Middeleeuwse medische recepten

Over Middeleeuwse medische recepten

Middeleeuwse tractaten, middelen tegen ziektes van binnen en buiten, breuken, gezwellen, kwetsingen, zegeningen en toverformules, wondendrank, zalven, oliën, siropen, pleisters, likkepot, kruiden, kleuren te maken, Bewerkt door Nico Koomen.

Nederbergse geneeskundige recepten, midden 13de eeuw.

1. Pastinaken.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Pasternake is gut der wrove alse si des kindes genesen is.

Nim des crudes eín bundel ande saluenen also wil.

suht bit watere harde ande bade si an water bade so si ut get so gif ire drinken warm.

Dit do tín dage.

Of dat wif rasende wirt. so roke si bit den crude.

Of di man erstummet so sut den pasternaken an watere vnde gif síuen dage drinken.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Pastinaak is goed voor de vrouwen als ze van het kind verlost is.

Neem van dit kruid een bos en zalf alzo goed.

Kook het beter goed in water en baadt haar in dit water, baadt haar zo het goed als ze het warm drinkt. Dit doe je tien dagen,

Of als het wijf razend wordt, dan berook je haar met dit kruid.

Of als die verstomt, dan kook je de pastinaak in water en geeft het zeven dagen te drinken.

Samenvatting.

Pastina sativa, pastinaak en peen, Daucus, worden nog wel eens door elkaar gebruikt omdat ze vaak dezelfde naam hebben en ook dezelfde werkingen. Hier lijkt het toch om de pastinaak te gaan.

De wortels blijken toch niet zo gebruikt zijn om de vrouwen te zuiveren want er staat duidelijk dat ‘als ze van het kind genezen zijn’, maar lijken eerder een ander doel te hebben en wel dat van bijslapens lust.

2. Speenkruid.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

her sprecket Golda

is gut to spile so men wiscet puluer si ande wirp si an dat water so wilc wisc iren bitet her snewet.

allet dat blint wirt geboren dat wer sende of man it ime giue nutten.

Gif it droge wnde nat.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Hier spreekt golda.

Het is goed tegen aambeien, zo men wrijft het tot poeder en werpt het in het water en zo ik weet verbetert hun snijdingen.

Allen die blind worden geboren die worden ziende als men het ze geeft te nuttigen.

Geef het droog en nat.

2. Samenvatting.

Golda is een naam die zeker op een gele bloem slaat zoals Calendula officinalis, maar naar het gebruik moet het wel het speenkruid zijn, Ranunculus ficaria. Herbarius in Dyetsche spreek eigenlijk niet over de ficaria als speenkruid, wel als oogmiddel. Doordat de zwaluwen er het gezicht van hun jongen mee verbeteren is het een oogkruid. De aambeien of spenen worden genezen door de spenen die onder de plantjes liggen.

3. Gamander.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Gamandrea is gut den warlosen menschen.

of man si nuttet. suht si mít starken wíne of mit eteke.

ande drinket dicke vnde dua dig dar mide it gudeti

[Nederbergse geneeskundige recepten]

(3) Gamander is goed de weerloze mens.

Als men het nuttigt, kook het met sterke wijn of azijn.

En drink het veel op en u doet daarmee het goede.

3. 1. Samenvatting.

Het verschil ligt hem in het woord warlosen, is dat weerloos, dus aanvallen van buitenaf en daardoor inwendige pijnen botbreuken en dergelijke of waerlosen, verwaarlozen zodat die gereinigd moet worden. In ieder geval helpt het Teucrium chamaedrys of gamander bij alle twee.

4. Salamonszegel.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Sigilata is gut deme dat blut weret an de lide mal puluer nutte it.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Sigilata is goed dat men dat bloed weert aan de leden, men zal het verpoederd gebruiken.

4. Samenvatting.

Doordat Salomon zijn zegel in de wortel heeft gedrukt heeft die geweldige kracht ontvangen en wordt het Salonszegel genoemd. Ook wordt Bryonia en Tamus wel Sigillum genoemd, Sigillum Beatae Mariae, maar dat is meer vanwege de genezende werking op geslagen plaatsen. Verder werden deze kruiden meest als purgatief gebruikt.

5. Hertstong.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Hertes tunge is gut dere diuuorme of di derme so we dot, dat henuet ne mag slapen. Drinke dit crut mit nue gesodenen bíre, di worme sterwen. dat ním dikke.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Hertstong is goed die dauwworm of de darmen zo zeer doet dat hij er niet van kan slapen.

Drink dit kruid met pas gekookte bier en de wormen sterven, neem dat veel.

5. Samenvatting.

Asplenium scolopendrium werd vooral gebruikt tegen miltziektes. Mogelijk is er verband met dauwworm vanwege de strepen achter op het blad naar de gelijkenis van de ruige veelvoetige worm die men in het Grieks Scolopendra plag te noemen wiens gedaante in dit gewas eensdeels gezien wordt. Onduidelijk blijft het echter.

Persicaria amplexicaulis wordt ook hertstong genoemd, maar zijn werking is ook anders en wordt meer gebruikt als tegenmiddel tegen beten van venijnige dieren.

6. Sanwort.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Sanwort is gut deme di clenen worme an den buke wasset.

Puluer unde itít so wo du mag.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Sanwort is goed voor hen die kleine wormen in de buik groeien.

Verpoeder het en eet het zo veel je kan.

6. Samenvatting.

Onduidelijk is de naamgeving, san =? en wort is een kruid. Mogelijk is san het begin van Sanicula. Van Ravelingen; ‘De oorzaak van de naam Sanicula is omdat het zo krachtig gevonden wordt om de wonden te genezen, zo Ruellius zegt.’ Dus niet. Mogelijk varkensbrood en dan sowwort, maar die werkt niet tegen de kleine wormen. Of Tanacetum, reinvaarn. Of santwoertel zo in Medische en technische Middelnederlandse recepten, zandwortel, Daucus carota?

7. Basilicum.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Basilica is gut den di luttel worm anedat lif cumet

sclapende suht di worte bit watere, vnde lat it colen.

Vnde menget mit morate ande mit eteke so gif ime drinken diworm sterwet vnde weret wan ime.

Oc is si gut deme dropegen menschen.

nutte dat sap mit pepere ande mit wíne ande drink.

stric an di stat dar di drope is hegeneset alto hant.

Of tu dat antlítte wile scone maken.

Nim wiroc ande mastix ande stot it mit eteke ande stric anedín worehowet.

it wíttet so der tribulo dat witte mal mít watere dunne ande dua dar mide duscones.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Basielkruid is goed voor hen die wat wormen in het lijf hebben.

Gesneden kook je dit kruid met water en laat het verkoelen.

En meng het met moerbeiwijn en met azijn, dan geef hem te drinken, de worm sterft en gaat van hem.

Ook is ze goed de huidzieke mensen.

Nuttig het sap met peper en met wijn en drink.

Strijk aan de plaats waar de huidziekte is en het geneest gelijk.

Of als u dat aanzicht wil schoon maken.

Neem wierook en mastiek en stamp het met azijn en strijk het aan het voorhoofd.

Het wit zo de kwalen, dat witte wel met water verdunnen en doe daar mee dusdanig.

8. Zilverschoon.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Grensinc is gut den wrowen di to wile der mimme geret puluer en wnde gif ire nuhte so gehermet si.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Grenzing, (Potentilla anserina) is goed voor de vrouwen en doet hen goed, neem gereed poeder en geef hen te nuttigen zo worden ze rustig.

8. Samenvatting

De naam en het gebruik stemmen overeen met zilverschoon of Potentilla anserina.

9. Solis.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Solis is gut to mensliken dingen di mít

wrowen nith maggewesen.

Nim des worsmes gemete ande puluer bit honege ande bit wine gemenget so ním et der man her geneset.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

(9) Solis is goed tot menselijke dingen die met vrouwen niet mogen wezen.

Neemt het warm gemengd en verpoeder het met honing en wat wijn gemengd, dan neem het en men geneest haar.

9. Samenvatting.

Cichorium wordt ook Sponsa solis genoemd vanwege de blauwe bloemen die in de middag naar de zon kijken. Het is vooral een leverkruid.

Maar de tekst komt beter met Calendula overeen. Met de dingen die bij de vrouwen niet mogen wezen wordt wel op de overvloedige maandstonden gedoeld.

10. Bevernel.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Di wile scriuen nim bíuenellen. ruten. yserenhart. stot dat to samene maket to dranke mít vine vnde drink it auedes vnde morgens. it verdríuet dat blot van den ougen.

Tu deme ruden an den rossen Nim strias bírn to aschín.make lougen. dar mide bade it it geneset.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Er zijn er die schrijven; neem bevernel, ruit, ijzerhard, stamp dat tezamen en maak het tot een drank met wijn en drink ’s avonds en ‘s morgens. Het verdrijft het bloed van de ogen.

Tegen het ruwe aan de schaamstreek;

Neem storax en brandt het tot as en maak een loog, daarmee baad je en het geneest.

11. Samenvatting.

Pimpinella saxifraga is bevernel, ruit is Ruta graveolens en ijzerhard is Verbena officinalis.

12. Bijvoet.

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Alse de geburt den wíwen to deme herten cumet. So salmen nemen bíwot vnde polei. agrimonien. millefolium.ande osternen. ande stoten al dat samen ande nemen dat sap. ande do dar to ein luttel wines. ande do dat in eínen pot ande sut dat eine wile. alse it dan is verwallen so salmen it wan den wore nemen. vnde nemen castorien vnde stot to cleinen puluere vnde spreue dat puluer uppe dat crut. vnde sut auer dat crut. alsit wal gewallen is. so lat it kolen vnde gif it lau drinken

wileker wrouen so dise sake wirret di dumen sitten uppe einen stol vnde lat ir di hítte anedat lif undene sclan vnde bestoppe si wol al umbe so cumet ire

[Nederbergse geneeskundige recepten]

Als de geboorte de wijven tot hun hart komt. Dan zal men nemen bijvoet en polei, Agrimonia, duizendblad en oosterlucie, stamp dat tezamen en neem dat sap en doe daartoe een beetje wijn en doe dat in een pot en kook dat een tijdje, als het dan afgekoeld is zal men het van het vuur nemen.

En neem beversgeil en stamp dat klein tot poeder en sproei dat poeder op het kruid. En kook haver, het kruid, als het goed gekookt is, laat het dan koelen en geef het lauw te drinken.

Welke vrouwen deze zaak waard vinden die laat men op een stoel zitten en laat haar de hitte onderaan het lijf slaan en stop haar wel al over toe zodat het in haar komt.

12. Samenvatting.

Bijvoet, Artemisia vulgaris, of Mater herbarum als moederkruid. Polei, Mentha pulegium, of onze vrouwe wiegstro. Agrimonia, Agrimonia eupatoria, als plaskruid. Duizendblad of Achillea millefolium als bloedstelpend middel. Sarasine of Aristolochia clematitis heet geboortekruid.

Nederbergse geneeskundige recepten uit het midden 13e eeuw.

Origineel: Oxford, Bodleian Library, hs. Latin misc. e. 2, f° 19 v°, 53 v° en 54 r°.

Uitg.: Robert Priebsch, Deutsche Handschriften in England, I, Erlangen 1896, 183-184, nr. 180.

Deze recepten zijn in het midden van de 13e eeuw door een andere hand toegevoegd in opengebleven ruimten in een handschrift uit de eerste helft van die eeuw (H 222, B 138 mm), dat Latijnse geneeskundige traktaten bevat.

Het pronomen dig als enige verschoven vorm wijst naar de streek tussen deik-ich-lijn en de maken-machen-lijn. Het voegwoord ande is een kenmerk van zuidwestelijk Westfalen (Dortmund-Münster) en wisselt daar, zoals in deze recepten, af met unde. De afwisseling van -t en -en als uitgang van de 3e persoon pluralis indicatief (dot, sterwet, sterwen, wasset) is eveneens Westfaals.

Men mag bijgevolg aannemen dat de recepten thuishoren in het Nederrijns-Westfaalse grensgebied, ongeveer Kettwig-Wuppertal.

Uit CD-Rom- Middelnederlands.

Nico Koomen. Dit zijn al oude recepten waarvan de meesten zich zullen afvragen wat er nu bedoeld wordt, dat gaat bij mij ook zo. Als je nu de eerste neemt, pastinaak, kan ik me herinneren dat ik die vroeger gegeten en er weinig aan vond. Voor de krachten of werkingen die ze bijbrengt was ik toen waarschijnlijk te jong en nu wel te oud. Het zijn meestal vrouwenkruiden of bloedstelpende middelelen. Beversgeil om bij te komen.

Medische en technische Middelnederlandse Recepten.

editie Willy L. Braekman

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med002medi01_01/colofon.php

[Recepten uit Hs. 8o MS. Med. 3 (Kassel) (no1-196)]

(fol. 1r) 1. Omme quade hoefde te ghenesene.

Neemt euforbium, staphi, castonie, witte marouie, scorse van hulze, mostaert saet, ende honich ende maect hier of een salue. Ende salfter thoeft mede.

2. Item.

Of neemt selidonie, datmen eet scelworte, ende adic ende scorse van roeden wulghen. Ende brent dit al te puluere. Ende dan neemt spec, ende wriuet te sticken ende minct dat puluer daerin ende salue thoeft daermede. Ende dwa thoeft teerst met orinen ende met zoute.

3. Item.

Of neemt bladere van esschen ende wrijfse te sticken ende temperse met aysile. Ende daer of maect een plaester ende (fol. 1v) legse v[p]t thoeft.

4. Item noch jeghen tselue.

Neemt bladere van popeliere ende zietse met orinen ende doeter toe zout, en[de] bint dat vp thoeft en[de] doet dit dicke, dan so sal uallen dat quade haer uten hoefde ende werden gans.

5. Item ieghen rudichede.

Men sal de rudichede wriuen met eere roeder docken ende saluense met olien van taerwen of met olien ende met taerwen.

6. Item salue ieghen rudichede.

Neempt de wortele van roeden docken ende van parten of van lauesschen ende maelrouie ende ziedent te gadere. Ende latent also staen eenen dach of twee ende stampent dan ende temperet met verscher sanen of smeltent in een vat met verscher botren. Ende wringhet (fol. 2r) dore een cleet dese salue es goed ieghen seer int aensichte.

7. Item saluen tallen manieren van dropen die ute es ghesleghen.

Neempt olie van oliuen, wieroech, harst, meysche botre, barghin smeere, eppe, materne, venkel, ende bonghe, dat in beken staet ghelyc heleghen. Dit al ghestampt te gadere, ende ghesoden, ende ghewronghen duer een cleet, so hebdi goede salue ter vorseide drope.

8. Item salue ieghen drope die droghe es ghelike pakers.

Neemt borsene ende meysche botre ghestampt ouer een.

9. Item salue om quade veden te heelne.

Neemt papple, sinchin, ende smer wort ende stampent alst wel ghesoden es ouer een, ende minghet met bloemen van lynsade (fol. 2v) tote et dicke wert. Ende es oec goed ieghen alle quade gate te ghenesene. Te wintre legghet eene wieke ghenet in wermen wyn ende in terebentinen ende te zomere in wine ende in melke.

10. Item poeder om alle dinc te droeghene.

Neemt mele ende witte boenen ende puluer van wynsteene, dit doet vp: et sal droghen.

[fol. 1r] 1. Om zere hoofden te genezen.

Neem, mogelijk Excoecaria agallocha, staverkruid of Delphinium staphisagria, tamme kastanje of Castanea vesca, witte malrove of Marrubium vulgare, schors van hulst of Ilex aquifolium, mosterdzaad van Sinapis alba of Brassica nigra en honing en maak hiervan een zalf. En zalf er het hoofd mee.

2. Item.

Of neem stinkende gouwe of Chelidonium majus dat men scelworte noemt en kruidvlier of Sambucus ebulus en schors van rode wilg of Salix purpurea. En verbrand dit al tot poeder. En dan neem spek en wrijf het stuk en meng dat poeder daarin en zalf het hoofd daarmee. En was het hoofd eerst met urine en met zout.

3. Item.

Of neem bladeren van es of Fraxinus excelsior ende wrijf het stuk en temper het met azijn. En maak daarvan een pleister ende [fol. 1v] leg het op het hoofd.

4. Item nog tegen hetzelfde.

Neem bladeren van populier of Populus nigra en kook het met urine en doe er zout toe en bindt dat op het hoofd en doe dit vaak dan zo zal dat slechte haar uit het hoofd gaan en genezen worden.

5. Item tegen ruigheid of huidziekte.

Men zal de ruigheid wrijven met een rode zuring of Rumex sanguineus en zalf het met olie van tarwe of Triticum vulgare en met tarwe.

6. Item zalf tegen ruigheid of huidziekte.

Neem de wortels van rode zuring of Rumex sanguineus en van zuring of Rumex patientia (?)of van maggi of Ligusticum officinalis en malrove of Marrubium vulgare en kook het tezamen. En laat het alzo staan een dag of twee en stamp het dan en temper het met verse room van melk of smelt het in een vat met verse boter. En wring het [fol. 2r]door een kleed, deze zalf is goed tegen pijn in het gezicht.

7. Item zalven tegen alle soorten van huidziekte zoals schurft die uitgeslagen is.

Neem olie van olijf of Olea sativa, wierook van Boswellia thurifera, hars, boter in mei gewonnen, vet van het mannelijke zwijn, eppe of Apium graveolens, moederkruid of Tanacetum parthenium, venkel van Foeniculum vulgare en beekpunge of Veronica beccabunga dat in beken staat gelijk bruinheylighe of Mentha aquatica. Dit alles tezamen gestampt en gekookt en gewrongen door een kleed, dan heb je een goede zalf tegen voor vermelde huidziekte zoals schurft.

8. Item zalf tegen huidziekte zoals schurft die droog is gelijk een melaatse.

Neemt herderstas of Capsella bursa-pastoris en boter in mei gewonnen en door elkaar gestampt.

9. Item zalf om zere roede te helen.

Neem kaasjeskruid of Malva sylvestris, kruiskruid of Senecio vulgaris (?), en smeerwortel of Symphytum officinale (1) en stamp het als het goed gekookt is door elkaar en meng het met meel van lijnzaad of Linum usitatissimum [fol. 2v] tot het dik wordt. En is ook goed om alle kwade gaten te genezen. In de winter leg een doek genat in warme wijn en in terpentijn van Pistacia terebinthus en in de zomer in wijn en in melk.

10. Item poeder om alle dingen te drogen.

Neem meel en witte bonen of Vicia faba en poeder van tartarus of wijnsteen, doe dit er op: het zal drogen.

(1) Of Hylotelephium telephium.

11. Item ieghen alle manieren van iocten so waer dat es.

Nempt tsap van roeden docken, olie, asyl, wit van spaengen, elcx een onse. Ende esset somer, so droghet ter sonnen, ende eesset winter, so siedet toten derdendele in. Ende salfter mede iocten.

12. Item noch ieghen tselue.

Neemt nitrum, dats .i. maniere van zoute, ende asyl ende (fol. 3r) seepe ende olie ende siedet te gadere tote et dicke wert. Ende daermet salft die iocte biden viere.

13. Item om vrowen die faeute hebben van haren stonden .i. iaer lanc of meer.

En[de] haer ansichte wert met porren ende roet gheminct ghelijc dat zij besiect ware. Ende dat comt hem bi desen faeuten. Ende daerbi, om die te ghenesene, doet hem eten den cnop vander materne, ende cleen saelie, ende keruele, ende biest loec, elcx euen uele sonder van der materne meest, ende sceruet al dit wel cleene ende frute in botere ende slater eyere op ende doeter wel botere toe ende siedet niet te vele in botere. Ende dit doet den vrowen eten smergens tileke, ende sauons waert oec goed gheten (fol. 3v) der jeghen diet vermochte. Ende van desen vorseiden cruden neemt een hant vulle, ende dit doet vpden tijdt dat et sculdich es te commene vander maent. Ende dat doet .iij. maent of .iiij. alset comt euen lanc dat ghi yt hebt tote dat ghij syt wel ghesuuert. Ghi sult aldat genesen doedyt aldus.

14. Item om te proeuene wie besiect es.

Wriue vp sinen aerm anden puls met olien van akolien. Ende wriuet seere met uwen dume vpden puls; es hi besiect, die olie sal scumen gelyc dat een beer doet die uecht. Ende en es hi niet besiect, en sal niet scumen. Ende dese olie maectmen ghelike der olien van roesen of van violetten.

15. Item.

Of doeten laten inde hert adre anden (fol. 4r) rechtren harem. Ende doet .i. ey in vat daer syn bloed in valt so dat bloed uter aderen comt ualle vp dey al werm; es hi besiect et salre inbraden. Ende die besiect es doet hem drinken met wine tsop van griseconten, van boragen, van papen crude, ende vander cossouden (1), vander groter vander middelre ende der cleenre. Inden mey waert best maer alt iaer waert goed die crude ghelesen adde. Ende ghedroghet ende ghestampt met wine ghedronken .xl. daghe, het soudene doen ghenesen ende purgeren.

16. Item om alle manieren van smette int aensichte te werne ende daensichte te makene claer ende wit.

Doet hem drinken water ghemaect met clocken (fol. 4v) smerghens ende sauons van mateliven of tcruut ghestampt of gheleit in wine.

17. Item jeghen tselue. (3)

Legt eene muus in olien van oliuen in een vat(3), ende laetse der in lighen so langhe datse vorte zij, ende dan wriuet dolie ende de muus dore een cleet. Ende met diere olie saluet hu aensichte, so meer so beter, het wert alle smette af.

18. Item ieghen tseter salue.

Neemt smout van glase aluun gemalen ouer een, ende quicseluer, ende meysce botre ghestampt ouer een.

19. Item om te makene witte tande alse wit als snee.

Neemt .i. onse salpeter ende .ij. onsen salmoniach ende legghet in eene clocke (fol. 5r) ende maket ghelike dat men roese water doet. Ende dan wriuet uwe tande daer met desen watere met eenen wullenen cleede, si sullen werden scone (5) ende wit.

20. Item om zenewen die ghecrompen zyn.

Siedet in wine sarasine dat es astrologie, of longhe wortel of loef, ende bayet der mede de zenewen die vercrompen syn. Ende maect een plaester ende netse daer in ende legse daer vp, si sullen al ghenesen.

11. Item tegen alle soorten van jeuk zo waar dat is.

Neem het sap van rode zuring of Rumex sanguineus, olie van Olea sativa, azijn, loodwit van Spanje, van elk een ons. En is het zomer zo droog het in de zon en is het winter zo kook het tot een derdedeel in. En zalf er mee de jeuk.

11. Item noch tegen hetzelfde.

Neem nitrum, dat is een soort van zout, en azijn en [fol. 3r] zeep en olie en kook het tezamen totdat het dik wordt. En daarmee zalf de jeuk bij het vuur.

13. Item om vrouwen die fouten hebben van hun stonden 1 jaar lang of meer.

En hun aanzicht wordt met vlekken en rood gemengd net alsof ze ziek waren. En dat komt hen door deze fouten. En daarbij, om die te genezen, laat hen eten de knop van moederkruid of Tanacetum parthenium en kleine salie of Salvia officinalis en kervel of Anthriscus cerefolium, en bieslook of Allium schoenoprasum, van elk even veel, uitgezonderd het meest van moederkruid of Tanacetum parthenium, en snij dit alles goed klein en fruit het in boter en sla er eieren op en doe er wel boter toe en kook het in niet teveel boter. En laat dit de vrouwen eten ‘s morgens op tijd eten en ’s avonds was het ook goed daartegen te eten [fol. 3v] die het mogen. En van deze voor vermelde kruiden neem een hand vol en doe dit op de tijd dat het moet komen in de maand. En dat doe het 3 maanden of 4 als het komt en even lang dat je hebt tot je goed gezuiverd bent. Ge zal al dat genezen doe je aldus.

14. Item om te onderzoeken wie ziek is.

Wrijf op zijn arm aan de pols met olie van akelei of Aquilegia vulgaris. En wrijf zeer met uw duim op de pols; is hij ziek zal de olie schuimen gelijk dat een beer doet die vecht. En is hij niet ziek het zal niet schuimen. En deze olie maakt men gelijk de olie van rozen of Rosa of van viool of Viola odorata.

15. Item.

Of doe hem bloed laten in de hartader aan de [fol. 4r] rechter arm. En doe een ei in een vat daar zijn bloed in valt zodat het bloed uit de ader komt te vallen op het ei al warm; is hij ziek het zal er inbranden. En die ziek is laat hem drinken met wijn het sap van duivenkervel of Fumaria officinalis, van bernagie of Borago officinalis, van paardenbloem of Taraxacum officinale en van de Consolida (1), van de grote, van de middelste en van de kleine. In mei was dit het beste maar het hele jaar is het goed die kruiden verzameld had. En gedroogd en gestampt met wijn gedronken 40 dagen, het zou hen laten genezen en purgeren.

16. Item om alle soorten van smetten in het aanzicht te weren en het aanzicht helder en wit te maken.

Laat hem drinken water gemaakt met distilleerkolven [fol. 4v] ’s morgens en ‘s avonds van madelief of Bellis perennis of het kruid gestampt of gelegd in wijn.

17. Item tegen hetzelfde.

Leg een muis in olie van olijf van Olea sativa in een vat(3), en laat het daarin liggen zolang dat het verdwenen is en dan wrijf de olie en de muis door een kleed. En met die olie zalf hun aanzicht, zo meer zo te beter, het weert alle smetten af.

18. Item zalf tegen serpigo, een huidziekte zalf.

Neem vet van aluin in kristalvorm gemalen door elkaar en kwikzilver en boter in mei gewonnen en door elkaar gestampt.

19. Item om te maken witte tanden zo wit als sneeuw.

Neemt 1 ons salpeter en 2 ons steenzout en leg het in een distilleerkolf [fol. 5r] en maak het net zoals men rozenwater doet. En dan wrijf uw tanden daar met dit water met een wollen kleed, ze zullen worden mooi en wit.

20. Item om zenuwen die gekrompen zijn.

Kook in wijn Aristolochia clematitis dat is Aristolochia, of longwortel of Pulmonaria officinalis wortel of blad en baadt daarmee de zenuwen die gekrompen zijn. En maak een pleister en maak het nat daarin en leg het daarop, ze zullen geheel genezen.

(11) Men onderscheidde van consolida: plant om te verenigen, drie soorten: grote en middelste en kleine, respectievelijk smeerwortel of Symphytum officinale, zenegroen of Ajuga reptans en brunel of Prunella vulgaris.

21. Item.

Of neempt eenen vos ende zieten in water met al metten stronte al ontwe. Ende werpt dat water in een bat in eene kupe ende doenre in sitten den sieken, baden .iij. waerf .iij. daghe of meer eist te doene ende telken bat verwermt. Ende ligghen in syn (fol. 5v) bedde onghespoelt met andren watere, hi sal seker ghenesen ouer waer.

22. Item om har af te doene waer dat staet.

Nempt orpriment een deel, ende leuende calc de twee deel, ende wriuet wel ontwee als bloeme ende temperet met borne of met wine. Ende doet zieden vp tvier dat zi alse pappe ende dan legghet daer ghi wilt haer verweeren alse eet als ghi cont ghedoeghen ende latet daer vp droghen. Ende dan dwaet of met wermen borne het sal al (6) ute uallen ende of ghaen ende niet weder commen vp dat ghi de stede salft met beelde sade.

23. Item om de spenen te werne ende te genesene.

Bernet eenen mol tasschen ende legse vp de spenen, si sullen genesen ende verghaen.

24. Item jeghen dwater.

Drinct .ix. (fol. 6r) tedeke al ontwee ghestampt met wine of met borne .ix. daghe. Ende etet caempsaet

25. Item om alle hoeftswere te genesene.

Legt witte mu[n]t, of munte die in deuene wast, of witte rochine gestampt met aysile inden necke ende vp dhersenen metten slape, het sal genesen. Ende diet dronke et ware beter.

26. Item om de quade gate te genesene.

Doeter in dasscen van oueriaregen boenen ende van oueriaregher poreyen die stele gheberent beede te gadere. Ende daer bouen so legt dlym ende trette dat vlotet vp dwater van grachten, ende van fonteynen waert beter.

27. Item omden canker te genesene.

Nempt cocuux loec ghelesen in meye ende ghedroghet ende dan gemalen te puluer (fol. 6v) doet vp den kanker, het hetet tquade vleesch ute ende ghenesettene. (8) te genesene: is in de ondermarge toegevoegd door dezelfde hand.

28. Item jeghen den canker in veden ofte elre.

Nempt water pollioen datmen eet water muer ende droghet ende malet te puluere ende legter dat puluer op, het gheneestene. Ende dit solue cruut slaect geswel van veden diet der vp leght.

29. Item.

Daschen van wedewinden zijn oec goed in canker gate.

30. Item salue ieghen quade veden.

Ziedt coccuucx loec voren ghestampt ende dan gesoden met meyscer botren ende gewronghen duer een cleet, dit es goede salue jeghen den canker vanden vede. Ende tpuluer daer of dat doet onder vp de (fol. 7r) gate. Ende doet hem drinken sop van tremorse met wine ende daer mede dwaen, het genestene.

21. Item.

Of neem een vos en kook het geheel in water met de stront al stuk. En werp dat water in een bad in een kuip en laat de zieke erin zitten en 3 maal per dag bad of meer als het te doen is en verwarm telkens het bad. En leg in zijn [fol. 5v] bad geen ander water, hij zal zeker genezen voor waar.

22. Item om haar af te doen waar dat staat.

Neem auripigmentum of natuurlijk arseensulfide een deel en ongebluste kalk twee deel en wrijf het goed stuk zoals bloem en temper het met (bron)water of met wijn. En laat het koken op het vuur zodat het als pap wordt en leg het dan waar ge haar wil weren als u het kan verdragen en laat het daarop drogen. En dan was af met warm (bron)water alles zal uitvallen en weggaan en niet terugkomen indien dat ge de plaats zalft met bilzekruid zaad of Hyoscyamus niger.

23. Item. Om de aambeien te weren en te genezen.

Brandt een mol tot as en leg ze op uw aambeien. Ze zullen genezen en vergaan.

24. Item tegen het water.

Drink 9 [fol. 6r] aardwormen geheel stuk gestampt met wijn of met (bron)water in 9 dagen. En eet zaad van hennep of Cannabis sativa en drink wijn.

25. Item om alle hoofdpijn te genezen.

Leg witte munt of munt of Mentha arvensis die in de vlakte groeit, of witte rochine (viskuit of wierook?) gestampt met azijn in de nek en op de hersens bij het slapen, het zal genezen. En die het drinkt het was hem beter.

26. Item om de kwade gaten te genezen.

Doe in de as van overjarige bonen of Vicia faba en van overjarige prei of Allium porrum de stelen van beide en verbrand ze tezamen. En daarboven zo leg de lijm erboven en kroos, Lemna (?) dat vloeit op het water van grachten en van fonteinen was het beter.

27. Item om de kanker te genezen.

Neem klaververzuring of Oxalis acetosella verzameld in mei en gedroogd en dan gemalen tot poeder en (fol. 6v) doe het op de kanker, het eet het kwade vlees uit en geneest het.

28. Item tegen de kanker in de roede of anders.

Neem water van pollioen dat men heet waterkers of Rorippa nasturtium-aquaticum ende droog en maal het tot poeder ende leg dat poeder op, het geneest het. En ditzelfde kruid vermindert het gezwel van roede die het erop legt.

29. Item.

De as van wedewinde, Calystegia of Convolvulus, is ook goed in kanker gaten.

30. Item zalf tegen kwade roede.

Kook klaververzuring of Oxalis acetosella tevoren gestampt en dan gekookt met boter in mei gewonnen en gewrongen door een kleed, dit is goede zalf tegen de kanker van de roede. En het poeder daarvan doe dat onderop het [fol. 7r] gat. En laat hem drinken sap van duivelsbeet of Succisa pratensis? en met wijn en daarmee wassen, het geneest ze.

31. Item.

Scorse van bongi ghepuluert droegt quade gate in veden ende elre; bloeme van alume doet tselue ende slaect den canker.

32. Item om alle manieren van paerlen in doegen, witte of brune te ghenesene.

Stampt venkel ende alse vele maerche van vliedere beede te gadere ende sietse in wine of in borne. Ende maect een plaester ende legse vp doegen sauons waerm, si sullen genesen.

33. Item om alle wonden te genesene sonder lycteeken of arde lettel ende zenewen vergaderen ende been cnoepen, meer binnen eere (fol. 7v) maent dan met andre salue binnen tween maenden.

Neempt sauer ghesmolten dassin smout, ende maect daer of plaester up werc of up lynwaet also men pleet; het sal ghenesen harde varinc, dit es gheproeft ouer waer.

34. Item om te doene dat eene vrowe werde alse nauwe of zo ware maecht, al adde soe een kint geadt.

Nemt berge ende cleene consoude euen vele, ende stampse wel ende nemet tsap ende doeter vrowen in haer lijf met eenen lijninen cleede ende tcruut daer bouen geleit.

35. Item (fol. 8r) jeghen draunkelhede van wonde inden lichame.

Men sal nemen ghinghebere, sedewaere, galigaen ende stampent in eenen mortier ende temperent met witten wine ende ziedet in eenen stoep wits wyns ende scumet wel, ende alse men ghaet te bed salment drinken al eet, ende den sieken wel decken, hi sal sweeten ende ghenesen.

36. Item jeghen den lichame die hart es.

Neemt de wortele van wheghebreeden ende stampse met bergenen smere ende maecter of een plaester ende legse al werm vp den lichame, al te hant sal hem smelten de buuc.

37. Item jeghen torsioen ende venyn.

Men sal nemen betonie ende siedense met gheetinre melc ende drinken dat, et ganst torsioen (fol. 8v) van den lichame ende veriaecht venijn vanden lichame.

38. Item jeghen walghinge ende braken.

Neemt crumen van ruggenen broede ende alse uele menten ende een hant vul alsenen ende roese bladere ende alse uele averoenen ende siedent te gadere in een sackelkyn met witten wine. Ende dan legge tsackelkyn al werm met alle vpden herte put iegen die mage ende dit doet dicke verwermen inden wyn van seluen du salt genesen van walgene ende van rispenne.

39. Item jegen den vetten te makene mager.

Men sal drinken couden borne elkes smergens, dus werti mager, doetyt langhen tydt.

40. Item.

Si dat sake dat de vette (fol. 9r) mensche vp staet tilcke van sinen slape ende voeruoets gha slapen ander werf. Ende alse hi ander werf gheslapen heeft so ete drie soppen van ghebradenen broede in aysile genet. Ende hi legge in sine spise die hi eedt puluer van wyndroesenen ende van pepere, ende loepe ende springe uele, hi sal werden magher.

31. Item.

Schors van beekpunge of Veronica beccabunga verpulverd droogt kwade gaten in de roede en elders; bloem van aluin doet hetzelfde en vermindert de kanker.

32. Item om alle soorten van parels (1) in de ogen, witte of bruine te genezen.

Stamp venkel of Foeniculum vulgare en alzo veel merg van vlier of Sambucus nigra en beide tezamen en kook het in wijn of in (bron)water. En maak een pleister en leg het op de ogen ’s avonds, ze zullen genezen.

33. Item om alle wonden te genezen zonder of erg weinig litteken en zenuwen verzamelen en beenknopen, maar binnen een [fol. 7v] maand, dan met andere zalf binnen twee maanden.

Neem zuiver gesmolten dassen vet en maak daarvan een pleister op pluksel of op linnen zoals men pleegt; het zal genezen zeer snel, dit is beproefd voor waar.

34. Item om te doen dat een vrouw wordt alzo nauw alsof ze maagd was, al had ze een kind gehad.

Neem bernagie of Borago officinalis (?) en Prunella vulgaris, even veel, en stamp ze goed en neem het sap en doe het de vrouwen in hun lijf met een linnen kleed en het kruid daar bovenop gelegd.

35. Item [fol. 8r] tegen ettering van wonden in het lichaam.

Men zal nemen gember of Zingiber officinale, zeduar of Curcuma zedoaria, galanga van Alpina officinarum en stamp het in een mortier en temper het met witte wijn en kook het in een stoop witte wijn en laat het goed schuimen en als men te bed gaat zal men het al heet drinken en de zieke goed bedekken, hij zal zweten en genezen.

36. Item tegen de loop die hard is.

Neem de wortels van grote weegbree of Plantago major en stamp het met mannelijk zwijnenvet en maak er een pleister van en leg het al warm op het lichaam, dadelijk zal hem smelten de buik.

37. Item tegen kramp en venijn.

Men zal nemen betonie of Stachys officinalis en koken het met geitenmelk en drink dat, het geneest de kramp [fol. 8v] van het lichaam en verjaagt venijn van het lichaam.

38. Item tegen walging en braken.

Neem kruimels van roggebrood en alzo veel munt of een Mentha soort ende een hand vol alsem of Artemisia absinthium en rozenbladeren en alzo veel averuit of Artemisia abrotanum en koken het tezamen in een zakje met witte wijn. En leg dan het zakje al warm geheel op de het laagste puntje van het borstbeen tegen de maag en laat dit vaak verwarmen in de wijn van ditzelfde, u zal genezen van walgen en van oprispen.

39. Item om de vetten te maken mager.

Men zal drinken koud (bron)water elke morgen, dus word je mager, doet het een lange tijd.

40. Item.

Is het zo dat de vette [fol. 9r] mens tijdig opstaat van zijn slaap en dadelijk weer gaat slapen. En als hij weer geslapen heeft zo eet hij drie sappen van gebraden brood in azijn genat. En hij legt in zijn spijs die hij eet poeder van wijnsteen of tartarus en van peper of Piper nigrum en loopt en springt veel, hij zal worden mager.

41. Item om te hebbene claer stemme.

Nempt menten sop ende drinket dat.

42. Item om te brakene stappans.

Neempt sofferaen ende temperet met lauwen borne ende dat sal men drinken.

43. Item iegen de worme inden lichame.

Neempt alsene ende reinuane ende perseker loeuere, of inden winter de scorse, ende (fol. 9v) de scorse vanden wortele van stekel doerne, dit sal men stampen al ontween in eenen mortier ende minghen dat sop met aysile ende drinken dat.

44. Item ieghen den coeke.

Neempt de wortel van meeden ende .ix. wortelen van weghebreeden ende eene hantvul alsenen ende een hant vul garofilaten ende een hantvul witter menten ende stampen al dit te gadere ende temperent in eenen stoep wyns ende langhe sieden in eenen niewen erdenen pot ende dan salment doen in eenen andren pot ende latent der in claren ende gheuent den sieken drinken nuchterne. Ende alsi ghaet te bedde hi sal genesen binnen .xij. dagen.

45. Plinus segt ons (fol. 10r) so wie dat draghet betonie ouer hem ne gheen boes ersatre hen mach hem deeren. Inde oest maent dan salmen die betonie lesen de bladere der of ende drogense ende maker of poeder ende etent inden winter, alsmen de groene niet en vint.

46. Item jeghen die worme ende den lichame.

Nempt asschen van hertshoerne gheberrent ende mingse met wine ende met seeme ende saluet daer mede die naffle ende den hers: de worme sullen alle comen neder wert.

47. Jeghen den vierden dach corts.

Neemt dreesene ende gherwe ende cruce wiet ende stampet ende wringhet dor een cleet ende drinct dat sop.

48. Item ieghen cotidiane ende coridiane ende (fol. 10v) jeghen artetike ende jeghen vercoude longhene ende iegen palesyn ende iegen dwater.

Nemt veenkel saet ende de wertel van venkel ende eppe saet ende merradic ende persyn ende de wertele van roeden docken ende wlle docken ende lauessche, ende siedet al te gadere in een vierendeel honichs ende in vier stoep borrens tote de heelt versoden es, ende dat salmen drinken.

49. Jeghen yechtichede.

Stampt witte malrouie ende dr[i]nket tsop ende eist te bitter, so doeter toe sucker of recolissie of wyn of ander dinc dat den dranc maect soete.

50. Betonie die heuet diuerse cracht na diuerse meestren: tsop daer of of puluer met wine.

41. Item om te hebben een heldere stem.

Neem munt of een Mentha soort sap en drink dat.

42. Item om dadelijk te braken.

Neem saffraan of Crocus sativus en temper het met lauw (bron)water en dat zal men drinken.

43. Item tegen de wormen in het lichaam.

Neem alsem of Artemisia absinthium ende reinvaarn of Tanacetum vulgare en perzik of Prunus persica blad of in de winter de schors en [fol. 9v] de schors van de wortel van sleedoorn of Prunus spinosa, dit zal men stuk stampen in een mortier en mengen dat sap met azijn en dat drinken.

44. Item tegen de koek of verharding in of aan de oppervlakte van het menselijk lichaam.

Neemt de wortel van meekrap of Rubia tinctoria en 9 wortels van grote weegbree of Plantago major en een handvol alsem of Artemisia absinthium en een handvol kruidnagel of Syzygium aromaticum en een handvol witte munt of Mentha longifolia en stampen al dit tezamen en temper het in een stoop wijn en lang koken in een nieuwe aarden pot en dan zal men het doen in een andere pot en laten het daarin klaren en geven het de zieke te drinken nuchter. En als hij te bed gaat zal hij genezen binnen 12 dagen.

45. Plinius zegt ons [fol. 10r] zo wie er draagt betonie of Stachys officinalis over hem nee geen boos geneesmiddel mag hem deren. In augustus dan zal men betonie bladeren verzamelen en drogen het en maak er een poeder van en eet het in de winter, als men de groene niet vindt.

46. Item tegen de wormen en de loop.

Neem as van verbrande herten horen en meng het met wijn en met zeem en zalf daarmee de navel en de aars: de wormen zullen alle naar beneden komen.

47. Tegen de vierde daagse koorts.

Neem hondsdraf of Glechoma hederacea en duizendblad of Achillea millefolium en kruiskruid of Senecio vulgaris en stamp het en wring het door een kleed en drink dat sap.

48. Item tegen dagelijkse koorts en soort koorts en [fol. 10v] tegen jicht en tegen verkouden longen en tegen verlamming en tegen het water.

Neem venkel of Foeniculum vulgare zaad en de wortel van venkel en eppe of Apium graveolens zaad en mierikswortel of Armoracia rusticana en peterselie of Petroselinum crispum en de wortel van rode zuring of Rumex sanguineus en wilde zuring of Rumex acetosa en maggi of Ligusticum officinalis en kook het alles tezamen in een vierendeel honing en in vier stoop (bron) water tot de helft verkookt is en dat zal men drinken.

49. Tegen jicht.

Stamp witte malrove of Marrubium vulgare en drink het sap en is het te bitter zo doe ertoe suiker of zoethout van Glycyrrhiza glabra of wijn of ander dingen die de drank zoet maakt.

50. Betonie of Stachys officinalis die heeft verschillende krachten naar verschillende meesters: het sap daarvan of poeder met wijn ...(1).

(1) Oogziekte.

(fol. 11r) 51. Als eenen ghewonden man die darmen wt hanghen.

Men sal nemen van enen kiekine dinadren al waerm [so] sulsi weder ingaen.

52. Alse die wonde blaest.

Men leggher up die longene van eenen scape al waerm.

53. Jeghen ghedrawonkelde wonden.

Men sal nemen smout van specke ende claerheit ende honech ende ziedent ouer een ende minghent metten witten vanden eye al cout ende maken een plaester ende legghense daer op.

54. Jeghen een tebroken been.

Neemt duuen quaet ende scapin ende botter ende zout ende temperet met wine ende maect een plaestre ende legtse daer op ende (fol. 11v) laetse daer ligghen vaste ghebonden .iij. daghen.

55. Die hem verbernet heeft.

Neemt lindine leuende colen ende blusschense in houden wijn ende wrijfse te sticken ende wrijfse vp dat verbernede ende wacht dat hijt niet ander sijns zalue.

56. Jeghen den scoerfden hals.

Men neme eene rode slecke ende wijn ende legse beede in een coprin vat ende dect wel .ix. daghe ende zalue dar mede den hals.

57. Jeghen tquat euel.

Men neme .iij. zwaluwen ionghen ende trecken hem vte die herten ende verbernese in eenen nieuwen pot ende gheeft hem tpuluer drinken.

58. Jeghen venijn (fol. 12r) dat een ghenut heeft.

Men sal maken eene stagghe moede so dat hi al ouer al zweete ende dorine die hi stalt up derde salmen drinken al heet ende dat moetmen doen .ix. daghen of meer. Ende al hadhi een serpent inden buuc, het soude ten monde commen vte ende dan moesti drinken dranc van botren ghemaect. (12) Het Hs. heeft dittografie van sal maken.

59. Jeghen oghen die ghelopen sijn met enigher auen turen.

Men sal nemen tsap van eere wilder carden ende ghietent .iij. nacht in doeghen ende daer na salmense zaluen met ganzine smoute.

60. Jeghen tranende.

Men sal eten betonie die tzien star (fol. 12v) ket.

[fol. 11r) 51. Als een gewonde man de darmen uit hangen.

Men zal nemen van een kuiken zijn aderen al warm, zo zullen ze weer ingaan.

52. Als de wonde blaast.

Men legt er op de longen van een schaap al warm.

53. Tegen verzweerde wonden.

Men zal nemen vet van spek en gesuikerde, aromatische kruidenwijn en honing en koken het tezamen en meng het met het witte van een ei al koud en maak een pleister en leg het daarop.

54. Tegen een gebroken been.

Neem duivendrek en schapendrek, boter en zout ende temper het met wijn en maak een pleister en leg het daarop en [fol. 11v] laat het daar liggen vast gebonden 3 dagen.

55. Die zich verbrand heeft.

Neem van linde of Tilia europaea brandende kolen en blus ze in oude wijn en wrijf het stuk en wrijf het op dat verbrande en let erop dat hij zijn zalf niet verandert.

56. Tegen de schurftige hals.

Men neemt een rode slak en wijn en leg ze beide in een koperen vat en bedek dat goed 9 dagen en zalf daarmee de hals.

57. Tegen de vallende ziekte.

Men neemt 3 zwaluwen jongen en trek hen het hart uit en verbrand het in een nieuwe pot en geeft hem het poeder te drinken.

58. Tegen venijn [fol. 12r] dat een genuttigd heeft.

Men zal een paard met rechtopstaande oren moe maken zodat het overal zweet en de urine die het urineert op de aarde zal men drinken al heet en dat moet men doen 9 dagen of meer. En al had hij een serpent in de buik, het zou te mond uitkomen en dan moest hij drinken drank van boter gemaakt.

59. Tegen ogen die lopen met enig ongeluk.

Men zal nemen het sap van een wilde kaardendistel of Dipsacus pilosus en gieten het 3 nachten in de ogen en daarna zal men ze zalven met ganzen vet.

60. Tegen tranende.

Men zal eten betonie of Stachys officinalis die het zien versterkt [fol. 12v].

(1) Na folio 10 is een deel van het Hs. verloren gegaan; het nummer is daardoor onvolledig.

61. Jeghen donkere.

Men sal nemen rute ende dau vander marghenstonden ende zaluer de oghen mede.

62. Als enen heft de tonghe ru oft scaerp.

Men sal nemen tsap van menten ende zaluen sine tonge daermede ende wriuent wel in metten vingher dan vergaet alt ruwe.

63. Die serpent ofte ander woermen heuet in.

Hij neme dicke atrement ende drinke met wine, dan sal hi ghenezen.

64. Die met pinen orine maect.

Neemt de blaze van eere gheet ende verbernetse ende drinket tp[u]luere met borne. Ooc es hem goet dat hi neme die herssinen van enen haze ende ziedse ende wrijfse te stucken (fol. 13r) ende drinke met wine.

65. Jeghen die bloet zeeken.

Men neme de herte van hert ende bernesse ende drincse met melke.

66. Jeghen die beuen.

Men neme zap van biuoete ende minghelt met olijen rosaet ende zalfter enen mede.

67. Jeghen die kinder die te vele screijen.

Men neme hertin maerch ende salfter mede haren slaep.

68. Jeghen die wormen binnen.

Men sal nemen hertshornen ende verbernen te puluere ende minghent met honeghe ende drinkent met waermen wine.

69. Alse enen de naghelen vallen.

Hi neme taerwe te sticken ghewreuen ende dwitte vanden eye ende leght daer vp dan zelsij wassen.

70. Jeghen den (fol. 13v) ghenen die haet no dranc ne moghen onthouden.

Men neme gaerwe ende wriuense te sticken ende drincse met laeuwen wine.

61. Tegen donkere.

Men zal nemen wijnruit of Ruta graveolens en dauw van de morgenstond en zalf er de ogen mede.

62. Als een heeft de tong ruw of scherp.

Men zal nemen het sap van munt of een Mentha soort en zalven zijn tong daarmee en wrijf het goed in met de vinger dan vergaat al het ruwe.

63. Die een serpent of andere worm in heeft.

Hij neemt vaak inkt of koper- of ijzersulfaat en drinkt het met wijn, dan zal hij genezen.

64. Die met pijn urine maakt.

Neem de blaas van een geit en verbrand het en drink het poeder met (bron)water. Ook is het voor hem goed dat hij neemt de hersens van een haas en kook het en wrijf het stuk [fol. 13r] en drink het met wijn.

65. Tegen dat bloed plassen.

Men neemt het hart van een hert en verbrand het en drinkt het met melk.

66. Tegen dat beven.

Men neemt sap van bijvoet of Artemisia vulgaris en meng het men rozenolie en zalf er een mee.

67. Tegen de kinderen die teveel schreien.

Men neemt herten merg en zalft ermee hun slaap.

68. Tegen de wormen binnen.

Men zal nemen herten horen en verbranden tot poeder en mengen het met honing en drinken het met warme wijn.

69. Als een de nagels vallen.

Hij neemt tarwe stuk gewreven en het witte van een ei en legt het daarop, dan zullen ze groeien.

70. Tegen diegene [fol. 13v] die eten nog drank niet mogen onthouden.

Men neemt duizendblad of Achillea millefolium en wrijf het stuk en drinkt het met lauwe wijn.

71. Die twitte vpte oghen heeft.

Men neme tsap van veenkele ende minghet met tebrokene wieroke ende leght vpte oghen.

72. Die de tanden wit wille hebben.

Nem mele van gheersten ende minghet met honeghe ende wriue sine tanden dicken daer mede.

73. Jeghen betringhe van zinne.

Men neme vier paerds houuen of zenuwen ende verbernesse te puluere ende etet in drien eyeren alstie mane wast ende dander alstie mane waendt.

74. Die vergheuen es met venine.

Nutte hertin (fol. 14r) maerch met wine.

75. Jeghen donkere oghen.

Neemt de wortel van den veencle ende zietse in watre ende tempertse met aysile ende zalft dogen daermede, het neemt de donkerhede ende verclaert.

76. Jeghen de quitsinghe zonder wonde.

Nemet .i. pont wits was ende een pont hamelins roets versch ende smelt tegader in ene panne ende dan neme een nieuwe canepin cleedt ende duwet dat in dat wel dor ga, ende legghet vptie quitsinghe so men heetst mach .ij. waeruen sdaghes tote .ix. daghen, ende daer na zaluet met dorghingher zaluen.

77. Betonie es heet ende droghe. Soe es goet ieghen de hooftzweere die (fol. 14v) comt van couder naturen. Men salse drinken ghezoden in aysile alse de hooftzwere vander maghen comt salmense drinken met borne oft in wijn ende drinkent waerm dat zacht de maghe ende sterket. Betonie ghedrooght ende ghemalen ende ghedronken met loen uerlicht uasten lichame die coud es ende versch. Tpuluer van betonien helpt ieghen allen onghemake inden lechame ende ieghen tghescuerde. Betonie ghedronken met loen es goet den ghenen die bloet raecsemen ende etter ende ieghen den oeuste ende corten adem. Betonie gheten oft ghedronken claert de oghen. Sop van be(fol. 15r)tonien met sope van weghebreeden ghedronken es goet ieghen den dagheliken corts. Betonie es goet ieghen den vierden dach ende ieghen melancolie. Betonie doet wech donkere vaerwe ende gheeilzocht ende droghet twater. Betonie ghestamt met zoute gheneset nieuwe wonden leit mense daer op. Betonie helpt orine te makene ende ieghen den steen.

78. Agrimonie es heet ende droghe, soe staerct doghen ende zuuersse van hertheden ende doen af tquade vleesch, soe ganst ghezwel. Ende es dat zake dat mense stampt ende daer op leit, soe stopt bloet ter nese van ouden lieden (fol. 15v) diese nutten, oude oghen [maect soe] staerc ende ghezondt.

79. Wildi ratten ende muzen doen steruen.

So minghet de schellen vanden ysere met ghemaelne glaze, ende met puluere vander schellen van metale, met gherstine mele ende met zeeme, ende maecter af deegh, si sulre af eten ende steruen.

80. Jeghen de drope vanden oghen.

Men sal nemen .i. onsse van witten calmine ende .i. lepel uul droesenen van witten wine ende .i. stoop borrens bi ghemete, dit salmen zieden in enen niewen pot test, verzied, de heeilt, dan salment zijen dor een zuuer cleed ende doent in ene viole.

71. Die het witte op de ogen heeft.

Men neemt het sap van venkel of Foeniculum vulgare en meng het met gebroken wierook van Boswellia thurifera en leg het op de ogen.

72. Die de tanden wit wil hebben.

Neem meel van gerst of Hordeum vulgare en meng het met honing en wrijf vaak zijn tanden daarmee.

73. Tegen verbetering van de geest.

Men neemt vier paardenhoeven of zenuwen ende verbrand het te poeder en eet het in drie eieren als de maan wast en de andere als de maan afneemt.

74. Die vergeven is met venijn.

Nuttig herten [fol. 14r] merg met wijn.

75. Tegen donkere ogen of slecht zien.

Neem de wortel van venkel of Foeniculum vulgare en kook het in water en temper het met azijn en zalf de ogen (14) daarmee, het beneemt de donkerheid en verheldert.

76. Tegen de kwetsing zonder wonde.

Neem 1 pond witte was en een pond verse vet van een jong schaap en smelt het tezamen in een pan en dan neem een nieuw hennep kleed van Cannabis sativa en duw dat er zo zodat het goed doorgaat en leg het op de kwetsing zo heet als men kan 2 maal per dag tot 9 dagen en daarna zalft men een indringende zalf.

77. Betonie of Stachys officinalis is heet en droog. Het is goed tegen de hoofdpijn die [fol. 14v] komt van koude natuur. Men zal het drinken gekookt in azijn en als de hoofdpijn van de maag komt zal men het drinken met (bron)water of in wijn en drink het warm dat verzacht de maag en versterkt. Betonie gedroogd en gemalen en gedronken met een soort wijn verlicht de vaste loop die koud is en vers. Het poeder van betonie of Stachys officinalis helpt tegen allen ongemak in het lichaam en tegen de breuk. Betonie gedronken met een soort wijn is goed diegene die bloedbraken en etter en tegen de hoest en korte adem. Betonie gegeten of gedronken verheldert de ogen. Sap van betonie [fol. 15r] met sap van grote weegbree of Plantago major gedronken is goed tegen de dagelijkse koorts. Betonie is goed tegen de vierde daagse koorts en tegen melancholie. Betonie doet weg donkere kleur en geelzucht en droogt het water. Betonie gestampt met zout geneest nieuwe wonden, legt men het daarop. Betonie helpt urine te maken en tegen de steen.

78. Agrimonia eupatoria is heet en droog, het versterkt de ogen en zuivert ze van hardheid en doet af het slechte vlees, het geneest het gezwel. En als men het stampt en daarop legt stopt het neusbloeden van oude lieden [fol. 15v] die het nuttigen, oude ogen maakt het sterk en gezond.

79. Wil ge ratten en muizen laten sterven.

Zo meng de schillen van het ijzer met gemalen glas en met poeder van de schillen van metaal, met gerstemeel of Hordeum vulgare en met zeem en maak er deeg van, ze zullen ervan eten en sterven.

80. Tegen de ziekte zoals schurft van de ogen.

Men zal nemen 1 ons witte galmei of zinkcarbonaat en 1 lepel vol droesem van witte wijn en 1 stoop (bron)water bij maat (1), dit zal men koken in een nieuwe pot of test, verkook het tot de helft en dan zal men het zeven door een zuiver kleed en doe het in distilleerkolf.

81. Oximel te makene ieghen den couke.

Men sal nemen enen stoop aysijls ende een (fol. 16r) oude wlle wortele vanden venkele ende van perssine ende van merradike, ende vanden veencle meer dan van den andren .ij., dit salmen stampen te gadre ende ziedent metten aysile ende wringhent dor een cleedt; dan salmer in doen .i. vierlinc deel zeems ende ziedent anderwaeruen so dat terdendeel verzoden zij; dit es goet in marte ghedronken.

82. Vanden festele.

Eenrande festel es daer men af niet ghenezen en can dien prouuemen met enen witten lininen cleede alsi ghenesen mach. Men bindet tcleet upt gat so sal vul werden van ettre, ende dan dwament weder: worttet wit, so mach het ghenesen, ende werthet vuul soe (fol. 16v) moet hi steruen.

83. Neemt van uwer orine ende also vele zouts ende ziedet te gader ende latet coelen ende dwater teuel mede.

84. Jeghen tghescuerde.

Neemt uries uuonde ende doesse zieden met groten walle in borne ende dan neemse ende ziedse in melc: dien borne salmen drinken elx marghens ende elx auonts, ende dit moetmen doen .xviij. daghen.

85. Als du yet wee heefs in dijn lijf oft in dine lede.

So nem rugghin mele een handt vul ende zout ende wijn ende kneeid een coukelkijn ende legghet daer hu es wee, hu wert bat.

86. Daer men eenen beer slaet.

Men neme de blase met alle metter orine ende van sijn selfs smeere (fol. 17r) ende doet inde blaze dan salment hanghen inden rooc een alf iaer oft langher, dat es goede zalue ieghen alle quitsinghe sonder wonde.

87. Wit blanket es goet ieghen dropighe handen.

88. Die vreest die blader te hebbene.

Nem die dodre vanden eye al roou ende doese scumen dan salmen nemen werc ende nettent daer in ende bindent daer op.

89. Dien de tanden zweeren daer de woormen in sijn.

Neme yseraet ende gherwe ende stampse met aysile ende houd dat langhe in sinen mondt tes hi slaept, so steerft die woerm.

90. Noch ten tanden.

Men neme een cruud in sinen mondt dat heet risblader: eist vander(18) (fol. 17v) ghicht oft van lenden bloede, hij gheneest.

81. Oximel of azijn met honing te maken tegen de verharding in het lichaam, vooral van de lever.

Men zal nemen een stoop azijn en een [fol. 16r) oude volle wortel van de venkel of Foeniculum vulgare en van peterselie of Petroselinum crispum en van mierikswortel of Armoracia rusticana en van de venkel meer dan van de andere 2, dit zal men tezamen stampen en koken het met de azijn en wringen het door een kleed; dan zal men er in doen 1 vierde deel zeem en het weer koken zodat het derdedeel verkookt is; dit is goed in maart gedronken.

82. Van de fistel of lopend gat.

Een soort fistel is er waarvan men niet genezen kan, die beproeft men met een wit linnen kleed als hij genezen mag. Men bindt het kleed op het gat en zo zal het vuil worden van etter en was het dan weer; wordt het wit dan mag het genezen en wordt het vuil zo [fol. 16v) moet hij sterven.

83. Neem van uw urine en alzo veel zout en kook het tezamen en laat het koelen en was de ziekte ermee.

84. Tegen de breuk.

Neem Hylotelephium telephium en doe het koken en sterk wellen in (bron)water en dan neem het en kook het in melk: dat water zal men drinken elke morgen en elke avond en dit moet men doen 18 dagen.

85. Als u iets pijn heeft in uw lijf of in uw leden.

Zo neem roggemeel van Secale cereale een handvol en zout en wijn en kneed een koekje en leg het daar u pijn hebt, u wordt beter.

86. Daar men een beer slacht.

Men neemt de blaas geheel met de urine en van zijn eigen vet [fol. 17r] en doe het in de blaas, dan zal men het hangen in de rook een half jaar of langer, dat is een goede zalf tegen alle kwetsingen zonder wonde.

87. Wit blanketsel is goed tegen handen met huidziekte.

88. Die vreest de gezwellen, (pest)builen te hebben.

Neem de dooier van een ei al rauw en laat het schuimen, dan zal men pluksel nemen en nat het daarin en bind het daarop.

89. Die de tanden pijn doen daar de wormen in zijn.

Neem ijzerhard of Verbena officinalis en duizendblad of Achillea millefolium en stamp het met azijn en hou dat lang in zijn mond totdat hij slaapt, zo sterft die worm.

90. Nog van de tanden.

Men neemt een kruid in zijn mond dat heet muurpeper of Sedum acre: is het van de [fol. 17v] jicht of van lenden bloed, hij geneest.

(1) beide woorden betekenen eigenlijk hetzelfde: tautologie voor pot of test.

91. Noch.

Stampt de wortele van yserne ende ziedse met aysile ende make een plaester ende legse up welke tant die ziekede zij. Ooc vergaet di weder alrande oeghe euel.

92. Als een kint gheboren weert.

Eer datter enich nat an comt so dwament met wine so en mach hem gheen coude deeren alse verre alst ghedweghen es.

93. Als een kint gheboren wert.

Eert enich spunne nut salment doen zughen eene teve, dan salt sporen als een hondt.

94. Die prouuen wille oft een ontsteken es met quaden viere.

Hi sal nemen botre daer noyt borne op quam no zout (fol. 18r) ende make een coukelkijn vander botre meer dan een hazelnote ende legghent op teuel een stic. Smelt die botre, hi es onsculdich seuels, smelt soe niet, hi heuet tquade vier.

95. Die ghenut heeft venijn hie nutter ieghen bugghe, dan sal hijt ute spuwen.

96. Dese .iij. crude die ic hier nomen sal, hen heeft gheen mensche so groot venijn ghenut, hine gheneze: dat es croeske ende frason, dorobellut, aldus heeten sij in walsch.

97. Jeghen de runeten int anzichte ende omtrent doeghen.

Neemt litargirum ende sagimen nittri ende malent te puluere neemt elx euen vele bi ghewichte ende maelt elc bi hem ende doet in ene (fol. 18v) viole, ende minghet met goeden aysile, ende hutset wel zeere ende latet dan staen claren, so wort het melc, dan zuldi nemen de melc ende netten daer in de ruenchen so vergaensi. Voort striket die melc ontrent de sceedele van uwen oghen buten so ne mach hu lucht nemmermeer argheren.

98. Jeghen ghezwel vander adren.

Salmen nemen huusmur, eppe ende was ende taerwin bloeme ende baerghin spec ende stampet te gader ende smeltet ende doet in een cleedt ende windet om den aerm.

99. Jeghen de oeuste ende quade borst.

Saltu dwaen dine voeten met waermen watre ende daer na wrijfse wel met zoute biden viere so dat verwerme (fol. 19r) van buten, ende doe di draghen up dijn bedde dat dine voeten ter erden niet commen.

100. Jeghen de drope daer de droghe fistel toe ghesleghen es.

Salmen nemen thooft van loke ende atriment ende boonen, zout ende roete ende bloemen van witten erweten ende roeu honech ende maker af een plaestre ende legghense daer op.

91. Nog.

Stamp de wortel van ijzerkruid of Verbena officinalis en kook het met azijn en maak een pleister en leg het op welke tand die ziek is. Ook vergaat u weer allerhande oogziekte.

92. Als een kind geboren wordt.

Eer dat er enig nat aankomt zo was het met wijn dan mag hem geen koude deren zover als het gewassen is.

93. Als een kind geboren wordt.

Eer het enig moedermelk nuttigt zal men het een teef laten zuigen, dan zal het groeien als een hond.

94. Die onderzoeken wil of een ontstoken is met belroos of pestvuur.

Hij zal nemen boter daar nooit (bron)water op kwam nog zout [fol. 18r] en maakt een koekje en van de boter meer dan een hazelnoot van Corylus avellana en leg het op de ziekte een stuk. Smelt die boter, hij heeft de ziekte niet, smelt het niet, hij heeft de belroos of pestvuur.

95. Die venijn genuttigd heeft hij nuttigt daartegen zenegroen of Ajuga reptans, dan zal hij het uitspuwen.

96. Deze 4 kruiden die ik hier noemen zal, er heeft geen mens zo groot venijn genuttigd, hij geneest: dat is croeske (Reseda lutea?) en aardbei of Fragaria vesca), dorobellut, (doorbloed of Hypericum perforata?) aldus heten ze in Waals.

97. Tegen de puistjes(?) in het aanzicht en omtrent de ogen.

Neem loodmonoxide, litarghirum of litargirum (1) en salpeter en maal het tot poeder en neem van elk even veel bij gewicht en maal elk op zichzelf en doe het in een [fol. 18v] distilleerkolf en meng het met goede azijn en hutsel het zeer goed en laat het dan staan klaren zo wordt het melk, dan zal ge nemen de melk en nat daarin de puisjes zo vergaan ze. Voort strijk die melk omtrent de oogleden van uw ogen buiten dan nee mag hun lucht u nimmermeer deren.

98. Tegen gezwel van de aderen.

Zal men nemen vogelmuur of Stellaria media, eppe of Apium graveolens en was en tarwebloem en spek van het mannelijk zwijn en stamp het tezamen en smelt het en doe het in een kleed en windt het om de arm.

99. Tegen de hoest en slechte borst.

Zal u wassen uw voeten met warm water en daarna wrijf ze goed met zout bij het vuur zodat ze verwarmen [fol. 19r] van buiten en laat u dragen op uw bed zodat uw voeten niet op de aarde komen.

100. Tegen de huidziekte als schurft daar de droge fistel of lopend gat toegeslagen is.

Zal men nemen het hoofd van knoflook of Allium sativum en inkt of koper- of ijzersulfaat en bonen van Vicia faba, zout en roet en bloemen van witte erwten of Pisum sativum en rauwe honing en maak er een pleister van en leg het daarop.

101. Jeghen den wonkel ende quaet ghezwel.

Salmen nemen ene scotel vol gorts ende alf so vele wits linzaets ende zietend in aysijl ende doeter toe twee ayngioene of drie cleene ghecapt ende doeter toe hamelin roete ende maect dit plaester ende legse daer op.

102. Jeghen quitsinghe dar (fol. 19v) dhuudt gheheel es of ieghen grote steken.

Saltu nemen de galle van enen stier die ghereden heeft waer soe te beter ende zaluen daer mede.

103. Jeghen cnaghinghe inden lichame.

Nem betonie ende zietse in ouden wine ende drinkense .v. daghen ene waeruen sdaghes, het es dicwile greprouft.

104. Die hem onthouden wille van brakene.

Hi sal nemen betonie ende ziedense in ghetinre melc met bargine smoute ende etense, het es gheprouft al waer.

105. Ware ene vrucht doot bleuen in enen lechame ende haer niet bat mochte werden.

So name ysope ende droncse met laewen borne dat worde stappans bat.

106. Jeghen (fol. 20r) quade borst ende quade maghe.

Drinc ysope met wine ende met botren sauonts achter etene ende du salt ghenezen.

107. Jeghen alle ziechede vander herten es polioen met wine ende met honeghe goet ghedronken.

108. Die eppe nut nuchtren, ne gheene spize mescomt hem binnen den daghe.

109. Saelge ghestampt met wine, so es goet een plaestre ghemaect daer af ieghen wonden.

110. Die den lichame licht wille hebben.

Hi neme de schellen van dien vliedre ende doe af de witte pelle ende stampt de groene ende drinct met wine of met borne, hi sal gaen ter cameren.

101. Tegen het gezwel, ettering van een wond en kwaad gezwel.

Zal men nemen een schotel vol gort of gepelde gerst en half zoveel wit lijnzaad van Linum usitatissimum en kook het in azijn en doe er toe twee uiens of Allium cepa of drie kleine gekapt en doe er toe jong schapenvet en maak deze pleister en leg het daarop.

102. Tegen kwetsing daar [fol. 19v] huid heel is of tegen grote steken.

Zal u nemen de gal van een stier die gereden heeft was het te beter en zalf daarmee.

103. Tegen knagen in het lichaam.

Neem betonie of Stachys officinalis en kook het in oude wijn en drink het 5 dagen eenmaal per dag, het is vaak geprobeerd.

104. Die zich onthouden wil van braken.

Hij zal nemen betonie of Stachys officinalis en koken het in geitenmelk met mannelijk varken vet en eet het, het is beproefd voor waar.

105. Waar een vrucht dood gebleven is in een lichaam en ze niet beter mocht worden.

Ze neem hysop of Hyssopus officinalis en drink het met lauw (bron)water dat wordt dadelijk beter.

106. Tegen [fol. 20] slechte borst en slechte maag.

Drink hysop of Hyssopus officinalis met wijn en met boter ’s avonds na het eten en u zal genezen.

107. Tegen alle ziektes van het hart is polei of Mentha pulegium met wijn en met honing goed gedronken.

108. Die eppe of Apium graveolens nuttigt nuchter, nee geen spijs misvalt hem binnen de dag.

109. Salie of Salvia officinalis gestampt met wijn, het is goed om een pleister daarvan gemaakt tegen wonden.

110. Die de loop licht wil hebben.

Hij neemt de schillen van de vlier of Sambucus nigra en doet af het witte merg en stampt het groene en drinkt het met wijn of met (bron)water, hij zal gaan ter toilet.

(1) loodwit, loodglans, loodmonoxide, litarghirum of Litargirum. Al naar gelang het uit de goud- of zilversmeltoven kwam, noemde met het litargirum auri of litargirum argenti.

111. Die doghen donker heeft ende (fol. 20v) steecten daer in.

Hi ne[me] witten ghinghebeere ende scauen cleene in witten wine ende laet claren .v. daghen ende doet inde oghen dickent, hi sal ghenesen.

112. Jeghen den canker die ute breect inde nueze.

Salmen nemen tsap van roeder keerzen ende drinkent, ende men neme puluer van betonien ende doet inde gate: es dat zake dat hi ute comt, so sal hi ghenezen, ende dan sal hi hem doen laten inden aerm de buuc adre.

113. Jeghen de sproeten af te doene.

Neemt olye van noten ende biest ende wijn ende ziedet te gader, ende dwater mede hu anzichte elcs auonts.

114. Man ende wijf die ghene orine mach maken.

Neemt alysandre ende wilt keruel ende temperet (fol. 21r) in witte wine ende drinkent maerghens ende sauonts, ghi zult ghenezen.

115. Die niet slapen en mach.

Hi neme de leuere van enen haze ende verbernese te puluere in eenen scheerf ende nutse in etene oft in drinken, dan sal hi slapen, ende also men wille wecken, salmen aysijl inden mondt doen, dat hi niet te langhe en slape bedi hi mochter wel af steruen.

116. Jeghen den fic.

Men sal zieden materne in borne ende alsoe ghezoden es sal hi gaen zitten up enen zetel so dattie hitte sla ten euele.

117. Jeghen iesschen.

Neemt saelge ende zietse met aysile ende drinket, het sal ghezitten.

118. Jeghen zwijmelinghe int hooft.

(fol. 21v) Neemt celidonie ende weghebreede ende stamptse ende minghet met aysile ende maket .i. plaester ende legghet upt hooft.

119. Jeghen de bloedighe oghen.

Neemt eppe ende betonie ende zietse in wijn ende leghtse vp doghen.

120. Jeghen de houet wonde.

Neemt betonie ende wrijftse te sticken het heelt vleesch varinc ende vergadert ende emmer sderdendaechs .i. nieuwe plaester, ende het heeft ooc so grote cracht dat beenen vte trect.

111. Die de ogen donker heeft en [fol. 20v) steken daarin.

Hij neemt witte gember of Zinzigiber officinalis en schaaft het klein in witte wijn en laat het helder worden 5 dagen en doe het vaak in de ogen, hij zal genezen.

112. Tegen de kanker die uitbreekt in de neus.

Zal men nemen het sap van rode kersen of Prunus cerasus en drinken het en men neemt poeder van betonie of Stachys officinalis en doe het in het gat: is het zo dat het uitkomt zo zal hij genezen en dan zal hij hem doen laten in de arm in de buikader.

113. Tegen de sproeten af te doen.

Neem olie van noten en biest (1) en wijn en kook het tezamen en was hiermee uw aanzicht elke avond.

114. Man en wijf die geen urine kan maken.

Neem Seseli macedonicum en wilde kervel of Anthriscus sylvestris en temper het [fol. 21r] in witte wijn en drink het ’s morgens en ’s avonds, ge zal genezen.

115. Die niet slapen kan.

Hij neemt de lever van een haas ende verbrand het tot poeder in een pot en nuttigt het in eten of in drinken, dan zal hij slapen en als men hem wil wekken zal men azijn in de mond doen, dat hij niet te lang slaapt omdat hij er wel van mocht sterven.

116. Tegen de fijt. (pijnlijke zweer aan de vinger)

Men zal koken moederkruid of Tanacetum parthenium in (bron)water en als het gekookt is zal hij gaan zitten op een zetel zodat die hitte slaat naar de ziekte.

117. Tegen naar adem snakken.

Neem salie of Salvia officinalis en kook het met azijn en drink het, het zal ophouden.

118. Tegen zwijmeling in het hoofd.

[fol. 21v] Neem stinkende gouwe of Chelidonium majus en grote weegbree of Plantago major en stamp het en meng het met azijn en maak 1 pleister en leg het op het hoofd.

119. Tegen de bloederige ogen.

Neem eppe of Apium graveolens en betonie of Stachys officinalis en kook het in wijn en leg het op de ogen.

120. Tegen de hoofdwond.

Neem betonie of Stachys officinalis en wrijf het stuk, het heelt vlees snel en verzamelt en immer de derde dag 1 nieuwe pleister, en het heeft ook zo’ n grote kracht dat (splinters) in benen uittrekt.

(1) De eerste melk die een koe geeft na het kalven.

121. Die ghesleghen es inde oghen.

Hij neme bladren van agrimonien ende dwitte van eye ende wrijfse te sticken ende leght vp doghen ende al waer soe wel naer vte ghesleghen hij soude ghenesen.

122. Als (fol. 22r) een bloet spuwet.

Neemt eppe, mente, rute, ende walse te gader in melke ende drinct dat.

123. Jeghen tbloet ten nueze.

Neemt poeder van ruten ende blaset hem in ten neze met ere pipen; het sal stelpen.

124. Als een been es ghewaent int hooft.

Nem tzaet van gheinste ende tempert met wine ende gheeft hem drinken.

125. Jeghen tmenisoen.

Nem tsap van weghebreden ghewallet in aysijl ende drinket eenen nap vul in nuchtren.

126. Jeghen spuwinghe.

Neemt betonie ende zietse in ouden wine ende drincse .v. daghen.

127. Jeghen den steen.

Gheuet enen drinken orine van enen buc een lepel vul dat hijs (fol. 22v) niet ne weet, of een man es. Eist een wijf, so gheeft haer van eere gheet orinen.

128. Als een de zenuwen ghewondt heeft.

Neemt honts smeere, rute, weghebreede ende stampet te gadre ende maket .i. plaestre ende legghet der op.

129. Die hem verbernet heeft.

Neemt lylie ende zietse in watre ende strijcse dicken metten sope.

130. Jeghen thelighe.

Neemt sap van weghebreeden ende legghet der vp metten crude, oft neemt caze ende wrijftene wel te sticken ende mingheltene met honighe ende leg dan up een coelblat, dan legghet opt heleghe, binnen derden daghe so en wertmens twint gheware.

121. Die geslagen is in de ogen.

Hij neemt bladeren van Agrimonia eupatoria en het witte van een ei en wrijf het stuk en leg het op de ogen en al was het bijna uitgeslagen het zou genezen.

122. Als [fol. 22r] een bloed spuwt.

Neem eppe of Apium graveolens, munt of een Mentha soort, wijnruit of Ruta graveolens, en kook ze tezamen in melk en drink dat.

123. Tegen het neusbloeden.

Neem poeder van wijnruit of Ruta graveolens en blaas het hem in de neus met een pijp; het zal stelpen.

124. Als een been gewond is in het hoofd.

Neem het zaad van brem of Genista tinctoria en temper het met wijn en geef het hem te drinken.

125. Tegen buikloop.

Neem het sap van grote weegbree of Plantago major gekookt in azijn en drink een nap vol nuchter.

126. Tegen spuwen.

Neem betonie of Stachys officinalis en kook het in oude wijn en drink het 5 dagen.

127. Tegen de steen.

Geeft iemand een lepel vol urine te drinken van een bok dat hij het [fol. 22v] niet nee weet, als het een man is. Is het een wijf zo geefthaar van een geit urine.

128. Als een de zenuw gewond heeft.

Neem hondenvet, wijnruit of Ruta graveolens, grote weegbree of Plantago major en stamp het tezamen en maak 1 pleister en leg het daarop.

129. Die zich verbrand heeft.

Neem lelie of Lilium candidum en kook het in water en strijk het vaak met het sap.

130. Tegen heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos.

Neem het sap van grote weegbree of Plantago major en leg het daarop met het kruid, of neem kaas en wrijf het goed stuk en meng het met honing en leg het dan op een koolblad van Brassica, dan leg het op het heilig vuur, binnen de derde dag zo wordt men niet het minste gewaar.

131. Die zweten wille.

[fol. 23r] Neemt sap vanden wortele vanden veenkele ende drincse in nuchtren ende decke hem, hi sal zweeten.

132. Dese .iij. daghen zijn te wachtene ende te houdene vor alle dandre int iaer: .viij. kalende aprilis ende deerste dach ende de derde vander kalenden augusti. Dander dach kalende decembris de derde dach. Bedienens die enen man slaet binnen desen daghen hi sal steruen stappans. Ende ooc die poisoen neemt oft zwinin vleesch eet. Ende die wert gheboren binnen desen daghen, hij sal quade doot steruen; dat wanen zome lieden, ic en gheloofs niet die dit screef.

133. Jeghen de hooft zweere.

Neemt aisijl ende sap van (fol. 23v) der meester veenckelen ende zout ende minghet te gader daer hu thouet zweert wriuet arde daer mede alset beghint te zweerne. Ende ooc esser goet ieghen datmen thooft wriue met groenre menten ende aysile.

134. De galle van eenen stier ghewonden in wulle ende upten naeffele gheleit maect eenen den lichame licht diene art heeft.

135. Die neme agrimonie ende leghse up ene wonde die te varinc gheheelt es, dan ontdoetse weder.

136. Als een sijn been heeft vten lede oft ander let.

Men salt trecken weder in. Dan salmen caenpin werc netten in witte vanden eye ende windent int werc ende puluer van (fol. 24r) mastike ende legghent daer op.

137. Als de oghen zweren of smerten.

Nem commijn .ij. onssen, aurpiment .i. alue onsse, puluer van caelmine, ende wriue dit te gader al te sticken ende legghet inde oghen als ghi gaet slapen.

138. Jeghen den val vanden quaden euele.

Neemt de herte vanden odeuare ende zietse in watre ende gheefse hem tetene ende dan borne te drinkene.

139. Jeghen den ghenen die stom es bleuen van ziecheden.

Neme polioen te sticken ghewreuen .ij. nap vul met laeuwen aysile. Ende zijet dor een cleet ende houdet hem vor die nezeloken, hi sal stappans spreken.

140. Diet thaer verloren heeft.

Hi neme agrimonie (fol. 24v) te sticken ghewreuen ende minghent met gheetinre melke ende legghet optie stede, thaer salre weder wassen. Of neemt witte wulghe blader ende dan zietse in borne ende dwaet thooft metten watre, thaer dicter af.

131. Die zweten wil.

[fol. 23r) Neem sap van de wortel van venkel of Foeniculum vulgare en drink het nuchter en bedek hem, hij zal zweten.

132. Deze 3 dagen zijn te wachten en te houden voor alle de andere in het jaar; 7 april en de eerste dag en de derde van augustus. De volgende dag van december de derde dag. Betekent die een man slaat binnen deze dagen hij zal dadelijk sterven. En ook die een toverdrankje neemt of zwijnenvlees eet. En die geboren wordt binnen deze dagen, hij zal kwade dood sterven; dat wanen sommige lieden, ik geloof het niet die dit schreef.

133. Tegen de hoofdpijn.

Neem azijn ende sap van [fol. 23v] der grootste venkel of Foeniculum vulgare en zout en meng het tezamen en waar u het hoofdpijn doet wrijf het erg daarmee als het begint zeer te doen. En is ook is het goed ertegen dat men het hoofd wrijft met groene munt of een Mentha soort en azijn.

134. De gal van een stier gewonden in wol en op de navel gelegd maakt een de loop licht die het hard heeft.

135. Die neemt Agrimonia eupatoria en legt het op een wonde die te snel geheeld is, dan opent het weer.

136. Als een zijn been heeft uit het lid of ander lid.

Men zal het weer intrekken. Dan zal men hennep of Cannabis sativa pluksel natten in(21) het witte van een ei en winden het in het pluksel en poeder van [fol. 24r] mastiek van Pistacia lentiscus en leghen het daarop.

137. Als de ogen pijn of smarten.

Neem komijn of Cuminum cyminum 2 ons, auripigmentum of natuurlijk arseensulfide 1 ½ ons, poeder van galmei of zinkcarbonaat en wrijf dit tezamen stuk en leg het in de ogen als ge gaat slapen.

138. Tegen het vallen van de vallende ziekte.

Neem het hart van een ooievaar en kook het in water en geeft het hem te eten en dan (bron)water te drinken.

139. Tegen diegene die stom is gebleven van ziekte.

Neem polei of Mentha pulegium stuk gewreven 2 nap vol met lauwe azijn. En zeef het door een kleed en houd het voor de neusgaten, hij zal dadelijk spreken.

140. Die het haar verloren heeft.

Hij neemt Agrimonia eupatoria [fol. 24v] stuk gewreven en meng het met geitenmelk en leg het op die plaats, het haar zal weer groeien. Of neem witte wilg of Salix alba bladeren en ook het in (bron)water en was het hoofd met het water, het haar verdikt ervan.

141. Jeghen ghezwel van auonturen.

Neemt aysijl ende gheerstin meele ende ziedet ende temperet met spunne van eenen knapeline kinde ende legghet daer up, het sal ghenezen.

142. Die enen doren of enen schicht heeft in sijn lijf.

Men neme polipodie ende wrijfse te sticken ende minghet met ouden smeere ende legghet daer op, het saelt vte trecken.

143. Jeghen zwimelinghe int hooft.

Neemt alsenne ende verberrense ende zietse in watre ende dwaetter (fol. 25r) thooft dicken metten watre, het sal ghezitten.

144. Die van ziekeden niet slapen en mach.

Neemt letuwezaet ende bindet in een linin cleet ende legghet in heet watre tot twater de smake heeft ende drinket al heet, hi sal slapen.

145. Die mandraghe es cruud, het ghelijct den mensche. Diese vte trect hi moet stappans steruen, der omme bindmer enen hond an ende doet hem vte trecken. Deen vanden crude es ghelijc den man dander den wiue. Als een wijf wille kint ontfaen so drinke so vander mandraghe als vele als .vi. penninghe weghen, wilsoe een knechkin drinke vander mannekine, wilsoe .i. meeiskin nutte vanden wiuekine.

146. Dyptamni trect (fol. 25v) yser vter wonde ende bijt venijn vte.

147. Jeghen der coppen bete.

Men salre vp legghen in een cleet de wortel van docken ende honts smere. Jof men sal nemen vlieghen ende wriuense te sticken ende legghense daer op ende doen tghebetene vleesch wt trecken met eenen witten hechte.

148. Jeghen de maghe.

Nem betonie, agrimonien, fufolul, gherwe, cetenodiam, lanciolatam, crisolnum, preipinde ende wriuent ende gheuens hem drinken in nuchtren met pepre ghewreuen ende met wine. Jof men sal nemen veneckelzaet ende ziedent toten derde[nde]le in watre ende drinkent. Letuwezaet gheten in spize esser ooc goet toe.

150. Jeghen sente loys evel.

Salmen nemen oriuael ende e[en] (fol. 26r) iaer barghin smere oud ende stampt te gader ende maecter af een plaester ende legghense vpt euel, so saelt ghenesen.

141. Tegen gezwel van ongeluk, toeval.

Neem azijn en gerstmeel of Hordeum vulgare meel en kook het en temper het met moedermelk die een jongetje gekregen heeft en leg het daarop, het zal genezen.

142. Die een doren of een pijl heeft in zijn lijf.

Men neemt eikvaren of Polypodium vulgare en wrijf het stuk en meng het met oud vet en leg het daarop, het zal het uittrekken.

143. Tegen duizeling in het hoofd.

Neem alsem of Artemisia absinthium ende verbrand het en kook het in water en was het [fol. 25r] hoofd vaak met het water, het zal ophouden.

144. Die van ziekte niet slapen kan.

Neem sla of Lactuca sativa zaad en bind het in een linnen kleed en leg het in heet water tot het water de smaak heeft en drink het al heet, hij zal slapen.

145. De mandraak of Mandragora officinarum is een kruid, het lijkt op de mens. Die het uittrekt moet dadelijk sterven, daarom bindt men er een hond aan en die trekt het uit. Die ene van het kruid is gelijk de man en de andere het wijf. Als een wijf een kind wil ontvangen dan drinkt ze van de mandraak of Mandragora officinarum alzo veel als 6 penningen wegen, wil ze een jongetje dan drinkt ze van de mannelijke, wil ze een meisje nuttigt ze van de vrouwelijke.

146. Diptam of Dictamnus albus trekt [fol. 25v)] ijzer uit de wond en bijt venijn uit.

147.Tegen de spinnenkop beet.

Men zal er opleggen in een kleed de wortel van zuring of Rumex acetosa en hondenvet. Of men zal nemen vliegen en wrijven ze stuk en leggen ze daarop en laat het gebeten vlees uittrekken met een witte heft of pincet.

148. Tegen de maag.

Neem betonie of Stachys officinalis, Agrimonia eupatoria, mogelijk Areca catechu, duizendblad of Achillea millefolium, varkensgras of Polygonum aviculare, smalle weegbree of Plantago lanceolata, Chenopodium bonus-henricus?, preipinde (?) en wrijf het en geeft het hem te drinken nuchter met peper of Piper nigra gewreven en met wijn. Of men zal nemen venkel of Foeniculum vulgare zaad en koken het tot een derdedeel in water en drink het. Sla of Lactuca sativa zaad gegeten in spijs is er ook goed toe.

150. Tegen Sint Eligius ziekte. (steenpuist?)

Zal men nemen ooievaarsbek of Geranium Robertianum en een [fol. 26r] jaar oud mannelijk varkensvet en stamp het tezamen en maak er een pleister van en leg het op de ziekte, zo zal het genezen.

151. Jeghen de quade leuere die verhit es.

Nem sicorije ende stampt te sticken ende tempert met dunnen weye ende gheuet hem drinken ende dat daer blijft vander sicorie leght ieghen de leuere upten lechame. Ooc es hem goet bezien van naskaden.

152. Jeghen ghezwel datmen wille vte doen breken.

Men sal nemen commijn ende ziedent in versche botre ende maken .i. plaestre ende leghense vpt ghezwel alse heet alsmen ghedoghen mach.

153. Jeghen fistel.

Nem sop van eggrimonen ende dwater mede den fistel ende legghen tcruud daer op dan (fol. 26v) salt daer mede ghenezen.

154. Teghen fledersijn dat niewinghe commen es.

Nem barghin spec ende bradent in ene panne ende nemen dat smout ende also vele olie smouts ende also vele wits wijns, elcs euen vele, ende ghietent al te gader ende roerent tonst beghint te droghene ende legghent daer op so men heetst mach, ende alst te doene es datment waerme ende leght daer op.

155. Jeghen droepighe handen.

Nem de wortele van roder pardeken ende van witter lodoken ende dwaetse scone ende screept al tswarte af ende doetse in ene mort<i>ere elx euen vele ende stampet wel te sticken ende tempert met nie vlootter zanen dat es goet daertoe.

156. Jeghen rudichede.

Neemt ghestubb [... ] daer men ......(24) (24) Na fol. 26 ontbreekt een deel in het Hs.; het recept is onvolledig en de lezing van het derde laatste woord is onzeker.

157.(fol. 35r) Glorifilaet vertert wel spise ende het es goet geghen de seereit vander maghe ende vander darmen dat comt van versto<e>pteden van winde. Ende moeder te suverne ende te duane in wine ende in soeten watre ende in olie van oliuen up den lichame gheleit of op de lendinen. Hets goet ieghen tlancheuel.

158. Gladie es goet der borst calidum et siccum. Ende iegen verstopheit vander leueren ende van der milten. Ende van longhenen ende der blasen, die de wortel siet met wine ende drinke tsap met warmen borne.

159. Lavesce maect den lichame ende so verdriift melancolie ende so es goet gheghen ridinghe ende ieghen de crampe. Ende so es goet in herst ghanghe ende daer (fol. 35v) of puluer met seme droghet wonden ende puluer met rose watre es goet <i>egen den cuke.

160. Polioen in wine ghesoden jeghen verstopheit van leueren, van milten, van gallen ende van lendinen, ende het ontstopt orine ende het sterct de mag<h>e en[de] verduwet wel, ende dien therte we doet of de borst, ete polioen nuchterne, ende die bloet spuwet drinke polioen met watre.

151. Tegen de kwade lever die verhit is.

Neem cichorei of Cichorium intybus en stamp het stuk en temper het met dunne wei en geef het hem te drinken en dat er blijft van de cichorei leg het tegen de lever op het lichaam. Ook is hem goed bessen van nachtschade of Solanum nigrum.

152. Tegen gezwel dat men wil laten uitbreken.

Men zal nemen komijn of Cuminum cyminum en kook het in verse boter en maak er 1 pleister van en leg het op het gezwel alzo heet als men gedogen kan.

153. Tegen fistel of lopend gat.

Neem sap van Agrimonia eupatoria en was er mee de fistel of lopend gat en leg het kruid daarop, dan [fol. 26v] zal het daarmee genezen.

154. Tegen jicht dat net gekomen is.

Neem mannelijk zwijnenspek en braad het in een pan en neem dat vet en alzo veel olie vet en alzo veel witte wijn, van elk even veel, en giet het alles tezamen en roer het totdat het begint te drogen en leg het daarop zo men het heetst mag en als het te doen is dat men het warmt en leg het daarop.

155. Tegen schurftige handen.

Neem de wortel van rode ridderzuring of Rumex sanguineus en van witte zuring of Rumex obtusifolius en was het schoon en schraap al het zwarte af en doe het in een mortier van elk even veel en stap het goed stuk en temper het met niet vlottende room, dat is goed daartoe.

156. Tegen ruigheid of huidziekte.

Neem ghestubb [... ] daar men….

157. [fol. 35r] Nagelkruid of Geum urbanum verteert goed de spijs en het is goed tegen de pijn van de maag en van de darmen dat van verstoptheid van wind komt. En baarmoeder te zuiveren en te wassen in wijn en in zacht water en in olie van olijf van Olea sativa op het lichaam gelegd of op de lenden. Het is goed tegen de onderbuikspijn of koliek.

158. Gladiool of Gladiolus communis is goed de borst warm en droog. En tegen verstopping van de lever en van de milt. En van longen en de blaas die de wortel kookt met wijn en drinkt het sap met warm (bron)water.

159. Maggi of Ligusticum officinalis maakt de loop en het verdrijft melancholie en het is goed tegen aanval van de koorts en tegen de kramp. En het is goed in hars gehangen en daarvan [fol. 35v] poeder met zeem droogt wonden en poeder met rozenwater is goed tegen de verharding in het lichaam, vooral van de lever.

160. Polei of Mentha pulegium in wijn gekookt (25) tegen verstoptheid van lever, van milt, van gal en van lenden en het opent urine en het versterkt de maag en het verteert goed en die het hart pijn doet of de borst, eet polei nuchter en die bloed spuwt drinkt polei met water.

161. Colne suuert de borst van taeter uuuren diese drinct met wine ende met se<e>me. Coln<e> es goet ghedronken ieghen die in onmach [es] ende so helpt der milte ende der maghe ende der leueren daert comt van vercoutheden ende ieghen walghinghe daert comt van vercoutheden. Ende colne met wine doet wel orine maken ende so suuert (fol. 36r) de moeder ende so meret luxurie.

162. Dille doet wel orine maken in wine ghesoden of in poelmente ghenomen. Ende dille met netelen ghesoden es goet ieghen spenen die bloeden daerop gheleit, ende dille met vlee<c>sche ghesoden sterct die hersinen ende doet wel slapen ende sterct de maghe ende benemt walginghe ende spuwen ende siecheden die commen van verwltheden, ende dille in olie ghesoden ende dan den slaep daer mede ghesaluet doet wel slapen ende muruet ripe sueren. Ende droghet versche wonden metter netelen gheminct, ende dille dicken ghenut cranct de sie ende benemt fraiede.

163. Malue ghestamp ende gheleit op hete sueren es goet in beginsel. Ende malue ghestampt met verscen suuinen smoute es goet ieghen van leue (fol. 36v)ren ende der milten ende omme heete sueren te ripene. Warmoes van maluen maect den lachame licht. Malue ghenest ghescorde darme ende ontstopt orine ende brect den steen, met wine ghesoden.

164. Buccus diptanis.

Het doet diser ute gaen. Het doet kint gheboren wesen ende het doet spreken heeneghe stomme.

165. Pappelen met botren ghesoden ende ghestampt es goet ieghen tfier berrede daer up gheleit. Ende alst ghesoden es doe<t>ter dwitte van den eye toe daer treckt den brant huut.

166. Ieghen de huut die enen niet en brect.

Smout van ionghen oudevers ghesoden ende daer op gheleit.

167. Rode slecken inden bochs in soute ghedaen, dat sout es goet worten mede af te doene dicken daer mede ghes(fol. 37r)treken.

168. Ongheblust calc ende sepe euen vele in ene noetscale ende gheleit daer deleghe bladert so wertter een gat ende tquat gaet vte.

169. Yeghen de tantsuere.

Scrift in de kinbacke: rex pax nax in filio. Voert so es en worem in den destel, in den wilden, an so wat tande dat menne doet, hi moet sonder twifel vallen.

170. Meede in wine ghesoden ontstopt leuere ende milte diet drinct. Ende meede in borne ghesoden maect scone har.

161. Kool of Brassica oleracea zuivert de borst van hitte voor die het drinkt met wijn en met honing. Kool is goed gedronken tegen die in onmacht is en het helpt de milt en de maag en de lever waar het komt van verkoudheid en tegen walging waar het komt van verkoudheid. En kool met wijn doet goed urine maken en het zuivert [fol. 36r] de baarmoeder en het vermeerdert geslachtsdrift.

162. Dille of Anethum graveolens doet goed urine maken in wijn gekookt of in brij genomen. En dille met brandnetel of Urtica urens gekookt is goed tegen aambeien die bloeden, daarop gelegd, en dille met vlees gekookt versterkt de hersens en doet goed slapen en versterkt de maag en beneemt walging en spuwen en ziektes die komen van overladenheid en dille in olie gekookt en dan de slaap daarmee gezalfd doet goed slapen en zacht rijpen pijnen. En droogt verse wonden met de brandnetel of Urtica urens gemengd en dille vaak genuttigd verzwakt het zien en beneemt waanzin (?)

163. Maluwe of Malva sylvestris gestampt en gelegd op hete pijnen is goed in het begin. En maluwe gestampt met verse zwijnen vet is goed tegen verharding van de lever [fol. 36v] en de milt en om hete pijnen te rijpen. Warme groente van maluwe maakt de loop licht. Maluwe geneest gescheurde darmen en opent urine en breekt de steen, met wijn gekookt.

164. Buccus Diptam of Dictamnus albus (of Origanum dictamnus).

Het doet het ijzer uitgaan. Het laat kind geboren wezen en het laat spreken menige stomme.

165. Kaasjeskruid of Malva sylvestris met boter gekookt en gestampt is goed tegen het vuur brandende daarop gelegd. En als het gekookt is doe er het witte van een ei toe, dat trekt de brand uit.

166. Tegen de huid die enen niet breekt.

Vet van jonge ooievaars gekookt en daarop gelegd.

167. Rode slakken in een bos in zout gedaan, dat zout is goed om er wratten mee af te doen, vaak daarop gestreken [fol. 37r].

168. Ongebluste kalk en zeep even veel in een notendop en gelegd daar het heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos blaart zo wordt het een gat en het kwaad gaat uit.

169. Tegen de tandpijn.

Schrijf in de kinnenbak: Pax is de zoon van de koning van de vrede. Verder zo is een worm in de Daucus sylvestris, in de wilde, aan zo welke tand dat men het doet, het moet zonder twijfel vallen.

170. Meekrap of Rubia tinctoria in wijn gekookt opent de lever en milt die het drinkt. En meekrap in (bron)water gekookt maakt mooi haar.

171. Lauessche sop ende meede sop te gadre ghedronken es goet ijegen lancheuel ende verstopheit van lachamen. Soe doet wel orine maken ende soe es goet ghedronken ieghen sueren van binnen.

172. Tsap van naschadren met tisanen ghedronken ieghen hete sueren in de daerme of in de mage.

173. Apium sop es alte goet ter borst met honeghe, gheft <t>sa<e>t daer af. Ende so es der longinen goet (fol. 37v) ghedronken.

174. Tsap van den venkele ghedronken oft tsaet gheten es goet der longhenen.

175. Yegen de oghen die roet ende tranende sijn ende die sueren.

Aloen ende mastic ende wiin .ix. daghe laten staen claer ende sonder roeren in een coprin vat ende in de oghen drupen; die thoeft heeft bestoept, neme honich wel ghesoden ende wel ghescumt ende ghemalen peper daer in ouer darden dach ghenut enen lepel vul ende daer op wiin ghedronken.

176. Jeghen dlasers heuel.

Neme galigaen, peper, alexandrie ende castonie super ende honich ende ghemane gout ende perle van oriente ghemalen ende ghemin<c>t al over een ende nuttet drieweruen daghes. Ende men drinke ghewalnen wiin ende make brande beneden den cnie. Ende dus mach men deuel langhe decken.

177. Jeghen de ghelsocht.

Men neme herst tonghen, sucureie ende e[n]divie ende rosen ende violetten ghebonden in een dukelkin ende ghe(fol. 38r)soden in enen nieuwen pot met borne ende elcs even vele, maer de crude lettel ende vele bornes: dit sal men drinken tote dat men es ghenesen.

178. Dit sin alle vraie medicinen jeghen den wulf.

Nemt een pont ghersten ende een pont honichs ende hant wul campens wercs ende barnet te puluere in enen nieuen pot. Ende als dit aldus ghereet es salmen daer mede saluen .ij. warf de weke ende duuaen deuel met eisine eer ment daer op leghet. Aldus doet men den wlf ende voert so gheneest ment alse men den cankere doet; die hem verbernet heeft saluet met smoute van doderen van eieren.

179. Contra lapidem.

Bux bloet als verhart es doetene sceden ende breken.

180. Jeghen den perel op doghe.

Nem sap van netelen ende van vliedere ende sied<e>t dat sullen werden matten, ende legghet op die oghe in een li(fol. 38v)nin cleet daer tusghen.

171. Maggi of Ligusticum officinalis sap en meekrap of Rubia tinctoria sap tezamen gedronken is goed tegen onderbuikspijn of koliek en verstopping van de loop. Het doet goed urine maken en het is goed gedronken tegen pijnen vanbinnen.

172. Het sap van nachtschade of Solanum nigrum met ptisane of gerstewater gedronken tegen hete pijnen in de darmen of in de maag.

173. Apium graveolens sap is al te goed ter borst met honing, geef het zaad daarvan. En het is voor de longen goed [fol. 37v] gedronken.

174. Het sap van venkel of Foeniculum vulgare gedronken of het zaad gegeten is goed voor de longen.

175. Tegen de ogen die rood en tranend zijn en die pijn doen.

Aluin en mastiek van Pistacia lentiscus en wijn 9 dagen laten staan, helder en zonder roeren in een koperen vat en in de ogen druppelen; die het hoofd verstopt heeft neemt goed gekookte honing en goed geschuimd en gemalen peper of Piper nigrum daarin na de derde dag een lepel vol genuttigd en daarop wijn gedronken.

176. Tegen melaatse ziekte.

Neem galanga van Alpina officinarum, peper of Piper nigrum, Seseli macedonicum en tamme kastanje of Castanea vesca op honing en gewoon goud en parels van de Oriënt gemalen en gemengd door elkaar en driemaal per dag genuttigd. En men drinkt gekookte wijn en maakt brand beneden de knie. En aldus mag men de ziekte lange bedekken.

177. Tegen de geelzucht.

Men neemt hertstong of Asplenium scolopendrium, cichorei of Cichorium intybus en andijvie of Cichorium endivia en rozen en viool of Viola odorata gebonden in een doekje en gekookt [fol. 38r] in een nieuwe pot met (bron)water en van elk evenveel, maar van de kruiden weinig en veel (bron)water: dit zal men drinken totdat men is genezen.

178. Dit zijn alle echte medicijnen tegen de wolf of kankerachtig gezwel.

Neem een pond gerst of Hordeum vulgare en een pond honing en een handvol hennep of Cannabis sativa pluksel en brand het tot poeder in een nieuwe pot. En als dit aldus gereed is zal men daarmee zalven 2 maal in de week en wassen de kwaal met azijn eer men het daarop legt. Aldus doet men de wolf of kankerachtige zweer en voort zo geneest men het als men de kanker doet; die zich verbrand heeft zalft met vet van dooiers van eieren.

179. Tegen de steen.

Bokkenbloed als het verhard is laat het scheiden en breken.

180. Tegen de parel of vlekken op de ogen.

Neem sap van brandnetel of Urtica urens en van vlier of Sambucus nigra en kook het en dat zal worden een soort geklonterde melk of brei en leg het op de ogen in een linnen [fol. 38v] kleed daartussen.

181. Jeghen die worme inden liue.

Nem alseme, persiin, reinvane, scorsen of loef van persekers, ende van stekeldorne de corse, ende minghet met eisine ende drinket sleen, ghesoden langhe, dat sap drinc men ieghen menisoen ende el niet ontier ende men es ghenesen.

182. Jeghen alrande vorme inden liue ende in de maghe.

Scorse van persekers bloot bider erden, siedse ende vrifse te sticken ende minse met ghetine melc ende also drinct.

183. Rute ghedronken jeghen de quartein vor den acces dat es goet om te ghenesene.

184. Netelen ghestampt ende gheplastert ende gheleit op de lendinen ende op de lieschen porret macht van luxurien ende doet wel orine maken. Netelen siin oec goet ieghen tfledersiin ende lede die verslapen siin ende gheghen machticheit ende iegen lancheuel ghestampt ende daer op gheleit ende oec eist goet ghedronken.

185. Sagie ghe(fol. 39r)soden in wine pro caducum ende so ghenest coude hoeste in den wiin ghesoden. Ende de seereit van der siden ende sagie genest perse van orinen ende sagie ghestampt ende gheleit op wonden doet drou bloet vte lopen ende stoppet tgoede.

186. Biuoet doet wel orine maken ende sceden, helpt den steen breken. Ende nutmenne me<t> smoute hi doet su<e>eren sceden.

187. Persiin ghestampt ende gheleit op euel suuert de huut van puusten ende van rudicheden ende van smer<t>en.

188. Alsene ghedronken doet wel orine maken ende sacht de serede van der blase ende van der leueren. Ende alsene ghesoden in olie es goet ieghen den couke. Alsene, comine ende seem <te> gadere gheminct es goet op lede die ghequeds siin ende suaer van slaghen.

189. Leuende water sal men dus maken.

Men (fol. 39v) sal nemen buguum, aloe ende spich ende musscelgaet ende clenum, leticie, violetten ende noten musscaten ende andre gheme<e>ne crude, ende van al desen ghewichte van drien groten tornoisen. Ende makent wel ende dan suldi weghen .ix. weruen also vele bernens waters alse der crude siin ende doet disteleren, hets goet iegen de hoeft suere ende ieghen flu<e>me rueme, jeghen rode plecken int daensichte ende vlammen die op wart slaen, jeghen droeue herte, quade maghe, corsse, aessemen, jeghen worme, festelen, quade gate, stinkenden adem, jeghen den canker nolime tangere, jeghen quade oghen ende het vergroit de adren van den mensche ende het verquict al de sennen die verstoruen siin (fol. 40r) ende het veriaghet lopende tfledersiin ende beuinghe van den leden ende het es goet ieghen de tansuere ende gheft langhe leuen ende ghesont adem:

190. Rute sop lau in den noese ghedaen, als men baet, idelet thoeft van flumen ende het helpt caducum, sap van ruten ghedronken met borne daer venkel wortel in ghesoden es doet wel orine maken, [met] rute in olie van oliuen ghesoden salfmen den lichame. Het doet wel sweten; rute ghedronken met opermi<e>sse benemt luxurie, ende rute met wine ghesoden waerm ghedronken suuert de borst ende de longhene.

181. Tegen de wormen in het lijf.

Neem alsem of Artemisia absinthium, peterselie of Petroselinum crispum, reinvaarn of Tanacetum vulgare, schorsen of loof van perzik of Prunus persica en van sleedoorn of Prunus spinosa de bast en meng het met azijn en drink sleedoorn dat lang gekookt is, dat sap drinkt men tegen buikloop (1) en anders niet tot men is genezen.

182. Tegen allerhande wormen in het lijf en in de maag.

Schors van perzik of Prunus persica bloot bij de aarde, kook het en wrijf het stuk en meng het met geitenmelk en drink het alzo.

183. Wijnruit of Ruta graveolens gedronken tegen de vierde daagse koorts voor de koortsaanval dat is goed om te genezen.

184. Brandnetel of Urtica urens gestampt en gepleisterd en gelegd op de lenden en op de lies vermeerdert macht van geslachtsdrift en doet goed urine maken. Brandnetels zijn ook goed tegen de jicht en leden die verslapen zijn en tegen zinkingen (verkoudheid) onderhevig en tegen onderbuikspijn of koliek, gestampt en daarop gelegd en ook is het goed gedronken.

185. Salie of Salvia officinalis gekookt[fol. 39r] in wijn tegen epilepsie en zo geneest het koude hoest in de wijn gekookt. En de pijn van de zijde en salie geneest persing van urine en salie gestampt en gelegd op wonden doet het rauwe bloed uitlopen en stopt het goede.

186. Bijvoet of Artemisia vulgaris doet goed urine maken en ophouden, helpt de steen breken. En nuttigt men het met vet doet het zweren scheiden.

187. Peterselie of Petroselinum crispum gestampt en gelegd op ziekte zuivert de huid van puisten en van ruigheid of huidziekten en van smarten.

188. Alsem of Artemisia absinthium gedronken doet goed urine maken en verzacht de pijnen van de blaas en van de lever. En alsem gekookt in olie is goed tegen den verharding in het lichaam, vooral van de lever. Alsem, komijn of Cuminum cyminum en zeem tezamen gemengd is goed op de leden die gekwetst zijn en zwaar van slagen.

189. Levend of brandwater zal men aldus maken.

Men [fol. 39v] zal nemen zenegroen of Ajuga reptans, Aloë perryi en Nardostachys jatamansi en muskus of afscheidingproduct uit de geslachtsklieren van het mannelijk muskushert en clenum (?), zoethout of Glycyrrhiza glabra (?), viool of Viola odorata en notenmuskaat van Myristica fragrans en andere algemene kruiden en van alles van deze het gewicht van drie groten munten. (2). En maak het goed en dan zal ge wegen 9 maal zo veel brand water als er kruiden zijn en laat het distilleren, het is goed tegen de hoofdpijn en tegen flegma reuma (2), tegen rode plekken in het aanzicht en vlammen die op wratten slaan, tegen droevig hart, slechte maag, koorts, adem, tegen wormen, fistels of lopende gaten (zie 82), kwade gaten, stinkende adem(34), tegen de kanker of moeilijk te genezen zweer (zie 697), tegen slecht zien en het vergroot de aderen van de mens en het verkwikt al de zinnen die verstorven zijn [fol. 40r] en het verjaagt de lopende jicht en beven van de leden en het is goed tegen de tandpijn en geeft lang leven en gezond.

190. Wijnruit of Ruta graveolens sap lauw in de neus gedaan, als men baadt, leegt het hoofd van snot en het helpt tegen epilepsie, sap van wijnruit gedronken met (bron)water daar venkel of Foeniculum vulgare wortel in gekookt is doet goed urine maken met wijnruit in olie van olijf van Olea sativa gekookt zalft men het lichaam. Het laat goed zweten; wijnruit gedronken met auripigmentum of natuurlijk arseensulfide beneemt geslachtsdrift en wijnruit met wijn gekookt warm gedronken zuivert de borst en de longen.

(1) buikloop, al dan niet bloederige stoelgang; in dit laatste geval wordt dikwijls het rode toegevoegd.

(2) Het gewicht van de Doornikse groot, een muntstuk. (2) het levensvocht (flegma) in een speciale toestand die de aanleiding vormt voor ziekteverschijnselen.

191. Sagie allene ghenest perse van orinen.

192. Nu pint v torcondene sonderlinghe die sotte medicinen van den perkers steen kennen na de maniere die v gheleert es.

193. (fol. 40v) Die de crop van der maghe so vol heeft dat hi ghene spise en mach neme tsap van weghebreden ende van sorkelen ende van nascadren, elcs eue[n] uele ende drinct smorghens ende sauons al[s] hi slapen gaet.

194. Die dbloet wille stelpen ter nose.

Bloedt hi an beeden de nose gaten, so legt onder elke occele .i. blauwen steen daer die kamme scarpers hare isere mede scarpen ofte die hinneners (?) (fol. 41r) ......bloedt hi maer ten enen nose gat zo legt den steen onder de occele an de side die bloedt.

195. Onse vrouwe ghinc te ghedinghe met .xij. haren jonghelinghen, soe dinghede alden dach, zoene verboerde wedde no boete, also ic ne moete, in gods namen amen.

196. Pro purgatione .

Papen cruijt metter wortellen, sulkere metter wortellen, borragie .j. cruyt metter wortellen(39), alsenne sonder wortelle ende grisse[co?] ghesoden tsamen elx euen vele .3. hant volle.

191. Salie of Salvia officinalis geneest persing van urine.

192. Nu denkt u te verkondigen vooral die zotte medicijnen van de perzik of Prunus persica steen kennen naar de manier die u geleerd is. (1)

193. [fol. 40v] Die de krop van de maag zo vol heeft dat hij geen spijs mag nemen, neem het sap van grote weegbree of Plantago major en van zuring of Rumex obtusifolius en van nachtschade of Solanum nigrum, van elk evenveel en drink het ’s morgens en ’s avonds als u slapen gaat.

194. Die het neusbloeden wil stelpen.

Bloedt hij aan beide neusgaten, leg dan onder elke oksel een blauwe steen daar de kammenscherper hun ijzer mee scherpen en de kippenhouders (?) [fol. 41r) ......bloedt hij maar in een neusgat leg dan de steen onder de oksel aan de kant die bloedt.

195. Onze vrouwe ging ter gerechtszitting (2) met 12 van jaar jongelingen, ze verdedigde de hele dag, ze beurde loon nog boete, alzo ik niet moet, in Gods naam, amen.

196. Pro purgeren of zuiveren.

Paardenbloem of Taraxacum officinale met de wortels, zuring of Rumex obtusifolius met de wortels, van bernagie of Borago officinalis kruid met de wortels, alsem of Artemisia absinthium zonder wortels en duivenkervel of Fumaria officinalis gekookt tezamen en van elk even veel, 3 handen vol.

(1) De aanvang van een uiteenzetting die begint met een uitval tegen die sotte medicinen, doch die helaas weinig duidelijk is en hopeloos onvolledig.

(2) Deze zegening die tot doel heeft bij een rechtsgeding in het gelijk gesteld te worden is bijzonder interessant. Ze komt immers in geen van de tot op heden bekend geworden Middennederlandse handschriften voor, hewel bij Maerlant zie je die verdedinging wel tegen Satan.

[Recepten uit Hs. 4260-63 (Brussel) (no 197-493)]

(fol. 52r) 197. Ter wonden dranke.

Dit is van elken crude sonderlinke dat men doet in wonden dranke ende waer om dat ment daer in doet.

Neemt valeriane om te conforteren die naturen, fioletten of verbena te wederslaen seerheit ende te coelen, gherwe om te suueren, wedebrede of veencoel om te stempen, gariofilata om te suueren ende te gansen, salue om te wederslaen iuchtheit(42), pentafilon om te werpen die humoren ende die seerheit vter wonden, piosella of nepta te wachten vanden crampe, betonie te wachten van coertse, pionie om te wachten van groeten euele ende van hertvanc, grote confolie ende middele ende clene om te vergaderen die wonden ende te luken.

Of den seluen neemt sincte of brunelle, sparge, lantecte, melanghe of sana munda, of bugla, pigla, hete netel, braemcoppe, duuenbeen, honts ribbe, witte tende, vleder knoppen, elcs een hant vol, roede mede die twe deel meer om datse verdriuet al ander cruden ter wonden wt.

Dese cruden suuert ende stampt ende doet metten paste in een suuer tonnekiin of pot of dier ghelike. Ende verghietse met wiin ende stopt of duwet te gader vast ende die droeghet ghelike ballekiin. Ende dan lectse te droeghen ende [besichtse] als men noet heeft; coert hi niet, men siede wiin ende zeem te gader ende tempertse daer in ende coert hi niet, men siede born ende zuker want wiin ende zeem verhetten, zuker ende born vercoelen ende scumet wel eert ziet, daer na doet of ende latet coelen, dan temperet in een van die voerseide ballekijn, daer na suuert doer een cleet ende bestedet suuerlic. Dese dranc ganst wonden binnen ende buten ende steruelike leden ende comt ter wonden wt. Ende is die sieke piinlic of dat hi woet dat sien teken

vander doet.

Ende is dat tempert keruel met wiin ende gheeft hem drinken. Comt hi dier ghelike ter wonden wt, dat is teken vander doot.

198. Om bi<e>nen wter wonde doen comen.

Neemt zeem, ghersten meel of die cluen ende wit van eye, daer of maect een plaister ende lectet op die wonde.

199. Doch comen bienen vter wonden.

Maec hier of een dranc als van verbena ende bugle ende doet hem drinken tot elke vermaken twewarue des daghes, of ten seluen maect een plaister van fioletten ende legt daer op.

200. Een groen plaister te maken.

Neemt was ende haers euen vele ende wiroecs also vele als bede die ander daer in ghemenghet ende siedet met cleynen viere, dan doetet of ende doeter in terbentine ende si(fol. 52v)[edet ende als si] ghesmouten is wringhet doer een cleet, maer doeter eerst in weghebrede sop ende nachtscade sop wel ghescumet.

[fol. 52r] 197. Ter wonden drank.

Dit is van elk kruid afzonderlijk dat men doet in wonden drank en waarom dat men het daarin doet.

Neem valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht om te versterken de geslachtsdrift, viool of Viola odorata of ijzerhard of Verbena officinalis te weerstaan pijnen en te verkoelen, duizendblad of Achillea millefolium om te zuiveren, grote weegbree of Plantago major of venkel of Foeniculum vulgare om te stelpen, kruidnagel of Syzygium aromaticum om te zuiveren en te genezen, zalf om te weerstaan jicht(42), vijfvingerkruid of Potentilla reptans om te werpen de (levens)vocht en de pijn uit de wonden, muizenoor of Hieracium pilosella of kattenkruid of Nepeta cataria te behoeden van de kramp, betonie of Stachys officinalis te behoeden van braken, pioen of Paeonia officinalis om te behoeden van vallende ziekte en van duizeligheid, grote consolida (1) en middelste en kleine om te verzamelen de wonden en te sluiten.

Of hetzelfde; neem sincte of brunel van Prunella vulgaris, asperge of Asparagus officinalis, sla of Lactuca sativa, melanghe of nagelkruid of Geum urbanum, of zenegroen of Ajuga reptans, muur of Stellaria media (2), brandnetel of Urtica urens, braamtoppen of Rubus fruticosus, ooievaarsbek of Geranium rotundifolium, smalle weegbree of Plantago lanceolata, wit balsemkruid of Tanacetum balsamita, vlier of Sambucus nigra knoppen, van elk een hand vol(43), rode meekrap of Rubia tinctoria die twee deel meer omdat het alle andere kruiden ter wonden uitdrijft, is dus veel beter.

Deze kruiden zuiver en stamp je en doe het met de pasta in een zuiver tonnetje of pot of dergelijke. En begiet het met wijn en stop of duw tezamen vast en die droogt gelijk een balletje. En dan leg het te drogen en gebruik het als het nodig is; braakt hij niet, men kookt wijn en zeem tezamen en temper daarin en braakt hij niet, men kookt (bron)water en suiker want wijn en zeem verhitten, suiker en (bron)water verkoelen en schuim wel eer het kookt, daarna doe het er af en laat het koelen, dan temper het in een van die voor vermelde balletjes, zuiver het daarna door een kleed en gebruik het goed. Deze drank genest wonden binnen en buiten en sterfelijke leden en komt ter wonden uit. En is de zieke pijnlijk of dat hij doolt dat is een teken van de dood. En is dat temper kervel of Anthriscus cerefolium met wijn en geef hem te drinken. Komt het dergelijke ter wonden uit, dat is een teken van de dood.

198. Om splinters of been uit de wond te laten komen.

Neem zeem, gerstemeel of Hordeum vulgare of de zemels en wit van een ei, daarvan maak een pleister en leg het op de wond.

199. Toch komen splinters uit de wond.

Maak hiervan een drank als van ijzerhard of Verbena officinalis en zenegroen of Ajuga reptans en laat doet hem drinken tot elke vernieuwing tweemaal per dag, of tegen hetzelfde maak een pleister van viool of Viola odorata en leg het daarop.

200. Een groene pleister te maken.

Neem was en hars even veel en wierook van Boswellia thurifera alzo veel als beide de andere en daarin gemengd en kook het op een laag pitje, dan doe het er af en doe het er in terpentijn van Pistacia terebinthus en kook [fol. 52v] het en als het gesmolten is wring het door een kleed, maar doe er eerst in grote weegbree of Plantago major sap en nachtschade of Solanum nigrum sap, goed geschuimd.

(1) Men onderscheidde van Consolida: plant om te verenigen, drie soorten: grote en middelste en kleine, respectievelijk smeerwortel (Symphytum officinale), zenegroen (Ajuga reptans) en brunel (Prunella vulgaris). (2) Middelengels pygle.

201. Ter hersen becken.

Stampt wel clene broemsaet ende docht hem drinken met wiin is hi sonder coerts twewarue des daghes.

202. Ieghen borst sweer.

Neemt alsene sap, apie sop, tarwenbloemen, ende maect een plaister me boter.

203. Ter borst.

Donderbraet, tarwenbloemen, wiues melc ende daer of een plaister ghemaect ende daer op gheleit.

204. Gheswel inden cullen.

Neemt kenpbast, edec ende siedet met wine ende lect daer op al heet ende suuert met olien van beelden.

205. Item ten cullen ghemenghet bidellium met haerse ende wiin ende bolum armenicum ende legt daer op al heet.

206. Treyt ter wonden.

Wonden salue: neemt galbanum, wiroec, onghepiint was, oly, ghersten meel, verske boter, ossen merch, al te gader ghesmonten in ene panne ende in bossen ghehouden maken goede salue.

207. Sere oghen.

Salue tieghen sere og hen breect wel clien in een mortier calemiin alst ghestoten is ende bultet doer enen clenen doec ende daer na siedet een luttel ende alst ene corte wile ghesoden is, so doeter in barghen smeer een luttel, daer na siedet dattet dicke si, dan doet of ende laet coelen, dan menghet daer in puluer van draken bloet ende ist te hart so morwet met wiin een luttel.

