Liber magistri Avicenne
Over Liber magistri Avicenne
Avicenna beschrijft de geneeskunde van die tijd, geneesmiddelen voor ziektes, ziektebeelden, diëten, recepten, pleisters en samenstelling van wonddranken, kruiden, bloed en aderlaten, koppen zetten, kramp, chirurgie voor chirurgijns, koortsen, vallende ziekte en dergelijke,
Uit; https://nl.wikipedia.org/wiki/Avicenna
Aboe Ali Al-Hoessein Ibn Sina, in Latijn Avicenna, 980-1037.
Uitgegeven en becommentarieerd door L. J. Vandewiele, doctor in de farmaceutische wetenschappen. 1965, Paleis der Academiën, Hertogsstraat 1, Brussel. Dit is het eerste deel en de Herbarijs is het tweede deel.
Inleiding.
De kopiist van het handschrift heeft eigenhandig bovenaan de tekst geschreven; Liber magistri Avicenne, omdat de aanhef luidt; ‘Avicenna die wise meester seit’ en zo zullen we het werk verder noemen. Dit wil absoluut niet zeggen dat dit werk een vertaling is van of zelfs maar geïnspireerd werd door de geschriften van Avicenna. De naam van Avicenna is volstrekt overbodig om het scheppingsverhaal te kennen; ‘dat de mensce es gemaect van der aerden; . Ook de humorale pathologie, dat de mens ‘es besmet met 4 humoren alse heet, cout, droge & versch’ is geen uitvinding van Avicenna, die zelf deze theorie van Hippocrates heeft geassimileerd, een Arabisch verschijnsel zonder meer. Doch naar tijdsgebruik wordt geschermd met een aantal mensen uit de geneeskundige wereld en dat alleen maar om effect te maken.
De Liber magistri Avicenne neemt de plaats No 5, fol. 27r-45v, in onder de 17 verhandelingen die het bekende, zogenaamde van Hulthemse handschrift uit de Kon. Bibliotheek te Brussel uitmaken. Voor de beschrijvingen ervan verwijzen wij naar Dr. E. C. van Leersum, ‘De Cyrurgie’van Meester Jan Yperman en naar Dr. L. J. Vandewiele, ‘Herbarijs’
Het staat vast dat er geen verband bestaat tussen de verschillende verhandelingen die in het hs. Voorkomen, een en dezelfde oorsprong hebben. Op weinige uitzonderingen na worden alle ingrediënten die we in de Liber Avicennae ontmoeten beschreven in de Herbarijs. Soms is de gelijkenis in de beschrijving te frappant om hiervan 2 verschillende auteurs te kunnen bedenken. Zo bv. noemt de Liber Avicennae r. 3395; Pilocella of nepita; r. 3059 Pilocella, dats tcrudekijn metten hare dat plat opt aerde leget &de es ru met vele haers; r. 3346 tcrudekijn metten hare’. De Herbarijs bespreekt in kapittel 142 dezelfde plant met deze woorden; ‘Pilocella of nepita of musore, dats tcrudekijn metten hare dat plat op deerde lecht’. Sommige Vlaamse benamingen van planten, in beide werken vermeld, zijn zo specifiek op elkaar gelijkend en vinden we onder die naam zelden in enig ander geschrift uit die tijd terug, zoals doreginge, hindelope, oude rape enz. De therapeutische eigenschappen aan de kruiden toegekend zijn in hun hoofdtrekken in beide werken aan elkaar gelijk. De taal in beide handschriften is zeker West-Brabants; volgens Dr. M. Gysseling hoogstwaarschijnlijk uit de streek van Mechelen.
De meest voor de hand liggende conclusie luidt dan ook dat de Herbarijs als glossarium van de Liber Avicennae dient te worden beschouwd.
Deze beide verhandelingen zijn hoogstwaarschijnlijk oorspronkelijke werken. Het Antidotarium Nicolai uit hetzelfde ms is een vertaling uit het Latijn; de verzen van Jacob van Maerlant werden ingegeven door de natura rerum van Thomas van Cantimpre, doch de Liber Avicennae noch de Herbarijs kunnen wij als vertalingen beschouwen, zeker niet van de schrijvers waar ze naar verwijzen; Avicenna, Dioscorides en Platearius, al heeft Platearius ongetwijfeld hier en daar als inspiratiebron gediend bij het opstellen van de Herbarijs.
Hiermede beweren wij geenszins dat door oorspronkelijke werken nieuwe theorieën dienen verstaan te worden. In beide werken komt niet nieuws voor, zij zijn alleen een synthese van de gangbare opinie over de geneeskunde in de late middeleeuwen in onze gewesten. Het is duidelijk dat zij het werk zijn van een chirurgijn voor de chirurgijns; het zwaartepunt ligt bij de manuele ingrepen en recepten die worden aangegeven [Kapittel 41-47] zijn bestemd voor het samenstellen van geneesmiddelen die vooral tot de bevoegdheid van de chirurgijns behoorden; zalven, pleisters en wonddranken. Aangezien de chirurgijs, in tegenstelling tot de apothekeressen, geen Latijn diende te kennen, wordt voor de Latijnse benaming van planten naar de apotheker verwezen; ‘Nemt cortex buggle, dat es tcortste datmen vint in dapoteke’[r. 1678] , ‘Die gi in latine hebt die souct in die specerie’ [apotheek] [r. 2063].
Al met al geeft de Liber Avicennae een prachtbeeld van de medische chirurgie uit de middeleeuwen in onze streken. Zo vinden wij er een beschrijving in van de Kruidenbaden [r. 336]; een gedetailleerde beschrijving van het zetten van een klysma, een ‘ganse pipe’ [r. 550]; van een volledige operatie van de steen bij een kind [r. 2130] en van een breukoperatie [r. 2218]. We leren er het verschil tussen een klysma en zetkaars [een subponitorie, een vinger lang en zo dik als een kers] [r. 436] en hoe een subponitorie moet bereid en toegepast worden [r. 441, r. 565].
We treffen er ook bekende en onbekende medische toepassingen aan zoals kruiden op de slaap en beide polsen binden tegen slapeloosheid [r. 391, r. 395], of een pleister leggen op het voorhoofd en slaap tegen dezelfde kwaal [r. 395]; kruiden op de pols binden tegen hoofdpijn [r. 393]; het slijm van de tong afscheren met een houten mes of afvegen met een zakje psylliumzaad in lauw water geweekt [r. 436, r. 585]; melk van een vrouw die van een jongen bevallen is wordt op de pijnlijke plaats gemolken en met de hand open gewreven [r. 714]; de oorlel wordt doorboord met een gloeiend ijzer, een snoer wordt erdoor getrokken en dit snoer wordt lang gedragen, dit geldt als een middel tegen oogziektes [r. 1628]; een snoer op een gelijkaardige manier in de huid aangebracht bij kleine kwetsuren wordt dagelijks eens over en weer getrokken tot de wond gezuiverd is [r. 2201]; om neusbloeden tegen te gaan zal men zijn eigen bloed branden en de rook opsnuiven; hetzelfde kan men doen met paardenhoeven, ‘die men af stect ter smessen’[r. 1818].
We leren er in hele kapittels het aderstelsel kennen naar de begrippen van die tijd en de manier van bloed laten, van laatkoppen zetten of blaartrekkende middelen toepassen, wonden worden afgedekt met een rode koolblad of met een blad van weegbree. Schurftige hoofden genezen niet als er haar op staat, daarom zal men dit verwijderen met de barbaarse methode, ‘dite de la calotte’[r. 1427].
Sommige ziektebeelden worden typisch beschreven; zo bij ‘spasmus’ krijgt men het gevoel alsof de vingers bevroren zijn en alsof de lippen te kort zijn om woorden te formeren [r. 697]; als men bij ‘alciten’ op het lichaam klopt geeft dit hetzelfde geluid alsof men op een halfvolle leren wijnzak zou kloppen [r. 861], terwijl bij ‘timpaniten’ dit geluid eerder lijkt op de klop van een trommel [r. 864]; mensen besmet met ‘elefancia’ hebben een vette huid en giet men er water op en ze worden niet nat net alsof men er olie op gesmeerd had. [r. 946]
Opvallend talrijk zijn de geneesmethodes aangegeven tegen oogziektes en de haargroeimiddels; twee gevreesde kwalen. Deze methodes zijn niet altijd kieskeurig en soms om ervan te griezelen als men bedenkt hoe met de ogen gesold werd; zo wordt wierook gebrand onder een glas, het roet ervan wordt verzameld en in de ogen gedaan [r. 1622], of men kauwt komijn, dit wordt in een doek gespuwd, uitgewrongen en het sap ervan wordt als collyrium gebruikt [r. 1765]; een rode slak ‘met haren huse’ wordt tot poeder verbrand en in de ogen geworpen, dit is en zeer goede remedie want, ‘men zal in .4. dagen die bate zien, ‘dits dicken geproeft’[r. 1772]. Voor de toepassing van haargroeimiddelen is men allesbehalve kieskeurig; muizendrek of verbrande bijen, verbrande oude schoenen, verbrandt perkament of verbrande koeiendrek, dit alles met honing gemengd wordt ernstig aangeprezen [r. 1079, r. 1081, r. 1477, r. 1494].
Dat de schrijver een kind van zijn leeftijd is hoeft niet gezegd te worden, de generatio spontanea is, zoals het nog lang na hem zal blijven, een vanzelfsprekend feit. Wormen ontstaan in het lichaam uit zware, moeilijk te verteren spijzen [r. 1984]. Luizen ontstaan in de poriën die verstopt zijn door opgehoopte humores; rode luizen zijn te wijten aan hete materie, witte aan flegma en zwarte aan zwarte gal [r. 1513]. Hier worden dus drie van de vier levenssappen als materies peccans aangeduid; waarschijnlijk omdat er geen gele luizen bestaan wordt de gal overgeslagen; heel het traktaat door bemerken wij duidelijk een tendens om de vier levenssappen evenveel schuld te geven aan de onderscheiden ziektes. Er wordt een handig middel aan de hand gedaan om luizen te vangen; ‘men legge een prop watten, waarop staverzaad en terpentijn, in de schoot, de luizen zullen alle daar naartoe lopen [r. 1530].
Bijgeloof en wetenschap zijn in die tijd nauw verwant; een pioenwortel aan de hals gedragen geldt als een onfeilbaar middel tegen epilepsie [r. 658]. Koortskruid [betonie] wordt in het bed gelegd van een mens die veel denkt en zwaar droomt en dit helpt zeer, van zodra de betonie verwarmd is door die mens. Bijvoet helpt tegen de duivel [r. 2425]. Malum mortuum [een huidziekte] mag niet verbonden worden ‘op mesdage no op gene feeste dage’ [r. 1555]; sommige geneesmiddelen moeten bereid worden met ‘cruce botren’, dit is boter die gemaakt werd gedurende de Kruisdagen [r. 3260]
In hetzelfde handschriftenbundel vinden we een hele verhandeling over de tekenen van de dood. Ook in Liber Avicennae wordt dikwijls hierover gesproken; ‘Men sal merken &de besien of die zieke sterven sal, dit siin tekene vander doot. Alse sinen mont hanget &de open es &de sine nagle suldi oec bescouwen’ [r. 461]. Wil men nagaan of iemand binnen het jaar sterven zal, dan laat men wat van zijn bloed in een ketel water vallen, daalt het bloed naar de bodem, dan betekent zulks dat hij niet sterven zal, doch blijft het in het midden als een druppel hangen, dan is dit een teken van de dood [r.2673]. Als een gekwetste een wonddrank uitbraakt, dan berekent zulks de dood [r. 3354]. Als bij ‘causaon’- koorts de urine na de 7de dag bleek wordt ‘dats die doot ’[r.480].
Soms ontmoeten we curiosa die dikwijls vreemd aandoen of uitspraken die versteld doen staan. Het schot, scheut, wordt ‘gescot’ geheten ‘omdat het sciet van eenen lede in dandere’[r. 745] . Laserie’ een huidziekte, ontstaat uit rot bloed en dit bloed is rot omdat de mens rot voedsel heeft ingenomen [r. 920]. Ziekenkamers en bedden worden bestrooid met lis, wilgentakken, wingerdbladeren of met water om te verkoelen [r. 153, r. 407]. Bij warm weer werken purgeermiddelen gemakkelijker dan bij koud weer; wanneer vloeibare medicijnen ingenomen worden zal men in beweging blijven, dan is de uitwerking sneller. Vaste medicijnen neemt men het beste bij dageraad en daarop mag men nog een weinig slapen [r. 2468]. Wie droomt van rode dingen is hoognodig bloed gelaten [r. 2778]. Door distillatie van oude urine wordt levend water verkregen [r. 820]. Oleum tartaricum is het distillaat van wijnsteen met azijn [r. 1218]. Het linimentum oleo-calcar was reeds bekend [r. 1332]. Olijfolie en azijn worden overhands bij beetjes samen gegoten en door elkaar geroerd; als .1. sause tote dat dicke becomt’ [r. 3287]. Wie beweert nog dat mayonaise modern is! De neerwaartse distillatie of destillatio per descendum was reeds van veel vroeger bekend, doch om recipient en alembiek af te sluiten wordt het lutum alchemistorum vervangen door klei en paardenvijgen, van parts torten’[r. 1345].
Een uitzonderlijke rijke bron van inlichtingen zal de Liber Avicenne zijn voor diegene die de geschiedenis van de diëten wil schrijven. Wie bloed gelaten werd moet licht verteerbare spijzen innemen; zachte eieren, vlees van een speenvarken of van jonge hennen, licht tarwebrood, zuivere zachte wijn en gebraden appelen. Hem zijn verboden melk, kaas en olie.
Bij koorts zijn toegelaten; hennenvlees met druivensap of azijn bereid, koeken met komijn en peper, fazanten, kleine magere jonge riviervis zoals snoek, baars, pril, stekelbaars met druivensap bereid, wit gezift tarwebrood en als drank witte tamelijk sterke wijn, als fruit pruimen, krieken, peren en perziken, als groenten koude kruiden zoals spinazie, postelein, sla, pompoen en augurkjes. Zijn verboden gezouten spijzen, look, peper en varkensvlees.
Die aan epilepsie lijden mogen eten; kuikens, fazanten en alle jong vlees, eierdooiers, testikels van een bever of van een ram, ezellever; als drank witte klare en niet sterke wijn. Zijn verboden; vlees van ossen, van koeien, van hazen, van geiten, van zeugen en van stieren, verder bonen, erwten, vitsen, look, ui, prei, rode kolen; ook vogels die in broekachtige plaatsen wonen, weiden en staande waters, riviervissen en vooral de koppen van alle besten, van alle vissen en van alle vogels.
Reumalijders zullen zich voeden met kuikens, fazanten, lammeren van geiten, zuiver tarwebrood en drinken klare, niet te sterke wijn.
Aan waterzuchtige wordt een heet en droog dieet voorgeschreven; hoendervlees, lamsvlees gekookt met peterselie, komijn en peper, zuiver tarwebrood, witte klare wijn, hazelnoten en amandelen. Zijn verboden; gezouten vlees en vis.
Die lijden aan huidziekte mogen eten; jonge kuikens, fazanten, patrijzen, jonge duiven. Verboden zijn; vogels die in staande waters of broekachtige grond wonen, erwten, bonen, peper, ui, look en mosterd.
De ooglijders moeten vermijden; look, peper, prei, ui en mosterd en wie veel uit de neus bloeden worden verboden; bonen, erwten, vlees van koeien, van herten, van hazen, doch ze mogen gebuild brood eten, kuikens, lamsvlees, veldhoenen en klare zuivere witte wijn drinken.
Bij darmontstekingen en buikloop worden toegelaten; ramsvlees in gerstewater gekookt, een oude hen gekookt met was en een eierdooier, tuinkers met kaneel en kruidnagels in azijn en waterig afkooksel van tarwe, melk met eierdooier, fruit dat stoppende is als mispels en peren.
Tenslotte wil ik er nog op wijzen dat deze uitgave van het manuscript in drie delen wordt onderverdeeld. Vooreerst een algemeen overzicht waarin in het kort ieder kapittel wordt samengevat, daarna volgt de diplomatische tekst [de abbreviaturen werden opgelost] met woordverklaringen en nota’s en het derde deel bestaat uit lijsten van de auteursnamen die in het handschrift genoemd worden, van de simplicia en van de composita die erin vermeld worden. Voor de simplicia wordt telkens verwezen naar het kapittel in de Herbarijs waar dezelfde stof besproken wordt wat meteen de verwantschap tussen beide werken evident maakt. De keus der composita wijst erop dat vooral het Antidotarium Nicolai als werkboek door de chirurgijns in onze streken werd gebruikt; dit kan zo een antwoord zijn op de vraag hoe het komt dat in onze gewesten zo vele [een zestal werden nu teruggevonden] Middelnederlandse handschriften ervan hier in omloop zijn geweest. In het originele ms is de Liber magistri Avicenne ingedeeld in 48 hoofdstukken; de regels zijn niet genummerd; de nummering in deze uitgave werd bijgevoegd met de bedoeling het citeren te vergemakkelijken.
Bij het ter perse leggen van mijn werk voel ik mij gedrongen mijn dank te betuigen aan de heren Prof. Dr. P. van Oye, Prof. Dr. J. Gillis, Prof. Dr. A. Louis en de overige hooggeleerde leden van de Bestendige Commissie voor de Geschiedenis der Wetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België omdat zij bereid waren deze studie uit te geven en te patroniseren. Een bijzonder woord van dank ben ik verschuldigd aan Dr. M. Gysseling die het op zich heeft genomen de drukproeven te collationeren met het originele handschrift.
Het gaat mij toch meest om de planten en het gebruik, maar dit werk is zo goed en verklaart zo veel dat ik dat op de computer zet. Zo ook met het boek zelf, maar Vandewiele heeft nog een hele inleiding over het toenmalig gebruik en geeft een inzicht in de ziektebeelden die er toen heersten. Die inleiding staat nu onder elk kapittel. Ook geeft Vandewiele onderaan het kapittel een hele rij verklaringen voor moeilijke woorden zodat dit werk gemakkelijk gedaan kan worden. Dat wil ik allemaal meenemen want ik heb de tijd en hoop dat het voor een ander zo wat gemakkelijk er is. Het is ook meer een eerbetuiging aan Vandewiele. Vergelijk van Beverwijck voor medische indicatie en Herbarius in Dyetsche.
Nederlandse omzetting door Nico Koomen.
Dits die tafele van Avicennea omme elke ziecheit te vindene biden getale datter op .1. staet. Ende ierst vanden tekenen daer men die complexie mede bekent .2. van der pinen en vander rusten .3. van bloet latene simpel .4. van der dyeten. die gelaten siin .5. van enen rede die effimera heet .6. van drien simplen reden dagelijx .7. van tercianen cortse .8. van der quartanen cortse .9. van enen rede die cynocus heet .10. van causon of terciana continua .11. van den cotidiane .12. van vele reden int gemeine .13. vanden groten evele .14. van crampe .15. van artetiken .16. vanden watere .17. van lazerien .18. van morfea .19. van gutta rosaces .20. van zetere .21. van dropen .22. van scorftheiden & lusen .23. van malum mortum .24. van zeren ogen .25. van bloeden ten neze .26. van dissenteria menisoen .27. van lienteria .28. vander sciten .29. van wormen in den buuc .30. vanden steene .31. van gravelen .32. vanden stene te snidene .33. van den gescorden .34. van antrax apostema .35. van cruden &de medicinen .36. van ripene humoren .37. van aexterogen .38. van bloetlatene .39. noch van latene .40. van venteusene .41. vanden plaestere van jherusalem .42. vander cleinre gracia dei .43. vander groter gracia dei .44. vanden plaster van orient ende dertoe .2. .45. van zalven diere es 3. .46. van dranken te wonden diere es .6. .47. van dattie crude werken in den dranc .48. van den vede raet |
[43] Dit is de tafel van Avicenna om elke ziekte te vinden bij het getal dat er achter het cijfer staat. En eerst van de tekens waarmee men de samengesteldheid herkent. 2. van de inspanning en van het rusten. 3. van bloed laten, enkelvoudig. 4. van de diëten voor hen die bloed gelaten hebben. 5. van een koorts die effimera febre heet. 6. van drie enkelvoudige dagelijkse koortsen. 7. van derdedaagse malariakoorts. 8. van de vierdaagse malariakoorts. 9. van een koorts die cynocus heet. 10. van causon of terciana continua. 11. van de dagelijks aanhoudende koorts. 12. van vele koortsen in het algemeen. 13. van de vallende ziekte. 14. van kramp. 15. van jicht. 16. van het water. 17. van huidziektes. 18. van huidplekken. 19. van Sint-Antoniusvuur. 20. van huidziekte die zeter heet. 21. van schurft. 22. van schurftheid en luizen. 23. van een lepra-achtige aandoening. 24. van zere ogen. 25. van bloeden uit de neus. 26. van bloedloop. 27. van diarree. 28. van buikloop. 29. van wormen in de buik. 30. van de steen. 31. van steengruis. 32. van de steen te snijden. 33. van de breuken. 34. van de blaar antrax. 35. van kruiden en medicijnen [44] 36. van levenssappen te laten rijpen. 37. van eksterogen. 38. van bloed laten. 39. noch van laten. 40. van koppen plaatsen. 41. van de pleister van Jeruzalem. 42. van de kleine pleister gracia dei. 43. van de grote pleister gracia dei. 44. van de pleister van de Oriënt en nog 2. 45. van 3 zalven die er zijn. 46. van 6 wonddranken. 47. van hoe kruiden in een drank werken. 48. van de raad voor de roede. |
LIBER MAGISTRI AVICENNE Avicenna die wise meester seit dat de mensce es gemaect van der aerden. Ende es beset met .4. humoren [5] Alse heet. cout. droge ende versch. Ende dit siin si. sanguis. colera. fleuma. melancolia. Daer omme cureert men thete met den couden. ende tcoude metten heten. Entie de- [10] se .4. humoren niet en kent hi nes geen goet phisisiin ¶ Die mensce die gesont wesen wille &de verweren wille die ziecheiden hi es hem des jaers een werf sculdech te purgierene. In den linten. of in den herfst [15] want dese .2. tiden siin wel getempert van hitten &de van couden ¶ Ende wet alse dese humoren overtullech werden of vorttech of versmacht in die adren. so wert de mensce ziec. Ende hier omme sal de mensce hem vor- [20] sien dien tijt met purgacien te nemene ende met latene ter adren. so blijft hi gesont ¶ Al es de mensce beset met .4. humoren. het es te wetene dat elc mensce vanden enen vanden vieren meest heeft. &de dats die [25] meester sculdech te kennene. In dorine ende in den puls ende int bloet dat men laet ter adren. Ende oec es hijt sculdech te wetene bi der varwen &de bi der gedaenten van den mensce &de bi der hebbingen vanden licha- [30] men ¶ Die complexie die heet es ende versch haer orine es grof of dicke. &de root in die varwe. Die grove substancie dats die verscheit vander orinen. Want die natuerlike hitte verhittet dbloet met harer [35] sode &de conforteert &de maecse in de varwe root. Die verscheit es grof entie grofheit maect dorine turbel. want dbloet es heet &de versch ¶ Die complexie heet &de droge geeft der orinen rootheit in die var- [4] we ende subtijl in die droocheit. want de hitte maect dorine root in die varwe. die droocheit maect die verscheit vander orinen subtijl &de dunne &de claer. So wie meest es van coleren. sine orine es herde [45] gelu in die varwe. dunne &de claer inde droocheit. Want colera rubea es heet &de droge ¶ Die complexie die cout es &de versch maect dorine wit in die varwe &de turbel inde verscheit. Want die coutheit [50] benemt der naturen haer hitte. Alse werbi dat si dbloet niet sieden en mach no volmaectelike dorine varwen met haren siedene &de blijft wit ende bleec. Entie verscheit van der complexien maect dorine turbel. want [55] die fleumaet es cout &de versch ¶ Die complexie cout &de droge maect dorine wit in de varwe. claer in de verscheit want die coutheit verkeert dorine haer varwe. Entie droocheit vander complexien [60] maect dorine claer. So wie meest es van melancolien. hi es cout &de droge. Ende daer bi verlet hi der naturen haer verteerlicheit. ¶ Die heet es &de versch. siin puls die slaet haestelike. &de sine adren siin vol [65] &de slaet sachte met hogen slagen &de moru. ¶ Die heet es &de droge siin puls slaet dapperlike. &de hi es verdech. entie slage siin hart &de scarp hortende of stekende ¶ Die cout es &de versch siin puls es [70] trage &de slaet luttel slage entie slage siin sachte ¶ Die cout es &de droge. sijn puls slaet tragelike &de luttel met scarpen slagen ¶ Die sangwijn es root int ansichte &de heeft .1. vol anscijn &de ront [75] &de gestaden sin ¶ Die colerijn es gelu int ansichte &de mager &de haestech van sinne ¶ Die fleumaet es meest wit int ansichte &de een luttel ront ende vet ¶ Die melancolijn es bleec int ansich- [80] te alse asscen welna &de mager ¶ Die heet es &de droge. siin bloet es wel root &de claer. Die heet &de versch es. siin bloet nes niet so root. Die cout ende versch es. siin bloet es wit als vercout visch sop. Die cout &de droge es. sijn [85] bloet es dicke ende swart. |
[45] LIBER MAGISTRI AVICENNE Avicenna die wijze meester zegt dat de mens van aarde gemaakt is en vervuld is met 4 levenssappen zoals heet, koud, droog en vochtig. En dit zijn ze, sanguis, colera, fleuma en melancolia. Daarom geneest men de hete met het koude en de koude met de hete. En die deze 4 levenssappen (vochtvermenging) niet kent, hij is geen goede dokter. Die mens die gezond wil wezen en zich beschermen wil tegen ziektes moet zich 1 keer per jaar laten purgeren in de lente of in de herfst, want deze twee tijden zijn goed gematigd van hitte en van koude. En weet als deze levenssappen overtollig worden of rot of versmachten in de aderen dan wordt de mens ziek. En hierom zal de mens zich voor die tijd beschermen door purgatieven te nemen en door de ader te laten en zo blijft hij gezond. Al is de mens bezet met 4 levenssappen, het is te weten dat elk mens een van de vier het meest heeft en dat moet de dokter weten. In de urine en in de pols en in het bloed dat men laat in de aderen. En ook moet hij het naar de kleur en naar de vorm van de mens weten en naar het uiterlijk van het lichaam. Die heet en vochtig van samengesteldheid is heeft een grove of dikke urine en rood van kleur. De grove substantie, dat is de vochtigheid van de urine. Want de natuurlijke hitte verhit het bloed met haar warmte en verbetert en maakt het rood van kleur. De vochtigheid is grof en die grofheid maakt de urine troebel want het bloed is heet en vochtig. Die samengesteldheid heet en droog geeft de urine zijn roodheid in de kleur en dun in de droogte want de hitte maakt de urine rood van kleur, de droogte maakt de vochtigheid van de urine subtiel en dun en helder. Zo wie de meeste gal heeft, zijn urine is hard geel van kleur, dun en helder in droogte. Want rode gal is heet en droog. De samengesteldheid die koud en vochtig is maakt de urine wit van kleur en troebel in de vochtigheid. Want de koudheid beneemt de hitte van de natuur. Zo ook waarbij ze het bloed niet koken kan, kan ze de urine niet goed dooreen verven met haar kooksel en blijft wit en bleek. En vochtigheid van de samengesteldheid maakt de urine troebel want de flegmaticus is koud en vochtig. De koude en droge samengesteldheid maakt de urine wit van kleur en helder in vochtigheid want de koude verandert de urine haar kleur. En de droogte van haar samengesteldheid maakt de urine helder. Zo wie de meeste melancholie heeft, die is koud en droog. En daarbij verhindert hij de natuur haar vertering. Die heet is en vochtig, zijn pols slaat snel en zijn aderen zijn vol en slaat zacht met hoge slagen en murw. Die heet is en droog, zijn pols slaat zeer goed en snel en de slagen zijn hard en horten of steken duidelijk. Die heet is en droog zijn pols slaat flink en het is goed waar te nemen en de slagen zijn hard en scherp hortende of stekende. Die koud is en vochtig, zijn pols is traag en slaat weinig slagen en de slagen zijn zacht. Die koud is en droog, zijn pols slaat traag en weinig met scherpe slagen. De volbloedige is rood in het aanzicht een heeft een vol en rond aangezicht en heeft een gestadig geest. De galachtige is geel in het aanzicht en mager en haastig van geest. Die flegmaticus is meestal wit in het aanzicht en wat rond en vet. De melancholische is bleek in het aanzicht bijna asgrauw en mager. Die heet is en droog, zijn bloed is goed rood en helder. Die heet en vochtig is, zijn bloed is niet zo rood. Die koud en vochtig is, zijn bloed is wit als koud vissap. Die koud en droog is, zijn bloed is dik en zwart. |
ALGEMEEN OVERZICHT
1. De mens is volgens de wijze meester Avicenna uit aarde gemaakt en heeft in zich 4 levenssappen [humoren], die heet, koud, droog of vochtig zijn. Deze levenssappen zijn; bloed, gal, flegma [slijm] en zwarte gal.
Om gezond te blijven zal men eens in het jaar purgeren, in de lente of in de herfst en ook bloed laten.
In ieder mens is en van de 4 humoren predominant en de kunde van een goed geneesheer bestaat erin deze te kunnen aanduiden. Daartoe staan hem verscheidene criteria ten dienste; de urine, de pols, het bloed dat gelaten wordt, verder de kleur, het uitzicht en de karakteristieke eigenschappen van ieder mens.
Temperament |
urine |
polsslag |
Aangezicht |
bloed |
Sanguinisch heet & vochtig |
Dik – rood troebel |
Rap - zacht |
Rood - volrond |
rooskleurig |
Cholerisch Heet & droog |
Dun – rood helder |
Rap - hard |
Geel – mager |
Rood en klaar |
Flegmatisch Koud & vochtig |
Wit troebel |
Traag - zacht |
Bleek – rond en vet |
Wit als koud vissap |
Melancholisch Koud & droog |
Wit helder |
Traag - hard |
Askleurig- Mager |
Dik en zwart |
[2] Nu so hebdi gehort een deel van den tekenen daer men bi mach kennen die complexie vanden mensce. &de nu suldi [90] horen vander pinen &de vander rusten ¶ Pine &de arbeit verhit &de droocht. &de daer omme eist hen goet sonderlinge die cout &de versch siin ¶ Ruste coelt &de verscht daer omme essi goet sonderlinge den colerijn. [95] Ende die bi naturen versch siin. corten slaep es hen goet. want langen slaep ververscht den lichame ¶ Pine &de arbeit hulpt dien die cout ende droge siin. Ruste hulpt hen die heet &de droge siin. &n [100] hen die cout &de versch siin. ¶ Baden hulpt hen die droge siin. Ende deert hen die versch siin ¶ Goyen hulpt hen die versch siin. mer niet te vele. Somegen deret zere. ja die cole- [105] rijn siin. Want het brinct in tysike alse de nature verdroocht ¶ Alle toevalle doen den mensce verdrogen. sonder allene bliscap die maect den mensce versch ¶ Verbolgentheit toren &de gramscap es [11] goet den genen die meest van melancolien siin. Ende deert hen die meest van coleren siin ¶ Ende die lucht vullet diegene die versch siin. &de si ydelt diegene die droge siin. |
[2] Nu zo heeft u een deel van de tekens gehoord waaruit men de samengesteldheid van de mens kan kennen en nu zal u horen van de inspanning en van de rust. Inspanning en arbeid verhit en verdroogt en daarom is het goed vooral voor die koud en vochtig zijn. Rust verkoelt en bevochtigt en daarom is het vooral goed voor de galachtige. En voor hen die van naturen vochtig zijn, korte slaap is voor hen goed want lange slaap bevochtigt het lichaam. Inspanning en arbeid helpt diegene die koud en droog zijn. Rust helpt hen die heet en droog zijn en deert hen die koud en vochtig zijn. Baden helpt hen die droog zijn. En deert hen die vochtig zijn. Gemeenschap helpt hen die vochtig zijn, maar niet te veel. Sommigen deert het zeer, ja die galachtig zijn. Want het brengt tering in als de natuur verdroogt. Alle onverwachte gebeurtenissen laten de mens verdrogen, uitgezonderd alleen blijdschap, die maakt de mens vochtig. Verbolgenheid, toren en gramschap is goed voor diegene die het meest melancholisch zijn en deert hen die het meeste galachtig zijn. En de lucht vult diegene die vochtig zijn en ze leegt diegene die droog zijn. |
Over inspanningen en rusten
Sanguinici |
Cholerici |
Flegmatici |
Melancholici |
|
Arbeiden |
Goed |
Goed |
||
Rusten |
Goed |
Slecht |
||
Korte slaap |
Goed |
Goed |
||
Baden |
Slecht |
Goed |
Slecht |
Goed |
Geslachtsgemeenschap |
Goed |
Slecht |
Goed |
|
Onverwachte gebeurtenissen |
Slecht |
Goed |
||
Blijdschap |
Goed |
Goed |
||
Gramschap |
Slecht |
Goed |
[3] [115] In der ouder manen sal hem de mensce ydelen met bloet latene ter adren. Ende wet dat men .3. adren stect in den arm met ere vliemen. Die hooft adre die hertte adre entie milte adre. Ende [120] in den slinken arm die levere adre mer in den rechten arm die hooft adre jegen alle ongemake vanden hoofde. Die herte adre iegen alle ongemake vander middelt vanden lichame. Die levere adre [125] jegen die pine vander leveren ende iegen alle ongemake die beneden den navele siin. Ouden lieden &de kindren sal men min bloets laten. dan andren lieden ¶ Ende wet dat men meest bloets behoort [130] te latene in den lintijn &de in den herfst want dese .2. tiden siin getempert gelijc van hitten &de van couden ¶ Ende wet dat men kindren niet bloet laten en sal onder .14. jaer. Maer boven .14. iaer salmen- [135] se laten ter adren es in hen vele bloets entie lintijn getempert si. &de dbloet in hen vloyende es. &de men noet heeft van bloet latene. Ende alder meest eist dat hen pine an comt. men salse ydelen van [140] haren bloede ¶ Wet dat men gesonde lieden &de zieke lieden bloet laten sal jegen dat si starc siin &de nature eischt hets ene gemeine regule dat men wachten moet om datmen te zere cranken [145] mochte &de in onmacht vallen van te vele bloet latene. want die herte beswiken mochte ¶ Wet oec dat men altoes laten mach. en ware in al te heten tiden of in al te couden tiden. Ende waert oec te doene in al te heten tiden. so soude men den mensce doen in couder steden &de dien vloer bestroyen met lissce &de met risen van wilgen &de met wijngert bladren &de men soude dien vloer begieten met cou- [155] den watere. Ende wert oec te doene in al te couden tide. so soude men den mensce doen in warmen steden &de bi den viere &de sluten alle die gaten datter die coude lucht niet in en come. &de also .3. dage bli- [160] ven ¶ Ende alse de meester iemen doet laten sal hi merken of dat bloet swert uut comt. So sal ment laten lopen tote dat dunne wert. Eist waterachtech &de dunne. men saelt laten lopen tote dat dicke wert. [165] Sulke vallen in onmacht als mense laet ter adren. eist in den winter men sal hen springen int ansichte warmen borne. Ende eist in den zomer cout water |
[3] Bij volle maan zal de mens zich legen door bloed te laten uit de aderen. En weet dat men 3 aderen in de arm met een vliem steekt. De hoofdader, de hartader en de miltader. En in de linkerarm de leverader, maar in de rechterarm de hoofdader tegen alle ongemak van het hoofd. De hartader tegen alle ongemakken van het middelste van het lichaam. De leverader tegen de pijn van de lever en tegen alle ongemakken die beneden de navel zijn. Oude lieden en kinderen zal men minder bloed laten dan andere lieden. En weet dat men het meeste bloed behoort te laten in de lente en in de herfst want deze 2 tijden zijn gematigd gelijk van hitte en van kou. En weet dat men kinderen niet bloed laten zal onder 14 jaar. Maar boven 14 jaar zal men ze laten in de ader als er in hen veel bloed en de lente gematigd is en het bloed in hen vloeit en men noodt heeft van bloed laten. En het allermeest als er bij hen pijn aankomt dan zal men ze legen van hun bloed. Weet dat men gezonde lieden en zieke lieden bloed laat naar gelang of ze sterk zijn en de natuur het eist. Het is een algemene regel dat men wachten moet bij te zeer zwakken omdat die in onmacht zouden vallen van te veel bloed laten want het hart zou bezwijken kunnen. Weet ook dat men altijd laten mag al tenzij in al te hete tijden of in al te koude tijden. En zou men het doen in al te hete tijden dan zou men de mens in een koude plaats doe de vloer bestrooien met lis en met twijgen van wilgen en met wijngaardbladeren en men zou de vloer begieten met koud water. En zou men het ook doen in al te koude tijden dan zou men de mens in warme plaatsen en bij het vuur doen en alle gaten sluiten zodat er geen koude lucht inkomt en zo er 3 dagen laten blijven. En als de dokter iemand zal laten zal hij merken of dat bloed er zwart uitkomt. Dan zal men het laten lopen totdat het dun wordt. Is het waterachtig en dun, men zal het laten lopen totdat het dik wordt. Sommigen vallen in onmacht als men aderlaat, is het in de winter zal men hen in het aanzicht sprenkelen met warm bronwater. En is het in de zomer met koud water. |
Hier wordt slechts een summier overzicht gegeven over bloed laten, meer gedetailleerde en uitgebreide beschrijving over bloed laten vindt men in hoofdstuk 38.
Bij volle maan moet bloed gelaten worden.
Men laat de hoofdader, in de rechterarm, tegen hoofdziekten; de hartader tegen kwalen van hoofd tot navel; de lever- of miltader in de linkerarm, bij leverpijn en tegen de kwalen van de lichaamsdelen beneden de navel.
Oude lieden en kinderen worden minder bloed gelaten; kinderen beneden de 14 jaar helemaal niet.
Alle tijdstippen zijn goed om bloed te laten; doch de voorkeur wordt gegeven in de lente en in de herfst. Is het noodzakelijk bloed te laten bij warm weer, breng dan de patiënt in een koude plaats, bestrooi de vloer met lis, wilgentakken en druivenbladeren en besproei hem met water. Bij koud weer zal de patiënt in een verwarmde goed afgesloten plaats gebracht worden waarin hij 3 dagen zal blijven.
Zieken en gezonden komen in aanmerking voor bloed laten, doch de eerstgenoemde mogen niet te zeer verzwakt zijn; vallen zij toch in onmacht dan zal men hun gezicht besprenkelen met water, ’s winters warm, ’s zomers koud.
[4] Die gene die gelaten siin. si selen [170] eten morwe eyeren gebraden. ende bergen vleesch. jonge kiekene of jonge hinnen. &de licht tarwen broot wel geheven. Ende drinke suver wit wijn ende sachte. dat hi die mage niet en quetse. [175] &de dies luttel. Applen gebraden sal men eten om dat si vallen in den bodem van der magen ¶ Ende melc no case en salmen niet eten no generande olie. want daer af gadert fleume in die mage. &de dat doet [180] walgen ende keren ende bedruct die herssenen Ende men sal niet slapen opten iersten dach want slaep bringet dbloet ten ogen. ende qualijcheit ter herten ¶ Bloet laten claert den sin. &de verdrijft qualicheit. &de purgiert [185] die mage. &de doet wel verteren. Het maect lichte stemme &de scarpt den sin. het doet goyen &de licht die begerte. ende maect corten slaep. Het houdet enen lange jonc. &de werpt uten sinne vremde dinge [190] Ende dient ten langen levene met gesontheiden ¶ Het es te wetene dat laten meest ydelt van overtullegen bloede. Nochtan suldi weten dat die andre .3. humoren hulpt purgieren. mer sonderlinge purgieret [195] bloet ¶ Alse wi sien vette lieden ende root. entie grote dicke adren hebben ende die orine root es &de dicke. so jugiert se te bloet latene. Alse gi yemen siet die root es int ansichte &de herden puls [200] heeft &de starc. &de dorine root es ende dunne so suldine purgieren met medicinen die colera purgieren ¶ Ende siedi yemen die danscijn wit heeft &de root een luttel. entie orine luttel gevarwt bleec of wit. &de [205] den puls trage &de niet dapper. &de sachte slaende so suldine purgieren met medicinen die fleume purgieren. Ende siedi yemen gevarwt int anscijn alse asscen welna of alse lood &de mager. entie puls trage ende [210] hart. so purgierten met medicinen die melancolie purgieren. Welc die medicinen siin. &de hoe mense geven sal suldi horen hier na in desen boeke temet dat haer steden gevallen. want dit vorseide behort [215] gesonden lieden toe |
[50] [4] Diegene die gelaten zijn zullen murwe gebraden eieren en vlees eten van een speenvarken, jonge kuikens of jonge hennen en licht tarwebrood dat goed gerezen is. En drinken zuivere witte wijn en zacht zodat hij de maag niet kwetst en dit weinig. Gebraden appelen zal men eten omdat ze in de bodem van de maag vallen. En geen melk of kaas zal men eten en geen olie, want daarvan verzamelt men fluimen in de maag en dat laat walgen en braken en bedrukt de hersens. En men zal niet slapen op de eerste dag want slaap brengt het bloed naar de ogen en ongesteldheid naar het hart. Bloed laten verheldert de geest en verdrijft ongesteldheid en purgeert de maag en laat goed verteren. Het maakt lichte stem en scherpt de geest, het laat gemeenschap hebben en verlicht de begeerte en maakt korte slaap. Het houdt lang jong en werpt uit de geest vreemde dingen. En dient voor lang leven met gezondheid. Het is te weten dat laten meest leegt van overtollig bloed. Nochtans zal u weten dat de andere 3 levenssappen helpen purgeren, maar vooral purgeert het bloed. Zoals we zien bij vette en rode lieden en die grote dikke aderen hebben en bij hen die de urine rood en dik hebben, dan raadt ze aan bloed te laten. Als ge iemand ziet die rood is in het aanzicht en een harde en sterke pols heeft en de urine is rood en dun, dan zal ge hem purgeren met medicijnen die gal purgeren. En zie je iemand die het aanzicht wit heeft en wat rood en de urine weinig gekleurd, bleek of wit en de pols traag en niet dapper en slaat zacht, dan zal ge hem purgeren met medicijnen die fluimen purgeren. En zie je iemand askleurig gekleurd, bijna als lood, in zijn aanschijn en mager en de pols traag en hard, purgeer hem met medicijnen die melancholie purgeren. Welke medicijnen het zijn en hoe men ze geven zal u hierna horen in dit boek naar gelang de gelegenheid zich voordoet, want dit voor vermelde behoort gezonde lieden toe. |
Dieet voor hen die gelaten zijn;
Zacht gebakken eieren, vlees van speenvarkens, jonge kuikens, jonge hennen, licht tarwebrood, zuivere witte zachte wijn, doch met mate, gebraden appels.
Verboden zijn; melk, kaas en olie.
De eerste dag zal men niet slapen.
Voordelen van het laten; het klaart en scherpt de zin en verdrijft de muizenissen, het wekt op tot bijslaap, het verheldert de stem, het maakt korte slaap, het houdt de mens jong en het zal hem lang in gezondheid doen leven. Het zuivert vooral het bloed; de andere drie levensvochten halen er ook voordeel bij, doch om die te zuiveren bestaan er meer specifieke medicijnen die eerder in het boek besproken zullen worden.
[5] Avicenna die wise meester leert hier hoe men zieken lieden dienen sal &de cureren. Ende ierst selen wi spreken van enen cort- [220] se die comt van tsmenscen toevalle ¶ Effimera febre es .1. corts die comt van tsmenscen toevalle. die comt van couden van hitten van vresen. van dronkenscape. van pinen van wakene. van bitterheiden. Dese corts [225] geneest bi hem selven. Ende men geneesten met badene. &de met dat hi hem wacht van quaden etene &de van drinkene. Hier toe roept men selden meesters. want opten derden dach so gaet hi en wech. En si dat hem [230] die zieke versmoort met enegen dingen die quaet siin ¶ Meneger tieren cortse so wassen in den mensce also ghi horen selt. Some cortse siin simpel. some siinse geminct. Die maer van enen humore siin comen. die siin sim-[235] pel. Entie van meer humoren comen sijn geminct |
[5] Avicenna de wijze meester leert hier hoe men zieke lieden bedienen zal en genezen. En eerst zullen we spreken van een koorts die van een ziekelijke aandoening van de mens komt. Lichte koorts is een koorts die van een ziekelijke aandoening van de mensen komt die van koude komt, van hitte, van vrees, van dronkenschap, van inspanning, van waken en van bitterheid. Deze koorts geneest van zichzelf. En men geneest het met baden en met dat hij zich wacht van slecht eten en van drinken. Hierbij roept men zelden dokters want op de derde dag gaat het weg, tenzij dat de zieke zich versmoort met enige dingen die slecht zijn. Vele soorten koortsen groeien in de mens waarvan ge zelden hoort. Sommige koortsen zijn enkelvoudige en soms zijn ze gemengd. Die maar van een levenssap zijn gekomen die zijn enkelvoudig en die van meer levenssappen komen zijn gemengd. |
Nu zal worden gehandeld over het verzorgen van zieken, volgens de leer van Avicenna. Vooreerst wordt gesproken over de ; effimera febre’[febris intermittens], een lichte koorts waarvan de etiologie aan allerhande ‘toevalle’ wordt toegeschreven als bitterheid, dronkenschap, vrees etc. Gewoonlijk wordt de geneesheer niet geraadpleegd, daar de koorts reeds op de derde dag verdwenen is.
Er groeien echter verscheidene koortsen in de mensen, de simpele waarvoor een van de humoren aansprakelijk wordt gesteld, de gemengde die door meer dan een levensvocht veroorzaakt is.
[6] Simple reden siin van ere manieren ende .3. die op haren dach toe comen ende vergaen. Andre .4. cortse siin die altoes siin sonder ruste. Die .3. die op haren dach [24] comen ende gaen. die comen van verteger materie buten adren. oec scelt mense vaten. Die andre .4. cortse die altoes geduren die comen van verteger materien van binnen den vaten of adren ¶ Die cortse die op haren [245] dach comen &de gaen diere es .3. deen heet cotidiana. dander terciana. die derde quartana. Cotidiana dats dagelijx corts die alle dage comt. Terciana comt opten derden dach. quartana comt opten vierden dach [25] ¶ Cotidiana comt altoes tenen tide op sinen dach. &de geduert .18. uren &de .6. uren heeft men vrede of ruste. Hi comt met cleinen couden ende met cleinre hitten. &de sonder dorst of met cleinen dorste. Haer orine es vet [255] dats turbel &de luttel gevarwt. Int beginsel es die puls trage &de sachte ¶ Men sal hen geven tetene hinnen &de kiekenen met comine &de met pepere. &de limogien. &de ionge vischen uten verscen rivieren entie smal siin &de mager [260] alse snoekelkine. baersekine. lamproyen stekelinge &de der gelike. Ende wit tarwen broot gebudelt. Ende drinke witten wiin die een luttel starc si ¶ Men sal die materie purgieren met oximel gesoden met wortelen [265] van merradeke. van apien. van persine. van venkele. want dit rijpt coude humoren. Ende alse die humoren ripe siin dat seldi bekennen bider orinen. Alse dorine es root ende claer. die tevoren was bleec &de turbel. [270] so es die materie ripe. Daer na suldi purgieren die materie met medicinen die fleume purgieren |
[6] [52] Enkelvoudige koortsen zijn van een soort en er zijn 3 die op hun dag opkomen en vergaan. Er zijn 4 anderen soorten koortsen die altijd zonder rust zijn. De 3 die op hun dag opkomen en vergaan die komen van verrotte materie buiten de aderen, ook noemt men ze vaten. De 4 andere koortsen die altijd aanhouden die komen van verrotte materiën van binnen de vaten of aderen. De koortsen die op hun dag opkomen en gaan daarvan is er 1 die men cotidiana noemt, de andere terciana en de derde quartana. Cotidiana, dat is dagelijkse koorts die elke dag komt. Terciana komt op de derde dag, quartana komt op de vierde dag. Cotidiana komt altijd op een tijd op zijn dag en duurt 18 uren en 6 uren heeft men vrede of rust. Hij komt met een kleine kou en met kleine hitte en zonder dorst of met kleine dorst. Haar urine is vet, dat is troebel en weinig gekleurd. In het begin is de pols traag en zacht. Men zal hen te eten geven hennen en kuikens met komijn en met peper en fazant en jonge vissen uit verse rivieren en die smal zijn en mager zoals snoeken, baarzen, lamprei, stekelbaars en dergelijke. En wit gebuild tarwebrood. En drinken witte wijn die wat sterk is. Men zal de materie purgeren met honingwater gekookt met wortels van mierikswortel, van Apium, van peterselie en van venkel want dit rijpt koude levenssappen. En als die levenssappen rijp zijn dat zal u zien door de urine. Als de urine rood en helder is, die tevoren bleek en troebel was, dan is de materie rijp. Daarna zal ge die materie met medicijnen purgeren die fluimen purgeren. |
Bij de simpele of enkelvoudige koortsen zijn er 3 soorten die regelmatig opkomen en afnemen waarvan rottende levenssappen buiten de aderen de oorzaak zijn. Hun namen; de cotidiana [febris quotidiana, met dagelijkse aanvallen], de terciana [febris tertiana, met koortsstoppen om de twee dagen] en de quartana [febris quartana, met koortsstoppen elke derde dag]. Verder bestaan er nog 4 soorten van simpele koortsen die gedurig aanhouden en waarvoor de materies peccans binnen in de aderen steekt.
De cotidiana- koorts is te herkennen aan volgende symptomen; komt iedere dag op en duurt 18 uur, de overige 6 uur stopt de koorts; de patiënt voelt kleine koude of kleine hitte en de dorst is dragelijk. De urine is troebel en weinig gekleurd; de pols slaat traag en zacht.
Dieet; kuikens, jonge riviervissen, gebuild tarwebrood, witte en nogal sterke wijn.
Medicatie; de materies wordt gezuiverd met honingwater gekookt samen met bepaalde kruiden die koude humoren laten rijpen.
[7] Terciana es die derde dach corts entie comt van coleren die vort es [275] buten vaten ¶ Dit siin die tekenen. die orine es root &de dunne of geluroot Die puls slaet dapperlike &de hart ende dicke. Ende hi begint met groten coude &de derna comt grote hitte. Ende hi comt ten derden [280] dage. ende altoes comt hi in enen poent ¶ Haer spise sal siin cout &de versch. Alse crumen van brode in couden borne. Ende hi sal eten fruut alse prumen. krieken &de peren. Ende heeft hi gesont thooft. of [285] hitte int hooft. hi sal eten coude cruden. alse spinacia. portulaca. latuwe cucurbite. Ende opten dach van rusten sal hi eten kiekenen met wijnbesien of met aysine. of jonge lammeren. of jonc swi- [290] nen vleesch. vanden voeten. dat es best geten metten zope van wiinbesyen of met aysine. Men sal eten visscen uut verscen rivieren. alse cleine snoeken. baersen. stekelinge. lompen &de diere gelike met aysine [295] of metten sope van wijnbesien ¶ Somwile gevallet dat dese corts geneest metter spisen sonder medicine. Ende heeft men die bate binnen .3. accessen of binnen .4. so sal men dien zieken geven Dyaprumis lacsa- [300] tivum. Ende gef hem .1. latuwarie die hetet triasandali. ja vore den acces van desen cortse .13. uren |
[7] Terciana is de derdedaagse malariakoorts en die komt van gal die verrot is buiten de vaten. Dit zijn de tekens, de urine is rood en dun of geelrood. De puls slaat snel en hard en dik. En hij begint met grote koude en daarna komt grote hitte. En het komt op de derde dag en altijd komt het op hetzelfde tijdstip. Hun spijs zal koud en vochtig zijn zoals kruim van brood in koud bronwater. En hij zal fruit eten zoals pruimen, krieken en peren. En heeft hij een gezond hoofd of hitte in het hoofd, hij zal koude kruiden eten zoals spinazie, postelein, sla en kauwoerde. En op de rustdag zal hij kuikens met wijnbessen of met azijn eten of jonge lammeren of voeten van jong varkensvlees, dat is het beste te eten met sap van wijnbessen of met azijn. Men zal vissen uit verse rivieren eten zoals kleine snoeken, baarzen, stekelbaarzen, lamprei en dergelijke met azijn of met sap van wijnbessen. Soms gebeurt het dat deze koorts met de spijzen zonder medicijnen geneest. En heeft men die baat binnen 3 aanvallen of binnen 4, dan zal men die zieke sap van laxerende pruimen laxativum geven. En geef hem 1 likkepot die triasandali heet, ja, 13 uur voor de aankomst van deze koorts. |
De tweede soort enkelvoudige koorts die regelmatig opkomt en afneemt is de terciana; deze wordt veroorzaakt door de gal, buiten de aderen.
Symptomen; urine; rood en dun of geelrood.
Polsslag; rap, hard en dik.
Begint met grote koude en daarna grote hitte.
Komt iedere derde dag op.
Dieet; kruim van brood in water, fruit, koude kruiden; de dag van de koortsstop; kuikens of lamsvlees of varkenspoten of riviervis, alles met druiven of azijn.
Medicatie; somtijds nihil, dankzij het dieet; zo nodig; diaprunis laxativum of Electuarium triasandalum. Dat is een likkepot van drie soorten van gepoederd sandaalhout.
