aldus;

Die komt omdat de gallen de ruwheid hebben gegeten die in de darmen en in de maag was dan komt de spijs eruit zoals ze gekauwd was tenzij het gemengd was met wat bloed als die ontvelling niet volmaakt genezen is [111] en die plaats een huid heeft.

Komt ze van fluimen die in de darmen zijn dan is de kamergang geheel gemengd met fluimen die helder zijn alsof het kikkerdrek was en die klonterend.

Is het dat ge die wil genezen die van fluimen is purgeer dan die fluimen met deze goede medicijnen die fluimen purgeren; Neem Agaricus, inlands, kolokwint, Polipodium, zaden van venkel, Cymbopogon schoenanthus, gelijk 1 drachme, gekookt in ½ pond water.

In dit afkooksel meng in de nacht 2 ons mirobalanen, kebuli, (beide Terminalia) ‘s morgens gekookt, dit geef je hem ճ ochtends te drinken. En geef hem de volgende dag enige van deze likkepotten; sap van parels en dyateron piperis (1) of sap van komijn, (Cuminum). En geef hem wijn te drinken dat gemengd is met water daar mastiek, (Pistacia lentiscus) Cinnamomum cassia en macis (Myristica) in gekookt is. Geef hem knoflook, ui en mosterdzaad en kers (Cardamine) te eten. En soms geef je hem na het eten gezouten en azijnachtige spijs te eten. En daarna geef je hem een teug warm water te drinken.

Adrianum of metridatum gemengd met water waar witte wierook (Boswellia thurifera) in gekookt is dat is voor hem nuttig want dit is gewoon het beste medicijn die men aanwijst tegen dit ongemak.

En helpt hem dit niet geef hem Galenus experiment te eten dat in dysenterie staat en al die andere dingen die daarna staan geschreven in hetzelfde kapittel. En als deze lientirie van 1 dysenterie komt oordeel dan dat het ongeneesbaar is dat er enige ruwheid weer in de maag en in de darmen zou mogen groeien. [112]

Van scitene

Dyarra. dats ene gemene scite die comt sonder bloet af te gane ter cameren. Dese comt onderwilen van te vele etene. of te vele te drinkene. Of si comt van humoren die dalen vten hoofde. entie van fleumen of van coleren Comt dese bi den humoren die jnt hooft siin. dan heeft die zieke den hooftswere. Ende comet van fleumen. die vintmen in den camerganc. Ende comet van coleren. so heeft die zieke bitinge in de darmen. & siin camerganc es gelu. Dan es te duchtene dat si mach verkeren in dissentiria. Ende comet bi crancheiden vander onthoudender naturen. Dats alse die mage entie darmen siin so cranc dat si niet en mogen onthouden dat si in hebben. Ende comet bi vervulten van spisen. of van te vele etene scarpe dingen of te drinkene. dat sal v verclaren die zieke. Ende comet van fleumen so jugeert ypocras dattie camerganc es scumech & vol brubbelen die es bider fleumen entie vloyt vten hoofde. Die comt van purer fleumen. haer camerganc es wit & dunne & onuerteert also hi es in den lientiria Eist dattie scite comt van te vele etene & te drinkene. so doetem luttel eten & drinken tote hi es gestelpt Comt si van scarpheiden. so geeft hem drinken cyroop vyolaet omme die scarpheit te blusscene. Ende geeft hem tetene triasandali Comt si van den humoren vanden hoofde. so gef hem nutten atanasia. of rubea trosiscata. Comt si van purer fleumen. so purgeertem metten cyrope vorseit in die lientiria Comt si van coleren. so purgeert metten cyrope dat gescreuen es in dissentiria. Comt 113 si van crancheiden der onthoudender naturen. soe gef hem die dingen entie medicinen die [die] siin bescreuen in dissentiria.


Van afgang.

Diarree, dat is een algemene afgang die zonder bloed komt af te gaan ter toilet. Deze komt soms van te veel eten of te veel te drinken. Of ze komt van vochtvermenging die uit het hoofd dalen en van fluimen of van gal.

Komt deze van de vochtvermenging die in het hoofd zijn dan heeft de zieke hoofdpijn. En komt het van fluimen die vindt men in de kamergang. En komt het van gal dan heeft de zieke bijten in de darmen en zijn kamergang is geel. Dan is te beduchten dat ze veranderen kan in dysenterie. En komt het van zwakte van de onthoudende naturen, dat is als de maag en de darmen zo zwak zijn dat ze niet vast kunnen houden dat ze bevatten. En komt het van volheid van spijzen of van te veel scherpe dingen te eten of te drinken, dat zal de zieke u verklaren. En komt het van fluimen dan oordeelt

Hippocrates dat de kamergang schuimachtig is en vol bubbels die er bij de fluimen zijn en die vloeien uit het hoofd. Die van pure fluimen komt, hun kamergang is wit en dun en onverteerd net zoals het in lientiria is.

Is het dat de afgang van te veel eten en drinken komt laat hem dan weinig eten en drinken totdat het gestelpt is.

Kom het van scherpte geef hem dan siroop vyolaet te drinken om de scherpte te blussen. En geef hem triasandali te eten.

Kom het van de vochtvermenging van het hoofd geef hem reinvaar of rubea trosiscata te nuttigen.

Kom het van pure fluimen purgeer hem met de siroop die vermeld is in lientiria.

Kom het van gal purgeer hem met siroop dat beschreven is in dysenterie. Kom het [113] van zwakte van de onthoudende natuur geef hem die dingen en die medicijnen die beschreven zijn in dissentiria.

Dits vander leueren & sonderlinge van haren apostemacien die welke siin onderwilen heet. & onderwilen cout. Ende si siin onderwilen tusscen die bladen. ende onderwilen buten jnt gorsseme vanden bladen Die comen van heten humoren die kent aldus. die hebben scarpe sweringe in die rechte zide onder die rebben & eenparlijc corts. & grote dorst. die ogen rootachtech & onderwilen geluachtech. Dorine es rootachtech & dicke. soffraens varuwe onder met ere geluer bruunachteger varwen bouen entie donkerachtch Ende es die leuere vercout ende geswollen dat bekent dus. hine heuet genen corts. of dien flaeu. luttel dorst of en genen. maer hi heeft zeerheit in die rechter zide. Dorine es bleec & verwoemt & bouen bruunachtech. die ogen no den lichame gene ontvarwtheit Es daposteme in die leuere tusscen die bladere. dat kent aldus Die zieke heeft sweringe & swernisse in die borst & hi suchter met & hi keert gerne omme dat so duwet die mage. & leg dire op v hant het en deert den zieken niet Maer es die aposteme buten jnt blat. so mach de zieke qualike verademen. & hi hoest vele om die dwinginge vanden geesteliken leden. & hine mach niet gedogen datmer die hant op leit entie zide es geswollen alse .1. nuwe mane. of als .1. half hoop alse de zieke leget 114 opwert Ende es te verstane dat onderwilen wast .1. aposteme in die lacerten die siin onder die craye in lanx breet of dweers ende sciint dat ware .1. aposteme in die leuere. dat niet en es. & sulke meesters siin daer met bedrogen. dit kent aldus Die apostemen van der lacerten siin onderwilen lancachtech & onderwilen dweersachtech also die lacerten gescepen siin. maer die apostemen in die leuere siin gescapen alse ene nuwemane of als .1. s. hoop Dits die cure van heeten apostemen. es die zieke jonc & starc gnouch. so doetem ierst laten in die nederste adre vanden rechten arme. Ende legt optie leuere .1. plaster van canepen werke genet in sape van donrebar van nachtscaden. & smert ierst die leuere met olie van rosen of van vyoletten geminct met popelioene. Ende gef hem drinken dit cyroop scerft portulate. latue enduue. epatice fiat cyrupis cum zucaro Ende comt die aposteme ten ettere dat ghi moget kennen bi dat di hitte es gemeret in den zieken entie corts. dan so legt optie zere stede dit plaster. Nemt gersten meel & tempert met cranker hout loegen. & legget optie zere stede also heet als siin bloet. Of nemt vore die loge zap van alsenen. dat beter es Dit plaester es beter. Nemt tarwen bloeme dit doet zieden in olie van violetten. verse botere. dit plaster legt optie zere stede Alst gesciet dat die aposteme wert tebroken. dat ghi moget kennen bi dat in dorine etter es & in den camerganc. dan gef hem drinken dit suuerende cyroop. Rp. absincij. spica nardi. scolo\pendrie. 115 enduue. quator semina frigidorum. diretiorum coquantur in aqua. colentur & fiat cyrupus cum zucaro quantum satis. Noch puluere dese dinc & maker af .1. latuarie getempert metten vorseiden cyrope Rp semina frigidiorum. & semen atriplicis. lactum portulace fenugrici. spica nardi. ana. fiat elcuarium Ende na dattie zieke heeft genomen van der latuarien nuchtens te middage. nauens so drinke van den vorseiden cyrope getempert met laeuwen borne. Comt daposteme van couden humoren. so merct wat vorleert es in daposteme van heten humoren. dat doet voren. & daerna so legt optie zere stede dit plaster. Nemt ysope. origanum. santorie dit stoot herde wel & warmet in enen scarf & legget optie zere stede al warm. Ende gef hem oec drinken van desen cruden in watre Comt dese materie te ettere. so legt op die leuere .1. plaster van ruten gesoden in wine & in olien van oliuen Ende alse daposteme tebroken es. dat ghi moget kennen bi den ettere dat vanden zieken gaet metter orinen enten camergange. men legge daer op dat purgeert detter & suuert. Want en es die stede niet gesuuert vanden ettere. die substancie vander leueren es herde moru si soude verrotten Comt daposteme van couden humoren & si purgeert bider orinen. so hulpt der naturen. Gef hem dese dicoctie. Nemt dillesaet. venkel saet. apisaet. cassia fistula. dit ziedet in watere ende geuet hem drinken. Es daposteme van heten humoren. so gef hem drinken dese dicoctie. Nemt dille saet. citrulli saet. cucumeren saet. dit ziedt in watere & in sape van scariolen. & purgeert haer matiere ten camergange. Hierna so heilt met deser dicoctien. Nemt thime. epichime. polipodie. ven\kelsaet. 116 & agaric. dit doet zieden in watere & drinket. Ende legt optie leuere dit plaster. Nemt spijc. aloes. mastic. dit stoot al te stucken. & tempert met rose watere. & legget optie leuere Ende het geualt oec dicken dat si comt tettere also datse nature so stect vutwert. datmen haer helpen moet met surgien. dats met te snidene Es die aposteme in die vorseide lacerten. so geneest se alsoet vorleert es vander leueren.

Dit is van de lever en vooral van haar gezwellen die soms heet & soms koud zijn. En ze zijn soms tussen de bladen en soms buiten in het drabbige van de bladen.

Die van hete vochtvermenging komen die herken je aldus; die hebben scherpe zweren in de rechterzijde onder de ribben & eenparige koorts & grote dorst, de ogen roodachtig & soms geelachtig. De urine is roodachtig & dik, saffraankleur onder met een gele bruinachtige kleur boven en die donkerachtig.

n is de lever verkouden en gezwollen, dat herken je aldus; hij heeft geen koorts of die flauw, weinig dorst of geen, maar hij heeft pijn in de rechterzijde. De urine is bleek en troebel en boven bruinachtig, de ogen of het lichaam is niet ontkleurd.

Is het gezwel in de lever tussen de bladeren, dat herken je aldus; De zieke heeft zweren en zwaarheid in de borst en hij zucht er mee en hij braak graag omdat het de maag duwt en leg je er je hand op het deert het de zieken niet.

Maar is het gezwel buiten in het blad dan kan de zieke slecht verademen en hij hoest veel vanwege het drukken van de geestelijke leden en hij kan het niet hebben dat men er een hand oplegt en de zijde is gezwollen als 1 nieuwe maan of als 1 halve hoop als de zieke [114] opwaarts ligt.

En je moet begrijpen dat er soms 1 zweer in de spier groeit die onder het middenrif is in de lengte breed of dwars en het schijnt alsof dat 1 gezwel in de lever is en dat is het niet en sommige dokters zijn daarmee bedrogen en dit herken je aldus;

De zweren van de spieren zijn soms langachtig en soms dwarsachtig zoals de hagedissen geschapen zijn, maar de zweren in die lever zijn geschapen als een nieuwe maan of als 1 ½ hoop.

Dit is de behandeling van hete gezwellen, is de zieke jong en sterk genoeg laat hem dan eerst laten in de laagste ader van de rechterarm. En leg op de lever 1 pleister van hennep werk genat in sap van donderbaard en van nachtschade en besmeer eerst de lever met olie van rozen of van violen gemengd met popelioene. En geef hem deze siroop te drinken; scherf postelein, sla, andijvie en leverkruid en maak een siroop met suiker.

En komt het gezwel te etteren dat ge kan herkennen omdat de hitte en de koorts in de zieke vermeerderd is leg dan op die zere plaats deze pleister; Neem gerstemeel en temper het met zwakke houtloog en leg het op de zere plaats alzo heet als zijn bloed. Of neem voor de loog sap van alsem, dat is beter.

Deze pleister is beter; Neem tarwebloem en laat dit koken in olie van violen en verse boter en leg deze pleister op de zere plaats.

Als het gebeurt dat het gezwel breekt kan ge dat herkennen omdat er in de urine en in de kamergang etter is, geef hem dan deze zuiverende siroop te drinken; Recept; absint, (Artemisia) spicanardi (Lavandula stoechas), hertstong, [115] andijvie, de vier koude zaden in water koken en toevoegen sioop van suiker zodat het voldoende is. Nog verpoeder deze dingen en maak er 1 likkepot van gemengd met de voor vermelde siroop; Recept; de koude zaden en zaad van Atriplex, sla, postelein, fenegriek, spicanardi (Lavandula stoechas), gelijke delen, maak er een likkepot van. En nadat de zieke ճ ochtends, ճ middags en ճ avonds van deze likkepot heeft genomen drink dan van de voor vermelde siroop gemengd met lauw bronwater.

Komt het gezwel van koude lichaamsvocht merk dan op wat er geleerd is in het gezwel van hete lichaamsvocht, dat doe je ervoor en leg daarna op de zere plaats deze pleister; Neem hysop, Origanum, duizendguldenkruid (Centaurium) en stamp dit zeer goed en warm het in een scherf en leg het warm op de zere plaats. En geef hem ook van deze kruiden in water te drinken.

Komt deze materie te etteren leg op de lever 1 pleister van ruit dat in wijn gekookt is en in olie van olijven.

En als het gezwel gebroken is dat ge kan herkennen van het etter dat van de zieken met de urine en de kamergang gaat, legt men daarop dat het etter purgeert en zuivert. Want is die plaats niet gezuiverd van het etter, die substantie van de lever is zeer murw en ze zou verrotten.

Komt het gezwel van koude lichaamsvocht en ze purgeert met de urine help dan de natuur. Geef hem dit afkooksel; Neem dillezaad, venkelzaad, Apiumzaad, Cassia fistula en kook dit in water en geef het hem te drinken.

Is het gezwel van hete lichaamsvocht geef hem dan dit afkooksel te drinken; Neem dillezaad, Citrullus zaad, komkommerzaad en laat dit koken in water en in sap van Lactuca scariola en purgeer haar materie te kamergang. Hierna heel je hem met dit afkooksel; Neem tijm, epichime, (Thymus epithymus) Polypodium, venkelzaad [116] en Agaricus en laat dit koken in water en drink het. En leg op de lever deze pleister; Neem lavendel, Alo perryi en mastiek (Pistacia lentiscus) en stamp dit alles stuk en temper het met rozenwater en leg het op de lever.

En het gebeurt ook vaak dat ze te etteren komt en dat is de natuur die het uitsteekt zodat men haar helpen moet met chirurgie, dat is met te snijden.

Is het gezwel in de voor vermelde spieren genees het dan zoals u geleerd hebt van de lever.

Dje melte es [es] .1 let dat dient der leueren. want si onttrect die oueruloyte der leueren van melancolien comende. dese milte heeft bi wilen misselike ziecheiden. si swillet onderwilen bi dat si es veruult van melancolien die si niet en mach van haer steken die si tevele heeft. Ende si swillet bi dat si heeft te vele coleren. maer dats selden Dat si heeft te vele melancolien. dat comt bi dat die zieke te lange heeft geleeft met coyen vleesche & met geytlne. & met cool warmose. & te drinkene te vele couts waters. entie es quaternaer dit doet die milte swillen & veruultse te zere Ende alst gesciet dat si veruult van coleren dat selden es. dewelke colere die galle niet en mach onthouden bi harer veruultheit so sent sise ter melten. Ende alse die melte heeft .1. aposteme bi verdickingen vander melancolien & bi harer verspelingen van gorsemen winde die comen somwile in die milte van couden humoren. die diense somwile veruullen & swillen Eist dat de milte swillet bi veruultheiden van melancolien sonder verhitheit vander leueren. dat kent hierbi die slinker zide es geswollen met groter zeerheit 117 entie zieke geuoelt hem bat vore etene dan achter etene. die been vermageren hem & sine leden siin hem swaer nederwert. & hi mach qualike verademen. & sonderlinge alse hi climt of daelt enen graet. die buuc dwijnt hem entie ziden. & hine mach niet wel verduwen sine spise. al die lichame es hem bleec. Ende sine orine es bleec & zere dunne. die lichame bestopt & al sonder varwe. die armen entie been mager. ende zeerheit an die slinker side van den hoofde ende onderwilen bloedet hi ten slinken nese gate Eist dat hi comt van coleren. dorine es gelu & zere dunne. die lichame licht & al geuarwt gelu. & steecten in die slinker zide & sweringe. & groten dorst in den mont Ende eist van apostemen so es die slinker zide geswollen. & heeft hi traghe cortse so eist bi couden humoren. Ende comet bi heten humoren so siin die cortse scarp Ende comet van winde die de milte heeft ontfaen. so heeft si groten swere bi dat si so zere es gerect onderwilen. & onderwilen niet. Alse die milte es geswollen bi veruulten van melancolien sonder verhitheit vander leueren. so geneestem aldus. Jerst so doet den zieken wachte van dat maect melancolie also ghi hebt gehort jnt tselue capittel daer voren. Ende ete gesoden hoendren. wedren vleesch. swinen voete. moruwe eyeren & des gelike. Ende drinke wiin daer in gebluscht si stael of gout. of .1. ront steen wel gegloyt entien gebluscht in den wiin. Ende drinken vut enen nappe gemaect van .1. tamarinden bome & tfat daer de wiin in si gehouden die si oec van .1. tamarinde bome. Ende wandele .1. deel 118 vore etene. & niet achter etene. Smeert hem die milte metter saluen die heet dyaltea. of met vetter boteren bi den viere of ter zonnen nuchteren Of maect hem deze zalue. Nemt gerste lijnsaet. venigriec. droge vigen. rosiin sonder steen. dit legt al te weyke in aysine enen dach & .1. nacht. daerna so doet wallen op .1. cranc vier. daerna ziet dor .1. linen cleet. daertoe doet zieden olie & was. & maecter af .1. zalue daer gi met sult smeren die milte. Ende alse die milte es gemoruwt. so geeft den zieken drinken dese ziedinge. Siedt wortele van eppen. venkel saet. persiin saet. dit geeft hem drinken getempert met wine Of dit water doet maken ter specerien. Rp radices petrocellini. feniculi. spargi. brusci. epatica. capillis veneris policarie. centaurie. scolopendrie. cortex et due summitates. tamarisci. decoquantur omnia in aqua. & coleratur. Met desen watere so tempert sinen wijn. & wederstaet hi hem. so doeter toe .1. deel sukers & maecter af .1. cyroop Die milte gemoruwet so legter op dit plaster. dwelke es drogende. verterende die verscheit van der milten & herde zere moruwende. Rp armoniaci. serapini. distemperantur per diem & noctem in aceto forti resoluantur ad jgnem coletur. colature addatur puluis corticis radicis capparis. colli. absincii. arthemesie rube agrestis & addatur cera. & fiat emplaustrum Of legt optie milte apostolicum surgicum. of dyacastoreum of ceroneum. Ende geeft hem drinken delatuarien. dyacenie. dyacapparis. dyacostum. filantropos. Ende geeft hem drinken dit cyroop. Rp. forticis capparis. corticis radicis 119 tamarisci. silupender. cene. decoquantur in aqua addito succo boraginis & zucaro quantum. satis & fiat cyrupus Die milte gemoruwet purgeert met dyacene. s .o. dewelke si gescerpt met s. scr. scamoneyen. Comt deze swillinge van veruulten van winde. so gef hem dyaciminum dyaanisum Comet van coleren. so smert die milte met olien van violetten. Ende gef hem drinken dit cyroop. tsmorgen & tsauens. Rp. quatuor. semina. frigidiorum epatice. capillorum veneris. fiat cyrupus cum zucaro quantum. satis Ende doet die cure die v vorleert es jnt capittel vander geelsucht. Ende es die zieke geuoedt bider hitten vander leueren. so voedet den zieken met getemperden voetsele. alse hoendren gesoden. wedren vleesch & moelrekine jnt sop. moruwe eyeren & des gelike. Want coude spise deert der milten & hete die deert der leueren Alsi es verhit so doet den zieken laten dadere optie slinke hant tusscen den goutvinger enten cleinen vinger. Ende heeft hi enege aposteme die geneest aldus. Siedet enguum in olie van oliuen & in wine met comine. dit plaster legt warm optie milte Noch siedt gepelde bonen in olien & in wine. dit legt daer op Alse hiere quite es. so heilt die stede daer dat etter lach Gef hem drinken mirre getempert met wine. dit suuert detter & deliuereert metter orinen. So drinke dat orine doet wassen. alsoet jnt capittel hier naer sal siin bescreuen. Daer na so gef hem drinken mirtille saet. of gallen. of scorssen van prumen garnaten gesoden in regen watere getempert met sukere Ende legt dit plaster van buten gemaect van rose bladren. van boli armenici. gedrogede wortele van confilien 120 mastic gepuluert in .1. mortier. & getempert met wegebrede watere of tsap. dit sal die stede genesen altoes.

De milt is 1 lid dat de lever dient want ze onttrekt de overvloed van de lever dat van melancholie komt, deze milt heeft soms verschillende ziektes, ze zwelt soms omdat ze vervuld is van melancholie die ze niet van zich kan steken en die ze te veel heeft. En ze zwelt omdat ze te veel gal heeft, maar dat is zelden.

Dat ze te veel melancholie heeft dat komt omdat de zieke te lang heeft geleefd met koeien- en met geitenvlees en met kool warmoes en te veel koud water te drinken en die is kwaad voor haar en laat de milt zwellen en vervult het te zeer.

En als het gebeurt dat ze vervuld is van gal, dat zelden is, welke gal de gal niet vast kan houden vanwege haar volheid dan zendt ze die naar de milt. En als de milt 1 gezwel van verdikkingen van melancholie heeft en van haar verspelen van drabbige wind die soms in de milt van koude vochtvermenging komt die het soms vervult en zwelt.

Is het dat de milt zwelt van volheid van melancholie zonder verhitting van de lever dat herken je hierbij; de linkerzijde is gezwollen met grote pijn [117] en de zieke voelt zich beter voor het eten dan na het eten, de benen vermageren bij hem en zijn benedenste leden zijn zwaar en hij kan slecht verademen en vooral als hij een graad klimt of daalt, de buik verdwijnt bij hem en de zijden en hij kan zijn spijs niet goed verteren en het hele lichaam is bleek. En zijn urine is bleek en zeer dun, de loop verstopt en geheel zonder kleur, de armen en de benen mager en pijn aan de linkerzijde van het hoofd en soms bloedt hij in het linkerneusgat.

Is het dat het van gal komt dan is de urine geel en zeer dun, de loop licht en geheel geel gekleurd en steken in de linkerzijde en zweren en grote dorst in de mond.

En is het van gezwellen dan is de linkerzijde gezwollen en heeft hij trage koorts, dan is het van koude lichaamsvocht. En komt het van hete lichaamsvocht dan zijn de koortsen scherp. En komt het van wind die de milt heeft ontvangen dan heeft ze een grote zweer omdat ze soms zo zeer gerekt is en soms niet.