208. Treit ter wonden.

Aldus maect men treit: was, roet hers euen vele ouer een ghesmonten ende ghecoleert op couden water ende wel ghebroect ende dan wt ghenomen ende twater wel wt ghewalket ieghen tfier, die hande ghe[s]meert datter niet an en cleuet.

209. Vijc anden vingher.

Jeghen die vijc, neemt poreyde die ghestoten met tarwen bloemen ende zeem ende daer of coekiins ghemaect ende daer op gheleit.

210. Van steruen.

Doet wiue melc op die vrine van enen zieken; sincse, hi sel steruen ende vlietse, hi sal nesen.

201. Ter schedel.

Stamp goed klein bremzaad of Cytisus scoparius en laat hem drinken met wijn is hij zonder koorts tweemaal per dag.

202. Tegen borstpijn.

Neem alsem sap of Artemisia absinthium, eppe of Apium graveolens sap, tarwebloem en maak een pleister met boter.

203. Ter borst.

Donderbaard of Sempervivum tectorum, tarwebloem, vrouwenmelk en daarvan een pleister gemaakt en daarop gelegd.

204. Gezwel in de ballen.

Neem bast van hennep of Cannabis sativa, kruidvlier of Sambucus ebulus en kook het met wijn en leg het daarop al heet en zuiver het met olie van bilzekruid of Hyoscyamus niger.

205. Item tegen de ballen gemengd met bdellium of hars van Commiphora africanum, met hars en wijn en bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië en leg het daarop al heet.

206. Trekpleister ter wonden.

Wonden zalf: neem galbanum van Ferula galbaniflua, wierook van Boswellia thurifer, ongezeefde was, olie van olijf of Olea sativa, gerstemeel of Hordeum vulgare, verse boter, ossen merg, alles tezamen gesmolten in een pan en in bussen gehouden maakt goede zalf.

207. Zere ogen.

Zalf tegen zere ogen; breek goed klein in een mortier galmei of zinkcarbonaat als het gestampt is en pers of buil het door een kleine doek en daarna kook het wat en als het een klein tijdje gekookt heeft zo doe er in wat mannelijk zwijnenvet, daarna kook het totdat het dik is, dan doe het er af en laat het koelen, dan meng daarin poeder van drakenbloed of hars van Daemonorops draco en is het te hard zo vermurw het met wat wijn.

208. Trekpleister ter wonden.

Aldus maakt men een trekpleister: was, rood hars door elkaar gesmolten en gezeefd op koud water en goed gebroken en dan uitgenomen en het water goed uitgekookt bij het vuur, de handen besmeert zodat het er niet aan kleeft.

209. Fijt aan de vinger.

Tegen de fijt; neem prei of Allium porrum die gestampt is met tarwebloem en zeem en daarvan koekjes gemaakt en daarop gelegd.

210. Van sterven.

Doe vrouwenmelk op de urine van een zieke; zinkt het, hij zal sterven en drijft het, hij zal genezen.

211. Als wonde luken eer tijt, lecter op agrimonie, si ondoet weder.

212. Vercrompen zenen.

Jeghen vercrompen zenen, menghet te gader pec ende was ende rute ende legtet daer op.

213. Te scone handen ende voeten.

Neemt biuoet, dresene, lauaske, senecte, libaerts voet die minste blade, alle dese siet in born ende stoefter in hande ende voete.

214. Treit.

Een treyt maectmen dus: neemt brunelle, weghebrede, hontsribbe, matelieuen, dese stampt ende doet in ene panne met swinen smeer ende maechden was, ende siedet langhe te gader, dan doeter in wiroec cleen ghepuluert ende siedet daer (fol. 53r) in een luttel ende daer na coleert.

215. Ten rude.

Salue ieghen rude, siet in wine scortse vanden wilghenboem ende doeter in meyske butter ende zeem drie deel ende sietet te gader, daer na doetet op ende stoeter in quicsiluer haer entaer ende roertet seer langhe ende menghet seer wel, daer na doet in bossen al[s] men salue plech te doen.

216. Ieghen doernen of naghelen.

Jeghen doernen of naghelen die men in die voeten heeft ende niet wt en can doen, so sel men wa<r>men wit pec ende legghent daer op ende heeftmens niet dat pec, so legter op honts smeer ende catten smeer, het doet al tselue.

217. Alle froyte die stene in hebben die verhetten ende die gheen in en hebben vercoelen.

218. Ieghen der borst.

Dyadragantum es cout ende goet ter borst, ende so is oec suker rosaet.

219. Ysope, gherste, liquarisse tegader ghesoden dat is ene goede teysene.

220. Die leuer van viske vercoelt. Leuer van vleiske verhet. Anijs hettet voer eten ende coelt na eten. Suffraen maect goeden lichaem ende gans.

211. Als wonden sluiten voor de tijd, leg er op Agrimonia eupatoria, die opent het weer.

212. Verkrompen zenuwen.

Tegen verkrompen zenuwen, meng tezamen pek en was en vet (wijnruit of Ruta graveolens) en leg het daarop.

213. Tot mooie handen en voeten.

Neem bijvoet of Artemisia vulgaris, hondsdraf of Glechoma hederacea, maggi of Ligusticum officinalis, sanikel of Sanicula europaea (?),vrouwenmantel of Alchemilla vulgaris de kleinste bladeren, alle van deze kook in (bron)water en stoof er mee handen en voeten.

214. Trekpleister.

Een trekpleister maakt men aldus: neem brunel of Prunella vulgaris, grote weegbree of Plantago major, smalle weegbree of Plantago lanceolata, madelieven of Bellis perennis, deze stamp je en doe het in een pan met varkensvet en maagden was (1), en kook het lang tezamen, dan doe er in wierook van Boswellia thurifera klein verpulverd en kook dat [fol. 53r] weinig en zuiver het daarna.

215. Tegen ruigheid of huidziektes.

Zalf tegen ruigheid, kook in wijn schors van wilgenbomen of Salix alba en doe er in boter in mei gewonnen en zeem drie deel en kook het tezamen, daarna doe het op en stamp er in hier en daar kwikzilver en roer het zeer lang en meng het zeer goed, daarna doe het in bussen zoals men zalf plag te doen.

216. Tegen dorens of nagels.

Tegen dorens of nagels die men in de voeten heeft en niet uit kan doen, zo zal men warmen wit pek en leg het daarop en heeft men geen pek leg er dan op hondenvet en kattenvet, het doet al hetzelfde.

217. Alle fruit die stenen van binnen hebben die verhitten en die er geen in hebben verkoelen.

218. Tegen de borst.

Sap van Astragalus glycyphyllos is koud en goed ter borst en zo is ook rozensuiker.

219. Hysop of Hyssopus officinalis, gerst of Hordeum vulgare, zoethout of Glycyrrhiza glabra tezamen gekookt dat is een goed gerstewater of ptisane.

220. De lever van vis verkoelt. Lever van vlees verhit. Anijs of Pimpinella anisum verhit voor het eten en verkoelt na eten. Saffraan of Crocus sativus maakt goede loop en geneest.

(1) klare was is wasuit pas gebouwde raten die noch met honig noch met de eieren van de bijenkoningin in aanraking gekomen zijn en daarom als maagdelijk en bijzonder krachtig beschouwd werden.

221. Ter borst.

Candijs is goet ter borst ende ieghen dorst.

222. Item alle rike liede die groet weluaren hebben ghehadt in haren leuen als si veruolt sijn moeten hem spenen met wellinghe, met tyseyne ende met appelen. Ende die met armoede gheuoet siin, die moeten eten in hare siecte goede spise, siin si so sterc, ende moeten goeden dranc drinken sullen si nesen.

223. Aldus maectmen leuende water.

Neemt enen pot van .ix. stoepen, beneden wijt ende bouen nau, ende doeten vol wiins vanden besten die ghi vint van sinte iohans of riinsc, ende set op den pot een alembijc dat wel ghemaket si na den monde des pots ende stopten wel twisken die mont des pots, ende die craghe des alembijcs stopt met bloemen ende met wit van eye ende met linnen sleters gheplaistert; dan set den pot opt fier ende laten al te enen sieden, ende ontfaet dat water datter wt loept, ende alst een wile ghelopen heeft salment proeuen oft barnen wil want name ment langher het waer quaet, het soude alt ander b[e]deruen.

Dus proefment: netter in een linnen cleet ende dat steket an tfier of an een barnende kaerse ende wachtet wel van roeke, ende daer na doetet wt dat inden pot bleuen is ende dan suuerten, ende dan doet dat water weder inden pot ende doeter of talenbijc ende setten weder op tfier ende distileerten anderwarue ende ontfaet dat water daerof als voerscreuen staet in een glasen vat of in een ander dat suuer is als oft waer rose water, ende aldus salmen doen (fol. 53v) vierwarue of vijfwarue ende bestedent. Die cracht des leuende waters. Dit water heeft menigherande cracht ende is goet tot menigherhande siecte.

Elcs uchtens sal ment nemen nuchteren .ij. dropen of .iii. met wijn ghetempert ende des auonts al so. Ende aldus ghenomen houtet ghesont die sont is. Ende maecten ghesont die siec is, ende maect sere goet bloet ende confortiert den mensche ende dit water heeft so vele virtuten ouer hem dat het mi te langhe(46) hadde gheuallen hier alte mael te scriuen.

Dit water is oec goet ieghen veniin, want neemt twe cukene ende trect wt die plumen omtrent den stroet, ende doet an beiden veniin, ende dottet een cuken drinken vanden water dranc: het sal nesen ende tander steruen.

Dit water is licht bouen alle liquore want goetmen daer oly op, het soude vlieten.

Dit water maect cranken wiin goet ende langhen wiin cort daer in gheroert ende maect oec goede spise ende laetse niet verrotten.

Ende wildij claerheit maken so neemt alrehande cruut daer men claerheit of maect wel ghestoten te puluer daer na neemt broet suker also vele als die crude sien dat bint al in een doecskiin van enen hoeftclede of des ghelike ende legtet int water voerseit ende alst enen haluen dach der in gheleghen heeft so wringhet wt daer na legt den sac weder ende daer na wringhet noch wt ende legt den sac weder. Dus doet driewarue of vierwarue dit sal v water goet maken ende so sterc dat ghi met enen lepel vol des waters maken sult meer dan een stoep claerheits ende na datmen die claerheit goet hebben wil moetmen twater goet ende sterc maken. Ende ghietmen vanden wiin in enen nap ende van dien water inden wiin het sal den wiin doervlien ende bouen comen ende steectmen daer an ene barnende keerse, die wiin sal bernen also langhe als die materi vanden water gheduert wert hi beuaen met ene vlamme, nochtan sal die wiin also goet bliuen als hi te voren was ende sal bet smaken dan hi te voren dede.

224. Van gulden letteren.

Neemt enen stien daer die wisselaers hoer gout op proeuen ende wriuet daermede gout ende dwaet met glarien, dan scrijfter mede, die leteren sullen scinen gulden ende so wat ghi scriuen wilt.

225. Vanden water corrosijf.

Een water corrosijf dat ten canker of den wolf mach ghenesen ende alle quade gaten ende dat quade vleisch of bijt ende et, dat maectmen dus: neemt wedeasche ende gheb[er]net calc half also vele als der aske ouer een ghemenghet met (fol. 54r) water, ende daer na doet te viere ende droghet met clenen viere. Ende alst droghe is doet in enen pot, dan set den pot in paerde mis of in een ander stede die nat is tot dattet water wert ende het sel oec water werden: dat water corrodiert ende doet woerten of ende men maecter mede gate int lijf waer so datmen wil.

(fol. 67v) 226. Salue ieghen iucsel maect men dus.

Neemt quiczeluer .iiii. inghelschen ghewichte, aloe .viii. ingel[schen] ghewichte, oly van baeye .x. ingh[elsch]er ghewichte: van desen maect men salue ende strijcter een deel tsauonts anden pols anden arm.

227. Sere veden.

(fol. 68r) Jeghen sere veden neemt droese of druuen van roeden wiin ende doeter toe sout dat derdendeel of twijften deel, verbarnt te puluer op een teghel ende daer na gheleit op een teghel ende dan gheleit op die gaten, ende tempert hagheblade met weghebraden sape ende barghen smout wel te gader ghestoten ende legtet op daert noet is.

228. Dus kentmen oft goet laten is: dat is als die vrime roet is ende dicke of donker ende die pols vanden artu slaet ende heeft droefheit ende anden arm daer meest coude an heeft, ende die adem vanden monde soet is, ende twit vanden oghen roet is, ende als men slapende droemt van roeden dinghen ende als si brede aderen hebben. Liede met dusdanighen teken behoert toe bloet laten. Die dach moet siin warm ende wac, ontrent priimtijt ende men is sculdich te siine nuchteren van drinken, van eten ende vrijn te maken. Ende somers is men sculdich te laten anden rechteren arm, ende die wonde is sculdich te siin nauwe, ende te winter breet of wiit, ende ist bloet wit of claer of gheuerwet na der rose, so ist goet bloet ende laet v nemmeer dan eens steken, ghine hebts al te groet noet.

229. Die tantsweer comt somtijt van heter humoren, somtijt van couden humoren, somtijt van apostemen, somtijt van scarpen bloede dat om den tanden leit ende maect den sweer, dan ist aensicht roet ende gheswollen; men doe hem laten die hoeft ader, oec is dan goet ghelaten die ader die in die lippe leit; oec selmen inden mont houden cout born met rosenwater of met asiin, ende men mach oec inden mont houden wiin daer to ghesoden siin rosen, latue, nachtschade, beide olibladen. Comt die piin van heten humoren, dats van roeder heter coleren, dat kentmen biden scarpen sweren ende dat dat aensicht ghelu is. Comt die tantswere van fleumen, dat kentmen biden witten aensicht of bleec. Triakel ghedaen in een doeckiin ende op den tant gheleit.

230. Een ander.

Neemt pertre, ysope, euforbium, dese puluert ende siet in wiin ende legget daer op of doet hem inden mont houden.

221. Ter borst.

Kandij is goed ter borst en tegen dorst.

222. Item alle rijke lieden die groot welvaren hebben gehad in hun leven als ze vervuld zijn moeten ze zich voeden met brij, met ptisane of gerstewater en met appels. En die met armoede gevoed zijn die moeten eten in hun ziekte goede spijs, zijn ze zo sterk, moeten goede drank drinken zullen ze genezen.

223. Aldus maakt men levend of brandwater.

Neem een pot van 9 stopen, beneden wijd en boven nauw, en doe het vol wijn van de besten die ge vindt van Sint Johans (1) of Rijn, en zet op de pot een distilleerklok dat goed gemaakt is naar de mond van de pot en stop het goed dicht tussen de mond van de pot en de kraag van de distilleerklok stop het met bloem en het wit van een ei en met linnen lappen gepleisterd; dan zet de pot op het vuur en laat het tezamen koken en ontvang dat water dat er uitloopt en als het een tijdje gelopen heeft zal men proberen of het branden wil want nam men het langer het was slecht, het zou al het andere bederven. Aldus beproeft men het: nat er in een linnen kleed en steek dat aan het vuur of aan een brandende kaars en let wel op van de rook en daarna doe het er uit dat in de pot gebleven is en dan zuiver het en dan doe dat water weer in de pot en doe het af van de distilleerpot en zet het weer op het vuur en distileer het een volgende keer en ontvang dat water daarvan zoals voor beschreven staat in een glazen vat of in een ander dat zuiver is alsof het rozenwater is en aldus zal men doen [fol. 53v ]vier of vijfmaal en gebruik het. De kracht van brandwater. Dit water heeft menigerhande kracht en is goed tot menigerhande ziekte.

Elke ochtend zal men het nuchter 2 of 3 druppels nemen met wijn getemperd en ’s avonds alzo. En aldus genomen houdt het gezond die gezond is. En maakt gezond die ziek is en maakt zeer goed bloed en versterkt de mens en dit water heeft zoveel krachten bij zich dat het me te lang(46) was geweest om het hier allemaal te schrijven.

Dit water is ook goed tegen venijn, want neem twee kuikens en trekt uit de veren omtrent de strot en doe aan beide venijn en laat het een kuiken drinken van de water drank: het zal genezen en de andere sterven.

Dit water is lichter boven alle likeuren want gooit men er olie het zou drijven.

Dit water maakt zwakke wijn goed en lange wijn kort, daarin geroerd en maakt ook goede spijs en laat het niet verrotten.

En wil je gesuikerde, aromatische kruidenwijn maken zo neem allerhande kruid daar men gesuikerde, aromatische kruidenwijn van maakt, goed gestampt tot poeder en neem daarna brood suiker alzo veel als er kruiden zijn en dat bindt alles in een doekje van een hoofdkleed of diergelijke en leg het in voor genoemde water en als het een halve dag daarin gelegen heeft zo wring het uit en daarna leeg de zak weer en wring het nog een keer uit en leeg de zak weer. Dus doe drie of viermaal, dit zal uw water goed maken en zo sterk dat ge met een lepel vol van het water meer zal maken dan een stoop gesuikerde, aromatische kruidenwijn en nadat men die gesuikerde, aromatische kruidenwijn goed hebben wil moet men het water goed en sterk maken. En giet men van de wijn in een nap en van dat water in de wijn, het zal de wijn doorvloeien en boven komen en steekt men daaraan een brandende kaars, die wijn zal branden alzo lang als de materie van het water duurt en wordt het bevangen met een vlam, nochtans zal die wijn alzo goed blijven als het tevoren was en zal beter smaken dan het tevoren deed.

224. Van gouden letters.

Neem een steen daar de wisselaars hun goud op beproeven (toetssteen) en wrijf daarmee goud en was met het wit van een ei, dan schrijf er mee, de letters zullen schijnen goudachtig en zo wat ge schrijven wil.

225. Van invretend water.

Een invretend water dat tegen kanker of de wolf of kankerachtig gezwel mag genezen en alle kwade gaten en dat kwade vlees afbijt en eet, dat maakt men aldus: neem as van gebrande wijngaardranken en gebrande kalk half alzo veel als de as door elkaar gemengd met [fol. 54r] water en daarna doe het tot vuur en droog het met een laag pitje. En als het droog is doe het in een pot, dan zet de pot in paardenmest of in een ander plaats die nat is totdat het water wordt en het zal ook water worden: dat water vreet in en doet wratten af en men maakt er mee gaten in het lijf waar zo dat men wil.

[fol. 67v[ 226. Zalf tegen jeuk maakt men aldus.

Neem kwikzilver 4 Engels gewicht, Aloë perryi 8 Engels gewicht, olie van de vruchten van de laurier of Laurus nobilis 10 Engels gewicht: van dezen maalt men zalf en strikt er een deel ‘s avonds aan de pols aan de arm.

227. Pijnlijke roede.

[fol. 68r] Tegen pijnlijke roede neem droesem of druiven van rode wijn en doe er toe zout en dat derdedeel of het vijfde deel, verbrand tot poeder op een tegel en daarna gelegd op een tegel en dan gelegd op die gaten en temper het met haagbladeren van Rosa canina, met bladeren van weegbree of Plantago major sap en mannelijk zwijnenvet goed tezamen gestampt en leg het op daar het nodig is.

228. Aldus kent men of het goed (bloed) laten is: dat is als die urine rood is en dik of donker en de pols van de ader slaat en heeft pijn en aan de arm daar meest koude aan is en de adem van de mond lieflijk is en het wit van de ogen rood is en als men slapend droomt van rode dingen en als ze brede aderen hebben. Lieden met dusdanig tekens behoren bloed te laten. Die dag moet zijn warm en vochtig, omtrent priemtijd (2) en men moet nuchter zijn van drinken, van eten en urine te maken. En zomers moet men aan de rechterarm laten en die wond moet nauw zijn en in de winter breed of wijd en is het bloed wit of helder of gekleurd naar de roos dan is het goed bloed en laat u nimmermeer dan eens steken of ge hebt al te grote nood.

229. De tandpijn komt soms van hete levenssappen, soms van koude levenssappen, soms van gezwel of ettergezwel, soms van scherp bloed dat om de tanden ligt en maak de pijn, dan is het aanzicht rood en gezwollen; men doet hem laten de hoofdader, ook is dan goed gelaten de ader die in de lip ligt; ook zal men in de mond houden koud (bron)water met rozenwater of met azijn en men mag ook in de mond houden wijn daartoe gekookt zijn rozen, sla of Lactuca sativa, nachtschade of Solanum nigrum, beide papaver bladeren. Komt die pijn van hete levenssappen, dat is van rode hete gal, dat kent men bij de scherpe pijn en dat het aanzicht geel is. Komt die tandpijn van flegma (een van de vier levenssappen), dat kent men bij het witte aanzicht of bleek. Teriakel gedaan in een doekje en tegen de tand gelegd.

230. Een ander.

Neem zuring of Rumex obtusifolius, hysop of Hyssopus officinalis en mogelijk Excoecaria agallocha, deze verpulver en kook het in wijn en leg het daarop of laat het hem in de mond houden.

(1) Wijn ‘van sinte iohans’ is wijn ingevoerd uit Saint Jean d’Angély in Frankrijk, de haven van waaruit, samen met La Rochelle en Niort, de meeste wijn naar de Nederlanden verscheept werd.

(2) het tijdstip van de dag waarop de primen gebeden werden.

(fol. 69v) 231. Ieghen bloeden.

So wie ghewont wart ende bloet hi so sere dat hi dat bloet niet stempen can, hi sal nemen die wortel vander fiolen die witte bloemen draghen ende kuent onder sine tanden, ende swelghen dat sop, so ontstaet hem dat bloet.

232. Bloet stempen.

Oec scriuet macer dat die licorisse die selue craft heeft te bestempen dat bloet.

233. Ieghen tgrote euel.

Die fiolen die bloemendraghen van purpur verwe, die salmen stoeten ende gheuense te drinken met water den ghenen die tgroete euel hebben, dat helpt hem vele wel ende alre meest den kinderen die vanden euel siec sien.

234. Ieghen sere lenden.

Die alant is nat inden eersten graet ende heet inden .ij. graet, so wie ander lenden siec is, hi sal nemen die bladen vanden alante ende stotense ende siedense met wiin als si ghesoden sien, so sal hise legghen op een doec ende bewinden siin lenden daer mede, dats hem harde hulpelic.

235. Sere hanken.

Soe wie in die hanken siec sien die sal nemen die wortel vanden alante ende stotense ende bindense op die hanken, so vliet dat euel.

236. Die hoesten.

Men sal nemen die wortel vanden alante ende makense te puluer ende doen daer toe honich dats vele goet te nutten die sere hoest.

237. Die scoert is.

Dat segghen die arsateren, dat tsop vanden alante ende tsop vander ruten te samen ghemenghet harde goet is ghedronken den ghenen die ghescoert is.

238. Een doot kint.

Wat vrouwe so met kinde gaet ende dat kint steruet onder haer ende si dat sop drinket daer die alant in is ghesoden, so gheneset si des doets kints.

239. Stoptten lichaem.

Dat selue sop wa<r>tet ghedronken het maket wece den lichaem die bestempt is.

240. Die sauelboem is heet ende droghe inden .iii. graet, wart hi ghestoten (fol. 70r) ende ghedronken dicke met wine, hi doet den vrouwen haer stonden kennen ende hi doet die vrouwen ghenesen die doet kint draghen.

[fol. 69v] 231. Tegen bloeden.

Zo wie gewond wordt en bloedt zo zeer dat hij het bloed niet stelpen kan, hij zal nemen de wortel van de viool of Matthiola incana die witte bloemen dragen en kauw het onder zijn tanden en zwelg dat sap, zo stelpt hem dat bloed.

232. Bloed stelpen.

Ook schrijft Macer dat die zoethout of Glycyrrhiza glabra diezelfde kracht heeft om dat bloed te stelpen.

233. Tegen de vallende ziekte.

Die viool of Viola odorata die bloemen dragen van purperen kleur die zal men stampen en geven het te drinken met water diegenen die de vallende ziekte hebben, dat helpt hem veel wel en allermeest de kinderen die van de ziekte ziek zijn.

234. Tegen zere lenden.

De alant of Inula helenium is nat in de eerste graad en heet in de 2de graad, zo wie aan de lenden ziek is, hij zal nemen de bladeren van de alant en stamp ze en kook het met wijn en als ze gekookt zijn zo zal hij het leggen op een doek en omwinden zijn lenden daarmee, dat is hem erg behulpzaam.

235. Zeer onderbeen.

Zo wie tussen de knie en voet ziek is die zal nemen die wortel van de alant of Inula helenium en stamp het en bind het op het onderbeen. Zo vliedt die ziekte.

236. Die hoesten.

Men zal nemen de wortel van de alant of Inula helenium en maken het tot poeder en doet daartoe honing, dat is erg goed te nuttigen die zeer hoest.

237. Die gescheurd is of een breuk heeft.

Dat zeggen de dokters dat het sap van de alant of Inula helenium en het sap van de wijnruit of Ruta graveolens tezamen gemengd erg goed is gedronken diegenen die een breuk heeft.

238. Een dood kind.

Welke vrouw zo met kind gaat en dat kind sterft in haar en ze dat sap drinkt daar de alant of Inula helenium in is gekookt, zo geneest ze van het dode kind.

239. Stopt de loop.

Datzelfde sap wordt gedronken en maakt week de loop die verstopt is.

240. De zevenboom of Juniperus sabina is heet en droog in de 3de graad, wordt het gestampt [fol. 70r] en vaak gedronken met wijn, het doet de vrouwen hun stonden kennen en het doet de vrouwen genezen die een dood kind dragen.

241. Jeghen sere hoeft.

Men sal die sauelboem sieden in wiin of water ende dwaen des ghenen hoeft met dien sape die thoeft sere heeft ende dicke swindelt ende nemen den sauelboem also ghesoden ende binden op siin voerhoeft ende op beide die slape, dat doet hem ghenesen vanden euele, dat is gheproeft.

242. Jeghen coude.

Die salue die men di vanden sauelboem maect die is hulpelic ieghen alrehande euel dat den mensche comt van groeten coude.

243. Jeghen veniin.

Die reyneuaen is van heter nature, die wortel van reyneuaen die is harde hulpelic den ghenen die venijn ghenut hebben, warden si ghedronken met wiin.

244. Teghen wonden.

Men sel nemen die blade ende dat sop of die blosem vanden reyneuaen ende wit broet ende oude rosel, ende stoten die te samen ende legghen dat in die wonde, dat suuert wel ende doet sere helen.

245. Die vercout is.

Men sal salue maken van reyneuaen ende van boem oly, si heelt wel den ghenen die vercout sien ende den ghenen die den voeten dicwil swellen.

246. Ieghen sere oren.

Men sel nemen die bladen van reyneuaen, ende die bladen vander rosen ende stotense te samen, ende nemen dat sop ende ghietent in die oren den ghenen die oren seer heeft.

247. Ten stien.

Sysembra die is van heter natuer die ghene die siec is vanden stien drinket hi die sisembra wart si ghestoten ende ghebonden op dat aensicht dat sproetich is, si suuert wel vanden sproeten.

248. Tgrote euel.

Castorie die is heet inden .i. graet ende droghe inden .ij.; die castorie ghestoten ende dat sop vander rute sien goet ghedronken te samen ieghen dat groete euel.

249. Ter tonghen.

Soe wie ander tonghen veriecht is hi sal nemen dat puluer vander castorie ende doet onder sijn tonghe, ende hout so langhe dattet hem seluen te breke, dat helpt hem vele wel.

250. Ieg[he]n die iecht.

Men sel oec nemen castorie, salie ende rute ende siden dat te samen in wiin ende gheuen tsop te drinken den ghenen die veriecht is, dat sel hem harde helpelic wesen in wat tiden so hi dat euel heeft.

241. Tegen een zeer hoofd.

Men zal die zevenboom of Juniperus sabina koken in wijn of water en wassen diegene zijn hoofd met dat sap die het hoofd pijnlijk heeft en vaak duizelt en nemen de zevenboom alzo gekookt en binden op zijn voorhoofd en op beide de slapen, dat doet hem genezen van de ziekte, dat is beproefd.

242. Tegen koude.

Die zalf die men de zevenboom of Juniperus sabina maakt is behulpzaam tegen allerhande ziektes dat de mens komt van grote koude.

243. Tegen venijn.

De reinvaarn of Tanacetum vulgare is van hete natuur, de wortel van reinvaarn is erg behulpzaam diegene die venijn genuttigd hebben, wordt het gedronken met wijn.

244. Tegen wonden.

Men zal nemen de bladen en dat sap of de bloem van de reinvaarn of Tanacetum vulgare en wit brood en oude vet en stampen die tezamen en leggen dat in de wond, dat zuivert goed en doet zeer helen.

245. Die verkouden is.

Men zal zalf maken van reinvaarn of Tanacetum vulgare en van olijfolie van Olea sativa, het heelt wel diegene die verkouden zijn en diegene die de voeten vaak zwellen.

246. Tegen pijnlijke oren.

Men zal nemen de bladeren van reinvaarn of Tanacetum vulgare en de bladen van de roos en stampen ze tezamen en nemen dat sap en gieten het in de oren van diegene die de oren pijnlijk heeft.

247. Tegen de steen.

Watermunt of Mentha aquatica is van hete natuur, diegene die ziek is van de steen, drinkt hij watermunt wordt het gestampt en gebonden op dat aanzicht dat sproetig is, het zuivert goed van de sproeten.

248. Tegen vallende ziekte.

Bevergeil die is heet in de 1ste graad en droog in de 2de, dat bevergeil gestampt en dat sap van de wijnruit of Ruta graveolens zijn goed tezamen gedronken tegen de vallende ziekte.

249. Ter tong.

Zo wie aan de tong de jicht heeft hij zal nemen dat poeder van het bevergeil en doet het onder zijn tong en houdt het zo lang dat het zichzelf breekt, dat helpt hem veel.

250. Tegen de jicht.

Men zal ook nemen bevergeil, salie van Salvia officinalis en wijnruit of Ruta graveolens en koken dat tezamen in wijn en geven het sap te drinken diegene die de jicht heeft is, dat zal hem erg behulpzaam wezen in welke tijden zo hij de ziekte heeft.

251. Iecht.

Dit is waer dat gheen cruut so helpelic en is ieghen die iecht dan castorie ende gheen so goet als die salie, want sali ende castori si sien goet ieghen die iecht.

252. Te veel slapen.

Litargia dat harde vreselic euel, soe wien dat euel an comt, hi slaepet altoes soe vaste datten niemen wecken can; daer ieghen salmen nemen castori ende mente ende rute ende siedense te samen ende nemen dat sop ende ghietent doer die nosteren in (fol. 70v) thoeft so gheneest hi vanden euel die daer siec is, daer mede is menighen gheholpen.

253. Tieghen verduwen.

Die mente is beide heet ende droghe inden .ij. graet, so wie dat se nutticht si doet hem verduwen alrehande spise, si sterket die maghe ende helpt den ghenen die dicke omwille heeft.

254. Ieghen wormen.

So wie wormen inden lichaem heeft, drinct hi tsop vander mente si gaen hem doer, dats gheproeft.

255. Vrouwen borsten.

So wat vrouwen die melc inden borsten verhardet is, si sel nemen die mente ende stotense ende bindense op haer mammen so vergaet hoer dat seer.

256. Tantswere.

So wie dat tanden sweren die salmen scriuen in wanghen dese woerden ...De rest van de tekst is uitgewist.

257. Tantsweer.

Oec is dit vele goet ieghen den tantsweer dat men neme den wilden distel ende soeken bouen anden saden die wormekiin, ende beknopen se in enen nuwen doec, ende houdense drie daghe, ende opden vierden dach so selmen metten seluen wormen den seluen tant roeren daert sweert, so vallet hi te hant wt; men sel oec hoeden datmen dan ghenen anderen tant en roert die niet en sweert, si vallen al thant weder siin gheroert.

258. Tantswere.

Die die tantsweer heeft, hi sal die wortel vander bille sieden in edic, als dat wel ghesoden is so sal hijt doen vanden viere ende laetent staen want het laeu wart, so sel hi nemen dien edic also laeu ende houden in sinen mont dat doet hem dat euel vergaen ist van heter naturen.

Mach hi bet coude dinghen doghen in den mont dan hete, so is dat euel van heter natuer. Mer mach hi bet hete dinghen doghen dan coude so ist van couder naturen.

259. Vrouwen stonden.

Die rode wiin is goet ieghen vrouwen stonden; men sal nemen een cruut dat ondercrude hiet ende stotent wel sere inden roden wiin ende gheuent haer dan te drinken also warm so ontstatet haer.

260. Vrouwen stonden.

Als den ionghen wiuen hare stonden ontstaet, soe selmen nemen die madere ende den biuoet ende cunele ende stotense te samen ende siedense in heffe ende gheuen dat te drinken die haer stonden lanc ontstaen is.

251. Jicht.

Dit is waar dat geen kruid zo behulpzaam is tegen de jicht dan bevergeil en geen zo goed als salie of Salvia officinalis, want salie en bevergeil zijn goed tegen de jicht.

252. Te veel slapen.

Slaapzucht dat erge vreselijke ziekte, zo wie die ziekte aankomt, hij slaapt altijd zo vast dat hem niemand wekken kan; daartegen zal men nemen bevergeil en munt of Mentha soort en wijnruit of Ruta graveolens en kook het tezamen en neem dat sap en giet het door de neusvleugels in [fol. 70v] het hoofd dan geneest hij van de ziekte die daar ziek is waarmee menigeen is geholpen.

253. Tegen verteren.

Munt of Mentha soort is beide heet en droog in de 2de graad, zo wie dat nuttigt doet het hem verteren allerhande spijs, het versterkt de maag en helpt diegene die vaak onwil heeft.

254. Tegen wormen.

Zo wie wormen in het lichaam heeft, drinkt hij het sap van de munt of Mentha soort ze gaan hem door, dat is beproefd.

255. Vrouwenborsten.

Zowat vrouwen de melk in de borsten verhard is, ze zal nemen de munt of Mentha soort en stamp het en bindt het op haar borsten en zo vergaat haar de pijn.

256. Tandpijn.

Zo wie dat tanden pijn doen die zal men in de wangen deze woorden schrijven.....

257. Tandpijn.

Ook is dit erg goed tegen de tandpijn dat men neemt de wilde peen of Daucus sylvestris en zoeken bovenaan het zaad het wormpje en knoop die in een nieuwe doek en hou het drie dagen en op de vierde dag zo zal men met dezelfde wormen dezelfde tand aanraken daar het pijn doet, dan valt het gelijk uit; men zal ook hoeden dat men dan geen andere tand aanraakt die niet pijnlijk is, ze vallen al dadelijk welke zijn aangeraakt.

258. Tandpijn.

Die de tandpijn heeft, hij zal de wortel van het bilzekruid of Hyoscyamus niger koken in azijn en als dat goed gekookt is zo zal hij het doen van het vuur en laten het staan tot het lauw wordt, dan zal hij nemen die azijn alzo lauw en houden in zijn mond, dat doet hem de ziekte vergaan is het van hete natuur.

Mag hij beter koude dingen gedogen in de mond dan hete, zo is de ziekte van hete natuur. Maar mag hij beter hete dingen gedogen dan koude zo is het van koude natuur.

259. Vrouwen stonden.

De rode wijn is goed tegen vrouwen stonden; men zal nemen een kruid dat duizendblad of Achillea millefolium heet en stampen het zeer goed in de rode wijn en geven het haar dan te drinken alzo warm zo weerstaat het haar.

260. Vrouwen stonden.

Als de jonge wijven hun stonden stopt dan zal men nemen het moederkruid of Tanacetum parthenium en de bijvoet of Artemisia vulgaris en Satureja hortensis en stampen ze tezamen en koken het in droesem en geven dat te drinken die haar stonden lang weggebleven is.

261. Verduwen.

Die tarwe heeft drierhande wise doer die outhede ende nuhede, want die langhe ghehouden is die is droghe ende voedet luttel ende is hart te verduwen, die welke cort[t]ijt gheleghen heeft sent dat hi ghemaect is doer nathede vliimachtich ende hart te verduwen doer die nathede ende doer die vliimachtichede der eerde daer die mas of ghenomen is; si voedet wel ende si is licht te verduwen, si is heet inden eersten graet; dat broet datmen of maect, dats beter dan die weit selue, dat is (fol. 71r) vanden viere daert bi ghebacken is; die weite is beter dan enich coern want si voet de mensliker naturen.

262. Jeghen hoesten ende bloet spuen.

Die weite heeft die natuer ende doghet dat si sacht ende suuert want waer daerof tisanum ghemaect alsmen vander ghersten doet, het sacht ende suuert die borst ende die longhen ende helpt den ghenen die sere hoesten ende bloet spuwen.

263. Jeghen sweren.

Dat meel vanden weite ist met oly ghesoden ende ghebonden op enen harden sweer het te gaet al thants ist oec ghemenghet met edic ende met honich ende wert dat te samen ghebonden op die puusten die int aensicht wassen, si vergaen al thant.

264. Vrouwen borsten.

Men sal nemen meel van rute ende siedent te samen in een water, ende daer mede die mammen ghedwonghen daer die melc in verhart is, so warden si weec ende sacht.

265. Quade scenen.

Is dat meel ghetempert mitten sope vander bille, ende wart daer of ghemaect een plaister ende ghebonden op sinen scenen die verseert is, het behoetse datter gheen euel toe mach vallen.

266. Honts beten.

Men sel dat coern vander weite cuwen onder den tanden ende bindent op den swere die wasset inden wonde die die douende hont heeft ghebeten, so trectet wt dat veniin dat daer binnen is.

267. Ieghen rude.

Die gheen die rudich is men sal nemen een doec ende vouden vele dic te samen ende wriuen hem daer mede hi daer hem dat euel wast dan sel hi hem saluen metter oly van weite ghesleghen is, dat sacht ende heelt hem dat seer, het is gheproeft.

268. Van tarwen seenen dat vander molen stuuet, daer men die weite maelt, dat selmen sieden ende gheuent te drinken den ghenen die die bloet suchten heeft of die bloet spuwet.

269. Gheel sucht.

Men sel nemen morobie dat sop ende ghetent in die nosteren den ghenen die die gheelsucht heeft ende latent rennen in siin hoeft dat verlicht sijn euel.

270. Kinder te winnen.

Die vrouwen die kinder willen dreghen, si sal nemen dat meel vanden dolke ende dat meel vander gherste, mirre ende wiroec ende crec ende legghen dat te samen op een luttel viers, ende onderroken sie daer mede, so ontfaet si te bet.

261. Verteren.

De tarwe of Triticum vulgare heeft drievormige manieren door de oudheid en nieuwheid, want die lang gehouden is die is droog en voedt weinig en is moeilijk te verteren, die korte tijd gelegen heeft sinds dat het gemaakt is door natheid scherpachtig en moeilijk te verteren door die natheid en door die scherpheid van de aarde daar de voeding van genomen is; het voedt goed en het is licht te verteren, het is heet in de eerste graad; dat brood dat men er van maakt dat is beter dan de tarwe zelf, dat is [fol. 71r] van het vuur daar het van gebakken is; die tarwe is beter dan enig koren want het voedt de menselijke natuur.

262. Tegen hoesten en bloedspuwen.

De tarwe of Triticum vulgare heeft die natuur en deugd dat het verzacht en zuivert want als daarvan ptisane gemaakt zoals men van de gerst of Hordeum vulgare doet, het verzacht en zuivert de borst en de longen en helpt diegenen die zeer hoesten en bloedspuwen.

263. Tegen zweren.

Dat meel van de tarwe of Triticum vulgare is het met olie gekookt en gebonden op een harde zweer, het vergaat al dadelijk, is het ook gemengd met azijn en met honing en wordt dat tezamen gebonden op de puisten die in het aanzicht groeien, ze vergaan dadelijk.

264. Vrouwenborsten.

Men zal nemen meel van wijnruit of Ruta graveolens en kook het tezamen in een water en daarmee de borsten gewassen daar de melk in verhard is, ze worden week en zacht.

265. Slechte schenen.

Is dat meel getemperd met het sap van het bilzekruid of Hyoscyamus niger en wordt daarvan een pleister gemaakt en gebonden op zijn schenen die pijnlijk is, het behoedt ze dat er geen ziekte bij mag komen.

266. Honden beten.

Men zal dat koren van de tarwe of Triticum vulgare kauwen onder de tanden en binden het op de zweer die groeit in de wond die de dolle hond, (rabies) heeft gebeten, het trekt uit dat venijn dat daarbinnen is.

267. Tegen ruigheid of huidziektes.

Diegene die ruig is, men zal nemen een doek en vouw die erg goed tezamen en wrijf hem daarmee daar hem die ziekte groeit dan zal hij zich zalven met de olie die van tarwe of Triticum vulgare geslagen is, dat verzacht en heelt hem dat zeer, het is beproefd.

268. Van tarwe stuifsel dat van de molen stuift daar men de tarwe of Triticum vulgare maalt, dat zal men koken en geven het te drinken diegenen die de bloedziekte heeft of die bloed spuwt.

269. Geel ziekte.

Men zal nemen malrove of Marrubium vulgare dat sap en gieten het in de neusvleugels diegene die de geelziekte heeft en laten het stollen in zijn hoofd, dat verlicht zijn ziekte.

270. Kinderen te winnen.

Die vrouwen die kinderen willen dragen, ze zal nemen dat meel van de dolik of Lolium temulentum en dat meel van de gerst of Hordeum vulgare, mirre van Commiphora myrrha en weirook van Boswellia thurifera en crec (pek?) en leg dat tezamen op klein vuur en berook haar daarmee van onderen, dan ontvangt ze beter.

271. Ieghen rude.

Men sel dat meel vanden dolke menghen met swauel ende met edic ende saluen daer mede den ghenen die rude heeft, si vergaet hem.

272. Ten hoest.

Die groene boenen die sien cout ende nat inden .i. graet; die out sien ende langhe ghehouden die siin cout ende droghe inden seluen graet; die boonen sien niet goed te verduwen bedi si maken groeten wint, maer si voeden bet dan die gherste werden si wel ghesoden ende die dop of ghedaen (fol. 71v) si sien vele beter te verduwen, ende si rumen ende suueren den borst des ghenen die die hoest heeft.

273. Swollen mammen.

Warden si ghedroghet ende ghemalen ende vanden mele een plaister ghemaket, het helpt den vrouwen die die mammen sien gheswollen.

274. Claer aensicht.

Dat meel salmen menghen met wter of met loghe daer men dat haer mede dwaet: siin aensicht wart hem claer, ende beneemt oec die sproeten die int aensicht wassen.

275. Buuceuel.

Men sel die boenen sieden met edic metten doppen, ende stoten si went si euen dicke sien, ende eetse dan die dat buuc euel heeft, si stoppen hem die lichaem.

276. Ter anebeye.

Es oec dat meel ghemenghet met witte vanden eye ende met boemoly dat is goet ieghen die aenbeye, wert het daer op ghebonden.

277. Ieghen suchte.

Die witte mancop is cout ende nat inden .ij. graet. ende hi is beter te nuttghen dan die swarte, want die suarte is cout ende droghe .inden .iij. graet, ende hi bedroeft des menschen sin. Mar worden sine blade ende sine wortelen ghesoden in water ende wart daer mede ghedwoghen des menschen hoeft die die suchte heeft, het doet enen sochten ende maten slapen; het saet vanden witten is goet ieghen den droghen hoest is het ghemenghet met suker ende met honich.

278. Ter anebeye.

Die vighen sien heet inden .i. graet, si maken beter bloet dan enich ander ouet; die ripe sien ganser dan die groene, warden si ghesoden ende wart daer of een plaister ghemaect ende ghebonden op die aenbeye het doetse te varen; na vighen salmen eten amandelen so sien si vele te beter.

279. Den lichaem tontlaten.

Die kersen ende die prumen sien van eenre nature cout ende nat inden(67) graet; die soet ende wel rijp sien die ontlaten den lichaem ende si sien ganser dan die sure ende niet rijp en sien. (67) Na inden is door de scribent de aanduiding van de graad vergeten.

280. Die sliene sien goet diet buuceuel hebben.

271. Tegen ruigheid of huidziektes.

Men zal dat meel van de dolik of Lolium temulentum mengen met zwavel en met azijn en zalven daarmee diegenen die ruigheid of huidziektes heeft, het vergaat hen.

272. Tegen hoest.

Die groene bonen van Vicia faba zijn koud en nat in de 1ste graad; die oud zijn en lang gehouden die zijn koud en droog in dezelfde graad; die bonen zijn niet goed te verteren omdat ze grote wind maken, maar ze voeden beter dan de gerst of Hordeum vulgare als ze goed gekookt worden en de dop er af gedaan [fol. 71v] ze zijn vel beter te verteren en ze ruimen en zuiveren de borst van diegene die de hoest heeft.

273. Gezwollen borsten.

Worden ze gedroogd en gemalen en van het meel een pleister gemaakt, het helpt de vrouwen waarvan de borsten zijn gezwollen.

274. Zuiver gezicht.

Dat meel zal men mengen met water of met loog waar men het haar mee wast: zijn aanzicht werd het zuiver en beneemt ook de sproeten die in het gezicht groeien.

275. Buikziekte.

Men zal de bonen van Vicia faba koken in azijn met de doppen en stampen totdat ze even dik zijn en eet die dan die de buikziekte heeft, ze stoppen hem de loop.

276. Tegen aambeien.

Is ook dat meel gemengd met het witte van een ei en met boomolie van Olea sativa dat is goed tegen de aambeien, wordt het daarop gebonden.

277. Tegen ziekte.

De witte slaapbol of Papaver somniferum is koud en nat in de 2de graad en het is beter te nuttigen dan de zwarte of Papaver argemone, want die zwarte is koud en droog in de 3de graad en het bedroeft de mensen geest. Maar worden zijn bladeren en zijn wortels gekookt in water en wordt daarmee gewassen het mensen hoofd die de ziekte heeft, het doet een zuchten en maakt hem slapen; het zaad van de witten is goed tegen de droge hoest is het gemengd met suiker en met honing.

278. Tegen aambeien.

De vijgen van Ficus carica zijn heet in de 1ste graad en maken beter bloed dan enig ander ooft; de rijpe zijn gezonder dan de groene, worden ze gekookt en wordt daar een pleister van gemaakt en gebonden op de aambeien laat het ze verdwijnen; na vijgen zal men eten amandelen van Prunus dulcis dan zijn ze veel beter.

279. De loop te ontlasten.

De kersen van Prunus cerasus en de pruimen van Prunus domestica zijn van een natuur, koud en nat in de graad; die zoet en goed rijp zijn die ontlasten het lichaam en ze zijn gezonder dan de zure en die niet rijp zijn.

280. De sleedoorn of Prunus spinosa zijn goed die buikziekte hebben.

281. Die wiin beyen eten wil die sel wt spuwen die doppen ende die stenen want si sien quaet te verduwen.

282. Quade maghe.

Die appelen sien niet goet den ghenen die quade maghe hebben ende die die maghe cout hebben. En waer die ghenen diese heet hebben, dien sien si goet, want si vercoelen ende verstarken die hete maghe, ende si doen sinken die onganshede die si daer vinden; si sien beter nochteren gheten dan op ander spise ende appele die niet rijp en sien, en sien niet goet: si sien beter die soet sien.

283. Coude maghe.

Die peren die soet sien ende wel rijp die sien te maten heet ende cout, ende si sien goet den ghenen die die maghe heet ende droghe hebben; die peren die suer sien ende hart, die sien couder ende drogher dan die soete, daer om salmense sieden so werden si beter; dat (fol. 72r) is oec te weten dat die peren ongans sien den ghenen diese dicwijl nochteren eten vele, ten waer diese doer arceterie nutte, dien sie[n] si beter nochteren dan op ander spise.

284. Ter maghe.

Die mispelen sien cout ende droghe inden .i. graet, si starken den maghe ende bestoppen den lichaem; nochteren sien si beter dan op ander spise.

285. Ter borst.

Die amandelen sien goet ende wel ghetempert van hete ende van coude, si helpen den ghenen die siec sien in die borst, in die leuer of in die milte.

286. Die noten sien heet ende droghe inden .ij. graet; et menre vele, si doen den hoeft sweren ende sere dorsten.

287. Verghifnisse.

Die haselnoten sien quaet te verduwen, dat scrijft constantiin ende macer; so wiese nuchteren et ende rute te samen, hi ne mach des daghes niet vergheuen werden.

288. Goet bloet.

Dat swinen vleesc is wel te maten cout ende wel te maten nat, het voet wel ende het is goet te verduwen ende het maect goet bloet.

289. Dat vleesc vanden lam ende vander gheyte is heter ende natter dan dat swinen vleisc, het maect dilder bloet, ten waer dat dat lam ende die gheit van enen iaer siin wel te maten heet ende nat.

290. Dat vleesc vanden rinde is droghe ende quaet te verduwen, ten sie den ghenen die vele aerbeyden of die vele wanderen.

281. Die wijnbessen of druiven wil die zal uitspuwen de schillen en de ste nen want die zijn slecht te verteren.

282. Slechte maag.

De appels van Malus soort zijn niet goed diegene die een slechte maag hebben en die de maag koud hebben. En voor diegenen die het heet hebben, die zijn ze goed want ze verkoelen en versterken de hete maag en ze laten zinken de ongezondheid die ze daar vinden; ze zijn beter nuchter gegeten dan op ander spijs en appels die niet rijp zijn die zijn niet goed: ze zijn beter die zoet zijn.

283. Koude maag.

De peren of Pyrus pyraster die zoet zijn en goed rijp zijn die zijn te maten heet en koud en ze zijn goed diegene die de maag heet en droog hebben; die peren die zuur zijn en hard, die zijn kouder en droger dan de zoete, daarom zal men ze komen dan worden ze beter; dat [fol. 72r] is ook te weten dat die peren ongezond zijn diegene die ze vaak nuchter veel eten, tenzij men ze met geneesmiddel nuttigt, die zijn ze beter nuchter dan op andere spijs.

284. Ter maag.

De mispels of Mespilus germanica zijn koud en droog in de 1ste graad, ze versterken de maag en verstoppen de loop; nuchter zijn ze beter dan op andere spijs.

285. Ter borst.

De amandelen van Prunus dulcis zijn goed en goed getemperd van hitte en van koude, ze helpen diegenen die ziek zijn in de borst, in de lever of in de milt.

286. De noten van Juglans regia zijn heet en droog in de 2de graad; eet men er veel, ze doen het hoofd pijn en zeer dorstig worden.

287. Vergif.

De hazelnoten van Corylus avellana zijn slecht te verteren, dat schrijft Constantinus en Macer; zo wie ze nuchter eet en wijnruit of Ruta graveolens tezamen, hij nee mag deze dag niet vergiftigd worden.

288. Goed bloed.

Dat zwijnenvlees is wel te maten koud en wel te maten nat, het voedt wel en het is goed te verteren en het maakt goed bloed.

289. Dat vlees van het lam en van de geit is heter en natter dan dat zwijnenvlees, het maakt dunner bloed, tenzij dat het lam en die geit van een jaar zijn en wel te maten heet en nat.

290. Dat vlees van het rund is droog en slecht te verteren, tenzij diegenen die veel arbeiden of die veel wandelen.

291. Dat vleisc dat ghebraden is dats heter ende drogher ende voet bet dan dat ghesoden is ende het is dilder te verduwen.

292. Dat vleisc van gansen of van eenden is heet ende nat ende maect quaet bloet.

293. Dat hoen beide wilt ende tam, dat heeft beter vleisc ende ganser dan enich vlieghende dier; naden hoene so is die partrise best, dat ionghe hoen ende die partrise sien beter dan die oude.

294. Die leuer van runderen maect goet bloet ende voet wel den ghenen die verduwen mach.

295. Die tonghe is goet ende bequaem wart si met edic ghegheten.

296. Die voete sien nutter tot arceterie dan toe spise, want si sien goet gheten den ghenen die die bloetsucht hebben of buuceuel of hoest.

297. Alle groene vischen sien van couder ende natter natuer; die in riuieren wateren wonen, die sien beter dan die in stille wateren wonen, die sien ongans, want si maken dilde bloet ende menichfoude sieke.

298. Alrehande melc is van couder ende droghe natuer: die sure melc is couder ende drogher dan die soete, die gheiten melc is beter dan die scapen, die scapen beter dan die coeyen, die melc vander eseline die is harde bequamelic den ghenen die amborstich wart ende so heet ghedronken als di ghemolken wart.

Hierna is het woord heet gedeeltelijk uitgewist.

299. Item die melc van elken sieken diere is ongans ende si maect den ghenen (fol. 72v) onghesont diese drinct.

300. Buuc euel.

Als die melc nv is ghemolken wert si dan ghewellet in een yseren panne of in een stienen vat, so is si goet ghedronken ieghen dat buuc euel ende weder die bloet sucht.

291. Dat vlees dat gebraden is dat is heter en droger en voedt beter dan dat gekookt is en het is lichter te verteren.

292. Dat vlees van ganzen of van eenden is heet en nat en maakt slecht bloed.

293. Dat hoen, beide wild en tam, dat heeft beter vlees en gezonder dan enig vliegend dier; na het hoen zo is de patrijs het beste, dat jonge hoen en de patrijs zijn beter dan de oude.

294. De lever van runderen maakt goed bloed en voedt goed diegene die het verteren mag.

295. De tong is goed en bekwaam wordt het met azijn gegeten.

296. De voeten zijn nuttiger tot geneesmiddel dan tot spijs, want ze zijn goed gegeten diegenen die de bloedziekte hebben of buikziekte of hoest.

297. Alle verse vissen zijn van koude en natte natuur; die in rivieren wateren wonen die zijn beter dan die in stille wateren wonen, die zijn ongezond, want ze maken dunner bloed en vele ziektes.

298. Allerhande melk is van koude en droge natuur: de zure melk is kouder en droger dan de zoete, de geitenmelk is beter dan de schapen, de schapen beter dan de koeien, de melk van de ezelin die is erg bekwaam diegene die aamborstig wordt en het heet gedronken als die gemolken wordt.

299. Item, die melk van elk ziek dier is ongezond en het maakt diegene [fol. 72v] ongezond die het drinkt.

300. Buikziekte.

Als de melk nu is gemolken en wordt het dan gekookt in een ijzeren pan of in een stenen vat, dan is het goed gedronken tegen dat buikziekte en tegen de bloedziekte.

301. Die melc is beter in die somer dan in die winter. Alrehande melc is quaet den ghenen die die hersen verwoet sien of die an die leuer siec sien ende den ghenen die die sucht hebben of die rede of den hoeftsweer.

302. [Iegh]en hoesten.

Dat saet van merke is te menigher arsaterie goet, het helpten ghenen die sere hoesten ende den ghenen die vergheuen sien, wat so is ander merke, beide saet ende wortel oec so ist goet ieghen tgrote onghemac ende den vrouwen die met kinde gaen. Hierna werd in het Hs. een recept (of bezwering) van zes regels uitgewist.

303. Die kase is onganse spise ende quaet te verduwen, so hi groener is, so hi beter is.

304. Die boter is wel ghetempert van heten ende van natten; si is harde goet den ghenen die int borst siec is; wart si ghenuttet met honich, so is si goet ieghen verghifnisse.

305. Die eyer so si ouder sien so si dilder sien; der hennen ende pertrisen eyer die sien goet ende ganser dan enich ander voghels eyer. Ende alle ander eyer sien onorbaerlic den ghenen die an den stien siec sien; die den rede heeft, hi en [mach] gheen eyer eten.

306. Ten milte.

Dat gout is van het ghetemperder natuer dan enich ander metael; het is heter van nature in welke grade dattet si des en vinden wi niet ghescreuen. Men sel slaen platen van goude ende gloeyense inden vier ende legghense inden wiin: die wiin is goet ghedronken den ghenen die siec siin an die milte; die oec des goets niet en heeft, die make die plate van stale.

307. Lazarus.

Men sel dat gout vilen ende datter of gheuilet wort dat selmen gheuen te nutten den ghenen die lazarus sien ende den ghenen die den maghe is vercout.

308. Ieghen de quade oghen.

Men sel scuum van goude te wriuen ende doent in die oghen, dat helpet wel den ghenen die dat mael hebben in dat oghe, want dat gout is vander natuer dattet suuert ende starct.

309. Ieghen die leuer.

Die petercelie is heet ende droghe inden .ij. graet ende si helpet den ghenen die in die leuer of in die lanken [siec sien] of den steen hebben; drinkent si die vrouwe die met kinde gaet, dat kint wart ghesuuert van menighe organshede.

310. Een doet kint.

Alse dat van ongheluc comt dat (fol. 73r) dat kint binnen der moeder buuc doet is, so sal si kunelen drinken inden warmen water, al thant wart dat kint doet gheboren.

301. De melk is beter in de zomer dan in de winter. Allerhande melk is slecht diegenen die de hersens dol zijn of die aan de lever ziek zijn en diegenen die de ziekte hebben of de koorts of hoofdpijn.

302. Tegen hoesten.

Dat zaad van eppe, selderij of Apium graveolens is tot menig geneesmiddel goed, het helpt diegene die zeer hoesten en diegenen die vergiftigd zijn, wat zo is van de eppe, beide zaad en wortel, ook is het goed tegen de vallende ziekte en de vrouwen die met kind gaan.

303. De kaas is ongezonde spijs en slecht te verteren, zo het verser is zo het beter is.

304. De boter is goed getemperd van hitte en van natheid; het is erg goed diegenen die in de borst ziek zijn; wordt het genuttigd met honing, dan is het goed tegen vergif.

305. De eieren zo ze ouder zijn zo ze minder zijn; de hennen en patrijzeneieren die zijn goed en gezonder dan enige andere vogels eieren. En alle andere eieren zijn ongeschikt diegene die aan de steen ziek zijn; die de koorts heeft, hij mag geen eieren eten.

306. Ten milt.

Dat goud is van de getemperde natuur dan enig ander metaal; het is heter van natuur en in welke graad dat het is vinden we het niet geschreven. Men zal slaan platen van goud en gloeien het in het vuur en leggen het in de wijn: die wijn is goed gedronken diegenen die ziek zijn aan de milt; die ook dit goed niet heeft die maakt die platen van staal.

307. Melaats of huidziekte.

Men zal dat goud vijlen en dat er afgevijld wordt dat zal men geven te nuttigen diegene die melaats of huidziekte zijn en diegenen die de maag verkouden is.

308. Tegen de slechte ogen.

Men zal schuim van goud wrijven en doen het in de ogen, dat helpt goed diegene die de vlekken hebben in dat oog, want dat goud is van de natuur dat het zuivert en versterkt.

309. Tegen de lever.

De peterselie of Petroselinum crispum is heet ene droog in de 2de graad en het helpt diegene die in de lever of in die onderbuik ziek zijn of de steen hebben; drinkt het de vrouw die met kind gaat, dat kind wordt gezuiverd van menige ongesteldheid.

310. Een dood kind.

Als dat van ongeluk komt dat [fol. 73r] het kind binnen de moederbuik dood is dan zal ze kaneel of Cinnamomum verum drinken in het warme water, dadelijk wordt dat kind dood geboren.

311. Ten stien ende coude pisse.

Die senep is heet ende droghe inden .iiij. graet. Pitogaras prijst in sinen boeken die senep voer menich cruut.

312. Ten quade hersen.

Wie so den senep et, hi suuert hem siin hoeft ende scarpt hem den sin ende hi is helpelec den ghenen die den stien of die coude pisse hebben; si suueren oec wel den vrouwen, eten sine als hem hare stonden comen. Men sel senep te wriuen met edic ende legghen dat op die wonden, die slanghe of die adder ghebeten heeft.

313. Ter maghe.

Plinius scriuet dat men sal nemen dat sop ende die wortel des seneps ende selse legghen in die most ende latense daer in wesen des al die cracht vanden crude inden most ghetoghen is: wie so dan dat drinket, dats harde bequaemelic sire maghe, sire kele ende sinen oghen.

314. Ter anebeie.

Men sel dat saet vande senep stoten met ouden resel ende binden dat op die aenbeye, si te uaert, dat is gheproeft.

315. Grote euel.

Men sal den senep met blade ende met wortele bernen ende sel laten den roec die daer of comet.

316. Buuc euel.

Comijn is heet ende droghe inden .ij. graet, hi verduwet wel alle dranc ende alle spise daert hi mede wert ghenuttet verrdriuet si den wint uten lichaem; wart si ghesoden inden edic ende nutse die ghene die dat buuc euel heeft, si stopt hem den lichaem.

317. Ten oren.

Wieso sieke heeft in siin oren, hi sal nemen tsop vander robie ende doen daer toe oly; [die] van rosen is ghemaect, ende ghieten dat in siin oren, so sacht hem dat euel.

318. Ten lenden.

Die marobie is goet ghenut den ghenen die ander lenden siec is of die den stien heeft of die coude pissen hebben.

319. Ieghen hoeft sweer.

Die fiolen sien cout ende nat, wie so sere ghedronken heeft ende vanden dranke dat hoeft sere heeft, hi sal die fiolen draghen in siin hant ende ruke daer [of], of hi make daer of enen hoet ende draghen op siin hoeft, so vergaet hem die dronkenheit ende die hoefswere.

320. Swellen leden.

Men sal stoten fiolen ende doen daer toe een luttel edics ende maken daer of een plaister ende bindent op dat lit dat gheswollen is, so te gaet al te hant.

311. Tegen steen en druppelplas.

De mosterd van Sinapis alba is heet en droog in de 4de graad. Pythagoras prijst in zijn boeken de mosterd (of van Brassica nigra) voor menig ander kruid.

312. Tegen slechte hersens.

Wie zo de mosterd van Sinapis alba eet, het zuivert hem goed zijn hoofd en scherpt hem de geest en het is behulpzaam diegene die de steen of druppelplas hebben; het zuivert ook wel de vrouwen, eten ze het als hun stonden komen. Men zal mosterd wrijven met azijn en leggen dat op die wonden die een slang of een adder gebeten heeft.

313. Ter maag.

Plinius schrijft dat men zal nemen dat sap en de wortel van mosterd van Sinapis alba en zal het leggen in de most en laten het daarin wezen dat alle kracht van het kruid in de most (1) getrokken is: wie het dan dat drinkt, dat is erg bekwaam voor zijn maag, zijn keel en zijn ogen.

314. Ter aambei.

Men zal dat zaad van de mosterd van Sinapis alba stampen met oud vet en binden dat op de aambei, bent u bang, het is beproefd.

315. Vallende ziekte.

Men zal de mosterd van Sinapis alba met bladeren en met wortels branden en zal ontvangen de rook die ervan afkomt.

316. Buikziekte.

Komijn van Cuminum cyminum is heet en droog in de 2de graad, het verteert goed alle drank en alle spijs daar het mee wordt genuttigd verdrijft het uit het lichaam; wordt het gekook in azijn en genuttigd door diegene die de buikziekte heeft, het stopt hem de loop.

317. Ten oren.

Wie zo ziekte heeft in zijn oren, hij zal nemen het sap van de malrove of Marrubium vulgare en doet daartoe olie die van rozen is gemaakt en gieten dat in zijn oren, dan verzacht hem de ziekte.

318. Ten lenden.

De malrove of Marrubium vulgare is goed genuttigd diegene die aan de lenden ziek is of die de steen heeft of die druppelplas hebben.

319. Tegen hoofdpijn.

De violen of Viola odorata zijn koud en nat, wie zo zeer gedronken heeft en van de drank hoofdpijn heeft, hij zal de viool dragen in zijn hand en ruikt daaraan of hij maakt daarvan een hoed en draagt het op zijn hoofd, dan vergaat hem die dronkenschap en de hoofdpijn.

320. Gezwollen leden.

Men zal stoten viool of Viola odorata en doen daartoe wat azijn en maken daarvan een pleister en bind het op dat lid dat gezwollen is, dat vergaat dadelijk.

(1) gistende jonge wijn.

321. Ter milte.

t) Oec selmen die wortel vander fiolen stoten ende doen daer toe een deel edics ende gheuen dat te drinken den ghenen die an die milte siec is, of men neme die selue wortel also ghestoten metten edic ende binden (fol. 73v) dat buten op die milte, so vergaet hem dat euel.

322. Ten seren oghen.

Oec wien die oghen seer sien van groter hetten, hi sal nemen die wortel vander fiolen ende mirre ende suffraen ende stoten die te samen ende binden dat op siin oghen des auents als hi slapen gaet, dat verteert hem die hetten ende sacht hem dat seer.

323. Vrouwen stonden.

Die fiolen worden si ghedronken met wiin, si sien goet den vrouwen als hem haer stonden ane gaen.

324. Hoeft zwere.

So wie dat hoeft sweert van groter hetten, hi saluet met oly ghemaect van fiolen, so vergaet hem die hetten ende die hoefswere.

325. Ten wormen inden buuc.

So wie dat wormen in die lichaem heeft, die drinke die oly of hi salue hem daer mede, so gaen si hem doer, dat is gheproeft.

326. Hoeft wonden.

Als yement wart gheslaghen ant hoeft so sere dat hi die sprake verliest, so selmen die fiolen stoten ende gheuen hem een deel te drinken met wijn ende een deel salmen binden onder sijn luchter voet, ende is hi an die rechter side des hoefts ghewont, so selment binden onder den rechteren voet, so wint hi weder die sprake.

327. Wie so bestopt is int hoeft hi sal nemen honich ende scument wel toe den vier ende nemen dan ghemalen parter ende doen dat totten honich ende makent als ene latuarie, etent dicke enen lepel vol ende dat en sel niement alle daghe doen, het en waer ouer drie daghen of ouer vier, dat suuert harde dat hoeft dien het binnen bestopt is, dat is harde goet want ic heb selue gheproeft; wiin selmen daer na drinken.

328. Yser inden wonden.

Een cruut is dat hiet in bukes dyptamnus, in dietsche hietet witte worte, het is goet so wie ghescoten ende dat yser in die wonde ghebleuen is, so selmen dat selue cruut nemen ende salt inden wiin stoten ende gheuent te drinken den ghenen die ghewont is, al thant gaet dat yser vter wonden.

329. Ieghen aerbeit.

Wat wiue so langher in arbeit gaet dat si met rechte sal, si ete dat selue cruut so waer dat kint al thant gheboren.

330. Ieghen spreken.

Dit selue cruut is oec goet wie so siec is dat hi niet spreken mach, hi sal dit cruut eten, so spreect hi thant.

321. Ter milt.

Ook zal men de wortel van de viool of Viola odorata stampen en doen daartoe een deel azijn en geven dat te drinken diegenen die aan de milt ziek zijn, of men neemt diezelfde wortel alzo gestampt met de azijn en binden [fol. 73v] dat buiten op de milt, dan vergaat hem die ziekte.

322. Tegen zere ogen.

Ook wie de ogen zeer zijn van grote hitte, hij zal nemen de wortel van de viool of Viola odorata en mirre of Commiphora myrrha en saffraan van Crocus sativus en stampen die beide tezamen en binden dat op zijn ogen ‘s avonds als hij slapen gaat, dat verteert hem de hitte en verzacht hem de pijn.

323. Vrouwen stonden.

De viool of Viola odorata worden ze gedronken met wijn, ze zijn goed de vrouwen als hen hun stonden aangaan.

324. Hoofdpijn.

Zo wie hoofdpijn heeft van grote hitte, hij zalft met olie gemaakt van viool of Viola odorata, dan vergaat hem de hitte en die hoofdpijn.

325. Tegen wormen in de buik.

Zo wie dat wormen in het lichaam heeft, die drinkt die olievan Olea sativa of hij zalft hem daarmee, dan gaan ze hem door, dat is beproefd.

326. Hoofd wonden.

Als iemand op het hoofd wordt geslagen en zo zeer dat hij de spraak verliest dan zal men de viool of Viola odorata stampen en geven hem een deel te drinken met wijn en een deel zal men binden onder zijn linkervoet en is hij aan de rechter zijde van het hoofd gewond, dan zal men het binden onder de rechter voet, dan wint hij weer de spraak.

327. Wie zo verstopt in het hoofd hij zal nemen honing en schuim het goed bij het vuur en neem dan gemalen peper of Piper nigrum en doe dat tot de honing en maak het als een likkepot, eet het vaak een lepel vol en dat zal niemand alle dagen doen, tenzij voor drie dagen of voor vier, dat zuivert zeer dat hoofd die van binnen verstopt is, dat is erg goed want ik heb het zelf beproefd; wijn zal men daarna drinken.

328. IJzer in de wonden.

Een kruid is er dat heet bukes diptam of Dictamnus albus, in Diets heet de witte wortel, het is goed zo wie geschoten is en dat ijzer in de wond gebleven is, dan zal men hetzelfde kruid nemen en zal het in wijn stampen en geven het te drinken diegene die gewond is, dadelijk gaat dat ijzer uit de wond.

329. Tegen baren.

Welk wijf zo langer in arbeid gaat dat ze normaal zou, ze eet datzelfde kruid dan wordt het kind dadelijk geboren.

330. Tegen spreken.

Ditzelfde kruid is ook goed wie zo ziek is dat hij niet spreken kan, hij zal dit kruid eten dan spreekt hij dadelijk.

331. Die den buuc gheheuen is.

So wien die buuc hart is, hi sal nemen wortelen der weghebraden ende stoten die ende doen daer toe swinen smeer ende maken daer of een plaister ende legghent dan al warm op den lichaem, al thant so sinket hem die buuc.

332. Die verbrant is.

Soe wie verbarnt is sal nemen poplen ende siedent met boter ende stotense met wit vanden eye ende legghent op die stede daer hi verbarnt is dat trect dat vier al gader wt. Alse dit is ghedaen, soe selmen nemen (fol. 74)hursene melc ende hursene toert al groen ende sal dat sop wt wringhen totter melc ende strikent daer op daer het verbarnt is, so en wart daer ghene lijclaen.

333. Ieghen ioecte.

So wie die huut gheerne biket ende vele ioket, die sal nemen des somers ionghe odeuaren inden neste ende salse sieden in water harde langhe ende als si dan wel sien ghesoden, so selmen dan nemen dat smeer ende saluen hem daer mede, dat helpt.

334. Ten oren.

Wie so hem voer den oren ghescoten is dat hi niet horen can, hi sal nemen dat sop van wit ment, doen daer toe boem oly ende ghieten dat des eersten daghes in dat oer dat hem niet en sweert, des anders nachts salment in dat oer doen daer hi niet mede horen mach. Alse dat ghedaen is, so selmen nemen huusloec ende stoten dat ende nemen dat drie nacht in dat oer, so vergaet hem.

335. Ten bladeren.

Die een blader op loept, hi sal nemen onghebrant calc ende seep ende kneden dat te samen des sel wesen euen veel so selmen in die brusemen ende nemen dan een hasel noten scale ende vollen si hier mede ende latense ouer nacht daer op legghen des morghens vroe wert het open ende so sighet al wt dat daer ongans binnen is.

336. Weder een sieke steruen of leuen sel.

Wie so weten wil van enen sieken weder hi ghenesen sel of steruen, hi sal draghen verbena in siin hant ende gaen totten sieken ende vraghen hem hoe hi vare: antwort hi wel of diere ghelike, so mach hi hebben siins liues; antwort hi euele of des ghelike, so mach hi hebben anxt siin liues.

337. Ieghen hoeft swere.

Die die hoeft swer heeft, maect hi enen hoet van verbena ende set hine op siin hoeft, hem vergaet dat euel.

338. Ieghen borst.

Men sel nemen edic ende doen daer also vele waters toe ende sieden te rude ende clensen dat doer enen doec, dat suuert die borst ende het helpt den ghenen die dicwijl sieke heeft onder die ribben of die vele wints heeft inden lichaem.

339. Sere oghen.

So wie die oghen seer tranen, hi sal nemen dat sop vander ende, ende also vele sops vanden veencoel ende also vele honichs ende doen daer toe galle vanden haen ende menghen dat te samen ende doent behouden in een coperen vat ende doent in siin oghen des auonts, daer of warden si claer ende droghe.

340. Stempent nosebloet.

Die die nose bloet tsop vander rude stoppet hem dat bloet wart het hem ghegoten in die nosteren.

331. Die de buik geheven is.

Zo wie de buik hard is, hij zal nemen wortels van weegbree of Plantago major en stampen die en doe daartoe zwijnen vet en maken daarvan een pleister en leg het dan al warm op het lichaam, dadelijk zo zinkt hem de buik.

332. Die verbrand is.

Zo wie verbrand is zal nemen populier of Populus nigra en koken het met boter en stampt het met wit van een ei en leggen het op die plaats daar hij verbrand is, dat trekt dat vuur allemaal uit. Als dit is gedaan, zo zal men nemen [fol. 74) paardenmelk en paardenmest al vers en zal dat sap uitwringen tot de melk en strijken het daarop daar het verbrand is, zo komt daar geen litteken.

333. Tegen jeuk.

Zo wie de huid zeer steekt en vele jeukt, die zal nemen ‘s zomers jonge ooievaars in het nest en zal ze koken in water erg lang en als ze dan goed gekookt zijn dan zal men nemen dat vet en zalven hem daarmee, dat helpt.

334. Tegen oren.

Wie zo hem voor de oren geschoten is dat hij niet horen kan, hij zal nemen dat sap van wit munt (?), doen daartoe olijfolie van Olea sativa en gieten dat de eerste dag in dat oor dat hem niet pijnlijk is en de andere nacht zal men het in dat oor doen daar hij niet mee horen kan. Als dat gedaan is dan zal men nemen huislook, donderbaard of Sempervivum tectorum en stampen dat en nemen dat drie nachten in dat oor, dan vergaat het hem.

335. Tegen gezwellen, (pest)builen.

Die een gezwel, (pest)buil oploopt, hij zal nemen ongebluste kalk en zeep ende kneden dat tezamen, het zal wezen evenveel en zo zal men het in die brusemen (drank of kruimels?) en nemen dan een hazelnoot schaal en vullen het hiermee en laten het over nacht daarop liggen en ‘s morgens vroeg wordt het open en het zeeft alles uit wat daar ongezond binnen is.

336. Of een zieke sterven of leven zal.

Wie zo weten wil van een zieke of hij genezen zal of sterven, hij zal dragen ijzerhard of Verbena officinalis in zijn hand en tot de zieke gaan en hem vragen hoe het gaat: antwoord hij goed of diergelijke, dan mag hij blijven leven; antwoordt hij ziekte of diergelijke, dan mag hij bang zijn voor zijn leven.

337. Tegen hoofdpijn.

Die de hoofdpijn heeft, maakt hij een hoed van ijzerhard of Verbena officinalis en zet hij het op zijn hoofd, dan vergaat hem de ziekte.

338. Tegen borst.

Men zal nemen azijn en doen daar alzo veel water toe en koken het tot borrelen toe en wring het dat door een doek, dat zuivert de borst en het helpt diegenen die vaak ziekte heeft onder de ribben of die veel wind heeft in het lichaam.

339. Zere ogen.

Zo wie de ogen zeer tranen, hij zal nemen dat sap van een eend en alzo vele sap van de venkel of Foeniculum vulgare en alzo veel honing en doet daartoe gal van de haan en meng dat tezamen en doe het houden in een koperen vat en doe het in zijn ogen ‘s avonds, daarvan worden ze helder en droog.

340. Stelpen neusbloeden.

Die de neus bloedt stopt het sap van ruit of Ruta graveolens als dat bloed wordt het hem gegoten in de neusvleugels.

341. Ten verghifnisse.

Die rude is harde goet ieghen alrehanden verghifnisse wart si met wiin ghedronken of groen gheten. Wie hem des ontsiet datmen hem vergheuen sel, hi sel nemen twintich (fol. 74v) blade vander rude ende twe vighen die ghedroget siin ende twe haselnoten ende eten die te samen met een luttel souts nuchteren, so en mach hi niet vergheuen warden des daghes dat hi dat heeft ghenut. Dit dede elcs daghes die coninc medriatos also langhe als hi leuede, so ne mocht hem ghene verghifnisse deren, dat wart dicke proeft.

342. Sere oghen.

So wie die oghen seer sien, hi sal nemen die wortel vander betonien ende siedense met water tot dien dat derdendeel vanden water versoden is; daer mede sal hi betten siin oghen. Ende hi sal dan hebben ghestoten die groene blade vander betonie, ende bindense op siin voerhoeft ende op siin oghen des auonts als hi gaet slapen.

343. Sere oghen.

So wie die oghen donker heeft ende niet claer sien, hi sal nemen die blade vander bitonie ende die blade vander rude al euen wichte, ende stotense te samen ende drinkense met lawen water neghen daghen nuchteren, dat is harde goet al so die ghene scriuen diet gheproeft hebben.

344. Die oghen tranen.

So wie die oghen dicke tranen, hi sal eten die puluer vander bitonie met alrehande spise: dat claert hem die oghen ende stempt hem die tranen.

345. Sere bloden ter nose.

Die die nose sere bloet, hi sal nemen een bondelkiin vanden bladen der bitonie ende also vele sauts als hi met drie vingheren enewarue nemen mach wt een vol vat, ende stoten dat te samen ende stekent in die nosteren so ontstaet hem tbloet.

346. Die ghewont is.

Dit selue hoelt wel die wonden die v gheslaghen sien, wert het daer in gheleghet.

347. Ter borst ende walghen.

So wie dicke walghet ende spuet of die siec is in die borst, hi sal stoten die blade vander bitonie ende drinkense met lawen water.

348. Ter leuer.

Men sel sieden die blade vander bitonie in water ende gheuen dat water te drinken den ghenen die an die leuer of an die milte siec is.

349. Iieghen die coerts.

Die den rede heeft daghelicx, hi sal nemen ene wichte vander weghebrede ende twee wichte vander bitonie ende stoten dat te samen ende drinken dat met lawen water eer hem dat euel aengaet. lawen:

350. Ieghen veniin.

Dat saet vander bitonie is harde goet ghedronken met wiin ieghen alrehande veniin; die dat zaet niet en heeft, hi neme die blade of dat puluer dat vanden blade ghemaect is.

341. Tegen vergiftiging.

Die wijnruit of Ruta graveolens is erg goed tegen allerhanden vergif wordt het met wijn gedronken of groen gegeten. Wie hem dus ontziet dat men hem vergeven wil, hij zal nemen twintig [fol. 74v] bladeren van de wijnruit en twee vijgen van Ficus carica die gedroogd zijn en twee hazelnoten en eten die tezamen met wat zout nuchter, dan kan hij niet vergeven worden die dag dat hij dat heeft genuttigd. Dit deed elke dag die koning Mithridates zo lang als hij leefde, zo nee mocht hem geen vergif deren, dat werd vaak beproefd.

342. Zere ogen.

Zo wie de ogen pijnlijk zijn, hij zal nemen de wortel van de betonie of Stachys officinalis en koken het met water tot dat het derdedeel van het water verkookt is; daarmee zal hij betten zijn ogen. En hij zal dan hebben gestampt de groene bladeren van de betonie en binden ze op zijn voorhoofd en op zijn ogen ’s avonds als hij gaat slapen.

343. Zere ogen.

Zo wie de ogen donker heeft en niet helder ziet, hij zal nemen de bladeren van de betonie of Stachys officinalis en de bladeren van de wijnruit of Ruta graveolens al even gelijk gewicht en stampen het tezamen en drinkt het met lauw water negen dagen nuchter, dat is erg goed alzo diegene schrijven die het beproefd hebben.

344. De ogen tranen.

Zo wie ie ogen vaak tranen, hij zal eten dat poeder van de betonie of Stachys officinalis met allerhande spijs: dat verheldert hem de ogen en stelpt hem de tranen.

345. Zeer neusbloeden.

Die de neus zeer bloedt, hij zal nemen een bundeltjes van de bladeren van betonie of Stachys officinalis en alzo veel zout als hij met drie vingers in eenmaal kan nemen uit een vol vat en stampen dat tezamen en steken het in de neusvleugels dat stelpt hem het bloeden.

346. Die gewond is.

Ditzelfde heelt goed de wonden die uitgeslagen zijn, wordt het daarin gelegd.

347. Tegen borst en walgen.

Zo wie vaak walgt en spuwt of die ziek is in de borst, hij zal stampen de bladeren van de betonie of Stachys officinalis en drinken het met lauw water.

348. Ter lever.

Men zal koken de bladeren van de betonie of Stachys officinalis in water en geven dat water te drinken diegenen die aan de lever of aan de milt ziek is.

349. Tegen de koorts.

Die dagelijks de koorts heeft, hij zal nemen een gewicht van de grote weegbree of Plantago major en twee gewicht van de betonie of Stachys officinalis en stampen dat tezamen en drinken dat met lauw water eer hem de ziekte aangaat.

350. Tegen venijn.

Dat zaad van de betonie of Stachys officinalis is erg goed gedronken met wijn tegen allerhande venijn; die dat zaad niet heeft, hij neemt de bladeren of dat poeder dat van de bladeren gemaakt is.

351. Ter gheelsacht.

Die blade vander bitonie warden si ghestoten ende ghedronken met lawen water, het helpt wel den ghenen die die gheelsucht hebben.

352. Vrouwen stonden.

Men sel water ende (fol. 75r) honich te samen sieden ende doen daer toe die blade vander bitonie die ghestoten sien ende gheeft dat te drinken der vrouwen die haer stonden te spade comt.

353. Ter maghe.

Men sel nemen dat puluer dat vanden bladen ghemaect is, also groet als een boen ende nutten dat na den eten want het starct die maghe ende doet wel verduwen alrehanden spise.

354. Ieghen twater.

Oec selmen die blade stoten ende wringhen tsop doer enen doec ende gheuet te drinken den ghenen die dat water inden lichaem heeft; en vint hi oec der groener bladen niet, hi neme dat puluer dat vanden bladen is ghemaect ende drinke dat met wiin ende doet hi honich daer toe hets vele te bet.

355. So wie dat ghescoert is, hi sal honich ende water te samen sieden ende drinken dat water metten puluer vander bitonie, doet hi dat dicke, het is hem harde goet.

356. Ten oren.

Die siec is in die oren of die niet horen mach, hi sal nemen dat sap vander bitonie ende oly van rosen ghemaect ende menghen dat te samen ende latent van sinen vingheren in sijn oren drupen, dat betert hem siin euel.

357. Ten stien.

Soe wie vanden stien siec is, hi sal dicke nutten die bitonie, dat scrijft ons plinius, een wiis man.

358. Ieghen der padden.

Die een padde slapende in den mont crope, die sal nemen esken rinde ende stotense wel sere groen ende drinken dat al te hant, so steruet hi binnen hem of si gaet hem dore of ten monde wt.

359. Ten hoeftswere.

Die die hoeft swere heeft, die sel nemen oleum rosarum ende saluen daer mede siin voerhoeft ende beiden siden siins hoefts, hem vergaet dat euel.

360. Die verbarnt is.

Oec helpt die oly harde wel den ghenen die verbarnt is met vier of met heten water, waer hi daer mede ghesaluet.

351. Tegen geelzucht.

De bladeren van de betonie of Stachys officinalis worden ze gestampt en gedronken met lauw water, het helpt wel diegenen die de geelziekte hebben.

352. Vrouwen stonden.

Men zal water en [fol. 75r] honing tezamen koken en doen daartoe de bladeren van de betonie of Stachys officinalis die gestampt zijn en geef dat te drinken aan de vrouwen die hun stonden te laat komt.

353. Tegen de maag.

Men zal nemen dat poeder dat van de bladeren gemaakt is, alzo groot als een boon en nuttigen dat na het eten want het versterkt de maag en laat goed verteren allerhande spijs.

354. Tegen het water.

Ook zal men de bladeren stampen en wringen het sap door een doek en geeft het te drinken diegenen die dat water in het lichaam heeft; vindt hij ook geen bladeren dan neemt hij dat poeder dat van de bladeren is gemaakt en drinkt dat met wijn en doet hij honing daartoe is het veel beter.

355. Zo wie er gescheurd is of een breuk heeft, hij zal honing en water tezamen koken en drinken dat water met het poeder van de betonie of Stachys officinalis, doet hij dat vaak, het is hem erg goed.

356. Tegen oren.

Die ziek is in de oren of die niet horen kan, hij zal nemen dat sap van de betonie of Stachys officinalis en olie van rozen gemaakt en mengen dat tezamen en laat het van zijn vingers in zijn oren druppelen, dat verbetert hem zijn ziekte.

357. Tegen de steen.

Zo wie van de steen ziek is, hij zal vaak nuttigen de betonie of Stachys officinalis, dat schrijft ons Plinius, een wijs man.

358. Tegen de padden.

Die een pad slapend in de mond kroop, die zal nemen bast van de es of Fraxinus excelsior en stampen het wel zeer groen en drink het dadelijk, dan sterft het binnen hem of het gaat hem door of te mond uit.

359. Tegen hoofdpijn.

Die de hoofdpijn heeft, die zal nemen olie van rozen of Rosa (1) en zalven daarmee zijn voorhoofd en beide zijn zijden van zijn hoofd, hem vergaat de ziekte.

360. Die verbrand is.

Ook helpt die olie erg goed diegenen die verbrand is met vuur of met heet water, was hij daarmee gezalfd.

(1) Nog niet geopende rozenknoppen worden in olie gemacereerd en gedistilleerd.

361. Tenhoeste.

Men sel dat loec sieden in melc, dat is harde goet ghenut den ghenen die sere hoesten.

362. Die twater laet.

Men sel dat loec stoten ende doen daer in puluer van centaure ende wiin, dat helpt wel den ghenen die dat water inden lichaem heeft.

363. Ten lenden.

Oec selmen dat loec sieden inden water so ist goet ghenut den ghenen die anden lenden siec sien.

364. Gheelsucht.

Men sel nemen loec ende coriander ende stoten die te samen ende doen daer in wiin dat is goet den ghenen die die gheelsucht hebben ende oec ist goet ghenut den ghenen die bistopt is.

365. Wie so vele wandert hi sel eten loec nuchteren, soe en mach hem niet deren die roec ende die spise ende die dranc des vreemts lants.

366. Ten venine.

Die pople is cout ende nat inden .ii. graet, die pople is goet (fol. 75v) ghenut ieghen verghifnisse.

367. Ieghen tfier.

Men sal die blade vander pople ende die blade vander wilghe te samen stoten ende doen daer toe boem oly dat is harde goet denghenen die sien becommert vanden heylighen viere, wart het ghebonden op dat euel.

368. Die verbarnt is,

Dat selue helpt oec wel den ghenen die verbarnt sien met vier of met water.

369. Die bestopt is.

Die bestopt is, et hi dat warmoes dat vander pople ghemaket is, hem wart den lichaem weec daer of.

370. Die scorft is.

Die scorft is hi sal nemen die wortel vander pople ende sieden si in camerloghe ende doen daer toe sout ende binden dat op siin hoeft; doet hi dat dicke, so vallet dat dilde haer wt ende hem wart dat hoeft suuer ende gans.

361. Tegen hoest.

Men zal knoflook of Allium sativum koken in melk, dat is erg goed genuttigd diegenen die zeer hoesten.

362. Die het water laadt.

Men zal knoflook of Allium sativum stampen en doen daarin poeder van duizendguldenkruid of Centaurium erythraea en wijn, dat helpt wel diegenen die dat water in het lichaam heeft.

363. Tegen lenden.

Ook zal men knoflook of Allium sativum koken in het water, dan is het goed genuttigd diegenen die aan de lenden ziek zijn.

364. Geelziekte.

Men zal nemen knoflook of Allium sativum en koriander of Coriandrum sativum en stampen die tezamen en doen daarin wijn, dat is goed diegenen die de geelziekte hebben en ook is het goed genuttigd diegenen die verstopt zijn.

365. Wie zo veel reist hij zal eten knoflook of Allium sativum nuchter, zo mag hem niet deren de rook en de spijs en de drank van het vreemde land.

366. Tegen venijn.

De populier of Populus nigra is koud en nat in de 2de graad, de populier is goed [fol. 75v] genuttigd tegen vergif.

367. Tegen het heilig vuur, erispula of belroos.

Men zal de bladeren van de populier of Populus nigra en de bladeren van de wilg of Salix alba tezamen stampen en doen daartoe olijfolie van Olea sativa, dat is erg goed diegenen die bekommerd zijn van het heilig vuur, wordt het gebonden op de ziekte.

368. Die verbrand is,

Datzelfde helpt ook goed diegenen die verbrand zijn van vuur of met water.

369. Die verstopt is.

Die verstopt is, eet hij de warme groente dat van de populier of Populus nigra gemaakt is, hem wordt het lichaam week daarvan.

370. Die schurftig is.

Die schurftig is hij zal nemen de wortel van de populier of Populus nigra en koken het in plas of pis en doet daartoe zout en binden dat op zijn hoofd; doet hij dat vaak, dan valt dat dunne haar uit en hem wordt het hoofd zuiver en geneest.

371. Ieghen swellen.

Men sel nemen blade vander bille ende stotense ende doen daer toe ghersten meel ende water ende sieden dat te samen dat is harde goet op dat lit dat gheswollen is ghebonden, is dat euel van heter natuer.

372. Ten oren.

Die die wormen in die oren heeft, hi sal die blade vander bille stoten ende nemen dat sop ende doen in sijn oren, so steruen die worme daer of.

373. Slapen.

Men sal nemen tsaet vander bille ende die blade ende die wortel ende sieden dat te samen in water ende betten daer mede die voeten ende dat voerhoeft ende den slaep des ghenes die die sucht heeft ende niet slapen mach, ende dan selmen nemen alsene dat saet vander bille ende stotent wel clien ende doen daer toe dat witte vanden raeuwen eye ende wiues melc ende een luttel edics ende maken daer of een plaister beide op den voet ende op dat voerhoeft ende op den slaep dat doet den sieken wel rusten ende slapen.

374. Ter sucht.

Aloe is tweerhande, die een is bruun roede verwe als een leuer die ander is van swarter verwe ende het en heeft so grote cracht niet als die bruun roede, het suuert wel dat hoeft ende die maghe ende die leuer, oec helptet wel den ghenen die metter gheluer sucht biuaen is; wart het ghepuluert ende ghedaen in die wonde des ghenen die gheslaghen is, het suuert ende heelt sweren wel.

375. Ten oren.

Die wiroec is heet ende droghe; die inden oren siec is hi sal wriuen den wiroec ende doen daer toe een deel wiins ende walen dat te samen ende doent behouden ende latent drupen in sinen oren, dat sacht hem dat seer wel.

376. Sere oghen.

Men sal die wiroec te pulueren ende doen dar toe een deel vanden witte vanden eye of wiues melc dats goet ghedaen in die oghen (fol. 76r) die sere tranen.

377. Wonden te stempen.

Men sel nemen den wiroec ende aloe, ende doen daer toe dat witte vanden eye, ende kneden dat te samen ende binden dat op die ader of op die wonde die so sere bloet dat si niement stempen can, so ontstaet dat bloet ende wart oec dat plaister dicke vernuwet, die wonde heelt daer of.

378. Die bloet spuet.

Men sel wiroec wel clien wriuen ende gheuen te nutten den ghenen die bloet spuet, want het en is ghene arceterie beter weder dat euel.

379. Hersen.

Die roke vanden wiroec die is goet der hersen want si sterket beide den sin ende die memorie.

380. Ter maghe, ter leuer.

Die muscate is goet die die leuer siec is ende siin spise niet en mach verduwen, hi sal nemen die muscate ende wriuense ende siedense in wiin ende drinken den wiin so vergaet hem dat euel.

371. Tegen zwellen.

Men zal nemen bladeren van bilzekruid of Hyoscyamus niger en stampen en doet daartoe gerstemeel of Hordeum vulgare en water en koken dat tezamen, dat is erg goed op dat lid dat gezwollen is gebonden, is die ziekte van hete natuur.

372. Tegen oren.

Die de wormen in de oren heeft, hij zal de bladeren van bilzekruid of Hyoscyamus niger stampen en nemen dat sap en doet het in zijn oren, dan sterven de wormen daarvan.

373. Slapen.

Men zal nemen het zaad van bilzekruid of Hyoscyamus niger en de bladeren en de wortel en koken dat tezamen in water en betten daarmee de voeten en dat voorhoofd en de slaap van diegene die de ziekte heeft en niet slapen kan en dan zal men nemen alsem of Artemisia absinthium, dat zaad van bilzekruid en stampen het goed klein en doen daartoe dat witte van een rauw ei en vrouwenmelk en wat azijn en maken daarvan een pleister, beide op de voet en op dat voorhoofd en op de slaap, dat laat de zieke goed rusten en slapen.

374. Tegen ziekte.

Aloë perryi is tweevormig, de ene is bruinrood van kleur als een lever (epaticum) en de andere is van zwarter kleur en die ene heeft zo’n grote kracht niet als de bruinrode, het zuivert goed dat hoofd e de maag en de lever, ook helpt het goed diegene die met de geelziekte bevangen is; wordt het verpulverd en gedaan in de wond van diegene die geslagen is, het zuivert en heelt zweren goed.

375. Tegen oren.

De wierook van Bursera thurifera is heet en droog; die in de oren ziek is hij zal wrijven de wierook en doet daartoe een deel wijn en wellen dat tezamen en laat het houden en laten het druppelen in zijn oren, dat verzacht hem dat zeer goed.

376. Zere ogen.

Men zal de wierook van Bursera thurifera tot poeder doen en doet daartoe een deel van het witte van en ei of vrouwenmelk, dat is goed gedaan in de ogen [fol. 76r] die zeer tranen.

377. Wonden te stelpen.

Men zal nemen de wierook van Bursera thurifera en Aloë perryi en doe daartoe dat witte van een ei en kneden dat tezamen en binden dat op de ader of op de wond die zo zeer bloedt dat niemand het stelpen kan, dan stelpt dat bloed en wordt ook die pleister vaak vernieuwd, de wond heelt daarvan.

378. Die bloed spuwt.

Men zal wierook van Bursera thurifera goed klein wrijven en geven te nuttigen diegene die bloed spuwt, want het er is geen geneesmiddel beter tegen.

379. Hersens.

De rook van de wierook of Bursera thurifera is goed de hersens want het versterkt beide de geest en de memorie.

380. Tegen maag, tegen lever.

De notenmuskaat van Myristica fragrans is goed die van de lever ziek is en zijn spijs niet kan verteren, hij zal nemen die muskaat en wrijven en kook het in wijn en drinken de wijn dan vergaat hem de ziekte.

381. Die muscaten.

Die muscate salmen kiesen bi dien dat si slecht is ende swaer van hoer grote, ende die niet en puluert als mense breect ende scarpe smake heeft als mense etet.

382. Hanken.

Men sel den cost wriuen van aloe ende doen daer toe boem oly ende een luttel wiins ende een luttel wasses ende wellet dat te samen die salue is harde goet den ghenen die in die hanke siec is.

383. Grote zweet.

Die gaghel is cout inden eersten graet ende droghe inden .ij. graet, wie so dicke swetet sere ende cranc daer of wart, hi sal hem saluen met olye die men vanden gaghel maect, dat doet hem ontstaen die grote sweet ende sterket hem die leden.

384. Ieghen haer.

Die dat haer vallet hi sel siin hoeft saluen metter seluer oly dat doet hem dat haer dicke warden ende vaste staen.

385. Ten hoefde.

Die die oly niet en heeft die neme die blade vanden gaghele ende siedense in water ende dwaen siin hoeft daer mede, dat helpt hem wel, maer die oly is daer toe beter want si heeft mere cracht.

386. Ten buuc euel.

Dat saet vanden gagle is goet gheten den ghenen die an dat buuc euel siec is, oec ist goet ieghen den hoest gheten.

387. Ten groten euel.

Die ganciane is heet ende droghe inden .iij. graet, men stote die bladen vander rute ende nemen dat sop ende doen daer toe puluer dat ghemaect is vanden ganciane dat is goet ghedronken den ghenen die tgrote euel heeft.

388. Verbarnt.

Die lelie is cout ende nat, warden die bladen vander lelien soden ende ghestoten ende ghebonden(88) op enen harten swere, hi wart weec daer of ende breket sonder seer. Want die wortel vander lelie ghesoden ende wart daer of ene salue ghemaect, si help<t> den ghenen (fol. 76v) die verbarnt is van vier of van water.

389. Die atter rasent.

Die atter rasent die sal nemen ysope ende polleye ende siedense in wiin ende drinken den wiin so sacht hem dat euel. Die melc vander gheit die helpt hem wel ghenut, is si dic. Hi sal hem hoeden van sure ende van soute spise, hi en sal ghene arweten eten noch coude dranc drinken.

390. Seer slapen.

Die litargia is een vreeslic euel, dat euel mach men dus bekennen: diet heeft hi slaept sere, hi leghet opwaert ghekeert, die mont is hem open, die oghen sien hem beloken, die wieken vanden oren sien hem cout. Men sellen bedden daert licht is, men sellen nemen biden kinne of bider nosen of biden oren ende roepen hem an ende binemen hem den slaep so men meest mach.

381. De muskaten.

Die notenmuskaat van Myristica fragrans zal men kiezen die klein en zwaar is van haar grootte en die niet poeder wordt als men ze breekt en scherpe smaakheeft als men het eet.

382. Tussen de knie en voet.

Men zal de bast wrijven van Aloë perryi en doen daartoe olijfolie van Olea sativa en wat wijn en wat was en kook dat tezamen, die zalf is erg goed diegene die tussen de knie en voet ziek is.

383. Zeer zweten.

De gagel of Myrica gale is koud in de eerste graad en droog in de 2de graad, wie zo vaak zeer weet en ziek daarvan wordt, hij zal zich zalven met olie die men van de gagel maakt, dat doet hem ophouden dat zeer zweten en versterkt hem de leden.

384. Tegen haar.

Die dat haar valt, hij zal zijn hoofd zalven met dezelfde olie, dat doet hem dat haar dik worden en vaststaan.

385. Tegen hoofd.

Die de olie niet heeft die neemt de bladeren van de gagel of Myrica gale en kook het in water en wast zijn hoofd daarmee, dat helpt hem goed, maar de olie is daartoe beter want het heeft meer kracht.

386. Tegen buikziekte.

Dat zaad van de gagel of Myrica gale is goed gegeten diegene die aan de buik ziek is, ook is het goed tegen de hoest gegeten.

387. Tegen vallende ziekte.

De gentiaan of Gentiana lutea is heet en droog in de 3de graad. Men stampt de bladeren van de wijnruit of Ruta graveolens en nemen dat sap en doet daartoe poeder dat gemaakt is van de gentiaan, dat is goed gedronken diegene die de vallende ziekte heeft.

388. Verbrand.

De lelie of Lilium candidum is koud en nat, worden de bladeren van de lelie gekookt en gestampt en gebonden op een harde zweer, het wordt week daarvan en breekt zonder pijn. Want de wortel van de lelie gekookt en wordt daar een zal van gemaakt, het helpt diegenen [fol. 76v] die verbrand is van vuur of van water.

389. De atter (1) raast of dol.

De atter raast of dol die zal nemen hysop of Hyssopus officinalis en polei van Mentha pulegium en kook het in wijn en drinken de wijn dan verzacht hem de ziekte. De melk van de geit die helpt hem wel genuttigd, is het dik. Hij zal hem hoeden van zure en van zoute spijs, hij zal geen erwten of Pisum sativum eten nog koude drank drinken.

390. Zeer slapen.

De slaapzucht is een vreselijke ziekte, die ziekte kan men aldus herkennen: die het heeft hij slaapt zeer, hij ligt opwaarts gekeerd, de mond is bij hem open, de ogen zijn gesloten, de oorlellen van de oren zijn bij hem koud. Men zal hem te bed leggen daar het licht is, men zal hem nemen bij de kin of bij de neus of bij de oren en roepen hem aan en benemen hem de slaap zo goed als men kan.

(1). De onder de tong liggende zenuw, die men de raasader noemt.

391. Ten sniesen.

Men sel te samen menghen edic ende sout ende wriuen daer mede sine hande ende sine voete ende sine bene; men sel nemen witte scamponie ende wriuense ende blasense doer een pipe inder nose, dat doeten sniesen ende verlicht hem dat euel.

392. Te verwoede hersen.

Den ghenen die den hersen verwoet, is, die sal men baden in ene stede die donker is ende cout, men sel hem dat haer vanden hoefde sceren ende nemen dan edic ende dwaen hem dat hoeft daer mede seer ende langhe.

393. Men sel nemen oly die van rosen is ghemaect ende saluen dat hoeft daer mede, men sal hem bloet laten an die ader die leghet midden an tfoerhoeft of ant scarp van der nose. Men sal nemen een veder ende nettense in water dat van rosen is ghemaect ende stekense in die puluer die ghemaect is van camphore ende stekense dan in sine nose, dat doet hem sniesen ende suuert hem die hersen.

394. Men sel nemen edic ende sout ende menghen dat te samen ende wriuen daer mede dat hole van siin handen ende van sinen voeten. Dat is te weten waer si leghet die dat euel heeft, daer en sal niement roepen noch lude spreken.

395. Ten hoesten.

Die den hoest heeft hi is roet int aensicht ende dorst hem dicke ende lusten hem bet te wesen an der coude dan an der hetten, so is dat euel van heter nature. Mach hi vele op rasenen, so sal hi bloet laten midden inden boghe vanden arm of op die scouderen is hy so out ende so crachtich dat hijt doghen mach. Rasent hi oec luttel op, salmen hem saluen die borst met oly die is ghemaect van fiolen ende hi sal eten warmoes dat van pople ghemaect is met smoute.

396. Men sal nemen gherste ende nettense ende stotense so langhe dat die (fol. 77r) scelle of gaet, so selmense dwaen ende nemen die kerle ende siedense in water harde seer ende wringhen dat te samen doer enen doec, dat is goet ieghen dat euel.

397. Men sel nemen cardimonie ende rute euen wechte ende maken daer of puluer ende nutten dat met ander spise, dat helpt wel den ghenen die die maghe cranc heeft ende die siin spise niet verduwen mach.

398. Wonde te stempen.

Die ghewont wart ende soe sere bloet dat niement stempen can, hi sal nemen die wortel vander fiolen die witte bloemen draghen, ende kuen onder siin tanden ende swelghen dat sop, soe ontstaet hem dat bloet. Oec scrijft macer dat licorisse die selue craft heeft.

399. Die thart verbliden.

Dit sien die crude die droeue herten verbliden ende starken ende al den lichaem: barago, bletatotus, ambra, folium, galanga, seduare, nux muscate, cubelen.

400. Te sweten.

Dit sien crude die doen swete[n]: lauri, piper, ghengheuaer, ruta.

391. Tegen niezen.

Men zal tezamen mengen azijn en zout en wrijven daarmee zijn handen en zijn voeten en zijn benen; men zal nemen witte scammonia of Convolvulus scammonia en wrijven en blazen het door een pijp in de neus, dat laat hem niezen en verlicht hem die ziekte.

392. Tegen dolle hersens.

Diegene die de hersen dol is, die zal men baden in een plaats die donker is en koud, men zal hem dat haar van het hoofd scheren en nemen dan azijn en wassen hem dat hoofd daarmee zeer en lang.

393. Men zal nemen olie die van rozen gemaakt is en zalven dat hoofd daarmee, men zal hem bloed laten aan de ader die ligt midden aan het voorhoofd of aan het scherpe van de neus. Men zal nemen een veer en nat het in water dat van rozen is gemaakt en steken het in dat poeder dat gemaakt is van kamfer of Dryobalanops aromatica en steek het in zijn neus, dat doet hem niezen en zuivert hem de hersens.

394. Men zal nemen azijn en zout en mengen dat tezamen en wrijven daarmee de holte van zijn handen en van zijn voeten. Dat is te weten waar die ligt die deze ziekte heeft, daar zal niemand roepen nog luid spreken.

395. Tegen hoesten.

Die de hoest heeft hij is rood in het aanzicht en heeft vaak dorst en wil hij het liefst in koude dan in de hitte ween, dan is de ziekte van hete natuur. Mag hij veel braken, dan zal hij bloed laten midden in de boog van de arm of op de schouder is hij zo oud en zo krachtig dat hij het gedogen kan. Braakt hij ook weinig op, men zal hem zalven de borst met olie die is gemaakt van viool of Viola odorata en hij zal eten warme groente dat van populier gemaakt is met vet.

396. Men zal nemen gerst of Hordeum vulgare en maak het nat en stamp het zo lang zodat de schil [fol. 77r] er af gaat en neem de kern en kook het zeer erg in water en wring dat tezamen door een doek, dat is goed tegen die ziekte.

397. Men zal nemen kardemom of Elettaria cardamomum en wijnruit of Ruta graveolens even gewicht en maken daarvan poeder en nuttig dat met andere spijs, dat helpt goed diegene de maag ziek heeft en die zijn spijs niet verteren kan.

398. Wonden te stelpen.

Die gewond wordt en zo zeer bloedt zodat niemand het stelpen kan, hij zal nemen de wortel van de violier of Matthiola incana die witte bloemen dragen en kauw het onder zijn tanden en zwelg dat sap, zo stelpt hem dat bloed. Ook schrijft Macer dat zoethout of Glycyrrhiza glabra diezelfde kracht heeft.

399. Die het hart verblijden.

Dit zijn de kruiden die droevige harten verblijden en versterken en al het lichaam: van bernagie of Borago officinalis, bletatotus, (?) amber (afscheidingproduct van een potvis), foelie of notenmuskaat? van Myristica fragrans, galanga van Alpina officinarum, zeduar of Curcuma zedoaria, nootmuskaat van Myristica fragrans, staartpeper of Piper cubeba.

400. Tegen zweten.

Dit zijn kruiden die laten zweten: laurier of Laurus nobilis, peper of Piper nigra, gember Zingiber officinalis, wijnruit of Ruta graveolens.

401. Suker rosaet op taflen (1) die sterken dat herte. Suker rosaet in bussen is goet ieghen bleecsucht. Dyadragant is goet der borst. Lactuarium doet een menschen te camer gaen.

402. Thoeft van poreyden loec ghesoden in wiin of in borm ende met swinen smoute ende gheplaistert op een swel, dat gheneset tswel al thant dat comt van herten.

403. Te quaden euel.

Rechte boete ieghen dat vallende euel: men sal nemen gariofilate, half wert papencruut, reyneuaen, biuoet, ende stampent te gader ende gheuen tsop met een luttel wiins te nutten den sieken.

(fol. 78r) 404. Tieghen wonden.

Men sel blade nemen vander betonien ende een luttel souts ende stoten dat te samen ende legghent in een wonde die in ghesleghen is, dat doetse wel helen.

405. Een wonde die qualic heelt.

Men sel nemen wiroec ende aloe ende twitte vanden eye, ende bindent al te samen op die ader of op die wonde die sere bloet, het doetse stempen ende seer helen.

406. Bloet stempen.

Men sel nemen tinghewade vander speen verken of van een cuken al warm, ende legghen op die wonde daer die darme wt gaen, ende ist dat si heft of blaest, so nem die longhen van een scape al warm ende bintse daer op.

407. Ten hoeft wonden.

Tieghen hoeftwonden nem bitonie ende wrijfse ontwe ende maec plaisteren daer of ende leyse in die wonde (fol. 78v) ende om den derden dach verbint, dat helpt wel.

408. Tieghen wonde zenen.

Als die zenen ghewont sien so nem out verken smeer ende rute ende weghebrede ende stampse ouereen ende maec plaister ende leit daer op.

409. Dranc ten wonden.

Item dit is wonden dranc: nem raedhiel, wondencruut, weghebrede ende matelieuen ende stoetse te samen in een mortier ende cleyns tsop doer een doec ende ghift den ghewonden te drinken dat doetse helen sonder piin.

410. Ten wonden.

Item yserne ghestampt ende dat sop oft cruut ghestoten op een verske wonde gheleit doetse helen.

411. Ten wonden.

Dille ghestampt met netelen ende op wonden gheleit met swinen smout dat gheneest verske wonden.

412. Dit is dranc ten wonden: men sel nemen meden, coel, senip, rute, odeuaers bec, biuoet, weghebrede, reyneuaen ende confliaen ende wortelen van mede, dit selmen al te gader stampen ende clensent doer een cleet, ende men sel nemen twiuout al so vele als des saeps is vanden crude. Ende al selment sieden met half den sape ende alset wel ghesoden is ende wel vercoelt is, so selment menghen dat raeu metten soden: dese dranc is goet.

401. Rozensuiker als een tafel die versterken het hart. Rozensuiker in bussen is goed tegen bleke gelaatskleur. Sap van Astragalus glycyphyllos is goed de borst. Likkepot doet een mens naar toilet gaan.

402. Het hoofd van prei of Allium porrum gekookt in wijn of in (bron)water en met zwijnenvet en gepleisterd op een gezwel, dat geneest het gezwel dadelijk dat komt van het hart.

403. Tegen vallende ziekte.

Rechte boete tegen de vallende ziekte: men zal nemen kruidnagel of Syzygium aromaticum, half gewicht paardenbloem of Taraxacum officinale, reinvaarn of Tanacetum vulgare, bijvoet of Artemisia vulgaris, en stampen het tezamen en geef het sap met wat wijn te nuttigen de zieke.

[fol. 78r] 404. Tegen wonden.

Men) zal bladeren nemen van de betonie of Stachys officinalis en wat zout en stampen dat tezamen en leggen het in een wond die ingeslagen is, dat doet het goed helen.

405. Een wond die slecht heelt.

Men zal nemen wierook van Boswellia thurifera en Aloë perryi en het witte van een ei en binden het al tezamen op de ader of op de wond die zeer bloedt, het doet het stelpen en zeer helen.

406. Bloed stelpen.

Men zal nemen ingewand van de speenvarken of van een kuiken al warm en leggen op de wond daar de darmen uitgaan en is het dat het opheft of blaast (93), dan neem de longen van een schaap al warm en bindt het daarop.

407. Tegen hoofdwonden.

Tegen hoofdwonden neem betonie of Stachys officinalis en wrijf het stuk en maak pleisters daarvan en leg het in de wond [fol. 78v] en om de derde dag opnieuw verbinden, dat helpt goed.

408. Tegen gewonde zenuwen.

Als de zenuwen gewond zijn zo neem oud varkensvet en wijnruit of Ruta graveolens en grote weegbree of Plantago major en stamp ze door elkaar en maak een pleister en leg het daarop.

409. Drank tegen wonden.

Item; dit is wonden drank: neem Hylotelephium telephium, wondenkruid (?), grote weegbree of Plantago major en madelief of Bellis perennis en stamp ze tezamen in een mortier en wring het sap door een doek en geef het de gewonde te drinken dat laat het helen zonder pijn.

410. Tegen wonden.

Item; ijzerkruid of Verbena officinalis gestampt en dat sap of het kruid gestampt en op een verse wond gelegd doet het helen.

411. Tegen wonden.

Dille of Anethum graveolens gestampt met brandnetel of Urtica urens en op wonden gelegd met zwijnenvet dat geneest verse wonden.

412. Dit is drank tegen wonden: men zal nemen meekrap of Rubia tinctoria, kool of Brassica oleracea, mosterd van Sinapis alba, wijnruit of Ruta graveolens, ooievaarsbek of Geranium rotundifolium, bijvoet of Artemisia vulgaris, grote weegbree of Plantago major, reinvaren of Tanacetum vulgare en Consolida: plant om te verenigen, zie nummer 15, en wortels van meekrap of Rubia tinctoria, dit zal men alle tezamen stampen en(94) wring het door een kleed en men zal nemen tweemaal zo veel als er sap is van het kruid. En alles zal men koken met half het sap en en als het goed gekookt en goed verkoeld is dan zal men het mengen het rauwe met het gekookte: deze drank is goed.

(1) op taflen doelt wellicht op de presentatie van de suker rosaet: de suiker wordt in de vorm van een tafel of brood gevormd.

(fol. 80r) 413. Dit sien die verworpen daghen inden iaer: daer sien .xxxii.

In elke[n] iare sien .xxxii. daghen besceydelic als die meesters gheproeft hebben inden planeten dat gaet hem qualike.

Januarius heeft der daghe .vi.: dat is die eerste .ij., die .v., die .vii., die .viij. ende die veertiende.

Februarius heefter .iii.: dat is die .vi., die .vii. ende die neghentiende.

Martius heefter .iii.: dat is die viifte, die .xvi. ende die neghentiende.

April heefter .iii.: dat is die .vij., die achtende ende die vijftiende.

Maius heefter .iij.: dat is die .vij., die .xi. ende die seuentiende.

Junius heefter een: dat is die .vij.

Julius heefter .ij.: den .xv. ende den .xvij.

Augustus heefter .ij. den xix. ende den xx.

September heefter drie: dat is den .ix., den .xiii. ende den .xix.

October heefter een: den sesten.

Nouember heefter .ij.: den sestienden ende den seuentienden.

December heefter drie: dats den .vi., den .vij. ende den vijftienden.

In desen daghen sel hem een mensche hoeden dat hi gheen bloet en late; so wie bloet laet inden achtende dach aprilis of den eersten daghes in december, die steruet binnen .xl. daghen. So wie des (fol. 80v .vii. of des .xi. daghes bloet laet, die wart blint. So wie op den lesten in martis des .iiii. of des .v. daghes bloet laet, die en can in die iare dat cout euel niet bestaen. In desen quaden daghen bewaerdi, dat rade ic di.

Dit maecte galienus ende siin gheselscap.

Dit zijn de verworpen dagen in het jaar: er zijn er 32.

In elk jaar zijn er 32 dagen in het bijzonder zoals de meesters beproefd hebben in de planeten dan gaat het hen kwalijk.

Januari heeft er 6 dagen: dat zijn de eerste 2, die 5de, de 7de, de 8ste en de veertiende.

Februari heeft er 3: dat is de 6de, de 7de en de negentiende.

Maart heeft er 3: dat is de vijfde, de 16de en de negentiende.

April heeft er 3: dat is de 7de, de achtste en de vijftiende.

Mei heeft er 3: dat is de 7de, de .11de en de zeventiende.

Juni heeft er een: dat is de 7de.

Juli heeft er 2: de 15de en de 17de.

Augustus heeft er 2, de 19de en de 20ste.

September heeft er drie: dat is de 9de, de 23ste en de 29ste.

Oktober heeft er een: de zesde.

November heeft er 2: de zesde en de zeventiende.

December heeft er drie: dat is de 6de, de 7de en de vijftiende.

In deze dagen zal een mens zich hoeden dat hij geen bloed laat; zo wie bloed laat in de achtste dag van april of de eerste dag in december, die sterft binnen 40 dagen. Zo wie de [fol. 80v ].7de of de 11de dag bloed laat, die wordt blind. Zo wie op het laatste van maart de 4de of 5de dag bloed laat, die kan in dat jaar de koude ziekte niet overleven. In deze kwade dagen behoed je, dat raad ik u.

Dit maakte Galenus en zijn gezelschap.

414. In vrouwen kindelbet.

Daer ene vrouwe in kindelbedde leghet, nem biuoet ende legten onder thoeft ende steecten bouen den bedde daer si leghet ende hanght den wortel an horen hals ieghen bose ghespaente, hi iaghet den duuel vanden menske.

415. Ieghen tgrote onghemac.

Jeghen tgrote onghemac nem enen odeuaer ende dien siet, ende drinc dat water alle daghe binnen den iare te helpe dinen liue ende dat en versume niet om hetten noch om coude eer die siecheit ane gaet.

416. Ieghen den stien.

Jeghen den stien nem wingaertranken ende barn die te aske ende ouden sterken wiin ende maec ene loghe daer doer, ende laet den wiin staen ghemenghet doer die aske .iii. daghe, dan so clenser doer enen doec ende ghif den sieken te drinken warm auonts ende uchtens, so breect die stien.

417. Ieghen water te maken.

So wie niet pissen mach neem gherwen sop ende venecoel sop euen vele ende doch dat in enen pot ende set op die colen ende alst beghint te sieden so docht vanden vier ende nem dat claer bouen of ende docht in een glas dat is goet ieghen alrehande oecheuel.

418. Ten kanker.

Jeghen den blinde kanker saltu nemen netelen ende sout ende stampen dat te gader ende legghent opt seer.

419. Verghifnisse.

Rute is goet gheten ieghen verghiffenisse,

420. Bloet stempen.

Jeghen bloet stempen soe segghe dit driewarue: longius miles latus domini perforauit et continuo exuit sanguis et aqua, sanguis redempcionis et aqua baptismatis; sanguis restuit et non aqua exuit, sic restet sanguis iste in nomine patris et filii et spirito sancti amen.

414. In kraambed.

Daar een vrouw in kraambed ligt, neem bijvoet of Artemisia vulgaris en leg het onder het hoofd en steek het boven het bed daar ze inligt en hang de wortel aan haar hals tegen boos gespenst, het jaagt de duivel van de mens.

415. Tegen de vallende ziekte.

Tegen de vallende ziekte neem een ooievaar en die kook en drink dat water alle dagen binnen het jaar om te helpen uw lijf en dat verzuim je niet vanwege hitte nog om koude eer die ziekte komt.

416. Tegen de steen.

Tegen de steen neem wijngaardranken van Vitis vinifera en verbrand die tot as en oude sterke wijn en maak een loog daarvan en laat de wijn staan gemengd met die as 3 dagen, dan zo wring het door een doek en geef de zieke te drinken warm ’s avonds en ’s morgens, dan breekt de steen.

417. Tegen water te maken.

Zo wie niet pissen kan neemt duizendblad of Achillea millefolium sap en venkel of Foeniculum vulgare sap, even veel, en doe dat in een pot en zet die op kolen en als het begint te koken zo doe het van het vuur en neem dat heldere van boven of doe het in een glas, dat is goed tegen allerhande oogziekte.

418. Tegen kanker.

Tegen de blinde kanker zal u nemen brandnetel of Urtica urens en zout en stampen dat tezamen en leg het op het zeer.

419. Vergif.

Wijnruit of Ruta graveolens is goed gegeten tegen vergif.

420. Bloed stelpen.

Tegen bloed stelpen zo zeg dit driemaal: Longius; (1) een soldaat die de Heer doorstak zijn zijde en onmiddellijk bloedde en hij heeft verder water bloedrood gemaakt en het bloed van het verrijzenis van het water van de doop; Stel niet uit het water en het bloed, zoveel er nog over is van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, Amen, in de naam van het bloed van deze man.

(1) Longi(n)us is volgens een apocrief evangelie de naam van de Romeinse soldaat die Christus aan het kruis met zijn speer de zijde doorboorde. De zg. Longinus-zegen komt veelvuldig voor in de middeleeuwen en in latere eeuwen.

421. Ten wormen.

Jeghen alrehande wormen die menich inden buuc heeft of in die maghe, nem een hant vol wortelen van persekers bider eerden ende stoetse te sticken ende menghe dat sop met gheyten melc ende drinc dat, dat is di goet.

422. Ten zenen.

Jeghen zenen die vercrompen sien, nem .iiii. pertrisen hoefden ende barnse te puluer ende nem dat puluer ende eitet in drien eyeren ghebacken als die mane waent.

423. Ten venenden leden.

Jeghen venende leden nem spat vanden biuoet ende menghet dat met oly rosaet ende saluer mede die leden.

424. Ten ghewonden zenen.

Als een siin zenen (fol. 81r) ghewont sien, nem barghen smeer, rute ende weghebladen, ende stamp dat ouer een ende maec hier of een plaister ende legtet op die wonden.

425. Ieghen tfier.

Diet quaet vier heeft hi sel nemen venigriec, liinsaet ende bilsaet ende maken een plaister ende legghent daer op, hi gheneest.

426. Ten doden kinde.

Als een vrouwe een kint in haren lichaem doet is, so salse drinken caneel met warmen water, so wert dat kint staphant gheboren.

427. Haer wassen.

Nem agrimonie ende wriifse met gheten melc op die stede: daer gheen haer is daer sel haer wtgaen.

428. Ten spenen.

Jeghen die spenen nem barghen smout ende haers, dit selmen sieden te gader ende legghent op die spenen, si sullen nesen.

429. Buuc euel.

Comiin ghesoden met asiin stopt dat buuc euel.

430. Die gheen oriin en hout.

Die siin oriin niet binnen mach houden, hi neme latuen saet ende stoten dat te puluer, ende menghen dat met wiin ende drinken dat.