[8] Quartana es ene corts diemen scelt den .4. dach corts. &de comt vanden humo- [305] re van melancolien ¶ Dit siin de tekene Dorine es dunne &de wit int begin. ende staphans na den acces essi root. Die puls es trage &de slaet hart. Dese corts comt ten .4.den dage. &de .2. dage heeft men [310] pays. Ende hi comt altoes tenen tide opten dach ¶ Haer diete sal siin heet &de versch alse kiekenen &de ionge hinnen met comine Ende van allen vogelen mach men eten sonder die wonen in broeken &de in staenden wa- [315] tere. Men sal scuwen gesouten spise &de looc &de peper. swinen vleesch sal men eten Ende starken wiin salmen drinken daer in getempert es ypericum of polyon calamentum origanum. ysopus &de deser gelike ¶ In den [320] beginne salmen geven oximel omme die materie te ripene of gingbere conditum dat meer ripet die materie. Men sal geven ene latuwarie die heet dyacalamentum. Ende wet datmen vore die .6. of vore die .7. [325] acces gene medicine geven en sal. die materie en sal ierst ripe siin. dat men kennen sal bider orinen. dat si zere gevarwt es &de dicke. Hier na salmen purgieren die materie met medicinen die daer toe horen. die gi [330] hier na horen sult ¶ Ende en geneest die zieke hier met niet. so suldine baden &de geven hem int bat triacle. Ende en hebdi geen bad gereet. so legt den zieken iegen tfier. ende besmeerten met marciatum of met dyanteyt [335] sterkelike alden rugge van boven toten teen &de beide die ziden ¶ Men sal zieden in enen pot. coelne. rute. averone. mente. byvoet. nepte &de boven wel decken ende int decsel sal .1. gat siin daer .1. pipe in steken [340] sal. &de dander ende sal gaen in .1. cupe daer die zieke in baden sal &de stoven so dat hi swete. die cupe sal boven siin gedect entie zieke sal thooft buten houden. Ende es die hitte te groet men sal tfier mind- [345] ren iegen datmen hitte hebben wille ¶ Nu hebdi gehort van .3. simplen cortsen die comen van vorten humoren van buten vaten Ende nu suldi horen van .4. cortsen die comen van vorten humoren van binnen vaten entie pine [35] es altoes durende al toter tijt dat men bekeert |
[8] Quartana is een koorts die men de vierdedaagse malariakoorts noemt en komt van de levensssappen van melancholie. Dit zijn de tekens; de urine is dun en wit in het begin en terstond na de aankomst is het rood. De pols is traag en slaat hard. Deze koorts komt de vierde dag en 2 dagen heeft men rust. En hij komt altijd op een tijd op een dag. Hun dieet zal heet en vochtig zijn zoals kuikens en jonge hennen met komijn. En van alle vogels mag men eten uitgezonderd die in broekachtige plaatsen en in staande waters wonen. Men zal schuwen gezouten spijs en knoflook en peper, varkensvlees zal men eten. En sterke wijn zal men drinken waarin getemperd is hertshooi of polei, akkermunt, Origanum, Hyssopus en dergelijke. In het begin zal men honingwater geven om de materie te rijpen of gember specerij dat de materie meer rijpt. Men zal een likkepot geven die sap van Calamintha heet. En weet dat men voor de 6de of voor de 7de aankomst geen medicijn geven zal, de materie zal eerst rijp zijn en dat zal men weten doordat de urine dan zeer gekleurd en dik is. Hierna zal men de materie purgeren met medicijnen die daartoe behoren die ge hierna zal horen. En geneest die zieke hiermee niet dan zal ge hem baden en hem in het bad een teriakel geven. En hebt ge geen bad gereed leg de zieke dan tegen het vuur en besmeer hem dan de hele rug sterk met marciatum of met dyanteyt van boven tot de tenen en beide zijden. Men zal in een pot koken bonenkruid, ruit, averone, munt, kattenkruid, bijvoet en boven goed bedekken en in het deksel zal een gat zijn waarin een pijp steken zal en het andere eind zal in een kuip gaan daar de zieke in baden en stoven zal zodat hij zweet, die kuip zal boven bedekt zijn en de zieke zal het hoofd buiten houden. En is de hitte te groot, men zal het vuur verminderen zodat men de hitte krijgt die men hebben wil. Nu hebt u gehoord van 3 enkelvoudige koortsen die van verrotte levenssappen van buiten de vaten komen. En nu zal u horen van 4 koortsen die van verrotte levenssappen komen van binnen de vaten en de pijn houdt altijd aan tot de tijd toe dat men beter wordt. |
Marciatum; Unguetum marciatum is een zalf die genoemd is naar een geneesheer van die naam. Dyanteyt; Unguentum de Anthera; zalf van rozenzaad, nu bekend als zaad van meeldraden.
De derde enkelvoudige koorts die op regelmatige tijdstippen aanvalt is de quartana; deze wordt veroorzaakt door de zwarte gal.
Symptomen; urine dun en wit in het begin, wordt na een koortsaanval rood.
Polsslag; traag en hard.
Komt iedere 4de dag; twee dagen heeft men rust.
Dieet; kuikens met komijn, alle vogels die in broekachtige plaatsen wonen en stilstaande waters, varkensvlees, sterke kruidenwijn; te mijden; gezouten en gekruide spijzen.
Medicatie; In het begin honingwater, zingiber conditum of electuarium diacalamentum.
Als de materie rijp is, wat te zien is aan de urine die donkergekleurd en dik geworden is, zal men deze purgeren met medicijnen waarvan de beschrijving later komt.
Is de ziekte weerspannig dan baden en teriakel geven of de zieke inwrijven met revulsieve zalven.
Een gedetailleerde beschrijving wordt hier gegeven van het baden; men kookt kruiden in een pot en langs een pijp wordt de damp in het bad geleid.
[9] Cortse siin die comen van .4. simplen humoren die vort siin in die adren. Den enen heet men cynocus &de hi comt van vortten bloede binnen adren [355] Dandere heet causon of terciana continua &de hi comt van coleren. Die derde heet cotidiana continua. &de comt van couden vorten humoren van binnen adren ¶ Cynocus comt van vorten bloede. dit siin die tekene. Dorine es [360] int beginsel root &de dicke. Die puls es haestech &de dapper. Die pine geduert al tenen sonder enech op houden of sonder coude. nochtan comt in somen lieden groet coude int begin. mer het es selden ¶ Dit siin haer dye- [365] ten. Nemt die crumen van tarwen brode &de legse in couden borne &de laetse wel in drinken &de dan doet boven af. &de doet also .3. werf ende dit salmen eten. Men sal eten coude frute alse prumen. krieken. persekers. [370] men sal eten coude cruden rou of gesoden alse spinacia. portulaca. cucurbite latue hi sal eten gerkiin met borne gesoden. hi sal drinken tyseine. dats borne op gerste gesoden. dat hulpt meest ¶ Dierste [375] hulpe wert. dat men sal die levere adre laten opten iersten dach. of opten andren. of opten derden of opten .4. dach ten meesten dat si beletten den tijt. of andere toevalle die quaet siin. Comt den zieken quade toevalle. men [380] salre iegen gaen &de wederslaense ¶ Dit siin quade toevalle. onnatuerlike hitte. vele te drinkene. quaelike spise te nemene. hooftswere. vele te wakene. die puls haestech &de dicke slaende. die tonge droge &de vasten [385] lichame ¶ Jegen den hooftswere smeret thooft met popelioene. of met olien van rosen of met aysine. ja die olie geminct metten aysine Oec hulpt die voeten gedwegen met watere daer in gesoden es latuwe bladen. olie blade [390] wijngert vorken. van allen desen suldi die upperste sprocken nemen. Oec es goet een luttel van desen opten puls gebonden ¶ Jegen waken. latue saet. olie saet. belde saet. &de sillij. dats oec .1. saet. dese [395] tempert met rose watere. &de plaestert ant vorhooft &de opten slaep. dit hulpt oec ane die .2. pulse gebonden. Ende wacht dat gijt niet en legt optie dage datmen bekeren soude. want die gaetkine vander huut [400] souden der met stoppen. &de dat bekeren souder mede verlingen. Oec en salmen die coude medicinen niet geven in den winter iegen die hitte vanden hoofde ¶ Ende iegen den dorst salmen geven cyroop rosaet. Heeft hi met vasten lichame [405] bestopt. so sal men hem geven cyroop vyolaet. of dyaprunis. Die stede daer die zieke leget suldi bestroyen met wilge bladren &de den vloer begieten met fonteinen. &de siin bedde bestroyen met wijngert bladren ¶ [410] Doet oec een ander. Settet een becken biden zieken. &de boort vele gaten in den bodem van enen erdenen potte. ende stect in elc gat een coren haer. &de giet den pot vol borns. ende hancten boven den beckene &de latet daer in drupen [415] Dese loge es beter dan medecine van binnen genomen. om die redene dat de corts dat herte heeft so verhit. Ende om die redene dat die loge die cout es ten iersten ter herten slaet. om datse cout es vanden watere [420 &de getempert vander lucht. Die medicinen die men binnen nemt vallen ten iersten in die mage. &de daerna in die levere. Ende hieren binnen comet ter herten eer dat dese steden die nature ontfangen. Vander couder lucht of van [425] der coutheit vander logen so coelt dat herte ¶ Jegen den vasten lichame. Nemt tamarindi cassia fistula. &de tempert &de minget met borne ende geziet &de gedronken. dit weict die feces in die darme. feces siin die subtile [430] humoren uten lichame ¶ Of men sal nemen papple. mercuriael. dats een groene cruut &de siedet in borne &de wringet dor enen doec &de derna doet in enen pot &de doeter toe olie hier sal de zieke liggen over sine knien [435 &de bucken metten erse hoge. dan salmen hebben .1. clisterie gereet ¶ Een ander maniere Nemt zeem .2. lepel vol &de doet zieden &de doeter toe terdendeel zout. &de ziedet tote dat dicke si. &de dan nettet .1. bert &de gietet daer op al heet [440] &de walket met uwer natter hant. also cleine alse .1. kersse vingers lanc. &de dan steket in den eers. dit trect oec quade humoren uten lichame. Ende wildijt zere doen werken. so wintelt die subponitorie al warm in pulver [4445] van senien &de esule. dese werken treckende &de daer omme trecken si die humoren nederwert ¶ Ende leget den zieken op de tonge lijm. So salmen maken .1. houtijn mes. &de daer met suldi sceren al dlijm af vander tongen. Ende [450] es die tonge droge &de hart &de scarp. so suldi maken .1. cleine sackelkiin also groot als tforste led van uwen dume &de daer in doet sillium half vol vanden sade. &de dan stect .1. stockelkiin int sacskiin. &de bindet [455] saxkiin opt stoxkijn. &de dan legget saxkiin in ene scotele met lauwen borne &de latet weyken. &de dan steket optie tonge op &de neder. dit suvert die tonge &de maecse sachte &de versch Ende die tanden salmen wriven met witten [460] brode. ende den mont salmen dwaen met warmen borne ¶ Men sal merken &de besien of die zieke sterven sal. dit siin tekene vander doot. alse sinen mont hanget &de open es. &de sine nagle suldi oec bescouwen |
[9] Koortsen die van 4 enkelvoudige levensssappen komen die verrot zijn in de aderen. De ene noemt men cynocus en het komt van verrot bloed binnen de aderen. De andere heet causon of terciana continua en het komt van gal. De derde heet cotidiana continua en komt van koude verrotte levensssappen van binnen de aderen. Cynocus komt van verrot bloed, dit zijn de tekens; de urine is in het begin rood en dik. De pols is snel en stevig. De pijn duurt steeds zonder enig ophouden of zonder koude, nochtans komt in sommige lieden grote koude in het begin, maar dat is zelden. Dit zijn hun diëten; neem de kruimen van tarwebrood en leg ze in koud bronwater en laat ze goed inweken en giet dan het bovenste eraf en doe het zo 3 maal en dit zal men eten. Men zal koud fruit eten zoals pruimen, krieken en perziken, men zal koude kruiden eten, rouw of gekookt, zoals spinazie, postelein, kauwoerde en sla, hij zal eten augurken gekookt met bronwater, hij zal drinken ptisane, dat is bronwater met gerst gekookt, dat helpt het meest. De eerste hulp verder is dat men de leverader zal laten op de eerste dag of op de volgende of op de derde of op de 4de dag, tenminste of dat het de tijd belet of andere ziekelijke aandoening die slecht zijn. Komt er bij de zieke een kwade ziekelijke aandoening dan zal men ertegen gaan en terugdringen. Dit zijn kwade ziekelijke aandoeningen; onnatuurlijke hitte, veel drinken, slecht kunnen eten, hoofdpijn, slapeloosheid, de pols die snel en dik slaat, de tong is droog en vaste loop. Tegen de hoofdpijn; smeer het hoofd in met populierzalf of met rozenolie of met azijn, ja de olie gemengd met azijn. Ook helpt het de voeten te wassen met water waarin gekookt is slabladeren, papaverbladen, wijngaardranken en van al dezen zal ge die bovenste twijgen nemen. Ook is goed om hiervan wat op de pols te binden. Tegen slapeloosheid; slazaad, papaverzaad, bilzekruidzaad en psyliumzaad, (Plantago psyllium) dat is ook een zaad, temper die met rozenwater en pleister het op het voorhoofd en op de slaap, dit helpt ook aan de twee polsen gebonden. En let op dat ge het niet op de dag legt dat men beteren zou, want de gaatjes van de huid zouden erdoor verstoppen en het beteren zou men ermee vertragen. Ook zal men de koude medicijnen niet in de winter geven tegen de hitte van het hoofd. En tegen de dorst zal men geven siroop van rozen. Kan hij slecht naar toilet gaan dan zal men hem siroop van violen of sap van pruimen geven. De plaats daar de zieke ligt zal u bestrooien met wilgenbladeren en de vloer begieten met bronwater en zijn bed bestrooien met wijngaardbladeren. Doe ook nog een ander ding. Zet een bekken bij de zieke en boor vele gaten in de bodem van een aarden pot en steek in elk gat een korenaar en giet de pot vol bronwater en hang het boven de bekken en laat het daarin druipen. Deze loog is beter dan medicijn van binnen ingenomen omdat de koorts het hart zo verhit heeft. En om die reden dat de loog die koud is het eerste naar het hart slaat omdat ze koud is van het water en getemperd van de lucht. De medicijnen die men binnen neemt vallen ten eerste in de maag en daarna in de lever. En hierbinnen komt het naar het hart eer dat deze plaatsen die natuur ontvangen. Van de koude lucht of van de koudheid van de loog zo verkoelt dat het hart. Tegen de vaste loop; Neem Tamarindus, Cassia fistula en temper en meng het met bronwater en zeef en drink het, dit weekt de faces in de darmen. Faces zijn de subtiele levenssappen uit het lichaam. Of men zal nemen kaasjeskruid, bingelkruid, dat is een groen kruid, en kook het in bronwater en wring het door een doek en doe het daarna in een pot en doe er olie bij, hier zal de zieke liggen op zijn knieën en buik met de aars omhoog, dan zal men een klysma gereed hebben. Een andere manier; neem 2 lepels vol honing en laat het koken en doe er het derdedeel zout bij en kook het totdat het dik is en dan nat het op een plank en giet het er al heet op en vorm het met uw natte hand zo klein als een kaars vinger lang en steek het dan in de aars. Dit trekt ook kwade levensssappen uit het lichaam. En wil ge het zeer laten werken, wentelt de klisma al warm in poeder van Cassia senna en Euphorbia esula, deze werken trekkende en daarom trekken ze de levensssappen naar beneden. En ligt er bij de zieke lijm op de tong; dan zal men een houten mes maken en daarmee zal ge alle lijm van de tong afscheren. En is de tong droog en hard en scherp; dan zal ge een klein zakje maken net zo groot als het voorste lid van uw duim en die doe je de helft vol van Plantago psylium zaad en dan steek het stokje in het zakje en bind je het zakje op het stokje en dan leg je het zakje in een schotel met lauw bronwater en laat het weken en dan steek je het op de tong op en neer, dit zuivert de tong en maakt die zacht en vochtig. En de tanden zal men wrijven met witbrood en de mond zal men wassen met warm bronwater. Men zal merken en bezien of de zieke sterven zal; dit zijn de doodstekens, als zijn mond hangt en open is en zijn nagels zal ge ook aanschouwen. |
Benevens de drie voornoemde bestaan er nog 4 enkelvoudige koortsen. Deze komen voort uit ieder van een van de 4 humoren die rotten in de aderen; de koorts blijft aanhouden.
1. Cynocus [bedoeld wordt febria synochalis, febris sthenica, koorts waarbij de hartwerking onverminderd intact blijft] wordt veroorzaakt door rottend bloed in de aderen.
Ziektebeeld; urine rood en dik.
Polsslag rap.
Meestal weinig koude.
Dieet; kruim van tarwebrood in water gewekt, koud fruit, koude kruiden, gestewater.
Medicatie; aderlaten.
Indien de ziekte gepaard gaat met;
Hoofdpijn; hoofd insmeren met populierzalf of rozenolie of azijn of azijn + olie. Voetbaden in kruidenaftreksel [men mag dezelfde kruiden ook op de pols binden.
Slapeloosheid; voorhoofd of slapen bepleisteren met een papje gemaakt van verschillende zaden in rozenwater [men mag deze 2 kruiden ook op de pols binden]
Dorst; rozensiroop.
Obstipatie; viooltjessiroop of E. Diaprunis [de ziekenkamer bestrooien met wilgenbladeren, het bed met wingerdbladeren, de vloer begieten met bronwater] ofwel neem een aarden pot met doorboorde bodem waar in iedere opening een korenaar steekt, vul de pot met water, het doorsijpelende water drinken. Of een aftreksel van tamarinden en Cassia fistula. Of een klysma. Of zetkaarsjes opsteken.
Slijmerige tong; met een houten mes de tong afscheren ofwel de tong afschuren met een zakje waarin psyllium in lauw water geweekt zit. Tandenpoetsen met wit brood en de mond spoelen met warm water.
Is de dood ermee gemoeid, dat kan men hieraan herkennen; zijn mond hangt op en ook zijn z’n nagels te bezien.
[10] [465] Causon of terciana continua. dats een corts die altenen geduert met groter hitten tote dat men bekeert of stervet Die lieden sceldent die hitte of theete ongemac ¶ Hi comt van vorten humoren van [470] binnen adren. alse van colera die heet es &de droge. Men bekeerter af opten oneffenen dach. opten .7. of opten .9. of opten .11. of opten .13. dach. Dicwile gevallet als men niet en bekeeret opten .7. dach. dat es [475] vrese. op dat dorine bleec es die te voren root was. Ende oec eist tontsiene van frenesyen alsi bleec wert achter den .7. dach. die te voren root was. dats .1. teken dat nature opwert trect [480] daerbi blijft si bleec &de dats die doot. Alse der orinen vele es &de dicke &de turbel root. dats een teken dat nature haer purgiert metter orinen van haren quaden humoren. ¶ Wet dat alle die werken &de alle die me- [485] dicinen die ten andren cortse daer voren gescreven siin sal men tote desen doen. sonder datmen in den andren corts meer bloets moet laten ter adren dan in desen corts. Ende men moet couder dingen antieren dan in den [490] andren corts. &de merder hope. &de couder water ¶ Dit siin die tekenen hoe dat men bekennen sal causon of terciana continua iegen cynocus. Die orine es rodere &de min vet dan in cynoco. Verstaet aldus. In cynoco [495] es dorine root. &de in causon rodere &de dickere. entie puls hardere slaende. entie lichame es hetere &de bernender. &de heeft utermaten groten dorst. &de begert te drinkene altoes. Ende meest comt dese corts in colerine [500] &de in heten tiden ende in heten landen |
[10] Causon of terciana continua, dat is een koorts die altijd blijft met grote hitte totdat men beter wordt of sterft. De lieden noemen het de hitte of hete ziekte. Het komt van verrotte levensssappen van binnen de aderen zoals van gal die heet en droog is. Men wordt er beter van op een oneffen dag, op de 7de of op de 9de of op de 11de of op de 13de dag. Vaak gebeurt het als men niet beter wordt op de 7de dag dat het te vrezen is, omdat de urine bleek is die tevoren rood was. En ook kan men een dolle (razende) koorts verwachten als het bleek wordt na de 7de dag die tevoren rood was, dat is een teken dat de natuur opwaarts trekt en daarbij blijft het bleek en dat is de dood. Als er veel urine is en dik en troebel rood, dat is een teken dat de natuur zich purgeert met de urine van haar kwade levensssappen. Weet dat alle werken en alle medicijnen die voor de andere koortsen die hiervoor beschreven zijn men voor deze zal gebruiken, uitgezonderd dat men in de andere koortsen meer bloed moet laten uit de aderen dan in deze koorts. En men moet koudere dingen hanteren dan in de andere koortsen en meer hoop en kouder water. Dit zijn de tekens hoe dat men weten zal of het causon of terciana continua is tegenover cynocus. De urine is roder en minder vet dan in cynocus. Begrijp het aldus; in cynocus is de urine rood en in causon roder en dikker en de pols slaat harder en het lichaam is heter en brandt meer en hij heeft uitermate grote dorst en begeert altijd te drinken. En meestal komt deze koorts in galachtige en in hete tijden en in hete landen. |
Causon of terciana continua, vulgo ’theete ongemac’. [van χαύσων; hete koorts; terciana continua; aanhoudende koorts met koortsstoppen om de 2 dagen]. Wordt veroorzaakt door rottende gal in de aderen.
Ziektebeeld; hoge koorts [‘grote hitte’].
Men geneest ervan op een oneffen dag.
Wordt de urine na de 7de dag bleek in plaats van rood, dan bestaat er gevaar voor frenesie; blijft ze bleek dan betekent dit de dood.
Dieet en medicatie; zoals bij cynocus.
Verschil cynocus en causon;
Bij causon is de urine roder en minder dik
Slaat de pols harder.
Is het lichaam warmer [hogere temperaturen]
Causon komt meest voor bij cholerici, bij warm weer en in warme landen.
[11] Cotidiana es .1. corts &de comt vander fleumen. Ende meest es dese orine bleec &de luttel gevarwt. die puls en slaet niet zere. mer sachte met moruwen slagen [505] Entie pine geduert altenen dach ende nacht. mer .18. uren es die pine meest &de .6. uren heeft men meest rusten entie pine es minst. die hitte niet groet noch die hooftswere. Ende also andre toevalle [510] Die zieke es somtijt dat hi niet en gevoelt alse een die in commeringen van slape leget ¶ Haer diete sal siin aldus Maect hem .1. caudeel van wine &de van tarwen bloemen ¶ Een ander. Siedt ene [515] hinne al geheel. &de daer na salmen te stucken stoten tfleesch ende been dan doeter in een luttel soops &de wringet dor .i. cleet. &de in dat sop doet wijn &de bloeme &de maecter af .1. caudeel. &de brocter in tarwen broot [520] &de dat salmen supen. Ende in desen cortse so moet men meest eten dingen die conforteren dan in andren cortsen ¶ Die zieke sal drinken gesoden water op crumen van tarwen brode. Of hi sal drinken [525] mussa. dats van zeeme &de van borne gesoden. Ende es dorine luttel gevarwt of niet. so siedt die wortele van apien van persijn. al die sapen van desen alst gesoden es sal ment perssen dor enen doec. &de dan [530] ziedet te gadere met zeme .1. o. &de van den sape .9. o. &de dit sal hi drinken ¶ Ende wet dat in alle die cortse die altenen geduren dach &de nacht sonder rusten. datmen daer sal laten ter adren opten iersten dach. of op [535] den andren. of opten .3. of opten .4. Of het en belette die crancheit vanden zieken. of die tijt vanden iare. of dat die materie al te cout es ¶ Ende weromme dat laten ter adren hulpt in eenperliken cortsen dat sul- [540] di verstaen. het nes niet om dat die humoren in die adren bedruct siin. dat si uut gaen het es om dat wint die ter adren uut gaet die de humoren binnen versmacht. werbi dat die adren lucht in gewint dat si niet en [545] vorten ¶ Men sal niet geven medicinen die purgieren. men sal ierst die humoren doen ripen. no in eenperliken cortse. vore dat die zieke bekeert ¶ Hets ene gemeine regule. so wat humore dat men purgieren [550] sal beneden den navele. datmen clisterien setten sal ten fundamente aldus gemaect ¶ Siedet papple. mercuriael in borne. &de persset tsap ute dor .1. cleet &de vanden sope salmen nemen also vele als men wille. of [555] .1. virendeel. &de doeter toe swinen smout &de olie. &de een hantvol souts. &de gietet in ene ganse pipe of clisterie pipe meer dan .1. pinte al laeu. Die zieke sal hoge stupen metten sterte. &de men sal hem de pipe ste- [560] ken int fundament. entie zieke salse houden in sinen lichame. Die zieke sal oec houden daer in dat mer in giet. also lange als hi mach. &de sal sitten op enen stoel met enen gate. Aldus purgiert men humoren die in den licha- [565_ me vloyen ¶ Een ander. Nemt .1. lepel vol zeems. &de .1. s. lepel vol souts. &de siedet dat zeem so dat welna dicke werde. &de dan doeter toe tsout ende latet een luttel zieden. dan gietet op .1. nat bert. &de walket metter palmen [570] cleine alse .1. kersse. daerna wentelet in pulvere van senien. derna steket int fundament Dit heet men .1. subponitorie &de trect oec die quaede humoren uten lichame ¶ Wet dat die clisterien best siin in vasten lichame [575] van heter ziecheiden. Die subponitorien van zeemen die siin beest in couder ziecheit die den lichame vast hebben. het verhit die viscose humoren van fleumen &de suvert den lichame ¶ Die [580] meester moet nerenstelike merken in den corts weder die humoren heet siin inden corts &de die den lichame vast hevet hem es die clisterie best. In de welke dat die humoren vloyen. dien suldi subponitorien onder geven. op dat die lichame vast es ¶ Ende es die [585] tonge limech. so suldi ierst in den mont houden sachten aysiin enten mont suldi dwaen met warmen watere. &de sceren die tonge met enen houtenen messe. &de screpen wel al die limecheit vander tongen. Ende dat roest suldi wel va- [590] gen met .1. linen clede ¶ Ende men sal wachten dat men in dese cortse en gene coude medicine leggen en sal opt hooft iegen den hooftswere. Want men mochte lichte vallen in een ongemac datmen heet litargie ¶ Ende eist [595] te doene alse de zieke bekeert es. men salne purgieren metten selven dat men doet cotidiane corts. &de metten selven dat men doet quarteine die altenen geduert. Ende some die lieden walgen &de keeren &de dat hulpt [600] hen lieden want die mage purgiert daer mede |
[11] Cotidiana is een koorts en komt van fluimen. En meestal is de urine bleek en weinig gekleurd, de pols slaat niet erg, maar zacht met murwe slagen. En de pijn blijft de hele nacht en dag en nacht, meer dan 18 uren is de pijn het meest en 6 uren heeft men meestal rust en is de pijn het minst. De hitte is niet groot en ook de hoofdpijn niet. En net zo de andere ziekelijke aandoeningen. De zieke is soms zo dat hij niets voelt als een die in bekommering van slaap ligt. Hun dieet zal aldus zijn; maak voor hem een kandeel van wijn en van tarwebloem. Een andere; kook een hen geheel en daarna zal men het vlees en been in stukken stampen, doe er dan wat sap bij en wring het door een kleed en in dat sap doe je wijn en bloem en maak er een kandeel van en verkruimel er tarwebrood in en dat zal men drinken. En in deze koorts moet men het meest dingen eten die verbeteren dan in andere koortsen. De zieke zal drinken water gekookt op kruim van tarwebrood. Of hij zal mussa drinken, dat is van honing en van gekookt bronwater. En is de urine weinig gekleurd of niet; kook dan de wortels van Apium en peterselie, alle sappen hiervan als het gekookt is zal men door een doek persen en kook het dan tezamen met honing, 1 ons en van het sap 9 ons, en dit zal hij drinken. En weet dat in alle koortsen die altijd blijven dag en nacht zonder rusten dat men daar de aderen zal laten op de eerste dag of op de volgende of op de 3de of op de 4de, of het wordt belet door de zwakheid van de zieke of de tijd van het jaar of dat de materie al te koud is. En waarom dat aderlaten helpt in aanhoudende koortsen dat zal ge begrijpen, het is niet omdat de levensssappen in de aderen bedrukt zijn, dat ze uitgaan, het is omdat de wind uit de aderen gaat die de levensssappen binnen versmachten waarbij de aderen lucht inwinnen zodat ze niet verrotten. Men zal geen geven medicijnen die purgeren, men zal in aanhoudende koorts eerst die levensssappen laten rijpen voordat de zieke beter wordt. Het is een algemene regel welke levensssappen dat men purgeren wil beneden de navel dat men klysma’s in het fundament zetten zal die aldus gemaakt worden; Kook heemst en bingelkruid in bronwater en pers het sap eruit door een kleed en van het sap zal men nemen zoveel als men wil of een vierde en doe er varkensvet bij en olie en een hand vol zout en giet meer dan 1 pint in een ganzenpijp of klysma pijp, lauw. De zieke zal hoog staan met het achterste en men zal hem de pijp in het fundament steken en de zieke zal die houden in zijn lichaam. De zieke zal het er ook houden als men het er in giet, net zo lang als hij kan, en zal zitten op een stoel met een gat. Aldus purgeert men levensssappen die in het lichaam vloeien. Een andere; neem 1 lepel vol honing en 1 lepel vol zout en kook die honing zodat het bijna dik wordt en doe er dan zout bij en laat het wat koken en giet het dan op 1 natte plank en vorm het met handpalm klein als een kaars, wentel het daarna in poeder van senna, steek het daarna in het fundament. Dit noemt men een suppoost en trekt ook de kwade levensssappen uit het lichaam. Weet dat de klysma’s het beste zijn in vaste loop van [62] hete ziektes. De klysma’ s van honing die zijn het beste in koudere ziektes die de loop vast hebben, het verhit de viskeuze levensssappen van fluimen en zuivert de loop. Die dokters moeten er in de koorts zeer goed opletten of de levensssappen heet zijn in de koorts en die de loop vast heeft, voor hem is het klysma het beste. In diegene waar de levensssappen vloeien die zal ge een suppoost van onder geven zodat de loop vast is. En is de tong lijmachtig, dan zal ge eerst in de mond zachte azijn houden en de mond zal ge wassen met warm water en de tong scheren met een houten mes en goed alle lijmerigheid van de tong schrapen. En het gehemelte zal ge goed vegen met een linnen kleed. En men zal wachten dat men in deze koorts geen koude medicijnen leggen zal op het hoofd tegen de hoofdpijn. Want men mocht gemakkelijk in een ongemak vallen dat men lethargie [slaapzucht] noemt. En dit is te doen als de zieke beter is, men zal hem purgeren met hetzelfde dat men doet in de cotidiane koorts en met hetzelfde dat men doet in de quarteine die steeds blijft. En sommige lieden walgen en braken en dat helpt die lieden want de maag purgeert daarmee. |
3. Cotidiana [dagelijks aanhoudende koorts] wordt veroorzaakt door het flegma.
Symptomen; urine is bleek.
Polsslag traag en zacht.
De koorts houdt heel de dag aan doch 18 uren is hij hevig en 6 uren minder hevig.
Dieet; zacht drankje van wijn en tarwebloem.
Kippenbouillon met tarwebloem en wijn.
Versterkende middelen innemen.
Als drinken; water waarin kruim van tarwebrood werd gekookt of mulsa,
Medicatie; afkooksel van selderie- en peterseliewortels en honing.
Aderlaten op een van de 4 eerste dagen na de aanval.
Klysma’s [een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven]
Zetkaarsjes; honig + zout = poeder van sennabladeren.
Er wordt opgemerkt dat men het beste een klysma zet bij verstoppingen die door hete ziekten veroorzaakt zijn en bij verstoppingen die uit koude ziektes voortkomen.
Is de tong slijmerig, dan zal men de mond spoelen met verdunde azijn, de tong scheren met een houten mes en het gehemelte afvegen met een lapje.
Bij hoofdpijn geen koude medicijnen op het hoofd leggen, want dan is er gevaar voor lethargie.
[12] Vele reden of cortsen so siin noch. der es .1. valsch cotidiaen. &de een valsch terciaen. &de een valsch quartaen. Daer siin gemingde cortse meer dan van enen humore. sulc van [605] tween sulc van drien &de sulc van .4. humoren. Sulc cortsen comen in enen humore van binnen adren Ende sulc van .2. humoren van buten adren. Hoe dat men dese cortse genesen sal &de bekennen die werke daer af sal men verstaen. Men salse [610] genesen na dat dorine toent entie puls. &de die toevalle die menegerande siin ¶ Orine herde root entie puls haestech den enen slach achter den andren. ende die complexie vanden mensche heet es. entie tijt vanden iare oec heet [615] si. so suldine genesen met couden medicinen ¶ Ende es dorine luttel gevarwt entie puls trage &de die complexie vanden zieken cout si. men salne genesen met couder medicinen |
[12] Vele reden of koortsen zijn er nog, er is een valse cotidiaan en een valse terciaan en een valse quartaan. Er zijn gemengde koortsen met meer dan 1 levenssappen, sommige van twee, sommige van drie en sommige van 4 levenssappen. Sommige koortsen komen in een levenssap van binnen de aderen en sommigen van 2 levenssappen van buiten de aderen. Hoe men deze koortsen genezen zal en herkennen de geneeswijze daarvan zal men leren; men zal ze genezen naar dat de urine toont en de pols en de ziekelijke aandoeningen die veelvuldig zijn. Urine hard en rood en de pols snel, de ene slag na de andere en de samengesteldheid van de mens is heet en de tijd van het jaar is ook heet dan zal ge hem genezen met koude medicijnen. En is de urine weinig gekleurd en de pols traag en de samengesteldheid van de zieke koud, dan zal men ze genezen met koudere medicijnen. |
Men zou nu de beschrijving kunnen verwachten van de vierde aanhoudende koorts die veroorzaakt wordt door een rottende humor in de aderen, de melancholie ontbreekt nog, doch het kapittel over de koortsen schijnt de schrijver [of kopiist] het nu welletjes te zijn en hij besluit in een kort hoofdstuk door te zeggen dat er nog veel andere koortsen bestaan; valse cotidiaan, - terciaan of – quartaan koortsen; verder zijn er nog de gemengde of samengestelde koortsen. Men zal deze genezen naar de urine, de pols en andere ‘toevalle’ uitwijzen. In zijn haast om te eindigen verkondigt hij tenslotte de ketterij dat zieken met koude complexie moeten genezen met koude medicijnen. We lezen wat dat aangaat in de Ortus sanitatis; ‘Ende hyer omme sal een yeghelijck medecijn ofte meestere ende elck cranck mensche bemerckinghe hebben opt ghene dat zijnder natueren bequaem i.s Ende god almachtich heeft menigherhande cruyt verleent, niet om dat alle cruyt allen menschen bequaem wesen soude Maer alleene den menschen dye dat van noode hebben. Ghelijck cruyden die van haer natueren cout zijn, zijn goet om die hitte dar mede te benemen ende te verdriven/Ende die cruyden dye heet zijn om die coude daer mede te benemene Ende hier om en salmen niet besighen cout by cout of heet bi heet, want dye siecheden daer mede vermeerdert worden ende nommermeer tot ghesontheden en comen Als ons Galienus ende Avicenna in vele plaetsen bescrijven’.
[13] Epilencia es .1. ongemac daer die lieden [620] af vallen. entie lieden sceldent dat vallendevel. Some hebbent .1. werf siaers. ende some .1. werf de maent. some .1. werf de weke. &de some ene werf of .2. werf of .3. werf of .4. werf des dags ¶ Drie manieren siin van [625] desen ongemaken. epilencia. catalempcia. analempcia. Dierste es epilencia. &de port uten herssenen. Dit siin die tekenen. die zieke en gevoelt niet vor den acces. het comt met groten coude &de met bevingen. &de men spertelt [630] met handen &de met voeten. &de men scumet metten monde ¶ Haer spise sal siin licht te verterne. alse kiekenen. limoegien. ionc vleesch vet van jongen entie doders van eyeren hulpen meest. entie cullen van den [635] bever. entie cullen vanden weder. Haer dranc sal siin wit wiin &de claer. sachte &de niet starc &de claer borne ¶ Men salse wachten van spisen die doen wassen grove humoren van melancolien. alse van ossen vlesce van coyen [640] van hasen. van geyten. van zogen van stieren &de der gelike. men salse wachten van bonen van erweten. van vitsen van loke. van enioene. van poret loke. van roden colen. van gansen. van allen vogelen die in broeken wo- [645] nen &de in merscen &de in staenden watere. Maer si selen eten cleine viscen die in rivieren wonen of in lopenden watere. alse snoeken barsen lompen &de der gelike ¶ Het es te wetene dat alle hoofden van allen beesten van allen vis- [650] scen &de van allen vogelen hen lieden deren die dat groet ongemac hebben ¶ Men salse oec wachten van goyene. van badene. van roepene. van scildene. van vastene. van te vele hitten. van te vele couds. [655] want die materie vergrammet van al desen &de bringet den acces toe dat hi vallen moet ¶ Nemt die levere vanden esel &de braedse &de geeftse hem tetene. Ende snijt in stucken den wortel vander pyonien &de bindet al in .1. doexkiin ende [660] hanget hem an sinen hals. &de dit hulpt meest den kindren ¶ Nemt die galle van den hase. bevercul. wierooc. mirre. elcs .1. dr. &de tempert dit in aysine wel dicke ende stotet ierst wel. &de maecter af ronde dingen alse [665] haselnoten. &de gevet hem te drinkene met mulsa. dats borne gesoden met zeeme tegadere. 9. o. borns & .1. o. zeems versoden terdendeel ¶ Men sal oec geven oximel geminct met bevers culle ¶ Nemt oec mos- [670] staert saet. venkel. euforbium. pertrec. &de tempert dit met ruten sope. ende doet hem sceren thooft. &de legget hem daer boven. Men sal hem oec geven triacle. Ende men sal ierst die materie ripen met oximel dureticum sal de [675] zieke drinken. Daerna salmen purgieren met yera pigra of met benedicta die gi achter in den boec vinden sult ¶ Dandere specie van desen ongemake heeten die meesters catalempcia. &de begint ierst in die bene [680] &de in handen &de in armen. Dit siin die tekene eer die acces comt so gevoelt men met .1. cortse. &de en loept geen scume uten monde. Men sal eten spise die int grote ongemac bescreven staet. In dese [685] ziecheit hulpt laten meest. &de den zieken sal men dicken warmen handen &de voeten ¶ Die 3. specie heetmen analempcia. &de dit purgiert ierst uter magen. Men sal hem geven dranc daer dese wortelen in gesoden siin. van [690] apien. van persine. van vencle &de der gelike Ende purgiert die materie met dat dorine toget. |
[13] Epilepsie is een ongemak daar de lieden van vallen en de lieden noemen dat vallende euvel. Sommige hebben het 1 maal per jaar en sommige 1 maal per maand, sommige 1 maal per week en sommige 1 maal of 2 maal of 3 maal of 4 maal per dag. Drie soorten zijn er van dit ongemak, epilencia, catalempcia en analempcia. De eerste is epilepsie en spruit uit de hersens. Dit zijn de tekens; de zieke voelt niets voor de aankomst, het komt met grote koude en met bevingen en men spartelt met handen en met voeten en men schuimt uit de mond. Hun spijs zal zijn licht te verteren zoals kuikens, fazant, jong vlees, vet van jongen en dooiers van eieren helpen het meest en de ballen van de bever en de ballen van de ram. Hun drank zal zijn wit, helder, zacht en niet sterke wijn en zuiver bronwater. Men zal ze wachten van spijzen die grove levensssappen van melancholie laten groeien zoals van ossenvlees, van koeien, van hazen, van geiten, van zeugen van stieren en dergelijke. Men zal ze wachten van bonen, van erwten, van vitsen, van knoflook, van ui, van prei, van rode kolen, van ganzen, van alle vogels die in broekachtige plaatsen wonen en in meren en in staande wateren. Maar ze zullen kleine vissen eten die in rivieren wonen of in lopende wateren zoals snoeken, baarzen, lamprei en dergelijke. Het is te weten dat alle hoofden van alle beesten van alle vissen en van alle vogels die lieden deren die dat grote ongemak hebben. Men zal ze ook wachten van gemeenschap, van baden, van roepen, van schelden, van vasten, van te veel hitte, van te veel koude, want de materie vergramd van al deze dingen en breng de aankomst toe dat hij vallen moet. Neem de lever van de ezel en braad die en geeft het hen te eten. En snijdt de wortel van de pioen in stukken en bindt alles in 1 doekje en hang het hem aan zijn hals en dit helpt de kinderen het meest. Neem de gal van de haas, bevergeil, wierook, mirre, van elk 1 drachme en temper dit in azijn, goed dik, en stamp het eerst goed en maak er ronde dingen van als een hazelnoot en geef het hem te drinken met mulsa, dat is bronwater tezamen gekookt met honing, 9 ons bronwater en 1 ons honing verkookt tot het derdedeel. Men zal ook honingwater geven gemengd met bevergeil. Neem ook mosterdzaad, venkel, Euphorbia en peterselie en temper dit met ruitsap en laat bij hem het hoofd scheren en leg het erop. Men zal hem ook teriakel geven. En men zal eerst de materie rijpen en honingwater dureticum (plaswater, plaspil) zal de zieke drinken. Daarna zal men purgeren met yera pigra of met benedicta die ge achter in het boek vinden zal. De andere soort van dit ongemak noemen de dokters catalempcia en die begint eerst in de benen en in de handen en in de armen. Dit zijn de tekens; voor de aanval komt voelt men een koorts en er loopt geen schuim uit de mond. Men zal spijs eten die in het grote ongemak beschreven staat. In deze ziekte helpt het laten het meest en de zieke zal men goed de handen en voeten warmen. De 3de soort noemt men analempcia en dit purgeert eerst uit de maag. Men zal hem drank geven daar deze wortels in gekookt zijn, van Apium, van peterselie, van venkel en dergelijke. En het purgeert die materie naar gelang de urine laat zien. |
Er bestaan drie soorten van vallende ziekte; deze aanvallen kunnen zich voordoen van eens in het jaar tot 4 maal per dag.
1] Epilencia of groot ongemak [bedoeld wordt epilepsia, vallende ziekte, chronische aandoening gekenmerkt door aanvallen van bewusteloosheid, gepaard met convulsies] spruit voort uit de hersenen.
Ziektebeeld; de aanval komt plots; de zieke heeft koud, beeft en spartelt met handen en voeten en heeft schuim op de mond.
Dieet; lichte goed verteerbare spijzen; kuikens, fazant, eierdooiers, bever en ramtestikels, riviervissen.
Als drank; zachte witte wijn en water.
Verboden zijn; vlees van ossen, koeien, hazen, geiten, zeugen en stieren, bonen, erwten, vitsen, look, uit, prei, rode kool, ganzen en alle gevogelte dat in broekachtige plaatsen, meren en staande wateren leeft; vooral geen koppen geven van vissen, vogels en andere dieren.
Medicatie; verboden; vleselijke gemeenschap, baden, zich opwinden, vasten, zich blootstellen aan te hevige hitte of te grote koude; goed; gebraden ezellever eten; een zakje met pioenwortels om de hals hangen; hazengal, wierook, mirre, honingwater met castoreum; op het gladgeschoren hoofd een papje leggen van mosterdzaad en andere kruiden’ verder teriakel, honingwater diureticum en purgatie met Hiera picra of met Benedecita lacativa.
2] Catalempcia [bedoeld wordt catalepsia, het innemen van standen en houdingen gedurende abnormaal lange tijd, zonder dat van vermoeidheid sprake schijn te zijn. Blankaart spreekt van ‘Zinvang, leden-styving’].
Ziektebeeld; men voelt in armen en benen en handen de aanval aankomen; de zieke heeft koorts en er staat geen schuim op de mond.
Dieet; zoals bij epilencia.
Medicatie; bloed laten; handen en voeten verwarmen.
3] Analempcia [bedoeld wordt analepsia, het brengen van het lichaam of van de ledematen in een hangende of zwevende houding bij wervel- resp. ruggenmergaandoeningen en bij ontstekingen aan de extremiteiten] komt voort uit de maag.
Medicatie; afkooksel van selderie- venkel- en peterseliewortels, purgeren naar gelang de urine aantoont.
Yera betekent heilig, pigra komt van een Grieks woord dat bitter betekent. Benedicta zal wel van Cnicus benedictus komen.
[14] Spasmus. es een ongemac dat men heet die crampe dat es dat die zenewen op werden getrect iegen smenscen wille. &de [695] dit ongemac comt van ydelheiden. &de somtijt van vervulten. &de somtijt van couden also men sien mach an die lieden dat hen haer vingren vervriesen so dat sise niet tegadere en mogen dwingen so siin die zenewen ontcrompen van [700] couden. die lippen vanden monde werden oec somtijt so cort dat de mensce sine worden niet formeren en mach. so siin die zenewen ontcrompen van couden. mer die specie comt te haer selven sonder hulpe van meesters [705] ¶ Comt spasmus van ydelheiden. dit siin die tekenen. het comt somtijt van dat die lichame vloyt. het comt van al te vele keren ten monde. het comt van medicinen die men te scarp geeft. of van te vele te bloede- [710] ne. of vanden cortse die van colera comt of van ongemaken die den lichame doen drogen. Ende in wien dat dese tekenen lange geduren hine mach niet genesen ¶ Es die ziecheit nuwe. so nem wijfs melc van enen [715] knechtkine. ende si sal melken optie stede &de opten hals &de opt ruggebeen toten lendenen ende men salne wriven metter hant. Dit dicken gedaen doet ververscen den lichame ¶ Een ander Nemt boom griet. lijnsaet. Sil- [720] lium. &de stotet wel. dan nem wortele van musemaluwen. &de doet in die gestotene saden mer die wortele salmen ierst stoten alsi gesoden siin. &de derna weder zieden metten saden Dit legt op .1. plaester van stoppen. &de dat legt [725] opten hals &de om die kele &de vanden halse toten lendenen. dit ververscht die zenewen vanden lichame. Een ander. Nem droge wolle &de netse in laeuwen watere &de in olien &de legse op dat ongemac of op die zeerheit. [730] ¶ Ende comt spasmus van vervulten. so sal men laten ter adren met vliemen. Of men sal stellen bussen vanden halse toten scoudren. ende hicken gate met .1. vliemen. Of men sal smeren den hals ent ruggebeen met olien [735] van ruten. Of men sal stellen bussen achter an thooft ¶ Ende comet van andren humoren nadien dat dorine toent. Comet van couden humoren. Nemt oppopanac. bevercul. assa fetida. serapinum. gingbere. Men saelt smeren [740] met heter salven. alse arragon. marciatom men sal hem geven dyacastoreum. Ende en heeft mens niet. so geeft hem bevercul met zeme |
[14] Spasmus is een ongemak dat men kramp noemt, dat is dat de zenuwen opgerekt worden tegen de wil van de mensen en dit ongemak komt van leegte en soms van volheid en soms van koude zoals men zien kan bij die lieden dat bij hen de vingers bevriezen zodat ze die niet samen kunnen dwingen, zo zijn de zenuwen verkrampt van koude, de lippen van de mond worden ook soms zo kort dat de mens zijn woorden niet vormen kan zo zijn de zenuwen verkrompen van koude, maar die soort komt tot zichzelf zonder hulp van de dokters. Komt spasmus van leegheid zijn dit de tekens; het komt soms van dat de loop vloeit, het komt van al te veel braken uit de mond, het komt van medicijnen die men te scherp geeft of van te veel bloeden of van de koorts die van gal komt of van ongemakken die het lichaam laten verdrogen. En in wie deze tekens lang duren, hij kan niet genezen. Is de ziekte nieuw; neem vrouwenmelk die een jongetje gebaard heeft en ze zal melken op die plaats en op de hals en op de ruggenmerg tot de lendenen en men zal het met de hand wrijven. Dit vaak gedaan laat het lichaam verfrissen. Een andere; neem katoenzaad, lijnzaad, Plantago psylium en stamp het goed, neem dan wortels van heemst en doe het in de gestampte zaden, maar de wortels zal men eerst stampen als ze gekookt zijn en daarna weer koken met de zaden. Dit leg je op een pleister van pluksel en dat leg je op de hals en om de keel en van de hals tot de lendenen, dit bevochtigt de zenuwen van het lichaam. Een andere; neem droge wol en nat het in lauw water en in olie en leg het op dat ongemak of op de zeerheid. En komt spasmus van volheid dan zal men de ader laten met vliemen. Of men zal koppen zetten van de hals tot de schouders en gaten hakken [scherven] met een vliem. Of men zal de hals en het ruggenmerg besmeren met olie van ruit. Of men zal koppen zetten achter aan het hoofd. En komt het van andere levenssappen naar dat de urine aantoont. Komt het van koude levenssappen; neem Opopanax, bevergeil, asafoetida, sagapenum en gember. Men zal het smeren met hete zalven zoals arragon of marciatom en men zal hem sap van bevergeil geven. En heeft men het niet geef hem dan bevergeil met honing. |
Spasmus wordt in de Ortus sanitatis gedefinieerd; ‘dats crimpen of grymen int lyf’en Herbarius in Dyetsche zegt; ‘Spasmus dats vertrecking der leen’.
Spasmus komt voort van te weinig of van te grote ophoping van levensssappen of van koude.
1] Spasmus van ‘ydelheid’.
Diarree, braken, te sterke medicijnen, bloedverlies, galkoorts zijn hiervan de oorzaken.
Kuur; melk van een vrouw die bevallen is van een jongen zal men wrijven op de pijnlijke plaatse en op het rugbeen; maak een pleister van pluk gedrenkt in afkooksel van bepaalde kruiden en leg de pleister van nek tot lenden; op de pijnlijke plaats wol leggen die gedrenkt wordt in olie en lauw water.
2] Spasmus van ‘vervulten’.
Kuur; aderlaten, koppen zetten met of zonder scarificatie; hals en rugbeen met ruitolie insmeren.
3] Spasmus van ‘coude’.
Kuur; insmeren met verwarmende zalven; een versterkend en verwarmend middel ingeven zoals Electuarium diacastoreum.
[15] Artetica es ene ziecheit die men scelt die artetike. oec scelt ment fleder- [745] cijn. Ende oec heet ment gescot. om dat het sciet van enen lede in dandere. &de om dat gerne comt in die arterien vander hant &de van den voeten. so heet ment artecke. Alse dese ziecheit es in die hant. so scelt ment cyrogra [750] Ende alsi es in den voeten. so heet ment podagra. Gemeinlike so heet ment artetike ¶ Dese ziecheit es van .2. manieren. heet &de cout. Dat van hitten comt es oec van .2. manieren. van coleren &de van bloede [755] Dat van couden comt es oec van .2. manieren van fleumen &de van melancolien ¶ Artetike comt in zenewen &de in adren &ende in arterien dat si vol siin &de vloyen van overtullegen humoren ¶ Comt die artetike van overtul- [760] legen bloede. so es dorine root &de dicke. die puls slaet dapperlike ende vol &de een luttel zoete of sachte. entie zieke es root int ansichte. Die beste medicine die men doen mach hier iegen dats [765] laten ter adren. &de derna legt dit plaester op die stede ¶ Nemt belde. machtscade. donderbar. oliblade. dit salmen stoten &de mingen in gersten meel. &de een luttel wieroocs &de den lichame met te wederstane die vloyende [770] humoren ¶ Ende comt die artetike van heter colere. so es dorine root of gelu root. die puls es dicke &de hart. Dese sal die materie ripen &de purgieren met medicinen die colera purgieren Ende derna salmen plaestren [775] leggen van dien dat daer voren staet. Of men salre zalve af maken. van beilde. van nachtscaden. van donderbar van olibladen. ende was &de .1. deel wieroocs &de mastic. ende hier met sal men smeren die stede ¶ Een [780] ander. Nemt mastic. &de opij. elx .1. o. dese salmen pulveren. dan nemt .1. lb. beilde &de oliblade. mastic &de nachtscade &de cocte ende latuwe. &de dit salmen zieden in swinen smoute &de derna purgieren dor .1. cleet [785] daer na salmer in mingen dat pulver. &de zalven daer met. Ende men sal maken baden van ossen die effen ¶ Ende comt die artetike van couder fleumen so es dorine wit &de dicke &de turbel. Men [790] sal die materie ripen int begin &de derna purgieren met medicinen die fleume purgieren Ende als die materie gepurgiert es. so sal men die materie antieren met dingen die daer toe behoren ¶ Ende comet van melancolien so sal [795] men die materie ripen &de derna purgieren met medicinen die melancolie purgieren ¶ Nu suldi verstaen die werken die buten behoren op die coude artetike beide van plaestren &de van zalven. Men sal weten dat die mee- [800] steren seggen. eist datmen die stede buten plaestert of smeert datter die humoren toe trecken selen. entie pine salre af meeren entie sweringe. Es die pine gerijpt van binnen &de derna gepurgiert dats best [805] ¶ Men sal nemen euforbium. pertrec. mostert saet elx .1. o. &de stotent herde wel in pulvere Ende derna salmen nemen. savie. rute. cocte averone. elx .2. o. &de dan salmen dat stoten &de doenre toe starken wiin &de swinen smout [810] &de siedent. &de dan salmer in doen .1. luttel was entie pulveren vorseit. &de bevercul wel gepulvert. &de men saelt perssen dor .1. doec. Dit es goede zalve op vercoudde lede. of op zenewen. Ende agrippa. es oec goet ge- [815] smeert. &de so es oec marciatom. &de aragon. dit siin alle .3. heete zalven ¶ Olie van bayen es oec goet. ende ceronum. dats een plaester geleit op .1. led. Levende calc gestoten met swinen smoute es oec goet [820] ¶ Dits oec goet. Nemt oude orine ende gietse in enen pot. &de legter op .1. hulle met enen gate. &de daer in stect .1. pipe met vele lopens die coperen si. of van iode. ende set den pot opt vier. &de ontfanget dat dore [825] die pipe comt. Ende dat salmen .3. werf dor die pipe doen lopen &de in den pot weder gieten &de in diere manieren aldus disteleren .3. werf. met desen watere salmen devel bestriken. Ende in deser manieren so nemt levende water [830] ¶ Ende en mogen dese dingen niet hulpen so salmen brande maken. Es die artetike in de hant. so salmen enen brant maken vor dled vander hant. Ende es de pine boven den ellenboge. so salmen enen [835] brant setten cruus wijs boven den ellenboge. Ende es die artetike int been so salmen .1. cauterie maken onder dat knie buten of binnen ¶ Men sal weten datmen die materie sal setten so men [840] naest mach onder dongemac om die materie met te treckene nederwert. Ende men sal altoos die materie ierst purgieren eer dat men plaestren of zalve buten leget op dongemac ¶ Galienus seit dat haer dyete [845] sal siin subtijl. alse kiekine. jonge hoendren. limogien. lammeren vleesch van geyten Ende drinken witten wijn claer &de niet te starc &de eten suver tarwen broot |
[15] Artetica is een ziekte die men jicht noemt en ook noemt men het fledercijn. En ook noemt men het gescot omdat het van het ene lid in het andere schiet en omdat het graag in de gewrichten van de hand en van de voeten komt, dan noemt men het artecke. Als deze ziekte in de hand is dan noemt men het cyrogra. En als het in de voeten is dan noemt men het podagra. Gewoonlijk noemt men het jicht of reuma. Deze ziekte is er in 2 soorten, heet en koud. Dat van hitte komt is er ook in 2 soorten, van gal en van bloed. Dat van koude komt is er ook in 2 soorten, van fluimen en van melancholie. Jicht komt in zenuwen en in aderen en in gewrichten als ze vol zijn en vloeien van overtollige levenssappen. Komt jicht van overtollig bloed dan is de urine rood en dik, de pols slaat snel en vol en is wat zoet of zacht en de zieke is rood in het aanzicht. De beste medicijn die men hiertegen doen kan is de ader te laten en leg daarna een pleister op die plaats. Neem bilzekruid, nachtschade, donderbaard, papaverbladeren en dit zal men stampen en mengen in gerstemeel en wat wierook om het lichaam te beschermen tegen de vloeiende levenssappen. En komt jicht van hete gal dan is de urine rood of geelrood, de pols is dik en hard. Die zal de materie rijpen en purgeren met medicijnen die gal purgeren. En daarna zal men pleisters leggen van die dat hiervoor staat. Of men zal zalf van maken, van bilzekruid, van nachtschade, van donderbaard, van papaverbladeren en was en 1 deel wierook en mastiek en [68] hiermee zal men de plaats besmeren. Een andere; neem mastiek en opium, van elk 1 ons, deze zal men verpoederen en neem dan 1 pond bilzekruid en papaverbladeren, mastiek en nachtschade en scheerling en sla en dit zal men koken in varkensvet en daarna door een kleed duwen en daarna zal men dat poeder erin mengen en daarmee zalven. En men zal baden van maken zouten die verkwikken. En komt de jicht van koude fluimen dan is de urine wit, dik en troebel. Men zal de materie in het begin rijpen en daarna purgeren met medicijnen die fluimen purgeren. En als de materie gepurgeerd is dan zal men de materie hanteren met dingen die daartoe behoren. En komt het van melancholie dan zal men de materie rijpen en daarna purgeren met medicijnen die melancholie purgeren. Nu zal u horen van de geneesmiddelen die buiten op koude jicht gebruikt worden, beide van pleisters en van zalven. Men zal weten dat de dokters zeggen dat als men de plaats van buiten bepleisterd of besmeert dat de levensssappen er naartoe trekken zullen en de pijn en de zweren zullen vermeerderen. Is de pijn gerijpt van binnen en daarna gepurgeerd, dat is het beste. Men zal Euphorbia, peterselie en mosterdzaad nemen, van elk 1 ons en het goed tot poeder stampen. En daarna zal men nemen; salvia, ruit, scheerling en averone, van elk 2 ons en dan zal men dat stampen en er sterke wijn bij doen en varkensvet en kook het en dan zal men er wat was in doen en die verpoederen als gezegd is en bevergeil, goed verpoedert, en men zal het door een doek persen. Dit is een goede zalf op verkouden leden of op zenuwen. En agrippa is ook goed gesmeerd en zo is ook marciatom en aragon, dit zijn alle 3 hete zalven. Olie van [69] laurierbes is ook goed en ceronum, dat is een pleister die op 1 lid gelegd wordt. Ongebluste kalk gestampt met varkensvet is ook goed. Dit is ook goed; neem oude urine en giet het in een pot en leg het er een deksel op met een gat en steek daarin 1 pijp die zeer helt die van koper is of van lood en zet de pot op het vuur en ontvang dat door die pijp komt. En dat zal men 3 maal door die pijp laten lopen en weer in de pot gieten en op die manier aldus 3 maal distelleren, met dit water zal men de kwaal bestrijken. En op deze manier noemt men het levend water. En mogen deze dingen niet helpen dan zal men cauterisatie of brand maken. Is de jicht in de hand dan zal men een brand maken voor dat lid van de hand. En is de pijn boven de ellenboog dan zal men een brand zetten kruisvormig boven de elleboog. En is de jicht in het been dan zal men 1 cauterisatie maken onder die knie, buiten of binnen. Men zal weten dat men die cauterisatie zo dicht als men kan onder het ongemak zal zetten om de materie mee naar beneden te trekken. En men zal altijd de materie eerst purgeren eer dat men pleisters of zalven buiten op het ongemak legt. Galenus zegt dat hun dieet dun zal zijn zoals kuikens, jonge hoenderen, fazant, lammeren en vlees van geiten. En drinken heldere en niet te sterke witte wijn en eten zuiver tarwebrood. |
Artetica, fledercijn of gescot, komt voort of van hitte of van koude en wordt veroorzaakt door een van de vier levenssappen.