Als de milt gezwollen is van volheid van melancholie zonder verhitting van de lever dan genees je hem aldus; Laat eerst de zieke wachten dan datgene dat melancholie maakt zoals ge gehoord hebt in hetzelfde kapittel daarvoor. En eet gekookte hoenderen, gesneden rammenvlees, varkensvoeten, murwe eieren en diergelijke. En drink wijn waar staal of goud in geblust is of 1 ronde goed gloeiende steen en blus die in de wijn. En drink uit een nap die gemaakt is van 1 tamarinden boom en het vat daar de wijn in gehouden wordt is ook van 1 tamarindeboom. En wandel 1 deel [118] voor het eten en niet na het eten. Besmeer hem de milt met de zalf die sap van Althaea heet of met vette boter ճ ochtends bij het vuur of in de zon.

Of maak voor hem deze zalf; Neem gerst, lijnzaad, fenegriek, droge vijgen en rozijnen zonder steen en leg dit alles een dag en en nacht te weken in azijn en laat het daarna wellen op 1 zwak vuur en zeef het daarna door 1 linnen kleed en laat daartoe olie en was koken en maak er 1 zalf van waar ge de milt mee zal besmeren. En als de milt vermurwd is geef dan de zieken dit kooksel te drinken; Kook wortels van eppe, (Apium) venkelzaad, peterseliezaad en geef hem dit te drinken getemperd met wijn.

Of laat dit water in de apotheek maken; Recept; wortels van peterselie, venkel, asperge, Ruscus, leverkruid, Adiantum capillis-veneris, Pulicaria, (=Inula campana) duizendguldenkruid, hertstong, bast en twee uiteinden van Tamariscus elle gekookt in water en kook het in water. Temper met dit water zijn wijn en staat het hem tegen doe er dan 1 deel suiker bij en maak er een siroop van.

Op de vermurwde milt leg je deze pleister die verdrogend is en de vochtigheid van de milt verteert en is zeer vermurwend; Recept; ammoniacum, (Dorema), sagapenum (Ferula) getemperd op de dag en ՠs nachts in een sterke azijn, voeg toe poeder van schors van radijs (of mierikswortel, kappertjes, (Capparis) nek (?), absint, Arthemisia en rube agrestis en voeg toe was en fiat emplaustrum.

Of leg op de milt apostolicum surgicum of bevergeil of was. En geef hem deze likkepotten te drinken; dyacenie, sap van Capparis, sap van Costus en filantropos (mens ontfermend). En geef hem deze siroop te drinken; Recept; krachtige kappertjes, krachtige radijs (of mierikswortel, [119] Tamarix, silupender, cene, kook het in water en vookoek sap van borage en voldoende suiker toe en siroop.

Purgeer de vermurwde milt met dyacene, ½ ons, die je scherpt met een ½ scrupel Convolvulus scammonia.

Komt deze zwelling van volheid van wind geef hem dan sap van komijn n sap van anijs.

Komt het van gal besmeer dan de milt met olie van violen. En geef hem deze siroop ‘s morgens en ‘s avonds te drinken; Recept; de vier koude zaden Adiantum capillus-veneris en doe siroop van suiker toe in voldoende hoeveelheid. En doe de behandeling die u geleerd hebt in het kapittel van de geelzucht.

En is de zieke gevoed bij de hitte van de lever voedt dan de zieke met gemengd voedsel zoals gekookte hoenderen, gesneden rammenvlees en spijs in het sop, murwe eieren en dergelijke. Want koude spijs deert de milt en hete deert de lever.

Als hij verhit is laat de zieke de ader laten op de linkerhand tussen de ringvinger en de kleine vinger. En heeft hij enig gezwel genees die aldus; Kook ui in olie van olijven en in wijn met komijn en leg deze pleister warm op de milt.

Nog kook gepelde bonen in olie en in wijn en leg dit erop. Als het eruit is heel de plaats waar de etter in lag.

Geef hem mirre (Commiphora myrrha) te drinken gemengd met wijn, dit zuivert het etter en laat het afgaan met de urine en drink het zodat de urine vermeerdert zoals in het kapittel hierna beschreven zal worden.

Geef hem daarna mirrezaad te drinken of gallen of schorsen van granaatappels gekookt in regenwater en gemengd met suiker.

En leg deze pleister van buiten die gemaakt is van rozenbladeren, van bolus Armeniacus, gedroogde wortels van smeerwortel [120] mastiek (Pistacia lentiscus) verpoederd in 1 mortier en gemengd met weegbreewater of het sap, dit zal de plaats altijd genezen.

Djts vander nieren tote wien lopen die humoren die nature van haer stect dan so clagen die liede haer lendenen In welke nieren menechwerf wassen grauelen. & dat in die lieden die ontgaen siin harer kintscheit. maer in de kindren wassen stene in de blase. In die nieren wassen oec apostemen. & daer comen oec in humoren coude & hete. Coude. van fleumen & van melancolien hete van bloede of van coleren Die comen van fleumen. die kent bi dattie zieke geuoelt coude in den bodem vander nieren. dorine bleec & vet Die van melancolien comt. die kent bi dattie zieke heeft jn de lendinen zeerheit & swerheit. dorine dunne & ontuarwt Die comt van veruulten van bloede. die zieke geuoelt hitte jnden bodem van sinen nieren & swerheit & zeerheit. die adren onder den enckel alle vol dorine root & vet. Die comt van coleren die geuoelt hitte & steecken in die lendenen. dorine dunne & root geuarwt. Ende het geualt dicwile swerheit in de lendenen bi couden. sonder scout van veruulten van enegen vanden vorseiden humoren. Dat kent also v vorleert es van melancolien. af gedaen die swerheit entie zeerheit Ende comt si bi ongetemperde hitte sonder scout van humoren. dat kent als v vorleert es jnt capittel vanden bloede of van coleren. af gedaen die sweringe entie steecten. Ende het es noet datmen kent wanen dese zeerheit comt. of vander milten of vander leueren. of van alden lichame of vanden hoofde. dewel\ke 121 materie loept ter nieren. Wanen dese materie comt die ierste cure es dat men helpe den lede met dat dlet conforteert Comet vander milten & van couden humoren. so conforteert die milte also v vorleert es jnt capittel vander milten. Ende also die luere. Ende also thooft. Ende comet van alden lichame dat kent bider swerheit van alden leden. Dierste cuere es dat men die humoren digerere met oximel duretijc. daer af gegeuen tsmorgens & sauons .2. lepel vol met .4. lepel vol warms waters. Ten .7. dage so gef .2. dr. benedicten gescerpt met .1. dr. esulen. die nutte sauons & drinke daerop warmen wijn. Des derds dages so baedt den zieken. dies ander dages daerna doetem laten die leuere adre. Ende geeft hem nutten alle dage daerna venkelsaet. anijs. dit sal hem doen maken orine. met welken die nieren selen dwaen. of geeft hem dya anisum. Heeft hi den reume & hi veruult si van bloede. so doetem laten ter leuere adren. maer digereert ierst sine materie met dyaprunis. & maect hem warmoes van pappel bladren. 9 violet bladre. borago. & vele persiins. dit gesoden met vetten swinen vleesche. of met botren. Maer en gaf hem niet oxisaccarum eist dat hi heeft den reume. Oxisaccarum es ontdoende die wegen vanden adren. waerbi het soude doen wassen die reume dat quaet ware. Smere hem die lendenen met olien van violetten geminct met boteren. & daer bouen so legt .1. linen cleet genet in watere daer in gesoden es nachtscade Ende en heuet hi genen reumen. so digereert sine materie met oxisaccarum. daer na purgeert metten latuarien de succo rosarum. Ende daerna soe baettene & doetem laten also v vorleert es. Ende doetem nutten alle dage nuch\tens 122 & nauens dya anisum om de nieren te suuverne metter orinen die si maket.

Dit is van de nieren waar de vochtvermenging naar toe lopen die de natuur van zich steekt en dan klagen de lieden over hun lendenen waarin vaak niergruis groeit en dat in de lieden die hun kindsheid ontgaan zijn, maar in de kinderen groeien stenen in de blaas. In de nieren groeien ook gezwellen en daar komen ook koude en hete vochtvermenging in. Koude van fluimen en van melancholie en hete van bloed of van gal.

Die van fluimen komen die herken je omdat de zieke koude voelt in de bodem van de nieren en de urine is bleek en vet.

Die van melancholie komt die herken je omdat de zieke in de lendenen pijn heeft en zwaarheid, de urine is dun en ontkleurd.

Die van volheid van bloed komt die zieke voelt hitte in de bodem van zijn nieren en zwaarheid en pijn en de aderen onder de enkel zijn geheel vol en de urine is rood en vet.

Die van gal komt die voelt hitte en steken in de lendenen, de urine is dun en rood gekleurd. En het gebeurt vaak met zwaarheid in de lendenen bij koude, zonder oorzaak van volheid van enige van de voor vermelde lichaamsvocht. Dat herken je zoals het u geleerd is van melancholie waar de zwaarheid en pijn weg is.

En komt ze van ongetemperde hitte zonder oorzaak van lichaamsvocht dat herken je zoals u geleerd hebt in het kapittel van het bloed of van gal zonder de zweren en steken. En het is nodig dat men herkent wanneer deze pijn komt, of van de milt of van de lever of van het hele lichaam of van het hoofd welke [121] materie naar de nieren loop. Wanneer deze materie komt, de eerste behandeling is dat men de leden helpt met het lid te verbeteren.

Komt het van de milt en van koude lichaamsvocht verbeter de milt zoals u geleerd hebt in het kapittel van de milt. En alzo de lever. En alzo het hoofd. En komt het van het hele lichaam dat herken je bij de zwaarheid van alle leden.

De eerste behandeling is dat men het lichaamsvocht digereert met oxymel (water, honing en azijn) duretijc en geef daarvan ‘s mխorgens en ‘s avonds 2 lepels vol met 4 lepels vol warm waters. De 7de dag geef je 2 drachmen Cnicus benedictus gescherpt met 1 drachme Euphorbia esula, die nuttig je Գ avonds en drink daarop warme wijn. De derde dag baad je de zieke en de volgende dag daarna laat je hem de leverader laten. En geef hem elke dag venkelzaad en anijs te nuttigen, dit zal bij hem urine laten maken waarmee de nieren gewassen zullen worden of geef hem sap van anijs. Heeft hij reuma en hij is vervuld van bloed laat hem de leverader laten, maar digereer eerst zijn materie met sap van pruimen en maak voor hem warme moes van Malva bladeren, 9 violenbladeren, bernagie en veel peterselie, dit gekookt met vet varkensvlees of met boter. Maar gaf hem geen suikerwater als hij reuma heeft. Suikerwater maakt de wegen van de aders open waarbij het de reuma zou laten groeien wat slecht is. Besmeer hem de lendenen met olie van violen gemengd met boter en leg daarboven 1 linnen kleed genat in water waar nachtschade in gekookt is.

En heeft hij geen reuma digereer dan zijn materie met suikerwater en purgeer daarna met likkepot rozensuiker. En baadt hem daarna en laat hem laten zoals u geleerd hebt. En laat hem elke dag ճ morgens [122] en ‘s avonds sap van anijs nuttigen om de nieren te zuiveren met de urine die ze maakt.

Apostemen die wassen onderwilen in die nieren. & dat onderwilen in dene & onderwilen in beide. Alse men geuoelt maer in dene zide. dan en eist maer in den niere. & alsi es in beiden nieren. dan geuoelt mense in beiden ziden Die comt van heten humoren alse van bloede of van coleren. die kent also v vorleert es. Ende also gelike die comt van couden Die comt van bloede. men geuoelt alsoet vorseit es. bi hooftswere & scarpen cortse bi datmen mach qualike pissen. & dorine die es rootachtech & onderwilen in hebben de sculferinge. & onderwilen etter. & onderwilen oft ware droesene entie dunne. & si es oec onderwilen bruunachtech Die comt van coleren dat bekent alsoet vorseit es dorine es oec onderwilen geluachtech of bruunachtech kerende ten geluwen wert Ende comt si van fleumen. dat kent biden vorseiden tekenen. Ende onderwilen so en mach de zieke niet pissen of met pinen bider tayheit vander fleumen. dorine es bleec ende etterech in den bodem Ende comt si van melancolien. so es dorine vet ende swart. entie zieke heeft die vorseide tekenen Es si van bloede of van coleren so doetem tierst bloet laten onder tancluwen buten voete. Dies ander dags maect hem .1. clisterie van gesodenre papplen & violetbladren & wortel van hoensche. Ende hi nutte dyadragant. Entie .4. coude cyropen vorseit gemaect vanden .4. couden saden smorgens & sauons. & legt hem 123 optie zere stede dit plaster & Nemt papple ende wortele alsoet vorseit es. dit stoot met gansen smoute. of aenden smout. of hoender smout. dat legt hem heeter dan laeu optie zere stede Dit es goet jegen dese apostemen in die stede vorseit vander leueren. dat es goet den nieren. Want also die leuere vorseit haelt haer voetsel van der magen. also halent die nieren vander leueren waterachtech bloet. ende daer af hout si dat gorseme. ende dat subtile sent si ter blasen dwelke wert orine.

Gezwellen die soms in de nieren groeien en dat soms in de ene & soms in beide. Als men het maar in een zijde voelt dan is het maar in 1 nier en als het in beide nieren is dan voelt men ze in beide zijden.

Die van hete lichaamsvocht komt zoals van bloed of van gal die herken je zoals u geleerd hebt. En net zoals die van koude komt.

Die van bloed komt dat voelt men zoals gezegd is bij hoofdpijn en scherpe koorts en omdat men slecht kan plassen en de urine is roodachtig en soms bevat het schilfers en soms etter en soms alsof het droesem is en dat dun en het is ook soms bruinachtig.

Die van gal komt dat herken je zoals het gezegd is, de urine is ook soms geelachtig of bruinachtig en keert naar het gele toe.

En komt ze van fluimen dat herken je met de voor vermelde tekens. En soms kan de zieke niet plassen of met pijn en van de taaiheid van de fluimen is de urine bleek en etterig in de bodem.

En komt het van melancholie dan is de urine vet en zwart en de zieke heeft de voor vermelde tekens.

Is het van bloed of van gal laat hem eerst bloed laten onder de enkels buiten de voet. De volgende dag maak je voor hem 1 klysma van gekookte Malva en violenbladeren en wortel van heemst. En hij nuttigt sap van dragant, (Astragalus). En de 4 koude voor vermelde siropen die gemaakt zijn van de 4 koude zaden Գ morgens en Գ avonds en leg bij hem [123] op de zere plaats deze pleister en neem Malva en wortels zoals gezegd is en stamp dit met ganzenvet of ander vet of hoender vet en leg dat bij hem heter dan lauw op de zere plaats.

Dit is goed tegen deze gezwellen in die voor vermelde plaats van de lever en dat is goed voor de nieren. Want net zoals als de voor vermelde lever haar voedsel van de maag haalt net zo haalt de nier van de lever waterachtig bloed en daarvan behoudt ze het drabbige en dat subtiele zendt ze naar de blaas wat urine wordt.

Men pist menechwerf bloet dat den mensce toecomt in meneger manieren Bi quetsingen. of bi andren saken Bi springene of bi lude te singene. of te roepene. Of bi te vele te sine met wiuen of bi te groter hitten of bi te cooder lucht. dwelke ghi moget kennen biden vonnisse van den zieken. Ende onderwilen so comet van binnen alse vander leueren of vander milten of van kilis. die liggen an trugge been. of vanden nieren of vander blasen Comet bi veruulten van bloede. dat kent bi dattie lichame es veruult van bloede. ende alle die adren siin al vol bloets Comet bider scarpheit vanden bloede so sal dbloet siin geluachtech. & onderwilen so heeft hi bitinghe int conduut daer dorine vut gaet Comet vander leueren. so heeft hi wee in die rechter lanke. & dbloet es puur Ende comet vander nieren of van kilis vena. so heeft hi wee in den rugge ende dbloet puur. maer niet also vele alse vander leueren Comet vander milten. so heeft hi wee an die slinke zide. & dbloet wert torbel & onderwilen luttel Comet vander bla\sen. 124 so geuoelt men die pine int lijchaer ende dbloet comt vut puur & geclontert Dits .1. gemene raet datmen dit betert ten manierlijcsten dat men mach. Want gaet mer toe omme te stremmene verdelike het ware te duchtene dat dit bloet mochte wederkeren daert nature van hare steect ende dan so mochter sware ziecheit af comen Ende het geualt dicken dat dbloet dat valt in de blase van andren leden. dat het verclontert in de blase bi harer coutheit. dit bestopt den hals vander blasen so datter gene orine vit en mach. waerbi dat die zieke sterft hulpe loes Dits die raet daer jegen. doet zieden in borne .1. cruut ende heet silex. & dat stoot. & legt die plastere op dat lijchaer. also neder toten fondamente Ende gef hem drinken .4. dr. cantariken. die hooften entie sterten wech geworpen. den lichame wel gepuluert & getempert met geyten melke. hi sal voruoets pissen wanen het comt. Of en ware dat de hals vander blasen ware gestopt met enen stene. of graueele of met enen harden vleesche dat onderwilen wast omtrent den hals vander blasen. dwelke men mach niet genesen. & dit heet in latine ficus jn surgien Ende eist dat comt bi veruulten van bloede. so doetem laten ter leuere adren in den rechten arm. Ende comet vterer (l. vter) milten. doetem laten in den slinken arm donderste adere Ende comet van kilis of van den nieren of vanden lendinen. so doetem laten onder den enkel binnens voets. Ende geeft hem te nuttene dese latuarien geminct dyacodion. & suker rosaet van elken euen ve\le 125 also groet alse ene karstaengie Ende doet hem maken dit cyroop. Rp mirtilli. rosaet. sumac. balaustrie. rebarbe. plantaginis. thus. mastic. boli. armenici. jnde decoquantur. plu. succari quantum. satis. fiat cyrupus Ende dan legt hem dit plaster optie stede danen dbloet comt. Nemt thuris. masticis. mummie. sanguinis draconis. boli. armenici. seminis arnaglossa. rosaet. farinae ordei. ana partes equales fiat emplastrum cum albumine oui. dit sal stelpen & dwingen die stede daer dbloet vte comt. so dat daer nemmeer bloets vte en sal comen. Gef hem ooc tetene atanasia getempert met sape van wegebreden

Men plast vaak bloed dat de mens op vele manieren aankomt. Bij kwetsingen of bij andere zaken, bij springen of door luid te zingen of te roepen. Of door veel met vrouwen te zijn of van te grote hitte of van te koude lucht wat ge herkennen kan uit het vonnis van de zieken. En soms komt het van binnen zoals van de lever of van de milt of van kilis, die aan de rugwervel liggen, of van de nieren of van de blaas.

Komt het van volheid van bloed dat herken je omdat het lichaam gevuld is van bloed en alle aderen zijn geheel vol bloed.

Komt het van de scherpte van het bloed dan zal het bloed geelachtig zijn en soms heeft hij bijten in de leiding daar de urine uit gaat.

Komt het van de lever dan heeft hij pijn in de rechterflank en het bloed is puur.

En komt het van de nieren of van kilis vena dan heeft hij pijn in de rug en het bloed is puur, maar niet zo veel als van de lever.

Komt het van de milt dan heeft hij pijn aan de linkerzijde en het bloed wordt troebel en soms weinig.

Komt het van de blaas [124] dan voelt men de pijn in het bekken en het bloed komt er puur en geklonterd uit.

Dit is 1 algemene raad dat men dit op de natuurlijkste manier verbetert dat men kan. Want ga je er meer toe om het vaardig te stremmen het is te duchten dat dit bloed weerkeren mocht waar de natuur het van zich steekt en dan kon er zware ziekte van komen. En het gebeurt vaak dat het bloed dat in de blaas van andere leden valt dat het in de blaas verklontert door haar koudheid en dit verstopt de hals van de blaas zodat er geen urine uit kan waarbij de zieke hulpeloos sterft.

Dit is de raad daartegen; laat in bronwater 1 kruid koken dat silex (vuursteen) heet en stamp dat en leg de pleister op het bekken naar beneden tot het fondament. En geef hem 4 drachmen Spaanse vliegen te drinken, de hoofden en de staarten weg werpen en het lichaam goed verpoederd en gemengd met geitenmelk, hij zal direct plassen wanneer het komt. Of is het dat de hals van de blaas verstopt is met een steen of niergruis of met een hard vlees dat soms omtrent de hals van de blaas groeit wat men niet kan genezen en dit heet in Latijn ficus in chirurgie.

En is het dat het van volheid van bloed komt laat hem laten in de leverader in de rechterarm. En komt het uit de milt laat hem laten in de linkerarm, de onderste ader.

En komt het van kilis of van de nieren of van de lendenen laat hem laten onder de enkel binnen de voeten. En geeft hem deze gemengde likkepot te nuttigen; sap van zoethout en suiker van rozen en van elk evenveel [125] en zo groot als een kastanje.

En laat voor hem deze siroop maken; Recept; mirt, rozen, sumak, (Rhus coriaria) granaatappelbloemen, rabarber, Plantago, wierook, (Boswellia thurifera) mastiek, (Pistacia lentiscus) bolus Armeniacus in afkooksel en voeg er voldoende suiker bij en maak de siroop.

En leg dan bij hem deze pleister op de plaats waar het bloed komt; Neem wierook, mastiek, mummie, drankenbloed, bolus Armeniacus, zaad van grote weegbree, rozen, gestemeel en gelijke delen en maak een pleister met wit schapenvet, dit zal stelpen en drukken de plaats daar het bloed uit komt zodat daar nimmermeer bloed uit zal komen. Geef hem ook reinvaarn te eten gemengd met sap van weegbree.

Djabetica. dats ene ziecheit dat de mensche dicwile sine orine maect bi dat de nieren siin ontempert bi hitten ende bi droochten. Dit comt onderwilen van te vele te sine met wiuen. & sonderwilen van te vele pinen. & onderwilen van naturliker verydeltheiden omtrent die nieren. & onderwilen bi scarpen cortse. onderwilen bi dattie nieren siin veruult van tevele humoren Eist dat comt bi veruulten van humoren. dat kent bider swerheit die es jn de lendenen. & bitinge jn die nieren ende steecten & hitte ende eenparlike dorste. & bi dat den zieken al siin lichame es ontuarwt ende mager. & hi heeft ongetelden wille te pissene. & dicke pist hi. & dats om dat hi vele drinct. Entie dorst comt bider droochten van der leueren & bider hitten die es in die nieren welke nieren trecken dorine vander leueren eer sire in mach zieden. & dat comt bi harer droochten dat si haer ontgaet & daelter ten nieren diese vort sent sonder letten ter blasen. ende daer so wert si ongesoden dunne & ongeuarwt. ende 126 onderwilen geuarwt middelike. & dicke te pissene & vele Ende eist so dat die ongetempertheit van diabeten si sonder scout van humoren metten vorseiden tekenen. so es dorine dunne & ongeuarwt. sonder swerheit ende deren der nieren Dierste es dat men es sculdech te helpene der naturen met couder medicinen te geuene ten monde & van buten te leggene daers noet es. Dander es dat men es sculdech meer te verdriuene die hitte vander nieren. dan te helpene der flauheit vander onthoudender cracht vander leueren Ende eist biden veruulten vanden humoren. dwelke ghi kent bi den vorseiden tekenen. so digereert die materie met oxisaccarum. & daerna purgeert metter elcunarien de succo rosarum. des derds dages so baedtene toten nauele jn watere daer in gesoden es wegebrede ende rode rose bladre. Ten vutganc gef hem rubea trosiscata getempert met watere daer in gesoden es hertstonge & enduue Dies ander dages daerna so doetem laten onder tancluwen butens voets Ende eist bi sculden van humoren of sonder humoren simpelike. so gef alle dage tsmorgens & tsauens dyaprumis getempert met sukere rosaet jn de mate van ere cleinre karstaengien te lichtene & te verwandelene die hitte vanden nieren. & te conforteerne cranke crachten vander onthoudender naturen in die nieren Ende na dat hi dese latuarien sal hebben geuseert. so nem van desen cyrope also vele alse in .1. eydop soude gaen geminct met .3. werf also vele laeus waters Rp. folia. rosarum. mirte. sorbi. mispili. pirirubi. sirupetra cum zuccaro. quantum. satis. dese bladere stoot na dat si gesoden siin & legse warm 127 optie nieren. Ende smert hem die lendinen met olien van violetten & met popelioene Ende legt daer bouen .1. plaster gemaect van donrebart & van nachtscaden gestoten & geminct met .1. luttel aysijns Of maect dit plaster. Nem mastic. boli. armenici wit sandali & rode. [& rode] rose bladere dit puluere al in enen mortier ouereen ende minget met olien van rosen. & legget optie lendinen Of maect ene plate loods wel dunne eens voets lanc & onder s. palme wel breet. & dore gatet om datter die hitte wel dore soude gaen. Dese so coelt in aysine. & dan so legt tusscen der platen enten lendinen catoen wel dunne gepluct. dese en laet niet verwarmen. maer coeltse dicken in aysine ende verlegget dicken optie lendinen. dits sonderlinge goet hier toe ende te meneger ziecheit die den nieren toe comt van hitten Die spise die de zieke soude eten. dat souden siin hoendren gesoden met vele persiins ende caudelen van wine. Ende drinke getemperden wiin met fonteynen. ende en nemene niet te heet no te vele Ende nutte dese latuarien. diaantea. & terasandali. van elken euen vele. Of dyarodon albatis met dyadraganti. die ene latuarie es die heet es entie andere cout.128

Diabetici, dat is een ziekte dat de mens vaak zijn urine maakt omdat de nieren ont tempert zijn door hitte en droogte. Dit komt soms van te veel met vrouwen zijn en soms van te veel inspanning en soms van natuurlijke leegheid van de nieren en soms van scherpe koorts en soms omdat die nieren gevuld zijn van te veel lichaamsvocht.