421. Tegen wormen.

Tegen allerhande wormen die menigeen in de buik heeft of in de maag, neem een handvol wortelen van perzik of Prunus persica bij de aarde en stamp het stuk en meng dat sap met geitenmelk en drink dat, dat is u goed.

422. Tegen zenuwen.

Tegen zenuwen die verkrompen zijn, neem 4 patrijzen hoofden en brand het tot poeder en neem dat poeder en eet het in drie eieren gebakken als de maan vermindert.

423. Tegen vergiftigde leden.

Tegen vergiftidge leden neem stukjes van de bijvoet of Artemisia vulgaris en meng het dat met olie van rozen en zalf er mee de leden.

424. Tegen gewonden zenuwen.

Als een zijn zenuwen [fol. 81r] gewond zijn, neem mannelijk zwijnenvet, wijnruit of Ruta graveolens en bladeren van weegbree of Plantago major en stamp dat door elkaar en maak hiervan een pleister en leg het op de wonden.

425. Tegen heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos.

Die heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos heeft hi j zal nemen fenegriek of Trigonella foenum-graecum, lijnzaad van Linum usitatissimum en zaad van bilzekruid, Hyoscyamus niger en maken een pleister en leg het daarop, hij geneest.

426. Tegen dood kind.

Als een vrouw een kind in haar lichaam dood is, dan zal ze drinken kaneel of Cinnamomum verum met warm water, zo wordt dat kind dadelijk geboren.

427. Haargroei.

Neem Agrimonia eupatoria en wrijf het met geitenmelk op die plaats: daar geen haar is daar zal haar komen.

428. Tegen aambeien.

Tegen de aambeien neem mannelijk zwijnenvet en hars, dit zal men tezamen koken en leg het op de aambeien, ze zullen genezen.

429. Buikziekte.

Komijn of Cuminum cyminum gekookt met azijn stopt de buikziekte.

430. Die geen urine houdt.

Die zijn urine niet kan maken, hij neemt sla of Lactuca sativa zaad en stampt dat tot poeder en meng dat met wijn en drinkt dat.

431. Die den lichaem heft.

Wie den lichaem heft, hi neme honich ende half sout ende siede dat te gader ende roert stadelike al al ouer langhe; [alst] ghesoden is, so selmen drupen op den naghel, staet het vaste ende niet en vliet, so ist ghenoech.

432. Gheswollen macht.

Die siin macht gheswollen is, hi siede himszaet met water ende legghet daer op, het is ghenesen, of maect een plaister vanden zade vander roeder netelen ende van betonien euen vele ende rogghen meel ende legtet opt swel.

433. Ten vrouwen stonden.

Violetten met wine ghedronken sien goet den vrouwen als hore stonde comt.

434. Die verbarnt is.

Jeghen verbarnthede nem eyeren ende sietse harde ende nem die doderen ende berntse te smoute in een scerf ende dan saluer mede die stede die verbarnt is.

435. Ghesuollen macht.

Die siin macht gheswollen is, hi sel nemen vele salien bladen ende siedense met wine ende versieden tsop totter helfte ende dan dwaetser mede, hi gheneset alte hant.

436. Die doef is.

Soe wie doef is, hi neme tsop van betonien ende oly van rosen ghemenghet te samen ende laet drupen in die oren.

437. Ten mont euel.

Jeghen mont euel, nem wegheblare ende honts ribbe en[de] stampse ende hout dat sop in dinen mont.

438. Ionc te scinen.

Die ionc wil scinen, hi neme water van goutbloemen ende dwa siin aensicht daer mede, ende van matelieuen.

439. Ten claporen.

Claporen comen van enden clieren; als die risen, nem wegheblade ende sout ende stamp dit te gader ende legghent daer op, so slinctsi.

440. Ter borst.

Wien so dicke walghet of spuet of siec is an die borst, hi sel nemen bladen van betonien ende drinkense met lawen water. Oec is dat water (fol. 81v) goet ghedronken die an die milte of an die leuer siec is, het helpt hem.

431. Die de loop of diarree heeft.

Wie de loop heeft, hij neemt honing en half zoveel zout en kook dat tezamen en roer het voortdurend al zeer lang; en als het gekookt is zo zal men het druppelen op de nagel, staat het vast en niet vloeit, dan is het genoeg.

432. Gezwollen geslacht.

Die zijn geslacht gezwollen is, hij kookt lijnzaad van Linum usitatissimum met water en leg het daarop, het is genezen, of maak een pleister van het zaad van de rode brandnetel of Urtica pilulifera en van betonie of Stachys officinalis even veel en roggemeel of Secale cereale en leg het op het gezwel.

433. Tegen vrouwen stonden.

Viool of Viola odorata met wijn gedronken is goed de vrouwen als hun stonde komt.

434. Die verbrand is.

Tegen verbranding neem eieren en kook het erg goed en neem de dooiers en verbrand het tot vet in een pot en dan zalf er mee die plaats die verbrand is.

435. Gezwollen geslacht of roede.

Die zijn geslacht gezwollen is, hij zal nemen veel salie bladeren of Salvia officinalis en koken het met wijn en verkook het sap tot de helft toe en dan was het ermee, hij geneest dadelijk.

436. Die doof is.

Zo wie doof is, hij neemt het sap van betonie of Stachys officinalis en olie van rozen gemengd tezamen en laat druppelen in de oren.

437. Tegen mond ziekte.

Tegen mond ziekte, neem bladeren van weegbree of Plantago major en smalle weegbree of Plantago lanceolata en stamp ze en hou dat sap in uw mond.

438. Jong wil lijken.

Die jong wil lijken, hij neemt water van goudsbloemen of Calendula officinalis en wast zijn aanzicht daarmee en van madelief of Bellis perennis.

439. Tegen kwaadaardig gezwel (bubo), in de klieren onder de oksels.

Kwaadaardig gezwel (bubo), in de klieren onder de oksels komen van einden van klieren; als die rijzen, neem bladeren van weegbree of Plantago major en zout en stamp dit tezamen en leg het daarop, dan slinken ze.

440. Tegen de borst.

Wie zo vaak walgt of spuwt of ziek is aan de borst, hij zal nemen bladeren van betonie of Stachys officinalis en drinken het met lauw water. Ook is dat water [fol. 81v) goed gedronken die aan de milt of aan de lever ziek is, het helpt hem.

441. Ten oren.

Die in die oren siec is of die doef is, hi neme tsop vander bitonien ende oly van rosen ende menghet te gader ende laetet van sine vingheren drupen in siin oren, het betert hem sonder twifel.

442. Ten stien.

Plinnus seit so wie vanden stien siec is, hi nutte bitonie.

443. Der tonghe.

So wie die tonghe ghecloeft is, hi neme mente ende stampse ende wriuer mede die tonghe die ghecloeft is, si gheneest.

444. Sere lenden.

So wie an die lenden siec is, hi neme bladen van alante ende stampse ende siedet in wiin ende legghent op enen doec ende binden siin lenden daer mede.

445. Wonden die te zaen heel sien.

Wonden die te zaen heel sien: nem die blade van agrimonie ende legghes op die wonde.

446. Ten oghen.

Duuen quaet ende ghersten meel ende asiin is goet die siin oghen binnen swollen sien.

447. Ten cramp.

Desene is goet ieghen den cramp, ghesoden in wiin al heet daer op gheleit.

448. Die doef is, hi neem verse smeer van calueren ende weel in siin oren, hi sal ghenesen, al waer dat euel harde swaer.

449. Swel.

Jeghen gheswel dat men wil doen wt breken, men neme comiin ende siedent in versche boter.

450. Ten kinne.

Jeghen den kinne als men waent datter vier an is, men neme puluer ende matelieuen ghestampt ende vrouwen soc ende ghersten meel warm in ene panne ende maken daer of een plaister ende legghent ouer dat seer, het geneest.

451. Ten seren veden.

Jeghen sere veden nem soete roem ende bestriken daer mede, hi gheneest.

441. Tegen de oren.

Die in de oren ziek is of die doof is, hij neemt het sap van de betonie of Stachys officinalis en olie van rozen en meng het tezamen n laat het van zijn vingers druppelen in zijn oren, het verbetert hem zonder twijfel.

442. Tegen de steen.

Plinius zegt zo wie van de steen ziek is, hij nuttigt betonie of Stachys officinalis.

443. De tong.

Zo wie de tong gekloofd is, hij neemt munt of een Mentha soort en stamp het en wrijft er meer de tong die gekloofd is, ze geneest.

444. Zere lenden.

Zo wie aan de lenden ziek is, hij neemt bladeren van alant of Inula helenium en stampt ze en kookt het in wijn en leg het op een doek en binden zijn lenden daarmee.

445. Wonden die te snel heel zijn.

Wonden die te snel heel zijn: neem de bladeren van Agrimonia eupatoria en leg het op die wond.

446. Tegen de ogen.

Duivenstront en gerstemeel of Hordeum vulgare en azijn is goed voor die zijn ogen van binnen gezwollen zijn.

447. Tegen de kramp.

Hondsdraf of Glechoma hederacea (?) is goed tegen de kramp, gekookt in wijn en al heet daarop gelegd.

448. Die doof is, hij neemt vers vet van kalveren en draait het in zijn oren, hij zal genezen, al was de ziekte erg zwaar.

449. Gezwel.

Tegen gezwel dat men wil doen uitbreken, men neemt komijn of Cuminum cyminum en kook het in verse boter.

450. Tegen de kin.

Tegen de kin als men waant dat er vuur aan is, men neemt poeder en madelief of Bellis perennis gestampt en vrouwen zog en gerstemeel of Hordeum vulgare warm in een pan en maak daarvan een pleister en leg het over dat zeer, het geneest.

451. Tegen zere roede.

Tegen zere roede, neem zoete room en bestrijk het daarmee, hij geneest.

452. Hier beghint dat boec der wateren.

Die dat grote euel wil leren te nesen so dattet den mensche nymmermeer en porre van so wilker nature dat het si of complexien, al waer dat sake dattet die mensche hadde ghedraghen .c. iaer, hi soude ghenesen binnen .xl. daghen.

453. Aqua philosophorum.

Ysopo ende polley, groffliate ende sicorie, euen veel te samen ghedaen in ene clocke ouer tfier, daer wt selmen water sublimeren ende ontfaen; dat water selmen heten aqua philosophorum ende heeft in hem menighe verholen virtute die mach warden gheopenbaert metter examinacien van hem seluen ende van anderen commixturen.

454. Ten groten euel.

Beuenelle, rute, petercelie van sanderien, sedewaer, aloe ende kaelmie, ende van elken euen swaer, dat selmen al ontween wriuen ende siedent te samen in aqua philosophorum so langhe dat dat derdendeel versoden si; daer na sel ment wt doen ende wringhent doer enen scoenen doec ende houdent dan in een glasen vat vast bestopt neghen daghe; daer na selment gheuen te drinken elkes morghens nuchteren den ghenen (fol. 82r) die dat vallende euel hebben tot .xl. daghen. Ende oec dit is die waerachtichste medeciin die ye vonden wert ieghen sulke saken. Aqua philosophorum nuchteren ghedronken dat doet alrehande iecht vergaen vten leden ende conforteert des menschen zenen bouen alle dinghen.

455. Aqua philosophorum met castorien ghesoden ende ghedronken elkes marghens, dats gherechte medicine ieghen alrehande iecht in dien dat si niet verstoruen en is inden mensche ende doet alre hande vlederswiin in den mensche.

456. Ieghen die fistele.

Tieghen die fistel saltu maken een plaister van werke ende nettense in aqua philosophorum ende netten dat euel daer mede, ende legghent daer op ende vermakent twie warue des daghes, dan saltu haestelike nesen.

457. Gheelzucht.

Tieghen veniinde gheelsuchte ende den rede. Aqua philosophorum is goet ieghen alle veniinde wonden diese daer mede wasket; diet oec nuchteren drinct .ix. morghen stonde, het verdriuet die ghelesucht ende het verdriift den rede so wane dat hi comt of van wat naturen dat hi si op dat ment drieweruen drinct.

458. Ten oghe euel.

Ruta, agrimonia, mandagrora testiculus, celidonia, met suker ende calemie te samen ghewreuen ende in ene clocke ouer tfier ghedaen daer wt salmen sublimeren ende ontfaen. Dat water selmen hieten aqua dulcedinis oculorum; dat water heeft grote cracht in hem, want het en is gheen euel so fel noch so quaet datten oghen te deren plecht, het en sie warachtich mediciin ten waer dat ment met gheenre medicijn ghenesen mach.

459. Tieghen veniin.

Aqua dulcedinis nuchteren ghedronken dat iaghet alrehande veniin vten mensche al waer dat sake dat hi hadde verghifnisse gheten of ghedronken, het soude hem tot sinen monde wt comen.

460. Dit water nuchteren ghedronken dat maect den mensche quiit ende gaue vanden witten water ende vanden roeden water.

452. Hier begint dat boek van de wateren.

Die de vallende ziekte wel leren te genezen zodat het de mens nimmermeer kwelt van zo welke natuur dat het is van samengesteldheid, al was het zo dat die mens het 100 jaar gedragen had, hij zou genezen binnen 40 dagen.

453. Water philosophorum.

Hysop of Hyssopus officinalis en polei of Mentha pulegium, kruidnagel of Syzygium aromaticum en cichorei of Cichorium intybus, even veel tezamen gedaan in een distilleerkolf boven het vuur, daaruit zal men water laten neerslaan en ontvangen; dat water zal men heten water philosophorum en heeft in hem menige verborgen kracht die geopenbaard mag worden met het onderzoek ervan en van andere mengsels.

454. Tegen vallende ziekte.

Bevernel of Pimpinella saxifraga, wijnruit of Ruta graveolens, peterselie van Alexandrië of Smyrnium olustratums, zeduar of Curcuma zedoaria, Aloë perryi en galmei of zinkcarbonaat en van elk even zwaar, dat zal men al in stukken wrijven en koken het tezamen in water philosophorum zo lang totdat het derdedeel verkookt is; daarna zal men het eruit doen en wringen het door een schone doek en houden het dan in een glazen vat vast gestopt negen dagen; daarna zal men het geven te drinken elke morgen nuchter diegenen [fol. 82r] die de vallende ziekte hebben tot 40 dagen. En ook dit is de waarachtigste medicijn die ooit gevonden werd tegen zulke zaken. Water philosophorum nuchter gedronken dat doet allerhande jicht vergaan uit de leden en versterkt de mensen zenuwen boven alle dingen.

455. Water philosophorum met bevergeil gekookt en gedronken elke morgen, dat is echte medicijn tegen allerhande jicht indien dat het niet verstorven is in de mens en doodt allerhande jicht in de mens.

456. Tegen de fistel of lopend gat.

Tegen de fistel of lopend gat zal u maken een pleister van pluksel en nat het in water philosophorum en nat de zieke daarmee en leg het daarop en vermaak het tweemaal per dag, dan zal u snel genezen.

457. Geelzucht.

Tegen venijnige geelziekte en de koorts. Water philosophorum is goed tegen alle venijnige wonden die het daarmee wast; die het ook nuchter drinkt 9 morgen stonden, het verdrijft de geelziekte en het verdrijft de koorts zo van waar dat het komt of van wat natuur dat het is opdat men het driemaal drinkt.

458. Tegen oogziekte.

Ruta graveolens, Agrimonia eupatoria, Mandragora officinarum, stinkende gouwe of Chelidonium majus, met suiker en galmei of zinkcarbonaat tezamen gewreven en in een distilleerkolf boven het vuur gedaan, daaruit zal men laten neerslaan en ontvangen. Dat water zal men heten water dulcedinis oculorum; dat water heeft grote kracht in zich want er is geen ziekte zo fel nog zo kwaad dat het de ogen te deren pleegt, het is een echte medicijn tenzij dat men het met geen medicijn genezen mag.

459. Tegen venijn.

Water dulcedinis nuchter gedronken dat jaagt allerhande venijn uit de mens al was het zo dat hij vergif had gegeten of gedronken, het zou hem bij zijn mond uitkomen.

460. Dit water nuchter gedronken dat maakt de mens kwijt en gaaf van het witte water en het rode water.

461. Ieghen thelsche vier.

Aqua dulcedin[i]s dat lescht dat helske vier inden derden daghe als men een plaister van werke daer in nettet ende legghet daer op. In dien dattet <t>fier is van swerter verwe ende alom blaeu. Mer wart het midden heet ende alomme roet, so en soudmens niet daer op legghen.

462. Ten kanker.

Dit water doot den kanker ende doet enen ghenesen die met aloe menghet ende nettet daer in een plaister van werke ende legghet daer op ende vermaect twewerue des daghes.

463. I[e]ghen den kanker ende den stien.

Beuenelle zaet, zenipsaet, peterceli zaet, eppen zaet, groffliaten (fol. 82v) zaet, clasen zaet ende mastic, elcs euen vele ontween ghewreuen met bucs bloede ghemenghet ende een luttel asiins dat selmen in ene clocke leghen ouer tfier; daer wt salmen water sublimeren dat wonde[r]lic te nutten is ende gheheten Aqua petralis. So wie dat onderhauich [is] vanden stien, hi sie wit of ru of slecht, drinct hi elkes daghes nuchteren hi breect ende te gaet vanden mensche.

464. Ieghen alrehande rude.

Aqua petralis doet binnen den derden daghe alrehande rudicheyt vergaen diese daer mede wasket.

465. Scone verwe.

Diese nuchteren drinct dat maect goet bloet ende scone verwe inden mensche.

466. Ieghen die iecht.

Aqua petralis met castorien ghesoden ende twewerue des daghes ghedronken, dat doet alrehande iocht vten mensche vlien, is dat sake dat si niet ghestoruen en si in die zenen, ende het conforteert die zenen ende verdriift die iecht.

467. Aqua lazida.

Zauelboem, ysopo, gladie ende aueroene te samen ghestampt euen vele, ende ouer tfier ghedaen, daer of water ghemaect, dat is van starker naturen ende heet aqua lasida. Het verdriift alrehande hoeftswere dit ene werue des daghes ghenut, verdrijft alrehande coerts so van wat naturen dat hi si, weder heet of cout. Dit selue water ghedronken elkes daghes doet vergaen twitte water ende troede. Lasida anderwerue ghedronken stempt dat roede menizoen ende twitte ende is goede mediciin ieghen die roede bloet sucht ende doet die vrouwen bloeyen die verdroecht sien, is dat sake dats sijs twee werue drinken of drieweruen.

468. Buuc euel.

Aqua lasida is goet ieghen buuc euel ende suuert die maghe van quade humoren die si binnen heeft ende doot die wormen inden mensche ende hout den menschen sont, wie dattet drinct.

469. Aqua dealbatium.

Puluer ghebrant vanden mol met celidonien ende met sulphur ghestampt ende water daer of ghemaect, dat water selmen heten Aqua dealbatium. Die daer mede een beeste van swarten hare dwoghe, si worden binnen .ix. daghen wit daer si ghedwoghen waer.

470. Ten rude.

Dealbatium met wasse ende met aloe ghemenghet verdriuet dat euel dat men heet nolimetangere, diere een plaister of maect ende legghet daer op.

471.Ten quade hersen.

Het gheneest scorfde hoefden diese daer mede saluet ende het verdrijft twilde vier diere een plaister of maect ende legghet daer op.

472. Dealbatium met aloe ende met calemie ghemenghet, daer of een plaister [ghemaect] ende op den wolf gheleit, dat verbiten ende doeten ghnesen als ment twee (fol. 83r) weruen des daghes vermaect ende ment wasket metter seluer saluen.

473. Dealbatium is nut van buten te werken maer si is van binnen quaet.

461. Tegen heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula, belroos.

Water dulcedinis dat lest dat heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos in de derde dag als men een pleister van pluksel daarin nat en leg het daarop. Indien dat het vuur van zwarte kleur is en alom blauw. Maar wordt het in het midden heet en alom rood, dan zal men daar niet opleggen.

462. Tegen kanker.

Dit water doodt de kanker en doet een genezen die het met Aloë perryi megnt en nat daarin een pleister van pluksel en leg het daarop en vernieuw het tweemaal per dag.

463. Tegen de kanker en de steen.

Bevernel of Pimpinella saxifraga zaad, mosterdzaad van Brassica nigra, peterselie zaad van Petroselinum crispum, eppe of Apium graveolens zaad, kruidnagel of Syzygium aromaticum (beter Geum urbanum vanwege het zaad) [fol. 82v) zaad, kleefkruid of Galium aparine zaad en mastiek van Pistacia lentiscus, elk even veel stuk gewreven en met bokkenbloed gemengd en wat azijn en dat zal men in een distilleerkolf leggen boven het vuur; daaruit zal men water laten neerslaan dat wonderlijk te nuttigen is en geheten is water petralis. Zo wie dat onderhavig is van de steen, hij is wit of ruw of klein, drinkt hij het elke dag nuchter het breekt en gaat van de mens.

464. Tegen allerhande ruigheid of huidziektes.

Water petralis doet binnen de derde dag allerhande ruigheid vergaan die het daarmee wast.

465. Mooie kleur.

Die het nuchter drinkt dat maakt goed bloed en mooie kleur in de mens.

466. Tegen de jicht.

Water petralis met bevergeil gekookt en tweemaal per dag gedronken, dat doet allerhande jicht uit de mens vlieden, is het zo dat het niet gestorven is in de zenuwen en het versterkt de zenuwen en verdrijft de jicht.

467. Water lazida.

Zevenboom of Juniperus sabina, hysop of Hyssopus officinalis, gladiool of Gladiolus communis en averuit of Artemisia abrotanum tezamen gestampt even veel en boven het vuur gedaan en daarvan water gemaakt, dat is van sterke natuur en heet water lasida. Het verdrijft allerhande hoofdpijn, dit eenmaal per dag genuttigd, verdrijft allerhande koorts zo van welke natuur dat het is, of heet of koud. Ditzelfde water gedronken elk dag doet vergaan het witte water en het rode. Lasida andermaal gedronken stelpt de rode buikloop en het witte en is een goede medicijn tegen de rode bloedziekte en doet de vrouwen de stonden komen die verdroogd zijn, is het zo dat ze het tweemaal drinken of driemaal.

468. Buikziekte.

Water lazida is goed tegen buikziekte en zuivert de maag van kwade levenssappen die het binnen heeft en doodt de wormen in de mens en houdt de mens gezond, wie dat het drinkt.

469. Water dealbatium.

Poeder gebrand van de mol met stinkende gouwe of Chelidonium majus en met zwavel gestampt en water daarvan gemaakt, dat water zal men heten aqua dealbatium. Die daarmee een beest van zwart haar wast, die wordt binnen 9 dagen wit daar ze gewassen is.

470. Tegen ruigheid of huidziektes.

Dealbatium met was en met Aloë perryi gemengd verdrijft de ziekte dat men heet nolimetangere (1) moeilijk te genezen zweer, die er een pleister van maakt en het daarop legt.

471. Tegen slechte hersens.

Het geneest schurftige hoofden die het daarmee zalft en het verdrijft het wilde vuur dier een pleister van maakt en legt het daarop.

472. Dealbatium met Aloë perryi en met galmei of zinkcarbonaat gemengd, daarvan een pleister gemaakt en op de wolf of kankerachtig gezwel gelegd, dat bestrijdt en geneest het als men het tweemaal [fol. 83r] per dag vernieuwt en men het wast met dezelfde zalf.

473. Dealbatium is nuttig van buiten te werken maar het is van binnen kwaad.

(1) Noli me tangere; raak me niet aan.

474. Conseruatiuum.

Peterceli ghestampt ende in ene clocke ghedaen ouer tfier ende daer wt water ghemaect, dat selmen heten conseruatiuum; dat sel die ghene nuchteren drinken die qualic eten mach. Want het verteert alden wint vten lichaem ende vter maghe, het doet den menschen hongheren ende wel eten ende is goet met suker ghesoden ende ghedronken ieghen den hoest ende ieghen quade borst ende suuert alle quade humoren.

475. Duplicatiuum.

Eppen zaet, wit mancop zaet, zuker ende caneel, van elken euen veel te samen ontwe ghewreuen ende daer toe ghedaen conseruatiuum, dat selmen doen in ene clocke ende daer wt selmen water sublimeren, dat selmen heten duplicatiuum, dats goet ieghen dat borst euel diet smorghens nuchteren drinct al cout, ende des auonts al heet als men ghedoghen mach, het doet den mensche wel slapen ende rusten.

476. Ten groten euel.

Castorien gheseoden ende wel heet gedronken dat is goet ieghen dat vallende euel ende gheneest alrehande iecht in dien dat si niet ghestoruen en si ende maect al des menschen leden sacht ende licht ende ghesont ende conforteert dat hoeft.

477. Ieghen gheel zucht.

Aqua saluia nochteren ghedronken verdrijft die gheel sucht ende die mater sucht ende alrehande droep rudicheit ende maket goet bloet ende scone verwe int aensicht.

478. Sperma sponse solis te puluer ghemalen ende in melc gheleit .ix. daghe; daer na selmen daer oly wt leiden na der leker luder maniere. Die oly se[l] wel wesen conforteert van .xviii. principalen virtuten die die oly sode met ghesleghender appolo enen dach.

479. Tantsweer.

Dese medicine doet alrehande tantsweer nesen binnen .iii. daghen ende waer daer wormen in, si souden wt vallen, ende waer een van vledersiin siec si souden ghenesen diet dronke .ix. daghe van wat naturen dattet waer, al had hijt ghedraghen .xl. iaer.

480. Sperma rute in puluer gheleit van appollo ghemenghet ende in asiin gheweket ende weder in die sonne ghedroghet ende oly daer wt ghesleghen ad vsus laycorum, dese oly is gheheten sperma rute ende is edel ende preciose bouen alle dinghen. Al waer dat sake dat een mensche veniin hadde ghegheten of ghedronken, dronc hi sperma rute, hem soude dat veniin wtcomen tot sinen monde. Ende dronke hiit anderwerue (fol. 83v) hi soude alle die quade humoren wt keren, ende droncke hijt derdewerue, hi worde gans siins lichaems ende sire lede.

474. Conservativum.

Peterselie of Petroselinum crispum gestampt en in een distilleerkolf gedaan boven het vuur en daaruit water gemaakt, dat zal men heten conservativum; dat zal diegene nuchter drinken die slecht eten kan. Want het verteert alle wind uit het lichaam en uit de maag, het doet de mensen hongeren en goed eten en is goed met suiker gekookt en gedronken tegen de hoest en tegen slechte borst en zuivert alle kwade levenssappen.

475. Duplicativum.

Eppe of Apium graveolens zaad, witte slaapbol of Papaver somniferum zaad, suiker en kaneel, van elk even veel tezamen stuk gewreven en daartoe gedaan conservativum, dat zal men doen in een distilleerkolf en daaruit zal men water laten neerslaan, dat zal men heten duplicativum, dat is goed tegen de borst ziekte die het ‘s morgens nuchter drinkt al koud en ‘s avonds alzo heet als men gedogen kan, het doet de mens goed slapen en rusten.

476. Tegen vallende ziekte.

Bevergeil gekookt en goed heet gedronken dat is goed tegen de vallende ziekte en geneest allerhande jicht indien dat het niet gestorven is en maakt al de mensen leden zacht en licht en gezond en versterkt dat hoofd.

477. Tegen geelzucht.

Water van salie of Salvia officinalis nuchter gedronken verdrijft die geelziekte en de huidziekte en allerhande schurftige ruigheid en maakt goed bloed en mooie kleur in het gezicht.

478. Zaad van cichorei of Cichorium intybus tot poeder gemalen en 9 dagen in melk gelegd; daarna zal men daar olie uithalen naar de leken leken (1) manier. Die olie zal goed wezen te versterken van 19 belangrijkste krachten die de olie kookt met geslagen goud (2) een dag.

479. Tandpijn.

Deze medicijn doet allerhande tandpijn genezen binnen 3 dagen en waren daar wormen in, ze zouden uitvallen en was een van jicht ziek, hij zou genezen die het dronk 9 dagen van welke natuur dat het was, al had hij het gedragen 40 jaar.

480. Zaad van wijnruit of Ruta graveolens in poeder gelegd van goud (2) en gemengd en in azijn geweekt ene weer in de zon gedroogd en olie daaruit geslagen zoals gebruikt door leken, deze olie is geheten zaad van wijnruit of Ruta graveolens en is edel en kostbaar boven alle dingen. Al was het zo dat een mens venijn had gegeten of gedronken, dronk hij zaad van wijnruit, dat venijn zou uitkomen te mond. En dronk hij het weer [fol. 83v] hij zou al die kwade levenssappen uitspuwen en dronk hij het voor de derde keer, hij geneest van zijn lichaam en zijn leden.

(1) ‘der leker luder maniere’: de leken zijn de niet-alchemisten; (2) appolo is de alchemistische naam voor goud.

481. Ten oghen.

Dit sperma rute nochteren ghedronken gheen wiin en mach hem deren binnen den daghe, ende wart hi ter doot toe ghewont, hi gheneest ende hem en mach gheenrehande quale toe comen binnen den daghe.

482. Ten venum.

Sperma rute nochteren ghedronken verdriift alle rudichede; die oec vanden witten water of vanden roeden onderhauich sien, dronke hi elkes daghes sperma rute, hi worde binnen .xl. daghe ghesont so dattet hem nemmermeer en porrede; het verdrijft coude vledersiin ende verwect alle slapende lede.

483. Zuker in quicseluer gheleit .ix. daghe of .x. daer selmen oly of slaen ad vsus laycorum die oly is gheheten candida. Si is sonderlinghe goet; diese hout in een glasen viole, si soude bi nachte lichte gheliken vier.

484. Die dese candida dronke elcs morghens nuchteren, hoe out hi waer, siin verwe soude vernuwen ende verionghen ende alle sine lede souden sere verlichten; oec hoe droeue hi waer, hi soude verbliden; waer hi moede, hi waer gherust, ende hem nemmermeer hoeft so sere sweren, hi en waer ghenesen, droncke hiit; dese candida dicke ghenut veriaecht vanden mensche dat euel daer men of vallet, al waer dat sake dat hij<t> ghedraghen hadde .xl. iaer, hi ghenase.

485. Ieghen den zenen.

Candida conforteert die zenen bouen alle specien; die candida met castorien menghet ende nuttet dat iaghet alle lamheit wt des menschen leden ende doet die lede bicomen die slaep, ende daerom ist bouen alle dinghe goet ter iecht die niet verstoruen is inden mensche.

486. Ten oghen.

Candida ghedropen des morghens in die oghen maectse soen ende claer.

487. Jeghen lazarie.

Candijs, quicseluer, ghesleghen gout, paerlen van orienten, rebarbaren ende candida, van elcs euen uele, alte samen ontwee ghewreuen, dat selmen elcs morghens nochteren nutten, dat doet den ghenen al ghesont werden die lasers is ende ganse verwe ontfaen int aensicht ende vander siecheit becomen in dien dat hi el niet en drinke dan goeden wiin; die moet die mensche drinken ter tijt toe dat hi ghenesen is langhe tijt: hi sal seker ghenesen.

488. Ieghen coerts.

Dat zaet vander roeder pertiken salmen in asiin weken ende weder in die sonne droghen, daer na selmen daer oly wt slaen, die oly heet men rubera: dese ghemenghet in aloe ende met oly van ayen (fol. 84r) dat is goet ieghen rudicheyt.

489. Scoerden ieghen.

Rubera met aloe ghedronken verdriift vanden mensche den coerts, is dat hijt warm drinct.

490. Die scoert is.

Rubera met oly van oliuen) ende met petercelie ghesoden ende dat ghegheten elcs daghes ten eerste gherechte doet ghenesen die ghescoert sien inden lichaem.

491. Ten rude.

Rubera in sulphur ghesoden verdriift alrehande rudicheyt diese daer mede saluet.

492. Goede borst.

Eppen zaet, asiin, betoghen ende weder in die sonne ghedroecht, dat ghepuluert ende oly daer of ghemaect, dese oly selmen heten balsania want si is goet stille ende openbaer. Dese balsania nuchteren ghedronken maect een goede borst ende het sacht den mensche siin hert ende doet wel slapen ende wel spise becomen ende wel verduwen ende wel oriin maken ende den steen te breken ende suuert den mensche vanden graueel.

493. Ieghent lanc euel.

Balsania nuchteren ghedronken gheneest den mensche vanden lanc euel ende si vercoelt wallende bloet ende si verdrift die ghelue sucht, het suuert die maghe van allen quaden humoren ende maectse reyn ende claer ende verdriift den daghelichsken rede. Maer diese met aloe dronke so verdriue si alrehande rede.

481. Tegen ogen.

Dit zaad van wijnruit of Ruta graveolens nuchter gedronken geen wijn mag hem deren op die dag en wordt hij to de dood te gewond, hij geneest en hem kan geen kwaal toekomen binnen die dag.

482. Tegen venum.

Zaad van wijnruit of Ruta graveolens nuchter gedronken verdrijft alle ruigheid of huidziekte; die ook van het witte water of van de roden onderhavig zijn, dronk hij elke dag zaad van wijnruit, hij wordt binnen 40 dagen gezond zodat het hem nimmermeer zou kwellen; het verdrijft koude jicht en wekt op alle slapende leden.

483. Suiker in kwikzilver gelegd 9 dagen of 10, daar zal men een olie van slaan zoals gebruikt wordt door leken, die olie is geheten candida (wit). Het is vooral goed die het houdt in een glazen distilleerkolf, het zou in de nacht oplichten gelijk vuur.

484. Die deze candida dronk elke morgen nuchter, hoe oud hij is, zijn kleur zou vernieuwen en verjongen en al zijn leden zouden zeer; ook hoe droevig dat hij was, hij zou blij worden; was hij moe, hij wordt uitgerust en hij zou nimmermeer het hoofd zo zeer pijn doen, hij was genezen, dronk hij he; deze candida vaak genuttigd verjaagt van de mens die ziekte daar men van val, al was het zo dat hij het gehad had 40 jaar, hij genas.

485. Tegen de zenuwen.

Candida versterkt de zenuwen boven alle specerijen; die candida met bevergeil mengt en nuttigt dat verjaagt alle lamheid uit de mensen leden en doet de leden bijkomen die slapen en daarom is het boven alle dingen goed tegen jicht die niet verstorven is in de mens.

486. Tegen ogen.

Candida gedruppeld ‘s morgens in die ogen maakt ze schoon en helder.

487. Tegen melaatsheid of huidziekte.

Kandij, kwikzilver, geslagen goud, parels van Oriënt, rabarber of Rheum rhabarbarum en candida, van elk even veel, alle tezamen stuk gewreven, dat zal men elke morgen nuchter nuttigen, dat laat diegene geheel gezond worden die melaats is en ganse kleur ontvangen in het gezicht en van die ziekte bekomen indien dat hij niets anders drinkt dan goede wijn; die moet de mens drinken tot de tijd toe dat hij genezen is lange tijd: hij zal zeker genezen.

488. Tegen koorts.

Dat zaad van de rode zuring of Rumex sanguineus zal men in azijn weken en weer in de zon drogen, daarna zal men daar olie uitslaan, die olie noemt men rubera: deze gemengd in Aloë en met olie van de vruchten van de laurier of Laurus nobilis [fol. 84r] dat is goed tegen ruigheid.

489. Gescheurd tegen.

Rubera met Aloë perryi gedronken verdrijft van de mens de koorts, is het dat hij het warm drinkt.

490. Die gescheurd is of een breuk heeft.

Rubera met olie van olijf van Olea sativa en met peterselie of Petroselinum crispum gekookt en dat gegeten elke dag bij het eerste gerecht doet genezen die gescheurd is in het lichaam.

491. Tegen ruigheid of huidziektes.

Rubera in zwavel gekookt verdrijft allerhande ruigheid die het daarmee zalft.

492. Goede borst.

Eppe zaad of Apium graveolens, azijn, betonie of Stachys officinalis (?) en weer in de zon gedroogd, dat verpoederd en olie daarvan gemaakt, deze olie zal men heten balsania want het is goed, stil en openbaar. Deze balsania nuchter gedronken maakt een goede borst en het verzacht de mens zijn hart en doet goed slapen en de spijs goed bekomen en goed verteren en goed urine maken en de steen te breken en zuivert de mens van de (nier)steentjes.

493. Tegen de onderbuikspijn, koliek.

Balsania (zie vorige) nuchter gedronken geneest de mens van de koliek en het verkoelt kokend bloed en het verdrijft de geelziekte, het zuivert de maag van alle kwade levenssappen en maakt ze rein en helder en verdrijft de dagelijkse koorts. Maar die het met Aloë perryi dronk dan verdrijft allerhande koorts.

[Recepten uit Hs. Sloane 345 (Londen) (no 494-1217)]

(fol. 23r) Incipiunt quaedam dicta de diuersis coloribus picturis et tincturis.

Begin van bepaalde dingen over de verschillende kleuren van afbeeldingen en tincturen.

494. Gout of siluer thoe scriuen opt beest.

Soe nemt gouden bladeren ende legt dy op eyn schone wrief steyn ende springhet sout op bladeren of sal armoniaeck ende wat edicks ende latet soe eyn wenich ligghen, dan wriuet seer tot kleyn puluer, ende alst cleyn gewreuen ys, soe doet yn eyn scullep dy schoen ys, ende wasset alsoe langhe tot dat het schoen ys, gelick datmen lazuer schoen wasset ende alsmen besyghen wyll, soe saltmen yn eyn horntken of eyn glas doen.

495. Lasur tmaken dat lichtelic thoe gaet.

Recipe leuende calck ende schalen van eyeren of mormar sten, of slecht steen calck, maer dy ander wer beter. Item des calcs .j. deel, ende nem spans groen .ij. deel, sal armoniaeck .iiij. [deel], dese puluezirt tsamen, ende ghitet dar op gude sterken wyn etich dy gedistelirt ys. Ende thant sal dat coaguliren in eenre blauwer verwen; dyt settet .iij. daghe in perts messe, dan settet yn dy sonne ende droget.

496. Om thoe maken lasur dat Ceruse heytet.

Nemt loet al dun geslaghen ende rondet in rollen, alsoe dat sy malkander nyt een raken; dan settet dy rollen tussen .ij. baren dy weel verglaset syn op een holten roster, ende ghietet dy onderste baer woel edixs dy ghedistelirt is, dan sluut dy baren toe, ende lymtse thoe myt eyn doeck yn hars ende was gedopet ende settet in perd mys all heet en mant lanck. Ende dan nemet wt, ende doet dy rollen op ende schauet dat wyt af. Ende set dan [dat] ander daer weder yn. Ende dat ghy of gescauet hebt dat sidet .4. vre lanck in guden wyn etich, dan wasschet yn werm water vut ende latet droghen inden sonne, soe ys dye ceruse gemaect. Mer dy texts scriftum spreket van dese lasur ende dat een staet(112). (112) Na staet is blijkbaar een deel van de tekst weggevallen.

497. Thoe maken rosen van parys werue.

Nemt een pinte vaters ende .ij. loet bresilien weel ghepuluert ende sidet tsamen .j. vre lanck myt eyn half loet alluns. Dan nemt swarte mossel sculpen dy .ij. of .iij. iar inder eerden gelegen (fol. 23v) hebben ende al wyt geworden syn; dy suldi weel vriuen, ende ghiten dy werue doer een doeke op dy puluer van die mossel sculpen ende latent dan droghe[n] in dy sonne. Ende als droghe ys dan maket noch eens nat, ende latent weder droghen. Ende yst noch nyt roet genoch, so maket noch weder nat vanden bresilien soe salt schoen roet werden.

498. Grone werue schoen tmaken.

Soe neem spaens groen ende auerut ana tere in silicet super mundum lapidem cum aceto, ende cleinset doer eyn doeck ghetempert myt gumme nyt so sterck: dit is goede groene werue.

499. Schoen vergulden liesten tmaken aen beelden dy verheuen syn.

Irste salmen harde wriuen myt starke lim, ende hacke dan wlas yn ende slecken ende wriuent seer, ende bouuent metder handen twas, ende druckent in wat formen dat ghy wylt op wat beelde. Ende legget yrst myt wetten sterken plaesteren dar gheen wlas yn gehacket ys, ende duwent dar op. Ende wyldyt anders yet verheuen maken dat suldi doen myt slechten plaesteren dy gewreuen ys myt gode lym. ende leggent myt den pynseel hoe groet of hoe cleyn dat ghy wylt.

500. Gout of syluer vernysse tmaken.

Recipe .j. pont lyn saet olij, .iiij. loet mastiek, .iiij. loet menie, .j. loet calmie, .4. loet witte virock: dit doet yn eyn teeste opt wyer, ende bliuet staen op .j. leye alstmen dar op druppet sic valet.

494. Goud of zilver hoe te schrijven op het beste.

Zo neem gouden bladeren en leg die op een schone toetssteen en sprenkel zout op bladeren of steenzout of ammoniumchloride en wat azijn en laat het zo een weinig liggen, dan wrijf het zeer klein tot poeder en als het klein gewreven is zo doe in een schelp die schoon is en was het alzo lag totdat het schoon is, gelijk dat men lazuur schoon wast en als men het gebruiken wil zo zal men het in een horentje of een glas doen.

495. Lazuur te maken dat gemakkelijk werkt.

Recept: levende kalk en schalen van eieren of marmer steen of echte ongebluste kalk, maar de andere was beter. Item; de kalk 1 deel, en neem Spaans groen of kopergroen, 2 deel, steenzout of ammoniumchloride, 4 deel, deze verpoederd tezamen en giet daarop goede sterke wijnazijn die gedistilleerd is. En dadelijk zal dat stollen in een blauwe kleur, dit zet 3 dagen in paardenmest, dan zet het in de zon en droog het.

496. Om hoe te maken lazuur dat loodwit heet.

Neem lood al dun geslagen en maak het rond in rollen alzo dat ze elkaar niet aanraken; dan zet die rollen tussen 2 vaatjes die goed verglaasd zijn op een houten rooster en giet de onderste vat vol met azijn die gedistilleerd is, dan sluit het vat dicht en lijm het dicht met een doek in hars en was gedoopt en zet het in paardenmest al heet een maand lang. En dan neem het uit en doe de rollen open en schaaf dat witte af. En zet dan dat andere er weer in. En dat ge afgeschaafd hebt dat kook je 4 uur lang in goede wijnazijn, dan was het in warm water uit en laat het drogen in de zon, dan is uw loodwit gemaakt. Maar de tekst van het schrift spreekt van deze lazuur en dat een staat.

497. Hoe te maken rozen van Parijse kleur.

Neem een pint water en 2 lood braziliehout of Caesalpinia sappan goed verpoederd en kook het tezamen 1 uur lang met een half lood aluin. Dan neem zwarte mosselschelpen die 2 of 3 jaar en de aarde gelegen [fol. 23v] hebben en al wit geworden zijn; die zal ge goed wrijven en gieten de verf door een doek op dat poeder van die mossel schelpen en laat het dan drogen in de zon. En als het droog is maak het dan nog eens nat en lat het weer drogen. En is het nog niet rood genoeg, zo(112bis) maak het weer nat van het braziliehout, dan zal het mooi rood worden.

498. Groene verf mooi te maken.

Zo neem Spaans groen of kopergroen en averuit of Artemisia abrotanum, gelijk gewicht, over de slijpsteen en azijn en wring het door een doek getemperd met gom niet zo sterk: dit is goede groene verf.

499. Mooie vergulden omlijstingen te maken aan beelden die verheven zijn.

In het eerste zal men zeer wrijven met sterke lijm en hak dan vlas en slakken en wrijf het zeer en kneed het met de hand de was en druk het in welke vorm die ge wil op wat voor beeld. En leg het eerst met witte sterke pleisters daar geen vlas in gehakt is en duw het daarop. En wilde ge iets anders verheven maken dat zal je doen met kleine pleisters die gewreven zij met goede lijm en leg het op met de penseel, hoe groot of hoe klein dat ge wil.

500. Goud of zilver vernis te maken.

Recept: 1 pond lijnzaadolie van Linum usitatissimum, 4 lood mastiek van Pistacia lentiscus, 4 lood menie, 1 lood galmei of zinkcarbonaat, 4. lood witte wierook van Boswellia thurifera: dit doe je in een pot op het vuur en blijft het staan op een lei, als men het daarop druppelt, het is de moeite waard.

501. Een gout of silueren gront tmaken.

Recipe oker van barri ende menie van elx euen woel, dit vriuet myt olij van linsaet. Dan nemet dy voerscreuen vernisse ende minghet dar mede, dan doet opt deken ende scheit dat gout ofte siluer ende latet droghen .iij. weken lanck.

502. [N]och gout gront thoe maken.

Nemt tent ende worme daer mede menye dat mynste deel ende blywyt. Ende is dy matery tho sterck, so neem eyn wenich van bernsteen olij ende menghet dar mede. Ende wantmen op dye vorme droghen sal, so salmen eyn pan myt fuer op hebben ende (fol. 24r) maken dy substancie tmate heyte teghens dat fuer om datmen die substancie gelicke droghet op dy woerme. Ende wantmen dy woerme gelick legget op dat doeke mitten raem. soe salmen dat fuer halden onder den raem, ende latent dat een luttel wermen ende worment dar aen. Ende setten dan dy pan witten wuer dar weder onder den raem ende latent werm worden. Ende nemen dan dy worme of ende leggen dan dat gout op ter stont of des anderen daghes.

503. Een beter gout gront tmaken.

Recipe besoden lyn olij ende oker van barri ende menie van elx euen woel ende vriuet al cleyn op eyn steen ende dan menget myt gout substancie.

504. Gode substancie tho maken.

Recipe .j. lb ynsaet oli, ende doet dar yn .iiij. loet mastick ende .iiij. loet menie, ende .4. loet wieroeck, en half loet wyt calmie, dit stoet al cleyn tsamen ende siedet so lange hent bliue staen op eyn ley, ende douuet soe heet doer eyn doeck dan yst wolmact.

505. Om siluer gront tmaken.

Recipe ceruse ende eyn wenich okers ende dar thoe noch soe woel vernisse, dat is goet siluer op tho leggen.

506. Goud werue lichtelick tmaken ende gout dar op tleggen.

Nem oker ende menye euen woel ende dar thoe soe woel vernisse tsamen ghemenghet.

507. Alle weruen thoe temperiren.

Recipe .4. pont lyn olij of noet olij hoe ouder hoe beeter, .4. loet mastick, .4. loet coperroet, .j. wirdel lots wirock al ghepuluerizirt, ende .ij. loet spigelhars, menie, oker, van elx .iiij. loet ghepuluezirt. Ende dit machmen al thoe samen. Ende men sal den olij irst opt fuer setten dat hy sydende wort. Soe salmen dan dese voerscreuen substancie dar in doen ende rorent altoes myt eyn stock daer twe ow loken aen gesteken ende dit roren ende dit siden sal duren .ij. vren. Ende alstmen pruuen wyl myt zuarte of ander alre hande verue, so salmen nemen .ij. deel lynsaet oly. ende dat dardendeel wtter (fol. 24v) voerscreuen substancie wt den pot met der maten of sunder maten. Ende ys dat cleet olt ofte dunne soe doet dar meer the wtten pot of het soude vloyen. Mer is dat cleet nye ende dicke se en yst gheen noet, soe moegdi dy printe dar mede wullen, soe dat w dunct dathet zuart ghenoch is. Ende ist sake dat het nyt genoch en heuet van gebranden swarte, so machmen nemen wynrancke ende bernen dy yn een poot alte kalen ende wriuen sy myt water ende doen sy op eyn kryt steyn ende latent droghen ende doent totten gebrande zwarte alsoe wele dat het wel wanden printe gaet. Ende alle ander werue het sy groen of roet, gheel of blaeu. Ende dy machmen yrst weruen wriuen mytten water ende latense droghen. Ende temperense myt olije ende myt substancie wter poot voerscreuen. Ende wynter daghes alst nyt weel droghen een wyll, soe vriuet daer wat coperroet yn, het sal tbeet drogen. Item [men] sal dat laken licken myt een lick steen, dat suldi doen

allen laken dy ghy weruen wilt.

508. Om gout of siluer thoe legghen.

Recipe wat meer menie dan oker tsamen ghewreuen myt water ende gedroghet. Ende dan temperet als voerscreuen is van andere verwen ende printen daer mede. Ende neem een brunyrt blat papirs, ende nym dan dy verue. Ende nym enen sachten doeck li<n>nen, ende dowet sachtelick daer mede aen. Ende latet des wynters droghen .8. daghen lanck, ende des sommers. .ij. of .iij. daghen lanck hent dat droghe ys, ende purgirt dan myt een hasen voet. Ende hoe dy doeck cleender ende beter ys, hoe het beet tont. Ende men sal dat cleet op een slecht taffel leggen alsmen dat gout oft siluer dar op leghet.

509. Verwe tmaken dar op legghen mach.

Nemt oker ende menie euen voel ende vriuetse myt lyn olij euen dick ende doeter alsoe voel substancien thoe als oker ende menie beide is, ende dan legget dat gout dar op als voerscreuen is.

510. Substancie tmaken daer alle verue in dinet.

Recipe .j. lyn olijs ende sidet een vre ende dan nemt (fol. 25r) .viij. loet bernsteen ghepuluert, ende doen dy yn een erden poot ende ghiten dar op lyn olij dy voer gesoden is dat dy wynsteyn bedowen ys myt den olij ende laten dat sy<d>en also langhe dat di bernsteen ghesmonten ys ende roret weel omme myt eyn yseren leppel. Ende als gesmouten ys dy bernsteen soe salment syghen doer een doeck ende doent totten irsten olij ende latent siden, ende pruuet op eyn leye of het sterck genoch sy Ende ist steerck genoch soe doet dar .4. pont spigel hars yn ende latent syden een luttel ende dan so settet af, ende dan ys bereyt.

501. Een gouden of zilveren grond te maken.

Recept: oker van Barri (Spanje) en menie, van elk even veel, dit wrijf je met olie van lijnzaad of Linum usitatissimum. Dan neem de voor beschreven vernis en meng het daarmee, dan doe het op het doek en scheidt dat goud of zilver en laat het drogen 3 weken lang.

502. Nog goudgrond hoe te maken.

Neem tent (1) en warm daarmee menie het kleinste deel en loodwit. En is de materie te sterk, zo neem wat van barnsteen olie en meng het daarmee. Wat men op die vorm drogen zal, zo zal men een pan op het vuur hebben en [fol. 24r] maken de substantie met matige hitte bij het vuur omdat men de substantie gelijk droogt met de vorm. Want men de vorm gelijk legt op het doek met het raam zo zal men dat vuur houden onder het raam en laten dat wat warmen en vormen het daaraan. En zetten dan de pan van het vuur daar weer onder het raam en laat het warm worden. En nemen dan de vorm af en leg dan dat goud er dadelijk op of de volgende dag.

503. Een betere gouden grond te maken.

Recept: gekookte lijnolie van Linum usitatissimum en oker van Barri en menie, van elk even veel en wrijf alles klein op een steen en dan meng het met goud substantie.

504. Goud substantie hoe te maken.

Recept: 1 pond lijnzaad olie van Linum usitatissimum en doe daarin 4 lood mastiek van Pistacia lentiscus en 4 lood menie en 4 lood wierook van Boswellia thurifera en een half lood witte galmei of zinkcarbonaat, dit stamp je alles klein tezamen en kook het zo lang totdat het blijft staan op een lei en duw het zeer heet door een doek, dan is het volmaakt.

505. Om zilveren grond te maken.

Recept: loodwit en wat oker en daartoe nog zoveel vernis, dat is goed om er zilver op te leggen.

506. Goud kleur gemakkelijk te maken en goud daarop te leggen.

Neem oker en menie even veel en daartoe zo veel vernis tezamen gemengd.

507. Alle kleuren hoe te mengen.

Recept:.4. pond lijnolie van Linum usitatissimum of notenolie van Juglans regia, hoe ouder hoe beter, 4. lood mastiek van Pistacia lentiscus, 4. lood koperrood, 1 vierendeel lood wierook van Boswellia geheel verpulverd en 2 lood colofonium of Grieks pek, menie, oker, van elk 4 lood verpulverd. En dit kan men al tezamen doen. En men zal de olie eerst op het vuur zetten zodat het kookt. Dan zal men dan deze voor beschreven substantie daarin doen en roeren het altijd met een stok daar twee oude lappen aan gestoken zijn en dit roeren en dit koken zal 2 uur duren. En als men het beproeven wil met zwarte of ander allerhande kleur, dan zal men nemen 2 deel lijnzaadolie en dat derdedeel uit [fol. 24v] de voor beschreven substantie uit de pot met maat of zonder maat. En is dat kleed oud of dun zo doe daar meer uit de pot of het zou vloeien. Maar is dat kleed nieuw dan maakt dat niets uit, dan mag je de printen daarmee vullen totdat u denkt dat het zwart genoeg is. En is het zo dat het niet genoeg heeft van het gebrande zwarte, dan kan men nemen wijngaardranken en branden die in een pot al tot kool en wrijven het met water en doet het op een krijt steen en laat het drogen en doe tot het gebrande zwarte alzo veel dat het goed van de print gaat. En alle andere kleuren, hetzij groen of rood, geel of blauw. En u mag eerste maal wrijven met het water en laat het drogen. En temper het met olie en met substantie uit de pot voor beschreven. En in de winter als het niet goed drogen wil wrijf er dan wat koperrood in, het zal des te beter drogen. Item; men zal dat laken gladstrijken met een polijststeen, dat zal ge doen alle lakens die ge verven wil.

508. Om goud of zilver hoe te leggen.

Recept: wat meer menie dan oker tezamen gewreven met water en gedroogd. En dan temper het als voor beschreven is van andere kleuren en print daarmee. En neem een gepolijst blad papier en neem dan de verf. En neem een zachte linnen doek en druk het zachtjes daarmee aan. En laat het in de winter drogen 8 dagen lang en in de zomer 2 of 3 dagen totdat het droog is en zuiver het dan met een hazenvoet. En hoe de doek kleiner en beter is, hoe het beter toont. En men zal dat kleed op een kleine tafel leggen als men dat goud of zilver daarop legt.

509. Verf te maken dat daar het op liggen kan.

Neem oker en menie even veel en wrijf het met lijnolie even dik en doe er alzo veel substantie toe als oker en menie beide is en dan leg dat goud daarop zoals voor beschreven is.

510. Substantie te maken daar alle verf in dunt.

Recept: 1 pond lijnzaadolie en kook het een uur en dan neem [fol. 25r] 8 lood barnsteen verpulverd en doe die in een aarden pot en giet daarop de lijnolie die hiervoor gekookt is zodat de wijnsteen bedekt is met de olie en laat dat koken alzo lang totdat de barnsteen gesmolten is en roer het goed om met een ijzeren lepel. En als gesmolten is de barnsteen dan zal men het zeven door een doek en doe ten eerste de olie en laat het koken en beproef het op een lei of het sterk genoeg is. En is het sterk genoeg zo doe daar 4 pond colofonium of Grieks pek in en laat het wat koken en dan zet het er af en dan is het bereid.

(1) kleverige stof die verkregen wordt door het samen koken van lijnolie, aloë en saffraan, en gebruikt wordt als ondergrond voor het bekleden met goud of zilver.

511. Thoe maken assijs.

Recipe oleum lini antiquum .j. , vj. loet spigel hars, ende .iiij. loet masticks, ende .ij. loet gumme, .ij. loet wyrock ende .iij. wirendeel loot coperrots, ende eyn wyrendeel loots terebentyns. In deser maniren salment maken. Al dese dinghen voerscreuen suldi puluerisiren ende mengense mytten olije yn een verglasen poot dy groot genoch ys ende doent syden to dat dy gumme gesmouten ys ende sy, ende dy assise begint toe dicke[n]. Dan nemet vanden wuer ende sighet doer eyn dock ende doet weder inden poot ende latet syden hent bliue staen als ghyet op eyn tenne scuttel druppet, dan doet wanden fuer ende rorent myt enen stocke dar loet an is. Ende dan nemet een korste broots van rogge ghebacken oeck aen eyn hout gesteken. Ende alt ruren sal duren miserere mei lanck, ende dan lotet cout werden.

Wetet als wan ruren yrst eeuen nae mytden broden, dat doetmen daer om, want dat broet ende stock trecken den stanck vanden gumme wt, om dat dat laken, dat men dar mede werue[n] sal nyt een sti[n]cket.

Item dese voerscreuen assise nemet, ende si sal so dun wesen dat ghy daer gheen olij yn dorft doen, ende legget dar golt of siluer op.

512. Aliud.

Nemt dese voerscreuen assise ende .ij. loet menie ende .j. loet bolus, .j. loet okers ende tsamen gewreuen euen dick, ende legget dar gout of siluer op.

513. Gout werue thoe maken.

Nemt .vj. eyeren claer geslaghen doer enen douck, ende .4. gumme ende laetse smeelten dar yn, dan

nemet eeyn cleyn gheite weel, ende scafet fel op dy fleys syde, ende stricket dan dese voerscreuen matery dar op.

514. Aliud.

Nemt .iij. of .iiij. eyeren doderen of soe woel als ghy wylt. Ende doet yn eyn (fol. 25v) glas ende stoppet dichte thoe, dat daer ghen locht aen eyn komme of wt en gaet. Ende hange in dy zonne also lange dat dy daderen maeijckens worden. Dan nemt suker ende doet ouer lang ynt glas. Ende druppet dar ouer lancs wat honichs yn. Ende latet .xl. daghen lanck inder sonnen hangen. Ende woer dy suker mochdi weel weten meel nemen dat moechdi doen tenden de .xl. daghe Ende dan en geuet dese maden nyt mer thoe eten. Dan soe wertert dy een made den anderen alsoe lanc dat er nyt dan eyn en bliuet. Dan nemt dy eyn made ende doersteckse, ende dat dar wt lopt dat tempert myt gumme ende vriuet dat op .j. steen ende latet drogen yn dy sonne. Ende vanner ghy scriuen wylt, soe temperirt dat myt wyt vanden eye. Ende vanner dat scryft droghe ys so licket myt enen tande, soe scint dat scrift of claer goud is.

515. Goude verue ende goude sc<r>ift tmaken.

Recipe eyn steen daer wisselars gout op pruuen ende wrift dar mede gout ende dwaet myt glarie, dat is wyt van eye al dunne geslagen, dan scrift daer mede: die letteren sullen alle gulden schynne[n] ende wat ghy ock scriuen wilt.

516. Aliud.

Nemt puluer van har<t>s horn ende wrift dar mede haer of wat ghy wilt, het sal schynnen gout werue ende seer blinckende. Of bestricket een wyngerlingh of wat van coper of latoen is met heten puluer van gheiten horn, het sal vt [supra].

517. Om gout tleggen op pergament.

Recipe .4. deel crijt ende dat derdeendeel bolus ende doet daer thoe eyn wenich sefferans ende eyn wenich lampe zuaerts, dat is dy roeck dy wtter lampe gaet vanden licht, dat sal men vriuen mytten wyt vanden eye, soe yst volmact.

518. Thoe scriuen goude litteren.

Nemt eyn goutsteen ende stricket dar goud op, dan vriuet dat goud af myt wyt vanden eye ende hyr mede scriuet, dy litteren sullen goude schynnen. Ende hyr oeck mede thoe vergulden ende wat ghy scriuen wilt vt supra.

519. Aliud.

Nemt fel van eyn ram of van eyn osche ende barnt tstucke (fol. 26r) ende dan werpet in water ende sydet dat het .xx. deel veroden sij ende dan sighet dat water. Dit vergult alle dingh.

520. Om brunirt goud of siluer op papir tmaken lichtelick.

Nemt lym ende kryt gewreuen tsamen ende menghet wael ende legget dat papijr ouer myt eyn pynseel. Ende doet rechtewort dat gout of dat siluer dar ouer ende latet droghen. Ende dan brunyrtet myt eyn tande. Dyt mochdi doen ad ambas lateras.

511. Hoe te maken lijmpreparaat.

Recept: oude lijnolie van Linum usitatissimum 1 pond, 6 lood colofonium of Grieks pek en 4 lood mastiek van Pistacia lentiscus (1) en 2 lood gom, 2 lood wierook van Boswellia en 3 vierendeel lood koperrood, en een vierendeel lood terpentijn van Pistacia terebinthus of van Larix europaea. In deze manier zal men het maken. Al deze dingen voor beschreven zal ge verpulveren en mengen het met de olie in een verglaasde pot die groot genoeg is en laat het koken totdat de gom gesmolten is en het lijmpreparaat begint te verdikken. Dan neem het van het vuur en zeef het door een doek en doe het weer in de pot en laat het koken totdat het blijft staan als ge het op een tinnen schotel druppelt, dan doe het van het vuur en roer het met een stok daar lood aan is. En dan neem een korst brood van rogge of Secale cereale gebakken ook aan een hout gestoken. En al het roeren zal duren een boetpsalm van mei lang en dan laat het koud worden.

Weet als van roeren eerst even na met het brood, dat doet men daarom, want dat brood en stok trekken de stank van de gom uit, omdat het laken, dat men daarmee verven zal niet stinkt.

Item, neem dit voor beschreven lijmpreparaat en het zal zo dun wezen zodat ge daar geen olie in behoeft te doen en leg daar goud of zilver op.

512. Anders.

Neem dit voor beschreven lijmpreparaat en 2 loodmenie en 1 lood bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, 1 lood oker en tezamen gewreven even dik en leg daar goud of zilver op.

513. Goudkleur hoe te maken.

Neem 6 eieren helder geslagen door een doek en 4 scrupel (2) gom en laat het smelten daarin, dan neem een klein geitenvel en schaaf het vel op de vleeskant en strijk dan deze voor beschreven materie daarop.

514. Anders.

Neem 3 of 4 dooiers van eieren of zoveel als ge wil. En doe het in een [fol. 25v] glas en stop het dicht toe zodat daar geen lucht in of uitkomt. En hang het in de zon alzo lang dat de dooiers maden worden. Dan neem suiker en doe het overlangs in het glas. En druppel daar overlangs wat honing in. En laat het 40 dagen lang in de zon hangen. En voor de suiker mag u wel tarwe of Triticum vulgare meel nemen dat mag ge doen tot de 40ste dag. En dan geef deze maden niet meer te eten. Dan zo wordt de ene made de andere alzo lang totdat er niet meer dan 1 blijft. Dan neem die ene made en doorsteek het en dat daaruit loopt dat temper je met gom en wrijf dat op een steen en lat het drogen in de zon en wanneer ge schrijven wil zo temper het met het wit van een ei. En wanneer dat schrift droog is zo wrijf het met een tand, dan schijnt dat schrift of het helder goud is.

515. Gouden kleur en gouden schrift te maken.

Recept: een toetssteen daar wisselaars goud op beproeven en wrijf daarmee goud en was het met het wit van een ei, dat is wit van een ei geheel dun geslagen dat schrift daarmee: de letters zullen alle goud schijnen en wat ge ook schrijven wil.

516. Anders.

Neem poeder van een herten horen en wrijf daarmee haar of wat ge wil, het zal schijnen goudkleurig en zeer blinkend. Of bestrijk een ring of wat van koper of messing is met het poeder van geitenhoorn, het zal zoals hierboven.

517. Om goud te leggen op perkament.

Recept: 4 deel krijt en dat derdedeel bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië en doe daartoe wat saffraan of Crocus sativus en wat lampenzwart, dat is de rook die uit de lamp gaat van het licht, dat zal men wrijven met het wit van een ei, dan is het volmaakt.

518. Hoe te schrijven gouden letters.

Neem een toetssteen en strijk daar goud op, dan wrijf dat goud er af met het witte van een ei en schrijf hiermee, de letters zullen goud schijnen. En hier ook mee te vergulden en wat ge schrijven wil zoals hierboven.

519. Anders.

Neem het vel van een ram of van een os en brand het in stukken [fol. 26r] en dan werp het in water en kook het zodat het 20ste deel verkookt is en zeef dan het water. Dit verguldt alle dingen.

520. Om gemakkelijk gepolijst goud of zilver op papier te maken.

Neem lijm en krijt tezamen gewreven en meng het goed en leg het op papier met een penseel. En doe gelijk dat goud of zilver daarover en laat het drogen. En dan polijst het met een tand. Dit kan je doen aan beide kanten.

(1) de as van gelijke hoeveelheden lood en tin die samen verbrand worden.

(2) Het symbool betekent drachma, d.i. 3 skrupel, 72 grein of 4 gram.

521. Goude wellen thoe maken.

Nemt eyn scaps weelle, ende laet dat gerwen yn dy loe kup ende spannet dan op eyn ram al doer styf. Ende alst droghe ys soe snidet daer sticken also grote of cleyn als ghy wilt. Dan nemt claer eyeren ende <.j. lot> gumme arabicum ende gumme amigdolorum .4. loet. Ende tempert dese wel tsamen, ende bestricket dese welle daer mede. Ende dan nemt siluer of goudt ende legget opt voerscreuen vernisste fel, ende latet droghen ende wriuet wel myt eyn tande.

522. Item wildi siluer leggen.

So nemet dan thent ende bestricket dat silueren fel dar mede ende latet droghen in dy sonne. So syn dy fellen schoen vergult; dat comt wan dat voerscreuen tent dat men daer ouer stricket. Ende dat doetmen om dy minste coste wylle. Mer wildi geslagen gout dar op doen, dat wort veel schonre. Mer heet cost meer.

523. Thoe maken thent.

Nemt lyn olije ende aloe epaticum glaucum <ende puluerezirt> ende sefferaen ende siedet tsamen <dicke> dat wort dan tent, daer men siluer gout werue mede ghyft, ghebrunirt siluer of anders, waer op dat men wyll. Ende yn dy sonne suldijt dar op legghen. Dyt mochdi ock op pergament doen.

524. Coper of loet of siluer thoe vergulden.

Nemt wyt van eye, ende breket myt enre spongie dat soe dunne wort als water. Ende dan doet dar eyn wenich eticks yn. Ende latet alsoe staen besincken. Ende dan bestricket dat coper of loet of siluer of wat ghy wylt, ende thant doet dat gout dar op ende latent droghen, ende dan suldijt bruniren of ghy wylt.

525. Laken twergulden.

Nemt antiquam vrinam claram in illam vrinam pone tale quod habere vis pulchrum per .xiiij. dies. Daer nae nemt romsche sepe, ende tempert dy in aqua tepida ende hyr mede salmen wriuen datmen schoen wyl hebben. (fol. 26v)

526. Roet tveruen myt meede dat aluunde werck.

Erst moet men merken die tane(130) dat totten laken behort datmen weruen wyll. Ende dy tane van deser werue dar behort toe .j. . garns of lakens .iiij. loet gallen aen groten stucken gecloppet ende wel gesoden in water ende dan dar thoe gedan also hete .ij. loet alluns tsamen gesaden, ende dan geseget. Ende dan dat laken of dat garn dar yn gedaen. Ende latet een nacht dar yn weken, dan wringhet weel ende latet in den wynt droghen. Dan so nemet tot elk lb lakens j. lb crap mede ende doet int water tweyken. (130) Na tane staat in de tekst dat aluunde werck; dit is wel een deel van het opschrift dat door de copiïst ten onrechte in de tekst werd ingelast.

527. Verue thoe wriuen.

Als ghy olij werue vriuen wylt, soe vriuet dy werue eerst myt water, soe strecktse bet ende ys oeck beter the wriuen.

528. Thoe vriuen alle weruen.

Alle weruen tho wriuen daermen mede gheve[rf]t heeft ende weruen wyl ende ouer bleuen ys. Ende sy ys gelick gheworden ende onstelt ende werbleket, ende dye werue doen weder commen. Item weed asche ende ongeleste kalck ende maket dar loghe af ende latet dy staen besincken. Dan ghitet die clare loghe bouen af. Dan nemt wingart assche ende sieghet dy voerscreuen loge dar doer ende latse stan claren. Dan doet dy clare loghe bouen af ende mengense mytter voerscreuen werue, ende laetse staen hent dy werue gesonken ys. Dan ghiet dy loghe bouen of ende doet dy werue op eyn cryt steen ende laet staen droghen, so ys dy werue wernyet ende bereyt.

529. Om mastick tho maken.

Nemt .ij. loet plumbi ende .ij. loet tyns ende barnt dat tsamen als het hort.

530. Om frues werue op leder thoe maken.

Nemt allun water ende bestrickt dat leder dar mede ende latet droghen. Da[n] nemt het sap van braemsbesen yn eyn lynen doeke, ende stricket dar ouer ende latet wel droghen. Dyt doet .ij. of .iij. mael. Ende yst dan licket met een licksteen.

521. Gouden vellen hoe te maken.

Neem een schaapsvel en laat dat looien in een looikuip en span het dan op een raam heel stijf. En als het droog is zo snij er stukken af alzo groot of klein zoals ge wil. Dan neem heldere eieren en 1 lood Arabische gom van Acacia arabica en gom van de amandelboom of Prunus dulcis, 4 lood. En temper deze goed tezamen en bestrijk dat vel daarmee. En dan neem zilver of goud en leg het op het voor beschreven verniste vel en laat het drogen en wrijf het goed met een tand.

522. Item, wil ge zilver leggen.

Zo neem dan tent (1) en bestrijk dat zilveren vel daarmee en laat het drogen in de zon. Dan zijn uw vellen mooi verguld; dat komt van de voor beschreven tent dat men daarover strijkt. En dat doet men vanwege de minste kosten. Maar wil ge geslagen goud daarop doen, dat wordt veel mooier. Maar het kost meer. (1) zie volgende.

523. Hoe te maken tent, (zie vorige).

Neen lijnolie van Linum usitatissimum en Aloë glauca en verpulverd en saffraan of Crocus sativus en kook het tezamen vaak en dat wordt dan tent daar men zilver een goudkleur mee geeft, gepolijst zilver of anders, waarop dat men wil. En in de zon zal ge het daarop leggen. Dit kan je ook op perkament doen.

524. Koper of lood of zilver hoe te vergulden.

Neem het wit van een ei en breek het met een spons zodat het zo dun wordt als water. En dan doe daar een weinig azijn in. En laat het alzo staan bezinken. En dan bestrijk dat koper of lood of zilver of wat ge wil en dadelijk doe dat goud daarop en laat het drogen en dan zal ge het polijsten als ge wilt.

525. Laken te vergulden.

Neem oude heldere urine en de urine zodanig gezet naar eerlijke kracht 14 dagen. Daarna neem Italiaanse zeep en temper het in lauw ater en hiermee zal men wrijven dat men mooi wil hebben. [fol. 26v]

526. Rood te verven met meekrap of Rubia tinctoria dat aluin pluksel.

Eerst moet men merken de tint(130) dat tot het laken behoort dat men verven wil. En uw tint van deze verf daartoe behoort een pond garen of laken en 4 lood gal in grote stukken geklopt en goed gekookt in water en dan daartoe gedaan alzo heet 2 lood aluin tezamen gekookt en dan gezeefd. En dan dat laken of dat garen daarin gedaan. En laat het een nacht daarin weken, dan wring het goed en laat het in de wind drogen. Dan zo neem tot elk pond laken 1 pond meekrap of Rubia tinctorum en laat het in het water weken.

527. Verf hoe te wrijven.

Als ge olieverf wrijven wil, zo wrijf uw verf eerst met water, dan strijkt het beter en is ook beter te wrijven.

528. Hoe te wrijven alle verven.

Alle verven hoe te wrijven waar men mee geverfd heeft en verven wil en overgebleven is. En het is gelijk geworden en verkleurd en verbleekt en de verf terug komen laten. Item, as van wijngaardranken en ongebluste kalk en maak er een loog van en laat het dan staan bezinken. Dan giet de heldere loog boven af. Dan neem wijngaardas en zeef het in de door de voor beschreven loog en laat het staan zodat het helder wordt. Dan doe de heldere loog boven af en meng het met de voor beschreven verf en laat het staan totdat de verf gezonken is. Dan giet de loog boven of en doe de verf op een krijt steen en laat het staan drogen, dan is de verf vernieuwd en bereid.

529. Om mastiek hoe te maken.

Neemt 2 lood (gewicht) lood en 2 lood tin en brand dat tezamen zoals het hoort.

530. Om fruitkleurige verf op leer hoe te maken.

Neem aluin water en bestrijk dat leer daarmee en laat het drogen. Dan neem het sap van braam of Rubus fruticosus in een linnen doek en strijk het daarover en laat het goed drogen. Dit doe je 2 of 3 maal. En wrijf het dan met een polijststeen.

531. Roet hasen leder thoe weruen of ander leder.

Erst bereet dat leder ende maket schoen ende towet wel, dan nemt .x. of .xij. wellen. Daer toe nemt .v. of .vj. quarten vaters, put water, dit doet opt fuer hent begint thoe siden. Soe salmen (fol. 27r) daer yn doen .4. pont bresilien holt cleyne gemalen, ende latent siden op dat derdendeel, dan salmen dy werue wt ghieten yn eyn eerden teyl ende latense coud werden ende doen daer thoe olde vrine, vel modicum de calce, ende menghet wel cout. Dan soe suldi nemen eyn peels lappe ende doet aen eyn stock ende steket inder weruen, ende legghet dy wellen op eyn taffel ende weruetse aen beiden syden .iij. of .iiij. mael, also langhe dat si haer werue wel hebben. Ende hangetse my elke werue op ende laetse droghen. Ende dan weder weruen als voerscreuen is. Ende wildi datse sanguyn roet werden, soe doet daer een luttel steen calc yn, so ys dat so woel tho meer.

532. Sangwyn leder thoe maken.

Recipe .j. loet bresilien holts ende dat sidet yn put water, dan maket wat loghe wan weed assche, ende daer van doet .iij. dropel daer yn. Ende dar mede so bestricket dat leder. Erst bestricket mit werme water daer allun yn gesmouten is eer ghy dat leder weruet.

533. Geel leder thoe werwen.

Nemt oker .j. lb. (1) ende doet in vyeff quarte waters yn eyn cupe. Ende doet dat feel daer yn, ende laetse een dach dar yn liggen. Ende dat voerscreuen water sal werm syn als ghy dy werue daer yn doet. Dan nemt dy wellen wt ende hanget sy op thoe draghen ende recket sy wt.

534. Om suart leder thoe maken.

Nemt .ij. quarte swarten, .ij. loet witrioels, ..ij. loet gallen, dit stoet tsamen met swarte, .j. loet olij; dit laet tsamen op siden so ys dy werue wolmact, dan dowet dat leder .iij. of .iiij. mael dar yn. Of bestriket myt eyn hasen woet hent syn werue heuet, dit is beter.

535. Thoe maken loes leder.

Nemt scaeps wellen ende doet dy wolle of, ende doetse yn eyn cupe ende doet dar water yn ende calck alsoe woel dattet genoch sy. Ende roret weel om ende legge dy wellen dar yn .iiij. of .v. daghen hent genoch ys, dan nemtse wt ende mactse schoen. Ende scauetse wael myt een meesche. Dan leggetse weder yn schoen water om thoe weyken dat dy calck of gae enen nacht of meer. Dan (fol. 27v) nemtse wt ende spultse yn schoen water al werm. Dan doet dij wolle yn een korf, ende trectse so lange dat si wynt droge worde. Dan salmen dy wellen alunen. Hyr suldi merken dat ghy tot hondert wellen .x. lb alluns ende omtrent .xxv. quarten waters, ende .j. sten souts, of .j. wirendeel hoester noten behouet. Dan suldi nemen een scuttel waters of .ij. ende doeter in dy kupe ende nemen dy welle, ende wringense wael in dat water. Ende alst water verwrongen is, dan so dotar mer vanden allunden water yn ende wringet dy ander fellen daer yn. Ende ghy sult dy fellen slecht wucht maken vanden allun water. Dit doet .j. of .ij. mael. Dan legse in eyn kupen ende laetse also liggen .iiij. of .v. dagen lanck of meer dat sy wynt droghe worden of meer, dan salmen dy fellen thoe nayen vanden enen ende to den anderen. Ende latet daer en gaet bliuen dar men dy werue yn doen mach.

536. Dy werue machmen aldus.

Ghy sult in dy wellen doen olde pijsse wel gesoden also langh als sy scumet. Ende gi sult doen tot .c. fellen .xx. maten pysse, ende latet dy syen tot .xv. quarten thoe. Daer nae ghitet dy pysse yn eyn schoen cuppe ende laetsy kulen dat sy lau bliue. Dan doet dy selue pysse weder om yn dy ketel, ende laetse siden, ende schumet sy schoen op eyn werue. Ende soe sy beter sidet, soe sy dat laken beter weruet . Ende alst wael ys gesoden soe nemt .v. . weruen cleyn gewreuen ende doetter yn ende latet syden een wirendeel wan eyn wre lanck. Ende also werm als dy pys vanden wuer commet, soe salmense doen yn dy welle. Ock nyt so hete dat sy dij wellen scrimpet. Ende decket dij ketel thoe, ende doet daer yn .iiij. loet alluns, ende latet smelten ende ruret omme. Dan doet dese werue yn dy wellen myt .j. canne of ander dinck van .vj. of .vij. quarten. Ende blaset yn dat fel, ende hout dat gat wel thoe, ende vriuet ende werscuttet weel seer. Ende besiet yn dat gaet of dy werue wael weruet. Dan doet wt dy werue ende doet yn eyn ander fel, als voerscreuen is. Ende wat geweruet is dat ontnadet ende latet droghen weel hart. Dan nemet dy wellen ende maket sy morwe myt water nyt thoe seer, dat dy werue nyt af gaet. Ende dy werue sal altoes bynnen wesen. Ende leggense dan op malcander. Ende dan suldi se weel wtreecken ende makent dan alst (fol. 28r) hort alsmen dair mede wt wyl resen tho merck yn een packe.

537. Roet garne ende linen laken tho weruen.

So neemt fatseelhout ende maket also clein als ghi moget ende doet dan in loghe ghemaect van pot asse. Tot een pont fazeelhouts een vierendeel ponts asse die loghe daer of .ij. emmer vol ghemaect. Dan salmen dan dat derdendeel in sieden, dan salment cleinsen ende doen dan dair in wat spaens groen ende aluijn clein ghepuluerzeert ende siedent weder op, dan salment linnen laken legghen in een cupe ende ghieten die verwe al heet dair op ende rorent also lanc dat het cout wort. Dan salment wt wringhen ende hanghent op te drogen; het is te weten datmen tot .iiij. een pont houts hebben sal een pond as.

538. Om gheel linnen te verwen.

So neemt tot .iiij. ellen .i. pont woude ende snijt die al clein. Ende daer toe doet een vierendel ponts weetasse ende maect dair loghe of. Ende dan siet die woude met die loghe dat derdendeel in, dan verwet dair mede als voirseit vanden rode.

539. Om roet bolkeraen te verwen.

So neemt .ii lb. wilt soffraen diemen floers hiet, ende doet in een saxkijn, dan ghiet water opt saxkijn ende wasschet ende wringet also lanc datter gheen gheel wt en loept mer laet die soffraen een dach ende nacht legghen int water ende dair na doet die soffraen in die sonne ende laet hem droghen. Ende dan so doet hem in dat voirseit saxkijn. Dan suldi dunne loghe maken van potasse .iij. menghelen ende makense heet ende ghieten tot elke mael .i. menghelen op dat voirseit saxkijn. Ende dair na dat ander. Ende dair na dat derde menghelen. Ende hanct elke menghelen bi sonder. Ende dan ghietet tot elke menghelen een derdendeel van een menghelen wijn eeck. Ende in die verwe die ghi lest wt vringet dair wasschet vwe doucken wel in ende vringetse wel wt. Ende dair na doer die ander (fol. 28v) verwe. Ende dair na doer die derde verwe. Ende allentoes sal die verwe cout sijn. Ende men sal dien douck niet spolen. Ende tot een (4) lb. lakens salmen nemen een lb. saffraens of floers.

540. Om roet linnen laken te verwen.

So neemt tot .vi. ellen linnen lakens .i. . brisilien houts ende laet dat te samen sieden ende dan ghiet dat water of ende deilt in drien delen, dan aluunt dat water ende steect dat laken int water ende droget weder ende noch weder, ende derdewerf in dat voirseide water in elke water eens, dan laet het droghen.

531. Rood hazenleer hoe te verven of ander leer.

Eerst bereidt dat leer en maak het schoon ende bereidt het goed, dan neem 10 of 12 vellen. Daartoe neem 5 kwart water, put water, dit doe op het vuur totdat het begint te koken. Dan zal men [fol. 27r] daarin doen 4 pond braziliehout of Caesalpinia sappan klein gemalen en laat het koken tot op het derdedeel, dan zal men de verf uitgieten in een aarden schotel en laat het koud worden en doen daartoe oude urine of een beetje kalk en meng het goed koud. Dan zo zal ge nemen een stuk pels en doe het aan een stok en steek het in de verf en leg uw vellen op een tafel en wrijf ze aan beide zijden 3 of 4 maal, alzo lang dat ze hun kleur goed hebben. En hang het met elke verf op en laat het drogen. En dan weer verven zoals voor beschreven is. En wil ge dat ze bloedrood worden, zo doe daar wat ongebluste kalk in, zo is dat wel te beter.

532. Bloedrood leer hoe te maken.

Recept: 1 lood braziliehout of Caesalpinia sappan en dat kook in put water, dan maak wat loog van as van wijngaardranken en daarvan doe 3 druppels daarin. En daarmee zo bestrijk je dat leer. Eerst bestrijk je het met warm water daar aluin in gesmolten is eer ge dat leer verft.

533. Geel leer hoe te verven.

Neem oker 1 pond en doe het in vijf kwart water in een kuip. En doe dat vel daarin en laat het een dag daarin liggen. En dat voor beschreven water zal warm zijn als ge de verf daarin doet. Dan neem de vellen er uit en hang ze op te drogen en rek ze uit.

534. Om zwart leer hoe te maken.

Neem 2 kwart zwart, 2 lood vitriool of ijzeroxide, 2 lood gal, dit stoot tezamen met het zwart, 1 lood olie; dit laat tezamen opkoken, zo is uw verf volmaakt en dan druk dat leer er 3 of 4 maal daarin. Of bestrijk het met een hazenvoet totdat het zijn kleur geeft, dit is beter.

535. Hoe te maken gelooid leer. (1)

Neem schapenvellen en doe de wol eraf en doe het in een kuip en doe daar water in en kalk alzo veel dat het genoeg is. En roer het goed om en leg de vellen daarin 4 of 5 dagen totdat het genoeg is, dan neem ze eruit en maak ze schoon. En schaaf ze goed met een mes. Dan leg ze weer in schoon water om te weken dat de kalk er af gaat een nacht of meer. Dan [fol. 27v] neem ze eruit en spoel ze schoon met warm water. Dan doe je de wol in een korf en droog ze zolang dat ze winddroog worden. Dan zal men de vellen met aluin doen. Hier zal ge merken dat ge tot honderd vellen 10 pond aluin en omtrent 25 kwart water en 1 sten souts (2) of 1 vierendeel walnoten of Juglans regia behoeft. Dan zal ge nemen een schotel water of 2 en doe het in de kuip en neem de vellen en wringen ze goed in dat water. En als het water uitgewrongen is, dan zo doe er meer van de aluin water in en wring de andere vellen daarin. En ge zal de vellen weinig vochtig maken van het aluin water. Dit doe je 1 of 2 maal. Dan leg ze in een kuip en laat ze alzo liggen 4 of 5 dagen lang of meer dat ze winddroog worden of meer, dan zal men de vellen dicht naaien van het ene eind tot de andere. En laat het daar en gaat blijven daar men de verf in doen mag.

536. Die verf maakt men aldus.

Ge zal in de vellen doen oude pis goed gekookt alzo lang totdat het schuimt. En ge zal doen tot 100 vellen 20 maten pis en laat het tot ze 15 kwart toe verkookt zijn. Daarna giet de pis in een schone kuip en laat en laat het koelen dat het lauw blijft. Dan doe dezelfde pis weer in de ketel en laat het koken en schuim het schoon op eenmaal. En zo het beter kookt, zo het laken beter verft. En als het goed gekookt heeft zo neem 5 pond verf klein gewreven en doe het erin en laat het koken een vierendeel van een uur lang. En alz

o warm als de pis dat van het vuur komt zo zal men het doen in de vellen. Ook niet zo heet dat het uw vellen krimpen. En dek uw ketel toe en doe daarin 4 lood aluin en laat het smelten en roer het om. Dan doe deze verf in uw vellen met een kan of ander ding van 6 of 7 kwarten. En blaas in dat vel en hou dat gat goed dicht en wrijf en schud het wel zeer. En bezie in dat gat of uw verf goed verft. Dan doe de verf eruit en doet er een ander vel in zoals voor beschreven is. En wat geverfd is daarvan maak het genaaide los en laat het zeer goed drogen. Dan neem de vellen en maak ze murw met water, niet te erg, maar zo dat de verf er niet afgaat. En de verf zal altijd binnen wezen. En leg ze dan op elkaar. En dan zal ge ze goed uittrekken en maak het dan zoals het [fol. 28r] behoort als men daarmee uit wil gaan naar de markt in een pak.

537. Rood garen en linnen hoe te verven.

Zo neem pruikenboom of Cotinus coggygria en maak het alzo klein als ge kan en doe dat in een loog gemaakt van potas. Tot een pond van dit hout een vierendeel potas de loog daarvan of 2 emmers vol gemaakt. Dan zal men dan dat derdedeel in koken, dan zal men het wringen en doen dan daarin wat Spaans groen of kopergroen en aluin klein verpulverd en het weer koken, dan zal men het linnen laken leggen in een kuip en gieten die verf al heet daarop en roer het alzo lang totdat het koud wordt. Dan zal men het uitwringen en hangen het op te drogen; het is te weten dat men tot 4 pond hout een pond as hebben zal.

538. Om geel linnen te verven.

Zo neem tot 4 el 1 pond wouw of Reseda luteola en snij die al klein. En daartoe doe een vierendeel pond as van wijngaardranken en maak daarvan een loog. En dan kook de wouw met die loog dat derdedeel in, dan verf daarmee zoals gezegd is van de rode.

539. Om rood soort gekleurd laken te verwen.

Zo neem 2 pond wilde saffraan die men saffloer of Carthamus tinctorius heet en doe het in een zakje, dan giet water op het zakje en was het en wring het alzo lang zodat er geen geel meer uitloopt, maar laat die saffloer een dag en nacht liggen in het water en daarna doe die saffloer in de zon en laat het drogen. Ee dan zo doe het in het voorgemelde zakje. Dan zal je dunne loog maken van potas 3 mengsels en maak het heet en giet tot elke keer 1 mengel (3) op dat voorgemelde zakje. En daarna de andere. En daarna dat derde mengsel. En hang elk mengsel apart. En dan giet tot elk mengsel een derdedeel van een mengsel wijnazijn. En in de verf die ge laat uitwringen daar was uw doeken goed in en wring ze goed uit. En daarna door de andere [fol. 28v) verf. En daarna door de derde verf. En altijd zal die verf koud zijn. En men zal die doek niet spoelen. En tot een pond laken zal men nemen een pond saffraan of saffloer.

540. Om rood linnen laken te verven.

Zo neem tot 6 el linnen laken 1 pond braziliehout en laat dat tezamen koken en dan giet dat water af en verdeel het in drie delen, dan los dat aluin er in op en steek dat laken in het water en droog heet weer en nog eens en de derde maal in dat voorgemelde water in elk water eens, dan laat het drogen.

(1) Een soort marokijn, aan de ene zijde rood, aan de andere wit. (2) sten souts: een steen is een gewicht voor vaste stoffen.

(3) inhoudsmaat voor vloeistoffen, gewoonlijk twee pinten.

(4) De afkorting lb. staat voor het gewicht libra, pond.

541. Om roet ghaern te verwen.

So maect loghe van weet assche ende wijn eeck. Ende dan so neemt rode vlocken ende sietse in een schone arden pot ende laet die wel sieden mitter loghe tot dat al water wort ende legt dan tgaern dair in enen dach ende enen nacht. Ende neemt dan wt ende latet droghen. Ende wildi dan meer verwen, so neemt noch rode vlocken ende versietse als voirseit is met die voirseide vuchticheit die daer ouer bleef ende dat doet als te voren.

542. Om leder te verwen.

Wat leder dat ghi roet wilt verwen, dat moet ghi eerst schoen wassen in laeu water ende wel wt ghewronghen ende dan ghealuunt ende voert terstont die verwe daer op.

543. Om flueel te verwen op leder.

Wildi flueel op leder verwen, so neemt aluijn water ende ouerstriket dat leder dair mede ende latet wint droghe worden. So neemt braembesien ende wringet dat sap wt doer een linnen douck ende strikent dat ouer tleder ende latent droghen. Dit salmen te minste .ij. weruen doen, dan salment licken.

544. Om sangwyn leder te maken.

(fol. 29r) So neemt een loet brisilien hout ende siedet in puts water of reghen water. Ende doet dan dair toe .iiij. of .v. dropelen loghe ghemaect van weedasse dan striket dat ouer dat leder.

545. Om roet loes te verwen.

So neemt tot .v. vellen een pont aluijns, een half pont souts, dit smelt te samen in water ende legt dan jou vellen dair in. Alst een wijl dair in gheleghen heeft, so neemtet wt ende laettet wijn[t] droghe worden. Dan neem[t] dat vel ende naijet toe ende laet een gat an die .ij. afterste benen dair ghi in blasen moget, dan neemt ouden wijn ende sietse ende schuumtse wel claer ende doet dair in een luttel aluyns ende .ij. loet lacta, die coept in die apteke, ende stoet die al clein met een loet brisilien hout ende dat suldi te gader sieden dat het sijn natuer neemt ende cleinsent dan doer een schonen douck. Ende dan neemt dan wat gumme of een doder van een eye, ende ghietet te gader in dat vel, maer dat vel most eerst op gheblasen sijn ende men moet wachten dat die substanci niet te heet en sy op dat dat vel niet en verberne. Ende spoelt dat vel wel dair mede ende doet dan wt ende laet also legghen een nacht dan ouerstrijct met wermen water ende laet dan droghen.

546. Om grau leder te verwen.

So neemt hoeij assche indie van baldi. (1) Ende neemt rode droes van wijn of roden wijn ende menget die wijn ende hoeyasschen ende des droes te samen ende slaet doer een douck ende vringet doer een douck schoen wt. Item suldi nemen wit hasen leer ende jou assche dat [doet] in lauwe aluyn water seer recken, ende reckent seer tent wynt droghe is. So striket in dese voirseide verwe ende strikent ouer dat leder ghelijc van verwen. Ende altoes seer wriuen ende latent dan droghen, so ist rede

547. Hoemen wit leder maken sal.

So salmen eerst nemen een middelbaer of een dicke koei huut na dien datmense dicke of dunne hebbe[n] wil. Dat leer also alst wt den calc comt, niet wt die runne, maer wt die calc. Ende die salmen an beide side die liesen ende dat dunste een voet breet of sniden. Ende dan salmen die calc striken met een plomp mes dairmen dat haer mede of striket, of men salt wt vringhen ende makent droghe alsmen mach, ende sniden die huut an .iiij. stucken. Ende dan salmen nemen .iij. stoep waters ende anderhalf pont aluyns ende een grote hantvol sauts, ende menget te samen ende makent heet opt vier dat het niet en siet maer dat het heet si dat men dair een hant in steken of doghen mach. Ende ghieten dit in een tobbekijn. Ende nemen dan die stucken ende dopense dair in ende vringhense sterkelic mitten water. Ende als dan dat water cout is, so salment dan weder wermen ende die stucken dair weder in dopen ende wringense ander werf weder wt ende derdewerf. Ende ten vierden werue dat water dattter dan ouer ghescoten is, dat salmen weder wermen. Ende alst ghewermt is, so salment in dat(138) tobbekijn ghieten ende men sal dair in doen .ij. grote hant vol terwen blomen ende rorent dat te gader om dat het niet en clontert. Ende dan salmen die sticken dair in voughen of vouden dat si onder dat water moghen legghen, ende sullen dair in legghen viertindech lanc. Ende dan salmense in een scone hete sonnen schijn hanghen te droghen. Ende alst droghe is so salment wriuen ende breken op een tant van een banck ende makent dwe ende saft. Ende ist dat noch stijf ende hart blijft, so salme[n]t met water besprenghen of legghent op een vuchtichge stede.

548. Om hoern zwart te maken of te verwen.

So neemt gheweecte hoern ende neemt weet asschen ende maect dair van loghe, die heet ghemaect, dair (fol. 30r) legt dan die hoern in die hete loghe ende laetse dair in legghen een vre. Dan maect zwart van galnoet ense coperroet ende maect dat heet ende legt dat hoern daer in ende laet dan staen bijt vier .i. vre.

549. Om roet hoern te verwen.

So neemt bresilien hout .i. loet ende ghiet daer op een menghelen waters ende laet dat sieden tot der helft ende neemt rein hoern ende legtse eerst in die loghe voitseit, dair na so neemt dan die hoern vter loghe ende legse dan in die hete verwe ende laetse te gader sieden een wijlkijn tijts ende dan ist goet.

550. Om te verwen roet leer, calfs vellen of scapen.

So neemt een vel die wt die runne comt, so neemt .ij. menghelen waters bier maet. Dan neemt .ij. loet aluuns ende doet dat in dat water ende settet op dat vier ende maectet bloet laeu ende dan salment dair in legghen een vel een nacht lanck ende latent wijn[t] droge worden. Ende dan naeit dat vel toe. Ende neemt een pinte oude pisse ende sietse op die helft, dan prueftse op dijn naghel of dat ghenouch is. Ist sake dat vanden naghel sluupt of loept, so en ist niet ghenouch. Ende wilt ghi dat het wel ruket so neemt een loet anijs ende een loet witte wieroec ende puluerzeert dat ende siftet doer een seef. Ende doet dan dair in een vierendel van een vlesken peter olie ende dan siet op met een in die verwe.

541. Om rood garen te verven.

Zo maak loog van as van wijngaardranken en wijnazijn. En dan zo neem rode vlokken en kook het in een schone aarden pot en laat dit goed koken met de loog totdat het al(133) water wordt en leg dan het garen daarin een dag en een nacht. En neem het dan uit en laat het drogen. En wil ge dan meer verven, zo neem nog rode vlokken en kook het zoals gezegd is met de voor vermelde vochtigheid die daar over bleef en dat doe als tevoren.

542. Om leer te verven.

Wat leer dat ge rood wil verven, dat moet ge eerst schoon wassen in lauw water en goed uitwringen en dan met aluin inwrijven en voorts terstond die verf daarop.

543. Om zwart te verven op leer.

Wil ge zwart op leer verven, zo neem aluin water en overstrijk dat leer daarmee en laat het winddroog worden. Dan neem braam of Rubus fruticosus en wring dat sap uit door een linnen doek en strijk het over het leer en laat het drogen. Dit zal men ten minste 2 maal doen, dan zal men het gladstrijken.

544. Om bloedrood leer te maken.

[fol. 29r] Zo neem een lood brasiliehout of Caesalpina sappan en kook het in putwater of regen water. En doe dan daartoe 4 of 5 druppels loog gemaakt van as van wijngaardranken, dan strijk het dat over dat leer.

545. Om rood gelooid te verven.

Zo neem tot 5 vellen een pond aluin, een half pond zout, dit smelt tezamen in water en leg dan jouw vellen daarin. Als het een tijdje daarin gelegen heeft, zo neem het eruit en laat het winddroog worden. Dan neem dat vel en naai het dicht en laat een gat aan de 2 achterste benen daar ge in blazen kan, dan neem oude wijn en kook het en schuim het goed helder en doe daarin wat aluin en 2 lood lacta die je koopt in de apotheek en stamp dat al klein met een lood braziliehout en dat zal ge tezamen koken totdat het zijn natuur neemt en wring het dan door een schone doek. En dan neem dan wat gom of een dooier van een ei en giet het tezamen in dat vel, maar dat vel moest eerst opgeblazen zijn en men moet wachten dat de substantie niet te heet is opdat het vel niet verbrand. En spoel dat vel goed daarmee en doe het er dan uit en laat het alzo liggen een nacht dan bestrijk het met warm water en laat het dan drogen.

546. Om grauw leer te verven.

Zo neem as van hooi (Cymbopogon schoenanthus (?) uit Indië van Baldi (1). En neem rode droesem van wijn of rode wijn en meng die wijn en hooias en de droesem tezamen en sla het door een doek en wring het door een doek schoon uit. Item; zal ge nemen wit hazen leer en jouw as en doe dat in lauw aluin water zeer rekken en rek het zeer totdat het winddroog is. Dan strijk het in deze voor vermelde verf en strijk het over dat leer gelijk van verf. En altijd zeer wrijven en laat het dan drogen, dan is het gereed. (fol. 29v) .

[fol. 29v) 547. Hoe men wit leer maken zal.

Dan zal men eerst nemen een middelbare of een dikke koeienhuid na dien dat men ze dik of dun hebben wil. Dat leer alzo als het uit de kalk komt, niet uit de runne (om te looien), maar uit de kalk. En die zal men aan beide zijde de liezen en dat dunste een voetbreed afsnijden. En dan zal men die kalk strijken met een bot mes daar men dat haar mee afstrijkt, of men zal het uitwringen en maken het droog als men kan en snijden de huid in 4 stukken. En dan zal men nemen 3 stoop water en anderhalf pond aluin en een grote handvol zout en meng het tezamen en maak het heet op het vuur zodat het niet kookt, maar dat het heet is zodat men daar een hand in steken als ge gedogen mag. En gieten dit in een vaatje. En nemen dan die stukken en dopen ze daarin en vermeng het sterk met het water. En als dan dat water koud is dan zal men het dan weer warmen en de stukken er weer in dopen en wringen het een volgende keer weer uit en een derde maal. En te vierden keer dat water dat er dan overgebleven is dat zal men weer warmen. En als het gewarmd is dan zal men het in dat vaatje gieten en men zal daarin doen 2 grote handen vol tarwe bloem en roer dat tezamen zodat het niet klontert. En dan zal men die stukken daarin voegen of vouwen zodat ze onder dat water mogen liggen en zullen daarin liggen veertien dagen lang. En dan zal men ze in een mooie hete zonneschijn hangen te drogen. En als het droog is dan zal men het wrijven en breken op een tand van een bank en maken het soepel en zacht. En is het dat het nog stijf en hard blijft, dan zal men het met water besprenkelen of leggen het op een vochtige plaats.

548. Om horen zwart te maken of te verven.

Zo neem geweekte horen en neem as van wijngaardranken en maak daarvan een loog, die heet gemaakt en leg daarin [fol. 30r] dan die horen in de hete loog en laat het daarin leen uur liggen. Dan maak het zwart van galappels en koperrood en maak dat heet en leg de horen daarin en laat het dan staan bij het vuur 1 uur.

549. Om een horen rood te verven.

Zo neem braziliehout of Caesalpinia sappan hout 1 lood en giet daarop een mengel (zie 539) water en laat dat koken tot de helft en neem reine horen en leg het eerst in die loog voor vermeld, daarna zo neem dan die horen uit de loog en leg het dan in die hete verf en laat ze tezamen koken een tijdje en dan is het goed.

550. Om te verven rood leer, kalfsvellen of schapen.

Zo neem een vel die uit het looibad komt, dan neem 2 mengelen (zie 539) water bier maat. Dan neem 2 lood aluin en doe dat in dat water en zet het op het vuur en maak het bloot lauw en dan zal men daarin leggen een vel een nacht lang en laat het winddroog worden. En dan naai dat vel dicht. En neem een pint oude pis en kook het tot op de helft, dan beproef het op uw nagel of dat genoeg is. Is het zo dat het van de nagel druipt of loopt, dan is het niet genoeg. En wil ge dat het goed ruikt zo neem een loet anijs van Pimpinella anisum en een lood witte wierook van Boswellia thurifera en verpulver dat en zeef het door een zeef. En doe dan daarin een vierendeel van een flesje petroleum of steenolie en dan kook het op meteen in die verf.

(1) baldi is mogelijk de plaats van afkomst.

551. Homen een scaeps vel of cordewaen met bresilien roet sal verwen.

So neemt .ij. loet brisilien houts ende is brisilien seer goet so neemt bi .iii. verendel loets ende raspet met een rasp of puluerzeert in een visel of in een molen zeer clein. Ende dan hanget dat puluer ouert vier in een ketel met scoen water. Ende het is te weten datmen tot elke siedinge een querte waters of .v. pinte sal doen na dat die brisilien (fol. 30v) goet is ende latent sieden ouer tfier wel passelic alte samen ende niet te seer. Ende decken dese voirseide ketel met een rein dexel dat dair niet in en valt. Ende alst ghesoden is op die helft, so neemt een schoen houtkijn ende steect dat in die verwe ende doet op v naghel ende dan suldi wel sien oft ghenouch ghesoden is ende oft ghenouch werwe heeft, mer dan so is die verwe op sijn bleechste ende dunste. Ende alst bi na alte haluen versoden is, so suldi nemen tot elke .ij. loet brisilien hout een pinte loghe ghemaect van scoen calc ende doense in den ketel die dair siedet ende latent een luttelken dair mede sieden tent een weinich dicker wort ende roder. Dan suldi bereit hebben een schoen aerden pot test binnen wel verlodet, ende dair suldi die verwe in cleinsen doer een sconen douck. Ende dair na suldi also veel aluyns nemen alst die helft van jou brisilien voirseid. Ende dan neemt schoen water ende neemt dat inden voirscreuen douck ghebleuen is dair ghi die voirseide verwen doer ghecleinset hebt. Ende [doe] dat water met den voirseiden puluer ende met den aluyn ouer tfier ende prouuent in jou mont oft sterck ghenouch ghealuynt sy na wise ende manieren alsmen spise plach te souten. Ende alst een wile dair mede heeft ghesoden, so suldi jou leder dair mede ouer stricken ende latent een luttel wint droghe worden maer niet alte seer. Ende dan so moghe dij jou leder verwen metter eerster voirseide verwe. Ende niet alte veel tot elken mael dattet leder niet doer en slaet te seer ende sachtelic sonder te heet maken; tegen dat vier ist best. Ende en laet niet te seer droghen ende bestrijckent also menich weruen tot dat ghenouch heeft ende latent wel droghen. Ende legghent dan op een schoen tafel of banck ende lickent ende brunerent dat mit een licksteen dan salt hem wel openbaren oft bruun ghenouch si of niet.

(fol. 31r) Om linnen laken zwart te maken.

So ist beter onghebleect ende dat salmen aldus maken. Men sal nemen tot elke elle .i. loet galnoets ende stoten die galnote seer clein ende nemen tot elke loet galnote een quarte vers waters. Ende siedent dat in een schoen ketel also lanc dat die helft versoden is. Dan latet so langhe staen dat ghi dair nauwe een hant van hitten in ghedoghen moget. Ende dan so steect v laken dair in ende hanget dan te droghen. Ende dan steect dair weder in ende hanget dan weder te droghen. Ende doet dit hent galwater al in gedroget is, ende dan neemt tot elken ellen lakens een quarte schoenmakers zwarte ende steect dat laken so dicke dair in dat die zwarte dair in ghetoghen si ende ghedroget.

553. Om grau laken te verwen.

So suldi doen met dat galwater als voirseit is. Ende dan salmen nemen tot elke ellen .i. loet coperroet ende een) quarte waters tot elke loet coperroets .i. loet goms ende doen dit int water ende latent smelten tsamen ende dopen dair in als vant tzwart gheschreuen staet.

554. Hoemen roet leder mit mede sal verwen.

Men sal nemen een gheloeit calfs vel alst eerst wt die cupe comt ende noch niet droghe heeft gheweest. Ende dat gheen pincke en is. Ende wasschent zeer schoen in cout water, stroem water, ende in werm water so lanc tot dat die calc ende eeck alte male wt come, dat men weet bi die verwe vant water dat dan wt gaet of of gaet. Ende dan salmen dat vel om lancx toe naeyen, so dat die haerside binnen comme ende laet een gat open bliuen an een been dair men die verwe in sal doen. Ende ist een ghemeen calfs vel dat niet alte groet en is, so salmen nemen een menghelen waters ende smelten dair .v. loet aluijns in al clein ghestoten. Ende dat salmen also heet maken dat men die hant dair nauwe in mach liden. Ende ghietent in dat vel ende rorent ende hutsent zeer (fol. 31v) wel hier ende dair dattet ouer al in dat vel comt. En[de] dat aluyn water dair in trecket. Ende alst bina cout beghint te worden, so ghiet dat water weder wt so ghi haestelixte moghest, dat dair niet in en bliue. Ende dan alte hant mit groter haest eer dat vel cout wort binnen, so salmen doer dat gat vant been in doen een half pont mede, ist een ghemeen clein vel, mer .iij. vierendel ponts ist een groet vel, welke mede men eerst te voren in een platteel al clein sal breken mitter hant, dat alle die cluutkens ontwen gaen ende te puluer ghebroken sy[n]. Ende doetse dan doer dat gat al droghe in dat vel dat si bi na voir den gate ouer een hoep bliue legghe[n], niet ouer al dat vel ghestroit, op dat dat haestelicker ende tsamen nat worde. Dan hebt een pot met oude pisse die so werm si datmen die hant dair in mach doghen omtrent .ij. menghelen of meer, ende ghiet die ene helft int vel so heet alst voirseit is ende so gheringhe ende haestelic dattet vel noch werm si vanden aluyn water ende rorent ende scuddent ende vriuent so langhe dat vel op een tafel of op een banc dat bi na cout si gheworden. Dan ghiet dan die ander helft vander pis dair in also heet alst te voren ende erbeitet wel so langhe dattet ecter so cout is gheworden. Dan salmen dat vel weder ontornen ende spolent in schoen water want alle die verwe of gaet. Ende hanget dan op ende latent wijnt droghe worden. Ende nement dan ende legghent dan op een tafel ende smerent een luttel met oli met een vetter hant zeelr wel ouer al dat vel metter platter hant al wriuende. Ende laet dan voert droghen. Ende dair na ouer een dach salment noch eens wassen in schoen water dat die pis ende alle dinghe wt comen want het wort veel safter. Item die mede ende vrine moetmen al ghereet maken eer men dat aluyn water.

555. Om roet ceter dat is roet laken [te verwen].

So neemt tot .x. ellen lakens .iiij. lb. wilt soffraen ende die doet in een saxkijn dat linnen is ende wasset die soffraen wel in schoen water ende latent legghen een nach inden water. Dan neemt den soffraen ende deelt hem in vieren, ende op een yghelic deel loghe ghegoten, ende ghift elke .iiij. ellen .iiij. loet aluyns ende dan verwet den douck. Ende ghift elke lb. soffraens bi sonderlinghe .iij. maten loghes, ende alst gheuorwet is so trecket den gheuerwende douck doer sterken wijn eeck ende hanget dan den douck inden wint ende palliert mitten licksteen van glasen ende bestriket den met onghel.

556. Om gheel linnen laken of douck te verwen.

Neemt een emmer waters ende een lb. weet assche ende maect loghe ende doet den schuum of ende laet die loghe staen .i. dach ende een nacht dan doet dair in een .lb. woude ende siedet dan .ij. vren lanc. Ende wanneer die loghe versch is so ghiet dair op meer loghe ende dan cleinset dat nat wt of vander woude. Ende doet dair in een loet puluer spaens groen dan steket dat linnen douck dair in ende maket wel nat.

Item wilstu dat laken pappen, so doet dair in een lepel vol weiten blomme ende menget dair mede ende steket dat voirseit douck noch eens dair in ende latent droghen vter sonnen.

557. Om groen linnen douck te verwen.

So neemt vuulbomen, besien dair van, ende ghiet dair sterke aluun water op ghenouch. Ende wanneer dat ghi verwen wilt, so neemt .ij. hant vol van desen besien (fol. 32v) ende stoetse wel clein ende doetse in een ketel. Ende doet dair .iiij. querten vanden aluun water op. En[de] dat douck dat ghi verwen wilt dat doet inden ketel mitten besien ende laet sieden .ij. vren lanc, dan neemt den douck wt ende laet hem half droghe worden ende doet hem dan weder inden voirseiden ketel ende laet hem half cout worden. Ende doet tot .x. ellen douckx .i. loet spaens groen wel ghewreuen ende laet dan dair in bliuen een dach ende een nacht, dan neemt dat laken wt ende spoelt in schoen water ende dan hanget wt ende latet wel droghen.

558. Om graeu laken te verwen.

So neemt .i. lb. galle ghepuluerzeert ende elsen bast .i. hant vol vijlsel van yser ende ghiet .x. querten waters daer op ende laet dat sieden op die helft, ende dan ghietet dair in een half querte edicx. Ende laet dan niet seer sieden, dair na so neemt een querte scoenmakers zwarte ende laet die sieden een vre lanc, ende dan doet dair in .x. ellen doucks ende dair mede laet een luttel op sieden ende doet dan vanden vier, ende laet daer in legghen .iij. vren lanch. Dan neemt dat laken wt ende spoelt in laeu water ende hanget op ende latet droghen vter sonnen.

559. Om blaeu te verwen.

So neemt wilt beieren of vleder besien ende ghiet aluyn water dair op. Ende wanneer ghi verwen wilt, so neemt een deel besien vten vate dair si in ghestaen hebben, also veel als ghi wilt, ende stoetse ontween ende ghiet dair aluin water op ende laet op sieden. Ende doet dair in luttel scoenmakers zwart, ende laet dan sieden .i. vre of .ij., ende dan so trecket wt ende laet half droghen. Ende dan doet en half loet spaens groen inden coude verwe (fol. 33r), dan doet dat douck dair weder in ende laet legghen een dach ende een nacht ende dan spoeltet wt ende laettet droghen vter sonne.

560. Dit is noet in allen verwen:

In allen verwen behaluen blaeu so ist noet dat die siede doe in aluyn water; totter roder verwe doet die siede in aluyn water .i. nacht lanc, dan ghiet dat water of ende settet opt vier ende latet heet worden ende doet dair in rode crap meede, tot elke pont side .ij. pont mede, dan so neemt galnoten ghepuluert ende in water gesoden ontrent een half vre in een erden pot, dan neemt dat claer of ende menget met water vanden roden crap mede dat die puluer niet in en can comen. Ende als dat te gader menget is ende also heet is als een bat, so doet die side daer in, ende inder hitten salment houden hent gheuerwet is ende het en sal niet sieden.

551. Hoe men een schapenvel of leer van Cordoba met braziliehout of Caesalpinia sappan rood zal verven.

Zo neem 2 lood van brazielie hout of Caesalpinia sappen en is de braziliehout zeer goed zo neem bij de 3 vierendeel lood en rasp het met een rasp of verpulverd in een vijzel of in een molen zeer klein. En dan hang dat poeder boven het vuur in een ketel met schoon water. En het is te weten dat men tot elk kooksel een kwart water of 5 pinten zal doen na dat die brazilie [fol. 30v] goed is en laat het koken boven het vuur goed passend alle tezamen en niet te zeer. En bedek deze vermelde ketel met een reine deksel dat daar niet in valt. En als het gekookt is tot op de helft, zo neem een schoon houtje en steek dat in die verf en doe het op uw nagel en dan zal je goed zien of het genoeg gekookt is en of het genoeg kleur heeft, maar dan zo is die verf op zijn bleekste en dunste. En als het bijna al half verkookt is, dan zal ge nemen tot elke 2 lood braziliehout een pint loog gemaakt van schone kalk en doet het in de ketel die daar kookt en laat het wat daarmee koken tot het wat dikker wordt en roder. Dan zal ge bereid hebben een schone aarden pot binnen goed verlood en daar zal ge die verf in uitwringen door een schone doek. En daarna zal ge alzo veel aluin nemen als de helft van jouw braziliehout voor vermeld. En dan neem schoon water en neem dat wat in de voor beschreven doek gebleven is daar ge die voo rvermelde verf door gewrongen hebt. En doe dat water met het voor vermelde poeder en met de aluin boven het vuur en beproef in jouw mond of het sterk genoeg met aluin is naar de wijze en manier zoals men spijs plag te zouten. En als het een tijdje daarmee heeft gekookt dan zal je jouw leer daarmee bestrijken en laat het wat winddroog worden maar niet al te zeer. En dan zo mag je jouw leer verven met de eerste voor vermelde verf. En niet al te veel tot elke keer dat het leer niet te zeer doorslaat en zachtjes zonder het heet maken; tegen dat vuur is het beste. En laat het niet te zeer drogen en bestrijk het alzo vele keren totdat het genoeg heeft en laat het goed drogen. En leg het dan op een schone tafel of bank en strijk het glad en polijst dat met een polijststeen dan zal het zich wel openbaren of het bruin genoeg is of niet.

[fol. 31r] Om linnen laken zwart te maken.

Zo is het beter ongebleekt en dat zal men aldus maken. Men zal nemen tot elke el 1 lood galappels en stampen die galappels zeer klein en neem tot elke lood galappels een kwart vers water. En kook het in een schone ketel alzo lang totdat de helft verkookt is. Dan laat het zo lang staan totdat ge daar nauwelijks een hand vanwege de hitte in gedogen kan. En dan zo steek uw laken daarin en hang het dan te drogen. En dan steek het daar weer in en hang het dan weer te drogen. En doet dit totdat het galwater al ingedroogd is, en dan neem tot elke el laken een kwart schoenmakers zwart en steek dat laken zo dik daarin dat het zwarte daarin getrokken is en gedroogd.

553. Om grauw laken te verven.

Dat zal je doen met dat galwater zo voor gezegd is. En dan zal men nemen tot elke el 1 lood koperrood en een kwart water en tot elke lood koperrood 1 lood gom en doe dit in het water en laat het smelten tezamen en dopen daarin zoals van het zwart geschreven staat.

554. Hoe men rood leer met meekrap of Rubia tinctoria zal verven.

Men zal nemen een gelooid kalfsvel als het net uit de kuip komt en nog niet droog is geweest. En dat geen pink of eenjarig kalf is. En was het zeer schoon in koud water, stromend water en in warm water zo lang totdat de kalk en azijn er helemaal uitkomen, dat men weet bij de kleur van het water dat er dan uitgaat of af gaat. En dan zal men dat vel in de lengte dicht naaien zo dat de haarzijde binnen komt en laat een gat open blijven aan een been waar men die verf in zal doen. En is het een gewoon kalfsvel dat niet al te groot is dan zal men nemen een menghel water en smelten daarin 5 lood aluin al klein gestampt. En dat zal men alzo heet maken dat men de hand daar nauwelijks in kan houden. En giet er in dat vel en roer het en hutsel het zeer [fol. 31v] goed hier en daar zodat het overal in dat vel komt. En dat aluin water daarin trekt. En als het bijna koud begint te worden, zo giet dat water weer uit zo ge het snelst kan dat het daar niet in blijft. En dan dadelijk met grote haast eer dat vel koud wordt van binnen zo zal men door dat gat van het been in doen een half pond meekrap of Rubia tinctoria, is het een gewoon klein vel, maar 4 vierendeel pond is het een groot vel, welke meekrap of Rubia tinctoria men eerst tevoren in een schotel al klein zal breken met de hand zodat alle kluitjes stuk gaan en tot poeder gebroken zijn. En doe het dan door dat gat al droog in dat vel zodat het bijna voor het gat op een hoop blijven liggen, niet over al dat vel gestrooid zodat het sneller en tezamen nat wordt. Dan heb je een pot met oude pis die zo warm is dat men de hand daarin kan houden omtrent 2. menghelen of meer en giet die ene helft in het vel zo heet als het voor gezegd is en zo gering en haastig zodat het vel nog warm is van het aluin water en roer het en schudt het en wrijf het zo lang dat vel op een tafel of op een bank zodat het bijna koud is geworden. Dan giet dan die andere helft van de pis daarin alzo heet zoals te voren en bewerk het zo lang dat de azijn zo koud is geworden. Dan zal men dat vel weer los maken en spoelen het in schoon water want alle verf gaat eraf. En hang het dan op en laat het winddroog worden. En neem het dan en leg het dan op een tafel en smeer het wat met olie met een vette hand zeer goed over al dat vel met de platte hand al wrijvende. En laat het dan voorts drogen. En daarna over een dag zal men het nog eens wassen in schoon water dat die pis en alle dingen er uit komen want het wordt veel zachter. Item; die meekrap en urine moet men al gereed maken eer men dat aluin water in dat vel doet want het zou anders te koud worden onder de handen. En is het vel zeer [fol. 32r] groot dan moet men daarin doen 6 lood aluin of 7, maar niet meer.

555. Om rood ceter, dat is rood laken te verven.

Zo neem tot 10 el laken 4 pond saffloer of Carthamus tinctorius en doe die in een zakje van linnen en was die saffloer goed in schoon water en laat het liggen een nacht in het water. Dan neem de saffloer en verdeel het in vieren en op elk deel loog gieten en geef elk4 4 el 4 lood aluin en dan verf de doek. En geef elk pond saffloer apart 3 maten loog en als het geverfd is zo trek de geverfde doek door een sterke wijnazijn en hang dan de doek in de wind en polijst het met de polijststeen van glas en bestrijk het met vet.

556. Om geel linnen laken of doek te verven.

Neem een emmer water en een pond as van wijngaardranken en maak een loog en doe de schuim er af en laat de loog een dag en nacht staan en dan doe daarin een pond wouw of Reseda luteola en kook het dan 2 uren lang. En wanneer die loog vers is zo giet daarop meer loog en dan wring dat nat uit van de wouw. En doe daarin een lood poeder Spaans groen of kopergroen en dan steek dat linnen doek daarin en maak het goed nat.

Item; wil u dat laken pappen, zo doe daarin een lepel vol tarwe of Triticum vulgare bloem of meel en meng het daarmee en steek dat voor vermelde doek nog eens daarin en laat het drogen uit de zon, dus in de schaduw.

557. Om groen linnen doek te verven.

Zo neem bessen van vuilbomen of Rhamnus frangula en giet daar sterk aluin water op genoeg. En wanneer dat ge verven wil zo neem 2 hand vol van deze bessen [fol. 32v] en stamp ze goed klein en doe het in een ketel. En doe daar 4 kwarten van het aluin water op. En de doek die ge verven wil dat doe in de ketel met de bessen en laat het koken 2 uren lang, dan neem de doek uit en laat het half droog worden en doe het er dan weer in de voor vermelde ketel en laat het half koud worden. En doe tot 10 el doek 1 lood Spaans groen of kopergroen goed gewreven en laat het dan daarin blijven een dag en een nacht, dan neem dat laken eruit en spoel het in schoon water en dan hang het uit en laat het goed drogen.

558. Om grauw laken te verven.

Zo neem 1 pond gal verpulverd en els bast van Alnus glutinosa 1 hand vol, vijlsel van ijzer en giet 10 kwarten water daarop en laat dat koken tot op de helft en dan giet daarin een half kwart azijn. En laat dan niet zeer koken, daarna zo neem een kwart schoenmakers zwart en laat die een uur lang koken en dan doe daarin 10 el doek en daarmee laat het wat koken en doe het dan van het vuur en laat het daarin liggen 3 uren lang. Dan neem dat laken eruit en spoel het in lauw water en hang het op en laat het drogen in de schaduw.

559. Om blauw te verven.

Zo neem wilde bosbessen of Vaccinium of vlier of Sambucus nigra bessen en giet aluin water daarop. En wanneer ge verven wil zo neem een deel bessen uit het vat daar ze in gestaan hebben, alzo veel als ge wil en stamp ze stuk en giet daar aluin water op en laat het koken. En doe daarin wat schoenmakers zwart en laat het dan koken 1 uur of 2 en dan zo trek het eruit en laat het half drogen. En dan doe een half lood Spaans groen of kopergroen in de koude verf [fol. 33r], dan doe dat doek daar weer in en laat het liggen een dag en een nacht en dan spoel het uit en laat het drogen in de schaduw.