1] van hitte komt het van;
a) overtollig bloed in de zenuwen, aderen en slagaderen.
Kenmerken; urine rood en dik.
Polsslag vlug en zacht.
Aangezicht rood.
Medicatie; aderlaten en daarna een pleister van bepaalde kruiden op de pijnlijke plaats leggen.
B] gal.
Kenmerken; urine rood of geelrood.
Pols dik en hard.
Medicatie; medicijnen die gal purgeren.
Pleister zoals voorgaande of insmeren met zalf, samengesteld uit nagenoeg dezelfde ingrediënten;
Verkwikkende baden.
1] van koude komt het van;
a) flegma
Kenmerk; urine wit, dik en troebel.
Medicatie; medicijnen die flegma laten rijpen en purgeren.
b) zwarte gal.
Medicatie; medicijnen die zwarte gal laten rijpen en purgeren.
Voor deze beide laatste worden dan nog voorschriften gegeven van uitwendige toepassing; pleisters en zalven, waarvan een typische, nl. destillatie van oude urine tot levend water.
Helpt dit alles niet, dan zal men cauteriseren.
Als dieet wordt aanbevolen; licht voedsel zoals kuikens, jonge hoentjes, fazant, lammerenvlees, geiten vlees, lichte wijn en zuiver tarwebrood.
[16] Idrops es water. &de een man die dwater [850] in heeft heet ydropicus. Het siin .4. manieren van watere. want water comt bi der cracht vander onverteerlijcheit vander leveren ende doet die levere swillen. Dese onverterlijcheit comt in die levere van ontempertheiden van hitten [855] of van couden. In die levere onverterlijcheit die van hitten comt bringet in .2. manieren van watere. dene heet men alciten. dandere timpaniten ¶ Alciten dat comt van bloede &de heeft meer waters dan winds. &de alse [860] men slaet opten lichame. so ludet alse een barizeel dat van ledre ware &de dat half vol winds ware. &de daerna hevet sinen name alciten dats .1. barizeel in latine ¶ Timpaniten es .1. water dat van coleren [865] comt. &de hevet meer winds dan waters. ende als men opten lichame slaet so ludet alse .1. tambure &de het heeft sinen name daerna In dese .2. watere tonet haer die orine root die buuc es geswollen entie handen &de [870] die armen entie been. Dese en mogen niet genesen. men salse jugieren over doot oec es haer ansichte mager ¶ Noch siin .2. watere van ontemperden coude in die levere deen heetmen leucofleumancia. &de dander [875] yposarca. Leucofleumancia es een water dat van fleumen comt &de heeft meer waters dan winds ¶ Dit siin die tekene die orine es wit. &de al die lichame es geswollen. &de alse men den vinger daer in stect [880] so blijfter in enen putte. &de als die vinger af es. so comt hi weder te hem selven ¶ Haer dyete sal siin heet &de droge. alse hoendren. kiekinen. lammeren vleesch met persine gesoden met comine met pepere. &de hi [885] sal drinken witten wiin &de claer. &de hi sal eten suver tarwen broot van gruse &de wel gebacken. &de haselnoten. amandelen. maer gesouten vleesch no visce en sal hi niet eten. want hem soude dorsten ¶ Hi sal drin- [890] ken pusoene dus gemaect. Nemt die wortelen van venkele. van apien &de van persine enti zaden. ende nemt speragus. daucus creticus. bolle saet. genivere. anijs. sent ians cruut. clavere. Dit suldi stoten &de zie- [895] den met wine. &de gevent drinken. dit doet ripen die materie. Ende daer na suldine purgieren van den humoren van fleumen. In den dranc suldi doen brem saet. &de dit sal hi drinken .8. dage of tote die materie ripe [900] si. Ende wert hi dunne na der purgacien. so geeft hem heete latuwarien. alse dyalacca. dyareuberbarum ¶ Men sal oec den zieken stoven aldus. Nemt die bladere van vliedere. van adeke. dese suldi stoten ende [905] sieden in wine &de in borne. dit siin die beste cruden in te badene. Hier na sal men bade maken van gesoutenen watere of van zee watere ¶ Yposarca heeft meer winds dan waters tusscen vel ende [910] vleesch. &de het comt van melancolien. &de tgeswel in den lichame es hardere dan van fleumen. Ende dorine es meer gevarwet dan si es in dandere. mer die werken siin beide aleens in dit &de in dandre [915] ¶ In beide dese watere es goet looc. enioen. poret looc. peper. kersse. bevenelle. Some die lieden willen hebben dwater gesteken dat machmen oec doen |
[70] [16] Hydrops is water en een man die het water laadt heet Hydropicus. Er zijn 4 soorten van water want water komt vanwege de kracht van de onverteerbaarheid van de lever en laat de lever zwellen. Deze onverteerbaarheid komt in de lever van onjuiste verhouding van hitte of van koude. De onverteerbaarheid in de lever die van hitte komt brengt 2 soorten van water in, de ene noemt men alciten en de andere timpaniten. Alciten dat komt van bloed en heeft meer water dan wind en als men op het lichaam slaat dan klinkt het als een leren wijnzak die half vol wind is en daarnaar heeft het zijn naam alciten, dat is wijnzak in het Latijn. Timpaniten is een water dat van gal komt en heeft meer wind dan water en als men op het lichaam slaat dan klinkt het als een tamboer [trommel] en het heeft zijn naam daarnaar. In deze 2 waters toont de urine zich rood, de buik en de handen en de armen en de benen zijn gezwollen. Die kunnen niet genezen, men zal ze berichten over de dood en ook is hun aangezicht mager. Noch zijn er 2 waters van ongetemperde koude in de lever, de ene noemt men leucofleumancia en de andere hyposarca. Leucofleumancia is een water dat van fluimen komt en heeft meer water dan wind. Dit zijn de tekens; de urine is wit en het hele lichaam is gezwollen en als men de vinger erin steekt dan blijft er een put in staan en als de vinger er af is dan komt hij weer tot zichzelf. Hun dieet zal heet en droog zijn zoals hoenderen, kuikens, lamsvlees met peterselie en gekookt met komijn en peper en hij zal witte heldere wijn drinken en hij zal [71] zuiver gebuild tarwebrood eten en goed gebakken en hazelnoten en amandelen, maar gezouten vlees of vis zal hij niet eten want dat zou hem dorstig maken. Hij zal een drankje drinken dat aldus gemaakt wordt; neem de wortels van venkel, van Apium en van peterselie en de zaden en neem asperge, Daucus creticus, papaverzaad, jenever, anijs, St. Janskruid en klaver. Dit zal ge stampen en met wijn koken en geef het te drinken, dit laat de materie rijpen. En daarna zal ge hem purgeren van de levensssappen van fluimen. In de drank zal ge bremzaad doen en dit zal hij 8 dagen drinken of tot de materie rijp is. En wordt hij dun na de purgatieven geef hem dan hete likkepot zoals sap van lak (Phytolacca) of sap van rababar. Men zal ook de zieke aldus stoven; Neem de bladeren van vlier en van kruidvlier en die zal je stampen en in wijn en in bronwater koken, dit zijn de beste kruiden om in te baden. Hierna zal men bad maken van gezouten water of van zeewater. Hyposarca heeft meer wind dan water tussen vel en vlees en het komt van melancholie, het gezwel in het lichaam is hardere dan van fluimen. En de urine is meer gekleurd dan ze is in de andere, maar de geneeswijzen zijn gelijk in deze en de andere. In beide deze waters is het goed knoflook, ui, prei, peper, kers en bevernel. Sommige lieden willen het water afgetapt hebben, dat mag men ook doen. |
Hydropsie wordt aan de lever geweten en kan veroorzaakt zijn door onjuiste verhouding tussen hitte en koude.
1] Van hitte.
A) Alciten [ascites, buikwaterzucht] komt uit het bloed, heeft meer water dan wind; slaat men op het lichaam dan klinkt het alsof men op een halflege leren wijnzak zou slaan, vandaar de naam [άσχός; leren wijnzak, waarom de schrijver of kopiist het steeds heeft over alciten is me niet duidelijk]
B) Timpaniten [tympanites, opgeblazen buik] komt van de gal; heeft meer wind dan water; slaat men op het lichaam klinkt het alsof men op een trommel slaat.
In beide gevallen is de urine rood; buik, handen, armen en benen zijn gezwollen. Deze ziekten zijn ongeneeslijk.
1] Van koude.
A] Leucofleumancia [leucophlegmasia, gegeneraliseerd oedeem; ‘de witte zugt, slym-zucht/ongendaantheid; Blankaart en Herbarius in Dyetsche zeggen; ‘Leucolofleumencia dats die watersucht van witte flumen die alt lichaem doer verspraeyt komt van het flegma’; heeft meer water dan wind. De urine is wit en heel het lichaam staat gezwollen, een vingerdruk maakt een put.
Dieet; heet en droog, t.t.z. kuikens, lammerenvlees gekookt met peterselie, komijn en peper; witte wijn, tarwebrood, hazelnoten, amandelen.
Verboden; vlees en vis.
Medicatie; zachte drank met kruiden; verwarmende likkepotten; hete baden, eerst in gekruid water, daarna in zout water.
B] Yposarca [hyposarca, anasarca, ‘‘t Lyfwater, tusschen vel en vlees liggende water/leden-zugt’] komt van de zwarte gal, heeft meer wind dan water tussen vel en vlees. De urine is donker gekleurd.
Dieet en medicatie zoals bij leucofleumancia.
Indien de zieke zelfs zulks verlangt mag het water afgetapt worden.
[17] Elefancia es ene ziecheit die men [920] scelt lazerie. &de comt van vorten bloede. Ende dbloet heeft ontfaen vortheide vanden vortten voetsele daer de mensce bi levet. of dat hi geten heeft. Alle manieren van lazerien es dbegin van vorten [925] humoren van melancolien ¶ Lazerie es van .4. manieren overmits den derden humore dat es geminct met melancolien binnen adren. Dierste specie es van den bloede van melancolien. &de men sceldet ele- [930] fancia. naer .1. beeste diemen heet olifant. &de hi es meere dan andre dieren &de dese ziecheit es leliker te siene dan die andre. Dandere maniere van melancolien es geminct met fleumen &de heet tyria. [935] Die .3. specie es geminct met melancolien &de met bloede. &de es geheten alepicia. Die .4. specie es geminct met coleren ¶ Elefancia ende tyria die comen van grover materien entie werken in die .2. ongemanier- [940] like aleens. Dit siin die tekenen. die orine es wit met vele faucis &de claer Ende in tyria es dorine dickere entie huut es grover &de geberkelt. Dat van coleren comt es van bloede. Ende eist van couder ma- [945] terien het en heeft die ogen niet so root entie wintbrauwen vallen. &de haer vleesch es vet. &de giet men water optie huut sine wert niet nat. alse of si gesmeert ware met olien. &nde in die been gevoelt [950] men ofter mieren in cropen. &de of si oec niet en gevoelden. so siin si somegen lieden ontslapen. Ende some joocsel met dropen &de some joocsel sonder drope. Ende some hebben si roven ane die been entie en ge- [955] nesen niet ¶ Ende wet dat men meest die tekenen verstaen mach int ansichte &de an handen &de an voeten. &de an die dyen &de ane de been. wat haer huut es gelsterachtech &de spreken dor haren nese. Ende [960] si gevoelen onder die huut ketelinge &de hen dunct dat hen die zenewen roeren onder die huut. &de haer nagelen siin bleec Ende gietmen water optie huut het es stappans droge. &de si spreken alse of si [965] heesch waren. Haer adem stinct &de haer vleesch &de haer huut stinct. &de haer sweet stinct. Ende haer vleesch tusscen den vingeren en es niet alse gesonden lieden. Ende al bernt mense met enen ysere sine sou- [970] dent niet gevoelen alse gesonde lieden ¶ Daerbi seget albucasis dat haer lichame ontslapen es &de ongevoelijc. &de luttel tranen lopen uut haren ogen. &de si siin nidech entie haere die in haer wintbrauwen staen [975] siin cleine &de verdeluwet. &de si werden licht gram. Sulden hebben si den corts. ende hadden sine het ware hen goet. want het ware hen die beste medicine die hebben mochten. mer die corts en mach [980] in hen niet lange duren. Si begeren vele te goyene &de verhitten zere in goyene &de cranken zere daer af ¶ Men salse laten ter adren &de dwaen haer bloet met borne het sal blicken vleesch. haer stemme [985] verwandelt grof &de si spreken droge ende si siin trage &de swaer. ende hen dunct dat hen haer lede ontvallen ¶ Dit sal siin haer dyete. Si selen eten jonge kiekene. limogien. pertricen. jonge duven &de des ge- [990] like. Men salse wachten van alre spisen die melancolie voeden. &de van allen vogelen die in staenden watere of in broeken wonen. ende van erweten van bonen van pepere. van enioene. van loke ¶ Cin- [995] gle of zetere openbaren hen gerne in desen lieden. Ende vest in hen zeter of cingle. die stede blijft sonder haer. op dat in steden van hare si. &de al waster haer in si bliven cleine ¶ Es die cingle of zeter [1000] groet &de het vele bevangen heeft van den leden &de het lange geduert heeft. ende also breet als ene palme of meer. een root ansichte &de opgeblasen. dat seit galyenus trect hen ter laserien wert. Ende [1005] drope al den lichame dore of in ene stede. es droge die drope. het es een geslachte van lazerien. Die zieke sal eten .2. werf des dages seit galienus. &de enewerf ware te luttel. Ende men moet scuwen te [1010] vrouch tetene of te spade ¶ Lazerie die van bloede comt. so hulpt meest laten ter adren. Dit siin die tekene. Die orine es root &de vet. dansichte root &de al die lichame es rootachtech. Ende [1015] al die werken vander lazerien siin eens sonder dbloet laten dat hulpt meest in die specie vanden bloede. Hoe dat men dese materie ripen sal &de andre humoren &de purgieren. dat sal men hier- [1020] na horen ¶ Dit siin die werke van buten. Nemt enen linen doec &de nettenne in aysine &e in dien doec suldi wijnsteen winden. &de legten onder vierege asscen &de doeter op levende colen. dit suldi laten liggen ene [1025] wile. &de derna suldi dien wijnsteen leggen in .1. glasen vat .3. dage &de dan drinke Dit suldi steken optie stede of opt rode ansichte tote dat die stede begint te scorne die rootheit. Es die stede [1030] root &de niet scoren en wille. so suldi sniden die stede cruuswijs met enen scerse dor die huut. &de dan suldire op leggen die vorseide zalve so dat etter geeft. &de houdet suver ende open. Ende eist [1035] te doene men saelt dwingen metter hant om dat te bat siin etter uut soude senden ¶ Een ander. Nemt comijn een deel &de cantarides de .2. deel. dat suldi wel pulveren &de mingent met wit van den eye. dit esser [1040] goet op. want het doet af gaen die rootheit of die rode huut vanden vlesce Ende dan suldi die huut wel doen dragen omme die lazerie uut te doen dragene Ende als detter wel uut getrocken es. so [1045] suldi die stede doen huden hier met. ¶ Ghi sult wel pulveren. wierooc. mastic &de temperent met wederen smoute &de leggent daer op. dit doet wel huden ¶ Een ander Nemt wierooc &de wormmele van eykenen [1050] houte &de wit van den eye &de minget te gadere ende legget daer op. dit doet de huut wassen. Ende wit van spaengien doet oec huden Unguentum fuscum doet oec huden &de wel vleesch wassen ¶ Ende swillet dansichte [1055] vander plaestren entie huut doet scoren van den humoren die derwert trecken. so nemt galle &de wierooc &de pulveret wel met wit van den eye &de doeter toe gersten meel. dit suldi daer op leggen. Ende alse men wille die o- [1060] bescermen datsi niet en swillen so nemt mastic &de wierooc. wit van spaengien. dit pulvert ende minct met wit van den eye. Dit bescermt dogen van swillene Wet dat die witte zalve oec goet [1065] es met te dwingene geswil vanden ansichte ¶ Ende wilmen al dat ansichte bedwingen. men tempre fiinoleam met aysine. dats aerde die comt uut spaengien dit suldi plaestren .2. werf sdages [1070] ¶ Ende siin in den zieken noch quade toevalle so dat tanscijn root es. &de dat die wintbrauwen vallen entie nese bestopt es. &de haer stemme heesch es &de si dan gevoelen ioocsel in den lichame &de meest in die [1075] been. Ende in somen die qualike gevoelen de haer leden ontslapen siin. Men salse bloet laten tusscen die brade vanden bene enter hyelen. Dits goet iegen root ansichte ¶ Musen stronte geminct met zeme [1080] doet haer wassen in die wintbrauwen Gebernde byen geminct met zeme doet tselve. Ende so doet oec lapdanum geminget met zeme &de met aysine ¶ Ende es die nese opgeblasen of bestopt dat van bloe- [1085] de of van fleumen comt. of van viscoser fleumen. dat die lichame alse bestopt es. of die nese sonderlinge. Men sal mingen muskeliaet met bevercullen &de maken pillulen alse bonen. entie in den nese steken [1090] ¶ Grove stemme &de heesce die van lazerien comt die en mach niet genesen. Nochtan salmen leggen onder die tonge dyadragantum Een ander. Nemt lijn saet. peniden. amandelen. eppe saet. semen citrulli. cucurbite [1095] elx .2. dr. gomme van arabien. ricolissie. elcs .1. dr. dit suldi temperen metten zope van poret loke. &de maecter af pillulen entie houden onder die tonge ¶ Ende iegen die joocte vindi zalven gnouch daer men van dropen [1100] sprect van alden lichame. Nochtan siin goet gedwegen voeten &de handen in borne daer sulfer in gesoden es ¶ Ende wet oec die ontslapen siin. cume of nemmermeer mogen si genesen daer af. Nochtan suldise [1105] smeren met arragon of marciatom. of olie van bayen &de met bernden watere. of met olium benedictum &de des gelike die heet siin. Men moet den zieken wachten van voet couden. &de men moet hem maken lammeren vellen ane te doene |
Elefancia is een ziekte die men melaatsheid noemt en komt van verrot bloed. En het bloed heeft verrotting ontvangen van verrot voedsel daar de mens van leeft of dat hij gegeten heeft. Alle soorten van huidziekte beginnen van verrotte humoren van melancholie. Huidziekten zijn er in 4 soorten vanwege het derde levenssap die gemengd is met melancholie binnen de aderen. De eerste soort is van het bloed van melancholie en men noemt het elefancia naar een beest die men olifant noemt en die is groter dan andere dieren en deze ziekte is lelijker om te zien dan de andere. De andere soort van melancholie is gemengd met fluimen en heet tyria. Die 3de soort is gemengd met melancholie en met bloed en heet alepicia. De 4de soort is gemengd met gal. Elefancia en tyria komen van grove materiën en die werken in die 2 kwalen gelijk. Dit zijn de tekens; de urine is wit met veel schuim en helder. En in tyria is de urine dikker en de huid is grover en gekloven. Dat van gal komt is van bloed. En is het van koudere materiën en heeft de ogen niet zo rood en de wenkbrauwen vallen en hun vlees is vet en giet men water op de huid dan wordt het niet nat alsof het besmeerd is met olie en in de benen voelt men of er mieren in kruipen en als ze het soms niet voelen dan zijn sommige leden in slaap. En soms jeuk en vlekken [huidziekte] en soms jeuk zonder vlekken. En soms hebben ze roven aan de benen en die genezen [73] niet. En weet dat men meest die tekenen verstaan mag in het aanzicht en aan handen en aan voeten en aan de dijen en aan de benen, want hun huid is vettig stinkend en ze spreken door hun neus. En ze voelen onder de huid kriebeling en ze denken dat de zenuwen zich roeren onder de huid en hun nagels zijn bleek. En giet men water op de huid, het is direct droog en ze spreken alsof ze hees waren. Hun adem stinkt en hun vlees en hun huid stinkt en hun zweet stinkt. En hun vlees tussen de vingers is niet zoals bij gezonde lieden. En al brandt men ze met ijzer, ze zouden het niet voelen zoals bij gezonde lieden. Daarbij zegt Albucasis dat hun lichaam slaapt is en ongevoelig en weinig tranen lopen uit hun ogen en ze zijn nijdig en de haren die in hun wenkbrauwen staan zijn klein en verflenst en ze worden gauw gram. Zelden hebben ze koorts en hadden ze het, het was goed voor hen want het is voor hen de beste medicijn die ze hebben mochten, maar de koorts blijft niet lang bij hen. Ze begeren veel gemeenschap en verhitten zeer in gemeenschap en verzwakken er zeer van. Men zal ze aderlaten en hun bloed wassen met bronwater, het zal vlees lijken, hun stem verandert naar grof en ze spreken droog en ze zijn traag en zwaar en ze denken dat al hun leden ontvallen. Dit zal hun dieet zijn. Ze zullen jonge kuikens eten, fazanten, patrijzen, jonge duiven en dergelijke. Men zal ze wachten van allerhande spijzen die melancholie voeden en van alle vogels die in staande wateren of in broekachtige plaatsen [74] wonen en van erwten, van bonen, van peper, van ui en knoflook. Cingle of schurft openbaart zich graag in deze lieden. En vestigt in hen schurft of huidziekte, die plaats blijft zonder haar dat in plaats van haar is en al groeit er haar in, die blijft klein. Is de schurft of huidziekte groot en heeft het veel van de leden bevangen en het heeft lang geduurd en zo breed als een palm of meer en een rood aanzicht en opgeblazen, dat zegt Galenus, het trekt dan naar melaatsheid. En de vlekken het hele lichaam door of in een plaats en als die vlek droog is, het is een soort van melaatsheid. De zieke zal 2 maal per dag eten, zegt Galenus, en 1 maal is te kort. En men moet schuwen te vroeg te eten of te laat. Huidziekte die van bloed komt, dan helpt het meest ader laten. Dit zijn de tekens; de urine is rood en vet, het aanzicht rood en het hele lichaam is roodachtig. En alle geneeswijzen van de huidziekte zijn gelijk uitgezonderd het bloed te laten, dat helpt het meest in die soort van het bloed. Hoe dat men deze materie en andere levenssappen rijpen zal en purgeren, dat zal men hierna horen. Dit zijn die geneeswijzen van buiten; neem een linnen doek en nat het in azijn en in die doek zal ge wijnsteen winden en leg het onder vurige as en doe er brandende kolen op, dit zal ge een tijdje laten liggen en daarna zal ge de wijnsteen 3 dagen in een glazen vat leggen en dan drink het. Dit zal ge op de plaats of op het rode aanzicht steken totdat op die plaats de roodheid begint open te breken. Is die plaats rood en wil het niet openbreken dan zal ge die plaats kruisgewijs snijden met een schaar [75] door de huid en dan zal ge er de voor vermelde zalf op leggen zodat de etter geeft en houdt het zuiver en open. En is het te doen, men zal het met de hand dwingen omdat het beter zijn etter uit zal uitzenden. Een andere; neem een deel komijn en Spaanse vlieg een 2de deel, dat zal ge goed verpoederen en meng het met het witte van een ei, dit is er goed op want het laat de roodheid weggaan of de rode huid van het vlees. En dan zal ge die huid goed laten dragen om die huidziekte uit te laten komen. En als de etter goed uitgetrokken is dan zal ge op die plaats huid laten groeien en hiermee. Ge zal goed verpoederen, wierook, mastiek en temper het met geitenvet en leg het erop, dit laat de huid goed groeien. Een andere; neem wierook en wormmeel van eikenhout en het wit van een ei en meng het tezamen en leg het erop, dit laat de huid groeien. En Spaans wit laat ook huid groeien. Unguentum fuscum (bruinachtige zalf) laat ook huid en vlees groeien. En zwelt het aanzicht op van de pleister en laat de huid scheuren van de levenssappen die daar naartoe trekken, neem dan gal en wierook en verpoeder het goed met het wit van een ei en doe er gerstemeel bij, dit zal ge daarop leggen. En als men de ogen goed wil beschermen zodat ze niet opzwellen, neem dan mastiek, wierook en Spaans wit, dit verpoederen en mengen met het wit van een ei. Dit beschermt de ogen van opzwellen. Weet dat de witte zalf ook goed is met het bedwingen van het gezwel van het aanzicht. En wil men dat hele aanzicht bedwingen, men tempert fiinoleam met azijn, dat is aarde die uit Spanje komt, en dit zal ge 2 maal per dag pleisteren. En zijn er in de zieke noch kwade ziekelijke aandoeningen [76] zodat het aanschijn rood is en dat de wenkbrauwen vallen en de neus verstopt is en zijn stem hees en ze dan jeuk in het lichaam voelen en het meest in de benen en in sommigen die weinig gevoel hebben en hun leden dood zijn; men zal ze bloed laten tussen de kuiten van de benen en de hielen. Dit is goed tegen een rood aanzicht. Mussenstront gemengd met honing laat haar groeien in de wenkbrauwen. Gebrande bijen gemengd met honing doet hetzelfde. En zo doet ook laudanum gemengd met honing en met azijn. En is de neus opgeblazen of verstopt dat van bloed of van fluimen komt of van viskeuze fluimen, dat de loop ook verstopt is en de neus vooral. Men zal muskus mengen met bevergeil en pillen maken zoals bonen en die in de neus steken. Grove en hese stem die van huidziekte komt die kan niet genezen. Nochtans zal men onder de tong sap van Tragacantha leggen. Een andere; neem lijnzaad, kristalsuiker, amandelen, eppe zaad, zaden van Citrullus en kauwoerde, van elk 2 drachme, gom van Arabië en zoethout, van elk 1 drachme, dit zal ge temperen met het sap van prei en maak er pillen van en die onder de tong houden. En tegen de jeuk vindt u zalven genoeg waar men van druppels spreekt van het hele lichaam. Nochtans is het goed om voeten en handen te wassen in bronwater waar zwavel in gekookt is. En weet ook die dood zijn, zelden of nooit kunnen ze ervan genezen. Nochtans zal ge ze besmeren met arragon of marciatom of olie van laurierbes en met brandend water [zeepsop of gedistilleerd water] of met olie van Carduus benedictus en dergelijke die heet zijn. Men moet de zieken wachten [77] van voetkoude en men moet voor hem lamsvellen maken om aan te doen. |
970; Albucasis, Arabisch geneesheer uit de 10de-11de eeuw, vooral beroemd door zijn beschrijving van chirurgische instrumenten.
Elefancia [elefantiasis, elephantisis] vulgo lazerie. Lazerie is een huidziekte die niets met melaatsheid volgens de huidige begrippen van doen heeft. Herbarius in Dyetsche noemt iemand die lazers is ‘lasarus van verbart bloet’, Deze en andere huidaandoeningen uit de oude geneeskunde zijn steeds zeer verwarrend en moeilijk te identificeren. [het lijkt wel een ziekte die uit moederkoren ontstaan is]
Alle ‘lazerie’ spruit voort uit rotte zwarte gal. Er bestaan verschillende soorten al naar gelang de menging van rotte zwarte gal met een der andere levenssappen.
1. Zwarte gal alleen; elefancia, aldus genaamd naar de olifant omdat die groter is dan andere dieren en omdat deze ziekte afschuwelijk is om te zien. Volgens Thomas Scellinck in zijn ‘derden boec capmXII vander laserien die cuere daer af’is de etymologie alsdus te verkalren; ‘olefancia na een dier dat heit olifant ende het es dat alrestercste dier dat men vint. Ende alsoe is dit onghemac’. Elefantiase of olifantsziekte veroorzaakt bij sommigen overmatige zwelling in de armen of benen.
2. Zwarte gal + flegma; tyria [tyriasis]. Volgens Scellinck komt de naam ‘na een serpent ende es gheheeten tijrus. Ende dat serpent doet dicke siin sluiif [vel] af alsoe doet die sieke hem scellet dicke siin huiit ende siin wiinbrauwen vallen uut ende hi stinct herde seer’.
3. Zwarte gal + gal. De specifieke naam wordt niet gegeven, doch Scellinck noemt deze Leoninana [leontiasis leprosa] , na eenen leeuwe omdat hij is anxteliic [angstwekkend] ende ranpende [steigerend].
4. Zwarte gal + bloed; alepicia. Scellinck noemt deze ‘allopicia na den wolf allopes dat siin wolven’.
Dieet en medicatie, vooral uitwendige, worden breedvoerig behandeld.
[18] Morfea es ene smette die comt in die huut. &de si comt van vorten voetsele ende daer die plecke staet in de huut dat es lazerie int vleesch. Some die plec- [1115] ken siin wit. some root ende some siin si swert. Die swerte plecken comen van melancolien. entie witten comen van fleumen entie genesen node. Ende die rode comt van bloede of van coleren. &de mogen si ge0 [1120] nesen dat machmen dus proeven. Men steke .1. naelde in de huut vander plecken ende comter bloet ute so mogen si genesen &de gaeter water uut. so en mogen si niet genesen. Ende wet dat men in die witte [1025] plecken die materie sal ripen &de derna purgieren ¶ Comt die rode plecke van bloede dit siin die tekenen. die orine es root. ende alse die lichame gelijc root es. so suldine dicken doen laten [1130] ter adren. of het en verbiedet die crancheit van den lichame. of die outheit. of die tijt vanden iare. Hier na nemt die wortele van affodillus &de van meeden &de tarwen gruus. dit suldi stoten &de derna laten staen [1135] .3. dage in starken aysine. ende .4. dage suldire wel met wriven die plecken opwert &de nederwert so dattie stede wel root wert. hier na suldi geven dingen die bloet purgieren ¶ Comt die materie van [1140] coleren. so es die stede gelu. so salmen die materie ripen &de daerna purgieren. &de derna den zieken stoven met enen potte &de met .1. pipen. Ghi sult nemen dese cruden. alsene. averone. lange perteke. Ellecampa- [1145] na. Dese cruden doet sieden in enen pot opt vier. ende laet den doem slaen in die cupe dat de zieke wel swete. hier na salmen optie stede venteuse bussen setten die dat quade bloet trecken selen [1150] ¶ Wet dat men den zieken wachten moet van allen scarpen dingen. alse peper. mosstaert. looc. &de van alre gecorumperder spisen. &de van allen vogelen die wonen in broeken ¶ Dit siin werken van buten [1155] men sal pulveren aloe &de mingen met zeme &de dat suldi smeren op morfea dat nuwe es dat geneest. Wet dat zere hulpt dicken venteusen geset. &de dicken gedwegen met logen gemaect van weed- [1160] asscen dat hulpt zere. ende oec in zeteren &de in cingulen. Ende pulver gemaect van cristale ende van ciceren hulpt oec zere ja getempert met sope van ouden rapen. ende daer met tseer bestreken es goet in allen plec- [1165] ken &de iegen alrehande drope ¶ Es die materie van fleumen. men salse ripen. &de purgieren alden lichame. Een ander. Nem sop van spatula fetida. dats goet iegen morfea zeter. cingle. &de iegen malum mortum ende [1170] joocsel &de iegen drope ¶ Een ander men sal leggen ruptorien die de huut selen scoren &de derna besmeren met ungwentum citrinum ¶ Een ander. Nemt ungwentum fuscum. citrinum. &de album. Dese .3. zalven seldi te gadere [1175] mingen met opermente &de wit aluun &de pulver van stafisagria &de daer met besmeren ¶ Een ander men sal sulfer wel wriven met starken edeke &de dat salmen laten staen .3. dage enten .4. dage salmen die huut lange [1180] smeren iegen die zonne tote dat bloet blict. of tote dat wel root wert |
[18] Morfea is een smet die in de huid komt en ze komt van verrot voedsel en waar de plek in de huid staat, dat is huidziekte in het vlees. Sommige plekken zijn wit, sommige rood en sommige zijn zwart. De zwarte plekken komen van melancholie en de witte komen van fluimen en die genezen slecht. En de rode komt van bloed of van gal en mogen ze genezen, dat kan men aldus proberen; men steekt een naald in de huid van de plek en komt er bloed uit dan mogen ze genezen en gaat er water uit, dan kunnen ze niet genezen. En weet dat men in de witte plekken de materie zal rijpen en daarna purgeren. Komt de rode plek van bloed, dit zijn de tekens; de urine is rood en als de loop gelijk rood is dan zal ge hem vaak aderlaten of het betekent de zwakte van het lichaam of de ouderdom of de tijd van het jaar. Neem hierna de wortels van affodil en van meekrap en tarwegruis, dit zal ge stampen en daarna 3 dagen in sterke azijn laten staan en 4 dagen zal ge er de plek naar boven en naar beneden goed mee wrijven zodat die plaats goed rood wordt, hierna zal ge dingen geven die bloed purgeren. Komt de materie van gal dan is die plaats geel en dan zal men de materie rijpen en daarna purgeren en daarna de zieken stoven met een pot en met een pijp. Ge zal deze kruiden nemen; alsem, averone, lange zuring en alant. [78] Laat deze kruiden in een pot koken op het vuur en laat de damp in de kuip slaan zodat de zieke goed zweet, hierna zal men op die plaats koppen zetten die dat kwade bloed wegtrekken zullen. Weet dat men de zieken wachten moet van alle scherpe dingen zoals peper, mosterd, knoflook en van alle gekruide spijzen en van alle vogels die wonen in broekachtige plaatsen. Dit zijn geneesmiddel voor buiten, men zal aloë verpoederen en het met honing mengen en dat zal ge smeren op morfea dat nieuw is, dat geneest. Weet dat vaak koppen zetten zeer helpt en vaak gewassen met loog dat gemaakt is van meekrapas, dat helpt zeer en ook in schurft en in huidziekte. En poeder gemaakt van kristal en van cicer helpt ook zeer, ja getemperd met sap van Bryonia en daarmee het zeer bestreken is goed in alle plekken en tegen allerhande druppels. Is de materie van fluimen, men zal ze rijpen en het hele lichaam purgeren. Een andere; neem sap van Iris foetidissima, dat is goed tegen morfea, schurft, huidziekte en tegen malum mortum [zie kapittel 23] en jeuk en tegen druppels. Een andere; men zal een bijtend geneesmiddel leggen die de huid zal scheuren en daarna besmeren met unguentum citrinum of citroenzalf. Een andere; neem unguentum fuscum, citrinum en album (witte zalf). Deze 3 zalven zal ge tezamen mengen met arsenicum en wit aluin en poeder van Delpinium staphisiagra en daarmee besmeren. Een andere; men zal zwavel goed wrijven met sterke azijn en dat zal men 3 dagen laten staan en de 4de dag zal men de huid lang besmeren in de zon totdat bloedens toe of totdat het goed rood wordt. |
Morfea [een pigmentanomalie waarbij vlekken op de huid ontstaan] is volgens Herbarius in Dyetsche ‘een pleckinghe die wit of zwert int vel es; en Ortus sanitatis definieert; ‘Morphea dats die quade seericheit inder huyt die der melaetscheyt ghelijck is’.
Volgens het handschrift kunnen de vlekken wit zijn, dan zijn deze veroorzaakt door het flegma en genezen moeilijk; ofwel zijn ze rood, als ze veroorzaakt zijn door het bloed of gal, in het laatste geval kunnen ze zelfs geel zijn; deze zijn te genezen als er bloed uit vloeit wanneer men er met een naald in prikt; komt er water uit dan is de genezing uitgesloten. De vlekken kunnen ook zwart zijn; deze worden veroorzaakt door de zwarte gal. Aldus zijn we weer rond en zijn de 4 levenssappen even aansprakelijk; een theorie die door de schrijver van de Liber Avicenne veel meer nog dan veel andere oudere schrijvers voorgestaan wordt. De meeste schrijvers kennen alleen voor morfea witte en zwarte vlekken.
Verschillende geneeswijzen worden gepreconiseerd; baden, aderlaten, strooipoeder, laat koppen, blaartrekkende middelen en zalven.Sint-Antoniusvuur. (door het eten van brood met moederkoren)
[19] Gutta rosaces. dats een ongemac dat men scelt de rose. &de men hevet oec met puustkinen int ansichte [1185] Men sal mingen met swinen smoute mele van ciceren. &de doeter toe sop van ouden rapen. &de der met des avonts smeren. Ende des morgens wel dwaen met warmen borne der in geminct si crumen van witten brode ¶ [1190] ¶ Een ander men sal mingen versch case met aysine &de dat salmer op striken ¶ Een ander men sal mingen met swinen smoute tsop van langer perteken &de met ruggen mele. ende dat leggen optie puusten ¶ Een ander [1195] doet lood smelten in enen yseren lepel ende roeret met enen stocke vander wedewinden die rode besien draget tote dat dlood al tasscen wert. dan suldi dat wel cleine malen in .1. mortier &de budelent dor enen [1200] budel. ende dat in den mortier blijft men maecht weder opt vier setten &de versmeltent wilt men. &de altoes roeren metten stocke tote hi verbernt tasscen. Ende die asscen suldi houden want si ontfaen cracht vanden lo- [1205] de. &de tstuc van den houde suldi werpen int lood &de verbernt tasscen. Dits goet op puusten. jn cankeren. in fistelen &de op zetere &de in ongemaken ¶ Een ander men sal pulveren borax. peper. met enioenne zope geminct [1210] &de gescuumt zeem. dits goet op swerte puusten &de sproeten die int ansichte risen. ¶ Een ander. men sal wijnsteen winden in een root coolblat &e netten in aysine. &e derna winden in stoppen genet in aysine. &e derna [1215] leggen ene lange wile onder bernende asscen. &e derna salment wringen. of disteleren dor ene pipe. Entie verscheit diere uut comt heet men oleum tartareum &e sijs goet iegen swerte plecken &e iegen [120] sproeten ¶ Dits goet iegen puusten die root siin. Nemt canfer .3. dr. borax .2. dr. &de rode ciceren .4. dr. dese suldi pulveren &de mingen met rouwen zeme. &de maecter af coekelkine &de bestadet. Ende als gise [1225] besegen wilt. so seldire af nemen &de mingent met enioene zope &de met roden zeme dat gescuumt es. &nde hier met salmen dansichte smeren alse men slapen gaet. &de des morgens suldijt dwaen met lauwen borne [1230] &de drogen met enen clede. Dit maect de huut dunne &de doet af die vulheit &de maket dansichte gleinsterende |
[79] [19] Gutta rosaces, dat is een ongemak dat men roos noemt en men heeft het ook met puistjes in het aanzicht. Men zal met varkensvet meel van cicer mengen en doe er sap van de wortel van Bryonia bij en daarmee ‘s avonds smeren. En ‘s morgens goed wassen met warm bronwater waarin kruim van witbrood gemengd is. Een andere; men zal vochtige kaas met azijn mengen en dat zal men er opstrijken. Een andere; men zal met varkensvet het sap van lange zuring mengen en met roggemeel en dat op die puisten leggen. Een ander laat lood smelten in een ijzeren lepel en roert het met een stok van kamperfoelie die rode bessen draagt totdat het lood geheel as wordt, dan zal ge dat goed klein malen in een mortier en zeef het door een zeef en dat in de mortier blijft kan men weer op het vuur zetten en versmelten als men wil en altijd roeren met de stok tot hij verbrandt tot as. En die as zal ge houden want ze ontvangt kracht van het lood en het stuk van het hout zal ge in het lood werpen en verbranden tot as. Dit is goed op puisten, in kanker, in blaren en op huidziekte en in ongemakken. Een andere; men zal borax en peper verpoederen en mengen met uiensap en geschuimde honing, dit is goed op zwarte puisten en sproeten die in het aangezicht komen. Een andere; men zal wijnsteen in een rood koolblad winden en nat maken in azijn en daarna in pluksel winden die genat is in azijn en daarna zal men het een lange tijd onder brandende as leggen en daarna zal men het wringen of distilleren door een pijp. En die vochtigheid die er uit komt noemt men oleum tartareum en dat is goed tegen zwarte plekken en tegen [80] sproeten. Dit is goed tegen rode puisten; neem 3 drachme kamfer, 2 drachme borax en 4 drachme rode cicer, dit zal je verpoederen en mengen met rauwe honing en maak er koekjes van en berg het op. En als ge het gebruiken wilt dan zal ge het er afnemen en het met uiensap mengen en met rode honing dat geschuimd is en hiermee zal men het aanzicht smeren als men slapen gaat en ‘s morgens zal ge wassen met lauw bronwater en drogen met een kleed. Dit maakt de huid dun en laat de volheid afvallen en maakt het aanzicht [glanzend] glinsterend. |
Gutta rosacea vulgo de rose. Er wordt geen beschrijving van de ziekte gegeven. Bedoeld wordt erysipelas, belroos, Sint-Antoniusvuur. [St. Antonius vuur, zie kapittel 17] Herbarius in Dyetsche zegt; ‘Erispille dats een apstonie van vierechtegher coleren’ en Ortus sanitatis; ‘Herispula dat is een rode hittighe lopende seericheyt… dye int lijf lopet van dat een lidt aen dat andere’. ‘Men hevet oec met puustkine int ansichte; Blankaart zegt ‘si occupaverit faciem la Rose au visage dicitur. A. St Anthonis fire’.
Hiertegen werden vooral zalven aangewend waarvoor verschillende recepten worden aangegeven. Een eigenaardigheid is de beschrijving van de oleum tartaricum, verkregen door distillatie van gebrande wijnsteen met azijn.
[20] Serpigo es een ongemac dat men heet zeter &de jnpigo. Ende wet [1235] dat dese .2. ongemake comen van heter materien &de siin bernde &de zere gevarwt Nochtan es tusscen dese .2. ongemake ondersceet. want zeter verwandelt vander ere stat op dandre &de gaet vorwert &de achterwert &de [1240] hi bedruct die stede al omtrent ¶ Single es van grover materien &de en es niet so root gevarwet &de het gaet meer alomme die stede vander ere steden ter andere &de besittet. Dese .2. specien siin vanden geslachte van laserien [145] &de van morfea. en ware dat si comen van couder materien. &de zeter &de single comen van heeter materien die al te heet es. want die stede vanden zetere &de vander singlen es verbernende met ioocsele &de ru ¶ Men sal ierst [1250] doen laten ter adren met .1. vliemen. Ende dien dongemac houdt &de het hem verbaert in vele steden an den lichame en geneest nemmermeer ¶ Dus suldi van buten werken optie stede Gi sult stoten scarpe perteke den wortel [1255] met starken aysine &de dat der op plaesteren Een ander Minget witte zalve &de zepe te gadere dat die zieke niet en wete. dit doet men om te genesene serpigo. &de jnpigo. ¶ Een ander. doet swinen smout. terbentine [1260] quiczilver. &de tsop van scarper perteken tegadere zieden. Dit doet genesen ¶ Men sal oec zieden tsop van scarper perteken met swinen smoute tote dat sop versoden si. dan salment af doen &de doenre in terbentine. Dits goet [1265] jegen zeter. single. morfea. &de dwitte ende tswerte &de trode ¶ Een ander Nem gans smout. apie sop &de ziedet tot dat sop versoden si. dan nemt wit zeem &de mele van wieroke &de minget metten gans smoute &de doeter [1270] in tarwen bloeme .1. luttel. dit salmen mingen. dits sonderlinge goet iegen zeter ¶ Een ander. Nemt scarpe perteke. grisecom. scabiose. dese suldi stoten &de gieter op starken aysiin &de latet also staen .4. dage ende opten .5. dach [1275] doet te viere smout &de doeter in die vorseide cruden. &de doet zieden tote die aysiin versoden si. &de derna perssen dor een cleet. Dit es goede salve iegen drope. &de rudecheit &de op puusten vanden ansichte &de men saelt sme- [1280] ren tilike &de spade. Men saelt dwaen met sape van grisecom. Ende men saelt oec met warmen watere wasscen. Ende men salne wachten van spisen die te vele gesouten si &de van al te heten dingen. want dese maken [1285] swert bloet &de verbernt ¶ Wet dat bussen onder den kin geset hulpen zere iegen puusten int ansichte. Ende men sal ierst die materie ripen. &de derna purgieren met medicinen die verbernt bloet purgieren. Men sal oec sni- [1290] den die adre die tranen brinct ten ogen. ¶ Men sal oec weten dat alle die werken die ten zetere behoren. die behoren ten ansichte. &de iegen lazerie &nde drope &de salsum fleume ¶ Men sal oec nemen ene tange met tween [1295] bladen dorgaet. &de gelauwen tfel &de tfleesch tusscen de tange. ende dor die gate suldi steken ene grote elsene. &de trecken der dore .1. snoer also men doet enen parde. ende dit salmen lange dragen. want hets sonderlinge goet [1300] iegen die ogen. &de iegen puustkine int ansichte &de iegen lasers ansichte. Ende wet dat pusoene gemaect van grisecom van bornagien. van brionien. die siin sonderlinge goet in allen vorten bloede &de verbernt [1305] Men sal altoes drinken van aristologien of tsap van scarper perteken |
[20] Serpigo is een ongemak dat men zeter (schurft) en jupigo noemt. En weet dat deze 2 ongemakken van hete materie komen en brandend en zeer gekleurd zijn. Nochtans is er tussen deze 2 ongemakken verschil, want zeter verandert van de ene plaats naar een andere en gaat voorwaarts en achterwaarts en hij bedrukt de hele plaats daaromtrent. Single is van grovere materie en is niet zo rood gekleurd en het gaat meer alom de plaats van ene plaats naar de andere en neemt ruimte in. Deze 2 soorten zijn van het geslacht van huidziekte en van morfea tenzij dat ze van koudere materiën komen en zeter en single komen van hetere materiën die al te heet is want de plaats van zeter en van single is brandend met jeuk en ruw. Men zal eerst ter ader laten gaan met een vliem. En die het ongemak houdt en het hem in vele plaatsen aan het lichaam verbrandt geneest nimmermeer. Dus zal ge van buiten werken op die plaats. [81] Ge zal de wortel van scherpe zuring stampen met sterke azijn en dat erop pleisteren. Een andere; meng het witte zalf en zeep tezamen zodat die zieke het niet weet, dit doe je om serpigo en jupigo te genezen. Een andere; kook varkensvet, terpentijn, kwikzilver de het sap van scherpe zuring tezamen. Dit laat genezen. Men zal ook het sap van scherpe zuring met varkensvet koken totdat het sap verkookt is en dan zal men het er af doen en er terpentijn in doen. Dit is goed tegen schurft, single, morfea en het witte en het zwarte en het rode. Een andere; neem ganzenvet, Apium sap en kook het totdat het sap verkookt is en neem dan witte honing en meel van wierook en meng het met het ganzenvet en doe er wat tarwebloem in, dit zal men mengen, dit is vooral goed tegen zeter. Een andere; neem scherpe zuring, aardrook, schurftkruid, die zal ge stampen en giet er sterke azijn op en laat het zo 4 dagen staan en doe op de 5de dag het vet op het vuur en doe er de voor vermelde kruiden bij en laat het koken totdat de azijn verkookt is en pers het daarna door een kleed. Dit is een goede zalf tegen druppels en ruigheid en op puisten van het aanzicht en men zal het vroeg en laat smeren. Men zal het wassen met het sap van aardrook. En men zal het ook met warm water wassen. En men zal wachten van spijzen die te veel gezouten zijn en van al te hete dingen, want die maken zwart en verbrand bloed. Weet dat koppen onder de kin gezet zeer helpt tegen puisten in het aanzicht. En men zal eerst de materie rijpen en daarna purgeren met medicijnen die verbrand bloed purgeren. Men zal ook de ader snijden die tranen in de ogen brengt. Men zal ook weten dat alle geneesmiddelen die tot schurft behoren, die behoren ook voor het aanzicht en tegen huidziekte en vlekken en zoute fluimen. [82] Men zal ook een tang nemen met twee bladen en een opening erin en het vel en vlees pakken tussen de tang en door de opening zal ge een grote priem steken en er een snoer doortrekken net zoals men doet bij een paard en dit zal men lang dragen want het is vooral goed tegen de ogen en tegen puistjes in het aanzicht en tegen huidziekte in het aanzicht. En weet dat een drankje gemaakt van aardrook, van bernagie en van Bryonia vooral goed zijn in allen verrot en verbrand bloed. Men zal altijd drinken van Aristolochia of het sap van scherpe zuring. |
Serpigo, [ook zeter] en inpigo, [ook single genaamd] komen beide voort van hete materien en zijn sterk gekleurd. Zij verschillen nochtans hierin dat serpigo een voortkruipende huidziekte is terwijl single zich uitbreidt rond de aangetaste plek en minder rood is. Scellinck is het hiermee niet eens, hij zegt nopens impigo; ‘in dietsche ommeleghe ende in walsche cingel’. Ortus sanitatis maakt evenmin onderscheid; ‘Impetetigo sive serpigo; Herbarius in Dyetsche kent wel enig onderscheid; ‘Impetigo dats rouicheit van den velle. Serpigo dats rouicheit die scerp es ende cruypt herwert ende ghenswert’.
Medicatie; aderlaten, zalven, laat koppen, drankje innemen. Ook wordt aangeprezen vel en vlees met een tang te grijpen waarvan de twee armen doorboord zijn; men steekt een els door de gaten en dan trekke men een snoer erdoor, dat lang gedragen moet worden!
[21] Van dropen willic u een deel bescriven Jn dropen of in ioocsele. eist dat die sake comt van bloede. men sal doen [1310] laten ter adren. Ende comt die sake van humoren men salse purgieren. Hier na salmen bade maken. &de doen int bad averone. savie alsene. ellecampane. sanctorie. Of men sal een bad maken daer men in sal doen sulfer [1315] &de sout. Men sal oec stoven met ellecampana. &de met scarper perteken ende maelrovie sanctorie. wegebrede. dockeblade die clessen dragen. hiermet sal men baden. Ende naden badene salmense smeren met witter [1320] zalven. mer men salse mingen in die vorseide dingen ¶ Nemt wortele van perteken .4. o. &de ellecampana. 1. o. dit suldi stoten &de gieten der op aysiin. &de latent also staen .8. dage &de derna sieden met swinen smoute tote [1325] dat die sope versoden siin. &de dan perssen dor enen doec. dits goede zalve iegen alrande drope. Ende .2. o. van deser zalven siin goet geminct met .1. o. witter zalven. ¶ Die meesters seggen dat alrande dro- [1330] pe meest comt van salsum fleume. dats gesouten fleume. daer in hulpt zere dese zalve. Nemt calc &de gieter op borne &de roeret lange tote dat tcalc gesceden es &de dat vule water af gieten. &de doet in [1335] een out vat &de latet staen claren. &de dan suldi dat water afgieten in .1. ander vat. &de dat der onder gesonken es suldi werpen in .1. mortier &de doeter toe olien .1. luttel. &de van dien claren watere over wat uren. &de alst dic- [1340] ke gnouch es seldire in mingen quiczelver. Ende wacht dat gijt niet en smeret ane bleke apostemen. no an dyen. no an been. daer mochte ander ongemac toe trecken ¶ Dits oec goet. Nemt esscen [1345] hout dat out es &de droge &de cappet al in cleinen stucken. &de set enen pot altemale in die erde. ende der op suldi setten enen andren pot met vele gaetkinen. &de in dien uppersten pot suldi leggen vanden vorseiden [1450] houte. &de decten wel so datter geen doom uut en mach comen met leme &de met parts torten. &de omtrent den uppersten pot suldi groet vier maken. Ende dat uut dien potte lopet dat wert olie. &de so thout droger es so do- [1355] lie beter es. Dese olie es goet iegen alrande drope. Ende dus mogedi olie maken van alrande houte |
[21] Van vlekken [schurft] wil ik u een deel beschrijven In vlekken of in jeuk, is het dat die zaak van bloed komt, men zal aderlaten. En komt die zaak van levenssappen, men zal ze purgeren. Hierna zal men een bad maken en doe in het bad averone, salie, alsem, alant en duizendguldenkruid. Of men zal een bad maken waar men zwavel en zout in zal doen. Men zal ook stoven met alant en met scherpe zuring en heemst, duizendguldenkruid, weegbree en klit, hiermee zal men baden. En na het baden zal men ze besmeren met witte zalven, maar men zal ze mengen met die voor vermelde dingen. Neem 4 ons wortels van zuring en 1 ons alant, dit zal ge stampen en er azijn op gieten en laat het zo 8 dagen staan en daarna koken met varkensvet totdat het sap verkookt is en dan door een doek persen, dit is een goede zalf tegen allerhande vlekken. En 2 ons van deze zalf is [83] goed gemengd met 1 ons witte zalf. De dokters zeggen dat allerhande vlekken meestal van salsum fluimen komen, dat is gezouten fluimen, daarin helpt zeer deze zalf; neem kalk en giet er bronwater op en roer het lang totdat het kalk gescheiden is en dat vuile water afgieten en doe het in een oud vat en laat het staan klaren en dan zal ge dat water afgieten in een ander vat en dat eronder gezonken is zal ge in een mortier werpen en doe er wat olie bij en van dat heldere water zal ge na enkele uren en als het dik genoeg is er kwikzilver in mengen. En let op dat ge het niet aan bleke blaren smeert of aan de dijen of aan het been, daar mocht een ander ongemak naar toe trekken. Dit is ook goed; neem essenhout dat oud en droog is en kap het geheel in kleine stukjes en zet een pot geheel in de aarde en daarop zal ge een andere pot zetten met vele gaatjes en in de bovenste pot zal je van het voor vermelde hout leggen en dek het goed toe met leem en met paardenstront zodat er geen damp uit kan komen en omtrent de bovenste pot zal ge groot vuur maken. En dat uit die pot loopt dat wordt olie en zo het hout droger is zo is de olie beter. Deze olie is goed tegen allerhande vlekken. En zo kan ge olie maken van allerhande hout. |
Drope [schurft] en ioocsele [jeuk] kunnen voortkomen van bloed, dan moet men bloed laten, komt het van andere levensssappen dan zal men deze purgeren, daarna baden [verschillende recepten worden aangegeven, waaronder en me zwavel] en vervolgens insmeren met zalf waarvoor meerdere formules worden gegeven.