Is het dat van volheid van lichaamsvocht komt, dat herken je bij de zwaarheid die er in de lendenen is en bijten in de nieren en steken en hitte en eenparige dorst en omdat bij de zieken zijn hele lichaam ontkleurd en mager is en hij heeft ontelbare wil van plassen en vaak plast hij en dat is omdat hij veel drinkt. En de dorst komt van de droogte van de lever en van de hitten die in de nieren is welke nieren de urine van de lever trekken eer ze erin mag koken en dat komt van haar droogte dat het haar ontgaat en daalt naar de nieren die het verder naar de blaas zendt zonder te beletten en daar wordt het ongekookt dun en ontkleurd en [126] soms middelbaar gekleurd en vaak plassen en veel.

En is het zo dat die ongetemperdheid van diabeten zonder verbranding van lichaamsvocht met de voor vermelde tekens is dan is de urine dun en ongekleurd en zonder zwaarheid en deren van de nieren.

De eerste is dat men de natuur moet helpen met koude medicijnen in de mond te geven en van buiten te leggen daar het nodig is. De andere is dat men meer de hitte van de nieren moet verdrijven dan de flauwheid van de onthoudende kracht van de lever te helpen. En is het van de volheid van het lichaamsvocht die ge herkent met de voor vermelde tekens digereer de materie dan met suikerwater en purgeer daarna met de likkepot rozensuiker en baad hem de derde dag tot de navel in water waar weegbree en rode rozenbladeren in gekookt zijn. Geef hem bij het uitgaan rubea trosiscata gemengd met water waar hertstong (Asplenium scolopendrium) en andijvie in gekookt is. Laat hem de volgende laten onder de enkel buiten de voeten.

En is het de schuld van lichaamsvocht of zonder enkelvoudige lichaamsvocht geef elke dag ‘s morgens en ‘s avonds sap van pruimen gemengd met suiker rosaet in de maat van een kleine kastanje om de hitte van de nieren te verlichten en te veranderen en de zwakke krachten van de onthoudende naturen in de nieren te verbeteren.

En nadat hij deze likkepotten gebruikt zal hebben neem dan van deze siroop zoveel als er in 1 eierdop zou gaan gemengd met 3 maal zo veel lauw water; Recept; blad van rozen, mirt, Sorbus, mispel, (Mespilus) Pyrus en voeg suiker aan de siroop toe zoveel als genoeg is en stamp deze bladeren nadat ze gekookt zijn en leg ze warm [127] op de nieren. En besmeer hem de lendenen met olie van violen en met populierzalf. En legt er boven 1 pleister die gemaakt is van donderbaard en van nachtschade gestampt en gemengd met wat azijn.

Of maak deze pleister; Neem mastiek, (Pistacia lentiscus) bolus Armeniacus, wit sandaalhout en rode en rode rozenbladeren en verpoeder dit alles in een mortier door elkaar en meng het met olie van rozen en leg het op de lendenen.

Of maak een goede dunne plaat lood van dertig cm lang en ander ½ palm breed en doorgaat zodat de hitte er goed door zou gaan. Deze verkoel je in azijn en leg dan tussen de platen en de lendenen goed dun geplukte katoen en laat die niet verwarmen, maar verkoel het sterk in azijn en verleg het vaak op de lendenen, dit is hiertegen bijzonder goed en in menige ziekte die aan de nieren van hitte komt.

De spijs die de zieke zou eten dat zou hoenderen zijn die met veel peterselie en kandeel van wijn gekookt zijn. En drink gemengde wijn met fonteinwater en neem het niet te heet of te veel.

En nuttig deze likkepotten; diantea (sap van Althaea?) en sandaalhout en van elk even veel. Of dyarodon albatis met sap van dragant, (Astragalus) dat een likkepot is die heet is en de anderen koud. [128].

Van dat orinen vloyt

Dyampne dats .1. andere ziecheit die den mensce toecomt. & dat comt bider crancheit vander blasen alsi vercout es buten harer rechter naturen. want si es selue naturlike cout om dat si es .1. zenewech led. Ende alse haer zenewen die in haren hals siin vercouden bouen haer naturlijc recht. dan en mogen si niet doen haer naturlijc werc. ende en mogen niet sluten den hals vander blasen sine moeten laten gaen dorine. Ende dus so pist de mensche siins ondankens Desen zieken so moet men sine materie digereren met simplen oximelle. & daerna purperen die humoren met benedicten. & daer af geuen .3. dr. ende s. Des derds dages daerna baedt den zieken sittende in enen dele waters tote ouer tliichaer ende ouer die lendenen daer in gesoden es alsene. rute. byvoet. mente. apie. persiin. keruel. Ende gef hem nutten teracle alse hi gaet vten bade .1. dr. getempert met sape van menten & met wine daer in gesoden es castorie. Ende naden vijften dach van siere purgacien. so gef hem elx dages te drinkene dit cyroop. dats die teracle alsoet vorseit es. het en ware .1. kint. of onder sine .12. jaren. want so wert hem te heet siere moruwer naturen Ende es die zieke te cranc. te jonc of te out. so en gef hem gene teracle. maer ziedt hem eyke applen in watere jnt welke dat ghi tempert dit puluer ende drinke. Nem die blase van .1. geyt of van .1. stier of van 129 enen swine. dese bernt in .1. nuwen erdenen pot te puluere. & ete die eyke applen met sukere. Of drinke dwater getempert met slipe ierst gedroget ende gepuluert wel cleine. Dit ware oec goet die strawelioen hadde. Of die plage te pissene in siin bedde. Of dien de blase ware geplasmeert.


Van dat urine vloeit.

Dyampne, dat is 1 andere ziekte die de mens aankomt en dat komt van zwakte van de blaas als ze verkouden is buiten haar echte natuur want ze is zelf natuurlijk koud omdat ze 1 lid is met zenuwen. En als haar zenuwen in haar hals verkouden zijn boven haar natuurlijk recht dan kunnen ze niet hun natuurlijk werk doen en kunnen de hals van de blaas niet sluiten en moet ze de urine laten doorgaan. En dus zo plast de mens tegen zijn wil.

Deze zieke moet men zijn materie digereren met enkelvoudige oxymel (water, honing en azijn) en daarna het lichaamsvocht purgeren met Cnicus benedictus en daarvan 3 en een half drachme geven. De derde dag daarna baad je de zieke die in een deel water zit tot over het bekken en over de lendenen waar alsem, ruit, bijvoet, munt, Apium, peterselie en kervel in gekookt zijn. En geef hem 1 drachme teriakel te nuttigen als hij uit bad gaat, gemengd met sap van munt en met wijn waar in bevergeil gekookt is. En na de vijfde dag van zijn purgatief geef hem dan elke dag deze siroop te drinken, dat is de teriakel zoals gezegd is, tenzij het 1 kind is of onder zijn 12 jaar want dan wordt zijn murwe natuur te heet.

En is de zieke te zwak, te jong of te oud geef hem dan geen teriakel maar kook voor hem eikenbladeren in water waarin ge dit poeder tempert en drink het; Neem de blaas van 1 geit of van 1 stier of van [129] een varken en brandt die in 1 nieuwe aarden pot tot poeder en eet de eikenappels met suiker. Of drink het water gemengd met slijpsel en eerst goed klein verpoederd en gedroogd. Dit is ook goed die strawelioen hebben. Of de plaag hebben in bed te plassen. Of die de blaas geplasmeerd hebben.

Van dat orine belet si.

Stranwiria. es ene ziecheit dat die mensce niet en mach gelosen van sire orinen no cleine no groet. ende es ene ziecheit allene sonder ander dinc. Of het en waren humoren diet daden. Ende dat comt ondertiden .2. siins. Want het comt ondertiden van roder viereger coleren die verbernt dorine waerbi si comt droppende in die blase. Also loopt si druppende vter blasen. Ende dat kent bi harer bitingen Of si comt van couden humoren alse fleume. & niet van melancolien maer si es naturlijc droge. maer dese coude & wache fleume die verlanget die lacerten van den halse vander blasen. waerbi die blase haer niet en mach wel sluten. & alsoet valt druppende in de blase. also steket nature vut drupende Ende comet van hitten. dwelke ghi kent bider hitten & bider bitinge die es jnt conduut vander blasen. entie stede geswollen. ende bi dattie orine es geuarwt root Ende comet van fleumen. dat kent bider ongeuarwder orinen 130 & bi harer dunheit Ende comet van hitten so doet den zieken laten onder den enckel binnens voets. Ende digereert sine humoren met oxisaccarum Ende daerna purgeert met elcunarium de succo rosarum. Dies derds dages baedtene in watere daer in gesoden es hertstonge ende enduue. Ende men geue hem ten vutgane rubea trosiscata. Ende dies ander dages daerna doetem laten onder den enckel vanden andren voete. Ende daerna so gef hem elx dages nuchtens & nauens dyaprunus geminct met sukere vyolaet. Ende daer op drinke cyroop dat gescreuen es jnt capittel van dyabetica. Ende men smere hem vanden nauele toten fondamente met olien van violetten die si geminct met aysine. Ende daer op legt .1. plaster dat gemaect si van donrebaer van nachtscaden. Ende men werpe hem in der manlicheit warm melc geminct met olien van violetten. met .1. cyriengien. Ende comet van couden humoren. so digereertse met oximel. & purgeertse met benedicten Des derds dages so baedtene in watere daer alsene in es gesoden & mente & rute & dieregelike. Ten vutganc van den bade so gef hem drinken teracle geminct met wine daer in gesoden si castorie. Dies ander dages so doetem laten alsoet vorseit es. Ende smeertene met .1. zaluen die men heet agrippa. & gietet hem in ter roeden met .1. argape. dats ene cyringie. Ende teracle gesoden met sape van menten & dan geziet. Ende gef hem nutten nuchtens & nauens zingiber alexan drinker met elcunarium ducis Daer na gef hem drinken dit cyroop tote hi genesen es. Rp radices brionie. centum grana. pionie. mente coquantur in aqua colatura admissentur mel rubea & cyrupere in fine decoctionis apponatur puluis castorei 131 mirre & zuccarum. & fiat cyrupus Dese vore screuen cure machmen doen dengenen die tsnachts pissen in haer bedde. Ende oec dien die geplasmeert siin in den hals vander blasen. & dat daer toe hoort.

Van dat de urine belet is.

Stranwiria, is een ziekte dat de mens zijn urine niet kan lozen, niet klein of groot en is een ziekte die alleen is zonder ander ding. Of tenzij dat het van vochtvermenging zijn die het deden. En dat komt soms 2vormig. Want het komt soms van rode vurige gal die de urine verbrandt waarbij ze druppelend in de blaas komt en alzo loopt ze druppelend uit de blaas. En dat herken je bij haar bijten.

Of ze komt van koude lichaamsvocht zoals fluimen en niet van melancholie, maar ze is natuurlijk droog, maar deze koude en vochtige fluimen die verlengen de spieren van de hals van de blaas waarbij de blaas zich niet goed kan sluiten en alzo valt het druppelend in de blaas en alzo steekt de natuur het druppelend uit.

En komt het van hitte wat ge herkent bij de hitten en bij het bijten die in het kanaal van de blaas is en die plaats is gezwollen en omdat de urine rood gekleurd is.

En komt het van fluimen dat herken je bij de ongekleurde urine [130] en bij haar dunheid.

En komt het van hitte laat de zieke dan laten onder de enkel binnen de voeten. En digereer zijn lichaamsvocht met suikerwater. En purgeer daarna met likkepot van rozensuiker. De derde dag baad je hem in water waar hertstong en andijvie gekookt is. En men geeft hem bij het uitgaan rubea trosiscata. En de volgende dag daarna laat je hem laten onder de enkel van de andere voet. En daarna geef je hem elke dag ‘s ochtend en ‘s avonds sap van pruimen gemengd met suiker van violen. En drink daarop siroop dat beschreven is in het kapittel van diabetici. En men besmeert hem van de navel tot het fundament met olie van violen die gemengd is met azijn. En daarop leg je 1 pleister die gemaakt is van donderbaard en van nachtschade. En men werpt hem in de manlijkheid warme melk gemengd met olie van violen met 1 chirurgie (werktuig, zie onder).

En komt het van koude lichaamsvocht digereer het dan met oxymel (water, honing en azijn) en purgeer hem met Carduus benedicta en baad hem de derde dag in water daar alsem in gekookt is en munt en ruit en diergelijke. Te uitgang van het bad geef je hem teriakel te drinken gemengd met wijn waar bevergeil in gekookt is. De volgende dag laat hem laten zoals het gezegd is. En besmeer hem met 1 zalf die men agrippa (1) noemt en giet het bij hem in de roede met 1 argape, dat is een chirurgisch apparaat. En teriakel gekookt met sap van munt en dan gezeefd. En geef hem ‘s ochtend en ‘s avonds gember alexander te drinker met zoete likkepot te drinken.

Geef hem daarna deze siroop te drinken tot hij genezen is; Recept; wortels van Bryonia, Plumbago europaea, pioen, munt, kook het in voldoende water en voeg er toe rode honing en siroop en tenslotte voeg toe in het afkooksel poeder van bevergeil, [131] mirre (Commiphora myrrha) en suiker en maak de siroop.

Deze voor beschreven behandeling kan men doen bij diegenen die ‘s nachts in hun bed plassen. En ook die in de hals van de blaas geplasmeerd zijn en dat daartoe behoort.

(1) Genoemd naar Agrippa, koning van Juda, die deze zalf zou hebben uitgevonden.

Van grauelen te gelosene

Djssuriam & suriam dit siin .2. fauten van te makene orine. Ende dit comt bi dat de volmaecte steen bestopt den hals vander blasen. Of het comt bi grauelen. dwelke ghi moget kennen bi datse de zieke pist vte. & dat dicken met groter pinen. Dese .2. ziecheiden siin quaet te genesene. Nochtan vintmen selke dies hen vermeten dat sise selen genesen. ende sine wetender el niet af dan groete worde dien si seggen die men vint logene. & hoenen die lieden van haren gelde. & ooc hen seluen opdat si wisten wat zielen waren. & si vlien diefachtechlike. dus so en dorren si nemmer meer wederkeeren. Dus eist die minst weet van medicinen. die sal hem sottelijxt daerop vermeten. ende dat nes geen wonder. want die sot doet altoes sine sotheid. entie valsche sine valscheit Dits die raet vanden fisiciin alse dese dissurie. of surie toe comt enen mensce van humoren die siin in die blase. de welke gi moget kennen bider orinen alsise maken. dwelke es zere belemmert. so gef den zieken drinken .4. cantariden gestoten & gewreven wel cleine jerst en wech geworpen die hoofden ende die vlerken & dan getempert met geyten melc dit salse veruoets doen maken orine. dit. 132 hebbic dicken geproeft. ende en falgierde mi noyt Enege meesters die leeren dat men geue drinken die kerlen van kerselstenen gestoten ende getempert met geyten melke Noch wortele van peper dat gelu bloemen dragt. dwelke heet in latine acoris of gladiolus. dit gesoden in watere en dit gedronken doet wel orine maken Noch wortele van radeke gesoden in wine. & die getempert metten puluere van hasen hare & dat gedronken doet zere orine maken. Dit orcont Hermanus die maecte den tresoor vanden armen. Ende hi scrijft dat hi gene redene en siet no en vint dat redene mach geuen. Nochtan so orcont hi dat hijt proefde. Drie dage nuchtern gepist optie grote netele die saet draget die netele verdroget. entie zieke verdroget van sinen pissene te vele Ic soude v scriuen vele wonders dat ic vinde bescreuen in boeken. maer jc en gelove niet ane want experimente die niet naturlijc siin die en prisic niet. want het siin vele touerien. maer die naturlijc siin. dit es men sculdech te gelouene & anders en gene.


Van niergruis te lossen.

Dissuriam en suriam, dit zijn 2 fouten om urine te maken. En dat komt omdat de volmaakte steen de hals van de blaas verstopt. Of het komt van niergruis wat ge kan herkennen omdat de zieke het uit plast en dat vaak met grote pijnen.

Deze 2 ziektes zijn slecht te genezen. Nochtans vindt men sommigen die zich vermetele dat ze hen zullen genezen en ze weten er niets anders van dan grote woorden die ze zeggen wat men leugens vindt en honen de lieden van hun geld en ook zichzelf als ze wisten wat zielen waren en ze vlieden diefachtig en dus zo durven ze nimmermeer terug te keren. Dus is het die het minste van medicijnen weet die zal zich er zot op aanmatigen en dat is geen wonder want de zot doet altijd zijn zotheid en de valse zijn valsheid.

Dit is de raad van de geneesheer als deze dissurie of surie aan een mens toekomt van lichaamsvocht die in de blaas zijn en die ge kan herkennen bij de urine als ze die maken die zeer belemmerd is en geef de zieke 4 Spaanse vliegen te drinken, gestampt en eerst goed klein gewreven en werp de hoofden en de vlerken weg en temper het dan met geitenmelk, dit zal ze direct urine laten maken en dit [132] heb ik vaak beproefd en het faalde bij mij nooit.

Enige dokters die leren dat men de kernen van gestampte kersenpitten te drinken geeft gemengd met geitenmelk.

Nog wortels van peper dat gele bloemen draagt die in Latijn Acorus of Gladiolus heet, (Iris pseudoacorus) kook dit in water en drink het, dit laat goed urine maken.

Nog wortels van mierikswortel in wijn koken en die gemengd met het poeder van hazenhaar en dat drinken laat zeer urine maken.

Dit verkondigt Hermanus en die maakte de schat van de armen. En hij schrijft dat hij geen reden ziet of vindt dat reden kan geven. Nochtans zo verkondigt hij dat hij het beproefde. Drie dagen ‘s ochtends op de grote brandnetel (Urtica) plassen die zaad draagt, die netel verdroogt en de zieke verdroogt van zijn te veel plassen.

Ik zou u van vele wonderen schrijven die ik beschreven vind in boeken, maar ik geloof er niet aan want experimenten die niet natuurlijk zijn die prijs ik niet want het zijn vele toverijen, maar die natuurlijk zijn dat moet men geloven en anders geen.

Gomorrea. dats dat .1. man sciet sine nature siins ondankens. ende dat also wel wakende alse slapende & sonder begerte van wiuen & sonder die roede te stane. Ende dit comt onderwilen bi dattie cullen siin geplasmeert Ende onderwilen bi dat die naturlike onthou\dinge 133 te cranc es. Ende onderwilen bi dat tsmensce zaet es rou ende dunne Comet bi veruulten van bloede. dat kent also v vorleert es. Ende als hem sine nature ontloopt. hi heefter in luttel becomingen. Ende comet bi dattie cullen siin geplasmeert. so ontgaet hem dat hijs niet en weet. Ende comet bi dat de blase es geplasmeert hine geuoelt niet dat hem sine orine ontloept Ende comet bi dat die eersdarm es geplasmeert. so ontgaet hem siin camerganc dat hijs niet en weet. & also doet siin zaet van sinen cullen Ende comet bi dat die onthoudende nature cranc si. dat kent bi dat de lichaem es vermagert ende gebleect. dan so siin die zaet vaten geruut & bedwongen vanden vleesce vanden lichame. Ende comet bi dat siin zaet es vercout & verdunnet. dat kent bi dat es rou & ongesoden waterech Comet van veruulten van bloede. so doetem laten in die leuere adere jn den rechten arm. Of in die adere onder den enckel binnens voets. dese latinge so vernuwet dicken Ende maect hem dese zalue daer gine met smert siin ruggebeen van bouen tote beneden optie lendenen omtrent die cullen enten vede. Nem tsap van der nachtscaden. van latuen. van porceleinen van donrebart. van belrike. dit doet zieden met sape van violetten. & met olien van oliuen. & als tsap es versoden so doeter in was. alst gesmolten es so roert wel en ziet dore .1. 134 cleet. dits ene goede coude zalue. maer die plate loods es sonderlinge hier toe goet optie lendenen. ende dese falgiert luttel of niet. want jc hebber in vonden die warheit Ende comet bi dattie cullen siin geplasmeert. so doeter toe also v vorleert es jnt capittel van stranwirien Als comt van couden humoren. & bi dat die stekende nature es vercranct. so nem wierooc. mastic. mirre. mente. scandali die rode. violetten. & daer af meest. dit vergadert met sape van wegebreden & met zere riekenden wine & siedet tegadere. & legget optie lendinen & optie roede Noch doet tselue dat v gewijst es jnt capittel van dyabeten omme die selue humoren. dat doet oec hier. Ende gef hem conforterende & dwingende latuarien. Alse siin dyacodion met sukere rosaet. & daerna volgende die vorseide cyroope. dwelke jnt bloeden grote cracht hebben te stremmene & te dwingene Ende comet van verdunden sade. so gef die vorseide dingen. Of die minginge van dyacodion met suker rosaet. Ende daerna gef hem drinken cyroop mirtelliin. of violetten dwelke werct starkeliker. Maect sap van menten & van venkle. die ziedt te gadere & daerna ziet & maecter af .1. cyroop met sukere. Noch smertem metten seluen sape laeu optie roede. Ende also seggic van der manne saet te dickene in hare cullen Ende diere gelijc te doene der vrouwen melc in haren borsten alst verdunnet es want alst es te dunne & het haer ontloopt haers ondankens. so voetse met gorsemer spisen. alse gesoden tarwe & aman\del 135 melc metten rise. & pensen & coevoete & dies gelike. want gorsem spise maect goet bloet & gorsem voetsel.

Explicit medicina magistri iohannis dicti ypermans. deo gratias. Amen.

Gonorroe, dat is dat 1 man zijn natuur schiet tegen zijn wil en dat alzo wel wakend als slapend & zonder begeerte van vrouwen & zonder dat de roede staat. En dit komt soms omdat de ballen geplasmeerd zijn. En soms omdat de natuurlijke onthouding [133] te zwak is. En soms omdat het mensenzaad te ruw en dun is.

Komt het van volheid van bloed dat herken je zoals u geleerd hebt. En als bij hem zijn natuur ontloopt, hij heeft er vrij weinig aan. En komt het omdat de ballen geplasmeerd zijn dan ontgaat het hem zodat hij het niet weet. En komt het omdat de blaas geplasmeerd is, hij voelt niet dat bij hem zijn urine ontloopt.