560. Dit is nodig in alle verven:

In alle verven behalve blauw is het nodig dat de zijde doet in aluin water; tot de rode verf doe de zijde in aluin water 1 nacht lang, dan giet dat water af en zet het op het vuur en laat het heet worden en doe daarin rode meekrap of Rubia tinctorum, tot elke pond kook je 2 pond mee dan zo neem galappels verpulverd en in water gekookt omrent een half vuur in een aarden pot, dan neem dat heldere af en meng het met water van de rode meekrap dat het poeder er niet in kan komen. En als dat tezamen gemengd is en alzo heet is als een bad dan doe de zijde daarin en in de hitte zal men het houden totdat het geverfd is en het zal niet koken.

561. Om grau side te verwen.

Siedet die schellen vanden eiken boem een half vre ende die schellen ghepuluerzeert. Dan set of ende laet claren. Ende doet hier toe also veel schoenmakers zwart als des voirseit is ende rorent met een stock. Dan neemt side die ghealuynt is als virscreuen is ende doetse hier in te vile dat si werm is en[de] laet die side een half vre dair in staen.

562. Rode side te verwen van brisilien.

Men sal inden eersten doen metten aluyn water als voirseit is. Dair na neemt .iij. p brisilien wel ghepuluerzeert dat salmen sieden op dat derdendeel ende latent staen claren ende ghietent dan dat claer bouen of. Ende wil di hebben violetten verwe, so neemt vander heter loghe voirseit. Ende wildijt wat duuster hebben dan violetten (fol. 33v), so weet, als ghi die side vten bresilien water ghetoghen hebt, so steect die side in die halue cupe voirseit ende doet die dair in die wile dat het werm is.

563. Om bolkeraen te verwen.

So neemt .iii. . floers tot .ij. lb. lakens of gaerns, die floers salmen legghen in versch water .xij. of .xiij. vren lanc te weken. Dan salmense vten water wringhen of te persen ende doense dan in een sack ende binden die vast toe. Ende tredense so lanc int water als dair gheel water wt gaet. Dan salmense weder droghe vringhen of persen, ende legse op een tafel ende pluckense so mense cleinste mach. Dan salmense legghen op die tafel ende maken een dunne beddekijn ende suften dair pot assche op. Ende maken dan een ander bed dair bouen op also langhe als die floers duiert. Item tot .iij. pont floers .viii. ponts assche. Dan salmense mitten hande vriuen so langhe alsmen roet dair in siet. Dan salmen nemen een rein vat of een tobbekijn dat onder een gat heeft, dair salmen een tap in steken. Ende op dat gat salmen stolpen een houten scuttel die al om ghekerst is. Dair op een dunnen douck gheleit. Dan salmen die floers dair bouen op legghen al dat vat omme ende midden al ghelijc ouer. Dan salmen dair op ghieten schoen water dat die floers bedo[l]uen is ende decken bouen toe met een douc ende latent staen een vre of wat meer. Dan salmen den tap wt trecken ende laten die verwe wt lopen in een schoen vat. Dan salmen dair ander water op ghieten ende latent oec staen een vre lanc ende tappen dat oec of in een ander vat. Ende ghieten dair noch ander water weder op ende latent oeck een vre staen ende tappen oec in een ander vat. Dan salmen inden lesten verwe doen dat derdendeel van een quarte wijn edic. Ende men sal die wijn edick (fol. 34r) verlanse in ghieten, ende die wile datmen die wijn edic ghiet, so salmen die verwe roren mitter hant. Ende doen dan dat ghern dair in of dat laken ende handelt wel metten handen. Ende die middelste verwe dair naest. Ende dan die eerst ende altoes metten edick, tot .iiij. . verwe een querte goede edickx, dan salment wt wringhen ende latent droghen vten winde ende vter sonne. Item my seide die hune verwerster datmen nemen soude tot elke pont verwe .ij. loet assche ende .iiij. loet edicx ende doen so veel dair in dat die verwe dair na ruke sonder maten.

Item alsmen verwen wil so moetmen wachten datmen gheen onreine handen dair in en steke. Ende men moetse wachten voir stanck ende vijsten ende vulen roeck ende voir verkens stanck ende des ghelikes ende roeck van pisse ende loeck droghe:

564. Om blaeu laken te verwen.

So neemt vitrioli romani ende een luttel gallen ghepuluerzeert ende een luttel gumme, ana. Ende laet dat te gader sieden met water ende vrine ana. Dan laettet een luttel staen claren ende ghiet dat claer bouen of ende steken dat laken dair in, ende latent wel doer die hant lopen. Item alsmen die floreye ghemenget heeft in die loghe, so moetment staen laten dat si werm bliue .x. vren eermen dat laken <daer> in doet.

565. Om side te reineghen.

So neemt tot elke pont side en half pont sepe, dan neemt heet water ende doet die sepe dair in mitter hant roerende totter tijt dat die sepe ghesmolten is, dan doet dair in die side ende laethet sieden en half vre lanc. Ende als dat ghesoden heeft als voirseid is, so doet van den (fol. 34v) vier, so neemt een ander half pont ende latent sieden in werm water een half vre, ende doetse vanden viere ende wasset si al wit in werm water.

566. Om lasuer te maken dat zeer lichtelic toe gaet.

So neemt leuende calck ende scalen van eyeren of mormarsteen of slecht steencalck, mair die ander waer beter. Item des calcx een deel ende nemt spaens groen .ij. deel, sal armoniaec .iiij. deel. Dese puluerzeert te samen ende ghiet dair op goeden sterken wijn eeck die ghedistileert is. Ende te hant sal dat coaguleren in eenre blaeuwer verwe. Dit settet .iij. daghen in paert misse, dan settet in die sonne ende latet droghen.

567. Item remedium scriptoris.

Ist dat sake dat dy rubrica seer schumet alsment sy stote, soe doe daer yn wat smouts wtten oren, so latet syn schumen. Ende scrympet dat pergament vanden swaerte yncket, soe doe daer yn en luttel suker kandy, soe yst gedaen.

568. Vater daer men haer mede afdoet.

Wildi ymant haer af doen ende een safte huut maken sonder wrese, soe moet hy eerst baden in warm water, daer nae stauen ende sweten ende dan noch baeden. Daer nae moet he heem droghen myt enen cleden, ende dan saltmen bereit maken of hebben daerment haer mede af wil doen gaen. Men maket aldus.

Recipe leuende calck daer nye water op een quaem ende wriuet weel cleyn, ende dan tempert myt colde water ende doet [op] tfuer, ende doet gelick enre wellinghe. Dan doeter thoe het fiften deel alsoe woel operments, dat is auripigmentum, als des calx is, ende sydet daer mede. Dan (fol. 35r) nemt eyn panne ende stechse daer yn, gaen dy plumen of, soe settet aff want sydet langer, het solde thoe seer werhetten. Ende alst weel nae coldt is, soe stricket daer ghy dat haer af wylt hebben. Ende dan pruuet oft haer lichtelick wt gaet, soe trecket wt sonder crouuen, want dy hute solde lichtelick schoren ende breken. Daer nae neem billen cruyt sap ende nachtschade sap ende donrebarden sap, dat is huysloeck, ende bloet wan eyn wleder muys, dit menget al tsamen ende bestryket dy stede daer mede, soe waest daer gheen haer weder.

569. Haer doen vassen.

Dese salue is goet op eyn hoeft daer gheen haer op een wasset. Recipe grote consolida ende meysche botter al euen veel, ende sidet dy ouer eyn yn eyn panne, dan wringhet doer eyn doeke ende daer nae doeter puluer van sulphur thoe ende roret alsoe lange thent coud is ende dan doet yn bussen.

570. Van haer thoe veruen.

Alsmen wil dattet haer enigher hande werue ontfae, soe salment haer dry daghen thoe woren dwaen myt water daer allun yn gesmouten is of gesoden, ende daer nae gestreken myt ganse smoute of myt henne smoute .iij. daghe dan yst rede weruen thoe ontfaen soe welke men wylt.

561. Om grauw zijde te verven.

Kook de schillen van de eikenloof of Quercus ruber een half uur en die schillen verpulverd. Dan zet het er af en laat het helder worden. En doe hiertoe alzo veel schoenmakers zwart als gezegd is en roer het met een stok. Dan neem de zijde die bewerkt is met aluin zoals voor geschreven is en doe het erin terwijl dat het warm is en laat de zijde een half uur daarin staan.

562. Rode zijde te verven van brazilie.

Men zal in het begin doen met het aluin water zoals gezegd is. Daarna neem 3 drachme braziliehout of Caesalinia sappan goed wel verpulverd en dat zal men koken op dat derdedeel en laat het staan helder worden en giet dan dat heldere van boven af. En wil ge hebben viool kleur of Viola odorata, zo neem van de hete loog voor gezegd. En wil ge het wat duister hebben dan viool kleur [fol. 33v], zo weet, als ge de zijde uit braziliehout water getrokken hebt zo steek de zijde in die halve kuip die vermeld is en doet het daarin in de tijd als het warm is.

563. Om bolkeraan, soort gekleurd laken, te verven.

Zo neem 4 pond saffloer of Carthamus tinctorius tot 2 pond laken of garen, die saffloer zal men leggen in vers water 12 of 13 uren lang te weken. Dan zalmen het uit het water wringen of persen en doen he dan in een zak en bind die vast dicht. En treden er op het zo lang in het water totdat daar geel water uitgaat. Dan zal men het weer drogen wringen of persen en leg het op een tafel en pluk het zo klein als men kan. Dan zal men het leggen op de tafel en maken een dun bedje en blaad daar potas op. En maak dan een ander bed daarboven op alzo lang als de saffloer duurt. Item; tot 3 pond saffloer 8 pond as. Dan zal men het met de handen wrijven zo lang als men rood daarin ziet. Dan zal men nemen een rein vat of een vaatje dat onder een gat heeft, daar zal men een tap in steken. En op dat gat zal men het in een stolp doen en een houten schotel die alom gepekt is. Daarop een dunne doek gelegd. Dan zal men die saffloer daar bovenop leggen al dat vat om en midden al gelijk over. Dan zal men daarop gieten schoon water zodat de saffloer bedolven is en bedekken boven toe met een doek en laat het staan een uur of wat meer. Dan zal men de tap eruit trekken en laat die verf eruit lopen in een schoon vat. Dan zal men daar ander water opgieten en laat het ook staan een uur lang en tappen dat ook af in een ander vat. En gieten daar nog ander water weer op en laat het ook een uur staan en tap het ook in een ander vat. Dan zal men tenslotte de verf doen in het derdedeel van een kwart wijn azijn. En men zal die wijnazijn [fol. 34r] overlangs er in gieten en de tijd dat men die wijnazijn giet zo zal men die verf roeren met de hand. En doen dan dat garen daarin of dat laken en behandel het goed met de handen. En de middelste verf daarna. En dan de eerst en altijd met de azijn, tot 4 verven een kwart goede azijn, dan zal men het uitwringen en laat het drogen uit de wind en in de schaduw. Item; de verfsters zeiden me dat men nemen zou tot elke pond verf 2 lood as en 4 lood azijn en doen zoveel daarin dat de verf daarna ruikt uitzonderlijk.

Item; als men verven wil zo moet men wachten dat men geen onreine handen daarin steekt. En men moet wachten voor stank en winden latenen vuile rook en voor varkens stank en dergelijke en de geur van pis en knoflook of Allium sativum.

564. Om blauw laken te verven.

Zo neem Italiaans vitriool en wat gal verpulverd en wat Arabische gom van Acacia arabica, gelijke maat (?). En laat dat tezamen koken met water en gelijke hoeveelheid urine. Dan laat het wat staan helder worden en giet dat heldere boven af en steek dat laken daarin en laat het goed door de hand lopen. Item; als men dat blauwe schuim gemengd heeft in de loog dan moet men het staan laten dat het warm blijft 10 uur eer men dat laken daarin doet.

565. Om zijde te reinigen.

Zo neem tot elke pond zijde een half pond zeep, dan neem heet water en doe die zeep daarin met de hand roerende tot de tijd dat die zeep gesmolten is, dan doe daarin de zijde en laat het een half uur lang koken. En als dat gekookt heeft zoals voor gezegd is dan doe het van het [fol. 34v] vuur en dan meen een ander half pond en laat het koken in warm water een half uur en doe het van het vuur en was het al wit in warm water.

566. Om lazuur te maken dat zeer gemakkelijk gaat.

Zo neem ongebluste kalk en schalen van eieren of marmersteen of kleine ongebluste kalk, maar de anders was beter. Item; de kalk een deel en neem Spaans groen of kopergroen 2 deel, salmiak of ammoniumchloride 4 deel. Deze verpulverd tezamen en giet daarop goede sterke wijnazijn die gedistilleerd is. En gelijk zal dat stollen in een blauwe verf. Dit zet je 3 dagen in paardenmest, dan zet het in de zon en laat het drogen.

567. Item remedie voor schriften.

Is het zo dat de rode verf om rubrieken in handschriften aan te brengen zeer schuimt als men het stampt, zo doe daarin wat vet uit de oren, dan laat het zijn schuimen. En krimpt dat perkament van de zwarte inkt, zo doe daarin wat kandijsuiker, dan is het gedaan.

568. Water daar men haar mee afdoet.

Wil ge iemand het haar af doen en een zachte huid maken zonder vrees, zo moet hij eerst baden in warm water, daarna staan en zweten en dan nog baden. Daarna moet ge hem drogen met een kleed en dan zal men bereid hebben of maken waar men het haar mee af wil doen gaan. Men maakt het aldus.

Recept: ongebluste kalk daar geen water op kwam en wrijf het goed klein en dan temper het met koud water en doe het op het vuur en doe het gelijk een brij. Dan doe er toe het vijfde deel alzo veel oripigment, dat is auripigmentum of natuurlijk arseensulfide, als de kalk is en kook het daarmee. Dan [fol. 35r] neem een veer en steek het daarin, gaan de pluimen er af, zo zet het af want kookt het langer, het zou u zeer verhitten. En als het bijna koud is dan strijk daar waar ge dat haar af wil hebben. En dan beproef of het haar er gemakkelijk uitgaat dan trek het eruit zonde krabben, want de huid zou gemakkelijk scheuren en breken. Daarna neem sap van bilzekruid of Hyoscyamus niger en nachtschade of Solanum nigrum sap en huislook, donderbaard of Sempervivum tectorum sap en bloed van een vleermuis, dit meng je al tezamen en bestrijk de plaats daarmee, dan groeit daar geen haar meer.

569. Haar laten groeien.

Deze zalf is goed op een hoofd daar geen haar op groeit. Recept: grote consolida of Symphytum officinale en boter in mei gewonnen al even veel en kook het door elkaar in een pan, dan wring het door een doek en daarna doe her poeder van zwavel toe en roer het alzo lang tot het koud is en dan doe het in bussen.

570. Van haar hoe te verven.

Als men wil dat het haar enigerhande kleur ontvangt, dan zal men het haar drie dagen tevoren wassen met water daar aluin in gesmolten is of gekookt en daarna gestreken met ganzenvet of met hennenvet 3 dagen, dan is het klaar verf te ontvangen zo welke men wil.

571. Van swarten haer.

Haer dat ghy zwart wilt hebben dat dwaet yrst mytter vorscreuen water ende daer nae dwaet myt logen van assen van coel stoecken of van wyngaerde ranken. Daer nae nemt scellen van yseren of van ocker noten de gescort syn, agrimonie wortel, alun, sidet al yn reyn water ende daer nae sighet doer eyn cleet ende daer nae rost galle dat sy wel nae werbernt schynen, dan puluerse ende setse mytten sope ende vriuet daer mede het haer, het sal zwart werden.

572. Van bloenden haer.

Recipe comyn, scauelinghe van boedsbomen, sefferaen, ende sidet yn olijen, (fol. 35v) daer nae nemt wortelen wanden scheelwortelen, ende stotet toe gader. Ende dwaettet haer vmmer yrste myt den worscreuen allun water. Ende dan bestricket myt desen dinghen ende dwatet alteenen myt loge gemaket van asschen van garsten stroe of wan caff of van asche van coelstoeck wortelen.

573. Haer als golt draet.

Item myt olie van rosen soe siedet een cruyt datmen heetet cyprus, ende do dat to alcana, ende bestricken mede het haer ende sal soe werden.

574. Item vylten ho<e>den thoe feruen swart.

Recipe elsen bast ende vilsel van yser ende slijp van slijpsteen ende gallen tsamen gesoden. Hyr mede weruet men ho<e>den zwart.

575. Om swart laken tweruen.

Recipe .j. virendel gallen, calmi .j. lb., dy scortse van elsen holt, limatura van mars vel ferrum, ana eyn hantfoel. Ende sidet dit yn eyn quart aceti. Ende sidet dat op .ij. quaert soe dattet dicke wort als incket, soe settet af ende coleret, dan recipe dat virendeel van ene quarte zwarte ende ghietet dar toe so isst dat water volmae[c]t. Mit dyt water machmen sunderlingh scriuen op wolle laken myt formen scriuen op wolle laken myt formen:

(fol. 37r) 576. Om driakel thoe maken.

Recipe eyn mengelen honichs ende doet opt fuer ende latet siden ende schumet al schoen tot dattet dicke wort; dan doet dar yn astrologia ende bryonie ende bacalar ende .4. t ganciaens ende dar yn eyn lepel wol juxt, dit sidet al tgader hent dicke genoch weert. Ende wyldyt (fol. 37v) dunnen, soe dunne myt mel als vorscreuen ys.

577. Groen gyngfer tmaken.

Recipe wynrancken ende bonen stroe ende maket daer loge af, ende nemt dan dy asse daer dat water doer gelopen heuet, ende maket daer cloten van, ende bernse .iij. werf ende laetse dan colen ynden auen; breket dy cloten dan ende lecket daer loghe aff ende legget den zinziber daer yn enen nacht lanck; dan nemtten wt ende doetten yn eyn lynnen doecke int water wt geweyket dy loge, ende droget hem yn dy sonne. Ende als hy droge ys, soe legget hem yn honich enen dach lanck, ende nemtter dan wtte, ende dan doedet hem yn honich dy wel clarificirt ys, dan nemt mel zuccer ende doet daet daer ouer myt wyt vanden eye ende sout ende menget wel tsamen, ende doet ynden poot ende stopt wel thoe, so ist gemact.

Item woer dy worscreuen loge. Recipe weedasche dar van loge gemact, ende do

er yn gelecht.

578. Om rode rusen tmaken.

Recipe .iij. loet zuccer ende .j. seffraen gemalen cleyn, dit siedet thoe samen alsoe lang als ander gebacken kruyt, dan doet daer yn .j. loet puluer van zinziber ende maket alst gewontlich ys myt enen cleynen fuer.

579. Puluer confoertyf dat seer confoertirt dy werduwynghe. Ende het wertert dy groue humoren ende comfortirt dy leuer ende dy maghe, ende het sterket alle dy leden.

Recipe zinziber .ij b. galigaen, .j. bb noten muscaten .4. b. gariofilaten, .4. b. nacis, cubeben ende caneel elx .j. b., ende swarte peper .ij. b, ende fraxini ende tamarisci elx .j.b , scruphelen ende capparis .4. b, ende het saet van dille, anys ende comyn ende venicoelzaet .iij. b, al dyt puluert tgader ende etet des morgens ende des auents.

580. Puluis regine contra calculum.

Recipe milium solis, semen alexandri, semen petrocili, semen beuenelle, semen caruij, semen coriander, anijs, semen feniculi, liquorici, buxs bloet, elck euen woele, dit stoet al tsamen. Ende doet doer een tems, (fol. 38r) dit nemt men myt warmen wyn .j. teuends dit is puluis regine. ende men geuet des auents ende moergens.

571. Van zwart haar.

Haar dat ge zwart wil hebben dat was eerst met de voor beschreven water en daarna was het met loog van as van een koolstronk of Brassica of van wijngaard ranken. Daarna neem schillen van ijzerhard of Verbena officinalis of van walnoot of Juglans regia de gescheurd zijn, Agrimonia eupatoria wortel, aluin, kook alles in rein water en daarna zeef het door een kleed en daarna rooster galappels zodat ze bijna verbrand schijnen, dan poeder het en zet het met het sap en wrijf daarmee het haar, het zal zwart worden.

572. Van blond haar.

Recept: komijn of Cuminum cyminum, schaafsel van bosbomen (?), saffraan of Crocus sativus en kook het in olie, [fol. 35v] daarna neem wortels van de stinkend gouwe of Chelidonium major en stamp het tezamen. En was het haar immer eerst met het voor beschreven aluin water. En dan bestrijk het met deze dingen en was het samen met loog gemaakt van as van gerst of Hordeum vulgare stro of van kaf of van as van koolstengels.

573. Haar als gouddraad.

Item; met olie van rozen zo kook een kruid dat men heet galigaan of Cyperus longus en doe dat tot alkanet of Alkanna tinctoria en bestrijk er het haar mee en het zal zo worden.

574. Item vilten hoeden hoe zwart te verven.

Recept: bast van els of Alnus glutinosa en vijlsel van ijzer en slijpsel van de slijpsteen en galappels tezamen gekookt. Hiermee verft men hoeden zwart.

575. Om zwart laken te verven.

Recept: 1 vierendeel galappels 1 pond galmei of zinkcarbonaat, de schors van els als Alnus glutinosa hout, vijlsel van ijzer (1), gelijk een handvol. En kook dit in een kwart azijn. En kook dat in tot 2 kwart zodat het dik wordt als inkt, dan zet het er af en zuiver het en dan recept dat vierendeel van een kwart zware en giet het daartoe dan is het water volmaakt. Met dit water kan men apart schrijven op wollen laken met vormen.

[fol. 37r) 576. Om teriakel hoe te maken.

Recept: een menghel (zie 539) honing en doe het op het vuur en laat het koken en schuim het al schoon totdat het dik wordt; dan doe daarin Aristolochia en heggenrank of Bryonia dioica en bes van laurier of Laurus nobilis en 4 drachme gentiaan of Gentiana lutea en daarin een lepel vol jus, dit kook alle tezamen totdat het dik genoeg wordt. En wil ge het [fol. 37v] verdunnen, zo verdun het met meel zoals voor beschreven is.

577. Groene gember te maken.

Recept: wijnranken en bonen stro en maak daarvan loog en neem dan de as daar dat water doorgelopen is en maak daar ballen van en brandt ze 3 maal en laat het dan koelen in de avond; breek de ballen dan en sijpel daar loog van en leg de gember of Zingiber officinalis daarin een nacht lang; dan neem het uit en doe het door een linnen doek in het water geweekt van de loog en droog het in de zon. En als het droog is leg het dan in honing een dag lang en neem het witte van een ei en dan doe het in honing die goed gezuiverd is, dan neem suikermeel en doe dat daarover met het witte van een ei en zou en meng het goed tezamen en doe het in een pot en maak het goed dicht, dan is het gemaakt.

Item; voor de voor beschreven loog. Recept: as van wijngaardranken daarvan loog gemaakt en door elkaar gelegd.

578. Om rood suikergebak te maken.

Recept: 3 lood suiker en 1 drachme saffraan of Crocus sativus klein gemalen, dit kook je tezamen alzo lang als ander gebakken kruid, dan doe daarin 1 lood poeder van gember of Zingiber officinalis en maak het zoals het gewoonlijk is met een klein vuur.

579. Poeder versterkend dat zeer versterkt de spijsvertering. En het verteert de grove levenssappen en versterkt de lever en de maag en het versterkt al uw leden.

Recept: gember of Zingiber officinalis 2 drachme, galigaan van Alpina officinarum, 1 drachme, nootmuskaat of Myristica fragrans 4 drachme, kruidnagel of Syzygium aromaticum 4 drachme, macis van nootmuskaat of Myristica fragrans 4 drachme, staartpeper of Piper cubeba en kaneel van Cinnamomum verum, elk 1 drachme, en zwarte peper of Piper nigrum 2 drachme, en es of Fraxinus excelsior en Duitse tamarisk of Myricaria gallica elk 1 drachme, scrupel of 1,3 ons en kappertje of Capparis spinosa 4 drachme, en het zaad van dille of Anethum graveolens, anijs of Pimpinella anisum en komijn of Cuminum cyminum en venkelzaad of Foeniculum vulgare 3 drachme, al dit poeder tezamen en eet het ’s morgens en ‘s avonds.

580. Koninginnenpoeder tegen calculum (verkalking?).

Recept: parelzaad of Lithospermum officinale, zaad van Seseli macedonicum, zaad van peterselie of Petroselinum crispum, zaad van bevernel of Pimpinella saxifraga, zaad van karwij of Carum, zaad van koriander of Coriandrum sativum, anijs of Pimpinella anisum, zaad van venkel of Foeniculum vulgare, zoethout of Glycyrrhiza glabra, bokkenbloed, van elk even veel, dit stamp al tezamen. En doe het door een zeef,[fol. 38r] neem dit met warme wijn telkens, dit is koninginnenpoeder (2) en men geeft het ’s avonds en ’s morgens.

(1) alchemistenterm voor ijzer.

(20 Het poeder werd ‘koninginnepoeder’ genoemd omdat het gebruikt werd door de koningin-moeder van Hendrik III, koning van Frankrijk.

581. Puluis optius ad consolidandum vlterea verge achter dat dy rode gescuert ys.

Recipe nucis cypressi, aloes, mirre ana s puluerisentur et creberisentur ponantur supra vlterea. Et postea puluerem pene in fiole in vino ponatur ibidem supra.

582. Ad idem.

Recipe hermodactili, aristologia rotunda, flos eris ana (1) ende puluerezirt dy tgader; dit puder eyn corrodiert nyt soe sterlick noch violentlic, mer het corrodirt dat ouervloende wleysche ende etter.

583. Puluer dy gescoerd ys.

Puluis ruptura cipharis: men gheue den sieken drincken sigillum sancte marie, ende sigillum salomonis cum puluere boli armenici.

584. Item puluer dat seer heeylt olde seren ende nyen.

Recipe .ij. t siff filsel van stael ende barnet ende lesschet 8 mael yn wyn etich. Item .j. t hasen haer gebrant, noten van cypressen .4. t, drakenbloets, wyroch elx .j. , hyr van maket puluer ende stroyet yn alle seer dy node heilen, olden of nyen.

585. Thoe sap tmaken ende halden eyn iaer salue mede thoe gronen.

Soe nemt dat cruyt daer ghy dy salue mede gronen wylt ende stampet wel ende wringet tsap wt. Ende dan settet yn eyn becken of yn eyn suuerlick wat ende dan so latet staen .iij. daghen of .iiij., dan so gitet af dat clare. Ende dan delet dat dicke, dat is tho verstaen hoe woele dat derdendeel yn heuet, ende nemt alsoe woel scapen ruts als dat derdendeel gedraget, ende smeltet ende sidet ende gietet sap dar yn: nummermer en corrumpiret noch commen dar wormen yn.

586. Tegen dy gycht.

Recipe dat dicke dat onder dy wryn lecht, ende nemt dat al out ende legget ouer dy gicht, ende yst sake dattet nyt en helpt, soe nemt eyn frisken steen of .j. backsteen alsoe heit als ghy dogen moget, (fol. 38v) soe sal dy materye vergaen in corten stonden.

Ende dese m[a]terie vorscreuen ys oec goet teghen dy pestilencie.

587. Contra secundina.

Recipe petercilie saet ende mirra ana .j. s loet, hoelwoertel .j., ende eyn achtende[el] sefferans myt .iiij. of .v. koerlen korten pepers. Dyt ghepuluerizirt al cleyn ende dryncket myt warm hamborch bier .ij. of .iij. mael des daghes, dit is seer goet.

588. Vratten ende lickdorn to verdriuen.

Recipe een deel slecken dy groet ende geel syn ende doet sy yn eyn wisel ende warpter eyn hantwol soutes op dan wor<t> het water ende doe dar tho .iij. gallen van werken dat barghen syn, ende duuet doer eyn doeck. Ende myt desen water salmen dy wratten bestricken ende maken daer eyn doeck yn nat ende leggent dar op. Ende den lickdorn salmen erst besnyden. Ende wart sake dat hy weroldet waer, nemt eyn eykel dop, doet dar yn salue gemaket aldus. Recipe eyn wenich steen kalker myt wat sepen gemenget yn v hant als eyn salue, ende yn den dop gedaen ende daer op gebonden eyn etmael. Ende als hy wt ys, so heeltet als ander wonden.

589. Vormen yn dy oren tho doden.

Nemt cob absynthij ende ghietet yn dy oren, soe bliuen sy doet. Ende oock ist nuttelick der maghen ende werdrift worme ende myten. Ende tsap gedroncken maket doncker oghen.

590. Dem dy vorst ys ynden benen ofte woeten of enich ander stede.

Soe suldi nemen weten semelen ende suer bier of scerbier, ende syden dat te samen also langhe dat al dick wort als bry. Is daer een gat aen, so legter eyn plaester op ende dar bouen den bry: dat ys sonderlinghe guet woer den worste.

finis.

581. Poeder best om te verenigen oorspronkelijke blaren (?) achter daar de roede gescheurd is.

Recept: noten van Cupressus sempervirens, Aloë perryi, mirre van Commiphora myrrha, gelijk drachme, (1) verpoederd en worden geplaats op de creberisentur ponantur ulcer of blaar. En dan poeder doen in distilleerkolf in wijn in de plaats erboven.

582. Hetzelfde.

Recept: herfsttijloos of Colchicum autumnale, Aristolochia rotunda, groenspaan of azijnzuur met koperoxide gelijk en verpulver het tezamen; dit poeder vreet niet zo sterk nog zo krachtig in, maar het vreet in dat overvloedige vlees en etter.

583. Poeder voor die gescheurd is of een breuk heeft.

Poeder breuk voor tipharis (2): men geeft de zieke te drinken Polygonatum multiflorum en salomonszegel of Polygonatum officinale met poeder van bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië. (3)

584. Item poeder dat zeer heelt oude zeren en nieuwe.

Recept: 2 drachme gezeefd vijlsel van staal en brand het en blus het 8 maal in wijnazijn. Item 1 drachme hazenhaar verbrand, noten van Cupressus sempervirens 4.drachme, drakenbloed of hars van Daemonorops draco, wierook van Boswellia, elk 1 drachme, maak hiervan poeder en strooi het in alle zeer die slecht helen, oude of nieuwe.

585. Hoe sap te maken en te houden een jaar en zalf en mdee hoe groen te maken.

Zo neem dat kruid daar ge de zalf mee groen maken wil en stamp het goed en wring het sap uit. En dan zet het in een beker of in een zuiver vat en dan zo laat het 3 of 4 dagen staan, dan zo giet het heldere er af. En dan verdeel dat dikke, dat is te verstaan hoeveel dat derdedeel bevat en neem alzo veel schapenvet als dat derdedeel zwaar is en smelt het en kook het en giet het sap daarin: nimmermeer bederft het nog komen daar wormen in.

586. Tegen de jicht.

Recept: dat dikke dat onder de wijn ligt en neem dat al oud en leg het op de jicht en is het zo dat het niet helpt, zo neem een Friese steen of 1 baksteen alzo heet als ge gedogen kan, [fol. 38v] zo zal de materie vergaan in korte stonden.

En deze materie voor beschreven is ook goed tegen de pest.

587. Tegen nageboorte.

Recept: peterselie zaad van Petroselinum crispum en mirre van Commiphora myrrha, gelijk 1 lood, holwortel van Corydalis cava 3 drachme en een achtste deel saffraan of Crocus sativus met 4 of 5 korrels korte peper of Piper nigrum. Dit verpulver al klein en drink het met warm Hamburg bier 2 of 3 maal per dag, dit is zeer goed.

588. Wratten en likdorens te verdrijven.

Recept: een deel slakken die groot en geel zijn en doe het in een vijzel en werp er een handvol zout op, dan wordt het water en doe daartoe 3 gallen van varken dat een mannelijk zwijn is en duw het door een doek. En met dit water zal men de wratten bestrijken en maken daarin een doek nat en leg het daarop. En de likdoren zal men eerst besnijden. En is het zo dat het te oud is, neem een eikeldop, doe daarin zalf gemaakt aldus. Recept: een weinig ongebluste kalk met wat zeep gemengd in uw hand als een zalf en in de dop gedaan en daarop gebonden een etmaal of 24 uur. En als het weg is dan heelt het zoals andere wonden.

589. Wormen in uw oren te doden.

Neem sap of een kop Artemisia absinthium of alsem en giet het in uw oren, dan blijven ze dood. En ook is het nuttig voor de maag en verdrijft wormen en mijten. En het sap gedronken maakt donkere of slecht ziende ogen.

590. Die de vorst heeft in de benen of voeten of enige andere plaats.

Dan zal ge nemen tarwe zemelen en zuur bier of scherp bier en kook dat tezamen alzo totdat het dik wordt als brei. Is daar een gat aan, zo leg er een pleister op en daarboven de brei: dat is bijzonder goed voor de vorst.

Einde.

(1) Na ana is de gewichtsaanduiding vergeten.

(3) bolus armenicus, armeniacus, rode aarde, een aardsoort die men in Armenië vindt en die vroeger als stypticum gebruikt werd. (2) scheur in het timpanis, het trommelvlies?

(fol. 39r) Incipiunt quedam dicta diuersarum artium et optima exercitia vacantium.

[fol. 39r) Een begin om voor verschillende beroepen de beste praktijken te maken.

591. Een manyr van agathen steen tmaken.

Nemt .xviij. eyer daderen ende cloept dy weel entween, dan nemt .iiij. loet clarre gomme armoniaci oder gummi amigdalarum, ende dese drye stoet tpuluer ende menghet dy onder dy eyer doder, ende laet dy gumme wel sincken, ende ghytet dan dy materij yn eyn schoen werglaesde panniken, dat dy materij ontrentt .ij. wingher die sy ynt panneken, ende latet staen acht daghe inder sonnen tot dathet hart wort als glas, ende dar wt machmen formen watmen wyl, ende sy syn fyn ende doer schynnich als aghaten. Ende alsmen vriuet dat hy warm wort, soe heft hy op eyn caff of eyn naelde. Ende hy heeft eyn goden roeck.

592. Om goet elephanten been tmaken.

Soe neem .ij. deel calcks dy wan wytten keselingh gebrant ys, ende dat dardendeel wyt gebrant gyps. Ende dese twee salmen seer cleyn tpuluer stoten, ende men sal dy puluer weel syften doer een doeck ofte teems, ende dan nemt dat wyrdendeel cleyn wyttebloemen, ende dan nemt wyt wan eyeren seer waele geslaghen, ende macht dar mede vanden puluer deghe, ende werket ondeer eyn, dichte ende waste, ende formt dan dar af beelden of wat ghy wylt, ende latet .ij. of .iij. daghe inder sonnen ligghen soe wordet hart ende blyft als eelpen been ende ys wyt als snee ende ys oeck steerck dat het nyet een bricket.

593. Thoe nemen eyn straet steen wtter straten ende tbreken ende weder hart tmaken.

Soe nemt een grauwe straet steen, ende smyt heem ontwe myt eyn hamer al cleyn te mortel, ende stoet hem yn eyn wysel tpuluer, ende syften doer eyn lynnen doocke als cleyn mele. Item nemt dan wyt wan eyn eye, ende menghet onder dat (fol. 39v) meelken van dye steen, ende macht dar eyn deeghe of weel gebouuet inder manyren oft waer eyn broet deghe. Dan soe sluyt in dat deghe wat ghy wylt ende formirt dat deghe terwylle dat het moru ys yn manyre van eyn kaese of straetsteen of hoement hebben wyll, ende dan legghet yn een ouen, dart broet terstont wytgenomen ys, ende stopt deen ouen thoe, so wort hy hart als hy tvoren was myt dy hetten. Mer beter wert yn dy heete sonne diese had aelyncken gedroghet, want dy sonne gheft hem dy dan als den ouen weder kout ys, soe yst weder eyn steeyn alst tworen was.

Item nemt wanden groeusten steyn lichsten. Dat merctmen mynste ander weruen. Item dat wyt vanden ey salmen cleyn slaen of men besycken sout yn roet ynct darmen den steen sal mede deseme[n] of formiren.

594. Zement van enre serke thoe maken, bysunder blawe luycse seerck.

Soe nemt stoef vanden blauen naemsche steyn als wan eyn seerck. Item nemt gruuys, dat ys gestoten glas als stof gestoten van glaesmakers. Item nemt slyp wtten mesmakers troch, dat wan den slijp steen comt. Ende nemt van desen dryen substancien elx euen wele, ende nemt ongeleest steen calck dy helfte meer dan enich wanden anderen dryen. Dyt suldy tsamen menghen ende beslaen dy een of den anderen ghelick als moter van kalck myt runderen bloet ghemenghet ende beslagen ende nyt myt water. Item nemt een wyrcant spaen euen gescaeft of .ij. spanen dy machmen buten ende bynnen mede tsamen teghens een moer of olders stricken of in .i. commen of ander trocken woude mede maken mytten sement, of ock in goten of yn kelders of waermense tho besighen wyll. Want het ys alrestarchste ende dat ewichste datmen mach maken.

595. Gesteente glansen ende the poliren.

Recipe antimonium te puluer gestoten ende polirt myt den puluer al gesteent op eyn effen tafel, ende dar noch (fol. 40r) dat gestroyet myt heidensche segheel op een vilt, so bliuet euelick schoen.

596. Item om alle gesteenten of glasen thoe ghieten yn formen, hart ende schoen.

So stoet dat glas ofte gesteent al cleyn yn eyn wysel ende doet yn eyn teest dy groet ys, ende nemt soe groet antimoni tpuluer gestoten als een boen, ende alsoe woel weedaschen. Ende stoet dat oeck tpuluer, ende doet yn eyn teest tgader tot den glase ofte gestent, ende latet heet werden, ende rorent wel onder een tot dathet vergaet ende ghitent in wat forme dat ghy wylt ende latet couden. Dan nemt calck water ende legget dat gheghoten dinck dar yn, ende latent en vre daryn ligghen, soe worhet hart.

597. Om calck water thoe maken.

Nemt ongeleest calck alsoe groet als eyn wust ende legget yn eyn teest of yn eyn pot myt water ende latet staen enen nacht, ende dan ghitet dat water bouen of yn eyn ander teest, ende doet dan daer weder eyn stuck calx yn, ende latent staen ouer nach, ende doet dat soe langhe dat dat water eyn wlies criget.

598. Om gesteent weeck thoe maken dat men snyt als kaese ende oeck druct yn wat uoerme dat men wyl, ende oeck weder hart mact als men wyll.

Soe nemt ynder yrsten gansen bloet ende boucs bloet ende droghet tgader tot dathet hart wort, ende dat machmen houden alsoe lang alsmen behouft. Nu alsmen cristal of gestent weeck wyl maken, soe nemt dat gedroegde gansen bloet of boeck bloet, elx euen veell geweghen, ende stoet dat tpuluer ende ghiet op dy puluer sterke loeghe van weet asche, ende laet onder een yn en ouen vallen ende menghet dar onder eyn scuttel voel edixs dy sterck ys, ende legget dat yn eyn ouen myt den gesteente datstu weeck wylste maken ende myt yrste materij vanden bloden, ende laet eyn wenich besuken, ende formert dan dy steen in wat forme ghij wylt. Alsoe lange machmen hem in formen snyden tot datmen worpt in calck water, soe wort hy hart. Ende als hy hart ys, (fol. 40v) soe mactmen hem glans myt antimoni.

599. Van agathen steen tmoken dy fyn syn ende dy alle dynck doet gelick ander aghaten steen.

Nemt terbentyn alsoe woel als ghy wilt ende syedet yn eyn werglaesde panneken myt wat boem olij, ende rort omme dathet wat dyck wort als bry, ende ghitet yn eyn form alsoe breet ende alsoe langh ende dick als ghy wylt, ende latent achte daghe in dy forme staen droghen, soe wordet heert ende crighet glans; dar wt machmen trecken pater noster ende ringhen of watmen wyll.

600. Een water daer alle metael in gecancelirt wort ende soluirt.

Euforbium, dwater enen dach ende enen nacht ende dan doet mercurium scheidet met desen water, ende ruret altoes, ende mercurius sal steruen ende dan settet metten water onder myst, het sal al water worden; dan maket het dat metaell ende doter water op, soe wordet ghecancelert.

591. Een manier van agaten steen te maken.

Neem 18 eierdooiers en klop ze goed stuk, dan neem 4 lood heldere gom ammoniak van Dorema ammoniacum of gom van de amandelboom of Prunus dulcis en deze drie stamp tot poeder en meng het onder de eierendooiers en laat de gom goed bezinken en giet dan de materie in een schoon verglaasd pannetje dat de materie omtrent 2 vinger onder is in het pannetje en laat het staan acht dagen in de zon totdat het hard wordt als glas en daaruit kan men vormen wat men wil en het is fijn en doorschijnend als agaat. En als men het wrijft zodat het warm wordt, dan heft het een kal of een naald op. En het heeft een goede reuk.

592. Om goed ivoor te maken.

Zo neem 2 deel kalk die van witte kiezels gebrand is en dat derdedeel uit gebrand gips. En deze twee zal men zeer klein tot poeder stoten en men zal dat poeder goed zeven door een doek of teems en dan neem dat vierendeel met kleine tarwebloem en dan neem het wit van eieren zeer goed geslagen en maak daarmee van het poeder deeg en werk het door elkaar, dicht en vast en vorm daarvan beelden of wat ge wil en laat het 2 of 3 dagen in de zon liggen, dan wordt het hard en blijft als ivoor en is wit als sneeuw en is ook sterk zodat het niet breekt.

593. Hoe te nemen een straatsteen uit de straat en te breken en weer hard te maken.

Zo neem een grauwe straatsteen en smijt het stuk met een hamer al tot kleine stukken en stamp het in een vijzel tot poeder en zeef het door een linnen doek als klein meel. Item; neem dat het witte van een ei en meng het onder dat [fol. 39v) meel van de steen en maak daarvan een deeg of goed gebouwd in de manier alsof het brooddeeg is. Dan zo sluit in dat deeg wat ge wil en vorm dat deeg terwijl het murw is in de manier van een kaas of straatsteen of hoe men het hebben wil en dan leg het in een oven daar het brood terstond uitgenomen is en doe de oven dicht, dan wordt het hard zoals het tevoren was met die hitte. Maar beter was het in de hete zon die het allengs had gedroogd, want de zon geeft hem de edelste natuur. Maar die de zon niet heeft, die moet zich behelpen met de oven; dan als de oven weer koud is, dan is het weer een steen zoals het tevoren was.

Item; neem van de grofste steen de lichtste. Dat merkt men het minste aan de kleur. Item; dat witte van het ei zal men klein slaan of men gebruikt zout in rood inkt daar men de steen zal mee desemen of vormen.

594. Cement van een zerk hoe te maken, vooral blauwe Luikse zerk.

Zo neem stof van de blauwe Naamse steen als van een zerk. Item; neem gruis, dat is gestoten glas als stof gestoten van glasmakers. Item; neem slijpsel uit de messenmakers trog dat van de slijpsteen komt. En neem van deze drie substanties van elk even veel en neem ongebluste kalk de helft meer dan enige van de andere drie. Dit zal je tezamen mengen en verwerken de ene of de andere gelijk als mortel van kalk met runderen bloed gemengd en verwerk het en niet met water. Item; neem een vierkant stokje gelijk geschaafd of 2 spaandertjes, die mag men buiten en binnen mee tezamen tegen een muur of elders strijken of in een kom of andere vaten of troggen die men wou maken met het cement of ook in goten of in kelders of waar men het gebruiken wil. Want het is allersterkste en dat zwaarste dat men mag maken.

595. Gesteente glanzen en te polijsten.

Recept: antimonium of antimoniumsulfide tot poeder gestampt en polijst met het poeder alle gesteente op een effen tafel en daar nog [fol. 40r] dat bestrooid met salomonszegel of Polygonatum officinale op een vilt, dan blijft het eeuwig mooi.

596. Item om alle gesteenten of glazen hoe te gieten in vormen, hard en mooi.

Zo stamp dat glas of gesteente al klein in een vijzel en doe het in een pot die groot is en neem zo groot antimonium of antimoniumsulfide tot poeder gestampt zoals een boon en alzo goed als van wijngaardranken. En stamp dat ook tot poeder en doe het in een pot tezamen bij het glas of gesteente en laat het heet worden en roer het goed onder elkaar totdat het vergaat en giet het in welke vorm dat ge wil en laat het koud worden. Dan neem kalkwater en leg dat gegoten ding daarin en laat het een uur daarin liggen, dan wordt het hard.

597. Om kalkwater hoe te maken.

Neem ongebluste kalk alzo groot als een vuist en leg het in een pot of in een pot met water en laat het staan een nacht en dan giet dat water boven af in een andere pot en doe dan daar weer een stuk kalk in en laat het een nacht staan en doe dat zo lang dat het water een vlies krijgt.

598. Om gesteente week te maken dat men snijdt als kaas en ook drukt in welke vorm dat men wil en ook weer hard maakt als men wil.

Zo neem eerst ganzenbloed en bokkenbloed en droog het tezamen totdat het hard wordt en dat mag men houden alzo lang als men behoeft. Nu als men kristal of gesteente week wil maken zo neem dat gedroogde ganzenbloed of bokkenbloed, elk even veel in gewicht en stamp dat het poeder en giet op dat poeder sterke loog van as van wijngaardranken en laat het door elkaar vallen en meng daaronder een schotel vol azijn die sterk is en leg dat in een oven met het gesteente dat u week wil maken en met de eerste materie van het bloed en laat het wat bezinken en formeer dan de steen in welke vorm dat ge wil. Alzo lang kan men het in vormen snijden totdat men het werpt in kalkwater, dan wordt het hard. En als het hard is [fol. 40v)] dan maakt men het glanzend met antimonium of antimoniumsulfide.

599. Van agaat steen te maken die fijn zijn en die alle dingen doet gelijk andere agaten stenen.

Neem terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea alzo veel als ge wil en kook het in een verglaasd pannetje met wat olijfolie van Olea sativa en roer het om zodat het wat dik wordt als brei en giet het in een vorm alzo breed en alzo lang en dik als ge wil en laat het acht dagen in die vorm staan te drogen, dan wordt het hard en krijgt het glans; daaruit kan men maken pater noster of rozenkrans en ringen of wat men wil.

600. Een water daar alle metaal in vernietigd wordt en oplost.

Euforbium of mogelijk Excoecaria agallocha, was het een dag en een nacht en dan laat kwikzilver scheiden met dit water en roer het altijd en het kwikzilver zal sterven en dan zet het met het water onder mest, het zal alles water worden; dan maak dat metaal en doe er water op, dan wordt het vernietigd.

601. Een water dat gout ende siluer wyt maket.

Recipe tarterum .ij. lb., sal gemme .j. lb., sal armoniaci .i.b , sal gemme .i.b , alun de roke .ij. b, ende puluezirt elx by hem seluen, dan menghet al tsamen ende sidet in water, ende met desen water nemt een penningh ende leghten int wuer ende dan trecken wt ende vrieften metten gheueirden water.

602. Aqua fortis tho maken.

Recipe .j. lb. aluins, .iij. virdel pont salpeters, .i. s lb. vitriolis romanum, dit stoet in een wisel, ende distillirt yn een glase klocke. Et doet dy serbe in eyn klocke, ende den deken daer bouen op, ende luterent waste toe dat dar gheen locht wt en mach. Ende macht daer eyn groet wier onder.vi. vren lanck. Ende als ghy dat gout scheiden wylt vanden siluer, dan doet wan desen water yn eyn stenen waete. Ende doet dat siluer dar yn eyn gode wyle ende ghitet dat water dar af, dar suldi dat gout ynden bodem wynden. Ende wyldi dat siluer weder hebben Recipe garnaelden van loede ende latet in dat water leggen, dat siluer sal in dat loet trecken. Ende dyt water maket gheel haer. Meer wacht w dat ghij dy huut nyt en raket mytten water, dan solde dat feel (fol. 41r) of ghaen van dij scerpheit van dy loghe ende water. Ende bestriket om dij 8 daghen ens. Item wat dy hut geraket, so smerse myt rosen oly klocke:

603. Gout van siluer thoe sceiden.

Recipe .ij lb gebrant wynsteen, ij b clemsteen, .iiij. gepuluezirt glas, .iiij. b. Groues sandes. Ende als dat water gemaket ys, so doet yn ylke merck syluers .i. b. Sal armoniacs ende op elke merck syluers .j. b waters, daer mede scheidet wan eyn.

604. Item om gout van coper tsceiden.

Recipe sal peter, aluyn, sal armoniack, ana .i. , spaens groen .s. dar af macht .j. pap ende strickt op dat coper, dar sal dat gout mede af ghaen. Men mynghet myt pillen ende distillirt dat gout blusschet in schoen water.

605. Tenne of loet tsamen thoe setten.

Recipe .iiij. deel tynnes ende .j. deel quicsiluers ende smeltet tgader ende ghitet yn eyn ketel wol waters, so scheidet van een ende wort dan cleyne stucken. Dy stucken suldi nemen wten water ende snidense lanc smal alsoe dic als eyn stroe. Ende dar nae dathet dicke ys dat ghy souderen wylt ende houdet eyn kerse dar onder of legget op eyn hete koele al soe lang dathet gesmolten ys, soe yst gedaen.

601. Een water dat goud en zilver wit maakt.

Recept: tartarum of wijnsteen 2 pond, steenzout 1 pond, salmiak of ammoniumchloride, 1 drachme, steenzout 1 drachme, aluin gebroken 2 drachme en verpulver dit elk op zichzelf, dan meng het alle tezamen en kook het in water en met dit water neem een penning en leg het in het vuur en dan trek het eruit en wrijf het met het gekookte water.

602. Sterk water hoe te maken.

Recept: 1 pond aluin, 3 vierendeel pond salpeter, 1 pond Italiaanse vitriool, dit stamp in een vijzel en distilleer het in een glazen distilleerkolf. En doe het mengsel (?) in een distilleerkolf, en de deken daar bovenop en sluit het goed dicht zodat daar geen lucht uit kan. En maak daar een groot vuur onder, .6 uur lang. En als ge dat goud scheiden wil van het zilver dan doe van dit water in een stenen vat. En doe dat zilver daarin een goede tijd en giet dat water daar af, daar zal ge dat goud in de bodem vinden. En wil ge dat zilver weer hebben Recept: naalden of reepjes lood en laat het in dat water leggen, dat zilver zal in dat lood trekken. En dit water maakt geel haar. Meer wacht u dat gij uw huid niet raakt met het water, dan zou dat vel [fol. 41r] er af gaan vanwege de scherpte van de loog en water. En bestrijk het om de 8 dagen eens. Item wat de huid raakt, zo besmeer het met rozenolie.

603. Goud van zilver hoe te scheiden.

Recept: 2 drachme gebrande tartarus of wijnsteen, 2 drachme galmei of zinkcarbonaat, 4 drachme verpulverd glas, 4 grof zand. En als dat water gemaakt is zo doe in elk merck (1) zilver 1 drachme salmiak of, ammoniumchloride en op elk merck zilver 1 drachme water, daarmee scheidt het vaneen.

604. Item om goud van koper te scheiden.

Recept: salpeter, aluin, salmiak of ammoniumchloride, gelijk 1 drachme, Spaans groen of kopergroen 1 drachme, daarvan maak een pap en strijk dat op het koper, daar zal dat goud mee afgaan. Men mengt het met pillen (?) en distilleert dat goud geblust in schoon water.

605. Tin of lood hoe tezamen te zetten.

Recept: 4 deel tin en 1 deel kwikzilver en smelt het tezamen en giet het in een ketel vol water, dan scheidt het vaneen en wordt dan kleine stukken. Die stukken zal ge nemen uit het water en snijden ze lang en smal alzo dik als een stro. En daarna dat het dik is dat ge solderen wil en hou er een kaars daaronder of leg het op een hete kool al zo lang dat het gesmolten, dan is het gedaan.

(1) merck of marca is een gewicht voor goud en zilver, een half pond van acht ons.

606. Formen om loet of tyn yn tho ghieten.

Recipe een tynnen of eyn loden wat, ende snyt eyn ansicht of eyn beelt of .j. beest of wathet ys ende legget op eyn steen dy recht ys ende ouerstricket myt oly ende legget dar op eyn papyr in water ghenettet, ende wt gewronghen, ende plaet dar ouer gesp<r>eyt, al ouer dat beest, dar nae dat ghy w form hebben wylt. Dan nemet eyn borstel ende drucket dar mede wel aen in alle hoken. Dan nemt eyn blat papirs ende stotet of wryft al cleyn oftet pap war, ende dat doet myt water ende dan wriuet water al schoen wt, dan nemt wyt vanden eye ende dar mede doet allenken luttel daer ouer dat vorscreuen belde ende duwet heerde toe, dat dy form sterck genoch werde. Meer dat belt sal yrst gesmert syn myt oly als vorscreuen ys. Ende dan (fol. 41v) nemt dunne spaemkens ende smert dy ock myt oly ende stroy dy ouer dy forme ende bintse in alle hoecken myt gude coerden. Ende yst noet, soe bynt dy steen dy dar op gemact ys oec wast ende bliuet dar yet dat nyt weel aen en gaet, soe steket dar kilen van hout tussen ende dwinghet aen all waeste dat dat papir dat water ontloept. Dan settet yn een wermen ouen ende laetse weel drogen, ende als sy droghe ys, dan nemse wt ende ontbint dye forme. Ende als ghy ghyten wylt, ende ghy wylt dat dat beelt hool blyeft, soe gytet sy wol ende latet sy een aue marien staen, dan ghitet weder wt, dan bliuet dat belde hol. Mer wyldyt nyt hool hebben soe latet wol staen ende ghitet nyt wt. Aldus ghitmen alle dinck watmen wyl wan kinderen kermes of ander dinghen.

607. Om hoerne weyck thoe maken.

Nemt weed asse ende macht dar loghe af ende doetse yn een ketel ende laetse syden; dan nemt ghescaeft horn, ende doet dar yn ende latet soe langhe siden hent dy horne gesmolten sy, dan doet daer yn swynnen smout, alsoe woel alst goet ys, ende latet syden, ende alst eyn wyle gesoden ys, soe doet dar yn lym gemact van leder, ende ock soe woel als ghy wylt, ende latet smelten ende latet cout werden; hy[r]wan moeghdy maken wat ghy wylt, beelden in formen, of allerley ander abelheit.

608. Om cristal weeke thoe maken.

Recipe dy pysse van eyn boke dy wersche ys, ende bocks bloet dat warm ys: dyt doet yn een cruseken, ende doet dat crystall dar yn twe daghe lanck, ende dan dodet wt, et laboretis ad plantum.

609. Thoe maken gude ende rechte ceruse.

Recipe loet ende slaethe dunne ende snydet al cleyne sticken .iij. of .iiij. sticken breet, ende rollet ellic stick by sonderlinghe ront. Ende deer sticken .xv. of .xx. myn of meer, of alsoe woel als ghy wylt, ende legdse yn eyn eerden poot alsoe dat elke stuck legge dat wat lychts hebbe, ende ghytet dar yn goede wyn etyck dat dat loet bedo[l]uen ys .ij. vinger wael. Dan stoppet den pot waste toe, ende setten yn perden mys al dicke beleit, ende latent daer yn staen .8. daghe; dan nemt den pot wt, dan ys den etyck (fol. 42r) all wertert ende ghy sult dan ynden pot wynden wytte substancie aen dat vorscreuen loet ende anden poet ende dat suldi af doen, et ista vertur cerusa.

610. Om fermilioen thoe maken.

Recipe een erde canne ende maket eyn kleyn gat onder inden badem, ende stopt dat gat wel wast toe myt eyn holte pyn, dan suldi nemen sulphur .ij. deel ende argentum viuum dat derdendeel, dyt suldi weel tsamen vriuen op .j. steen: dan salt roet werden. Dan soe suldy dyt doen yn dy canne, ende stoppent dichte thoe ende settent op .ij. yseren of stenen, ende maken dar eyn cleyn wuer onder. Ende wart saeke dat dy hytte thoe groet wyrde, ende dy canne barste[n] mochte, soe suldy hem lucht geuen myt eyn prime, ende laten heem alsoe staen, ende stoppen dy mont van dy canne myt boem wolle. Ende als ghy opent, soe wliecht dat quicsiluer bouen om den mont vander canne. Ende als dyt gescyet, soe suldi dy kan om kyren ende weder om, so langhe dat dat quicsiluer veruonnen ys, ende dathet nyt meer op en wlieghe, dan ist bereyt. Ende wyldyt prouen of genoch ys of nyt, soe nemt een coper draet, ende stecten yn dy kanne om ende weder om, ende bliuet daer quicsiluer aen hangen, so en yst nyt genoch, ende dyt suldy prouen .iij. of .iiij. werff, alsoe langhe dat dar ghen quicsiluer aenden draet en blyuet hanghe[n]. Ende merct dat dy kanne half woll sy vanden vorscreuen substancie ende breke dy kanne, so hebdi fermilioen.

606. Vormen om lood of tin in te gieten.

Recept: een tinnen of een loden vat en snij een gezicht of een beeld of een beest of wat het is en leg het op een steen die recht is en bestrijk het met olie en leg daarop een papier in water nat gemaakt en uitgewrongen en plat daarover gespreid, al over dat beest of waarnaar gij uw vorm wil hebben. Dan neem een borstel en druk het daarmee goed aan in alle hoeken. Dan neem een blad papier en stamp het of wrijf het geheel klein alsof het pap was en doe dat met water en dan wrijf al dat water er al schoon uit, dan neem het witte van een ei en daarmee doe allengs wat daarover dat voor beschreven beeld en dan duw het hard toe zodat de vorm sterk genoeg wordt. Maar dat beeld zal eerst gesmeerd zijn met olie zoals voor beschreven is. En dan [fol. 41v] neem dunne spaandertjes en besmeer die ook met olie en strooi die over de vorm en bindt het in alle hoeken met goede koerden. En als het nodig is zo bindt de steen die daarop gemaakt is ook vast en blijft daar iets over dat er niet goed aangaat, zo steek daar houten wiggen tussen en dwing het aan alles vast zodat uit het papier dat water loopt. Dan zet het in een warme oven en laat het goed drogen en als het droog is dan neem het eruit en maak de vorm los. En als ge gieten wil en ge wil dat het beeld hol blijft zo giet het vol en laat het een Ave Maria staan (de tijd die nodig is om dit te bidden), dan giet het er weer uit, dan blijft dat beeld hol. Maar wil je het niet hol hebben zo laat het vol staan en giet het niet uit. Aldus giet men alle dingen wat men wil wan kinderen kermisspeelgoed of andere dingen.

607. Om hoe horens week te maken.

Neem as van wijngaardranken en maak daarvan een loog en doe het in een ketel en laat het koken; dan neem geschaafde horen en doe het daarin en laat het zo lang koken totdat de horen gesmolten is, dan doe daarin zwijnenvet, alzo veel als het goed is en laat het koken en als het een tijdje gekookt heeft zo doe daarin lijm gemaakt van leer en ook zoveel als ge wil en laat het smelten en laat het koud worden; hiervan kan je maken wat ge wil, beelden in vormen of allerlei andere schoonheid.

608. Om hoe kristal week te maken.

Recept: de pis van een bok die vers is en bokkenbloed dat warm is: dit doe in een kroesje en doe dat kristal daarin twee dagen lang, en dan doe het eruit, en moeilijk te maken.

609. Hoe te maken goed en echt loodwit.

Recept: lood en sla het dun en snij alles in kleine stukken, 3 of 4 stukken breed en rol elk stuk apart rond. En de stukken 15 of min of meer of alzo veel als ge wil en leg ze in een aarden pot alzo dat elke stuk ligt dat het wat lucht heeft en giet daarin goede wijnazijn zodat het lood 2 vingers wel bedolven is. Dan stop de pot goed dicht en zet het in paardenmest al dik belegd en laat het daarin 8 dagen staan; dan neem de pot eruit dan is de azijn [fol. 42r) geheel verteerd en ge zal dan in de pot een witte substantie vinden aan dat voor beschreven lood en aan de pot en dat zal ge eraf doen, het zal zijn loodwit.

610. Om hoe scharlakenrood te maken.

Recept: een aarden kan en maak een klein gat onder in de bodem en stop dat gat goed dicht met een houten pen, dan zal ge nemen zwavel 2 deel en kwikzilver dat derdedeel, dit zal ge goed tezamen wrijven op een steen: dan zal het rood worden. Dan zo zal je dit doen in uw kan en stop het dicht en zet het op 2 ijzers of stenen en maak daar een klein vuur onder. En is het zo dat de hitte te groot wordt en de kan barsten mocht, dan zal je die lucht geven met een priem en laat het alzo staan en stop de mond van de kan met boomwol of Gossypium herbaceum. En als ge het opent zo ligt dat kwikzilver boven om de mond van de kan. En als dit geschiedt dan zal ge de kan omkeren en weer omkeren, net zo lang dat het kwikzilver overwonnen is en dat het niet meer opvliegt, dan is het bereid. En wilde ge beproeven of het genoeg is of niet, zo neem een koperen draad en steek het in de kan heen en weer en blijft daar kwikzilver aanhangen, dan is het niet genoeg en dit zal je beproeven 3 of 4 maal net zo lang totdat er geen kwikzilver aan de draad blijft hangen. En merk dat de kan half vol is van de voor beschreven substantie en breek de kan, dan heb je scharlakenrood.

611. Siluer tmaken van fermilioen.

Recipe een glas dat onder weel beslagen ys myt goeden leem totten mont thoe, dan nemet siluer ende snidet aen cleyne stucken. Dese stucken op dat fermilioen spreden, gelick als men wleysch soutet, ende dar noch fermilioen op, ende dan siluer weder op, ende dyt suldi doen alsoe langhe dat dat glas by nae woel ys. Dan suldi hebben eyn cleyn glas dat suldi dar yn setten int fundament dattet grote glas dar mede gestopt ys, ende dan machtet dychte toe myt wy[t] wanden eye ende cryet tsamen gemact, ende daer doeken yn nat gemact, ende om dat glas gedaen, ende daer dat ander ouer geplaestert. Ende dan settet opt fuer deze .ij. glasen nyt tho heyt. Ende dan op dyt glas en scuttel dy weel geglaset ys (fol. 42v) dat dat quicsiluer nit wt een wlighe. Ende ijs dar wat wtgeulagen an die stulpe satel dat mochdi bescowen als ghy w hant daer doer stricket, ende daer[vint] poekelgens dy wyt syn, dat is quicsiluer. Dan maket dat vuer wat cleinder. Ende dan nemet eyn yseren tanghe ende laet dat vuer wttgaen, ende nemet dat cleyne glas wtten grote, ende trecket dy suarte substancie dar mede wt. Ende ys sy nyt seer swaerte, soe doet weder in dat glas, ende stoppet soe als tworen was ende te maten suuerlick als vorscreuen ys daer onder dat dat glas nyt en barste. Ende dit sal duren enen dach of .ij. of also lange dat dat fermilioen so swart sy als een coel. Ende dan salment of doen ende doent in eyn teest, ende sublimirt ende dan settet opt fuer, ende verpter loet in als men siluer plach te barnen. Dan ist goet siluer, ende als ghy dese swarte stucke fermilioen wt neme of substancie wtten groten glasen, dan laet dy vorscreuen stucken siluers liggen of nemt sy wt, want sy syn noch nyt gesmouten. Myt desen stucken ofte gernalen siluers suldi doen wat ghy wilt. Dat dit vorscreuen siluer nyt gesmouten ys dat comt aldus thoe. Het mot staen op .ij. yseren, deen teyl myt aschen, ende dar onder eyn cleyn fuer, als vorscreuen is vanden fermilioen tbarnen. Ende dit siluer heeft syn macht verloren. Ende wildi hem syn macht weder gheuen, soe nemt eeyn siluer krose, ende doet dyt vorscreuen siluer yn dy krose, ende doet daer yn .iij. of .iiij. dropen olijs ende stoppet dicht toe, als ghi dat formilioen doet, ende settet yn heete asche, ende latet also een wyle staen, ende dat siluer sal syn macht weder crigen. Meer laet dat krose een dach staen of meer. Ende wijldijt pruuen so nemt dyt siluer ende doet loet yn eyn test ende smeltet ende doet dyt siluer ynt gloende loet ende steket een mees dar yn, ende wort dat mees wyt, soe en heuet noch syn macht nyt. Mar bliuet dat mees als tworen was so heuet syn macht. Ende waer quicsiluer yn is, ende alsment heet mact, ende watmen daer yn steke dat wort wyt. Ende als dyt siluer alsoe ys, soe moeghyt weder in dat kroese doen alst vorscreuen ys.

(fol. 43r) 612. Silueren thoe maken van coper.

Recipe .j. vierdel copers ende .ij. loet arsenicum album, ende .ij. loet arsenicum rubeum. Dyt suldi tsamen pulueresiren ende doet yn een krusken ende stoppet wel, dat dat kruse den mont waste thoe sy myt wyt vanden eye ende wyt kleye ende pot eerde ende gumme van arabien, ende werc, dyt tsamen gedaen ende vast thoe gestopt. Ende dyt een gode wyle in perts mysse gheset. Ende dat het ymmer roet koper sy. Lyt siluer machmen ghyten, mer nyt driuen mytten hamer, probatum est.

613. Gout wan coper thoe maken.

Recipe. j. wirdel copers ende .iij. of .iiij. wighen, ende .ij. loet tuthie. Dyt suldi tsamen puluereziren seer cleyn, ende doet yn een kruse myt een ynghen hals, ende stoppet den hals wael vaeste thoe myt wyt vanden eye ende wyt cleye ende pot eerde, ende gumme van arabien ende werck, tsamen gedaen ende vast thoe gestoppet. Ende een gode wyle geseet in perdemys. Ende dit sal tsamen conglutiniren ouermits dy heette vanden mys.

614. Om gout thoe coliren.

Recipe .j. b. salpeter, .j. b. spans groens, vitriolum album, sal armoniacum van elx .j. b. tot die pouder colleryst dat gout. Ende latet een halue vre yn dat fure staen, ende stoppet dat kruse wast thoe. Dat sal werden op dy teest. .ij. greine beter dant was.

615. Silueren schoen thoe bruniren.

Recipe sefferaen ende krijt ende mact nat myt water, ende dan menghet tsamen myt dunne lym water, ende des anders gelick woel.

611. Zilver te maken van scharlakenrood.

Recept: een glas dat onder goed bedekt is met goeden leem tot de mond toe, dan neem zilver en snij het in kleine stukken. Deze stukken op dat scharlakenrood spreiden, gelijk als men vlees zout, en daar nog scharlakenrood op en dan er weer zilver op en dit zal je doen alzo lang zodat het glas bijna vol is. Dan zal je hebben een klein glas dat zal je daarin zetten in de bodem zodat het grote glas daarmee gestopt is en dan maak het goed dicht met het witte van een ei en krijt tezamen gemaakt en daar doeken in nat gemaakt en om dat glas gedaan en daar dat andere over gepleisterd. En zet het dan op het vuur deze 2 glazen en niet te heet. En dan op dit glas een schotel die goed verglaasd is [fol. 42v] zodat het kwikzilver er niet uit vliegt. En is daar wat uitgevlogen aan de basis van de stolp dat mag je zien als ge uw hand daardoor strijkt en daar bolletjes vindt die wit zijn, dat is kwikzilver. Dan maak dat vuur wat kleiner. En dan neem een ijzeren tang en laat dat vuur uitgaan en neem dat kleine glas uit de grote en trek de zwarte substantie daarmee uit,. En is het niet zeer zwart, doe het dan weer in dat glas en stop het zoals tevoren was en beter zuiver zoals voor beschreven is daar onder zodat het glas niet barst. En dit zal duren een dag of twee of alzo lang totdat dat scharlakenrood zo zwart is als een kool. En dan zal men het af doen en doe het in een pot en laat het neerslaan en dan zet het op het vuur en werpt er lood in zoals men zilver plag te branden. Dan is het goed zilver en als ge deze zwarte stukken scharlakenrood eruit neemt of de substantie uit het grote glas, dan laat de voor beschreven stukken zilver liggen of neem het eruit, want ze zijn nog niet gesmolten. Met deze stukken of stukjes gekruld zilver zal ge doen wat ge wil. Dat dit voor beschreven zilver niet gesmolten is dat komt aldus toe. Het moet staan op 2 ijzers, de ene schotel met as en daaronder een klein vuur zoals voor beschreven is van het scharlakenrood het branden. En dit zilver heeft zijn kracht verloren. En wilde ge het zijn kracht weer geven, zo neem een zilveren kroes en doe dit voor beschreven zilver in die kroes en doe daarin 3 of 4 druppels olie en maak het goed dicht zoals ge het met het scharlakenrood doet en zet het in hete as en laat et alzo een tijdje staan en dat zilver zal zijn kracht weer krijgen. Maar laat de kroes een dag staan of meer. En als ge dit beproeven wil zo neem dit zilver en doe lood in een pot en smelt het en doe dit zilver in het gloeiende lood en steek er een mes in en wordt die mes wit, dan heeft het zijn kracht niet. Maar blijft die mes zoals het tevoren was dan heeft het zijn kracht. En waar kwikzilver in is en als men het heet maakt en wat men er in steekt dat wordt wit. En als dit zilver alzo is, dan mag je het weer in die kroes doen zoals het voor beschreven is.

[fol. 43r) 612. Zilver hoe te maken van koper.

Recept:1 vierendeel koper en 2 lood wit arsenicum en 2 lood rood arsenicum. Dit zal je tezamen verpulveren en doe het in een kroesje en maak het goed dicht zodat het kroesje de mond goed dicht is met het witte van een ei en wit klei en potaarde en Arabische gom van Acacia arabica en pluksel, dit tezamen gedaan en goed dicht gestopt. En dit een goede tijd in paardenmest gezet. En dat het immer rood koper is. Licht zilver mag men gieten, maar niet bewerken met een hamer, het is geprobeerd.

613. Goud van koper hoe te maken.

Recept:.1 vierendeel koper en 3 of 4 vijgen en 2 lood tuchia of vonken uit de koperovens. Dit zal je tezamen zeer klein verpulveren en doet het in een kroes met een smalle hals en stop de hals wel goed dicht met het witte van een ei en witte klei en potaarde en Arabische gom en pluksel, tezamen gedaan en goed dicht gemaakt. En een goede tijd gezet in paardenmest. En dit zal tezamen stollen vanwege de hitte van de mest.

614. Om hoe goud te kleuren.

Recept: 1 drachme salpeter, 1 drachme Spaans groen of kopergroen, wit vitriool, salmiak of ammoniumchloride, van elk 1 drachme totdat het poeder zuivert dat goud. En laat het een half uur staan in dat vuur en maak de kroes goed dicht. Dat zal worden op de pot 2 grein beter dan het was.

615. Zilveren schoenen hoe te polijsten.

Recept: saffraan of Crocus sativus en krijt en maak het nat met water en dan meng het tezamen met dun lijmwater en de andere gelijk veel.

616. Segel was thoe maken ende tweruen.

Soe mactmen dat alrebeeste ende werste ende gheeste nemen tot eyn pont ende snidet aen kleyne stucken ende smeltet yn eyn schoen pannekyn, ende alst gesmouten ys, soe nemet wan wyer, ende doet dar thoe des wynters .vj. loet terpentyns erst warm gemact mer nyetste heete yn eyn panneken, mer des sommers .iiij. loet, spans groen .j. loet, dat cleyn ghepulueresirt ys. Ende roert dat weel myt malcanderen om ende sighet dan doer een lynnen doock yn eyn scottel daer (fol. 43v) eyn wenich waters yn ys op den badem ende latent dan staen couden, ende snident dan doer aen stucken of ghy wylt. Tot eyn half pont was ys genoch .iij. wirdel loet spans groen, want anders woerdet tbruyn, Item dat was en salmen nyt heet smeelten mer alst gesmouten ys, soe salment van fuer doen op dattet nyt tho hart en warde ende broes. Dat spans groen en doet nyt teffens yn meer yrst een deel ende menghet wael myt dat was ende laet en droppel wallen op wen nagel of op eyn tenne scottel, want soe yst goet twernemen of genoch gegroent ys of nyt, ende scynet dan thoe bleeck, soe doter wat meer spans groen thoe, ende pruft als vorscreuen is, hent w dy werue behaghet. Ende als dat was mytten terbentyn weel ghemenghet ys ende myt dat spans groen, soe latet staen ongerurt een miserere lanck op dat dy drossicheit syncke, ende gietet sachtelic sonder ruren ynden doeck, ende den drosse en ghitet dar nyt mede thoe. Meer dan ghitet yn eyn ander scuttel doer den seluen doeck. Hyr machmen briuen mede segelen.

617. Om roet was to veruen: op eyn wierdel was tweruen .iij. loet vermillions nemet.

618. Om gron was .j. wirendeel tweruen .j. ons spans groen, mer om wyt was tmaken eyn wirendeel was tweruen .iij. lot sulphers ende eyn loet gummen.

619. Iseren wlecke wt lynnen laken of ranssen tdoen.

Recipe wynsteyn ende bewinthem yn eyn grawe lynnen doeck ende doet onder heete hout assche ende boetet dar wuer ende latet daer een wyle liggen. Dan nemet wtten asschen ende latet coud werden ende doet dyt yn eyn sack, beneden enggen ende bouen wyde, ende hangden yn en wochten keller bider eerden ende seetet dar eyn waetken onder, ende ontfanct dat daer wt lopet ende bestricket daer mede, sy sullen wtgaen.

620. Om sems leder tho maken of tbereiden.

Recipe tot eyn hynde of eyn haerten weel, .vj. lot alluns, .ij. loet sandes, .ix. doderen in werm water, ende latet wel tsamen thoe gaen of smelten inden wermen water met .j. loet olij ende .j. loet zwarte sepe, dan steket dat leder daer yn, dan wordet weel getouuet. Ende wyldyt swaerter hebben ende meer opt seems, soe (fol. 44r) nym woer dy olij of woer dy botter herinck smout. Ende woer dat water half loghe. Ende ys dit wel cleyn, daer nae past dy wichte.

616. Zegel was hoe te maken en te verven.

Zo maakt men de allerbeste en waardevolste en gerst(?) of Hordeum vulgare nemen tot een pond en snij het in kleine stukken en smelt het in een schoon pannetje en als het gesmolten is neem het dan van het vuur en doe daartoe in de winter 1 lood terpentijn van Pistacia terebinthus en Larix europaea eerst warm gemaakt maar niet te heet in een pannetje maar zomers 4 lood, Spaans groen of kopergroen 1 lood dat klein verpulverd is. En roer dat goed door elkaar en zeef het dan door een linnen doek in een schotel daar [fol. 43v] een weinig water in is op de bodem en laat het dan staan koelen en snij het dan door aan stukken als ge wil. Tot een half pond was is genoeg 3 vierendeel lood Spaans groen of kopergroen, want anders wordt het te bruin. Item dat was zal men niet heet smelten maar als het gesmolten is dan zal men he van het vuur doen zodat het niet te hard wordt en bros. Dat Spaans groen of kopergroen doe het niet tegelijk in maar eerst een deel en meng het goed met die was en laat een druppel vallen op uw nagel of op een tinnen schotel, want dan is het goed te vernemen of het genoeg groen is of niet en lijkt het dan te bleek zo doe er wat meer Spaans groen of kopergroen toe en beproef het zoals voor beschreven is totdat u de kleur behaagt. En als de was met de terpentijn goed gemengd is met dat Spaans groen zo laat het staan zonder te roeren een boetpsalm lang zodat de droesem zinkt en giet het zachtjes zonder roeren in de doek en giet de droesem er niet mee. Maar dan giet het in een andere schotel door de zelfde doek. Hiermee kan men brieven verzegelen.

617. Om rood was te verven: neem op een vierendeel was tweemaal 3 lood vermiljoen.

618. Om groene was 1 vierendeel te verven 1 ons Spaans groen of kopergroen, maar om wit was te maken een vierendeel was te verven 3 lood zwavel en een lood gom.

619. IJzeren vlekken uit linnen laken of ransen (1) te doen.

Recept: tartarus of wijnsteen en omwind het in een grauwe linnen doek en doe het onder hete houtas en behoedt het van vuur en daar een tijdje liggen. Dan neem uit de as en laat het koud worden en doe dit in een zak, beneden eng en boven wijd en hang het in een vochtige kelder bij de aarde en zet er een vaatje onder en ontvang wat eruit loopt en bestrijk het daarmee, ze zullen er uitgaan.

620. Om hoe zeemvel te maken of te bereiden.

Recept: tot een hinde of een hertenvel 6 lood aluin, 2 lood zand, 9 dooiers in warm water en laat het goed tezamen gaan en smelten of het warme water met 1 lood olie en 1 lood zwarte zeep, dan steek dat leer daarin, dan wordt het goed toebereid. En wil ge het zwarter hebben en meer op de zeem, zo [fol. 44r] neem voor de olie of voor de boter haringvet. En voor dat water half loog. En is dit(197) goed klein, daaraan pas aan uw gewicht.

(1) linnen laken of soort stof waaruit mutsen ‘met een kap die in plooien langs het gelaat en de schouders afhing’.

621. Om syde thoe renynghen.

Recipe tot elken lb. side .4. lb. sepe, dan nemt heet water ende doit dy sepe dar yn, mytter hant rurende totter tyt dat dy seep gesmouten ys, dan doet daer yn dy siede, ende latet siden .4. wre lanck, eyn half pont sepen teffens. Ende alst dat gesoden heuet als vorscreuen ys, soe doet vanden wuer ende nemt dat ander .4. pont ende latet syden yn warm water eyn half wre. Ende doetse vanden wure ende wasset sy al wytte in werm water.

622. Thoe maken soldyr sylueren mede tsoldiren.

Nemt .ij. loet rattekruyt, .j. loet wynsteyn, .ij. onsen kopers, ende doet dit tsamen yn eyn erden pot myt eyn dexsel ende lymt den pot styft toe myt leem. Ende seet den pot middel yn eyn goet fuer, ende laet dat tsamen smelten ende doet tot .j. loet copers .j. loet siluers. Ende smeltet nae veder myt den siluer. Ende nemet dan .ij. sten ende legt daer eyn doeck op ende ghitet dar op, ende parset dan myt den enen steen stijf gelick ende soldirt hyr mede. Item als men dat myt <siluer knoppen> wil soldiren, so sal men tot <.j.lb. > .ij. karlyn siluers nemen, ende stotent dan al cleyn, ende siffent dan doer eyn syf ende smeltent.

623. Item syluer thoe vergulden als dy golt smeden doen.

Recipe .j. ducaet ende slaet hem dun aen stucken ende nemt .ij. loot quicsiluers. Ende smelt dat quicsiluer heet in eyn eerde comme ende als heyt is als eyn fur, soe werpt dat golt daer yn ende rurt weel om hent dat gesmolten is, soe ghitet dan tsamen yn kalt water ende nemet dan wt. Ende als ghy dan vergulden wylt, soe nemt een myssinghen langhen plaete als so breet als .j. stroe halm, dy om ende om wael gequicsiluert ys, ende stastet daer mede yn dy vorscreuen materi ende bestriket donne dar mede dat ghy vergulden wilt; ouer meer bestricket irst myt aqua fortis. Ende nemet dan een hasen woet ende stricket weel ouer ende ouer, ende latet .j. wenich int fur liggen ende nement weder wt eert root is, ende dan besyn of dye (fol. 44v) matery oeck ouer al getagen is ende wael haldet, dat daer ghen plaeste legge blyft. Dit doet .iij. of .iiij. mael hent dat het gans roet wort. Ende nemen dan dat ghy vergult hebt ende wassent schoen yn pysse of salt water myt eyn boerstel ende brunirent dan, mer erste suldi leggen yn eyn waetken daer armoniaec ende spaens groen yn ys tsamen conficirt myt water, ende haldent .j. wenich ynt fuer dathet naw werm wort, ende brunyret dan so scynnet dat alre beest golt thoe wesen.

624. Item horn thoe ghieten.

Recipe .ij. deel weedassche ende .iij. deel ongeleeste steencalck, hyr af maket sterke loghe, ende als sy claer worden ys doet sy yn eyn ketel. Ende nemet gescauet horne seer cleyn myt eyn glas, ende werpet inden ketel, also woel dat dy loghe van dat horne bedecket sy ende siedet dan tsamen als so langhe dattet dicke wort ende smeltet, ende latet als gegaten loet. Soe nemet dan af ende ghitet dar af wat ghy wylt.

625. Om been weeck thoe maken.

Recipe weedasche ende gitet dar op coper water, ende legge dy benen daer yn .ij. of .iij. daghe langh, so werden sy weke.

626. Thoe maken lym helligen, of beelden of kannen of messen yn hechten myt tlymen.

Recipe wytte kese, snytse in cleyne stucken ende stoetse myt heete was yn een holte matyr alsoe lang dathet water dar af gaet, dan salmen den gestoten kees leggen in calt water dat hy weder hart werde ende stoten hem dan (fol. 45r) weder yn een matyr ende doet dan daer water yn myt wyn ghemenghet, ende latet syden tot dathet dicke werde. Ende dan gebruket der wyle dat dy koekese wochtich is ende warm(202). (202) Hierna volgt in het Hs. een Latijns recept met het opschrift: ‘Hoe men was wasschen sal ende wyt maken. Ende soe salmen ock maken dy saluen hyr af’.

627. Remedium scegen molken toueren.

Aldus salmen tegen molken toueren remedium doen. Nemt eyn luttel gewyet souts dat ys benedictad sal ende eyn luttel gewyede palmen. Ende nemt eyn luttel gewyet was van dy paessche kerse et aqua benedictam, ende menget dyt tsamen. Ende boert eyn gaete yn der koe horne ende doet dyt dar yn ende stoppet thoe dathet nyt wt een mach. In nomine domini Jhesu Marie et Johannis. Ende wetet ghy nyt welker koe dat sy ys die wulke hoer molken betouert syn, soe doet elkes koe melck yn eyn sunderlingh wate, ende tekent op elker wat welker koe hoer melck dar yn is, ende welker wat van melck dan ghebreck kryge van toueren, yn dye koe horne dy dye melck gegeuen heeft, boert het gat ende doet daer yn als vorscreuen is.

628. Thoe maken spaense seepe.

Recipe weedasche ende leuende calck ende water ende maket daer loghe af. Ende dodet yn enen potte ende byneden eyn cleyne gaat heuet ende stoppet deen pot dichte thoe, ende latet .ij. daghe staen, dan lucket dat gat vanden pot op, ende wat daer eerst wt lopet dat hetet capitellum, dat salmen yn loghen doen opt fuer. (fol. 45v) Ende daer thoe salmen olij ghieten, ende sydent hent dicke wort. Oeck soe wert swart wander syedinghe ende kokinge. Mer vildi wytte sepe maken, doet woer dy olij wytte ongel gemact van capitello, dat hetet sapo gallicus et factum est.

629. Om wyn goet tmaken.

Recipe .ij. hantwoell roder druue keerne, ende alsoe woel wynsteens ende half alsoe woel wede aeschen ende recipe .ij. hantfool cleyne keselsteengens, ende dyt doet tsamen yn eyn foeder wyns, soe wardet hy weder om goet.

630. Om bier dat het nyet suert.

Recipe .j. hantfoel moesterszaets, ende eyn hantfoel weytes, ende werpet yn eyn tonne biers ende ruret omme, soe sal het nyt suer weerden.

621. Om hoe zijde te reinigen.

Recept: tot elke lood zijde 4 lood zeep, dan neem heet water en doe de zeep daarin en met de hand roeren tot de tijd dat de zeep gesmolten is, dan doe daarin de zijde en laat het 4 uur lang koken, een half pont zeep gelijk. En als het gekookt heeft zoals voor geschreven is zo doe het van het vuur en neem de andere 4 pond en laat het koken in warm water een half uur. En doe het van het vuur en was het al wit in warm water.

622. Hoe te maken zilveren soldeer om er mee te solderen.

Neem 2 lood rattenkruid of Euphorbia lathyris, 1 lood tartarus of wijnsteen, 2 ons koper en doe dit tezamen in een aarden pot met een deksel en lijm de pot goed dicht met leem. En zet de pot midden een goed vuur en laat dat tezamen smelten en doe tot 1 lood koper 1 lood zilver. En smelt het hierna weer met het zilver. En dan neem de tweede en leg daar een doek op en giet het daarop en pers het dan met de ene steen stijf gelijk en soldeer hiermee. Item; als men dat met zilveren knoppen wil solderen, dan zal men tot 1 pond 2 Karels zilver nemen en stampen dat geheel klein en zeef het door een zeef en smelt het.

623. Item zilver hoe te vergulden zoals de goudsmeden doen.

Recept: 1 dukaat en sla het dun aan stukken en neem 2 lood kwikzilver. En smelt dat kwikzilver in een aarden kom en als het heet is als een vuur zo werp dat goed erin en roer het goed om totdat het gesmolten is, dan giet het dan tezamen in koud water en neem het er dan uit. En als ge dan vergulden wil, zo neem een messing lange plaat alzo breed als 1strohalm die om en om goed met kwikzilver is bedekt en stamp daarmee in de voor beschreven materie en bestrijk dan daarmee dat ge vergulden wil; voor meer bestrijk het eerst met sterk water. En neem dan een hazenvoet en bestrijk het goed over en over en laat het wat in het vuur liggen en neem het dan weer uit eer het rood is en dan bekijk je of de [fol. 44v] materie ook overal verspreid is en goed houdt zodat daar geen plaats onbedekt blijft. Dit doe je 3 of 4 maal totdat dat het gans rood wordt. En neem dan dat ge verguld hebt en was het schoon in pis of zout water met een borstel en polijst het dan, maar eerst zal he het leggen in een vaatje daar steenzout en Spaans groen of kopergroen in zijn tezamen gemengd met water en hou het wat in het vuur zodat het nauwelijks warm wordt en polijst het, dan zo schijnt het dat allerbeste goud te wezen.

624. Item hoe horen te gieten.

Recept: 2 deel as van wijngaardranken en 3 deel ongebluste kalk, maak hiervan een sterke loog en als het(199) helder wordt doe het dan in een ketel. En neem geschaafde horen zeer klein met een glas en werp het in de ketel, alzo veel zodat de loog de horen bedekt en kook het dan tezamen alzo lang totdat het dik wordt en smelt en laat het als gegoten lood. Zo neem het er dan af en giet daarvan wat ge wil.

625. Om hoe been week te maken.

Recept: as van wijngaardranken en giet daarop koper water en leg de benen daarin 2 of 3 dagen lag, dan worden ze week.

626. Hoe te maken lijm om beursjes (?) of beelden of kannen of messen in te hechten met het lijmen.

Recept: witte kaas, snij het in kleine stukken en stamp het met hete was in een houten mortier alzo lang dat het water daarvan gaat, dan zal men de gestampte kaas leggen in koud water zodat het weer hard wordt en stamp het dan [fol. 45r] weer in een mortier en doe dan daar water in met wijn gemengd en laat het koken totdat het dik wordt. En dan gebruik het in de tijd dat het koekje vochtig is en warm..

627. Remedie tegen melk toveren.

Aldus zal men tegen melk toverij remedie doen. Neem wat gewijd zout, dat is benedictad sal, (hetzelfde) en wat gewijde palmen van Buxus sempervirens. En neem wat gewijde was van de paaskaars en gezegend water en meng dit tezamen. En boor een gat in de koeienhoren en doe het daarin en stop het goed dicht zodat het er niet uit kan. In de naam van onze heer Jezus, Marie en Johannes. En weet ge niet welke koe dat er is wiens melk betoverd is, zo doe in elke koeienmelk een apart vat en teken er op elke welke koe zijn melk daarin is en welke dat van de melk dan gebrek krijgt van betovering, in die koeienhoren die de melk gegeven heeft, boor dat gat en doe zoals voor geschreven is.

628. Hoe te maken Spaanse zeep.

Recept: as van wijngaardranken en ongebluste kalk en water en maak daarvan een loog. En doe het in een pot die beneden een klein gaatje heeft en maak de pot goed dicht en laat het 2 dagen staan, dan maak dat gat van de pot open en wat er eerst uitloopt dat heet capitellum, dat zal men in loog doen op het vuur. [fol. 45v] En daartoe zal men olie gieten en koken het totdat het dik wordt. Ook zo wordt het zwart van het koken en kooksel. Maar wil u witte zeep maken, doe voor de olie witte ongel gemaakt van capitellum, dat heet Franse zeep zoals het is.

629. Om wijn goed te maken.

Recept: 2 handvol rode druivenpitten en alzo veel tartarus of wijnsteen en half alzo veel as van wijngaardranken en recept 2 handvol kleine kiezelsteentjes en doe dit tezamen in een wijnvat, dan wordt het weer goed.

630. Om bier zodat het niet verzuurt.

Recept: 1 handvol mosterdzaad en een handvol tarwe of Triticum vulgare en werp het in een ton bier en roer het om, dan zal het niet zuur worden.

631. Gele was wyt tmaken.

Recipe sulpher et puluerisa et impone patella cum cera et pone supra ignem, ende latet smelten, soe wordet wyt was. Ende .j. loet sweuels suldy doen tot .iiij. loet wasses.

632. Thoe maken een lynnen wenster.

Recipe .v. l.was tot .vj. terpentyns ende smeltet dat tgader yn een panne ende hyr mede bestricket dat lynen wenster sicut fenestram, alst op dy rame al wast gemact ys.

633. Papiren wenster thoe maken.

Recipe guet papir ende maket daer [r]uten op gelick aen glaesfinsteren syn myt eyn brede tente van lote nae een lyme, ende dan ppappet dat ppappir op dy rame al doer styffe, ende bestrickent dan myt lyn olye, ende recket dat ppappir vander olye soe moet gyet corten ende styuent ende stiuent weder dathet stiff stae ende nyet een ratelt.

634. Om slym van schapens feel(fol. 46r)lyn tmaken.

Recipe dy stucken van wytten scapen leder. Dy stucken suldi weken enen nacht, dan neem dy stucken ende wasset sy al doer schoen, dat daer nyt af en lopet dan schoen water. Dan dwaet al schoen wt, ende rollet op malcanderen een hant fol, dy een nae die ander woer al droge, ende doet in een ketel dy schoen gescurt is ende doet inden ketel, ende doet daer water op ende latet syeden, alsoe langhe dattet op eyn droep bliue staen. Ende alst ghy het prouen wilt, soe steket daer enen stock yn ende latet drupen op enen taffel. Ende bliuet dy drope staen, soe ist genoch, ende vlitet, soe moet bet siden. Ende alst sidet, soe schumet weel schoen. Ende alst genoch is, soe hebt eyn schone boerde myt lijsten ende met kersesmeer bestreken of wijt kese, die is beter, ende dan gietet dese materie ouer al dat boerde. Ende dit doet alsoe subtilick als ghy moghet, ende dathet ymmer nyt dicke een werde mer dunne als ghy cont, dan soe latet staen enen dach of twee, dan doettet af. Ende hebdi dan noch meer wander seluer materien dy ghy wylt ghieten, soe wermet sy weder, ende doet als ghy thoe woren dedet. Mer maket dat borde erste schoen wanden slymme myt enen messe.

635. Slim van ongebaren kalfs vellen thoe maken.

Recipe eyn kalfs welle ende latet yn gecalket water weken enen nacht of twee, dan wasset wten kalck ende wasset yn gude scherpe loge dat wlesche of aen beiden syden, dan trecket al stijff ende latet droghen. Ende alst droghe is, dan bestricket myt lyn oly op beiden syden ende settet yn dy sonne ende latet drogen.

636. Ghemeen lym tmaken.

Recipe dy ballich van cabbliau ende sidet den .ij. of drie vren lanck, dan soe laetet wel droghen dat hy krympe, soe yst goet ghemeyn lymme.

(fol. 46v) 637. Om licht thoe hebben des nachtes.

Recipe eyn glas of eyn coderolf ende nemt eyeren ende laet dy hart syden, ende als sy herde syn, soe sceelt dat wyt vanden doderen, ende snydet dat wyt all cleyne, soe dat dy stucken yn dat glas moghen. Ende dodet woel wan desen wytte vanden eye, ende stopt dat glas bouen wel thoe myt cement gemact van herden peeck ende roet baeck steen; dy puluer tsamen gemenget opt fuer ende hyr mede thoe gedaen, ende .ix. weken yn perdes meest gesatte, ende dan gehangen yn een camer, ende hit sal des nachtes seer licht schynen, datmen daer redelick wan syen mach. Probatum est.

631. Gele was wit te maken.

Recept: zwavel en verpulver het en doe het in een schotel met was en bij het vuur en laat het smelten, dan wordt het wit was. En 1 lood zwavel zal ge doen tot 4 lood was.

632. Hoe te maken een linnen venster.

Recept: 5 drachme was tot 6 drachme terpentijn van Pistacia terebinthus en smelt het tezamen in een pan en hiermee bestrijkt men dat linnen venster als een venster als het op het raam al vast gemaakt is.

633. Papieren venster hoe te maken.

Recept: goed papier en maak daar ruiten op gelijk glasvensters zijn met een brede stift van lood na een lijm en dan pap dat papier op dat raam overal goed stijf en bestrijk het dan met lijnolie en rek dat papier van de olie, dan moet ge het korten en stijven en het weer stijven zodat het stijf staat en niet rammelt.

634. Om doorschijnende stof van schapenvellen [fol. 46r] te maken.

Recept: de stukken van wit schapenleer. Die stukken zal je weken een nacht, dan neem de stukken en was het al door schoon zodat er niets anders afloopt dan schoon water. Dan was het geheel schoon uit en rol het op elkaar een handvol, de ene na de andere vooral droog en doe het in een ketel die schoon geschuurd is en doe het in de ketel en doe er water op en laat het koken alzo lang totdat het op een hoop blijft staan. En als ge het beproeven wil, zo steek daarin een stok en laat het druipen op een tafel. En blijft het in een druppel staan, dan is het genoeg, en vloeit het dan moet het beter koken. En als het kookt zo schuim het goed schoon. En als het genoeg is dan heb je een schone bord met lijsten en met kaarsenvet bestreken of witte kaas, die is beter, en dan giet deze materie over al dat bord. En dit doe alzo zuiver als ge kan en dat het immer niet dik wordt maar dun als ge kan, dan zo laat het staan een dag of twee, dan doe het er af. En heb je dan nog meer van dezelfde materie die ge wil gieten, zo verwarm het weer en doe zoals ge tevoren deed. Maar maak dat bord eerst schoon van het slijm met een mes.

635. Doorschijnende stof van ongeboren kalfsvellen hoe te maken.

Recept: een kalfsvel en laat het in kalkwater weken een nacht of twee, dan was het uit de kalk en was het in goede scherpe loog dat vlees aan beide zijden af, dan trek het al stijf en laat het drogen. En als het droog is dan bestrijk het met lijnolie aan beide zijden en zet het in de zon en laat het drogen.

636. Gewone lijm te maken.

Recept: de ingewanden van een kabeljauw en kook het 2 of 3 uren lang, dan zo laat het goed drogen zodat het krimpt, dan is het goede gewone lijm..

[fol. 46v) Om hoe licht te hebben ‘s nachts.

Recept: een glas of een distilleerkolf en neem eieren en lat die hard koken en als ze hard zijn dan schil het wit van de dooiers en snij dat wit goed klein zodat de stukken in dat glas kunnen. En doe er veel van dit witte van het ei en maak dat glas boven goed dicht met cement gemaakt van hard pek en rode baksteen; dit poeder tezamen gemengd op het vuur en hiermee bij gedaan en 9 weken in paardenmest gezet en dan gehangen in een kamer, en het zal ‘s nachts zeer licht schijnen zodat men daar redelijk van zien mag. Het is geprobeerd.

(fol. 47r) Incipiunt quedam dicta de diuersis confectis et sirupis et alijs materijs.

(fol. 47r) Sommige dingen om te maken diverse confecties en siropen en andere materies.

638. Thoe maken gronen gengeber.

Recipe van dye snoyels als men dye wyngert snoyt, ende maken dar af asche, ende van dy asche loghe aldus. Recipe warm water dat nyt en sidet ende worpt dar yn dy asche vorseit, seer weel rorende op dat het loghe worde, ende dan laettet claren. Ende yn deser claer loghe doet desen gengeber dat sy weeken mach. Mee[r] erst salmense scillen, ende men weiketse bynne .ij. weeken. Men sal weteen dat men daer alle auents werse loghe op ghiten sal; meer eermen dy olde of ghitet, so salmen dy gengeber weel wriuen ende wasschen tusschen dy hande myt dy loghe, dy daer alden dach op gestaen heeft, ende dan salmen dy af ghieten, ende ander weder op ghieten. Ende hier moetmen eerst wael loghe van maken. Ende als hy genoch geweyket ys, soe netet dy zinziber ende wast hem weel in wyn of yn roeswater, op dat si nyt sout en sy noch een smaket van dy loghe. Ende dan suldi hebben weel gescumt honich, of suker gheclarificiert, di suldi heeten myet sieden, geghoten yn een schoen werglaesde teeste, ende doet daer yn we geweechte zinziber ende latent tsamen so couden. Ende doent dan yn dy vaten dy ghy wylt.

Sommighe seggen dat dy wortelen van onser vrouuen zegel dynt yn dyt syrop van dy grone gengeber, ende dat hy dy syrope gheuet oer verue ende oeck hoer smaeke.

Aldus bereitmen dy woertelen worgeseit van onser wrouuen seghel, dat is satirion of yrogi. Men maectse scoen myt een messe gelick men doet dy petercely woertelen, ende ock soe snyetmense aen stucken, ende men sydet dy stucken dat sy weyte worden ende dan doetmen dat harde wt oft holt waer; dat men yn dy wortelen wynde als sy gesoden syn ende dat daer weeke is, dat wrieftmen cleyn ende menget myt dy syroep van dy grone gingeber.

639. Om gesulte noten thoe maken.

Item inden iaer als dy vruchte vrou tho commen, so salmen dy noten af breken achte daghe voer translacionis maertinj. (2) Ende als dy tijt ende vruchte laet commen, so salmen dy noten af breken .viij. daghe nae (fol. 47v) translacionis maertini. Ende men salse nyt scellen of wt dy boelster doen, mer alsoe als sy ghewassen syn salmense laten. Ende elken noet salmen thoe waers ende thoe langhes doer boren cruyswijs myt enen wapen prime. Ende dy noten darmen resistencij yn vynt yn dat doerboren, ouermits dat sy bynnen hart wan hout syn, dy en doghen hijr thoe, die werpt van dy. Ende die men lichtelick doerbort dy syn goet. Ende als dy noten doergeboert syn, so salmense leggen yn water .iij. weeken lanck. Ende alle auent dat water weruarschen, dat dy bitterheit wt dy noten trecket bynnen dy .iij. weeken. Tenden dese .iij. weken salmen die noten in schoen water doen yn een schoen metalen ketel of coperen, ende daer yn syden also langh dat dy walme dry of .iiij. mael daer ouer loept. Dan nemtse wt ende latse wintdroghe woerden. Ende dan soe salmen dy gaten van dy noten vool steken van puluer van zinziber ende caneel puluer. Dan salstu hebben gescumden honich, ende dat salmen syden yn een schone metale ketel of panne of copere, ende dy noten daer yn gedaen, ende sydense ter tijt thoe, dat sy weeck gnoch syn. Dan so cruytmense myt zinziber, knel, nagelen, greyn, folien, etc. Ende dan gietmen thant wtten metael vate yn eyn werglaesde teste, ende latet staen of men slaetse in commekyns. Ende alst langhe staet, so plach dij honich weel waterachtich bouen te warden ende dunne. Dat betertmen aldus dat het net meer eyn gesciet. Men nemt dy honich wt, ende dat honich ghietmen yn enen schonen metalen ketel, ende menghen daer yn wat terwen blommen of meel vander blancsten, dat het wael ghemenghet sy, ende dan so laet se syden tot dat dy wochticheit versoden is, ende tot dathet tho pas dick ys. After dy tijt so salt nyt meer waterachtich worden bouen ende sal altijt yn eyn busse dicke bliuen. Item tot .c. noeten salstu hebben .iij. menghelen honichs.

640. Kerssen kruyt thoe maken.

Nemt witten honich weel ghescumet, ende nemt kersen, dy steen ende steel af gedaen, ende wryft sy wel, dat dy substanci van dy kersen wordet als water. Dan settet dy gescumde honich opt fuer, ende doet dy substanci van dy kersen daer yn, ende latet soe tsamen syden, dathet so dicke woerde datmen sniden mach myt een messe, ende datmen in dosen halden mach. Tot .xij. pont kerssen .j. mengelen honichs ende sydet dat omtrent .j. pint.

Aldus machmen mede maken wyn kruyt van druuen, ende doen dy steengens eerst wt, of van prumen, of moerbeyen. Dat kruyt dat men daer in doet sal cleyn gestoten ende gesift syn, als caneel, ende gyngeber.

638. Hoe te maken groene gember of Zingiber officinalis.

Recept: van het snoeisel als men de wijngaard snoeit en maak daarvan as en van de as een loog aldus. Recept: warm water dat niet kookt en werp daarin de voor vermelde as, zeer goed roeren zodat het loog wordt en laat het dan klaren. In deze heldere loog doe hierin gember of Zingiber officinalis zodat het weken kan. Maar eerst zal men ze schillen en men weekt het binnen 2 weken. Men zal weten dat men daar alle avond verse loog opgieten zal; maar eer men de oude afgiet zo zal men de gember goed wrijven en wassen tussen de met de loog die daar de hele dag gestaan heeft en dan zal men het afgieten en andere weer opgieten. En hier moet men eerst wel loog van maken. En als het genoeg geweekt is zo nat de gember en was het goed in wijn of rozenwater zodat het is nog smaakt naar de loog. En dan zal ge hebben goed geschuimde honing of suiker gezuiverd, die zal ge verwarmen met koken en giet het op een schone verglaasde pot en doe daarin de goed geweekte gember en laat het tezamen zo koelen. En doe het dan in de vaten die ge wil.

Sommige zeggen dat de wortels van harlekijnsorchis of Orchis morio verdunt in deze siroop van de groene gember en dat het de siroop zijn kleur geeft en ook haar smaak. Aldus bereidt men de wortels voorgezegd van harlekijnsorchis, dat is satirion of yrogi (1). Men maakt het schoon met een mes gelijk men doet de peterseliewortels en ook zo snijdt men het in stukken en men kookt die stukken zodat ze wit worden en dan doet men dat eruit alsof het hout is; dat men in de wortels vindt als ze gekookt zijn en dat er week is, dat wrijft men klein en mengt het met de siroop van de groene gember.

639. Om ingelegde noten hoe te maken.

Item; in het jaar als de vruchten vroeg toekomen, dan zal men de noten afbreken acht dagen voor de overbrenging van de relikwieën van Martinus, (2). En als de tijd en de vruchten laat komen, dan zal men de noten afbreken 8 dagen na [fol. 47v) de overbrenging van Martinus. En men zal ze niet schillen of uit de schaal doen, maar alzo zoals ze gewassen zijn zal men ze laten. En elke noot zal men in de lengte en breedte kruisvormig doorboren met een wapen priem. En de noten daar men achterblijfsels in vindt in dat doorboren, vanwege dat ze binnen hard van hout zijn, die deugen hiertoe niet die werp je weg. En die men gemakkelijk doorboort die zijn goed. En als de noten doorboord zijn dan zal men ze leggen in water 3 weken lang. En elke avond dat water verversen zodat de bitterheid uit de noten trekt binnen die 3 weken. Op het eind van deze 3 weken zal men die noten in schoon water doen in een schone metalen ketel of van koper en daarin koken alzo lang totdat de walm er 3 of 4 maal daarover loopt. Dan neem ze uit en laat ze winddroog worden. En dan zo zal men de gaten van de noten vol steken met poeder van gember of Zinzigiber officinalis en kaneel poeder van Cinnamomum verum. Dan zal u hebben geschuimde honing en dat zal men koken in een schone metalen ketel of pan of van koper en de noten daarin gedaan en kook ze tot de tijd toe dat ze week genoeg zijn. Dan zo bestrooit men ze met gember, kaneel, kruidnagel of Syzygium aromaticum, kardamom of Elettaria cardamomum, foelie van Myristica fragrans, etc. En dan giet men dadelijk uit het metalen vat in een verglaasde pot en laat het staan of men doet het in kommetjes. En als het lang staat dan plag de honing boven wel waterachtig te worden en dun. Dat verbetert men aldus dat het niet meer geschiedt. Men neemt de honing eruit en die honing giet men in een schone metalen ketel en meng daarin wat tarwebloem of de blankste meel, zodat het goed gemengd is en dan zo laat het koken zodat de vochtigheid verkookt is en totdat het te pas dik is. Na die tijd zo zal het niet meer waterachtig worden boven en zal altijd in een bus dik blijven. Item; tot 100 noten zal u hebben 4 menghelen (zie 539) honing.

640. Kersenjam van Prunus cerasus, hoe te maken.

Neem witte honing goed geschuimd en neem kersen, de steen en steel er af gedaan, en wrijf ze goed zodat de substantie van kersen wordt als water. Dan zet de geschuimde honing op het vuur en doe de substantie van de kersen daarin en laat het zo tezamen koken zodat het zo dik wordt dat men het snijden mag met een mes en dat men in dozen houden mag. Tot 12 pond kerssen 1 menghelen (zie 539) honing en kook dat omtrent 1 pint.

Aldus kan men mede maken wijnjam van druiven en doe de steentjes eerst uit, of van pruimen, of moerbeien. De kruiden die men daar in doet zullen klein gestoten en gezeefd zijn zoal kaneel en gember.

(1) satyrion is een Orchis soort, maar naar het recept en de vermelding yrogi zal wel kruisdistel bedoeld zijn, Eryngium campestre.

(2) het feest van de H. Martinus op 11 november.

(fol. 48r) 641. Om eyn dy verbrant ys.

Recipe noten boelsteren ende dystilirt dar water af, dat water legghet op luden dy verbrant syn van water of wan vyer, ende legghet dar op myt een dubbelen doecke ende myt koels bladeren.

642. Thoe maken spys poer dy goet ys.

Recipe eyn half pont floers ende droechse, ende stoet sy kleyn. Ende .vj. loet nagel cleyn gestoten, ende eyn half loet seffrans weel gedrughet, ende cleyn gestoten, ende altgader tsamen gemenghet.

643. Aliud.

Recipe .iiij. loet genfers ende .iij. loet greyns, ende .iij. loet floers, ende .ij. colianders.

644. Aliud.

Recipe .vj. loet colianders ghepreparirt in edych, ende .j. loet floers, .j. loet bakelers, ende .iiij. loet greyns, ende .vj. loet gynfers, .i. s. wirendeel sefferans.

645. Goet krame (1) cruit thoe maken.

Recipe .viij. loet comyn, .s. loet kneel, .j. loet muscaet, eyn half vyrendeel loets seffrans.

646. Item thoe maken borst cruyt.

Recipe .iij. loet lackrys, .ij. loet annys, .j. loet comyn, .s. loet vennecoels saet, .s. hoef comyn, .s. werendeel loets greyn.

647. Dese cruden doetmen yn peperkock.

Toet eyn scheepeel nemt .xij. loet cruyts, als peper, gerpeloer ende zinziber greyn, ende .x. loet floers, .ij. loet bakelers.

648. Worm cruyt thoe maken dat goet ys.

Recipe perseken bladeren ende alsen bladeren weel gedroghet yn eeyn ouen, ende tpuluer gemact ende ghemenghet myt hoelworteel ende wat loec (3), dyt tsamen gemenghet. Item alle bitteren cruden doden dy wormen.

649. Om queden cruyt thoe maken.

Men sal nemen queden appelen ende scillense, ende doen dan dy kerlen wt ende syense yn wyn, tot datmense doer slaen mach, ende alsy doer geslaghen syn, so salmen dar thoe nemen (fol. 48v) alsoe woel goeden gescumden honichs van elx al euen woel, ende dat salmen syden tot dathet seer dicke is, ende pruuet op eyn sausicken. Ende als becant dick genoch is, soe salmen dar krut yn doen. Ist datmen gekrudet wil hebben, ende syden dan tot dat het dick genoch ys. Ende thoe wyl dat het heet ys salment yn dy dosen doen. Mer erst salmen dy dose myt poer stroyen woert aen cleuen. Ende sommighen doen daer myn honichs yn dat wirendeel, ende nemen dan daer suker woer. Ende sommighe andere nemen al heel suker woer dy honich.

Dyt cruyt salmen daer yn doen. Neemt caneel, naghelen, van elx <.i.> wirendeel, ende van gengeber, langhe peper, foelge, elx van dese .j. loet.

Men mach ock maken als datmen dy queden sidet yn azin van wyn ende nyt yn wyn, ende dan maeckt een gode appetijt. Ende yst dattet thoe suet is, of dat ghy den honich sparen wilt, dy sal nemen witte terwen broet, ende bernent als men doet in zwaerte peper tot spise, ende weikent ende slaent doer, ende namen van dit dan half, tot den honich, ende dit machmen oeck in compost doen ende in allen dinghen daer euen weel honichs in behoeft, mar ommer nyt thoe feel van dat broet.

Alsmen kruet mact van queden, soe machmen maken oeck kruet van allen vruchten als appelen, prumen, kerssen, persiken, of ander aeft, ende dy wyl dy machse yrst in water syden, ende nyt yn wyn of azyn.

650. Compost thoe maken als dy wan brugh doen.

Recipe .xij. stop honichs, .xij. stop biers, of cleyn wyn, ende .xij. pont cleyn rogghen blommen, ende .iiij. stop mosterdt, zinziber, nagel, ana .s lb. , ende .v. pont compost poeder quod sic fit: Recipe semen anisi .lb. ij., semen carui, coriandri, ana lb. .j. Recipe puluis: woer fruet machmen nemen peren van wynter oeft, of onripe noten, of woertelen als corotuli, radijs of daucus. Sommighe doen dar oeck yn peper saet of waet pepers.

[fol. 48r] 641. Om een die verbrand is.

Recept: notenschalen van Juglans regia en distilleer dat het water van, dat water leg op lieden die verbrand zijn van water of van vuur(206), en leg het daarop met een dubbele doek en met koolbladeren.

642. Hoe te maken spijs poeder die goed is.

Recept: een half pond saffloer of Carthamus tinctorius en droog het en stamp het klein. En 6 lood kruidnagel of Syzygium aromaticum klein gestampt en een half lood saffraan of Crocus sativus goed gedroogd en klein gestampt en alles tezamen gemengd.

643. Anders.

Recept: 4 lood gember of Zingiber officinalis en 3 lood kardemom of Elettaria cardamomum en 3 lood saffloer of Carthamus tinctorius en 2 koriander of Coriandrum sativum.

644. Anders.

Recept: 6 lood koriander of Coriandrum sativum geprepareerd in azijn en 1 lood saffloer of Carthamus tinctorius en 1 lood bes van laurier of Laurus nobilis en 4 lood kardamom of Elettaria cardamomum en 6 lood gember van Zingiber officinalis , 1 drachme vierendeel saffraan of Crocus sativus.

645. Goed kraam kruid hoe te maken.

Recept: 8 lood komijn of Cuminum cyminum, half loof kaneel of Cinnamomum verum, 1 lood muskaat of Myristica fragrans, een half vierendeel lood saffraan of Crocus sativus.

646. Item hoe te maken borstkruid.

Recept: 3 lood zoethout of Glycyrrhiza glabra, 2 lood anijs of Pimpinella anisum, 1 lood komijn of Cuminum cyminum, halve lood venkel of Foeniculum vulgare zaad, half komijn of Cuminum cyminum, half vierendeel lood kardamom of Elettaria cardamomum.

647. Deze kruiden doet men in peperkoek.

Tot een schepel (2) neem 12 lood kruid zoals als peper of Piper nigrum, gerpeloer (?) en gember of Zingiber officinalis korrels en 210 lood saffloer of Carthamus tinctorius en 2 lood bes van laurier of Laurus nobilis.

648. Wormkruid hoe te maken dat goed is.

Recept: perzik of Prunus persica bladeren en alsem of Artemisia absinthium bladeren, goed gedroogd in een oven en het poeder gemaakt en gemengd met holwortel of Corydalis cava en wat knoflook of Allium sativum , dit tezamen gemengd. Item alle bittere kruiden doden de wormen.

649. Om gelei van kweeappels of Cydonia oblonga hoe te maken.

Men zal nemen kweeappels van Cydonia oblonga en schil ze en doe dan de pitten eruit en kook ze in wijnt otdat men ze kan doorslaan en als ze doorgelsagen zijn dan zal men daartoe nemen [fol. 48v] alzo veel goed geschuimde honing, van elk al even veel, en dat zal men koken totdat het zeer dik is en beproef het op een kleine kom. En als bijna dik genoeg is dan zal men daar kruid in doen. Is het dat men het gekruid wil hebben en koken dan totdat het dik genoeg is. En de tijd dat het heet is zal men het in bussen doen. Maar eerst zal men die bussen met poeder bestrooien voor het aankleven. En sommige doen daar minder honing in, dat vierendeel, en nemen dan daar suiker voor. En sommige andere nemen al heel suiker voor de honing.

Dit kruid zal men daarin doen. Neem kaneel van Cinnamomum verum, kruidnagel of Syzygium aromaticum, van elk 1 vierendeel, en van gember of Zingiber officinalis, lange peper of Piper nigrum, foelie van Myristica fragrans, elk van deze 1 lood. Men mag ook maken zoals dat men de kweeappels kookt in azijn van wijn en niet in wijn en dat maakt een goede appetijt. En is het dat het te zoet is of dat ge de honing sparen wil, die zal nemen wit tarwebrood en branden het zoals men doet in zwarte peper of Piper nigrum tot spijs en week het en sla het door en neem van dit dan de half, tot de honing, en dit kan men ook doen in confituurtaart en in alle dingen daar even veel honing in behoeft, maar om niet te veel van dat brood.

Als men gelei makt van kweeappels dan kan men ook gelei van alle vruchten zoals appels, pruimen, kersen, perziken of ander ooft, en die wil die mag het eerst in water koken en niet in wijn of azijn.

650. Confituurtaart hoe te maken zoals die van Brugge doen.

Recept:12 stoop honing, 12 stoop bier of lichte wijn en 12 pond fijne roggebloem en 4 stoop mosterd van Brassica nigra, gember of Zingiber officinalis, kruidnagel of Syzygium aromaticum, gelijk half pond en 5 pond confituurtaart poeder op deze wijze gemaakt: Recept: zaad van anijs of Pimpinella anisum 2 pond, zaad van karwij of Carum carvi, koriander of Coriandrum sativum gelijk 1 pond. Recept: poeder: voor fruit kan men nemen peren van winter ooft, of onrijpe noten of wortels zoals peen of Daucus carota, radijs of Raphanus sativus en peen of Daucus sativus. Sommige doen daar ook in peper of Piper nigrum zaad of wat peper.

(1) krame is hier wel bevalling: poeder dat de bevalling bevordert.

(2) naam van een maat voor droge waren, zoveel als men met een schop in eenmaal kan scheppen.

(3) loec: lezing onzeker.

651. Grone gingeber of calamis tmaken.

Recipe zinziber dy noch groen ys machmense crighen. Ende machmense nyt krigen, soe salmen nemen grote schonen (fol. 49r) klauen van wytten zinziber dy cort ende nyt hart en ys, ende scillense, ende dan salmense prickolen al hoer lyef doer myt eyn scarp gheort messe, ende dan salmense siden yn water, tot dat het water doer oer lieff gelopen is ende beginnen tweken. Ende dan salmense wtdoen, ende leggense op eyn taffel ende parsen dat water wt, ende leggense the weyke .ij. daghe in honich myt water op gesoden ende gescumet, ende sydense dan goelick, tot dat dy honich doer hoer lief lopet ende dicket, ende doent dan yn eyn verglaesde wate, ende settet en wech(211), ende lecket ende brasset fyn deraf.

Ende ysset dat dy zinziber nyt weke g<e>noch wyl werden, so salmen aldus doen. Men salder op ghiten regen water ende setten sy .viij. dage yn dy zonne, ende dan salmen eyn put maken yn eyn kelre, yn dy eerde, of in ander wuchtighe stede ende doen daer wochtich sand yn, ende leggen daer dy clawen yn, dat sy malkander nyt een raken, ende ghieten dar op van .iiij. dagen tot .4. daghen schonen water, tot dat sy zwellen ende weeck werden, ende syden sy dan als vorscreuen staet.

Men macht oeck dy zinziber weeke yn dloge van calck of van wede assche, ende dan versutetse men weder myt water tot dathet bitter wt ys, ende dan siet men sy weder yn wyn alst vorscreuen staet, mer het ys dat beeste nyet.

Item. Sommighe nemen voer dy zinziber dy woertelen van onser wrouuen zeghel of half ginber, ende half van dy woertelen, ende dan doen sy zinziber puer in dy syroep eer sise siden.

Item dy woertelen van onser wrouuen seghel of van satirion of van yringi, is goet yn dy lenden ende maghe, beide twerwermen ende dy wortelen sultmen aldus. Nemt dy wyt syn grof ende weke ende sultsy ende dydet sy wat, ende snydet sy aen stucken, also groet als eyn dumme, ende doter wt dy hout aderen, ende steket sy weder yn dy stede, geweeckte zinziber ende tot .j. lb; tot desen salmen nemen .iij. honichs ende .j.lb. sukers, ende doent der cruyt yn als vorscreuen is vander quede cruyt tmaken, ende sident als vorscreuen is van dy syroep van grone zinziber tmaken.

Item. Sommighen doen hyr yn dat wyrendeel wan woertelen van pinsterblommen, lies dat accorus hetet. Ende dan ist oeck guet int hoeft woer reuma ende in dy zenen.

652. Qveden thoe sulten.

Recipe queden appelen ende sciltse ende bereitse als vorscreuen is, ende dan sulse als wan dy zinziber staet myt honich, zukar ende kruyt. Ende peren machmen dus mede maken.

(fol. 49v) 653. Scillen van aranien appelen thoe sulten.

Men sal nemen dy scillen ende makense schoen ende sultense .ix. daghe in claer loghe, of siense wel op yn die eerste zeep sieders loghe, ende dan versuten myt schoen water, tot dat sy soete syn, ende dan salmen dat water wt parsen, et facere vt prescriptum est de zinzibere.

654. Diamoron tmaken, ende is goet sceigen quade kelen.

Nemt ripe morbeyen dy suet syn, ende druct dat sap dar wt, ende van dese sappe nemet s. lb. .j. ende <lb > .j. honicks ende siedet tot dattet alsoe dick wort als honick, ende houtet in een verglaesde vate; sommigen doen dat derdendeel sukers mitten honich.

Aldus machmen maken van sap van granaten appelen, van saep van brambesen, of sumac of van rode aelbessen, of van sap van aranien appelen of que appellen, of van dier gelick, als van diamoron geseit is.

655. Om dalen of zinziber thoe sulten, ende men salse eten nae den eyten om veel twerdwen.

Recipe dalen ende machse schoen, ende snytse aen sticken tot .xxxvj. dalen thoe. Ende noten mischaten .ij. loet, gengeber ghepurt .v. loet, naghelen gesneden .iij. loet. Noch zinziber aen stucken gesneden ende schoen ghemact .vij. loet, ende van dy witste zuker .vj. loet. Erst salmen nemen dy suker, ende alsoe voel waters ende sident tot dathet dicket, ende don daer dan alle dingh yn al rorende, ende sidet hent dat het dick genoch is.

651. Groene gember of suikerachtig te maken.

Recept: gember of Zingiber officinalis die nog groen is kan men het krijgen. En kan men het niet krijgen zo zal men nemen grote schone [fol. 49r] wortels van witte gember of Zingiber officinalis die kot en niet hard is en schil ze en dan zal men ze hun hele lijf doorsteken met een scherp geslepen mes en dan zal men ze koken in water totdat het water daardoor gelopen is en beginnen te weken. En dan zal men ze eruit doen en leg ze op een tafel en pers dat water eruit en leg ze te weken 2 dagen in honing met water opgekookt en geschuimd (210), en kook ze dan goed totdat de honing door hun lijf loopt en verdikt en doe het dan in een verglaasd vat en zet het weg, en laat het uitlopen en trek het fijne eraf.