Veelal, volgens de meesters, komt drope van falsum fleume, dat is gezouten flegma [een toestand waarin het levensvocht flegma kan verkeren in de aderen] waartegen een zalf wordt voorgeschreven ofwel een olie van essenhout, verkregen per descensum, dat wil zeggen door neerwaartse destillatie [een bereidingswijze die hij uit de Grabadin van Pseudo-Mesues heeft overgenomen].
[22] Tjnea dats scorftheit. some mach mense genesen &de some niet. dat [1360] mense niet genesen en mach dat comt sulc tijt bi fauten van meesters dat si leggen der op medicine die al te heet es &de al te droge alse werbi dat die verscheit vander huut so verteret &de so verdroget dat tha- [1365] aer wut vallet. &de datter geen ander wassen en wille om die hartheit entie droocheit van der huut. Het comt oec om dattie plaestren ende die medicinen heet siin &de droge &de dat si te lange liggen optie huut ¶ Somtijt [1370] comt van salsum fleumen want die maect groet joocsel &de vele scellen. Somtijt comet van melancolien entien iooct niet so zere om haer droge materie. Van sulker es die materie grof ende daer wassen grote roven of rappen. ende [1375] dat comt meest van te vele etene. &de dan wassen vele humoren om dat mense niet antiert met dingen diere toe behoren ¶ Ende siin die puusten bloetachtech &de si eetter in hebben gevarwt alse bloet. so siin si meest van [138] bloede. Ende siin daer cleine puustkine gesprayt hare &de dare. so comen si meest van coleren. Ende siin si sonder ioocsel &de sonder steecten. so siin si meest comen van melancolien. Ende crauwet men zere van ioocsele. so siin si [1385] comen van gesouter fleumen ¶ Ende siin scorftheiden in kindren. so eist georloft te werkene van buten. Ende es men out entie ziecheit oec out es. so suldi die materie ripen op dats te doene si ¶ Es die materie van bloede men [1390] salse ripen met oxisacar. &de dan suldi die materie suveren met datter toe behort alse gi hier na vinden sult. &de daer na salmen laten die hertadre met ere vliemen. Ende als die lichame gesuvert es so salmen baden of stoven &de zere [1395] sweten. Ende geven den zieken drinken alle dage cyrupus de fumo terre. dats cyroop van grisecom ¶ Es die materie van gesouter fleumen. men salse ripen met oximelle. &de derna purgieren met dingen daer men met purgiert verber- [1400] nede humoren. &de daer na salmen laten ter adren ende dwaen siin hooft met gesouten watere want dit suvert. entie werke siin goet iegen verbernende humoren alse gesouten fleume. Ende hier na suldi thoft doen moruwen met wa- [1405] tere der in gesoden es papple &de musemaluwe. entie cruden suldi zieden &de daer na stoten &de al warm leggen opt hooft. Ende men sal nemen versce botere gesmolten in watere het es te beter ¶ Hier na salmen thaer uut trecken [1410] met .1. wimen. of met lotro. dat maectmen dus Nemt levende calc .3. o. &de operment .2. o. &de dit suldi sieden in watere. teken dat gnouch si. stecter in ene gans vedere. gaen die plumen so eist gnouch. &de dit salmen doen opt [1415] hooft want het doet thaer uut vallen. ende latet liggen so lange dat thaer valle. ¶ Een ander. smelt wit harst &de doeter toe .1. luttel bloemen. &de dit legt op .1. campen doec. &de legget op thooft al warm. &nde latet [1420] liggen enen dach &de enen nacht. &de dan suldijt af trecken. Ende en gaen die haer niet alle af. dan suldi leggen .1. ander vanden selven daer op ¶ Een ander. Tempert met borne witte edel tarwen bloeme also dicke als [1425] pappe. &de doeter toe wit harst &de ziedet tote dat dicke si &de roeret altenen opt vier ende vanden viere tote dat cout si. dan so legget op .1. wollen cleet op thooft. Ende als men wille salmen dat cleet af trecken. &de en [1430] volgen die haer niet. men saelt weder op leggen. Ende wet dat gene scorfde hoofde en genesen daer quade hare in siin. Ende en wilt men geen plaester daer op leggen so mach mense uut trecken ¶ Dit siin die werken. Nemt [1435] morwe zepe. peper. sulfer. pertrec. stafisagria quiczilver. dit suldi pulveren &de mingen met swinen smoute &de plaestren. dit suvert die scorftheit ¶ Een ander. pulvert levende calc &de operment &de minget met olien &de doeter toe zepe [1440] dits goet iegen scorftheit. iegen mortum malum &de iegen droocheit ¶ Een ander pulvert litargirum wel cleine &de doeter toe olie &de zeem. &de wrivet .1. lange wile. dits goede zalve iegen malum mortum. drope. &de scorftheit ¶ Echter ten [1445] selven. Nemt wortel van perteken. van ellecampana. dit suldi stoten &de derna zieden in aysine &de mingen met diere verscheit pulver van litargirum dits goet iegen malum mortum. scorftheit &de drope ¶ Een ander. Nemt levende calc .2. dr. [1450] operment .1. dr. &de pulveret in een mortier &de doeter toe olie &de aysiin. Dit geneest scorftheit sonder haer te verliesene ¶ Dits iegen scorftheit &de malum mortum. &de iegen lusen &de iegen clieren. Nemt litargirum .2. o. ende olie [1455] van noten .1. o. &de tsap van ouden rapen. &de tsap van ellecampana. tsap van cronen. tsap van celidonien &de aysiin elx even vele. &de litargirum suldi wel pulveren in een mortier. &de doeter in die sopen &de daerna die [1460] olien al tote dat dicke si ¶ Een ander Nemt swinen smout. spaensgroene. daer met suldi thooft wel suveren. Dese vorseide dingen doen drogen scorftheit. Nu es men sculdech te wetene die [1465] dingen die haer doen wassen. Ende wet alse die huut es hart &de stide opt herssenbecken &de tfleesch verteert es tusscen der swaerden enten bene. Of daer die huut wit es daer en mach geen haer uut comen ¶ Dese dingen [1470] doen haer wassen. alsene. flammula. averone. grisecom. dit suldi stoten &de ziedent in watere &de doeter in botere. Hier met suldi dat hooft dicken dwaen. dit verpareert &de opent die gaetkine vander huut. &de trect die [1475] hare uter huut ¶ Een ander. doet die hare af sceren. &de dan smeert die huut met zeme &de derna stroyter op pulver van verberneden ouden scoen &de verbernden coescitten &de latet der op liggen tote dat droge es. [1480] dan suldi thooft wel dwaen met watere daer in gesoden es grisecom. dit doet genesen scorftheit. &de doet haer wassen ¶ Een ander stoot die wortel vander perteken &de zietse in wine. daer met suldi thooft dwaen dic- [1485] wile &de lange dit doet haer wassen ¶ Item Oleum lapdanum doet haer wassen entie maect men dus. Nemt lapdanum &de snijtse in cleinen stucken ende zietse in olien van oliven met sachten viere &de doeter toe .1. luttel wi- [1490] ins dat die olie niet en verberne. hier na settet die olie ter zonnen .30 dage &de alle dage wel roeren. dit heet men oleum lapdanum. &de met deser olien salmen thooft wel smeren. Men salre oec op stroyen pulver [1495] van verbernden bien. Of van verbernden percamente. Of van verbernden geyts stronten Of van ouden scoen. Of corsten van gersten brode. Ende wilmen so salmense mingen metten dingen diemen opt hooft smeert ¶ Een [1500] ander. Men sal temperen tsop vander claveren met zeme. &de doeter toe tsap van donderbare .1. luttel. dit doet haer wassen ¶ Een ander. Nemt kersse. averone. alsene. papple violetcruut. elx even vele. dit suldi sto- [1505] ten &de derna zieden met verscher botren of met smoute. &de dit geplaestert met allen. doet haer dupliceren ¶ Een ander Nemt tsop van scarper perteken &de yeralogodyon. &de dit so tempert met zeme. Dit doet haer wassen ¶ Een ander [1510] Nemt pulver van bonen &de temperet met sape van scarper perteken. &de vander ronder perteken .1. luttel. dit suldi temperen met zeme. dit doet haer dobbeleren ¶ Ende luse die wassen sulc tijt opt hooft &de in andren ste- [1515] den vanden lichame. dat comt bi den humoren die gevoucht siin in die gaten vander huut Some so machmense genesen &de some niet ¶ Dits iegen die luse op dats te doene si. Ten iersten salmen purgieren die humoren [1520] op dat dorine toent. Some meesters seggen dat rode lusen comen van heter materien. &de die witte comen van fleumen. entie swerte comen van melancolien. Men sal pulveren stafisagria &de mingent met olien of met aysine [1525] hier met salmen smeren thooft. of den lichame daers te doene es ¶ Men sal wriven starke loge met quiczilvere. &de daermet bestriken den lichame. het verdrijft die lusen ¶ Een ander. pulvert wel cleine stafisagria in enen [1530] mortier &de doeter in quiczilver &de litargirum &de aysiin. dits oec goet ¶ Een ander mingt stafisagria. ende terbentine dan windet in catoene &de legget in den scoot die lusen selen alle derwert lopen ¶ Wet oec alse de stede [1535] wit es van den scorfden hoofde so es die gront suver. &de es si root so esser noch materie in. Ende wet dat hicken met ere hicke vliemen goet es in roder steden. Ende es die materie root so purgeertse. Men sal den hals dwingen [1540] met enen wimpel doeke &de vaste drayen omtrent den hals &de dan wel heet warmen ende dan hicken met .1. hic ysere ¶ Venteusen siin oec goet geset optie scoudren. of in die middel. maer in die middel cranken zere die herssenen |
[84] [22] Tinea, dat is schurft, sommigen kan men genezen en sommige niet. Dat men ze niet genezen kan dat komt soms door fouten van dokters omdat ze er medicijnen op leggen die al te heet zijn en al te droog waarbij de vochtigheid van de huid zo verteerd en zo verdroogt dat het haar uitvalt en dat er geen andere groeien wil vanwege de hardheid en de droogte van de huid. Het komt ook omdat de pleisters en de medicijnen heet en droog zijn en dat ze te lange op de huid liggen. Soms komt het van zoute fluimen want die maakt grote jeuk en veel schilfers. Soms komt het van melancholie en die jeukt niet zo erg vanwege haar droge materie. Van zulke is de materie grof en er groeien grote roven of korsten en dat komt het meest van te veel eten en dan groeien er vele humoren omdat men ze niet behandelt met dingen die daartoe behoren. En zijn die puisten bloedachtig en hebben ze er etter in dat gekleurd is als bloed dan zijn ze meest van bloed. En zijn er kleine puistjes hier en daar verspreid dan komen ze meest van gal. En zijn ze zonder jeuk en zonder steken dan zijn ze meest van melancholie gekomen. En krabt men zeer van jeuk dan zijn ze van zoute fluimen gekomen. En is er schurft in kinderen dan is het geoorloofd van buiten te werken. En is men oud en de ziekte ook oud dan zal ge de materie rijpen als het te doen is. Is die materie van bloed dan zal men die rijpen met suikerwater en dan zal ge de materie zuiveren met dat er toebehoort zoals ge hierna vinden zal en daarna zal men de hartader laten met aarden vliemen. En als het lichaam [85] gezuiverd is dan zal men baden of stoven en zeer zweten. En de zieke alle dagen siroop de fumo terre te drinken geven, dat is siroop van aardrook. Is die materie van zoute fluimen dan zal men ze rijpen met honingwater en daarna purgeren met dingen waar men verbrande humoren mee purgeert en daarna zal men aderlaten en zijn hoofd wassen met zout water want dit zuivert en die geneesmiddelen zijn goed tegen verbrande humoren en zoute fluimen. En hierna zal ge het hoofd laten vermurwen met water waarin heemst en Althea in gekookt is en die kruiden zal ge koken en daarna stampen en al warm op het hoofd leggen. En men zal verse boter nemen die gesmolten is in water, het is dan beter. Hierna zal men het haar uittrekken met een wilgenhouten instrument of met lotro, dat maakt men aldus; neem 3 ons ongebluste kalk en 2 ons orpiment [arsenicum] en dit zal ge koken in water, het teken dat het genoeg is; steek er in een ganzenveer in en gaat die pluimen dan is het genoeg, en dit zal men op het hoofd doen want het laat het haar uitvallen en laat het zo lang liggen dat het haar valt. Een andere; smelt witte hars en doe er wat bloem bij en leg dit op een hennepdoek en leg het warm op het hoofd en laat het een dag en een nacht liggen en dan zal ge het er af trekken. En gaat alle haar er niet af dan zal ge er een andere van hetzelfde op leggen. Een andere; temper met bronwater wit edel tarwebloem zo dik als pap en doe er witte hars bij en kookt het totdat het dik is en roer het af en toe op het vuur en van het vuur totdat het koud is en leg het dan op een wollen kleed op het hoofd. En als men [86] wil zal men dat kleedt er af trekken en volgen de haren niet dan zal men het er weer opleggen. En weet dat geen schurftige hoofden genezen daar kwade haren in zijn. En wil men er geen pleister op leggen dan mag men ze uittrekken. Dit zijn de geneeswijzen; neem murwe zeep, peper, zwavel, peterselie, Delphinium staphisagria en kwikzilver, dit zal ge verpoederen en met varkensvet mengen en pleisteren, dit zuivert de schurft. Een andere; verpoeder ongebluste kalk en arsenicum en meng het met olie en doe er zeep bij, dit is goed tegen schurft, tegen mortum malum en tegen droogte. Een andere; verpoeder litargirum [zilversteen] goed klein en doe er olie bij en honing en wrijf het een tijdje, dit is een goede zalf tegen malum mortum, vlekken en schurft. Echter voor hetzelfde; neem wortel van zuring en van alant, dit zal ge stampen en daarna in azijn koken en met die vochtigheid het poeder van litargirum mengen, dit is goed tegen malum mortum, schurft en vlekken. Een andere; neem 2 drachme ongebluste kalk en 1 drachme orpiment en verpoeder het in een mortier en doe er olie en azijn bij, dit geneest schurft zonder haar te verliezen. Dit is tegen schurft en malum mortum en tegen luizen en tegen klieren; neem 2 ons litargirum en 1 ons olie van noten en het sap van Bryonia en het sap van alant, het sap van Sedum telephium, het sap van stinkende gouwe en azijn, van elk evenveel, litargirum zal ge goed verpoederen in een mortier, doe het in het sap en daarna de olie totdat het dik is. Een andere; neem varkensvet en Spaans groen, daarmee zal ge het hoofd goed zuiveren. Deze voor vermelde dingen laten de schurft drogen. Nu moet men de dingen weten die het haar laten groeien. En weet als de huid hard en gespannen is op de schedel en het vlees verteerd is tussen de met haar begroeide delen van de huid [87] en de benen of daar de huid wit is, daar kan geen haar uit komen. Deze dingen laten haar groeien zoals Clematis flammula, averone en aardrook, dit zal ge stampen en het in water koken en er boter bij doen. Hiermee zal ge het hoofd vaak wassen, dit prepareert en opent de gaatjes van de huid en trekt de haren uit de huid. Een andere; laat de haren afscheren en besmeer dan de huid met honing en strooi er daarna poeder van verbrande oude schoenen en verbrande koemest op en laat het erop liggen totdat het droog is en dan zal ge het hoofd goed wassen met water waarin aardrook gekookt is, dit geneest schurft en laat haar groeien. Een andere; stamp de wortel van zuring en kookt het in wijn en daarmee zal ge het hoofd vaak en lang wassen, dit laat haar groeien. Item; Oleum laudanum laat haar groeien en die maakt men aldus; neem laudanum en snijdt het in kleine stukken en kook het in olie van olijven met zacht vuur en doe er wat wijn bij zodat de olie niet verbrandt, zet hierna de olie 30 dagen in de zon en elke dag goed roeren. Dit noemt men oleum laudanum en met deze olie zal men het hoofd goed besmeren. Men zal er ook poeder van verbrande bijen op strooien of van verbrandt perkament of van verbrandt geitenstront of van oude schoenen of korsten van gerstebrood. En als men wil dan zal men het mengen met de dingen die men op het hoofd smeert. Een andere; men zal het sap van klaver temperen met honing en doe er wat sap van donderbaard bij, dit laat haar groeien. Een andere; neem kers, averone, alsem, heemst, vioolkruid en van elk evenveel, dit zal ge stampen en daarna koken met vochtige boter of met vet en dit geheel gepleisterd laat het haar verdubbelen. Een andere; neem het sap van scherpe [88] zuring en yeralogodyon [een likkepot gelijk als hiera picra] en temper dit met honing. Dit laat haar groeien. Een andere; neem poeder van bonen en temper het met sap van scherpe zuring en wat van de ronde zuring, dit zal ge temperen met honing, dit laat haar verdubbelen. En luizen die in zulke tijd op het hoofd groeien en op andere plaatsen van het lichaam, dat komt vanwege de levenssappen die in die gaten van de huid gevoegd zijn. Sommige kan men genezen en sommige niet. Dit is tegen de luizen als het te doen is. Ten eerste zal men die levensssappen purgeren zoals de urine aantoont. Sommige dokters zeggen dat rode luizen van hete materiën komen en de witte van fluimen komen en de zwarte komen van melancholie. Men zal poeder van Delphinium staphiasagria mengen met olie of met azijn en hiermee zal men het hoofd besmeren of het lichaam daar het te doen is. Men zal sterke loog met kwikzilver wrijven en daarmee het lichaam bestrijken, het verdrijft de luizen. Een andere; poeder Delphinium staphisagria goed klein in een mortier en doe er kwikzilver en litargirum en azijn in, dit is ook goed. Een andere; meng Delphinium staphiasagria en terpentijn windt het in katoen en leg het in de schoot, de luizen zullen allen daar naartoe lopen. Weet ook als de plaats wit is van de schurftige hoofden dan is de grond zuiver en is die rood dan is er nog materie in. En weet dat koppen zetten met een aarden scalpel goed is in rode plaatsen. En is de materie rood, purgeer het dan. Men zal de hals dwingen met een hoofddoek en vastdraaien omtrent de hals en dan goed heet warmen en dan koppen zetten met een ijzeren kop. Koppen zetten zijn ook goed gezet op de schouders of in het midden, maar in het midden verzwakken ze de hersens zeer. |
Oxisacar; een samenstelling die gemaakt is uit suiker, granaatappels en azijn.
Tinea, dats scorftheit. ‘Herbarius in Dyetsche; ‘Tinea dats schorftheyt of rappicheyt van hoefde’.
Tinea [ringworm, teigne] komt voort ofwel van zout flegma, dan gaat het gepaard met jeuk, ofwel van zwarte gal, dan komen grote roven, ofwel van bloed, dan zijn de puisten bloedachtig en etterig, ofwel van gal en dan zijn het kleine puistjes alom verspreid.
De voorgeschreven medicatie; het hoofd bepleisteren, dan bedekken met een doek en met een ruk de doek aftrekken zodat het haar volgt. Deze barbaarse methode vroeger veel in gebruik is de geschiedenis ingegaan onder de benaming la methode dite de la calotte! Doch het moest gebeuren want ‘geen scorfde hoofden en genesen daer quade hare in siin’. Toch worden andere methodes aangegeven om haar te verwijderen en tevens te ontluizen, meestal op basis van loodglit.
Om nadien het haar terug te laten groeien worden allerlei middelen aangeprezen waarvan sommige in de volksmond nog bekend zijn zoals koeiendrek, verbrande schoenen of verbrandt perkament, verbrande bijen, geitenkeutels etc. [25]
Luizen groeien [door generatio spontanea] in de poriën van de huid die verstopt zijn door levensssappen, rode luizen komen voort van hete materie, witte van flegma en zwarte van zwarte gal. Men verwijdert luizen met kwikzilver en loodglit in azijn. Een vernuftige methode; leg staverzaad [Delphinium staphisagria L] met terpentijn gemengd op katoen in de schoot en de luizen zullen er alle naartoe lopen.
[23] Malum mortum es .1. ongemac dat men best bekent in die been ende siin swerte puusten in die been hier ende gens &de als mense af trect so siinre vele gaten [1550]entie vul etter geven &de waterachtech entie been siin dicke in vele lieden. het comt van melancolien &de tfleesch in die gate es vul swert root ¶ Men sal die materie ripen &de purgieren metten selven daermen [1555] melancolie met purgiert. Men sal dit ongemac niet vermaken op mesdage no op gene feeste dage. Ende iegen die ioocte so nemt die middel scorsse van den vliedere &de zietse in olien. dan persset &de werpt die scorsse [1560] wech. dan nemt mastic. bayen. wierooc. mirre. dat suldi pulveren &de mingent in die olie. &de wet dat mirre node pulvert. daer omme suldijt leggen in aysine te weyke ¶ Een ander. pulvert wel cleine litargirum [1565] &de doeter in olie &de starken aysiin &de wit van spaengien. dits goede zalve. In die werke van scorfden hoofden vint men gnouch bescreven dat goet es te malum mortum Ende hine sal sine voeten niet dwaen. Ende [1570] hi moet hem wachten jegen alle spise die quaet es iegen den canker. Ende hi sal oec dicwile doen laten die levere adere entie milte adere. |
[89] [23] Malum mortum is een ongemak dat men het beste ziet in het been en zijn zwarte puisten hier en daar in het been en als men ze er af trekt dan zijn er vele gaten die vuil en waterachtig etter geven en de benen zijn in vele lieden dik. Het komt van melancholie en het vlees in die gaten is vuil zwartrood. Men zal de materie rijpen en purgeren met hetzelfde waarmee men melancholie mee purgeert. Men zal dit ongemak niet genezen op misdagen en ook niet op een feestdag. En tegen de jeuk neem men de middelste schors van de vlier en kook het in olie, pers het dan uit en werp de schors weg, neem dan mastiek, laurierbes, wierook en mirre, dat zal ge verpoederen en mengen het in die olie en weet dat mirre slecht verpoederd, daarom zal ge het in azijn te weken leggen. Een andere; verpoeder Litargirum [zilverschuim] goed klein en doe er olie en sterke azijn in en Spaans wit, dit is een goede zalf. In de werken van schurftige hoofden vindt men genoeg beschreven dat goed is tegen malum mortum. En hij zal zijn voeten niet wassen. En hij moet zich wachten van alle spijzen die slecht zijn tegen kanker. En hij zal ook vaak de leverader en de miltader laten. |
'Malum mortum es een manier van quay scorfheyt als sweren doij verweghe puysten omtrent dat been en scenen comen of elders daer van dat die leen dorre of droghe worden’, Herbarius in Dyetsche.
Malum mortuum, een lepra-achtige aandoening der huid met livide verkleuring alsof die afgestorven zijn, komt meest voor op de benen die vol etterige zwarte puisten staan.
Op zon- en feestdagen worden deze wonden niet verbonden! Ook mag de patiënt zijn voeten niet wassen.
Als medicatie; insmeren met zalf en de lever- en miltader laten.
[24] DJe passie in die ogen comt somtijt van bloede. somtijt van coleren [1575] of van fleumen of van melancolien. Es die passie van bloede. dit siin de tekene. rode ogen. rode plecken int witte van den ogen. die adren geswollen &de root. Entie orine root &de vet of dic- [1580] ke. Desen salmen laten die hooft adere dat hulpt zere ¶ Ende comet van coleren dit siin die tekenen. rode ogen of gelu gevarwt &de steecten in dogen. die orine gelu. desen suldi purgieren van colera op dats te doe- [1585] ne es ¶ Comt die materie van fleumen dit siin die tekenen. dansichte bleec ende geswollen. men sal die materie purgieren op dats te doene es ¶ Die ogen tranen dicken van buten. alse van winde. van roke van [1590] serecheiden. Ende oec dat dogen vloyen comt somtijt uten adren die liggen an die upperste liese ant herssenbecken. &de dat es pijnlijc te genesene. Somtijt comet uten adren die liggen tusscen thersenbec- [1595] ken entie huut boven. &de dat machmen lichte genesen. ¶ Nu merct dese dingen deren den ogen. lange waken. lange slapen. rooc. vier. lange te ziene op letteren. arbeit. met couden te goyene. op [1600] witte dingen. vele te ziene. vele eten. vele drinken. met vollen buke slapen te gane. looc. peper. poret looc. enioen. mostaert. vaste lichame. grove spise die node verteert. Mer men sal zien op swaerte dingen [1605] dats goet den ogen &de het starcse ¶ Dit siin die werke van buten iegen lopende ogen. Nemt wierooc. mastic. draken bloet. bolum armenicum. elx .2. dr. gersten bloeme .1. dr. &de elc pulvert bi hem. &de derna mingen metten witte [1610] vanden eye &de legget op .1. campen doec. dan nemet in die palme &de legget opten steeret van der ogen. &de men saelt oec ane striken metter palmen duwende toten slape vanden hoofde &de der boven .1. plaster van stoppen. Ende vloyen [1615] beide die ogen. so legget op beide ziden van den ogen .1. palme breet. Ende aldus stelpen die tranen die van tusscen den herssenbeckene comen enter huut. Dit kent men aldus. die zieke gevoelt ioocsel in dogen. &nde hem sweert siin vor- [1620] hooft. Ende en eist niet also so comet van binnen uten adren ¶ Men sal savons geven eten dyaolibanum. men sal oec wierooc pulveren &de dan onsteken ene kersse &de houden daer boven .1. vat van glase so datter die rooc in slae. [1625] &de dat der boven ant vat hanget salmen ave screpen &de dat pulveren &de dan in doge werpen ¶ Venteuse bussen geset onder den kin dats oec goet. Men sal oec begripen dat moruwe lapken vander oren onder. met ere tangen [1630] die .2. bladere heeft dore gaete. dore welke gaten men steken sal .1. gloyende yser. &de trecken daer dore .1. snoer. &de dragent also lange alst te doene es ¶ Men sal oec maken .1. brant tusscen den ellenboge enten scoudren [1635] Aldus doet. Nemt .1. yser met enen blade dat dorgaet es &de legget opten arm. dan nemt .1. gloyende yser &de steket dore tgat van den blade &de also bernet. &de set den brant .4. vingere boven den ellenboge want daer steet hi [1640] best ¶ Ende men snijt .2. adren an elke side vanden slape. ende ene ane die middel van den vorhoofde. &de die .2. salmen bernen ende tingeren. &de en willense niet stelpen so sal men die adre int vorhooft tingeren met [1645] enen gloyenden ysere ¶ Men sal venteusen setten onder den cnoesel &de opten voet of an den hals. Ende wet dat men niemen venteusen setten en sal achter. die boven .40. iaer out es. om dat die geesten derwert trecken [1650] Wet oec dat selke adren liggen buten ende in den slaep. waert dat mense stake. men soude die zie verliesen ¶ Siin die ogen root &de daer hitte in es. dats teken van bloede. dat kent biden adren dat si te vol [1655] siin. entie orine root &de dicke. Ende es dongemac nuwe. so salmen laten dadere ane die andre side. Ende eist out. men sal laten die selve side ¶ Es die materie van colera. so es dorine gelu gevarwt [1660] &de dunne. Ende men in dogen lusen vereest. so salmen .1. luttel doen laten ter adren. mer die venteusen siin sonderlinge goet in die stede vorseit opten arm. Wet dat in allen subtilen humoren beter es gelaten ter adren [1660] mer als die materie te zere groet es. so es die purgacie vanden venteusen beter ¶ Es hitte in dogen. so legt sillium in lauwen borne &de alst dicke wert &de viscoes so suldijt leggen op .1. plaester van werke. &de dat legter [1670] op tehant het coelt zere ¶ Een ander iegen rootheit &de hitte. seldi nemen wijfs melc laeu water. entie ogen dermet dwaen. &de doens in dogen .1. luttel. want het sacht dogen &de coelt ¶ Jegen ogen die droge siin ende [1680] zere smertten seldi sillium leggen in warmen borne. &de leggen den zieken averrecht ende werpent hem in dogen .2. werf sdags ¶ Een ander. Nemt cortex buggle. dat es tcortste datmen vint in dapoteke. dit suldi [1680] pulveren &de tempernt met rose watere ende latent staen claren. ende van dien claren suldi in die ogen werpen ¶ Dit coelt oec. men sal stoppe netten in rose watere. of in couden watere uut ere fonteynen. of in musselia- [1685] go van sillium &de van wit vanden eye en ware dat so zere cleeft ¶ Dits oec goet iegen hitte &de smertte &de iegen verberntheit vanden ogen. Nemt cortex bugle &de pulvertse &de tempertse met rose watere .1. nacht. &de decket [1690] wel tusscen .2. scotelen. &de smorgens salmen den zieken doen liggen averecht &de werpent hem in dogen ¶ Wet so wat dat versch es ende dat men in dogen doet drupen. dat heet men colirie. Als men colirie in dogen sal [1695] doen. so moet die zieke averecht liggen metten ansichte opwert ¶ Van den plecken die optie ogen wassen. of die in de zie liggen. die de zie verblinden. dat heten wi macula dats ene pine die comt in die crone [1700] vanden ogen int hole. Sulke plecken sijn swert of bruun entie comen van melancolien. node of nemmermeer so en mogen si genesen. Ende siin si wit so hoopt men vander baten ¶ Es die plecke bruun &de [1705] si van viscosen humoren comt. &de buten optie oge hanget &de het al die zie bevangen hevet. so machmense met ere naelden af lichten. die heet men .1. dragmer naelde Ende oec machment af doen met .1. haex- [1710] kine. ¶ Ungula es .1. plecke die gaet vanden sterte vander ogen tote an den andren hoec buten optie oge. dat moet men oec genesen metter dragmer naelden. Ende wet dat dese somtijt siin gevoucht met humo- [1715] ren van binnen. &de dan werdet doge meer bedect dan het sculdech ware te sine. ende die mach men selden genesen. Somtijt comen vanden reume humoren die comen te diere stede. entie gevarwt siin tusscen [1720] cristale &de grove humoren. entie maken cataracten. Dese cataracten salmen genesen van binnen die selen purgieren die materie ¶ Wet alse alle die humoren siin int hooft. so en salmen niet purgieren ten funda- [1725] mente. mer men sal maken gargarisacien &de doen niesen. dat rumet thooft. Some van desen machmen genesen &de some niet Dat bekent men aldus. Die zieke sal beide siin ogen luken. entie meester sal met si- [1730] nen vingere wriven die scedelen van den zeren ogen. dan sal die zieke ter vaert sine ogen opslaen. es die plecke gebreit. so mach mense genesen. &de en essi niet gebreit. so en mach mense niet genesen ¶ Dit siin die [1735] werken van diere plecken. Jnt ierste salmense altoes weiken die men genesen wille .6. dage of .8. eer dat men buten daer enege dingen in doen sal. Men sal nemen wijfs melc die enen sone heeft. &de werpen dat in [1740] doge. smorgens &de te middage &de savons dit doet de plecke morwen ¶ Een ander Nemt bloet van ere ionger duven uten vlerke. Want dit morwt &de geneest plecken die nuwe siin in somen lieden ¶ Een ander [1745] Nemt march uten gans vlerken &de maket heet. &de latet coelen &de legget daer op. Dit doetse scoren &de verteren. Wet dat men die nuwe plecken lichte genesen mach. ¶ Die galle van allen vogelen die bi ro- [1750] ve leven siin goet optie plecke. Entie galle van enen man die met enen swerde doot es gesteken es sonderlinge goet optie plecke ¶ Een ander. Nemt sarcocolle. wierooc. mastic. corael. &de perlen. dit suldi wel pul- [1755] veren &de tempren in enen mortier met gallen van vogelen die bi rove leven. of van visscen die bi rove leven. &de doeter toe zap van eerdbesien crude. van vencle. van ruten. Dit tempert al te gadere &de doet in een glasen vat [1760] &de latet gesitten. &de dat clare datter boven vlotet seldi werpen in dogen. dits .1. goede colirie iegen dwitte. Ende wacht den zieken van alrande dinge dat reume toe brinct ¶ Men sal cuwen comijn in den mont wel [1765] cleine &de doent in enen doec &de duwen die verscheit ute. dit verdrijft nuwe plecken &de stremmet tranen ¶ Een ander. men sal netten in witten wine gingebere. &de dan wetten op enen wetsteen. &de weder netten &nde dan weder wetten. ende [1770] datter af slijpt geneset dwitte. Ende tsap van witten olicrude. van roden dat geneset oec ¶ Men sal ene rode slecke te pulvere bernen met haren huse. &de dat pulver salmen werpen in dogen. Ende men sal in .4. dagen die [1755] bate zien dits dicken geproeft ¶ Siin die ogen verstormt van hitten of van verscheiden of andersins van verstormtheiden. so salmen pulveren wit aluun wel cleine &de mingen met rose watere. dit trect de hitte uten ogen [1780] Ende men sal wit calamijn mingen met wine. want het doet tselve met rose watere ¶ Men sal oec mingen wit aluun in .1. hart gebraden ey. &de dan doen in enen doec &de duwen die verscheit ute &de werpent in dogen. Ende met [1785] desen salmen altoes ierst werken. &de en hulpen dese dingen niet. so moet gaen ten starken dingen die daer voren bescreven staen. |
[24] Het lijden of kwaal in de ogen komt soms van bloed, soms van gal of van fluimen of van melancholie. Is de kwaal afkomstig van bloed dan zijn dit te tekens; rode ogen, rode plekken in het wit van de ogen, de aderen gezwollen [90] en rood. En de urine rood en vet of dik. Die zal men de hoofdader laten, dat helpt zeer. En komt het van gal dan zijn dit de tekens; rode ogen of geel gekleurd en steken in de ogen, de urine is geel, die zal ge purgeren van gal als het te doen is. Komt de materie van fluimen dan zijn dit de tekens; het aanzicht is bleek en gezwollen, men zal de materie purgeren als het te doen is. De ogen tranen vaak van buiten zoals van wind, van rook en van pijnen. En ook dat de ogen vloeien komt soms uit de aderen die aan het bovenste vlies van de schedel liggen en dat is slecht te genezen. Soms komt het uit de aderen die tussen de schedel en de huid boven liggen en dat kan men gemakkelijk genezen. Nu merk op dat deze dingen de ogen deren, slapeloosheid, lang slapen, rook, vuur, lang turen op letters, inspanning, met koude gemeenschap hebben, naar witte dingen kijken, veel te zien, veel te eten, veel te drinken, met volle buik slapengaan, knoflook, peper, prei, ui, mosterd, vaste loop, grove spijs die slecht verteert. Maar men zal kijken naar zwarte dingen, dat is goed voor de ogen en het sterkt ze. Dit zijn de geneesmiddelen van buiten tegen lopende ogen. Neem wierook, mastiek, drakenbloed, bolus Armeniacus, van elk 2 drachme, 1 drachme gerst bloem en verpoeder elk op zichzelf en meng het daarna met het wit van een ei en leg het op hennepdoek en neem het dan in de palm en leg het op de hoek van de ogen en men zal het er ook aan strijken door met de palmen te duwen tot de slaap van het hoofd en er boven een pleister van pluksel. En vloeien beide die ogen, leg het dan op beide zijden van de ogen en 1 palm breed. En aldus stelpen de [91] tranen die van tussen de schedel komen en die uit huid. Dit kent men aldus; de zieke voelt jeuk in de ogen en heeft migraine. En is het niet zo dan komt het van binnenuit de aderen. Men zal ‘s avonds sap van wierook te eten geven, men zal ook wierook verpoederen en dan een kaars aan steken en er boven een glazen vat houden zodat de rook erin slaat en dat boven aan het vat hangt zal men er af schrapen en dat poeder en in de ogen werpen. Koppen bussen onder de kin gezet, dat is ook goed. Men zal ook dat murwe lapje van de oren van onder grijpen met een tang die 2 bladeren heeft met een opening en door die opening zal men een gloeiend ijzer steken en er een snoer doortrekken en het zo lang dragen als te doen is. Men zal ook een brandwond tussen de ellenboog en de schouders maken. Doe aldus; neem een ijzer met een blad met een opening en leg het op de arm en neem dan een gloeiend ijzer en steek het door het gat van het blad en brand het zo en zet de brand 4 vingers boven de ellenboog want daar staat hij het beste. En men snijdt 2 aderen aan elke zijde van de slaap en een aan het midden van het voorhoofd en die 2 zal men branden en dicht schroeien en willen ze niet stelpen dan zal men de ader in het voorhoofd met een gloeiend ijzer schroeien. Men zal koppen zetten onder de enkel en op de voet of aan de hals. En weet dat men niemand koppen achter zal zetten die boven 40 jaar oud is omdat de geesten daar naartoe trekken. Weet ook dat sommige aderen buiten liggen en in de slaap en als men die zou steken, men zou het zien verliezen. Zijn de ogen rood en er is hitte in, dat is een teken van bloed, dat ken je door de aderen dat ze te vol zijn en de urine is rood en dik. En is [92] het ongemak nieuw, dan zal men de ader aan de andere zijde laten. En is het oud, men zal het laten op diezelfde kant. Is de materie van gal, dan is de urine geel gekleurd en dun. En als men in de ogen luizen bespeurt dan zal men wat aderlaten, maar het koppen zetten is vooral goed in die voor vermelde plaatsen op de arm. Weet dat in alle subtiele levenssappen het beter is te laten van de ader, maar als de materie te zeer groot is dan is het purgatief van het koppen zetten beter. Is er hitte in de ogen leg dan Plantago psyllium in lauw bronwater en als het dik wordt en viskeus dan zal ge er een pleister van pluksel op leggen en dat ligt er direct op en verkoelt zeer. Een andere tegen roodheid en hitte; ge zal vrouwenmelk nemen en lauw water en de ogen daarmee wassen en doe wat in de ogen want het verzacht de ogen en verkoelt. Tegen ogen die droog zijn en zeer pijn doen zal ge psyllium in warm bronwater leggen en leg de zieken op de rug en werp het hem 2 maal per dag in de ogen. Een andere; neem cortex buggle, (schors van Ajuga) dat is het kortste dat men vindt in de apotheek, dit zal ge verpoederen en temperen met rozenwater en laat het staan klaren en van dat geklaarde zal ge in de ogen werpen. Dit verkoelt ook; men zal stoppen natten in rozenwater of in koud water uit een bron of in mucilago van psyllium en van het wit van een ei, tenzij dat het zo erg kleeft. Dit is ook goed tegen hitte en pijn en tegen verbranding van de ogen; neem cortex bugle en verpoeder het en temper het 1 nacht met rozenwater en bedek het goed tussen 2 schotels en s morgens zal men de zieke op de rug laten liggen en het hem in de ogen werpen. Weet wat vochtig is en dat men in de ogen laat druppelen, dat noemt men colirie (oogzalf). Als men een colirie in de ogen doen zal dan moet de zieke op de rug liggen [93] met het aanzicht naar boven. Van de plekken die op de ogen groeien of die in het zien liggen zodat ze het zien verblinden dat noemen we macula, dat is een pijn die in de kroon van de ogen [hoornvlies] in het hol komt. Zulke plekken zijn zwart of bruin en die komen van melancholie, zelden of nooit zullen ze genezen. En zijn ze wit dan hoopt men van baat. Is de plek bruin en komt van viskeuze levenssappen en hangt het buiten op de ogen en belemmert het hele zien dan kan men ze met een naald er aflichten, die noemt men een dragmer naald. En ook kan men het er af doen met een haakje. Ungula is een plek die van de ooghoek tot aan de andere hoek gaat, aan de buitenkant van het oog, dat moet men ook genezen met de dragmeer naald. En weet dat deze soms gevoegd zijn met levenssappen van binnen en dan wordt het oog meer bedekt dan het nodig was en die kan men zelden genezen. Soms komen van reuma levenssappen die op die plaats komen en die gekleurd zijn tussen kristal en grove [gekleurd tussen wit en mat] levenssappen en die maken cataracten. Deze cataracten zal men genezen van binnen die de materie zullen purgeren. Weet als al die levenssappen in het hoofd zijn dan zal men niet purgeren in het fundament, maar men zal gorgelen maken en laten niezen, dat ruimt het hoofd. Sommige van deze kan men genezen en sommige niet. Dat doet men aldus; die zieke zal beide zijn ogen dichtdoen en de dokter zal met zijn vinger de scheiding van de zeren [94] ogen wrijven, dan zal die zieke snel zijn ogen opslaan, is die plek verspreid dan kan men ze genezen en is ze niet verspreid dan kan men ze niet genezen. Dit zijn die geneesmiddelen van die plekken. Als eerste zal men ze altijd 6 dagen of 8 laten weken die men genezen wil eer dat men buiten er enige dingen in doen zal. Men zal vrouwenmelk nemen die een zoon gekregen heeft en dat in de ogen werpen ‘s morgens en ‘s middags en ’s avonds, dit laat de plek vermurwen. Een andere; neem bloed van een jonge duif uit zijn vlerk. Want dit vermurwt en geneest plekken die in sommige lieden die nieuw zijn. Een andere; neem merg uit een ganzenvlerk en maak het heet en laat het verkoelen en leg het erop. Dit laat scheuren en verteren. Weet dat men de nieuwe plekken gemakkelijk genezen kan. De gal van alle vogels die van roof leven zijn goed op die plek. En de gal van een man die met een zwaard dood gestoken is dat is vooral goed op die plek. Een andere; neem Sarcocolla, wierook, mastiek, koraal en parels, dit zal ge goed verpoederen en temperen in een mortier met gal van vogels die van roof leven of van vissen die van roof leven en doe er sap van aardbeikruid, van venkel en ruit bij. Dit tempert al tezamen en doe het in een glazen vat en laat het zich zetten en dat heldere dat er bovenop drijft zal ge in de ogen werpen. Dit is een goede oogzalf tegen het witte. En behoedt de zieken van allerhande ding dat reuma bij brengt. Men zal komijn kauwen in de mond, goed klein, en doe het in een doek en duw de vochtigheid er uit, dit verdrijft nieuwe plekken en stremt tranen. Een andere; men zal in witte wijn gember natten en dan wetten op een wetsteen en weer natten en dan weer wetten en dat er afslijpt geneest het witte. En het sap [95] van wit en rood papaverzaad, dat geneest ook. Men zal een rode slak met zijn huis tot poeder branden en dat poeder zal men in de ogen werpen. En men zal in 4 dagen de baat zien, dit is vaak geprobeerd. Zijn de ogen ontstoken van hitte of van vochtigheid of anderszins van ontstekingen dan zal men wit aluin verpoederen, goed klein, en mengen met rozenwater, dit trekt de hitte uit de ogen. En men zal wit zinkspaat mengen met wijn want het doet hetzelfde met rozenwater. Men zal ook wit aluin mengen in een hard gebraden ei en dan de vochtigheid door een doek duwen en het in de ogen werpen. En met deze zal men altijd eerst werken en helpen deze dingen niet dan moet men tot sterkere dingen gaan die hiervoor beschreven staan. |
Oogziekten kunnen ontstaan door ieder van de 4 levenssappen.
1. van bloed; kentekenen; rode ogen, rode vlekken in het wit van de ogen; de urine is rood en vet; medicatie; hoofdader laten.
2. van gal; kenteken; pijnlijk stekende ogen; urine geel; medicatie’ gal purgerende middelen.
3. van flegma; kentekenen; aangezicht bleek en gezwollen; medicatie; flegma purgerende middelen.
Over zwarte gal wordt niet gesproken.
In geval van tranende ogen zal men op zwarte dingen kijken, een pleister appliceren van pluksel met allerlei geneesmiddelen erop, laat koppen zetten, het lelletje van de oren met een gloeiend ijzer doorboren en er een snoer doortrekken, cauterisatie op de arm, aderlaten aan de slapen en het voorhoofd.
Macula, ‘dat is te segghen dat witte ende die vliese op die ooghen’. Zoals Scellinck zegt, zijn zwart of bruin als zijn van zwarte gal voortkomen en zijn ongeneeslijk; zijn ze wit dan kunnen die genezen; bruine die voortkomen van viskeuze levenssappen en die buiten aan de ogen hangen worden er afgelicht met een naald of haakje.
Ungula [bedoeld wordt pterygium, een driehoekig vlies dat zich aan de voorzijde van het oog vormt met de basis naar de ooghoek gericht en met de punt over het hoornvlies heen groeiend, wordt door Scellinck aldus beschreven; ‘Ungula in oculo dat is die nagle int oghe. Ende ungula begint te wassen in den enen hoornic [hoek] vanden oghe dan wasset allenxkens totdat doghe al overdect es ende tsien benemet’. Men zal het eveneens met een naald wegnemen, doch vooral zal men het weken hetzij met vrouwenmelk, met bloed uit de vlerken van jonge duiven, met merg uit een ganzenveer, met gal van roofvogels hetzij met gal van een man die met het zwaard gedood werd of met nog andere meer, om van te griezelen.
[25] Some lieden bloeden ten nese bi gewoenten. &de some werden si so bloedende [1790] dat mense niet gestelpen en can. &de bloeden altenen ten rechten nese gate ¶ Men salse doen laten ter hooft adren in den rechten op dat die tijt orlooft entie cracht vanden mensce. Ende bloet men te slinken nese [1795] gate. so salmen lat ter hooft adren in den slinken arm. Ende en cesseret niet so salmen nemen tsap van donderbart. van nachtscaden. gersten mele. dit suldi plaestren. Ende bloet hi ter rechter siden. so suldi tplaester leggen optie [1800] melte ane die slinker side. Ende bloet men ane die slinker side. so legt tplaester an die rechter side optie levere ¶ Een ander bloet men ane die rechter side. men sal venteuse bussen setten ane die rechter side optie levere [1805] sonder hicken metten ysere. dit trecket dbloet af. Bloet men ter slinker siden. men sal dat vorhooft enten hals bestriken met aysine. &de met andren couden dingen ¶ Ende sulke siin die bloeden bi gewoenten. dien salmen setten [1810] haer dyeten. &de men moetse wachten van vele etene &de van bonen. van erweten. van coyen vlesce. van herten. van hasen. van alre spisen die quaet es te verterne. Men salne wachten van roepene. van couden. van pinen. Hi sal eten [1815] wel verhaven broot &de suver van gruse. &de kiekenen. lammeren vleesch. velt hoendren &de diere gelike. Ende hi sal drinken claren wijn suver &de wit ¶ Een ander. men sal siins selfs bloet bernen. &de laten hem den rooc ontfaen ten nese [1820] Men sal oec parts hoeven bernen die men af stect ter smessen. &de deraf den rooc ontfaen ten nese |
[25] Sommige lieden bloeden uit de neus uit gewoonte en sommigen bloeden zo erg dat men het niet stelpen kan en bloeden altijd uit het rechterneusgat. Men zal ze laten in de hoofdader in de rechter op een tijd die geoorloofd is en de kracht van de mens. En bloedt men uit het linkerneusgat dan zal men laten in de hoofdader aan de linkerarm. En trekt het niet terug dan zal men het sap van donderbaard nemen, van nachtschade en gerstemeel en dit zal ge pleisteren. En bloedt hij aan de rechterkant dan zal ge de pleister leggen op de milt aan de linkerkant. En bloedt men aan de linkerkant leg dan de pleister aan de rechterkant op de lever. Een andere; bloedt men aan de rechterkant dan zal men koppen zetten aan de rechterkant op de lever, vooral ijzeren koppen, dit trekt het bloed af. Bloedt men aan de linkerkant dan zal men het [96] voorhoofd en de hals bestrijken met azijn en met andere koude dingen. En sommige bloeden uit gewoonte en die zal men op dieet zetten en men moet ze wachten van veel eten en van bonen, van erwten, van koeienvlees, van herten, van hazen en van allerhande spijzen die slecht te verteren zijn. Men zal ze wachten van roepen, van kou en van pijn. Hij zal goed gerezen brood eten dat zuiver van gruis is en kuikens, lammeren vlees, veldhoenders en dergelijke. En hij zal heldere wijn drinken die zuiver en wit is. Een andere; men zal hem zijn eigen bloed laten branden en laat hem de rook in de neus ontvangen. Men zal ook paardenhoeven branden die men afsteekt in de smidse en daarvan de rook in de neus ontvangen. |
Bij neusbloeden zal men aldus te werk gaan;
Bloedt men uit het linkerneusgat;
De hoofdader laten op de linkerarm.
Pleisters leggen op de milt.
Voorhoofd en hals bestrijken met azijn.
Bloedt men uit het rechterneusgat;
De hoofdader laten op de rechterarm.
Pleisters leggen op de lever.
Laat koppen zetten op de rechterzijde, op de lever.
Wie dikwijls bloedt uit de neus moet op dieet gezet worden; licht verteerbare spijzen en als medicatie wordt aanbevolen zijn eigen bloed ofwel paardenhoeven te verbranden en de rook ervan op te snuiven.
[26] Djsentiria dats een menisoen.&de daer esser .3. manieren. deen scelt men [1825] disentiria. dander lyentiria. terde dyaria. Dit siin die tekenen van discentiria. dat den zieken dore gaet es geminct met bloede. [de men gevoelt sweringe. bijtsel. &de steecten sulc tijt boven den navel. &de sulc [1830] tijt daer onder ¶ Es die pine boven. so comt ter cameren stront ten iersten. &de derna root bloet &de claer. &de hi gevoelt in dier tijt grote sweringe boven den navel. Ende comt die materie van onder den navel. so comt ierst ter cameren [1835] vul bloet. &de derna stront. entie wile gevoelt men sweringe &de steecten onder den navel. Maer es die materie omtrent den navel so gevoelt die sieke sweringe ende steecten omtrent den navel ¶ Dat men scit dat [1840] heten die meesters digesten. &de biden digesten mach men weten wer die materie es so boven so onder. so in midden ¶ Es discentiria boven entie digesten gelu siin of groene. of swert. men sal dan geven dyacodion met [1845] wegebrede sape ¶ Een ander. Nemt bolum armenicum &de gomme van arabien. dit suldi pulveren &de mingen met cyrope rosaet. men sal dese .2. geven drinken. oec sal mense geven in alrande spisen ¶ Een ander. Nemt bolum [1850] ypoquistidos. sumac. dats ene gomme spodium. bloet van draken. gomme van arabien. dragant. dit tempert met rose watere of met wegebrede sape. &de daeraf drinke ¶ Een ander. Siedt wedren vleesch met [1855] tyseinen die op gerste es gesoden &de aysiin Of .1. oude hinne metten vlesce. &de doeter toe was enten doder vanden eye &de latet der met sieden. &de men supe tsop ende ete tfleesch ende metten selven machmen die hinne [1860] allene sieden ¶ Sijn die digesten van fleumen so stampt kersse &de zietse in aysine. ende men sal pulveren canele. groffels nagle dit seldire toe doen. &de borne op tarwe gesoden. Men sal wallen goet melc. ende [1865] doen der in den doder vanden eye. dits goet gedronken. Men sal oec nemen alrande frute die stoppen. alse morwe mispelen. Ende cockina salmen rou nemen of gesoden ¶ Ende comt die materie van beneden entie [1870] digesten gelu siin. of swert of groene. so salmen clisterien geven aldus. Nemt galle eclen. sleen. entie wortel van wegebreden dit suldi zieden &de perssen. &de gevent al warm in clisterien. ende hier in smelte wedren roet [1875] hets te beter ¶ Een ander. men sal pulveren galle &de sieden rosen in regen water &de in wegbrede sape. &de doeter in olie &de wedren roete. &de gevet in clisterien al warm. ende tempert daer met den doder van .1. eye hets te beter [1880] ¶ Siin die digesten van fleumen &de men der in sien mach alse clibber. so nem die moeder vanden aysine &de doet in regen watere &de dan bernet oude scoen te pulvere &de scrodelinge van percamente. &de gallen. &de siedet al [1885] te gadere. &de gevet in clisterien ¶ Een ander maect .1. gat in een ey &de doet al ute dat der in es. &de werpt opten doder pulver van pepere gnouch. &de dit werpt int vier &de bernet al te gadere. dit pulver salmen altoes werpen [1890] op sine spise ¶ Een ander. Nemt bolum. draken bloet. mastic. dit pulvert al te gadere. ende als men wille salment werpen op siin spise ¶ Dits sonderlinge goet iegen den lichame. Stampt .1. hantvol wegebreden. ende [1895] frijtse in ene panne met wedren roete. &de dan legget op .1. plaester van stoppen. &de daer op salmen al heet sitten metten fundamente dit hulpt zere ¶ Een ander dat sonderlinge goet es. Legt rosen in aysine enen dach. [1900] &de derna droochse in de zonne of iegen tfier daer na so pulvert balaustia &de galle elx .1. s. o. dit minct metten rosen. &de doeter in gersten meel .1. s. scr. dit tempert met aysine &de doeter toe .1. luttel olien om dat tplaester [1905] niet en soude drogen. &de tsap vander wegebreden oec. 1. luttel. &de dan plaestren optie stede daer de pine es ¶ Jegen discentiria ende lientiria. Suldi zieden in borne byvoet &de daer in sal die zieke dwaen sine been wel ende lange ende [1910] sine voeten. Ende men sal geven drinken cyroop rosaet. Ende men sal ceronium plaestren op .1. leder &de leggent optie mage ¶ Nemt oec bloeme van eykenne houte &de bloeme van eglentiere. dit sul- [1915] di zieden in roden wine. &de dan suldi pulveren folie. mastic. groffels nagle. dit suldiere in doen. &de gevent drinken. Men sal rode colen zieden in aysine &de doen der in gersten meel of roggen meel. &de dan plae- [1920] steren op die mage |
[26] Dysenterie, dat is een buikloop en er zijn 3 soorten van, de ene noemt men dysenterie, de ander lyentiria en de derde diarree. Dit zijn de tekens van dysenterie; wat bij de zieke doorgaat is gemengd met bloed en men voelt zweren, bijten en steken, sommige tijd boven de navel en sommige tijd er onder. Is de pijn erboven dan komt in het toilet ten eerste stront en daarna rood en helder bloed en hij voelt in die tijd grote zweren boven de navel. En komt de materie van onder de navel dan komt eerst in het toilet vuil bloed en daarna stront en ondertussen voelt men zweren en steken onder de navel. Maar is de materie omtrent de navel dan voelt de zieke zweren en steken omtrent de navel. Dat men schijt dat noemen de dokters digestie en bij de digestie kan men weten waar de materie is boven [97] of onder of in het midden. Is dysenterie boven en de digestie geel of groen of zwart, dan zal men sap van papaver geven met weegbree sap. Een andere; neem bolus Armeniacus en gom van Arabië, dit zal ge verpoederen en het met rozensiroop mengen, men zal deze 2 te drinken geven, ook zal men het in allerhande spijzen geven. Een andere; neem sap van Hypocistis, sumak, dat is een gom spodium, bloed van draken, gom van Arabië en dragant, temper dit met rozenwater of met weegbree sap en drink daarvan. Een andere; kook ramvlees met ptisane die op gerst is gekookt en azijn, of een oude kip met het vlees en doe er was bij en de dooier van een ei en laat het ermee koken en men drinkt het sap en eet het vlees en met hetzelfde mag men de kip alleen koken. Zijn die digesten van fluimen stamp dan kers en kook het in azijn en men zal kaneel en kruidnagels verpoederen en dit erbij doen en bronwater op tarwe gekookt. Men zal goede melk wellen en erin doen de dooier van een ei, dit is goed gedronken. Men zal ook nemen allerhande fruit die stoppen zoals murwe mispelen. En kwee zal men rouw nemen of gekookt. En komt de materie van beneden en de digestie is geel of zwart of groen dan zal men aldus klysma’s geven; neem gal van eikels, slee en de wortel van weegbree, dit zal ge koken en persen en het al warm in klysma’s geven en smelt hierin wederom roet, het is te beter. Een andere; men zal gallen verpoederen en rozen koken in regenwater en in weegbree sap en doe olie in en wederom roet en geef het in klysma’s al warm en temper daarmee de dooier van een ei, het is des te beter. Zijn de digestie van fluimen en men erin zien kan als gom [glibber] neem dan de moeder [98] van azijn en doe het in regenwater en brandt dan een oude schoen tot poeder en snippers van perkament en gallen en kook het tezamen en geeft het in klysma’s. Een andere; maak een gat in een ei en doe alles eruit dat erin is en werp op de dooier genoeg peperpoeder en werp dit in het vuur en verbrand het tezamen en dit poeder zal men altijd op zijn spijs werpen. Een andere; neem bolum, drakenbloed, mastiek en verpoeder dit tezamen en als men wil zal men het op zijn spijs werpen. Dit is vooral goed tegen de loop; stamp een handvol weegbree en fruit ze in een pan met weer roet en leg het dan op een pleister van stoppen en daarop zal men al heet met het fundament op zitten, dit helpt zeer. Een ander dat vooral goed is; leg rozen een dag in azijn en droog ze daarna in de zon of tegen het vuur en verpoeder daarna bloemen van granaatappels en gallen, van elk 1 ons, dit meng je met de rozen en doe er 1 scrupel gerstemeel in, dit getemperd met azijn en doe er wat olie bij, omdat de pleister niet zou drogen, en wat sap van weegbree en dan pleisteren op die plaats daar de pijn is. Tegen dysenterie en lientiria zal ge in bronwater bijvoet koken en daarin zal de zieke zijn benen en zijn voeten goed en lang wassen. En men zal rozensiroop te drinken geven. En men zal ceronium (was?) pleisteren op een leer en het op de maag leggen. Neem ook bloemen van eikenhout en bloemen van egelantier, dit zal ge koken in rode wijn en dan zal ge foelie verpoederen, mastiek en kruidnagels, dit zal ge erin doen en het te drinken geven. Men zal rode kolen in azijn koken en er gerstemeel of roggemeel in doen en dan op de maag pleisteren. |
Er bestaan 3 soorten buikloop, namelijk disenteria, lyentiria en dyaria. In Ortus sanitatis wordt dit aldus beschreven; ‘Item daer zijn driederhande loopen des buycks Den eenen wort ghenaemt Dissenteria Ende dit is eenen loop di met bloede loopende is. Den anderen loop des buycs is Dyarria ghenaemt Ende dit is eenen loop sonder bloet Ende den derden loop is Lyenteria ghenaemt Ende hier mede loopt die spise dore gelijc si gheten of inghenomen wort’.