En komt het omdat de aarsdarm geplasmeerd is dan ontgaat bij hem zijn kamergang zodat hij het niet weet en alzo doet zijn zaad van zijn ballen.

En komt het omdat de onthoudende natuur zwak is dat herken je omdat het lichaam vermagerd en verbleekt is en dan zijn de zaadvaten geruwd en bedwongen van het vlees van het lichaam. En komt het omdat zijn zaad verkouden en verdunt is dat herken je omdat het ruw en ongekookt waterachtig is.

Komt het van volheid van bloed laat hem laten in de leverader in de rechterarm. Of in de ader onder de enkel binnen de voeten, vernieuw dit laten vaak.

En maak voor hem deze zalf daar ge zijn ruggenwervel mee besmeert van boven tot beneden op de lendenen, omtrent de ballen en de roede; Neem het sap van de nachtschade, van sla, van postelein, van donderbaard en van bilzekruid, laat dit koken met sap van violen en met olie van olijven en als het sap verkookt is doe er dan was in en als het gesmolten is roer het goed en zeef het door 1 [134] kleed, dit is een goede koude zalf, maar een plaat lood is bijzonder goed hier tegen op de lendenen en deze faalt weinig of niet want ik heb er de waarheid in gevonden.

En komt het omdat de ballen geplasmeerd zijn doe ertoe zoals u geleerd hebt in het kapittel van stranwirien,

Als het van koude lichaamsvocht komt en waarbij de uitstekende natuur verzwakt is neem dan wierook, (Boswellia thurifera) mastiek, (Pistacia lentiscus) mirre, (Commiphora myrrha) munt en van sandaalhout de rode, violen en daarvan het meest, dit verzamel je met sap van weegbree en met zeer ruikende wijn en kook het tezamen en leg het op de lendenen en op de roede.

Nog doe hetzelfde dat u gewezen is in het kapittel van diabeten om dezelfde lichaamsvocht, dat doe je ook hier. En geef hem verbeterende en drukkende likkepotten zoals sap van zoethout met suiker rosaet is en vervolg daarna met de voor vermelde siroop die in het bloeden grote kracht hebben om te stremmen en te drukken.

En komt het van verdund zaad geef de voor vermelde dingen. Of het mengsel van sap van zoethout met rozensuiker. En geef daarna hem siroop mirt of violen te drinken die sterker werkt. Maak sap van munt en van venkel die je tezamen kookt en daarna zeeft en maak er 1 siroop van met suiker.

Nog besmeer hem met hetzelfde sap lauw op de roede. En alzo zeg ik van het mannenzaad te verdikken in hun ballen.

En diergelijke te doen bij de vrouwenmelk in hun borsten als het verdund is want als het te dun is en het hun ontloopt tegen hun wil voedt ze met drabbige spijzen zoals gekookte tarwe en amandelmelk [135] met rijst en penzen en koevoeten en diergelijke want drabbige spijs maakt goed bloed en drabbig voedsel.

Explicit medicina magistri Johannis dicti Ypermans. deo gratias. Amen.

Uit; http://www.dbnl.org/tekst/yper003ecvl01_01/yper003ecvl01_01_0001.htm p. 5]

Aan mijn Vriend J. VERDAM. [p. I]

Inleiding.

Meester Yperman's Chirurgie roept ons de tijden voor den geest, waarin de geneeskunde, na een langdurige periode van onvruchtbaarheid, wederom tekenen van leven begon te geven. Dat aan den oogenschijnlijk verdorden stam de loot der heelkunde het eerst uitbotte, lag in de natuur der zaak. Wat toch toenmaals tot het gebied der Chirurgie gerekend werd, waren hoofdzakelijk kwetsuren, beenbreuken, gezwellen, kortom aandoeningen, die binnen het bereik der zintuigen gelegen zijn en dus gemakkelijk toegankelijk voor klinische waarneming en een tamelijk eenvoudige, grotendeels mechanische, behandeling. Niet ten onrechte werd daarom vroeger de heelkunst ‘Chirurgia, dats werc, gewrocht metter hand’ genoemd. In dit bij uitstek praktische onderdeel der geneeskunde deed zich het gemis aan theoretische kennis nog zoo weinig gevoelen, dat het onaanzienlijk geachte handwerk reeds vroeg een vrij hoge vlucht kon nemen, terwijl de hooghartige Medicina nog eeuwenlang in de kluisters van gezag en scholastiek bekneld zou blijven.

Men behoeft, om dit verschil in ontwikkeling waar te nemen, slechts Yperman 's beide geschriften, zijn Medicina en zijn Chirurgia, met elkander te vergelijken. Het eerste biedt, afgezien van het feit, dat het in de landstaal geschreven werd, luttel oorspronkelijks en zou, zonder nadeel voor de ontwikkeling der geneeskunde, gevoeglijk ongeschreven hebben kunnen blijven; uit het tweede spreekt daarentegen de man van ervaring, die, met allen eerbied voor de Grieks/Arabische overlevering en voor zijn onmiddellijke voorgangers, toch liefst op datgene vertrouwt, wat hij met eigen ogen gezien en met eigen handen getast heeft. Zelfstandigheid is te allen tijde, dus ook in de middeleeuwen, het kenmerk van den wondarts geweest De middeleeuwse chirurgen hebben zich aan geleerdheid niet al te zeer bezondigd; hun praktisch en tijdrovend beroep weerhield hen van bespiegelingen en slechts dan wanneer de omstandigheden hen noopten, zich op het terrein van de theoretische geneeskunde te wagen, lieten zij zich door de oude dogma 's leiden. Waar het echter op de wondheelkunst aankwam, hadden zij een woord mede te spreken. Dit was het veld dat zij zelf ontgonnen hadden en waarop zij de vruchten der [p. II] ervaring konden oogsten, die voor die der oude speculatieve geneeskunde niet behoefden onder te doen.

Italië is de bakermat van deze jonge, aanvankelijk zuiver praktische, och later ook in theoretische richting zich ontwikkelende, tak van wetenschap; Rogerus, de Salernitaansche wondarts, Hugo van Lucca, die in Bologna de heelkunst uitoefende, waren de baanbrekers. Gene vond waardige volgelingen in zijn leerling Roland en in de raadselachtige Quatuor Magistri, wier ’Glossulae super Rogerii et Rolandini’ in wetenschappelijk opzicht tot de beste voortbrengselen der Salernitaanse school behoren. Van Hugo 's bekwaamheid en van zijn juist inzicht in de behandeling van wonden wordt in het werk van zijn zoon, den predikheer Theoderik, getuigenis afgelegd. En Theoderik moge zelf wat veel aan den al te zeer tot compilatie geneigde Bruno van Longoburgo ontleend hebben, dat hij, op het voetspoor van zijn kundigen vader naar vereenvoudiging van de wondhelingsmethode streefde, mag hem als een bijzondere verdienste aangerekend worden. Het toppunt van roem bereikte de Italiaanse chirurgische school in den persoon van Willem van Salicete, ongetwijfeld den oorspronkelijkste en vindingrijksten wondarts uit de dertiende eeuw. Gedreven door den ‘Specialis amori’ dien hij der chirurgie toedroeg, zocht hij het aanzien zijner gildebroeders te verheffen tot het maatschappelijk peil der internisten. En Lanfrac van Milaan, die zich te Parijs vestigde en daar den grondslag legde tot de beroemde Fransche chirurgische school, volgde hem hierin met woord en daad na.

Het zou in Parijs, onder Lantranc's leiding geweest zijn, dat Yperman zich in de wondheelkunst oefende. In hoeverre dit juist is, zal later een punt van bespreking uitmaken, maar dat Yperman zich wel heeft weten te bekwamen en het in de praktijk ver gebracht heeft, bewijst de volksmond, die nog altijd van hem als het toonbeeld van een degelijk arts de herinnering bewaart. En wie weet of zijn naam niet in de geleerde wereld een even goeden klank verworven zou hebben als die zijner voorgangers, indien hij zijn beide werken in deftig latijn in plaats van in zijn moedertaal geschreven had. Maar de voor een enge lezerskring bestemde geschriften raakten spoedig in vergetelheid en niet minder dan vijf eeuwen moesten verlopen, voordat zij daaraan weder ontrukt zouden worden. In het midden der vorige eeuw hebben Belgische geleerden, onder wie bovenal Carolus verdient genoemd te worden, beproefd de betekenis van hun landgenoot, die onder de middeleeuwse artsen een eervolle plaats bekleedde, naar behoren te doen uitkomen. Zoo zijn van Yperman’ s beide geschriften door Broekx uitgaven bezorgd, doch men kan niet zeggen, dat met dezen arbeid aan de nagedachtenis en de verdiensten van de ’Vader der Vlaamse Chirurgie; een passende hulde gebracht is. Daartoe kleven aan dit werk, inzonderheid aan de uitgaaf der ‘Chirurgie,’ zoals ik indertijd aangetoond heb 1), te grote gebreken. En aan-1) Janus, Arch. Internat. p. l'hist. d.l. Md., Xe Ann., 1905, blz. 544. [p. III]gezien mijn afkeurend oordeel mij de verplichting oplegde naar beter te streven, heb ik besloten die taak op mij te nemen en te trachten een getrouwer weergave van het voornaamste der beide geschriften, de Chirurgie namelijk, in het licht te geven. Ik vlei mij met de hoop dat hiermede Yperman 's werk nader tot den beoefenaar van de Geschiedenis der Geneeskunde zal gebracht worden dan tot dusver het geval is geweest.

***

Broeckx weet, op gezag van Diegerick en Carolus, omtrent het leven van Yperman belangrijke bijzonderheden mede te delen.

Hij zou in het laatste kwartaal van de 13e eeuw als zoon van een Yperschen poorter, en vermoedelijk te Yperen, geboren zijn en zich omstreeks 1297-1303 te Parijs onder Lanfranc 's leiding op de heelkunde toegelegd hebben, daartoe in staat gesteld door een subsidie van de schepenen van de stad zijner inwoning. Na den meestertitel te hebben verworven, moet Jan Yperman zich in 1303 of 1304 in de omstreken van Yperen hebben gevestigd, maar ongeveer ter zelfder tijd in die stad tot chirurgijn van het hospitaal van Belle benoemd zijn geworden. In Yperen was, volgens Diegerick, zijn moeder Kateline aan het hospitaal ‘sous le marchie werkzaam, die, toen zij in 1304 of in het begin van 1305 was komen te overlijden, door haar dochter, eveneens Kateline geheten, in die betrekking is opgevolgd. Ondanks de stadsbetrekking is Yperman op het land blijven wonen, tot het jaar 1318, toen hij door schepenen is overgehaald om zich in de stad metterwoon te vestigen. Hij bewoonde daar een huis in de ‘Zuutstraete,’ een der hoofdstraten van de destijds zoo bloeiende en volkrijke stad. In 1325, toen de overheid naar aanleiding van een twist tussen den graaf van Vlaanderen, Louis de Grcy, en de Bruggenaren, een legermacht in het veld zonden, werd Yperman met den geneeskundigen dienst der troepen belast en hem daarvoor een afzonderlijke toelage geschonken. Hetzelfde geschiedde in 1327, tot beloning van zijn goede zorgen, aan de zieke armen der stad besteed.

Aangaande den tijd, waarin hij zijn Chirurgie zou hebben geschreven, heerst onzekerheid; Daremberg noemde het jaar 1310, Snellaert daarentegen 1350.

Het sterfjaar van Yperman zoekt men tussen de jaren 1329 en 1332; maar het kan ook zijn, dat hij zich toen uit het openbare leven teruggetrokken heeft.

Ziedaar in het kort wat Broeckx van Yperman 's leven meent te weten, en dat mag inderdaad, van iemand, die voor ruim zes eeuwen het levenslicht aanschouwde, al zeer veel genoemd worden.

Ongelukkigerwijs is op de juistheid van de voornaamste punten dezer levensschets nogal wat af te dingen. De gegevens, die Diegerick en Carolus ten dienste stonden, waren zeer karig; zij bestaan slechts uit enige posten der stadsrekeningen van Yperen en uit een paar [p. IV] uitlatingen van Yperman zelven, en geven, zoals blijken zal, allerminst recht tot de verreikende gevolgtrekkingen, die de genoemde biografen, geholpen door de vlucht hunner verbeelding en misleid door een al te vluchtig onderzoek, gemeend hebben te mogen maken.

In werkelijkheid is van Yperman 's levensloop zeer weinig bekend. Blijkens enige rekeningen der stad Yperen, waarover straks meer, bekleedde hij daar in het begin der XIVde eeuw een openbare betrekking, en hieruit mag men dus afleiden, dat hij in de laatste helft van de XIIIde eeuw geboren is. Ik zeg met opzet en voorzichtigheidshalve in de laatste helft, en spreek niet, zoals Broeckx, van le dernier quart, omdat ik, dankzij de vriendelijke tussenkomst van den Archivaris van Yperen, den heer E. de Sagher, in de gelegenheid ben geweest kennis te maken met een stuk, dat, indien het werkelijk op onzen meester Jan betrekking heeft, dwingt tot het aannemen van een veel vroeger vallend geboortejaar. Ik geef dit stuk, dat op onverklaarbare wijze aan Diegerick 's aandacht ontsnapt is, of althans door hem niet gebruikt is geworden, hier weer.

‘Sachent tout chil, ki cheste chartrepartie verront et orront, ke Jehans Yperman, bourgois d'Ypre, a enconvent et promis par se foit fianci tenir et faire tenir toutes les keures, ki faites sunt et establies par le loy de le vile d'Ypre sor mariages. A cheste connisanche furent eschevins d'Ypre: Jehans li Sages et Jehans Falais. Chou fu fait en l'an de l'incarnation m.cc. et lxxxv, el mois d'aoust le semmedi aprs le jor Nostre-Dame 1) (Chirographe en parchemin endente par le bas, portant sur l'endenture en capitales le mot: chirographe.
Ville d'Ypres, Archives. Collection des Chirographes. Anne 1285, 18 aot).

Elk burger van Yperen was verplicht zulk een belofte af te leggen, alvorens hij in het huwelijk trad, en wanneer het noodlot niet onverwachts tussenbeide gekomen is, dan is de genoemde Jan Yperman den avond van den 18 Augustus 1285 werkelijk getrouwd. Maar hij en onze meester Jan behoeven daarom niet dezelfde persoon te zijn! Een naamgenoot dan? Deze mogelijkheid kan niet ontkend worden; er zullen allicht in deze stad, welke gezegd werd toentertijd een paar honderd duizend zielen te tellen, wel meer dan n drager van dezelfde naam gelijktijdig geleefd hebben, al is de waarschijnlijkheid dat zij ook den voornaam gemeen hebben gehad, wederom minder groot. Ook moet hier aan Yperman 's vader gedacht worden, want zo goed als er, volgens de stadsrekeningen, een Kateline n 1) Doen te weten allen die dit eigenhandig en in dubbel geschreven charter zullen zien en horen, dat Jan Yperman, burger van Yperen, beloofd heeft op zijn onder eede bevestigd woord te zullen houden en doen houden alle keuren die gemaakt en vastgesteld zijn op het huwelijk door de wet van de stad van Yperen Getuigen waren.... Gedaan....[p. V] een Kateline fille Kateline Yperman bestaan hebben, kan ook de vader van onzen Jan naar dezelfde voornaam hebben geluisterd. Maar aangenomen voor een ogenblik dat het Yperman senior geweest is, die op den genoemden datum in het huwelijksbootje is gestapt, en verder, dat hij reeds in het eerste jaar van zijn huwelijk met de geboorte van een zoon verblijd is geworden, dan was deze in 1297 toch zeker nog te jong voor de betrekking van heelmeester aan het hospitaal van Belle. De onderstelling, dat het de schrijver van de Chirurgie is geweest, die in de akte bedoeld wordt, is dusverre van ongerijmd, en zij trekt een streep door de rekening van degenen, die Yperman 's geboortejaar tussen 1275 en 1300 stellen en hem omstreeks het laatste jaar als student in Parijs laten vertoeven.

Snellaert 1) heeft het vermoeden geopperd, dat Yperman van Poperingen geboortig zou zijn. Hij grondde die onderstelling op een document, waarin sprake is van een op last van Graaf Guy van Dampierre, op Vrijdag vr Pasen van 't jaar 1281 (3 April 1281, Nieuwe Stijl) te Poperingen gehouden onderzoek naar het aandeel van enige burgers in het in 1280 te Yperen plaats gehad hebbend oproer, dat in de geschiedenis als Coekerulle te boek staat. In het proces-verbaal wordt een getuige Jehan Ipperman genoemd en het is volgens Snellaert niet onmogelijk dat dit Meester Jan geweest is, een onderstelling, welke echter al even vaag is als die van Carolus 2), volgens wie Yperman' s naam, als zijnde synoniem met ‘Jan, afkomstig van Yperen,’ een aanwijzing van zijn geboorteplaats behelzen zou.

Dat Yperman in Yperen gewoond en er de praktijk uitgeoefend heeft, is aan geen twijfel onderhevig. Er wordt in de stadsrekeningen telkens gesproken van ‘son service del Belle’ een hospitaal in de ‘Zuutstraete,’ tegenwoordig Rue de Lille, de hoofdstraat, welke op de Groote Markt uitkomt 3) Ook komt op de rekeningen van 1318 en van eenige volgende jaren deze post voor:

‘Item al dit maistre Jehan [Yperman] pour son solaire que eschevins li ont otroiet pour qu'il demeure en le vile....
.... 7 ℔ 10 s. 4)

Door de grote belangstelling, die de heer de Sagher in mijn onderzoek koestert, ben ik in de gelegenheid nog een ander, eveneens tot dusver onbekend gebleven stuk over te leggen, hetwelk het bewijs levert, dat Yperman reeds in 1310 tot de burgerij van Yperen behoorde. Het betreft, zoals het afschrift leert, den aankoop van een huis, door ’Maistre Jehan Ypermans, bourgois d'Ypre,ՠen dat hier onze chirurg bedoeld wordt, mag wel met grote waarschijnlijkheid uit den titel afgeleid worden.1) Bull. d.l. Soc. d. Md. d. Gand, XXXe Vol., 1863, blz. 337. 1) Ann. d.l. Soc. d. Md. d. Gand, XXXIIe Vol., 1854, blz. 31. 3) Vandenpeereboom, Ypriana, I, 1878, blz. 208, en: Chronique des Rues d'Ypres, in: Ann. d.l. Soc. d'Emulation p.l. tude d. l' hist. etc. de Flandre, II, 2e Sr., 1844, blz. 2. 4) l. Diegerick. Lettre M. le Chanoine Carton etc., Ann. d.l. Soc. hist. d.l. ville d'Ypres etc. 1869, blz. 30. [p. VI]

‘Nous, eschevin d'Ypre, faisons savoir à tous ke maistre Jehans Yperman, bourgois d'Ypre, a acheté et acquis yritablement encontre Nicholon Cole, bourgois d'Ypre et Béatrise, se feme et encontre Willame le Rous et Gillion del Atrie, bourgois d'Ypre, avoeit de Tierkin, Hannekin et Copkin, enfans Nicholon Cole devandit, el nom des orphènes et pour yaus, une maison, l'yritage desous, tout le pourpris et les apartenances tenans en terre, à feir et à clau, estant et gisant hors le porte de Boesinghes vers ost outre l'Ypre 1) entre le atrie de Nostre-Dame du Breul d'une part et le maison Willame delle Velde d'autre part; dont li dit vendeur et li dit avoeit, el nom des dis orphènes, se tienent bien apaiét et werp en ont fait à l'avantdit maistre Jehan Yperman bien et à loy, selonc les us et costumes delle ville d'Ypre et lui doivent warandir de toutes calainges envers tous, parmi chunc saus de rente yritable par an hors issant. En queil mémoire et muniment nous avons ceste chartre saielée dou saiel delle ville d'Ypre. En tiesmoignage de ces, eschevins: Pieron Poivre, Willame de Haringhes, Jehan Morin, Jehan de Scotes et Nicholon Scorboet. Che fu fait en l'an de grace mil ccc et dijs, le premier diemenche dou mois de julie 1)
(Original sur parchemin. Le Sceau, pendant à double queue, brisé.
Ville d'Ypres. Archives. Chartes diverses. Anno 1310, 5 juillet.)
Op de keerzijde: M. Jeh. Yperman deus deniers d'or.
In XVde-eeuws schrift: Van ene huus bachten Brielen ant kerchof bij den overdraghe.

Ook de ԃhirurgieՠbevat enkele gegevens aangaande Yperman 's woonplaats. Op blz. 40 (van deze uitgaaf), kol. a, leest men: 1) Eertijds een bevaarbaar water, tegenwoordig riool, 2) Wij, Schepenen van Yperen, doen te weten aan allen, dat meester Jan Yperman, burger van Yperen, gekocht en in vollen eigendom verkregen heeft van Nicholon Cole, burger van Yperen, Batrice, zijn vrouw, en van Willam le Rous en Gillion del Atrie, burgers van Yperen, procureur (vermoedelijk voogd) van Tierkin, Hannekin en Copkin, kinderen van Nicholon Cole voornoemd, in naam van de weezen en voor hen [optredende], een huis, den vollen eigendom daarin begrepen, het daarbij behorende terrein en al wat grond-, ijzer- en spijkervast daarbij behoort, en liggende buiten de poort van Boesinghes, aan den oostkant aan gene zijde van de Yper tussen het plein van de kerk van Onze Lieve Vrouwe van Breul aan de ene en het huis van Willam van de Velde ter andere zijde; waarmede de voornoemde verkopers en de voornoemde procureur, in naam van de voornoemde wezen genoegen hebben genomen en dat zij hebben afgestaan aan voornoemde meester Jan Yperman, geheel en al en volgens de wet, in overeenstemming met de wetten en gebruiken der stad Yperen; en hem moeten beschermen tegen de aanspraken van allen, tegen een jaarlijkse (waarschijnlijk een onafkoopbare) rente van vijf schellingen erfelijke rente voor elk jaar dat verloopt. Als herinnering en ter vaststelling [van deze overeenkomst] hebben wij dit charter gezegeld met het zegel van Yperen. Als getuigen hiervan, de schepenen .... Gedaan.....[p. VII] ‘.. ende vele andere gewonden die ic genas dies gelijke ende dit was in Ypere in Vlaenderen ende daer ontrent.’

Verder zegt Yperman, op blz. 169, kol. b, naar aanleiding van de behandeling van breuken met ’cussineelen’

‘Ende ic ghenas vele lieden der met binnen der stede van Ypere....’

en op blz. 203, kol. b:

‘Ic mester Jan Iperman was in de stede van Ypere daer was een arm mersman die hadde eenen seeren vede .... Die welke mersman hadden in cueren een leec meester ... ende hi leide an dat gat corrosijf .... ende dat quam in een ader die zeer wart bloedende ... ende de leeke meester ne const niet ghestelpen. Ende ic Yperman wasser ontboden.’

Het zoeven vermelde stuk werpt tevens enig licht op een ander punt, hetwelk tot dusver aan twijfel onderhevig was. Hoe rijmt zich het feit, dat Yperman in 1304 in Yperen een stadsbetrekking bekleedde, met de, blijkens de reeds aangehaalde post uit de rekening van 1318, door schepenen in het werk gestelde poging om hem over te halen, zich in de stad te komen vestigen? Zou Yperman altemet een tijdlang forens geweest zijn? Daartegen zou het in de middeleeuwen zoo sterk ontwikkelde communalisme zich vermoedelijk wel verzet hebben. Maar zulk een vaart behoefde de zaak niet te nemen, want het is nu zeer waarschijnlijk geworden, dat Yperman het in 1310 gekochte huis, waarvan de verkoopakte gewaagt, en dat immers maar even buiten de poort gelegen was, ook is gaan bewonen. Maar het wonen van den gasthuisdokter buiten de poort, al was het ook onder den rook van de stad, moet op den duur bezwaren opgeleverd hebben, die wij zeer goed kunnen gevoelen. Hoe lastig toch moet het geweest zijn den meester bij nacht en ontijd buiten de poort te gaan halen, wanneer een ongeval of de plotselinge verergering van een zieke zijn tegenwoordigheid in de stad of in het gasthuis nodig maakte? Het is dus alleszins begrijpelijk dat Schepenen getracht hebben aan den verkeerden toestand een eind te maken, en dat zij zich daarvoor een vrij belangrijke geldelijke opoffering getroost hebben, bewijst dat men Yperman 's verdiensten naar waarde wist te schatten.