En is het dat de gember niet week genoeg wil worden, dan zal men aldus doen. Men zal er opgieten regenwater en zet het 7 dagen in de zon en dan zal men een put maken in een kelder, in de aarde of in andere vochtige plaats en doen daar vochtig zand in en leg daar de wortels in zodat ze elkaar niet raken en giet daarop van 4 dagen tot 4. dagen schoon water totdat ze zwellen en week worden en kook het dan zoals voor geschreven staat.

Men mag ook de gember weken in loog van kalk of van as van wijngaardranken en dan verzoet men het weer met water totdat het bittere eruit is en dan kookt men het weer in wijn zoals het voor beschreven staat, maar het is het beste niet.

Item; Sommige nemen voor de gember de wortels van onze harlekijnsorchis of Orchis morio satirion (of beter van kruisdistel of Eryngium campestre), of half gember en half van de wortels en dan doen ze gember puur in de siroop eer ze het koken.

Item; de wortels van harlekijnsorchis of van satirion of van yringi of Eryngium campestre is goed in uw lenden en maag, beide te verwarmen en die wortels zal men aldus maken. Neem die wit zijn, grof en week zijn en konfijt ze wat en snij ze in stukken alzo groot als een duim en doe er toe houtvezels en steek ze weer in die plaats, geweekte gember tot 1 pond, hierbij zal men nemen 3 pond honing en 1 pond suiker en doe er kruid in zoals voor geschreven is van de gelei van kweeappels te maken en kook het als voor geschreven is van de siroop van groene gember te maken.

Item. Sommige doen hierin het vierendeel van de wortels van pinksterbloem of Cardamine pratensis, lis dat Acorus calamus heet. En dan is het ook goed in het hoofd voor reuma en uw zenuwen.

652. Kweeappels hoe te konfijten.

Recept: kweeappels van Cydonia oblonga en schil ze en bereidt ze zoals voorgeschreven is en dan konfijt ze zoals van de gember of Zingiber officinalis staat met honing, suiker en kruiden. En peren mag men aldus mede maken.

[fol. 49v) 653. Schillen van sinaasappels of Citrus sinensis hoe te konfijten.

Men zal nemen de schillen en maak ze schoon en konfijt ze 9 dagen in heldere loog of koken ze goed op in de eerste zeep kokers loog en dan verzoeten met schoon water totdat ze zoet zijn en dan zal men dat water uitpersen en dat zoals boven beschreven staat bij de gember of Zingiber officinalis.

654. Sap van moerbei of Morus nigra te maken en het is goed tegen kwade kelen.

Neem rijpe moerbeien die zoet zijn en druk het sap eruit en neem van dit sap half pond en een pond honing en kook het totdat alzo dik wordt als honing en houdt het in een verglaasd vat; sommigen doen dat derdendeel suiker met de honing.

Aldus mag men maken van sap van granaatappels of Punica granatum, van sap van braam of Rubus fruticosus of sumak of Rhus coriaria of van rode aalbessen, (Ribes rubrum) of van sap van sinaasappels of Citrus sinensis of kweeappels of Cydonia oblonga of van dergelijke zoals als van sap van moerbei gezegd is.

655. Om dadels of Phoenix dactylifera of gember of Zingiber officinalis hoe te konfijten en men zal ze eten na het eten om veel te verteren.

Recept: dadels of Phoenix dactylifera en maak ze schoon en snij ze in stukken tot 36 dadels toe. En noten nootmuskaat van Myristica fragrans 2 lood en gember of Zinzigiber officinalis gebroken (?) 5 lood, kruidnagel of Syzygium aromaticum gesneden 3 lood. Nog gember aan stukken gesneden en schoon gemaakt 7 lood en van het witste suiker 6 lood. Eerst zal men nemen de suiker en alzo veel water en kook het totdat het dik wordt en doe dan daar alle alle andere dingen al roerende in en kook het totdat het dik genoeg is.

656. Mel rosaris tmaken.

Men sal nemen tot .j. witte schone honick wel gescumet .j. s bladeren van rode rosen, daer al dat groen af ys, ende sident myt water een pint tot dathet water wersoden is, ende cleinsent ende settent in eyn schoen verglaesde wat wel gestopt yn eyn duster stede.

Men macht oeck maken sonder fuer, ende setten dy rosen ende latent staen koken also. Ende sommighe nemen dan sap van dy rosen, ende alsoe woel honick ende menghen dat, ende settent yn eyn wat als vorscreuen is.

Alsoe als men van dy rosen doet, soe machmen doen van violen blommen, ende bernaerts blommen, of van rosemarins blommen.

657. Svker rosaris tmaken.

Men sal nemen rosen (fol. 50r) dy nyet al riep en syn, het sy wytten of roden, ende leghen dy bladeren op eyn tafel, dat dy wuchti[c]heit wat wergae, ende dan salmense stoten yn een wisel wel tho nyt, ende don daer thoe .iij. werf meer witte sukers, ende doent yn een wat, ende stoppent dichte toe ende setten yn dy sonne als van meel rosaris, ende rorent alle daghe eens alls mel rosarum ende settent dan een wech, soe ys volmact.

Aldus machmen oec van violen blommen maken met suker, vt supra, of met bernaes blommen, of van rosemarins blommen.

658. Thoe maken suker erriten of coriander confect.

Men sal nemen groue suker, ende sidense totdat sy dick wort ende taey, ende doen daer yn coriander bereit. Dan salmen hebben een beecken daer poer wijtten suker yn ys, ende nemt <dan> coriander dy irste gesoden suker, ende doense yn dat becken ende scudden dat beecken tot dat sy gemact syn.

Aldus machmen maken van annys of commyn bereit, of van stucken van kaneel, van zinziber of nagelen, of greyn, of deer gelick als ghy wylt als van coriander staet.

659. Coriander tho bereiden of comijn.

Men leet dat saet dry daghen yn wyn asyn, ende dan doetmen dar wt ende draechtet yn dy sonne of op dat fuer. Meer latet nyt baernen. Ende dus hort twesen yn suker erten alle dingh.

660. Om ruysen (1) tmaken.

Recipe groue suker ende sidethem myt water tot dat sy dicke wort als que cruyt, ende doen daer yn poder, ende ghitent op een beecken ende snijdet aen stucken. Meen maeght ock gieten in wormen, ende maken daer af watmen wil.

Mede machmen dy rose werue[n] myt wat werue datmen wil. Tot roet salmen nemen torensoel, ende men doet eerst yn water daer meen dy sucker mede siedet. Tot gheel salmen nemen sefferaen. Tot blau salmen nemen lasuer. Tot groen sefferaen ende asch van lazuer tmaken.

Dye rusen wil in formen ghieten sal laten maken formen van loet, als van koten, hiltekens, peren, prumen, kersen of deer ghelike, ende daer yn dan ghieten.

656. Rozenhoning te maken.

Men zal nemen tot 1 pond witte schone(216) honing goed geschuimd halve pond bloembladeren van rode rozen daar al dat groene van af is en kook het met een pint water totdat het water verkookt is en wring het en zet in een schone verglaasde wat goed dicht gemaakt op een donkere plaats.

Men kan het ook maken zonder vuur en zet de rozen en laat het staan koken alzo. En sommige nemen dan sap van de rozen en alzo veel honing en mengen dat en zetten het in een vat zoals voor geschreven is.

Alzo als men van de rozen doet zo kan men doen van viool of Viola odorata bloemen en ossentong of Anchusa officinalis bloemen of van rozemarijn of Rosmarinus officinalis bloemen.

657. Rozensuiker te maken.

Men zal nemen rozen [fol. 50r] die niet al te rijp zijn, hetzij witte of rode en leg die bladeren op een tafel zodat de vochtigheid wat vergaat en dan zal men ze stampen in een vijzel goed stuk en doe daartoe 3 maal meer witte suiker en doe he tin een vat en stop het goed dicht en zet het in de zon zoals van rozenhoning en roer het alle dagen eens zoals rozenhoning en zet het dan weg, dan is het volmaakt.

Aldus mag men ook van viool of Viola odorata bloemen maken met suiker, zoals hierboven, of met ossentong of Anchusa officinalis bloemen of van rozemarijn of Rosmarinus officinalis bloemen.

658. Hoe te maken suiker erwten of koriander kandij.

Men zal nemen grove suiker en kook het totdat het dik wordt en taai en doe daarin bereide koriander of Coriandrum sativum. Dan zal men hebben een bekken daar puur witte suiker in is en neem dan koriander en de eerste gekookte suiker en doe het in die bekken en schud de bekken datdat het gemaakt is.

Aldus mag men maken van anijs of Pimpinella anisum of komijn of bereide Cuminum cyminum of van stukken van kaneel of Cinnamomum verum, van gember of Zinzigiber officinalis of kruidnagel of Syzygium aromaticum of kardamom of Elettaria cardamomum of diergelijke zoals ge wil als van koriander staat.

659. Koriander of Coriandrum sativum hoe te bereiden of komijn of Cuminum cyminum.

Men legt dat zaad drie dagen in wijnazijn en dan doet men het eruit en zet het in de zon of op het vuur. Maar laat het niet branden. En aldus hoort te wezen in suikererwten alle dingen.

660. Om suikergebak te maken.

Recept: grove suiker en kook het met water totdat het dik wordt zoals gelei van kweeappels en doe daarin poeder en giet het op een bekken en snij het in stukken. Men mag het ook gieten in vormen en maken daarvan wat men wil.

Mede mag men de rozen verven met welke kleur dat men wil. Tot rood zal men nemen tournesol of Crozophora tinctoria en men doet het eerst in water waar men de suiker mee kookt. Tot geel zal men nemen saffraan of Crocus sativus. Tot blauw zal men nemen lazuur. Tot groen saffraan of Crocus sativus en as van lazuur te maken.

Die suikergebak in vormen wil gieten zal laten maken vormen van lood, als van koten (2), heften, peren, pruimen, kersen of diergelijke en daarin dan gieten.

(1) Het woord dat in ditzelfde recept op drie verschillende manieren gespeld wordt als ruysen, rosen en rusen is blijkbaar suikergoed, bereid uit gekookte en ingedikte suiker. Het woord is mij niet van elders bekend.

(2) bikkels.

661. Borst kruyt tmaken.

Nemt zuet hout ende anys ende macket daer poder of, ende sietet yn wel waters tot dathet dick wort als quede cruyt. Ende dan nemet wt ende macter groue langhe pillen af, ende doet daer cruyt (fol. 50v) yn dat ghi wilt.

Op dy borst thoe besighen, so salmen dar yn doen alleen wytten gingeber ghepudert een loet op .s. pont deges ende anders nyet. Meer dyt tho dege soude make[n], soude nemen slecht sut hout, ende poderen dat ende sydent in weel waters op dy .ij. deel, ende dan sighen doer eyn doecke dy dicht is, ende van dyt nat sout men sieden tot dat het dick wort als vorscreuen staet, ende doen dan dat crut yn ende makent dan aen pillen.

662. Om compost tmaken alsmen in flanderen doet.

Recipe .xij. stop goden honich ende .xij. stop biers, ende .xij. stop rogghen blommen, ende sident dit dattet begint tdicken ende doen daer yn .iiij. stop mostert, ende .v. compost poeder, diemen aldus mact. Recipe anijs .ij. lb, vennecoel saet, hoef commyn saet, ende coriander, van elx eyn , ende maect daer poder af, ende doter dan freut yn weel bereyt, ende sydent tot dathet dick genoch is. Sommigen doen daer oeck pepersaet yn al heel ende peper.

Dit freut salmen aldus bereiden. Men sal nemen carotel woertelen of radijs woertelen ende sidense erst op myt honich ende water, tot dat het water versoden is, ende dan salmense laten staen tot dat dy honich doer hoer lyef gethogen is, ende ist dat sy noch wateren bouen of scimmelen, so sal mense weder sieden want dy waterachticheit eyn wech is. So laetse in dy compost worst sien als vorscreuen is.

663. Aliud.

Nemt quede appelen ende peren ende bereidese als vorscreuen (2) staet vant quede cruyt. Ende neemt guden honich ende sietse dar mede, ende bereetse als hyr voer staet van die compost, ende desen siet alleyn met guden honich, ende sommighen nemen .ij. wiren deel sukers, sommighen bier of blommen van roggen meel of mostert ende doen dar kruyt yn als vorscreuen staet van queden cruyt. Ende anders een doen sy daer nyt yn, then wer dat sise gheweruet wolden hebben, so doen sy daer wat corotelen woertelen yn.

664. Claereit tmaken.

Recipe .s. lb. cannel, .j. wirendeel loot zinziber, .s. wirendeel lb. groffels nagel, .j. stuck galigan, .s.d. greyn de paradijs, en wenich sefferans, muschaten blommen, .s. wirdel loots yris, .s. wirendel lots zuker, .ij. dit stot alt samen ende doet yn eyn clareitsack, ende lecket .ij. of .iij. quaerte wyns doer.

665. Aliud.

Recipe tot een tonne wyns, zinziber, gariofilis, galaga, piper, ana .j. lb. ende .j. mengelen honichs, ende lecket doer eyn sack als soe als ghewonlic is, ende men moet hem wer<s>che drincken.

666. Gebrande wyn te maken.

Nemt .j. pot (fol. 51r) van xiij. quarten ende doeter yn .x. quarten wyns of dy moder van wyn, ende make si dunne myt schoen water of myt homborgh byr, ende dat alsoe <dic> wort als kern melck, ende settet op fuer, ende roret alsoe lange tot dattet begint the syden. Dan nemt den helm ende setten op den pot, ende doet dichte toe datter ghen locht wt en ghae myt wyt vanden eye ende crijt of weyte meele ende water. Ende maket daer doeken yn naet, ende slaet bneden om den helm, ende maket hem vaste op den pot, ende dy pipe sal doer een tonne waters gaen.

Ende als ghy den wyn pruuen wylt, so maket daer een lynnen doeke yn nat, ende barnt dy doeck so ys hy goet.

Ende als ghy den helm of doet, soe pruuet dat inden pot is. Ist suer, soe duet wt, ende doe daer weder nye yn als vorscreuen ys. Ende wildi hem seer guet hebben, dat hy seer dienen sal tot veel syeckheiden, soe suldi nemen .x. quarten vanden wyn dy ghy ghebrant hebt, ende maken den pot schoen, ende doen den branden wyn dar yn, ende nemen eyn hantvol gorsbeyn of dameren ende .iiij. lb, muscaten cleyn gestoten, ende .ij. hant fol salien bladeren gedrughet ende muschaten, naghelen .j. lb.. Ende dese alte gader yn en bultgen of in eyn doeke gebonden ende inden pot gedaen ende myt ghedistilirt. Ende hoe ghyt dücker distillirt, hoe dy wyn sterker wort.

667. Een ander manyr om brande wyn tmaken.

Aqua vite dat is lewende water of water des leuens. Men maket aldus. nemt eyn pot dy bouen enghe is ende beneden wyt, ende doethem vol vanden beesten wyn den ghy krigen cont. Ende set op den pot den helm, dattet wel slutet op den pot, dan lemet tgader met blommen getemperret mytten wytten vanden eye, ende myt eyn lynnen cleet, daer nae settet opt fuer, ende doet siden altoes, ende ontfanct dat daer wt comt. Ende alst lange gesoden heeft, soe suldi hem pruuen, oft het water bernen wyl of nyt want naemt ghy langer, het solt al dat ander oneren. Aldus pruftmen: meen steecket yn enen lynen doeke, ende dat steket men dan aen eeyn bernende kers, ende wachtet weel van den roke. Ende dar nae werpet wt dat inden pot ys gebleuen, ende suuerten, ende dan doter dyt water weder ijn, ende settet den alembic weder op den pot. Ende dair settet den pot daer weder opt fuer ende distilirt anderwerf ende onfanct als vorscreuen is yn eyn schoen vate. Aldus sul dy hem distiliren .iiij. of .v. mael ende doet dan (fol. 51v) yn een suuer vatken. Item distillirt toermentille, pimpenelle, diptannus, scabiosa, elx sonderlinge ende dan vergadert vanden water elx euen vo<e>l ende drincket. Dat ist beest inden scriften ende tegens fenyn.

661. Borst kruid te maken.

Neem zoethout of Glycyrrhiza glabra en anijs of Pimpinella anisum en maak daar poeder van en kook het in veel water totdat het dik genoeg wordt zoals gelei van kweeappels. En dan neem het eruit en maak er grove lange pillen van en doe daartoe kruiden [fol. 50v)] die ge wil.

Om op de borst te gebruiken dan zal men daarin doen alleen witte genber verpulverd een lood op een half pond deeg en anders niet. Maar die het deeg zou maken, zou neem echt zoethout of Glycyrrhiza glabra en maak het tot poeder en kook het in veel water tot op het derdedeel en dan zeef het door een doek die dicht is en van dit nat zou men koken totdat het dik wordt zoals voor beschreven staat en doen dan dat kruid erin en maak het aan de pillen.

662. Om confituurtaart te maken zoals men in Vlaanderen doet. (1)

Recept: 12 stoop goede honing en 12 stoop bier en 12 stoop roggebloem en kook het totdat het dik begint te worden en doe daarin 4 stoop mosterd en 5 pond confituurtaart poeder, die men aldus maakt. Recept: anijs van Pimpinella anisum, 2 pond, venkel of Foeniculum vulgare zaad, hofkomijn of Cuminum cyminum zaad en koriander of Coriandrum sativum, van elk een pond, en maak daarvan poeder en doe er dan fruit in goed bereid en kook het totdat het dik genoeg is. Sommigen doen daar ook peperzaad in al heel en peper van Piper nigrum.

Dit fruit zal men aldus bereiden. Men zal nemen peen of Daucus carota wortels of radijs wortels of Raphanus sativus en kook het eerst op met honing en water totdat het water verkookt is en dan zal men het laten staan totdat de honing door die wortels getrokken is en is het dat ze nog water van boven afscheiden dan zal men zeer koken tot de waterachtigheid weg is. Dan laat ze staan in de confituurtaart voorts zijn zoals voor beschreven is.

663. Anders.

Neem kweeappels of Cydonia oblonga en peren of Pyrus pyraster en bereid het zoals voorgeschreven staat van de gelei van kweeappels. En neem goede honing en kook het daarmee en bereid het zoals hiervoor staat van die confituurtaart en deze kook je alleen met goede honing en sommigen nemen 2 vierdedeel suiker, sommigen bier of bloem van roggemeel of Secale cereale of mosterd van Brassica nigra en doen daar kruiden in zoals voor geschreven staat van gelei van kweeappels. En anders doen ze daar niet in, tenzij dat ze het gekleurd wilden hebben, dan doen ze daar wat peen of Daucus carota wortels in.

664. Gesuikerde, aromatische kruidenwijn te maken.

Recept: half pond kaneel of Cinnamomum verum, 1 vierendeel lood gember of Zingiber officinalis, half vierendeel lood kruidnagel of Syzygium aromaticum, 1 stuk galanga van Alpina officinarum, drachme paradijskorrels of Aframomum melegueta en wat saffraan of Crocus sativus, notenmuskaat bloem of Myristica fragrans, half vierendeel lood, lis of Iris florentina, .half vierendeel lood, suiker 2 pond, dit stamp je allemaal tezamen en doe het in een kruidenwijn zak en sijpel er 2 of 3 kwart wijn door.

665. Anders.

Recept: tot een ton wijn, gember of Zingiber officinalis, kruidnagel of Syzygium aromaticum, galanga van Alpina officinarum, peper van Piper nigrum gelijk 2 lood en 1 menghel (zie 539) honing en sijpel het door een zak zoals gebruikelijk is en men moet het vers drinken.

666. Gebrande wijn te maken.

Neem 1 pot [fol. 51r] van 8 kwarten en doe er in 10 kwarten wijn of de wijnsteen van wijn en maak het dun met schoon water of met Hamburg bier en dat het alzo dik wordt als karnemelk en zet het op het vuur en roer het alzo lang totdat het begint te koken. Dan neem de helm en zet het op de distilleerpot en doe het goed dicht zodat er geen lucht kan uitgaan met het wit van een ei en krijt of tarwemeel van Triticum vulgare en water. En maak daar doeken in nat en sla het beneden om de helm en maak het vast op de pot en de pijp zal door een ton water gaan. En als ge de wij wil beproeven zo maak daar een linnen doek in nat en brandt de doek dan is het goed.

En als ge de helm eraf doet, zo beproef dan wat er in de pot is. Is het zuur, zo duw het eruit en doe daar weer nieuwe in zoals voor beschreven is. En wil ge het zeer goed hebben, dat het zeer dienen zal tot veel ziektes, dan zal ge nemen 10 kwarten van de wijn die ge gebrand hebt en maak de pot schoon en doe de brandewijn daarin en neem een handvol kikkerbeen of de as en 4 pond klein gestampte notenmuskaat of Myristica fragrans en 2 handvol gedroogde salie bladeren van Salvia officinalis en notenmuskaat en kruidnagel of Syzygium aromaticum 1 pond. En deze alle tezamen in een bundeltje of in een doek gebonden en in de pot gedaan en ermee gedistilleerd. En hoe ge vaker distilleert, hoe de wijn sterker wordt.

667. Een andere manier om brandewijn te maken.

Water vita, dat is levend water of water des levens. Men maakt het aldus. Neem een pot die boven eng is en bereden breed en doe het vol van de beste wijn die ge krijgen kan. En zet op de pot de helm, (3) zodat het goed sluit op de pot, dan lijm het tezamen met bloem getemperd met het witte van een ei en met een linnen kleed, daarna zet het op het vuur en laat het altijd koken en ontvang wat eruit komt. En als het lang gekookt heeft dan zal ge het beproeven of het water branden wil of niet.,want nam ge het langer, het zou al dat andere slecht maken. Aldus beproeft men: men steekt er in een linnen doek en dat steekt men dan aan een brandende kaars en kijk uit voor de rook. En daarna werp uit wat in de pot gebleven is en zuiver het en dan doe in dat water weer wijn en zet de distilleerpot weer op de pot. En zet de pot dan weer op he vuur en distilleer het een volgende keer en ontvang het zoals voorgeschreven is in een schoon vat. Aldus zal ge het 4 of 5 maal distilleren en doe het dan [fol. 51v] in een zuiver vaatje. Item distilleer tormentil of Potentilla tormentilla, pimpernel of Sanguisorba officinalis, diptam of Dictamnus albus, Succisa pratensis, elk apart en dan verzamel het water van elk even veel en drink het. Dat is het beste in de scriften (pest?) en tegen gif.

(1) Wat de inhoud betreft is dit recept voor een Vlaams compost gelijk aan 650, waar het meer precies Brugs compost genoemd wordt.

(2) ‘als vorscreuen staet van queden cruyt’ is een verwijzing naar 649.

(3) helmvormig deksel waarmee een pot wordt afgedicht.

668. Die craft des leuende waters.

Dyt ys virtute ofte doecht vanden gebranden wyn. Ende ys eyn naturlick experiment van water want dat sende Aristotelis den connyninge van calistris van amaso[n]iam om dy schoenheit vander wrouuen, om dat hy nyt eyn wolde dat hoer schoenheit.

Vertert worde van enich schoenheit voer oer doet. Nu verstaet des waters natur welke hetet Electuarium, dat is twerstaen eyn vercoren dinck. Ende yn vele boke hetet aqua vite, dat is twerstaen des leuens. Dyt machtmen aldus. Nemt .xij. noten muscaten ende also veel zinziber ende galigaens ende greins van paradijs, ende garioffels nagelen, ende fijn kneel, ende cardamomum, van elx .i. b., ende van desen maket puluer. Ende hyr thoe salmen doen .ix. mael also voel barnde wyns of waters dat gmaket is vanden puren wyn myt distillancien ende anders nyet. Ende dyt doetmen distilliren tsamen yn eyn alembic, gelick dat men gebranden wyn dodet myt cleynen fuer, dit water ontfanc yn eyn glasen fioel. Ende stopse weel vaste thoe, dit is leuende water, want wye dyt haut hy leeft sonder quellen.

Ende dyt ys dy vertute Aristotelis, ypocras, ende Galienus dy meesters seggen van naturen ware, dat dit water tmaken eyn naturlic wisdom is van sinen, ende oerbelick tot des menschen lichaem. Si ys goet tegen den hoeft zuer, tegen reuma ende flegma ende tegen quade flumen dy op wart slaen ynt aensicht, ende epilencia, ende tegen alle siecheiden van hoefden, ende tegen montouel, ende tegen den hart vanck, tegen den kanker, tantzweer, tegen droue harte ende maket sy blide dy drouich syn. Tegen allen apostemen dy mogen syn int hoft ende ander kelen doet lossen. Ende is goet tegen tersciaen cortse, tegen alle sicheide dy spruten vter maghen, ende tegen dy bleinen die wassen op der milte of op di leuere, tegen lancouel, fistelen, tegen beuen wtten leden, tegen senen dy vercrompen syn, ende tegen allen quade gaten. Ende tegen alle sicheiden dy commen wt des mensce licham. Ende tegen alle woermen ende ten oghen. Ende het maket kranck (fol. 52r) wyn goet, daer men .j. vat wyns verlisen solt, doet men des waters inden wyn. Dyt water hetet 2m balsamum, want gelick als balsamum het hoft van allen specien is, soe ist dit water het hoft van allen wateren. Ende geeft lange leuen ende gesontheit. Ende oeck ys dyt water goet tghehen .j. sicheyt dy pthisicus hetet, dat is tgen leden dy werstoruen syn.

668. De kracht van het levende water.

Dit is de kracht of deugd van de brandewijn. En is een natuurlijke kunst van water want dat zond Aristotelis de koning van Calistris van Amasonia vanwege de schoonheid van de vrouw omdat hij niet wilde dat haar schoonheid verteerd werd van enige schoonheid voor haar dood. Nu versta van het water zijn natuur welke heet electuarium (likkepot), dat is te verstaan uit uitstekend ding. En in veel boeken heet het water vita, dat is te verstaan van het leven. Dit maakt men aldus. Neem 12 notenmuskaten of Myristica fragrans en alzo veel gember of Zinzigiber officinalis en galanga van Alpina officinarum en korrels paradijskoren of Amomum meleguetta en kruidnagel of Syzygium aromaticum en fijn kaneel of Cinnamomum verum en kardamom of Elettaria cardamomum, van elk 1 pond en hiervan maak poeder. En hiertoe zal men 9 maal alzo veel brandewijn of water dat gemaakt is van pure wijn met distillatie en niets anders. En dit doet men distilleren tezamen in een distilleerpot, gelijk dat men gebrande wijn doet met klein vuur, dit water ontvang je in een glazen fles met lange hals. En stop het goed dicht, dit is levend water, want wie dit heeft hij leeft zonder kwalen.

En dit is de kracht en Aristotelis, Hippocrates en Galienus die meesters zeggen van naturen waar, dat dit water maakt een natuurlijke wijsheid van geest en gebruikelijk is voor het menselijke lichaam. Het is goed tegen hoofdpijn, tegen reuma en flegma (een van de vier levensssappen) en tegen kwade fluimen die op opwaarts aaln in het aangezicht en epileptie en tegen alle hoofdziektes en tegen mondziektes en tegen de duizeligheid, tegen de kanker, tandpijn, tegen droevig hart en maakt blij die droevig zijn. Tegen alle gezwel of ettergezwel die er mogen zijn in het hoofd en aan de keel doet lozen. En is goed tegen de derdedaagse koorts, tegen alle ziektes die uit de maag komen en tegen de blaren die op de milt groeien of op de lever, tegen onderbuikspijn of koliek, fistels of lopende gaten, tegen beven uit de leden, tegen zenuwen die verkrompen zijn en tegen alle kwade gaten. En tegen alle ziektes die komen uit het menselijke lichaam en tegen alle wormen en tegen de ogen. En het maakt zwakke [fol. 52r] wijn goed daar men 1 vat wijn verliezen zou, doet men het wate rin de wijn. Dit water heet 2m balsamum, (balsem of gom van Commiphora opobalsamum) want gelijk zoals balsamum het hoofd van alle specerijen is zo is dit water het hoofd van alle wateren. En geeft lang leven en gezondheid. En ook is dit water goed tegen een ziekte die phtisis of tering heet, dat is tegen leden die verstorven zijn.

669. Van .ix. vateren tmaken.

Ana ende tho gader gedaen ende gesoden myt castorie ende myt reubarbers myt suke[r] et zinziber soe langhe dat dat dordendeel wersoden ys. Dyt ys rechte medicijn, teghen alle ouel dy v ghewarden dat van bynnen ys daer teghen salment dryncken.

Ende ys dij sichte van buten, soe saelment daer mede smeren, ende dwaen ende plaesteren dar op, ende oeck drincken. Item dit synt dy wateren: aqua philosophorum, aqua dulcedinis oculorum, aqua petralis, aque yrundina, aqua lacida, dyt water doet vergaen het rode ende wytte water, aqua dealbaticum, aqua consumatium, aqua duplicatium, aqua saluie. Aqua philosophorum tegen dat grote ouel ende eyn tractat van allen medicinen vateren thoe maken.

670. Aqua philosophorum sic fit.

Recipe ysope, polioen, gariofilaet ende sukerey ana ende dyt tgader gedaen yn een eerde clocke ouer tfuer, ende daer wt water sublimirt. Dyt heft grote craefte ende virtuten. Alsoe dat dye ghene die dat grote ouel wyl (fol. 52v) genesen, soe dats die mensche nummermeer een hebbe, van wat nature dattet sy of van welker complexien. Al haddet dye mensche gehadt .c. iaer he solde genesen bynne[n] .xl. daghen.

Item neem beuenelle, rute, petrocilie van alexandrien ende zeduaer, aloe ende calmyn ana (?). Dit saltu ontwee vryuen ende syedent al tsamen in aqua philosophorum op dat derdendeel. Daar nae saltuut wt doen ende wringhet doer een doeck ende hanghet yn een fiole van glase wal gestoppet. Ende .ix. daghen daer nae salment gheuen drincken dy ghene dye dat vallende ouel heft elx morgens nuchteren tot .xl. daghen lanck dit is dye warachtiche medecyn dye gevonden was teghen sulke syecheit.

Item. Aqua philosophorum gedruncken nuchteren doet allerhande pledersiin wergaen ende zuct. Ende confortirt des mensches senen bouen alle dinghen ende geneset alle dropen. Dyt water gesoden myt castorie ende dat dickewyl nuchteren gedroncken, dat is gude medecyn teghen dye yecht. Ende teghen fistelen saltu maken een plaester van werck ende nettent yn dat water, ende leggent daer op, ende geuent hem drincken. Ende vermakent twee werf des daghes. Et est optima contra morsus venenatorum animalium si cataplasmetur cum ista aqua. Et curat ycterioram potates nouem diebus. Et si ter bibetur in accessu febris vndecumque venerit fugat eam. Item dit water maket den mensche quit ende gans vanden witten ende roden water, yst dat men nuchteren drincket.

671. Aqua duplicaticum sic fit.

Recipe eppensaet, wyt mancop saet, ende caniel, elx euen voel, dit tgader ontwee gedaen of gewreuen, daer thoe gedaen consumatium dit doet tsamen yn eyn clocke ende sublimirt. Dyt water ys gode medicyn teghen alle boorst ouel gedroncken colt des morgens ende des (fol. 53r) auennts all heete. Item dyt oeck gedroncken doet weel slapen ende rusten. Ende het ontcommert des menschen boorst van allen quade humoren. Ende dit gesoden myt castorien ende wael heete gedroncken, dat is goet teghen dat wallende ouel. Heet geneset paralisim, ten were dat sy werstoruen were. Heet maket al des menschen lyff licht ende sacht ende gesont. Ende quit van allen fledersiin ende van allen quade humoren. Et comfortat cerebrum et caput.

672. Aqua portulace sic fit.

Recipe portululeye ende distillirtse. Dyt water ys seer laxatiff ende nuchteren gedroncken .xiij. daghen werlicht den mensche van alle cortze ende van torsioen. Ende ripet dy materij van bynnen ende doetsy scheiden nederwart. Ende dit water machmen nemen woer pentafilon, want het doet alsulke werken als pentafilon doet. Ende men mach het water orberen in syrupen voeer het cruyt, daer het seer goet thoe is.

673. Aqua consolide maioris sic fit.

Recipe dy blommen ende dye blommen ende wortelen van eyn crude dat heeft rode blomen, ende ys gelick matelyue, eyn arm langhe, ende distilliret. Dyt water geneset wonden bynnen ende buten, olden ende nyen waer sy syn. Ende alle nye quetsuren ende het doet seer staphans helen, op datment drincket ende daer van.ij. mael daghes plaestert.

674. Aqua sigillum beate marie sic fit.

Recipe onser wrouuen seghel dy blader ende wortelen elx euen voele ende distillirt. Item dy water is van groter virtuten want waer een man geschoten myt enen pyle ende hem dat yser ynt lyf bleue, ende het stake ynt been of ynt vleesche, ende nyt wt een mochte, machtmen (fol. 53v) maken eyn plaester van werck ende nettent dar yn dyt water ende leggent dar op. Ende geuet den sieken van dyt water drincken, dat yser sal alleen wtcommen op dat ter stede wt mach daert in quaem. End dit water geneset alle wonden bynnen ende buten olde ende nyen, ende doet stelpen alle ongemach. Ende genest kanker, fistel ende mormael ende haer worm, apostemen bynnen ende buten ende alle geswelle, ende alle zeer dat van auentuer comt. Ende het maket guede borst bouen allen wateren. Ende het doet wel naturen spil spolen. Ende geneest die <in> ptisike synt. Ende geneest allen den lichaem van drogheiden. Ende lage eyn vrouue yn pynen van kynde, ende sy des kyndes nyet mochte genesen, droncke sy van desen water thans solde sy genesen. Ende het verdrift plecken ende sproten int aensicht. Ende het maket schoen claer verue ynt aensicht yst dan men dat aensicht daer mede wriuet of wasset.

669. Van 9 wateren te maken.

Gelijk en tezamen gedaan en gekookt met tamme kastanje of Castanea vesca en met rabarber of Rheum barbarum en met suiker en gember of Zingiber officinalis zo lang totdat het derdedeel verkookt is. Dit is echte medicijn, tegen alle ziektes die u worden dat van binnen is, daartegen zal men het drinken.

En is de ziekte van buiten, dan zal men het daarmee besmeren en wassen en pleisters daarop en ook drinken. Item; dit zijn de wateren: water philosophorum, oogwater, water tegen de steen, water van de as van zwaluwen, water van zoethout of Glycyrrhiza glabra, dit water doet vergaan het rode (bloed) en witte water, water dealbaticum, water dat de spijsvertering bevordert, water duplicatium, water van salie of Salvia officinalis. Water philosophorum tegen dat vallende ziekte en een traktaat van alle medicinale wateren hoe te maken.

670. Water philosophorum gedistilleerd.

Recept: hysop of Hyssopus officinalis, polei of Mentha pulegium, kruidnagel of Syzygium aromaticum (Geum urbanum?) en cichorei of Cichorium intybus gelijk en dit tezamen gedaan in een aarden distilleerkolf boven het vuur en daaruit het water laten neerslaan. Dit heeft grote kracht en macht. Alzo dat diegene die de vallende ziekte wil [fol. 52v] genezen zodat die mens het nimmermeer heeft, van welke natuur dat het is en van welke samengesteldheid. Al had de mens het 100 jaar gehad, hij zou genezen binnen 40 dagen.

Item; neem bevernel of Pimpinella saxifraga, wijnruit of Ruta graveolens, peterselie van Macedonië (?) of Seseli macedonicum en zeduar of Curcuma zedoaria, Aloë perryi en galmei of zinkcarbonaat gelijk. Dit zal u stuk wrijven en kook het alle tezamen in water philosophorum op dat derdedeel. Daarna zal u het eruit doen en wring het door een doek en hang het in een distilleerkolf van glas goed dicht gemaakt. En 9 dagen daarna zal men het geven te drinken diegene die de vallende ziekte heeft elke morgen nuchter tot 40 dagen lang, dit is de echte medicijn die gevonden was tegen zulke ziekte.

Item. Water philosophorum nuchter gedronken doet allerhande jicht vergaan en ziekte. En versterkt de mensen zenuwen boven alle dingen en geneest alle huidziekte zoals schurft. Dit water gekookt met bevergeil en dat vaak nuchter gedronken, dat is goede medicijn tegen de jicht. En tegen fistels of lopende gaten zal u maken een pleister van pluksel en nat het in dat water en leg het daarop en geef het hem te drinken. En maak het op tweemaal per dag. En is het beste tegen beten van giftige dieren en bedek het met een pleister van dit water . En geneest geelzucht binnen negen dagen. En als je het drinkt in de drie koortsen afhankelijk van waar het vandaan kwam. Item dit water maakt de mens kwijt en geneest van het witte en rode water, is het dat men het nuchter drinkt.

671. Water duplicaticum gedistilleerd.

Recept: zaad van eppe of Apium graveolens, zaad van witte slaapbol of Papaver somniferum en kaneel of Cinnamomum verum, elk even veel, sla of wrijf dit stuk tezamen daartoe gedaan spijsvering bevorderend middel, dit doe je tezamen in een distilleerkolf en laat het neerslaan. Dit water is een goede medicijn tegen alle borstziektes, koud gedronken ’s morgens en ’s avonds geheel heet. [fol. 53r]. Item; dit ook gedronken doet goed slapen en rusten. En het bevrijdt de mensen borst van alle kwade levenssappen. En dit gekookt met bevergeil en goed heet gedronken, dat is god tegen de vallende ziekte. Het geneest artritis of gewrichtsontsteking, tenzij dat het verstorven is. Het maakt al het mensen lijf licht en zacht en gezond. En bevrijdt van alle reuma en van alle kwade levenssappen. En versterkt de hersens en het hoofd.

672. Water van postelein of Portulaca oleracea gedistilleerd.

Recept: postelein en distilleer het. Dit water is zeer laxerend en 13 dagen nuchter gedronken verlicht de mens van alle koorts en van kramp. En rijpt de materie van binnen en doet het scheiden naar beneden. En dit water mag men nemen voor vijfvingerkruid of Potentilla reptans want het doet al zulke werken als vijfvingerkruid doet. En men mag het water gebruiken in siropen voor de gelei daar het zeer goed toe is.

673. Water van consolida major gedistilleerd.

Recept: de bloemen en de bloemen en wortels van een kruid dat rode bloemen heeft en is gelijk aan (Anacyclus pyrethrum?) madelief of Bellis perennis, een arm lang en distilleer het. Dit water geneest wonden binnen en buiten, oude en nieuwe waar ze zijn. En alle nieuwe kwetsingen en doe pijn dadelijk helen, op dat men het drinkt en daarna 2 maal per een dag pleister op doet.

674. Water van sigillum beate maria gedistilleerd.

Recept: onze vrouwenzegel of Polygonatum multiflorum bladeren en wortels elk even veel en distilleer het. Item; dat water is van grote krachten want was een man geschoten met een pijl en hem dat ijzer in het lijf bleef en het stak in het vlees of in het been, en er niet uit kan, men [fol. 53v] maken een pleister van pluksel en nat het in dit water en leg het daarop. En geef de zieke van dit water te drinken, dat ijzer zal geheel eruit komen als het uit de plaats kan daar het in kwam. En dit water geneest alle wonden binnen en buiten, oud en nieuw, en doet stelpen alle ongemak. En geneest kanker, fistel of lopend gat en open wond aan de benen en haarworm, gezwel of ettergezwel binnen en buiten en alle gezwel en alle pijn dat per ongeluk komt. En het maakt een goede borst boven allen wateren. En het doet goed naturen spel spelen. En geneest die in ftisis of tering zijn. En geneest het hele lichaam van droogheid. En lag een vrouw in pijn van de geboorte van een kind en ze het kind niet mocht baren, dronk ze van dit water dan zou ze dadelijk baren. En het verdrijft plekken en sproeten in het aanzicht. En het maakt een mooie heldere kleur in het gezicht is het dat men het gezicht daarmee wrijft of wast.

675. Aqua prassij vel marubij sic fit.

Recipe die crop vander wytter marubien ende distillirtse. Dit water nuchteren gedroncken confortirt dy maghe ende die borst ende dy lewer ende die longen, milte, blase, et renes. Ende het werdriuet geswel wtter leden ende geneest die droepe, ende brect den steen ende verlicht dy leden bynnen ende buten.

676. Aqua abrotani sic fit.

Recipe auerute ende stampse myt eyn luttel annys ende macter water of myt cleynen fuer, dit is gut tot wele sake[n]. Want die heet nuchteren drinct alle daghe hym en mach gheen sieckheit toe commen. Ende het doet dy wrouen hoer blommen commen ende onslutet dy moder. Ende verslaet apostemen ende brect deen steen ende doedet alle manir van wormen. Dyt water gesoden myt castorien is goet teghen dy gychte (fol. 54r) ende tfleder syn dat van colde commet. Ende het is oeck goet teghen allen wercoltheiden.

677. Aqua pentafilon sic fit.

Recipe quinque folium of wyffbladeren cruyt, ende distilliret. Dit water geneest wonden, olden ende nyen. Ende suuert apostemen. Ende helet seer wedien ende verdrift alle gesweel, ende heet is doergaende water. Ende laxirt wtten wonden ende wtden gaeten. Ende dwynget aender medicyn dat si suueren motten. Heet blusset seer alle branden ende alle ouel droghet ende oeck geneset.

678. Aqua dat wratten ende fistel verdriuet.

Recipe oleum benedicti .j. . arsenicum .j. . ende levende calck .j. . euforbium .iiij. wriuet ende conficirt tgader ende distillirt, et distillatum soe haldet yn eyn fiole gestoppet myt wassche.

679. Aqua geneste sic fit.

Recipe braem of die blommen ende stampse ende maecter water af. Dyt water nuchteren gedronken purgirt dat wytte water myt groten hopen. Ende genest artetike ende heet fledersijn dat nyt veriaert een ys, alsment saluet myt desen water ende oeck dryncket; dagelixs gedroncken soe brecket den steen ende scheydet den grauel.

680. Aqua buglosse sic fit.

Nemt wilde bernaeds, geheiten ossen tonghen, ende maket gelicks alls bernaen wat[er]. Ende syn craft is al eens.

675. Water van prassium of malrove of Marrubium vulgare gedistilleerd.

Recept: die krop van de witte malrove of Marrubium vulgare en distilleer het. Dit water nuchter gedronken versterkt de maag en de borst en de lever en de longen, milt, blaas en nieren. En het gezwel uit de leden en geneest de huidziekte als schurft en breekt de steen en verlicht de leden binnen en buiten.

676. Water van averuit of Artemisia abrotanum gedistilleerd.

Recept: averuit en stamp het met wat anijs of Pimpinella anisum en mak er van water met een klein vuur, dit is goed tot vele zaken. Want die het nuchter drinkt alle dagen hem kan geen ziekte aankomen. En het doet de vrouwen hun maandstonden komen.

En opent de baarmoeder. En het verslaat gezwel of ettergezwel en breekt de steen en doodt alle soorten van wormen. Dit water gekookt met bevergeil is goed tegen de jicht [fol. 54r] en reuma dat van koude komt. En het is ook goed tegen alle verkoudheden.

677. Water van pentafilon gedistilleerd.

Recept: vijfvingerkruid of Potentilla reptans of vijfblad en distilleer het. Dit water geneest wonden, oude en nieuwe. En zuivert gezwel of ettergezwel. En heelt pijnlijke roede en verdrijft alle gezwel en het is doorgaand water. En laxeert ui de wond en uit de gaten. En dwingt andere medicijnen dat ze zuiveren moeten. Het blust zeer alle branden en alle ziekte droogt het en ook geneest het.

678. Water dat wratten en fistel of lopend gat verdrijft.

Recept: olie van Cnicus benedictus, 1 lood, arsenicum 1 lood, en ongebluste kalk, 1 lood, euforbium of mogelijk Excoecaria agallocha drachme, wrijf het en meng het tezamen en distilleer het voor het distilleren zo houd het in een distilleerkolf gestopt met was.

679. Water van brem of Genista tinctoria gedistilleerd.

Recept: braam of de bloemen van Rubus fruticosus en stamp ze en maak er water van. Dit water nuchter gedronken purgeert dat witte water met grote hopen. En geneest jicht en hete reuma dat niet verjaard is, als men het zalft met dit water en ook drinkt; dagelijks gedronken dan breekt het de steen en scheidt de gravel of niersteentjes.

680. Water van ossentong of Anchusa officinalis gedistilleerd.

Neem wilde ossentong of Anchusa arvensis, geheten ossentong en maak het gelijk zoals ossentong of Anchusa officinalis qater. En zijn kracht is geheel gelijk.

681. Aqua eruce oft sinsium, cruyswortel sic fit.

Recipe sinsium myt allen ende stampse ende distillirt. Dit water ofte crut ys goet geplaestert op alle heete steden ende doet verringe (fol. 54v) enen sweer wtbreken of toe nyet gaen. Ende genest wonden bynnen ende buten ende oeck apostema, want weren sy bynnen sy solden wtwert breken. Ende geeftment enen wijf drincken ende sy maget waer ten solde haer nyt scaden, ende droghe sy een kynt, sy solde thans spyen. Ende droghe sy gheen kynt, ende sy gheen maghet en ware, sy solde vluchtes spyen.

682. Aqua boraginis sic fit.

Recipe bernartse als sy bloyt ende plucket dy blommen af ende distillirsy. Dyt water is goet gedruncken den ghenen dy nyet en plegen tlaten want het suuert den lichaem van quaden verrotten blode, ende het maket guet bloeit, ende suuert quade bloet. Ende ist thoe hete het coelt, ende ist thoe coldt het werhettet. Ende confortirt coitum ende confortirt aderen ende sene ende allen leden buten ende bynnen. Ende doet seer laxiren nederwart.

683. Aqua pulegij aquatiti sic fit.

Recipe poleyden ende distillirse. Dyt water ys goet ten oghen want het suuertse van allre fulheiden. Ende oeck suuert den lichaem gedroncken.

684. Aqua eufrasie sic fit.

Recipe eufrasie ende distillirtse. Dyt water ys goet op alle heete ongemaeck vanden oghen ende tot allen anderen. Want heet colt ende droghet ende suuert. Ende is sunderlinghe goet ter leueren dy werheetet syn et contra yctericiam. Et operationes eius sunt sicut aqua enduuie per totum.

685. Aqua atriplicis sic fit.

Recipe melde of roden coele dy bladeren ende kroppen ende distillirtse. Dyt water ys goet op allen heeten steden ende heten apostemen want het werslaetse. Ende (fol. 55r) dicwil gedroncken genest wonden buten ende bynnen, ende merisoen stelpet.

686. Aqua camomille sic fit.

Recipe camillen blommen ende dy bladeren ende distillirtse. Dyt water ys goet gedroncken den ghenen dy quade hersen hebben. Ende heet verdryef dy verheffinge der nyren, ende genest dy gelezucht ende zweringhe der leueren ende gewreuen op quetsinghe, geneset haestelingh ende gerynghe.

687. Aqua brionie sic fit.

Recipe brionien mitter wortelen ende distillirtse. Dy[t] water ys goet gedroncken nuchteren want het laxirt seer. Ende purgirt den licham van fleugma. Ende geneset dy corts ende benemt dy squinansie inder kele, ende oeck geplaestert ende daer mede gedwogen genest mormael.

688. Aqua barbe iouis sic fit.

Recipe donre baert of huysloeck ende distillirse. Dyt water blusset den brant op datmen drinckt ende oeck op hete seren geplaester[t] vercoelt wael.

689. Aqua solatri sic fit.

Recipe nachtscade mitter wortelen tuschen festum Assumptionis et nativitatis marie ende distillirtse. Dyt water heeft dy selue virtute dy barba iouis heeft. Ende werdrift alle geswel dat omtrent wonden comt, ende verdrieft alle venyn. Ende is guet teghen opilancie der leueren ende milten ende der nyren. Et contra ictericiam. Ende doet seer laxiren ende onstopt dy blase dy werstopt is.

690. Aqua tamarisci vel yuorie sic fit.

Recipe .j. lb . yuoers scauelinghe ende tsap van herba roberti .iiij. lb. van beuenelle .iij. lb. ende bladeren van agrimonien .vj. lb. ende bladeren van caprifolium .ix. lb. Tan .ij.lb. ende allun .3.lb . dy bladen salmen stampen ende nement sap. Ende dy ander dinghen puluert ende doet alsoe thoep. Ende doet daer thoe .3. lb. goets azins ende latet alsoe staen .ix. daghe langch (fol. 55v) yn eyn coperen wate wast gedecket ende daer nae doet yn eyn clocke ouert fuer. Ende doetter yn en .s.lb . spans groen of .v. b, , hyr af maket water ende haldet yn eyn glase wate. Dit water ys goet want dat seer dat men hyr mede dwaet ende geplaestert vanden seluen dar op geneest canker, fistel, mormael, den wolf, dy cliren van den hals, ende noli me tangere, ceter seer, spenen ende morpheen, dyt geneest ende droghet ende doet vallen allen manier van quaden vleesche, beyde in wonden ende yn ander steden dattet sy syn.

681. Water van Eruca of Senecio vulgaris(?) of kruiswortel of Eryngium maritimum gedistilleerd.

Recept: kruiskruid of Senecio vulgaris geheel en stampt het en distilleer het. Dit water of het kruid is goed gepleisterd op alle hete plaatsen en doet snel [fol. 54v] een zweer uitbreken of te niet gaan. En geneest wonden binnen en buiten en ook gezwel of ettergezwel, want waren ze binnen, ze zouden naar buiten uitbreken. En geeft men het een wijf te drinken en ze was een maagd, het zou haar niet beschadigen en droeg ze een kind, ze zou dadelijk spuwen. En droeg ze geen kind en ze was geen maagd, ze zou snel spuwen.

682. Water van bernagie of Borago officinalis gedistilleerd.

Recept: ossentong of Anchusa officinalis als het bloeit en pluk de bloemen af en distilleer ze. Dit water is goed gedronken diegene die niet plegen te laten want het zuivert het lichaam van kwaad verrot bloed en het maak goed bloed en zuivert kwaad bloed. En is het te heet het verkoelt en is het te koud het verhit. En versterkt coitus en versterkt de aderen en zenuwen en alle leden buiten en binnen. En doet zeer laxeren nederwaarts.

683. Water van polei water gedistilleerd.

Recept: polei of Mentha pulegium en distilleer het. Dit water is goed te ogen want het zuivert het van alle vuiltjes. En ook zuivert het lichaam gedronken.

684. Water van ogentroost of Euphrasia officinalis gedistilleerd.

Recept: ogentroost en distilleer het. Dit water is goed op alle hete ongemak van de ogen en tot alle anderen. Want het verkoelt en droogt en zuivert. En is bijzondere goed ter lever die verhit zijn en tegen geelzucht. De werkingen zijn zoals andijviewater geheel.

685. Water van melde of Atriplex hortensis gedistilleerd.

Recept: melde of rode kool of Brassica oleracea, de bladeren en kroppen en distilleer ze. Dit water is goed op alle hete plaatsen en hete gezwellen of ettergezwel want het verslaat ze [fol. 55r) vaak gedronken geneest het wonden buiten en binnen en stelpt buikloop.

686. Water van kamille of Matricaria chamomilla gedistilleerd.

Recept: kamille bloemen en de bladeren en distilleer ze. Dit water is goed gedronken diegenen die slechte hersens hebben. En het verdrijft de verheffing der nieren en geneest de geelzucht en pijn der lever en gewreven op een kwetsing geneest snel zonder moeite.

687. Water van heggenrank of Bryonia dioica gedistilleerd.

Recept: heggenrank of Bryonia dioica met de wortels en distilleer het. Dit water is goed gedronken nuchter want het laxeert zeer. En purgeert het lichaam van flegma. En geneest de koorts en beneemt de keelontsteking en ook gepleisterd en daarmee gewassen geneest open wonden aan de benen.

688. Water van huislook of Sempervivum tectorum gedistilleerd.

Recept: huislook of donderbaard en distilleer het. Dit water blust de brand opdat men het drinkt en ook op hete zeren gepleisterd verkoeld goed.

689. Water van nachtschade of Solanum nigrum gedistilleerd.

Recept: nachtschade met de wortels tussen het feest Assumptionis et nativitatis Maria (1) en distilleer het. Dit water heeft dezelfde kracht als de huislook of Sempervivum tectorum heeft. En verdrijft alle gezwel dat omtrent wonden komt en verdrijft alle venijn. En is goed tegen verstopping van de lever en de milt en de nieren. En tegen geelzucht. En doet zeer laxeren en opent de blaas die verstopt is.

690. Water van Duitse tamarisk of Myricaria gallica of ivoor gedistilleerd.

Recept:1 pond ivoorschaafsel en het sap van robertskruid of Geranium robertianum 4 pond, van bevernel of Pimpinella saxifraga 3 pond, en bladeren van Agrimonia eupatoria 6 pond, en bladeren van kamperfoelie of Lonicera caprifolium 9 pond, tan (Tanacetum vulgare of tint?) 2 drachme en van aluin 3 pond. Die bladen zal men stampen en neem het sap. En de andere dingen maak er poeder van en doe het alzo tezamen. En doe daartoe 3 pond goede azijn en laat het alzo staan 9 dagen lang [fol. 55v] in een koperen vat goed dicht gemaakt en doe het daarna in een distilleerkolf boven het vuur. En doet er in een half lood Spaans groen of kopergroen of 5 drachme, maak hiervan water en hou het in een glazen vat. Dit water is goed want de pijn dat men ermee wast en met hetzelfde mee gepleisterd geneest kanker, fistel of lopend gat, open wond aan de benen, de wolf of kankerachtig gezwel, de klieren van de hals en moeilijk te genezen zweer (zie 697), serpigo of een huidziekte zeer, aambeien en huidziekte met vlekken of morfeem, dit geneest en droogt en laat vallen alle soorten van kwaad vlees, beide in wonden en in andere plaatsen dat ze zijn.

(1) Het feest Assumptionis marie, O.L. Vrouw ten Hemel Opneming, wordt gevierd op 15 augustus, en de nativitas marie, de Geboorte van Maria, op 8 september.

691. Aqua desiccatiua sic fit.

Recipe .ij. deel alluns ende .j. deel coperroeck, ende smolt van glasen half alsoe woel als des coperroeck is, dit mael wel cleyn. Ende dan doet yn eyn panne ende doeter water thoe, ende latet syden eyn gode wyle ende roret altoes, dan settet af ende latet claren hent coldt ys, dan ghitet claer bouen af. Dyt water nuchteren gedroncken .iij. lepel foel doet fluctes kyren ter keelen beyden flegma ende colera geel ende gruen, sonder enyghe spyse thoe kyren ende geneest den korts dye comt a putrefactione. Ende ydelt dy weruulde maghe. Ende genest seer wedom, canker ende fistel, mormael, ende wolf, daer mede gedwogen, ende het sal altoes law syn. Ende doet alle quaet wleesche wtwallen ende doet tgaet droghen. Ende dye heet langhe hyld yn syn mond, soe geneest dat mont ouel ende heet doet droghen alle pustekens.

692. Aqua spargi vel pedis columbini sic fit.

Recipe spargum dyt wast gheern ynt corne, ende distillirtse. Dyt water ys goet gedroncken, want het heelt wonden bynnen ende buten ende oeck alle gheswelle ende alle quetsinghe ende alle werheitheit. Hyt is goet op alle dynghen dy onsteken syn. Ende heelet seer oghen ende fistel ende canker ende quade gade op dat sy gesuuert syn van horen quaden gronde, ende heel aposte(fol. 56r)men bynnen den lichaem. Ende apent den ganck der naturen soe dattet alle humoren doet ripen ende doetse scheiden. Ende syn luttel syropen dymen maect, spargus ys dar mede yn.

693. Aqua cycorie sic fit.

Recipe sukarey ende ys en cruyt dat wast gelick papen cruyt ende draghet blawe blommen, distillirt dyt cruyt. Dyt is goet gedroncken, want het doet scheiden al datter leueren deren mach gelick endiuien water. Et curat yctericiam et febres et confortat stomachum. Et facit idem quod aqua endiuuie facit.

694. Aqua fumi terre sic fit.

Recipe douuen kerwel ende distillirtse. Dyt water ys goet gedroncken tegen alle drope, want [hadde] ymant enyghe woelheit tuschen weel ende wleesche, het solde all wtweert slaen ende gene[se]n. Ende doet water loessen ende purgirt fleuma beyde wyt ende groen, ende melancolie naturlicke. Ende ys sonderlinghe goet den ghenen dy yn frenesy liggen, want het suuert sweren dy ynden heersen liggen dar dy frenesy af commet.

695. Aqua camfer sic fit.

Recipe aplompen, collen blommen ende distillirtse. Dyt ys goet mede tdwaen alle seer beede kanker ende fistel ende mormael ende morpheam ende dar op geplaester, ende doetsee droghen ende genesen. Ende is goet theen oghen daer mede geneettet.

696. Aqua rubrica sic fit.

Recipe .ij. of .iij. stoppen vryns nae dat ghy maken woel of luttel wylt. Ende doet dy [op] tfuer ende laetse een luttel syden ende stampet wael dese cruden dye hyr nae gescreuen staen. Dat is sceelwortel, eufrasie, rosen, sonweruel ende alsem, ende doet sy yn dy vryn, ende distillirt sy (fol. 56v) yn en clocke. Ende alst gemact ys, soe doet weder [op] tfuer ende latet eyn werendeel wersiden, ende dan doet daer yn arkanette of laken ende schumet mytter irsten wal, ende dan dottet af ende cleynset doer eyn doecke sonder wt thoe wringen ende bestedet. Dyt water ys goet ende geneest het witte, het brune ende het rode ende dy schelle drope ende schademael ynde oghen, des morgens ende des auents gestreken myt enre wederen. Ende droget alle lopende stede, strickment dar op.

697. Aqua vue passe sic fit.

Recipe wytte onripe vyndruuen beesen als sy begynnen thoe rippen ende stampse ende maecter water af. Dyt water ys seer goet tot sere dropynghen oghen ende quade gaten, ende tot wule steden, dar mede gedwoghen, als cancker, fistel, mormael, noli me tangere, dat is wolf fistel, ende den fick. Et is guet ter quader veruulder maghe, ter leueren, ter milte, ter nyeren, ter blasen ende ter burst. Het ghereit dy humoren thoe scheiden soe datsi myt lichter medicinen scheiden ende wort commen sonder enighe ander preparacien.

698. Aqua lappacij acuti sic fit.

Recipe dy wortelen van rode perdike of lediken ende stampse ende distillirtse. Dyt water gedroncken doet alle manir van dropen wtwert slaen, ende dwaetmen van buten daer mede, het doetse genesen. Ende genest apostemen ende ceter seer, mormael ende morpheam dy wyt ende swaer[t] ende clyren ende alle scorfheiden.

699. Aqua raphani sic fit.

Recipe dye bladen ende dy wortelen van maradyck ende stampse ende distillirtse. Dyt water nuchteren gedroncken purgirt dy maghe ende alle wervultheit ende sterket dy borst, dy leuer, dy mylte, dy nyren. Ende doet ripen alle humoren ende doet sy scheiden ende confortyrt ende verdryft dy knaginghe inden lichaem. Ende dodet alle manyr van wormen bynen (fol. 57r) den licham ende buten. Ende van buten gewreuen op ceter zeer of op morpheam doet sy genesen. Et valet contra omnem venenum.

700. Aqua piloselle, dat is gemact van crudeken mytten haer, sic fit.

Recipe herbam predictam ende distillirtsy. Dyt nuchteren gedroncken verlicht den mensche ende geneset vanden wytten water, ende doet scheiden dy humoren nederwart, ende genest wonden haestelick buten ende bynnen ende comt den wonden wtt.

691. Water desiccativa gedistilleerd.

Recept: 2 deel aluin en 1 deel koperrood en smout van glas half alzo veel als er van koperrood is, dit maal goed klein. En dan doe het in een pan en doe er water toe en laat het een goede tijd koken en roer het altijd, dan zet het eraf en laat het klaren totdat het koud is, dan giet het heldere boven af. Dit water nuchter gedronken 3 lepels vol doet snel braken ter keel, beide flegma en geel en groen gal, zonder enige spijs uit te braken en geneest de koorts die komt van verrotting. En leegt de vervuilde maag. En geneest zeer pijn, kanker en fistel of lopend gat, open wond aan de benen en wolf of kankerachtig gezwel, daarmee gewassen en het zal altijd lauw zijn. En doet alle kwaad vlees uitvallen en laat het gat drogen. En die het lang hield in zijn mond, dan geneest het de mondziekte en het droogt alle puistjes.

692. Water van asperge of Asparagus officinalis of ooievaarsbek of Geranium columbinum gedistilleerd.

Recept: asperge of Asparagus officinalis die graag in het koren groeit en distilleer het. Dit water is goed gedronken, want het heelt wonden binnen en buiten en ook alle gezwellen en alle kwetsingen en alle verhitting. Het is goed op alle dingen die ontstoken zijn. En heelt zere ogen en fistel of lopend gat en de kanker en kwade gaten opdat ze gezuiverd zijn van hun kwade grond en heelt gezwel of ettergezwel [fol. 56r] binnen het lichaam. En opent de gang der natuur zodat het alle levenssappen laat rijpen en doet ze scheiden. En er zijn weinig siropen die men maakt, asperge is daarbij.

693. Water van cichorei of Cichorium intybus gedistilleerd.

Recept: cichorei of Cichorium intybus en is een kruid dat groeit gelijk de paardenbloem of Taraxacum officinale en draagt blauwe bloemen, distilleer dit kruid. Dit is goed gedronken, want het doet scheiden al dat de lever deren mag gelijk andijvie water. En geneest geelzucht en koorts en versterkt de maag. Het water doet hetzelfde als andijvie water.

694. Water van fumus terrae of duivenkervel of Fumaria officinalis gedistilleerd.

Recept: duivenkervel of Fumaria officinalis en distilleer het. Dit water is goed gedronken tegen alle huidziekten zoals schurft, want had iemand enige vuilheid tussen vel en vlees, het zou geheel naar buiten slaan en genezen. En doet water lossen en purgeert flegma, beide wit ende groen, en natuurlijke melancholie. En is vooral goed diegenen die in krankzinnigheid of delirium liggen, want het zuivert zweren die in de hersens liggen daar de krankzinnigheid of delirium van komt.

695. Water van kamfer of Dryobalanops aromatica gedistilleerd.

Recept: witte waterlelie of Nymphaea alba, kollenbloem of Papaver rhoeas en distilleer het. Dit is goed mee te wassen alle zeer, beide kanker en fistel of lopend gat en huidziekte met vlekken of morfeem, daarop gepleisterd en laat ze drogen en genezen. En is goed tot de ogen daarmee nat gemaakt.

696. Water van rubrica gedistilleerd.

Recept: 2 of 3 stoop urine naar dat ge veel of weinig maken wil. En doe het op he vuur en laat het wat koken en stamp goed die kruiden die hierna beschreven staan. Dat is stinkende gouwe of Chelidonium majus, ogentroost of Euphrasia officinalis, rozen, cichorei of Cichorium intybus en alsem of Artemisia absinthium en doe het in uw urine en distilleer het [fol. 56v)] in een distilleerkolf. En als het gemaakt is zo doe het wee rop het vuur en laat het een vierendeel verkoken en doe dan daar in Alkanna tinctoria of laken en schuim het met de eerste goed en dan doe het eraf en wring het door een doek zonder uit te wringen en gebruik het. Dit water is goed en geneest het witte, het bruine en het rode en de schele huidziekte zoals schurft en scotema (1) in de ogen, ‘s morgens en ‘s avonds gestreken met een veer. En droogt alle lopende plaatsen, strijkt men het daarop.

697. Water van rozijnen gedistilleerd.

Recept: witte onrijpe wijndruiven bessen als ze beginnen te rijpen en stamp ze en maak er water van. Dit water is zeer goed tegen zere huidziekte zoals schurftige ogen en kwade gaten en tot vuile plaatsen, daarmee gewassen zoals kanker, fistel of lopend gat, open wond aan de benen, moeilijk te genezen zweer (zie 697) en de fijt. Het is goed tegen een kwade vervuilde maag, ter lever, ter milt, te nieren, ter blaas en ter borst. Het maakt gereed uw levenssappen hoe te scheiden zodat ze met lichte medicijnen scheiden en voortkomen zonder enige andere preparaten.

698. Water van zuring of Rumex x pratensis(Rumex acutus) gedistilleerd.

Recept: de wortels van rode zuring of Rumex sanguineus of lediken en stamp het en distilleer het. Dit water gedronken doet alle soorten van huidziekte zoals schurft naar buiten slaan en wast men van buiten daarmee, het doet ze genezen. En geneest gezwel of ettergezwel en serpigo of huidziekte, zeer, open wond aan de benen en huidziekte met vlekken die wit en zwart en zijn en klieren en alle schurft.

699. Water van radijs of Raphanus sativus (Raphanus, oude naam voor Cochlearia) gedistilleerd.

Recept: de bladen en de wortels van mierikswortel of Cochlearia armoracia en stamp ze en distilleer het. Dit water nuchter gedronken purgeert de maag en alle volheid en versterkt de borst, de lever, de milt en de nieren. En doet rijpen alle levenssappe mem doet ze scheiden en versterkt en verdrijft de knaging in het lichaam. En doodt allerlei soorten wormen binnen [fol. 57r] het lichaam en buiten. En van buiten gewreven op serpigo of huidziekte zeer of op morfeem of huidziekte met vlekken doet ze genezen. En is waard tegen alle gif.

700. Water van muizenoor of Hieracium pilosella, dat is gemaakt van het kruidje met het haar, gedistilleerd.

Recept: voor genoemde kruid en distilleer het. Dit nuchter gedronken verlicht de mens en geneest van het witte water en doet scheiden de levenssappen naar beneden en geneest wonden snel buiten en binnen en komt ten wonden uit.

(1) scotema, het komen en gaan van zwarte of troebele vlekken voor de ogen.

701. Aqua calamenti sic fit.

Recipe nepticam dat is eyn krut ende vasset op hogen steden, stampet ende maecter water af. Dyt water ys goet gedroncken teghen allen steecten van quaden wormen ende ys den genen goet dy venyn genut heuet, want het doet het venyn ther kelen wt commen. Het genest dy geele suct .ix. morghen stonden gedroncken ende oeck den korts dy comt van melancolien. Het is seer goet ter lazarien ende teghen dy plecken die den wrouwen bliuen van kynden. Ende dodet dy wormen ynden oren, gietment daer warm yn. Heet genest alle quade gaten, dwaet men sy daer mede ende sy open syn. Mer syn sy geloken, soe salment dryncken. Ende suuert dy boorst, dye longhen ende verwarmet dye nyren dy wercoldet syn, ende ys goet teghent grawe water ende confortirt dat gesychte, dy mage ende alle dy leden.

702. Aqua blania sic fit.

Recipe .s. . litargirum ende .j. armoniaci, hyr af maect puluer ende myt gedistelirden azyn dy sieden.

703. Aqua silicis sic fit.

Recipe vaern op sunte Johannes auent (1) ende stampten myt azyn ende dan laten also staen .ix. daghen ende distillirten. Dyt genest alle scorfheit ende rudicheit ende morpheam, wytte ende swarte vaern:

704. Aqua titimallorum sic fit.

Recipe dyt kruyt datter geuet wytte melck ende draghet (fol. 57v) op elke tacke .iij. sadeken gelick sporie ende heetet oeck cleyne titimalle, dese nempt ende stampse ende macter water aff. Dy[t] water motmen b[e]reiden myt mastick ende siedent dar mede ende gheuent alsoe thoe drincken. Dy[t] water purgirt als camopiteos doet ende men mach dar onder medicyn mede scarpen. Het purgirt melancolie naturlick ende onnaturlick ende daer nae coleram ende flegma. Het purgirt oeck grote humoren ende onstoppet dy leuer ende dy moder. Het genest dy quartaen bynnen .ix. daghen dat nuchteren gedroncken. Het moet altoes syn myt anderen dinghen.

705. Aqua edere terrestris sic fit.

Recipe drensen ende distillirsy. Dyt water ys goet theen hoefde zweer wtter maten gedroncken. Ende oeck schegen ydroposim, ende ontstoppet dy leuer, mylte, ende doet wel vryn maken. Ende doet menstrua commen ende is guet op artetica ende brickt den steen.

701. Water van rondbladige munt of Mentha rotundifolia gedistilleerd.

Recept: kattenkruid of Nepeta cataria, dat is een kruid en groeit op hoge plaatsen, stamp het en maak er water van. Dit water is goed gedronken tegen alle steken van kwade wormen en is diegene goed die venijn genuttigd heeft, want het doet het venijn ter keel uitkomen. Het geneest de geelziekte, 9 morgen stonden gedronken en ook de koorts die komt van melancholie. Het is zeer goed tegen melaatse of huidziekte en tegen de plekken die de vrouwen blijven van kinderen. En doodt de wormen in de oren, giet men het daar warm in. Het geneest alle kwade gaten, wast men ze daarmee en ze open zijn. Maar zijn ze gesloten, dan zal men het drinken. En zuivert de borst, de longen en verwarmt de nieren die verkouden zijn en is goed tegen het grauwe water en versterkt dat gezicht, de maag en al uw leden.

702. Water blania (blanca; wit?) gedistilleerd.

Recept: half pond loodmonoxide, litarghirum of litargirum en 1 drachme gom van Dorema ammoniacum, hiervan maak een poeder en met kook het met gedistilleerde azijn.

703. Water van (steen of seseli kruid of Laserpitium siler) gedistilleerd.

Recept: varen (2) op de dag voor het feest van de Johannes de Doper (24 juni) en stamp het met azijn en dan laten alzo staan 9 dagen en distilleer het. Dit geneest alle schurft en ruigheid en huidziekte met vlekken, witte en zwarte.

704. Water van wolfsmelk of Euphorbia gedistilleerd.

Recept: dit kruid dat er geeft witte melk en draagt [fol. 57v] op elke tak 3 zaadjes gelijk wolfsmelk of Euphorbia lathyris en heet ook kleine titimalle of Euphorbia helioscopia, neem deze en stamp ze en maak er een water van. Dit water moet men bereiden met mastiek van Pistacia lentiscus en kook het daarmee en geeft het alzo te drinken. Dit water purgeert zoals akkerzenegroen of Ajuga chamaepitys doet en men mag het daaronder met medicijnen scherpen. Het purgeert natuurlijke en onnatuurlijke melancholie en daarna gal en flegma. Het purgeert ook grote levenssappen en opent de lever en de baarmoeder. Het geneest de vierde daagse koorts, (3) binnen 9. Dagen, dat nuchter gedronken. Het moet altijd zijn met andere dingen.

705. Water van hondsdraf of Glechoma hederacea gedistilleerd.

Recept: hondsdraf of Glechoma hederacea en distilleer het. Dit water is goed tegen hoofdpijn, uitermate gedronken. En ook tegen waterzucht en opent de lever, milt en doet goed urine maken. En doet menstruatie komen en is goed op jicht en breekt de steen.

(1) sunte Johannes auent is de vooravond van 24 juni, het feest van Johannes de Doper.

(2) Mannetjesvaren of Polypodium filix-mas of wijfjesvaren, Asplenium filix-foemina.

(3) Een vorm van koorts waarbij een onderbreking optreedt elke derde dag.

706. Aqua dauci sic fit.

Recipe wilde pasternake mytter wortelen ende stampse myt guden wyn ende macter water aff. Dyt water suuert alle apostemen ende quade gaten ende drogetse ende geneestse. Oeck genest sy canker, fistel ende mormael. Ende geneest alle syecheiden dy wan fleugma comen. Het doet loessen dat wytte ende graw water ende onstopt dy leuer, dy mylte, dy moder. Ende doet scheiden den steen.

707. Aqua corrosiua sic fit.

Recipe oleum communem et sal vitri elx .j. lb. leuende calck, ghemeen salt e[l]x .i.s. ., ende menget al thoe gader ende distillirt myt glase, ende [doet] int water mytten calck gelick eyn sause ende settet onder mest van perden ende latet staen .ij. daghe ende .ij. nachte ende dan nemet ende distilliret doer enen vylt ende dan bestedet.

(fol. 58r) 708. Aqua dealbans dentes sic fit.

Recipe tartarum ende salpeter ende vitrioel ende alun ana (?), dit wryft op enen steen ende distillirt myt glase.

709. Aqua contra fistulam.

Recipe drosem van ende comyn gesoden tsamen ende geplaestert curirt alle fisstel, canker ende mormael.

710. Aqua contra rubedinem faciei.

Recipe leuende sulphur .j. lb, mirre, .j. lb, canfer, .j. , puluert dit wael ende dit puluer legget yn eyn lb. rosen waters. Mit desen water dwaet of vasset v angesichte des auents ende des morgens.

706. Water van Daucus sylvestris gedistilleerd.

Recept: wilde peen met de wortels en stamp ze met goede wijn en maak er een water van. Dit water zuivert alle gezwel of ettergezwel en kwade gaten en droogt ze en geneest ze. Ook geneest het de kanker, fistel of lopend gat en open wond aan de benen. En geneest alle ziektes die van flegma lomen. Het doet lozen dat witte en grauwe water en opent de lever, de milt, de baarmoeder. En doet scheiden de steen.

707. Water invretend gedistilleerd.

Recept: gewone olie en zout glas (?), elk 1 pond, ongebluste kalk, gewoon zout, elk half pond en meng het alle tezamen en distilleer het met een glas en doe in het water met de kalk gelijk een saus en zet het onder paardenmest en laat het staan 2 dagen en 2 nachten en dan neem het en distilleer het door een vilt en dan gebruik het.

[fol. 58r) 708. Water dealbans dentes gedistilleerd.

Recept: tartarus of wijnsteen en salpeter en vitriool of ijzeroxide en aluin gelijk, dit wrijft op een steen en distilleer het met glas (glazen distilleerkolf).

709. Water tegen fistel of lopend gat.

Recept: droesem en komijn of Cuminum cyminum gekookt tezamen en gepleisterd geneest alle fistels of lopend gat, kanker en open wond aan de benen.

710. Water tegen rood aangezicht.

Recept: levend zwavel, 1 drachme, mirre van Commiphora myrrha half drachme, kamfer of Dryobalanops aromatica, half drachme, verpulver dit goed en dit poeder leg het in een pond rozenwater. Met dit water was of veeg af uw aangezicht ’s avonds en ‘s morgens.

711. Aqua dealbans homines sic fit.

Recipe flammula, muscus ende essria. Van desen crude maket water ende wasset daer mede dat ansicht, hals ende handen. Dyt water heeft wonderlicke grote machte schone huut thoe maken, heet waer van coolde of van hetten, ende den lichame guden roeke thoe gheuen alstmen daer vaeke mede wriuet.

712. Aqua metalli sic fit.

Recipe wilinge van yser, van coper, van tenne, van loed, van lytoen ende chathimia, van golde, van siluer, ana alsoe woel als ghy tot enen mael begripen cont. Ende legget dit enen nacht in enen kyndes vryn dat een maget is, ende daer naee enen dach ende nacht yn heeten wyn, ten derden daghe in venecoel sap. Ten .iiij. in witte van eyeren. Ten .v. daghe in frouuen melck dy eyn knechten soghet. Ten .vj. in roden vyn. Ten .vij. yn wyt wan eyeren. Ende holdet altoes dy dynghen daer heet yn geleghen heeft, ende dan menghet al thoe gader ende doet int vat daermen water yn maket ende sublimirt myt clenen fuer, dat daer wtlopet haldet in enen silueren wate. Dy[t] water is van groter krachte vant het mact den mensche iongeling, ende doet aff alle smette (fol. 58v) die men heuet ynt aensicht ende oeck anders wart aent lyff is. Ende mact schone werue den ghene dy lazaris syn ende heet claret seer dy oghen.

713. Aqua blania contra leprositatem sic fit.

Nemt besen van adick, dat is ebulus, ende van sambuc ana .j. ., die blomen van wede virendeel. Dit siedet tgader alst gestoten is in .ij. quarten wyn eticks op dy helfte. Dan recipe .iij. loet alluns ende werpet daer [in] alst colirt is, soe is dat water wolmaket.

714. Aqua saluia sic fit.

Recipe saelge ende pulegium, tsamen gestampt ende water dar wt ghedistillirt, dit is ter maten nutte water dy het myt castorien sodet, alse mennich werft alst dy mensche drinct. Al soe mennich werf alsment drinct all warm, langet hem syn lyff, ende alsoe mennighen dach syn leue. Dy mensche en moechte nummermeer soe seer vercolt syn, droncke hys negen daghen al warm myt castorium gesoden, hi waer al genesen. Dit water .ij. mael des dages al warm gedroncken, veriaget dy kynchoest vanden mensche bynnen .ij. daghen.

715. Aliud.

Water alleyn wan self distillirt. Soe wye dat nuchteren drinct, hy en mach bynnen den dach nyt werden kalt, ende artetyke, fleder siin, yechte dy vanden couden commen eyn mach hem bynnen den dach nyt schaden, ist datmen dit water drinct. Ende strickt daer mede die voerseide euel, si sullen daer mede beteren, is dat sy syn van kouder naturen. Ende dit water doet al dat selue dat eupatorium doet, wilde self.

716. Aqua tanaceti sic fit.

Recipe reynuaen als sy bloeyet myt dy woertelen ende distillirt daer water wt. Dyt water gedroncken suuert den mensche van allen quade humoren dye dy mensche bynnen hebben mach, ende dodet dy wormen gelic worm kruyt yn des menschen lichaem, mer men salt ghenen vrouuen gheuen dy frugber syn vant het solde (fol. 59r) dye fruchte deren ende werderwen.

717. Aqua endiiuie sic fit.

Recipe endiiuien ende haecket sy kleyn ende distillirtse. Dyt water nuchteren gedroncken ys guet der magen ende oerbelicke tot mennicherhande saken, vant het onstopt dy werrotte humoren ende geneest den dagelixe korts ende yctericiam ende zoet dy opilacien vander leueren ende vander milten, nyren ende mage ende het wercoelt sonderlicke seer alle saken.

718. Aqua ebuli sic fit.

Recipe adyck mytter wortelen ende stamptse ende distillirt het water wt. Dit water ys goet ende medicinael. Want het purgirt alle treckende flumen opwart. Tegen steecten yn dy syde. Ende het purgirt het witte water ende tfledersiin ende artetica myt desen water geplaestert ende daer mede gedwogen.

719. Aqua semper viue.

Recipe donrebaer ende distillirt het water wt dat blust brant, ist datmen drinct of daer mede dwaet ofte plaestert.

720. Aqua pimpenelle sic fit.

Sicut endiiuie. Dyt water is van groter virtuten want lage eyn mensche ynt quaelbed ende men wete[n] wilde wer dat hy steruen solde of toe liue bliuen, so solt men hyr van desen water doen nutten. Ende wert dat hy feyich weder van der sucten to steruen, soe soldi dat water staphans wt keren ende sout nyt quit werden. Dyt water dowet den steen seer nerwert. Item dyt water yn dy oghen gedwogen geneest se ende suuertse van alle sericheiden, als dropen van witten, van brunen, van scellen, ende genest alle wonden, olde ende nye waer sy syn, ende het commet ter wonden wt lopen ende het heilt gescortheiden dy nye ys ende alle quetsinge. Ende het is guet teghen wenyn gedroncken. Item dit crut is gedaen gelixs beuernelle, mer dy pimpenelle heft blommen of knoppen weren ende ys purper. Ende alsmen dy bladeren ontwee trect, soe yrst al haer achtich. Item dyt crut stampet ende distillirt.

711. Water dealbans homines gedistilleerd.

Recept: egelboterbloem of Ranunculus flammula (of ook Clematis flammula) muskus (1) en wolfsmelk of Euphorbia esula (?). Van deze kruiden maak water en was daarmee dat aangezicht, hals ende handen. Dit water heeft wonderlijke grote macht mooie huid te maken, het was van koude of van i hitte en het lichaam een goede geur te geven als men er vaak mee wrijft.

712. Water van metaal gedistilleerd.

Recept: welling van ijzer, van koper, van tin, van lood, van messing en loodmonoxide, litarghirum of Litargirum of goudschuim, van goud, van zilver, gelijk alzo veel als ge in eenmaal pakken kan. En leg dit een nacht in een kinds urine dat een maagd is en daarna een dag en nacht in hete wijn, de derde dag in venkel of Foeniculum vulgare sap. Te 4de in het witte van eieren. Te 5de dag in vrouwenmelk die een jongetje zoogt. Te 6de in rode wijn. Te 7de in het witte van eieren. En hou het altijd die dingen daar het in gelegen heeft en dan meng het al tezamen en doe het in het vat daar men water in maakt en laat het neerslaan met klein vuur en wat eruit loopt hou het in een zilveren vat. Dit water is van grote kracht want het maakt de mens jong en doet af alle smetten [fol. 58v] die men heeft in het gezicht en ook verder aan het lijf. En maakt een mooie kleur diegene die melaats of huidziekte zijn en het verheldert zeer de ogen.

713. Water blania tegen leprozen gedistilleerd.

Neem bessen van kruidvlier of Sambucus ebulus, dat is ebulus, en van Sambucus gelijk 1 pond, de bloemen van wede of Isatis tinctoria vierendeel. Dit kook tezamen als het gestampt is in 2 kwarten wijnazijn tot op de helft. Dan recept: .3 lood aluin en werp het daarin als het gezuiverd is, dan is dat water volmaakt.

714. Water van salvia gedistilleerd.

Recept: salie of Salvia officinalis en polei of Mentha pulegium, tezamen gestampt en water daaruit gedistilleerd, dit is uitermate nuttig water die het met bevergeil kookt alzo menig maal als het de mens drinkt. Alzo menigmaal als men het drinkt al warm verlengt het hem zijn leven en alzo menige dag zijn leven. De mens mocht nimmermeer zo zeer verkouden zijn dronk hij het negen dagen al warm met bevergeil gekookt, hij was genezen. Dit water 2 maal per dag al warm gedronken verjaagt de kinkhoest van de mens binnen 2 dagen.

715. Anders.

Water alleen van salie of Salvia officinalis gedistilleerd. Zo wie dat nuchter drinkt, hij mag binnen die dag niet koud worden en jicht, reuma, jicht die van koude komen in mogen hem binnen die dag niet beschadigen, is het dat men dit water drinkt. En bestrijk daarmee de voor vermelde ziekte, ze zullen daarmee verbeteren, is het dat ze van koude natuur zijn. En dit water doet al datzelfde dat Eupatorium cannabinum doet, wilde salie.

716. Water van reinvaarn of Tanacetum vulgare gedistilleerd.

Recept: reinvaarn of Tanacetum vulgare als het bloeit met de wortels en distilleer daar water uit. Dit water gedronken zuivert de mens van alle kwade levenssappen die de mens binnen hebben mag en doodt de wormen gelijk wormkruid het menselijke lichaam, maar men zal het geen vrouwen geven die vruchtbaar zijn want het zou [fol. 59r] de vrucht deren en verderven.

717. Water van andijvie of Cichorium endiva gedistilleerd.

Recept: andijvie of Cichorium endiva en hak het klein en distilleer het. Dit water nuchter gedronken is goed de maag en gebruikelijk tot menigerhande zaak want het opent de verrotte levenssappen en geneest de dagelijkse koorts en geelzucht en verzacht de verstopping van de lever en van de milt, nieren en maag en het verkoelt bijzonder zeer alle zaken.

718. Water van Sambucus ebulus gedistilleerd.

Recept: kruidvlier of Sambucus ebulus met de wortels en stamp ze en distilleer het water eruit. Dit water is goed en medicinaal. Want het purgeert alle trekkende fluimen omhoog. Tegen steken in de zijde. En het purgeert het witte water en reuma en jicht met dit water gepleisterd en daarmee gewassen.

719. Water van huislook of Sempervivum tectorum.

Recept: huislook, donderbaard of Sempervivum tectorum en distilleer het water eruit, dat blust brand, is het dat men het drinkt of daarmede wast of pleistert.

720. Water van pimpernel gedistilleerd.

Als andijvie of Cichorium endiva. Dit water is van grote krachten want lag een mens in het ziekbed en men weten wilde of dat hij sterven zou of in leven blijven, dan zou men hiervan dit water doen nuttigen. En was het dat hij in doodsgevaar was van de ziekte te sterven, dan zou hij dat water dadelijk uitspuwen en zou het niet kwijt worden. Dit water drukt de steen zeer naar beneden. Item; dit water in de ogen gewassen geneest ze en zuivert ze van alle zeer zoals huidziekte als schurft van witte, van bruine, van schellen (2), en geneest alle wonden, oud en nieuw waar ze zijn en de komt ter wond uitlopen en heelt breuken die nieuw zijn en alle kwetsing. En het is goed tegen venijn gedronken. Item; dit kruid is gedaan gelijks bevernel of Pimpinella saxifraga, maar de pimpernel of Sanguisorba officinalis heeft bloemen of knoppen meer en is purper. En als men de bladeren stuk trekt dan is het geheel haarachtig. Item; dit kruid gestampt en gedistilleerd.

(1) afscheidingsproduct uit de geslachtsklieren van het mannelijk muskushert.

(2) epiphora, tranenvloed ten gevolge van afsluiting van het afvoerkanaaltje.

721. Aqua palme christi.

Ys gemact van eyn crude dat heft dy woertelen gelick of .ij. handen waren. Ende men mact aldus. Recipe palmam christi mitter woertelen ende macter af water; dit water genest alle zwellen bynnen (fol. 59v) ende buten nuchteren gedroncken. Ende het sterket dy lede ende confortiert dy senen ende dodet artetica ende fledersiin ende alle gichticheit. Ende het merret natuer ende geneest wonden bynnen ende buten.

722. Aqua dulcedinis oculorum ad oculos.

Recipe rute, agrimonie, mandragori et celidonie myt suker ende myt calmy steen tgader gewreuen ende yn eyn klocke gedaen ouer eyn cleyn fuer, daer wt salmen water sublimiren. Dyt water heft grote craft yn hem, want het is neen ouel also fel noch so quaet, dat dy ogen to deren plech, ten ys warachtich medicyn daer tegen, ist datmen g[e]nesen mach. Dyt water nuchteren gedroncken verdrieft alrehande venyn wt des mensche lichaem. Ende hadde eyn mensche fenyn genuttet, ende hy hyr af droncke, het venyn soude ten mont wt gaen. Item het blusset bynnen dry dagen het helssche fuer, alsmen eyn plaester van wercke daer yn nettet ende legget daer op, indien dattet fuer van zwarter verue ys. Meer waert inden midden heete ende al omme roet, soe en lechtmens nyt daer op. Ende dyt water doer ettet den cancker ende doethem genesen. Det menghet myt aloe ende netter yn eyn plaester van wercke ende leget daer op twe werf des daghes.

723. Aqua petralis sic fit.

Recipe beuenellen saet, petrocilien saet, eppen saet, gariofilaten saet, clessen saet, mastick ana(?) ende dat al ontwee gewreuen ende getempert myt buxsblode myt eyn luttel azijn. Dyt doet al yn [eyn] clocke ende distillirt of sublimirt water dar af. Dyt water is sunderlinghe goet soe wie onderheuich is vanden steen, het ys wyt of roet of ru of slecht of hy is geconformirt, drinct dy sieke elx dage nuchteren, dy steen sal breken ende sceiden ende sal vanden menschen gaen oft sand waer of graueel, ende werdrift scorftheit ende doet weder haer wassen.

724. Aqua yrundina sic fit.

Recipe jonghe swaluen, ende barntse to puluer, ende dan menghet mytten puluer castorie ende eyn luttel azijns, ende doet yn eyn klocke ouer tfuer ende sublimirt water dar wt. Dy[t] water heft mennighe schone virtuten tegen dat grote ouel nuchteren gedroncken, op hem seluen soe geneset van wat nature dat het sy. Item het verdrift frenesy ende fledersin ende geneest dy ghenen dy yn tysika leggen ende maket bouen allen (fol. 60r) dinghen guede hersen ende suuert dy maghe ende suetet dy borst ende confortirt dy senen ende trect wt alle dy wortelen vander gycht ende merret natuer. Ende verhettet dy vercolt syn van naturen, ende coelet dy altoe heet syn van naturen. Dyt water nuchteren gedroncken myt ysopen, werdrift dat witte water ende den daghelixe corts. Mer als dy vrouuen kynder dragen, soe motten sy hem huden van desen water want dy frucht solde verloren bliuen. Ende verdrift alle hoeft zwer myt ysope gedroncken, ende doet wel slapen ende wel vryn maken ende dy spise wel verdowen, ende wel ter cameren gaen. Ende doet haer af gaen daerment op vriuet sonder enich weder wassen.

725. Aqua lazida sic fit.

Recipe dy bladeren vanden soeuenboom, jsope ende au[er]rut ende gladie tgader gestampt dar wt water sublimirt. Dit verdrift alle hoeft sweeren di het eens des dages nuttet. Het werdrift alle cort[s], heet ende cald. Ende dy het drincke .ij. werue des daghes het stempet het roede merisoen ende twitte. Ende het is rechte medicyn tegen dy rode bloetsuct, ende dy et syden myt castorie ende drinct, het werdrift alle fledersyn op datmen drincket alstmen dat alre heetste dogen mach. Ende het suuert dy mage van allen quade humoren ende dodet dy worme ynt lichaem ende haldet altoes den mensche yn schoenre gesuntheiden.

726. Aqua dealbatica sic fit.

Nemt eyn mol ende barnthem tstucken of to puluer ende stampten myt celidonien ende myt leuende sulphur, daer water wt sublimirt. Dy myt desen water dwoech eyn beest dy swart haer hadde, sy solde bynnen .ix. daghen wyt werden. Ende dyt water gemenget myt wasse of myt aloe, het verdrift alle dropen op datment daer mede saluet. Ende genest noli me tangere eyn plaester daer af op geleit. Ende genest ioecte ende dy rose ynt aensicht ende schorfde hoefden de sere mede saluet. Ende eyn plaester daer af gemact myt aloe ende myt calmie ende op den wolf geleit, verbit hem ende genest. Dyt salmen vermaken eyns des dages ende daer mede dwaen. Dyt water is nuttelick buten mede to werken, mer van bynnen quaet.

727. Aqua consumaitua dat weel werduuen ende werteren sic fit.

Recipe petercilie ende stampt sij ende maecter water af. Dyt water doet wel werduuen dy spise. Ende werdrift alle wyndicheit wtten lichaem ende wtter magen. Ende doet den (fol. 60v) mensche wel eten ende syn spise wel becommen ende ys wonderlicke guet gesoden myt suker ende gedroncken tegen den host ende tegen quade borst vant het sutet ende suuert dy borst van quade humoren.

728. Aqua paralisis vel primule veris, dat ys eyn krut myt gele blomkens ende wassen in weken busschen et sic fit.

Recipe dy bladen ende dy woertelen van desen crude ende stamse ende macter water af. Dyt water ys sunderlinge medicinael want nuchteren gedroncken .vj. daghe lanck, het geneset den hoeft zweer dy wan coude comt. Ende is guet ter lenden ende tot allen sieckheiden dy van zenen commen ende tot lanck euel, ende heylt wonden ende comfortirt dy arterien.

729. Aqua tormentille, of tremoers dy cleyn of kleyne duuels beet sic fit.

Recipe tormentille myt dy wortelen ende stampse ende macter water af. Dit water .ix. morgen nuchteren gedroncken genest dat witte ende dat rode ende dat brun op dy oghen ende dy heer brant ende verlicht des mensce lichaem van enigher saken. Ende het claert syen bouen alle wateren ende het stoppet dat rode menysoen. Ende het genest dy rede van allen dagen op datmen .xl. daghe nuchteren drinct. Item wonden bynnen ende buten geneset ende het comt der wonden wt lopen ende genest canker, mormael, ceter ende seer apostemen, seer burst, seer wede, atteticam, tfledersiin dy nyt weroldet syn, ende dy spenen. Ende het confortirt dy maghe ende sterket dy leuere ende dy burst, dy milte, dy nyren, dy blase van hoer opilacien. Ende verlicht den mensche van syne mysquame, gelick of eyn mensche eyn swaren last droghe ende dat eyn ander quaem ende holpet hem draghen. Ende ynder sterfte is goet bouen al voert fenyn.

730. Aqua consolide minoris sic fit.

Recipe dy blommen vander kleyner matelyuen ende macter af water als sy gestampt syn. Dit water gedroncken geneest alle wonden bynnen ende buten. Ende het is oeck guet gedroncken den genen dy benen to braken heft, ende teghen alrehande sericheit. Ende dat aensicht mede bestreken mact schone werue ende suuert dy rode pusten int aensicht. Ende werdrift alle plecken en[de] spruten wan des menschen lichaem.

721. Water van palma christi of Ricinus communis.

Is gemaakt van een krui dat de wortel (bladeren) heeft gelijk alsof het 2 handen waren. En men maakt het aldus. Recept: wonderboom of met de wortels en maak er van water; dit water geneest alle gezwellen binnen [fol. 59v] en buiten, nuchter gedronken. En het versterkt de leden en versterkt de zenuwen en doodt jicht en reuma en alle jicht. En het vermeerdert de seksuele potentie en geneest wonden binnen en buiten.

722. Water dulcedinis oculorum ad oculos of oogwater.

Recept: wijnruit of Ruta graveolens, Agrimonia eupatoria, mandraak of Mandragora et stinkende gouwe of Chelidonium majus met suiker en met galmei of zinkcarbonaat steen tezamen gewreven en in een distilleerkolf gedaan boven een klein vuur, daaruit zal men water laten neerslaan. Dit water heeft grote kracht in hem, want er is geen ziekte alzo fel nog zo kwaad, dat de ogen te deren plag, het is een echte medicijn daartegen, is het dat men het genezen mag. Dit water nuchter gedronken verdrijft allerhande venijn uit het mensen lichaam. En had een mens venijn genuttigd en hij ervan dronk, het venijn zou te mond uitgaan. Item; het blust binnen drie dagen het heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos, als men een pleister van pluksel daarin nat maakt en het daarop legt, indien dat het vuur een zwarte kleur heeft. Maar wordt het in het midden heet en al omtrent rood, leg het er dan niet op. En dit water doodt etter en de kanker en doet hem genezen. Dit meng met Aloë perryi en nat er een pleister van pluksel mee en leg het daarop tweemaal per dag.

723. Water tegen de steen gedistilleerd.

Recept: bevernel of Pimpinella saxifraga zaad, peterselie of Petroselinum crispum zaad, eppe of Apium graveolens zaad, nagelkruid of Geum urbanum zaad, kleefkruid of Galium aparine zaad, mastiek van Pistacia lentiscus, gelijk en dat geheel stuk gewreven en getemperd met bokkenbloed met wat azijn. Doe dit alles in een distilleerkolf en distilleer het of laat het water daarvan neerslaan. Dit water is bijzonder goed zo wie onderhevig is van de steen, het is wit of rood of ruw of recht of het is gelijkvormig, drinkt de zieke het elke nuchter, de steen zal breken en scheiden en zal van de mens gaan of het zand was of gravel of niersteentjes en verdrijft schurft en doet weer haar groeien.

724. Water uit de as van zwaluwen gedistilleerd.

Recept: jong zwaluwen en brand ze tot poeder en dan meng het met het poeder van bevergeil en wat azijn en doe het in een distilleerkolf boven het vuur en laat het water daaruit neerslaan. Dit water heft menige mooie krachten tegen de vallende ziekte nuchter gedronken, op zichzelf of alleen met dan genees het dat van welke natuur dat het is. Item; het verdrijft krankzinnigheid of delirium en jicht en geneest diegene die in tering liggen en maakt boven alle [fol. 60r] dingen goede hersens en zuivert de maag en verzacht de borst en versterkt de zenuwen en trekt uit al de wortels van jicht en vermeerdert seksuele potentie. En verhit die koud zijn van naturen en verkoelt die al te heet zijn van naturen. Dit water nuchter gedronken met hysop of Hyssopus officinalis verdrijft dat witte water en de dagelijkse koorts. Maar als de vrouwen kinderen dragen, dan moeten ze zich hoeden van dit water want de vrucht zou verloren blijven. En verdrijft alle hoofdpijn met hysop gedronken en doet goed slapen en goed urine maken en de spijs goed verteren en goed ter toilet gaan. En doet haar afgaan daar men het op wrijft zonder enige hergroei.

725. Water lazida of lasida gedistilleerd.

Recept: de bladeren van zevenboom of Juniperus sabina, hysop of Hyssopus officinalis en averuit of Artemisia abrotanum en gladiool of Gladiolus communis tezamen gestampt en daaruit water laten neerslaan. Dit verdrijft alle hoofdpijn die het eens per dag nuttigt. Het verdrijft alle koorts, heet en koud. En die het drinkt 2 maal per dag, het stelp het de rode buikloop en de witte. En het is echte medicijn tegen de rode bloedziekte en die het koken kan met bevergeil en drinkt, het verdrijft alle jicht opdat men het drinkt zoals men het aller heets kan. En het zuivert de maag van alle kwade levenssappen en doodt de wormen in het lichaam en houdt de mens altijd in een mooie gezondheid.

726. Water uit as van een mol gedistilleerd.

Neem een mol en brandt het stuk of tot poeder en stamp het met stinkende gouwe of Chelidonium majus en met levende zwavel, laat daar water uit neerslaan. Die met dit water wast een beest die zwart haar had, het zou binnen 9 dagen wit worden. En dit water gemengd met was of met Aloë perryi, het verdrijft alle huidziekte zoals schurft opdat men het daarmee zalft. En geneest moeilijk te genezen zweer. (zie 697) een pleister daarvan opgelegd. En geneest jeuk en de roos in het gezicht en schurftige hoofden die er mee zalft. En een pleister daarvan gemaakt met Aloë perryi en met galmei of zinkcarbonaat en op de wolf of kankerachtig gezwel gelegd, verbijt het en geneest. Dit zal men vermaken een maal per dag en daarmee wassen. Dit water is nuttig om er van buiten mee te werken, maar van binnen is het kwaad.

727. Water consumativa dat goed verduwen en verteren kan gedistilleerd.

Recept: peterselie of Petroselinum crispum en stamp het en maak er een water van. Dit water doet goed verteren uw spijs. En verdrijft alle winderigheid uit het lichaam en uit de maag. En laat de mens [fol. 60v] goed eten en zijn spijs goed bekomen en is wonderlijk goed gekookt met suiker en gedronken tegen de hoest en tegen kwade borst want het verzacht en zuivert de borst van kwade levenssappen.

728. Water van paralisis of Primula veris, dat is een kruid met gele bloempjes en groeit in vochtige bossen en gedistilleerd.

Recept: de bladeren en de wortels van dit kruid en stamp ze en maak er een water van. Dit water is bijzonder medicinaal want nuchter gedronken 6 dagen lang geneest het de hoofdpijn die van koude komt. En is goed ter lenden en tot alle ziektes die van zenuwen komen en tegen onderbuikspijn of koliek en heelt wonden en versterkt de spieren.

729. Water van tormentil of Potentilla tormentilla of kleine duivelsbeet of Succisa pratensis gedistilleerd.

Recept: tormentil met de wortels en stamp ze en maak er water van. Dit water 9 morgen nuchter gedronken geneest dat witte en dat rode en dat bruine op de ogen en de heer brand en verlicht het mensen lichaam van enige zaken. En het verheldert het zien boven alle wateren en het stopt de rode buikloop. En het geneest de koorts van alle dagen opdat men het 40 dagen nuchter drinkt. Item; wonden binnen en buiten geneest het en het komt ter wonden uitlopen en geneest kanker, open wond aan de benen, serpigo of huidziekte en zeer gezwel of ettergezwel, zere borst, zere roede, jicht, reuma die niet veroud zijn en de aambeien. En het versterkt de maag en versterkt de lever en de borst, de milt, de nieren en de blaas van hun verstoppingen. En verlicht de mens van zijn aandoeningen, gelijk of een mens een zware last droeg en dat een ander kwam en hielp hem dragen. En in de sterfte is het goed boven al voor het venijn.

730. Water van consolida minor gedistilleerd.

Recept: de bloemen van de kleine madelief of Bellis perennis en mak er water van als het gestampt is. Dit water gedronken geneest alle wonden binnen en buiten. En het is ook goed gedronken diegenen die de benen gebroken heeft en tegen allerhande zeer. En dat aanzicht ermee bestreken maakt een mooie kleur en zuivert de rode puisten in het gezicht. En verdrijft alle plekken en sproeten van het mensen lichaam.

731. Aqua scabiose.

Ys gemact van .ij. cruden, dat eyn hetet scabiosa, dy ander heytet duuels beete (fol. 61r) dy grote. Dit ys guet water het heylt doer dy heele huut. Sic autem fit. Recipe dese .ij. cruden ende stampse ende macter water af. Dit water geneest wonden bynnen ende buten ende comt te wonden wt lopen. Ende hadde een mensche eyn aposteem yn syn lyf of rudicheit of enyghe scorftheit van wercoltheit ende hy des droncke .ix. morgen stonden, de aposteem ende dy siecheiden solden wtwert slaen. Ende hadde eyn syn wede zeer ende geswollen, droncke he des ende hem daer mede wastene, als waer hy onsteken of hoe seer dat hy wer, hy solt genesen.

732. Aqua saturionis sic fit.

Recipe tcruyt geheiten papen cullen dat stampt myt syn wortelen ende distilirt. Dit water geneest dy <in> tisiken liggen. Et excitat maxime coitum et confortat stomachum et coitum. Ende confortirt alle dy leden des mensches.

733. Aqua benedicta vel gariofilata sic fit.

Recipe dy bladen van desen kruyt ende dy woertelen tsamen ende distillirse. Dit water nuchteren gedroncken purgiert fleuma ende doet werteren alle graue spise. Ende het helpet der colder maghen. Ende is guet ter leueren, ende tegen hert ouel dat van fleumen commet. Ende het helpet wonden, apostemen, cancker, fistel ende mormael ende comt ten gaten wt gelopen ende het werlicht dy hersen.

734. Aqua celidonie sic fit.

Recipe celidoniam mitter wortelen ende distillirt. Dyt water is van groter virtuten beyde bynnen ende buten. Ende is guet ten oghen want het scerpet dat syen ende suuertse ende droechtse. Ende suuert oeck cancker ende fistel, dwaetmensee daer mede. Ende het is guet tot scorfheit dy van colden comt, ende ghenest dy scellen op dy oghen ende opt hoft ende onstopt lever ende longe, dy milte, dy blase, ende dy nyren alsment drincke nuchteren ende suuert dy moder van wulheiden ende van vercoltheiden.

735. Aqua melliloti sic fit.

Recipe melloten ende stampse myt azyn ende macter water af. Dit water is guet den ganen dy quade adem hebben, dy sullent drincken alle daghe nuchteren, syn adem sal wel ruken. Ende hadmen enighe onnutte spyse geyten, dit water solt sy verduuen. Ende het heylt wonden van bynnen, ende [is] sunderlinghe goet ten hoeft zweer, tvoerhoeft ende dy slaep daer mede bestreken. Ende is guet ten oghen ende den genen dy kranck syn van synnen ist guet.

(fol. 61v) 736. Aqua betonice sic fit.

Recipe dy bladen ende blomme van betonien ende distillirse. Dy[t] water ys guet tot hoeft zweer. Ende nuchteren gedroncken wacht den menschen van drunckenscap. Het sterket dy mage ende genest se van alle veruultheiden ende suuert alle dy leden. Ende ys goet ten ogen ende geneest alle wonden bynnen ende buten olden ende nyen ende comt ter wonden wt. Ende genest den corts dy alle dage comt of comt ouer anderen dach, gedruncken voer den accesse.

737. Aqua matricarie.

Ys gemact van maters ende is seer goet tot woele saken bynnen ende buten den licham. et sic fit. Recipe dy blomen ende dy maters bladen, stampse ende doetse yn eyn klocke. Dyt water is van voelen virtuten. Want wy dat nuchteren drinct elx dages hyr verlinget seer syn leuen. Want wyet drincket diickwil hy is versekert vanden ga doet. Ende is goet ter veruulder magen ende benemt dy dwallinghe vanden herten ende confortirt dy hersen ende maket gueden syn. Ende scerpt het syen. Ende doet scheiden grote groue winden ende maket guden adem. Et curat yctericiam. Ende doet sitten gaen dy op risynge vander moder. Ende doet dy vrouue hoer blomme commen ende benemt dy zweringe inder leenden. Et curat colicam passionem.

738. Aqua ypericon fit van sunte Johans cruyt of van herba perforata.

Nemet cruyt ende stampet ende macter water of. Dit water is guet gedroncken tot woele sieckheiden ende heilt thans wonden daermen toe siet. Ende suuert dy aderen vander leueren ende ontstopt dy milte ende dye nyeren, ende doet wel vryn maken. Ende doet den wrouuen hoer blommen commen. Et contra morsus veneratoris animalium valet et etiam contra morsus rabidi canis valet. Ende veriaget den duuel ende het werdriuet venyn gelixs tyriaca.

739. Aqua cicute.

Dit water is goet gedroncken tegent grote ouel ende gewreuen van buten daer wormen syn, het doetse steruen. Ende is guet gedroncken tegen quade lenden ende tegen opilacien der nyren ende der milten ende teghen tproessen van vryn tmaken. Ende wart saeck dat men tarwe daer yn laghe toe weyken .ij. dagen ende .ij. nachten ende worpet dan voer dy wogelen ende sy dan daer af aten (fol. 62r), sy en soelden nyt moghten vliegen.

740. Aqua fragarie sic fit.

Recipe eerdbeesen cruyt ende stampet myt guden azyn ende mact dar water af. Dit water is goet op allen steden dy verhettet syn, ende stelpet tmenisoen, het ripet alle heeten zweren emplastrum.

731. Water van scabiosa.

Is gemaakt van 2 kruiden, de ene heet Centaurea jacea en de andere heet duivelsbeet of Succisa pratensis [fol. 61r[ de grote. Dit is goed water, het heelt door de hele huid. Op deze manier. Recept: deze 2 kruiden en stamp ze en maak er een water van. Dit water geneest wonden binnen en buiten en komt ter wonden uitlopen. En had een mens een gezwel of ettergezwel in zijn lijf of ruigheid of enige schurft van verkoudheid en hij het dronk 9 morgen stonden, het gezwel en de ziekte zouden naar buiten slaan. En had een zijn roede zeer en gezwollen, dronk hij het en waste zich daarmee en al was het ontstoken of hoe zeer dat het was, hij zou genezen.

732. Water van harlekijnorchis of Orchis morio gedistilleerd.

Recept: het kruid geheten harlekijnsorchis of Orchis morio, dat stamp je met zijn wortels en distilleer het. Dit water geneest die in phtisis of tering liggen. En wekt op en versterkt de maag en geslachtsgemeenschap. En versterkt alle leden van de mens.

733. Water van nagelkruid, benediktenkruid of Geum urbanum gedistilleerd.

Recept: de bladeren van dit kruid en de wortels tezamen en distilleer het. Dit water nuchter gedronken purgeert flegma en doet verteren alle grove spijs. En het helpt de koude maag. En is goed ter lever en tegen de hartziekte dat van flegma komt. En het helpt wonden, gezwel of ettergezwel, kanker, fistel of lopend gat en open wond aan de benen en komt ten gaten uitlopen en het verlicht de hersens.

734. Water van stinkende gouwe of Chelidonium majus gedistilleerd.

Recept: stinkende gouwe of Chelidonium majus met de wortels en distilleer het. Dit water is van grote krachten beide binnen en buiten. En is goed voor de ogen want het verscherpt het zien en zuivert ze en droogt ze. En zuivert ook kanker en fistel of lopend gat, was ment ze ermee. En het is goed tegen schurft die van koudheid komt en geneest de schellen op de ogen en op het hoofd en opent de lever en de longen, de milt, de blaas en de nieren als men het drinkt nuchter en zuivert de baarmoeder van vervuldheid en van verkoudheid.

735. Water van melilote of Melilotus officinalis gedistilleerd.

Recept: melilote of Melilotus officinalis en stamp ze met azijn en maak er een water van. Dit water is goed diegene die een slechte adem hebben, die zullen het drinken alle dagen nuchter, zijn adem zal goed ruiken. En had men enige onnuttige spijs gegeten, dit water zou het verdrijven. En het heelt wonden van binnen en is bijzondere goed tegen hoofdpijn, het voorhoofd en de slaap daarmee bestreken. En is goed voor de ogen en diegenen die zwak zijn van geest is het goed.

[fol. 61v) 736. Water van betonie of Stachys officinalis gedistilleerd.

Recept: de bladeren en de bloemen van betonie of Stachys officinalis en distilleer het. Dit water is goed tegen hoofdpijn. En nuchter gedronken behoedt de mensen van dronkenschap. Het versterkt de maag en geneest het van alle overladenheid(286) en zuivert alle leden. En is goed voor de ogen en geneest alle wonden binnen en buiten, oude en nieuwe en komt ter wonden uit. En geneest de koorts die alle dagen komt of om de andere dag, gedronken voor de koortsaanval.

737. Water van kamille of Matricaria chamomilla.

Is gemaakt van kamille of Matricaria chamomilla en is zeer goed tot vele zaken binnen en buiten het lichaam en gedistilleerd. Recept: de bloemen en de bladeren, stamp ze en doe het in een distilleerkolf. Dit water is van vele krachten. Want wie dat nuchter drinkt elke dag hij verlengt er zee mee zijn leven. Want wie het vaak drinkt hij is verzekerd van de snelle dood. En is goed tegen vervuilde maag en beneemt het koken van het hart en versterkt de hersens en maakt goede geest. En verscherpt het zien. En doet scheiden grote grove winden en maakt een goede adem. En geneest geelzucht. En laat het oprijzen van de baarmoeder staan. En laat bij de vrouwen hun maandstonden komen en beneemt de pijnen in de lenden. En geneest pijnlijke koliek.

738. Water van Hypericum perforatum of van Sint Johannes kruid of van herba perforata.

Neemt het kruid en stamp het en maak er een water van. Dit water is goed gedronken tot vele ziektes en heelt dadelijk wonden daar men toekijkt. E zuivert de aderen van de lever en opent de milt en de nieren en doet goed urine maken. En doet de vrouwen hun maandstonden komen. En tegen dieren en tegen hondsdolle dieren geneest het. En verjaagt de duivel en verdrijft venijn gelijk teriakel.

739. Water van gevlekte scheerling of Conium maculatum.

Dit water is goed gedronken tegen de vallende ziekte en van buiten gewreven daar wormen zijn, het laat ze sterven. En is goed gedronken tegen kwade lenden en tegen verstoppingen der nieren en de milt ende tegen het persen van urine te maken. En was het zo dat men tarwe daarin legt te weken 2 dagen en 2 nachten en werpt het dan voor de vogels en ze dan ervan aten [fol. 62r] ze zouden niet meer kunnen vliegen.

740. Water van aardbei of Fragaria vesca gedistilleerd.

Recept: aardbeien of Fragaria vesca en stamp het met goede azijn en maak daar een water van. Dit water is goed op alle plaatsen die verhit zijn en stelpt de buikloop, he rijpt alle heten zeren met een gipspleister.

741. Aqua fraxini sic fit.

Recipe dy krop vanden eeschen ende dy blade ende stamptse myt azyn ende macter water af. Dyt water is goet op morpheam ende op ceter seer, ende op drope, ende op pustekens, want het doetse genesen, diet drincket purgirt fleuma, et suuert thert ende helpet ter nyren, ter milten, ende doet seer heylen gebroken been ende sunderlingh ist guet op alle seren dy dropich syn.

742. Aqua emorroidarum.

Dit water ys sunderlinghe guet ten spenen ende woele sacken. Recipe groene acrysse myt allen, vuile wort myt allen, ende spenen cruyt, ende lauassche myt allen, ende wedewinde, ende yest, ende lancea, centorie, hems woertelen, gladie, ende loeck, aueruet, alsem, celidonie, agrimonye, ypoquistidos ende scabiosa ana(?), stampse ende macter water af. Dit water gedroncken ende geplaestert op spenen sanat.

743. Aqua beuenelle sic fit.

Recipe beuenellen myt allen ende stampse ende distillirtse. Dyt water ys guet tot woelen saeken, want, diet dagelixs drinct, hym eyn mach gheen sieckheit toe commen. Want het benemt dwalinge van herten ende het ydelt den lichaem van quade humoren ende brect den steen ende [doet] scheiden den graueel. Ende confortirt dy mage ende stercket dy hersen, dy leuer, dy milte ende dy nyren. Ende het doet wel vryn maken ende dyt water myt castorien gesoden ende gedroncken geneest seer wael dy gycht.

744. Aqua osmunde sic fit.

Recipe osmunda myt allen wytten tandekens ende stampse ende macter water af. Dy[t] water genest alle wonden nye ende olde ende doet oeck alle saken dy anderen wateren ende plaesteren wt vechten. Ende genest cancker, fistel, mormael, ende apostemen, ende waer eyn mensche gescoerdt, droncke he des .xl. dage nuchteren, hy solt genesen sonder snyden ende genest alle quetsuren (fol. 62v) olde ende nyen ende salue daer af gemact is guet toe wele saken.

745. Aqua verbene sic fit.

Recipe yserenhart ende stamptse ende macter water af. Dit water is sunderlingh guet tot vele saken. Het genest thans den hoft zwer, het benemt bloet pissen ende doet wel vryn maken, ende helpet ter milten, ter leueren, ter nyren vander opilacien. Ende genest wonden bynnen ende buten, ende apostemen, ende seer oghen, canck[r]e, fistel, mormael, ceter, seer clirn ende claporen ende se[er]e veden, ende brant dy verbrant is vant fuer of van water, ende stellet bloet commende vt allen leden.

746. Aqua agrimonie sic fit.

Recipe agrimonie ende stamptse myt guden azyn ende doetse [op] tfuer, ende maecter water af. Dit water gedroncken opent alle wonden dy quallick genesen waren ende ander quade gaten, als cancker, fistel, mormael.

747. Aqua corrosiua sic fit.

Recipe .j. lb. wedeasche ende macter loge af ende dan laetse sitten, ende dan nemt dat claer bouen af ende siedtse dat dat lb. comt op .iij. b. Dy[t] water corrodert wleysche sonder leet ende brect sonder loet dat wleysch.

748. Aqua silicis sic fit.

Recipe waern op sunt Johannes auent ende stampten myt azyn, ende dan laten staen alsoe .ix. daghen ende dan macter water af. Dyt water genest alle scorftheit ende rudicheit ende morpheam wyt ende swart.

749. Aqua ysopy sic fit.

Recipe ysope als sy bloeyt ende macter water af. Dit water .xl. daghen nuchteren gedroncken claer[t] ende suuert dy mage van alle fleumen ende van allen droecheiden ende dy borst. Het claert dy ogen ende suuertse. Het confortirt thart ende onstopt dy lever, dy milte, dy nyre[n] ende dy blase, ende scheyt den grauele ende genest wonden yn dy longe.

750. Aqua aneti sic fit.

Recipe dille als hy bloyet ende stamptse ende legtse yn wyn azyn .iiij. dagen ende dan distillirthet. Dyt water nuchteren gedroncken benemt torsioen ende bedwinget walginge van spise dy inder maghen wloyet. Het droghet alle lopende gaten op dathet van colde commet. Mer het krancket seer dy oghen ende dat syen ende ys sunderlinghe guet den wrouuen gedroncken.

741. Water van de es of Fraxinus excelsior gedistilleerd.

Recept: de knop van de es of Fraxinus excelsior en de bladeren en stamp ze met azijn en maak er een water van. Dit water is goed op huidziekte met vlekken en op serpigo of huidziekte zeer en op huidziekte zoals schurft en op puistjes, want het doet ze genezen die het drink het purgeert flegma en zuivert het hart en helpt ter nieren, ter milt en laat zeer helen gebroken been en vooral is het goed op alle zeren die schurftig zijn.

742. Water tegen aambeien.

Dit water is bijzondere goed tegen aambeien en vele zaken. Recept: groen groot duizendguldenkruid of Rhaponticum carthamoides geheel, vuilboom of Rhamnus frangula geheel en speenkruid of Ficaria verna en maggi of Ligusticum officinalis geheel en wedewinde of Calystegia of Convolvulus en yest (Hedera helix of Taxus baccata?) en speerkruid of Ophioglossum vulgatum, duizendguldenkruid of Centaurium erythraea, heemst of Althaea officinalis wortels, gladiool of Gladiolus communis en knoflook of Allium sativum, averuit of Artemisia abrotanum, alsem of Artemisia absinthium, stinkende gouwe of Chelidonium majus, Agrimonia eupatoria, Cytinus hypocistis en duivelsbeet Succisa pratensis gelijk, stamp ze en maak er een water van. Dit water gedronken en gepleisterd op aambeien geneest ze.

743. Water van bevernel of Pimpinella saxifraga gedistilleerd.

Recept: bevernel of Pimpinella geheel en stamp het en distilleer het. Dit water is goed tot vele zaken, want die het dagelijks drinkt hem mag geen ziekte toekomen. Want het beneemt dwaling van het hart en het leegt het lichaam van kwade levenssappen en breekt de steen en doet scheiden de graveel of niersteentjes. En versterkt de maag en versterkt de hersens, de lever, de milt en de nieren. En het doet goed urine maken en dit water met bevergeil gekookt en gedronken geneest zeer goed de jicht.

744. Water van koningsvaren of Osmunda regalis gedistilleerd.

Recept: Osmunda regalis met alle witte tandjes en stamp het en maak er een water van. Dit water geneest alle wonden nieuwe en oude en doet ook alle zaken als de andere wateren en pleisters uitrichten. En geneest kanker, fistel of lopend gat, open wond aan de benen en gezwel of ettergezwel en waas een mens gescheurd of en breuk had, dronk hij het 40 dagen nuchter, hij zou genezen zonder snijden en geneest alle kwetsingen [fol. 62v] oude en nieuwe en een zalf daarvan gemaakt is goed tot vele zaken.

745. Water van ijzerhard of Verbena officinalis gedistilleerd.

Recept: ijzerhard of Verbena officinalis en stamp ze en mak er een water van. Dit water is bijzonder goed tot vele zaken. Het geneest dadelijk de hoofdpijn, het beneemt bloed pissen en doet goed urine maken en helpt ter milt, ter lever, ter nieren van de verstoppingen. En geneest wonden binnen en buiten en gezwel of ettergezwel en pijnlijke ogen, kanker, fistel of lopend gat, open wond aan de benen, serpigo of huidziekte, zere klieren en kwaadaardig gezwel (bubo), in de klieren onder de oksels en zere roede en brand die verbrand is is van het vuur of van water en stelpt bloed dat komt uit alle leden.

746. Water van Agrimonia gedistilleerd.

Recept: Agrimonia eupatoria en stamp het met goede azijn en doe het op het vuur en maak er een water van. Dit water gedronken opent alle wonden die slecht genezen mogen en andere kwade gaten zoals kanker, fistel of lopend gat, open wond aan de benen.

747. Invretend water gedistilleerd.

Recept: 1 pond as van wijngaardranken en maak er een loog van en dan laat het rusten en dan neem dat heldere boven af en kook het zodat een pond komt op 3 drachme. Dit water vreet in vlees zonder leed en breekt zonder leed dat vlees.

748. Water silicis gedistilleerd.

Recept: varen op de dag vóór het feest van de H. Johannes de Doper (24 juni) en stamp het met azijn en dan laat het staan alzo 9 dagen en dan maak er een water van. Dit water geneest alle schurft en ruigheid en huidziekte met vlekken wit en zwart.

749. Water van hysop gedistilleerd.

Recept: hysop of Hyssopus officinalis als het bloeit en maak er een water van. Dit water 40 dagen nuchter gedronken verheldert en zuivert de maag van alle flegma of fluimen en van alle droogheid en de borst. Het verheldert de ogen en zuivert ze. Het versterkt het hart en opent de lever, de milt, de nieren en de blaas en scheidt het graveel of niersteentjes en geneest wonden in de longen.