Disenteria gaat gepaard met bloedafgang en men voelt stekende pijn soms boven en soms omtrent de navel. Naar gelang de plaats van de pijn en de kleur van de uitwerpselen zullen geneesmiddelen ingegeven worden; in sommige gevallen zet men klysma’s of legt men pleisters op de maag.
In de 2 volgende hoofdstukken wordt dan gehandeld over lientiria en dyaria.
[27] Ljentiria es een menisoen daer die spise al geheel dor den lichame gaet al onverteert also mense eet so comtse beneden dore. Ene redene es dattie mage [1925] entie darmen also glat siin van limeger fleumen. dat de spise al geheel dore slekert. Ene ander redene es dat nature gene macht en heeft haer spise te verteerne Die derde redene es. dat die cracht [1930] van den onthoudene es te cranc. Die vierde redene es dat die mage entie darmen gewont siin van scarpen humoren ¶ Comt die faute van glatheiden van viscoser fleumen. dit siin die tekenen. Men heeft swerheit [1935] in die mage. &de dat men rupsent es suur &de dat men in die digesten ziet es als puuds gerad. Men sal ierst purgieren. dan sal men .1. hinne zieden &de snidense in stucken dan nem polipodium .3. o. dat siin wortelen [1940] van vaerne dat op eyken wast &de coloquintide .1. o. Men sal drinken dit sap. want het purgiert die materie alse van viscoser fleumen. Ende men sal hem geven dese latuwarien. dyamastic. trifera magna. Dya- [1945] citonitem calidum. &de costum. of welc men wilt van desen. Ende men salse nutten met wine. of met watere daer yser in es gebluscht daer men messe of scaren maect. Ende haer dyete moet siin geordineert alsoet es [1950] in discentiria. met comine. met groffels naglen. cubeben waren oec goet. want dese .3. stelpen &de starken ¶ Comt lientiria van crancheiden vanden onthoudene. dat kent bi der spisen dat si met haesten dore gaet [1955] in de selve varwe &de in de selve roke metten digesten ¶ Nemt bemersts zaet belde zaet. soffraen. balaustia elx .2. .dr. &de tempert met sape van wegebreden. of met sape vander hontsribben. Men sal [1960] hem maken supenen van doderen van eyeren van tarwen bloemen daer mispelen in gesoden siin. of peren of doders ¶ Comet bi der crancheit. dat kent men bi der spisen dat si so onlange geduert. &de dat si grof [1965] dore comt. So salmen dat selve geven dat der voren aldus naest staet ¶ Comet van hitten. men sal geven dyacodion. of triasandali. &de andre dingen die men vint in discentiria. Ende in dit sal men geven [1970] spise die licht es te verterne |
[27] Lientiria is een buikloop waar de spijs in zijn geheel en onverteerd door het lichaam gaat en zo de mens het eet zo komt het er beneden uit. Een reden is dat de maag en de darmen zo glad zijn van lijmige fluimen dat de spijs er heel doorglijdt. Een andere reden is dat de natuur geen kracht heeft zijn spijs te verteren. De derde reden is dat de kracht van vast te houden zwak is. De vierde reden is dat de maag en de darmen gewond zijn van scherpe evenssappen. Komt de fout van gladheden van viskeuze fluimen dan zijn dit de tekens; men heeft zwaarheid in de maag en dat men oprisp is zuur en dat men in de digestie ziet is als kikkerdril. Men zal eerst purgeren en dan zal men een kip koken en het in stikken snijden, neem dan 3 ons Polypodium, dat zijn wortels van varens die op eiken groeien, en 1 ons kolokwint en men zal dit sap drinken want het purgeert de materie zoals van viskeuze fluimen. En men zal hem deze likkepot geven; sap van mastiek, trifera magna, driemaal? (van Ocimum) sap van akoniet, calidum (warme wijn?) en costus of welke men wil van dezen. En men zal ze wijn laten gebruiken of met water daar ijzer in geblust is en waar men messen of scharen maakt. En zijn dieet moet zijn zoals aanbevolen wordt in dysenterie, met komijn, met kruidnagels, kubeben waren ook goed want deze 3 stelpen en versterken, Komt lientiria van zwaktes van het onthouden, dat kent men door de spijzen dat ze met snelheid doorgaan in dezelfde kleur en in de dezelfde geur met de digestie. Neem zaad van Cynoglossum omphalodes (?) bilzekruid, saffraan en bloemen van granaatappels, van elk 2 [100] drachme en temper het met sap van weegbree of met sap van hondsrib [Plantago lanceolata]. Men zal voor hem een soep maken van dooiers van eieren en van tarwebloem daar mispels in gekookt zijn of peren of dooiers. Komen we bij de zwakte, dat kent men door de spijzen dat ze zo kort duren en dat ze grof doorkomt. Dan zal men datzelfde geven dat er voren het dichtstbij staat. Komt het van hitte dan zal men sap van papaver of sap van sandaalhout geven en andere dingen die men vindt in dysenterie. En hierin zal men spijs geven die licht te verteren is. |
28]Dyaria es .1. menisoen simpel ende sonder sweringe &de steecten of bijtsel. &de wel de spise verteert. &de es spoelinge vanden lichame. Somtijt comet van [1975] couden. somtijt van vremder spisen of van vremden dranke. &de van te vele etene of drinkene ¶ Wet alle die werke die behoren iegen discentiria &de lientiria die siin goet iegen dyaria. Ende iegen [1980] die gewonde mage. ende iegen wonden vanden darmen der menisoen af comt |
[28] Diarree is een enkelvoudige buikloop en zonder zweren en steken of bijten en die de spijs goed verteert en het is een spoeling van het lichaam. Soms komt het van koude, soms van vreemde spijzen of van vreemde dranken en van te veel eten of drinken. Weet dat alle geneesmiddelen die tegen dysenterie en lientiria behoren die zijn goed tegen diarree. En tegen de gewonde maag en tegen wonden van de darmen waar buikloop van komt. |
[29] Acarides &de lombrici siin wormen die in den lichame wassen. &de siin comen van grover spisen die node verteert [1985] Si wassen some in die cleine darmen aldus upperst. entie heet men lombrici. &de siin lange wormen. Ende som wassensi in die grote darmen onder den navel. entie heten acarides. &de si siin vander grootten dat cau- [1990] warden zaet es. &de siin wit &de plat &de si eten vele. &de alsi niet en eten so gevoelt men bijtsel &de snidinge onder den navel. Ende some wassen si in die nederste darmen int fundament. &de dat siin smale worme- [1995] kine &de diere es vele. &de siin wit ende cleine als .1. draet. ende die pine es gelijc den uppersten. Die in die middel van den lichame liggen die sterven node &de si wassen van fleumen ¶ Jegen alle worme. Nemt [2000] sanctorie .1. lb. ende .4. o. campsaets. lupini .1. s. o. &de evene .2. o. Dit sal men stoten &de zieden. het doet sterven alle maniere van wormen ¶ Galienus seit dat men neme de scorsse van mali granati &de stopse ende [[2005] zietse in wine &de drinket. dit doet sterven alle maniere van wormen ¶ Dyascorides seit. dat been vander hielen vanden stier goet es gebernt &de gepulvert &de gedronken met zeme. het doet sterven alle maniere [2010] van wormen ¶ Nemt lupine amani. dit siin benen vander zee. averone. sanctonica dit suldi stoten &de mingen metter gallen van den stiere. &de plaesteret optie stede daer de pine es. Ende geeft hem drinken yera- [2015] logodion met regen watere dat es best Wet dat alle bitende dingen goet siin iegen de wormen want het doetse sterven |
[29] Acarides en lombrici zijn wormen die in het lichaam groeien en zijn gekomen van grove spijzen die slecht verteren. Soms groeien ze in de kleine darmen in het allerbovenste en die noemt men lombrici en dat zijn lange wormen. En soms groeien ze in de grote darmen onder de navel en die heten acarides en ze zijn van de grootte dat kauwoerdezaad [101] is en ze zijn wit en plat en ze eten veel en als ze niet eten dan voelt men bijten en snijden onder de navel. En soms groeien ze in de laagste darmen in het fundament en dat zijn smalle wormpjes en die zijn er met velen en zijn wit en klein als een draad en de pijn is gelijk aan de bovenste. Die in het midden van het lichaam liggen die sterven slecht en ze groeien van fluimen. Tegen alle wormen; neem 1 pond duizendguldenkruid en 4 ons hennepzaad, 1 ons lupinen en 2 ons evenie. Dit zal men stampen en koken en het laat alle soorten van wormen sterven. Galenus zegt dat men de schors neemt van mali granati en stop ze en kook ze in wijn en drink het, dit laat alle soorten van wormen sterven. Dioscorides zegt dat been van de hielen van de stier goed is verbrand en verpoederd en gedronken met honing, het laat alle soorten van wormen sterven. Neem lupine amani, dit zijn benen van de zee averone, en sanctonica [Artemisia cina] dit zal ge stampen en mengen met de gal van de stier en pleister het op die plaatsen daar de pijn is. En geeft hem yeralogodyon (likkepot gelijk hiera picra) te drinken met regenwater, dat is het beste. Weet dat alle bijtende dingen goed zijn tegen de wormen, want het laat ze sterven. |
[30]Dje steen wast somtijt in die niere somtijt in de blase. Alse de steen [2020] in die niere wast. dit siin die tekenen Men gevoelter in sweringe &de steecten &de men pist met groter pinen. &de in die orine vloten corups [l. corpus] vele gelijc hare. somtijt siet men gelijc zant in den bodem [2025] van tiegelstux. Ende als de steen in die blase wast. gevoelt men sweringe ende steecten omtrent tysebeen. &de bijtsel &de ioocsel omtrent den hals vanden vede. so dat hem .1. mensce crauwen wille ¶ Somtijt [2030] ziet men wit zant in den bodem vander orinen &de dat heet men gravelen. Somtijt ziet men gruus in dorine. Dus sal mense genesen ¶ Nemt gariofili. antofali. galigaen sicadarum. sucarum. granorum solis. Melanopi- [2035] peris persiin saet. enimis. asperagi. lovessce. of tsaet. bevenelle. elx .1. o. dit suldi pulveren &de geven drinken in melke .22. dagen. Dbloet vanden vos al warm gedronken es oec goet. Ende dbloet [2040] vanden boc gedroget &de gepulvert &de op sijn spise gestroyt. es oec goet. of gedronken ¶ Een ander. Nemt wortel van apien. van persine. van vencle. zaet van marcedonien. van gremille. van polipodij. van qua- [2045] rsini. agarici. seminis cucumeris. elx .3. .dr. Ende doet in een bad daer hi in sit toten lendenen. &de dan salmenne hoge leggen &de duwen den steen dat hi sciet in die blase uten croppe vander blasen van onder [2050] tysebeen anden hals vanden vede. so dat menne vallen doet int ydele van der blasen ¶ Dit siin hete medicinen die den steen breken. &de al te heet en siin si niet goet. Want die grote hitte trect die humo- [2055] ren te gadere. &de die steen wast der af te meer. &de meerdert meer dan hi mindert ¶ Dese siin snidende. alse averone. bedellium. cyperus. bayen. venkel zaet. anijs. scolopendria. zop van ciceren [2060] lignum ebenitri. aysiin. wortel van lupinen. squillen. wilde savie. bevenelle zeem. vitsen. zout. gremil. zaet van marcedonien. Die gi in latine hebt die souct in die specerie. Dese mogedi pul- [2065] veren &de stroyen op siin spise. Oec mogediere dranc af maken. Ende es die steen so groet dat hi niet sceden en mach. so sal menne sniden. |
[30] De steen groeit soms in de nieren en soms in de blaas. Als de steen in de nieren groeit zijn dit de tekens; men voelt er zweren en steken in en men pist met grote pijn en in de urine drijven veel zaken [Latijn corpus] die veel op haar lijken en soms ziet men het als zand in de bodem van steengruis. En als de steen in de [102] blaas groeit dan voelt men zweren en steken omtrent het heiligbeen en bijten en jeuk omtrent de hals van de roede zodat de mens het krabben wil. Soms ziet men wit zand in de bodem van de urine en dat noemt men graveel. Soms ziet men gruis in de urine. Dus zo zal men ze genezen. Neem Geum urbanum, kruidnagels, galigaan, Ecballium elaterium, suiker, Coix lacryma-jobi, lange peper, zaad van peterselie, enimis, asperge, maggi of het zaad van Pimpinella saxifraga, van elk 1 ons, dit zal ge verpoederen en het 22 dagen te drinken geven in melk. Het bloed van de vos al warm gedronken is ook goed. En het bloed van de bok gedroogd en verpoederd en op zijn spijs gestrooid of gedronken is ook goed. Een andere; neem wortel van Apium, van peterselie, van venkel, zaad van Smyrnium olusatrum, van parelkruid, van Polypodium, van eikvaren [?] paddenstoelen en seminis cucumeris, [komkommerzaad] van elk 3 drachmen. En doe het in een bad daar hij in zit tot de geslachtsdelen toe en dan zal men hem hoog leggen en de steen duwen zodat hij in de blaas schiet uit de krop van de blaas van onder het heiligbeen aan de hals van de roede zodat men het vallen laat in het legen van de blaas. Dit zijn hete medicijnen die de steen breken en al te heet zijn ze niet goed. Want de grote hitte trekt de levenssappen tezamen en de steen groeit er groter van en vermeerdert meer dan hij vermindert. Deze zijn snijdend zoals averone, bdellium, Cyperus, laurierbes, venkelzaad, anijs, hertstong, sap van cicer, lignum ebenitri, azijn, wortel van lupinen, zeeui, wilde salie, Pimpinella saxifraga, honing, vitsen, zout, parelkruid en Smyrnium olusatrum. De ge in Latijn hebt die zoekt in de specerijen. Deze mag ge verpoederen [103] en op zijn spijs strooien. Ook mag ge er drank van maken. En is de steen zo groot dat hij niet scheiden wil dan zal men hem snijden. |
[31] Djerste dat men doen sal iegen gra- [2070] velen &de iegen stene. so sal men geven met lauwen watere oximel simplex. Dan nemt apie wortele &de tsaet venkel wortele &de tsaet. persiin wortel &de tsaet. &de anijs. dit suldi zieden in bor- [2075] ne &de gevent drinken. dit rijpt die materie. hier na salmen die materie purgieren met benedicta ¶ Hier na salmen bade maken die morwen aldus. Nemt papple. violet bladere. pards hoeven. [2080] bereworte. musemaluwe wortele. dit suldi zieden &de werpent in .1. cupe daer die zieke in baden sal. Hier na salmen laten die levere adre. Ende derna salmen laten onder den cnoesel binnen voets met ere [2085] vliemen ¶ Hier na nemt vitri &de bernet op ene gloyende tiechle. dit gepulvert &de gedronken met lauwen wine doet breken den steen. So doet dbloet vanden boc dat snijt alder meest den stene. So [2090] doet wilde kersse gestoten &de gedronken met wine. Gingebere. persiin saet. &de peper. te gadere gepulvert. &de altenen geten in spise daer op gestroyt. of met dranke gedronken. dit doet breken den steen ¶ Galienus [2095] seit dat in dese passie vanden stene comt .1. ongemac dat men heet stranguiria dats datmen met pinen pist of drupende. daer iegen salmen laten dadere onder den cnoesel binnen voets. dat doet orine [2100] maken ¶ Nemt cicadis dat siin crekelen ende kerlen van kerselstenen. &de tsap van persine. gremil. bevenelle. &de minget met wine &de plaestert op tysbeen omtrent den vede. dit doet orine maken ¶ Een ander [2105] Nemt wortele van persine. van poret loke dit ziedet in wine. daerna suldise stoten in een mortier. &de derna friten in ene panne met botren sonder sout. &de plaestert dit al heet tusscen de cullen enten fundamente [2110] Opt ysebeen &de omtrent den hals van den vede. &de latet liggen tote dat tplaester droge si. Ende eist te doene so vernuwet tplaester ¶ Ende geeft de latuarien in dese passie &de in alle passien van orinen te ma- [2115] kene. Alse electuarium ducis. licontripon. justinum. filantropos. dit geeft men drinken. Ende mogedi hebben electuarium ducis. so en nemt geen andere latuarie Ende en hulpen dese dingen niet so salmen [2120] sniden. ja stene die groet siin. mer die werken van voren hulpen meest in die gravelen &de in die faute vander orinen dat mense qualike maken mach. |
[31] Het eerste dat men doen zal tegen niergruis en tegen steen is dat men met lauw water honingwater simplex zal geven. Neem dan Apium wortel en het zaad, venkelwortel en het zaad, peterselie wortel en het zaad en anijs, dit zal ge in bronwater koken en het te drinken geven, dit rijpt de materie, hierna zal men de materie purgeren met Carduus benedictus. Hierna zal men een bad maken die vermurwt, aldus; neem heemst, violenbladeren, paardenhoeven, berenklauw en Althaea wortel, dit zal ge koken en het in een kuip werpen daar de zieke in baden zal. Hierna zal men de leverader laten. En daarna zal men onder de enkel van de binnen voet laten met een vliem. Neem hierna meekrap en brandt het op een gloeiende tegel, dit verpoederd en gedronken met lauwe wijn laat de steen breken. Net zo doet het bloed van de bok, dat snijdt het allermeest de steen. Net zo doet wilde kers, gestampt en gedronken met wijn. Jenever, peterseliezaad en peper, tezamen verpoederd en af en toe in de spijs gegeten of erop gestrooid of met drank gedronken laat de steen breken. Galenus zegt dat in dit lijden van de steen een ongemak komt dat men stranguiria noemt, dat is dat men met pijn pist of druppelend en daartegen zal men de ader laten onder de enkel aan de binnenkant van de voeten, dat laat urine maken. Neem cicadis, dat zijn krekels, en kernen van kerstenen en het sap van [104] peterselie, parelzaad en bevernel en meng het met wijn en pleister het op het heiligbeen omtrent de roede, dit laat urine maken. Een andere; neem wortels van peterselie en van prei, kook dit in wijn en daarna zal ge het in een mortier stampen en daarna fruiten in een pan met boter zonder zout en pleister dit al heet tussen de ballen en het fundament, op het heiligbeen en omtrent de hals van de roede en laat het liggen totdat de pleister droog is. En als het te doen is dan vernieuw je de pleister. En geef likkepot in dit lijden en alle lijden van urine maken zoals zoete likkepot, licontripon, (soort pruimensap) justinum en philantropos (soorten van Agrimonia), dit geeft men te drinken. En mocht u zoete likkepot hebben neem dan geen andere likkepot. En helpen deze dingen niet dan zal men snijden, ja stenen die groot zijn, maar de geneeswijzen hiervoor helpen meest in niergruis en in de fouten van de urine dat men het slecht maken kan. |
Tegen graveel worden verschillende drankjes aanbevolen, baden en de leverader laten onder de knoesel binnenvoets.
Volgens getuigenis van Galenus veroorzaken stenen stranguiria [stranguria]. Hiertegen wordt bloed laten onder de knosel binnenvoets aanbevolen, ook legt men pleisters tussen scrotum en anus en geeft men allerhande diuretica.
Volgens de Ortus sanitatis; ‘Stranguria dat is die droppel of coude pisse’en ‘straguriosi dat is degene die met pine haer orine maken’. Herbarius in Dyetsche; ‘Gebreck in der blasen als coupis ende dissurie dats nu wat pissen ende over een uure noch wat’.
[32] Het es vrese te snidene vanden [2125] stene ouden lieden. want de wonde mach cume emmermeer genesen. Eer men kindren of ouden lieden snidet sal mense setten in .1. bad &de laten den steen weyken. &de dus salmer toe gaen ¶ Eist [2130] .1. kint of een ander. so sal .1. starc man tkint setten op beide sine knien metten lendenen. &de men sal den man slaen .1. doec om sinen hals &de om des kints benen &de onder sine armen gebonden. entie man sal met [2135] elker hant .1. been houden. Entie meester sal knielen op sine knien. &de leggen een dicke plaester onder des kints navel &de leggen sine .4. vingere alle gestrect opt plaester. &de duwen den lichame utermaten [2140] zere. so dat de steen sciete in den crop van der blasen. Ende vander ander hant die .2. vingere sal hi steken int fundament also diepe alse hi mach. Ende tast hi der dan dat moru es. so eist de vijc. so en sal [2145] hi niet sniden &de salne weder striken opwert Ende tast hi dan dat hart es. so eist een steen. so sal hine boven driven metter hant &de metten .2. vingeren so hi naest mach in den crop vander blasen ten vede wert. dan [2150] suldi den steen houden met .3. vingeren dat hi niet en kere. dan suldi nemen een sceers &de sniden opten steen .1. wonde lanx niet meerre dan die steen uut comen mach dat die wonde saen genesen mach. dan [2155] suldi nemen enen holen lepel e&e vaten den steen metten leple &de trecken ute. Dan salmen tarwen bloeme werpen in die wonde. ende laet der op liggen droge stoppen. Ende dan leggen den zieken in siin ruste. Ende wet dat [2160] men niet vervaert en sal siin al loop dorine ter wonden ute .4. dage of .5. want die wonde sal wel genesen ¶ Ende es die vijc daer dat moru si. so salmen den zieken doen orbaren &de maken van watere dat stopt [2165] ende dat heilende es. alse water der rute in gesoden es &de rosen &de alsene &de regen water |
[32] Het is vrees om de steen in oude lieden te snijden want de wond kan nauwelijks meer genezen. Eer men kinderen of oude lieden snijdt zal men ze in een bad zetten en de steen laten weken en dan zal men ertoe overgaan. Is het een kind of een andere, dan zal een sterke man het kind op beide zijn knieën met de lendenen zetten en men zal de man een doek om zijn hals slaan en om de benen van het kind en onder zijn armen gebonden en die man zal met elke hand 1 been vasthouden. En de dokter zal knielen op zijn knieën en een [105] dikke pleister onder de navel van het kind leggen en zijn 4 vingers uitgestrekt op de pleister leggen en het lichaam zeer goed duwen zodat de steen van de krop van de blaas schiet. En van de andere hand zal hij 2 vingers in het fundament steken zo diep als hij kan. En tast hij daar het dan murw is dan is het de vijt [soort gezwel] en dan zal hij niet snijden en zal het weer naar boven strijken. En tast hij dan waar het hard is dan is het een steen, dan zal hij die naar boven drijven met de hand en met 2 vingers zo goed als hij kan in de krop van de blaas naar de roede toe, dan zal ge de steen vasthouden met 3 vingers zodat hij niet draait en dan zal ge een scheermes nemen en op snijden op de steen een lange wond die niet groter is dan de steen die eruit komen mag en dat de wonde tezamen genezen kan en dan zal ge een holle lepel nemen en de steen met de lepel vatten en uittrekken. Dan zal men tarwebloem in de wond werpen en laat het er droge stoppen opleggen. En laat de zieken dan rusten. En weet dat men niet bang zal zijn als er 4 of 5 dagen urine uit de wond loopt want de wond zal wel genezen. En is er vijt daar het murw was dan zal men het de zieke verkondigen en water maken dat stopt en dat genezend is zoals water daar ruit in gekookt is en rozen en alsem en regenwater. |
[33] Hjer mach men leren hoe dat men gescorde genesen sal. Men scoort te vele steden in den lichame. [2170] alse ane den navel. &de onder den navel. neven den ysebene. &de in lanken. &de in liescen. so dat heft &de swilt. Ende somtijt slanken si so dat die darmen pulen doet die moeten buten sonder scoren. hoe dat die pine comt [2175] cume mach mense genesen met plaestren ¶ Kindren machmen genesen met pusoenen Nemt tremoerseke. brunelle. matefeloene. dit salmen werpen in wine ierst gestoten. &de drinkens enen toge smorges. te [2180] middage &de savons spade. dits goet kindren &de ouden &de iongen lieden gedronken alle dage. Ende men sal maken een cussenneel alse .1. scilt met .3. hoeken &de telken hoeke nayen ene lange scrode. de twee scroden selen gaen omme die lendenen entie [2185] derde sal gaen onder tlijf. Ende men op dat gescorde leggen dit plaester ¶ Nemt die wortele vander groter confilien &de van kerssen &de wortele &de bladen van matefelloenen. &de blade &de wortel van enen crude dat die [2190] meesters heten brusi. op dat gijt vinden moget. &de nemt swert pec &de wit pec. wierooc. mastic &de smeltet te gadere. &de dan legget al laeu daer op. ende dan suldi dat cusseneel vaste derop binden. Ende als gijt af [2195] wilt doen. so suldijt af weyken dat die huut niet en volge ¶ Nemt tsap van brusi van groter confilien. van matefeloene. van tremoerseken. &de van brunellen. &de gevet drinken .1. eydop vol te male .3. werf sdages [2200] dese cruden siin principael iegen tgescorde ¶ Es die quetsinge cleine in den lichame dat mense bedecken mach met enen vingere so nemt .1. tange met .2. dorgaetten bladen &de vaet dermet die huut &de heffe op &de dore [2205] stecse met enen gloyenden ysere. Ende dan suldi .1. snoer trecken dor dat gat. &de dat alle dage doen gaen achterwert &de vorwert tote dat die materie gesuvert es. Ende men sal dit doen ouden &de iongen ¶ Ende eist [2210] zere gescoort so dat het comt in die cullen. dat moet die meester seker weten. hi sal den zieken averecht leggen. &de nemen dat last dat in den culbalch leget. &de stekent weder in den lichame te sinen rechten gate [2215] &de dan salmen den zieken doen staen op sine voeten. &de men salne doen hoesten. Comt dan dat last weder neder. dats teken dat die zieke es gescoort ¶ Dan sal hi den zieken leggen averrecht op ene tafele [2220] over den lichame beide sine been gestrect neven een. &de men salne so binden tusscen die knien enten voeten met enen hooftdoeke. Entie meester sal den culbalch nemen tusscen den vingeren. &de duwen den [2225] cul stijf iegen dat vel. dan sal de meester sniden met enen scerse iegen den cul lancs den lichame lanc gnouch. die wonde niet diepre dan die huut dicke es. &de wacht wel dat gi in den cul niet en snijt [2230] Dan suldi den cul uut trecken metten darmen &de af doen tsmere dat om den darm leget. Ende haeltene uut meer dan ene spanne lanc in enen ouden mensce. ende in enen jongen min. Dan suldi den darm steken [2235] in .1. splete ende dwingen den darm met der spleten dat die darm uten lichame niet en valle in den darm vanden culle. Als men den darm lanc gnouch uut heeft salmen die splete vaste duwen in die [2240] huut vander wonden. Entie meester sal hebben enen starken draet gewast in ene driecante naelde. &de men sal die naelde steken dore den darm. &de trecken dene helft vanden drade &de dander helft laten [2245] hangen. &de slaet die naelde .3. werf omme den darm. &de stect die naelde cruuswijs dore van te voren. &de dan suldijt cnopen &de dan salmen nemen .1. sceers of .1. sisoor &de sniden den darm af .1. dume vore den [2250] cnoop vanden darme. &de beide die enden vanden drade selen bliven hangende buten der wonden. enten darm metten cnope sal men laten scieten in den lichame. Ende maect .1. plaester vanden witte van den eye [2255] &de legget optie wonde &de geneestse alse ene ander wonde. Ende laet die wonde open tote dat die draet vallet. ten viertienden dage vallen si gerne. dan doet die wonde sluten. Ende den zieken suldi houden liggende [2260] tote dat hi genesen es |
[33] Hier kan men leren hoe dat men breuken genezen zal. Men heeft op vele plaatsen breuken in het lichaam zoals aan de navel en onder de navel, naast het heiligbeen, in de onderlijf en de liezen [106] zodat het opheft en zwelt. En soms vermageren ze zo dat de darmen naar buiten uitpuilen moeten zonder te scheuren. Hoe dat de pijn komt, nauwelijks kan men ze genezen met pleisters. Kinderen kan men genezen met een zacht drankje; neem duivelsbeet, bruinelle en Centaurea jacea, dit zal men in wijn werpen die eerst gestampt is en ’s morgens een teug drinken en ‘s middags en ‘s avonds laat, dit is goed voor kinderen en oude en jongelieden om elke dag te drinken. En men zal een kussentje met pluksel opgevuld als een schild met 3 hoeken maken en in elke hoek een lange band naaien, de twee banden zullen om de lendenen gaan en de derde zal onder het lijf gaan. En men legt op de breuk deze pleister; neem de wortel van smeerwortel en van kers en wortels en bladeren van Centaurea jacea en blad en wortel van een kruid dat de dokters Hylotelephium noemen zodat ge het vinden kan en neem zwart en wit pek, wierook, mastiek en smelt het tezamen en leg het dan lauw erop en dan zal ge die kussen er vast op binden. En als ge het er af wil doen dan zal ge het eraf weken zodat de huid niet volgt. Neem het sap van Hylotelephium, van smeerwortel, van Centaurea jacea, van duivelsbeet en van bruinelle en geef het te drinken, een eierdop vol per keer en 3 maal per dag, deze kruiden zijn voornamelijk tegen breuken. Is die kwetsing klein in het lichaam zodat men ze bedekken kan met een vinger neem dan een tang met 2 open gaten en vat daarmee de huid en hef het op en doorsteek het met een gloeiend ijzer. En dan zal ge een snoer door dat gat trekken en dat elke dag doen naar achteren en voren totdat de materie gezuiverd is. En men zal dit doen bij ouden en jongen. En is het [107] een grote breuk zodat het in de ballen komt, dat moet die dokter zeker weten. Hij zal de zieke dan op de rug leggen en de last nemen die in de balzak ligt en het weer in het lichaam steken op zijn goede plaats en dan zal men de zieke op zijn voeten laten staan en men zal hem laten hoesten. Komt dan de last weer naar beneden is dat een teken dat de ziek een breuk heeft. Dan zal hij de zieke op zijn rug leggen op een tafel met beide benen gestrekt naast elkaar over het lichaam en men zal ze binden tussen de knieën en de voeten met een hoofddoek. En de dokter zal de balzak tussen de vingers nemen en de bal stijf tegen het vel duwen en dan zal de dokter met een scheermes tegen de bal snijden en lang genoeg langs het lichaam en de wond niet dieper maken dan de huid dik is en let er wel op dat ge niet in de bal snijdt. Dan zal ge de bal uittrekken met de darmen en het vet er af doen dat om de darm ligt. En haal er meer dan 17cm lang uit in een oud mens en in een jongere minder. Dan zal ge de darm in een dunne houten spaan steken en de darm met de spaan dwingen zodat die darm niet uit het lichaam valt in de darm van de bal. Als men de darm er lang genoeg uit heeft zal men die spaan vast duwen in de huid van de wond. En de dokter zal een sterke met was bestreken draad hebben in een driekantige naald en men zal die naald door de darm steken en de ene helft van de draad trekken en de andere helft laten hangen en slaat de naald 3 maal om de darm en steekt die naald kruisgewijs door van voren en dan zal ge het knopen en dan zal men een scheermes of een schaar nemen [108] en de darm 1 duim voor de knoop van de darm afsnijden en beide einden van de draad zullen hangen blijven buiten de wond en de darm met de knoop zal men laten schieten in het lichaam. En maak een pleister van het wit van een ei en leg het op die wond en genees het als een andere wond. En laat die wond open totdat de draad valt, de veertiende dag vallen ze graag en laat dan de wond sluiten. En de zieke zal ge liggende houden totdat hij genezen is |
In dit kapittel wordt onderwezen hoe men breuken geneest. Op vele plaatsen van het lichaam kunnen zich breuken voordoen; aan de navel, onder de navel, neven het ‘ysebeen’, in de onderbuik en in de liezen.
Men zal deze genezen met pleisters leggen. Kinderen kunnen genezen met een zacht drankje en een breukband of kussen. De pleister wordt met een kussen op de breuk vastgemaakt.
Bij ernstige gevallen wordt de operatie toegepast waarvan een gedetailleerde beschrijving gegeven wordt. De patiënt moet daarna te bed blijven tot hij volledig genezen is.
[34] Antrax es ene gevenijnde aposteme. ende hi heeft .4. manieren. antrax carbunculus. bonum. malanum. lebon. dese aposteme comt vanden bloede vander me- [2265] lancolien &de van coleren &de van fleumen. Galienus seit. so wat ziecheiden die met vele humoren geminct es. dat si quader te genesene es. dan die mer van enen humore comende en es ¶ Antrax heet men die bloeme [2270] int vleesch. &de sulke bloeme es bleec som rooet. sulc swart na diere humoren &de na der steden. Daer die materie vergadert es gevoelt men grote swerheit. alse of lood daer gehangen ware. &de dats om die grote [2275] swerheit van melancolien. Ende wast dese bloeme an die hant. so dunct hem alse of .1. corre stonde optie hant. &de dat doet melancolie meest. In den beginne alst porret dan eist also cleine alse .1. vitse [2280] of mindre. &de es boven swert. Ende waer dat antrax riset in den lichame daer gevoelt die zieke swerheit omtrent trike vander herten. &de daer omme es die redene datmen antrax niet wederslaen en sal ¶ Men sal int begin [2285] ane die selve zide. ende staet antrax boven ane den lichame. so en salmen boven niet laten om die redene dat die gevenijnde materie mochte comen ten edelen leden &de dan therte bederven mochte. Mer men sal altoes laten [2290] bi der stede. Ende sijnt kindren so salmen hen venteuse bussen setten of stellen so men alder naest mach. want in surgien en eist niet georloft die kindren te latene onder .14. iaer. No in al te couden tiden. no in te [2295] heten tiden. no die walgen ¶ Es antrax out. men sal alle dage geven triacle met lauwen wine. &de vander selver triacle salmen doen op antrax. Es die triacle gerecht &de antrax gerecht. so salse genesen. Binnen [2300] .18. dagen stervet antrax ¶ Wrivet brunelle tusscen .2. tiechlen al ontwe ende legse daer op. het doetse scoren ¶ Een ander. Nemt den doder vanden eye al rou. &de doeter toe also vele souts. &de plaestert der op. Onder dusgedane [2305] plaester so baert hem antrax swert. &de opten andren dach noch meer swert. &de en vergaet niet vor den .9. dach. ende hi scoort opten .10. dach so salre bloetachtech etter uut comen ¶ Een ander. Nemt dat in de vige es [23010] &de also vele souts. dit geplaestert scoort die bloeme. Een ander. Nemt asscen van wijngerthoute &de olie &de zeem. dit geplaestert scoort die bloeme ¶ Men en sal antrax niet sniden hi en si gesworen .10. dage. dan mach [2315] mense coenlike sniden met ere scaren. Dan nemt tsap vander apien &de ziedet met zeme &de minget in tarwen bloeme. dit suvert tgat ¶ Een ander ziedet die wortel vander lelyen &de dan stootse &de legse der op. dit sacht ende [2320] geneest. So doet oec papple &de alsene gesoden &de gewreven ende der op geleit ¶ Ende stampt linaria &de legget der op. dit scoort antrax &de geneest. So doet oec die stront vanden mensce. Die stront vanden mensce es [2325] genatuert droge &de heet |
[34] Antrax is een giftige zweer en er zijn 4 soorten van, antrax carbunculus, bonum, malanum en lebon. Deze zweer komt van het bloed van de melancholie en van gal en van fluimen. Galenus zegt die ziektes die met veel levenssappen gemengd zijn dat ze slechter te genezen zijn dan die maar van 1 levenssap gekomen is. Antrax noemt men de bloem in het vlees en zo’n bloem is bleek, soms rood, sommige zwart naar die levenssappen en naar de plaatsen. Daar de materie verzameld is voelt men grote zwaarheid alsof er lood hangt en dat is vanwege de grote zwaarte van melancholie. En groeit deze bloem op de hand dan lijkt het hem alsof er een kampernoelje op de hand staat en dat doet melancholie het meest. In het begin als het opkomt dan is het zo klein als een vitse of minder en is boven zwart. En waar die antrax in het lichaam verschijnt daar voelt de zieke zwaarte omtrent de hartstreek en daarom is dat de reden dat men antrax [109] niet bestrijden zal. Men zal in het begin aan dezelfde kant [laten] en staat antrax boven aan het lichaam dan zal men boven niet laten vanwege die reden dat die giftige materie aan de edele leden mocht komen en dan het hart zou kunnen bederven. Maar men zal altijd laten op die plaats. En zijn het kinderen dan zal men hen koppen zetten of stellen zo dicht men kan, want in chirurgie is het niet geoorloofd die kinderen te laten onder 14 jaar of in al te koude tijden of in te hete tijden of die walgen. Is antrax oud, dan zal men alle dagen teriakel geven met lauwe wijn en van dezelfde teriakel zal men op de antrax doen. Is de teriakel goed van hoedanigheid en de antrax echt dan zal ze binnen 18 dagen genezen en sterft de antrax. Wrijf bruinelle tussen 2 tegels in stukken en leg het erop, het laat ze breken. Een andere; neem de dooier van een ei al rouw en doe er veel zout bij en pleister het erop. Onder dusdanige pleister wordt antrax zwart en op de volgende dag nog meer zwart en vergaat niet voor de 9de dag en hij breekt op de 10de dag en dan zal er bloedachtig etter uitkomen. Een andere; neem dat in een vijg is en net zoveel zout, dit gepleisterd breekt de bloem. Een andere; neem as van wijngaardhout en olie en honing, dit gepleisterd breekt de bloem. Men zal antrax niet snijden als hij zweert en na 10 dagen dan mag men ze koen met een schaar snijden. Neem dan het sap van Apium en kookt het met honing en meng het in tarwebloem, dit zuivert het gat. Een andere; kook de wortels van lelies en stamp ze dan en leg het erop, dit verzacht en geneest. Zo doet ook heemst en alsem, gekookt en gewreven en erop gelegd. En [110] stamp Linaria en leg het erop, dit breekt antrax en geneest. Zo doet ook de stront van de mens. De stront van de mens is van naturen droog en heet. |
Antrax is een zweer die door giftige levenssappen veroorzaakt wordt. Er worden vier soorten onderscheiden naar gelang zij voortkomen van de 4 levensssappen of de menging ervan. Antrax wordt genoemd de ‘bloemen int vleesch; waar ze uitbreken zal heeft men het gevoel alsof daar lood gehangen is.
Medicatie; bloed laten dicht bij de aangetaste plaats, uitgezonderd als de anthrax aan het bovenste deel van het lichaam staat. Kinderen beneden de 14 jaar zal men laat koppen zetten, daar het niet toegelaten is die bloed te laten. Pleisters worden aangebracht en als de anthrax rijp is zal men er met een ’schaar in snijden. Daarna zal men er gekookte kruiden op leggen om te genezen; mensendrek dient ook daartoe.
Ongelukkig geeft de auteur [of de kopiist] geen verdere uitleg over de 4 soorten van antrax en kunnen we de regels 2261, 2262, die waarschijnlijk op een corrupte tekst berusten, moeilijk verstaan. Het gaat dus over anthrax en carbunculus en verder lebon, mogelijk verminking van flegmon; dan zouden bonus [goedaardig] en malanus [malignus; kwaadaardig] slaan op phlegmon waarvan Scellink zegt; flegmon is diep in dat vleesch; en hij maakt ook onderscheid ‘’t zij datse waerachtig ofte onwaerachtigh zijn’.
Ortus sanitatis noemt ‘antrax die hittighe sweringe ende aposterne; en ‘Carbunculus dat is een swarte bladere die gheheel feninich is Ende dese gelijckt der pestilencie Ende ghelinstert ghelijc eenen carbunckelsteen’. Herbarius in Dyetsche; ‘’het es teghen quade puysten [als antrax], van Beverwijck; ‘Anthrax komt in alle delen van het lichaam voor als een klein puistje of hard knobbeltje met jeuk en grote brand, is in het begin nauwelijks zo groot als een erwt maar wordt geleidelijk aan groter met zeer stekende en onlijdelijke brandende pijn en vooral ‘s avonds en ’s nachts, ook meer terwijl de spijs in de maag verteerd wordt dan als het verteerd is. Werpt soms een, soms twee blaren op en als die geopend worden ziet men het vlees eronder dat net zoals met gloeiende kolen zwart verbrand is waarom het bij de Grieken Anthrax, bij de Latijnen Carbunculus en bij ons pestkolen genoemd wordt’.
[35] HJer wille wi spreken van cruden &de van medicinen &de van latuwarien die goet siin iegen somege ongemaken vanden mensce. Ende ierst van [2330] den genen die goet siin &de principael iegen alle deren vanden hoofde. dat siin dese. ¶ Pyonie. betonie. rute. policaria. origanum. coelne. calamentum. wilde savie. serpentine. primulaveris. herba paralisis [2335] saltureye. Dese gaen ten selven. silobalsamum. carpobalsamum. cubeben. lignum aloes. muskeliaet. noten muscaten. Latuarien ten selven. pluris met musco. dyacitonitem. dyarodon iulij. dyantos met [2340] musco. dyacastoreum. dese siin alle heet die hier voren genoemt siin ¶ Dit siin alle coude cruden iegen hitte of heete ongemake vanden hoofde entie men van buten orbert. nachtscade. donderbart. beilde. [2345] wilge bladere. maiorana. mandragora. orphijn. violet blade. bladelose. portulaca. selve. latue saet. violetten. rosen. olie van rosen. olie van violetten. Latuarien ten selven. suker violaet. triasandali [2350] ¶ Dese cruden siin goet iegen alle deren vander borst dat van couden comt wortele vander lelyen. ysope droge ende versch. berewortte. mellilotum. witte marobie. elle campane. camomille. Wor- [2355] tele vander musemaluwen. origanum. coelne. calamentum ¶ Latuarien iegen die coude hoeste &de versch. dyaprassium dyaysopum. dyadragantum calidum. Ende dese hulpen der droger borst &de makense [2360] versch &de zoete. dyadragantum frigidum. dyapenidion. dyantos ¶ Dese siin goet iegen hesce stemme van hitten. dyadragantum frigidum. peniden. candijt. suker. gommi arabici. cifigon. amidum ¶ Dese [2365] tempert men met sape van ricolissien jegen heescheit van couden ende iegen die hoeste dyaprassium. dyacalamentum calidum. ¶ Dese latuarien siin goet iegen coude ziecheit. dyantos. dyacitonitem met [2370] zinziber conditum. dyagalanga met ciminum dyazinziberos met dyasaturione. of met dyaspermaton ¶ Jegen hertevel dat van couden comt. rosata novella. dyamargarieton. Cruden iegen die vercoutheit vander [2375] herten. melluta. elle campana ¶ Dit siin coude cruden iegen verhitte levere. Cycoreie melc distel. leverworte. tremoerseke blade. scariole. nachtscade. donderbart latue. violet cruut. rosen. Latuarien [2380] ten selven. triansandali. dyarodon abbatis. succara violacea ¶ Cruden iegen die vercoudde levere. savie. wilde savie. costum. grote confilie. Latuarien ten selven. rosata novella. dyaanisum. dyarodon [2385] abbatis. dyacastoreum. dyacitonitem. dyarodon iulij. Noch crude ten selven. coelne. gariofilate. pionie. averone. apie. bevercul. muskeliaet. lignum aloe. Bayen
¶ Dit siin crude iegen die milte [2390] venkel wortel. persiin wortel. cortex tamarisse. blade van esscen. radix capparis camedrios. Ten selven latuarien. dyacapparis. dyacenie. dyacalamentum. dyapiretrum. dyacostum. Dese salmen drogen [2395] &de dan tempren in borne der yser in gebluscht es der men de messen maect. of met wine daer scorsse van brem in gesoden es. of scorsse van tamarissi ¶ Dit siin cruden iegen die herde milte. wilge [2400] bladren. scariole. scolopendria. violetten enioen ¶ Dese hulpen der couder magen. dyagalanga. dyatrionpiperion. dyacalamentum. dyaciminum ¶ Latuarien iegen den steen. electuarium ducis. [2405] philantropos. justinum. licontripon ¶ Dit siin crude iegen die vercoudde moeder van den wive. byvoet. belleric. padde vlas blade vander wedewinden metten roden besyen. camomille. savelboem. Gariofi- [2410] late. mente. coelne. persiin. Medicine ten selven. assafetida. bayen. Latuarien die stonden doen hebben. dyamargarieton teodoricum emagogum. antidotum ¶ Dese stoppen die vloet van wiven. cortex mali [2415] granati. rose olie. gallen. eglentier. wegebrede. regenwater. aysiin. Latuarien ten selven. ypoquistidos ¶ Jegen alrande menisoen. athanasia geminct met mastike &de met wegebrede sape. Dese siinre oec [2420] goet toe. dyacodyon. dyapapaver. Ende dese siin oec goet iegen vloyen van menstrua ¶ Dit siin cruden iegen die coutheit vander nieren. venkel wortele. persiin wortele van marcedonien ¶ Wet [2425] dat betonie geleit in eens menscen bedde die vele peinst ende dien swaerlike dromet helpt herde zere alsi verwarmt es van dien mensce. Ende byvoet helpt iegen den duvel |
[35] Hier willen we van kruiden en van medicijnen en van likkepotten spreken die goed zijn tegen sommige ongemakken van de mensen. En eerst van diegene die goed zijn en voornamelijk tegen alle deren van het hoofd. Dat zijn deze. Pioen, betonie, ruit, Pulicaria, Origanum, bonenkruid, rond bladige munt, wilde salie, adderwortel [of Calla], Primula veris, Primula vulgaris en Satureja. Deze gaan voor hetzelfde; Commiphora opobalsamum, vrucht van Commiphora opobalsamum, Piper cubeba, lignum aloes, [mogelijk Aquilaria agallocha] muskus, nootmuskaat. Likkepotten voor hetzelfde; meer met zeemos, sap van kwee, sap van rozen uit juli, sap van bloem met muskus, sap van bevergeil. Deze zijn allen heet die hiervoor genoemd zijn. Dit zijn alle koude kruiden tegen hitte of hete ongemakken van het hoofd en die men van buiten gebruikt, nachtschade, donderbaard, bilzekruid, wilgenbladeren, majoraan, mandragora, Hylotelephium, violenbladeren, Sedum album, Portulaca, salie, slazaad, violen, rozen, olie van rozen, olie van violen. Likkepotten voor hetzelfde; suiker van violen en sap van sandaalhout. Deze kruiden zijn goed tegen alle ziektes van de borst dat van koude komt; wortels van lelies, hysop droog en vochtig, berenklauw, Melilotus, Marrubium, alant, kamille, wortels van Althaea, Origanum, bonenkruid en munt. Likkepotten tegen de koude en vochtige hoest; sap van prassium; Marrubium, [111] en warme Tragacantha. En deze helpen de droge borst en maken die vochtig en zacht; koude Tragacantha, suikerwater en sap van rozenstuifmeel. Deze zijn goed tegen hese stem van hitte; koude Tragacantha, gezuiverde suiker, kandij, suiker, Arabische gom, cifigon en zetmeel. Deze tempert men met sap van zoethout tegen heesheid van koude en tegen hoest; sap van Marrubium en sap van koude Calamintha. Deze likkepotten zijn goed tegen koude ziekte; sap van stuifmeel van rozen, sap van Cydonia met koude gember, sap van galanga (Alpinia) met komijn en sap van gember met of met sap van zaad Tegen hartkwaal dat van koude komt; nieuw rozensap en sap van parels. Kruiden tegen de verkoudheid van het hart; Melilotus en alant. Dit zijn koude kruiden tegen verhitte lever; Cichorium, melkdistel, leverkruid, duivelsbeet bladeren, Lactuca scariola, nachtschade, donderbaard, sla, violenkruid en rozen. Likkepotten voor hetzelfde; sap van sandaalhout, sap van rozen het benedenste en violensuiker. Kruiden tegen de verkouden lever; salie, wilde salie, Costus en smeerwortel. Likkepotten voor hetzelfde; nieuw rozensap, sap van anijs, sap van rozen van het onderste, sap van bevergeil, sap van kwee en sap van rozen uit juli? Nog kruiden voor hetzelfde; bonenkruid, Geum urbanum, pioen, averone, Apium, bevergeil, muskus, lignum aloë [Aquilaria agallocha] en laurierbes. Dit zijn kruiden tegen de milt; venkelwortel, peterseliewortel, schors van Tamarix, blad van es en wortel van kappertje en chamaedrys. Tegen hetzelfde likkepotten; sap van kappertje, dyacenie, sap van Calamintha, sap van pyrethrum en sap dyacostum. Deze zal men drogen en dan temperen in bronwater daar ijzer in geblust is waar men messen van maakt of met wijn daar schors van brem in gekookt is of schors van Tamarix. Dit [112] zijn kruiden tegen de harde milt; wilgenbladeren, Lactuca scariola, hertstong, violen en ui. Deze helpen de koude maag; sap van galanga, sap van peper, sap van Calamintha en sap van komijn. Likkepotten tegen de steen; zoete likkepot, philantropos (soorten van Agrimonia), justinum (Van Justin?) en soort pruimensap. Dit zijn kruiden tegen de verkouden baarmoeder van de vrouwen; bijvoet, bolderik, vlasleeuwenbek, kamperfoelie, kamille, savelboom, Geum urbanum, munt, bonenkruid en peterselie. Medicijnen voor hetzelfde; Ferula asafoetida en laurierbes. Likkepotten die stonden laten krijgen; sap van parels, teodoricum, (gemaakt door een Theodorus?) emagogum (Bloed drijvende kracht, van (ha)emagogus?) en tegengif. Deze stoppen de vloed van de vrouwen; schors van Punica, rozenolie, gallen, egelantier, weegbree, regenwater en azijn. Likkepotten voor hetzelfde; sap van Hypocistis. Tegen allerhande loop; Tanacetum athanasia gemengd met mastiek en met weegbree sap. Deze zijn er ook goed voor; sap van papaver en sap van papaver. En deze zijn ook goed tegen vloeien van menstruatie. Dit zijn kruiden tegen de koudheid van de nieren; venkelwortel, Smyrnium olusatrum wortel. Weet dat betonie in een mensen bed gelegd die veel peinst en die bezwaarlijk droomt zeer veel helpt als ze verwarmd is van die mens. En bijvoet helpt tegen de duivel |
In dit kapittel geeft de schrijver een lijst van kruiden, medicijnen en likkepotten met hun therapeutische eigenschappen. [Likkepotten zijn vaak mengsel, vandaar dat de naam wat moeilijk is]
Tegen alle hoofdkwalen; koude kruiden tegen hitte in het hoofd; kruiden tegen borstkwalen door koude veroorzaakt; likkepotten tegen koude hoest; medicijnen tegen heesheid door hitte veroorzaakt; tegen heesheid door koude veroorzaakt; likkepotten tegen verkoudheden; tegen hartkwalen; tegen verhitte lever; tegen verkouden lever; tegen miltkwalen, bij koude maag, likkepotten tegen stenen; tegen verkoudheid van de baarmoeder; tegen bloedvloed bij vrouwen; tegen buikloop; tegen koudheid in de nieren.
Tenslotte mag ook het magisch, naar tijdsgebruik, niet ontbreken en wordt betonie aangerande [Stachys officinalis, koortskruid] te leggen in het bed van iemand die veel denkt, tegen benarde dromen. En byvoet [Artemisia vulgaris] helpt tegen de duivel!