Misschien heeft Yperman toen zijn intrek genomen in het huis in de ‘Zudstraete’, waarschijnlijk is het, dat hij daar in 1313 woonde, want in dat jaar hebben Schepenen van hem een kamer gehuurd, zoals de stadsrekening van 1313 1) leert:

“Ch' est chou que on a donn diverses persones et pait pour dettes de le ville par le tans Jakeme Trouv et Jehan de Scotes, tresoriers, l'an de grace M. CCC et XIII, puis le dimenche devant le jour saint Martin en yver en encha. 1) Deze post is Diegerick ontgaan. Zij komt voor in dl. I, op blz. 495, van: Des Marez et de Sagher, Comptes de la ville d'Ypres de 1267 1329. Brussel 1909. Van dit belangrijke werk is nog slechts het eerste deel verschenen, lopende over de jaren 1267-1316. [p. VIII]

A maistre Jehan Yperman pour le lieuwage de le cambre de se maison, l eschevin sient, pour un an: 5 mars, valent 8 ℔.

Waar Yperman zijn geneeskundige kennis zou hebben opgedaan?

Volgens Carolus te Parijs, onder leiding van Lanfrac, en hij grondt zijn mening op deze zinsnede uit de ‘Chirurgieպ’.

‘Waerbi ic rade also Lanfranc mi riet ende leerde.’)

‘Ce passage,’ zegt Carolus 2), ‘Prouve videmment que l'auteur Jean Ypermans fut lve de Lanfranc, qui professait Paris en 1295.’

Ik kan dit niet zoo grif toegeven, immers de aangehaalde woorden kunnen evengoed in overdrachtelijke als in letterlijke zin bedoeld zijn geweest. Bovendien wordt in Yperman 's geschriften van een verblijf te Parijs met geen enkel woord gerept. Wel noemt Yperman hier en daar Lanfranc 's naam, een enkele maal (op blz. 75) met bijvoeging van diens geboorteplaats, namelijk Meylanen,’ maar nergens leest men, dat hij tot dezen chirurg in enige betrekking gestaan heeft. Dit wekt terecht bevreemding, want Lanfranc's uitstekend praktisch onderwijs moest Yperman allicht aanleiding gegeven hebben tot vermelding, in de Chirurgie, van de belangwekkende en leerzame gevallen, die de leraar gewoon was te vertonen. Het enige voorbeeld echter, dat hij uit de praktijk van Lanfranc aanhaalt, is niet van Parijs, doch betreft de Milanese vrouw, bij wie de vindingrijke chirurg, na vooraf een diep verborgen absces aan den hals geopend te hebben, de voeding met behulp van een ‘Silveren pipe’ wist te bewerkstelligen 3).

Yperman’ s biografen gaan niettemin verder. Zij menen uit de stadsrekening zelfs te mogen afleiden, wanneer het bezoek aan Parijs zou hebben plaats gegrepen.

Tot goed begrip van de zaak is het wenselijk enige ogenblikken bij die oude stukken stil te staan 4).

Vandenpeereboon 5) geeft er de volgende beschrijving van: ‘Jusques vers 1390, les sommes payées, à titre de traitements, étaient renseignées, chaque année, dans un compte ou rôle spécial, intitulé: “li Rolle dou sallaire”. Nos archives possèdent des fragments de comptes divers, à partir 1280 6), mais notre plus ancien “Rolle dou 1) Blz. 21, kol. a van deze uitgaaf. 1)

Ann. d.l. Soc. d. Méd. d. Gand, XXXIIe Vol., 1854, blz. 64, noot.3) Lantr. Major. Tract. III, Doct. II, Cap. 5.4) Diegerick geeft in zijn brief aan Carton de posten weer, die op Yperman en de beide Kateline's Yperman betrekking hebben. Hij is daarbij echter niet nauwkeurig te werk gegaan en zijn opgaven zijn geenszins volledig. Vandenpeereboom geeft uit het tijdperk, waarmee wij ons bezighouden, alleen afschriften van de salarisrollen der jaren 1297, 1304, 1311-1312. Bij G. des Marez en E. de Sagher vindt men Ypermans naam op blzn. 159, 184, 210, 236, 285, 338, 378, 392, 495 en 572 vermeld.5)

Ypriana, IV, blz. 357. *)Des Marez en de Sagher vermelden echter ook een rekening van 1267-68. [p. IX] sallaire” ne date que de 1297; ces “rolles”, pour les années 1298 à 1304, puis pour quelques années encore du XIVe siècle, manquent dans nos archives *). D'un autre côté, ceux de ces rôles qui y sont conservés, ne font pas connâitre exactement les fonctions ou emplois confiés aux serviteurs de la ville: nos trésoriers, avant 1390, n'indiquent, en effet, sauf pour quelques agents subalternes, que les noms et les traitements de ces serviteurs. Les données que nous possédons sur nos fonctionnaires et employés communaux, de 1280 à 1390, sont ainsi très incomplètes, comme nous venons de le dire.’

De ‘Rolle dou Sallaire’ van 1297 draagt tot opschrift:

‘Che sont li paiement fait à cheaus ki prendent salaire dele vile, par le tans Nichole le Pelletier et Nichole de Lo, tresoriers, en l'an m. cc. iiijxx et xvij, puis le dimanche devant le jour saint Martyn en yver en encha’.

Zij vermeldt o.a. vier uitkeeringen:

‘A Jehan Yperman 50 s. Item ... 50 s. Item ... 50 s. Item ... 50 s.’

De eerstvolgende rol, waarop Yperman's naam voorkomt, is van 1304 en draagt dit hoofd:

‘Ce sont li paiement fait as clers et as autres servans à le ville d'Ypre par le tans Jakeme de Baillieul et Jakeme d'Outkerke, tresoriers, en l'an de mil ccc. et quatre, puis le samedi après le jour Saint Martin en yver en encha.’

Hierop komt deze post voor:

‘Item à maistre Jehan Yperman pour son solaire delle Belle iij ℔.

Diegerick heeft er de aandacht op gevestigd, dat Yperman op deze rol voor het eerst ‘Meester’ genoemd wordt en daaruit de gevolgtrekking gemaakt, dat hij nà 1297 dien titel verworven moet hebben. Dit is zeer wel mogelijk, de vraag is echter, waar? Diegerick's antwoord luidt: ‘Je pense que les sommes qui lui sont allouées, pendant cette année (1297), le sont à titre de gratification ou de subside pour continuer ses études à Paris.’ Want, vervolgt hij, ‘ce fait n'a du reste rien d'extraordinaire, car les magistrats d'Ypres, déjà à cette époque, avaient l'habitude d'accorder des subsides aux jeunes gens qui montraient des dispositions pour les hautes études. Ainsi nous trouvons à chaque instant, au XIVe et au XVe siècle, de pareils encouragements accordés à de jeunes Yprois pour étudier le droit à Paris ou la médecine à Montpellier. Remarquons encore que ce subside alloué à Jehan Yperman ne figure pas au comte des salaires, mais bien à celui avec diverses personnes, et que c'est justement cette espéce de compte qui porte toutes les gratifications, subsides, récompenses et autres dépenses de cette nature.’

Deze laatste bewering is in strijd met het opschrift van de rol, zooals het door Vandenpeereboom en de Marez en de Sagher weer-*) On y trouve les rôles des années: 1304, 1305-1308, 1309, 1310, 1311-1313-1315-1317, 1318, 1319, 1320-1322, etc.[p. X] gegeven is en waarin slechts gesproken wordt van ‘paiement fait a cheaus ki prendent salaire dele vile’; en zij strookt ook niet met den aard der posten. Vandenpeereboom 1) zegt daarvan: ‘il indique, pour cette année, les noms des serviteurs et employés salariés par la ville et le montant de leurs salaires ou “traitements fixes”; mais il ne fait pas connaître les fonctions ou emplois que tous ces agents communaux exercaient.’

Met dat al noopte de beslistheid, waarmede Diegerick zich over de ‘compte à diverses personnes’ en de daarop voorkomende naam van Yperman heeft uitgelaten, tot een nader onderzoek. Ik heb mij daartoe gewend tot den kenner der Ypersche rekeningen, den heer Sagher, die mij met groote welwillendheid het volgende bescheid gaf:

‘Il n'y a absolument aucun compte à tenir de l'assertion de Diegerick disant que Jehan Yperman reçut dans le courant de l'exercice Novembre 1297 à Novembre 1298 quatre subsides de 50 s.p. chacun. Les comptes originaux, que je publie, établissent à toute évidence que c'est comme functionaire de la ville qu'Yperman reçut le salaire de quatre fois 50 s.p.’ De betalingen zijn hetzij in eens, om de maand, in halfjaarlijksche, of - zooals met Yperman en verscheidene anderen het geval is geweest - in driemaandelijksche termijnen geschied. En nu lijkt het toch wel zeer onwaarschijnlijk dat de overheid een te Parijs vertoevend persoon een ondersteuning om het kwartaal zou hebben uitgekeerd en niet aan het begin van van de reis, of na afloop. Tenzij men mocht meenen dat het overmaken van gelden in die dagen niet veel om het lijf had of dat Yperman zich prompt alle vierendeeljaars ten kantore van den gemeente-ontvanger vervoegd zou hebben, om de bedragen te innen. Doch zulks klinkt al even gezocht.

Nu blijft nog de mogelijkheid over dat Yperman niet in 1297, doch in een der volgende jaren naar Parijs is gegaan, maar ook in dat geval zou een uitkeering van een beurs in termijnen geen zin gehad hebben. Ten overvloede merk ik op dat de uitgekeerde bedragen voor een reis naar Parijs en een eenigzins langdurig verblijf aldaar ten eenenmale ontoereikend waren 2). De rekeningen bevatten verscheidene posten van evenveel livres, als hier sous, uitgekeerd aan personen, die door schepenen voor eenigen tijd naar Parijs gezonden zijn.

Het is wel jammer, dat de rollen van 1298-1303, die allicht eenige opheldering hadden kunnen geven, te loor zijn gegaan. Nu zij echter 1) Ypriana, IV, blz. 369.2) Een ‘livre parisis’, l.p. of ℔, had in het eind van de dertiende eeuw een innerlijke waarde van ruim 20 frs; een ‘sous’, s. (1/20 livre), van ruim 1 fr.; een ‘denier parisis’, d.p. (1/12 sou), van bijna 0,09 fr. Deze waarden komen ten naastenbij overeen met de tegenwoordige van resp. 125, 6.25 en 0.52 fr. Ypriana, IV, blz. 369. [p. XI] ontbreken, handelt men voorzichtig de vraag, of Yperman te Parijs gestudeerd heeft, in het midden te laten. De argumenten, waarmede Diegerick getracht heeft zijn bevestigend antwoord te steunen, missen, naar mijne meening, allen grond.

De rol van 1305 bevat een herhaling van den post van 1304 Van de overige rollen, die nog voorhanden zijn, vermeldt die van 1308 een bedrag van 4 ℔. 8 s., uitgekeerd ‘à maistre Jehan Yperman pour le service que il fait al ospital delle Belle’, terwijl de rekeningen van 1309, 1310, 1311, 1315 en 1317 elk een bedrag van 4 livres parisis noemen.

Het salaris lijkt niet groot en niet in overeenstemming met Yperman's positie, wanneer men het vergelijkt met de jaarwedden, die andere stadsgeneeskundigen uit dien tijd genoten hebben. Diegerick 1) noemt op:

‘A maistre Servais le Cupre, fusicien,

80 ℔.

‘A maistre Jehan de Lille, fusicien,

35 ℔.

‘A maistre Jehan le Clerc, fusicien,

13 ℔.

Dat waren echter geneeskundigen, belast met de behandeling van lijders aan inwendige ziekten, welke veelvuldiger zijn dan chirurgische gevallen. Zij hadden derhalve als armendokter veel meer te doen dan de heelmeesters, die bovendien door de barbiers nog veel werk uit de handen genomen werd. Yperman 's bezoldiging als heelkundige aan het hospitaal van Belle werd trouwens in 1317 tot 6 ℔ verhoogd en hij kreeg voor buitengewone diensten een behoorlijke vergoeding. Zoo ontving hij in 1327 10 ℔, ‘van een jare van dat hij de arme lieden achter porten achterwart’ 2)

Ook voor zijn diensten te velde ontving Yperman een afzonderlijke bezoldiging. Hij heeft namelijk een paar maal als veldarts dienstgedaan. De eerste keer is Diegerick bij zijn onderzoek der rekeningen klaarblijkelijk ontgaan. Yperman vergezelde toen een troep, welke uitgezonden was om het huis Wijnendael aan de handen van den graaf van Nevers, den zoon des graven van Vlaanderen, te ontrukken. Er bestaat een rol over de jaren 1311-1312, waarop de kosten dezer expeditie zijn vermeld 3)

‘Ce sont les cous fais à Winendale avoec monsingneur de Flandres pour conquerré le maison que messires de Nevers fist tenir, par le tans Jehan de Lo et Willaume de Haringhes, tresoriers.
‘Item, pour le despens Piere Fouchier, Esteven Hauwel et de maistre Jehan Yperman.... 28 den. d' or et 7 gros, valent 32 ℔
10 s. 8 d. l ob[ole].1) Hij verzuimde op te geven van welke jaren deze posten zijn. Ik vond deze: A maistre Michiel Coep, fusisien, pour le quart d'une année, 17 ℔ 10 s. Des Marez en de Sagher, I, blz. 570 (Le Brief du Salaire Nov. 1315).1) Achter porten: overal in de stad. Achterwaren: behandelen, een zieke, een ziekte.

3) Des Marez en de Sagher, I. blz. 391 [p. XII]

‘Item, à maistre Jehan Ypreman pour son solaire: 6 den. d' or,
valent 6 ℔.

Den tweeden keer volgde Yperman den troep, die door de overheid van Iper naar aanleiding van den twist tussen de Bruggenaren en den graaf van Vlaanderen, Louis de Grecy, in 't veld gezonden is.

Men leest in de rekening van 1325 1)

‘Meester Jehan Yperman, van sinen solarissen dat hi was int here 8 ℔.

De laatste maal, dat men Yperman's naam op rollen tegenkomt, is in 1329. De rol van 1332 bevat een post, waaruit men zou mogen opmaken, dat hij intussen zijn ontslag genomen heeft of overleden is. Zij luidt:

‘A maistre Henri le Bril, pour warder et garir les malades del ospital del Belle 6 ℔.

Er zijn nog een paar punten, welke ik volledigheidshalve moet aanstippen, schoon ik niet in staat ben, daarop veel licht te doen schijnen. In de eerste plaats zij opgemerkt, dat in de rekeningen ook naamgenoten van Yperman voorkomen, en wel zekere Kateline Yperman en eene Kateline, fille Kateline Ypermans. Zij worden genoemd in den ‘Brief du Salaire’ van April 1304:

‘A Kateline Ypremans pour sen service del ospital sour le marchiet 6 ℔,

en in die van November 1304:

‘A Kateline, fille Kateline Ypermans pour son solaire del [Hospitael] sour le marchiet 3 ℔. item 3 ℔.

2) De moeder is dus in den loop van het jaar 1304 om de ene of andere reden door de dochter opgevolgd. Welke diensten zij in het hospitaal van ‘Notre Dame’ op de grote Markt verleend hebben, wordt niet vermeld. Dat wij hier met de moeder en de zuster van Meester Jan te doen zouden hebben, mag Diegerick voor zijn verantwoording nemen; ik waag het niet mij daarover uit te laten, omdat feitelijk elke aanwijzing ener verwantschap ontbreekt.

Een ander punt betreft de vraag of Yperman tot den geestelijken stand behoord heeft. Het was Carolus, die deze onderstelling opperde, omdat in de Chirurgie hier en daar van ‘leeken’, ‘leeke-meesters’ ‘leeke surgijns’ gewag wordt gemaakt, welke uitdrukkingen de beteekenis van ‘laïcus’ of ‘prophanus’, in tegenstelling van ‘klerikus’, kunnen hebben 3). Maar hij sluit de mogelijkheid niet buiten, dat met leek: 1) Diegerick, blz. 32. 1) Des Marez en de Sagher, I, blzn. 159 en 184. Dezelfde Kateline, fille Kateline, komt ook voor op de rollen van November 1307 - hier heet zij Kateline fille jadis (?) Kateline Ypermans - van Nov. 1308, Nov. 1310, Nov. 1311 en Nov. 1315; en volgens opgaaf van Diegerick ook van de jaren 1317, 1318, 1319, 1320, 1322, 1323, 1324, 1326, 1327, 1328, 1329 en 1332. 3) Een ogenblik ben ik dezelfde mening toegedaan geweest, op grond van de in het Londense handschrift, op fol. 143 r, voorkomende woorden: ‘meester Jans Ypermans’, waarvan ik de p voor een afkorting van ‘presbyter’ meende te mogen houden. Bij nadere beschouwing van de fotografische afbeelding, waarmede ik mij behelpen moest, omdat het bestuur van het Britse Museum geen handschriften pleegt uit te lenen, is mij echter gebleken, dat door deze letter een fijn streepje gehaald is, zoo dat zij vermoedelijk als een lapsus calami moet worden beschouwd. [p. XIII ] ‘illiteratus’, ‘ongeletterde’ of ‘ongeschoolde’, dus iemand, die geen behoorlijke vakopleiding genoten heeft, bedoeld kan zijn. Op dit standpunt plaatst zich Snellaert 1), zich daarbij, m.i. terecht, beroepend op enige plaatsen uit de Chirurgie, welke aan duidelijkheid niet te wensen overlaten. Zoo wordt in het kapittel over spasmus (blz. 58, kol. b), van ‘leekemeesters’ gesproken als van lieden ‘die niet en weten van der konst’; op een andere plaats (blz. 190, kol. b) van ‘leeke onbekinde.... die niet ne weten van der saken, ende dat es omme datsi gheene kennesse draghen ane de natuere, waer of datsi niet geleert siin’. In plaats van Lanfranc, die zelf een ‘prophanus’ was, riep de moeder van een gewonde de hulp in van een ‘leekemeester’ (blz. 19, kol. a), kortom, overal waar Yperman deze uitdrukkingen of die van ‘valsche meesters die leeck siin’ bezigt, blijkt, dat hij daarbij het oog had op lieden, die geen behoorlijke opleiding genoten hadden, empiristen in den slechtsten zin van het woord, die in die dagen, wegens onvoldoende voorziening in geneeskundig onderwijs en gebrekkig toezicht op de uitoefening der geneeskunst, maar al te talrijk waren.

Behalve de hierboven besproken officiële stukken, zijn er in de afschriften der Chirurgie nog enkele data, die der vermelding waard zijn.

Op blz. 130, kol. b, treft men een reeds vroeger vermeld verhaal aan van een ernstig ziektegeval, dat Lanfranc in Milaan behandeld heeft.

Yperman laat daarop volgen:

‘Dat selve gesciede mij int jaer ons heeren MCCC ende XXVIII ten beghinne typeren ane ene jonghe beghine.’2) Stellaert kon van deze plaats gebruik maken om de meening van Daremberg te weerleggen, dat Yperman in 1310 zou gestorven zijn, welke meening gegrond was op deze zinsnede in het handschrift van Cambridge (fol. l v):

‘dit (nl. zijn Chirurgie) troc hi ende maecte in dyetscher talen dewelke dat hi bestont te maken om zijns selves zone binnen zijn zelves live ende dat specion hadde hi binnen der stede van Yperen in welke dienst dat hi sterf int jaer ons heren mccc en x....’

Snellaert, door het geval met de begijn overtuigd, dat het jaartal 1) Bull. d.l. Soc. d. Méd. d. Gand. XXXe Vol., 1863, blz. 333. 2) De handschriften van Londen en Cambridge geven: 1321.

3) Lees: pensioen, in den zin van salaris. Zie Vandenpeereboom, Ypriana IV, blz. 356. [p. XIV] 1310 onjuist moet zijn, heeft naar een verklaring gezocht van deze tegenstrijdigheid, welke echter, zooals ik indertijd heb uiteengezet 1) slechts schijnbaar is. Hij houdt de x voor een verdraaide ℒ en neemt dientengevolge 1350 als Yperman's sterfjaar aan. Maar indien Snellaert met het Londensche handschrift bekend ware geweest, dan zou hij wellicht zijn toevlucht tot deze verklaring niet genomen hebben. De x laat aan duidelijkheid niets te wensen over, wel echter, zoals de lezer heeft kunnen zien, de tekst van het handschrift van Cambridge. Het Londense is hier veel duidelijker. De overeenkomstige plaats luidt daarin:

‘ende pensioen hadde binnen der steden van Yperen in welke dienst dat hij sterft [.] int jaer ons heren doe men screef mccc ende x. doe maecte hij dat werc in die[t]sche...’

Het tweede ‘doe’ heldert de zaak volkomen op en een punt achter ‘sterft’ maakt den zin behoorlijk leesbaar. Er is geen sprake van enig sterfjaar, doch wel van het jaar waarin Yperman de Chirurgie moet hebben geschreven, dat is te zeggen, volgens degene die deze mededeling neergeschreven heeft. Of zij juist is, zou misschien betwijfeld kunnen worden op grond van het opschrift, dat zich op fol. 2 r van het handschrift van Gent bevindt. Dit luidt:

‘Cijrurgie van meester Jan Iperman int Jaer MCCC ende XXVIII.’

Maar, dit dient te worden opgemerkt, de hand is een andere en klaarblijkelijk jonger.

In geen geval is de Chirurgie ouder dan 1305, want er wordt op blz. 182, kol. b, van deze uitgaaf, gesproken van ‘den bouc van lilium medicus’, dat is Bernardus van Gordon 's bekend werk Lilium medicinae, dat in of na genoemd jaar geschreven moet zijn 2)

In de literatuur heerscht de meening dat Yperman zijn werk oorspronkelijk in het Latijn zou hebben geschreven. Ofschoon Carolus 3) reeds verklaard had, dat ‘Jean Ypermans doit être considéré jusqu'ici comme le père de la chirurgie flamande, parce qu'il est le premier qui ait écrit ex-professo, en sa langue maternelle, sur la chirurgie’, schreef Haese4 4): ‘Die Chirurgie Ypermans, ursprünglich lateinisch abgefasst, war zunächst für den noch sehr jungen Sohn desselben bestimmt.’ Neuburger 5) sluit zich hierbij aan en ook Pagel 6) gewaagt van een latijnschen tekst, waarvan nog slechts het incipit overgebleven zou zijn.

Haeser heeft vermoedelijk Broeckx' uitgaaf van het Handschrift van

1) Janus, XlVe Ann. 1909, blz. 893. Daar vindt men ook de fotografische afbeeldingen der ter zake dienende plaatsen weergegeven.

2) Pagel, Ueber den Theriak, nach einer bisher ungedruckten Schrift des Bernhard von Gordon. Pharmac. Post, 1894.

3) Ann. d.l. Soc. d. Méd. d. Gand XXXII, 1854, blz. 32.

4) Geschichte der Medizin, I, blz. 769.

3) Geschichte der Medizin, II, blz. 519.1) Handbuch der Geschichte der Medizin, I, blz. 738.[p. XV] Cambridge voor zich gehad. Leest men den daarin voorkomende Latijnse aanhef aandachtig over, dan blijkt evenwel niets van een oorspronkelijk Latijnse tekst, maar alleen van Latijnse werken, die Yperman bij het schrijven geraadpleegd heeft.

‘Quam ipse tractavit in flamingo ad utilitatem filii suo’ heet het ook in laatstgenoemd handschrift, terwijl dat van Brussel ‘Quam ipse compilavit etin teutonico redegit filio suo’ te lezen geeft. Bovendien vermelden de handschriften, ook het Londensche, dat Yperman de Chirurgie ‘getrocken’ heeft ‘uut alle den auctoers’ en ‘uten latine ende uten sijn selves verstandenisse’ en dat wel ‘in dyetseher talen.’