750. Water van Anethum gedistilleerd.

Recept: dille of Anethum graveolens als het bloeit en stamp het en leg het in wijnazijn 4 dagen en dan distilleer het. Dit water nuchter gedronken beneemt kramp en bedwingt walging van spijs die in de maag vloeit. Het droogt alle lopende gaten opdat het van koude komt. Maar het verzwakt zeer de ogen en het zien en is bijzonder goed de vrouwen gedronken.

(fol. 63r) 751. Aqua sauine sic fit.

Recipe dy bladen van den seuenboem ende macter water af. Dit water nuchteren gedroncken doet scheiden begerte ende lust vander naturen, ende doet enen wiue hoer blommen commen. Ende doet dy vrucht vander moder ende doet tkint in water scheiden ende in bloede. Mer het is goet op dy artetick ende tegent het fledersyn ende teghen allen manier van gichte.

752. Aqua fabarum sic fit.

Recipe dy blosem van bonen ende stamptse ende maecter water af. Dit water ys guet ten genen dy schoen ansicht hebben willen. Want het claert, het suuert seer dat aensicht ende werdrift alle dy plecken ende dy sproten vtden aensicht.

753. Aqua genciane sic fit.

Recipe genciaen mytter wortelen ende stampse ende macter water af. Dit water nuchteren gedruncken verlinghet dat leuen seer. Vant het doet alle dat vater van verbena doet ende dattet water van beuenelle doet. Et prouocat menstrua.

754. Aqua iacea nigra sic fit.

Recipe dy bladeren van matrifiloen ende van papen cruyt ana(?). Ende doeter toe also foel matrifiloenen als beyden der hoep is ende stampet al toe gader ende macter water af. Dit water is van schonen wirtuten want het geneest alle zweel yn allen leden opt datment drincket. Ende geneest dy squinancie inder kele ende alle ongemaken dy onsteken syn van erisipula, ende doedet maniam ende apostemen inden lichaem, ende genest alle vonden bynnen ende buten. Ende nymant en salt nutten, het sy noet.

755. Aqua draguntee serpentine sic fit.

Recipe dragunteam myt synen wortelen, ende stampt myt olye van oliuen ende dan latet staen .iiij. daghen ende dan doeter thoe eyn wyrendeel wyns ende latet staen .ij. daghen ende doetet [op] tfuer ende macter water af, ende alst gemact is, soe doetet yn eyn stenen wat ende stoppet wel toe. Dyt water ys goet tegen alle beeten van serpenten et morsus rabidi canis, ende op dat in de wede wast. Ende heilet polipum in dy nase, op datment daer mede dwaet. Ende dy het in dy oren doet benemet dy tutinghe vanden oren ende genest cancker, fistel, ende nuchteren gedroncken werdriuet alle venyn, ende suuert dat ansicht van (fol. 63v) plecken ende spruten bynnen .xv. dagen. Het is guet gedroncken tegen torsioen, tegen den fick ende dat lanck ouel.

756. Aqua centauree sic fit.

Recipe centauriam ende stamptse mitter wortelen van valeriana. Mer dy .ij. deel centaureen ende .iij. deel valeriaens datmen meu heet, ende legget tsamen yn guden wyn .v. daghen, daer nar destillirt het koel. Dit water nuchteren gedroncken behudet dy luden van alle sickheiden. Ende genest apostemen bynnen den lichaem ende idelt dy veruulde maghe, hoe slimich dat sy ys. Ende breket den steen yndi nyren, het scheidet dy hartheit vander milten ende dy opilacie vander leuer. Ende droncket eyn vyf .ix. morgen stonden prouocaret ei menstrua. Purgat immundicies matricis et purgat coleram et febres. Item het verdroget verrot bloet ende genest wonden inden licham. Het claer[t] doncker oghen, het saft beeten van serpenten ende het is beter dan golt om eyn olde mensche.

757. Aqua sambuci sic fit.

Recipe blommen vander flederboem ende stamptse ende macter water af. Dyt water is goet geplaester[t] of gedwogen op steden dy verheittet syn ofte onsteke[n] van ouelen. Ende is goet op brant van fuer of van water ende is guet gedroncken van allen manier van water ende onstoppet dy leuer, milte, nyren, longhen ende blase. Ende tegen dat lanckouel ende den anderen dach corts, ende purgirt bouen al flegma ende melancoliam, ende purgirt alle nederwart sonder grote pyne of vreze. Het verlicht dat lichaem ende gesoden myt castorie ende dan gestreken op arteticam of opt fledersin duet sachten ende vergaen. Ende helet wonden bynnen ende buten.

758. Aqua enule campane sic fit.

Recipe alants wortelen ende ysop ende lauendula ende anys, ende fenecoel wortelen ende tsaet, ende beuernelle ende reculisse ana(?) ende stampt dit al tgader ende legget in goeden azyn .iij. dagen ende dan macter water af. Dyt water is sunderlingh guet den genen dy eyn quade borst hebben ende tptisiken ende dy werdroget syn opt dat syet des .ix. daghe nuchteren droncken. Ende doet hem dat hooft we, soe vriuet hem dy borst daer mede ende geuet hem dan nyt toe drincken. Item dyt water gestreken op morpheam of dropen of op impetigo of serpigo of op ceteren (fol. 64r) of op salsum flegma, dat doet all genesen van schonen gronde.

759. Aqua rubearum rosarum sic fit.

Recipe rode rosen ende latetse verwayen enen dach ende stampse ende macter water af. Dit water is edeler dan van witten rosen. Dyt coelt wel ende droghet alle saken dy verhettet syn, het coelt wel den lichaem ende onstoppet. Ende men maket daer oly af dy seer goet is tot voelen saken in cyrurgien of medicyn.

760. Aqua albarum rosarum.

Dat is gemaket gelick rebearum rosarum. Dyt water coelt dy oghen ende den lichaem ende is noet in medicynen toe besyghen.

fol. 63r) 751. Water van zevenboom of Juniperus sabina gedistilleerd.

Recept: de bladeren van de zevenboom of Juniperus sabina en maak er een water van. Dit water nuchter gedronken doet scheiden begeerte en lust van de natuur en laat een wijf haar maandstonden komen. En doodt de vrucht van de baarmoeder en doet het kind in water scheiden en in bloed. Maar het is goed op de reuma en tegen de jicht en tegen alle soorten van jicht.

752. Water van bonen of Vicia faba gedistilleerd.

Recept: de bloemen van bonen en stamp ze en maak er een water van. Dit water is goed diegene die een mooi gezicht wil hebben. Want het verheldert, het zuivert zeer dat gezicht en verdrijft alle plekken en de sproeten uit het aanzicht.

753. Water van gentiaan of Gentiana lutea gedistilleerd.

Recept: gentiaan met de wortels en stamp ze en maak er een water van. Dit water nuchter gedronken verlengt dat leven zeer. Want het doet alles dat het water van ijzerhard of Verbena officinalis doet en dat het water van bevernel of Pimpinella saxifraga doet. En bevordert menstruatie.

754. Water van knoopkruid of Centaurea jacea gedistilleerd.

Recept: de bladeren van knoopkruid of Centaurea jacea en van paardenbloem of Taraxacum officinale gelijk 297). En doe er toe alzo veel knoopkruid als beide de hoop is en stamp het alle tezamen en maak er een water van. Dit water is van mooie krachten want het geneest alle gezwel in alle leden opdat men het drinkt. En geneest de keelontsteking en alle ongemakken die ontstoken zijn van erisipula of belroos en doodt waanzin en gezwel of ettergezwel in het lichaam en geneest alle wonden binnen en buiten. En niemand zal het nuttigen, tenzij het nodig is.

755. Water van dragunta serpentine gedistilleerd.

Recept: adderwortel of Polygonum bistorta met zijn wortels en stamp het met olie van olijf van Olea sativa en dan laat het staan 4 dagen en dan doe er toe een vierendeel wijn en laat het staan 2 dagen en doe het op het vuur en maak er een water van en als het gemaakt is zo doe het in een stenen vat en maak het goed dicht. Dit water is goed tegen alle beten van serpenten de hondsdolheid en opdat het in de wede of Isatis tinctoria groeit. E het heelt poliep in de neus opdat men het daarmee wast. En die het in de oren doet beneem het tuiten van de oren en geneest kanker, fistel of lopend gat en nuchter gedronken verdrijft het alle venijn en het zuivert het gezicht van [fol. 63v) plekken en sproeten binnen 15 dagen. Het is goed gedronken tegen kramp, tegen de fijt en de onderbuikspijn of koliek.

756. Water van Centaurium gedistilleerd.

Recept: Centaurium erythraea en stamp het met de wortels van Valeriana officinalis. Maar je zal 2 deel Centaurium en 3 deel valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht dat men meu (Valeriana phu?) heet en leg het tezamen in goede wijn 5 dagen en distilleer het daarna het koel. Dit water nuchter gedronken behoedt de lieden cab alle ziektes. En geneest gezwel of ettergezwel binnen het lichaam en leegt de vervuilde maag, hoe slijmachtig dat het is. En breekt de steen in de nieren, het scheidt de hardheid van de milt en de verstopping van de lever. En drink een wijf het negen morgen stonden bevordert het menstruatie. Purgeert onreine baarmoeder en purgeert gal en koorts. Item het verdroogt verrot bloed en geneest wonden in het lichaam. Het verheldert donkere ogen, het verzacht beten van serpenten en het is beter dan goud voor een oud mens.

757. Water van vlier of Sambucus nigra gedistilleerd.

Recept: bloemen van de vlier of Sambucus nigra en stamp ze en maak er een water van. Dit water is goed gepleisterd of gewassen op plaatsen die verhit zijn of ontstoken van ziekte. En is goed op brand van vuur of van water en is goed gedronken bij alle soorten van water en opent de lever, milt, nieren, longen en de blaas. En tegen de onderbuikspijn of koliek en de andere dag koorts en purgeert boven al flegma en melancholie en purgeert alles nederwaarts zonder grote pijn of vrees. Het verlicht dat lichaam en gekookt met bevergeil en dan gestreken op jicht of op reuma doet het verzachten en vergaan. En heelt wonden binnen en buiten.

758. Water van alant of Inula helenium gedistilleerd.

Recept: alant of Inula helenium wortels en hysop of Hyssopus officinalis en lavendel of Lavandula angustifolia en anijs of Pimpinella anisum en venkel of Foeniculum vulgare wortels en zaad en bevernel of Pimpinella saxifraga en zoethout of Glycyrrhiza glabra gelijk en stamp dit alles tezamen en leg het in goede azijn 3 dagen en dan maak er een water van. Dit water is bijzonder goed diegene die een kwade borst heeft en de phtisis of tering en het verdroogd zijn opdat het ze het 9 dagen nuchter drinken. En doet hem dat hoofd pijn zo wrijf hem de borst daarmee en geef het hem dan niet te drinken. Item; dit water gestreken op huidziekte met vlekken of huidziekte zoals schurft of impetigo (1) of serpigo of op ceter of huidziekte, [fol. 64r] of op gezouten flegma (2), dat doet alles genezen van schone grond.

759. Rood water van rozen of Rosa gedistilleerd.

Recept: rode rozen of Rosa en laat het waaien in de wind een dag en stamp ze en maak er een water van. Dit water is edeler dan van witte rozen. Dit verkoelt goed en droogt alle zaken die verhit zijn, het verkoelt goed het lichaam en opent het. En men maakt daar olie van die zeer goed is tot vele zaken in chirurgie of medicijn.

760. Water gedistilleerd uit witte rozen.

Dat is gemaakt gelijk als van rode rozen, Rosa. Dit water verkoelt de ogen en het lichaam en is nodig in medicijnen te gebruiken.

(1) een huidziekte die zich uitbreidt rond de aangetaste plek en minder rood is dan serpigo (seter). (2) het levensvocht (flegma) in een speciale toestand die de aanleiding vormt voor ziekteverschijnselen.

761. Aqua eupatorij sic fit.

Recipe wilde salye die men men heet ambrosia, ende stampse ende macter vater af. Dat water is guet genut tegen dy zweren vander leueren ende het scheidet hoer herdicheit ende genest alle wonden ouden ende nye. Ende stelpet bloet tot allen steden ende genest den corts ende quartaen ende genest artetikam ende fledersin ende foert tot wolen saken.

762. Aqua bedigora sic fit.

Recipe knoppen vanden eglentyer yndi maye ende stamptse ende machter water af. Dit water nuchteren gedroncken sterket dy maghe ende verdriuet den dagelixe corts ende genest beten van wenynde dyren ende stelpet menisoen ende helet oeck wonden bynnen ende buten ende alle drope ende scorftheit.

763. Aqua rute sic fit.

Recipe dy bladeren van ruten ende stamptse ende macter water af. Dyt water heft mennighe virtuten ende oec voele. Vant droncke eyn mensche alle daghe nuchteren, syn oghen solden soe claer werden dat hy dy sternen des dages also wael solde syen als des nachtes, op datmen water yn dy oghen dede ende suuerste van allen seer. Ende het genest beten van venynde dyren ende wy dit water ynt huus heuet dy mach seker syn dat hem dy wiant nyt deren mach, ende is guet den ghenen dy lanck gequellet heft of dy syeck syn.

764. Aqua samaria vel lucida sic fit.

Recipe lucida voer dy sonne ende stamptse ende macter (fol. 64v) water af. Dyt water geneset alle syricheit vanden oghen beyde het wytte ende het brun ende trode ende dy herbrant ende loew oghen. Et genest apostemen ende wonden bynnen ende buten ende purgirt dat rode water sunderling ende lenget dat leuen.

765. Aqua acetosa sic fit.

Recipe suring ende stoetse myt azin ende macter water af. Dit water nuchteren gedroncken doet loeschen dat brun water ende dat rode water ende het genest alle heete apostemen bynnen ende buten ende genest den corts dy van hetten comt of van verfulheiden ende teert dy mage ende is quaet ter longen.

766. Aqua amantilli sic fit.

Recipe valeriaen myt wortelen, myt stronken, myt bladeren, ende stamptse ende mact dar water af. Dit water doet genesen olden ende nyen wonden ende comt ter wonden wt. Het genest apostemen inden lichaem ende doetse wtwert scheiden ende dan breken ende het suuert dy borst ende doet wel myt vrouuen wesen ende doet wel vryn maken. Ende wert dat man ende wiff quallicken ouer eyn droghen ende droncken daer wan wt eyn wat tsamen, sy warden guede wrinden.

767. Aqua absynthij sic fit.

Recipe alsem ynden meye ende stamptsy myt eyn luttel wyns ende laetse soe staen enen dach ende eyn nacht, dan maket daer water af ende haldet yn eyn tennen wat. Dit water gedroncken nuchteren doet scheiden quade humoren dy yn dy iuncturen liggen ende het doet alle manyren van wormen inden lich[a]em steruen. Ende het purgirt dy mage van heeter coleren ende onstopt dy lewer et curat yctericiam et prouocat vrinam et facit bonam digestionem et clarificat visum et oculos confortat. Ende dede men yemant yn syn oghe dy daer wormen yn had, sy solden al lewendich of doet wt commen.

768. Aqua feniculi sic fit.

Nemt fenecols wortel ende bladen, stoetse ende macter water af. Dit water is sunderlinghe guet tot seer oghen ende het ys goet gedroncken tegen quade humoren ende mede tdoen ripen apostemen ende bladeren dy waschen aen den licham bynnen ende vercolet seer dy gheenen dy yn heeten torsione liggen.

761. Water van Eupatorium gedistilleerd.

Recept: wilde salie die men heet ambrosia of Eupatorium cannabis (ambrosia: Artemisia campestris) en stamp ze en maak er een water van. Dat water is goed genuttigd tegen de pijnen van de lever en het scheidt zijn hardheid en geneest alle wonden, oude en nieuwe. En stelpt bloed op alle plaatsen en geneest de koorts en vierde daagse koorts, (1) en geneest jicht en reuma en verder tot vele zaken.

762. Water uit egelantier, beduagar of hondsroos, Rosa canina, gedistilleerd.

Recept: knoppen van de egelantier in mei en stamp ze en maak er een water van. Dit water nuchter gedronken versterkt de maag en verdrijft de dagelijkse koorts en geneest beten van vergiftige dieren en stelpt buikloop en heelt ook wonden binnen en buiten en alle huidziekte zoals schurft en schurftigheid.

763. Water van wijnruit of Ruta graveolens gedistilleerd.

Recept: de bladeren van wijnruit of Ruta graveolens en stamp ze en maak er een water van. Dit water heeft menige krachten en ook veel. Want dronk een mens het alle fagen nuchter, zijn ogen zouden zo helder worden zodat hij de sterren op de dag net zo goed zou zien als ’s nachts, opdat men het water in de ogen deed zuivert het van alle zeer. En het geneest beten van giftige dieren en wie dit water in huis heeft die mag zeker zijn dat hem de vijand, de duivel, niet deren mag en is goed diegene die lang geleden heeft of die ziek zijn.

764. Water van moerasspirea of Filipendula ulmaria of zoethout of Glycyrrhiza glabra gedistilleerd.

Recept: zoethout of Glycyrrhiza glabra in de zon en stamp ze en maak er een [fol. 64v] water van. Dit water geneest alle zeer van de ogen, beide het witte en het bruine en het rode en de oogziekte en schele ogen. Het geneest gezwel of ettergezwel en wonden binnen en buiten ende purgeert vooral dat rode water en verlengt dat leven.

765. Water van Rumex acetosa gedistilleerd.

Recept: zuring of Rumex acetosa en stamp het met azijn en maak er een water van. Dit water nuchter gedronken doet verdwijnen dat bruine water en dat rode water en het geneest alle hete gezwel of ettergezwel binnen en buiten en geneest de koorts die van hitte komt of van overladenheid en verteert het in de maag en is slecht voor de longen.

766. Water van valeriaan of Valeriana officinalis gedistilleerd.

Recept: valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht met wortels, met stengels, met bladeren en stamp ze en mak er een water van. Dit water doet genezen oude en nieuwe wonden en komt ter wonden uit. Het geneest gezwel of ettergezwel in het lichaam en laat ze naar buiten scheiden en dan breken en het zuivert de borst en doet goed met vrouwen wezen en doet goede urine maken. En was het dat een man en vrouw slecht overeen kwamen en dronken daarvan uit een vat tezamen, ze worden goede vrienden.

767. Water van alsem of Artemisia absinthium of alsem gedistilleerd.

Recept: alsem of Artemisia absinthium in de mei en stamp het met wat wijn en laat het zo staan een dag en een nacht, dan maak daar water van en hou het in een tinnen vat. Dit water gedronken nuchter doet scheiden kwade levenssappen die in de gewrichten liggen en het laat alle soorten van wormen in het lichaam sterven. En het purgeert de maag van hete gal en opent de lever en geneest geelzucht en bevordert urine en het maakt goede spijsvertering en versterkt het zicht der ogen. En deed men iemand het in zijn ogend ie daar wormen in had, ze zouden alle levend of door eruit komen.

768. Water van venkel of Foeniculum vulgare gedistilleerd.

Neem venkel of Foeniculum vulgare wortels en bladeren, stamp ze en maak er een water van. Dit water is bijzondere goed voor zere ogen en is goed gedronken tegen kwade levenssappen en mee te doen rijpen gezwel of ettergezwel en gezwellen, (pest)builen die aan het lichaam groeien binnen en verkoelt zeer diegene die in hete kramp liggen.

(1) een vorm van koorts waarbij een onderbreking optreedt elke derde dag.

(fol. 83v) De virtutibus aquarum et de earum confectionibus tractatulus incipit.

[fol. 83v) De krachten van de wateren en de voorbereiding van het traktaat begint.

769. De aqua saluie. Vater van aqua saluie. (1)

Recipe saluie, polioen tegader gestampt, wt gedistelirt, dit ys wtter maten nuttelicken, vant dyet myt castorien soede, so mennich werue als het dy men[s]che drincket al werm, langet sonder syn lyf ende als soe mennichen syn leuen. Dye men[s]che eyn mochte nummermer soe syn vercout, droncke hyes .ix. daghe al warm myt castori gesoden, hy sol werden genesen. Item dyt water .ij. mael dages gedroncken al warm veriaget dy kynchoest vanden menschen bynnen twee dagen.

770. De aqua athanasie.

Rey[n]uaen water mact men aldus: Recipe reynuaen als hy bloet ende stellirt ys. Dyt water dar af gedroncken suuert den mensche van allen quaden humoren dy hy bynnen heft. Ende het doet steruen dy woermen in lichaem als vorm crut. Set non detur mulieribus pregnantibus quod destrueret embrionem.

771. De aqua endiiuie.

Endiuie water van endiiuen gedistillirt, dyt water nuchter gedroncken es goet ter maghen ende oerbelick ter mannicher saken, vant het onstopt dy worte humoren ende ghe(fol. 84r)neest den dagelixe cortse. Ende het gheneest dy geelsucht et maxum infrigidat.

772. Aqua s[em]peruiue.

Nemt donrebade ghedistelirt, dat water daer wt dat blust brant is datmen daer mede plaestert.

773. Aqua pipenelle.

Vater van beuernellen distillert ys goet, vant geft men eyn mensche in quael bedde ende men wete[n] wylle weder hi sterue[n] soude of te lyf blyuen, soe soudmen hem van desen water doen nutten.

774. Vater peteralis.

Machmen aldus. Nemt beuenelle saet, sennep saet, peter celyen saet, fioletten saet ende clessen saet ende mastix, elx euen woele ende geureuen, ende dit alle gemenget myt boxsbloet, ende myt eyn luttel eysiils, dyt distelirt metter clocken; dit water gedroncken nuchteren eyn lepel woel te gader brect alle maniren van steenen van wat maniren dat sy syn et purgat matricem. Ende twerlicht tharte van alle swaerheit. Ende verbliet ende het doet dy boem groyen dy verdrocht ys. Ende dy dycwille bloet, het doet heem staen styl. Dy myt dyt water eyns daghes scorfde hoefde vasset, dy geneset. Item het doet bynnen dry daghen verghaen alrehant ruet, dy sich der myt wasset. Ende het mact guet bloet ende schoen werue. Item dyt water myt castorien gesaden ende gedroncken .ij. warf daghes, expellit omnem morbum ydropicam nisi in corpore mortificate fuerint.

775. Aqua philosophorum.

Philosophors water maectmen aldus: nemt ysop, gariofilaet, polioen ende sukerey, elx euen woele van desen vyr crude. Dyt water nuchter gedroncken doet alrehant giechte vergaen wtden leeden. Et comfortat sensus hominis. Ende .ix. daghe gedroncken nochter verdriuet dy geel sucte, ende verdrift elken corts wan wat manyren dat sy syn. Ende .xl. dagen nuchter gedroncken verdriuet dat groete oeuel hoe sere dat het veroldet ys.

776. Aqua lazida.

Vater dat aqua lazida heet machmen aldus. Nemt sauelboem, ysop, gladie, auerone, elx euen woele, te gader gestampt ende distillirt, dat werdrift alrehant bloetsweren, dages eyns gedroncken. Ende het doet vergaen het wytte water ende rode ens dages gedroncken. Ende dyt water .ij. werf dages gedroncken stelpet troede.

(fol. 84v) 777. Aqua colliriorum Auincena per totum.

Vater tot guede oghen thoe maken. Nemt eyn clocke die cout ys, ende doet dar yn agrimoni, verbena, vennecoel, vynrutte, rosenblade, mente ende lubbesteken, endespringet daer ouer wytte wyn, dy claer ende craftich is, ende doet dat vier onder die clocke, ende ontfanct dyt water. Dyt heft sonderlinge craft lipende oghen thoe genesen van coude saken, ende oeck lopende ogen tho droegen, die tranen, die wlecken ende scellen sterkelic breket, soe doet dar toe wynrute ende celidonia.

778. Aliud medicamen.

Nem die blomen van dornen ende wilghen bladen ende mact water dar af in die clocke; dat water heft cracht scemdinge ende stecten der oghen thoe verdriuen van haren sacken, roetheit toe verslaen, die scellen ende vlecken van heeten saeken thoe verdriuen et sanare.

779. Aqua vitis.

Men sal vyngart water wynnen ynden herfst als men den wyn snyet, men sal den wyngart also lege sniden dat hy lecke; dat dar wt dropet salmen ontfangen in een nye wate. Sanat omnes infirmitates oculorum. Ende donker ogen verclaret ende reniget, ende men salt doen yn eyn yegelick eende der oghen.

780. Aqua rosarum.

Nem varse rosen blade ende mact dar af water yn eyn clocke. Dyt water yn heytte sichte smeret den crancke om dat hoefte ende den slaep, ende om den handen ende pols aderen ende om dy voeten: facit mutare calores et expellit maxime. Item dyt water gedroncken stopt dat lanckouel in heeter saken. Item ynder nasen gesmert steercket dy herne ende verdriuet van bynne geest. Item facit aquam foliarum set est laxatiua et rosarum constrictiva. Ende stercket dy oghen heerne ende alle questinge sachtet.

769. Water van salie of Salvia officinalis. Water van salie.

Recept: salie of Salvia officinalis, polei of Mentha pulegium tezamen gestampt, uit gedistilleerd, dit is uitermate nuttig, want dit met bevergeil gekookt en zo veel keer als een mens het drink al warm verlengt vooral zijn leven en alzo menigeen zijn leven. Die mens mocht nimmermeer zo verkouden zijn dronk hij dit 9 dagen al warm met bevergeil gekookt, hij genezen worden. Item; dit water 2 maal per dag gedronken al warm verjaagt de kinkhoest van de mensen binnen twee dagen.

770. Het water van reinvaarn of Tanacetum vulgare.

Reinvaarn water maakt men aldus: Recept: reinvaarn als het bloeit en stervormig is. Dit water daarvan gedronken zuivert de mens van alle kwade levenssappen die hij binnen heft. En het doet sterven de wormen in het lichaam als wormkruid. Maar niet goed voor vrouwen die met kind zijn, die zou de embryo vernietigen.

771. Water van andijvie of Cichorium endiva.

Andijvie water van andijvie of Cichorium endiva gedistilleerd, dit water nuchter gedronken is goed de maag en gebruikelijk in vele zaken want het opent de rotte levenssappen en geneest [fol. 84r] de dagelijkse koorts. En het geneest de geelziekte en sterke rillingen.

772. Water van huislook of Sempervivum tectorum.

Neem huislook, donderbaard of Sempervivum tectorum gedistilleerd en dat water daaruit dat blust de brand is het dat men daarmee pleistert.

773. Water van pimpernel of Sanguisorba officinalis.

Water van pimpernel of Sanguisorba officinalis gedistilleerd is goed want geeft men het een mens in ziekbed en men weten wil of hij zou sterven of in leven blijven, dan zal men hem van dit water laten nuttigen.

774. Water peteralis.

Maakt men aldus. Neem bevernel of Pimpinella saxifraga zaad, mosterd zaad van Sinapis alba, peterselie zaad van Petroselinum crispum, viool zaad of Viola odorata en kleefkruid zaad of Galium aparine en mastiek van Pistacia lentiscus, elk even veel en gewreven en dit alle gemengd met bokkenbloed en met wat azijn, dit disteleer jet met een distilleerkolf; dit water gedronken nuchter een lepel vol tezamen breekt alle soorten van stenen in welke vorm dat ze zijn en purgeert de baarmoeder. En het verlicht het hart van alle zwaarheid. En verblijdt en het doet de boom groeien die verdroogd is. En die vaak bloedt het laat het stil staan. Die zich met dit water een keer per dag een schurftig hoofd wast, die geneest. Item; het doet binnen drie dagen vergaan allerhande ruigheid of huidziekte, die zich daarmee wast. En het maakt goed bloed en een mooie kleur. Item; dit water met bevergeil gekookt en gedronken 2 maal per dag verdrijft de ziekte waterzucht in het lichaam en doodt het.

775. Water philosophorum.

Filosofen water maakt men aldus: neem hysop of Hyssopus officinalis, nagelkruid of Geum urbanum, polei of Mentha pulegium en cichorei of Cichorium intybus, elk even veel van deze vier kruiden. Dit water nuchter gedronken doet allerhande jicht vergaan uit de leden en versterkt de geest van de mens. En 9 dagen gedronken verdrijft de geelziekte en verdrijft elke koorts van welke vorm dat ze zijn. En 40 dagen nuchter gedronken verdrijft de vallende ziekte hoe zeer dat het verouderd is.

776. Water van zoethout of Glycyrrhiza glabra.

Water dat water van zoethout of Glycyrrhiza glabra heet aaakt men aldus. Neem zevenboom of Juniperus sabina, hysop of Hyssopus officinalis, gladiool of Gladiolus communis, averuit of Artemisia abrotanum, van elk even veel, tezamen gestampt en gedistilleerd, dat verdrijft allerhande bloedzweren, per dag eens gedronken. En het doet vergaan het witte water en rode eens per dag gedronken. En dit water 2 maal per dag gedronken stelpt het rode.

[fol. 84v) 777. Oogwater van Avicenna alle.

Water tot goede ogen te maken. Neem een distilleerkolf die koud is en doe daarin Agrimonia eupatoria, ijzerhard of Verbena officinalis, venkel of Foeniculum vulgare, wijnruit of Ruta graveolens, rozenbladeren, munt of Mentha soort en maggi of Levisticum officinale en sprenkel daarover witte wijn die helder en krachtig is en doe dat vuur onder die distilleerkolf en ontvang dit water. Dit heeft een bijzondere kracht om lepe (2) ogen te genezen van koude zaken en ook lopende ogen te drogen, de tranen, de vlekken en schellen (zie 720) sterk breekt, zo doe daartoe wijnruit of Ruta graveolens en stinkende gouwe of Chelidonium majus.

778. Andere medicamenten.

Neem de bloemen van sleedoren of Prunus spinosa en wilgen bladen van Salix alba en maak daarvan een water in de distilleerkolf; dat water heft kracht schemering en steken der ogen te verdrijven van hun zaken, roodheid te verslaan en de schellen (zie 720) en vlekken van hete zaken te verdrijven en te genezen.

779. Water van druiven of van Vitis vinifera.

Men zal wijngaard water winnen in de herfst als men de druiven snoeit, men zal de druif zo laag snijden dat het lekt of druppelt; dat er uitdruppelt zal men ontvangen in een nieuw vat. Geneest alle ontstekingen van de ogen. En donkere ogen verheldert het en reinigt het en men zal het doen in elk eind van de ogen.

780. Water van rozen.

Nee, verse rozenbladeren en maak daarvan water in een distilleerkolf. Dit water in hete ziekte smeer het de ziekte om dat hoofd en de slaap en om de handen en polsaderen en om de voeten: werkt veel gal uit en verwarmt en drijft het meeste uit. Item; dit water gedronken stopt de onderbuikspijn of koliek in hete zaken. Item; in de neus gesmeerd versterkt de schedel en verdrijft van binnen geest. Item me het water en blad gemaakt is laxerend middel en samentrekkend. En versterkt de oogkas en verzacht alle kwetsingen.

(1) Na deze titel volgt in het hoofdstuk.: ‘Ignis persicus, het sprincgende wuer’; deze regel hoort bij het ‘Vocabula morborum’ dat in het hoofdstuk voorafgaat.

(2) leepogen, aegilops, een perforerend abces aan de binnenzijde van het oog.

781. Aqua eufrasie.

Dyt water make van eufrasien dy warsce ys van bladen, of nem rosen bladen, celidonien bladen, ende ruttebladen mytten blomen, ende als dese bladen tsamen yn eyn cloeck syn, soe springet dar ouer gode wyn. Want eufrasie subtilt alleyn dy groeue huet, ende machse dun ende claer. Dyt water verdrift sundeling dy tranen wt den oghen van couder saken, ende ock toe verclaren. Item het verdrift dy vlecken ende scellen vtden oghen van hetten ende couder saken.

782. Aqua fabarum.

(fol. 85r) Nemt dy blade van bonen mitten blommen ende mact water ende vryft daer mede dyn aensicht, dyn hals, dyn handen. Vant dyt water macht sundeling dy leden wyt ende claer ende oeck een subtil huet.

783. Aliud.

Flammula, hasta regia, muscata regia et eufrasia, van desen crut mact water. Istud operatur sicut aqua fabarum et dat corpori bonum odorem.

784. Ad faciendam tiriacam.

Tiriacke, die men heyt dyathessarum, dy welke goet ys teghen besten van quaden of venynde dyeren ofte wormen ende theghen quade spise of dranc ende mennich ander siecheit. Recipe haelwoertel, mirra, gentiana, bakeler, maiorana, raphanus, elx .i. b. s. met venigriec, zeduwar of Curcuma zedoaria , gember, galligaen, elx .s. b, rute, piretrum, castoria, tsap vanden betonie, van vencoel, camederos, gummi edie, elx .j.b , galbanum, aspaltum vsti, elx .s b, zeem wel gescuymt .vj. lb, gallarum .s.b , 2 b grone coperroet .j b. Dat doet tgader ende siedet op dy dicke van seme. Dese tiriaca ys guet voer het lanckouel.

781. Water van ogentroost of Euphrasia officinalis.

Dit water maakt men van ogentroost of Euphrasia officinalis die vers is van bladeren, of neem rozenbladeren, bladeren van stinkende gouwe of Chelidonium majus en bladeren van wijnruit of Ruta graveolens met de bloemen en als deze bladeren tezamen in een distilleerkolf zijn zo sprenkel daarover goed wijn. Want ogentroost zuivert alleen die grofheid heeft en maakt het dun en helder. Dit water verdrijft vooral de tranen uit de ogen van koude zaken en ook te verhelderen. Item; het verdrijft de vlekken en schellen (zie 720) uit de ogen van hete en van koude zaken.

782. Water van bonen of Vicia faba.

[fol. 85r] Neem de bladeren van bonen met de bloemen en maak er een water van en wrijf daarmee uw aanzicht, uw hals, uw handen. Want dit water maakt vooral de leden wit en helder en ook zuivert het.

783. Anders.

Egelboterbloem of Ranunculus flammula (of ook Clematis flammula), smalle weegbree of Plantago lanceolata, muskaat of Myristica fragrans en ogentroost of Euphrasia officinalis, van dezen kruiden maak een water. Aangezien dit werk van water van bonen of Vicia faba het lichaam een aangename geur geeft.

784. Hoe te maken teriakel.

Teriakel, die men heet diatesseron die goed is tegen beesten van kwade of giftige dieren of wormen en tegen kwade spijs of drank en menige andere ziekte. Recept: holwortel Of Corydalis cava, mirre van Commiphora myrrha, gentiaan van Gentiana lutea, bes van laurier of Laurus nobilis, marjolein of Origanum vulgare, radijs of Raphanus sativus, van elk 1 drachme met fenegriek of Trigonella foenum-graecum, zeduar of Curcuma zedoaria, amber, galanga van Alpina officinarum, elk halve drachme, wijnruit of Ruta graveolens, bertram of Anacyclus pyrethrum, bevergeil, het sap van de betonie of Stachys officinalis, van venkel of Foeniculum vulgare, Teucrium chamaedrys, gom van Hedera helix (?), elk 1 drachme, galbanum van Ferula galbaniflua, gewoon asfalt of Jodenlijm of Jodenpik elk halve drachme, zeem goed geschuimd, 6 pond, galappels halve drachme 2 en ½ drachme, groen koperrood 1 drachme. Dat doe tezamen en kook het op het dikke van de zeem. Deze teriakel is goed voor de onderbuikspijn of koliek.

Sequuntur notabilia de Cirurgia.

Met name de volgende opmerkelijke chirurgia.

785. Abrotanum gesaden ende gestoten myt tondesmer ende op dy wonde gelect dar ennich gescot yn steket dat trecket wt.

786. Item of ennich gescot ynden mensche steket, soe byndet wedewoertelen mytten crude dar op des anderen daghes winstu dat gescot vtter wonden.

(fol. 85v) 787. Item.

Als enich dyr gescoten ys vanden yeger, soe eten sy dat cruyt ende so waerden sy des gescots quit wt horen wonde.

788. Om eyn dorn wt woten ende handen tkrigen.

Recipe woertelen van eynre wylgen ende dy ynder aschen gebraden myt oude verkens smalt, dreck ende dat dar nae gemalen ende op dy stede geleyt dar dy dorn yn heuet gegan, ende men salt eyn dach dar op laten liggen ende enen nacht altera die sequetur.

789. Om eyn pyel wt to doen.

Men sal syen peper woertelen ende geuet hem drincken ende men sal den seghelsteen cleyne vriuen myt hondes smere ende leggens des auent op dy wonde ende des moergens machmen dat yser wtdoen mytter hant.

790. Gebraken benen wt dy wonden toe krighen.

Stampt fiolen bladen ende legse op dy wonde, so sal trecken dy beenre wt ende suuere[n] dy wonde.

785. Artemisia abrotanum, gekookt en gestampt met hondenvet en op de wond gelegd daar enig geschut in steekt dat trekt het uit.

786. Item; als enig geschut in de mens steekt, zo bindt er wede of Isatis tinctoria met het kruid daarop, de volgende dag trekt u dat geschut uit de wond.

[fol. 85v] - 787. Item.

Als enig dier geschoten is van de jager, dan eet ze dat kruid en zo worden ze het geschut kwijt uit hun wond.

788. Om een doren uit voeten en handen te krijgen.

Recept: wortels van een wilg of Salix alba en die in de as gebraden met oud varkensvet, drek en dat daarna gemalen en op die plaats gelegd daar de doren in is gegaan en men zal het een dag daarop laten liggen en een nacht dan verandert het.

789. Om een pijl uit te doen.

Men zal koken mierikswortel of Armoracia rusticana wortels en geef het hem te drinken en men zal de zeilsteen of magneet klein wrijven met hondenvet en leggen het ’s avonds op de wond en ’s morgens kan men dat ijzer eruit doen met de hand.

790. Gebroken been uit de wonden te krijgen.

Stampt viool of Viola odorata bladeren en leg ze op de wond, dan zal ze trekken de beenderen of beensplinters er uit en zuiveren de wond.

791. Item.

Teghen scoot of pille wt tdoen soe salmen dwyngen dy wonden dat sy nyt eyn blode. Ende des anderen dages ofte des deerden dages, soe legmen dar op eyn treckende piaster van carde of van salue omt quaet wt te trecken.

792. Tegen alle gescoten splinter of yser dat men nyt syen mach of te wynden yn den lichaem.

Recipe wytte woertelen ende gagel ende sydet yn wytte wyn ende gheuet den gewonden .ix. dage nuchteren, het sal seker wt kommen by hem seluen sonder hant thoe te doen.

794. Item.

Nem pallipodium ende stampt myt oude smere ende legget dar op.

795. Item.

Neem bonen blommen dy bouen aen deen top staen ende droget sy ende doet sy yn eyn lederen buedel ende hout sy ende legget dyt op dy wonde.

796. Item.

Vergadert dy calen vanden heert ende mynge dy myt roese ende leggen dat op dy sieke stede, het sal thant wttrecken vat dar yn ys.

797. Vnguentum agrippa dictum.

Is guet tegen te laden van watere ende heerde geswelle ende moruet heerde senuwen ende doet wel vryn maken et confortat dy lyenden ende dy blase et est laxativum <precieus>.

Recipe wortelen van b[r]yonien .ij. lb., radics .ij. b, tribuli marini (fol. 86r) 2. b, dese woertelen motti suueren ende stoten ende doense in olye van louesche .vj. dage ofte acht; daer nae syden hent dy wortelen des bodems begeren ende dan doet sy wt ende doet daer ynden olye vander oly[u]en .iiij. lb., was dat wit is .2. .ij b. Ende alset aldus gesmouten ys, soe bestedet ende orberet daer tdoen ys.

798. Vnguentum ad vulnera recenta et antiqua et recentia male ingranta quod ad bonum puntum eas deducet.

Recipe tsap van alsem, van eppen, sauie, hons ribben, groen biesen, byuoet, pimpernille, betonie, roede mure, valeriana, millefolium elx b lb., scapin rute .j. lb l, lb, buckyn rute .iiij. b, cappoen smout .iij. b, olye .2. ., was .j.lb ., ende hers .s., colofonie .2. b 3, vetten wyroec .ij.3 , mastic .j. 3; van al desen so macht een salue ende orbaerse want sy goet ys.

799. Vnguentum ad corporis vetus dy to braken syn of gewont ende begynnen to herden of tho werergen of to oneffenen.

Recipe bdellium .iiij. b, dyt leget te weyken in vyne ende menget ende sydet in swyne smoute ende hennen, gensen ende enden ende hanen elx .i. b et fit.

800. Item een ander.

Nemt was, terpentyn elx .j. b, mele van lynsade, van fenigrieke, elx .vj. b, virock, mastick elx .iiij. b, confoertiert tgader.

791. Item.

Tegen geschut of pijlen uit te doen zo zal men de wonden dwingen dat ze niet bloeden. En de volgende dag of de derde dag dan legt men daarop een trekkende pleister van kaardendistel of Dipsacus fullonum of van zalf om het kwaad eruit te trekken.

792. Tegen alle geschut, splinters of ijzer dat men niet zien kan of vinden in het lichaam.

Recept: diptam of Dictamnus albus en gagel of Myrica gale en kook het in witte wijn en geef het de gewonde 9 dagen nuchter, het zal er zeker uitkomen van zichzelf zonder de hand ertoe te doen.

794. Item.

Neem eikvaren of Polypodium vulgare en stamp het met oud vet en leg het daarop.

795. Item.

Neem bonen bloemen van Vicia faba die boven aan de top staan en droog ze en doe ze in een leren buidel en hou ze en leg dit op de wond.

796. Item.

Verzamel de calen (kolen of gewei?) van het hert en meng het met rozen en leg dat op de zieke plaats, het zal dadelijk uittrekken wat daarin is.

797. Zalf die Agrippa zei. (1)

Is goedt tegen ophopen van water en hard gezwel en vermurwt harde zenuwen en doet goed urine maken en versterkt de lenden en de blaas en is een kostbaar laxeermiddel.

Recept: wortels van heggenrank of Bryonia dioica, 2 pond, radijs of Raphanus sativus 2 drachme, waternoot of Trapa natans [fol. 86r] 2 drachme, deze wortels moet je zuiveren en stampen en doe ze in olie van maggi of Levisticum officinale 6 dagen of nachten; daarna kook je het totdat de wortels de bodem begeren en dan doe ze eruit en doet daarin de olie van de olijven of Olea sativa 4 pond, was die wit is, 2 pond en 2 drachme. En als het aldus gesmolten is zo plaats het en gebruik het daar het te doen is.

798. Zalf ten wonden oud en nieuw en et recente verse slechte ingranta tot het punt dat zal leiden.

Recept: het sap van alsem of Artemisia absinthium, van eppe of Apium graveolens (320), salie of Salvia officinalis, smalle weegbree of Plantago lanceolata, groene biezen, bijvoet of Artemisia vulgaris, pimpernel of Sanguisorba officinalis (321), betonie of Stachys officinalis, rode guichelheil of Anagallis arvensis, valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht, duizendblad of Achillea millefolium, van elk half pond, schapen vet, 1 pond, bokkenvet, 4 drachme, gecastreerde haan vet 33 drachme, olie 2 pond, en hars half drachme, Grieks pek s e/2 drachme, vette wierook van Boswellia 2 drachme, mastiek van Pistacia lentiscus 1 drachme, van al deze zo maak een zalf en gebruik het want het is goed.

799. Zalf voor oude lichamen die gebroken zijn of gewond en beginnen te verharden en te verergeren of oneffen te worden.

Recept: bdellium of hars van Commiphora africanum, .4 drachmen, dit leg te weken in urine en meng het en kook het en kook het in zwijnenvet en van hennen, ganzen en eenden en hanen, elk 1 drachme en het werkt.

800. Item; een ander.

Neem was, terpentijn van Pistacia terebinthus of van Larix europaea elk 1 pond, meel van lijnzaad of Linum usitatissimum, van fenegriek of Trigonella foenum-graecum, elk 6 drachme, wierook van Boswellia thurifera, mastiek van Pistacia lentiscus, elk drachme, stamp het tezamen.

(1) Unguentum agrippa is een zalf die aldus genoemd werd naar Herodes Agrippa, koning der Joden. Deze maakte er gebruik van, als men een oude traditie mag geloven.

801. Item Aliud.

Nemt dy blomen dy achter dy mole ys gewayt, .s. . mastic, gommi arabici, elx .2. , boli armenici, elx .iij. ; dyt doet mytten wytten vanden ey met wat zeem ende legget op dy broke ende vermakes nyt dan van .viij. daghe ende dan wort van .iiij. daghe ende dan yn .3. daghe. Libellus incipit de egritudinibus a capite ad pedes.

802. Van des hoefts ongemach.

Si alicui caput dolet, hy neem ambrosiaen ende doetsy yn een nyen eerden poot myt water ende syden dat tot een deerden deel ende waschen thoeft daert hem we doet, hy sal ghenesen.

803. Item Aliud.

Hy stamp scarley myt salte ende leg dat dar op ende dwa syn hoft achter myt asyn, heem weert beet.

804. Die ynt hoft bestopt ys.

Hy neem honich ende syedhem, ende scumet seer, ende doet daer thoe gemalen peper ende maket als eyn electuaerie, ende drincket des eyn lepel uoel, ende de dat salmen ouer dry daghen weder doen.

(fol. 86v) 805. Dyet hoft seer heft.

Dy siede seuenboem yn wyn of yn water ende wasse het hoeft mytten sappe, dat ys goet woer den swymel, ende sydet den sauenboem yn water, ende byndet heem werm opt woer hoeft ende op den slaep, hy sal rusten ende genesen.

806. Teghen tgrote hoft suuer.

Neem eyn hant wol ysopen, twe hant wol ruten, dry hant wol alsen, vier hant wol ingron, ende wyf hant wol adech, ende stotet cleyn ende clynset doer eyn doeck, ende doet dar thoe een ey scael wol boem olijs, twe lepel woel honichs, drie lepel wol reghers mout, .iiij. lepel gansen smouts, mey botter also groet als een ey, ende laetet coelen. du selstu baden ende inden bat salstu myt deser saluen al dy lyef besmeren, het sal vergaen.

807. Teghen draeynhe vanden hoofde.

Nemt rosen water ende temperirt myt zeem ende myt water ende latet yn dyn keel gaen op ende neder nochteren, ende dan spuuet wt.

808. Teghen den hoeftzweer.

Nemt groete mynt ende asyn tgader ende stampt ende wrift daer mede twoerhoeft ende den slaep.

809. Teghen quade hoefden.

Neemt out scapen roet myt haerpoys, smert woertel ende groen oly van oliuen ende mey botter: dat stamp ende smeert thoef daer mede.

810. Teghen geswollen hoft.

Nemt crupende poley, sanctori centori, ende sietse yn wytte wyn ende lect op dat sweel ende neem tremors ende gyf hem dy wyn drincken, also heet alstu mogest, ende stoppen hen toe dan sel hy al wt zweten, ende sal thans ghenesen.

811. Teghen scorfde hoefden.

Neem hars ende rogge meel dat siet, ende maket en huue, dar nae doet dy huue af, ende snydet vel mede af dat het bloeyt, ende dan saluet myt honich: woert nemt een ende barnthem te puluer ende menghet heet myt wyn soe smeertet daer mede so vastet haer weder.

812. Vanden oren.

Wie woer dy oren gescoten is dat hyt nyt horen mach. Dy neem sap van weduwynden ende doe daer boem oly thoe, ende ghietet sauens in dat oer datter nyt eyn sweert, ende sander ouent salment doen ynt seer oer: dan salstu huysloeck stoten ende gytentsap thans daer nae oeck in het seer oer et sanatur.

813. Wy yn syn oer sieck is.

Neem tsap vander muerbeyen ende doet daer thoe roes oly (fol. 87r) ende ghietet yn syn ore, soe sacht.

814. Item.

Neemt blade van reyn vaen, ende bladen van rosen ende stoetse tsamen, ende nemet tsap ende ghytet yn dy oren.

815. Teghen doef oren.

Nemt braembeyen, aloe, gundrauen ende edic ende stotet tsamen, myt coyen me[l]ck ende drupt yn dy oren et sanatur.

816. Item.

Nemt hynden smeer ende het sap van alsen ende gal van ener bar, ende drupt in dy oren.

817. Teghen dy oer swer.

Stampt rute ende wringet tsap wt, ende mynget myt ael smeer ende ghitet sauens in dy oren.

818. Dye wormen ynt oer heft.

Nem centaurea, alsen, maerbeyen sap, dat stoet tsamen ende ghiet dat sap yn dy oren dy woermen steruen alsamen.

819. Vander kelen.

Dye heeys ys inden keele, stampt vennecols woertelen ende mengse myt water of sietse ende drincket sop.

820. Jegen sericheit vander keel.

Stoet saly ende wenencoel yn wyn ende dryncket.

821. Teghen gesuollen keel.

Neemt hyekege wolle ende syetse yn wyn, ende legse op dat sweel, ende neem tremors die spocken heeft op hoer bladen ende om horen cant, ende stampse onttwee myt horen wortel ende neem tsap ende doe dar thoe eyn luttel wyns ende drinct, het sal helpen.

822. Tegheen gesuollen hals.

Neem papelen, byuoet, bilsen cruyt, alsen, stot tsamen ende syetse myt honich ende leegse dar op al werm als eyn plaster.

823. Van oghen eeuel.

Neem ruten sap, merien melck, ende syedet myt smout, dat wrinct doer eyn doeck ende drupt yn dy oghen.

824. Teghen roet ende blodige oghen.

Neem meente ende den doder van ey, ende eppe stampet ende maket dar aff salue, ende saluet dy seer oghen dar mede alstu slapen gaest buten ende bynnen.

825. Aliud.

Neem warm duuen bloet ende drupt yn dy ogen, sanatur.

826. Aliud.

Neemt wrouuen melck of teuen melck, ende doet yn dyn oghen alstu slapen gaest.

827. Teghent vel yn dy oghen of wleis.

Nemt scaps gal, ende aels gal, ende sceel woertel sap, dyt menghe ende doet yn dy oghen.

828. Aliud.

Neem calmyn ende bernt op eyn gloenden heert, ende leysset (fol. 87v) drywerf myt wyn; als dat gedaen ys, soe bernt wort ende leesset drywerf myt edick, soe wriuet tsamen clene, dat doet yn dyn oghen alstu slapen gaest.

829. Aliud.

Neem dy water slang ende roest van coper yn een nyen pot ende sydet, dan gader bouen af dat smout ende steekt yn di oghen.

830. Teghen wlecken yn dy ogen.

Nemt sceelwoertel mytter wortel ende vennecoel, dat stampt toe stucken, ende doe dar thoe dardendeel honich, et pone in oculis.

801. Item; Anders.

Neem de bloem die achter de molen is gewaaid, half pond, mastiek van Pistacia lentiscus, Arabische gom van Acacia arabica, elk 2 drachme, bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, elk 3 drachme, doe dit met het witte van en ei met wat zeem en leg het op de het gebrokene en vermaak het niet dan om de 8 dagen en dan wordt het van 4 dagen en dan van 3 dagen. De kwalen gaan van de top tot de teen uit.

802. Van het hoofd ongemak.

Als een de kop doolt, hij neemt ambrosia of Artemisia campestris en doet het in een aarden pot met water en kookt dat tot een derdedeel in en wast het hoofd daar het hem pijn doet, hij zal genezen.

803. Item; Anders.

Hij stampt scharlei of Salvia sclarea met zout en legt dat daarop en wast zijn hoofd met azijn, hij wordt beter.

804. Die in het hoofd verstopt is.

Hij neemt honing en kookt het en schuim het zeer en doe daartoe gemalen peper of Piper nigrum en maak het als een likkepot en drink het een lepel vol en de dat zal men om de drie dagen weer doen.

[fol. 86v) 805. Die het hoofd pijnlijk heeft.

Die kookt zevenboom of Juniperus sabina in wijn of in water en wast het hoofd met het sap, dat is goed voor de duizeligheid en kook de zevenboom in water en bindt het warm op het voorhoofd en op de slaap, hij zal rusten en genezen.

806. Tegen grote hoofdpijn.

Neem een handvol hysop of Hyssopus officinalis, twee handen vol wijnruit of Ruta graveolens, driehanden vol alsem of Artemisia absinthium, vier handen vol van immergroen of Vinca minor en vijf handen vol kruidvlier of Sambucus ebulus en stamp het klein en zeef het door een doek en doe daartoe een schaal vol olijfolie van Olea sativa, twee lepels vol honing, drie lepels vol reigervet, 4 lepels ganzenvet, mei boter alzo groot als een ei en laat het koelen. U zal baden en in het bad zal u met deze zalven heel uw lijf besmeren, het zal vergaan.

807. Tegen draaien van het hoofd of duizeligheid.

Neem rozenwater en temper het met zeem en met water en laat het in uw keel op een neer gaan nuchter en spuw het dan uit.

808. Tegen de hoofdpijn.

Neem grote munt of Mentha soort en azijn tezamen gemengd en stamp het en wrijf daarmee het voorhoofd en de slaap.

809. Tegen kwade hoofden.

Neem oud schapenvet met Grieks pek, smeerwortel of Symphytum officinale en groene olie van olijf of Olea sativa en mei boter: dat stamp en besmeer het hoofd daarmee.

810. Tegen gezwollen hoofd.

Neem kruipende polei of Mentha pulegium, Rhaponticum carthamoide en kook het in witte wijn en leg het op dat gezwel en neem duivelsbeet of Succisa pratensis en geef hem die wijn te drinken, alzo heet als u kan en stop hem toe dan zal hij alles uitzweten en zal dadelijk genezen.

811. Tegen schurftige hoofden.

Neem hars en rogge meel of Secale cereale en kook dat en maak een korst, daarna doe de korst af en snij het vel er af zodat het bloedt en dan zal het met honing: voorts neem een ende brandt het tot poeder en meng het heet met wijn en dan smeer het haar daarmee, dan groeit het haar weer.

812. Van de oren.

Wie door de oren geschoten is zodat hij niet horen kan. Die neemt sap van wedewinde Calystegia of Convolvulus en doet daar olijfolie van Olea sativa toe en giet het ’s avonds in dat oor dat niet pijn doet en de andere avond zal men het doen in die pijnlijke oor: dan zal u huislook, donderbaard of Sempervivum tectorum stampen en gieten het sap dadelijk daarmee ook in de zere oor, het geneest.

813. Wie in zijn oor ziek is.

Neem het sap van de moerbeien of Morus nigra

en doe daartoe rozenolie [fol. 87r] en giet het in zijn oren, het verzacht.

814. Item.

Neem bladeren van reinvaarn of Tanacetum vulgare en bladeren van rozen en stamp ze tezamen en neem het sap en giet het in de oren.

815. Tegen doofheid.

Neem braambessen of Rubus fruticosus, Aloë perryi, hondsdraf of Glechoma hederacea en azijn en stamp het tezamen met koeienmelk en druppel het in zijn oren, het geneest.

816. Item.

Neen hinde vet en het sap van alsem of Artemisia absinthium en gal van een beer en druppel het in de oren.

817. Tegen de oorpijn.

Stamp wijnruit of Ruta graveolens en wring het sap eruit en men het met palingvet en giet het ’s avonds in de oren.

818. Die wormen in het oor heeft.

Neem Centaurium erythraea, alsem of Artemisia absinthium, moerbei of Morus nigra sap, dat stamp tezamen en giet dat sap in de oren, de wormen sterven al gelijk.

819. Van de keel.

Die heet is in de keel stampt venkel of Foeniculum vulgare wortels en mengt het water of kookt het en drinkt het sap.

820. Tegen zerigheid van de keel.

Stamp salie of Salvia officinalis en venkel of Foeniculum vulgare in wijn en drink het.

821. Tegen gezwollen keel.

Neem ongewassen wol en kook het in wijn en leg het op dat gezwel en neem duivelsbeet of Succisa pratensis die vlekken heeft op zijn bladen en op zijn kant en stamp ze stuk met zijn wortel en neem het sap en doe daartoe wat wijn en drink het, het zal helpen.

822. Tegen gezwollen hals.

Neem kaasjeskruid of Malva sylvestris, bijvoet of Artemisia vulgaris, bilzekruid of Hyoscyamus niger, alsem of Artemisia absinthium, stamp ze tezamen en kook het met honing en leg ze daarop al warm als een pleister.

823. Van oogziekte.

Neem wijnruit of Ruta graveolens sap, melk van een merrie en kook het met vet, dat wring door een doek en druppel het in de ogen.

824. Tegen rode en bloederige ogen.

Neem munt of een Mentha soort en de dooier van een ei en eppe of Apium graveolens stamp het en maak daarvan een zalf en zalf de pijnlijke ogen daarmee als u slapen gaat, buiten en binnen.

25. Anders.

Neem warm duivenvloed en druppel het in de ogen, het geneest.

826. Anders.

Neem vrouwenmelk of teef (hond) melk en doe het in de ogen als u slapen gaat.

827. Tegen het vel in de ogen of vlees.

Neem schapen gal en paling gal en stinkende gouwe of Chelidonium majus wortel sap, dit meng en doe het in de ogen.

828. Anders.

Neem galmei of zinkcarbonaat en brandt het op een gloeiende haard en blus het [fol. 87v] het driemaal met wijn; als dat gedaan is dan brandt wort (1) en les het driemaal met azijn, dan wrijf het tezamen klein en dat doe je in de ogen als u slapen gaat.

829. Anders.

Neem de water slang en roest van koper in een nieuwe pot en kook het dan doe van boven af dat vet en steek het in uw ogen.

830. Tegen vlekken in de ogen.

Neem stinkende gouwe of Chelidonium majus met de wortels en venkel of Foeniculum vulgare, dat stamp tot stukken en doe daartoe een derdedeel honing en doe het in de ogen.

(1) Afkooksel van mout, bier.

831. Aliud.

Stoet p<a>etrisen gallen, balue balseme ende wrift yn dy oghen: hebstu dy oghe appel behalden, du salts gesont werden.

832. Aliud.

Neem scelwoertel sap, venecols sap, ende vrouuen melck euen woel, dat laet besyncken ende doet het dunst yn een schoen wat ende doet yn dyn oghen, sy werden claer ende nummermer en donckeren sy.

833. Aliud.

Neem peper, ghengewaer, mente ende polioen, dat stampt tsamen ende doet yn dyn oghen.

834. Aliud.

Neem honich, gheyten melck, ende doet yn dyn oghen.

835. Aliud.

Neem bladen van agrimonien, ende het witte van een ey, ende maeck een plaster, ende legget op dyn oghen.

836. Ten broken oghen.

Neem vennecols sap, ende honich euen woel, ende doet yn dyn oghe.

837. Tegen alreley oghe ouel.

Nemt wyn gal ende sceelwoertel sap euen woel, ende doet yn dyn oghen.

838. Aliud.

Neem vrouuen melck of esellynen melck myt wyt van den ey, dat temperirt tsamen, dat doet op dyn oghen.

839. Aliud.

Neem agrimonia ende eppen saet euen woel, ende drincket myt wyne.

840. Aliud.

Neem sceelwoertel sap, venecols sap euen woel, dat sydet yr een pan, ende latet staen sincken: dat doet yn een glas, ende dot yn dyn oghen.

831. Anders.

Stamp patrijzen gal, gom van Commiphora opobalsamum en wrijf het in de ogen: hebt u de oogappel behouden, u zal gezond worden.

832. Anders.

Neem stinkende gouwe of Chelidonium majus sap, venkel of Foeniculum vulgare sap, en vrouwenmelk even veel, laat dat bezinken en doe het bezinksel in een schoon vat en doe het in uw ogen, ze worden helder en zullen nimmermeer donker zijn.

833. Anders.

Neem peper of Piper nigrum, gember of Zingiber officinale, munt of Mentha soort en polei of Mentha pulegium, dat stamp tezamen en doe het in uw ogen.

834. Anders.

Neem honing, geitenmelk en doe het in uw ogen.

835. Anders.

Neem bladeren van Agrimonia eupatoria en het witte van een ei en maak een pleister en leg het op uw ogen.

836. Tegen gebroken ogen.

Neem venkel of Foeniculum vulgare sap en honing even veel en doe het in uw oog.

837. Tegen allerhande oogziekte.

Neen wijn gal en stinkende gouwe of Chelidonium majus sap, even veel, en doe het in uw ogen.

838. Anders.

Neem vrouwenmelk of ezelinnen melk met het witte van een ei, dat temper tezamen en doe dat op uw ogen.

839. Anders.

Neem Agrimonia eupatoria en eppe of Apium graveolens zaad even veel en drink het met wijn.

840. Anders.

Neem stinkende gouwe of Chelidonium majus sap, venkel of Foeniculum vulgare sap, even veel, dat kook je in een pan en laat het staan bezinken: dat doe je in een glas en doe het in uw ogen.

841. Aliud.

Neem oude wynrutte, lastech tsap, ende honich seem, dat doet thoe gader yn een glasen waet, dat drupt yn dyn oghen.

842. Teghen drinten van die oghen.

Neem rogghen crumen ende legsy yn edich ende machter een plaester af, ende legget op dy oghen dat het werm wert; alst warm ys, soe doet het af ende macht daer eyn ander op want het vergaet.

843. Aliud.

Neemt cerusa ende quicsiluer, gummi arabica ende witte wiroch, dit tempert tsamen int reghen water, ende dot in oghen alstu slapen gaest. Dyt ys oeck guet woer hetten ten oghen.

844. Teghen ogesweer of (fol. 88r) rode tranen.

Neem aloes ende legsy in steercken edich ende som kerlkyn damastycks ende doet tsamen yn eyn coperen wat, dat stopt ende latet staen .ix. daghen, dat drupt alle daghe yn dy oghen ens of twy.

845. Aliud.

Neem ruten sap, aloes ende galle euen woel, ende dy twee deel edichs et ponite de se’o in oculis.

846. Tegen hetten der ogen.

Neem dy ghael van eyn ghyr of van eyn haen ende drupt yn dyn oghe. Of nem rute, agrimonia, yserhart ende vennecoel, dat syet myt wyn ende doet yn een coperen wat ende drupt yn dyn oghe. Of neme rute ende sceelwoertel smoergens inden dou, ende tsap mynge myt honich ende sietet op dat deerden deel ende stricket yn dyn oghen.

847. Aliud.

Neem woertelen van fiolen, mirren, sefferaen, dyt doet tsamen ende byndet op dyn oghen sauent alstu slapen gaest. Dat vercolt hetten ende sachtet seer.

848. Teghen coude oghen.

Nem nactscade ende vriuetse doer eyn doeck ende strict het sap om dyn oghen woert hoeft ende aen den slaep, soe vergaet dy dy suchte.

849. Salue tot alle seer ogen.

Nemt het wytte van .ij. eyeren, rolege, venecoel, alsen dat stoet, elck euen woel saps, ende wyt wan eyn ey, ruttensaps alsoe woel als al des anders, atriments al soe woel als .ij. hase noten dat syet yn een pan ende latet enen nacht staen; soe doetet in eyn coperen wat ende doter toe canfers als soe groet als eyn boen.

850. Tegent wyt op den oghen.

Neemt tsap van vennecoel, van vliren sap, dat stampt [te] sticken, dat roert of matten waren, dat legt opt dy ogen, meer doet eyn lynen cleet tuscen dy ogen ende cruut.

841. Anders.

Neem oude wijnruit of Ruta graveolens, sla of Lactuca sativa (?), en honing zeem, dat doe het tezamen in een glazen vat, dat druppel je in uw ogen.

842. Tegen zwellen op de ogen.

Neem rogge kruimels en leg het in azijn en maak er een pleister van en leg het op uw ogen zodat het warm wordt; als het warm is dan doe het af en maak daar een ander op want het vergaat.

843. Anders.

Neem loodwit en kwikzilver, Arabische gom van Acacia arabica en witte wierook van Boswellia, dit temper tezamen in regenwater en doe het in de ogen als u slapen gaat. Dit is ook goed voor hitte van de ogen.

844. Tegen oogpijn of [fol. 88r] rode tranen.

Neem Aloë perryi en leg het in sterke azijn en sommige korrels van Prunus domestica of pruim uit Damascus en doe het tezamen in een koperen vat dat maak dicht en laat het 9 dagen staan, dan druppel het alle dagen in uw ogen eens of tweemaal.

845. Anders.

Neem wijnruit of Ruta graveolens sap, Aloë perryi en gal even veel en dat in twee deel azijn en doe het in de ogen.

846. Tegen hitte van de ogen.

Neem de gal van een gier of van een haan en druppel het in uw oog. Of neem wijnruit of Ruta graveolens, Agrimonia eupatoria, ijzerhard of Verbena officinalis en venkel of Foeniculum vulgare, dat kook met wijn en doe het in een koperen vat en druppel het in uw ogen. Of neem wijnruit of Ruta graveolens en stinkende gouwe of Chelidonium majus ‘s morgens in de dauw en men het sap met honing en kook dat in op een derdedeel en strijk het in uw ogen.

847. Anders.

Neem wortels van viool of Viola odorata, mirre of Commiphora myrrha, saffraan of Crocus sativus, dit doe tezamen en bindt het op uw ogen ‘ avonds als u slapen gaat. Dat verkoelt hitte en verzacht zeer.

848. Tegen koude ogen.

Neem nachtschade of Solanum nigrum en wrijf het door een doek en strijk het sap om uw ogen voor het hoofd en aan de slaap, dan vergaat u de ziekte.

849. Zalf tot alle zere ogen.

Neem het witte van 2 eieren, rolege, (rogge?) venkel of Foeniculum vulgare, alsem of Artemisia absinthium en stamp dat van elk even veel sap en het wit van een ei en wijnruit of Ruta graveolens sap alzo veel als de andere, inkt of koper- of ijzersulfaat alzo veel als 2 hazelnoten, dat kook in een pan en laat het een nacht staan; dan doe het in een koperen vat en doe er toe kamfer of Dryobalanops aromatica alzo groot als een boon.

850. Tegen het wit op de ogen.

Neem het sap van venkel of Foeniculum vulgare, van vlier sap of Sambucus nigra, dat stamp stuk, dat roer als een soort geklonterde melk of brei was, dat leg op uw ogen, maar doe een linnen kleed tussen uw ogen en het kruid.

851. Teghen geloken oghen.

Neemt tsap van wilde karden ende ghiet dat .iij. nachte yn dy ogen ende salfse sauent myt ganse smout dat ongesolten ys.

852. Tegen doncker ogen vanden hersen.

Nemt rutte ende doetse yn een vat myt douue ynden mey ende salue daer elx dages dyn oghe mede.

853. Van bloet ter nesen of ten monde. Irst dy bloet spuuet.

Hy neem .vj. hoefden knoflocks mytten woertelen, ende syde dat yn eyn nyen pot, ende drincket sap, soe vergaet.

854. Aliud.

Neem dy woertel vander groter netel dat stampt myt wyn, ende macht en plaester van crude, ende legt daer op, ende tsap drincht; dyt ys van blode toe stempen oeck.

855. Aliud.

Neem alant, geru, valeriaen, ende centori ende stampt myt wyn (fol. 88v) dat wrinct doer eyn doeck ende drincket.

856. Om bloet thoe stempen.

Neem bethonie ende stoetse myt salt ende legsy yn dy nase et fiet.

857. Item.

Aliud remedium quaere in clausula superius descripta dy spiet bloet quod melior est.

858. Aliud.

Neemt tsap van netelen ende het wyt wan eyn ey, ende mact een plaester ende daer op gelaecht dat stopt ende stempt bloet waer het oeck heer of wt comt.

859. Dy dy nase bloet van calden.

Nempt eppe ende stamse myt wyn ende drinct dat, soe vergadet.

860. Teghen bloet toe suueren.

Nemt tsap vander lelye ende wyn ende drinct, dat suuert alle quade bloet.

851. Tegen gesloten ogen.

Neem het sap van wilde kaarddistel of Dipsacus fullonum en giet dat 3 nachten in uw ogen en zalf ze ’s avonds met ganzen vet dat niet gezouten is.

852. Tegen donkere ogen van de hersens.

Neem wijnruit of Ruta graveolens en doe het in een vat met dauw van mei en zalf daar elke dag uw oog mee.

853. Van bloed ter neus of ter mond. Eerst die bloed spuwt.

Hij neemt 6 hoofden van knoflook of Allium sativum met de wortels en kook dat in een nieuwe pot en drinkt het sap, het vergaat.

854. Anders.

Neem de wortel van de grote brandnetel of Urtica urens en stamp dat met wijn en maak een pleister van het kruid en leg het daarop en drink het sap, dit is ook van bloed te stelpen.

855. Anders.

Neem alant of Inula helenium, duizendblad of Achillea millefolium, valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht en Centaurium erythraea en stamp het met wijn [fol. 88v] dat wring je door een doek en drink het.

856. Om bloed hoe te stelpen.

Neem betonie of Stachys officinalis en stamp het met zout en leg het in uw neus en genoeg.

857. Item.

Andere remedies en behandeling die bloed spuwt vind je in de hierboven beschreven tekst beter.

858. Anders.

Neem het sap van brandnetel of Urtica urens en het witte van een ei en maak er een pleister van en daarop gelegd, dat stopt en stelpt bloed waar het ook van of uitkomt.

859. Die de neus bloedt vanwege koude.

Neem eppe of Apium graveolens en stamp het met het witte wijn en drink dat, dan vergaat het.

860. Tegen bloed te zuiveren.

Neem het sap van de lelie of Lilium candidum en wijn en drink het, dat zuivert alle slechte bloed.

861. Teghen dy bloet sucht.

Neemt rosen ende rose water ende wegebreden sap, dit salmen syden myt loock borne, ende dyt cleynse doer een cleet ende geuet den sieken drincken by tyden.

862. Vanden monde. Teghen den heeten mont.

Neemt een saet ende heet cilium, ende doet yn een doeck ende legget soe yn een scuttel myt water ende weeket daer yn enen nacht. Dat water salmen yn dy mont nemen, ende houdent daer yn een wille, soe salmen dan dat water wt doen, ende nemen ander daer yn.

863. Vanden tanden. Die tanden daer dy worm yn wont.

Nemt yserenhart ende gherue ende stampt dat myt asyn ende houdet lange yn dyn mont went hy slapt: sterf dy worm.

864. Optimum pro dentibus.

Stamp die woertel van yserenhart ende sietse myt azyn ende macter een plaster af, ende legt op dy wange: hoe dy sicheit ys, si vergaet dy.

865. Aliud. Voer den tantsweer.

Neemt den strunck ende dy blade van sennep, ende stotse tsamen ende nemet sap ende latet drogen yn dy sonne; dat ys goet dar toe.

866. Aliud.

Neem vennecoel, merke, bredewegen ende rute, d[a]t menghe myt brode, ende myt wyn ende lect yn dyn wangen.

867. Aliud.

Stoet betonie myt ouden wyn, ende syetet daer mede, ende hout den wyn yn dyn mont, ende legget dy blade op dy wanghen.

868. Dy dy tant we doet van bloden.

Neem agrimonie ende house tuscen dy tande et sanat.

869. Tegen dy worm in dy tant.

Neemt eyn ey of twe ende bradet al heert, dat scelt ende neem dan den doder, ende soe groet souts als dy doder ys, dan mynge dat tsamen ende bernt thoe puluer dattet (fol. 89r) swart ys, soe nemet daer af eyn gode deel ende legget op dy tanden dy sweren ende loetet dar op liggen, soe ghy lange mogest, dan doet maetelick af ende spoel wen mont wel myt wynetich: dyt doet dry of .iiij. mael dages, het ys beproeft dat men dy worm darmet weriaget.

870. Teghen hael tanden.

Neem raden meel ende legget yn dy hoeltand, of stotet gundrauen myt botter ende legget al werm yn.

861. Tegen de bloedziekte.

Neem rozen en rozenwater en grote weegbree of Plantago major sap, dit zal men koken met knoflook of Allium sativum in (bron)water en wring het door een kleed en geef het de zieke af en toe te drinken.

862. Van de mond. Tegen de hete mond.

Neem een zaad en heet gevlekte scheerling of Conium maculatum (?) en doe het in een doek en leg het dan in een schotel met water en week het daarin een nacht. Dat water zal men in de mond nemen en houden het daarin een tijdje, dan zal men dat water eruit doen en een andere daarin nemen.

863. Van de tanden. De tanden daar de worm in woont.

Neem ijzerhard of Verbena officinalis en duizendblad of Achillea millefolium en stamp dat met azijn en hou het lang in uw mond totdat hij slaapt: sterft uw worm.

864. Voor de beste tanden.

Stamp de wortel van ijzerhard of Verbena officinalis en kook het met azijn en maak er een pleister van en leg het op uw wang: hoe de ziekte is, het vergaat u.

865. Anders. Voor de tandpijn.

Neem de stengel en de bladeren van mosterd van Sinapis alba en stamp ze tezamen en neem het sap en laat het drogen in de zon; dat is goed daartoe.

866. Anders.

Neem venkel of Foeniculum vulgare, eppe of Apium graveolens, grote weegbree of Plantago major en wijnruit of Ruta graveolens, dit meng je met brood en met wijn en lik het in uw wangen.

867. Anders.

Stamp betonie of Stachys officinalis met oude wijn en kook het daarmee en hou de wijn in uw mond en leg de bladeren op uw wang.

868. Die de tand pijn doet van bloeden.

Neem Agrimonia eupatoria en hou het tussen de tanen en het geneest.

869. Tegen de worm in de tand.

Neem een ei of twee en braad het al hard, die pel je en neem dan de dooier en zoveel zout als de dooier is, dat meng je tezamen en brand dat tot poeder zodat het [fol. 89r] zwart is, dan neem daarvan een goed deel en leg het op de tanden die pijn doen en laat het daarop liggen zo lang als je kan, dan doe het matig en spoel uw mond goed met wijnazijn: dit doe je drie of vier keer per dag, is beproefd dat men de worm daarmee verjaagt.

870. Tegen holle tanden.

Neem bolderik of Agrostemma githago en leg het in de holle tand of stamp hondsdraf of Glechoma hederacea met boter en leg het al warm in.

871. Teghen geswollen wanghen.

Neemt een leppel woel nachscaden water ende een leppel woel rosen water, ende een leppel wol azyns, ende twee leppel wol vrouwen melcks, dat mact warm ende natter eyn cleet myt, ende lecht het cleyt daert geswollen is op dy wangen, het vergaet.

872. Van den hoest.

Die hoest van couden dy neem mirre ende lauasck woertelen, ende myt wyn gestoten, ende gedroncken dat is goet.

873. Aliud.

Neemt beuenelle ende stampse myt asyn ende drincket dicke et waset woer dy hoeft met loghe.

874. Aliud.

Woer den hoest vander heerte, nemt zanic ende sietsi myt wyn ende drincket dat.

875. Teghen dy seer hoest.

Nemt ysenbraue, poleye, ysope, ende stoetse seer ende myngense myt wyn, des wyns tweedeel, ende siedet tsamen alsoe lange als het scumt, ende nemt den scum af ende cleynst doer eyn doeck, ende drincket dat sauents ende smorgeens. Ende ynden wynter als men dat sap nyt en wynt. soe salmen des sommers dy crude lesen ende drogense aen eyn stock sonder zonne ende sonder roeck. Alst is droghe, so wrift to puluer, ende nemet dy twee deel wyns ende siedet als gescreuen is.

876. Tegen den kinchoest of anders.

Neem alant woertelen ende laetse drogen ende machse tpuluer ende doe dat honich toe, dat etet et sanabis.

877. Teghen corten hoest.

Nem mirre ende stotse wel to stucken ende legse onder dyn tonghe; het sal vergaen.

878. Vander borsten. Teghen boorst ouel ende bosen adem.

Nemt ysop ende syetet yn wyn, op dat derdendeel thoe versaden den wyn, ende drincket.

879. Aliud.

Nemt eppe, vennecoel, ende stotet myt wyn, ende drinct dat sap teghens dy nacht.

880. Aliud. Om een gude borst tmaken.

Nemt het saet van eppe ende vennecoel ende sietet als gesait ys.

871. Tegen gezwollen wangen.

Neem een lepel vol nachtschade of Solanum nigrum water en een lepel vol rozenwater en een lepel vol azijn en twee lepels vol vrouwenmelk, dat maak warm en nat er een kleed mee en leg het kleed daar het gezwollen is op de wangen, het vergaat.

872. Van de hoest.

Die hoest vanwege kouden die neemt mirre of Commiphora myrrha en maggi of Ligusticum officinalis wortels en met wijn gestampt en gedronken, dat is goed.

873. Anders.

Neem bevernel of Pimpinella saxifraga en stamp het met azijn en drink het vaak en was het voorhoofd met loog.

874. Anders.

Voor de hoest van het hart, neem sanikel of Sanicula europaea (?) en kook het met wijn en drink dat.

875. Tegen die zeer hoest.

Neem ijzerhard of Verbena officinalis (?), polei of Mentha pulegium, hysop of Hyssopus officinalis en stamp het goed en meng het met wijn, van de wijn twee deel en kook het tezamen alzo lang als het schuimt en neem het schuim af en wring het door een doek en drink het ’s avonds en ‘s morgens. En in de winter als men dat sap niet vindt dan zal men in de zomer deze kruiden verzamelen en ze aan een stok drogen uit de zon en zonder rook. Als het droog is dan wrijf het tot poeder en neem je twee delen wijn en kookt het zoals geschreven is.

876. Tegen de kinkhoest of anders.

Neem alant of Inula helenium wortels en laat ze drogen en maak daarvan een poeder en doe er honing toe, dat eet en het reinigt.

877. Tegen korte hoest.

Neem mirre van Commiphora myrrha en stamp het goed stuk en leg het onder uw tong; het zal vergaan.

878. Van de borst. Tegen borst kwalen en slechte adem.

Neem hysop en kook het in wijn totdat het derdeel verkookt is en drink het.

879. Anders.

Neem, eppe, venkel en stamp het met wijn en drink dat sap tegen de nacht.

880. Anders. Om een goede borst te maken.

Neem het zaad van eppe of Apium graveolens en venkel of Foeniculum vulgare en kook het zoals het gezegd is.

881. Den dy borst wee doet.

Neemt kers ende stampse ende vrinct het sap wt ende soe woel gheeyte (fol. 89v) melck ende dat drincket.

882. Aliud.

Neem rutte ende stamse ende myngense myt wytte wyn ende drinct het sap.

883. Aliud.

Nemt saly ende stotse ende myngetse myt wyn ende drincket het sap.

884. Teghen bestopte borst.

Nemt centaurum ende sietse in water ende dat water salstu drincken dry werf of .iiij. werff.

885. Aliud.

Nemt dyptamus ende witwort ende verbena ende stot sy tsamen ende myngense myt wytte vyn ende drinckense sochtens ende sauents.

886. Teghen amborsticheit.

Syet dy wortelen ende bladeren van marabyen, ende yn dat sap syet racolissien, ende drinct nyt toe voel maels, dat ys goet.

887. Teghen dat borst swer.

Neem adechs woertelen ende stotse myt wersche swynen smeer, ende legt daer dy seer ys.

888. Aliud.

Neem lauasch woertelen ende stampse myt wyn, ende legget dat cruyt daer al sappich op.

889. Aliud.

Neem anys, ghe[n]geuer, zedwer, ende sietze yn wyn ende drincket al hete.

881. Die de borst pijn doet.

Neem kers of Prunus cerasus (of waterkers, Nasturtium) en stamp het en wring het sap eruit en zo veel geitenmelk [fol. 89v] en dat drink.

882. Anders.

Neem wijnruit of Ruta graveolens en stamp het en meng het met witte wijn en drink het sap.

883. Anders.

Neem salie of Salvia officinalis en stamp het en meng het met wijn en drink het sap.

884. Tegen verstopte borst.

Neem Centaurium erythraea en kook het in water en dat water zal u drinken drie of 4 maal.

885. Anders.

Neem Origanum dictamnus en diptam of Dictamnus albus en ijzerhard of Verbena officinalis en stamp ze tezamen en meng het met witte wijn en drink het ‘s ochtend en ‘s avonds.

886. Tegen aamborstigheid.

Kook de wortels en bladeren van malrove of Marrubium vulgare en kook in dat sap zoethout of Glycyrrhiza glabra en drink het niet teveel per keer, dat is goed.

887. Tegen de borst pijn.

Neem kruidvlier of Sambucus ebulus wortels en stamp ze met verse zwijnenvet en leg het daar de pijn is.

888. Anders.

Neem maggi of Ligusticum officinalis wortels en stamp ze met wijn en leg dat kruid daar al sappig op.

889. Anders.

Neem anijs of Pimpinella anisum, gember of Zingiber officinale, zeduar of Curcuma zedoaria en kook het in wijn en drink het al heet.

890. De mulieribus. Vander vrouwen gebreken dy myt kinde ys ende nyet ghenesen en mach als haer tyt commen ys van barynck.

Neemt scaerly ende byntse op haren nauel: yst kynt leuendich of doet, het wort geboren.

891. Aliud.

Scrift dese woerden yn broet of yn eyn appel ende geuetse der vrouuen te eten, tsel hoer helpen. Mentem sanctam spontaneam honorem deo et huic partui liberacionem.

892. Aliud.

Neem gemalen rosen bladen ende roes water ende gemenget tsamen: gheuet har tdrincken.

893. Dy bloet spuuet in haer kynts bedde.

Neem betonie ende stamse ende mengetse myt soeter melc ende geft har drincken.

894. Als ionge vrouue haer stont onstaet.

Neem damandren, byuoet, hoof comien ende menge dat myt wyn of myt oude byer, ende gheft haer drincken, tsel haer helpen.

895. Een vrou dy ouer har tyt gaet in kyndes aerbeit.

Sy etet dyptannus myt wat sy het beeste mach: thant wart heet kynt gebaren.

896. Aliud.

Neemt marabyen ende stoetse ende mengetse met suter melck ende gheft der vrouwen drincken, sy heft te myn aerbeyts ende gheneset tkyns to hans.

897. Aliud.

Neem zauelboem ende stoetsy ende mengetze myt wyn ende gheft har drincken, dat ys goet den vrouwen stonden doen commen (fol. 90r) dyet kynt dragen doen tgenesen.

898. Als eyn vrou het kynt ynt lyf doet bleuen ys.

Neem cannel ende stotet tpoluer ende menget myt water ende drinct, soe woert het kynt geboren.

899. Vrouuen dy dy borsten verhart syn.

Neem caelment ende stoetse ende mengense myt vyn, ende gheft haer thoe drincken.

900. En guden dranc der vrouen.

Nemt dy woertel vanden swerdel ende vanden louer striken smunte ende sietse yn wyn ende etet crut voer den eten ende drinct tsap.

890. De vrouwen. Van de vrouwen gebreken die met kind is en niet baren kan als haar tijd gekomen is van baren.

Neem scharlei of Salvia sclarea en bindt het op haar navel: is het kind levend of dood, het wordt geboren.

891. Anders.

Schrijf deze woorden in brood of in een appel en geeft het de vrouw te eten, het zal haar. Om dit eerbetoon van een spontane bevalling in de eer van het geestesoog van God.

892. Anders.

Neem gemalen rozenbladeren en rozenwater en gemengd tezamen: geef het haar te drinken.

893. Die bloed spuwt in het kraambed.

Neem betonie of Stachys officinalis en stamp het en meng het met zoete melk en geef het haar te drinken.

894. Als een jonge vrouw haar stonde onbestendig is.

Neem gamander of Teucrium chamaedrys, bijvoet of Artemisia vulgaris, komijn of Cuminum cyminum en meng dat met wijn of met oud bier en geef het haar te drinken, het zal haar helpen.

895. Een vrouw die boven haar tijd gaat in het baren.

Ze eet diptam of Dictamnus albus met wat ze het beste mag: dadelijk wordt het kind geboren.

896. Anders.

Neem malrove of Marrubium vulgare en stamp het en meng het met zoete melk en geeft het de vrouw te drinken, ze heeft minder werk en baart het kind dadelijk.

897. Anders.

Neem zevenboom of Juniperus sabina en stamp het en meng het met wijn en geef het haar te drinken, dat is goed de vrouwen om de stonden te doen komen [fol. 90r] en die een kind dragen te baren.

898. Als bij een vrouw het kind in het lijf dood gebleven is.

Neem kaneel of Cinnamomum verum en stamp het tot poeder en meng het met water en drink het, dan wordt het kind geboren.

899. Vrouwen die de borsten verhard zijn.

Neem rondbladige munt of Mentha rotundifolia en stamp het en men het met wijn en geef het haar te drinken.

900. En goede drank voor de vrouwen.

Neem de wortel van de gladiool of Gladiolus communis en van het blad en bestrijk het met munt of Mentha soort en kook het in wijn en eet het kruid voor het eten en drink het sap.

901. Aliud.

Nem diptannum, poleyen, merken saet, mucworts woertelen ende loerbeen ende stotet tsamen ende mynget myt wyn ende drinchet nuchteren.

902. Aliud.

Neemt betony ende stoetse ende menge sy myt edich, ende ghef haer dicke drincken.

903. Tegen der vrouuen bloet laten.

Neem gamandria ende stotse ende mengense myt wyn ende drinct, dat helpt alsoe weel of tu bloet gelaten hadste, mer drie daghen daer nae moet sy hoer sachten.

904. Ad habendum menstrum.

Neem myst voertelen ende stampse ende neemt eyeren ende macter af en wette caseye et detur mulier manducaere.

905. Aliud.

Neem tsap van meden ende mynget myt water ende gheft har drincken, dat ys goet.

906. Een vrou dy toe seer bloyt.

Nemt het sap van rode oude vaders becken ende menget myt wyn ende gheft haer drincken.

907. Vterque femina inpregnam gestat filium vel filiam.

Nemt dy dropelen van haren rechten borsten ende doet sy yn en [n]ap myt lau water: gaen sy to gront soe yst eyn knechten, driuen sy, yst eyn macht.

908. Een plaster ad vberes.

Neem subtil cley ende wyn azin ende machter eyn plaster af op dy borsten dy gesuollen syn van oueruludige melck of dy dy steken.

909. Die het harte we doet.

Hy eet poley nuchteren of etet puluer gemact van polioen myt natten brode, het sal v helpen.

910. Die dy longe we doet.

Neem vennecoel ende stotet ende menget myt wyn et bibat.

901. Anders.

Neem diptam of Dictamnus albus, polei of Mentha pulegium, eppe of Apium graveolens zaad, bijvoet of Artemisia vulgaris wortels en bes van laurier of Laurus nobilis en stamp het tezamen en meng het met wijn en drink het nuchter.

902. Anders.

Neem betonie of Stachys officinalis en stamp het en meng het met azijn en geef het haar vaak te drinken.

903. Tegen de vrouwen bloed laten.

Neem gamander of Teucrium chamaedrys en stamp het en meng het met wijn en drink het, dat helpt alzo veel alsof u bloed gelaten had, maar drie dagen daarna moet ze zich wachten.

904. Om menstruatie te krijgen.

Neem witte wortels van Daucus carota (?) en stamp ze en neem eieren en maak er van een vette pastei en dat een vrouw dat eet.

905. Anders.

Neem het sap van meekrap of Rubia tinctoria en meng het met water en geef het haar te drinken, dat is goed.

906. Een vrouw die te zeer bloedt.

Neem het sap van rode ooievaarsbek of Geranium robertianum en meng het met wijn en geef het haar te drinken.

907. Of een vrouw een zoon of dochter draagt.

Neem de druppels van haar rechterborst en doe het in een nap met lauw: gaat het naar de grond dat is het een jongetje, drijven ze, is het een maagd.

908. Een pleister tegen teveel melk.

Neem zuivere klei en wijnazijn en maak er een pleister van op de borsten die gezwollen zijn van overvloedig melk of die steken.

909. Die het hart pijn doet.

Hij eet polei of Mentha pulegium nuchter of eet poeder gemaakt van polei met nat brood, het zal u helpen.

910. Die de longen pijn doen.

Neem venkel of Foeniculum vulgare en stamp ze en meng het met wijn en drink het.

911. Aliud.

Dy dy longe heeyt ys, hy etet botter myt marabien certum.

912. Die dy leuer we doet of heeyt ys.

Nemt scarley ende stampt dy myt asyn ende drincket nochteren, ende byndet (fol.90v) tsauents op dy leuer, het sal v helpen.

913. De stomacho. Soe wye dy mage vercout is dat hy spuuet.

Nemt was ende broot ende maeket eyn broet dar af ende etet, so vergatet dy.

914. Aliud.

Nemt aelment ende etze in spise of yn varmoes of stoetse ende drinckse myt wyn et sanabis.

915. Den dy mage suellet.

Nemt rutte, eppe, olij ende butter ende macter eyn salue af, ende saluen hem tuschen syn nauel ende syn borst, dy wert tbeet.

916. Een electuarie ter magen.

Neem muscaten, nagelen, kneel, zeedwar, gengiber, galigan, anys, vennecoels saet, cubeben, spica nardi, mastic, des ilx gelick van hem eyn penning wichte groet ende rubarbarem, alsoe woel als al dyt ander; dyt puluere ziet tsamen, ende budelt doer eyn cleynen doeck ende knetet myt oude wyn ende boutet seer, ende macter pillekens af ende nut dy alle daghe.

917. Teghen knachting in der maghen.

Neemt een herts horn et proice in ignem et combura in pulueres et postea puluerisetur eum: nemt den puluer ende doet heem yn lau melck di vander coe comt, ende ghif den sieken nuchteren drincken.

918. Dy dye maghe sueret.

Nemt rute, eppe, dille, oli ende butter, ende mact salue ende salfter mede tuschen dyn maghe ende dyn borst.

919. Teghen gesuollen mage.

Nemt woertelen van vennecoel ende eppe ende legtse yn witte wyn ende drincter nochter af.

920. Dy dy mage verhert is.

Neemt witte hoefden van den poerloeck ende wers baerken speck ende machter varmoes af ende etet.

911. Anders.

Die de long heet is, hij eet boter met malrove of Marrubium vulgare zeker.

912. Die de lever pijn doet of heet is.

Neem scharlei of Salvia sclarea en stamp het met azijn en drink het nuchter en doet het [fol.90v] s’ avonds op de lever, het zal u helpen.

913. De maag. Zo wie de maag verkouden is zodat hij spuwt.

Neem was en brood ende maak er een brood van en eet het, dan vergaat het je.

914. Anders.

Neem hofmunt of een Mentha soort en eet het in spijs of in warme groente of stamp het en drink het met wijn en het geneest.

915. Die de maag zwelt.

Neem wijnruit of Ruta graveolens, eppe of Apium graveolens, olie en boter en mak er een zal van en zalf hem tussen de navel en zijn borst, hij wordt des te beter.

916. Een likkepot ter maag.

Neem muskaat of Myristica fragrans, kruidnagel of Syzygium aromaticum, kaneel of Cinnamomum verum, zeduwar of Curcuma zedoaria, gember van Zingiber officinalis, galanga van Alpina officinarum, anijs van Pimpinella anisum, venkel of Foeniculum vulgare zaad, staartpeper of Piper cubeba, Nardostachys jatamansi, mastiek van Pistacia lentiscus, dus van elk gelijk een penning gewicht groot en rabarber of Rheum rhabarbarum, alzo veel als al dit andere; dit poeder kook tezamen en zeef of buidel het door een kleine doel en kneed het zeer met oude wijn en maak er pilletjes van en nuttig die alle dagen.

917. Tegen knaging in de maag.

Neemt een hertshoren en laat het branden in het vuur tot poeder en verpulver het dan: neem het poeder en doe het in lauwe melk die van de koe komt en geef het de zieke nuchter te drinken.

918. Die de maag pijn doet.

Neem wijnruit of Ruta graveolens, eppe of Apium graveolens, dille of Anethum graveolens, olie en boter en maak een zalf en zalf er mee tussen de maag en de borst.

919. Tegen gezwollen maag.

Neem wortels van venkel of Foeniculum vulgare en eppe of Apium graveolens en leg ze in witte wijn en drink er nuchter van.

920. Die de maag verhard is.

Neem witte hoofden van de prei of Allium porrum en vers spek van het mannelijk zwijn en maak er een warme groente van en eet het.

921. Van vormen. Dy wormen butten yn syn lyf heft.

Nem samirum, wast in den weyde ende [heeft] witte blommen als een witte weder; dat stamp myt azin ende wrift doer eyn lynen doeck, ende drinct: so starft dy woerme ende walt wtter wonden.

922. Tegen wormen bynnen ynt lyf.

Hy stoet mente ende wrinct het sap wt, ende drinct myt melck of myt water, sy gaen doer, probatum est.

923. Contra vermes venenosos in ventre.

Nemt atrament ende wrift tpuluer ende drinctet myt wyn, sy gaen doer, probatum est.

924. Van sancte cornel euel. (1)

Wye dattet heft dy neem hoelwertel ende stampse myt azyn (fol. 91r) ende legse daer op daer du ut erste woelste, tsel dy helpen.

925. Aliud.

Nemt des oudeuaers hart ende sietet yn water ende etet harte ende drincket water.

926. Aliud.

Als dy mensche geuallen ys, thant daer nae slach doet enen hont, ende neem dy galle dar wt ende stampse ontwee ende mengense myt was ende gietse den sieken ynt lyf of sietet hert ende geuet hem teten, hi salt nummermer hebben sonder twiuel.

927. Wyt euel heft ende mens nyet en wetet.

Hy neem boxshorn ende latet heem aen ruken: heft hyt, hy valt thant neder.

928. Aliud.

Nemt synnip myt blade ende myt woertelen et comburite ende den roeck dy daer af comt, dy laet den sieken ontfaen dyet groet euel heft, doet hy diicke hy mynnert hem syn ouel.

929. Aliud.

Neemt enen mertscen haen ende wulden myt eyn pennyng wert was, ende braten tuschen twe wuren, ende als hy gebraden ys, soe sal men pulueren myt guden dranc.

930. Vanden buck euel.

Nemt wilge bladen ende stamse ende myngetse myt wyn of myt byer et valet.

921. Van wormen. Die wormen buiten zijn aan lijf heeft.

Neem moerasspirea of Filipendula ulmaria, het groeit in de weide en heeft witte bloemen zoals een witte veer, dat stamp je met azijn en wrijf het door een linnen doek en drink het: dan sterft de worm en valt uit de wond.

922. Tegen wormen binnen in het lijf.

Hij stampt munt of Mentha soort en wringt het sap uit en drinkt het met melk of met water, ze gaan door, het is bewezen.

923. Tegen giftige wormen in de buik.

Neem inkt of koper- of ijzersulfaat en wrijf het tot poeder en drink het met wijn, ze gaan door, het is bewezen.

924. Van Sint Cornelis ziekte of vallende ziekte.

Wie dat het heeft die neemt holwortel of Corydalis cava en stampt het met azijn [fol. 91r] en leg het daarop waar u het eerste voelde, het zal u helpen.

925. Anders.

Neem en hart van de ooievaar en kook het water en eet het hart en drink het water.

926. Anders.

Als de mens gevallen is, dadelijk daarna sla dood een hond en neem de gal daaruit en stamp het stuk en meng het met was en giet het de zieke in het lijf of kook het hard en geef het hem te eten, hij zal het nimmermeer hebben zonder twijfel.

927. Wie die (valende) ziekte heeft en men het niet weet.

Hij neemt bokkenhoren en laat het aan hem ruiken: heeft hij het, hij valt dadelijk neer.

928. Anders.

Neem mosterd van Brassica nigra met de bladeren en met wortels en brandt het en de rook die daarvan afkomt laat dat de zieken ontvangen die de vallende ziekte heeft, doet hij het vaak het vermindert hem zijn ziekte.

929. Anders.

Neem een haan in maart geslacht en vul het met een penning waarde van was en braadt het tussen twee vuren en als het gebraden is dan zal men het verpulveren met goede drank.

930. Van de buikziekte.

Neem wilgen bladeren van Salix alba en stamp het en meg het met wijn of met bier, het is de moeite waard.

(1) Gewoonlijk wordt hiermee de vallende ziekte of de stuipen bedoeld.

931. Aliud.

Neem oude scape kese ende herten smere, ende sietet tsamen ende geft heem teten dat is goet.

932. Aliud.

Neemt grisinc ende braetse yn smout ende etse dat ys goet.

933. Teghent merysoen.

Neemt gesaden sleyen ende sietse yn regen water ende etsy; dorsti, dan so drinct vanden sappe.

934. Aliud.

Nemt gerwe ende stampse ende nemt tsap ende mynget myt blommen van terwen meel ende baect eyn koeck ynden heert ende ghift hem teten al warm.

935. Aliud.

Nemt eyn oude scapen keese, ende stampse myt scapen melck ende roden wyn, ende temper<t> yn eyn pan ende neem dy crumen van eyn paleerden broet ende wrift dar yn ende gheuet den sieken eten smoergens ende sauents dats goet.

936. Vander bestoptheit.

Neemt aloe ende wrif tot stucken of tot puluer ende doet dar wat wyns thoe ende mackker boelkens af vyf of sees, nae dat hy doghen mach, ende dy sal hy wersuillighen, ende immediate bibet de antiquo sereuitia, dat sal gesoden syn myt swynen smout of myt butter.

937. Aliud.

Nemt honich ende half sont ende sietet tsamen ende roret tsamen stadelick ende alst wel gesaden ys (fol. 91v), so druptet op den nagel: statet vast dattet nyt en vloyt, so yst genoch; soe neem gewreuen aloe ende doetse dar thoe, so nem of mackt vellekens alsoe groet als en vinger ende doet dat after int fundament.

938. Aliud.

Nemt eschen woertelen ende stotse ende legse enen nacht yn wyn ende drinct nochteren.

939. Aliud.

Neem vlieder ende scaft di ouerste scortse daer af, ende scaft dat dar nae ys, ende macht also droge dat men malen mach. So nemt vligen ende barntse to puluer, dy twedel wlieder ende dry deel wilgen ende honich ende temperirt als eyn electuarie ende gheft hem dyet worstael heft.

931. Anders.

Neem oude schapenkaas en herten vet en kook het tezamen en geef het hem te eten, dat is goed.

932. Anders.

Neem vijfvingerkruid of Potentilla reptans en braad het in vet en eet het, dat is goed.

933. Tegen buikloop.

Neemt gekookte sleedoorn of Prunus spinosa en kook het in regenwater en eet het; durf je, zo drink van het sap.

934. Anders.

Neem duizendblad of Achillea millefolium en stamp het en neem het sap en meng het met bloem van tarwemeel en bak een koek in de haard en geef het hem te eten al warm.

935. Anders.

Neem een oude schapen kaas en stamp het met schapenmelk en rode wijn en temper het in een pan en neem de kruimels van een versierd brood en wrijf het daarin en geef het de zieke ’s morgens en ’ s avonds te eten, dat is goed.

936. Van de verstopping.

Neem Aloë perryi en wrijf het in stukken of tot poeder en doe daar wat wijn toe en maak er bolletjes van vijf of zes, nadat hij gedogen kan en dat zal hij inzwelgen en onmiddellijk vernietigt het de oude verstopping, he zal gekookt zijn met zwijnen vet of met boter.

937. Anders.

Neem honing en half zout (?) en kook het tezamen en roer het tezamen voortdurend en als het goed gekookt is [fol. 91v], zo druppel het op de nagel: staat het vast zodat het niet vloeit, dan is het genoeg; zo neem gewreven Aloë perryi en doe het daartoe, dan neem of maak velletjes alzo groot als een vinger en doe dat achter in het fundament.

938. Anders.

Neen de wortels van es of Fraxinus excelsior en stamp ze en leg ze een nacht in wijn drink het nuchter.

939. Anders.

Neem vlier of Sambucus nigra en schaaf de bovenste schors er af n schaaf wat er daarna komt en maak het alzo droog zodat men het malen kan. Dan neem vliegen en verbrand ze tot poeder, het tweede deel vlier en drie deel wilg of Salix alba en temper het als een likkepot en geef het hem die de verstopping (?) heeft.

940. Van suellen of sweren of werken. Swellen dy by willen syn roet by wilen syn bleeck.

Nemt garsten meel ende sietet yn azyn ende machter eyn plaester af ende legt dar op.

941. Tegen suellen aen den keel.

Neemt dy bolsteren van gronen walschen noten ende stamse tot stucken, ende neemt euen weel honichs ende sietet tsamen, dat neem inden mont ende houdet dar yn also lange als hy mach, dat sal hy dry dage doen.

942. Dy suellen heft aen syn lif.

Hy neem asche ende temperse ende so woel souts ende eyeren ende dat siet tsamen ende cleynset doer eyn doeck ende legt dar op, thant vergaen dy suellen.

943. Tegen gesuollen lede.

Stoet fiolen myt wat edixs ende machter eyn plaester af ende legget op dat swel, het vergaet.

944. Jegen gesuollen lede op doen lopen.

Stamp netelen ende legget dar op soe werdent gallen. Soe legter treit op, aldus gemact. Nemt was, comyn, wiroch, scapen roet, ende menghet myt olij van oliuen, ende machter en plas

ter af opt sweel.

945. Om sweren vtdoen breken.

Nemt nachtscaden, popel, absinthium, mercke, di gescerft ende gesoden yn olden wyn ende dan gestampt myt oude smere ende myt wat oly van oliuen dat dar op gelacht.

946. Tegen coude sueren doen rippen.

Stoet lelyen myt smout ende mact eyn plaester: dat dar op doetse rippen.

947. Tegen heten swellen.

Stampt malue myt butter ende legt dar op, sy sullen verslaen.

948. Jegent geswel.

Neemt mos van sleedornen ende hieke van lynssaet ende sout: dat siet yn wyn dat dicke wart, dan legget warm opt gesweel.

940. Van gezwellen of zweren of werken (pluksel, doek). Gezwellen die soms rood en soms bleek zijn.

Neem gerst of Hordeum vulgare meel en kook het in azijn en maak er een pleister van en leg het erop.

941. Tegen gezwellen aan de keel.

Neemt de omhulsels van groene walnoot of Juglans regia en stamp ze in stukken en neem even veel honing en kook het tezamen, dat neem je in de mond en hou het daarin alzo lang als je kan, dat zal hij drie dagen doen.

942. Die gezwellen heeft aan zijn lijf.

Hij neemt as en temper het en vo veel zout en eieren en dat kook je tezamen en wring het door een doek en leg het daarop, dadelijk vergaan de gezwellen.

943. Tegen gezwollen leden.

Stamp viool of Viola odorata met wat azijn en maak er een pleister van en leg het op die gezwel, het vergaat.

944. Tegen gezwollen leden op te lopen.

Stamp brandnetel of Urtica urens en leg het daarop, dan worden het builen. Dan leg er een trekpleister op, aldus gemaakt. Neem was, komijn of Cuminum cyminum, wierook van Boswellia thurifera, schapenvet en meng het met olie van olijf van Olea sativa en maak er een pleister van op de gezwel.

945. Om zweren uit te laten breken.

Neem nachtschade of Solanum nigrum, populier of Populus nigra, alsem of Artemisia absinthium, selderij of Apium graveolens, die gesneden en gekookt in oude wijn en dan gestampt met oud vet en met wat olie van olijf van Olea sativa en dat daarop gelegd.

946. Om koude zweren te laten rijpen.

Stamp lelie of Lilium candidum met vet en maak een pleister, doe dat daarop dat laat ze rijpen.

947. Tegen hete gezwellen.

Stamp maluwe of Malva sylvestris met boter en leg het daarop, ze zullen verslaan.

948. Tegen het gezwel.

Neemt most van sleedoorn of Prunus spinosa en ingedikt lijnzaad en zout: dat kook je in wijn totdat het dik wordt, dan leg het op de gezwel.

(fol. 92r) 949. Tot alrehande werken.

Neem roet van enen ram of van enen boc tweedel ende dat dardendeel was ende wat wiroxs, dat smelt tsamen: alst gesmouten ys, soe natter lynen cleyder yn, dat legt op dy werken, het sacht der mede, ende brectet mede wt ende heeltet mede.

950. Van sweren dy by hem seluen opten hofden commen.

Neemt was, hars, scapen smer, salie, dyt siet tsamen; viltu het groen hebben, so doter nachtscade thoe; als wat gesaden is, so mynget myt wat oly van oliuen ende dan cleynset scoen ende doettet yn bussen: daer smer dy hoft mede, het saft.

951. Van sweren of apostemen.

Neemt hars, was, terpentyn ende syetet yn wyn: als gesmolten ys dan cleynset scoen yn een becken myt water, dan menget wel mytter hant, dat is goet treit; dat leg dan op eyn wel ende dat doet dar op, dat trect seer ende heelet weel.

952. Van fistelen.

Eerst neem eyn bleec ende bernten leuende in een nyen eerden pot ende machter puluer af, dan nemt tsap van auenthore ende dotet den puluer yn, ende ghietet ynt gat so langh hent het droge ende heelt; dan doet den sieke dicke drincken auenthore.

953. Van fistelen heet of cout.

Neemt tsap van lantse, lelyen ende wyt van ey, euen voel, ende roggen blommen, ende machter deghe af, ende macht eyn playster ende legt dar op ende legt een cleyt bouen op, ende latet dat so lange bouen op liggen wanttent wt valt, dan doetter weder een ander op hent het genesen ys.

954. Plaester der fistel.

Nemt die ouerste scorsen van opotare ende sietse myt water totter helft, dan nemet die scorsen wt ende stotse seer cleyn ende sietse weder yn water totter helft, dat cleynst doer eyn doeck ende doettet sop yn enen pot ende sietet vat, soe machter eyn plaster af ende legse op dy fystel.

955. Teghen dy grote fistel.

Nemt tsap van rypwort ende wyt van eyn ey ende roggen meel, elx euen woel, ende knetet tsamen ende mact een plaster vanden dege so grot dat het dy wonde bedect ende legt op dy plaester malublader of safte bladeren; dat bynt thoe (fol. 92v) myt ene cleyde hent ten auent, dan doetet af: ghy sult den plaster gescort vinden van den ouel, dan dwatet euel myt lay water of warm ende salue dy wonde myt salue gemact aldus. Nemt herbe uautier, herbe rebeert, sanikel, braggel, wey brode, haeshoeue, fumus terre, auantse, matofoloen, lanselye, matelyue, santwoertel, warmt werc, herten roet, smout van gansen ende honich, dit stampt al tsamen ende legt yn dy wonde ende op dy salue saltu leggen ende vorgesachte plaester ende telken scoen wascen. Ende alle dry dage soe doet yn dy wont puluer van witten glasen, ende ghif den sieke diicke drincken guden dranck, dus gheneestmen dy fistel. Dy dranc salmen maken van auantse ende dy woertel molleyne myt goden wyn. Droecht dij wonde, so neem scipwoertel ende berntse tpuluer ende doetet daer yn, soe droecht sy. Ende ysser doet wleys yn, so neem dragunsel ende de ker[v]el vander bus, dat roest tsamen ende leyet dar op, dat veriaget dy al dat seer.

956. Salue ter fistel.

Siedet dy wortelen van hemse ende van confilie, ende doet dy scortse of, dan neem fynagreye ende eyn wirdel pont lintzaets, dyt stamp yn eyn reynen martyer, ende sietet yn bergen smout ende legt op dat seer.

957. Dranc ter fistel.

Nem .7. vncien meden, een .s. half vncie kenpzaets, roetcoel, reynewaen, venecoel, violenten, scoteling van wytten dorn, confilien, gerwe, elx .s. vncie, ende netelen, ende . . seems: dit stampt tsamen ende nemet sap ende sietet yn twe stopen wyt wyns totten derdendeel ende vrinct doer eyn schoen doeck, ende stopt was yn enen nyen eerden pot: hyr af gheeft drincken smoergens ende sauents telken dry lepel wol, dat ys goet. hoc scribatur.

958. Teghen dy wyck.

Dy wick plach te wesen ynt worste lyt van den menscen, ynden vynger of in pollice. Den wick kentmen aldus: hy plach yrst tsuellen sonder swellen, yst been, zenen, wleysch, bloet, altsamen alsoe seer dat dy mensce steruen wyl van wedoen, ende begint dan een luttel roet twarden ende als hy gesuoren heeft omtrent .vj. of 7 dagen, soe begynt dy wick tswellen soe lanck so meer ende roet to werden. Den wick verslaet men aldus. Als mens gevaer werdet tcommen, so stamp den cop vanden vlieder ende legget (fol. 93r) myt sappe myt al opt seer volcomelick, ende dy doet twewerf sdages, het sal te nyte gaen bynen .x. of .xij. dage. Ende yst sake dat dy wijc den hoefde wart trect ende wt breken wyl, so stamp apye ende mengense myt tarwe blommen, myt vrouuen melck ende myt seem, ende machter een deech af, ende van den dege macht dunne koegkens, ende legt op den wyck ende vermact swynters tweuerf, sommers drywerf. Ist dat hy seer droget ende vaster dooet wleysch yn, soe legter calmi op of groen vlieder, soe neem den witte vanden poreye ende lecht dar op gheplaestert, tsel thant genesen.

959. Deen wick theelen.

Neemt schoen blomen van teruen meel ende mengense yn wat zeems ende yn vrouuen melck ende mact dar af en doennen koectgen ende byndet omt seer alst wt gebroken ys, soe vermact twewerf dages ende baytet telken yn tepida aqua et postea laua in vinum tepidum et interdum in lacte mulieris et prodest multum.

960. Fistel dy nyet genesen mach.

Probatur sic. Neemt een lynen cleet ende byndet opt gat, wartet wol van etter dan dwaet cleyt: blyf het onbesmyt, dan machment genesen, ende blyftet wule, dan ys te wresen.

[fol. 92r) 949. Tot allerhande werken.

Neem vet van een ram of van een bok twee delen en dat derdedeel was en wat wierook van Boswellia thurifera, dat smelt tezamen: als het gesmolten is dan nat er linnen kleren in en dat leg je op de pluksels, het verzacht daarmee en breekt mede uit en heelt mede.

950. Van zweren die van zichzelf op het hoofd komen.

Neem was, hars, schapenvet, salie van Salvia officinalis, dit kook jet alle tezamen; wil u het groen hebben, zo doe er nachtschade of Solanum nigrum toe; als het wat gekookt heeft zo meng het met wat olie van olijf van Olea sativa en dan wring het schoon en doe het in bussen: daarmee besmeer er het hoofd mee, het verzacht.

951. Van zweren of gezwel of ettergezwel.

Neem hars, was, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea en kook het in wijn: als het gesmolten is dan wring het schoon in een bekken met water, dan meng het goed met de hand, dat is een goede trekpleister; dat leg dan op een vel en dat doe het daarop, dat trekt zeer en heelt goed.

952. Van fistels of lopende gaten.

Eerst neem de vis bliek en verbrand het levend in een nieuwe aarden pot en maak er een poeder van, dan neem het sap van auenthore (? een plant, averuit of Artemisia abrotanum?) en doe het bij het poeder in en giet het in het gat net zo lang totdat het droogt en heelt; dan laat de zieke vaak drinken op avontuur.

953. Van fistels of lopende gaten heet of koud.

Neemt het sap van speerkruid of Ophioglossum vulgatum, lelies of Lilium candidum en het witte van een ei, even veel, en roggebloem of Secale cereale, en maak er een deeg van en maak een pleister en leg het daarop en leg er een kleed bovenop en laat het zo lang bovenop liggen totdat het uitvalt en doe er dan weer een andere op totdat het genezen is.

954. Pleister der fistel of lopend gat.

Neem de bovenste schors van opotare (Malus soort?) en kook het met water tot de helft in, dan neem de schors er uit en stamp ze zeer klein en kook ze weer in water tot de helft in, dan wring het door een doek en doe het sap in een pot en kook het vat, dan maak er een pleister van en leg het op de fistel.

955. Tegen de grote fistel of lopend gat.

Neem het sap van smalle weegbree of Plantago lanceolata en het witte van een ei en roggemeel of Secale cereale, elk even veel, en kneed het tezamen en maak een pleister van het deeg zo groot dat het de wond bedekt en leg op de pleister maluwe of Malva sylvestris bladeren of zachte bladeren; dat bindt toe [fol. 92v] met een kleed tot de avond, dan doe het eraf: ge zal de pleister gescheurd vinden van de ziekte, dan was de zieke met lauw water of warm en zalf de wond met zalf gemaakt aldus. Neem lieve vrouwe bedstro of Galium odoratum, robertskruid of Geranium robertianum, sanikel of Sanicula europaea, braggel, (?) bladeren van weegbree of Plantago major, klaver of Trifolium arvense, fumus terrae of aardrook of Fumaria officinalis, hazenpootje of Trifolium arvense, knoopkruid of Centaurea jacea, smalle weegbree of Plantago lanceolata, madelief of Bellis perennis, zandwortel of Daucus carota (?), warm het pluksel, hertenvet, vet van ganzen en honing, dit stamp je alle tezamen en leg het in de wond en op de zalf zal u het leggen en de voor gezegde pleister en telkens schoon wassen. En alle drie dagen zo doe in de wond poeder van wit glas en geef de zieke vaak te drinken goede drank, aldus geneest men de fistel of lopend gat. De drank zal men maken van hazenpoot of Trifolium arvense en de wortel van toorts of Verbascum met goede wijn. Droogt de wond, dan neem scipwoertel (?) ende brand het tot poeder en doe het daarin, dan droogt het. En is er dood vlees in, dan neem adderwortel of Polygonum bistorta (?) en de kervel van het bos of Anthriscus sylvestris, dat roost tezamen en leg het daarop, dat verjaagt u al dat zeer.

956. Zalf ter fistel of lopend gat.

Kook de wortels van heemst of Althaea officinalis en van Consolida: plant om te verenigen zie nummer 15, en doe de schors eraf, dan neem fenegriek of Trigonella foenum-graecum en een vierendeel pond lijnzaad van Linum usitatissimum, dit stamp in een reine mortier en dan kook het in mannelijk zwijnen vet en leg het op de zeer.

957. Drank ter fistel of lopend gat.

Neem 7 ons meekrap of Rubia tinctoria, een half ons hennep of Cannabis sativa zaad, rode kool of Brassica oleracea, reinvaarn of Tanacetum vulgare, venkel of Foeniculum vulgare, viool of Viola odorata, scheuten van meidoorn of Crataegus ocyacantha, Consolida: plant om te verenigen zie nummer 15., duizendblad of Achillea millefolium, elk een ons, en brandnetel of Urtica urens, en een pond zeem: dit stamp tezamen en neem het sap en kook het in twee stopen wijn tot het derdedeel in en wring het door een schone doek en stop het in een nieuwe aarden pot: hiervan geeft te drinken ’s morgens en ’s avonds telkens drie lepels vol, dat is goed. Dit is beschreven.

958. Tegen de fijt.

De fijt plag te wezen in het voorste lid van de mensen, in de vinger of in de duim. De fijt herkent men aldus: het plag eerst te gezwellen zonder zwellen, is het been, zenuwen, vlees, bloed, al tezamen alzo zeer dat de mens sterven wil van pijn en begint dan wat rood te worden en als het begint te zweren omtrent 6 of 7 dagen dan begint de fijt te zwellen hoe langer hoe meer en rood te worden. De fijt verslaat men aldus. Als men het gevaar wil ontkomen, dan stamp de kop van de vlier of Sambucus nigra en leg het [fol. 93r met het sap geheel op de pijn volkomen en doe dit tweemaal per dag, het zal te niet gaan binnen 10 of 12 dagen. En is het zo dat de fijt naar het hoofd trekt en uitbreken wil, dan stamp eppe of Apium graveolens en meng het met tarwebloem, met vrouwenmelk en met zeem en maak er een deeg van en van het deeg maak dunne koekjes en leg het op de fijt en vermaak het in de winter tweemaal en in de zomer driemaal. Is het dat het zeer droogt en is er dood vlees in, leg er dan galmei of zinkcarbonaat op of groene vlier of Sambucus nigra, dan neem het witte van de prei of Allium porrum en leg het daarop gepleisterd, het zal dadelijk genezen.

959. De ene fijt te helen.

Neem schone bloem van tarwe meel en meng het met wat zeem en in vrouwenmelk en maak daarvan dunne koekjes en bindt het om de pijn als het uitgebroken is en vermaak het tweemaal per dag en baadt het telkens in lauw water en spoel het daarna met lauwe wijn en eiwit in de melk en het wordt beter.

960. Fistel of lopend gat die niet genezen kan.

Probeer dit. Neem een linnen kleed en bindt het op het gat, wordt het vol van etter, dan was het kleed: blijft het schoon, dan kan men het genezen en blijft het vuil, dan is er te vrezen.

961. Vanden kanker, volf, of varende of cetter of blader.

Stamp netel ende sout ende legt dar op bynnen .ix. dagen starft dy kanker.

962. Ter sweter blader.

Nemt huyslooeck ende honich ende legt dar op; vort nemt merc ende bier totten versmoelden gate; wort nemt lynsaet ende vrouuen melck, ende legget op veden dy seer syn.

963. Ten warende.

Stoet bullende dingh ende stotten myt honich, dar af macht een plaester ende legt dar op tue dage of .iij. nachten, soe neset.

964. Aliud.

Dise heeft dy merck dy doere des oestens, dat gae hy wt ende pisse des moergens op mucwoertel .ix. dage yn eyn stede: des leesten dages dorren sy beyde, mucwort ende varende.

965. Teghen den wolf.

Neem eyn pont garst ende eyn pont honichs ende eyn hantwol kennips werck, dat barnt tot puluer yn een nyen eerden poot, ende dat leg dar elx dage twewerf op, ende dan dwatet euel myt azin eer ment dar op leget, so sterf dy wolf, ende wort soe geneest men dat gat als men den kanker doet.

(fol. 93v) 966. Teghen den cetter.

Legt eyn ey yn houden azyn of sterken hent dy scellen rotten ende dwatet den ceter dar mede.

967. Dy eyn blader op lopt.

Hy neem ongebarnde kalck ende seep ende knede dat tsamen wel, ende doet yn eyn nootscal, ende legt een nacht op dy bladen smoergens salment of doen, so lopt het wul wt.

968. Tegen den kanker.

Slaet doet een welpe ende willet ende doet het hoft af ende dy startt ende barnt dat ander tpuluer ende stroyet op dy gater, dat is goet.

969. Aliud.

Nemt wilde rape crut, rode malue, ende sietet tsamen ende legget geplastert dar op.

970. Aliud.

Nemt kerlen wan wilde haselnoten ende stampse myt honich ende legt opt gat.

961. Van de kanker, wolf of kankerachtig gezwel of aderspat, emeroides of ceter of gezwellen, pest)builen.

Stamp brandnetel of Urtica urens en zout en leg het daarop en binnen 9 dagen sterft de kanker.

962. Tegen ceter gezwellen of (pest)builen.

Neem huislook of Sempervivum tectorum en leg het daarop; voort neem eppe of Apium graveolens en bier tot het versmalde gat; voorst neem lijnzaad van Linum usitatissimum en vrouwenmelk en leg het op de roede die pijnlijk is.

963. Tegen aderspat of emeroides.

Stamp bullende (blaartrekkend?) ding en stamp het met honing, maak daarvan een pleister ende leg het daarop twee dagen of 3 nachten, dan geneest het.

964. Anders.

Die het heeft die merkt de deur in het oosten, dat hij e ruitgaat en pist ’s morgens op bijvoet of Artemisia vulgaris 9 dagen op 1 plaats: de laatste dag verdorren ze beide, bijvoet en aderspat of emeroides.

965. Tegen de wolf of kankerachtig gezwel.

Neem een pond gerst of Hordeum vulgare en een pond honing en een handvol hennep of Cannabis sativa pluksel, dat brandt tot poeder in een nieuwe aarden pot en dat leg je daar elke dag tweemaal op en dan was de ziekte met azijn eer men het daarop ligt, dan sterft de wolf en verder zo geneest men dat gat zoals men de kanker doet.

[fol. 93v) 966. Tegen de ceter of (pest) builen.

Leg een ei in een oude of sterke azijn totdat de schalen rotten en was de ceter daarmee.