[36] Hjer sul di horen waermet dat men [2430] ripen sal hete humoren. Sirupus acetosus. sirupus violaceus. oxisacar. Dit purgiert hete humoren. dyaprumis. Dese purgieren heet bloet. cassia fistula. electuarium catolicum ¶ Dese purgieren [2435] coude humoren. oximel simplex. oximel dureticum ¶ Dese dranc rijpt alle coude humoren int hooft. in die levere in de milte. in de borst. in de mage in de lendenen &de in alle die leden. Es [2440] die zieke arm &de ne genen cost doen en mach. so es hem dit zere goet. Nemt apie &de tsaet. venkel &de tsaet. persiin &de tsaet. sermontene. scarpe perteke. scorsse vanden esch. elne. savie. &de wilde sa- [2445] vie. dit es goet in lieden dranke ¶ Aysiin purgiert fleume &nde viscose humoren ¶ Alse ghi purgieren selt coude humoren. so nemt yera pigra &de aysiin elx .2. dr. Ende dits goet geminct in enen toge wijns [2450] alse men opstaet ¶ Een ander Nemt electuarium de succo rosarum &de aysiin elcs .2. dr. dit salmen mingen &de drinkent met enen toge wijns alse dander ¶ Een ander Nemt esule senie elx .1. s. siseyn beide gepulvert &de ge- [2455] dronken enen toge te male met wine. dit purgiert fleume &de melancolie ¶ Een ander Nemt scorsse vander wortelen van den vlieder &de stootse &de nemet tsop daer af. ende wiin elx even vele .1. eydop vol &de minget [2460] met benedicta &de gevet drinken. Ende esulen salmen oec geven .1. scr. geminct met andren dingen ¶ Ende wet dat men den genen die onder .25. jaer out siin. dat men hen min geven moet dan die ouder siin. om [2465] die verscheit die in hen meer es dan in ouden lieden. Ende wet dat men alle medicinen geven moet iegen dat die lieden starc siin ¶ Ghi moet weten dat in heten tiden die humoren lichteliker purgieren [2470] dan in couden tiden. Ende wet alse gi medicinen geeft te drinkene. dat men wandelen sal achter huse &de niet liggen. want het werct teer ¶ Ende alse men herde medicinen geven wilt alse broot. so mach men- [2475] se geven in die dageraet. &de der op een luttel slapen. want hen werct niet so haestelike alse dat men drinct ¶ Dit purgeert alle humoren bi hen selven. stomaticum laxativum. daer af geeft men .3. dr. ten meesten [2480] of men saelt geven met .1. toge wijns Turbith purgeert fleume &de meest in de wonden der lieden ende in die zenewen. men saels purgieren .1. dr. in .2. dr. benedicten &de beide mingen in enen toge wiins |
[36] Hier zal ge horen waarmee men hete levenssappen rijpen zal; Siroop van Rumex acetosa, siroop van violen en suikerwater. Dit purgeert hete levensssappen; sap van pruimen. Deze purgeren heet bloed; Cassia fistula, electuarium catolicum (likkepot van Polypodium). Deze purgeren [113] koude levenssappen; honingwater eenvoudig en honingwater plas drijvend. Deze drank rijpt alle koude levenssappen in het hoofd, in de lever in de milt, in de borst, in de maag, in de lendenen en in alle leden. Is de zieke arm en kan de kost niet verdienen dan is voor hem zeer goed; neem Apium en het zaad, venkel en het zaad, peterselie en het zaad, Laserpitium siler, scherpe zuring, schors van de es, alant, salie en wilde salie, dit is goed in de drank van de lieden. Azijn purgeert fluimen en viskeuze levenssappen. Als ge koude levenssappen purgeren zal neem dan yera pigra en azijn, elk 2 drachme. En dit is goed gemengd in een teug wijn als men opstaat. Een andere; neem likkepot van rozensuiker en azijn, van elk 2 drachme, dit zal men mengen en het met een teug wijn drinken net zoals de ander. Een andere; neem Euphorbia esula en Cassia senna, elk 1/6de deel van een ons, ze zijn beide verpoederd en worden in 1 teug gedronken met wijn, dit purgeert fluimen en melancholie. Een andere; neem schors van de wortels van de vlier en stamp ze en neem het sap ervan en wijn, van elk even veel, 1 eierdop vol en meng het met Cnicus benedictus en geef het te drinken. En esula zal men ook geven, 1 maal 1, 302 gram, gemengd met andere dingen. En weet dat men diegene die onder 25 jaar oud zijn dat men hen minder geven moet dan die ouder zijn vanwege de vochtigheid die in hen meer is dan in oude lieden. En weet dat men alle medicijnen geven moet naar dat de lieden sterk zijn. Ge moet weten dat in hete tijden de levenssappen gemakkelijker purgeren dan in koude tijden. En weet als ge medicijnen te drinken geeft dat men achter huis wandelen zal en niet gaan liggen want het [114] werkt eerder. En als men harde medicijnen geven wil zoals brood dan mag men ze geven in de dageraad en daarop wat slapen want bij hen werkt het niet zo snel als dat men het drinkt. Dit purgeert alle levenssappen van zichzelf; stomaticum laxativum, daarvan geeft men ten hoogste 3 drachme of men zal het met een teug wijn geven. Turbith purgeert fluimen en meest in de wonden van de lieden en in de zenuwen, men zal ze purgeren met 1 drachme in 2 drachme Cnicus benedictus en beide in een teug wijn mengen. |
In de loop van het traktaat wordt dikwijls erop gewezen dat de levenssappen moeten ‘ripen’ en ‘purgieren’ met wat ertoe hoort, met medicijnen die later in dit boek beschreven zullen worden. In dit kapittel wordt aan die belofte voldaan.
Achtereenvolgens wordt gehandeld over het rijpen van hete levenssappen, purgeren van hete levenssappen, purgeren van koude levenssappen, rijpen van koude levenssappen in het hoofd, de lever, de milt, de borst, de maag, de geslachtsdelen en in alle leden; voor arme zieken die ‘ne genen cost doen en mach’ wordt een goedkoop middel ter hand gedaan. Verder purgeren van flegma en viskeuze levenssappen, purgeren van koude levenssappen, purgeren van flegma en zwarte gal.
Enkele wenken worden nog toegevoegd; de dosis der geneesmiddelen verschilt naar gelang de zieke jonger of ouder is dan 25 jaar en ook naar gelang de kracht van de zieke; bij warm weer purgeren de levenssappen gemakkelijker dan bij koude; medicijnen in vloeibare vorm ingegeven werken sneller als men op de been blijft en niet gaat liggen; vaste medicijnen neemt men in bij dageraad en daarna mag men nog wat slapen.
[2485] [37] Dus suldi aexterogen ogen uut doen Nemt een gloyende yser dat wel root es vanden viere &de steket in die aexteroge &de berntse toten vlesce. dits dat beste werc metten ysere ¶ Ende oec so [2490] mach men aldus doen. Nemt .1. leder .2. vingere lanc &de snijt in die middel .1. gat niet breder dan die aexteroge groet es. dan seldi nemen een stoxkijn van bremme also groet als een vinger &de also lanc. dat suldi clieven [2495] ten enen ende. dan suldi steken tusscen die splete sulfer een ront stuxkiin. dan suldi dat leder leggen optie aexteroge vaste &de enen andren doen houden. dan doet dat sulfer bernen &de doet drupen int gat van [2500] den ledre optie oge &de latet bernen. dan suldi dat leder af doen &de vagen tsulfer af dan nemet thooft vander aexterogen met uwen nagele &de wankelet uut. ofte trecse met ere tangen uut. Ende ziedi [2505] dat si vander huut niet volgen en wilt so snidet vander huut met ere vliemen dan sal daer bliven .1. ront gat. Dan so nemt moru leem geminct met aysine &de legget daer op. &de heilet voort alse .1. ander [2510] wonde |
[37] Dus zo zal ge de eksterogen ogen er af doen; neem een gloeiend ijzer dat goed rood is van het vuur en steek het in het eksteroog en brandt het tot het vlees, dit is het beste werk met het ijzer. En ook zo kan men aldus doen; neem 1 leer van 2 vingers lang en snijdt in het midden 1 gat dat niet breder is dan de eksteroog groot is, dan zal ge een stokje van brem nemen zo groot en lang als een vinger en dat zal ge op een eind klieven en dan zal ge tussen de spleet een rond stukje zwavel steken en dan zal ge dat leer vast op de eksteroog leggen en een andere laten vast houden, laat dan het zwavel branden en laat het druppelen in het gat van het leer op die oog en laat het branden, dan zal ge dat leer er af doen en de zwavel eraf vegen en neem dan het hoofd van de eksteroog met uw nagels en trek het heen en weer er uit of trek het er uit met een tang. En zie je dat ze niet van de huid volgen wil snij het dan van de huid met een vliem en dan zal er een rond gat over blijven. Neem dan murwe leem gemengd met azijn en [115] leg het erop en heel het verder als een andere wond. |
Drie manieren om eksterogen te verwijderen worden hier beschreven;
1. uitbranden met een gloeiend ijzer; de beste methode.
2. uitbranden met brandend zwavel.
3. uitsnijden met een vliem.
[38] Van swillingen te minderne met bloet latene. dats binnen derden dage eer dat die humoren siin in die verwandelinge. mer dat [2515] men die cracht entien tijt ontbijt. hier bi en bloet laet men ouden lieden niet. of die vercoudt siin om dat in hen gebrect die hitte natuerlijc. Of vrouwen die kint dragen vore die .4. maent. also seget [2520] ypocras. mer in die .5. of in die .6. gevallet luttel bloets na der crancheiden der crachten ende der boven eist vreselijc omme die rijpheit des kints. Ende kindren beneden .14. jaren om dat dbloet verkeert in waesdoeme. Ende [2525] in te heten tiden alse vor den ougst &de sonderlinge in die hont dagen &de in den ougst dor die ydelheide vanden leden. &de dor dat die humoren siin verstormt. Ende oec in te couden tiden dor dat die humoren tegadere [2530] siin gedreven. &de eer siin gereet uut te leidene die goede dan die quade. ende in die nuwe mane dor die geberstinge vanden humoren ¶ Ende hier bi jonge liede &de starc van complexien eyscen bloet laten [2535] vor tierche. Ende wert colere overgripende tusscen tierche &de noene. Ende wert melancolie overgripende achter noene alse hi heeft geten &de geslapen dat hi te hetere si &de te starkere dor die humoren die vloyen [2540] ter stede van crancheiden. Hierbi verkiest die stede van ander zide te warmene. uut genomen materie veneneus. alse beten van serpenten. van scorpionen. antrax. carbunculus. pleuresis. erisipila. deser geli- [2545] ke eyscen an die selve zide dienende op werts of nederwerts. dat dbloet niet en kere ter herten wert te berdervene. Ende dan sitten in steden van suvere lucht of van suverheiden. Ende doet nutten specie die therte conforteert [2550] also seget constantinus ¶ Aristotiles seget dat .2. adren comen uter herten. ene grote &de dandere mindre. hier af seget plinius dat dene strect voren &de dandre achter. Entie adre voren omme [2555] die noet seget galienus dat uut desen spruten vele adren tacwijs. derwelker alse wi verstaen ane oude vroede datter siin .365. Die ene deilinge dragen dat bloet bider holheit vander borst toter scede- [2560] len vanden hoofde spreidende eensins ende andersins. Ende dandre delinge nederwert toten voeten ¶ Van desen adren alse seggen die van salerne int .4. capittel vander .8. partien so siinre .34. gegeven bloet te late- [2565] ne. Dewelke vanden halse opwert eyscen dat men bevaen sal den hals metten caproene of met ere dwalen. Uut genomen die onder die tonge siin. die eyscen die tonge gevaet met .1. houtenre spleten eens deels [2570] opwert gecromt. Ende nederwert in den arm pistel &de boven der hant of omtrent die lieren vanden bene &de also boven die voeten die eyscen met wollenen scroden. so dat tusscen den bande enter adren spacie blive [2575] .4. vingere breet wringende of bindende te gevoege. Ende dan wrijft die stede wel so dat dadere wel rise. ende hebt in die rechter hant ene vlieme tscarpe genet in enegerande vetheit. Stect sonder [2580] vrese dwers onder die adre van den herssenbeckene &de snijtse opwerts ¶ Nu merct waer die adren liggen ane den lichame &de waer iegen datmense laten sal. Dierste es die adre die in die midde- [2585] wert vanden vorhofde strect tusscen den wintbrauwen. &de si es goet gelaten iegen die zie. Twe adren achter die oren die laetmen omme te suverne thooft entie ogen. Twe in die hoeke van den ogen. [2590] om te suverne drope die valt vanden hoofde in die ogen &de int ansichte. Ende vanden herssenen nederwert stecse met vresen al gemackelike &de stecse in lancs .1. deel opwert snidende. Twe besiden [2595] den nese in elken hoec ene. om te suverne die ogen &de dansichte. Ene in den nese voren. om te suverne dansichte &de cortse Nu in den mont in elke side van den monde ene te suverne clieren gecloven lippen [2600] &de overvloyte vanden nese. Twe onder die tonge. dat verre in steken es tontsiene om die arterien die daer onder siin. si suveren den huuf &de die willen verworgen. Twe in den hals die suveren hoe- [2605] ste lasers evel &de melancolie. Twe hooft adren in den arm boven int overste deel vander bugingen. der in steken verre es tontsiene dien lede oft leven. dore die muus entie zenewen diere onder lig- [2610] gen. si suveren thooft die ogen entie bloeden ten nese ¶ Twe herte adren in die middewert der linien vanden arme tusscen .2. te midden. &de si heeft een telch vander hooft adren &de een vander levere adren. ende [2615] hier bi heeft si allene die macht van beiden. dat si suvert van opwert &de van nederwert. Twe levere adren beneden der herten adre op zenewen suvert haer selven der magen verladinge vander ziden. Twe long- [2620] ere adren beneden der levere adren. verladinge vander middelscote. Twe milte adren beneden der bugingen iegen dboucken vanden ellenboge. si suveren haer selven verladinge vander ziden ¶ Twe adren [2625] optie hant tusscen den groten vinger enten cleinen. suveren die rechter hant entie slinke hant entie milte ¶ Twe onder die lieren van den bene .2. besiden den ancluwene binnen. &de .2. ter middewert var [2630] den wrige vanden voete die tusscen die .2. groetste teen strecken. si suveren lanc evel. lendenen swere. die moeder &de haer verhoudinge. spenen. apstemen. blase volgers. sciatica. &de artetike [2635] &de andre saken ¶ Dat dbloet niet ten iersten en loopt. het mach beletten vaer of qualike gewarmt. of qualike gebonden. of qualike geraect. of die steke te cleine. of dbloet te dicke. of die [2640] adre ontkeert of deser gelike. Ende hier bi van dat te beterne es verbeteret ende van dat ten adren behort verstect anderwerf. &de nemmeer dat se bloet geve Ende eist datse niet en geeft verwandelet [2645] dwarmen &de dbinden ane .1. ander stede opwert ane die selve zide &de nederwert &de stect gelijc dat geseit es. &de dat die adre bloet geeft
¶ Ende merct wel of dbloet es root purpre gelijc ende [2650] springende hier &de gens. so eist uter arterien. dewelke wille staphans gebonden siin dat niet die herte allene en blive. mer vanden adren lopet dbloet rechte vorwert. &de dan doet houden in die hant [2655] enen stoc. Ende van handen &de van voeten doet so doet dled staen in warmen watere &de met enen scarpen spane screpet. ende omtrent thooft gelijc. Ende in andren steden so clipt metten vingere. Of duwet der iegen [2660] .1. cleine ront cusseneel van werke of van enen linen clede. &de dit trect gereet af dat die adre te bat haer bloet geve. ¶ Nu merct die orborlecheit van bloet latene. het es een begin van gesontheiden. [2665] het tempert die herssenen ende dat march in die been. het doet hebben goet gedachte &de goede redene. goede gedinkenisse. wel slapen. wel horen. het stelpt quade humoren &de betert die stemme. het ma- [2670] ect goeden sin &de goet bloet. het suvert die mage &de doet wel ter cameren gaen het dient den levene om met gesontheiden te levene. Ende bi oudre vroeder seggene si dat sake dat men wilt proeven [2675] of .1. binnen den jare sterven sal. late bloet vallen in enen ketel vol borns eist dat het sinct te bodeme al geheel hets teken dat hi niet en sal sterven. Ende eist dat het te middewert blijft gelijc enen [2680] dropele. hets teken vander doot. Ende emmer merct die bindinge datse niet en si te vaste no te slanc ¶ Ende vanden halse opwert latet dbloet uut lopen .1. virendel ponts. &de vanden halse neder- [2685] wert .1. s. lb. Ende wert ene dorsteken dat tontsiene es die doot alse ypocras seget in amphorisme. Ende hier bi ontslanct die splete. of caproen of dwale of scrode. Ende strect die lede die te trecke- [2690] ne siin &de suvert. &de der boven catoen genet in bloede uut geperst. &de dene zide geweilt in soute. &de der boven die scrode alst betaemt &de gebonden te gevoege. Eist dat dadre stelpende si so laetse also. [2695] Ende eist datse niet en stelpen. so verwandelt datter boven es &de hout den arm op ende coeltene met couden watere &de doet vort alser toe behort dat dbloet gestelpt si ¶ Ende die gebloetlaete wachte hem [2700] drie dage van overvloyte van wiven met te wesene. ende hi wachte hem van lichte van pinen. van gramscapen. van groter hitten van groten coude. van coyen melke. van rouwen oofte ende deser gelijc. dat nature niet [2705] en verwandele in rede. mer nutte spise die de herte troest ¶ Ende eist dat men bloetlaten verwandelen wille omme venteuse bussen. so verkiest .14. steden als albucasis seget ende meest der vleesch es. Ene [2710] onder den kin. ene in den necke of achter die scoudren .2. opten arm pistel .2. tusscen den ellenboge enter hant .2. an die billen .2. an die dyen .2. onder die lieren vanden bene .2. besiden an dancluwen besiden voe- [2715] te metten venteuse bussen. Ende doetse .3. werf af &de ane staen wel treckende &de dan nettet tscarpe vanden ysere in enegerande vetheit. &de tscarpe doet staen in lancs den vlesce. &de metten vingere der [2720] rechter hant clopt op dyser beneden eensins &de andersins so dat op elke stede blive .16. slage of luttel meer. Ende dan doet die venteuse .2. werf meer an dan te voren. Ende emmer suvert die ste- [2725] de &de droochse. der boven .1. cussenel genet in warmen watere uut geperst. of die stede gesmeert met popelioene. of met olien van amandelen. of olium jusquiamus deser gelijc. Daer boven .1. linen cleet genet [2730] in tsap van donderbart. van nachtscaden. wegebrede. rose water. deser gelijc. of wijfs melc. wit van eye. een deel van elken. of die welke men wille .1. deel tegadere geslagen. of warm bloet also seget ypocras. [2735] ¶ Of malue. violetten. latue. deser gelijc gesoden met wine uut geperst ende gestoten met swinen smoute. Of crumen van niebacken brode genet metten vorseiden watere. of met sape van eppen. Of bonen [2740] gesoden met aysine gepelt &de gestoten met een deel zeems. Of alsene gestoten met den witte van eye gescuumt &de geminct met .1. deel olien van violetten. verslaet hitte &de swillen ¶ Ende boven swillinge vene- [2745] neus. alse sinanchie. antrax. carbunculus pleuresis. bubo. erisipila. Of beten van serpenten. of scorpionen. of deser gelijc. so es dit plaester uut treckende tugen die lettren. Nemt malue. alsene gestoten [2750] &de gesuvert &de geminct met tarwen bloemen ende met bloemen van lijnsade. venigriec olie van oliven. zeem. wijfs melc. wortele van scarpen docken. Of hoemsch gesoden in wine uut geperst gecapt [2755] of gestoten met ouden gesouten swinen smoute. rijpt &de morwt &de trect ¶ Dits die leringe van bloetlatene. |
[38] Van zwellingen te verminderen door bloed te laten, dat is binnen de derde dag voordat de levenssappen van plaats veranderd zijn, maar dat men de kracht en de tijd afwacht. Hierbij laat men bij oude lieden geen bloed of die verkouden zijn omdat het in hen ontbreekt aan natuurlijke hitte. Of vrouwen die een kind dragen voor de 4de maand, alzo zegt Hippocrates, maar in de 5de of in de 6de valt er weinig bloed naar de zwakte der krachten en daarboven is het gevaarlijk vanwege de rijpheid van het kind. En kinderen beneden de 14 jaar omdat het bloed verandert met de groei. En in te hete tijden zoals voor de oogst en vooral in die hondsdagen [tussen 19 juli en 18 augustus] en in de oogst door de losheid van de leden en doordat de levenssappen onstuimig zijn. En ook in te koude tijden doordat de levenssappen tezamen zijn gedreven en eerder gereed zijn de goede dan de kwade uit te leiden en in de nieuwe maan door de onvolkomenheid van de levenssappen. En hierbij jongelieden die sterk van samengesteldheid zijn eisen bloed te laten voor de tertsen [tussen 6 en 9 uur ’s morgens]. En weert gal die overheerst tussen tertsen en noen. En weert melancholie die achter noen overheerst als hij heeft gegeten en geslapen zodat hij heter is en te sterker door de levenssappen die [116] naar de plaats van de zwaktes vloeien. Verkies hierbij de plaats aan de andere kant te verwarmen, uitgezonderd giftige materie zoals beten van serpenten, van schorpioenen, antrax, karbonkel, pleuris, erispila en dergelijke eisen dat ze aan dezelfde kant dienen opwaarts of nederwaarts zodat het bloed niet naar het hart gaat om die te bederven. En dan in plaatsen van zuivere lucht of van zuiverheid zetten. En laat ze geneesmiddelen gebruiken die het hart verbeteren, alzo zegt Constantinus. Aristoteles zegt dat er 2 aderen uit het hart komen, een grote en de andere kleiner en hiervan zegt Plinius dat de ene strekt naar voren en de andere naar achter. En de ader voor om die moet zo, zegt Galenus, omdat uit deze vele aderen taksgewijs spruiten wat we ook begrijpen van oude verstandige dat er 365 zijn. Die ene verdeling draagt het bloed van de holte van de borst tot de schedel van het hoofd en spreidt zich uit van de ene naar de andere kant. En de andere verdeling naar beneden tot aan de voeten. Van deze aders, alzo zeggen die van Salerno in het 4de kapittel, van de 8 parten zijn er 34 die bloed geven om te laten. Die van de hals naar boven gaat eisen dat men de hals grijpen zal met een halsdoek of met een handdoek. Uitgezonderd die onder de tong zijn, die eisen dat de tong gevat wordt met een houten spaan die voor een gedeelte naar boven gekromd is. En nederwaarts in de armspier en boven de hand of omtrent het vlezig deel van het been en alzo boven de voeten die eisen met wollen zwachtels zodat tussen de banden en de ader [117] 4 vingers breed ruimte blijft en wringend of bindend te voegen [zoals het past]. En wrijf dan die plaats goed zodat de ader goed opkomt en ge hebt in de rechterhand een scherpe vliem die ingesmeerd is met enige vettigheid. Steek zonder vrees dwars onder de ader van de schedel en snij het naar boven. Nu merkt waar de aderen liggen aan het lichaam en waartegen dat men ze laten zal. De eerste is de ader die in zich het midden van het voorhoofd tussen de wenkbrauwen strekt en ze is goed gelaten voor het zien. Twee aders achter de oren die laat men om het hoofd en de ogen te zuiveren. Twee in de hoeken van de ogen om huidziekte te zuiveren die van het hoofd in de ogen en het aanzicht vallen. En van de hersens naar beneden en steek ze voorzichtig en rustig aan en steek ze in de lengte en snij een deel naar boven. Twee naast de neus, in elke hoek een, om de ogen en het aanzicht te zuiveren. Een in de neus van voren om het aanzicht en koorts te zuiveren. Nu in de mond aan elke zijde van de mond om klieren, gekloven lippen en het druipen uit de neus te zuiveren. Twee onder de tong, dat er voorzichtig ver in te steken vanwege de gewrichten die eronder zijn, ze zuiveren de huig en die willen verwurgen. Twee in de hals die zuiveren hoest, huidziekte en melancholie. Twee hoofdaders in de arm boven in het bovenste deel van de buigingen, daarin ver steken en voorzichtig te zijn met de leden of het leven door de spier en de zenuwen die er onder liggen, [118] ze zuiveren het hoofd, de ogen en het neusbloeden. Twee hartaderen de in het midden van de lijn van de armen tussen die 2 in het midden liggen en ze heeft een vertakking van de hoofdader en een van de leverader en hierbij heeft ze alleen de kracht van beide, dat ze van boven en van beneden zuivert. Twee leveraderen beneden de hartader op zenuwen zuivert zichzelf van de maag en verstopping van de zijden. Twee longaderen beneden de leveraderen, verlading van het middelste deel van het lichaam. Twee miltaderen beneden de buigingen tegen het buigen van de ellenboog, ze zuiveren zichzelf van verstopping van de zijden. Twee aderen op de hand tussen de grote en kleine vinger, ze zuiveren de rechterhand en de linkerhand en de milt. Twee onder het vlezig deel van het been en 2 naast de enkel binnen en 2 naar het middelste van de wreef van de voeten die tussen de 2 grootste teen strekken, ze zuiveren koliek, lendenzweren, de baarmoeder en haar verstopping, aambeien, zweren, blaas volgers, jicht en reuma en andere zaken. Dat het bloed niet direct loopt kan belet zijn door ver of slecht gewarmd of slecht gebonden of slecht geraakt of de steek is te klein of het bloed te dik of de ader is weggeschoten of dergelijke. En hierbij van dat te verbeteren is verbeterd en van dat tot de ader behoort leer je een andere keer en nimmermeer dat ze bloed geven. En is het dat ze niet geeft verander het verwarmen en bindt het aan een andere plaats naar boven aan dezelfde kant en naar beneden [119] en steek gelijk zoals gezegd is en dat die ader bloed geeft. En let goed op of het bloed gelijkmatig roodpurper is en springt het hier en daar dan is het uit de gewrichten die terstond gebonden wil zijn zodat het hart niet alleen blijft, maar van de aderen loopt het bloed recht naar voren en dan hou je in de hand een stok. En van de handen en van de voeten laat ge het lid in warm water staan en met een scherpe spaan schrap je gelijk omtrent het hoofd. En in andere plaatsen klap je met de vinger. Of duwt er een klein rond kussentje van werk tegen of van een linnen kleed en dit trek je er zonder aarzelen af zodat de ader beter haar bloed geeft. Nu merk de nuttigheid van bloed laten; het is een begin van gezondheid, het tempert de hersens en het merg in de benen, het laat goede gedachte hebben en goede reden, goede gedachtes, goed slapen, goed horen, het stelpt kwade levenssappen en verbetert de stem, het maakt goede zin en goed bloed, het zuivert de maag en laat goed naar toilet gaan, het dient het leven om met gezondheid te leven. En oudere wijze meesters zeggen die zaak dat als men onderzoeken wil of iemand binnen het jaar sterven zal, laat dan bloed in een ketel vol bronwater vallen en is het dat ‘t geheel naar de bodem zinkt is het een teken dat hij niet zal sterven. En is het dat het in het midden blijft als een druppel, het is een teken van de dood. En merk altijd aan de binding dat ze niet te vast is of te los. En van de hals naar boven laat er een vierendeel pond bloed uit lopen en van de hals naar beneden anderhalve drachme. En weert een doorsteken dat [120] waarvoor he moet uitkijken dat de dood is zoals Hippocrates zegt in amphorisme. En ontsluit hierbij de spleet of hoofddoek of doek of zwachtel. En strek de leden die te trekken zijn en zuiver en daarboven katoen dat nat is van bloed uitpersen en de ene zijde wassen in zout en daarboven de zwachtel zoals het betaamt en gebonden in de juiste maat. Is het dat de ader stopt, laat het zo. En is het dat ze niet stelpt verander dan dat erboven is en houdt de arm op en koel het met koud water en doe verder zoals ertoe behoort als het bloed gestelpt is. En die bloed gelaten heeft wacht zich drie dagen van overvloed om bij vrouwen te wezen en hij wacht zich van licht, van inspanning, van gramschap, van grote hitte, van grote koude, van koeienmelk, van rouwe ooft dergelijke dat de natuur niet in koorts verandert, maar gebruikt spijs die het hart vertroost. En is het dat men bloed laten veranderen wil vanwege koppen zetten kies dan 14 plaatsen, zoals Albucasis zegt, en het meeste vlees is. En onder de kin en in de nek of achter de schouder en 2 op de armspier en 2 tussen de ellenboog en de hand, 2 aan de billen, 2 aan de dijen, 2 onder de vlezige delen van de benen, 2 naast de enkels, naast de voeten met koppen bussen. En doe het 3 maal af en aan staan en laat het goed trekken en maak het scherpe van het ijzer nat in enige vetheid en laat het scherpe staan in de lengte van het vlees en klop met de vinger van de rechterhand op het ijzer beneden van de ene naar de andere kant zodat op elke plaats 16 slagen komen of weinig meer. En doe dan de kop 2 maal [121] meer aan dan tevoren. En altijd zuiver je die plaats en droog ze er boven met een kussen die nat gemaakt is in warm water en uitgeperst of die plaats besmeert met populierzalf of met olie van amandelen of olie van bilzekruid en dergelijke. Daarboven een linnen kleed die genat is in het sap van donderbaard, van nachtschade, weegbree, rozenwater en dergelijke of vrouwenmelk, wit van ei, een deel van elk of die men wil, een deel tezamen geslagen of warm bloed zoals Hippocrates zegt. Of heemst, violen, sla en dergelijke, gekookt met wijn en uitgeperst en gestampt met varkensvet. Of kruim van nieuwbakken brood genat met het voor vermelde water of met sap van eppe. Of bonen gekookt met azijn, gepeld en gestampt met een deel honing. Of alsem gestampt met het wit van ei, geschuimd en gemengd met een deel olie van violen verslaat hitte en zwellen. En boven giftige zwellingen zoals keelblaar, antrax, karbonkel, pleuris, klaporen en eresipila. Of beten van serpenten of schorpioenen of dergelijke trekt deze pleister uit getuigen de letteren. Neem malve, alsem gestampt en gezuiverd en gemengd met tarwebloem en met bloem van lijnzaad, fenegriek, olie van olijven, honing, vrouwenmelk en wortel van scherpe zuring. Of heemst gekookt in wijn en uitgeperst en gekapt of gestampt met oude gezouten varkensvet rijpt en vermurwt en trekt. Dit is die lering van bloed laten. |
Constantinus Africanus [1002-1087] Heeft door vertalingen van vele Arabische, oud klassieke en enige Byzantijnse geschriften aan de scholen van Salerno en Montpellier nieuw leven gegeven.
Aristoteles, [384-323 v. Chr.] Griekse filosoof en metafysicus, schreef natuur- en geneeskundige werken.
Plinius Caius Secundus of Maior. [23-79na Chr.] Zijn beroemdste werk; Naturalis Historia, een encyclopedisch werk over de natuurwetenschappen.
Salerno, de meesters van de school van Salerno.
Albucasis, Arabische geneesheer uit de 10de, 11de eeuw, vooral beroemd door zijn beschrijving van chirurgische instrumenten.
In de kapittels 3 en 4 werd reeds een en ander gezegd over aderlaten; nu wordt hier uitvoerig over geschreven.
Eerst wordt gewaarschuwd dat men oude lieden geen bloed zal laten, ook zwangere vrouwen niet, alleszins niet voor de 4de maand zwangerschap, ook kinderen beneden de 14 jaar niet; evenmin wordt bloed gelaten bij grot warmte of hevige koude of bij nieuwe maan.
Op getuigenis van Aristoteles, Plinius en Galenus wordt het aderlaten uiteengezet;
Uit het hart komen 2 aderen, een grote en een kleine; de eerste gaat naar voor, de andere naar achter. De voorste heeft veel vertakkingen, in het geheel 365. De ene soort aderen voeren bloed omhoog van de borst naar de schedel, de andere soort neerwaarts tot aan de voeten. [31]
Volgens de school van Salerno zijn er 34 aderen waaraan men bloed mag laten. Om de opwaartse aderen af te binden gebruikt men aan de hals een handdoek, doch aan de tong een houten tang; voor de neerwaarts gaande wollen doeken.
Ligging van de aderen en reden van bloed laten;
Een midden op het voorhoofd tussen de wenkbrauwen; goed voor het gezicht.
Twee achter de oren; zuiveren van hoofd en ogen.
Twee in de hoeken van de ogen; tegen huidziekte; voornamelijk rond de ogen en in het aangezicht.
Twee bezijden de neus; zuiveren van ogen en aangezicht.
Een vooraan in de neus; zuiveren van aangezicht en tegen koorts.
In de mond aan beide zijden; zuiveren van klieren bij gekloven lippen en tegen neusslijm.
Twee onder de tong; zuiveren van de huig en tegen wurggevoel.
Twee in de hals; zuiveren van hoest, huidziekten en zwarte gal.
Twee hoofdaderen in de bovenarm; zuiveren van hoofd, ogen en bij neusbloeden.
Twee hartaderen in het midden van de arm; zuiveren opwaarts en neerwaarts.
Twee leveraderen beneden de hartaderen; zuiveren lever.
Twee longaderen beneden de leveraderen; zuiveren het midden lichaam.
Twee miltaderen beneden de buiging van de ellenboog; zuiveren de milt.
Twee op de hand tussen de grot en kleine vinger; zuiveren de milt.
Twee onder het vlezig gedeelte van de benen.
Twee naast de enkel binnenwaarts.
Twee midden van de wreef tussen de twee grootste tenen; bij heuppijn, pijn in de geslachtsdelen, aandoeningen van de baarmoeder, aambeien, zweren, blaasaandoeningen, jicht, reuma en anderen.
Het kan gebeuren dat bij het vliemen het bloed er niet uitspuit, dit kan te wijten zijn aan verschillende oorzaken, als vrees, slecht gewarmd, slecht gebonden, slecht geraakt of het bloed te dik of de ader weggeschoten. Herdoen of op een andere plaats opnieuw beginnen. Verder worden aanwijzingen gegeven om het bloed nadien te stelpen.
Wat nu de redenen betreft waarom bloed gelaten wordt. Die worden als volgt geformuleerd; aderlaten is het begin van de gezondheid, het tempert de hersenen en het beenmerg, het verbetert de intelligentie, het slapen, het horen, het spreken, het zuivert het bloed en de maag en bewerkt een regelmatige stoelgang.
Door middel van bloed in water te laten druppelen kan worden vastgesteld of iemand binnen het jaar zal sterven. [32]
De hoeveelheid bloed dat gelaten moet worden wordt bepaald en daarna volgen dan nog enkele raadgevingen voor diegene aan wier bloed werd gelaten.
Men kan soms in plaats van bloed laten de voorkeur geven aan koppen zetten. Volgens getuigenis van Albucasis kan men op 14 plaatsen koppen zetten, liefst op vlezige plaatsen. Deze 14 plaatsen worden genoemd; onder de kin, in de nek of achter de schouders, 2 op de armspieren, 2 op de voorarmen, 2 op de billen, 2 op de dijen, 2 beneden de kuiten, 2 bezijden de enkels binnen beide voeten.
Venteusen [koppen] worden 3 maal achter elkaar geplaatst, men mag om de uitwerking te verhogen vooraf scheuren maken met een mes. Om verzwering te voorkomen wordt de wond daarna gezuiverd.
In het kapittel 40 ‘Over Venteusen’, wordt hierover meer in detail uitwijden.
[39] Ghi sult weten dat bloet laten ruumt die quade humoren die siin binnen [2760] tsmenscen live beide in mannen&de in wiven Ende sulke ruminge nes men niet suldech te doene dan om .2. dingen. Dierste es dat enen dbloet te zere bedwinget in den live des mans. &de dat men mach delivereren [2765]vander ziecheiden &de houden den lichame gesont. Dander es dat men mach die ziecheiden versteken &de verweren den genen wien dat gesontheit behort. Dat bloetlaten om gesontheit. dat siin die gene die opge- [2770] houden siin met goeder spisen &de met goeden dranke. Ende het behort dat ment doe in behorleker tijt. &de in rusten ¶ Alst goet es laten mach men bekennen in deser manieren. alse die orine root es &de dicke [2775] entie puls vanden arme zere slaet &de heft. entie adem vanden mont soete es. &de danschijn ende dwitte vanden ogen root es. Ende dat hen slapende dromet van roden dingen. &de dat si hebben grote dic- [2780] ke brede adren. Entie dus gedane tekene heeft hem behort bloetlaten. ¶ Maer kindre beneden .14. jaren ende mans &de wijfs boven .50. jaren ende wiven die kint dragen dese en hebben [2785] wat doen van bloet latene. Want die hem doet bloet laten sonder noet. hi cranct sine nature herde zere. &de doet verwecken die drope in hem. Mer dies noet heeft hi behoedt sinen lichame der met. &de doet die [2790] ziecheiden der met mindren alse cortse ende andre ziecheiden ¶ Nu salic u seggen wat gi sculdech sijt te doene. want die hem doet purgieren met medicinen &de met bloet latene. het behort dat sijt doen [2795] in getideger tijt. &de in sinere maent. entie dach moet verwarmt siin &de versch. ende ter primetijt. &de hijs sculdech te sine nuchtren van orinen te makene &de van etene ende van drinkene ende van andren dingen. [2800] Ende men nes niet sculdech te bloet laten no te badene in herder tijt. no in te coude tijt no in te hete tijt. om dat die hitte mochte te diere tijt meerdren. Ende men es sculdech te bloet latene in den [2805] zomer in den rechten arm. &de in den winter in den slinken arm. Ende hets beter dat gi u doet bloet laten dicwile &de luttel te male. dan te vele tene werf ¶ Ende gi sijt sculdech te besiene u bloet. [2810] want eist claer &de wit &de hevet varwe van rosen. so salment doen staen. want bi sulken tekenen machmen bekennen dat goede bloet. mer dat grove bloet &de onsiene bloet &de lelec daer af so laet vele. Ende die wan- [2815] delinge es sculdech te sine nauwe in den zomer. &de in den winter breet &de wijt. Ende men es sculdech wel te besiene of men bloet ter ierster steke. &de wachtu wel dat men u niet meer en steke gine hebbes [2820] grote noet. Want der wel apostemen mochten comen ter adren die in den lichame siin des mans ¶ Nu salic u seggen waeromme dat men bloet doet laten &de orborlijc es Sulke adren siin die de meesters heten [2825] arterien. &de dat siin dadren die slaen. Entie adren die niet en slaen. die heten properlike adren. Ende daer es ene allene in die middewert vanden hoofde die tusscen die wintbrauwen strect. die [2830] hem der wilt doen bloet laten. hi moet siin stortte doen verbinden met .1. dwalen. ende hi moet alle die adren doen bloet laten in traviers. &de dese vorseide adre es goet gelaten iegen die zie. Entie adren die [2835] achter die oren siin. die moet men doen bloet laten in andren manieren. &de dat doet men iegen quetsinge &de iegen pine van den ogen. Entie adren vanden temple vanden hoofde die de phisikers heten arterien daer [2840] omme dat si slaen entie andre adre so doet men bloet laten iegen tranen &de drupinge vanden ogen. ende iegen die reume. &de iegen andre ziecheiden vanden ogen die uten hoofde sinken ten ogen. Entie adren [2845] die men heet arterien die achter den oren siin. die doet men bloet laten iegen riekenden adem. iegen reume. &de iegen aposteumen. Ende gi sijt u sculdech te wachtene want si siin zere prilleus. Ende boven den [2850] opslane vanden ogen salmen doen laten jegen die quetsinge vanden hoofde &de iegen apostemen an die ogen. &de iegen traninge vanden ogen. &de iegen alle ziecheit an die ogen Ende gi moet wel wachten dat de vlieme [2860] niet te diepe en ga. want het ware groete vrese ¶ Entie adren die onder die tonge siin salmen laten iegen die ziecheit van der tongen. Of omme dbloet dat men heeft int anschijn. Ende om die ziecheiden die comen [2860] in den mont &de binnen den hoofde. &de si moeten oec gesteken siin lancs. Ende het siin adren die meest perficieren iegen apostemen die comen mochten te meskieve entie gequetst siin &de gerne bloeden. [2865] Entie adre die es tusscen den kin enten lippe es goet gelaten iegen stinkenden adem ¶ Entie adren die in den arm sijn alsulke adren alse int hooft siin diemen vint in die lasscinge vander ziden die [2870] onder den arm es. &de si comt vander scoudren ende si rumet dbloet boven. Ende eist dat men faelgiert dat men niet en bloet ter ierster steke. dan es men sculdech te doene bloetlaten staphans in den andren [2875] arm. Entie adre vander leveren rumet dbloet vander leveren &e oec vanden andren leden vanden lichame. Entie adre die es in die middewert vanden arme rumet dbloet vander ere partien vanden live &e van [2880] der andere. Ende gi moet waernemen tuwen bloetlatene want der besiden es dadere die men heet litargie. datmen die niet en bloet late. ja om dat daerin woent die natuerlike hitte. Ende oec es men sculdech te [2885] wachtene als men die levere adre sal bloetlaten datmen vroedelike steke want gerne blijft die wonde open. Entie adre diemen heet acaries nes men niet sculdech te latene. dan om die ziecheiden [2890] met te minderne die comen in die leden van bloede. Ende men machse kennen bi dat haer bloet springet bi moeten ¶ Entie adre diemen bloetlaten wille op die hant daer es men sculdech te verbindene [2895] dat led ja int gelach vander hant. ende men es sculdech te leggene die hant in warmen borne getempert om dat die adere te bat soude bliken. Entie adre tusscen den cleinen vinger enten andren in die rechter [2900] hant es goet gelaten iegen die ziecheit vander leveren. &e iegen ziecheit van den ogen ende vanden hoofde. Entie adre die es in die slinke hant tusscen den cleinen vinger enten andren. die es goet gelaten iegen [2905] die rate. Entie grote adere deraf dat haer die verscheit comt die vint men in den luchtren arm onder alle dandre die gaen in den buuc. Die gene die es onder die adere vander leveren es men sculdech te doen laten [2910] iegen drope &de si es onder dadere vander leveren in den rechten arm &de sijs goet gedaen laten om die rate te purgierne ¶ Entie .2. adren die onder den cnoesel siin buten voete salmen laten om die quetsinge die comen [2915] in die knien &de in die hanken &de in die voeten. &de het behort dat mense steke in lancs Ende men moet den voet setten in warmen getemperden watere. &de men moeten binden bi den knie nederwert met ere dwalen. Entie [2920] adre die es tusscen der groter tee enter andre tee vanden voete es goet gelaten iegen lopinge &de andre ziecheiden van den fundamente. Ende men sal oec niet binden die stede omme ziecheiden diere wel toe mochten [2925] comen. Ende men es oec sculdech te nemene ware of men apostemen heeft. want dbeste bloet comt voren &de tquaetste blijft achter. Ende omme die sake van der apostemen es men sculdech meest te late- [2930] ne. Ende eist dat dbloet al te zere loopt so es men sculdech dan te bindene luttel zouts &de olie optie wonde ¶ Entie gene die van latene cranken. of hen selven lichtelike vervaren. men mach hen geven [2935] .1. crume broods of vander prumen granaten ja met wine of met veriuse of met aysine Mer die gene die hier af gene noet en heeft. hem es vele beter dat hi hem nuchtren doe laten. Ende eist dat die crancheit comt [2940] van te vele bloets te latene. so nesser niet beters toe. dan goede conforteringe van goeder spisen die licht te verteerne es. &de goede latuarien. VAN VENTEUSEN |
[123] [39] Ge zal weten dat bloed laten de kwade humoren ruimt die binnen het mensen lijf zijn, beide in mannen en in vrouwen. En sommige opruimingen hoeft men niet te doen vanwege 2 dingen. De eerste is dat een bloed te zeer overheerst in het lijf van de mannen en dat men zich mag vrijstellen kan van ziektes en zijn lichaam gezond houden. De andere is dat men de ziektes afweren mag voor diegene aan wie de gezondheid behoort. Dat bloed laten vanwege de gezondheid, dat zijn diegene die opgehouden zijn met goede spijzen en met goede drank. En het behoort dat men het doet in behoorlijke tijd en in rust. Als het laten goed is kan men het op deze manieren herkennen; als de urine rood is en dik, en de pols van de arm zeer slaat en opheft en de adem van de mond zoet is en het aanschijn en het wit van de ogen rood is. En dat ze slapende dromen van rode dingen en dat ze grote dikke en brede aderen hebben. En die dusdanige tekens heeft behoort zich bloed te laten. Maar kinderen beneden 14 jaar en mannen en vrouwen boven 50 jaar en vrouwen die een kind dragen, die hebben wat te doen van bloed laten. Want die zich bloed laat laten zonder nood, hij maakt zijn natuur zeer zwak en laat een huidziekte in zich verwekken. Maar die nood heeft, hij behoedt zijn lichaam ermee en laat die ziektes ermee verminderen zoals koorts en andere ziektes. Nu zal ik u zeggen wat ge moet doen want die zich laat purgeren met medicijnen en met bloed laten, het behoort dat zij het doen [123] in gepaste tijd en in zijn maand en de dag moet warm en vochtig zijn en in de vroege morgen en hij moet nuchter zijn urine maken en ook van eten en van drinken en van andere dingen. En men moet geen bloed laten of baden in harde of in te koude tijd of in te hete tijd omdat de hitte in die tijd mocht vermeerderen. En men moet bloed laten in de zomer in de rechterarm en in de winter in de linkerarm. En het is beter dat ge u vaak laat bloed laten en weinig in 1 keer dan te veel in 1 keer. En ge moet uw bloed bekijken, want is het helder en wit en heeft het een kleur van rozen dan zal men het laten staan want aan zulke tekens kan men dat goede bloed herkennen, maar dat grove bloed en vuile en lelijke bloed, laat daarvan veel. En de snede moet in de zomer nauw zijn en in de winter breed en wijd. En men moet goed opletten of men bloedt in de eerste steek en let er goed op dat men u niet meer steekt want dan krijgt u grote nood. Want er mochten wel gezwellen in de aderen van de mannen komen. Nu zal ik u zeggen waarom dat men bloed laat en het heilzaam is. Er zijn aderen die de dokters arteriën noemen en dat zijn de aderen die slaan. En die aderen die niet slaan die heten gewone aderen. En er is er 1 alleen in het midden van het hoofd die zich tussen de wenkbrauwen strekt en die hem daar wil bloed laten, hij moet zijn strot laten verbinden met een doek en hij [124] moet alle aderen bloed laten in traviers en deze voor vermelde ader is goed gelaten tegen het zien. En de aderen die achter de oren zijn die moet men bloed laten op een andere manier en dat doet men tegen kwetsing en tegen oogpijn. En de aderen van de slaap van het hoofd die de geneesheren arteriën noemen omdat ze slaan en de andere aderen en zo laat men bloed tegen tranen en druppelen van de ogen en tegen reuma en tegen andere ziektes van de ogen die uit het hoofd naar de ogen zinken. En die aderen die men arteriën noemt die achter de oren zijn die laat men bloed tegen riekende adem, tegen reuma en tegen gezwellen. En ge moet opletten want ze zijn zeer gevaarlijk. En boven de opslag van de ogen zal men laten tegen de kwetsing van het hoofd en tegen gezwellen aan de ogen en tegen tranen van de ogen en tegen alle ziektes aan de ogen. En ge moet erop letten dat de vliem niet te diep gaat want het is gevaarlijk. En de aderen die onder de tong zijn zal men laten tegen de ziekte van de tong. Of vanwege het bloed dat men in het aanschijn heeft. En vanwege de ziektes die in de mond komen en binnen het hoofd en ze moeten ook in de lengte gestoken zijn. En het zijn aderen die het meest nuttig zijn tegen gezwellen die in ongelukkige toestand mogen komen en als die gekwetst worden bloeden ze graag. En die ader die tussen de kin en de lippen staat is goed gelaten tegen stinkende adem. En die aders in de arm zijn net zoals zulke aders zoals die in het hoofd zijn die men in de voeg van de zijden vindt die onder de arm is en ze komt van de schouder [125] en ze ruimt het bloed erboven. En is het dat men niet slapen kan omdat men niet bloedt in de eerste steek dan moet men terstond bloed laten in de andere arm. En de leverader ruimt het bloed van de lever en ook van de andere leden van het lichaam. En de ader die in het midden van de arm staat ruimt het bloed van de delen van het lijf en van de andere. En ge moet opletten in uw bloed laten want daarnaast is de ader die men litargie noemt dat men die geen bloed laat, ja omdat daarin de natuurlijke hitte woont. En ook moet men opletten als men de leverader zal bloed laten dat men verstandig steekt want de wond blijft graag open. En de ader die men acaries noemt hoeft men niet te laten, dan om de ziektes ermee te verminderen die in de leden van bloed komen. En men kan ze herkennen door het bloed dat er onvermijdelijk uitspringt.
En de aders die men op de hand wil bloed laten daar moet men dat lid verbinden, ja op de geschikte plaats van de hand en men moet de hand in warm bronwater leggen dat lauw is zodat de ader beter te zien is. En die ader tussen de kleine vinger en de andere in de rechterhand is goed gelaten tegen de ziekte van de lever en tegen ziekte van de ogen en van het hoofd. En de ader die in de linkerhand tussen de kleine vinger en de anderen is die is goed gelaten tegen de milt. En die grote ader ervan waarvan de vochtigheid komt die men vindt in de linkerarm onder alle anderen die in de buik gaan. Diegene die onder de leverader [126] is moet men laten tegen huidziekte en ze is onder de leverader in de rechterarm en die is goed gelaten om de milt te purgeren. Ene 2 aderen die onder de enkel zijn buiten de voet zal men laten vanwege de kwetsingen die in de knieën en in de schenkel en in de voeten komen en het behoort dat men ze in de lengte steekt. En men moet de voet in warm gematigd water zetten en men moet het bij de knie naar beneden met een doek binden. En de ader die er tussen de grote teen en de andere teen van de voet staat is goed gelaten tegen het lopen en ander ziektes van het fundament. En men zal ook de plaats om ziektes niet binden die er wel bij mochten komen. En men moet ook waarnemen of men gezwellen heeft want het beste bloed komt eruit en het slechtste blijft achter. En vanwege die zaak van de gezwellen moet men meestal laten. En is het dat het bloed al te zeer loopt dan moet men dan wat zout en olie op de wond binden. En diegenen die van laten zwak worden of zichzelf bang maken kan men een kruim brood geven of van pruimen of van granaten, ja met wijn of met sap van onrijpe druiven of met azijn. Maar diegene die hiervan geen nood heeft voor hem is het veel beter als hij zich nuchter laat laten. En is het dat de zwakte van te veel bloed laten komt dan is er niets beters voor dan een goede versterking van goede spijzen die gemakkelijk te verteren zijn en goede likkepotten. VAN VENTEUSEN. |
Men zal dus aderlating verrichten om zich tegen ziekte te behoeden ofwel de ziekte te bestrijden; de volgende symptomen wijzen op de noodzakelijkheid ervan; dikke rode urine, harde snelle polsslag, zoete adem, gezicht en ogen rood, dromen van rode dingen, grote dikke brede aderen.
Bloed laten als purgeren moet gebeuren op een gepaste tijd, ’s morgens vroeg, nuchter van urine en van eten en drinken, ’s zomers wordt in de rechterarm bloed gelaten en ’s winters in de linkerarm, men zal liever dikwijls wat bloed laten dan veel ineens. Is het bloed klaar en roze dan stopt men met het bloed laten, doch zolang het dik en vuil is laat men het vloeien. De snede moet ’s zomers nauw en ’s winters breed en wijd zijn.
Er bestaan 2 soorten aders, sommige slaan en dat zijn de arteriën, anderen slaan niet en dat zijn de gewone aderen. Scellinck zegt het aldus; ‘Ende alle arteryen comen uuiit der herte en daer om slaen se. Ende alle andere die niet en slaen die comen uut der lever’. Deze leer was de stelling van Galenus die meende dat het bloed in de lever werd gevormd en vandaar naar de weefsels stroomde waar het verbruikt werd. Een deel van het bloed vloeit uit de lever naar het rechterhart, dringt door onzichtbare openingen naar het linkerhart en bereikt aldus de slagaderen die onder invloed van het hartritme klopt. Deze stelling werd nog algemeen gevolgd tot in de 16de eeuw. Bij van Beverwijck zie je dat die het al anders ziet.
Volgt dan nog eens de beschrijving van de ligging van de verschillende aderen en de reden waarom deze gelaten moeten worden zoals reeds in vorig hoofdstuk werd meegedeeld.