Ik houd het daarom voor waarschijnlijk dat het Latijnse incipit later door een of ander afschrijver, om aan het werk een klassieken glimp te geven, in het afschrift is opgenomen. Dit verklaart dan tevens waarom in het afschrift van Cambridge een dubbel incipit voorkomt, eerst een Latijns en daarna een Vlaams.

Ik ben in mijn meening nog versterkt door een zin in het handschrift van Gent, op fol. 105 a (zie blz. 137, noot 1), welke aldus luidt:

‘Hier wil ic eynde maken vanden anderen boeke dye es van den halze, wairbij ick bydde alle denghenen diere an zullen zien ofte leeren dat sij zullen bydden over denghenen, die desen boec trock uten latyne int vlaamsche.’

En dat hier geen vertaler van een geschrift van Yperman aan 't woord is, blijkt uit het vervolg: ‘want ik deed bij [mijnre l. minne] van dengenen die achter mij soude bliven,’ dat is namelijk zijn zoon. En ten overvloede wijs ik nog op een volzin uit de kopie van Gent op fol.(3)d (zie blz. 145, kol. b), waarin gesproken wordt van humoren, die volgens Galenos ‘ter onsochter steden lopen’ en waarop volgt: ‘ende aldus segt hijt in latijn: ad locum dolorosum confluent humores’, een toevoegsel, dat in een Latijns stuk natuurlijk geen zin zou gehad hebben.

Het is alleszins verklaarbaar dat Carolus, na de kennismaking met Yperman's werken, in opgetogenheid over hun inhoud, zijn landsman den titel van ‘le père de la Chirurgie flamande’ toegekend heeft.

Deze geschriften waren eeuwenlang der vergetelheid prijsgegeven; geen der bibliografen, zelfs niet de Belgische, waren zich van hun bestaan bewust 1) Wel heeft Van Hulthem, die in 1818 het thans te Brussel berustende perkamenten handschrift van den Londense verzamelaar Heber wist te verkrijgen, zich tot een onderzoek gezet, doch hij zag zich genoopt dezen arbeid aan Willems over te laten. En deze bepaalde zich, wat de Cyrurgia en de Medicina betreft, tot een beschrijving van slechts enkele regels 2)

Men mag dus zeggen, dat, toen Carolus zich tot een analyse der 1) In Broeckx' Essai sur l'histoire de la Médecine Beige, Brussel, 1838, komt Yperman's naam niet voor. 1) Bibliotheca Hulthemiana. Gand, 1837, Vol. VI, Manuscrits. No. 193, blz. 45.[p. XVI] Chirurgie zette, niemand bevroedde, welk een grote wetenschappelijke waarde dit werk bezat.

Reeds het feit, dat beide werken in de landstaal geschreven waren, moest het Vlaamse hart met voldoening vervullen. De Chirurgie getuigde bovendien van een grote belezenheid, en, wat meer zegt, van een vrij belangrijke mate van zelfstandigheid en ervaring van den schrijver; deugden, die voor dien tijd zeker niet tot de alledaagse gerekend kunnen worden. Carolus vond methoden beschreven, zoals bijvoorbeeld het toesnoeren der bloedvaten, wiens uitvinding hij van veel jonger dagtekening waande; hij vond een wijze van wondbehandeling aanbevolen, die van een goeden kijk op het wondhelings-proces getuigde; en van operaties gewag gemaakt, welke men gewoon was tot de vruchten der moderne chirurgische techniek te rekenen.

Geen wonder dus, dat Carolus en zijn landgenoten in Yperman de man meenden ontdekt te hebben, die aan de heelkunst in hun vaderland nieuw leven geschonken en haar een tijdperk van ontwikkeling geopend had. En zij achtten zich derhalve wel gerechtigd hem op een lijn te stellen met een ander waardig vertegenwoordiger van den Vlaamschen stam, namelijk Jacob van Maerlant, den ‘Vader der dietscher dichtren algader.’

Nu was Yperman buiten kijf een man van betekenis. De overheid wist zijn kundigheden op prijs te stellen en niet minder zijn medeburgers, die, zoals wij uit de Chirurgie vernemen, in ernstige gevallen niet verzuimden zijn hulp in te roepen. Dat de Vlamingen hem nog gaarne als een toonbeeld van den heelmeester beschouwen, bewijst wel dat zijn naam een zeer goeden klank moet bezeten hebben. Doch dit alles geeft geen antwoord op de vraag naar zijn wetenschappelijke verdiensten. Daarvoor zouden wij gaarne willen weten of Yperman leerlingen gevormd, school gemaakt of op welke wijze dan ook medegewerkt heeft aan de ontwikkeling der Chirurgie. Maar hierover zwijgt de geschiedenis en alleen zijn geschriften kunnen hier enig licht verschaffen. Carolus was zich daarvan wel bewust, immers hij schreef dat ‘Yperman doit être considéré jusqu'ici comme le père de la chirurgie flamande.’

Van enigen invloed op zijn tijdgenoten is tot dusver geen spoor gevonden. Te vergeefs zoekt men in de manuskripten der in 1343 voltooide Chirurgie van Thomas Scelling 1) naar Yperman 's naam. Dit werk, dat in een wetenschappelijk opzicht zeker beneden dat van Yperman staat, vertoont weliswaar talrijke punten van overeenkomst, doch dit komt omdat beide schrijvers uit dezelfde bronnen geput hebben.1) Van deze Chirurgie bestaan voor zover mij bekend is, twee papieren afschriften, het ene is eigendom van het Britsch Museum en maakt deel uit van een bundel Tractat. Var. Cirurg. Belgice (Hs. Harl. 1684), welke door de Flou en Gaillard in de Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vlaamsche Akademie (1897, blz. 468) beschreven is. Men zie de beschrijving van dit Hs. aan het eind van deze inleiding. Het andere exemplaar is door Dr. Geyll in de Kon. Bibliotheek te 's-Gravenhage (No. 78 C27) gevonden; het heeft een enigszins afwijkende aanhef en een explicit zonder vermelding van jaartal. [p. XVII] Het is evenmin gebleken of Yperman's zoon, van wie in den aanhef der Chirurgie gewag wordt gemaakt, met de lessen zijns vaders zijn voordeel heeft weten te doen. Hij heeft natuurlijk kans gehad zijn vader als stadsheelmeester op te volgen, maar daarvan is klaarblijkelijk niets gekomen, want de familienaam is na 1329 uit de stadsrekeningen van Yperen verdwenen en men heeft, zoals wij reeds gezien hebben, aan Meester Henri le Bril de voorkeur geschonken.

Toch mag men uit het aantal der aan het licht gekomen afschriften der Chirurgie, uit de orthografische verschillen, die zij vertonen en uit hun ouderdom wel afleiden, dat dit werk gezocht en over een groot deel van het land verbreid was en nog langen tijd na de verschijning gelezen en bestudeerd werd. Sedert Carolus van het Brusselse handschrift, dat omtrent 1351 geschreven moet zijn, een uittreksel maakte, zijn nog drie papieren exemplaren tevoorschijn gekomen, die, naar de watermerken te oordelen, uit de 15de eeuw dagtekenen, en het is natuurlijk niet onmogelijk dat er meer bestaan hebben en hier of daar nog een exemplaar verborgen ligt. Ongetwijfeld zal tot de verspreiding de omstandigheid bijgedragen hebben, dat het werk in de landstaal geschreven is. Juist daarom moet het den talrijke oneerlijke concurrenten der geschoolde chirurgen, den barbiers, den kwakzalvers en anderen empirici van hetzelfde allooi, die zich van de Latijnse literatuur spenen moesten, bijzonder welkom geweest zijn. Dit volkje geraakte daardoor in de gelegenheid kennis te maken met de geneeskrachtige kruiden en zeer samengestelde recepten, door Yperman aan Dioskorides, Galenos, Ibn Mesuë, aan Nicolaas' Antidotarium en Platearius' Circa instans, aan het zoogenaamde Macer Floridus en andere pharmako-therapeutische geschriften ontleend en tevens met groote verscheidenheid van de dierlijke geneesmiddelen, waarvan ook hij, als kind van zijn tijd, een voorstander blijkt geweest te zijn.

Men meent evenwel niet dat het in Yperman ‘s bedoeling gelegen heeft, aan de behoeften van empirici, tooverkollen, oliekoopen en andere lieden van dat slag tegemoet te komen. Integendeel, het was zijn ernstig streven de heelkunst aan de handen van onbevoegden te ontrukken en haar een plaats te verzekeren naast de verwaande Medicina, die te lang reeds de uitoefening van het geneeskundig handwerk beneden hare waardigheid geacht had. Wat die veel gesmade heelkunst wel vermocht, verzuimt hij niet telkenmale te doen uitkomen. Zoo bijvoorbeeld in het relaas over een door zeker ‘leeken meester’ verknoeid geval, waarin echter gelukkig nog baat werd gevonden door den raad van Lanfranc, tot wie zich de inmiddels te hulp geroepen, doch machteloze ‘fisisijn’ gewend had. Hij steekt den draak met de ‘zotte phisysiene’, die zich inbeelden het buiten de operatieve behandeling van de grauwe staar te kunnen stellen en deze aandoening, tevergeefs natuurlijk, met ‘purgaciën’ trachten te bestrijden. Maar hij gaat niet minder fel te keer tegen de ‘leeken surgijns’, de ‘valsche meesters, die leec siin’ en tegen de ‘leeke onbekinde, die niet ne weten van der saken, omdat si gheene kennesse draghen ane de [p. XVIII] nature, waeraf datsi niet geleert en siin’. Bijzonder slecht is hij te spreken over zekeren ‘meester Willem van Ziericzee, in Vlaanderen,’ die zonder onderscheid alle soorten van wonden, zonder ze toe te naaien, met een zalf van bokken- en schapensmout, met Spaans groen vermengd, placht te behandelen en zich niet eens de moeite gaf de pleisters behoorlijk te verversen. En over Lise Pauwels, het ‘wijf’ uit Poperinghe, die, in navolging van Cato, alle wonden met rode koolbladeren bedekte, met dit gevolg dat wel velen genazen, maar ook velen stierven. En niet minder ergert hij zich aan ‘meester Anceel van Grenuwen’, onder wiens behandeling ‘er meer starf dan genas’. Hoewel deze meester ‘niet was van de genen, die redene bekenden, maar van den gemeinen leeken lieden’, ging er toch een groote roep van hem uit, en ‘was hi vele meer geprijst dan alle dandere meesters, die bi der const wrochten’. Waaruit men, zoo besluit meester Jan filosofisch, wederom leeren kan, dat in de wereld ‘goede vente’ meer gewin brengt dan ‘goede ware.’

Het beste middel om de heelkunst te verheffen, zoekt hij in vermeerdering van natuurwetenschappelijke kennis en in een vereniging van de beide hoofdtakken van de geneeskundige wetenschap. ‘Het ware oec nuttelijc,’ zoo schrijft hij in het hoofdstuk over ‘bocium’, ‘dattie surgijn ware medicijn, ende oec recht, alsi waren ten beginne, alse Ypocras ende Galienus ende Avicenna, ende also mer noch vint in andren steden opten dach van heden.’ En hij trachtte zijn stelling, dat de beoefening èn van genees- èn van heelkunst voor den enkeling mogelijk was, door het schrijven van een leerboek over inwendige ziekten klem bij te zetten.

Ook uit andere plaatsen blijkt hoe Yperman het welzijn van zijn vakgenoten ter harte hing. Telkens grijpt hij de gelegenheid aan, hun uit zijn rijke ervaring de middelen aan de hand te doen, waarmede zij het vertrouwen hunner patiënten kunnen winnen en hun goeden naam bestendigen. Het zijn, naar de gewoonte van dien tijd, ook wel eens kleine kunstgrepen, die hij den arts aanprijst om de zieken en hun nabestaanden voor zich te winnen, en zelfs een leugentje om bestwil acht hij ter bereiking van dit doel wel geoorloofd. ‘Ende emmer en segt den gewonden niet anders dan dat het wert een lange cure. Want troestedine dat hi soude siin op enen corten tijt del[i]vereret van den ysere ende hijt logene vonde, hi soude u te min betrouwen.’ Ook acht hij het raadzaam de behandeling van een hopeloos geval bijtijds op te geven, opdat de goede naam niet in opspraak kome, een raad, die echter niet nieuw en reeds door vele voorgangers gegeven was. Staat de familie niettemin op voortzetting van de behandeling, verzuim dan in geen geval, zegt hij, haar van het dreigende onheil te rechter tijd in kennis te stellen; want ‘comet ten archsten, so en werdire niet met geblamert ende ghij zult behouden [der] vrienden vrientscap.’

Welke hoge eisen hij overigens aan zijn kunstbroeders stelt, leert men uit het vierde kapittel van het eerste boek der Chirurgie. Dit geeft in hoofdzaken de in de toenmalige geneeskundige literatuur [p. XIX] algemeen verbreide medische deontologie weer, welke door Yperman, onder eerlijke vermelding van de bronnen, aan de klassieken en hunne kommentatoren is ontleend.

Het afschrijven van deze medische fatsoensleer doet vanzelf de vraag rijzen, hoe het met Yperman 's oorspronkelijkheid gesteld is. Hij heeft ons haar beantwoording zeer gemakkelijk gemaakt, want op enkele uitzonderingen na verzuimde hij nimmer de auteurs te noemen, wier denkbeelden en methoden hij tot de zijne gemaakt heeft. En dat waren niet slechts de allereerste, want een middeleeuws geneeskundig werk zou zonder de namen van een Galenus of van een Avicenna al zeer weinig opgang gemaakt hebben, doch ook de dii minores, met wier werk het zijne zeker op één lijn gesteld mag worden. Dankzij deze ruiterlijke handelwijze, waaraan menig tijdgenoot een voorbeeld had kunnen nemen, bespeuren wij dat Yperman zijn anatomische en fysiologische kennis, zijn theoretisch-geneeskundige beschouwingen, de behandelingsmethoden der inwendige ziekten, de gecompliceerde receptuur, alle aan vroegere schrijvers ontleend heeft. Maar het blijkt tevens, dat hij, waar het op chirurgische zaen aankwam, een prijzenswaardige mate van zelfstandigheid heeft weten te bewaren, zoodat hij in dit opzicht bij de voornaamste chirurgen van zijn tijd niet achter staat. Het lijdt geen twijfel of hem stond een voor dien tijd welvoorziene bibliotheek ten dienste; hij somt een aantal geneeskundige werken op en spreekt van ‘onsen bouc, die men heet ebe mesue’ of van ‘onsen antidotarius’, uitlatingen, die Broeckx op een dwaalspoor gebracht en tot de naïve veronderstelling geleid hebben, dat deze werken uit Yperman's pen zouden zijn gevloeid. Een aan deze uitgaaf toegevoegde ‘Lijst van Schrijvers’, leert dat Yperman, alvorens zich tot schrijven te zetten, de literatuur vlijtig bestudeerd heeft, maar hij beschikte klaarblijkelijk ook over een grote ervaring, want hij geeft over menig punt zijn eigen oordeel onomwonden te kennen en durft operaties te ondernemen, die beheersing der techniek en veel zelfvertrouwen verraden. Hij koestert de overtuiging dat alleen grondige kennis van de natuur den grondslag van medische kennis kan vormen, is wars van bijgeloof en bezit bovendien den niet geringe moed dit openlijk te verkondigen. Aangaande het geloof in de macht der Fransche koningen door louter aanraking klierziekte te kunnen genezen, merkt hij laconiek op: ‘vele geneester met haren gelove ende onderwilen genesen sulke niet.’ Niettegenstaande andere chirurgische werken als afdoend middel tegen scrophulose aan de hand doen, dat ‘men den sieken leiden soude op een lopende water up Sente Jansnacht in den somer, ende doene daerop bloeden, so dat dbloet valle int water’, acht hij een behandeling met zekere zalf ‘die rechte cure, entie sekerste’. Dat ‘scaertmonde’ of hazelip toegeschreven moet worden aan het eten van haas of enig ander dier door de moeder, noemt hij ‘grote logene’, want, zoo merkt hij op, ‘het siin menech scarde in lippen, wies moeder noyt en aten hasenvleesch no en sagen robaerde van der zee.’ [p. XX] Over Yperman's anatomie en physiologie valt niet veel bizonders te zeggen. Ondanks dat hij als zijn meening te kennen geeft, ‘dat elc surgijn es sculdech te weten hoe die leden van den mensce binnen siin gemaect’, vindt men toch eigenlijk alleen in de eerste boeken zijner chirurgie, die over de aandoeningen van het hoofd handelen, enige zeer oppervlakkige mededelingen en beschouwingen, waarbij een tot in bijzonderheden afdalende teleologische zienswijze het ‘leitmotiv’ vormt. Zoo vernemen wij dat ‘thoeft es ront, omdat te meer houden soude in even vele steden, ende omdat ront ene scone vorme es. Ende omdat herde slagen of vallen of werpingen te min daeraen souden daken ende te lichtelikere af souden scieten.’ Verder, dat de neus aan de punt kraakbeenig is, ‘want ware dende van den nese voren been, het soude menechwerf breken ende dan soude de mensce dansichte hebben ontscepen’; dat ‘thoeft te scoenre es omdat haer op heeft,’ en de uitwendige gehoorgang gebogen, wijl dit ‘Gode goet dochte’.

Yperman' s pathologie - natuurlijk is hij de leer der humoren toegegedaan - kunnen wij stilzwijgend voorbijgaan, want zij vormt al evenmin de sterkste zijde van het boek en hetgeen hij op dit gebied ten beste geeft is geheel, en nog wel oppervlakkig, aan de klassieken ontleend.

Ook in de therapie van de inwendige ziekten - of beter gezegd van die ziekten, welke destijds met inwendige middelen plachten behandeld te worden - vinden wij zeer veel, dat aan de Grieken en aan de Arabieren herinnert. Het werk, in 't bijzonder het laatste deel, hetwelk alleen in het handschrift van Cambridge aangetroffen wordt, vloeit over van zeer ingewikkelde recepten, van de soort, die men in Nicolaus' Antidotarium vinden kan. Het hoofddoel is de ‘purgacie’ der kwade lichaamssappen, waartoe artsenijen als yeralogodion, Theodoricum anacardion, pillen cochias rasis, yera-pigra Galieni en dergelijke aanbevolen worden.

Hoewel de drektherapie haar grootste triomfen nog vieren moest, stond zij toch in Yperman 's tijd, en trouwens veel vroeger reeds, in hoog aanzien. Yperman prijst ‘geets cotelen’ tegen ‘scrofulen of sconinx evel’ aan en ‘duvenmes’, ‘stront van den osse’, ‘mes van den mensce’ en ‘menschenquaet’ - dit laatste in zonderlinge verbinding met ‘blaeu laken’ tot asch gebrand - tegen apostemen, fistels en kanker. Het zijn altegader middelen, welke nog lang niet uit den artsenijschat der volksgeneeskunde verdwenen zijn. Van de overige middelen van dierlijke oorsprong, die, het zij ter loops opgemerkt, het veelvuldigst in het handschrift van Cambridge genoemd worden, noem ik nog ‘hasenhaer’, tot bloedstelping aanbevolen, ‘ganzen, hinnen- en hanensmout’, ‘vetheit van den beere’, en ‘van der gheeten’ tegen allerhande soorten van huiduitslag; en, als merkwaardig uitvloeisel van een consequent volgehouden orgaantherapie, ‘solen van oude scoen’ tegen ontvellingen en brandwonden. Yperman bezigt ‘roode slecken’ tegen klieren, miereneieren tegen doofheid, slangenvlees en maden tegen melaatsheid. Hij past het verbeende gedeelte [p. XXI] van het hertenhart op aambeien, de tot asch verbrande hondenkop en de padde op fistels toe, maakt gebruik van ‘wijfsmelc’ tegen oogziekten, van duiven- en menschenbloed tegen breuken, en, in navolging van Plinius, van ‘waeter daer een doot mensche in ghedwegen is’ tegen beenzweer!

Hiertegenover staat dat Yperman 's artsenijschat ook zeer rationele middelen bevatte. Zoo schrijft hij een pasta tegen tandpijn voor, waarin Hyoscyamus het hoofdbestanddeel vormt. Poeder van eierschalen beveelt hij tegen neusbloeding aan en zelfs de eveneens daartegen aangeprezen prikkeling van de borsten is niet zoo onzinnig als het wel lijkt. De meeste zijner recepten tegen slijmvliesaandoeningen bevatten samentrekkende stoffen en zijn middelen tegen huidparasieten zijn dezelfde als thans nog gebruikt worden. Welk een taai leven sommige methoden hebben, bewijst het nog niet lang geleden toegepaste middel om bij favushoofdzeer de haren uit te trekken, n.l. de pikpleister, welke wij bij Yperman onder den naam van ‘ruggene huve’ ontmoeten. Natuurlijk speelt ook de aderlating een voorname rol en dat Yperman al evenmin tegen een rijkelijke aftapping opzag als later Sydenham en Bouillaud, bewijst zijn raad om bij levensgevaarlijke keelaandoeningen den zieke te laten ‘tot hi gaet in onmacht.’

De diëtetische voorschriften, welke Yperman nimmer verzuimt te geven, kunnen over het algemeen onze goedkeuring wel wegdragen en hetzelfde geldt van zijn hygiënische maatregelen, als het mijden van ongekookt water en van sneeuwwater, het verbod van den coitus onder bepaalde omstandigheden en het gebruik van warme en koude baden.

De tot dusver opgesomde bijzonderheden vormen intussen voor ons niet het belangwekkendste deel van Yperman 's boek, want het merendeel is, het valt niet te loochenen, louter compilatie. Natuurlijk zullen wij meester Jan om dit soort van werk niet hard vallen, want het afschrijven en het excerperen werden nu eenmaal in de middeleeuwen tot hoogst verdienstelijken en wetenschappelijke arbeid gerekend, en het zou van ondankbaarheid getuigen, als wij die verkleinden, want hoeveel oude kennis is daardoor niet voor teloorgaan behoed geworden? Aangezien Yperman het tamelijk wel verstond in een beknopt bestek een overzicht te geven van den stand der geneeskundige wetenschap en zijn ervaring hem tevens in staat stelde het kaf van het koren te scheiden, heeft hij, in een tijd dat de boeken uiterst schaars waren, met zijn uittreksel zijn collega's werkelijk een goeden dienst bewezen.

Op ons evenwel oefent het eigenlijke chirurgische deel van het werk grote aantrekkingskracht uit. Hier doet Yperman zich van zijn besten kant kennen en toont hij zich een zeer bekwaam practicus, die zijn vak terdege beheerst. Aan uitgebreide kennis der literatuur paart hij een kritische zin en een nuchter oordeel, die hem voor al te slaafse navolging van zijn voorgangers behoeden. De wondbehandeling is hij volkomen meester en als opera- [p. XXII] rateur beschikt hij over den nodigen durf, die echter, dankzij zijn bedachtzaamheid, nimmer tot driestheid overslaat. Tevens toont hij een hart te bezitten, dat warm voor zijn patienten klopt. ‘Hieraf’, zoo schrijft hij in een der hoofdstukken over de behandeling van klieren, ‘hieraf so vorsiet u wel, dat gi den zieken niet en avontuert no u selven niet en brinct in pelloten 1), alse menech meester hem selven heeft [ge]bracht, bi dat hijs niet en conste, of bi roekeloesheiden.’ Hoe minder ingrijpend de maatregelen des te beter, en waar men dus met een eenvoudige snede volstaan kan, daar ga men niet over tot een kruisgewijze, al werd die destijds bij het openen van abscessen en het uitpellen van gezwellen gaarne toegepast, ‘want men es sculdech den mensce te genesene metter minster pinen ende metter minster lixemen.’ Die zorg voor ‘scone’ en kleine lixemen of litteekens verraadt den man, die zijn beroep niet als een ruw handwerk, doch als een kunst opvat. ‘Piint u altoes om ene cleine lixeme te maken’, raadt hij aan en hij doet, door bespreking van de richting der huidsnede en van de nabehandeling, de middelen aan de hand om dit doel te bereiken.