967. Die een gezwel of (pest)buil oploopt.

Hij neem ongebluste kalk en zeep en kneed dat tezamen goed en doet het in een notenschaal en legt het een nacht op de blaren, ’s morgens zal men het eraf doen, dan loopt het vuil eruit.

968. Tegen de kanker.

Sla dood een welp of jonge hond en vil het en doe het hoofd en de staart eraf en brand dat andere tot poeder en strooi het op het gat, dat is goed.

969. Anders.

Neem bladeren van de raap of Brassica napus, rode maluwe of Malva sylvestris en kook het tezamen en leg het gepleisterd daarop.

970. Anders.

Neem kernen van wilde hazelnoten of Corylus avellana en stamp het met honing en leg het op het gat.

971. Van wonden of questinge. Grote vonden theelen.

Neemt reynuaen, hennip zaet, mede, rode coel, dat stoet tsamen yn eyn martier, ende tempert wt myt wyn ende doe dat tsamen yn een nyen eerden pot ende tegen dat dy ghene gewont ys, so sal men hem suppen geuen twewerf sdaechs myt en lepel, ende legt op dy wonden een koelsblat: dracht sy, so selse genesen, ende draget sy nyt, soe ys twifel an.

972. Teghen alrehant wonden.

Neem popeldren ende sietse myt water ende myt wyn ende myt swynen smout ende myngense myt garsten meel ende legt op dy wonde.

973. Aliud.

Stoet betonie ende legse soe yn dy wonde bynnen, si renicht dy wonde, ende legse op wonden dart been yn tbraken is, dat been trect sy wt ende helet dy wonde.

974. Dye dy dermen wtten vonden hangen.

Nemt dy dermen van eyn kuken ende legse dar warm op ende heltze wort myt dranc, salue, wieken, plaesteren, dy daer oerbelick tho syn.

975. Tot eenre wonden.

Ten wonde dy gesteken ys dy motmen wyeken, ys sy soe wyt, ende ys sy te nau, so motmen sy splitten, ende ys sy yn dy ribben, so salmen sy maken myt dranck. Dien mach men aldus. Nemt agremonia, bugghel, roet coel, mede, dat doet yn dry pynten borns ende twee pynten wyns, ende sietet al tsamen op dry pynten, dat cleynst doer een doeck ende dodet yn eyn nyen eerden pot ende doter matelyuen thoe, ende gheft den syeken drincken. Wert dat dy wonde tynghe weert, ende traes heelden, so nemt ljnsaet ende stotet seer (fol. 94r) tpuluer ende eyn hantwol teruen zemelen, ende eyn zaucier wol wyndrosen ende gomme, ende menget tsamen myt wat wyns, ende sietet yn een nye panne, ende machter plaesteren af ende legt op dy wonde. Sceitet nyet, soe neem rooswater, donreblader, vrouuenmelc, elc euen weel ende wat gommen, dat doet yn eyn pan ende syet wat ende legt dar op geplastert, also lang want het of peelt; bat dat nyet, soe neem eyn wyt leder ende smeert myt gumme ende legt dar op. Ist dattet dan nyet een scheit, soe motmen sy splitten, dan neem waersche butter, donreblader, nachtscade ende salie, dat stampt tsamen ende cleynse weel ende dwa mytten dunsten. Dat ander salmen werpen yn een pan ende siedent waet ende ghitent dan yn bussen ende heylent mytter sallef.

976. Wonden daert been in gebroken is.

Stoet violetten ende legse yn dy wonden, sy sal dy been wt trecken ende suueren dy wonde.

977. Tegen wonden dar yser of splint yn syn dy wt doen gaen.

Neemt wytwortel ende gagel ende sietet yn wytten wyn ende gheft den sieken drincken .ix. dagen nuchteren, tsel wt commen.

978. Wonden daer doet wleys yn ys.

Stamp netelen myt sout ende legt dar op, of dy plumen van calmyn ende allun, of dat demste dat int net wast dat ist safste.

979. Aliud.

Neemt eyn mol ende legden op eyn gloenden tegel, ende bernten myt hoy tpuluer; als hy verbarnt ys, soe blaester hoy af ende dy asck, ende wryf dy mol tpuluer, st[r]oy yn dy wonden dar doet wleys in is.

980. Dranck tot wonden.

Neemt reynuaen, den krop van roden koel, van byuoet ende matelieuen wortelen, ende den krop van hennep, van hontsribbe, gherwe ende wonden cruut, dyt stamp al tsamen ende menget wt myt wyn, ende cleynst doer een doeck, dyt salmen dy gewonden geuen nutten als hy vermact ys.

971. Van wonden of kwetsing. Grote wonden te helen.

Neem reinvaarn of Tanacetum vulgare, hennep of Cannabis sativa zaad, meekrap of Rubia tinctoria, rode kool of Brassica oleracea, dat stamp tezamen in een mortier en temper het met wijn en doe dat tezamen in een nieuwe aarden pot en tegen dat diegene gewond is dan zal men hem het te drinken geven twee keer per dag met een lepel en leg op de wonden een koolblad: draagt het dan zal het genezen en draagt het niet dan is er twijfel aan.

972. Tegen allerhande wonden.

Neem populier of Populus nigra (?)en kook het met wijn en met zwijnen vet en meng het met gerst of Hordeum vulgare meel en leg het op de wond.

973. Anders.

Stamp betonie of Stachys officinalis en leg het dan in de wond binnen, het reinigt de wond en legt men het op wonden daar het been in gebroken is, dat been trekt ze uit en heelt de wond.

974. Die de darmen uit de wonden hangen.

Neem de darmen van een kuiken en leg ze daar warm op en heel het voorts met drank, zalf, doeken en pleisters die daar gebruikelijk voor zijn.

975. Tot een wond.

De wond die gestoken is die moet men weken, is het zo wijd en is het te nauw dan moet men het splijten en is het in de ribben, dan zal men het maken met drank. Die maakt men aldus. Neem Agrimonia eupatoria, zenegroen of Ajuga reptans, rode kool of Brassica oleracea, meekrap of Rubia tinctoria, dat doe in drie pinten (bron)water en twee pinten wijn en kook het alle tezamen tot op drie pinten in, dan wring het door een doek en doe het in een nieuwe aarden pot en doe er madelief of Bellis perennis toe en geef het de zieke te drinken. Was het dat de wond te eng was en traag heelt, zo neem lijnzaad van Linum usitatissimum en stamp het zeer goed tot [fol. 94r] poeder en een handvol tarwe zemelen en een sauskom vol wijnsteen of tartarus en gom en meng het tezamen met wat wijn en kook het in een nieuwe pan en maak er een pleister van en leg het op de wond. Scheidt het niet, zo neem rozenwater, huislook of Sempervivum tectorum bladeren, vrouwenmelk, van elk even veel en wat gom, dat doe je in een pan en kook het wat en leg het daarop gepleisterd alzo lang tot het afpelt; betert dat niet, zo neem een wit leer en besmeer het met gom en leg het daarop. Is het dat het niet vaneen scheidt, dan moet men het splijten, dan neem verse boter, donderbaard of Sempervivum tectorum bladeren, nachtschade of Solanum nigrum en salie van Salvia officinalis, dat stamp tezamen en wring het goed en was met het bezinksel. Dat andere zal men werpen in een pan en ook het was en giet het dan in bussen en heel het met de zalf.

976. Wonden daar het been in gebroken is.

Stamp viool of Viola odorata en leg het in de wonden, het zal dat been uittrekken en de wond zuiveren.

977. Tegen wonden daar ijzer of splinters in zijn eruit te laten gaan.

Neem diptam of Dictamnus albus en gagel of Myrica gale en kook het in witte wijn en geef het de zieke te dringen 9 dagen nuchter, het zal eruit komen.

978. Wonden daar dood vlees in is.

Stamp brandnetel of Urtica urens met zout en leg het daarop of de vonkjes van galmei of zinkcarbonaat en aluin of het duistere dat in het riet groeit, dat is het veiligste.

979. Anders.

Neem een mol en leg het op een gloeiende tegel en verbrand het met hooi tot poeder; als het verbrand is dan blaas de hooi eraf en de as en wrijf de mol tot poeder, strooi het in de wond daar dood vlees in is.

980. Drank tot wonden.

Neem reinvaarn of Tanacetum vulgare, de krop van rode koel, van bijvoet of Artemisia vulgaris en madelief of Bellis perennis wortels en de krop van hennep of Cannabis sativa, van smalle weegbree of Plantago lanceolata, duizendblad of Achillea millefolium en wondenkruid of Hylotelephium telephium, dit stamp je alle tezamen en meng het met wijn en wring het door een doek, dit zal men de gewonde geven te nuttigen als hij vermaakt is.

981. Een pusoen ten wonden.

Neemt rode coel, roede oudeuars becken, plantagineet, reynuaen, byuoet, consouden woertelen, galiofle, elc euen woel, ende daer mede woertelen so voel als al dat ander: dese crude stamp al tsamen, ende nemt tsap ende alsoe veel wyns tweuerfs als al sap is, ende siede den wyn myt half den sappe. Alst gesoden is, soe coeltet myt goeden roden wyn, ende houtet yn een nyen eerden pot ende gheft den gewonden drincken.

982. Den dy zenen gewont syn.

Nemt out bergen smeer, rute, plantaginem, dat stampt tsamen (fol. 94v) ende machter een plaester af ende legt ouer dye wonden.

983. Salue tot wonden.

Nemt botten van popolioen boem ghelezen inden meye ende sietze in butter hent het groen wert, dan salfter alle wonde mede.

984. Tegen gebroken arm of been.

Nemt terpentyn ende sietten in wyn, dan nemt wat scapen roet dat smelt dar thoe; dan nemt doeken, legt opt vilt of op spellen dats guet ten zeer, want het vergadertse.

985. Salue tot wonden.

Nemt huyslock, nachtscade, fiolen, glumeken ende merke, al euen woele: dese crude stot tsamen, ende doetse yn eyn pan, ende sietse myt smout ende wat wyns, ende dan wrinct doer eyn doeck ende latet colen, dat is guede salue tot allen wonden.

986. Treit tot wonden ende suellen.

Nemt teruen blommen, hars, was, pec, ende scapen roet, hier op giet water ende menget sonder smelten, dan sietet yn eyn pan wenthet diecket, niet veel eyn siets, dan doetet wt ende latet culen, dat is guet treit tot gesworen wonden, tot claporen, tot sweren, mar nyt lange bliuet goet.

987. Groen treckende salue tot wonden.

Nemt blommen, hars, waes, pec, ende scapenroet, ende nemt eyn hant fol of twe weder of nae dats dy mensche weel maken wyl out papen cruyt, wegebrede, donreblade, dese groen krode stampt tsamen ende nemt tsap ende menget myt desenwoerseiden treiten ende siedet myt desen grunen sap gelick datment te wynter soude siden mytten water dit is guede salue: si trect, sy heelt alle wonden ende sweren.

988. Droge salue ende treit tot wonden.

Nemt eyn wyrendeel was ende so woele hars ende neem scapen roets dat sy nyet tweeck en warde, ende wat wiroxs, diet siedet tsamen. Alst water gesaden is, so ghietet yn eyn scuttel myt water, ende latet styf werden, dan saltmen, thoep dowen. Nemt dyt verscx treyt ende smeltet yn eyn pan, dan nemt een lynen cleyt sonder gat, ende spreit yn dy pan myt treyt, dan neem ander schoen doeken ende sp<r>eitze inden yrsten doeck, ende beslaet den doeck mytten yrsten doeck yn dye treyt, so dat dy treyt doer alle doecke wel gaet. Als sy wel nat syn, so nemtse wtter pannen ende ontdoetse al warm, ende laet sy cuelen. Dese doeken syn goet tot wonden, tot sueren, oeck tot gebroken armen of benen, heelre huut of gequest, gesneden, ende dar op geleyt, so groet of soe cleyn dattet bedect alt (fol. 93r) seer, dats goet; dese treyt ende doken mogen euelic goet bliuen.

989. Tegen alrehant questing.

Neemt beuenelle, pepernelle, bertram, peterceli van alexandrien, lectu, valeriaen, confeli, consouden ende hennipzaet, elcs euen woel, ende alzoe woel meden als al tsanders; dyt syet myt weel wyns yn eyn eerden poot dy nie ys, dan delft den pot mitten dranc .ix. nach onder dye eerde; daer nae geft den mensce den dranc .ix. nach onder dye eerde; daer nae geft den mensce den dranck drincken: dy gequest is, het sal heem heelpen.

990. Tegen questinge heelre huut.

Nemt bloessem van bonen ende droegse yn dy sonne, hent dat mense wriuen mach mytten hande te puluer, ende scoen teruen blomen, ende tempert tsamen myt wat sems, ende macter koekens of ende legt op alle questinge heelre huut: dat seem mot wesen van eynen jonghen heerlantsce stock, ende en hebstu gheen seem, so nemt oly van oliuen ende heelt dus dy questinge.

981. Een wondendrank ten wonden.

Neem rode kool of Brassica oleracea, rode ooievaarsbek of Geranium rotundifolium, grote weegbree of Plantago major, reinvaarn of Tanacetum vulgare, bijvoet of Artemisia vulgaris, Consolida: plant om te verenigen zie nummer 15. wortels, kruidnagel of Syzygium aromaticum, van elk even veel en daarmee wortels alzo veel als dat anderen: deze kruiden stamp je alle tezamen en neem het sap en alzo veel wijn tweemaal zo veel als het sap is en kook de wijn met half van het sap. Als he gekookt heeft verkoel het dan met goede rode wijn en hou het in een nieuwe aarden pot en geef het de gewonde te drinken.

982. Die de zenuwen gewond zijn.

Neem oud mannelijk zwijnenvet, wijnruit of Ruta graveolens, grote weegbree of Plantago major, dat stamp tezamen [fol. 94v] en maak er een pleister van en leg het over de wond.

983. Zalf tot wonden.

Neem knoppen van populier of Populus nigra in mei verzameld en kook het in boter totdat het groen wordt, dan zalf er alle wonden mee.

984. Tegen gebroken arm of been.

Neem terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea en kook het in wijn, dan neem wat schapenvet en smelt dat erbij; dan neem doeken en leg het op het vilt of op pluksel dat is goed tegen het zeer, want het verzamelt ze.

985. Zalf tot wonden.

Neem huislook of Sempervivum tectorum, nachtschade of Solanum nigrum, viool of Viola odorata, glumeken (hondsdraf of Glechoma?) en eppe of Apium graveolens, al even veel: deze kruiden stamp tezamen en doe het in een pan en kook het met vet en wat wijn en dan wring het door een doek en laat het koel worden, dat is goede zalf tot alle wonden.

986. Trekpleister tot wonden en gezwellen.

Neem tarwebloem, hars, was, pek en schapenvet, hierop giet water en meng het zonder te smelten, dan kook het in een pan tot het verdikt, kook niet teveel in, dan doe het eruit en laat het koelen, dat is een goede trekpleister tot verzworen wonden, tot kwaadaardig gezwel (bubo), in de klieren onder de oksels, tot zeren, maar niet lang blijft het goed.

987. Groene trekkende zalf tot wonden.

Neem bloem, hars, was, pek en schapenvet en neem een handvol of twee nadat de mens veel maken wil oude paardenbloem of Taraxacum officinale, grote weegbree of Plantago major, huislook of Sempervivum tectorum bladeren, deze groene kruiden stamp je tezamen en neem het sap en meng het met deze voor gezegde trekpleister en kook het met dit groene sap gelijk dat men het in de winter zou koken met water, dit is een goede zalf: het trekt, het heelt alle wonden en zweren.

988. Droge zalf en trekpleister tot wonden.

Neem een vierendeel was en zoveel hars en neem schapenvet zodat het niet te week wordt en wat wierook van Boswellia thurifera en kook dat tezamen. Als het water gekookt is dan giet het in een schotel met water en laat het stijf worden, dan zal men het tezamen duwen. Neem de verse trekpleister en smelt het in een pan, dan neem een linnen kleed zonder gat en spreidt het in een pan met de trekpleister, dan neem andere schone doeken en spreidt ze in de eerste doek en besla de doek met het eerste doek in de trekpleister zodat de trekpleister goed door alle doeken gaat. Als ze goed nat zijn dan neem ze uit de pan en open ze al warm en laat ze koelen. Deze doeken zijn goed tot wonden, tot pijnen, ook tot gebroken armen of benen, helen huid of gekwetst, gesneden en daarop gelegd, zo groot of zo klein zodat het bedekt al het [fol. 93r] zeer, dat is goed; deze trekpleister en doeken mogen eeuwig goed blijven.

989. Tegen allerhande kwetsing.

Neem bevernel of Pimpinella saxifraga, pimpernel of Sanguisorba officinalis, bertram of Anacyclus pyrethrum, peterselie van Alexandrië of Seseli macedonicum, sla of Lactuca sativa, valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht, consolida: plant om te verenigen zie nummer 15,.(1) en hennep of Cannabis sativa zaad, van elk even veel en alzo voel mede of honingwijn als alle de andere; dit zet met veel wijn in een aarden pot die nieuw is, dan begraaf de pot met de drank 9 nachten onder de aarde; daarna geef de mens de drank te drinken: die gekwetst is, het zal hem helpen.

990. Tegen kwetsing van hele huid.

Neem de bloesem van bonen of Vicia faba en droog ze in de zon totdat men ze wrijven kan met de hand tot poeder, en schone tarwebloem en temper ze tezamen met wat zeem en mak er koeken van en leg ze op alle kwetsing van hele huid: dat zeem moet wezen van een jonge inlandse korf en hebt u geen zeem, neem dan olie van olijf van Olea sativa en heel aldus de kwetsing.

(1) Men onderscheidde van consolida of Consolida: plant om te verenigen zie nummer 15.: verenigen, drie soorten: grote en middelste en kleine, respectievelijk smeerwortel (Symphytum officinale), zenegroen (Ajuga reptans) en brunel (Prunella vulgaris).

991. Teghen questing int lief.

Neemt confilie, prwmlouer, ende stampse myt wyn ende syet dat tsamen ende drinct nuchteren, du selste ghenesen.

992. Salue tot questinge.

Nemt nachtscade, eppe, senclen, gariofilaet, violetten, elx euen woel eyn hantfol, ende stampet tsamen in was ende yn beergen smout, elcs eyn pont, dyt siedet lange ende wrinct doer eyn hennippen cleet, dat is dy bloem van alle saluen tot questinghe.

993. Tegen sweerten gequeste leden.

Nemt tsap van alzen, puluer van comyn, ende seem, dyt menge tsamen ende legt op dy lede dye sweert <syn>, het sal vergaen.

994. Van questing ynt knye.

Stamp groen rute myt sout ende zeem ende legt dar op, het sal dy gesont werden.

995. Van sericheit der mannen manlicheit. Dy nyt pissen mach.

Neem gerwe ende stamse myt wyn azyn ende drincket, tsel commen dy.

996. Dy syn pisse nyt in houden mach.

Neem lactuken saet ende stotet tot puluer ende menget myt wyn ende drincket, tsel dy wergaen.

997. Aliud.

Neem dy heersen van eyn haes ende mengense yn wyn ende drinct. Of siedet syn cullen ende etse, of puluert des beren blase ende etse nochteren.

998. Aliud.

Neemt winghert tacken ende berntse tot asse ende nem wyn ende mact loge, den wyn latet drie daghe yn dy asche staen, dat cleynst doer eyn doecke, ende gheft den sieken drincken, smorgens ende sauents.

(fol. 95v) 999. Scheigen den steen lynden ende pijssen.

Nemt tsap van marabien ende doetet in eyn wat ende droget ander ter sonnen, dat salmen des wynters nutten alsmen dat groen cruyt nyet en wynt. Dranc ende dat cruijt syn goet tegen dese dingen met wyn.

1000. Aliud.

Stoet sinsiber ende drinct tsap myt wyn of etet raw, hy verlicht dy dyn euel.

991. Tegen kwetsing in het lijf.

Neem Consolida: plant om te verenigen, pruimenblad of Prunus domestica en stamp ze met wijn en kook dat alles tezamen en drink het nuchter, u zal genezen.

992. Zalf tot kwetsing.

Neem nachtschade of Solanum nigrum, eppe of Apium graveolens, sanikel of Sanicula europaea, Geum urbanum, viool of Viola odorata, elk even veel een handvol en stamp het tezamen in was en in mannelijk zwijnenvet, elk een pond, dit kook lang en wring het door een hennep of Cannabis sativa kleed, dat is de bloem van alle zalven tot kwetsing.

993. Tegen verzweerde gekwetste leden.

Neem het sap van alsem of Artemisia absinthium, poeder van komijn of Cuminum cyminum, en zeem, dit meng tezamen en leg het op de leden die verzweerd zijn, het zal vergaan.

994. Van kwetsing in de knie.

Stamp groene wijnruit of Ruta graveolens met zout en zeem en leg het daarop, het zal bij u gezond worden.

995. Van pijnlijkheid van de mannen mannelijkheid. Die niet pissen kan.

Neem duizendblad of Achillea millefolium en stamp het met wijnazijn en drink het, het zal komen bij u.

996. Die zijn pis niet ophouden kan.

Neem zaad van sla of Lactuca sativa en stamp het tot poeder en meng het met wijn en drink het, het zal u vergaan.

997. Anders.

Neem de hersens van een haas en meng het in wijn en drink het. Of kook zijn allen en eet ze, of maak poeder van een berenblaas en eet het nuchter.

998. Anders.

Neem druiventakken of Vitis vinifera en brand het tot as en neem wijn en maak een loog, de wijn laat het drie dagen in de as staan, dan wring het door een doek en geef het de zieke te drinken, ‘s morgens en ‘s avonds.

[fol. 95v) 999. Tegen de steen verzachten en pissen.

Neem het sap van malrove of Marrubium vulgare en doe het in een vat en droog het in de zon, dat zal men in de winter nuttigen als men dat groene kruid niet vindt. Drank en dat kruid zijn goed tegen deze dingen met wijn.

1000. Anders.

Stamp gember of Zingiber officinalis en drink het sap met wijn of eet het rauw, het verlicht u uw ziekte.

1001. Aliud.

Sietet yseren hart myt honich ende myt wyn ende drincket, het sel dy helpen.

1002. Aliud.

Neemt merken sat, kers saet, keruesaet, brinincsaet, gummelsaet, dit stamp tsamen ende sietet yn wyn, ende yn zeem ende gheft drincken nuchteren.

1003. Tegen roden of witten steen.

Nemt des auents bocks bloet, ende legget in suter melke; des morgens vriuet ontwee in die melc. Dar thoe doet warsch hasen bloet ende drinct, dat brict den steen in die blase.

1004. Nota de hyrundine.

In corpore hyrundinis inueniunt duo lapides et ambo vocantur celidonia: vnus niger, alter albus. Den roden ghyft den ghenen dy dualen in dy nye maen, die syn wtden synne ende quellen, dien bintten onder den lucteren arm. Dy swarten mact goeden ende van alre dinre gransap of bedriging. Alle manne dy heem aen hem dragen, hy mact looflick myt allen luden; heft hy ontsacht yn syn oghen, natte die swarte steyn in born ende drupt in dyn ogen, het sal dy vergaen.

1005. Tegen gescorheit.

Nemt tsap vander alant ende van rutten ende mynget tsamen myt wyn ende drincket.

1006. Aliud.

Set wrisuonde in water seer ende dar nae sietse in melke: die melck drinct sauents ende dat water morgens law, dyt doit .xviij. dage.

1007. Aliud.

Siet raden mel in born ende nae in melck, die melck drinct sauens, ende dat born smorgens, dit doet .ix. dage, dan ghyf hem drinken roes water .ix. dage, elcs dageseyn lepel wol, tsel dy helpen.

1008. Teghen seer gemact.

Nemt wenigreec, lynzaet ende sietet in born, ende baden dat yn ende mact eyn plaester vanden crude ende legget dar ouer, hy geneset. Warpt hy gaten op, so nemt het wyt van eyn ey ende slaet tstucken, ende doe schum af, dan netter wyken yn ende stoetse yn dy gaten dan nettet plaster int wyt ende legget dar op; alstwt of doeste, soe bate in nuu molken melck warm, dat is goet.

1009. Teghen gesuollenn macht.

(fol. 96r) Neem alsen, papelen, ywys, bellencruyt, zaet van byuoet ende coel, dyt siedet al tsamen seer in wyn; daer nae siedet in honich yn een pan, ende legget myt eyn doeck dar om. Ende werpt op dy ioecten puluer ghebernt of asch ghebernt van vermold eyken hout.

1010. Van venyn of vergiffenis. dyt genut heeft.

Nem azyn, honich, redech, centorie, dit stampt tsamen myt warmen water ende ghyft hem drincken, soe spuuet hy dat venyn wtte.

1001. Anders.

Kook ijzerhard of Verbena officinalis met honing en met wijn en drink het, het zal u helpen.

1002. Anders.

Neem eppe of Apium graveolens zaad, kersen zaad van Prunus cerasus, kervel of Anthriscus cerefolium zaad, zaad van Bryonia dioica (?), parelkruid of Lithospermum officinale, dit stamp tezamen en kook het in wijn en in zeem en geef het nuchter te drinken.

1003. Tegen rode of witte steen.

Neem ’s avonds bokkenbloed en leg het in zoete melk; ’s morgens wrijf het stuk in die melk. Daartoe doe vers hazenbloed en drink het, dat breekt de steen in de blaas.

1004. Nota van de zwaluw.

In het lichaam van de zwaluw zitten twee stenen, beide zijn geweldig zwaluwen: een zwarte en de andere wit. De rode geeft diegenen die dwalen in de nieuwe maan, die zijn uit de zin en kwalen, die bind je onder de linkerarm. De zwarte maakt goed van al uw gramschap of bedreiging. Alle mannen die het bij zich dragen maakt hij lieflijk met alle lieden; heeft hij vrees in zijn ogen, nat die zwarte steen in (bron)water en druppel het in de ogen, het zal hem vergaan.

1005. Tegen gescheurdheid of breuk.

Neem het sap van de alant of Inula helenium en van wijnruit of Ruta graveolens en meng het tezamen met wijn en drink het.

1006. Anders.

Kook Hylotelephium telephium in water zeer en daarna kook het in melk: die melk drink ’s avonds en dat water ’s morgens lauw, dit doe je 17 dagen.

1007. Anders.

Kook bolderik of Agrostemma githago in (bron)water en daarna in melk, die melk drink ’s avond en dat (bron)water ‘s morgens, dit doe je negen dagen, dan geef hem te drinken rozenwater .9 dagen en elke dag een lepel vol, het zal u helpen.

1008. Tegen zeer gemacht of roede.

Neem fenegriek of Trigonella foenum-graecum, lijnzaad van Linum usitatissimum en kook het in (bron)water en baden daarin en maak een pleister van het kruid en leg het daarover, hij geneest. Werpt het gaten op, zo neem het witte van een ei en sla het stuk en de het schuim eraf, dan nat er doeken in stamp ze in de gaten dan net een pleister in het witte en leg het daarop; als u het eruit doet, dan baadt in nieuw gemolken melk warm, dat is goed.

1009. Tegen gezwollen gemacht.

[fol. 96r) Neem alsem of Artemisia absinthium, kaasjeskruid of Malva sylvestris, ief of Taxus baccata, bilzekruid of Hyoscyamus niger, zaad van bijvoet of Artemisia vulgaris en kool of Brassica oleracea, dit kook je alle tezamen zeer in wijn; daarna kook het in honing in een pan en leg het met een doek daarom. En werp op de jeuk poeder verbrand of as verbrand van vermolmd eikenhout.

1010. Van venijn of vergif die het genuttigd heeft.

Neem azijn, honing, radijs of Raphanus sativus, Centaurium erythraea, dit stamp tezamen met warm water en geef het hem te drinken, dan spuwt hij dat venijn uit.

1011. Aliud.

Neem dy wortelen van reynwaen ende stoetse ende drincse myt wyn, dats goet.

1012. Die dy ader gesteken heft.

Neemt beuenelle ende stampse ende drinckse myt wyn.

1013. Tegen der slangen beet.

Nemt sennip ende wrift myt edich ende legt op dy wonde.

1014. Tegen der spynne steke.

Stoet auerute ende mencze myt wyn ende stoetse wel ende drincse ende legt dat crut dar op, valet.

1015. Aliud.

Neem yserenhart ende puluerentse ende myngense myt wyn ende drinct nochteren.

1016. Teghen dolle honts beete.

Nemt tsap van betonie ende menget myt boom oly ende legt dar op, dat verdriftse.

1017. Tegen vergiffenisse ende ander steecten.

Neem tsap van betonie ende menget myt moraet ende gheft heem drinken, sanet.

1018. Aliud.

Nem betony ende vrifs[e] te stucken of legse opt gat, dats goet.

1019. Tegen venyn of vergiffenis.

Nemt radic ende etse in spise, dat is goet, of legse opt venyn, het sal vergaen.

1020. Aliud.

Et haselnoten ende altoes nuchteren, so machtu nyt vergeuen werden, of etet butter myt honich altoes nuchteren, dat is oeck goet.

1011. Anders.

Neem de wortels van reinvaarn of Tanacetum vulgare en stamp ze en drink het met wijn, dat is goed.

1012. Die de adder gestoken heeft.

Neem bevernel of Pimpinella saxifraga en stamp het en drink het met wijn.

1013. Tegen de slangenbeet.

Neem mosterd van Sinapis alba en wrijf het met azijn en leg het op de wond.

1014. Tegen de spinnen steek.

Stamp averuit of Artemisia abrotanum en meng het met wijn en stamp het goed en drink het en leg het kruid erop, het versterkt.

1015. Anders.

Neem ijzerhard of Verbena officinalis en verpulver het en meng het met wijn en drink het nuchter.

1016. Tegen dolle honden beet.

Neem het sap van betonie of Stachys officinalis en meng het met olijfolie van Olea sativa en leg het daarop, dat verdrijft het.

1017. Tegen vergif en andere steken.

Neem het sap van betonie of Stachys officinalis en meng het met moerbeiwijn en geef het hem te drinken, het geneest.

1018. Anders.

Neem betonie of Stachys officinalis en wrijf het stuk of leg het op het gat, dat is goed.

1019. Tegen venijn of vergif.

Neem radijs of Raphanus sativus en eet het in spijs, dat is goed, of leg het op het venijn, het zal vergaan.

1020. Anders.

Eet hazelaar noten van Corylus avellana en altijd nuchter, dan kan u niet vergiftigd worden of eet het met boter en honing altijd nuchter, dat is ook goed.

1021. Van handen ende woet ouel. Teghen verheet ende geswollen handen ende dy seenen oncrompen syn.

Neemt veel nachtscaden sonder gaete ende vriftse ontwee in warmen borne, daeryn dwaet dy hande .x. of .xij. werf dages, dat is goet.

1022. Tegen gesweel aen dy hant.

Neemt wersche blommen, bergensmeer ende edick, ende siedet tsamen ende roret weel in een pan, ende leget op alsoe heet als du mogest.

1023. Tegen rudige handen.(fol. 96v)

Nemt boonen sop ende alsen sap, ende wasche dick dy handen daer yn.

1024. Teghent woet ouel, we lanc geuest heft.

Neemt beuers quaet ende sietet myt swynnen smer yn eyn pan ende legget op dy woeten.

1025. Die dy voten suellen.

Stoet reynuaen ende macter salue af myt boem oly ende salft dy woten.

1026. Die dy voten sweren.

Bolne, folia iusquiami in lyntheo made facto ende braetse in heyter aschen ende legse dar op al warm, dan nemt wortelen van byuoet ende stoetse ende drinctse naden eten myt guden drancke.

1027. Tegen verspruntheit.

Nemt out papencruyt, dat stampt weel ende legt dar op, dats goet.

1028. Vander hetten, rede, gicht. Die seer dorst van hetten.

Stoet lauasch wortelen ende myngense myt born ende myt wyn ende drincket.

1029. Tegen hel[s]che wuer.

Nemt weni, groet lynzaet, bielsaet, ende stotet ende machter eyn plaester af, dats goet daer op geleyt.

1030. Aliud.

Neemt eyn stinckende ey, ende twit van honts quaet ende wit honres quaet, ende minget myt azyn ende wasch dar mede, dan stroyter yn puluer van centorie, tsel dy genesen.

1021. Van handen en voeten ziekte. Tegen verhitte en gezwollen handen en de zenuwen gekrompen zijn.

Neem veel nachtschade of Solanum nigrum zonder gaten en wrijf ze stuk in warm (bron)water, daarin was uw handen 10 of 12 keer per dag, dat is goed.

1022. Tegen gezwel aan de hand.

Neem verse bloem, mannelijk zwijnenvet en azijn en kook het tezamen en roer het goed in een pan en leg het op alzo heet als u kan.

1023. Tegen ruige handen.

[fol. 96v) Neen bonen sap van Vicia faba en alsem of Artemisia absinthium sap en was vaak uw handen daarin.

1024. Tegen voetenziekte, die er lang geweest is.

Neem beverstront en kook het met zwijnenvet in een pan en leg het op uw voeten.

1025. Die de voeten zwellen.

Stamp reinvaarn of Tanacetum vulgare en maak er een zal van met olijfolie van Olea sativa en zalf uw voeten.

1026. Die de voeten zweren.

Bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, bladeren van bilzekruid of Hyoscyamus niger in linnen doek gemaakt en braadt het in hete as en leg het daarop al warm, dan neem de wortels van bijvoet of Artemisia vulgaris en stamp ze en drink het na het eten met goede drank.

1027. Tegen verbranding.

Neem oude paardenbloem of Taraxacum officinale, dat stamp goed en leg het daarop, dat is goed.

1028. Van de hitte, koorts, jicht. Die zeer dorstig is van hitte.

Stamp maggi of Ligusticum officinalis wortels en meng het met (bron)water en met wijn en drink het.

1029. Tegen heilig vuur, St.-Antoniusvuur, erisipula of belroos.

Neem fenegriek of Trigonella foenum-graecum, groot lijnzaad van Linum usitatissimum, zaad van bilzekruid of Hyoscyamus niger en stamp het en maak er een pleister van, dat is goed daarop gelegd.

1030. Anders.

Neem een stinkend ei en het witte van hondenstront en wit hondenstront en meng het met azijn en was daarmee, dan strooi er in poeder van Centaurium erythraea, het zal bij u genezen.

1031. Dy verbernt is.

Nemt leuenden houtcolen ende legtse yn ouden wyn, ende wrifse te stucken, ende smertze myt eyn weder dar op mytten wyn.

1032. Tegen verbroetheit.

Siet popelen myt botter, ende stoetse myt wat wits van eyn eye, ende legt dar op, dan nemt merien melck, ende groen pertze stront, dat menge yn ende dan wringet wt, ende mytten sappe bestrict, so werd daer ghen lickteken.

1033. Tegen theijsighe.

Nemt case ende vrifthem stucken, ende mynget myt honich, ende legget op een cols blaet ende dar op.

1034. Tegen dy korts als dy buck groet dar af blift.

Nemt twee eysdop wol saps van radech, ende eyn ey dop wol bergen smouts, dat siedet myt wyn ende gheft .ix. auent tdrincken, dat is goet.

1035. Tegen dy koeck dy van den euel bleuen is onder dy ribben.

Nemt preiloock ende setttet in waersche botter ende legget warm tegen den koeck: alst cout is, so veruermt weder yn eyn scerf ende legt so lang dar op quousque sanatur.

(fol. 97r) 1036. Tegen rede sucht.

Nemt drie pierken ende heidenetel, ende stampt myt wat wyns, dat wrinct wt ende drinct nuchteren eyn luttel, du salte sueten bynnen den derden dach ende genesen dar wan.

1037. Tegen dy corts.

Stoet maters ende mynghese myt wyn ende drincket, het sal dy wergaen.

1038. Tegen rede vernuynghe.

Nemt eyn enyoen ende so groet souts ende etet, het sal dy helpen.

1039. Dy den buck hert bleuen ys.

Stoet dy woertelen van wegebreden myt swynen smout ende mact eyn plaester ende legt op den buck, hi sal slincken.

1040. Tisannum tegen grote hetten.

Nemt garste, netse ende stoet al dy doppen af, dan nem al dy coerlen ende .iij. werf so woel waters, dat siedet tsamen henttet dicke wart, dan cleynset doer eyn doeck ende latet claren, dan geuet den sieken [in] syn grote hetten.

1031. Die verbrand is.

Neem houtskool en leg ze in oude wijn en wrijf ze stuk en smeer het met een veer daarop met de wijn.

1032. Tegen verbranding.

Kook populier of Populus nigra met boter en stamp het met wat witte van een ei en leg het daarop, dan neem melk van een merrie en verse patrijzen stront, dat meng erin en dan wring het uit en met het sap bestrijk het, dan zal daar geen litteken komen.

1033. Tegen theijsighe. (blaren van vuur of tering?)

Neem kaas en wrijf het stuk en meng het met honing en leg het op een koolblad en daarop.

1034. Tegen de koorts als de buik groot daarvan blijft.

Neen twee eierdoppen vol sap van mierikswortel of Armoracia rusticana en een dop vol mannelijk zwijnenvet, dat kook je met wijn en geef het 9 avonden te drinken, dat is goed.

1035. Tegen de koek (1) die van de ziekte gebleven is onder de ribben.

Neem prei of Allium porrum en kook het in verse boter en leg het warm tegen de koek: als het koud zo verwarm het weer in een pot en leg het zo lang daarop tot het is uitgehard.

[fol. 97r) 1036. Tegen koortsziekte.

Neem drie pieren en brandnetel of Urtica urens en stamp ze met wat wijn, dat drink op en drink het nuchter wat, u zal zweten binnen de derde dag en genezen daarvan.

1037. Tegen de koorts.

Stamp kamille Tanacetum parthenium en meng het met wijn en drink het, het zal u vergaan.

1038. Tegen koorts vernieuwing.

Neen een ui of Allium cepa en zo veel zout en eet het, het zal u helpen.

1039. Die de buik hard gebleven is.

Stamp de wortels van grote weegbree of Plantago major met zwijnenvet en maak een pleister en leg het op de buik, het zal slinken.

1040. Ptisane tegen grote hitte.

Neem gerst of Hordeum vulgare, nat het en stamp er alle doppen af, dan neme al de korrels en 3 mal zo veel water, dat kook je tezamen totdat het dik wordt, dan wring het door een doek en laat het helder worden, dan geeft het de zieke in zijn grote hitte.

(1) gezwel, verharding vooral van de lever.

1041. Dy ontsteken is myt heelre huut.

Nemt roggen broet, soe groet als eyn kynts woet van twe iaer, ende legt yn couden borne ende latet weken, dan stampt wel ende macht eyn plaester op nat werck ende legt opt seer. Ende breectet wt, so neem corbitatam ende sietse yn wyn, soe dat eyn stop siedet op eyn pynte, dan stampt dy corbitaem ende wrinctse doer eyn doeck ende saluet vier, theelt dar men toe siet.

1042. Tegen coude gicht.

Nemt vryn van eyn brunen knechtgen, dan neem saly, eppe, euen voele, ende siedet in twe stoppen vryns totter helft, dar mede dwaget ouel: dy mense sal genesen.

1043. Tegen leuende gichte.

Nemt vrouuen spekel ende honich ende menget yn eyn ey, ende geuet hem te eten dat hys nyt een wete.

1044. Tegen dy gicht.

Nemt b[r]yonie wortelen, venecoel, petercelj, dilsaet, dyt sidet yn water al tsamen ten derdendeel yn eyn nyen erden pot ende machter botter dranc af ende drincket nuchteren.

1045. Aliud.

Nemt netelbladen, was, sali, ende wilde mente, dit stoet tsamen myt boomoly ende mact salue, ende salue dy gicht daer mede.

1046. Aliud.

Nemt weduuinden mytte woertel, ende reynuaen, alsen, adech, netel, boom loof, zauelboem, dit siet tsamen in water ende bater yn.

1047. Ter beuender gicht.

Nemt betonie, beuergheilen, ende sietze in water ende drinckt het sappe.

1048. Van spenen. Teghen die spene.

Stampt netel wel (fol. 97v) ende legse dar op, dat is goet.

1049. Aliud.

Nemt eyn hantfoel muer, ende stotse ende douuetsap in werck ende werpt int fuer. Alst begint tswaerten, soe nemet wt ende houtet den sieken onder alsoe heet als hy mach.

1050. Tegen spenen buttent fundament.

Neemt peper, coperroet, aterment euen woel, ende menget myt werschen berghen smout ende macter plaester af ende legt dar op.

1041. Die ontstoken is met heel zijn huid.

Neem roggebrood of Secale cereale, zo groot als een kindervoet van twee jaar en leg het in koud (bron)water en laat het weken, dan stamp het goed en maak een pleister op nat pluksel en leg het op de pijn. En breekt het uit, zo neem pompoen of Cucurbita pepo en kook het in wijn zodat een stoop inkookt tot op een pint, dan stamp de pompoen en wring het door een doel en zalf het vuur, het heelt daar men toekijkt.

1042. Tegen koude jicht.

Neem urine van een bruin jongetje, dan neem salie van Salvia officinalis, eppe of Apium graveolens, even veel en kook het in twee stopen urine tot op de helft, daarmee was de ziekte: de mens zal genezen.

1043. Tegen levende jicht.

Neem vrouwenspeeksel en honing en meng het in een ei en geef het hem te eten dat hij het niet weet.

1044. Tegen de jicht.

Neem heggenrank of Bryonia dioica wortels, venkel of Foeniculum vulgare, peterselie of Petroselinum crispum, zaad van dille of Anethum graveolens, di kook je in water al tezamen tot het derdedeel in een nieuwe aarden pot en maak er boterdank van en drink het nuchter.

1045. Anders.

Neem brandnetel of Urtica urens bladeren, was, salie of Salvia officinalis en wilde munt of Mentha soort, dit stamp tezamen met boomolie van Olea sativa en maak een zalf en zalf uw jicht daarmee.

1046. Anders.

Neem wedewinde Calystegia of Convolvulus met de wortel en reinvaarn of Tanacetum vulgare, alsem of Artemisia absinthium, kruidvlier of Sambucus ebulus, brandnetel of Urtica urens, boom loof, zevenboom of Juniperus sabina, dit kook tezamen in water en baadt er in.

1047. Ter bevende jicht.

Neem betonie of Stachys officinalis, bevergeil en kook het in water en drink het sap.

1048. Van aambeien. Tegen de aambeien.

Stamp brandnetel of Urtica urens goed [fol. 97v] en leg het daarop, dat is goed.

1049. Anders.

Neem een handvol muur of Stellaria media en stamp het en duw het sap in pluksel en werp het in het vuur. Als het begint zwart te worden, dan neem het eruit en hou het de zieke onder alzo heet als hij kan.

1050. Tegen aambeien buiten het fundament.

Neem peper of Piper nigrum, koperrood, inkt of koper- of ijzersulfaat even veel en meng het met vers mannelijk varkens vet en maak er een pleister van en leg het daarop.

1051. Tegen spenen of woermen bynnent fundament.

Nemt drasen, reynewaen, gagel, dit stampt tsamen ende sietet in born ende nuttet smoergens.

1052. Van spreken ende slapen. Irst di slapende sprict.

Nemt auerute ende stampse ende drinctse myt wyn, smoergens ende des auents, dat is goet.

1053. Qui ex infirmitate loqui non potest.

Nemt papen cruyt, halwoertel, dat stampt tsamen myt ende drinct eyn lepel.

1054. Salue ten seluen ende ter gicht.

Nemt smout van eyn gebrade gant, honre smout, swinen smout, bibe sauelboem, mirre ende menght dit al tsamen ende salue di daer dy gicht leit.

1055. Dy nyt slapen mach.

Siet lectu yn wyn ende drincse.

1056. Aliud.

Siet bilsenzaet in borne ende dwaet dar yn handen ende wote, vorhoeft den slaep, dats goet.

1057. Tegen dy geelzucht.

Nemt sap van marobien ende ghietet hem in dy nosteren die dy sucht heft, ende latet ruemen int hoeft, het verlict het euel.

1058. Aliud.

Mact eyn steyn back ende begitse myt kynts pisse, ende siet dar op hent du begynst te wermen dan etet radic ende legse onder dyn armen ende wrift dyn lyf dar mede; alstu wtten bade gaest, so drinct wyn ende ganck slapen op dyn bedde hent du sweest.

1059. Tegen dy wratten waer sy syn.

Nemt rode slecken dy inden hout syn ende sprencse myt sout in eyn scerf: als sy dun syn of gesmouten syn, so bestrict dy wratten dar mede, sy sellen wech gaen.

1060. Aliud.

Nemt righele ende mengtse myt sout ende legse dar op, sy vergan.

1051. Tegen aambeien of wormen binnen het fundament.

Neem hondsdraf of Glechoma hederacea, reinvaarn of Tanacetum vulgare, gagel of Myrica gale, dit stamp tezamen en kook het in (bron)water en nuttig het ‘s morgens.

1052. Van spreken en slapen. Eerst die slapende spreekt.

Neem averuit of Artemisia abrotanum en stamp het en drink het met wijn ’s morgens en ’s avonds, dat is goed.

1053. Hij die vanwege zijn zwakheid niet kan spreken.

Neem paardenbloem of Taraxacum officinale, holwortel of Corydalis cava, dat stamp tezamen mee en drink een lepel vol.

1054. Zalf voor dezelfde en tegen jicht.

Neem vet van een gebraden mannelijke gans, honden vet, zwijnenvet, bevernel of Pimpinella saxifraga, zevenboom of Juniperus sabina, mirre van Commiphora myrrha en meng dit al tezamen en zalf u daar de jicht ligt.

1055. Die niet slapen kan.

Kook sla of Lactuca sativa in wijn en drink het.

1056. Anders.

Kook bilzekruid, Hyoscyamus niger in (bron)water en was daarin handen en voeten, van het voorhoofd de slaap, dat is goed.

1057. Tegen de geelzucht.

Neem sap van malrove of Marrubium vulgare en giet het hem in de neusvleugels die de ziekte heeft en laat het stromen in het hoofd, het verlicht de ziekte.

1058. Anders.

Mak een stenen bak en begiet het met kinderen pis en, en zit daarop totdat u begint te warmen en dan eet radijs of Raphanus sativus en leg het onder uw armen en wrijf uw lijf daarmee; als u uit het bad gaat dan drink wijn en ga slapen op uw bed totdat u zweet.

1059. Tegen de wratten waar ze zijn.

Neem rode slakken die in het hout zijn en bespreng ze met zout in een pot: als ze dun zijn of gesmolten zijn, zo bestrijk de wratten daarmee, ze zullen weg gaan.

1060. Anders.

Neem ringel of Calendula officinalis en meng het met zout en leg ze daarop, ze vergaan.

1061. Iegen alle gaten.

Nemt donrebae<r>t, wegebrede, honsribbe, gherwe, mateliuen, violetten, papen cruyt, dyt stoet tsamen in ongesouten butter ende bergen smout ende wat wiroxs, ende smelt tsamen ende wringet doer eyn cleyt, dese (fol. 98r) salf is goet tot allen gaten.

1062. Tegen rosen gaten.

Nemt sauelboem, venecoels woertelen, elx eyn hant foel, dese crude stampt myt crues botter ende versch smeer, euen woel, soe doter toe sulfur, was, ende siettyt tsamen ende wrinct yn eyn becken; als coel is, soe menget myt quicsiluer ende smert daer mede, het genest.

1063. Tegen dy swaerte blomme dy nyt genoch gesworen is.

Nemt dy doder van eyn ey ende so groet souts, dit wrift tsamen op werck ende legt op dy blomme, dit draecht safte te hoefde.

1064. Tegen cloue drope.

Nemt olij van olysaet ende ny was, mierre, wirock ende smelte dit tsamen ende latet colen, ende legt opt seer.

1065. Tegen lopende drope.

Nemt groen eken scellen ende blade, vegeblade, calmijn steen, dit siet al tgader ende wasch dar dyn been yn, hy seel genesen al hadden sy .xx. iaer of meer gedregen.

1066. Tegen litaergia.

Dyet euel heft dy [s]laept so wast dats nymant wreiken mach, dan nem castorie, ment, rute ende siedet tsamen yn borne ende nemet tsop ende ghietet den sieken yn syn nosteren, hy sal thans genesen.

1067. Tegen dy watersucht.

Nemt bladen van knofloeck (fol. 98v) ende sietse myt water ende legse op dy suelle, dat is goet.

1068. Tegen die tisike.

Nemt dy longe ende thart van eyn heert, ende onderleggese mit stocken ende latse drogen inden roeck. Alst weel droge is, so stampet tpuluer, den puluer mynct myt honich ende myt gheyten melck ende castorie, ende sietse tsamen ende gheft den sieken drincken.

1069. Van alle crancheit.

Frenesim curirt aldus: nemt castori ende drinctse myt wyn, si gheeft dyn weder spraeck gelick driakel.

1070. Tegen krancke syn.

Nemt castori ende mengse myt wyn, si scerp dy dyn syn.

1061. Tegen alle gaten.

Neem huislook of Sempervivum tectorum, grote weegbree of Plantago major, smalle weegbree of Plantago lanceolata, duizendblad of Achillea millefolium, madelief of Bellis perennis, viool of Viola odorata, paardenbloem of Taraxacum officinale, dit stamp tezamen in ongezouten boter en mannelijk zwijnenvet en wat wierook van Boswellia thurifera en smelt het tezamen en wring het door een kleed, deze [fol. 98r] zalf is goed tot alle gaten.

1062. Tegen roos gaten. (ziekelijke aandoening)

Neem zevenboom of Juniperus sabina, venkel of Foeniculum vulgare wortels, van elk een handvol, deze kruiden stamp je met kruis boter (1) en vers vet, even veel, dan doe ertoe zwavel en was en kook het tezamen en wringt het in een bekken; als het koel zo meng het met kwikzilver en besmeer het daarmee, het geneest.

1063. Tegen de zwarte bloem (gezwel) die niet genoeg verzweerd is.

Neem de dooier van een ei en zoveel zout, dit wrijf je tezamen op pluksel en leg het op de gezwel, dit verdroogt zacht het hoofd.

1064. Tegen gekloven huidziekte zoals schurft.

Neem olie van oliezaad van papaver of Papaver somniferum en nieuwe was, mirre van Commiphora myrrha, wierook van Boswellia thurifera en smelt het tezamen en laat het koelen en leg het op de zeer.

1065. Tegen lopende huidziekte zoals schurft.

Neme groene eikenschillen en bladeren van weegbree of Plantago major, galmei of zinkcarbonaat steen, dit kook alle tezamen en was daar uw been in, het zal genezen al had hij het 20 jaar of meer gedragen.

1066. Tegen slaapzucht.

Die de ziekte heeft die slaapt zo vast zodat niemand hem wekken kan, dan neem bevergeil, munt of Mentha, wijnruit of Ruta graveolens en kook het tezamen in (bron)water en neem het sap en giet het de zieke in zijn neusvleugels, hij zal dadelijk genezen.

1067. Tegen de waterziekte.

Neem bladeren van knoflook of Allium sativum [fol. 98v] en kook ze met water en leg ze op de gezwel, dat is goed.

1068. Tegen de ftisis of tering.

Neem de long en het hart van een hert en leg er onder stoken en laat ze drogen in de rook. Als het goed droog is dan stamp het tot poeder, het poeder meng met honing en met geitenmelk en bevergeil en kook het tezamen en geef het de zieke te drinken.

1069. Van alle ziekte.

Krankzinnigheid of delirium genees aldus: neem bevergeil en drink het met wijn, ze geeft u de spraak weer gelijk als teriakel.

1070. Tegen zwakke geest.

Neem bevergeil en meng het met wijn, het verscherpt uw geest.

(1) de eerste grasboter, bereid gedurende de kruisdagen, de drie dagen voor Hemelvaart.

1071. Tegen tgraueel.

Nemt merke, lauasck, ionge spruten van bladeren ende vingart, dit siet al tstucken ende sit daer in tot dyn lenden thoe.

1072. Tegen dy sideri.

Stoetet betoni myt oude wyn ende wat sauelboems, wat maensaets, ende sidet tsamen, ende drinct .ix. daghe nuchteren.

1073. Tegen dy sueren.

Nemt ment ende stoetse ende macht woel saps ende dwa daer dyn handen yn.

1074. Tegen dy vinnen.

Nemt wichoren stroncken ende stoetse myt edich ende mact eyn plaster ende legt op dy winnen, si sellen wech gaen.

1075. Tegen dy sproten.

Nemt tsap van radic ende smerter dy sproten mede, sy wergaen.

1076. Tegen gebroken been.

Nemt duue quaet, scaeps mes ende roet, dit siedet in witten wyn yn eyn pan ende roret wel dit plaester ende legt dar op ende spalct been, ende ouer dri dagen vermact.

1077. Tegen dy wlecken.

Droget dy woertel wander lelij ende machse tpuluer ende tempertse myt rosen water ende latent weder drogen, ende vertempert dan weder, dan saltu .iij. of .iiij. dage op die wlecken streicken of op lelike aensicht, si sellen schoen ende claer werden.

1078. Wan den lichaem. Die ghen spise int lyf houden mach.

Neem gharue ende stampt dy weel ende macter eyn plaster af ende legget op dynen nauel.

1079. Dy we heft aen den lichaem.

Nemt roggen meel, sout ende wyn; dit menct tsamen ende mact eyn plaester ende legt opt wee, dy wert te bet.

1080. Tegen sicheit des lichaems.

(fol. 99r) Nemt peterceli van alexandrien ende droegse ende machter poluer af, diese puluer mynget myt wyn ende drincke dicke, hy werdrieft dy alrehant siecte inden lichaem.

1071. Tegen de graveel of niersteentjes.

Neem eppe of Apium graveolens, maggi of Ligusticum officinalis, jonge spruiten van bladeren en wijngaard van Vitis vinifera en kook je stuk en zit daarintot uw lenden toe.

1072. Tegen de zijdeziekte of koliek of pleuritis.

Stamp betonie of Stachys officinalis met oude wijn en wat zevenboom of Juniperus sabina, wat zaad van Papaver somniferum en kook het tezamen en drink het 9 dagen nuchter.

1073. Tegen de pijnen.

Neem munt of Mentha soort en stamp het en maak veel sap en was daar uw handen in.

1074. Tegen de uitwas of uitgroei.

Neem chicorei of Cichorium intybus (?) stronken en stamp ze met azijn en maak een pleister en leg het op de uitwas, ze zullen weg gaan.

1075. Tegen de sproeten.

Neem het sap van radijs of Raphanus sativus en besmeer er uw sproeten mee, ze vergaan.

1076. Tegen gebroken been.

Neem duivenmest, schapenmest en roet, dit kook je in witte wijn in een pan en roer het goed en leg het daarop en spalk het been en vermaak het na drie dagen.

1077. Tegen de vlekken.

Droog de wortel van de lelie of Lilium candidum en maak het tot poeder en temper het met rozenwater en laat het weer drogen en temper het dan weer, dan zal u het 3 of 4 dagen op die vlekken strijken of op een lelijk gezicht, ze zullen mooi en helder worden.

1078. Van het lichaam. Die geen spijs in he lijf houden mag.

Neem duizendblad of Achillea millefolium en stamp het goed en maak er een pleister van en leg het op uw navel.

1079. Die pijn heeft aan het lichaam.

Neem roggemeel of Secale cereale, zout en wijn; dit meng tezamen en maak een pleister en leg het op de pijn, u wordt beter.

1080. Tegen ziekte van het lichaam.

[fol. 99r] Neem peterselie van Alexandrië of Seseli macedonicum en droog het en maak er een poeder van, dit poeder meng je met wijn en drink het vaak, het verdrijft allerhande ziekte in het lichaam.

1081. Tegen onmact des lyefs.

Nemt kneel ende make tpuluer ende drincket of etet sy helpt hem dy in onmacht liggen.

1082. Tegen dwaling des lichaems.

Nemt waerne ende sietse yn wyn ende drincse, sy purgirt dwalinge ende inclantour (?).

1083. Jegen swaren lichaem.

Nemt .iij. d. scamenien, .viij. d. esula, .iij. d. resuaerde: dese crude stampt tsamen yn eyn moertier, dan nemt eyn appel et diuidetur in 4or partes assatas et inponite puluerem istum et comedet.

1084. Tegen rudicheit.

Nemt eeschen bladen ende wriftse tstucken ende mengse myt azyn ende smert op dy rude.

1085. Aliud.

Plica lyntheamen dicke ende wrift dy zeer dar rude ys, dan nemt oly dy wan terwe geslagen is ende smeer dar mede, dat sacht zeer.

1086. Teghent clawen.

Nemt mans vrine ende wasch dy daer mede, so vergaet dy clawen.

1087. Tegen dy ioeckte.

Nemt des smorgens enen ionge oudeuaer vanden neeste, ende sietten langh in water, dat smer dat opt water drieft, daer smer dy mede.

1088. Dy eyn pad inden lichaem cruupt.

Nemt esken rende ende stoetse al grun, ende myngt myt water ende drinct, sy crupt weder ter kelen wt of sy sterft ende gaet wt.

1089. Tegen swaerte lichaem.

Nemt vennecoels woertelen ende sietse myt wyn ende wasch dy dar mede, so crychstu witte hutte.

1090. Van ouele des lichaems. Van coude.

Nemt salue dy wan sauelboem gemact is ende salft dy daer mede, alstu node hebste.

1081. Tegen onmacht in het lijf.

Neem kaneel of Cinnamomum verum en maak het tot poeder en drink het of eet het, het helpt hen die in onmacht liggen.

1082. Tegen dwaling van het lichaam.

Neem varen en kook het in wijn en drink het, het purgeert dwaling en inclantour.

1083. Tegen zwaar lichaam.

Neem 3 drachme scammonia of Convolvulus scammonia, 3 drachme Euphorbia esula, resuaerde (?): stamp deze kruiden tezamen in een mortier, dan neem een appel en verdeel het in 4 parten dan geroosterd en doe het poeder in het eten dat vreet het weg.

1084. Tegen ruigheid.

Neem es of Fraxinus excelsior bladeren en wrijf ze in stukken en meng ze met azijn en smeer het op de ruigheid of huidziekte.

1085. Anders.

Vouw een stuk linnen meermaals en wrijf dat zeer daar ruigheid of huidziekte is, dan neem olie die van tarwe geslagen is en smeer daarmee, dat verzacht zeer.

1086. Tegen de jeuk of krabben.

Neem de man zijn urine en was hem daarmee, dan vergaat het krabben.

1087. Tegen de jeuk.

Neem ‘s morgens een jonge ooievaar van het nest en kook het lang in water, dat vet dat op het water drijft, daar smeer je mee.

1088. Die een pad in het lichaam kruipt.

Neem es of Fraxinus excelsior schors en stamp het al groen en meng het met water en drink het , ze kruipt weer ter keel uit of ze sterft en gaat eruit.

1089. Tegen zwart lichaam.

Neem venkel of Foeniculum vulgare wortels en kook ze met wijn en was u daarmee, dan krijgt u een witte huid.

1090. Van ziekten van het lichaam. Van koude.

Neem zalf die van zevenboom of Juniperus sabina gemaakt is en zalf je daarmee, als u het nodig hebt.

1091. Tegen rumen ynden lichaem.

Barn sout in eyn scerf ende doet yn eyn saectgen ende legt het yn dyn necken ende werbint ju nase: alst dar op leget, du geneset.

1092. Tegen den gamelyn.

Nemt tsap van heide netel ende menget myt ruten sap ende myt warscher butter ende bestric dar myt.

1093. Tegen den aenbey.

Stoet saet van syniip myt ouden roesel ende byndet op dy aenbey, dats goet. Of neemt biuoet dy eyn iaere onder dack gesteken heft, dy barnt op eyn steen: dy asch legt dar op, dats goet. Een eyken boort heyt mact, ende dar op geseten dat is goet tegen die aenbey.

(fol. 99v) 1094. Tegen den huch.

Nemt netelen sap myt schonen born ende hout in dyn mont, dat cort den huuch.

1095. Tegen seer dat node heelt.

Nemt puluer van wliegen ende stroyt ynt seer, dan braet stucken van out speck aen eyken speten ende laet druppen in claren born, dar mede salft seer, tsal genesen. Item caroporoydes set dat harder is dan wleis ende weker dan been.

1096. Tegen dy sage alst eyn aengaet.

.v. bladen salie, 3 bladen wegebrede, .v. peper cornges, eyn koeckyn hart driakel, tsamen gestoten ende gedunnnet myt wyn edick, dit maect law.

1097. Viltu sien kokelen.

Sancte Johans nacht woer der zonne, so plucht eyn hoeft loocks wtter erden, ende houtet; alstu eyn kokeler sietste koekelen, soe legget wat vanden loock onder dyn tongh, du sietste al dat hy doet, mer alstu dat loock plucste so leest eyn pater noster ende Aue maria.

1098. De synapio.

Dy synnyp etet dy suuert hem het hoft, si scerpt heem syn syn, ende ys goet tegen deen steyn ende coude pisse, si suuert den wrouuen van horen stonden.

1099. Vnguentum apostolorum vel veneris.

Sic conficitur. Item. Dese salue apent alle sweren ende apostemen ende suuertze, sy syn out ofte nye, in wulen wonden, kankeren, in emoeraides ende alle wule gaten. Recipe wit was 3 lb., vyt hars .ij. b, olibanum elx .iij. 3, mirra, appoponac, elx .iij. armoniacum, bedellium .ij.3, spans groen 3. 3; dus so suldit comfortiren; die gumme dy nyt pulueren en mach, dy salmen leggen te weyken yn asyn. Ende die men pulueren mach, dy salmen pulueren alsmen het beest mach ende aldus vergaderen: dat was ende dat hars salmen smelten to gader ende doen dar thoe .3 . olie van oliuen inden sommer, ende inden wynter 3 lb. Ende latent syden 3 wre, dan so doet dar yn gumme dy geweekt syn ende latet tgader syden tes dy azine versade[n] sy, dan so doet af altoes rorende hent dat begint tcoelden, dan so doet dar yn dye worscreven puluer, ende roret hent al colt ys, dan bestadet ende orbart daert geseyt ys, dyt scriuen dy 4 meisters.

1100. Aliud vnguentum utrum.

Recipe olie van oliuen .3.lb ., was .iij. b, scapen rute .i.b , wiet hars .iij. b, mirre, aloe epaticm elx .iij. b, salgemma .iij. , hir af so mact eyn salue (fol. 100r) want siis des cirugies noet wrint habet galienus et auicenna.

1091. Tegen rumen (rimpels?) in het lichaam.

Brand zout in een pot en doe het in een zakje en leg het in je nek en verbindt uw neus: als het daarop ligt, u geneest.

1092. Tegen de gamelyn (gamel; ouderdom?).

Neem het sap van brandnetel of Urtica urens en meng het met wijnruit of Ruta graveolens sap en met verse boter en bestrijk daarmee.

1093. Tegen de aambei.

Stamp zaad van mosterd of Brassica nigra met oud vet en bindt het op de aambei, dat is goedt. Of neem bijvoet of Artemisia vulgaris die een jaar onder het dak gelegen heeft, die verbrand je op een steen: de as lieg het erop, dat is goed. Een eiken plank heet gemaakt en daarop gezeten, dat is goed tegen de aambei.

[fol. 99v) 1094. Tegen de huig.

Neem brandnetel of Urtica urens sap met schoon (bron)water en hou het in uw mond, dat verkort de huig.

1095. Tegen zeer dat slecht heelt.

Neem poeder van vliegen en strooi het in het zeer, dan braadt stukken van oud spek aan eiken spiesen en laat het druppelen en helder (bron)water, daarmee zalf het zeer, het zal genezen. Item; caroporoydes set dat harder is dan vlees en weker dan been.

1096. Tegen de koorts (of mare?) als het een aangaat.

5 bladeren salie of Salvia officinalis, 3 bladen grote weegbree of Plantago major, 5 peper of Piper nigrum korreltjes, een koekje van hard teriakel tezamen gestampt en verdund met wijnazijn, dit maak lauw.

1097. Wil u zien hanengekraai.

Sint Johannes de Doper nacht op (24 juni) voor de zonsopkomst, zo pluk een hoofd van knoflook of Allium sativum uit de aarde en hou het; als u een haan ziet kraaien dan leg wat van de knoflook onder uw tong, u ziet alles wat hij doet, maar als u de knoflook plukt lees dan een pater noster of rozenkrans en Ave Maria.

1098. De mosterd van Sinapis alba of de zwarte van Brassica nigra.

Die mosterd eet die zuivert hem het hoofd, het verscherpt hem zijn geest en is goed tegen de druppelplas het zuivert de vrouwen van hun stonden.

1099. Zalf apostolorum vel veneris.

Zij concludeert. Item. Deze zalf opent alle zweren en gezwel of ettergezwel en zuivert ze, is het oud of nieuw, in vuile wonden, kankers, in emeroides (1) en alle vuile gaten. Recept: wit was 3 pond, wit hars, 2 drachme, wierook van Boswellia thurifera, drachme, mirre can Commiphora myrrha, gom van Opopanax chironium, elx 3, Dorema ammoniacum, bdellium of hars van Commiphora africanum, 2 drachme, Spaans groen of kopergroen 3 drachme; dus zo zal ge dit maken; de gom die niet verpulveren kan die zal men leggen te weken in azijn. En die men verpulveren kan die zal men verpulveren zoals men het beste kan en aldus verzamelen: dat was en de hars zal men smelten tezamen en doe daartoe 3 olie van olijf van Olea sativa in de zomer en in de winter 3 pond. En laat het 3 uur koen, dan doe daarin de gommen die geweekt zijn en laat het tezamen koken totdat de azijn verkookt is, dan zo doe het eraf en altijd roeren totdat he begint te verkoelen, dan zo doe daarin het voor beschreven poeder en roer het totdat al koud is dan besteed het en gebruik het daar het gezegd is, dit schrijven de 4 meesters.

1101. Andere zalf utrum.

Recept: olie van olijf van Olea sativa 3 pond, was 3 drachme, schapenvet 1 drchme, wit hars 3 drachme, mirre van Commiphora myrrha, Aloë perryi epatica van elk drachme, steenzout 3 drachme, hiervan zo maak een zalf [fol. 100r] want het is de chirurgen vriend in nood naar Galenus (2) en Avicenna.

(1) aderspat in de aarsstreek die dikwijls aanleiding geeft tot bloederige stoelgang, aambeien.

(2) Galenus, de vader van de polyfarmacie, werd geboren te Pergamos in 129 en overleed te Rome op het einde van de eerste eeuw van onze tijdrekening. Avicenna (980-1037), een van de beroemdste Arabische medische auteurs, verwierf vooral bekendheid door zijn Canon Medicinae.

1101. Vnguentum viride sic fit, dy welke goet ys tot allen oude wonden ende dy node genesen.

Recipe celidonie, cocoocloeces, gallicus cum scabiose, dy woertelen wander wilder louaschen .j.b , olie van oliuen .j. lb., scapen rutte .iij. lb., die cruden salmen stampen ende leggense yn dy oly ende yn dat smout tweken .viij. daghen, dar nae salmense siden so lange dat dy cruden des badems begeren, ende dan sien, ende dan salmen dar yn doen was .iiij. b ende latet smelten, ende alst gesmolten ys, so doet van den wuer ende doet dar yn puluer van spans groen, masticken, aloe epaticum elx .iij. b, ende roret altoes hent dat is coude ende dan bestede. habet lancfrancus.

1102. Vnguentum dat eyn wonde wael doet etteren ende heylen wart dat ys.

Recipe olie van oliuen .i.b , bloemen van tarue .ij. b, rosevater 3 quart, dit siet tgader gelick eyn pap, spredet op lynewaet ende oerbart dart tdoen ys.

(fol. 102v) 1103. Repercussiue lanfranci et theodrici.

Repercussiue dat syn dy ghene dy eyn lyt coude ende onbeseffelick maken, die wilke syndelinge coude. Recipe naesschade, donderbaere, crassula maior et minor griet verte gracht, vmbelicus veneris, den crop vanden roden brame ende vanden belric, elkes .j. quarte, dat stotet ontwee ende macter af sap. Tot dat sap doet garsten mele 3 quarten ende oli van rosen oft salue waer. Ende orbart op alle heiten sweren, van wat specien dat syn, wer dat sy syn, van hete colera ofte van blode oft risipula.

1104. Aliud lanfranci.

Recipe sap van naechscade, van donderbaer, die dry delen olij van rosen, een deel azine, .3. deel roet cleen .j. lettele, dit tempert tgader ende oerbaert.

1105. Vnguentum lanfranci quod cedat stimulos et apostemam.

Recipe oli van rose .ij.b, was .j. b, smeltet te gader dan doet dar in opium eyn half b saffraen ontwee gewreuen myt rosen water .ij. b; dat temperert ende siedet ende (fol. 103r) orbart op heyte apostemen ende sweringe ende steecken.

1106. Aliud Rogerij.

Recipe galle van enen berghene werken, die droghe met .1. b, wette wighen ende rosine elkes .iij. b, ripe desem .ij. b, oude olye oliuen .1. quartum asine, daeraf confortirt plaestere ende legt dar op, der staet antranx ende in carbunculus verdriuet.

1107. Repercussiue rogerij ad ignem persicum vel erisipula quod idem est of desen dingen blussen twuer.

Recipe blader van wingart, donderbard, crop van wlieren, clene consouden elx euen woel, dat stoet ontwee ende siedet in water, ende myt dy water so wasset dat euele. Ende post legter op, dat doet .ij. veruen dages tes dat wal geblust ys.

1108. Resolutiue rasis almansoris, lanfranci, theodorici.

Resolutiuen dat syn dy plaesteren of vngent dy welken doen smelten ende gesi[n]cken sweringhen die wallen van diuersen humoren.

Recipe camomille, millelote, ende obulis, dille, malua, witte amone elx .iij. b, doet ontwee ende legget in olien van oliuen .3. lb., olie van camillen .iij.b , oli van dille, olie baie, elkes .ij. b, dit siedet tgader ende formirt dar af trosissen, ende orbartse altoes varme.

1109. Aliud lan franci.

Recipe comyn, tarwyn gruus ellex .ij.b , mel van linsade .iij. b, scafwynb, lb ., olie camillen .iij. b, dit siedet tsamen tes wort gelick eyn pap ende machter af uwe plaester.

1110. Aliud lanfranci.

Recipe wilde malue, bete colen, dy blomen van camillen, elx .3. deel, dat doet sieden in water ende dan wel stampen ende doen daer in .j. deel vanden saede der colen ende die .3. deel van tarwen grusen, dar af soe maket eyn plaster ende legt dar op.

1101. Groene zalf die goed is tot alle oude wonden en die slecht genezen.

Recept: stinkende gouwe of Chelidonium majus, klaverzurig of Oxalis acetosella, gallicus (haan?) met Knautia arvensis, de wortels van de wilde maggi of Levisticum officinale, 1 drachme, olie van olijf van Olea sativa 1 pond, schapen vet 3 pond, de kruiden zal men stampen en leg het in de olie en in dat vet te weken 8 dagen, daarna zal men het koken net zo lang totdat de kruiden de bodem begeren en dan zeven en dan zal men daarin doen was 4 drachme en laat het smelten en als het gesmolten is dan doe het van het vuur en doe daarin poeder van Spaans groen of kopergroen, mastiek van Pistacia lentiscus en Aloë perryi epaticum, van elk 3 drachme en roer het altijd totdat het koud is en dan gebruik het. Van Lanfranc. (1)

1102. Zalf dat een wonde goed doet etteren en helen waar dat het is.

Recept: olie van olijf van Olea sativa 1 drachme, bloem van tarwe 2 drachme, rozenwater 3 kwart, dit kook jet tezamen gelijk een pap, spreidt het op linnen en gebruik het daar het te doen is.

[fol. 102v) 1103. Repercussive Lanfranc en Theodoricus. (2)

Repercussive dat zijn diegene die een lid koud en ongevoelig maken, diegene zijn vooral koud. Recept: nachtschade of Solanum nigrum, huislook of Sempervivum tectorum, hemelsleutel of Hylotelephium telephium en Sedum album, griet verte gracht (varen?), Hydrocotyle vulgaris, de krop van de rode braam of Rubus fruticosus en van bilzekruid of Hyoscyamus niger, van elk 1 kwart, dat stamp stuk en maak er een sap van. Tot dat sap doe gerst of Hordeum vulgare meel 3 kwart en olie van rozen alsof het zalf was. En gebruik het op alle hete zweren, van welke vorm dat het is, waar dat ze zijn, van hete gal of van bloed of erisipula.

1104. Andere van Lanfranc.

Recept: sap van nachtschade of Solanum nigrum, van huislook of Sempervivum tectorum, drie delen olie van rozen, een deel azijn, deel rood klei, 3 een beetje, dit temper tezamen en gebruik het.

1105. Zalf van Lanfranc die het abces verslaat.

Recept: olie van rozen 2 drachme, was 1 drachme, smelt het tezamen en doe er dan in opium van Papaver somniferum een half drachme, saffraan van Crocus sativa stuk gewreven met rozenwater 2 drachme, dat temper en kook het en [fol. 103r] gebruik het op hete gezwel of ettergezwel en zweren en steken.

1106. Andere van Rogerius (3).

Recept: gal van een mannelijk zwijn, die droog je met .1 drachme vette vijgen en rozijnen, van elk 3 drachme, rijpe desem 3 drachme, oude olie van olijven of Olea sativa, 1 kwart azijn en maak daarvan een pleister en leg het daarop, het stilt antrax of miltvuur en in karbonkel, (soort gezwel, zweer) verdrijft.

1107. Repercussive van Rogerius tegen Perzisch vuur of erisipula dat is hetzelfde van deze dingen die blussen het vuur.

Recept: bladeren van wijngaard of Vitis vinifera, huislook of Sempervivum tectorum, krop van vlier of Sambucus nigra, klein Consolida of Prunella vulgaris van elk even veel, dat stamp je stuk en kook het in water en met het water zo was de ziekte. En daarna leg je het erop en dat doe je 2 maal per dag totdat het goed geblust is.

1108. Oplossende middelen van Rasis Almansoris (4), Lanfranc en Theodoricus.

Resolutiven dat zijn die de pleisters of zalven die doen smelten en verminderen zweren die vallen van diverse levenssappen. Recept: kamille of Matricaria chamomilla, melilote of Melilotus officinalis, en obool (5), dille of Anethum graveolens, maluwe of Malva sylvestris, witte Elettaria amomum, van elk 3 drachme, maak het stuk en leg het in olie van olijf van Olea sativa 3 pond, olie van kamille 3 drachme, olie van dille of Anethum graveolens, olie van de vruchten van de laurier of Laurus nobilis, elk 2 drachme, dit kook je tezamen en vorm er een likkepot van en gebruik het altijd warm.

1109. Andere van Lanfranc.

Recept: komijn of Cuminum cyminum, tarwe gruis, elk 2 drachme meel van lijnzaad of Linum usitatissimum 3 drachme, tafelwijn 3 pond, olie van kamille of Matricaria chamomilla 3 drachme, dit kook jet tezamen tot het wordt gelijk een pap en maak er uw pleister van.

1110. Andere van Lanfranc.

Recept: wilde maluwe of Malva sylvestris, bieten of Beta vulgaris, de bloemen van kamille of Matricaria chamomilla, elk 3 deel, dat laat je koken in water en dan goed stampen en doe daarin 1 deel van het zaad van biet en 3 delen van tarwe gruis, daarvan zo maak een pleister en leg het daarop.

(1) Lanfrancus: meester Lanfranc van Milaan was een leerling van Willem van Salicete. Hij vestigde zich te Parijs in 1295 en verwierf er grote vermaardheid. Zijn voornaamste werken zijn de Chirurgia magna en de Chirurgia parva.

(2) Theodricus is Thedoricus van Cervia of Borgognoni (1206-1298), de zoon van Hugo de Lucca; hij was bisschop van Cervia en tevens een chirurg van grote vermaardheid.

(3) Rogerius, ook Roegerijn, Rogerinus of Rogerus van Parma of van Salerno genoemd, leefde in de dertiende eeuw en schreef een Methodus medendi.

((4) muntstuk en gewichtsaanduiding.

5) Rasis almansoris: Rhazes, eigenlijk Abu Bakr Muhammed ibn Zakariya al Razi, werd geboren rond 850 te Ray bij Teheran. Zijn hoofdwerken zijn al Hawi (gewoonlijk Continens genoemd) en het Liber medicinalis

1111. Aliud rolandi et rogerij.

Recipe olie van comillen ende olie van dille elx .vj. b, was .iij. b, smout van hennen ende hanen elx .ij. b, puluer van dilsaet ende van camillen elx .2. , daer of maket plasteren ende orbart dart tdoen ys.

1112. Mundificatiue rogerij et Rolandi.

Mundificatiue dat syn dy gene dy welke suueren apostemen (fol. 103v) ende sweren ende wonden mid haer scerpheyt twelken dat dat dy sonderlinge goet is also galienus ende ander meisteren concordiren. Dus mactmen: Recipe tsap van eppen .vj. b, tarwen bloemen .iij. b, dit tempert wel tgader ende latet wel zieden altoes roerende, hent dat also dicke sy als pap. Dit suuert apostemen ende kancker ende quade gaten aen dy leden ende aen dy benen.

1113. Aliud lanfranci.

Recipe zeem van rosen .iij.b , cleyn gersten meel .j. b, terebentina ghedweghen .3. weruen .j. b, mel ende tseem dat doet tgader zieden rorende tes also dicke wort als pap, dan doet dar yn terebentina ende roret hent cald is.

1114. Aliud theodrici.

Recipe tsap vander wewinden, papen crut, van eppe, celidonie, honsribbe, gerwe, vingard bladeren, elx .iij.b , taruen blommen b,.3., zeem weel gesuuert .ij. b, dit siet tgader also dic als pap ende dan bestedet.

1115. Aliud eiusdem nature galieni.

Recipe pic .ij.b , haers .ij. b, taerwen blommen .iiij. b, zeem .j., watere .3. lb. Af .ij. b, dit siet tgader altoes rorende pec ende hars went gesmonten is, tes dic genoch is, ende dan so bestedet op ghemeyne aposteme ende oeck yn quade vanden benen.

1116. Aliud Auicenne.

Dat sunderlinge goet is ende rectifiaers vlceren ende apostemen ende beretse ter gesontheide. Recipe oli van oliue .iij. , litargirum cleyne gepuluert, sterke wyn azyne, elx .3. . Dat siet tgader altoes rorende hent dat wel gebout is, dan soe mact daer pulpen ofte ronde maste ende oerbert, valde preciosum est istud.

1117. Aliud Rolandi.

Recipe die mussilagine van fenugrecum, van lin saet ende van heemschen elx .j. b, tsap van eppen .iij.b , van wede wynden .ij. b, saffraen .j. b, tarwe blomen lb, .3. , watere .iij.b , diet siedet tgader als pap ende bestedet, dit is harde guet.

1118. Emplastrum galieni et auicenne, die seer wel suuert ende heelt ende droget.

Recipe litaergirum .iij. ,b oli van oliuen .ij. ,b capoen smout .j. b, olibanum steen, pic, sarcocolla, van elken .ij. b, terebentina. .iij. b, dat confortirt te gader.

Sequitur de vnguentes consolidantis Rasis almansoris.

(fol. 104r) 1119. Consolidatiue dat syn dy gene dy heyle[n] ende hut maken, naer dat sy gesuuert syn.

Recipe oly van rosen .4.b , cerusa .3.b , wys was .ij.b , canfere .j.b , wyt van eyeren. Dus suldit vergaren: ghy sult nemen .3. amandelen ende doen hen dy scorse af ende stotense in eyn martyr ende dan wyt werpen ende doen daer dan yn canfer anders so en bract nyt, dar nae dy cerusa, wel cleyn gepuluert(382), dar nae so hebt dy olie ende was gesmouten. Ende gietet op dandere wel zeere in coperen die dar nae dye wyt vanden eye dar to gedan altoes rorende hent coud is ende dan bestedet. Dese salue is goet tegen hette van verberntheden ende heete wonden ende sulke gelicken.

1120. Vnguentum rogerij et rolandi in cancris et fistulis quod consolidat et mundificat.

Recipe cerusa .ij.b , litargirum .j. b, olie van rosen .vij. b, wirock, mastic elx .ij.b , asine .iij.b , dit incorporirt wel tgader ende bestedet.

1111. Andere van Rolandus (1) en Rogerius.

Recept: olie van kamille of Matricaria chamomilla en olie van dille of Anethum graveolens elk 6 drachme, was 3 drachme, vet van hennen en hanen, elk 2 drachme, poeder van dille zaad of Anethum graveolens en van kamille of Matricaria chamomilla, van elk 2 drachme, maak daarvan een pleister en gebruik het daar het te doen is.

1112. Zuiverend geneesmiddel van Rogerius en Rolandus.

Mundificativum dat zijn diegene die goed zuiveren gezwel of ettergezwel [fol. 103v] en zweren en wonden met hun scherpte die omdat ze bijzonder goed zijn alzo Galenus en andere meester overeenstemmen. Dus maakt men: Recept: het sap van eppe of Apium graveolens 6 drachme, tarwebloem 3 drachme, dit temper goed tezamen en laat het goed koken en altijd roeren totdat het dik is als pap. Dit zuivert gezwel of ettergezwel en kanker en kwade gaten aan de leden en aan de benen.

1113. Andere van Lanfranc.

Recept: zeem van rozen 3 drachme, klein gerstemeel of Hordeum vulgare 1 drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea gewassen 3 maal, meel en de zeem laat dat tezamen koken en roeren totdat het dik wordt als pap, dan doe daarin terpentijn en roer het totdat het koud is.

1114. Andere van Theodoricus.

Recept: het sap van de wedewinde of Calystegia of Convolvulus, paardenbloem of Taraxacum officinale, van eppe of Apium graveolens, stinkende gouwe of Chelidonium majus, smalle weegbree of Plantago lanceolata, duizendblad of Achillea millefolium, wijngaard bladeren van Vitis vinifera, van elk 3 drachme, tarwe bloem 3 drachme, goed gezuiverde zeem 2 drachme, dit kook je tezamen alzo dik als pap en gebruik het dan.

1115. Andere van de natuur van Galenus.

Recept: pek 2 drachme, hars 2 drachme, tarwe bloem 4 drachme, zeem 3, water 3 pond af 2 drachme, dit kook je tezamen en altijd de pek en hars roeren tot het gesmolten is tot het dik genoeg is en dan gebruik het op gewone gezwel of ettergezwel en ook in kwaad van de benen.

1116. Andere van Avicenna (2).

Dat bijzonder goed is en geneest huidwonden en gezwel of ettergezwel en bereidt ze tot gezondheid. Recept: olie van olijven of Olea sativa 3 drachme, loodmonoxide of litarghirum of litargirum klein verpulverd, sterke wijnazijn, elk 3 drachme. Dit kook je tezamen en altijd roeren totdat dat goed gekneed is, dan zo maak daarvan ronde koeken of mastellen en gebruik het, dit is zeer kostbaar.

1117. Andere van Rolandus.

Recept: het uitgeperste sap van fenegriek of Trigonella foenum-graecum, van lijnzaad van Linum usitatissimum en van heemst of Althaea officinalis, van elk 1 drachme, het sap van eppe of Apium graveolens 3 drachme, van wedewinde of Calystegia of Convolvulus 2 drachme, saffraan of Crocus sativus 1 drachme, tarwe bloem 3 pond, water 3 drachme, dit kook tezamen als een pap en gebruik het, dit is erg goed.

1118. Pleister van Galenus en Avicenna die zeer goed zuivert en heelt en droogt.

Recept: loodmonoxide of litarghirum of litargirum 3 drachme, olie van olijf van Olea sativa 2 drachme, gecastreerde haan vet 1 drachme, wierook van Boswellia thurifera, steenpek, gom van Astragalus sarcocolla, van elk 2 drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 3 drachme, dat versterkt tezamen.

Gevolgd door zalf om te verenigen van Rasis Almansoris.

[fol. 104r) 1119. Consolidative of te consolideren dat zijn diegene die helen en huid maken, na(380) dat ze gezuiverd zijn.

Recept: olie van rozen 4 drachme, loodwit 3 drachme, wit was 2 drachme, kamfer of Dryobalanops aromatica 1 drachme het witte van eieren. Dus zal ge dit verzamelen: ge zal nemen 3 amandelen van Prunus dulcis en doe hen de schors af en stamp ze in een mortier en er dan uitwerpen en doe daar dan in kamfer, anders braadt het niet, daarna het loodwit, goed klein verpulverd, daarna zo heb je olie en was gesmolten. En giet het op het andere zeer goed in een koperen vat en daarna het witte van eieren erbij gedaan en altijd roeren totdat het koud is en dan gebruik het. Deze zalf is goed tegen hitte van verbranding en hete wonden en dergelijke.

1120. Zalf van Rogerius en Rolandus in kanker en fistels of open gaten en verenigt en zuivert.

Recept: loodwit 2 drachme, loodmonoxide, litarghirum of litargirum 1 drachme, olie van rozen 7 drachme, wierook van Boswellia thurifera, mastiek van Pistacia lentiscus, elk 2 drachme, azijn 3 drachme, dit meng je goed tezamen en gebruik het.

(1) Voor Rogerius zie hierboven bij 1106. Rolandus, ook Roelant of Rolandinus van Parma geheten, was een leerling van Rogerius; hij schreef een supplement op het werk van zijn leermeester, Libellus de Cyrurgia, ook bekend naar het incipit: Post mundi fabricam.

(2) Avicenna, vooral bekend om zijn Liber canonis (Avicennae liber canonis, de medicinis cordialibus, cantica, Venetië, 1555) heette eigenlijk Ibn Sina (980-1037). Hij is de voornaamste vertegenwoordiger van de Arabische geneeskunde en werd gedurende de middeleeuwen even hoog geacht als Galenus.

1121. Vnguentum consolidatiuum .x. magistrorum, velke salue goet is in apene gaten anden lichaem ende heelet ende droget wonden mytter spoet.

Recipe lytargirum cleyn gepuluert, spans wyt elx .iij.b , aschen van loeden .iij. b, die van rosen .vj. b, asine .iij. b, dit incorporirt tgader ende werct dar mede.

1122. Aliud consolidatiuum galieni et Auicennae.

Recipe was j. b, hars .ij. b, scapen ruete .iii. b, dit salmen smelten tgader dan salmen daer yn doen terbutina .iij. quar[t] alst begint te colen ende rorerent altoes wel hyr af mact cyroen ofte pulpes; dese is guet om thelen wonden ende apostemen.

1123. Aliud Ancelmi et Wilhelmi de congemma.

Recipe suyne smout .j. lb., groen eppe, betonie, beten, tremors, papen crut elx .iij. b, dese stamp ontwe ende latet in dat smout liggen .v. dage, dan suldit doen siden tot der tyt dat dy crude de bodems begeren, dan salment seygen doer eyn doeck ende doen dar toe hars .3. lb., was .j. quart, terbetina .iij. b, incorporirt tgader vant het is eyn gode gemynde wonde salue dy wel ende sunde<r>ling heelet ende suuert.

1124. Vnguentum aureum quod consolidat omnia vulnera in wat leeden dattet is ende confortirt ende soettet gequeste leden.

(fol. 104v) Recipe was .3. lb., olie van rosen .j. lb., haers .4. b, galbanum, <sal> aermoniacum, serapinum, appo<po>nac, mastic, aspaltum elx .j. b, terenbentina .vj. lb., ende incorporirt tgader.

1125. Vnguentum nigrum mundificatiuum et consolidatiuum, welkes salue goet ys yn allen nwen wonden ende doet weel etteren ende doet weel wleysch wassen ende wel consolideren.

Recipe oli van oliuen, scapen rute, elx .j. lb., pec .3. lb., collofonien .iii. b, was, inden sommer .iij. b, inden wynter .ij.b , mastic, olibanum, aermoniacum, serapinum, appo<po> nac, terebentina, elx .iij. ,b confoertirt tsamen

1126. Vnguentum papuloen.

Welke ys eyn salue dye weel coelt ende heylt wleesachtige wonden, sy ys oec goet tegen alle hitte ja dy nyet slapen moghen, dy woten, dy handen, dy syden <vanden hoefde> dar myt bestricken, so ist goet der heyter leuere. Men st[r]ycse oeck omtrent vanden apostemen dy seer verhart syn.

Recipe dy botten vanden popelieren .j. lb., dy bladere van mandragra(388), van belryke, van vermecturaris, naschade, donderbart, violetten cruyt, crop vanden bramen, bardana, vmbelicus veneris, pa[pa]uer album et nigrum, elx .iij. b, wersche swine smout sonder sout .3. lb: die botten(389) salmen stoten ende temperirense mytten smoute. Ende latent also staen. Ende nem wyt dy crude. Ende alse mense heue, so stoetse ende mingetse mytten botten ende myt den smoute, ende laetse daer in te gader staen .20. dage of .xxi., dan salmense sieden by eyn sacht wuer. Ende doen daer to sterken wyn azyn, ende latent so lange siden hent dy azine versoden is ende dat dy crude des bodems begeren, dan so colet ende bestedet in eyn verloeyde wat.

1127. Vnguentum percussatiuum. Ord’ est toe doergaende salue dye grone ys, dy wel sacht ende geneset open der huut ende beslaten questinge inden leden.

Recipe dy woertelen van osmonda, radele, hons ribbe, wegebrede, zinsums, bekebenghe, onghele, sinette, pipnelle, garwe, maiorane, brunelle, dy cleyne conse mit alle dy woertelen elx .iiij. b. Dy woertele vander roder consolida maior .ij. b, swine smout wersch .j. b., olie van oliuen .j. lb. s, olie van egelentire .ij. lb., olie van camille .iij. b, s, was s .lb, buckyn rute .j. quart. Dy crude dye stampet ende legse in dy olye ende in (fol. 105r) smoute .vij. dage, daer nae soe siedet ende seyget daer .j. stemrie ende doet daer int was smelten. Ende dan doet dar yn terpentyne s . ende roret hent cout ys ende dan bestedet.

1128. Dyaltea vnguentum magistris quoddam sic conficitur.

Recipe .ij. . heemsche woertelen, venigriec, .j. lb., linsaet, squillen elx .3. s lb ., dit salmen al stoten ontwee ende doen dar toe .vj. lb. waters in een ketel, ende latent also staen .iiij. dagen lanck. Dan salment siden tot der tyt dat also dicke wort als pap, dan salment wringen doer eyn starcken doeck, dat heetmen inder consten mussilago, van desen so neem .ij. lb., olie van oliuen .j. lb. s, was .3. lb, meysche botter .3.b ., galbanum, gummi, edere, elx .2. , witte hars .j. quart s, dit laet alt tgader syden hent dat dy mussilagine versoden syn, dan salment coelen ende bestedent.

Dese saluen syn goet tot allen gefrotserden leden ende quetsinge sonder stoppen dy weghen ende conducte byden welken dat sy stoppen dat bloet ten wonden ende benemen den humoren haer lopen wanden welken dat dyt een ys.

1129. Ad restringendum sanguinem vnguentum et consoli[da]tiuum in vulneribus.

Recipe dy wortelen vander groter consoude dy rode blomme draghet, bolum armenicum, elx .j. b, colofonie .iij. b, mastic, olibanum s b, drakenbloet, mummie, elx .iij. b s, hir af mact puluer so ghy erst moget. Ende clenst dit puluer, stoppet bloet ten wonden in wat steden dattet is ende doet dy hut wassen.

1130. Aliud Almansoris dat ser bloet stopt in ghenayden wonden, meer om huut te wasse[n] nyt soe goet.

Recipe cenende .iij. b, olibanum .ij. b, draken bloet .j. b, van desen dryen so mact puluer ende orbart op warsce wonden daer te doen ys.

1121. Zalf om te verenigen van 10 magisters, welke zalf goed is in open gaten aan het lichaam en heelt en droogt worden met spoed.

Recept: loodmonoxide, litarghirum of Litargirum klein verpulverd, Spaans loodwit elk 3 drachme, loodwit 3 drachme, die van rozen 6 drachme, azijn 3 drachme, dit meng je tezamen en werk daarmee.

1122. Andere vereniging van Galenus en Avicenna.

Recept: was 1 drachme, hars 2 drachme, schapen vet 3 drachme, dit zal men tezamen smelten en dan zal men daarin doen terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 3 kwart n als het begint te koelen en roer het altijd en hiervan maak je een zachte waspleister of waspleister; deze is goed om te helen wonden en gezwel of ettergezwel.

1123. Andere van Ancelmus en Wilhelmus van Congemma. (1)

Recept: zwijnenvet 1 pond, groen eppe of Apium graveolens, betonie of Stachys officinalis, bieten of Beta vulgaris, duivelsbeet of Succisa pratensis ?, paardenbloem of Taraxacum officinale elk 3 drachme, deze stamp je stuk en laat het in dat vet liggen 5 dagen, dan zal je het koken tot het derdedeel in zodat de kruiden de bodem begeren en dan zal men het zeven door een doek en doe daartoe hars 3 pond, was 1 kwart, terpentijn 3 drachme, meng het tezamen want het een goede gewone wondenzalf die goed en bijzonder heelt en zuivert.

1124. Zalf van goud om te verenigen alle wonden in wat leden dat het is en versterkt en verzacht gekwetste leden.

[fol. 104v) Recept: was3 pond, olie van rozen 1 pond, hars .4. drachme, galbanum van Ferula galbaniflua, salmiak of ammoniumchloride, sagapenum of Ferula persica, gom van Opopanax chironium, mastiek van Pistacia lentiscus, asfalt of Jodenlijm of Jodenpek, van elk 1 drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 6 pond, en meng het tezamen.

1125. Zwarte zalf zuiverend en verenigend, welke zalf goed is in alle nieuwe wonden en doet goed etteren en doet veel vlees groeien en goed samenvoegen.

Recept: olie van olijf van Olea sativa, schapenvet, elk 1 pond, pek 3 pond, Grieks pek(2) .3 drachme, was, in de zomer 3 drachme en in de winter 2 drachme, mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia thurifera, Dorema ammoniacum, (1) sagapenum of Ferula persica, gom van Opopanax chironium, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea, elk 3 drachme, meng het tezamen.

1126. Populierzalf van Populus nigra.

Welke is een zalf die goed verkoelt en heelt vleesachtige wonden, het is ook goed tegen alle hitte, ja die niet slapen kunnen, de voeten, de handen, de zijden van het hoofd daarmee bestrijken, dan is het goed de hete lever. Men strijkt het ook omtrent de gezwel of ettergezwel die zeer verhard zijn.

Recept: de knoppen van de populier 1 pond, de bladeren van mandraak of Mandragora officinarum , van bilzekruid of Hyoscyamus niger, van muurpeper of Sedum acre, nachtschade of Solanum nigrum, huislook of Sempervivum tectorum, viool of Viola odorata kruid, krop van de braam of Rubus fruticosus, klit of Arctium major, Hydrocotyle vulgaris, Papaver de witte en zwarte, elk 3 drachme, vers zwijnen vet zonder zout 3 pond, de knoppen zal mens tampen en temper ze met het vet. En laat het alzo staan. En neem de kruiden eruit. En als men ze heeft dan stamp ze en meng ze met de knoppen en met het vet en laat ze daarin tezamen staan 20 of 21 dagen, dan zal men ze koken bij een zacht vuur. En doe daartoe sterke wijnazijn en laat het zo lang koken totdat de azijn verkookt is en dat de kruiden de bodem begeren, dan zo koel het en gebruik het in een verloden vat.

1127. Zalf die de huid doorboort. Of is een e indringende zalf die groen is, die goed verzacht en geneest op de huid en verslaat kwetsing in de leden.

Recept: de wortels van koningsvaren of Osmunda regalis, Hylotelephium telephium, smalle weegbree of Plantago lanceolata, grote weegbree of Plantago major, kruiskruid of Senecio vulgaris, beekpungen of Veronica beccabunga, vet, sanikel of Sanicula europaea (?), pimpernel of Sanguisorba officinalis, duizendblad of Achillea millefolium, marjolein of Origanum vulgare, brunel of Prunella vulgaris, de kleine Prunella met al zijn wortels van elk 4 drachme. De wortels van Symphytum officinalis, zie nummer 15, 2 drachme, zwijnen vet vers 1 pond, olie van olijf van Olea sativa 1 pond, olie van hondsroos of Rosa canina 2 pond, olie van kamille of Matricaria chamomilla 3 drachme, was half pond, bokkenvet 1 kwart. De kruiden stamp je en leg ze in de olie en in [fol. 105r] vet 7 dagen en daarna zo kook het en zeef het door een zeefdoek en smelt daarin de was. En dan doe daarin terpentijn half pond en roer het totdat het koud en dan gebruik het.

1128. Sap van heemst of Althaea officinalis, zalf van de meesters of een confectie.

Recept: 2 pond heemst wortels of Althaea officinalis, fenegriek of Trigonella foenum-graecum, 1 pond, lijnzaad van Linum usitatissimum, zeeui of Urginea maritima e 3 pond, dit zal men geheel stuk stampen en doe daartoe 6 pond water in een ketel en laat het alzo staan 4 dagen lang. Dan zal men het koken tot de tijd dat het alzo dik wordt als pap, dan zal men het wringen door een steker doek, dat heet men in de kunst uitgeperst sap, van dit zo neem 2 pond olie van olijf van Olea sativa, 1 pond was, 3 pond boter in mei gewonnen, 3 pond galbanum van Ferula galbaniflua, gom, Hedera helix, elk 2 drachme, witte hars 1 kwart, dit laat) allemaal tezamen koken totdat het uitgeperst sap verkookt is, dan zal men het koelen en gebruiken.

Deze zalven zijn goed tot alle gekneusde leden en kwetsingen zonder te wegen te verstoppen en samen te brengen waardoor dat ze stoppen dat bloed ten wond en benemen de levenssappen hun lopen waarvan dat dit er een is.

1129. Om te stelpen een bloed zalf en consolideren in wonden.

Recept: de wortels van de grote Consolida of Symphytum officinale, die rode bloemen draagt, bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, van elk 1 drachme, Grieks pek 3 drachme, mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia half drachme, drakenbloed of hars van Daemonorops draco, mummie, elk 3 drachme, hiervan maak poeder zo ge het snelst kan. En het fijne poeder stopt bloed in de wonden op welke plaats dat het is en laat de huid groeien.

1130. Andere van Rasis Almansoris dat zeer bloed stopt in genaaide wonden, maar om huid te laten groeien niet zo goed.

Recept: varkensgras of Polygonum aviculare 3 drachme, wierook van Boswellia thurifera 2 drachme, drakenbloed of hars van Daemonorops draco 1 drachme van deze drie zo maak poeder en gebruik het op verse wonden daar het te doen is.

(1) Ancelmus: volgens 1152 een te Genua geboren en (of) er geleefd hebbend geneesheer. Welke van de verscheidene auteurs van deze naam hier bedoeld is, is mij niet bekend.

Wilhelmus van Congemma (Congeinna, Conienniis, Congenie) wordt ook Burgensis genoemd. Over deze geneesheer van de school van Montpellier is zo goed als niets met zekerheid bekend. Hij schreef een Latijns werk over chirurgie in vijf boeken.

1131. Aliud hugonis et theodrici ende ander puluer dat oec wel werct int stoppen ende int huden.

Recipe vytten olibanum goet ende viscoes, aloes epatica, sanguis draconis, bolum armoniacij elx s b, dar af mact cleyne puluert ende orbart als voerseit is.

1132. Aliud galiene et auicenne et rasis. Een ander puluer (fol. 105v) dat ser goet ende harde seer stempt bloet wt wat ongemack dat ys.

Recipe roet atrament .iij. b, wyt wiroch .xvj.b , aloes, kystlyme, elx .viij. b, orperment .iiij. b gipsum .xx. b, hyr af mact cleyne puluer ende orbart in stremmen dars tdoenys.

1133. Aliud lancfrancsi. En ander dat profitelick ys in gehowen wonden myt snydende vapenen, daer aderen ofte aerterien mede gewont syn.

Recipe witte wiroch taye ende weck .ij.b , aloes epaticum .iij. b, dar af mact puluer ende menget mytten witten vanden eye in dy dicke van zeem ende legget dart tdoen ys.

1134. Corosiua rogerij, rolandi, albucasis. Item corosiue dat syn dy ghene dy myt scerpheden af teren wort wleesche ofte ouer tullich commende aen dy misquama twelke dat dit een goet is.

Recipe alune van glaecse .vj. b, wit calmyn .ij.b , smout van ghelase .j. b, dit beraet in eyn potte yn eyn sterck wier, hynt dat also wyt wort alsen snee, dar af so mact puluer ende werct daerts tdoen ys.

1135. Aliud rogerij et rolandi.

Recipe hermadattulen .iij. b, aristologia rotunda .2. b s, arona, die woertelen van yrios elx .j.b , dar af mact puluer wel cleyne dat werct weel sonder enich bittenen.

1136. Aliud lanfranci. Een ander corosiue dat nyt so violent en is ende nochtant seer weel werket in die vorscreuen specien.

Recipe tsap van affodillen .vj. b, leuende calck .ij. b, auripigmentum .j. b, dat tempert tgader ende formert dar af trosisken ende werket hyr mede in allen specien ende daer nae mitten smoute gelick vorscreuen is.

1137. Aqua dicta colliriorum rogerij et rolandi; vanden collirien wateren dy welken so goet syn, dat sy di clarheiden vanden ogen beuaren van misselicken towallen.

Recipe betonie, eufrasie, verbena, venkol elx .j.b., dar af so mact watere ende doet in dy ogen des moergens ende des auents, het blift gesont.

1138. Aliud ancelmi et theodorici. En ander water dat wel suuert oghen van dropen ende van quade scorfheiden.

Recipe water gemact van sceelwoertel, van vencoele, elx .iij. b, wit calmyn (fol. 106r) s .3. s, b ., wytte rynse wyn .j. lb., salgemma .j. b, dit menget alte gader ende doet in eyn coporen wat ende latet staen .viij. dage, dan so nemt dat claer bouen af ende orbart alst worgesact ys.

1139. Aliud collirium lancfranci. En ander water dat goet is den oghen daer nwe vellen ofte perlen op vassen.

Recipe tsap van achorus, van celidonie, elx .2. b, sal gemma, os sepien, die stront vander groenre haegdessen, elx .i. b s, hir af macht cleyne puluer so ghy mynste moget. Ende menget myt den vorscreuen water ende doet in die oghen tribus vel 4or vicibus in die vel nocte.

1140. Aliud Galieni et Ancelmi. Een gode colirie ofte water dat profitelick is den roden ogen die verhitt syn ende daer quade saken toe trecken.

Recipe gepulueresiert loed, anthimonie, tuthia gebluscht .ix. weruen in rosen water, eris vstu, gumme van arabie, dragagantum, elx .viij. b, opij .iij. b, dit so menct tgader myt rute water s lb eufrasie water .j. quart, dat menct tgader weel ende orbart .vj. weruen int ogen infra diem et noctem.

1131. Andere van Hugo (1) en Theodoricus en ander poeder dat ook wel werkt in het stoppen en in het hoeden.

Recept: witte wierook van Boswellia thurifera en lijmachtig, Aloë perryi, epatica, drakenbloed of hars van Daemonorops draco, bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, van elk half drachme, maak daarvan fijn poeder en gebruik het zoals gezegd is.

1132. Andere van Galenus en Avicenna en Rasis. Een ander poeder [fol. 105v] dat zeer goed en erg zeer stelpt bloed uit wat voor ongemak dat het is.

Recept: rode inkt of koper- of ijzersulfaat, 3 drachme, witte wierook van Boswellia thurifera 16 drachme, Aloë perryi, houtlijm, elk 8 drachme, auripigmentum of natuurlijk arseensulfide 4 drachme, gips 20 drachme, maak hiervan fijn poeder en gebruik het om te stremmen daar het te doen is.

1133. Andere van Lanfranc. En andere dat profijtelijk is in gehouwen wonden met snijdende wapens daar aderen of arteriën mee gewond zijn.

Recept: witte wierook van Boswellia thurifera taai en week, 2 drachme, Aloë perryi epaticum 3 drachme, maak daarvan poeder en meng het met het witte van een ei in het dikke van zeem en leg het daar het te doen is.

1134. Invretende van Rogerius, Rolandus en Albucasis. (2) Item invretende, dat zijn diegene die met scherpte verteren vlees of overtollig die komen aan de misval waartegen dit een goede is.

Recept: aluin in kristalvorm 6 drachme, wit galmei of zinkcarbonaat 2 drachme, glasschuim 1 drachme, dit braad je in een pot in sterk bier totdat het wordt alzo wit als sneeuw daarvan maak poeder en werk daar het te doen is.

1135. Andere van Rogerius en Rolandus.

Recept: herfsttijloos of Colchicum autumnale 3 drachme, Aristolochia rotunda 2 drachme, gevlekte aronskelk of Arum maculatum, de wortels van lis of Iris florentina, van elk 1 drachme. Maak daarvan poeder goed klein, dat werkt goed zonder enig bijten.

1136. Andere van Lanfranc. Een andere invretende dat niet zoo krachtig is en nochtans zeer goed werkt als de voor beschreven soorten.

Recept: het sap van affodillen of Asphodelus ramosus 6 drachme, ongebluste kalk 2 drachme, auripigmentum of natuurlijk arseensulfide 1 drachme, dat temper tezamen en vorm daarvan een likkepot en werk hier mee in alle soorten en daarna met het vet gelijk voor geschreven is.

1137. Water oog water van Rogerius en Rolandus; van de oogwaters die zo goed zijn dat ze de helderheid van de ogen bewaren van kwaadaardige toevallen.

Recept: betonie of Stachys officinalis, ogentroost of Euphrasia officinalis, ijzerhard of Verbena officinalis, venkel of Foeniculum vulgare, van elk 1 pond, maak daarvan een water en doe het in de ogen ’s morgens en ’s avonds, het blijft gezond.

1138. Andere van Ancelmus en Theodoricus. En ander water dat goed zuivert de ogen van ziekte zoals schurft en van kwade schurft.

Recept: water gemaakt van stinkende gouwe of Chelidonium majus, van venkel of Foeniculum vulgare, elk 3 drachme, wit galmei of zinkcarbonaat [fol. 106r] half drachme en 3 pond, witte wijn van de Rijn1 pond, steenzout 1 drachme, dit meng je alle tezamen en doe het in een koperen vat en laat het 8 dagen staan, dan zo neem dat heldere boven af en gebruik het zoals voor gezegd is.

1139. Andere oogwater van Lanfranc. En ander water dat goed is de ogen daar nieuwe vellen of parels opgroeien.

Recept: het sap van Acorus calamus, van stinkende gouwe of Chelidonium majus, el, 2drachme, steenzout, os sepia of ossa sepium, die stront van de groene hagedis, elk half 1 drachme, hiervan maak fijn poeder zo ge makkelijk kan. En meng het met het voor geschreven water en doe het in de ogen drie keer per nacht of per dag.

1140. Andere van Galenus en Ancelmus. Een goed oogwater of water dat profijtelijk is voor de rode ogen die verhit zijn en daar kwade zaken toe trekken.

Recept: verpulverd lood, antimonium of antimoniumsulfide, tuthia geblust 9 maal in rozenwater, legering van koper en zink, Arabische gom van Acacia arabica, sap van Astragalus glycyphyllos, elk 8 drachme, opium van Papaver somniferum. 3 drachme, dit zo meng tezamen met wijnruit of Ruta graveolens water half pond, ogentroost of Euphrasia officinalis water, 1 kwart, dat meng goed tezamen en gebruik het 6 maal in de ogen binnen een dag en een nacht.

(1) Hugo de Lucca, de vader van Theodoricus, werd geboren te Lucca rond het midden van de twaalfde eeuw. Hij was de stadsarts van Bologna, doch heeft, voor zover bekend, geen geschriften nagelaten.

(2) Albucasis, eigenlijk Abbu-Câsim Chalaf Ben Abbas el Zahrâw, was afkomstig uit Zahra bij Cordova (10de

of 11de Eeuw); hij is de auteur van het voornaamste heelkundig werk van de Arabische school.

1141. Aliud .x. magistrorum. En ander colirie dy ser profitelick is ten ogen het geneest twit ende brune ende heerbrant ende woer wleysch mit doghen.

Recipe betonie, piperinelle, rosen egelentyer, celidonie, eufrasie, alsem, elx .ij. lb., salgemme .j. quar[t], wal cleyn gepuluert calamyn wyt ende grone, elx s quar[t], seme .iij , b, tsap van gladie, tsap van surkelen, tsap van vennecoel, tsap van rute, van wedewynden, elx s quar[t], vitten wyn .j. .lb, siler montanum .j. .lb in , al dese wel ontwee gestoten ende geleyt .ix. dage altegader yn en coporen pot ende daer nae water dar af gemact, ende des .iij. werffe geoerbert tusschen dach ende nacht.

1142. Aliud collirium per doctorum magistrorum seu vnguentum en gude salue tot mennygher sickheiden der ogen van buten daer aen gestreken, ende is goet tegen dropen yn dy oghen ende orenelinge ende droghe; twitte ende heerbrant, et het hout dy ogen yn hoer gesontheit.

Recipe betonie, (fol. 106v) rute, verbena, elx .j. .lb, venkole, pinpernelle, volfstong, eufrasie, elx s .lb, rode moer, agrimonie, capillis veneris, celidonie, elx .j. quart, amillote .iij. lb., maiorana .3. ., olie van oliuen .v. s. lb., galbanum s quar[t], wrouuen melck ende latet also leggen in dy olie .xxx. dage, dan sydet ende parset ende dat galbanum laet daer in siedent hent alle sape versoden syn, dan bestedet.

1143. Item ad restringendum sanguinem nasi.

Nemt betony een bondeken, ende so woel salt als gy myt drien vingher houden moget wt eyn vollen vate, ende stotent dat tsamen ende stekent in dy nase, so weder staet dat bloeden.

1144. Vnguentum aragon dictum sic conficitur et valet contra morbum caducam oft lancuel ende tegen sweringen inden lendene ende teghen artetikel inden hepen ende tegen podagrum ende quade coude gescot dat coemt in alle dy lenden.

Recipe anthos, maiorana dy woertelen, yarrus, rute, yreos, sailge, sauelboem elx .iij. b , nepita .3. lb., mastic, viroc, elkes .vj. b, piretrum, euforbium elkes een b, oly, laurine elx .iij. b s, meysche botter .iij.b s., oliuen .iiij. lb., was .2. lb.b s, dese cruden ende smoute soe vergadert gelic vorscreuen is in volen steden ende besteetse.

1145. Vnguentum marciaton soe heytet dese precieusse salue ende ys goet tegen alle vercoutheyt vanden lychaem, vander hersenen, wander borst, vander syden, vander magen ende yn alle dy iuncturen ende helpt tegen artetiken inden handen ende inden woeten, ende tegen alle sterken vercoutheiden.

Recipe wyt was .ij. lb., olie .viij. lb., anthos, bakeler elx .3. lb., rute .vj. b, maiorane .3. lb., sauelboem, mente, wilde sali, sailgen, polioen, calament, byuoet, enula campana, berewoertelen, pinpenella, agrimonia, den krop vander adecke, celidonia, gerwe, camedreos, pentafilon, herba roberti, elx .iiij. b s, dy woertelen van heemse, commine(401), venigriec, elx .iij. b, boter .2. b, netelen, violetten, mancopine, sarasyns, lappasium, primola veris, matrisilua, surkele, conge storacis, calmita, canpher, kerspillen, elkes (fol. 107r) march van .j. herte, smout van beren ende van hennen, mastic elkes .j., waerpond, wyrock .iij. b, oleum nardinum .iij. b. Alle dese cruden salmen lesen ten haluen mey ende stampense ende leggense inden olye ende inden smoute, ende dy droge syn, dy salmen poderen ende houdense tot dat dy cruden versoden syn myt der weetheiden. Dan salment persen wt ende doen dar yn twas ende dy gumme ende dy ander wetheide, ende rores hent calt ys ende bestedet dart tdoen ys.

1146. Vnguentum aliud quod sanat scabiem, morpheam ende drope tsetere.

Recipe dy woertelen vander roder pardicke, dat harde wt gedan, .iij. .lb, woertelen van enula campana .j.lb ., dese doet sieden in water des dat sy so morwe syn als rapen, dan so stampse alle ontwee ende sietse myt swynen smout elkes .iij. b, sap pic .3. lb., dat laet so lange siden tes dy cruden des bodems begeren altoes rorende, dan perset doer eyn doeck ende doet dar yn dese podere:

Recipe loetwyt, spaens wyt, puluer verbrant van oude scoen, elx .iij. b s, leuende sulfur s pont, elleborum album .iiij. b, stamphirum staphyzagria .ij.b , quicsiluer s pont .j. ,b dit tempert tgader altoes rorende hent dattet coud ys, dan bestedet daer het tdoen ys.

1141. Andere 10 meesters. Een ander oogwater die zeer profijtelijk is ten ogen, het geneest het wit en bruine en oogziekte en voor vlees met de ogen.

Recept: betonie of Stachys officinalis, pimpernel of Sanguisorba officinalis, hondsroos of Rosa canina, stinkende gouwe of Chelidonium majus, ogentroost of Euphrasia officinalis, Artemisia absinthium of alsem, 2 pond, steenzout 1, kwart goed klein verpulverde kalamijn of zinkcarbonaat wit en groen, elk halve kwart, zaad (?), 3 drachme, het sap van gladiool of Gladiolus communis, het sap van zuring of Rumex, het sap van venkel of Foeniculum vulgare, het sap van wijnruit of Ruta graveolens, van wedewinde of Calystegia of Convolvulus, elk een kwart, witte wijn, 1 pond, seselikruid of Laserpitium siler 1 pond in drachme, al deze goed stuk gestampt en alles 9 dagen gelegd in een koperen pot en daarna water van gemaakt en dat 3 maal gebruikt tussen dag en nacht.

1142. Ander oogwater per doctor meester of zalf en goede zalf tot menige ziekte der ogen van buiten daaraan gestreken en is goed tegen ziekte zoals schurft in de ogen en oren (1) en schurft; het witte en oogziekte, het houdt de ogen in hun gezondheid.

Recept: betonie of Stachys officinalis, [fol. 106v] wijnruit of Ruta graveolens, ijzerhard of Verbena officinalis, elk 1 pond, venkel of Foeniculum vulgare, pimpernel of Sanguisorba officinalis, wolfstong (Ranunculus?), ogentroost of Euphrasia officinalis, elk half pond, rode guichelheil of Anagallis arvensis, Agrimonia eupatoria, venushaar of Adiantum capillus-veneris, stinkende gouwe of Chelidonium majus, elk 1 kwart, melilote of Melilotus officinalis 3 pond, marjolein of Origanum vulgare 3 pond, olie van olijf van Olea sativa 5 halve pond, galbanum van Ferula galbaniflua half kwart, vrouwenmelk en laat het alzo liggen in de olie 30 dagen, dan kook het en pers het en laat de galbanum daarin koken totdat alle sap verkookt is, dan gebruik het.

1143. Item om te stoppen neusbloeden.

Neem betonie of Stachys officinalis een bundeltje en zo veel zout als ge met drie vingers pakken kan uit een vol vat en stamp dat tezamen en steek het in je neus, dat weerstaat dat bloeden.

1144. Zalf die Aragon zegt en is gemaakt tegen vallende ziekte of lang euvel en tegen zweren in de lenden en tegen jicht in de heupen en tegen podagra of voetjicht en kwade koude scheuten die in al uw lenden komen.

Recept: rozemarijn of Rosmarinus officinalis, marjolein of Origanum vulgare de wortels, Arum maculatum, wijnruit of Ruta graveolens, lis of Iris florentina, salie of Salvia officinalis, zevenboom of Juniperus sabina, van elk 3 drachme, kattenkruid of Nepeta cataria 3 pond, mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia thurifera, van elk 6 drachme, bertram of Anacyclus pyrethrum, euforbium, mogelijk Excoecaria agallocha van elk een drachme, olie, laurier of Laurus nobilis, van elk 3 halve drachme, boter in mei gewonnen 4 pond, olijven van Olea sativa 4 pond, was 2 pond en halve drachme. Deze kruiden en het vet zo verzamel het gelijk voor geschreven is in vele plaatsen en gebruik het.

1145. Zalf marciaton zo heet deze kostbare zalf en is goed tegen alle verkoudheid van het lichaam, van de hersens, van de borst, van de zijde, van de maag en in alle gewrichten en helpt tegen jicht in de handen en in de voeten en tegen alle sterke verkoudheid.

Recept: wit was 2 pond, olie 8 pond, rozemarijn of Rosmarinus officinalis, bes van laurier of Laurus nobilis, elk 3 pond, wijnruit of Ruta graveolens 6 drachme, marjolein of Origanum vulgare 3 pond, zevenboom of Juniperus sabina, munt of Mentha soort, wilde salie of Eupatorium cannabinum, salie of Salvia officinalis, polei of Mentha pulegium, rondbladige munt of Mentha rotundifolia, bijvoet of Artemisia vulgaris, alant of Inula helenium, berenklauw of Heracleum sphondylium, pimpernel of Sanguisorba officinalis, Agrimonia eupatoria, de knop van de kruidvlier of Sambucus ebulus, stinkende gouwe of Chelidonium majus, duizendblad of Achillea millefolium, Teucrium chamaedrys, vijfvingerkruid of Potentilla reptans, robertskruid of Geranium robertianum, elk 4 halve drachme, de wortels van heemst of Althaea officinalis, komijn of Cuminum cyminum (401), fenegriek of Trigonella foenum-graecum, elk 3 drachme, boter 2 drachme, brandnetel of Urtica urens, viool of Viola odorata, slaapbol of Papaver somniferum, Aristolochia clematitis, zuring of Rumex soort, sleutelbloem of Primula veris, kamperfoelie of Lonicera caprifolium, zuring of Rumex obtusifolium, conge storax van Liquidambar orientalis, Styrax calamita, kamfer of Dryobalanops aromatica, kerspillen of misschien koedille of Anthemis cotula, elk [fol. 107r] merg van een hert, vet van beren en van hennen, mastiek van Pistacia lentiscus, elk 1, vooraf gekookt Grieks pek, de beste vorm, wierook van Boswellia thurifera 3 drachme, olie van nardus of Nardostachys jatamansi, 3 drachme. Al deze kruiden zal men verzamelen half mei en stampen ze en leg ze in de olie en in het vet en die droog zijn zal men verpulveren en houden ze totdat de kruiden verkookt zijn met de vettigheid. Dan zal men het uitpersen en doe daarin was en de gom en de andere vettigheid en roer het totdat het koud is en gebruik het daar het te doen is.

1146. Andere zal dat geneest schurft, huidziekte met vlekken en huidziekte zoals schurft en serpigo.

Recept: de wortels van de rode zuring of Rumex sanguineus, dat harde eruit gedaan, 3 pond, wortels van alant of Inula helenium 1 pond, laat deze koken in water totdat ze zo zacht zijn als rapen, dan zo stamp ze alle stuk en kook het met zwijnenvet, elk 3 drachme, sap van pek, 3 pond, laat dat zo lang koken totdat de kruiden de bodem begeren en altijd roeren, dan pers het door een doek en doe daarin dit poeder: Recept: loodwit, Spaans loodwit, poeder verbrand van oude scoen, elk 3 halve drachme, levende zwavel half pond, witte nieswortel of Veratrum album 4 drachme, staverkruid of Delphinium staphisagria 2 drachme, kwikzilver half pond, dit temper je tezamen en altijd roeren totdat het koud is en dan gebruik het daar het te doen is.

(1) Oogziekte waarbij een vlies vanuit de ooghoek (hornine) geleidelijk een gedeelte van de pupil bedekt.