[40] Uenteusen purgieren dat clene bloet[2945] dat in die cleine adren leget tusscen vel &ende vleesch vele meer dan dat bloet laten doet &de dat sonder vaer &de sonder vrese &de daer omme eist goet den genen die geen groet bloet en hebben. Ende om dat venteusen werken [2950] diverselike so salic u seggen dien tijt dat men es sculdech te venteusene. Dat es alse de mane vol es in die middelt vander maent. Want die lieden siin dan alder volst van quaden bloede dan si siin in andren [2955] tiden. Die ure van venteusene dats te tierchen. of tusscen tierche &de prime ¶ Entie venteusinge die men doet ane de zide vanden hoofde. es goet den genen die sot becomen bi quaden saken. &de om aposte- [2960] men &de om andre ziecheiden die comen in die vorgeseide lieden. Ende dit seit avicenna dat die venteuse diemen set in den necke vanden halse. dat si destrueert dat verstennisse. ja die hen daer doen venteusen. Entie [2965] venteuse die men doet an den hals cnoc &de ane den halse doet goet den scoudren. &de sijs goet iegen droefheit vander kelen &de vanden hals cnocke &de vanden ansichte Venteuse geset tusscen beiden scoudren [2970] es zere goet dien bloet spuwen &de quaet liim uten monde werpen. Venteuse geset onder den kin. purgiert die tanden &de dat roest &de dat gerne bloet &de al die kele &de al thooft ¶ Die venteusen diemen doet ane die [2975] ziden doen groet goet ant dicke vanden armen &de vanden scoudren nederwert die gene die ziecheiden hebben van dat si te vele pinen of andre ziecheit. Venteusen dien men doet vor die zide. doen goet den genen [2980] die hebben scorft vel. entie vol siin van quaden bloede in die handen &de haer handen crretsen &de crauwen entie hen hebben gequetst. &de vol siin van quaden rongen &de van vulen. Venteusen geset opten rugge [2985] siin goet iegen apostemen vanden dyen &de iegen quetsinge vander borst. &de iegen die es moroyde &de iegen die festels. ende iegen quade winden die comen in die milte Venteusen geset an die dyen siin goet [2990] iegen apostemen die comen in die cullen &de oec die comen in die been. &de iegen roengeuse been ¶ Entie venteuse buten den dyen siin goet iegen ziecheiden vanden fundamente. &de iegen die apostemen vanden [2995] hanken. Venteuse geset ant vette vanden bene es goet iegen quetsinge van der blasen. &de iegen de bedecte ziecheiden van wiven. &de iegen apostemen die comen vander ziden. Venteusen gedaen an die braden van [3000] den benen rumen dbloet van alden lichame Ende iegen apostemen &de andre ziecheit die men ontfanget. Venteusen geset onder die knoesele vanden voeten siin goet iegen deren vanden knien &de vanden hanken [3005] &de oec iegen die bedecte ziecheit van den wiven. of die ziecheit die si hebben van costumen ¶ Nu wet dat dese latingen gemaect waren om .3. dingen. Dierste es om te rumene elc led. Dander om dat [3010] si wachten souden den sin entie natuerlike hitte. Terde om datter gene vrese an en es daer men venteusen stellet in wat lede het es ¶ Ende wet dat die venteuse dienmen set sonder bloeden dat doet men om [3015] .6. dingen. Dierste es om te treckene die quade humoren dene vanden andren. Also als men pleget te leggene optie teyten of optie mammen. om te bedwingene die bedecte ziecheiden des wijfs. Dandre [3020] venteuse diemen set sonder bloeden. dats om uut te treckene die aposteme die te vele es gesonken. Die derde venteuse sonder bloeden. es om te treckene die apostemen vanden principalen leden &de oec ter [3025] nederster steden enter lievere steden. Die .4. venteuse es om te verhittene die stede dat si die humoren trecken souden ter venteusen. Die .5. es dat si die leden trecken soude te harer proper steden alse die budele die [3030] siin in der lieden buuc qualike bereit &de gequetst. &de gefritseert. Die seste venteuse die men set sonder bloeden. es omme die quetsinge vander magen &de vanden buke &de vanden scenen. &de marris die comt [3035] van quaden winden ¶ Ende men nes niet sculdech die venteuse te vele te houdene. mer .1. luttel te slage &de van vele in vele es men sculdech te houdene. &de oec so lange dat dbloet si suverlike uut getrect [3040] uuten lichame vanden mensce ¶ Ende alse men heeft die venteuse af gedaen. so es men sculdech die stede te suverne met enen natten clede in borne genet Ende wet datmen geen kint nes sculdech [3045] te venteusene beneden .3. iaren. mer boven. ¶ Nota. dat .10. tarwen corne es .1. halve scruple .20. tarwen corne es .1. scruple. .40. tarwen corne es .1. dragma als dit [volgt het symbool voor een drachme] .8. dragmen es .1. once alse dit [volgt het symbool voor een ons] [3050] .16. oncen es .1. pont alse dit lb. |
[127] [40] Venteusen purgeren dat kleine bloed dat in de kleine aderen tussen vel en vlees ligt veel meer dan dat bloed laten doet en dat zonder gevaar en zonder vrees en daarom is het goed voor diegene die niet veel bloed hebben. En omdat koppen zetten verschillend werkt zo zal ik u de tijd zeggen dat men koppen moet zetten. Dat is als de maan vol is in het midden van de maand. Want de lieden zijn dan het aller volst van kwaad bloed dan ze in anderen tijden zijn. Het uur van koppen zetten is rond 9 uur ’s morgens of tussen 6 en 9 uur ’s morgens. En het koppen zetten doet men aan de kant van het hoofd en is goed voor diegene die zot worden bij kwade zaken en om gezwellen en om andere ziekte die in de voor vermelde lieden komen. En dit zegt Avicenna dat de koppen die men in de nek van de hals zet dat ze het verstand vernielt, ja die zich daar koppen laten zetten. En de koppen die men aan de hals knokkels en aan de hals doet zijn goed voor de schouders en het is goed tegen pijn van de keel en van de hals knokkels en van het aanzicht. Koppen zetten tussen beide schouders is zeer goed voor diegene die bloedspuwen en kwaad slijm uit de mond werpen. Koppen gezet onder de kin purgeert de tanden en het gehemelte en dat graag bloedt en de hele keel en het hele hoofd. De koppen die men aan de zijden zet doen groot goed aan het dikke van de armen en van de schouders naar beneden die geen ziektes hebben van te veel pijn of andere ziektes. Koppen die men zet voor de zijde doen goed diegene die veel schurft hebben en die vol zijn van [128] kwaad bloed in de handen en hun handen krabben en krauwen en die zich hebben gekwetst en vol zijn van kwade en vuile schurft. Koppen gezet op de rug zijn goed tegen gezwellen van de dijen en tegen kwetsingen van de borst en tegen de krankzinnigheid [mogelijk schrijffout voor aambeien] en tegen zweren en tegen kwade winden die in de milt komen. Koppen aan de dijen gezet zijn goed tegen gezwellen die in de ballen komen en ook die in het been komen en tegen schurftige benen. En die koppen buiten de dijen zijn goed tegen ziektes van het fundament en tegen de gezwellen van de schenkels. Koppen gezet aan het vette van de benen is goed tegen kwetsing van de blaas en tegen de bedekte ziektes van vrouwen en tegen gezwellen die van de zijde komen. Koppen gezet aan het vlees van de benen ruimt het bloed van het hele lichaam en tegen gezwellen en andere ziektes die men ontvangt. Koppen gezet onder de enkels van de voeten zijn goed tegen het deren van de knieën en van de schenkel en ook tegen de bedekte ziektes van de vrouwen of de ziekte die ze hebben van zedeloos leven. Nu weet dat deze latingen gemaakt waren vanwege 3 dingen. De eerste is om elk lid te ruimen. De andere omdat ze de geest en de natuurlijke hitte verzorgen zouden. Ten derde omdat er geen vrees bij is waar men koppen zet in welk lid het ook is. En weet dat de koppen die men zonder bloeden zet dat men dat doet vanwege 6 dingen. De eerste is om de kwade levenssappen van de ene naar de ander te trekken. Zoals men plag te doen om ze op de tepels of op die mammen te leggen om de bedekte ziektes van de vrouwen te bedwingen. [129] De andere koppen die men zonder bloeden zet, dat is om de zwel uit te trekken die te veel gezonken is. De derde kop zonder bloeden is om de zweren van de voorname leden te trekken en ook naar lagere plaatsen en betere plaatsen. Die 4de kop is om die plaats te verhitten zodat ze de levenssappen naar de kop trekken zou. De 5de is dat ze de leden naar hun goede plaats trekken zou zoals de builen die in de buik van de lieden slecht bereid, gekwetst en geneusd zijn. De zesde kop die men zonder bloeden zet is vanwege de kwetsing van de maag en van de buik en van de schenen en het marren die van slechte winden komen. En men hoeft die koppen niet lang te doen, maar weinig per keer en van vele hoe langer hoe meer moet men het blijven doen en ook net zolang totdat het bloed er zuiver uitgetrokken is uit het lichaam van de mens. En als men met het koppen is gestopt dan moet men de plaats zuiveren met een nat kleed dat in bronwater nat gemaakt is. En weet dat men geen kind koppen moet zetten beneden 3 jaar, maar erboven. Nota, dat 10 tarwekorrels een half scrupel is, 20 tarwekorrels is 1 scrupel, zoals dit. [volgt het symbool voor 1 maal 1, 302 gram] 40 tarwekorrels is 1 drachme zoals dit. [volgt het symbool voor een drachme] 8 drachmen is 1 ons zoals dit. [volgt het symbool voor een ons] 16 ons is 1 pond zoals dit, lb. |
In kapittel 38 werden reeds 14 plaatsen beschreven waar laat koppen geplaatst mogen worden. Hier wordt nu een meer gedetailleerde beschrijving over het koppen zetten gegeven.
Venteusen purgeren het klein bloed dat in de kleine aderen ligt tussen vel en vlees; het kan gedaan worden zonder gevaar of vrees. Men zal bij voorkeur koppen zetten bij volle maan, in het midden van de maand tussen 6 en 9 uur ’s morgens.
Men zet koppen op het hoofd van krankzinnigen onder andere voor zweren bij deze lieden; in de nek, ofschoon dit nadelig is voor het verstand is het goed voor de schouders, de keel, de hals en het aangezicht; tussen de schouders is goed bij bloed spuwen, onder de kin goed voor de tanden, het gehemelte, de keel en het hoofd; aan de zijden, bij pijn in de schouders en armen; vooraan aan de zijden, bij schurft vooral aan handen; op de rug tegen zweren op de dijen, tegen aambeien en fistels; op de dijen bij verzweringen van de teelballen en zweren aan de benen; buiten aan de dijen tegen ziekten van de aars en zweren aan de heup; op het vette van de benen tegen ontstoken blaas en tegen geslachtsziektes bij vrouwen; op de kuiten van de benen om het bloed te zuiveren in het hele lichaam; onder de enkels tegen pijnen in de knieën en de schenkels en tegen geslachtsziektes bij de vrouwen.
De schrijver maakt een duidelijk onderscheid tussen het koppen zetten met bloeding en zonder bloeding; voor de eerste geeft hij drie bestaansredenen aan, voor het koppen zetten zinder scarificatie zes verschillende redenen.
Nadat de koppen afgedaan zijn moet de plaats gezuiverd worden met water.
Kinderen beneden de 3 jaar zal men geen koppen zetten.
In nota wordt hier onverwachts, doch voorbereid tot het volgens receptarium, een mededeling gedaan over de gewichten. De verhoudingen doen zeer ongewoon aan; 1 drachme is 40 grana in plaats van 60 zoals we dit in medicinaal gewicht gewoon zijn. 1 pond is 16 unciae in plaats van 12. 2 scrupels is 1 drachme in plaats van 3 scrupels. Hieruit kunnen we ook besluiten dat de schrijver het heeft over het Brabants gewicht waar ook het pond in 16 onsen werd ingedeeld.
[41] Hier wille wi spreken van zalven of van plaestren. &de ierst vanden plaestere van jerusalem. &de dat maect men dus ¶ Nemt sap van betonien [3055] ene .5. pinte. &de ene hantvol pinpenelen &de en hebdi gene pinpenele. so mach men nemen .2. hantvol pilocellam. dats tcrudekiin metten hare dat plat opt aerde leget &de es ru met vele haers. &de ene hant- [3060] vol agremonien. Dese cruden salmen stampen ontwee &de doense in enen pot &de der op gieten tsap vander betonien. &de ene halve pinte wiins so dattie cruden bedect siin. &de dan salmen den pot wel hullen &de stellen onder [3065] paerts mes .5. dagen. &de derna salmen uut doen &de wallent opt vier met wine. of so vele der toe doen dats der gnouch si. ende ziedent tot diere tijt dat de wiin versoden si &de dat salmen wel wachten. Ende dan salmen- [3070] se perssen dor enen doec wel nauwe. &de werpen die cruden wech. Dan salment weder te viere doen. &de doenre toe .1. s. lb. was ende .1. s. lb. warpout. Dit salmen zieden alte hope tot die cruden versoden siin. ja die sope daer [3075] af diere noch bleven waren. Ende dan werpen der in terbentine &de laetense smelten. Ende dan nemen die croppen vanden eglentiere met den zaden wel cleine gepulvert ende gebult dor .1. nauwe bultel. &de dese salmen mingen [3080] metten plaestere. Ende derna salmen op dat plaster gieten wijfs melc &de coelent der met. &de dan salmen tplaester nemen tusscen die handen &de wel walken iegen .1. vier die verscheit ute. ende men sal die handen wel bestriken [3085] met olien van oliven dat niet en cleve an die handen ¶ Ende dese plaestere es sonderlinge goet in hooftwonden. &de in alle wonden met te heilne. Ende wet datmen gene terbentine in en geen plaester no in salven zieden sal [3090] want si soude verliesen al haer macht. ende der omme sal mense vanden viere doen also gesmolten. |
[130] [41] Hier willen we van zalven of van pleisters spreken en eerst van de pleister van Jeruzalem en dat maakt men aldus. Neem sap van betonie, 5 pinten, en een hand vol Pimpinella saxifraga en heeft u geen pimpernel dan mag men 2 handen vol Hieracium pilosella nemen, dat is het kruidje met het haar dat plat op de aarde ligt en is ruw met vele haren, en een handvol Agrimonia. Deze kruiden zal men in stukken stampen en ze in een pot doen en daarop het sap van betonie en een halve pint wijn gieten zodat de kruiden bedekt zijn en dan zal men de pot goed bedekken en 5 dagen onder paardenmest stellen en daarna zal men het eruit doen en het wellen op het vuur met wijn of zoveel erbij doen dat het genoeg is en kook het totdat de wijn verkookt is en daar zal men goed op letten. En dan zal men het door een goede nauwe doek persen en de kruiden weg werpen. Dan zal men het weer op het vuur doen en er een halve pond was bij doen en een halve pond warpout [?]. Dit zal men tezamen koken tot de kruiden verkookt zijn, ja het sap ervan dat er noch in gebleven was. En dan er terpentijn in werpen en laat het smelten. En dan die koppen van de egelantier met de zaden nemen, goed klein verpoederd en gezeefd door een nauwe zeef en dit zal men met de pleister mengen. En daarna zal men op die pleister vrouwenmelk gieten en het ermee verkoelen en dan zal men de pleister tussen de handen nemen en goed vormen tegen een vuur zodat de vochtigheid eruit is en men zal de handen goed bestrijken met olie van olijven zodat het niet aan de handen kleeft. En deze pleister is vooral goed in hoofdwonden en om alle wonden ermee te helen. En weet dat men terpentijn [131] niet in een pleister of in zalven koken zal want ze zou haar hele kracht verliezen en daarom zal men het van het vuur doen als het gesmolten is. |
De kapittels 41 tot 47 vormen een receptarium voor chirurgijns. De eerste formule die we aantreffen is die van De Pleister van Jerusalem met als ingrediënten; koortskruid [Betonica of Stachys officinalis], kleine pimpernel [Pimpinella saxifraga L.], langharig havikskruid [Hieracium pilosella L.] leverkruid [Agrimonia eupatorium L.], was, warpout [waarover meer hierna], terpentijn, vruchtknopen- of misschien de gallen van de hondsroos [Rosa canina L.] ofwel van Rosa rubiginosa L., vrouwenmelk die dikwijls voorkomt in pleisterformules als afkoelmiddel.
Deze pleister van Jerusalem vonden we in geen enkel receptarium terug, wel in een handschrift uit de 15de eeuw dat bewaard wordt in de Un.Bi. Gent [Hs.1273] als annex bij de Cyrurgie van Jan Yperman. Wel zijn nauw verwante formules bekend onder de benaming Emplastrum de Betonica, Emplastrum cephalicum, Emplastrum de Janua die alle gebruikt worden bij wonden en vooral bij hoofdwonden.
Met het eigenaardig woord warpout, waarvan Verwijs-Verdam zeggen dat de betekenis niet bekend is, wordt bedoeld colofonium van de beste handelskwaliteit. Warpout of walpotte [Scellinck] zijn verwant met het Franse galipot en stammen van het Arabische al-kal-bouth.
[42] Een plaster datmen scelt die cleine gracia dei. het rijpt wonden &de doetse wel dragen ende etteren. &de heilt sonderlin- [3095] ge wel &de suvert. &de men maket dus ¶ Nemt betonie. pinpenele. verbena. elx ene hantvol &de stampse wel &de doetse in enen pot over tfier &nde doeter in enen stoop wijns. &de zieden dat tot ere pinten. &de doenre toe waerpout ende was [3100] elx .1. lb. &de dit salmen zieden tot die zopen al versoden siin. Ende doen dan der in terbentine .1. lb. *de latense smelten. &de alsi gesmolten es salmense wringen dor .1. bultel. ende dan mingen der in mastic .3. o. wel cleine [3105] gemalen. Ende dan salmer op gieten wijfs melc &de coelent der met. &de derna walken iegen tfier die verscheit uut entie handen smeren alsoet vorseit es. |
[42] Een pleister dat men de kleine gracia dei noemt. Het rijpt wonden en laat ze goed dragen en etteren en heelt vooral goed en zuivert en men maakt het aldus. Neem betonie, pimpernel, Verbena, van elk een handvol en stamp het goed en doe het in een pot boven het vuur en doe er een stoop wijn in en kook het tot een pint en doe er waerpout bij en was, van elk een half pond en dit zal men koken totdat het sap verkookt is. En doe er dan een half pond terpentijn in en laat het smelten en als het gesmolten is zal men het door een zeef wringen en dan er 3 ons mastiek in mengen, goed klein gemalen. En dan zal men er vrouwenmelk op gieten en het ermee verkoelen en daarna kneden tegen het vuur zodat de vochtigheid er uit is en de handen smeren zoals het al gezegd is.. |
In dit kapittel wordt de pleister ‘die cleine gracia dei’ beschreven.
Emplastrum de Gratia Dei vinden we in oude formularia dikwijls terug en soms letterlijk zoals deze naam welke we hier aantreffen, soms zodanig gewijzigd dat alleen de naam nog overblijft.
[43] Een plaester dat men heet die grote [3110] gracia dei. Het es goet tallen wonden also wel ten ouden alse ten nuwen Ende boven al essi vagende &de suverende &de oec vleesch te doen wassene. ja ende meer heilende in ere weken. dan alle [3115] andre medicinen doen in ere maent Ende noch sine laet geen quaet vleesch no vort vleesch in wonden wassen. Ende sijs goet den zenewen die gesneden siin of ontcrompen siin in wonden of in sweren [3120] Ende si trect alle maniere van gescutte weder ja op dat weder keren mach uter selver steden daert in gescoten was. Ende si es goet op steken. &de op beten van geveniinden dieren eist dat mense der op leit [3125] Si trecket tfenijn ute. Ende rijpt zere alle manieren van sweren &de heiltse sonder wieken. Si es goet iegen canker. iegen fistel. iegen moermael. jegen alle maniere van vulen zeren &de van vulen quaden [3130] sweren. Ende op clieren die wassen in den hals. want si suvertse &de heiltse. Ende si es goet optie sweren die wassen an die levere &de an die milte onder die rebben. ja op dat mense int ierste der op plaestert [[3135] want si trecse int vleesch &de scortse ende heiltse. Ende dat orcont .1. meester dat hise leide op .1. hooft dat op geblasen was. entie zieke genas. Si es oec goet op spenen. Ende alse die meesters [3140] die werheit willen lyen. so essi meer orbarlijc dan iemen mach begripen. want si es ongebrekelijc. &de haer werken siin geware werden vanden name enter heilecheit dat mense scelt gracia dei. Ende dese plastere [3145] maect men dus ¶ Nemt litargirum .1. s. .lb. ende 4. o. &de pulveret cleine. colofonie wierooc. scilt varwe. elx .1. s. o. dese pulvere wel elc bi hem selven &de sichtet dor .1. nauwe bultel. Ende hier na salmen alle [3150] dese pulvere te gadere stampen &de mingen. ende Ende dan doense weder lopen dor .1. bultel an dander zide. Dan nemt galbanum .1 .s. .o. &de armoniacum onder .s .o. mirre. bedellij. oppopanax elx .1. s. o. dese gom- [3155] men salmen leggen in aysine te weyke &de alsi geweyct siin. salmen der toe doen wijn .1. luttel. ende dan zieden tote dat gesmolten es. &de dan perssen dor enen doec. &de suveren van sinen quade. &de dan doen opt vier in ene [3160] panne .1. s. lb. olien van oliven &e .4. o. was .1. s. lb. Entie gommen die in den aysine gesceden siin salmen oec in doen. ende .1. luttel zieden. &e dan doenre toe .1. s. lb. terbentinen &e latense smelten. Ende als die [3165] gesmolten es salmen alle die vorseide pulvere daer in mingen. &de dan wel suverlike besceden ¶ Men sal weten alle manieren van gommen die men niet pulveren mach. datmen die sal leggen in aysine. of in wine [3170] te weyke. ja eer dat mense op dat vier stellen sal |
[43] Een pleister dat men grote gracia dei noemt. Het is goed voor alle wonden en zowel de oude als de nieuwe. En boven alles is het reinigend en zuiverend en laat ook vlees groeien, ja en heelt meer in een week dan alle andere medicijnen in een maand doen. En ze laat ook geen kwaad vlees of verrot vlees in de wonden groeien. En ze is goed voor de zenuwen die gesneden zijn of gekrompen in wonden of in zweren. En ze trekt alle soorten van schot [132] weer, ja, zodat het weerkeren kan uit dezelfde plaats waar het in geschoten was. En ze is goed op steken en op beten van giftige dieren is het dat men het erop legt. Ze trekt het gif eruit. En rijpt alle soorten van zweren en heelt ze zonder doeken. Ze is goed tegen kanker, tegen zweren, tegen moedervlekken, tegen alle soorten van vuile zeren en van vuile kwade zweren. En op klieren die in de hals groeien want ze zuivert ze en heelt ze. En ze is goed op die zweren die aan de lever en aan de milt onder de ribben groeien, ja zodat men ze in het begin daarop pleistert want ze trekt ze in het vlees en breekt ze open en heelt ze. En dat getuigt een dokter dat hij het op een hoofd legde dat opgeblazen was en de zieke genas. Ze is ook goed op aambeien. En als de dokters de waarheid in vertrouwen meedelen dan is het meer heilzaam dan iemand kan begrijpen want ze is zonder gebreken en haar uitwerkingen zijn gewaargeworden door de naam en de heiligheid zodat men het gracia dei noemt. En deze pleister maakt men aldus. Neem een halve pond en 4 ons zilverglit en verpoeder het klein, Grieks pek, wierook en kopersubacetaat, van elk een halve ons, verpoeder dit goed en elk op zichzelf en zeef het door een nauwe zeef. En hierna zal men al deze poeders tezamen stampen en mengen en laat het dan weer aan de andere kant door een zeef lopen. Neem dan een halve ons galbanum en Ammoniacum onder een half ons mirre, bdellium en Opopanax, van elk een half ons, deze gommen zal men in azijn te weken leggen en als ze geweekt zijn zal men er wat wijn bij doen [133] en dan koken totdat het gesmolten is en dan door een doek persen en zuiveren van zijn kwaad en dan op het vuur in een pan een halve pond olie van olijven erbij doen en 4 ons was. En die gommen die in azijn gescheiden zijn zal men er ook in doen en wat koken en dan er een halve pond terpentijn bij doen en laat het smelten. En als die gesmolten is zal men al het voor vermelde poeder daarin mengen en dan wel zuiver behandelen. Men zal alle soorten van gommen weten die men niet verpoederen mag en dat men die in azijn of in wijn te weken zal leggen, ja eer dat men ze op het vuur zetten zal. |
Moermael; volgens Blankaart; ‘macula matricalis est macula quae cum foetu nascitur. B. Moedermaal, /vlekke. Gall. Tache qu’on apporte en naissant’. Kan ook op een gezwel of open wond aan de benen slaan.
Beschrijving van de pleister de grote Gratia Dei, gebruikt om wonden, oude als nieuwe, te zuiveren en vlees te laten groeien. Deze pleister is zo werkzaam dat hij in een week zoveel heelt als andere medicijnen in een maand doen. Hij wordt nog gebruikt bij het schot en bij beten van giftige dieren en bij nog veel andere kwalen. In 1 woord, hij is zonder gebreken zodat men hem deze heilige naam gegeven heeft.
De ingrediënten zijn; loodglit, colofonium, wierook, galbanum hars ammoniakgom, opopanax gomhars, bdellium hars, mirre, azijn, wijn, olijfolie, was, terpentijn en scilt varwe.
De formule van de grote Gratia Dei vinden we niet zo dikwijls terug in latere receptaria als de kleine Gratia Dei, toch ontmoeten wij [35] die in Thesaurus Aromatariorum Pauli Suardi en in het Apotheken Woordenboek van Elsevier. Een verwante formule vinden we in het boek; ‘In Methodum miscendorum medicamentorum van Joannes Du Boys’onder de benaming Emplastrum divinum Praepositi. Uit de vergelijking van de formules met die van het handschrift kunnen we besluiten dat door ‘scilt varwe’ dient verstaan te worden aerugo, viride aeris, verdigris, kopersubacetaat.
[44] Eeen plaester van orient dat maect men dus. Nemt tarwen bloeme enen lepel vol &de tempertse in wine gelijc oft ware [3175] wellinge. &de dan stellent opt vier in ene panne. &nde dan doeter toe wit harst also groet alse .4. haselnoten. &de swert pec also groet alse .1. haselnot. &de ziedent tote dicke wert &de altoes roerende opt vier. Ende dan [3180] doent vanden viere altoes roerende tote dat cout es ¶ Ende wet dat meester lancfranc dese salve visierde. Ende eist dat tplaester te dicke vallet men maecht dunnen. Ende oec dicken eist te dunne. Dit [3185] plaester heilt zere wonden. ja eist datmen der met ene wieke bestriken wille &de mense steke in die wonde. ende diepe gesteken es ja enen. s. voet diep. &de vander zelver plaestren optie wonde leggen. het heiltse entie [3190] wieke bringet vor hare al dat etter dat in den bodem vander wonden es ¶ Ende wet datmen in dit plaester mingen mach op datmen wille alle manieren van dingen die zere heilen. of zere drogen. zere suve- [3195] ren. zere biten zere trecken. Of alle maniere van pulvere daer wonden of sweren. of cankere af te doene hebben. Ende si heilt alle maniere van ongemaken bi haer selven. ja die gedoodt siin. Ende si suvert [3200] van allen quaden vlesce. Men legtse oec enen dach &de enen nacht op een scorft hooft. &de derna trecse af. dan selen die hare int plaester bliven hangende so vaste houdet. Ende si trect oec sonderlinge wel [3205] Ende wet datse lancfranc priset herde zere Ene ander zalve die lancfranc oec visierde. entie goet es op alle wonden. &de si rijpse &de doetse wel dragen &de si trect die materie uut diere onnutte [3210] es &de heiltse. Entie maect men dus. ¶ Nemt wit harst .1. s. lb. &de olie van oliven .5. o. &de was .3. o. dit salmen doen in ene panne. &de der toe salmen doen goeden wiin. &nde dat salmen zieden ene goede [3220] lange wile. &de derna salment wel laten coelen. ende bescedent Een plaester surgicum. hets goet iegen die milte die geswollen es Ende sijs goet met te heilne benen die ontwee siin. mer men en machse niet leggen int begin vander broken. mer derna mach mense der met heilen vander broken. Ende dit es om dat si andre humoren trecken soude ter quetsuren. Ende sijs goet op gefrit- [3225] seerde leden. &de op wonden. Ende optie swere vander borst die gebroken es. of gequetst es van stocken of van steken of van valne of van slagen. mer men mach dit plaester in die nuweheit niet leggen om datse humoren [3230] trecken soude van andren steden. Sijs oec goet in allen ongemaken dien trecken toe behort. &de si heilt zere. Ende wet dat se elc meester sculdech es te hebbene. &de men maecse dus ¶ Nemt galbanum. Serapi- [3235] num. armoniacum. oppopanac. elx .1. s. o. &de legse in warmen aysine te weike. dan nemt colofonie. dats griex pec .1. s. lb. mastic &de wierooc elx .1. s. o. dese drie pulvert wel elc bi hem selven ende bultse. [3240] Hier na doet .1. panne opt vier. &de doeter in .1. s. lb. aysiins. &de scep pec .1. lb. ende was .3. o. entie geweicte gommen. die salmen luttel zieden. &de dan perssen dor. 1. doec. &de dan weder doen opt vier ende ziedent tote die [3245] aysiin versoden si. Ende dan minct der in die poedre &de doet vanden viere. &de gieter op couden borne &de coelet. Ende dan die palmen besmeert met oliven walken die verscheit ute. Ende dan suverlike besceden. So eist zalve [3250] alst vorseit es |
[44] Een pleister van de Oriënt, dat maakt men aldus; neem een lepel vol tarwebloem en temper het in wijn net alsof het een welling was en stel het dan op het vuur in een pan en doe er dan witte hars bij zo groot als 4 hazelnoten en zwart pek zo groot als 1 hazelnoot en kook het totdat het dik wordt en altijd roeren op het vuur. En doe het dan van het vuur en altijd roeren totdat het koud is. En weet dat dokter Lancfranc deze zalf aanraadde. En is het dat de pleister te dik valt maak het dan dun. En ook is het vaak te dun. Deze pleister heelt zere wonden, ja is het dat men daarmee een doek bestrijken wil en men ze in de wond steekt en diep steekt, ja een halve voet diep en van dezelfde pleister op de wond leggen, het heelt het en de doek brengt alle etter voort dat in de bodem van de wond is. En weet dat men in deze pleister alle soorten van dingen mag mengen [134] die zeer helen of zeer drogen, zeer zuiveren, zeer bijten of zeer trekken. Of alle poedersoorten waar wonden of zweren of kanker van te doen hebben. En ze heelt alle soorten van ongemakken van zichzelf, ja die geschikt zijn. En ze zuivert van allen het kwade vlees. Men legt het ook een dag en een nacht op een schurftig hoofd en trek het daarna af dan zullen de haren in de pleister blijven hangen, zo vasthoudt het. En ze trekt ook vooral goed. En weet dat Lancfranc het zeer erg prijst. Een andere zalf die Lancfranc ook aanraadde en die goed is op alle wonden en ze rijpt ze en laat ze goed dragen en ze trekt de materie uit die niet nuttig is en heelt het. En die maakt men aldus. Neem een half pond witte hars en 5 ons olie van olijven en 3 ons was, dit zal men in een pan doen en men zal er goede wijn bij doen en dat zal men een lange tijd koken en daarna zal men het goed laten koelen en weg bergen.
Een chirurgische pleister is goed tegen de milt die gezwollen is. En ze is goed om benen te helen die gebroken zijn, maar men mag het niet in het begin leggen van het breken, maar daarna mag men het gebrokene ermee helen. En dat is omdat ze andere levenssappen naar de kwetsing zou trekken. En ze is goed op gekneusde leden en op wonden. En op de zweer van de borst die gebroken is of gekwetst is van stokken of van steken of van vallen of van slagen, mar men mag deze pleister niet op net gebeurde leggen omdat ze levenssappen zou trekken van andere plaatsen. Ze is ook goed in alle ongemakken waar het trekken toe behoort en ze heelt zeer. En weet dat [135] elke dokter het moet hebben en men maakt het aldus. Neem galbanum, serapinum, ammoniacum en Opopanax, van elk een half ons en leg ze in warme azijn te weken en neem dan een halve pond colofonie, dat is Grieks pek, mastiek en wierook, van elk een half ons, deze drie verpoeder je goed en elk op zichzelf en zeef het. Hierna doe je een pan op het vuur en doe een half pond azijn in en een half pond scheppek en 3 ons was en die geweekte gommen, die zal men wat koken en dan door een doek persen en dan weer op het vuur doen en het koken totdat de azijn verkookt is. En meng er dan het poeder in en doe het van het vuur en giet er koud bronwater op en koel het. En dan de palmen met olijvenolie besmeren en de vochtigheid eruit drukken. En dan zuiver behandelen. Dan is het een zalf zoals gezegd is. |
Beschrijving van de Pleister van Orient, de zalf van Lancfranc en een chirurgische pleister.
1. De pleister van Oriënt is in feite een uitvinding van meester Lancfranc ‘die dese salve visierde’.
Over Lan[c ]franc, in het handschrift verder nog genoemd, schrijft N.F.J. Eloy in zijn Dictionnaire historique de la Medecine ancienne et moderne. Tome Troiseme. A Mons 1778, onder: ‘Lafranc, Medecin du XIII siecle’. E.C. Van Leersum zegt over deze persoon, in Het ‘Boeck van surgien’van Meester Thomaes Scellinck van Thienen op p. 274; . Lanfranck van Milaan was een der beste middeleeuwse chirurgie en vooral bekend als operateur. Van 1295 tot zijn dood, een tiental jaren later, onderwees hij de praktische heelkunde in Parijs aan een grote schare van leerlingen waaronder ook Jan Yperman zou hebben behoord, hetgeen echter geenszins vaststaat. Van zijn beide werken Chirurgia magna en Chirurgia parva is het laatste in het Middelnederlands vertaald geworden; een handschrift ervan is in het bezit van St. Johns College Library, Cambridge [Ms.A.19]. De vertaler, die blijkbaar niet sterk was in het vertalen van Latijn heeft parva met ‘klein’ en ‘jong’weergeven welke woorden de Belgische geleerde Carolus de veronderstelling heeft laten opperen dat men met een werk van een zoon van Lanfranc te doen zou hebben.
Deze Oosterse pleister, volgens Lanfranc, was dus samengesteld uit tarwebloem, wijn, colofonium en scheepspek. De pleister diende men op een doek te leggen die men in de wonde stekt, ‘la enen .s. [halve] voet diep! En dezelfde pleister wordt ook op de wond gelegd, de doek brengt alle etter naar voren die op de bodem van de wond ligt. Men legt hem ook op een schurftig hoofd een dag en een nacht lang [36] en trekt men dan af met de haren die eraan kleven [la methode dite de la calotte!]
2. Zalf van Lancfranc. De ingrediënten van deze zalf waren; colofonium, olijfolie, was en wijn; zij werd gebruikt als wondzalf om de wonden te latend ragen.
3. Een chirurgische pleister om op de gezwollen milt te leggen, op verwrongen ledematen en op wonden; wordt nog gebruikt bij borstzweren en kwetsuren door stokken, steken, vallen en slagen veroorzaakt. Ieder chirurgijn moet deze zalf steeds bij de hand hebben. Deze was samengesteld uit; galbanum- gomhars, sagapenum hars, ammoniak gom, opopanax gomhars, azijn, colofonium, mastiek hars, wierook, scheepspek en was.
[45] Dese zalve maecte meester ian braemblat. Ende hi seit dat hise geeft tetene alse hi den gewonden verbonden heeft &de gedwagen met wine of [3255] met aysine. dan geeft hise tetene. &de men maecse dus ¶ Nemt hontsrebbe. cincwij smereworte. pinpenele. dese cruden sal men stoten &de tsap uut wringen. &de dan salmen dat past te viere doen met .4. [3260] .lb. cruce botren. dats botere gemaect binnen den drien dagen als men crucen draget. &de dan salment zieden .1. lange wile met zoeten viere. &de dan zien dor .1. doec. &de tpast wech werpen. Dan salmen [3265] nemen tsap datter uut gewrongen was &de ziedent metter botren ene lange wile met zoeten viere. &de dan vanden viere doen. &de gietent op couden borne &de latent coelen. ende derna salmen dwater uut drogen ende bescedent [3270] Dese zalve scelt men ungwentum album &de si es wit gevarwt. Ende si es goet in wonden &de in fistelen &de in cankeren. want si heiltse &de droochse &de suvertse Ende so waer datmen enege dingen drogen [3275] wille. so salmen nemen dese zalve. Want si heilt alle vule vortege steden. &de droget alle versche gesingelde steden sonderlinge wel. Ende men maecse dus ¶ Nemt cerusa. .2. o. litargirum .1. o. &de pulveret wel. ende [3280] bultet dor .1. bultel. daer na doet in enen mortier &de doeter toe aysiin of rose water wel wrivende tegadere. daerna doeter toe .200. tarwen corne swer van wieroke. ende .liij. tarwen corne swer van mastike ierst [3285] wel cleine gepulvert &de gebult. &de wrivet wel metten vorseiden dingen. &de dan doeter toe over wat wilen olie van oliven. ende over wat wilen aysiin wrivende alse .1. sause tote dat dicke becomt. &de dan bescedet [3290] Dese zalve visierden de .4. meesters Ende si es goet in heten tiden. &de in heten wonden. Si heilt &de droget wonden met goeden ettere. Men sal nemen litargirum &de pulverent wel. &de loodasscen gebernt van [3295] lode .1. s. o. &de die oec wel pulveren. &de wit van spaengien .1. s. o. dat salmen werpen in een mortier. daer salmen toe doen aysiin &de tempern te gadere tote dat dicke gnouch si. no te dicke no te dunne dan eist zalve. |
[45] Deze zalf maakte dokter Jan Braemblat. En hij zegt dat hij het te eten geeft als hij de gewonde verbonden heeft en gewassen met wijn of met azijn, dan geeft hij het te eten en men maakt het aldus. Neem Plantago lanceolata, kaneel, smeerwortel en pimpernel, deze kruiden zal men stampen en het sap uitwringen en dan zal men dat pas op het vuur doen met 4 pond kruisboter, dat is boter die gemaakt is binnen de drie dagen [voor Hemelvaart] als men het kruis draagt en dan zal men het een lange tijd koken met zacht vuur en dan door een doek zeven en de brij weg werpen. Dan zal men het sap nemen dat er uitgewrongen is en het een lange tijd met zacht vuur met boter koken [136] en dan van het vuur doen en het op koud bronwater gieten en laat het koelen en daarna zal men het water eruit drogen en wegbergen. Deze zalf noemt men unguentum album en het is wit gekleurd. En het is goed in wonden en in zwellen en in kanker want het heelt ze en droogt ze en zuivert ze En zo waar men enige dingen drogen wil dan zal men deze zalf nemen. Want ze heelt alle vuile verrotte plaatsen en droogt vooral goed alle vochtige huidzieke plaatsen. En men maakt het aldus. Neem 2 ons loodwit en 1 ons litargirum en verpoeder het goed en zeef het door een zeef en door het daarna in een mortier en doe er azijn of rozenwater bij, goed tezamen wrijven, doe er daarna 200 tarwekorrels zwaar wierook bij en 55 tarwekorrels zwaar mastiek, eerst goed klein gepoederd en gezeefd, wrijf het goed met de voor vermelde dingen en doe er dan na een tijdje wat olie van olijven bij en na een tijdje azijn en wrijf dat tot een saus totdat het dik wordt en berg het dan op. Deze zalf bedachten de 4 dokters. En het is goed in heten tijden en in hete wonden. Ze heelt en droogt wonden met goede etter. Men zal Litargirum nemen en het goed verpoederen en een halve ons gebrande loodas en die ook goed verpoederen en een half ons Spaans wit en dat zal men in een mortier werpen en daar zal men azijn bij doen en temperen het tezamen totdat het dik genoeg is, niet te dik en niet te dun, dan is het een zalf. |
Beschrijving van de zalf van Meester Jan Braemblatt, van de Unguentum album en van de zalf van de vier meesters.
1. Zalf van meester Jan Braemblatt. Wie deze Braemblatt mag zijn is niet bekend, toch moet hij een bekende persoonlijkheid in zijn tijd geweest zijn want ook Yperman noemt hem; ‘meester jan breemblat’. Yperman beschrijft van deze meester eveneens deze zalf die door de patiënt opgegeten moet worden nadat hij werd verbonden.
De ingrediënten zijn; Smalle weegbree [Plantago lanceolata L.], smereworte, wat evengoed Symphytum officinala L als Sedum album L., kan zijn, kleine pimpernel [Pimpinella saxifraga L.,], boter gemaakt op de kruisdagen en verder nog ‘cinewij’. Wat hiermee bedoeld wordt is me niet duidelijk. In de ‘Cyrurgie; van Meester Jan Yperman komt dezelfde zalf voor en daar lezen we sansucum, wat zou wijzen op Origanum majorana L., echte marjolein, doch van Leersum plaatst een vraagteken van ‘sansucum’wat laat veronderstellen dat hij niet zeker is van de lezing. Omdat een derde vergelijkingspunt ontbreekt kunnen we hier niet tot een besluit komen.
2. Ungwentum album dient om wonden, fistels etc te laten opdrogen. Men mengt er overhands azijn en olijfolie in ,’wrivende als .1. sause tote dat dicke becomt’. Een mayonaise.
Unguetum album is een veel voorkomende zalf; we treffen die ook aan bij Nicolaus in zijn Antidotarium met dezelfde ingrediënten; loodwit [loodcarbonaat], loodglit [loodoxyde], azijn of rozenwater, wierook, mastiek, en olijfolie; ‘dan doeter in rosewater ende tempert over wat wilen olye, over wat wilen rosewater. Dat doet tot dat dicke gnouch si in effenen poente’.
3. Zalf van de 4 meesters. Wie deze zijn lezen we in het volgende kapittel, [kapittel 46] ; archemachei, petronicelle, plathearius en pherarii. De Quatuor magistri de Salerno worden door Yperman in zijn Cyrurgie niet minder dan 13 maal genoemd, maar nergens worden de namen opgesomd. Daremberg meent zelfs dat achter de benaming van 4 meesters slechts 1 autheur schuilt; het noemen van 4 mesters bij naam stemt echter tot twijfel aan de stelling van Daremberg. Yperman zegt alleen over deze 4 meesters in zijn Eerste boec Cap. 17; ‘Nu hoort die leringe van roelandine ende van vele meesters, of van den .4. meesters die welke die glosen daer op, dewelke roelant begint in latine; Medicina equm vocatur ad nonuo. Ende roegerrijn daer roelant op maecte sine adicien die begint; Post mundi fabriciam. Ende die glose der .4. meesters begint; sic dixit constantinus’. Roegerrijn of Rogerinus of Rogerus van Parma of van Salerno leefde in de 13de eeuw; hij schreef een Methodus medendi waarin hij Albucasis plagieerde.
Roelant of Rolandinus van Parma was een leerling van Roegerrijn en schreef een supplement op het werk van zijn meester; Libellus de Cyrurgia met de beginwoorden; Post mundi fabricam.
Op beide werken maakten de “Vier meesters’een glossarium. Yperman zegt het; ‘Dit seggen die .4. meesters in hare gelose op roelandine ende op rogerine’.
De zalf die hier beschreven wordt is goed bij warm weer en op hete wonden; si heilt &de droget wonden met goeden etter’, wat herinnert aan het pus bonum et laudabile. In etteren zag men een middel van de natuur om het lichaam te zuiveren van kwade levensssappen. We vinden bij Yperman deze zalf beschreven; ‘Der IIII meesters salve. Deze salve vysierden die .4. meesters van zalerne’. De ingrediënten zijn identiek; loodglit, loodas, loodwit met azijn vermengd tot zalf consistentie.
[3300] [46] Na dat geseit es van zalven. so wille wi spreken van dranken Ende wet dat dese dranke die viere meesters visierden &de maecten optie surgie van roelande &de van roegerine [3305] Ende dus hieten die .4. meesters archemachei petronicelle. plathearius. pherarii. &de dit leerden si dus maken ¶ Nemt violet cruut. glorifilate. doreginge. cenicle hontsribbe. wegebrede. cleine meede. [3310] rode colen. salie. elx .1. o. hondertblade .3. o. &de rode meede .12. o. Dese crude salmen stoten &de dan leggen in wine. Ende der af salmen geven drinken .3. werf sdags enen toge te male. tsmorgens. te mid- [3315] dage &de savens. Ende optie wonde sal men leggen .1. root coolblat &de el niet Ende eist dat de gewonde corst. so en salmen genen wiin nemen. Men sal borne zieden op gerste &de in dit salmen die crude [3320] werpen. &de der af salmen geven drinken Een ander dranc. Nemt wegebrede. honts rebbe. den crop vanden campe ofte tsaet der af. rode colen. apie. elx .2. o. rode mede .1. s. lb. dese crude sal men [3325] zieden in wine toten derdendele. Ende noch salmen wiin der toe doen entien verzieden de .2. deel. Ende derdewerf wiin der toe doen entien versieden toten derdendele. &de dan salmen dat perssen dor enen doec. &de doen alsoet verseit es [3330] ¶ Een ander dranc. Nemt glorifilate tsop daer af. sap van alsenen. sap van dorgingen. sap van herba robberti. desen dranc salmen geven drinken &nde hi sal ter wonden comen also men geeft ten monde. Ende [3335] men sal optie wonde leggen .1. root coelblat. of een blat vander hontsrebben. ¶ Een ander dranc. Nemt camp of tsaet van campe. tente. rode colen. elx .1. hant vol. rode mede .3. hantvol. dit salmen [3340] stampen &de leggent in wine. &de der af salmen geven drinken den zieken .3. lepel vol ¶ Een ander dranc. Nemt bredewege glorifilate agrimonie. doreginge. selfhele. sparge. herba robberti. sent jans [3345] cruut. cenicle. grote confilie. matefellone. den crop vander bramen. tcrudekijn metten hare. salie. grote netelen. eglentier violet cruut. valeriane. sarasine cruut hindelope. Dese cruden salmen nemen [3350] elx even. &de stoten. &de derna salmense leggen in wine &de also vele roder meeden alse der vanden andren cruden siin ¶ Ende wet datmen elken dranc mach zieden. &de dan der toe doen datter toe behort. Ende wet [3355] alse men dese dranken keert. dats teken vander doot. ja of enech van desen dranken die hier gescreven staen Ende altoes sal men .1. root coolblat leggen optie wonde ¶ Ende wet oec [3360] dat alle dese dranke wonden heilen. ja sonder dranc van buten sonder die der men mede dwaet of danet. of bessen. ende die der men wieken in nettet &de plaestere sonder enech dingen meer ¶ Ende wet so wie [3365] dat gewont es enten corts heeft of hitte. dat men dan den dranc maken sal met borne gesoden op gerste of met biere Ende sonder corts salmen maken met wine ¶ Een ander dranc. Nemt den crop van [3370] den campe. tente. elx ene hantvol rode meede .2. hantvol. rode colen .1. hantvol. &de stotet wel cleine. &de deraf salmen maken ronde coekelkine &de cleine &de latense drogen. Ende deraf salmen [3375] nemen alse mens te doene heeft .1. of .2. iegen datmen wille. Entie coekelkine salmen drogen in die zonne. &de also machmense houden in den winter te besegene alse men gene cruden vinden en [3380] mach. dan salmen nemen .1. coekelkiin &de stampent. &de leggent in wine. Ende men mach oec aldus doen van al den andren vorseiden dranken. |
[137] [46] Nadat van zalven gezegd is willen we van dranken spreken. En weet dat deze drank de vier dokters aanraadden en op de chirurgie van Roelande en van Roegerine maakten. En zo heten die 4 dokters, Archemachei, Petronicelle, Platearius en Pherarii [zie kapittel 45] en dit leerden ze aldus maken. Neem violenkruid, Geum urbanum, Doronicum pardalianches [of Ajuga reptans], Sanicula europaea, Plantago lanceolata, weegbree, Galium mollugo, rode kolen en salie, van elk 1 ons, 3 ons honderdblad [roos of Asphodelus albus] en 12 ons rode meekrap. Deze kruiden zal men stampen en dan in wijn leggen. En daarvan zal men een teug per keer en 3 maal per dag te drinken, s’ morgens, ‘s middags en ‘s avonds. En op de wond zal men een rood koolblad leggen en niets anders. En is het dat de gewonde koorts heeft dan zal men geen wijn nemen. Men zal bronwater op gerst koken en hierin zal men de kruiden werpen en daarvan zal men te drinken geven. Een andere drank; neem weegbree, Plantago lanceolata, de krop van hennep of het zaad er van, rode kolen en Apium, van elk 2 ons, half pond rode meekrap, deze kruiden zal men in wijn tot het derde deel verkoken. En nog zal men er wijn bij doen en dat voor het 2de deel verkoken. En een derde keer er wijn bij doen en die tot het derde deel verkoken en dan zal men dat door een doek persen en doen zoals al gezegd is. Een andere drank; neem het sap van Geum urbanum, sap van alsem, sap van Doronicum pardalianches [of Ajuga reptans] en sap van herba roberti, deze drank zal men te drinken geven en hij zal aan de wond komen en net zo geeft men het in de mond. En men zal op de wond een rood koolblad leggen of een blad van Plantago lanceolata. [138] Een andere drank; neem hennep of het zaad van hennep, reinvaarn en rode kolen, van elk 1 hand vol, 3 handen vol rode meekrap, dit zal men stampen en in wijn leggen en daarvan zal men de zieke 3 lepels vol te drinken geven. Een andere drank; neem weegbree, Geum urbanum, Agrimonia, Doronicum pardalianches, Prunella vulgaris, asperge, herba roberti, St. Janskruid, Sanicula europaea, smeerwortel, Centaurea jaceae, de kop van bramen, het kruidje met de haren [Hieracium pilosella], salie, grote netels, egelantier, violenkruid, valeriaan, Aristolochia rotunda en Eupatorium cannabinum. Van deze kruiden zal men van elk evenveel nemen en stampen en daarna zal men ze in wijn leggen en zoveel rode meekrap als er van de andere kruiden zijn. En weet dat men elke drank mag koken en dan erbij doen dat er toebehoort. En weet als men deze dranken braakt, dat is een teken van de dood, ja of enige van deze dranken die hier beschreven staan. En altijd zal men een rood koolblad op de wond leggen. En weet ook dat al deze drankwonden helen, ja zonder drank van buiten, uitgezonderd die waarmee men wast of ermee nat maakt of bessen en die waarmee men de doeken nat maakt en pleisters en nog enige dingen meer. En weet wie gewond is en koorts heeft of hitte, dat men dan de drank maken zal met bronwater dat gekookt is op gerst of met bier. En zonder koorts zal men het met wijn maken. Een andere drank; neem de krop van hennep en reinvaarn, van elk een handvol, van rode meekrap 2 handen vol en van rode kolen 1 handvol en stamp het goed klein en daarvan zal men kleine ronde koekjes maken en laat ze drogen. En daarvan zal men [139] er 1 of 2 nemen als men ze nodig heeft tegen dat men wil. En die koekjes zal men drogen in de zon en zo kan men ze houden om in de winter te gebruiken als men geen kruiden vinden kan en dan zal men 1 koekje nemen en het stampen en in wijn leggen. En men kan ook zo doen met alle andere voor vermelde dranken. |
Beschrijving van 6 wonddranken. Deze dranken werden zowel inwendig als uitwendig toegepast. Wanneer een zieke een van deze wonddranken weer uitbraakte was dat een teken van de dood. Uitwendig zal men na applicatie steeds een rood koolblad op de wond leggen, soms een blad van weegbree.
Als de patiënt koorts heeft zal men een wonddrank bereiden met gerstewater of met bier; heeft hij geen koorts dan maakt men de drank met wijn.
Van al deze mengsels mag men ‘coekelkine’ maken, een soort tablet, trochisken of zoals Lobel zegt, ‘ronde brooden’. De bedoeling hiervan is om die te gebruiken gedurende de winter als er geen kruiden meer te vinden zijn om dranken te bereiden.
[47] Hjer leert wat die cruden werken[3385] in den dranc. Men sal nemen valeriane omme te conforterne nature. Ende violetten of verbena omme te verslane zeerheit. &de om te vercoelne. Origariganum om te ontbindene die humoren. [3390] Honderblade om te suverne. Wegebrede of venkel om te stringerne Glorifilate of agrimonie om te suverne &de te gansene. Savie om te verslane juchtecheide. Pentafilon om te werpe- [3395] ne die humoren in die zeerheit ute. Pilocella of nepita. om te wachtene van crampe. Betonica om te wachtene van rede. Pyonie van hertvange. &de van groten evele. Confilie grote &de middele [3400] &de cleine om te vergaderne die wonde ende te lukene ¶ Of nemt ten selven cenicle of zelfhele. lanceole. sparrelle. melangie. of sanamonde alse .1. bugle pigle. tremorsa. of hedernetelen. den crop [3405] vander bramen. duvenbeen. goudware. marobie wit. h[o]ntsrebbe. witte tente. den crop vanden vliedre. den crop van bloet colen. den crop van den campe ene hantvol van [3410] elken meede die .2. deel omme dat si alle die andre jaget ter wonden. Ende dese die men wille salmen suveren &de stoten. &de met der conserven gedaen in .1. suver tonnekijn. of in enen erdenen pot deser gelijc vergoten [3415] met goeden witten wine wel riekende &de bestopt ¶ Ende dus machmen oec houden die cruden gestampt entie past met der doget geduwet te cleinen platten coekelkinen &de geleit te drogene in die [3420] zonne. Alse mens te doene heeft dat men neme .1. bollekijn alsoet verseit es. Eist dat hi niet en cortst. so ziedet wijn &de zeem te gadere. Ende eist dat hi cortst. so ziedt water &de suker. Want wiin [3425] &de zeem siin heet. water &de suker siin cout &de ziedet &de scumet wel. &de dan latet coelen Ende dan seldi nemen vanden vorseiden dranke een deel &de minget der in. &de geziet dore .1. linen cleet &de suverlike gehouden. Hi [3430] ganst wonden buten &de binnen |
[47] Leer hier hoe de kruiden in de drank werken. Men zal valeriaan nemen om de natuur te versterken. En violen of Verbena om de zeerheid te verdrijven en om te verkoelen. Origanum om de levenssappen te ontbinden. Honderdblad [roos of Asphodelus albus] om te zuiveren. Weegbree of venkel om samen te trekken, Geum urbanum of Agrimonia om te zuiveren en te genezen. Salie om de jicht te verslaan. Potentilla reptans om de levenssappen in de zeerheid eruit te werpen. Hieracium pilosella of Nepeta om te behoeden van kramp. Betonie om tegen koorts te behoeden. Pioen tegen bezwijming en van vallende ziekte. Smeerwortel, Ajuga en prunel om te de wonden te verzamelen en dicht te maken. Of neem tegen hetzelfde Sanicula europaea, Plantago lanceolata, asperge, Geum urbanum, Ajuga reptans, heggenrank, Scabiosa succisa, dove netelen, de kop van bramen, duivenvoet, hondsdraf, witte Marrubium, Plantago lanceolata, Achillea nobilis, de kop van vlier, de kop van bloedkolen, de kop van [140] hennep, een handvol van elk en van meekrap tweederde omdat ze alle andere voor is in wonden. En van deze die men wil zal men zuiveren en stampen en daarmee een konserf maken die in een zuiver tonnetje of in een aarden pot wordt gedaan die direct overgoten wordt met goede welriekende witte wijn en goed dicht gestopt. En zo kan men ook de gestampte kruiden houden en als pasta die terdege geduwd worden in een kleine platte koekjes en in de zon te drogen worden gelegd. Als men ze nodig heeft dan zal men een bolletje nemen zoals al gezegd is. En is het dat hij geen koorts heeft kook dan wijn en honing tezamen. En is het dat hij koorts heeft kook dan water en suiker. Want wijn en honing zijn heet en water en suiker zijn koud en kook het en schuim het af en laat het dan koel worden. En dan zal ge van de voor vermelde drank een deel nemen en het erin mengen en zeef het door een linnen kleed en zuiver gehouden geneest het wonden van binnen en buiten. |
In dit kapittel worden de farmacodynamische eigenschappen besproken van enkele kruiden die in wonddranken gebruikt worden. Nogmaals wordt, zoals in het vorige kapittel, erop gewezen dat men trochiskens en conserven kan bereiden met het oog op het gebruik in de winter.
Er wordt tevens herhaald dat de dranken met water en suiker bereid moeten worden in geval de patiënt koorts heeft; als hij geen koorts heeft gebruikt men wijn en honing.
[48] Van den vede raet. Men sal nemen droeseme van roden wine &de zout tfierendeel of tfijftendeel. &de dat sal men bernen te pulvere op .1. tiechle. &de dat [3435] salmen leggen optie gaten ¶ Of men neme hage bladre &de wegebrede. bergen smout &de stampt te gadere ende maect der af ene zalve &de der met bestriken die gaten enten canker &de daers te doene es. |
[48] Raad voor de roede. Men zal droesem nemen van rode wijn en zout het vierde- of vijfde deel en dat zal men tot poeder branden op een tegel en dat zal men op die gaten leggen. Of men neemt hagenbladeren (Rosa of Crataegus) en weegbree, vet van een speenvarken en stamp het tezamen en maak er een zalf van en bestrijk daarmee de gaten en de kanker en daar het te doen is. |
Tot slot wordt nog een kapittel toegevoegd over de ziekte van de mannelijke roede.
Men zal droesem van rode wijn met zout tot poeder branden op een tichel en op de gaten strooien ofwel een zalf maken van hagebladeren, weegbree en biggenvet om op de gaten en kanker ervan te smeren.Liber magistri Avicenne, algemeen overzicht.
2
Over inspanningen en rusten.
Sanguinici |
Cholerici |
Flegmatici |
Melancholici |
|
Arbeiden |
Goed |
Goed |
||
Rusten |
Goed |
Slecht |
||
Korte slaap |
Goed |
Goed |
||
Baden |
Slecht |
Goed |
Slecht |
Goed |
Geslachtsgemeenschap |
Goed |
Slecht |
Goed |
|
Onverwachte gebeurtenissen |
Slecht |
Goed |
||
Blijdschap |
Goed |
Goed |
||
Gramschap |
Slecht |
Goed |
3
Hier wordt slechts een summier overzicht gegeven over bloed laten, meer gedetailleerde en uitgebreide beschrijving over bloed laten vindt men in hoofdstuk 38.
Bij volle maan moet bloed gelaten worden.