Het verbaast ons niet dat aan de wondbehandeling, het voornaamste deel immers van de toenmalige heelkunst, de ruimste plaats is toegekend. Zij vormt ontegenzeggelijk het uitvoerigste en tevens het beste deel van het werk. Het gebruik van wijn als wondmiddel leert ons Yperman als een aanhanger van Hugo van Lucca's methode kennen, welke er op gericht was het wondhelingsproces door het bevorderen van de onmiddellijke vergroeiing der wondvlakken te bekorten. Zij was een grote verbetering, vergeleken bij de handelwijze van Roger, Roland en der Vier Meesters, die in de ettering een natuurlijke schakel van het genezingsproces zagen, welke derhalve door prikkelende middelen zoo mogelijk nog bevorderd diende te worden.

De reinigingsmaatregelen, door Yperman aanbevolen, als het zorgvuldig uitwassen der wonde, het scheren der haren in de omgeving, het verwijderen van vreemde voorwerpen, verdienen, van een antiseptisch standpunt bezien, toejuiching. Zij bewijzen, even als de hier achter te noemen maatregelen, dat de wondbehandeling in de middeleeuwen reeds een vrij hogen trap van ontwikkeling bereikt had. Sterken nadruk legt Yperman op zorgvuldige bloedstelping, waartoe hij dezelfde middelen bezigt, als waarvan men zich thans pleegt te bedienen, namelijk dichtdrukking, toeschroeiing, onderbinding en omsteking van het vat. ‘Die sekerste cure van bloede te stremmene es dat men die arterie of adere uut hale ende mense verdraye ende toebinde daerna’, en nu mogen er ‘selke meesters siin diere op leggen gebernde plumen ende andere gebernde vilt’, maar, verzekert meester Jan, ‘ic heb u geseit na minen wetene dbeste dattie oude meesters antierden. Ende ic en wasser noyt met bedrogen.’ 1) Opspraak.[p. XXIII] Het toenaaien van de wonde placht Yperman met groote zorgvuldigheid te verrichten. Opdat de wond overal, ook in de diepte, goed sluite, geeft hij den raad met het hechten ‘in de middewaert’ te beginnen en tevens de steken behoorlijk diep te leggen. Anders vergadert zich allicht etter op den bodem en dan ‘so comter af som wile lanc werc.’ Toch zou het verkeerd zijn de drainage te verwaarloozen en daarom moet in een der hoeken, en wel in de laagst gelegene, een ‘wiekje’ gelegd worden, waarlangs de etter kan afvloeien. Dat aan de instrumenten hoge eischen gesteld worden, leert de beschrijving van de naalden, welke moeten zijn ‘driecantech, entie oge moet siin gegracht, dattie draet mach liggen in die gracht, so en werdet niet te dickere an die oge.’ Want, dit zij ten gerieve van den leek opgemerkt, daardoor zou het steekkanaal maar onnodig wijd en allicht een ongewenste verscheuring van het weefsel veroorzaakt worden.

In de diagnostiek en de behandeling van schedelwonden, al of niet gecombineerd met schedelbreuk, moet Yperman een grote bedrevenheid bezeten hebben. De uitvoerigheid, waarin hij hier vervalt, verraadt voor dit onderwerp een bijzondere voorliefde. Zijn ondervinding op dit punt blijkt niet gering geweest te zijn, want hij weet verscheidene gevallen uit zijn praktijk aan te halen om zijn inzichten te staven. Na verteld te hebben dat Bruno, Lanfranc en anderen op de ontbloote dura mater een zoogenaamden ‘pulvis capitalis’ plegen te leggen, gaat hij aldus voort: Nu verstaat mine lere en wat mi gesciede. Ic ruimde die wonde so dat ic die scerve al bloot hadde, ierst thaer afgescoren; ende daerna wiecticse.....’ En om de doeltreffendheid dezer maatregelen nader toe te lichten, laat hij dan het verhaal volgen van een jongen, wiens hoofd zoodanig verwond was, dat ‘therssenbecken al ontwee was ende deen been gescoten onder dander.’ Fluks een mes genomen en de huid zoo ver gekliefd, dat de barst overzien kon worden en voor de behandeling toegankelijk werd, dit was de rationele methode, die Yperman hier in praktijk bracht en wel met zulk goed gevolg, dat de patiënt na enige tijd weer bijkwam, den handige heelmeester tot diens niet geringe voldoening ‘oom’ heette en na verloop van tijd volkomen genas. Dezelfde behandeling paste hij nog toe op een anderen knaap en op een ‘jonfroukijn’, die door een paard tegen het hoofd geslagen waren, op een ‘ouden cnape’, dien men met een ‘plommeye’ de hersenpan ingedeukt had, en op ‘vele andere in Ypere in Vlaenderen ende daeromtrent’.

De kapittels over de andere aandoeningen van het hoofd, van oog, oor, neus, keel en mond, moet ik kortheidshalve stilzwijgend voorbijgaan, schoon ik ternauwernood de verzoeking weerstaan kan, in den brede over deze belangrijke onderwerpen uit te weiden.

Wat de overige delen van het werk betreft, zij opgemerkt dat de stijl van het zevende boek, hetwelk over de ledenmaten handelt, allengs een ander karakter aanneemt en zich kenmerkt door zekere haastigheid in het beschrijven, hetgeen de vraag doet rijzen of het [p. XXIV] Yperman wellicht aan tijd en gelegenheid ontbroken heeft om zijn arbeid op dezelfde brede grondslag voort te zetten als waarop hij haar heeft aangevangen. Met dit boek lopen de Brusselse en Gentse handschriften ten einde, en wat verder volgt, komt alleen in het manuscript van Cambridge voor. Dit deel, waarin de ziekten der buik- en geslachtsorganen, melaatsheid, pokken, mazelen, wondroos, kanker een beurt krijgen, steekt, wat duidelijkheid en uitvoerigheid betreft, en ook in taalkundig opzicht bepaald ongunstig bij de voorgaande boeken af. Maar wie weet hoezeer het oorspronkelijke werk onder het afschrijven, hetgeen immers lang niet altijd door bevoegden geschiedde, geleden heeft? Opmerkelijk is het dat een groot deel der recepten in het handschrift van Cambridge in het latijn, en niet van het fraaiste, vervat zijn.

Niettemin bevatten deze laatste boeken nog tal van merkwaardige zaken, die de hedendaagse heelkundige in een middeleeuws chirurgisch leerboek niet zoeken zou. Daaronder is wel weer veel dat Yperman aan anderen ontleend heeft, maar hij blijft zich toch telkens een eigen oordeel voorbehouden. Zoo gaat hij inzake de behandeling van breuken met zijn eigen ervaring te rade en volgt een methode, welke hem zoo goed voldeed, dat hij alle meesters ‘bidt’ haar eveneens toe te passen. ‘Ic ghenas’, schrijft hij, ‘vele lieden der met - namelijk “met drancken ende met plasteren van buten der op gheleit ende wel derboven ghecussineelt” - binnen der stede van Ypere, die ghescoert waren, maer alst nieuwe ende versch was’. ‘Maar’, zoo gaat hij voort, ‘ic doe jou weten alse de rupture een jaer out is, dan moetet ghesneden wesen metter hant. Ende ic bidde alle meesters alse die rupture out is, datsi hem dat niet vermeten te ghenesen, want hets oncurable ende ondoenlic ende ongheneselic sonder sniden.’

Dat hij niet schuwde het mes te hanteren waar het pas gaf, bewijst ook het bekende geval van de begijn, die aan een abces aan den hals leed, en die hij, op het voorbeeld van Lanfranc, na de operatie, welke gevaarlijk genoeg kan geweest zijn, met behulp van een zilveren pijpje kunstmatig moest voeden. Intussen verloor hij de grenzen van zijn kunst niet uit het oog. Al beweren velen dat men afgeslagen lichaamsdelen weder kan doen aangroeien, gelooft het niet, zegt hij, zij geven ‘den volke logene te verstane’.

Doch genoeg! Beter dan deze enkele aanhalingen vermogen, zal de studie dezer Chirurgie zelve den lezer een denkbeeld kunnen geven van de betekenis van dezen oud-Vlaamse heelmeester, die, hij moge dan voor de wetenschap geen nieuwe wegen gebaand hebben, toch een eervolle plaats zal blijven innemen in de annalen der Chirurgie, terwijl hij wegens zijn verdiensten als schrijver, zijn pogingen tot verbreiding van chirurgische kennis, zijn streven naar verheffing van zijn stand en zijn praktische bekwaamheden, zonder twijfel tot de verdienstelijkste vertegenwoordigers der heelkunst in Vlaanderen gerekend mag worden. [p. XXV]

Broeckx heeft voor zijn uitgaaf van Yperman's Chirurgie uitsluitend van den tekst in Ms. A 19 van de Boekerij van S. John's College te Cambridge gebruik gemaakt, niettegenstaande hem het bestaan van twee andere, namelijk het perkamenten exemplaar van Van Hulthem en een papieren, dat aan Dr. Snellaert toebehoord heeft, bekend was. Inmiddels is door de Flou en Gaillard 1) op een vierde afschrift de aandacht gevestigd, hetwelk deel uitmaakt van den bundel Ms. Harl. 1684 van het Britsch Museum. Ik laat van deze handschriften, welke alle voor mijn uitgaaf gediend hebben, hier een beschrijving volgen. 1) Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vlaamsche Akademie, 1897.

Ms. 15624-41, Kon. Bibl. Brussel.

Deze bundel is in 1818 uit de verzameling van den Londense boekenliefhebber Heber in handen van Van Hulthem overgegaan en na diens dood in het bezit van de Bourgondische Bibliotheek, thans Koninklijke Bibliotheek te Brussel gekomen. J.F. Willems gaf er een beschrijving van, welke opgenomen is in: Bibliotheca Hulthemiana 2) onder den titel van ‘Aloude belgische natuerkunde van den mensch, in de dertiende en veertiende eeuw.’

Hij bestaat uit 147 goed geconserveerde perkamenten bladen, klein 4o formaat, 0, 21 × 0,15 M. oppervlakte, en is, wat het proza aangaat, in twee kolommen, elk van 50 regels, beschreven. Uit een notitie op het achterste schutblad blijkt wie indertijd de eigenaar geweest is:

Scriptor qui scripsit cum Christo vivere possit.
Cum nomine aptum Godefridus Leonijs
Sit sic vocitatum, Notarius et
Aromatarius Mechlinensis.

Een paar andere plaatsen geven den tijd aan, waarin het Hs. afgeschreven is. Op fol. 21 v. leest men:

Explicit antidotarius scriptus anno
Domini 1351 in die beati Ypoliti martiri.
Finito libro sit laus et gloria Christo
Dexteram scribentis benedicat lingua legentis.

Aan het einde van den tweeden kolom op fol. 27 r. staat geschreven: Deo gratias per Johannem de Altre. Deze is vermoedelijk afschrijver van het Ms.

Het schrift is vrij klein, doch duidelijk en regelmatig. Behalve enkele beginletters, die rood gekleurd zijn, bevat het Hs. geen versierselen. Slechts is van de eerste letter van Yperman's Chirurgie, een H, meer werk gemaakt. Willems schrijft dat de dubbele i bestendig ii en niet ij is, geschreven hetgeen echter lang niet altijd het geval is.

Het stelselmatig volgehouden afkortingsstelsel betreft de uitgangen n, de, aer, er, et, en de voorzetsels per, con en sub, benevens ra, re, ro, ar, er en or. Zij worden door de gebruikelijke afkortingsteekens aangeduid. De u en de v worden door u, de dubbele u door w weergegeven. 1) Vol. VI, Manuscrits, blz. 45.[p. XXVI]

Voor de interpunctie is van geen andere tekens gebruik gemaakt dan de punt en een ¶. Hier en daar zijn enkele woorden, bijv. eigennamen, onderstreept of, zooals met de opschriften der hoofdstukken het geval is, doorgehaald. De getallen, die de volgorde der hoofdstukken aangeven, bevinden zich in margine. Ook vindt men daar enkele uitdrukkingen, die op den inhoud van den tekst wijzen, als colirie, cure, zalve, dranc, plaester, enz. Ik heb ze, evenals enkele in margine aangebrachte verbeteringen, weggelaten, aangezien zij van geen belang zijn.

Aan het hoofd van de bladzijden bevinden zich de namen van de organen, welke besproken worden, als hooft, mont, kele. Na het hoofdstuk over de ‘kele’ komt deze inhoudsaanwijzing niet meer voor.

De inhoud van den codex is zeer verscheiden, maar toch hebben de verschillende geschriften alle in meerdere of mindere mate betrekking op de natuur- en geneeskunde, zoodat men met Willems terecht van een ‘Natuerkunde van den mensch’ kan spreken.

De verhandelingen zijn:

1. blad 1 - 6 r. Een soort van Kosmografie, een ‘natuerkunde van het heelal’, zooals Willems het stuk noemt.

2. fol. 6 v. - 8 v. Voorschriften ter bereiding van waters, als oogwaters, en oliën, bijv. olye van rosen, van vyoletten, benevens recepten tegen sproeten, overmatigen haargroei, enz. Het stuk vangt aan met: Aqua vite. dats water des levens. of levende water. De laatste kolom wordt bijna geheel in beslag genomen door een verhandeling over de herkenning van de teekenen van den naderenden dood: Dit siin tekene daer men den veygen mede kent.

3. fol. 9 v. - 21 v. Een vertaling van Nicolaus' Antidotarium. De aanhef luidt: Dese boec heet Nicolaus. ende oec so heefthi enen andren name alse antidotarius. In den welken siin geordineert vele manieren van confexiën, welc confexie te verstane es vergaderinge van vele simpelremedicinen ende substanciën.

Dit stuk is, voor zoover mij bekend, de enige Middelnederlandse vertaling van het beroemde, in de eerste helft der XIIde eeuw verschenen, werk van den Salernitaanse geneeskundige Nicolaus, dat den grondslag vormt van vele later verschenen farmacopees en herhaaldelijk gecommenteerd is. Op een der commentaren, het ‘circa instans’, kom ik later terug.

De Biblioth. Nat. te Parijs bezit twee fransche vertalingen, die door P. Dorveaux uitgegeven zijn (Zie de Literatuurlijst en tevens de Lijst van Schrijvers onder Nicolaus).

Van de 139 voorschriften die het Antidotarium bevat, komen 130 in deze Middelnederlandse vertaling voor en zij is dus vollediger dan de Fransee met haar 85 recepten. De volgorde der confexiën, latuariën, opiaten, cyropen, trocisken, onguenten etc., is alfabetisch. Het eerst komt het beroemde ‘aurea alexandrina’, het laatst ‘zingiber conditum’. Aan het slot treft men het reeds genoemde [p. XXVII] jaartal aan, waaruit men den ouderdom van het Ms. afleiden kan.

Het antidotarium wordt op fol. 21 v., 1e kol. onmiddellijk gevolgd door enige prognostieke wenken en opmerkingen aangaande den pols. Dit stukje beslaat niet meer dan een kolom, en vangt aldus aan: Die mensce die leget in ziecheiden ende men hem tast sinen puls. Slaet hi effene ende zoetelec. so es men in hope dat hi sal genesen ende termineren ende trecken ter baten. Ende slaet hi oec. 2. slage en ten derden oneffene. die oneffen slach bediet die doot.

4. fol. 22 r. - 27 r. Handleiding bij het onderzoek der urine. Zij vangt aldus aan: Dese leringe van orinen bescrijft ons meester Gielijs van Salerne. ende nam sine materie uut Ysaacs boeke.

Over de meesters Gielijs en Ysaac, zie de Lijst van Schrijvers. Aan het slot van deze handleiding treft men den naam van den vermoedelijke afschrijver aan.

5. fol. 27 r. - 45 v. Een geneeskundige werk aanvangende met: Avicenna die wise meester seit dat de mensce es gemaect van der Aerden. Vooraf gaat: die tafele van Avicenna. omme elke ziecheit te vindene biden getale datter op staet.

Het stuk is verdeeld in 48 hoofdstukken; het eerste draagt tot opschrift: Ende ierst van den tekenen daer men die complexie mede bekent; het laatste: van den vede raet.

Er worden in deze verhandeling verschillende auteurs vermeld, o.a. Jan Braemblat, dezelfde die ook in Yperman's Chirurgie voorkomt.

6. fol. 46 r. - 47 r. De nature ende manieren van alle lieden, een verhandeling over de elementen en de complexiën.

7. fol. 47 v. - 48 r. Een ‘gelaetkunde’ naar Hippokrates.

8. fol. 48 v. - 51 v. Een tweede geschrift over de urine, aldus aanvangend: Dese leringe van orinen bescreven dese meestren alse meester gielijs van saleerne. ende ysaac. ende theophilus.

Met dezen Theophilus is bedoeld Theophilus monachos, de schrijver van een boek over urine en van een ander over de ontlasting. (zie Literatuurlijst, v. Töply).

9. fol. 52 r. - 53 v. Dit siin .24. tekene der doot die Ypocras met hem dede graven, gevolgd door enige Latijnse geneeskundige voorschriften.

De ‘tekene’ eindigen aldus: Ende dese .24. tekenen waren vonden in Ypocras graf in. 1. yvoren busse.

10. fol. 54 r. - 73 v. Een geneeskundig geschrift, aanvangende: Desen boec sprect van medicine ende ten iersten....

Het stuk bevat 42 kapittels; het eerste heeft tot opschrift: Van enen cortse die effimera heet; het laatste: van dat den man sine nature sciet siins ondankens.[p. XXVIII]

De inhoudsopgaaf bevindt zich achteraan op fol. 73 v., 2e kolom.

Het werk eindigt hiermede: Explicit medicina magistri iohannis dicti Ypermans. deo gratias Amen. Het is door C. Broeckx in 1867 te Antwerpen bij J.E. Buschman uitgegeven.

11. fol. 74. r - 75 r. Een gedicht van 484 verzen over gezondheidsregelen, dat door Willems voor een uittreksel van Jacob Maerlant' s Heimelijcheit der heimelijcheden gehouden wordt.

12. fol. 75 - 77 r. Uittreksels uit Maerlant' s Naturen Bloeme.

13. fol. 77 v. - 85 r. Een ander gedicht van 2400 regels over ‘heimelijcheden van mannen en vrouwen’, hetwelk eindigt: expliciunt mulierum secreta. Voor nadere bijzonderheden verwijs ik naar Willem 's beschrijving.

14. fol. 85 v. - 88 v. Een Chiromantie, uit 17 kapittels bestaande.

Bovengenoemd dichtwerk en deze chiromantie zijn uitgegeven door N. de Pauw in Mnl. ged. en fragm. dl. I.

15. fol. 89. Een gedicht van 118 regels, ‘geestelijke minne’ geheten.

16. fol. 91 r. - 107 r. Hier sal men verstaen in desen boec die leringe van dyascorides den wisen meester ende van circuminstance den wisen meester. welke desen boec gemaect hebben. die geheten es herbarijs. Ende es leringe van allen cruden die men orbort in medicinen ende in surgiën die nuttelijc siin den lichame omme die ziecheiden te verweerne ende gesonde te behoudene.

De vertaler dwaalt als hij onder circuminstanse ‘een wisen meester’ verstaat. Zie Platearius, in Lijst van Schrijvers.

17. fol. 107 r. Dits de tafele van meester Jan Ypermans surgie.

Fol.107 v. Hic incipit cyrurgia magistri Johannis domini Ypermans etc.

De Chirurgie eindigt op fol. 147 v. Bovenaan de tweede kolom van deze bladzijde leest men:

Laus tibi sit Christe
Jam labor explicit iste.

en op fol. 148 r:

Scriptor qui scripsit cum Christo vivere possit.
Cum nomine aptum Godefridus Leonijs
sit sic vocitatum Notarius et
Aromatarius Mechlinensis.

Beide notities schijnen volgens het schrift in de 15de eeuw geschreven te zijn.

Ms. A 19, S. John's College Library, Cambridge.

Dit goed geconserveerde papieren handschrift is, te oordelen naar het watermerk, nl. een ossenkop, welke de meeste overeenkomst vertoont [p. XXIX] met No. 14198 van Briquet's groot werk over Watermerken 1), uit de XVde eeuw afkomstig. De band bestaat uit hout en leder en is versierd met een fraaien bandstempel, voorstellende St. Michiel, den draak verslaande. Volgens een mededeling van Prof. W. de Vreese uit Gent zou deze stempel op zijn laatst in 1543 gebezigd zijn.

De bundel bevat twee gedeelten, een van 81 bladen en een van 19. De afmetingen der bladen zijn 0,286 × 0,21 M. Zij zijn beschreven in twee kolommen, van 0,203 × 0,064 M., die door lijnen begrensd zijn en elk 50 regels tellen. De eerste initiaal, een H, in blauw met rode ornamenten, is tamelijk fraai. De overige hoofdletters zijn enkel in rood, de opschriften der kapittels eveneens. Het schrift is duidelijk, niet verbleekt; de letters zijn vrij groot. Enige voorbeelden van het schrift vindt men in Janus, Xe Ann, 1905, blz. 544. Fol. 1 r. draagt tot opschrift, in een hand van jongeren datum en staande letter: Ypermannis Medicina. Daaronder in rood: Hier beghint die Cirurgie van Meester Jan Yperman (zie blz. 5, noot 1). Dan volgt: Hic est practica, enz. De drie eerste kolommen geven de inhoudsopgaaf van het eerste boek. Daarna volgt een tweede incipit: Hier begint die cirurgie, enz. Het werk eindigt op fol. 161. Dan volgen zes blanke bladen en op een nieuw fol.: Hier beghint die jon lanfranc. Ende hij begint erst an dat hooft. Het slot van dit gedeelte bevindt zich op fol. 17: Explicit lanfrancus juvenis. Op deze bladzijde en op fol. 18 en 19 komen nog eenige recepten voor, die met een andere hand geschreven zijn.

Onder ‘jon lanfranc’ en ‘lanfrancus juvenis’ moet niet anders verstaan worden dan de Chirurgia parva van Lanfranc van Milaan.

De in dezen band voorkomende Chirurgie van Yperman is niet kompleet. Van de in de ‘tafel’ van het ‘bouc van den quaden beenen’ genoemde twaalf kapittels zijn alleen de twee eerste voorhanden.

Het Handschrift bevat 76 afbeeldingen, merendeels van chirurgische instrumenten. Zij zijn tamelijk onbeholpen, doch geven toch een goed denkbeeld van de vormen der middeleeuwse heelkundige werktuigen. Op fol. 6 r., 24 r. en 80 r. zijn plaatsen opengelaten, die klaarblijkelijk voor tekeningen bestemd waren, doch niet ingevuld zijn. Er zijn meer van die ruimten geweest, doch zij zijn door een of anderen speelse student met weinig toepasselijke en deels ook onwelvoeglijke schetsen ingevuld. Zoo vindt men op fol. 11 r. een naakte figuur met een zeer groten penis afgebeeld; op 13 r. een dergelijke figuur en een hond, die zijn poot naar den penis uitstrekt. Erboven staat: dit is mijn hant (l. hont). Op fol. 15 v. staat een persoon afgebeeld, die waarschijnlijk een arts moet voorstellen, en daarnaast een tweede, in wiens anus een lavementspuit steekt. Fol. 20 v. en 31 v. vertonen elk een hellebaardier en 48 v. een figuur, welke 1) Diction. Histor. Des Marques du Papier.[p. XXX] volgens een bijschrift zekeren Huyghen van Wilghe moet verbeelden. Op 44 r. is een ruimte ingevuld met een onherkenbare krabbel; op 40 v. vindt men een primitieve schets van een zweetstoof, waarin, zeker wel door een ander, een vogeltje getekend is. Een andere badstoof is op fol. 27 r. afgebeeld.

Er komen in dit handschrift slechts twee anatomische schetsen voor. Een op fol. 2 v., blijkbaar niet ernstig bedoeld en vermoedelijk later ingelast, stelt een anatomische les voor, waarin de leraar zijn leerlingen een doodskop vertoont; de ander, op fol. 3 r., is een zeer primitieve schets van de getande kanten, waarmede de beenderen van de hersenpan in elkander grijpen.

De afkortingen zijn niet zoo veelvuldig en stelselmatig aangewend als in het Brusselse handschrift; zij betreffen hoofdzakelijk de uitgangen en er en de medeklinkers m en n. In de interpunctie wordt voorzien door de punt en het teken ¶. In plaats van ge wordt meestal ghe geschreven.

De stijl staat bij die van het Hs. van Brussel achter; de orthografie laat te wenschen over. Carolus 1) overdreef niet toen hij schreef: ‘Le style du ms. de Cambridge est extrêmement defectueux, l'orthographe y est nulle, le copiste ne connaissait pas le latin qu'il transcrivait et le flamand y est absolument écrit comme on parle dans la Flandre occidentale et nous croyons n' être pas loin de la vérité en attribuant la copie à un Brugeois.’

Op die bewering valt niet veel af te dingen en men vraagt zich daarom met te meer verbazing af, hoe Broeckx. die dit oordeel letterlijk voor de inleiding tot zijn uitgaaf nageschreven heeft, zijn keus op dezen tekst heeft kunnen laten vallen. Reeds Snellaert 2) heeft daarover zijn spijt te kennen gegeven, toen hij hem eraan herinnerde dat in het Hs. van Cambridge o.m. het gehele 3de boek en bovendien de laatste hoofdstukken, die over de kwetsuren en ziekten der ledematen handelen, ontbreken. Ik meen de reden van Broeckx' voorliefde tot dezen gebrekkigen tekst te moeten zoeken in het feit, dat Carolus hem met een Franse bewerking van het Brusselse handschrift vóór geweest is 3)

Een korte beschrijving van het Handschrift vindt men bij Priebsch 4) 1) Modern. Ms. No. 21833. Bourgond. Bibl. Traité de Chirurgie de Jehan Yperman, transcrit sur le ms. du Collège de Saint-Jean Baptiste de Cambrigde (sic). 1861, Paris, le 25 Déc. (Get. Carolus.) 1) Analyse van Broeckx' uitgaaf, Bull. d.l. Soc. d. Méd. d. Gand. XXXe Vol., 1863, blz. 341. 3) La chirurgie de Maître Jean Ypermans, le père de la chirurgie flamande (1295-1351), mise au jour et annotée par J. Carolus. Ann. d.l. Soc. d. Méd. d. Gand, XXXIIe Vol., 1854, blzn. 19 en 237. 1) l, 1896, blz. 38.[p. XXXI]

Ms. Harl. 1684, British Mus., Tractat. var. Cirurgici Belgici.

Van dit Hs. hebben Gailliard en de Flou 1) en R.Priebsch 2) uitvoerige beschrijvingen gegeven.

Het in kalfsleer gebonden, papieren afschrift is niet jonger dan de 15de eeuw. Het beslaat 174 bladen in 4o formaat, waarvan de beide laatste zoo beschadigd zijn, dat een deel van den tekst ontbreekt. De afmetingen zijn 0,24 × 0,182 M. De tekst neemt daarvan een oppervlakte van 0,215 × 0,14 M. in. Het is in twee kolommen, die elk door vertikale en horizontale lijnen begrensd zijn, beschreven.

Het schrift is duidelijk. Een proeve vindt men afgebeeld in Janus, XIV, blz. 397. De initialen zijn in rood en de hoofdletters met rode inkt doorgehaald; van dezelfde kleur zijn ook de opschriften der hoofdstukken.

Priebsch beschrijft het watermerk als: ‘Hand mit einer aus dem Mittelfinger herauswachsenden Blume.’ Dit is een in de 15de en 16de eeuw veelvuldig voorkomend merk. De Stoppelaar (zie Litteratuurlijst) beeldt een viertal van zulke figuren af (Pl. XIII) en zegt dat het papier met de Hand in Sluis zeer in trek schijnt geweest te zijn. De Heer Donald Macbeth (Londen, Ludgate Hill, 66) die het Hs. voor mij gefotografeerd heeft, zond mij echter afbeeldingen van drie watermerken, die geen van alle tot de genoemde soort behoren.

Een ervan, de veelvuldigst voorkomende, is de letter Y met een Kruis en heeft de meeste overeenkomst met de Nos. 9182, 9183 en 9184 van Briquet’s Dictionnaire 3)

Het tweede merk is de letter P met de Lelie en komt 't meest overeen met de door de Stoppelaar op Pl. XII onder No 12 afgebeelde figuur en met de figuur 8655 van Briquet.

Het derde is de bekende Ossenkop, waarvan de Stoppelaar op Pl. VI een aantal voorbeelden geeft en men eenige honderden door Briquet afgebeeld vindt. Nummer 14194 heeft er de meeste overeenkomst mede.

Uit deze watermerken blijkt dat het papier, hetwelk voor het Ms. gebezigd is, uit de 14de eeuw dagtekent; jonger dan de 15de zal het Handschrift dus wel niet zijn.

Een korte opgaaf van den inhoud van den bundel moge hier volgen.

Op fol. 1 r. vangt een tractaat aan met: Hier begint van die Urinen.

Op fol. 2 r. - 2 v. bevindt zich een verzameling recepten voor het maken van cattaplasma.

Op fol. 3 r. een stuk: Omme die tanden uut doen vallen sonder pijne. 1) Versl. en Meded. d. Kon. Vlaamsche Akademie, 1897, blz. 463. 2) T. II, blz. 7. (1 T. IIIe.[p. XXXII]

Op fol. 57 - 104 r. Een chirurgie van zekeren Thomas Scellinc.

Het begin luidt aldus:

‘Incipit artis Cirurgie cum praktika Thome umbra medici de thenismonde que thomasio vocatur. Incipit prohemium. Ic Thomas Scellinc umbra medicijn hebbe ghemarct dat have ende guet te niet gaet Ende goede sciencie ende const die blijft enen al sijn leven want alsoe alse aristoteles seit die sciencie is een deel renten des syns Daerom wil ic Thomas Scellinc umbra medecijn minen lieven soen Thomas ende Jan Scellinc sinen broeder ende allen den genen die cirurgie volcomelic begheren te doen, scriven ende maken een boec van cirurgyën in dyetscher tonghen, die bloem uut alle boeke der groete meesters Die menich iaer voir ons ghemaect hebben gheweest als uut galienus die der bester was een, uut avicenna uut albucasim uut almasorem uut rasim uut brunum longo burgente uut alafrancis uut teodoricum uut rolande uut rogerium Ende uut der glosen quatuor magistrorum Ende uut anderen vroeden meesteren....’

Op fol. 6 r. worden de 20 kapittelen van het eerste tractaat opgesomd, dat hoofdzakelijk over verwondingen handelt.

Op fol. 42 r. vangt het 2e traktaat aan met een opsomming van de 39 kapittels, waarin het verdeeld is. Dit tractaat handelt over apostemen, carbonkels, scrophulen en gebroken en uit het lid geschoten ledematen.

Dan volgt op fol. 66 r. een tractaat van alrehande onghemake die beide van binnen ende van buten comen. Het handelt over oog-, neus- en keelziekten, huid- en blaasziekten, breuken, aambeien enz. en bestaat uit 24 kapittelen.

Een 4de tractaat ‘van antidota’ begint op fol. 96 r. Er is geen inhoudsopgave bij. Het stuk behandelt verschillende soorten van geneesmiddelen als repercussiven, mundificativen, enz. Het eindigt op fol. 104 r. met de woorden: Explicit cirurgie thome umbre medici te tenismonte que tholia(!) vocatur. Daarop volgtnog een mededeeling van den schrijver:

‘Int iaer ons heren dat men screef 1343 in die meye in die stat van namen ic thoma[s] umbra medicin ter hulpen van onsen lieven here ende onser sueter vrouwen sijnre ghebenedider moeder [heb] dit werc tot enen gue[den] eynde ghebrocht....’

Een rijmpje aan het slot van deze mededeeling leert den ouderdom het handschrift kennen:

‘Neemt dat hoeft van eenre meuwen

Ende die hoefde van achte leuwen

Ende die hoefde van twee vincken

Die mogen der selver tijt gedencken

Dat ic dit boek volscreef sonder sorghen 1)

Op fol. 104 r. vindt men een paar met een andere handgeschreven recepten. 1) Bedoeld is dus M + 8 × L + 2 × V = 1410.[p. XXXIII]

Op fol. 105 staat de inhoudsopgaaf van een vertaling van de Chirurgie van Lanfranc, n.1. de aan zijn vriend Bernardus opgedragen Chirurgia parva.

Het eerste boek vangt aldus aan: ‘Bernaert lieve vrient ic voermicke te maken een boec in welken ic u gheven sel bij der hulpen van gode des sceppers almachtich volmaecte leeringhe die behoert ten instrumenten van surgyën mit corten beproefden werken.’

Het tweede boek begint op fol. 127 r. met:

‘Alhier so beghint dat ander boeck van cleinen lanfranke ende set eerst van den vier elementen ende van den vier humoren....’

Het eindigt op fol. 140 r. met de woorden: Explicit. Deo gracias. Bidt voer die scriver een Ave Maria. Amen.

Nu volgt op fol. 142 r. die leringhe ende die practike van meister Jan Ypermanne, welke op fol. 173 r. met een: Explicit sigilJohanne Ypermanne besluit.

Op 173 v. en 174 r. komen nog eenige recepten voor, geschreven met een hand uit een later tijdperk.

Fol. 173 en 174 zijn beschadigd.

Over de indeling van dit geschrift, dat slechts uit een gedeelte van Yperman 's Chirurgie bestaat, behoef ik hier niet nader te spreken, daar ik de inhoudsopgaven van de boeken en kapittels in noten onder de overeenkomstige plaatsen van het Brusselse handschrift geplaatst heb. Het is lang niet zoo uitvoerig als de overige handschriften der Chirurgie; sommige hoofdstukken zijn belangrijk besnoeid of ontbreken geheel.

Het handschrift bevat een 30 tal afbeeldingen van instrumenten, die echter slechts ruw geschetst, gebrekkig en klein zijn, en op fol. 169 v. een schets van een dampbad.

De stijl is draaglijk, en de orthografie vrij goed. De afkortingen zijn veelvuldig en betreffen de uitgangen us, en, er, et en iet, en de consonanten m en n. Van de punt als leesteken is een schaars gebruik gemaakt; zij is meestal vervangen door een ¶.

Hs. 1273, Universiteits-Bibliotheek, Gent.

Dit handschrift, afkomstig uit de nalatenschap van F.A. Snellaert, is geschreven op papier, dat volgens het watermerk uit het midden der 15de eeuw afkomstig is. Dit merk, een Y waarboven een kruis, gelijkt het meest op de figuren 17 en 18 op plaat XII van De Stoppelaar's beschrijving. Men vindt dit papier tussen de jaren 1435 en 1465 herhaaldelijk in de Archieven van Holland, Brabant en Zeeland terug.

Het Hs. bestaat uit 164 bladen, van 0,295 × 0,215 M. oppervlakte, beschreven in twee kolommen, die door lijnen begrensd zijn. Het schrift is tamelijk slordig doch goed leesbaar, echter minder duidelijk dan dat van de andere handschriften en ietwat kleiner van letter dan het Hs. van Cambridge.De ietwat onbeholpen initialen zijn rood, evenals de titels der hoofdstukken. [p. XXXIV]

Het handschrift is door den kopiist zelven met Arabische cijfers gefolieerd en wel in twee reeksen: van 2 tot en met 110, en daarna opnieuw van 1 tot en met 53. In de eerste reeks is het cijfer 101 tweemaal gebruikt; in de tweede reeks is het 40ste blad bij 't nummeren overgeslagen; ook 't laatste blad van den codex is niet genummerd. Merkwaardigerwijze zijn de getallen boven de 100 geschreven als volgt: 1001, 1001, 1002, 1003, 1004 enz. tot en met 1009. Er zijn geen sporen van signaturen; wel is elk katern voorzien van een custode.

De paginering vangt aan met 2 r. Bovenaan staat in rood: Dit es die boec van den hovede Inden iersten. Daaronder in nagebootst oud schrift: Cirurgie van meester Jan Yperman int Jaer MCCC ende XXVIII. Dan volgt ‘Wij sijn sculdigh ... enz.’ (zie blz. 1).

De tweede kolom van dit blad geeft de inhoudsopgaaf van het eerste boek, welke op fol. 2 v. wordt voortgezet (zie blz. 2).

Aan het slot van het laatste hoofdstuk ‘vanden voete te broken’ leest men: Deo gracias. Amen.

Daarop volgt onmiddellijk een beschrijving van enige pleisters en zalven o.a. ‘tplaetster van Jherusalem’ en op fol. 127 r. een nieuwe verhandeling getiteld: Dyt sijn 't dorynen dye meester gillys trecte uter bloemen van Avicenna van ysat van aristoteles orinen.

Fol. 126 v. bevat een stuk over de teekenen van den naderenden dood:

Dyt sijn dye tekene vanden veygen lieden ter doot.

Op fol. 127 r. volgt een tractaat over urine.

Op fol. 138 v. begint een traktaat over astronomie, aanvangende:

‘Die goede vroede Ypocras ende dye behendichste boven alle medicinen dye zeghet dat die ghene die medicinen willen zijn ende van astromyën niet ne can onconstech ende dat nyement sonder twyvel es sculdech te doene....’

Op fol. 164 r.: ‘explycyt’.

Het Hs. is van tal van afbeeldingen in rood en zwart voorzien, die echter plomper zijn dan de figuren uit het handschrift van Cambridge. Het aantal der afgebeelde instrumenten bedraagt niet minder dan 98, maar daaronder bevinden zich enige die meer dan eens herhaald zijn, als naalden, messen, brandijzers, beitels en hamers. Behalve deze figuren treft men nog enige andere aan, die deels op de anatomie, deels op andere zaken betrekking hebben.

Op fol. 3 v. staat een schematische voorstelling van de onderlinge ligging der hersenbekleedselen, nl. pia mater, dura mater en cranium, die evenwel niet overal in de goede volgorde zijn aangeduid. In het midden van de cirkelvormige figuur staat te lezen:

pa. (prima) pertie es vore dander pertie es diemonde in den middel es achter, terwijl aan den rand op vier tegenover elkaar staande punten de portretten(!) en de namen van meester Galienus, meester Avicenna, meester Bruun en meester Lanfranc geplaatst zijn. Een afbeelding van deze teekening vindt men op blz. 7 van deze uitgaaf. [p. XXXV]

Op fol. 4 r. staat een schets van de tanden, waarmede de beenderen van den schedel in elkander grijpen. De voorstelling is echter allerminst natuurgetrouw. Op fol. 34 v. is een ruimte voor een tekening opengelaten; op 39 v. is een ‘zweet stove’ afgebeeld. Op 49 r. zijn een afbeelding van een weegschaal en een beschrijving van de medicinale gewichten te vinden. Schematische anatomische figuren komen op fol. 51 r. en 70 v. voor; verder op 91 r. een distilleertoestel en in het traktaat over de astronomie ook nog een ruwe schets van ‘Taurus’.

Aan het eind van het Ms. op de laatste bladzijde zijn drie gespalkte ledematen afgebeeld, die ik merkwaardigheidshalve heb overgenomen. Zij zijn later aangebracht, zoals uit het door dezelfde handgeschreven bijschrift duidelijk blijkt. Er staat nl.

‘Int jaer ons heeren doe men screef duysent v hondert ende xlv den virden dach van October doen wert de kerck van sinte willeboorts ghewyt op sinte franciscus dach.

Anno doemen screef duisent v hondert drijen dertych xxij daghe in April doen sterf my huisfroue madeleen ende wert begraven sint andries op Sint Joris dach.’

Bij de eerste afbeelding staat: ‘een ghebroken been’. De ‘spalken’ en de ‘bande’ zijn in de figuur aangeduid. In de tweede figuur zijn die aanduidingen echter verwisseld, terwijl de derde een been voorstelt dat behalve door ‘spalken’ en ‘banden’ nog door een tweede paar spalken gesteund is, die eveneens door banden saamgesnoerd zijn. 't Bijschrift luidt: ‘dits ene walke (of balke?) daert in leet.’

De stijl van dit handschrift is niet beter of slechter dan die der andere. In de spelling wijkt het in zoverre van het Brusselse handschrift af, dat in de plaats van ck meestal k en voor ge gewoonlijk ghe geschreven is. In plaats van de s staat dikwijls z. De interpunctie laat veel te wenschen over. De afkortingen betreffen hoofdzakelijk de uitgangen en en er.

***

Thans resten mij nog enkele mededelingen omtrent de wijze van uitgaaf van dit werk. Bij de keuze van het handschrift, dat aan de uitgaaf ten grondslag zou liggen, heb ik mij laten leiden door de omstandigheid, dat het Brusselse vermoedelijk de oudste rechten heeft. Het is op perkament geschreven en dagtekent volgens een explicit op fol. 21 v. uit het jaar 1351. Waarschijnlijk zijn de drie andere kopieën jonger, want zij zijn op papiersoorten geschreven, waarvan de watermerken een later tijdperk verraden. Bovendien verdient dit handschrift uit een letterkundig oogpunt de voorkeur, want stijl en spelling zijn er 't best in verzorgd. Slechts in één opzicht staat het bij de andere afschriften ten achter, het bevat namelijk geen afbeeldingen. Het geschrift, waarvan het op zijn beurt een kopie is, was zonder twijfel geïllustreerd, want op verschillende plaatsen wordt in ons afschrift van tekeningen gewag gemaakt. Zo vindt men op fol. 140 v. (blz. 141, kol. a van deze uitgaaf): ‘Ende es dat bloet comen tettere [p. XXXVI] datter binnen es. so maect dit daergise mede dwaet met enen instrumente als .l. clisteripipe met enen balge daer an gebonden aldus, dits ene ceringie. dits ene clisterie.’ Evenwel kon door overneming van afbeeldingen uit het handschrift van Cambridge, waartoe de uitgever welwillend zijn toestemming gegeven heeft, in dit tekort gemakkelijk voorzien worden.

Het handschrift van het Brits Museum geeft slechts het eerste boek en kon dus voor een uitgaaf in het geheel niet in aanmerking komen.

Beter en vollediger is het Gentse handschrift, schoon het dat van Brussel noch wat den stijl betreft, noch ten opzichte van orthografie, overtreft. De figuren, hoewel talrijker, laten meer te wensen over dan die van de kopie van Cambridge. Daartegenover staat dat het gedeelten bevat, die in de andere mss. ontbreken en deze konden, waar het nodig was, tot aanvulling dienen. Hetzelfde is met het laatste gedeelte van het handschrift van Cambridge geschied, daar dit stuk in de overige ontbrak. De lezer kan nu met een groot stuk van dit handschrift kennis maken en er uit zien dat deze tekst te veel te wensen overliet om tot grondslag van de uitgaaf te dienen. Op deze gronden heb ik dan besloten den tekst van het Brusselse Ms. uit te geven, maar tevens gebruik te maken van de voordelen, die een vergelijking met de drie andere opleverde.

Nu bleef mij nog de vraag te beantwoorden of ik, de diplomatische methode volgend, het werk letterlijk zou weergeven, dan wel den tekstkritisch bewerken. Aan dit laatste bestond echter geen dringende behoefte, aangezien de tekst over het algemeen aan duidelijkheid niet veel te wensen overlaat. Wat evenwel den doorslag gaf was mijn onbekendheid op het veld der letteren; als leek gevoelde ik mij niet gerechtigd den tekst naar eigen inzichten te wijzigen. Ik kon trouwens zonder aan dien tekst te raken, in de noten door aanhalingen van overeenkomstige doch duidelijker plaatsen uit de andere handschriften op betere lezingen de aandacht vestigen en tevens een aantal duisterheden ophelderen. Omtrent een aantal andere onduidelijkheden, waarop dit middel niet toegepast kon worden, heb ik getracht in een afzonderlijke lijst van Aantekeningen, waarnaar met behulp van in margine geplaatste †-tekens verwezen wordt, een verklaring geven. Wat in het handschrift van Brussel ontbreekt en in andere voorkomt, is daaruit overgenomen en tussen [ ] in den tekst gelast. Andere invoegsels, van mij afkomstig, zijn daarentegen tussen () geplaatst en cursief gedrukt.

De in margine geplaatste letters B, C, G en L zijn afkortingen van: Hs. Brussel, Cambridge, Gent en Londen; de cijfers en kleine letters doelen op de overeenkomstige bladzijden en kolommen dezer handschriften.

Getrouw aan de voorgeschreven gedragslijn om den tekst onaangeroerd te laten, heb ik ook aan de interpunctie, welke trouwens in de Brusselse kopie vrij toereikend heten mag, niets gewijzigd. Alleen ten opzichte van de afkortingen heb ik mij enige vrijheid veroorloofd, die echter niet verder reikte dan door vervanging in cursief, zodat de [p. XXXVII] lezer in geen geval in twijfel gelaten wordt wat tot den oorspronkelijken tekst behoort. Wanneer mijn afschrift hiervan een getrouwe kopie mag heten, is dit voor een groot deel te danken aan de zeer gewaardeerde en deskundige hulp van Prof. Verdam, die nog wel zoo welwillend was over de drukproeven zijn oog te laten gaan.

Behalve de reeds genoemde lijst van Aantekeningen, heb ik aan deze uitgaaf toegevoegd een Lijst van Schrijvers, die door Yperman genoemd en wier werken door hem geraadpleegd zijn geworden. Verder een Woordenlijst, waarin ik getracht heb van enige vaktermen een verklaring te geven, waartoe ik mij van de aan het slot opgesomde Literatuur bediend heb.

Bij het kiezen van de wetenschappelijke namen der geneeskrachtige kruiden, heb ik mij aan den Kew's Index gehouden. Vele dier planten zijn beschreven in de Middelnederlandse vertalingen van Nicolaus' Antidotarium en Platearius' Circa instans, welke eveneens in den Brusselse bundel voorkomen. Ik heb de vrijheid genomen uit deze nog niet in druk verschenen interessante vertalingen datgene over te nemen, wat tot verklaring van een aantal geneesmiddelen kon bijdragen.

De afbeeldingen van de vroeger gebruikelijke instrumenten vormen zeker niet het onbelangrijkste deel van deze Chirurgie. Merkwaardigerwijs ontbreken zij in het Brusselse handschrift, hoewel daarin telkenmale het benodigde instrumentarium ter sprake gebracht wordt. De beste afbeeldingen treft men in het handschrift van Cambridge aan en het zijn deze die Broeckx, echter niet ongerept, in zijn uitgaaf heeft opgenomen. Ik waagde het niet aan deze eerbiedwaardige schetsen, die men met uitzondering van Albucasis' Methodus medendi in zulk een groot aantal en verscheidenheid in geen enkel oud chirurgisch werk aantreft, iets te wijzigen en heb aan een getrouwe fotografische wedergave de voorkeur gegeven. Hoewel de omstandigheden mij verboden alle, en ook die uit de handschriften van Gent en Londen over te nemen, heb ik toch dankzij de welwillendheid van den uitgever uit den voorraad een ruime keuze kunnen doen, zodat enige instrumenten zelfs door meer dan een afbeelding vertegenwoordigd zijn.

Aan het einde van mijn taak gekomen, gevoel ik mij gedrongen mijn dank te betuigen, in de eerste plaats aan mijn hooggeachten vriend en collega Prof. Dr. J. Verdam, voor de vele blijken van zijn onverflauwde belangstelling in mijn werk, aan de heren de Sagher, archivaris van Yperen, Prof. Dr. Salverda de Grave te Groningen en Prof. Dr. W. de Vreeze te Gent, voor de inlichtingen die zij mij welwillend verstrekt hebben, en aan de Direktiën der Bibliotheken van Brussel, Cambridge en Gent, voor de bereidwilligheid, waarmede zij de handschriften van Yperman 's Chirurgie te mijner beschikking hebben gesteld.

Leiden, Wijnmaand, 1912.

E.C. van Leersum.

Zie verder: /http://www.volkoomen.nl/