Men laat de hoofdader, in de rechterarm, tegen hoofdziekten; de hartader tegen kwalen van hoofd tot navel; de lever- of miltader in de linkerarm, bij leverpijn en tegen de kwalen van de lichaamsdelen beneden de navel.
Oude lieden en kinderen worden minder bloed gelaten; kinderen beneden de 14 jaar helemaal niet. [15]
Alle tijdstippen zijn goed om bloed te laten; doch de voorkeur wordt gegeven in de lente en in de herfst. Is het noodzakelijk bloed te laten bij warm weer, breng dan de patiënt in een koude plaats, bestrooi de vloer met lis, wilgentakken en druivenbladeren en besproei hem met water. Bij koud weer zal de patiënt in een verwarmde goed afgesloten plaats gebracht worden waarin hij 3 dagen zal blijven.
Zieken en gezonden komen in aanmerking voor bloed laten, doch de eerstgenoemde mogen niet te zeer verzwakt zijn; vallen zij toch in onmacht dan zal men hun gezicht besprenkelen met water, ’s winters warm, ’s zomers koud.
4
Dieet voor hen die gelaten zijn;
Zacht gebakken eieren, vlees van speenvarkens, jonge kuikens, jonge hennen, licht tarwebrood, zuivere witte zachte wijn, doch met mate, gebraden appels.
Verboden zijn; melk, kaas en olie.
De eerste dag zal men niet slapen.
Voordelen van het laten; het klaart en scherpt de zin en verdrijft de muizenissen, het wekt op tot bijslaap, het verheldert de stem, het maakt korte slaap, het houdt de mens jong en het zal hem lang in gezondheid doen leven. Het zuivert vooral het bloed; de andere drie levensvochten halen er ook voordeel bij, doch om die te zuiveren bestaan er meer specifieke medicijnen die eerder in het boek besproken zullen worden.
5
Nu zal worden gehandeld over het verzorgen van zieken, volgens de leer van Avicenna. Vooreerst wordt gesproken over de; effimera febre’[febris intermittens], een lichte koorts waarvan de etiologie aan allerhande ‘toevalle’ wordt toegeschreven als bitterheid, dronkenschap, vrees etc. Gewoonlijk wordt de geneesheer niet geraadpleegd, daar de koorts reeds op de derde dag verdwenen is.
Er groeien echter verscheidene koortsen in de mensen, de simpele waarvoor een van de humoren aansprakelijk wordt gesteld, de gemengde die door meer dan een levensvocht veroorzaakt is.
6
Bij de simpele of enkelvoudige koortsen zijn er 3 soorten die regelmatig opkomen en afnemen waarvan rottende levenssappen buiten [16] de aderen de oorzaak zijn. Hun namen; de cotidiana [febris quotidiana, met dagelijkse aanvallen], de terciana [febris tertiana, met koortsstoppen om de twee dagen] en de quartana [febris quartana, met koortsstoppen elke derde dag]. Verder bestaan er nog 4 soorten van simpele koortsen die gedurig aanhouden en waarvoor de materies peccans binnen in de aderen steekt.
De cotidiana- koorts is te herkennen aan volgende
Symptomen; komt iedere dag op en duurt 18 uur, de overige 6 uur stopt de koorts; de patiënt voelt kleine koude of kleine hitte en de dorst is dragelijk. De urine is troebel en weinig gekleurd; de pols slaat traag en zacht.
Dieet; kuikens, jonge riviervissen, gebuild tarwebrood, witte en nogal sterke wijn.
Medicatie; de materies wordt gezuiverd met honingwater gekookt samen met bepaalde kruiden die koude humoren laten rijpen.
7
De tweede soort enkelvoudige koorts die regelmatig opkomt en afneemt is de terciana; deze wordt veroorzaakt door de gal, buiten de aderen.
Symptomen; urine; rood en dun of geelrood.
Polsslag; rap, hard en dik.
Begint met grote koude en daarna grote hitte.
Komt iedere derde dag op.
Dieet; kruim van brood in water, fruit, koude kruiden; de dag van de koortsstop; kuikens of lamsvlees of varkenspoten of riviervis, alles met druiven of azijn.
Medicatie; somtijds nihil, dankzij het dieet; zo nodig; diaprunis laxativum of Electuarium triasandalum.
8
De derde enkelvoudige koorts die op regelmatige tijdstippen aanvalt is de quartana; deze wordt veroorzaakt door de zwarte gal.
Symptomen; urine dun en wit in het begin, wordt na een koortsaanval rood.
Polsslag; traag en hard.
Komt iedere 4de dag; twee dagen heeft men rust. [17]
Dieet; kuikens met komijn, alle vogels die in broekachtige plaatsen wonen en stilstaande waters, varkensvlees, sterke kruidenwijn; te mijden; gezouten en gekruide spijzen.
Medicatie; In het begin honingwater, zingiber conditum of electuarium diacalamentum.
Als de materies rijp is, wat te zien is aan de urine die donkergekleurd en dik geworden is, zal men deze purgeren met medicijnen waarvan de beschrijving later komt.
Is de ziekte weerspannig dan baden en teriakel geven of de zieke inwrijven met revulsieve zalven.
Een gedetailleerde beschrijving wordt hier gegeven van het baden; men kookt kruiden in een pot en langs een pijp wordt de damp in het bad geleid.
9
Benevens de drie voornoemde bestaan er nog 4 enkelvoudige koortsen. Deze komen voort uit ieder van een van de 4 humoren die rotten in de aderen; de koorts blijft aanhouden.
1. Cynocus [bedoeld wordt febria synochalis, febris sthenica, koorts waarbij de hartwerking onverminderd intact blijft] wordt veroorzaakt door rottend bloed in de aderen.
Ziektebeeld; urine rood en dik.
Polsslag rap.
Meestal weinig koude.
Dieet; kruim van tarwebrood in water gewekt, koud fruit, koude kruiden, gestewater.
Medicatie; aderlaten.
Indien de ziekte gepaard gaat met;
Hoofdpijn; hoofd insmeren met populierzalf of rozenolie of azijn of azijn + olie. Voetbaden in kruidenaftreksel [men mag dezelfde kruiden ook op de pols binden.
Slapeloosheid; voorhoofd of slapen bepleisteren met een papje gemaakt van verschillende zaden in rozenwater [men mag deze 2 kruiden ook op de pols binden]
Dorst; rozensiroop.
Obstipatie; viooltjessiroop of E. Diaprunis [de ziekenkamer bestrooien met wilgenbladeren, het bed met wingerdbladeren, de vloer begieten met bronwater] ofwel neem een aarden pot [18] met doorboorde bodem waar in iedere opening een korenaar steekt, vul de pot met water, het doorsijpelende water drinken. Of een aftreksel van tamarinden en Cassia fistula. Of een klysma. Of zetkaarsjes opsteken.
Slijmerige tong; met een houten mes de tong afscheren ofwel de tong afschuren met een zakje waarin psyllium in lauw water geweekt zit. Tandenpoetsen met wit brood en de mond spoelen met warm water.
Is de dood ermee gemoeid, dat kan men hieraan herkennen; zijn mond hangt op en ook zijn z’n nagels te bezien.
10
2. Causon of terciana continua, vulgo ’theete ongemac’. [van χαύσων; hete koorts; terciana continua; aanhoudende koorts met koortsstoppen om de 2 dagen]. Wordt veroorzaakt door rottende gal in de aderen.
Ziektebeeld; hoge koorts [‘groter hitte’].
Men geneest ervan op een oneffen dag.
Wordt de urine na de 7de dag bleek in plaats van rood, dan bestaat er gevaar voor frenesie; blijft ze bleek dan betekent dit de dood.
Dieet en medicatie; zoals bij cynocus.
Verschil cynocus en causon;
Bij causon is de urine roder en minder dik
Slaat de pols harder.
Is het lichaam warmer [hogere temperaturen]
Causon komt meest voor bij cholerici, bij warm weer en in warme landen.
11
3. Cotidiana [dagelijks aanhoudende koorts] wordt veroorzaakt door het flegma.
Symptomen; urine is bleek.
Polsslag traag en zacht.
De koorts houdt heel de dag aan doch 18 uren is hij hevig en 6 uren minder hevig. [19]
Dieet; zacht drankje van wijn en tarwebloem.
Kippenbouillon met tarwebloem en wijn.
Versterkende middelen innemen.
Als drinken; water waarin kruim van tarwebrood werd gekookt of mulsa,
Medicatie; afkooksel van selderie- en peterseliewortels en honing.
Aderlaten op een van de 4 eerste dagen na de aanval.
Klysma’s [een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven]
Zetkaarsjes; honig + zout = poeder van sennabladeren.
Er wordt opgemerkt dat men het beste een klysma zet bij verstoppingen die door hete ziekten veroorzaakt zijn en bij verstoppingen die uit koude ziektes voortkomen.
Is de tong slijmerig, dan zal men de mond spoelen met verdunde azijn, de tong scheren met een houten mes en het gehemelte afvegen met een lapje.
Bij hoofdpijn geen koude medicijnen op het hoofd leggen, want dan is er gevaar voor lethargie.
12
Men zou nu de beschrijving kunnen verwachten van de vierde aanhoudende koorts die veroorzaakt wordt door een rottende humor in de aderen, de melancholie ontbreekt nog, doch het kapittel over de koortsen schijnt de schrijver [of kopiist] het nu welletjes te zijn en hij besluit in een kort hoofdstuk door te zeggen dat er nog veel andere koortsen bestaan; valse cotidiaan, - terciaan of – quartaan koortsen; verder zijn er nog de gemengde of samengestelde koortsen. Men zal deze genezen naar de urine, de pols en andere ‘toevalle’ uitwijzen. In zijn haast om te eindigen verkondigt hij tenslotte de ketterij dat zieken met koude complexie moeten genezen met koude medicijnen. We lezen wat dat aangaat in de Ortus sanitatis; ‘Ende hyer omme sal een yeghelijck medecijn ofte meestere ende elck cranck mensche bemerckinghe hebben opt ghene dat zijnder natueren bequaem is Ende god almachtich heeft menigherhande cruyt verleent, niet om dat alle cruyt allen menschen bequaem wesen soude Maer alleene den menschen dye dat van noode hebben. Ghelijck cruyden die van haer natueren cout zijn, zijn goet om die hitte dar mede te benemen ende te verdriven/Ende die cruyden dye heet zijn om die coude daer mede te benemene Ende hier om en salmen niet besighen cout by cout of heet bi heet, want dye siecheden daer mede vermeerdert worden ende nommermeer tot ghesontheden en comen Als ons Galienus ende Avicenna in vele plaetsen bescrijven’. [20]
13
Er bestaan drie soorten van vallende ziekte; deze aanvallen kunnen zich voordoen van eens in het jaar tot 4 maal per dag.
1] Epilencia of groot ongemak [bedoeld wordt epilepsia, vallende ziekte, chronische aandoening gekenmerkt door aanvallen van bewusteloosheid, gepaard met convulsies] spruit voort uit de hersenen.
Ziektebeeld; de aanval komt plots; de zieke heeft koud, beeft en spartelt met handen en voeten en heeft schuim op de mond.
Dieet; lichte goed verteerbare spijzen; kuikens, fazant, eierdooiers, bever en ramtestikels, riviervissen.
Als drank; zachte witte wijn en water.
Verboden zijn; vlees van ossen, koeien, hazen, geiten, zeugen en stieren, bonen, erwten, vitsen, look, uit, prei, rode kool, ganzen en alle gevogelte dat in broekachtige plaatsen, meren en staande wateren leeft; vooral geen koppen geven van vissen, vogels en andere dieren.
Medicatie; verboden; vleselijke gemeenschap, baden, zich opwinden, vasten, zich blootstellen aan te hevige hitte of te grote koude; goed; gebraden ezellever eten; een zakje met pioenwortels om de hals hangen; hazengal, wierook, mirre, honingwater met castoreum; op het glad geschoren hoofd een papje leggen van mosterdzaad en andere kruiden’verder teriakel, honingwater diureticum en purgatie met Hiera picra of met Benedecita lacativa.
2] Catalempcia [bedoeld wordt catalepsia, het innemen van standen en houdingen gedurende abnormaal lange tijd, zonder dat van vermoeidheid sprake schijn te zijn. Blankaart spreekt van ‘Zinvang, leden-styving’].
Ziektebeeld; men voelt in armen en benen en handen de aanval aankomen; de zieke heeft koorts en er staat geen schuim op de mond.
Dieet; zoals bij epilencia.
Medicatie; bloed laten; handen en voeten verwarmen.
3] Analempcia [bedoeld wordt analepsia, het brengen van het lichaam of van de ledematen in een hangende of zwevende houding bij wervel- resp. ruggenmergaandoeningen en bij ontstekingen aan de extremiteiten] komt voort uit de maag.
Medicatie; afkooksel van selderie- venkel- en peterseliewortels, purgeren naar gelang de urine aantoont. [21]
14
Spasmus wordt in de Ortus sanitatis gedefinieerd; ‘dats crimpen of grymen int lyf’en Herbarius in Dyetsche zegt; ‘Spasmus dats vertrecking der leen’.
Spasmus komt voort van te weinig of van te grote ophoping van humoren of van koude.
1] Spasmus van ‘ydelheid’.
Diarree, braken, te sterke medicijnen, bloedverlies, galkoorts zijn hiervan de oorzaken.
Kuur; melk van een vrouw die bevallen is van een jongen zal men wrijven op de pijnlijke plaatse en op het rugbeen; maak een pleister van pluk gedrenkt in afkooksel van bepaalde kruiden en leg de pleister van nek tot lenden; op de pijnlijke plaats wol leggen die gedrenkt wordt in olie en lauw water.
2] Spasmus van ‘vervulten’.
Kuur; aderlaten, koppen zetten met of zonder scarificatie; hals en ruggenbeen met ruitolie insmeren.
3] Spasmus van ‘coude’.
Kuur; insmeren met verwarmende zalven; een versterkend en verwarmend middel ingeven zoals Electuarium diacastoreum.
15
Artetica, fledercijn of gescot, komt voort of van hitte of van koude en wordt veroorzaakt door een van de vier humoren.
1] van hitte komt het van;
b) overtollig bloed in de zenuwen, aderen en slagaderen.
Kenmerken; urine rood en dik.
Polsslag vlug en zacht.
Aangezicht rood.
Medicatie; aderlaten en daarna een pleister van bepaalde kruiden op de pijnlijke plaats leggen.
B] gal.
Kenmerken; urine rood of geelrood.
Pols dik en hard.
Medicatie; medicijnen die gal purgeren.
Pleister zoals voorgaande of insmeren met zalf, samengesteld uit nagenoeg dezelfde ingrediënten;
Verkwikkende baden. [21]
1] van koude komt het van;
c) flegma
Kenmerk; urine wit, dik en troebel.
Medicatie; medicijnen die flegma laten rijpen en purgeren
d) zwarte gal.
Medicatie; medicijnen die zwarte gal laten rijpen en purgeren.
Voor deze beide laatste worden dan nog voorschriften gegeven van uitwendige toepassing; pleisters en zalven, waarvan een typische, nl. destillatie van oude urine tot levend water.
Helpt dit alles niet, dan zal men cauteriseren.
Als dieet wordt aanbevolen; licht voedsel zoals kuikens, jonge hoentjes, fazant, lammerenvlees, geitenvlees, lichte wijn en zuiver tarwebrood.
16
Hydropsie wordt aan de lever geweten en kan veroorzaakt zijn door onjuiste verhouding tussen hitte en koude.
1] Van hitte.
C) Alciten [ascites, buikwaterzucht] komt uit het bloed, heeft meer water dan wind; slaat men op het lichaam dan klinkt het alsof men op een halflege leren wijnzak zou slaan, vandaar de naam [άσχός; leren wijnzak, waarom de schrijver of kopiist het steeds heeft over alciten is me niet duidelijk]
D) Timpaniten [tympanites, opgeblazen buik] komt van de gal; heeft meer wind dan water; slaat men op het lichaam klinkt het alsof men op een trommel slaat.
In beide gevallen is de urine rood; buik, handen, armen en benen zijn gezwollen. Deze ziekten zijn ongeneeslijk.
1] Van koude.
A] Leucofleumancia [leucophlegmasia, gegeneraliseerd oedeem; ‘de witte zugt, slym-zucht/ongendaantheid.’ Blankaart en Herbarius in Dyetsche zeggen; ‘Leucolofleumencia dats die watersucht van witte flumen die alt lichaem doer verspraeyt komt van het flegma’; heeft meer water dan wind. De urine is wit en heel het lichaam staat gezwollen, een vingerdruk maakt een put.
Dieet; heet en droog, t.t.z. kuikens, lammerenvlees gekookt met peterselie, komijn en peper; witte wijn, tarwebrood, hazelnoten, amandelen.
Verboden; vlees en vis.
Medicatie; zachte drank met kruiden; verwarmende likkepotten; hete baden, eerst in gekruid water, daarna in zout water.
B] Yposarca [hyposarca, anasarca, ‘‘t Lyfwater, tusschen vel en vlees liggende water/leden-zugt’] komt van de zwarte gal, heeft meer wind dan water tussen vel en vlees. De urine is donker gekleurd.
Dieet en medicatie zoals bij leucofleumancia.
Indien de zieke zelfs zulks verlangt mag het water afgetapt worden.
17
Elefancia [elefantiasis, elephantisis] vulgo lazerie. Lazerie is een huidziekte die niets met melaatsheid volgens de huidige begrippen van doen heeft. Herbarius in Dyetsche noemt iemand die lazers is ‘lasarus van verbart bloet’, Deze en andere huidaandoeningen uit de oude geneeskunde zijn steeds zeer verwarrend en moeilijk te identificeren.
Alle ‘lazerie’ spruit voort uit rotte zwarte gal. Er bestaan verschillende soorten al naar gelang de menging van rotte zwarte gal met een der andere humoren.
1. Zwarte gal alleen; elefancia, aldus genaamd naar de olifant omdat die groter is dan andere dieren en omdat deze ziekte afschuwelijk is om te zien. Volgens Thomas Scellinck in zijn ‘derden boec capmXII vander laserien die cuere daer af’is de etymologie alsdus te verkalren; ‘olefancia na een dier dat heit olifant ende het es dat alrestercste dier dat men vint. Ende alsoe is dit onghemac’.
2. Zwarte gal + flegma; tyria [tyriasis]. Volgens Scellinck komt de naam ‘na een serpent ende es gheheeten tijrus. Ende dat serpent doet dicke siin sluiif [vel] af alsoe doet die sieke hem scellet dicke siin huiit ende siin wiinbrauwen vallen uut ende hi stinct herde seer’.
3. Zwarte gal + gal. De specifieke naam wordt niet gegeven, doch Scellinck noemt deze Leoninana [leontiasis leprosa] , na eenen leeuwe omdat hij is anxteliic [angswekkend] ende ranpende [steigerend].
4. Zwarte gal + bloed; alepicia. Scellinck noemt deze ‘allopicia na den wolf allopes dat siin wolven’.
Dieet en medicatie, vooral uitwendige, worden breedvoerig behandeld. [23]
18
Morfea [een pigmentanomalie waarbij vlekken op de huid ontstaan] is volgens Herbarius in Dyetsche ‘een pleckinghe die wit of zwert int vel es; en Ortus sanitatis definieert; ‘Morphea dats die quade seericheit inder huyt die der melaetscheyt ghelijck is’.
Volgens het handschrift kunnen de vlekken wit zijn, dan zijn deze veroorzaakt door het flegma en genezen moeilijk; ofwel zijn ze rood, als ze veroorzaakt zijn door het bloed of gal, in het laatste geval kunnen ze zelfs geel zijn; deze zijn te genezen als er bloed uit vloeit wanneer men er met een naald in prikt; komt er water uit dan is de genezing uitgesloten. De vlekken kunnen ook zwart zijn; deze worden veroorzaakt door de zwarte gal. Aldus zijn we weer rond en zijn de 4 humoren even aansprakelijk; een theorie die door de schrijver van de Liber Avicenne veel meer nog dan veel andere oudere schrijvers voorgestaan wordt. De meeste schrijvers kennen alleen voor morfea witte en zwarte vlekken.
Verschillende geneeswijzen worden gepreconiseerd; baden, aderlaten, strooipoeder, laat koppen, blaartrekkende middelen en zalven.
19
Gutta rosacea vulgo de rose. Er wordt geen beschrijving van de ziekte gegeven. Bedoeld wordt erysipelas, belroos, Sint-Antoniusvuur. Herbarius in Dyetsche zegt; ‘Erispille dats een apstonie van vierechtegher coleren’ en Ortus sanitatis; ‘Herispula dat is een rode hittighe lopende seericheyt… dye int lijf lopet van dat een lidt aen dat andere’. ‘Men hevet oec met puustkine int ansichte. Blankaart zegt ‘si occupaverit faciem la Rose au visage dicitur. A. St Anthonis fire’.
Hiertegen werden vooral zalven aangewend waarvoor vershcillende recepten worden aangegeven. Een eigenaardigheid is de beschrijving van de oleum tartaricum, verkregen door distillatie van gebrande wijnsteen met azijn.
20
Serpigo, [ook zeter] en inpigo, [ook single genaamd] komen beide voort van hete materien en zijn sterk gekleurd. Zij verschillen nochtans hierin dat serpigo een voortkruuipende huidziekte is terwijl single zich uitbreidt rond de aangetaste plek en minder rood is. Scellinck is het hiermee niet eens, hij zegt nopens impigo; ‘in dietsche ommeleghe ende in walsche cingel’. Ortus sanitatis maakt evenmin onderscheid; ‘Impetetigo sive serpigo. Herbarius in Dyetsche kent wel enig onderscheid; ‘Impetigo dats rouicheit van den velle. Serpigo dats rouicheit die scerp es ende cruypt herwert ende ghenswert’.
Medicatie; aderlaten, zalven, laat koppen, drankje innemen. Ook wordt aangeprezen vel en vlees met een tang te grijpen waarvan de twee armen doorboord zijn; men steke een els door de gaten en dan trekke men een snoer erdoor, dat lang gedragen moet worden!
21
Drope [schurft] en ioocsele [jeuk] kunnen voortkomen van bloed, dan moet men bloed laten, komt het van andere humoren dan zal men deze purgeren, daarna baden [verschillende recepten worden aangegeven, waaronder en me zwavel] en vervolgens insmeren met zalf waarvoor meerdere formules worden gegeven.
Veelal, volgens de meesters, komt drope van falsum fleume, dat is gezouten flegma [ een toestand waarin het levensvocht flegma kan verkeren in de aderen] waartegen een zalf wordt voorgeschreven ofwel een olie van essenhout, verkregen per descensum, dat wil zeggen door neerwaartse destillatie [een bereidingswijze die hij uit de Grabadin van Pseudo-Mesues heeft overgenomen].
22
Tinea, dats scorftheit. Herbarius in Dyetsche; ‘Tinea dats schorftheyt of rappicheyt van hoefde’.
Tinea [ringworm, teigne] komt voort ofwel van zout flegma, dan gaat het gepaard met jeuk, ofwel van zwarte gal, dan komen grote roven, ofwel van bloed, dan zijn de puisten bloedachtig en etterig, ofwel van gal en dan zijn het kleine puistjes alom verspreid.
De voorgeschreven medicatie; het hoofd bepleisteren, dan bedekken met een doek en met een ruk de doek aftrekken zodat het haar volgt. Deze barbaarse methode vroeger veel in gebruik is de geschiedenis ingegaan onder de benaming la methode dite de la calotte! Doch het moest gebeuren want ‘geen scorfde hoofden en genesen daer quade hare in siin’. Toch worden andere methodes aangegeven om haar te verwijderen en tevens te ontluizen, meestal op basis van loodglit.
Om nadien het haar terug te laten groeien worden allerlei middelen aangeprezen waarvan sommige in de volksmond nog bekend zijn zoals koeiendrek, verbrande schoenen of verbrandt perkament, verbrande bijen, geitenkeutels etc. [25]
Luizen groeien [door generatio spontanea] in de poriën van de huid die verstopt zijn door humoren, rode luizen komen voort van hete materie, witte van flegma en zwarte van zwarte gal. Men verwijdert luizen met kwikzilver en loodglit in azijn. Een vernuftige methode; leg staverzaad [Delphinium staphisagria L] met terpentijn gemengd op katoen in de schoot en de luizen zullen er alle naartoe lopen.
23
‘Malum mortum es een manier van quay scorfheyt als sweren doij verweghe puysten omtrent dat been en scenen comen of elders daer van dat die leen dorre of droghe worden’, Herbarius in Dyetsche.
Malum mortuum, een lepra-achtige aandoening der huid met livide verkleuring alsof die afgestorven zijn, komt meest voor op de benen die vol etterige zwarte puisten staan.
Op zon- en feestdagen worden deze wonden niet verbonden! Ook mag de patiënt zijn voeten niet wassen.
Als medicatie; insmeren met zalf en de lever- en miltader laten.
24
Oogziekten kunnen ontstaan door ieder van de 4 humoren.
1. van bloed; kentekenen; rode ogen, rode vlekken in het wit van de ogen; de urine is rood en vet; medicatie; hoofdader laten.
2. van gal; kenteken; pijnlijk stekende ogen; urine geel; medicatie’gal purgerende middelen.
3. van flegma; kentekenen; aangezicht bleek en gezwollen; medicatie; flegma purgerende middelen.
Over zwarte gal wordt niet gesproken.
In geval van tranende ogen zal men op zwarte dingen kijken, een pleister appliceren van pluksel met allerlei geneesmiddelen erop, laat koppen zetten, het lelletje van de oren met een gloeiend ijzer doorboren en er een snoer doortrekken, cauterisatie op de arm, aderlaten aan de slapen en het voorhoofd.
Macula, ‘dat is te segghen dat witte ende die liese op die ooghen’. Zoals Scellinck zegt, zijn zwart of bruin als zijn van zwarte gal voortkomen en zijn ongeneeslijk; zijn ze wit dan kunnen die genezen; bruine die voortkomen van viskeuze humoren en die buiten aan de ogen hangen worden er afgelicht met een naald of haakje.
Ungula [bedoeld wordt pterygium, een driehoekig vlies dat zich aan de voorzijde van het oog vormt met de basis naar de ooghoek gericht en met de punt over het hoornvlies heen groeiend, wordt door Scellinck aldus beschreven; ‘Ungula in oculo dat is die nagle int oghe. Ende ungula begint te wassen in den enen hoornic [hoek] vanden oghe dan wasset allenxkens totdat doghe al overdect es ende tsien benemet’. Men zal het eveneens met een naald wegnemen, doch vooral zal men het weken hetzij met vrouwenmelk, met bloed uit de vlerken van jonge duiven, met merg uit een ganzenveer, met gal van roofvogels hetzij met gal van een man die met het zwaard gedood werd of met nog andere meer, om van te griezelen.
23
Bij neusbloeden zal men aldus te werk gaan;
Bloedt men uit het linkerneusgat;
De hoofdader laten op de linkerarm.
Pleisters leggen op de milt.
Voorhoofd en hals bestrijken met azijn.
Bloedt men uit het rechterneusgat;
De hoofdader laten op de rechterarm.
Pleisters leggen op de lever.
Laat koppen zetten op de rechterzijde, op de lever.
Wie dikwijls bloedt uit de neus moet op dieet gezet worden; licht verteerbare spijzen en als medicatie wordt aanbevolen zijn eigen bloed ofwel paardenhoeven te verbranden en de rook ervan op te snuiven.
26
Er bestaan 3 soorten buikloop, namelijk disenteria, lyentiria en dyaria. In Ortus sanitatis wordt dit aldus beschreven; ‘Item daer zijn driederhande loopen des buycks Den eenen wort ghenaemt Dissenteria Ende dit is eenen loop di met bloede loopende is. Den anderen loop des buycs is Dyarria ghenaemt Ende dit is eenen loop sonder bloet Ende den derden loop is Lyenteria ghenaemt Ende hier mede loopt die spise dore gelijc si gheten of inghenomen wort’.
Disenteria gaat gepaard met bloedafgang en men voelt stekende pijn soms boven en soms omtrent de navel. Naar gelang de plaats van de pijn en de kleur van de uitwerpselen zullen geneesmiddelen ingegeven [28] worden; in sommige gevallen zet men klysma’s of legt men pleisters op de maag.
In de 2 volgende hoofdstukken wordt dan gehandeld over lientiria en dyaria.
27
Lientiria is een diarree waarbij de faeces onverteerde voedselresten bevatten. Daar zijn vier oorzaken voor; ofwel zijn er in de maag en darmen t veel viskeuze humoren, ofwel heeft de natuur geen kracht om de spijzen te verteren, ofwel is de zieke te zwak om de spijzen in te houden, ofwel zijn maag en darmen gewond door hete humoren. Tegen ieder van deze oorzaken worden geneesmiddelen en dieet voorgeschreven.
28
Dyaria is een eenvoudige buikloop zonder stekende pijn; de spijzen zijn verteerd, het is een spoeling van het lichaam. Alle middelen bij dysenteria en lientiria beschreven worden in dit geval met goed gevolg aangewend.
29
Acarides [=oxycures vermiculares, aarswormen] en lombrici]-ascarides lumbrodoides, spoelwormen] zijn wormen die in het lichaam groeien; zij ontstaan uit grove moeilijk te verteren spijzen. De lombrici, lange wormen, huizen in de kleine darmen, de acarides in de grote darmen of in de aars. Enkele recepten worden aangegeven die tegen alle soorten van wormen kunnen dienen.
30
Nier- en blaasstenen worden bestreden door het innemen van allerlei drankjes waarvoor warm vossenbloed of gedroogd bokkenbloed, benevens kruiden de ingrediënten vormen. Men zal ook baden en daarna de steen trachten weg te duwen. Hete medicijnen doen de steen breken; doch als de steen te groot is bestaat er maar 1 middel, namelijk de steen uit te snijden.
31
Tegen graveel worden verschillende drankjes aanbevolen, baden en de leverader laten onder de knoesel binnenvoets.
Volgens getuigenis van Galenus veroorzaken stenen stranguiria [stranguria]. Hiertegen wordt bloed laten onder de knosel binnenvoets aanbevolen, ook legt men pleisters tussen scrotum en anus en geeft men allerhande diuretica.
Volgens de Ortus sanitatis; ‘Stranguria dat is die droppel of coude pisse’en ‘straguriosi dat is degene die met pine haer orine maken’. Herbarius in Dyetsche; ‘Gebreck in der blasen als coupis ende dissurie dats nu wat pissen ende over een uure noch wat’.
32
De steen snijden is steeds gevaarlijk bij oude lieden en bij kinderen. Volgt dan een zeer gedetailleerde beschrijving van het snijden van de steen bij een kind. Na de operatie wordt tarwebloem op de wonde gestrooid en een kussen van droog pluksel erop gelegd. Men hoeft niet bang te zijn dat de urine 4 of 5 dagen uit de wonde loopt ‘want die wonde sal wel genesen’. Zie van Beverwijck over verschillende en wat hardhandige manieren.
33
In dit kapittel wordt onderwezen hoe men breuken geneest. Op vele plaatsen van het lichaam kunnen zich breuken voordoen; aan de navel, onder de navel, neven het ‘ysebeen’, in de onderbuik en in de liezen.
Men zal deze genezen met pleisters leggen. Kinderen kunnen genenzen met een zacht drankje en een breukband of kussen. De pleister wordt met een kussen op de breuk vastgemaakt.
Bij ernstige gevallen wordt de operatie toegepast waarvan een gedetailleerde beschrijving gegeven wordt. De patiënt moet daarna te bed blijven tot hij volledig genezen is.
34
Antrax is een zweer die door giftige humoren veroorzaakt wordt. Er worden vier soorten onderscheiden naar gelang zij voortkomen van de 4 humoren of de menging ervan. [29] Antrax wordt genoemd de ‘bloemen int vleesch; waar ze uitbreken zal heeft men het gevoel alsof daar lood gehangen is.
Medicatie; bloed laten dicht bij de aangetaste plaats, uitgezonderd als de anthrax aan het bovenste deel van het lichaam staat. Kinderen beneden de 14 jaar zal men laat koppen zetten, daar het niet toegelaten is die bloed te laten. Pleisters worden aangebracht en als de anthrax rijp is zal men er met een’schaar in snijden. Daarna zal men er gekookte kruiden op leggen om te genezen; mensendrek dient ook daartoe.
Ongelukkig geeft de auteur [of de kopiist] geen verdere uitleg over de 4 soorten van antrax en kunnen we de regels 2261, 2262, die waarschijnlijk op een corrupte tekst berusten, moeilijk verstaan. Het gaat dus over anthrax en carbunculus en verder lebon, mogelijk verminking van flegmon; dan zouden bonus [goedaardig] en malanus [malignus; kwaadaardig] slaan op phlegmon waarvan Scellink zegt; flegmon is diep in dat vleesch; en hij maakt ook onderscheid ‘’t zij datse waerachtig ofte onwaerachtigh zijn’.
Ortus sanitatis noemt ‘antrax die hittigeh sweringe ende aposterne; en ‘Carbunculus dat is een swarte bladere die gheheel feninich is Ende dese gelijckt der pestilencie Ende ghelinstert ghelijc eenen carbunckelsteen’. Herbarius in Dyetsche; ‘’het es teghen quade puysten [als antrax], van Beverwijck; ‘Anthrax komt in alle delen van het lichaam voor als een klein puistje of hard knobbeltje met jeuk en grote brand, is in het begin nauwelijks zo groot als een erwt maar wordt geleidelijk aan groter met zeer stekende en onlijdelijke brandende pijn en vooral ‘s avonds en ’s nachts, ook meer terwijl de spijs in de maag verteerd wordt dan als het verteerd is. Werpt soms een, soms twee blaren op en als die geopend worden ziet men het vlees eronder dat net zoals met gloeiende kolen zwart verbrand is waarom het bij de Grieken Anthrax, bij de Latijnen Carbunculus en bij ons pestkolen genoemd wordt’.
35
In dit kapittel geeft de schrijver een lijst van kruiden, medicijnen en likkepotten met hun therapeutische eigenschappen.
Tegen alle hoofdkwalen; koude kruiden tegen hitte in het hoofd; kruiden tegen borstkwalen door koude veroorzaakt; likkepotten tegen koude hoest; medicijnen tegen heesheid door hitte veroorzaakt; tegen heesheid door koude veroorzaakt; likkepotten tegen verkoudheden; tegen hartkwalen; tegen verhitte lever; tegen verkouden lever; tegen miltkwalen, bij koude maag, likkepotten tegen stenen; tegen verkoudheid van de baarmoeder; tegen bloedvloed bij vrouwen; tegen buikloop; tegen koudheid in de nieren.
Tenslotte mag ook het magisch, naar tijdsgebruik, niet ontbreken en wordt betonie aangerande [Stachys officinalis, koortskruid] te leggen in het bed van iemand die veel denkt, tegen benarde dromen. En byvoet [Artmmisia vulgaris] helpt tegen de duivel!
36
‘ In de loop van het traktaat wordt dikwijls erop gewezen dat de humoren moeten ‘ripen’ en ‘purgieren’ met wat ertoe hoort, met [30] medicijnen die later in dit boek beschreven zullen worden. In dit kapittel wordt aan die belofte voldaan.
Achtereenvolgens wordt gehandeld over het rijpen van hete humoren, purgeren van hete humoren, purgeren van koude humoren, rijpen van koude humoren in het hoofd, de lever, de milt, de borst, de maag, de geslachtsdelen en in alle leden; voor arme zieken die ‘ne genen cost doen en mach’wordt een goedkoop middel ter hand gedaan. Verder purgeren van flegma en viskeuze humoren, purgeren van koude humoren, purgeren van flegma en zwarte gal.
Enkele wenken worden nog toegevoegd; de dosis der geneesmiddelen verschilt naar gelang de zieke jonger of ouder is dan 25 jaar en ook naar gelang de kracht van de zieke; bij warm weer purgeren de humoren gemakkelijker dan bij koude; medicijnen in vloeibare vorm ingegeven werken sneller als men op de been blijft en niet gaat liggen; vaste medicijnen neemt men in bij dageraad en daarna mag men nog wat slapen.
37
Drie manieren om eksterogen te verwijderen worden hier beschreven;
1. uitbranden met een gloeiend ijzer; de beste methode.
2. uitbranden met brandend zwavel.
3. uitsnijden met een vliem.
38
In de kapittels 3 en 4 werd reeds een en ander gezegd over aderlaten; nu wordt hier uitvoerig over geschreven.
Eerst wordt gewaarschuwd dat men oude lieden geen bloed zal laten, ook zwangere vrouwen niet, alleszins niet voor de 4de maand zwangerschap, ook kinderen beneden de 14 aar niet; evenmin wordt bloed gelaten bij grot warmte of hevige koude of bij nieuwe maan.
Op getuigenis van Aristoteles, Plinius en Galenus wordt het aderlaten uiteengezet;
Uit het hart komen 2 aderen, een grote en een kleine; de eerste gaat naar voor, de andere naar achter. De voorste heeft veel vertakkingen, in het geheel 365. De ene soort aderen voeren bloed omhoog van de borst naar de schedel, de andere soort neerwaarts tot aan de voeten. [31]
Volgens de school van Salerno zijn er 34 aderen waaraan men bloed mag laten. Om de opwaartse aderen af te binden gebruikt men aan de hals een handdoek, doch aan de tong een houten tang; voor de neerwaarts gaande wollen doeken.
Ligging van de aderen en reden van bloed laten;
Een midden op het voorhoofd tussen de wenkbrauwen; goed voor het gezicht.
Twee achter de oren; zuiveren van hoofd en ogen.
Twee in de hoeken van de ogen; tegen huidziekte; voornamelijk rond de ogen en in het aangezicht.
Twee bezijden de neus; zuiveren van ogen en aangezicht.
Een vooraan in de neus; zuiveren van aangezicht en tegen koorts.
In de mond aan beide zijden; zuiveren van klieren bij gekloven lippen en tegen neusslijm.
Twee onder de tong; zuiveren van de huig en tegen wurggevoel.
Twee in de hals; zuiveren van hoest, huidziekten en zwarte gal.
Twee hoofdaderen in de bovenarm; zuiveren van hoofd, ogen en bij neusbloeden.
Twee hartaderen in het midden van de arm; zuiveren opwaarts en neerwaarts.
Twee leveraderen beneden de hartaderen; zuiveren lever.
Twee longaderen beneden de leveraderen; zuiveren het midden lichaam.
Twee miltaderen beneden de buiging van de ellenboog; zuiveren de milt.
Twee op de hand tussen de grot en kleine vinger; zuiveren de milt.
Twee onder het vlezig gedeelte van de benen.
Twee naast de enkel binnenwaarts.
Twee midden van de wreef tussen de twee grootste tenen; bij heuppijn, pijn in de geslachtsdelen, aandoeningen van de baarmoeder, aambeien, zweren, blaasaandoeningen, jicht, reuma en anderen.
Het kan gebeuren dat bij het vliemen het bloed er niet uitspuit, dit kan te wijten zijn aan verschillende oorzaken, als vrees, slecht gewarmd, slecht gebonden, slecht geraakt of het bloed te dik of de ader weggeschoten. Herdoen of op een andere plaats opnieuw beginnen. Verder worden aanwijzingen gegeven om het bloed nadien te stelpen.
Wat nu de redenen betreft waarom bloed gelaten wordt. Die worden als volgt geformuleerd; aderlaten is het begin van de gezondheid, het tempert de hersenen en het beenmerg, het verbetert de intelligentie, het slapen, het horen, het spreken, het zuivert het bloed en de maag en bewerkt een regelmatige stoelgang.
Door middel van bloed in water te laten druppelen kan worden vastgesteld of iemand binnen het jaar zal sterven. [32]
De hoeveelheid bloed dat gelaten moet worden wordt bepaald en daarna volgen dan nog enkele raadgevingen voor diegene aan wier bloed werd gelaten.
Men kan soms in plaats van bloed laten de voorkeur geven aan koppen zetten. Volgens getuigenis van Albucasis kan men op 14 plaatsen koppen zetten, liefst op vlezige plaatsen. Deze 14 plaatsen worden genoemd; onder de kin, in de nek of achter de schouders, 2 op de armspieren, 2 op de voorarmen, 2 op de billen, 2 op de dijen, 2 beneden de kuiten, 2 bezijden de enkels binnen beide voeten.
Venteusen [koppen] worden 3 maal achter elkaar geplaatst, men mag om de uitwerking te verhogen vooraf scheuren maken met een mes. Om verzwering te voorkomen wordt de wond daarna gezuiverd.
In het kapittel 40 ‘Over Venteusen; wordt hierover meer in detail uitgewijd.
39
Men zal dus aderlating verrichten om zich tegen ziekte te behoeden ofwel de ziekte te bestrijden; de volgende symptomen wijzen op de noodzakelijkheid ervan; dikke rode urine, harde snelle polsslag, zoete adem, gezicht en ogen rood, dromen van rode dingen, grote dikke brede aderen.
Bloed laten als purgeren moet gebeuren op een gepaste tijd, ’s morgens vroeg, nuchter van urine en van eten en drinken, ’s zomers wordt in de rechterarm bloed gelaten en ’s winters in de linkerarm, men zal liever dikwijls wat bloed laten dan veel ineens. Is het bloed klaar en roze dan stopt men met het bloed laten, doch zolang het dik en vuil is laat men het vloeien. De snede moet ’s zomers nauw en ’s winters breed en wijd zijn.
Er bestaan 2 soorten aders, sommige slaan en dat zijn de arteriën, anderen slaan niet en dat zijn de gewone aderen. Scellinck zegt het aldus; ‘Ende alle arteryen comen uuiit der herte en daer om slaen se. Ende alle andere die niet en slaen die comen uut der lever’. Deze leer was de stelling van Galenus die meende dat het bloed in de lever werd gevormd en vandaar naar de weefsels stroomde waar het verbruikt werd. Een deel van het bloed vloeit uit de lever naar het rechterhart, dringt door onzichtbare openingen naar het linkerhart en bereikt aldus de slagaderen die onder invloed van het hartritme klopt. Deze stelling werd nog algemeen gevolgd tot in de 16de eeuw. Bij van Beverwijck zie je dat die het al anders ziet.
Volgt dan nog eens de beschrijving van de ligging van de verschillende aderen en de reden waarom deze gelaten moeten worden zoals reeds in vorig hoofdstuk werd meegedeeld. [33]
40
In kapittel 38 werden reeds 14 plaatsen beschreven waar laat koppen geplaatst mogen worden. Hier wordt nu een meer gedetailleerde beschrijving over het koppen zetten gegeven.
Venteusen purgeren het klein bloed dat in de kleine aderen ligt tussen vel en vlees; het kan gedaan worden zonder gevaar of vrees. Men zal bij voorkeur koppen zetten bij volle maan, in het midden van de maand tussen 6 en 9 uur ’s morgens.
Men zet koppen op het hoofd van krankzinnigen onder andere voor zweren bij deze lieden; in de nek, ofschoon dit nadelig is voor het verstand is het goed voor de schouders, de keel, de hals en het aangezicht; tussen de schouders is goed bij bloed spuwen, onder de kin goed voor de tanden, het gehemelte, de keel en het hoofd; aan de zijden, bij pijn in de schouders en armen; vooraan aan de zijden, bij schurft vooral aan handen; op de rug tegen zweren op de dijen, tegen aambeien en fistels; op de dijen bij verzweringen van de teelballen en zweren aan de benen; buiten aan de dijen tegen ziekten van de aars en zweren aan de heup; op het vette van de benen tegen ontstoken blaas en tegen geslachtsziektes bij vrouwen; op de kuiten van de benen om het bloed te zuiveren in het hele lichaam; onder de enkels tegen pijnen in de knieën en de schenkels en tegen geslachtsziektes bij de vrouwen.
De schrijver maakt een duidelijk onderscheid tussen het koppen zetten met bloeding en zonder bloeding; voor de eerste geeft hij drie bestaansredenen aan, voor het koppen zetten zinder scarificatie zes verschillende redenen.
Nadat de koppen afgedaan zijn moet de plaats gezuiverd worden met water.
Kinderen beneden de 3 jaar zal men geen koppen zetten.
In nota wordt hier onverwachts, doch voorbereid tot het volgens receptarium, een mededeling gedaan over de gewichten. De verhoudingen doen zeer ongewoon aan; 1 drachme is 40 grana in plaats van 60 zoals we dit in medicinaal gewicht gewoon zijn. 1 pond is 16 unciae in plaats van 12. 2 scrupels is 1 drachme in plaats van 3 scrupels. Hieruit kunnen we ook besluiten dat de schrijver het heeft over het Brabants gewicht waar ook het pond in 16 onsen werd ingedeeld.
41
De kapittels 41 tot 47 vormen een receptarium voor chirurgijns. De eerste formule die we aantreffen is die van De Pleister van Jerusalem met als ingrediënten; koortskruid [Betonica officinalis], kleine pimpernel [Pimpinella saxifraga L.], langharig havikskruid [Hieracium pilosella L.] leverkruid [Agrimonia eupatorium L.], was, warpout [waarover meer hierna], terpentijn, vruchtknopen- of misschien de gallen van de hondsroos [Rosa canina L.] ofwel van Rosa rubiginosa L., vrouwenmelk die dikwijls voorkomt in pleisterformules als afkoelmiddel.
Deze pleister van Jerusalen vonden we in geen enkel receptarium terug, wel in een handschrift uit de 15de eeuw dat bewaard wordt in de Un.Bi. Gent [Hs.1273] als annex bij de Cyrurgie van Jan Yperman. Wel zijn nauw verwante formules bekend onder de benaming Emplastrum de Betonica, Emplastrum cephalicum, Emplastrum de Janua die alle gebruikt worden bij wonden en vooral bij hoofdwonden.
Met het eigenaardig woord warpout, waarvan Verwijs-Verdam zeggen dat de betekenis niet bekend is, wordt bedoeld colofonium van de beste handelskwaliteit. Warpout of walpotte [Scellinck] zijn verwant met het Franse galipot en stammen van het Arabische al-kal-bouth.
42
In dit kapittel wordt beschreven; de pleister ‘die cleine gracia dei’.
Emplastrum de Gratia Dei vinden we in oude formularia dikwijls terug en soms letterlijk zoals deze naam welke we hier aantreffen, soms zodanig gewijzigd dat alleen de naam nog overblijft.
43
Beschrijving van de pleister de grote Gratia Dei, gebruikt om wonden, oude als nieuwe, te zuiveren en vlees te laten groeien. Deze pleister is zo werkzaam dat hij in een week zoveel heelt als andere medicijnen in een maand doen. Hij wordt nog gebruikt bij het schot en bij beten van giftige dieren en bij nog veel andere kwalen. In 1 woord, hij is zonder gebreken zodat men hem deze heilige naam gegeven heeft.
De ingrediënten zijn; loodglit, colofonium, wierook, galbanum hars ammoniakgom, opopanax gomhars, bdellium hars, mirre, azijn, wijn, olijfolie, was, terpentijn en scilt varwe.
De formule van de grote Gratia Dei vinden we niet zo dikwijls terug in latere receptaria als de kleine Gratia Dei, toch ontmoeten wij [35] die in Thesaurus Aromatariorum Pauli Suardi en in het Apotheken Woordenboek van Elsevier. Een verwante formule vinden we in het boek; ‘In Methodum miscendorum medicamentorum van Joannes Du Boys’onder de benaming Emplastrum divinum Praepositi. Uit de vergelijking van de formules met die van het handschrift kunnen we besluiten dat door scilt varwe dient verstaan te worden aerugo, viride aeris, verdigris, kopersubacetaat.
44
Beschrijving van de Pleister van Orient, de zalf van Lancfranc en een chirurgische pleister.
1. De pleister van Orient is in feite een uitvinding van meester Lancfranc ‘die dese salve visierde’.
Over Lan[c ]franc, in het handschrift verder nog genoemd, schrijft N.F.J. Eloy in zijn Dictionnaire historique de la Medecine ancienne et moderne. Tome Troiseme. A Mons 1778, onder: ‘Lafranc, Medecin du XIII siecle’. E.C. Van Leersum zegt over deze persoon, in Het ‘Boeck van surgien’van Meester Thomaes Scellinck van Thienen op p. 274; Lanfranck van Milaan was een der beste middeleeuwse chirurgie en vooral bekend als operateur. Van 1295 tot zijn dood, een tiental jaren later, onderwees hij de praktische heelkunde in Parijs aan een grote schare van leerlingen waaronder ook Jan Yperman zou hebben behoord, hetgeen echter geenszins vaststaat. Van zijn beide werken Chirurgia magna en Chirurgia parva is het laatste in het Middelnederlands vertaald geworden; een handschrift ervan is in het bezit van St. Johns College Library, Cambridge [Ms.A.19]. De vertaler, die blijkbaar niet sterk was in het vertalen van Latijn heeft parva met ‘klein’ en ‘jong’weergeven welke woorden de Belgische geleerde Carolus de veronderstelling heeft laten opperen dat men met een werk van een zoon van Lanfranc te doen zou hebben.
Deze Oosterse pleister, volgens Lanfranc, was dus samengesteld uit tarwebloem, wijn, colofonium en scheepspek. De pleister diende men op een doek te leggen die men in de wonde stekt, ‘la enen .s. [halve] voet diep!’en dezelfde pleister wordt ook op de wond gelegd, de doek brengt alle etter naar voren die op de bodem van de wond ligt. Men legt hem ook op een schurftig hoofd een dag en een nacht lang [36] en trekt men dan af met de haren die eraan kleven [la methode dite de la calotte!]
2. Zalf van Lancfranc. De ingrediënten van deze zalf waren; colofonium, olijfolie, was en wijn; zij werd gebruikt als wondzalf om de wonden te latend ragen.
3. Een chirurgische pleister om op de gezwollen milt te leggen, op verwrongen ledematen en op wonden; wordt nog gebruikt bij borstzweren en kwetsuren door stokken, steken, vallen en slagen veroorzaakt. Ieder chirurgijn moet deze zalf steeds bij de hand hebben. Deze was samengesteld uit; galbanum- gomhars, sagapenum hars, ammoniak gom, opopanax gomhars, azijn, colofonium, mastiek hars, wierook, scheepspek en was.
45
Beschrijving van de zalf van Meester Jan Braemblatt, van de Unguentum album en van de zalf van de vier meesters.
1. Zalf van meester Jan Braemblatt. Wie deze Braemblatt mag zijn is niet bekend, toch moet hij een bekende persoonlijkheid in zijn tijd geweest zijn want ook Yperman noemt hem; ‘meester jan breemblat’. Yperman beschrijft van deze meester eveneens deze zalf die door de patiënt opgegeten moet worden nadat hij werd verbonden.
De ingrediënten zijn; Smalle weegbree [Plantago lanceolata L.], smereworte, wat evengoed Symphytum officinala L als Sedum album L., kan zijn, kleine pimpernel [Pimpinella saxifraga L.,], boter gemaakt op de kruisdagen en verder nog ‘cinewij’. Wat hiermee bedoeld wordt is me niet duidelijk. In de ‘Cyrurgie; van Meester Jan Yperman komt dezelfde zalf voor en daar lezen we sansucum, wat zou wijzen op Origanum majorana L., echte marjolein, doch van Leersum plaatst een vraagteken van ‘sansucum’wat laat veronderstellen dat hij niet zeker is van de lezing. Omdat een derde vergelijkingspunt ontbreekt kunnen we hier niet tot een besluit komen.
2. Ungwentum album dient om wonden, fistels etc te laten opdrogen. Men mengt er overhands azijn en olijfolie in,’wrivende als .1. sause tote dat dicke becomt’. Een mayonaise.
Unguetum album is een veel voorkomende zalf; we treffen die ook aan bij Nicolaus in zijn Antidotarium met dezelfde ingrediënten; loodwit [loodcarbonaat], loodglit [loodoxyde], azijn of rozenwater, wierook, mastiek, en olijfolie; ‘dan doeter in rosewater ende tempert over wat wilen olye, over wat wilen rosewater. Dat doet tot dat dicke gnouch si in effenen poente’. [38]
3. Zalf van de 4 meesters. Wie deze zijn lezen we in het volgende kapittel, [kapittel 46] ; archemachei, petronicelle, plathearius en pherarii. De Quatuor magistri de Salerno worden door Yperman in zijn Cyrurgie niet minder dan 13 maal genoemd, maar nergens worden de namen opgesomd. Daremberg meent zelfs dat achter de benaming van 4 meesters slechts 1 autheur schuilt; het noemen van 4 mesters bij naam stemt echter tot twijfel aan de stelling van Daremberg. Yperman zegt alleen over deze 4 meesters in zijn Eerste boec Cap. 17; ‘Nu hoort die leringe van roelandine ende van vele meesters, of van den .4. meesters die welke die glosen daer op, dewelke roelant begint in latine; Medicina equm vocatur ad nonuo. Ende roegerrijn daer roelant op maecte sine adicien die begint; Post mundi fabriciam. Ende die glose der .4. meesters begint; sic dixit constantinus’. Roegerrijn of Rogerinus of Rogerus van Parma of van Salerno leefde in de 13de eeuw; hij schreef een Methodus medendi waarin hij Albucasis plagieerde.
Roelant of Rolandinus van Parma was een leerling van Roegerrijn en schreef een supplement op het werk van zijn meester; Libellus de Cyrurgia met de beginwoorden; Post mundi fabricam.
Op beide werken maakten de “Vier meesters’een glossarium. Yperman zegt het; ‘Dit seggen die .4. meesters in hare gelose op roelandine ende op rogerine’.
De zalf die hier beschreven wordt is goed bij warm weer en op hete wonden ; si heilt &de droget wonden met goeden etter’, wat herinnert aan het pus bonum et laudabile. In etteren zag men een middel van de natuur om het lichaam te zuiveren van kwade humoren. We vinden bij Yperman deze zalf beschreven; ‘Der IIII meesters salve. Deze salve vysierden die .4. meesters van zalerne’. De ingrediënten zijn identiek; loodglit, loodas, loodwit met azijn vermengd tot zalf consistentie.
46
Beschrijving van 6 wonddranken. Deze dranken werden zowel inwendig als uitwendig toegepast. Wanneer een zieke een van deze wonddranken weer uitbraakte was dat een teken van de dood. Uitwendig zal men na applicatie steeds een rode koolblad op de wond leggen, soms een blad van weegbree.
Als de patiënt koorts heeft zal men een wonddrank bereiden met gerstewater of met bier; heeft hij geen koorts dan maakt men de drank met wijn.
Van al deze mengsels mag men ‘coekelkine’ maken, een soort tablet, trochisken of zoals Lobel zegt, ‘ronde brooden’. De bedoeling [39] hiervan is om die te gebruiken gedurende de winter als er geen kruiden meer te vinden zijn om dranken te bereiden.
47
In dit kapittel worden de farmacodynamische eigenschappen besproken van enkele kruiden die in wonddranken gebruikt worden. Nogmaals wordt, zoals in het vorige kapittel, erop gewezen dat men trochiskens en conserven kan bereiden met het oog op het gebruik in de winter.
Er wordt tevens herhaald dat de dranken met water en suiker bereid moeten worden in geval de patiënt koorts heeft; als hij geen koorts heeft gebruikt men wijn en honing.
48
Tot slot wordt nog een kapittel toegevoegd over de ziekte van de mannelijke roede.
Men zal droesem van rode wijn met zout tot poeder branden op een tichel en op de gaten strooien ofwel een zalf maken van hagebladeren, weegbree en biggenvet om op de gaten en kanker ervan te smeren.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/