1147. Emplastrum Gracia dei maiora vocatum.

Dese plaester gheneset alle maniren van wonden, nyen ende ouden, ende trect wt quade wlesche, ende wynt goede wlesche, ende het gedoghet nyet dat quade constume dervan den ghenaken. Ende confortirt gequetste senen ende ock dy mus op dat sy geswollen is, ende trect wt venyn, ende doet ripen apostemen, ende geneset fistelen ende vule apostemen nae dy dat sy gesvuert syn, so doet coude borsten dy wyt toe braken syn, ende het ys goet ten apostemen dy vallen in juncturen.

Recipe betonie, verbena, rode murre elx s lb., weel scone gedwogen ende gedroget vanden water, dan stamse ontwee ende doetse yn eyn pot myt .ij. stop wyns ende versiedent den pot wel gestopt ende gewacht van ouerlopen tot op dat .iij. deel.

Dan salmen dar yn doen als geparst wyt spaens was .iij. b, wytte hars .4. b (fol. 107v) in cleyne stucken daer yn gedaen. Ende alst wel gesmouten is ende wal ghemen[g]t altoes rorende, dan stellet vanden wuer ende doet daer puluer van masticken [in] .2. b, altoes rorende, dan doet dar yn terpentyn .j. lb., ende roret tes dat coude is, dan so bestedet yn een ledere sacke.

1148. Emplastrum Gracia dei media vocata.

Dese plaester werct by nae gelick den anderen. Recipe bladeren vanden gherechten eghelentyr .iij. lb., ende doetse in ene ghelasene wate ende doet dar op oliuen .iiij. lb., dat laet staen dry maenden ter sonnen gelick men rosen oly mact. Dar nae nemet magden was ende croppen van roden rosen ende van eghelentyr: dese droght ter sonnen elx .j. quart, dan so nemt van desen olye ende van desen puluer .ij. b, ende smeltet myt dat was op eyn cleyn vure. Ende alst gesmolten is, so nem .3. lb. betonie, pimpernelle, verbena, dese gestoten yn eyn martyr ende gesaden myt eyn stoppe wyt wyns. Ende dan versieden tot op dat derden deel, dan salment seghen ende parsen ende doent weder te wure. Ende doen dar yn was .iiij. lb b , ende wyt .iiij. ib, n cleyne stucken gesneden, ende die olye, ende roret was tes eyn stucken gesoden heft, dan settet af ende doet dar yn puluer van masticken .2. ,b terepentyn .2. lb., ende roret wel hent cout is. Dit doet al tselue werc ende dy craft die dy grote gracia dei doet ende ock bet in couden apostemen.

1149. Gracia dei minor emplastrum istum dicitur.

Aldus maectmen gracia dei dy cleyne, dy welke wel geneset wonden ende brencse tetteren ende doet ripen, wytbreken apostemen ende suuertse ende heiltse. Recipe betonia, verbena, rode muer, elx .3. lb., dit stampt ontwee ende siedet yn eyn stop wyns tot op eyn pynt, dan doet daer in waerpend scoen ende suuere .j. b, ende was s. lb., dyt sidet tgader tes dy sappe versoden syn, dan wringet wel ende doet dar yn mastic s b , terebentine s lb., wrouuen speene .2.b , daer mede wallet tegen wuer ende bestedet.

1150. Ihierusalem emplastrum dictum.

Dese plaester van eyn daghe durende ende goet is ten hoeft vonden (fol. 108r) principaellike ende ander leden. Ende geneset apostemen so doet tauere fistelen ende ander quade toe valle nae dyen dat sy mundificirt syn.

Recipe tsap van betonie s lb., pilozella, agrimonia elx .j. quar[t], dese crude salmen stoten al ontwe ende doense in een pot. Ende gitet dar op tsap vander betonie ende s pynte wyns, ya so dat dy cruden bedect syn. Dan so lutert den pot wast ende decken in perden myst .vj. dage. Dan salment doen to wure ende wullense wort myt wyn ende sydent tes dy sappe versaden syn ende dan syghet ende parsent ende weder twuer doen, daer yn .3. lb. was, warpond .iiij. b, ende siedent tes dy sappen versoden syn ende dan af doen vanden wure ende doen dar yn terepentyn s lb ., knoppe van egelentyer wel gepuluert .iij. b, wyfs melc .j. b, wallent tegent wuer ende dan bestedet.

1147. Pleister Gracia dei marjolein of Origanum vulgare gezegd.

Deze pleister geneest alle soorten van wonden, nieuwe en oude en trekt uit kwaad vlees en wint goed vlees en het gedoogt niet dat er kwade gebruiken daarvan u aankomen. En versterkt gekwetste zenuwen en ook de spieren opdat ze gezwollen zijn en trekt uit venijn en doet rijpen gezwel of ettergezwel en geneest fistels of lopende gaten en vuile gezwel of ettergezwel nadat ze gezuiverd zijn, dan doet het koude barsten die uitgebroken zijn en het is goed tegen gezwel of ettergezwel die vallen in gewrichten.

Recept: betonie of Stachys officinalis, ijzerhard of Verbena officinalis, rode guichelheil of Anagallis arvensis, elk half pond, goed schoon gewassen en gedroogd van het water, dan stamp ze stuk en doe het in een pot met 2 stopen wijn en kook het in de pot goed dicht gemaakt en let op het overlopen tot op dat derde deel in. Dan zal men het doen zoals geperste witte Spaanse was 3 drachme, witte hars 4 drachme, [fol. 107v] in kleine stukken daarin gedaan. En als het goed gesmolten is en goed gemengd en altijd roeren dan zet het van het vuur en doe daar poeder van mastiek van Pistacia lentiscus in 2 drachme, altijd roeren en dan doe daarin terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 1 pond en roer het totdat het koud is, dan ze doe het in een leren zak.

1148. Pleister Gracia dei de middelste genoemd.

Deze pleister werkt bijna gelijk de andere. Recept: bladeren van de echte egelantier of Rosa canina 3 pond, en doe het in een glazen vat en doe daarop olijven van Olea sativa 4 pond, dat laat je drie maanden staan in de zon gelijk men olie van rozen maakt. Neem daarna maagdelijke was en knoppen van rode rozen en van egelantier: deze droog je in de zon, van elk 1 kwart, dan zo neem van deze olie en van dit poeder 2 drachme en smelt het met de was op een klein vuur. En als het gesmolten is, zo neem 3 pond betonie of Stachys officinalis, pimpernel of Sanguisorba officinalis, ijzerhard of Verbena officinalis, deze gestampt in een mortier en gekookt met een stoop witte wijn. En dan verkoken tot op dat derdedeel, dan zal men het zeven en persen en doe het weer ten vuur. En doe daarin was 4 halve pond en loodwit 4 drachme in kleine stukken gesneden en de olie en roer het goed totdat het een tijdje gekookt heeft, dan zet het eraf en doe daar poeder in van mastiek van Pistacia lentiscus en 2 drachme terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 2 pond, en roet het goed totdat het koud is. Dit doet al hetzelfde werk en de kracht die de grote gracia dei doet en ook beter in koude gezwel of ettergezwel.

1149. Gracia dei de kleine pleister deze wordt hier gezegd.

Aldus maakt men gracia dei de kleine die goed geneest wonden en brengt ze tot etteren en doet rijpen, uitbreken gezwel of ettergezwel en zuivert ze en heelt ze. Recept: betonie of Stachys officinalis, ijzerhard of Verbena officinalis, rode guichelheil of Anagallis arvensis, elk 3 pond, dit stamp je stuk en kook het in een stoop wijn tot op 1 pint in, dan doe daarin vooraf gekookt Grieks pek, schoon en zuiver 1 drachme en was half pond, dit kook je tezamen totdat het sap verkookt is, dan wring het goed en doe daarin mastiek van Pistacia lentiscus half drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea half pond, vrouwenmelk 2 drachme daarmee wel het bij vuur en gebruik het.

1150. Jeruzalem pleister genoemd.

Deze pleister van een dag durende is goed te hoofdwonden [fol. 108r] voornamelijk en andere leden. En geneest gezwel of ettergezwel het doodt hardnekkige fistels of lopende gaten en andere kwade toevallen nadat ze gezuiverd zijn.

Recept: het sap van betonie of Stachys officinalis half pond, muizenoor of Hieracium pilosella, Agrimonia eupatoria, elk 1 kwart, deze kruiden zal men stampen en in een pot doen. En giet daarop het van de betonie en een halve pint wijn ja zodat de kruiden bedekt zijn. Dan zo sluit de pot dicht en bedek het in paardenmest 6 dagen. Dan zal men het doen ter vuur en vul het verder met wijn en kook het totdat het sap verkookt is en dan zeef het en pers het en weer tot het vuur doen en daarin 3 pond was, vooraf gekookt Grieks pek, dat is de beste vorm 4 drachme, en kook het totdat de sappen verkookt zijn en dan van het vuur doen en daarin doen terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea half pond, knoppen van hondsroos of Rosa canina goed verpulverd 3 drachme, vrouwenmelk 1 drachme, wel het bij het vuur en dan gebruik het.

1151. Rasis almansorum vant treite, ysande geheyten, dat welke geneset wonden in wat steden dat sy vallen sonder dat dat hersenbecken ontwe is. Ende is goet op apostemen ende flegmon, op carbunculus ende op alle gemeyne apostemen, want het suuertse ende helse ende doet wel etteren.

Recipe tsap van eppen, van alsem, van pipernilla, van cocoecxloec van wegebreden, van sinsun, van papen crude, van lanceolate, van garwe, elx s lb, was .j. s lb , hars .j. lb , wetten wyroec ontwe gestampt .j. b, dit siedet tgader tes dat dy sappen versoden syn. Dan latet colen ende suuert gelic vassen ende smeltet weder. Ende doet dar yn buckyn rute .s.lb ., terebentina slb, mastic, olibanum wel gepuluert elx .iij. b, wyt spans was .j. quar[t], wytte calmyn steen .iij. ,b dat confortirt tsamen ende orbart dart tdoen ys.

1152. Emplastrum januensis ancelmi de genuen, daer mennich edel cyru[r]gien mede gewrocht heuet ende oeck noch werken. Het is goet tot allen wonden ouden ende nyen, ende op braken leden, het geneset sonder weken naden .ix. dach.

Recipe tsap van betonien .iiij. b, tsap van verbena .iij. b, tsap van garwe .ij. b, wyt was .ij. b, hars .ij. b, dit siedet tgader (fol. 108v) tes di sappe by nae versaden is, dan doet dar yn terpentyn .iiij.b , ende vergadert wel ende orbart dart tdoen ys.

1153. Vnguentum crode dictum vel nullius alterius comparationis vocatum, wulgariter sonder gelick, sulken soe heitmen gracia dei, sulken so heitmen plaester van ouer see, wt sibille oft der sabbaetany plaster, oft crode wel van jericho ofte onser wrouuen plaester, dy welke dat goet ys tot allen wonden in so wat steden dathet ys dar dy matery gesuuert is, ende het doet dat selue dat Gracia dei doet.

Recipe litaergirum vel puluerezirt cleynne s lb., ende .iiij. b olibanum; colofonie, scilt weruen elkes .iij. b, mirra b, galbanum .2. b, armoniacum, bdellium(408), appoponac, cerapinum, elx .iij. b, dese weyket .iiij. dage in azine, dan nemt oly s lb. .iiij. , was s .b, terepen tina slb . .iiij. b, conficirt toe gader.

1154. Emplastrum cirguricum Nicolai (1) quod valet teghen dy opilacie vander milten dy gesmolten is. Ende is goet mede te helen wonden ende brokenne benen. Mar op dy midde wart vander broken so saltmen nyt leggen. Ende dat is dy redene dat sy ander humoren trecket sonder quitsuren; sy is goet op gefrotserde benen, ende op wule wonden ende teghen sweringe vander borst, ende in allen ongemaken daere treckynge daer behoert.

Recipe gal anum, aermoniacum, appoponac elx. iij. b, dit so legget te weken in asyne, dan nemet colofonnye .3. lb., mastic, wiroch, elkes .iij.b , wel gepuluert scip pic .j.lb ., was .iij. ,b dit conficirt tsamen ende bestedet.

1155. Apostolicum 4or magistrorum cirurgicum. Dit plaester legt wel .ix. daghe, daer nyt en belet dy oue[r]vloyentheiden van etters. Het ys in fistulen ende op ander quade gaten out werc mede te voeldoene. Men salt leggen op ledere doer steken om locht dar doer te commenen.

Recipe was s lb., hars .ij. .lb, steen pic s . .iij. ,b galbanum, armoniacum, serapinum, appoponac elx .2.b , colofonie, (fol. 109r) mastic, bdellium, mirre, wiroch, aristologiam rotundam, elx .vj. b s, dus so vergaderet. Nemt pec, hars ende was, dit smelt tgader ende doet dy gumme dar yn dy men nyt pulueren mach, in azin geweket .iiij. dage, ende latent dar mede syden hent dy azine versoden is, dan so doet af, ende doet dy poderen dar yn, altoes wel rorende, daer nae so doet dar yn terpentyn s lb. Wel gedwogen, ende rorert wel tes coude is, dan so bestedet in eyn ledere sack ende oerbert.

1151. Rasis Almansoris van de trekpleister, ysande geheten, die geneest wonden in wat plaatsen dat ze uitgezonderd de schedel die stuk is. En is goed op gezwel of ettergezwel en flegma, op karbonkel of soort gezwel en op alle gewone gezwellen of ettergezwel, want het zuivert en heelt ze en doe goed etteren.

Recept: het sap van eppe of Apium graveolens, van alsem of Artemisia absinthium, van pimpernel of Sanguisorba officinalis, van klaververzuring of Oxalis acetosella, van grote weegbree of Plantago major, van kruiskruid of Senecio vulgaris(?), van paardenbloem of Taraxacum officinale, van smalle weegbree of Plantago lanceolata, van duizendblad of Achillea millefolium, elk half pond, was 1 half pond, hars 1 pond, witte wierook van Boswellia thurifera stuk gestampt 1 drachme, dit kook je tezamen totdat dat de sappen verkookt zijn. Dan laat het koelen en zuiver het gelijk was en smelt het weer. En doe daarin bokkenvet half pond, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea half pond, mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia goed verpulverd elk 3 drachme, witte Spaanse was 1 kwart, witte galmei of zinkcarbonaat steen 3 drachme, dat meng tezamen en gebruik het daar het te doen is.

1152. Pleister van Jan Ancelmus van Genua daar menige edele chirurg mee gewrocht heeft en ook nog werkt. Het is goed tot alle wonden, oude en nieuwe, en op gebroken leden, het geneest zonder weken na de 9de dag.

Recept: het sap van betonie of Stachys officinalis 4 drachme, het sap van ijzerhard of Verbena officinalis 3 drachme, het sap van duizendblad of Achillea millefolium 2 drachme, wit was 2 drachme, dit kook jet tezamen [fol. 108v] totdat het sap bijna verkookt is, dan doe daarin terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 4 drachme en verzamel het goed en gebruik het daar het te doen is.

1153. Zalf van kruid gezegd zonder gelijke of met een andere te vergelijken, populaire zonder gelijke, sommige noemen het gracia dei, sommigen noemen het pleister van over zee, uit Sibille of de Sabbatanus (?) pleister of kruid van Jericho of onze vrouwen pleister die goed is tot alle wonden in wat voor plaatsen dat het is daar de materie gezuiverd is en het doet hetzelfde dat Gracia dei doet.

Recept: loodmonoxide, litarghirum of litargirum goed klein verpulverd half pond, en 4 drachme wierook van Boswellia thurifera, Grieks pek, verdigrisof kopersubacetaat, elk 3 drachme, mirre van Commiphora myrrha, drachme, galbanum van Ferula galbaniflua 2 drachme, Dorema ammoniacum, bdellium of hars van Commiphora africanum, gom van Opopanax chironium, sagapenum of Ferula persica, elk 3 drachme, deze week je drie dagen in azijn, dan neem olie half pond en 4 drachme, was half pond, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea half pond en 4 drachme, meng het tezamen.

1154. Pleister van chirurg Nicolai dat is tegen de verstopping van de milt die gesmolten is. En is goed mee te helen wonden en gebroken benen. Maar op het midden van het gebroken daar zal men het niet leggen. En dat is de reden dat ze andere levenssappen trekt zonder kwetsingen het is goed op gekneusde benen en op vuile wonden en tegen zweren van de borst en in alle ongemakken daar trekking toe behoort.

Recept: galbanum van Ferula galbaniflua, Dorema ammoniacum, gom van Opopanax chironium, elk 3 drachme, dit zo leg te wegen in azijn, dan neem Grieks pek 3 pond, mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia thurifera elk 3 drachme, goed verpulverd scheepspek 1 pond, was 3 drachme, dit meng tezamen en gebruik het.

1155. Apostolicum van 4 meesters chirurgen. Deze pleister leg wel 9 dagen daar het niet belet wordt van het overvloeien van etter. Het is in fistels of lopende gaten en op andere kwade om er oude pluksels mee te vullen. Men zal het leggen op doorgestoken leer om lucht daardoor te komen.

Recept: was half pond, hars 2 pond, steenpek half pond en 3 drachme, galbanum van Ferula galbaniflua, Dorema ammoniacum, sagapenum of Ferula persica, gom van Opopanax chironium elk 2 drachme, Grieks pek, [fol. 109r] mastiek van Pistacia lentiscus, bdellium of hars van Commiphora africanum, mirre of Commiphora myrrha, wierook van Boswellia, Aristolochia rotunda, elk 6 drachme, dan zo verzamel het. Neem pek, hars en was, dit smelt tezamen en doe de gom daarin die men niet verpulveren kan, in azijn geweekt 4 dagen en laat het daarmee koken totdat de azijn verkookt is, dan doe het eraf en doe het poeder daarin, altijd goed roeren, daarna zo doe daarin terpentijn een half pond, goed gewassen en roer het totdat het koud is, dan zo doe het in een leren zak en gebruik het.

Er bestaan drie soorten middeleeuwse verzamelingen van recepten, die de naam Nicolaus dragen: de oudste is het Antidotarium van Nicolaus Salernitanus (ca. 1100), verkeerdelijk Nicolaus Praepositus genoemd; de grootste verzameling is die van Nicolaus Myrepsus, ook Alexandrinus genoemd (einde 13o E.), en tenslotte het Dispensatorium and aromaticos van Nicolaus Praepositus (ca. 1500). Omtrent deze drie werken bestond in de middeleeuwen en in de 16o E. een hopeloze verwarring; welke ‘Nicolai’ in dit recept bedoeld is, is dan ook zeer moeilijk te bepalen.

1156. Apostolicum rogerij et rolandi quod operatur sicut predictum ende men machter af plaesteren of cyrone hets wel goet ten gescorden ende op coude apostemen.

Recipe steen pic .j. lb. colofonie s lb, was .j. lb. .iij. b, galbanum, aermoniacum, cerapinum, appoponac, elx .j. b, mastic, wiroc elkes .iij. , terbentyn .iiij. b s, dat conficirt tsamen <gelic> den anderen dat vorscreuen is.

1157. Aliud cyrone rogerii et rolandi tegen gescortheiden sonder snyden of sonder gat tmaken.

Recipe colofonie, ny was, elx . j.lb ., bolum armenicum, wyroec mastic, verbernt papir, elx .2. b s, terebentina .iiij. b s, dit conficirt tgader. Ende nettet dy doekens dar yn. Ende hangse versceyelike tes sy cout syn, dan so bestedet sy.

1158. Treit machtmen aldus welke dat wel suuerende ende treckende is ettere wt sweren, wt apostemen, wt misselicke zweringe.

Recipe scoen was .j. lb., hars .ij. lb., puluer van wirock .iij. b, buckyns rute ende scapin, elx .2. b s, terebentyn s quar[t], dit confortirt tgader.

1159. Cyrone viridi colorem galieni sic conficiatur.

Recipe was .j. lb., hars .ij. lb., scapen rute s .lb, waerel pend, wiroeck, elx s b, ende spans grone .j. b, wel cleyne gepuluert, ende dat gesmolten ouer een myt terebentyn .j. quart ende lynwaede dar yn ghenet. Sin gehangen te drogen ende te styuen. Ende dan bestedet: dit selue is noch beter dan treyt craft.

1160 Electuarium 4or magistrorum ad vu nera nye ofte oude waer sy wallen aen des mensce lichaem (fol. 109v); desen dranck commet ter wonden wt ende geneset.

Recipe valeriana om tconfortiren dy natuer, violetten cruyt, verbena om te sachten dye wonden haer seerheide, origanum, bugie om te colen, gerewue, lanceola, brunelle om dy dranc te ontbyndene, vegebrede, matelieuen cruyt om te stringiren, gariofilaet, agrimonie om te suuere[n], sailgen twaschen van crampen, pilozella, cnop vander roder bramen, van der roder coelen, betonie van twerse twasschen, pyonie van hertvanghen, reynwaen om te crighen etter, consolida grote ende cleyne om tgenesen, elx .iij. ,b rode mede .22. . om alle danderen [t]brenghene to gequesten stede. Dese cruden salmen stampen ende mengen dar yn dy droge mede ende wyn s . ende formiren dar af trosissen ende drogense buten der sonnen. Gi orbartse in wyn gelic.

1161. Aliud electuarium Galieni et Auicenne, dat geneset alle wonden in wat steden dat sy syn.

Recipe wioletten cruyt, gariofilaete, cenitte, bughe, honsribbe, wegebreden, lyndelope, rode coele, dy knop vanden caenppe, sailge, elx .iiij. b, rode meden .20. b, hir af so mact trossissen ende drogetse <buten> der sonnen ende orbartze.

1162. Electuarium Ancelmi de gen[u]en ad capitis vulnera.

Recipe betonie, wegebreden, honsribbe, den cnop vander canepe, roden colen, apie, reynwaen, elx .j. b, rode mede .20. b, dese cruden salmen syden myt wyn .iiij. lb. tes dat .3. deel blift versoden, dan salmen noch wyn dar yn doen .ij.lb . ende sydent de .ij. del ende noch wyn dar yn doen .ij.lb . ende sydent tot dat derden deel ende elck by hem seluen versaden. Dan perset doer eyn doeck ende menget tgader, dar af so gheuet .ij. werf des daghes elkes .iiij. leppel wol den gewonden drincken.

1163. Electuarium rogerij et rolandi quod bonum est in fistulis et in antiquis et recentis apostemibus.

Recipe die sappen van desen cruden: gariofilaete, alsene, bughen, herbaroberti, betonia, groten tremors, elx s lb., wyne s lb., hir af drincket .iiij. werue des dages ghelic vorscreuen is. Ende legt [t]enre onghe(fol. 110r) mac .j. roet coelblaet: dese dranck so soepet ten wonden wtte, ende doetse suueren ende genesen.

1164. Alliud electuarium eorundis dy seer guet ende precieus ys ende naturlicke in allen wonden.

Recipe wegebreden, den cnop vanden canepe, vander roder bramen, reynwaen, rode colen, pigle, lanceolate .j. quar[t], rode mede .j. lb. s, hir af so mact bollekynne gelic dat wanden anderen worseit ys ende gheuet .iij. of .iiij. werue tdrincken.

1165. Electuarium vulnerum lanfranci, dy welke nuttelick ende profitelick ys in allen manyren van wonden.

Recipe gariofilaten, wegebreden, bughen, wade, agrimonie, brunellen, semperviua, cenitte, herbena roberti, ypericon, consolida maior, materfelloen, den cnop van bramen, pilosella, sailgen, grote netelen, reynwaen, elx. .ij. b, roede mede .iij. .vj. b, wyn b lb., dar af formirt trosissen ende orbartse daer sy toe doen syn.

1156. Apostolicum van Rogerius en Rolandus het werkt zoals gezegd is en men maakt pleisters van of zachte waspleister, het is wel goed tegen gescheurde of een breuk en op koud gezwel of ettergezwel.

Recept: steenpek 1 pond, Grieks pek half pond, was 1 pond, drie drachme, galbanum van Ferula galbaniflua, Dorema ammoniacum, sagapenum of Ferula persica, gom van Opopanax chironium, elk 1 drachme mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia elke 3 drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 3 halve drachme, dat meng tezamen gelijk de anderen dat voor geschreven is.

1157. Andere zachte waspleister van Rogerius en Rolandus tegen breuken zonder te snijden of zonder een gat te maken.

Recept: Grieks pek, nieuwe, elk 1 pond, bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, wierook van Boswellia thurifera, mastiek van Pistacia lentiscus, verbrand papier, elk 2 halve drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 4 halve drachme, dit meng tezamen. En nat de doeken daarin. En hang ze afzonderlijk totdat ze koud zijn, dan gebruik ze.

1158. Trekpleister maakt men aldus welke goed zuiverend en trekkend is etter uit zweren, uit gezwel of ettergezwel, uit kwaadaardige zweren.

Recept: schone was 1 pond, hars 2 pond, poeder van wierook van Boswellia thurifera 3 drachme, bokkenvet en van schapen, elk 2 halve drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea een kwart, dit meng tezamen.

1159. Zachte waspleister groen gekleurd van Galenus of is gekleurd.

Recept: was 1 pond, hars 2 pond, schapen vet half pond, vooraf gekookt Grieks pek, de beste vorm, wierook van Boswellia thurifera, elk half drachme, en Spaans groen of kopergroen 1 drachme, goed klein verpulverd en dat gesmolten overeen met terpentijn een kwart en linnen daarin genat. Dan gehangen te drogen en te stijven. En dan gebruik het: ditzelfde is nog beter dan de trekpleister kracht.

1160 Likkepot van de 4or meesters tegen wonden nieuwe of oude of waar ze zijn aan het mensen lichaam [fol. 109v); deze drank komt ter wonden uit en geneest.

Recept: valeriaan of Valeriana officinalis of een andere soort van dit geslacht om te versterken de seksuele potentie, viool of Viola odorata kruid, ijzerhard of Verbena officinalis om te verzachten de wonden hun pijnlijkheid, Origanum vulgare, zenegroen of Ajuga reptans om te verkoelen, duizendblad of Achillea millefolium, smalle weegbree of Plantago lanceolata, brunel of Prunella vulgaris om de drank op te lossen, grote weegbree of Plantago major, madelief of Bellis perennis kruid om samen te trekken, nagelkruid of Geum urbanum, Agrimonia eupatoria om te zuiveren, salie of Salvia officinalis te wassen van krampen, muizenoor of Hieracium pilosella, knop van de rode braam of Rubus fruticosus, van de rode kool of Brassica oleracea, betonie of Stachys officinalis van het slechte te wassen, pioen of Paeonia officinalis van benauwdheid, reinvaarn of Tanacetum vulgare om te etter te krijgen, Consolida: plant om te verenigen zie nummer 15 grote en kleine on te genezen, elk 3 drachme, rode meekrap of Rubia tinctoria 22 pond om alle de anderen te brengen tot de gekwetste plaats. Deze kruiden zal men stampen en mengen daarin de droge meekrap en wij half pond en vorm daarvan een koekjes en droog het in de schaduw. Ge gebruikt het in wijn gelijk.

1161. Andere likkepot van Galenus en Avicenna, dat geneest alle wonden in wat plaatsen dat ze zijn.

Recept: violen kruid of Viola odorata, nagelkruid of Geum urbanum, sanikel of Sanicula europaea (?), zenegroen of Ajuga reptans, smalle weegbree of Plantago lanceolata, grote weegbree of Plantago major, leverkruid, of Eupatorium cannabinum, rode kool of Brassica oleracea, de knop van de hennep of Cannabis sativa, salie of Salvia officinalis, elk 4 drachme, rode meekrap of Rubia tinctoria 30 drachme, hiervan maak koekjes en droog ze in de schaduw en gebruik ze.

1162. Likkepot van Ancelmus van Genua tegen wonden aan het hoofd.

Recept: betonie of Stachys officinalis, grote weegbree of Plantago major, smalle weegbree of Plantago lanceolata, de knop van de hennep of Cannabis sativa, rode kool of Brassica oleracea, eppe of Apium graveolens, reinvaarn of Tanacetum vulgare, elk 1 drachme, rode meekrap of Rubia tinctoria 20 drachme, deze kruiden zal men met wijn koken 4 pond totdat het derde deel is verkookt dat, dan zal men nog wijn daarin en 2 pond en kook het tot het tweed deel en dan nog wijn daarin 2 pond en kook het in tot het derde deel en elk op zichzelf inkoken. Dan pers het door een doek en meng het tezamen, daarvan zo geef 2 maal per dag elke keer 4 lepels vol de gewonde te drinken.

1163. Likkepot van Rogerius en Rolandus tegen been in fistels of lopende gaten, oude en nieuw gezwellen.

Recept: de sappen van deze kruiden: nagelkruid of Geum urbanum, alsem of Artemisia absinthium, zenegroen of Ajuga reptans, robertskruid of Geranium robertianum, betonie of Stachys officinalis, grote duivelsbeet of Succisa pratensis ?, elk half pond, wijn half pond, hiervan drink 4 maal per dag gelijk voorschreven is. En leg op het ongemak [fol. 110r] een rood koolblad: deze drank zo loopt ter wond uit en doet ze zuiveren en genezen.

1164. Andere likkepot eorundis die zeer goed en kostbaar is en natuurlijk in alle in alle wonden.

Recept: grote weegbree of Plantago major, de knop van de hennep of Cannabis sativa, van de rode braam of Rubus fruticosus, reinvaarn of Tanacetum vulgare, rode kool of Brassica oleracea, muur of Stellaria media, smalle weegbree of Plantago lanceolata 1 kwart rode meekrap of Rubia tinctoria 1 half pond, hiervan maak bolletjes gelijk dat men van de andere voor gezegde verteld is en geef het 3 of 4 maal te drinken.

1165. Likkepot tegen wonden van Lanfranc die nuttig en profijtelijk is in alle soorten van wonden.

Recept: nagelkruid of Geum urbanum , grote weegbree of Plantago major, zenegroen of Ajuga reptans, wede of Isatis tinctoria, Agrimonia eupatoria, brunel of Prunella vulgaris, huislook of Sempervivum tectorum, sanikel of Sanicula europaea (?), robertskruid of Geranium robertianum, hertshooi of Hypericum perforatum, consolida major of Symphytum officinale, knoopkruid of Centaurea jacea, de knop van braam of Rubus fruticosus, muizenoor of Hieracium pilosella, salie of Salvia officinalis, grote brandnetel of Urtica urens, reinvaarn of Tanacetum vulgare, elk 2 drachme, rode meekrap of Rubia tinctoria 3 drachme, wijn 3 pond, vorm daarvan koekjes en gebruik het daar het te doen is.

1166. Electuarium sicut predictum Rasis et Theodrici.

Recipe mede .j. lb. s lb., cenitte, roede coelen, elx .j. quart, die cnop vanden caneppe elx .iij. quar[t], betonie, bughe, wytten reynwaen, garwe, plantagis, agrimoniam, elx .iij. b, zem dat wel gesoden ende wel gescumt ys, eyn quart, dar af macht boelkyns ende drogse butten der sonnen sicut predictum est de alijs.

1167. Electuarium ancelmi et de bikes hugonis: desen dranc is tot gesteken wonden dy nyt willen etteren.

Recipe cnop van canepe, tente, elx .j. hantwol, rode mede, rode coele, elx .ij. hantwol, dat stampt tgader ende machter af boelkyns ende dy legt inden wyn ende drinct dar af.

1168. Aliud electuarium Rasis et Lanfranci ad vulnera.

Recipe wade also bloit .iij. lb., betonie, sente, bughe, brunelle, mateliuen, elx s lb., dit stamp tgader ende formirt dar af trosissen, ende legsi yn wyn. Ende geuet den gewonde dar af drincken .iij. werf daghs. Ende legget op di wonde rode coel <ende ander> bladere.

(fol. 110v) 1169. Electuarium contra rupturam ende tgenesen sonder snyden.

Recipe vriesen wonden, maten felloen, groter tremors, dy woertelen vander witten asmonde, elx .iij.b , roede confiere wortelen .ij. b, cenitte .iij. b, bugla, pinpernelle, netelen myt allen der woertelen, elx .iij. dit tempert tgader myt wyne ende gheft te drincken .iiij. weruen of .ij. weruen des dages, ende buten tegen dy broke, so legt dy cirone dy goet is teghen dat gescorden dy worscreuen is.

1170. Electuarium dat goet is ten wonden dy doerscoten of doersteken syn, ofte wonden waer dat sy syn gevallen, gefrocherden leden.

Recipe reynwaen, gariofilaten, eder netelen, rode cole, ende hons ribben, de knop vander roder bramen, elx .iij. b, den crop vander kaneppe s lb ., dit siet tgader in .viij. lb. wyts wyns, hyr af so geuet .iiij. dagen drinken .ij. of .iij. lepel tgader, tes dat hy genesen ys.

1171. Emplastrum magistri petri saraceni de iherusalem dy hy te napels brochte ende dar mede wrachte in alle wonden, ende sonderlinge soet is ten hoeft wonden, want sy helet ende geneset alle dy scoren ende dy boghen dy men hebben mach int hoft, sonder howuen oft wyeken ende sonder we tdoen, der wel open es bouen, ende ware thoeft oeck gequest myt ere scare toet dien bene om wt te hebben die quetsuren; waer oec yn dy wonden vorseit eenich been dat tbraken wer of gescouuen dat ghen henden hadde, dat salmen wt doen mytter hand, daer ment hebben mach; naer datter enih in bleue dat soude dese plaester wt doen commen.

Dyt syn dy cruden dy dar thoe behoren den plaester ende woe men sy Recipe tsap de plantagine, betonie 4 geelte, ende tsap vander aedicke .j. s geelte, dese drie salmen tgader syden ende nemen dar thoe .j.lb. nyes was ende .j. pont wytte hars ende myt dat vorscreuen sap tgader syden eyn lange wyle. Ende men (fol. 111r) sal nemen .j.lb . terrebentina ende doetsy dar yn tegen dat men het wanden wur sal nemen, want sy moet luttel wesen gesoden, want sy mach nawelicken smelten, dan ist genoch ende so doetet af. Ende roret tot dat cout is wel nae ende dan nemet tuschen .ij. handen ende bawet als men doet was, soe yst wel gemact. Ende dan salmer mede werken in deser manyren daert .j. hoeft wonde is, dar salmen dat har al om af scheren. Ende is yn dye wonde enich stuck beens dat af te braken is, daet salmen wtdoen mytten wyngeren ende luken dan dy wonde thoe so men het nauste mach. Ende dan salmen nemen wanden vorscreuen plaester ende breydense breet genoch op eyn dunne wyt leder ende leggent op dy wonde .ix. dage sonder af doen, ende waer dat men dy wonde syen wolde hoe sy haer prouede om te trosten dy lude dy des nyt gesyen hebben ende dan salmen voegen dy plaester entte wonde ende doense weder haestelicken op. Ende op dese vorscreuen plaester salmen wynden alle daege .j. plaester van werke ende yn heyte wyn gedruct dat werck: hyr salmen werken aldus vanden kynne op wart ende beneden den kynne salmen dy wonde alle dage dwaen myt werme wyn ende leggen weder dy selue plaester op want sy blyft goet dy .ix. dagen wt; dus salmen dy wonde genesen syen yn corter tyt.

1166. Likkepot als gezegd door Rasis en Theodoricus.

Recept: meekrap of Rubia tinctoria 1 ½ pond, sanikel of Sanicula europaea (?), rode kool of Brassica oleracea, elk 1 kwart, de knop van hennep of Cannabis sativa, elk 3 kwart, betonie of Stachys officinalis, zenegroen of Ajuga reptans, witte reinvaarn of Alchemilla parthenium, duizendblad of Achillea millefolium, grote weegbree of Plantago major, Agrimonia eupatoria, elk 3 drachme, zeem dat goed gekookt is en goed geschuimd is, een kwart, daarvan maak bolletjes en droog ze in de schaduw zoals van de anderen gezegd is.

1167. Likkepot van Ancelmus en de bikes van Hugo: deze drank is tot gestoken wonden die niet willen etteren.

Recept: de knop van hennep of Cannabis sativa, reinvaarn of Tanacetum vulgare, elk 1 handvol, rode meekrap of Rubia tinctoria, rode kool of Brassica oleracea, elk 2 handen vol, dat stamp tezamen en maak er bolletjes van en die leg je in wijn en drinkt daarvan.

1168. Andere likkepot van Rasis en Lanfranc tegen wonden.

Recept: wede of Isatis tinctoria als het bloeit 3 pond, betonie of Stachys officinalis, kruiskruid of Senecio vulgaris (?)zenegroen of Ajuga reptans, brunel of Prunella vulgaris, madelief of Bellis perennis, elk een half pond, dit stamp je tezamen en vorm daarvan een koekjes en leg ze in wijn. En geef de gewonde daarvan te drinken 3 maal per dag en leg op de wond rode kool en andere bladeren.

[fol. 110v) 1169. Likkepot tegen breuken en te genezen zonder snijden.

Recept: Hylotelephium telephium, knoopkruid of Centaurea jacea, grote duivelsbeet of Succisa pratensis ?, de wortels van de witte Osmunda regalis, elk 3 drachme, rode Symphytum officinalis, zie nummer 15, wortels 2 drachme, sanikel of Sanicula europaea (?) 3 drachme, zenegroen of Ajuga reptans, pimpernel of Sanguisorba officinalis, brandnetel of Urtica urens geheel met de wortels, elk 3 drachme. dit meng je tezamen met wijn en geef het te drinken 4 maal of 2 maal per dag en buiten tegen de breuk zo leg de waspleister die goed is tegen de breuk die voor beschreven is.

1170. Likkepot dat goed is ten wonden die doorschoten of doorstoken zijn of wonden waar dat ze zijn gevallen, gekneusde leden.

Recept: reinvaarn of Tanacetum vulgare, nagelkruid of Geum urbanum, brandnetel of Urtica soort, rode kool of Brassica oleracea en smalle weegbree of Plantago lanceolata, de knop van de rode braam of Rubus fruticosus, elk 3 drachme, de knop van de hennep of Cannabis sativa half pond, dit kook je tezamen in 8 pond witte wijn en hiervan zo geeft 4 dagen te drinken 2 of 3 lepels tezamen totdat hij genezen is.

1171. Pleister van de meester Petrus Saracenus (1) van Jeruzalem die hij naar Napels bracht en daarmee werkte in alle wonden en vooral goed is in hoofdwonden, want het heelt en geneest al de scheuren en breuken die men hebben kan in het hoofd, zonder korst of te weken en zonder het uit te doen, die wel open zijn boven en was dat hoofd ook gekwetst met een scheur tot het been om uit te hebben die kwetsing; was ook in de wonden voor gezegd enig been dat gebroken was of verbrand dat diegene had dat zal men eruit doen met de hand, daar men het pakken kan, maar dat er enige in bleef dat zou deze pleister eruit laten komen.

Dit zijn de kruiden die daartoe behoren de pleister en hoe men het maken zal. Recept: het sap de grote weegbree of Plantago major, betonie of Stachys officinalis, 4 maat, en het sap van de kruidvlier of Sambucus ebulus, 1 halve maat, deze drie zal men tezamen koken en neem daartoe 1 pond nieuwe was en 1 pond witte hars en met dat voor geschreven sap tezamen koken een lange tijd. En men [fol. 111r] zal nemen 1 pond terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea en doe het daarin tegen dat men het van het vuur zal nemen, want het moet weinig gekookt worden want het kan nauwelijks smelten, dan is het genoeg en dan doe het eraf. En roer het totdat het koud en dan neem het tussen 2 handen en kneed het zoals men was doet, dan is het goed gemaakt. En dan zal men er mee werken in deze manieren daar 1 hoofdwond is, daar zal men al dat haar alom afscheren. En is in de wond enig stuk been dat afgebroken is, dat zal men eruit doen met de vingers en sluit dan de wond toe zo men het dichtste kan. En dan zal men nemen van de voor beschreven pleister en leg het breed genoeg op een dun wit leer en leg het op de wond 9 dagen zonder het af te doen en was het dat de men de wond zien wilde hoe het zich gedroeg om te troosten de lieden die het niet gezien hebben en dan zal men voegen de pleister en de wond en doe het weer haastig op. En op deze voor beschreven pleister zal men winden alle dagen 1 pleister van pluksel en in hete wijn gedrukt dat pluksel: hiermee zal men aldus werken van de kin ophoog en beneden de kin zal men de wond alle dagen wassen met warme wijn en leggen er weer dezelfde pleister op want die blijft goed 9 dagen door, aldus zal men de wond genezen zien in korte tijd.

(1) Petrus Saracenus van Jeruzalem, die volgens de tekst in Napels leefde, is misschien te vereenzelvigen met Petrus Neapolitanus, geelte is een maat voor vloeistoffen.

1172. Emplastrum magistri petri neapolitani dar hy mede genas alle bene, alle arme dy te braken waren sonder wieken of yt toe tgaene, na dat sy gesat waren tot horen .vj. weken.

Recipe in primo tsap van radeheilen woertelen .ij. ghelte, ende was .ij. lb., dat salmen tgader syden eyn wile ende stekent dan twonde ende vergaderent tene stucke. Ende dan salmen nemen terebentyn .ij .lb, draken bloet .ij. onsen, ende .ij. onsen bolen, sefferans .j. onse, comyns .j. onsen, ende dit salmen tgader pulueren elc by hem ende dan salment werpen yn eyn coperen martyer metter helft vanden terbentyn ende werment wel ouer een. Ende dan salmen nemen dy ander helft vanden terebentyn myt dat vorscreuen was ende smeltent yn eyn panne ende doent altsamen inden martyr totten anderen crude ende alst cout is so bouuet (fol. 111v) we myt dyn handen soe ist wel ghemact. Ende alsmen werken sal salment smeelten teendeele ende steke[n]t yn eyn lynnen doeke ende nettent wale, so salment bynden om dy broke vanden benen of vanden armen, ende der bouen leght wilt ende dan spalket ende latet liggen zyn .vj. weken sonder eet toe tgaen, indyen dat dy huet heel is.

1173. Om dy beste treyt toe maken dy men mach maken om te heilen sweren ofte gaten.

Recipe wyt hars .vij. onsen, nue was .iij. onsen, terebentyn .ij. onsen wirochs in puluer gemact, ende mastic, elx .ij. onsen, ende dese gedaen yn dye gesmolten hars, was, terbentyn, als sy bynae calt syn want wure.

1174. Teghen verbrant of verscoutheit myt heyten wateren tgensen.

Recipe oly van olyuen gemenget myt wyt vanden ey, ende bestreken dar mede, ende dar op gelacht nakers bladeren dar men sy crygen mach. Dy dyt nyt doen wyl, dy neme smout van harde doderen, van eyren gebrant in eyn panne, myt enre wederen dar op gelact, dart myt fuer of water werbrant is.

1175. Die geslagen is of geuallen heft eyn bulle op syn hoeft ende verdriuen wyl.

Die neme auasche eyn deel, ende eppe eyn deel, elx euen woel ende stotent in eyn mortyr tsamen ende bynt op dy bulle, dus sal sy sceiden ende vergaen. Ende wer dat saeke dat sy bleue ende swart warde, hyr onder soe soud dat been gescort syn, so moest sy opgesneden syn.

1176. Tegen questinge dy gescoten of stoten of geswollen is.

Hy neme bonen gescelt, ende hems wortelen gesoden, elck by hem, ende wel ontwe gestoten yn eyn mortyr, ende dat gedaen yn eyn pan met tarwen semelen ende myt wyn gesoden also dycke als pap, dyt genset seer.

1177. Soe wie genesen wyl sweren.

Recipe wyrock ende mirre gesmolten tgader, ende dit legget dar op, ghy geneset.

(fol. 112r) 1178. Tegen eyn geswollen lippe.

Recipe oly van suten mandelen ende magde was gesmouten tsamen ende dar op gelact, het vergaet ter stonde.

1179. Als eyn geslagen is yn dy oghen.

Recipe blader van agrimonia of van nachtscade ende het wyt vanden eye, ende macter af eyn plaester.

1180. Emplastrum contra fistulam.

Recipe loec ende atrament ende bonen ende barnt tgader tot puluer.

1172. Pleister van meester Petrus van Napels waar hij mee genas alle benen, alle arme die gebroken waren zonder doeken of iets bij te doen, nadat ze gezet waren tot hun 6 weken.

Recept: als eerste het sap van Hylotelephium telephium wortels 2 maat (1), en was .2 pond, dat zal men tezamen koken een tijdje en steek het dan in de wond en verzamel het tot een stuk. En dan zal men nemen terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 2 pond, drakenbloed of hars van Daemonorops draco 2 ons en 2 ons bolus armeniacus of rode aarde uit Armenië, saffraan of Crocus sativus 1 ons, komijn of Cuminum cyminum 1 ons, en dit zal men tezamen tot poeder maken elk op zichzelf en dan zal men het werpen in een koperen mortier met de helft van de terpentijn en warm het goed door elkaar. En dan zal men nemen de andere helft van de terpentijn met dat voor beschreven was en smelt het in een pan en doe het alle tezamen in de mortier bij de andere kruiden en als het koud is dan kneed het [fol. 111v] goed met uw handen, dan is het goed gemaakt. En als men werken zal men het smelten het ene deel en steek het in een linnen doel en nat het goed, dan zal men het binden om het gebrokene van de benen of van de armen en daarop leg wat ge wil en dan spalk het en laat het liggen een 6 weken zonder er bij te gaan, indien dat de huid heel is.

1173. Om de beste trekpleister te maken die men kan maken om te helen zweren of gaten.

Recept: witte hars 7 ons, nieuwe was 3 ons, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea 2 ons, wierook van Boswellia thurifera tot poeder gemaakt en mastiek van Pistacia lentiscus, elk 2 ons en deze gedan in de gesmolten hars, was, terpentijn als het bijna koud is van het vuur.

1174. Tegen verbranding of schroeien met heet water te genezen.

Recept: olie van olijven of Olea sativa gemengd met het witte van een ei en bestreken daarmee en daarop gelegd walnoten bladeren van Juglans regia daar men ze krijgen kan. Die dit niet doen wil die neemt vet van harde dooiers, van gebrande eieren in een pan, met een veer daarop gelegd daar het met vuur of water verbrand is.

1175. Die geslagen is of gevallen is en een buil op zijn hoofd heeft en verdrijven wil.

Die neemt maggi of Ligusticum officinalis een deel en eppe of Apium graveolens een deel, elk even veel en stamp het in een mortier en bindt het op de buil, die zal scheiden en vergaan. En was het zo dat ze blauw bleef en zwart wordt, hieronder zo zou dat been gescheurd zijn, dan moet het open gesneden worden.

1176. Tegen kwetsing die geschoten of gestoten of gezwollen is.

Hij neemt geschilde bonen van Vicia faba en heemst of Althaea officinalis wortelen gekookt, elk op zichzelf, en goed stuk gestampt in een mortier en dan doe je dat in een pan met tarwe zemelen en met gekookte wijn alzo dik als een pap, dit geneest het zeer.

1177. Zo wie genezen wil zweren.

Recept: wierook van Boswellia thurifera en mirre van Commiphora myrrha tezamen gesmolten en leg dit erop, ge geneest.

(fol. 112r) 1178. Tegen een gezwollen lip.

Recept: olie van zoete amandelen van Prunus dulcis en maagden was, zie 214, gesmolten tezamen en daarop gelegd, het vergaat terstond.

1179. Als een geslagen is in de ogen.

Recept: bladeren van Agrimonia eupatoria of van nachtschade of Solanum nigrum en het witte van een ei en maak er een pleister van.

1180. Pleister tegen fistel of lopend gat.

Recept: knoflook of Allium sativum en inkt of koper- of ijzersulfaat en bonen van Vicia faba en brand ze tezamen tot poeder.

(1) vochtmaat, vooral voor wijn en bier, met ongeveer dezelfde inhoud als een stoop, ongeveer 2,60 l.

1181. Tegen dy blomen. Dy genesen wil blomen.

Recipe sauie gedroget weel yn dy sonne ende wel gemact tot puluer. Ende des gelicke van kotelen van eyn boock, genamen des puluers van elx euen woele. Ende salt gedroect als so groet als eyn hasel noete: dese dry dyngen salmen myngen myt .j. doder van .j. ey.

1182. Vrouuen borsten wt doen te breken dy geswaren is.

Hy sal nemen dy galle van eenre beerge ende dy droget luttel, so dat sy wynt droghe sy, dy salmen clouen ende leggense dar op.

1183. Die genesen wil spenen.

Recipe atrament getempert yn sterken edych dycke genoch, dat sal hy op dy spene doen, ende als sy of syn of seer ghesuuert, so sal men nemen vngentum fuscum ende strickent daer ter stede; aldus wort men sy quyt.

1184. Aliud.

Dy spene genesen wyl dy binder liede welke syn of wt willen gaen ende dy dat lif wt wyl gaen. Recipe hansse harisse ende tgroen van poerloeck ende witten ginber gebraden: dese drie stroyet ouer myt oly rosarum ende myt warschen swynen smout, ende legse [so] varm dar op als hy doghen mach.

1185. Emplastrum capitis.

Dyt is eyn plaester dy goet ys thoeft mede tgenesen dy wonden sonder af doen eer dy wonde genesen is. Ende dese plaester salmen doer gaten ende men sal dar op leggen eyn plaester van verme wynne alle dage. Dyt syn dy crude dy dy plaster tobehoren. Inden irsten sap van wegebladen, tsap van eppen, van betonien, elx .j. lb., (fol. 112v) ende nwe was, ende wyt hars, elx .j. virdeel. Ende .j. pont terbentyn. Dyt salmen houden tgaer ouer tfuer yn eyn pan.

1186. Die gensen wil eyn canker ofte fistel.

Recipe agrimonia, rode colen, elx euen woele, ende sydet tgader myt gude wytten wyn tot dat dardendeel versoden is myt den wyn, ende clarent wel doer enen doeck ende drincket.

1187. Tegen ontcrompen aderen ofte senen ende dy tbeteren.

Recipe alsen .i. s pond, ende camillen ende rosen .i. s lb: dese dry selmen sieden yn wyn ende baden hyr myt desen voersachte diick genoch ende al warm.

1188. Tegen cetel.

Dy genesen wyl cetel zeer, hy neem dy woertelen van persicken, ende stotse wel ontwe ende tempertse wel myt wyne, zeems dic<ke> ende byndet dar op vanter nyt beter ys, hent genesen ys.

1189. Consolidativum vulneris. Dy wleesch doen waschen wyt in wonden.

Recipe wiroch, merre ende swartcole, mastic ende aloe [e]paticum, colofanie, aristologia ende draken bloet ende cerusa ende litargirum alius plumia bacce bysancie, elx eyn dracma hir salmen af maken puluer ende werpent in dy wonden.

1190. Emplastrum de genuen sic confice.

Recipe .j. s lb. maegden was, .j. lb. terbentyns, dese .ij. salmen syden yn eyn nyen pot ende dan salment nemen ende doent ynt azyn ende als dat cout is, dan so saltmen weder doen yn en nwen pot ende alst dat gesmolten is dar yn doet eyn sausir wol melcks van wrouuen, ende en ghasp wl betonget, ende sanctorium maior ende minor elx .j. ghasp gestoten ende dat sap dar af genomen is goet.

1181. Tegen de maandstonden. Die genezen wil maandstonden.

Recept: salie of Salvia officinalis goed gedroogd in ze zon en goed gemaakt tot poeder. En dergelijke van bikkels (keutels?) van een bok, neem samen van het poeder elk even veel. En zout gedroogd alzo groot als een hazelnoot: deze drie dingen zal men mengen met een dooier van een ei.

1182. Vrouwen borsten uit doen te breken die zweren.

Hij zal nemen de gal van een mannelijk zwijn en die droog je wat zodat ze winddroog is, die zal men kloven en leg het daarop.

1183. Die genezen wil aambeien.

Recept: inkt of koper- of ijzersulfaat getemperd in sterke azijn vaak genoeg, dat zal hij op de aambeien doen en als ze daarvan zeer gezuiverd zijn dan zal men nemen donkerbruine zalf en bestrijk het daar ter plaatse, aldus wordt men ze kwijt.

1184. Anders.

Die aambeien wil genezen die binnen de lieden zijn of eruit willen gaan en die dat lichaam uit willen gaan. Recept: hansse harisse (?) en het groen van prei of Allium porrum en witte gember of Zingiber officinalis gebraden: deze drie strooi er over met olie van rozen en met vers zwijnenvet en leg het er zo warm op als hij gedogen kan.

1185. Pleister voor het hoofd.

Dit is een pleister die goed is om er het hoofd mee te genezen de wonden zonder er af doen eer de wond genezen is. En deze pleister zal men vol gaten maken en men zal daarop leggen een pleister van warme wijn alle dagen. Dit zijn de kruiden die tot de pleister behoren. Als eerste het sap van weegbree bladeren, het sap van eppe of Apium graveolens, van betonie of Stachys officinalis, elk 1 pond, [fol. 112v] en nieuwe was en wit hart, elk 1 vierendeel. En 1 pond terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea. Dit zal men houden tezamen boven het vuur in een pan.

1186. Die genezen wil een kanker of fistel of lopend gat.

Recept: Agrimonia eupatoria, rode kool of Brassica oleracea, elk even veel en kook het tezamen moet goede witte wijn totdat het derdedeel verkookt is met de wijn en zuiver het goed door een doek en drink het.

1187. Tegen mismaakte aderen of zenuwen en die te verbeteren.

Recept: alsem of Artemisia absinthium een kalf pond en kamille of Matricaria chamomilla en rozen een half pond, deze drie zal men in wijn koken en hiermee baden met dit voor gezegde vaak genoeg en al warm.

1188. Tegen serpigo of huidziekte.

Die genezen wil van huidziekte zeer, hij neemt de wortels van perzik of Prunus dulcis en stampt ze goed stuk en temper ze goed met wijn, dikke zeem en bindt het daarop want er niet beter tot het genezen is.

1189. Vereniging van wonden. Die vlees doen groeien veel in wonden.

Recept: wierook van Boswellia thurifera, mirre van Commiphora myrrha en houtskool, mastiek van Pistacia lentiscus en Aloë perryi epaticum, Grieks pek, Aristolochia en drakenbloed of hars van Daemonorops draco en loodwit en litargirum alia en bekend als bessen van Byzantië, elk een drachme en hiervan zal men maken poeder en werp het in de wonden.

1190. Pleister van Genua zo maak het.

Recept: .1 half pond maagden was, 1 pond terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea, deze 2 zal men koken in een nieuwe pot en dan zal men het nemen en doe het in azijn en als dat koud is dan zo zal men het weer in een nieuwe pot en als dat gesmolten is daarin doe het in een kleine kom vol melk van vrouwen en een handvol betonget, (betonie of Stachys officinalis?) en grote centaurie of Rhaponticum carthamoidese en de kleine (Centaurium erythraea) elk 1 handvol gestampt en dat sap daarvan genomen is goed.

1191. Maturatiuum vulnerum scilicet vnguentum ten glandule, scrophule, clieren of antrax, carbunculus of schiriosim.

Recipe dy woertelen wanden witten lelien, meel van lindsade, hemse wortelen, malue, scabiose, elx .iij. b, witte wyn .3. lb., olie van oliuen .3. lb., dat confortirt tgader, zeem .j. quart, witte duuen stront s , galbanum, armoniacum, dit conficirt tgader ende orbart dart tdoen is.

1192. Aliud maturatiuum rolandi dat seer goet is op flegmon (fol.113r) ende op alle heete coleriken apostemen ende op borsten.

Recipe witte popelen .j. lb., hems voertelen .ij. lb., violetten of het cruyt .iij.b , oude swynnen smout ende oud olie, elx .3.lb ., subtilen meel van gersten ende van linsade, elx .j. .lb,, dit conficirt tgader ende bestedet.

1193. Aliud maturativum hugonis et theodrici dat seer goet is op hete apostemen ende dat sunderlinge goet is op dy sake vorscreuen.

Recipe violetten, voertelen vanden lelien, branca vrsina, sinssum, lapacium, acutum, voertelen van brionie, baucien, paritarien, elx .iij. b, oude olij, swyne smout, elkes .2. b, conficirt tgader ende orbart dart tdoen ys.

1194. Aliud diaquillon maturativum dat wel werket in scrofeloen, in clyeren ende in allen gemenen apostemen, ende dat alle dy mesters priesen om syn goede werk, twelke datmen aldus mact.

Recipe litaergirum .3.lb ., olie van oliuen .2. lb., mussilaginen van fenumgrecum, van heemsse, van linsade, elx .iij. b, dit sydet tgader in die olie ende dat litargirum gepuluert dat sydet thoepe, altoes rurende, hent dat gebonden is, dan so doet daer in dye mussilaginen (2) ende latet siden tes dy mussilaginen syn versoden, dat so ruret hent calt is, ende dan bestedet.

1195. Vnguentum fuscum sic conficiatur appropinquans ad nigredinem, dat is swaerte salue.

Nemt colofonie dat is gre[c]s pec .iij. b, ende mastic i. s b, wiroc .i. s b, dese .iij. gummen salmen wel cleyn male[n] yn een martyr, ende dan doer eyn cleyn creuse gesicht, ende daer nae salmen nemen galbanum ende armoniakum ende serapinum ende <oppo>ponac, elx i. s b, ende dan salmen dese vier gumme[n] leggen yn wyn die lau is of yn lau azyn te weken enen nacht, ende dan salmen nemen oli van oliuen .j.lb ., ende scapen roet .j. b, ende scippic .iiij. b, ende <was> .ij. b, de gommen di leggen in weiken, dy salmen doen siden so lange dat dy wyn ofte azyn versaden syn, dan saltmen parsen doer eyn doeck <dy fuelheit wt>, dit salmen weder op het fuer setten ende latent .j. luttel syden, ende dan salment vanden vuer doen ende doen dar yn terepentyn .i. s b, ende dan weder op het fuer setten (fol. 113v) tot dat dy terpentyn gesmolten sy, ende dan salment weder parsen doer eyn doeck. Ende men salt ook doen yn een ander panne, ende dan salmen dar yn menghen dy vorscreuen puluer ende laten staen coelen. Dese salue ys goet op olde wonden ende si macht guet wleys ende doet dat wleys seer wassen ende wal eteren ende dragen ouden wonden.

1191. Rijping van de groei van wonden, zalf ten klieren, klieren, klieren of antrax of miltvuur, karbonkel of soort gezwel of schiriosim (1).

Recept: de wortels van de witte lelie of Lilium candidum, meel van lijnzaad van Linum usitatissimum, heemst of Althaea officinalis wortels, maluwe of Malva sylvestris, beemdkroon of Knautia arvensis, elk 3 drachme, witte wijn 3 pond, olie van olijf van Olea sativa 3 pond, dat meng je tezamen, zeem 1 kwart, witte duiven stront half drachme, galbanum van Ferula galbaniflua, Dorema ammoniacum, dit meng je tezamen en gebruik het daar het te doen is.

1192. Andere rijpende middelen van Rolandus dat zeer goed is op flegma, [fol.113r] en op alle hete galachtige gezwellen of ettergezwel en op borsten.

Recept: witte populier of Populus alba 1 pond, heemst of Althaea officinalis wortels 2 pond, viool of Viola odorata of het kruid 3 drachme, oud zwijnenvet en oude olie 3 pond., zuiver meel van gerst of Hordeum vulgare en van lijnzaad of Linum usitatissimum, elk 1 pond dit meng tezamen en gebruik het.

1193. Andere rijpende van Hugo en Theodoricus dat zeer goed is op hete gezwellen of ettergezwel en dat bijzonder goed is op de zaken voor beschreven.

Recept: viool of Viola odorata, wortels van de lelie of Lilium candidum, berenklauw of Heracleum sphondylium, kruiskruid of Senecio vulgaris, zuring of Rumex obtusifolium en zo ook Rumex x pratensis, wortels van heggenrank of Bryonia dioica, pastinaak of Pastinaca sylvestris, glaskruid of Parietaria officinalis, elk 3 drachme, oude olie, zwijnenvet, elk 2 drachme, meng het tezamen en gebruik het daar het te doen is.

1194. Andere diaquillon (2) rijpende die goed werkt in de scrofulen of klieren, in klieren en in alle gewone gezwellen of ettergezwel en dat alle de meesters prijzen om zijn goede werk, wat men aldus maakt.

Recept: loodmonoxide of litarghirum of litargirum 3 pond, olie van olijf van Olea sativa 2 pond, uitgeperst sap(428) van fenegriek of Trigonella foenum-graecum, van heemst of Althaea officinalis, van lijnzaad of Linum usitatissimum, elk 3 drachme, dit kook je tezamen in de olie en dat litargirum verpulverd, dat kook tezamen en altijd roeren totdat het gebonden is, dan zo doe daarin het uitgeperst sap en laat het koken totdat het uitgeperste sap verkookt is, dan zo roer het totdat het koud is en dan gebruik het.

1195. Donkerbruine zalf die gekleurd is met een tekening en bezoedeld, dat is zwarte zalf.

Neem colofonium, dat is Grieks pek 3 drachme, en mastiek van Pistacia lentiscus, halve drachme, wierook van Boswellia thurifera halve drachme, deze drie gommen zal men goed klein maken in een mortier en dan door een klein kroesje gezeefd en daarna zal men nemen galbanum van Ferula galbaniflua en Dorema ammoniacum en sagapenum of Ferula persica en Opopanax chironicum, elk halve drachme en dan zal men deze vier gommen in wijn leggen die lauw is of in lauwe azijn te weken een nacht, en dan zal men nemen olie van olijf van Olea sativa 1 pond en schapenvet 1 drachme en scheepspek 4 drachme en was 2 drachme, de gommen die leggen te weken, die zal men laten koken zo lang totdat de wijn of azijn verkookt is, dan zal men het persen door een doek de vuiligheid eruit, dit zal men weer op het vuur zetten en laat het wat koken en dan zal men het van het vuur doen en doen daarin terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea een halve drachme, en dan weer op het vuur zetten [fol. 113v]totdat de terpentijn gesmolten is en dan zal men het weer door een doek persen. En men zal het ook doen in een andere pan en dan zal men daarin mengen het voor beschreven poeder en laat het staan koelen. Deze zalf is goed op oud wonden en het maakt goed vlees en laat het vlees zeer goed groeien en goed etter maken en drogen ouden wonden.

(1) Corrupt voor sclirosis, verharding?

(2)mussilaginen: sap dat uit kruiden in een doek gewrongen wordt (mussilago).

(2) naam van geneesmiddelen van verscheiden samenstelling die doen rijpen en dus de ettervorming bevorderen.

1196. Vnguentum maturativum et mundificativum lancfranci.

Neemt wt hen seluen s lb., ende oli van oliuen b.2. s, dit salmen opt fuer smelten ende doen dar toe water .iij. , ende alst .ij. gesmolten is, so salmen nemen ende ghitent doer .j. doeck ende dan weder opt fuer ende doen dar yn sterken wyn ende sident dan eyn lange wile ende latent dan colen ende rorent cout dat cout is. Dese salue is goet in allen wonden ende doet wel dragen, sy ripet ende si trect ende si heilet wal, probatum est.

1197. Onghemack der trecken behort, ende si heilet ende elc mester is si sculdich te hebben, ende men maecse aldus.

Nemt galbanum ende cerapinum ende aermoniacum ende opponac, elc van desen gummen b.s, die salmen leggen in azin tweken ende hir nae salmen nemen collofonie, dat is grics pieck, s.i. s lb., ende mastic ende wirock elc .i. s b, dese vier gummen sa men pulueresiren doer eyn budeket cleet torms, ende hir nae salmen eyn panne setten op dat fuer ende daer yn salmen doen azin .3. lb., ende scip pec .i. b., ende was .iij.b , ende die gewefrede gumme salmen eyn luttel sieden ende dar nae salmen parsen doer eyn doeck, ende dan salment weder op het wuer doen, ende sidet tot dat dy azin versoden si, ende dan salmen mengen in dy puluer ende doent af vanden wuer ende dan salmen op der vier op ghiten ende colent dar mede. Dan salmen nemen in den handen walken alle verscheit der wt, ende dan salmen vnder wilen besaluen myt oli van oliuen vnde dattet neet cleiuen en sal in den hant, ende dan salment setten war men wyll. Probatum.

1198. Aqua pro pestilencia.

Recipe wal noeten basten ende dar water af gedistilirt, dit gedronken is guet tegen dy pestilencie. Ende inden hals genomen di den hals swellet ende dar in gedaen in een pynt so groet gumme als een wal noete.

(fol. 114r) 1199. Medicina optima ad creandum ceranem in recentis vulneribus.

Recipe olibanum, sorcorolle, al<o>es, sanguis draconis, elkes euen wele, hir af machmen .j. puluer ende doet hem op dy wonde.

1200. Aliud.

Recipe litaergirum .2.b , dat siede in .iij b. olie also lange dattet smeltet, hir doet dan toe olibanum, sarcorolle, galbanum, colofonie elkes euen foel, dat siede noch myt desen vorscreuen olie also lang dat hi bestaet dick te werden. Ende dit besyget op vonden ende zech dar du wles in vilts hebben twassen dy helpet wonderlicken seer, dicit rasis.

1201. Dye syn scha[c]t swellen.

Dy sal nemen wyn rutte ende wegebrede ende swynen smout ende wrift dat stamen vnde slaet hem der om so vergaet. Probatum est.

1202. Balsamum sic conficitur.

Recipe oly van bitter mandelen .j. s ,lb ende oli van oliuen .i. s lb ., terpentyn, wirock, mastic, hars, elx .i.b , galbanum .j. b, spaens groen b , die gummen salmen tsamen weiken. Dy specien puluereziren, dy oly ende hars smelten ende cleynsen se, ende dan weder warm maken, ende dy puluer dar yn gedaen, altoes rorende, ende den terpentyn alst by nae calt is, dyt heelt seer wonden ende mact ionck wlees.

1203. Ad prouocandum menstrua.

Recipe quinque pillule de medicinis dy redelicke syn, na dat sy liden mach. Of men sal hoer geuen calamentum of mente gesoden in honich ende dat .viij. deel in wyn teelken laten baden, ende si sal oeck drincken diassesseron .ij. b myt water.

1204. Dyasesseron machmen aldus.

Nem van .iij. specien, myrre, genciaen, hoelwoertel, baculaere, elx euen woel, geconficiert myt honiche, dy salse drincken als jera pigra.

1205. Ad menstrua prouocanda.

So syn haer dese nawolgenden cruden goet, gesoden in wyn, als spica, mirre, venecoel, carui, peterceli; alle hete crude syn goet om dy saken doen commen.

1206. Ad menstrua. faciendum non fluere.

Menstrua te stoppen so salmen nemen bredewegen saet ende herts horn gescaft, elx euen woel, gemenget myt wyn ende myt rosenvater, (fol. 114v) dit salmen drincken, dit is seer goet daer scegen. Item is dy vrou colerica, dan sal sy nemen trifera sarrasenica, rosata nouella, dat is honich gesaden in water ende rosen. Ende geft har tdrincken. Ende si sal oeck baden in water dar yn gesaden is dien bast van oude eyken loueren ende van witten prum boem. Ende si sal eten alle dingen dy stoppen als quedde appel ende drincken wytten wyn gemenget myt roeswater ende aqua plantaginis, ende haer gebrade spise [sal] dar mede gedoepet syn.

1207. Ter vloet van etter menstrum.

Recipe wyt mostert saet ende sietet in wyn ende legget al heet dar op, als sy des heets dogen mach, telken var warm. Ofte nemt puluer van poley ende doet als vorscreuen staet.

1208. Als dy moder bestopt is ende onreyn.

Recipe biuoet, affrut, alsem, golt blommen ende sietet in water ende cleynset doer eyn doeck ende doet oly of botter daer yn ende sout, ende mact dar eyn clistier of. Ende doettet in die moder al warm.

1209. Nota de sanguine fleubothomie.

spumidus Is dat bloet schumende, so is di sucht in dy borst dat is syscus.

liuides blane Is dat bloet blau, so is dy sucht inder milte, dat is van .j. coude mage.

cytonius Is dat bloet gele, so is dy sucht in der leuer, dat is van crupender heetse.

viridus Is dat bloet groen, so is dy sucht inder heerte, dat comt van woet colde.

niger Is dat bloet swarte ende hart, so is dat laten verdroget, so sal men bloet laten. Is dat bloet roet ende heuet eyn swaerten ringhe, so is dy suchte inden hoefde dat is menstruum.

albus Is dyt bloet wyt ende heuet voele waters bouen, dat is eyn teyken vander quartanen, dar en sal men nyt te woele laten.

rubeus Is dat bloet roet ende heuet omme eyn bleeken ringe, dat is eyn teiken vander heiter gicht, dy sullen myt woel wasten of luxurien. Is dat bloet bouen ende dat water beneden significat ydroposim.

pallidus Is dat water tmael wael, dat is eyn teyken van sinte cornelis ongemach, dar thegen salmen eyn molworm barnen tot puluer ende drincken(436) des dages ens vanden puluer .j. wenich.

rubeus Is dat bloet roet ende dorre, dat is .j. teken vander reuma non debent minuere.

rubeus et pallidus Is dat bloet wal roet ende .j. luttel waters bouen significat sani[ta]tem corporis.

Item is dat bloet blau, hy heeft quaet indie mylte. Item schumet dat bloet, hy heeft quaet indie borst. Item is dat bloet groen, hy heeft quaet int herte. Item is dat bloet gheel, hy heeft een quade lever. Item is dat bloet hert ende zwart, dat bloet is to langhe geholden. Item is dat bloet roet ende heeft enen zwarten omrynck gaende, die is gheset totter malaetscap. Item ist zwart ende dryvet daer waeter op, die is gheset totter coertse; meer dryf daer op bloet ende water ghemenghet, die is gheset toe den water te laden. Item ist dat bloet roet ende een luttel waters daer op dryft ende ist claer water, dat is goet bloet.

(fol. 115r) 1210. Prenosticacio mortis.

So wie dat woerhoeft roet is ende elken bleeck signum mortis. Item die heem kyrt wan dat lycht. Item mach hy dat licht noch dy dach nyt syen. Item den dat luchter oghe merre is dan dat rechter oghe. Item dy syn nase bleeck is ende scarp. Item den dy boeck neder walt vanden adem. Item wye syn woete kalt syn ende gedoget hy dat men hem dar onder ketelt. Item es eyn mensche iongh ende waket hy woele in syne sicheit.

Item is hy out ende slapet woele, omnia ista sunt signa mortis. Item nemt broot ende wrift syn woten dar mede ende geuet eyn hont teten: etet hy des nyt, dat is vrese. Item legget syn handen op eyn hont ende gedoget hy wel, dat is guet et cetera. Item gheft hem water tdrincken ende settet voer eyn hont: drincket his nyt, dat is vrese. Item nemt eyn looef ende legget onder syn bedde, ende wort dat bleck, dat is quaet et signum mortis.

1196. Rijpende zalf en zuiverende geneesmiddelen van Lanfranc.

Neem uit hetzelfde een half pond en olie van olijf van Olea sativa 2 halve drachme, dit zal men op het vuur smelten en doe daartoe water 3 drachme en als de twee gesmolten zijn dan zal men het nemen en giet het door een doek en dan wee rop het vuur en doe daarin sterke wijn en kook het een lange tijd en laat het dan kolen en roer het totdat het koud is. Deze zalf is goed in alle wonden en doet goed dragen, het rijpt en trekt en heel goed, het is getest.

1197. Ongemak dat tot het trekken behoort en het heelt en elke meester moet het hebben en men maakt het aldus.

Neem galbanum van Ferula galbaniflua en sagapenum of Ferula persica en Dorema ammoniacum en Opopanax chironicum, elk van deze gommen halve drachme, die zal men leggen in azijn te weken en hierna zal men nemen colofonium, dat is Grieks pek half pond, en mastiek van Pistacia lentiscus en wierook van Boswellia thurifera, elk een halve drachme, deze vier gommen zal men tot poeder maken door een buidelkleed tezamen en hierna zal men een pan op het vuur zetten en daarin zal men doen azijn 3 pond en scheepspek 1 pond en was 3 drachme en de gewreven gom zal men wat koken en daarna zal men het persen door een doek en dan zal men het weer op het vuur doen en koken totdat de azijn verkookt is en dan zal men het mengen in het poeder en doen het af van het vuur en dan zal men het op de vier gieten en koelen het daarmee. Dan zal men het nemen in de handen en persen alle versheid eruit en dan zal men ondertussen zalf instrijken met olie van olijven en dat het niet kleven zal in de hand en dan zal men het zetten waar men wil. Het is getest.

1198. Water tegen pest.

Recept: walnoot of Juglans regia bast en daar water van gedistilleerd, dit gedronken is goed tegen de pest. En in de hals genomen die den hals zwelt en daarop gedaan in een pint zo grote hoeveelheid als een walnoot.

[fol. 114r) 1199. Medicijn om het beste te creëren een waspleister in recente wonden.

Recept: wierook van Boswellia thurifera, gom van de Astragalus sarcocolla, Aloë perryi, drakenbloed of hars van Daemonorops draco, van elk even veel, maak hiervan een poeder en doe het hem op de wond.

1200. Anders.

Recept: loodmonoxide of litarghirum of litargirum 2 drachme, dat kook je in 3. olie alzo lang dat het smelt, hier doe dan toe wierook van Boswellia thurifera, gom van Astragalus sarcocolla, galbanum van Ferula galbaniflua, Grieks pek, van elk even veel, dat kook je nog met deze voor beschreven olie alzo lang totdat het dik begint te worden. En gebruik dit op wonden en zeer daar u vlees wil hebben te groeien het helpt wonderlijk zeer, zegt Rasis.

1201. Die zijn schacht of roede zwelt.

Die zal nemen wijnruit of Ruta graveolens en grote weegbree of Plantago major en zwijnenvet en wrijf dat tezamen en sla het er om, dan vergaat het. Het is bewezen.

1202. Balsem of confectie.

Recept: olie van bittere amandelen van Prunus dulcis half pond en olie van olijf van Olea sativa een half drachme, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea, wierook van Boswellia thurifera, mastiek van Pistacia lentiscus, hars, elk 1 drachme, galbanum van Ferula galbaniflua 1 drachme, Spaans groen of kopergroen drachme, de gommen zal men tezamen weken. De specerijen verpulveren, de olie en hars smelten en wring ze en dan weer warm maken en het poeder daarin gedaan, altijd roeren, en de terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea als het bijna koud is, dit heelt zeer wonden en maakt jong vlees.

1203. Om menstruatie op te wekken.

Recept: vijf medicinale pillen die redelijk zijn, naar dat ze aan kan. Of men zal haar geven rondbladige munt of Mentha rotundifolia of munt of Mentha soort gekookt in honing en dat 8ste deel in wijn telkens laten baden en ze zal ook drinken diatesseron 2 drachme of een teriakel op basis van vier ingrediënten met water.

1204. Diatesseron maakt men aldus.

Neem van 4 specerijen, mirre van Commiphora myrrha, gentiaan of Gentiana lutea, holwortel of Corydalis cava, bes van laurier of Laurus nobilis, elk ven veel en gemengd met honing, die zal ze drinken als een jera pigra of likkepot.

1205. Om menstruatie op te wekken.

Zo zijn haar deze navolgende kruiden goed, gekookt in wijn als Nardostachys jatamansi, mirre van Commiphora myrrha, venkel of Foeniculum vulgare, karwij of Carum carvi, peterselie of Petroselinum crispum; alle hete kruiden zijn goed om uw zaken te doen komen.

1206. Om menstruatie niet te laten vloeien.

Menstruatie te stoppen zo zal men nemen grote weegbree of Plantago major zaad en herten horen geschaafd, elk even veel, gemengd met wijn en met rozenwater, [fol. 114v] dit zal men drinken, dit is zeer goed daartegen. Item; is de vrouw galachtig, dan zal men trifera sarrasenica, nieuwe rozen of Rosa, dat is honing gekookt in water en rozen. En geef het haar te drinken. En ze zal ook baden in water daarin gekookt is de bast van oude eikenblad en van de witte pruimboom of Prunus domestica. En ze zal eten alle dingen die stoppen zoals kweeappels of Cydonia oblonga en drinken witte wijn gemengd met rozenwater en water van grote weegbree en haar gebraden spijs zal daarin gedoopt zijn.

1207. Tegen de vloed van etter in menstruatie.

Recept: witte mosterd of Sinapis alba en kook het in wijn en leg het al heet daarop en zo heet als ze gedogen kan, telkens verwarm. Of neem poeder van polei of Mentha pulegium en doe zoals voor geschreven staat.

1208. Als de baarmoeder verstopt is en onrein.

Recept: bijvoet of Artemisia vulgaris, averuit of Artemisia abrotanum, (?) alsem of Artemisia absinthium, goudsbloem of Calendula officinalis en kook ze in water en wring het door een doek en doe olie of boter daarin en zout en maak er een klysma van. En doe het in de baarmoeder al warm.

1209. Noot; van bloedkleur of fleubothomie.

Spumidus. Is dat bloed schuimende, zo is de ziekte in de borst, dat is syscus.

livides blane Is dat bloed blauw, dan is de ziekte in de milt, dat is van een koude maag.

cytonius Is dat bloed geel, dan is de ziekte in de lever, dat is van kruipende hitte.

viridus Is dat bloed groen, dan is de ziekte in het hart, dat komt van voeten koud.

niger Is dat bloed zwart en hard, dan is dat laten verdroogd, dan zal men bloed laten. Is dat bloed rood en heeft een zwarte ring, dan is de ziekte in het hoofd, dat is menstruatie.

albus Is dit bloed wit en heeft veel water boven, dat is een teken van de vierde daagse koorts of een vorm van koorts waarbij een onderbreking optreedt elke derde dag, daar zal men niet teveel laten.

rubeus Is dat bloed rood en heeft erom een bleke ring, dat is een teken van de hete jicht, die zullen niet veel vasten of geslachtsdrift hebben. Is dat bloed boven en dat water beneden betekent het waterzucht.

pallidus Is dat water te veel vaal, dat is een teken van Sint Cornelis ongemak of vallende ziekte, daartegen zal men een mol branden tot poeder en drinken op de dag van het poeder een weinig.

rubeus Is dat bloed rood en dor dat is een van de reuma en moet ze minderen.

rubeus et pallidus. Is dat bloed wel rood en wat water er boven betekent het lichamelijke gezondheid.

Item, is het bloed blauw dan heeft hij kwaadheid in de milt.

Item, schuimt dat bloed dan heeft hij kwaadheid in de borst.

Item, is dat bloed groen dan heeft hij kwaadheid in het hart.

Item, is dat bloed geel dan heeft hij een kwade lever.

Item, is het bloed hard en zwart dan is dat bloed te lang gehouden.

Item, is dat bloed rood en gaat daar een zwarte ring omheen die is gesteld tot melaatsheid.

Item, is het zwart en drijft daar water op dan is die tot koorts gezet; maar drijft er bloed op en water gemengd is die gezet tot het water te laden.

Item, is het bloedrood en drijft er een beetje water op en is het helder water dan is het goed bloed.

[fol. 115r] 1210. Voortekens van de dood.

Zo wie dat voorhoofd rood is en wangen bleek betekent het dood. Item; die hem keert van dat licht. Item; mag hij dat licht nog de dag niet zien. Item; die dat linker oog groter is dan het rechteroog. Item; die zijn neus bleek is en scherp. Item; die de kracht neer valt van de adem. Item; wie zijn voeten koud zijn en gedoogt dat men hem daaronder kietelt. Item; is een mens jong en waakt hij veel in zijn ziekte. Item; is hij oud en slaapt veel is, al deze dingen zijn de tekens van de dood. Item; neem brood en wrijf zijn voeten daarmee en geef het een hond te eten: eet hij het niet, dat is vrees. Item; leg zijn handen op een hond en gedoogt die het wel, dan is het goed et cetera. Item; geeft hem water te drinken en zet het voor een hond: drinkt hij het niet, dat is vrees. Item; neem een blad en leg dat onder zijn bed en wordt dat bleek, dat is kwaad en teken van de dood.

1211. Tegens bestopte menstrua ende vrine.

Recipe mercke ende sietse in honich ende in water twee del honich ende alst gesoden is clenset doer eyn scoen doeck ende gheuet tdrincken, dat doet wloyen menstruum ende vryn.

1212. Apostolicum sic conficitur.

Recipe .j.lb . boems olye ende .4. lb. was ende .j. virendeel punt hars, ende .j. virdel punt buckens tallich, ende .4. lb. littargirum aurum, mastic, virock, mirre, ytelic .iij. loet, ende .4. loet lorberen de crude salstu nyt sieden dy mirre vnde mastic ende viroch mer vrift sy op eyn steen myt olie ende hoelwoertel ende loerberen ende sichse doer eyn doeck ofte sifte, vnde doe si dan dar yn.

1213. Aliud apostolicum.

Recipe .j. lb. oliuen olij, .4. lb. siluer glade, .j. virdel . hars, aet dit tsamen siden vanthet brun roet wort, so versoket op eyn tynnen schottel, ho hart ende hoe weck dat ghy se hebben wilt, so settet weder op dat fuer ende weder af, so doet dan dar yn .j. loet littarghirum, galbanum .j. loet, mastic, myr, wirock, terpentyn, etelic .j. loet.

1214. Teghen wonden dy geheelt syn (fol. 115v) van buten ende nyet van bynnen.

Recipe sop van marubien ende drincket ende legget wast op dy wonde.

1215. Of gy weten wilt of dy wonde dodelic sy of nyt.

Soe geft hem drincken sap van keruel: spuet hy bouen, hi sal genesen, ende doet hyes nyt, hy sal steruen. Of geuet hem drincken bughe ende scarleye: sal hy genesen, sy sullen ter wonden wt commen.

1216. Om wonden te heilen buten ende bynnen.

Recipe smout van speck ende zeem ende garsten meel, scapen roet ende wyn ende siedet.

(fol. 141v) 1217. Item. Om een mensce dy sy[n] natuer wyl behoden.

Nemt canfer ende nemet dat in we nasen. Ende als so lange als gi dat dar yn hebbet, so suldi v natuer nyt quit gaen.

1218. Item om en mensche lief tdoen hebben den anderen.

Nemt eyn hoft van eyn hanebiter, ende dat draget voer dy borst vnde gedroget.

1219. Item om eyn mensche die lief hebbe te doen volgen dat sy hebben wylt.

Nemt het hart van eyn vorsce dy leuendich is op .j. voensdach, ende verbena, ende legt infram missam super altare.

1220. Item om eyn lief thebben, dat sy tot my commen sullen.

Nemt .j. hoeft van .j. crage ende puluert dat hoef et detis in potu illam quem diligis.

De betekenis van het woord crage is onzeker: misschien is bedoeld craye, kraai.

1211. Tegen verstopte menstruatie en urine.

Recept: eppe, selderij of Apium graveolens en kook het in honing en in water twee deel honing en als het gekookt is wring het door een schone doek en geeft het te drinken dat doet vloeien de menstruatie en de urine.

1212. Apostolicum of confectie.

Recept: 1 pond olijfolie van Olea sativa en 4 pond was en een vierde deel pond hars en een vierde deel pond bokken talk en 4 pond litarghirum of litargirum of goudschuim, mastiek van Pistacia lentiscus, wierook van Boswellia thurifera, mirre van Commiphora myrrha, van elk 3 lood, en 4 lood bes van laurier of Laurus nobilis, de kruiden zal u niet koken de mirre en mastiek en wierook, maar wrijf ze op een steen met olie en holwortel of Corydalis cava en bes van laurier en zeef het door een doek of zeef en doe ze dan daarin.

1213. Andere apostolicum.

Recept: 1 pond olijvenolie van Olea sativa, 4 pond zilverglid of litargirum, 1 vierde deel pond hars, laat dit tezamen koken tot het bruin wordt, dan probeer het op een tinnen schotel, hoe hard en hoe week dat ge het hebben wil, dan zet het wee rop het vuur en er weer af, dan doe daarin 1 lood loodmonoxide of litargirum, galbanum van Ferula galbaniflua, 1 lood, mastiek van Pistacia lentiscus, mirre van Commiphora myrrha, wierook van Boswellia thurifera, terpentijn van Pistacia terebinthus of Larix europaea, van elk 1 lood.

1214. Tegen wonden die geheeld zijn [fol. 115v] van buiten en niet van binnen.

Recept: sap van malrove of Marrubium vulgare en drink het en leg het vast op de wond.

1215. Of ge weten wil of de wond dodelijk is of niet.

Zo geef hem te drinken sap van kervel of Anthriscus cerefolium: spuwt hij boven, hij zal genezen, en doet hij het niet, hij zal sterven. Of geef hem te drinken zenegroen of Ajuga reptans en scharlei of Salvia sclarea: zal hij genezen, ze zullen ter wonden uitkomen.

1216. Om wonden te helen buiten en binnen.

Recept: vet van spek en zeem en gerst of Hordeum vulgare meel, schapenvet en wijn en kook het.

[fol. 141v] 1217. Item. Om een mens die zijn seksuele potentie wil behouden.

Neem kamfer of Dryobalanops aromatica en neem dat in uw neus. En alzo lang als ge dat daarin hebt, zo zal uw seksuele potentie niet weg gaan.

1218. Item om een mens lief te doen hebben de andere.

Neem een hoofd van een sprinkhaan en dat draag voor de borst en gedroogd.

1219. Item om een mens die lief te hebben te doen volgen dat ze hebben wil.

Neem het hart van een kikvors die levend is op een woensdag en ijzerhard of Verbena officinalis en leg het op het altaar tijdens de mis.

1220. Item om een lief te hebben zodat ze tot mij komen zal.

Neen een hoofd van kraai (?) en verpulver dat hoofd in drank en geef het aan die waarvan je houdt.

Middelnederlandsche geneeskundige recepten en tractaten, zegeningen en toverformules, anoniem. Dr. W. L. De Vreese, Gent 1894.

Voorbericht.

Niets is immers zoo onzeker en wisselvallig als 's mensen leven, weshalve ik meen niet te mogen wachten tot wanneer de laatste aflevering van dit werk zal verschenen zijn, om openlijk mijn waren en warmen dank te betuigen aan verschillende personen, zonder wier hulp dit boek misschien nooit het licht zou gezien hebben.

In de eerste plaats aan de Koninklijke Vlaamse Academie te Gent: door mijn arbeid onder hare bescherming te nemen, heeft ze mij van alle materiële zorg ontlast; anderen mogen getuigen, welke verdienste de Academie zich verworven heeft, door de thans aan het licht gebrachte teksten voor de wetenschap toegankelijk te maken, afgezien van al datgene wat ik er als uitgever aan doe.

In de tweede plaats heb ik grote verplichtingen aan den heer Ferd. vander Haeghen, die mij het Gentsche handschrift, dat rec. 1-417 bevat, met de meeste welwillendheid toevertrouwde; aan het bestuur der Bibliothèque Nationale te Parijs, dat den codex, waarin rec. 418-590 te vinden zijn, op de boekerij alhier te mijner beschikking stelde, en aan Dr. W.N. du Rieu, door wiens bemiddeling zulks geschiedde; aan den heer J.W. van Leeuwen, uitgever te Leiden [VIII] wie het handschrift toebehoort, waaruit de drie laatste recepten dezer aflevering genomen zijn; eindelijk aan Dr. S.G. de Vries, die mij meer dan eens, waar de handschriften moeilijk te ontcijferen waren, zijne hulp niet onthouden heeft.

Nog een naam moet ik noemen. Zoo ik menige moeilijkheid te boven gekomen ben, dan heb ik het te danken aan Prof. Verdam, die mij niet alleen te hulp gekomen is met zijne veelzijdige kennis van het Middelnederlands, maar ook zijn woordenboek apparaat met onuitputtelijke bereidwilligheid, vaak met opoffering van veel tijd, menigmaal te mijnen behoeve doorzocht. Nogmaals breng ik hem daarvoor de verzekering mijner innige erkentelijkheid.

Daar het te mijnen gerieve is, dat het Bestuur der Koninklijke Vlaamse Academie er in toegestemd heeft dit werk in afleveringen te laten verschijnen, is het mijn plicht den gebruiker van het boek omtrent enkele punten niet in het onzekere te laten, zoals in dergelijke gevallen maar al te vaak geschiedt.

Uit bovenstaande regelen kan men zien waar deze recepten vandaan komen. Oorspronkelijk was het mijn plan, alleen den inhoud van het Gentse handschrift uit te geven, en zoo komt het dat deze codex, bij het aanwijzen der paginering, niet nader met een letter aangeduid is.

De aantekeningen aan den voet der bladzijden hebben geen ander doel, dan zoo nauwkeurig mogelijk den toestand van het handschrift bekend te maken. Veranderingen in de lezing der handschriften aangebracht zullen in de aantekeningen achter den tekst, waar bij gelegenheid ook over den inhoud der recepten zal worden gehandeld, zoveel als nodig gerechtvaardigd worden. Waar de lezer dus op een duistere {IX]

plaats stuit, kan hij zeker wezen daarover later iets te zullen vinden, al zal het niet altijd de oplossing der moeilijkheid zijn: ik ben niet ook geneesheer noch plantenkundige, noch apotheker. De uitgave dezer recepten, en dan nog wel naar vrij gebrekkige handschriften, levert dus allerlei moeilijkheden op - welke een rechtvaardig beoordelaar, naar ik hoop, niet uit het oog zal verliezen -, en toch ben ik overtuigd dat een filoloog voor dit werk beter berekend is, dan een geneesheer, een plantenkundige of een apotheker. Broeckx was ook geneesheer, maar zijne uitgaven van Johan Yperman zijn er niet te beter om geweest. Al zal het iedereen zeer zeker verheugen, indien ook de geschiedenis der geneeskunde, en vooral de folklore, met de uitgave dezer recepten en van wat later nog volgen zal, mocht gebaat worden, wat zij voor onze Middelnederlandse taalkunde bruikbaar opleveren, is zeker wel in de allereerste plaats van belang, en het zal later blijken dat dit bruikbare lang niet weinig is.

Leiden, 8 Juni 1894.

Willem de Vreese.

[17]

Recepten.

1. Venkel ghenut claert die oeghen ende verdrijft dat witte up die oeghen.

2. Jeghen menisoen, ziet wel langhe sleen ende drinct dat sop; probatum.

3. Dit es om te lacserene: benedictum lacseert; passe avant lacseert vullic.

4. Die niet ter camer gaen en can, neme saut ende boter even vele ende seem also vele, ende roert in een panne tot dicke wert; laet coelen, dan maect tappe, vinghers lanc, ende steec in hu fondament; houdet met uwen vinger vast in ende sit up een stoel met een gat.

5. Item wiltu hebben ghecrunkelt haer, so zaltu dijn scouderbeen besmeeren met biest of met melc van eere coe die heeft calf.

6. Om te trecken een tant met een stroe, neemt smeer van een haselpuut ghesoden, ende smer [18] datter boven vloet up water; dat doet an een stroe ende noept den tant daer met, so sal hi vullic huut gaen.

7. Rute es goet jeghen de tantzweere, sij dat zake datmense siet ende stampe ende mer af maect een plaester ende buten derjeghen leit.

8. Jghen ghescuerte, neemt compernolen een groet deel, ende braetse up colen wel seere ende lechse up de scuere al heet, ende daer boven een linen douc .iiij. vout, ende alst cout es een ander also; ende licht metten buke upwert; dit doet .x. of .xij. of .xviij. daghen; ghi sult ghenesen over waer.

9. bloet stelpen.

Om bloet te stelpene ter neuse, neemt een cleen rijskijn van witter wulgen, ende maect deraf een cleen rijncskijn an uwen lancsten vinger van der hant, an de selve side der hu de nuese bloet; het es gheprouft.

10. Orine te maken.

Polioen ghesoden in sacwin, in een nieu erden potkin, ende dat ghedaen in een nieu kempin sackin, ende gheleit al heet up de blase, boven de manlichede, doet wel orine maken. [19]

11. Met asschen van hoye maectmen zwert was.

12. Botten van popelieren, daer in ghedaen versche botere ende nasscade ende donderbaere, dat es goede zalve.

13. Wildi alle die vlieghen doen sterven, die in een huus sijn, so neemt operment ende ghemalen glas, ende vrivet dat herde cleene te samen, ende stoetet met honighe ende met melke te samen, ende smeert dat huus ten .ij. steden ofte te .iij., ende dan zullen de vliegen sterven; dits gheprouft.

14. Wildi alle die vloyen verjaegen, so neemt die spruten van hesschenboemen ende bladeren van den berkeboeme, ende neemt die coelstoc van den coelen ende een cruut dat ebel heet ofte ebulus, ende dat legghet onder dbeddestroe; so seldi al uwe vloyen verliesen; dits gheprouft.

15. Wildi luse verdriven van eenen mensche, so neemt een cruut datmen heet staffisagria, ende sulver ende quicselver ende versch swinensmout, ende breket te samen ende smeret hu dermede. soe werdire quite; doedit .v. werf of .vj.; gheprouft.

16. Om te maken groene verwe om te scrivene, neemt de blaederen van ondernaschaden, ende wrijftse met critte up eenen steen, tote dat wac si om te scrivene, ende wacht dat ghijre niet te vele toe en doet van den vorseiden cruden, ende dan eist goet om te scrivene. [20]

17. Om coperwit te makene, men sal nemen wijnsteensaut ende orine van eenen man, ende dit salmen te gader doen in eenen mortier, ende minghelent al over oep; dit ghedaen, men sal nemen dat ute den mortiere, ende doent in eenen croes met coper ende doent sieden te gader met die coper in den croes ende dat coper sal werden wit.

18. Jeghen Rompelen int aensichte, neemt litargirus, sagimen, verit., ana fiat pulvis elc bi hem met aysine, ende doet in .j. violen ende hutset, so werdet melc, ende net de romplen; voert strijct de melc an dine scedelen, sone mach dine siene niet aergheren.

19. Jeghen menisoen te stremmene, doet dodere van den eye ghesoden hart, ende bernetse al brun in een panne; daerna neemt bloeme ghebernet zwert, ende daertoe .ij. deel melc ende derdendeel water, ende ghesoden in cleenen viere, tote derdendeele; hi zal stremmen.

20. Jeghen sproeten int aensichte, neemt .j. niewen erdenen pot, ende vultene met den sande ende blade van roesen ende neemt claere fonteine; ende siedet up tvier ghelijc zalve; dan doet in een ghelas ende dwaet daermede.

[17]

Recepten.

1. Venkel genuttigd verheldert de ogen en verdrijft dat witte op de ogen.

2. Tegen buikloop, kook goede lang slee of Prunus spinosa en drink dat sap; het is bewezen.

3. Dit is om te laxeren: Cnicus benedictus laxeert; rozijnen laxeren volledig.

4. Die niet ter toilet gaan kan neemt van zout en boter even veel en honing alzo veel en roer het in een pan totdat het dik wordt; laat het dan koelen en maak er tappen van vingers lang en steek het in uw fundament; houdt het met uw vinger vast in en zit op een stoel met een gat.

5. Item, wil u hebben gekruld haar zo zal u uw schouderbeen besmeren met biest of met melk van een koe die gekalfd heeft.

6. Om te trekken een tand met een stro, neem vet van een gekookte hazelworm en smeer [18] dat er boven vloeit op het water; doe dat aan een stro en raak daarmee aan de tand zo zal het volledig uitgaan.

7. Ruit of Ruta graveolens is goed tegen de tandpijn, is het zaak dat men het kookt en stampt en men er een pleister van maakt dat die van buiten er tegenaan legt.

8. Ten breuken, neem kampernoelie een groot deel en braadt ze zeer goed op kolen en leg ze op de breuk alzo heet en daarop een linnen doek viervoudig en als het koud is een anderen en lig met de buik omhoog; doe dit 10 of 12 of 18 dagen; ge zal zeker genezen.

9. Om bloed te stelpen.

Om bloed te stelpen ter neus, neemt een klein twijgje van de witte wilg en maak daarvan een klein twijgje aan de langste vinger van uw langste hand aan dezelfde zijde waar het uit uw neus bloedt, het is beproefd

10. Om urine te maken.

Polei of Mentha pulegium gekookt in een zakje in een nieuw aarden potje en dat gedaan in een nieuwe hennep zakje en al heet op de blaas gelegd boven de mannelijkheid laat goed urine maken. [19] 11. Met as van hooi maakt men zwarte was.

12. Knoppen van populieren waarin gedaan is verse boter en nachtschade of Solanum nigrum en donderbaard of Sempervivum tectorum, dat is goede zalf.

13. Wil u alle vliegen laten sterven die in een huis zijn, zo neem operment of arseensulfide en gemalen glas en wrijf dat erg klein tezamen en stamp het met honig en met melk tezamen en besmeer dat huis op 2 plaatsen of te drie en dan zullen de vliegen sterven; dit is beproefd.

14. Wil u alle vlooien verjagen, zo neem de spruiten van essenbomen en de bladeren van de berkenbomen en neem de koolstok van de kolen en een kruid dat ebel heet of Sambucus ebulus en leg dat onder het bedstro; zo zal je al je vlooien verliezen; dit is beproefd.

15. Wil je luizen verdrijven van een mens. Zo neem een kruid dat men noemt Delphinium staphisagria en zilver en kwikzilver en vers varkensvet en meng het tezamen en besmeer uw huid daarmee. Zo word je ze kwijt; doe dit 5 of zesmaal , het is beproefd.

16. Om te maken groene verf om te schrijven, neemt de bladeren van nachtschade of Solanum nigrum en wrijf ze met krijt op een steen totdat ze vochtig zijn om te schrijven en wacht dat ge er niet teveel bij doet van die voor genoemde kruiden en da is het goed om te schrijven. [20]

17. Om koperwit te maken, men zal nemen zout van wijnsteen en urine van een man en dit zal men tezamen doen in een mortier en meng alles door elkaar; als dit gedaan is zal men het uit de mortier nemen en het in een kroes met koper doen en laat het tezamen koken met die koper in die kroes en dat koper zal wit worden.

18. Tegen rimpels in het aanzicht, neem litargirum, soort magneetsteen, elke gelijk deel poeder en elk apart met azijn en doe het in 1 viool en hussel het, zo wordt het melk en nat de rimpels; voort strijk de melk aan uw schedel zo mag u het zien niet slechter worden

19. Om buikloop te stremmen. Laat dooiers van eieren hard koken en brandt ze geheel bruin in een pan; daarna neem de zwart gebrande bloem en daartoe 2 deel melk en een derdedeel water en kook het op een laag vuur in tot het derdedeel; het zal stremmen.

20. Tegen sproeten in het aanzicht, neem 1 nieuwe aarden pot en vul het met zaad en bladeren van rozen en neem helder bronwater en kook het op het vuur gelijk was, doe het dan in een glas en was daarmee.

21. Omme groen leder te makene, nemt de bladere van den hulse ende stampse, ende dan nemt dat sap ende wrivet up de vleeschsside, ende bestriket daermede; dan werdet groen ende saut daertoe. [21]

22. Hoe men die voete altoes sal warem hebben: nemt peper ende stampet te pulvere, ende minghet met olien, ende daer mede besmere die planten van den voeten; zi sullen waerem bliven.

23. Omme te ghenesene seere veden, ende alle leden daer vier in es, men sal nemen cossouden ende stampense met betonien, ende dat salmer up legghen ende dit saelt ghenesen.

24. Noch anders: nemt poeder van beene ghebernet, ende minget met aysine ende lecht up die lede daer vier in es; dat saelt blusschen.

25. Omme te makene water, daermen mede scriven mach up wullin laken zwerte beelden, nemt .j. vierendeel wits wins, ende sterc, ende .j. hantvul houts ysers, ende also groet als een ey aterments, ende doet al te gadre in eenen pot, ende latet zieden also langhe dat wel de heelt versoden si; dan settet af ende latet coelen, so wat dat ghi daer mede verwen wilt scaerlaken, dat mueghedi verwen, ende latet wel droghen, so en gaet nemmermeer af; tes gheprouft.

26. Omme schoen haer te makene, neemt sofferaen ende ghemalen breseliout, ende greine, ende een lettel van ghesleghene goude; dat salmen te gader stampen, ende minghen met roesewatre, ende latent .iij. daghe staen weken; daer na salment in eene clocke doen over tfier, ende sublimerent ende ontfanghent; dermede salmen dat schoenste haer maken in de sonne dat men visieren soude. [22]

27. Jeghen de spenen, badet devel in lauwen watre, ende dan zalvet met barghine overjaersche smeere, ende dan wrivet met atermente; ende dan sal men nemen .i. hantvul ghaerwen, ende stampent ende leggent derup.

28. Jeghen de ghelue zocht, die sal drinken sijn orine daer sofferaen in es, .ix. daghe lanc nuchtere. Of neemt ghent van dere gans haer drech ghestampt met wine, ende oec ghedronken; dit gheneest.

29. Omme zalve te makene jeghen de popelsie, neemt beversijn, olie van baye ende termentijn, zwinensmout ende scapenroet, ende strijket daer soe es; het sal betren ende niet aergheren.

30. Olie van rosemarijn maectmen dus, ende heeft die cracht van balsemen, ende es een wonderlijc dinc, die maect men dus: men vullet .j. glaesin vat met finen bloumen, ende men stoppet met .j. ghewasten dobbelen douke of met wasse so deckende, ende dan graeftment ende stoppet in derde of int sant, toter middewert; also laetmen staen .j. maent of meer, tote dat die bloumen sin ghedissolveert in watere, ende tsuver watere doet men of in een ander ghelas ende stellet ter sonnen .xl. daghen of meer, tote dat dicke wert ghelijc olien ofte balseme; dese olie conforteert therte ende de her||sene ende die vercrancte senuwen; so wert de plecken ende smetten vanden aensichte; so behoet de joncheit ende so [23] ghedoecht de experencie van balseme. Bedi een dropel van deser olie ghedaen up twater gaet te gronde ende blijft daer staende; ende eist datmen van deser olien doet in turbel oghen, die tsien beletten, tsnavens dicwile doende, so gheneest de smetten, de tranen, ende alle mesquamen van den oegen die tsien beletten.

31. Omme die yechticheit maect .j. graf, also lanc als een man es, ende neemt colen ende droghen beene die men vint upt velt, ende leghese int graf ende ontsteecse ende decse met eener hurt, ende neemt adic, ende deckene dermede, ende dan leghet den sieken derboven ende dectene wel met cleederen; ende als hi langhe over de eene side hevet gheleghen, dan keerden over dander side; die hitte sal hem die yechte huten velle trecken.

32. Om den lichame vaerinc te makene, neemt zeem ende siedet; ende doet lijnsaet over een ende bint dat up die navele; dit doet harde wel ter camere gaen.

33. Jeghen drope, neemt orine, ende sietse in een panne, so langhe dat dicke wort; dan wrijfter die zeerhede mede; so sal heelen.

34. Jeghen beven met den leden, neemt sap van bivoete, ende minghet met olien van roesen; ende salvet dermede die leden die beven.

35. Item jeghen vercrompen zenuwen suldij nemen een nieubacken heet gherstenbroet, ende snijt [24] dat dwers duere, ende lecht dat an beden sijden derjeghen, also heet als ghijt ghedoghen muecht; ende dan recht hu senen wel zeere ywers an; dit doet dickent.

36. Salve te make jeghen wonden: men sal nemen de botten van den popelierbome, ghelesen in den mey, ende ghesoden in botre, so langhe dat so wert groene; dat es goede salve.

37. Salve te makene jeghen alrande quetsinghen: men sal nemen .j. hantvul nasschaden; .j. hantvul apien; .j. hantvul seniclen; .j. hantvul bladeren van der glorifielaten ende .j. hantvul violettencruuts; ende stampet al over een; ende .3. virrendel was; ende een alf lib. barghinssmouts; dit siet men langhe oft waere wermoes, ende wringet doer .j. scoen cleet. dats hutermaten goede salve.

38. Salve te makene jeghen tgheswel van der maghen: men sal nemen rut, ende apie, ende dille, ende olie van oliven, ende botre; dit sal men altegader sieden, ende maker of zalve. ende men zal den zieken salven tusschen sine naffele ende sine borst.

39. Wildi of doen die roede plecken, die eenen mensche comen in sijn aensichte, so suldi nemen [25] belrichssaet, ende witten ghinghebeere, ende wortelen van lelyen, ende swevel; ende dat sieden wel in smoute, sonder saut; ende doet daer toe een lettel wins, ende latet sieden dattet si harde dicke; ende dan doet in eene bosse, ende smeert die vlecken ende dat roede int aensichte des avens ende des smorghens; des dwaet hu met wijnedyc ende laetet droghen hem selven; ende doet wel dicke; so saelt hu wel verghaen.

40. Wildi of doen die sproeten, die een mensche heeft in sijn aensichte, ofte anden live, ofte an de kele, ofte ander lelike vlecken, die men heeft, die men heet honichmael, so neemt winsteen van witten wine ende die wortelen van witten lelien, ende lubberstekel, ende wortelen van serpentinen ende bakelare ende belrixssaet, ende stoetet dat al te samen in eenen mortier; ende doet in enen pot ende settet derup eene clocke, ende maket also men rosewater doet, ende neemt al dat water dat daer af comt ende neemt dan weitinen meele ende wrive die plecken dermede herde seere .iij. daghe ofte .iiij.; ende dan so neemt van den vorseiden watre, ende wrivet die stede daer mede; die vlecken sullen verghaen. dit es gheprouft.

21. Om groen leer te maken, neem de bladeren van de hulst en stamp ze en dan neem dat sap en wrijf het aan de vleeskant en bestrijk het daarmee; dan wordt het groen en zacht daartoe. [21]

22. Hoe men de voeten altijd warm zal hebben: neem peper en stamp het tot poeder en meng het met olie en daarmee besmeer de zolen van de voeten; ze zullen warm blijven.

23. Om te genezen zere roede en alle leden waar het vuur in is, men zal nemen Bellis perennis en stamp het met betonie en dat zal men er op leggen en dit zal het genezen.

24. Noch anders: neem poeder van been gebrand en meng het met azijn en leg het op de leden daar het vuur in is; dat zal het blussen.

25. Om te maken water waarmee men schrijven mag op wollen lakens zwarte beelden, neem een vierendeel witte wijn en sterk en een handvol hout ijzers en alzo groot als een ei atrament (koper of ijzersulfaat) en doe alles tezamen in een pot en laat het koken alzo lang totdat de helft verkookt is; zet het dan er af en laat het koelen en zo wat ge daarmee schrijven wil scharlaken dat mag je er mee verven en laat het goed drogen dan gaat het er nimmermeer af; het is beproefd.

26. Om mooi haar te maken, neem saffraan en gemalen Brazilië hout (Caesalpinia) en Ammomum melegueta en een beetje van geslagen goud; dat zal men tezamen stampen en het mengen met rozenwater en laat het drie dagen staan te weken; daarna zal men het in een distilleerklok doen boven het vuur en sublimeren en ontvangen het; daarmee zal men dat mooiste haar maken in de zon dat men bedenken zou. [22]

27. Tegen de aambeien, baadt het euvel in lauw water en zalf het dan met overjaars varkensvet en wrijf het dat met atrament; en dan zal men nemen 1 handvol duizendblad en stamp het en leg het daarop.

28. Tegen de geelzucht, die zal drinken zijn urine daar saffraan in is 9 dagen lang nuchter. Of neemt datgene van de gans zijn drek gestampt met wijn en ook gedronken; dit geneest.

29. Om zalf te maken tegen de beroerte, neemt bevergeil, olie van laurierbes en terpentijn, varkensvet en schapenvet en bestrijk het daar het is, het zal verbeteren en niet verergeren.

30. Olie van rozemarijn maakt men aldus en heeft de kracht van balsem en is een wonderlijk ding en die maakt men aldus: men vult een glazen vat met fijne bloemen en men stopt het met een gewassen dubbele doek of met was zo bedekken en dan begraaft men het en stopt het in de aarde of in het zand tot het midden; alzo laat men het een maand of meer staan totdat de bloemen in het water zijn opgelost en het zuivere water doet men in een ander glas en stelt he tin de zon 40 dagen of meer totdat het zo dik als olie of balsem wordt; deze olie versterkt het hart en de verzwakte zenuwen; zo gaan de plekken en smetten van het aanzicht en zo behoedt het de jeugd en zo [23] lijkt het op de werking van balsem. Omdat een druppel van deze olie op het water gedaan ten gronde gaat en blijft daar staan en is het dat men van deze olie in een troebel oog doet die het zien belet en dat ’s avonds vaak doet zo geneest het de smetten, de tranen en alle miskwamen van de ogen die het zien beletten.

31. Tegen de jicht, maak een graf alzo lang als een man is en neem kolen en droge benen die men op het veld vindt en leg ze in het graf en ontsteek ze en bedek het met een hort en neem azijn en bedek hem daarmee en leg dan de zieke daarboven en bedek hem goed met kleren en als hij lang aan een zijde heeft gelegen keer hem dan over de andere zijde; die hitte zal hem de jicht uit het vel trekken.

32. Om de loop snel te maken, neem honing en kook het en doe er lijnzaad overheen en bindt het op de navel; dit laat erg goed ter toilet gaan.

33. Tegen huidziekte, neem urine en kook het in een pan en zo lang totdat het dik wordt; dan wrijf er die zeer mee; zo zal het helen.

34. Tegen beven van de leden, neem sap van bijvoet en meng het met rozenolie en zalf daarmee de leden die beven.

35. Item, tegen verkrompen zenuwen zal je nemen een nieuw bakken heet gerstebrood en snij [24] dat dwars door en leg het aan beide zijden daartegen alzo heet als ge gedogen mag; en dan recht uw zenuwen er wel zeer goed tegen aan en doe dit vaak

66. Zalf te maken tegen wonden: men zal nemen de knoppen van de populierboom die in mei verzameld zijn en gekookt in boter zo lang totdat het groen wordt; dat is een goede zalf.

37. Zalf te maken tegen allerhande kwetsingen: men zal nemen een handvol nachtschade, een handvol Apium, een handvol Sanicula europaea, een handvol bladeren van Geum urbanum en een handvol violen kruid en stamp alles door elkaar en een 3 vierendeel was en een half pond varkensvet; dit kookt men lang alsof het warmoes was en wring het door een schoon kleed, dat is een uitermate goede zalf.

38. Zalf te maken tegen het gezwel van de maag: men zal nemen wijnruit en Apium en dille en olie van olijven en boter; dit zal men alles tezamen koken en er een zalf van maken en men zal de zieke zalven tussen zijn navel en zijn borst.

39. Wil je afdoen die rode plekken die een mens in zijn aanzicht komen, zo zal je nemen [25] bilzekruid of Hyoscyamus niger en witte gember en wortels van lelies en zwavel en kook dat goed in vet zonder zout en doe daartoe een beetje wijn en laat het koken totdat het erg dik is en doe het dan in een bus en besmeer die vlekken en dat rode in het aanzicht ’s avonds en ’s morgens; dan wast u zich met wijnazijn en laat het van zichzelf opdrogen; doe het wel vaak en zo zal het u vergaan.

40. Wil je afdoen de sproeten, die een mens heeft in zijn aanzicht of aan het lijf of aan de keel of andere lelijke vlekken die men heeft die men noemt honichmaal, zo neem wijnsteen van witte wijn en de wortels van witte lelies en maggi of Ligusticum officinalis en wortels van adderwortel of Polygonum bistorta en laurierbes en bilzekruid zaad en stamp alles tezamen in een mortier; en doe het in een pot en zet daarop een distilleerklok en maakt het alzo men rozenwater doet en neem al dat water dat daarvan komt en neem dan tarwemeel en wrijf de plekken daarmee erg zeer 3 dagen of 4; en dan zo neem van het voor genoemde water en wrijf die plaats daarmee; de vlekken zullen vergaan, dit is beproefd.

41. Wildi doden eenen oernworem in eens smenschen oere, of anders quade worme, die daer in comen moghen, so neemt tsap van huusloeke ende doet in die oere; so sterven sij. dits gheprouft.

42. Aldus maect men de plaester van henricus: [26] neemt .j. vierendeel pex; .j. lib. was; .j. lib. termentinen; dan moetmen hebben .iij. cruden: duerghinghe, weghebreede ende rondeel; van elx van eene pont scotel vol soops, ende siedent wel, eer ghi twas in doet; ende alst ghesmolten es, dan doeter in die termentine ende dan neemt verrendegrise, cleene te broken; ende stroyet der in tote dat hu dinct groene ghenouch.

43. Omme bloet te stelpene ter ader, of ten wonden, neemt verdegrise ende stroyt derup; het sal stelpen sonder sij.

44. Omme te sachtene alle ghezwel, N. tarwin gruus ende huusmuer, ende barghinsmere; dit ghesoden in eysine ende al heet daerup gheleit; het sal sochten. Gheprouft.

45. Jeghen quade gate in beenen, of in ander lede, neemt duust van evenenmeele, of van ghersten ter quernen ghemalen; ende tsop van donderbarde, ende tempert te gader dermede coukelkine; ende lechse up die gate een lettel breeder dan die gate; ende het wille sijn vernieut elx daghes eene werf of twee. dit es gheprouft.

46. Jeghen been gheforseert int hoeft, neme violettecruut ende durghinghe ende stampse met wine ende met water, ende gheeft hem te drinken; al waere die wonde altote die staerchede, si soude ontdoen ende setten been weder te ponte. dits waer gheprouft. [27]

47. Dits plaester van Jherusalem van .ix. daghe, helende alle wonden ende es zeere goet te hoeftwonden. neemt sop van betonien β pinte; pinpenelle .ij. hantvul; agrimonie .j. hantvul; dese stampt wel ende giet derup tsop van betonien ende β pinte wins ende stellet in eenen niewen pot, wel ghedect onder paerdemes, .iij. daghe; dan siedet met noch β pinte wijns; dan coleret ende doet de doghet te viere ende daer toe was β lib.; hars .iiij. ℥ ende doet derin wieroec ende croppe van eghelentiere, wel ghepulvert elx β sisein; termentine β. walket.

48. Item smeere van dassen, catten, honden, nieu was maghedin, olie van oliven, ende een lettel hars ghesoden, derin ghestroyt wieroecpulver; dits goet diauteit. het verwaremt ende socht vercoude lede ende zeere in gheheeler huut.

49. Neemt vlienderblader ende bloesemen, ende maect daer af water met wine; dit water heeft cracht, ghedronken, dat bi rechter naturen de fluemen, die in den lichame sijn, verhart, ontbint ende doese nederwaert dore den buuc ghaen.

50. Item bloeseme van vliender, ghedroecht ende in spisen ghedaen, dat verdrijft alle quade nature van fluemen, ende doese dore gaen.

51. Item water van den vorseiden bloesemen verdrijft die heete van der maghe, van der lever ende de gelsucht. [28]

52. Men sal winnen wingaertwater in den lentin, als men den wingaert snijt; dat daer hute leken zal, dat salmen ontfaen in een scone vat; het heet zonderlinghe cracht smerte ende steecte der oghen te verdrivene van heeten zaken, ende donker oghen te claersene, up dat men doe in elken houc van den oghen eenen dropel.

41. Wil je doden een oorworm in een mensen oor of andere kwade wormen die daarin mogen komen; zo neem het sap van huislook of Sempervivum en doe het in de oren dan sterven ze, dit is beproefd.

42. Aldus maakt men de pleister van Henricus: [26] neemt 1 vierendeel pek, 1 pond was, 1 pond terpentijn; dan moet men hebben 3 kruiden: doorwas of Bupleurum rotundifolium, weegbree en Glechoma hederacea van elk een pond schotel vol sap en kook het zeer goed eer ge het in de was doet en als het gesmolten is doe er dan de terpentijn in en dan neem Spaans groen, klein gebroken, en strooi het erin totdat u denkt dat het groen genoeg is.

43. Om bloed te stelpen ter ader of ten wonden, neemt Spaans groen en strooi het er op; het zal stelpen zonder tijd.

44. Om te verzachten alle gezwel. Neem tarwe gruis en huismuur (vogelmuur Stellaria media of Sempervivum tectorum?) en varkensvet; dit kook je in azijn en al heet daarop leggen; het zal verzachten. Beproefd.

45. Tegen kwade gaten in benen of in andere leden, neem duist van evenie meel (Avena fatua), of van gerst ter handmolen gemalen, het sap van donderbaard of Sempervivum tectorum en meng het tezamen tot een koekje en leg het op die gaten en wat breder dan het gat en het wil vernieuwd worden elke dag een of maal twee. Dit is beproefd.

46. Tegen been gekneusd in het hoofd, neem violen kruid en doorwas en stamp ze met wijn en met water en geef het hem te drinken; al was die wonde al tot die kracht, het zou openen en het been weer te punt zetten. Dit is voor waar beproefd. [27]

47. Dit is de pleister van Jeruzalem van 9 dagen, het heelt alle wonden en is zeer goed tot hoofdwonden; neem het sap van betonie of Stachys officinalis een halve pint; Pimpinella saxifraga 2 handen vol; Agrimonia 1 handvol; deze goed stampen en giet daarop het sap van betonie en halve pint wijn en stel het in een nieuwe pot goed bedekt onder paardenmest 3 dagen en kook het dan nog eens in een halve pint wijn; dan zeef het en doe het weer te vuur en daartoe een half pond was; hars 4 drachme en doe daarin wierook en knoppen van egelantier of Rosa canina, goed verpoederd en elk half drachme en een half pond terpentijn in mengen.

48. Item, vet van dassen, katten, honden, nieuwe maagdelijke was, olie van olijven en een beetje hars gekookt en daarin strooien wierook poeder, dit is een goede diante, het verwarmt en verzacht koude leden en zeer in de gehele huid.

49. Neemt vlierbladeren en bloesem en maak daarvan een water met wijn; dit water heeft kracht gedronken dat het bij rechte naturen de fluimen die in het lichaam zijn verhard los maakt en laat ze nederwaarts door de buik gaan

50. Item, bloesem van vlier gedroogd en in de spijzen gedaan dat verdrijft alle kwade naturen van fluimen en laat ze door gaan.

51. Item, water van de voor genoemde bloesems verdrijft de hitte van de maag, van de lever en de geelzucht. [28]

52. Men zal winnen wijngaard water in de lente als men de wijngaard snoeit en dat er uit druppelen zal dat zal men ontvangen in een schoon vat; het heeft bijzondere kracht smarten en steken der ogen te verdrijven van hete zaken en donkere ogen te verhelderen opdat men in elke hoek van de ogen een druppel doet.

Hier beginnen de cyrope: van allen ghemeenen cyropen, zomich cout, zomich heet, zomich stoppende, zomich lacxiert, som van blommen, som van vruchten, somich van spisen.

53. Een cout cyrop stoppende maect men dus: .i. lib. roseblader, ende doese in .iiij. lib. waters, ende versiedet dat derden deel in so langhe dat die roesen sinken up den gront, ende dwater bestaet te dickene; ende dan siet dor een cleet ende doeter toe .j. lib. zukers, ende alst suker ghesmolten es, dan doet noch dor eenen sconen douc.

54. Item omme alle cyrope te claersene, soe siet anderwerf met den zuker; ende als die zuker ghesmolten es, dan doet van den viere ende laetet coelen, ende doeter in .iij. of .iiij. witte van eyeren, ende breecse wel cleene; ende dan doet weder upt vier ende roeret ghestadelike, tote dat heet es; so sal dat witte met ziere waechede boven commen, so sal dat cyroop sceeden dor dat witte van den eyeren. dan doet noch sieden met cleenen viere, tote dat ghenouch es; dan sulghijt prouven up uwen naghel: blijft die dropel ront daerup, so eist ghenouch; dan claerset zoetelike doer eenen douc, dat witte niet mede dore ne ga. Dit cyroop verdrijft den heeten tercia, ende coelt, ende doet wel slaepen; maer es des smenschen lichame bestopt, so sal hijt niet nemen. [29] mer geeft hem cyroop van fiolen: dat laxeert, dat mach de zieke nemen tallen stonden, sonder vreese.

55. Cyroop de calamento dat es stoppende, ende men maket dus: bloumen die staen in den oppersten top van der munten, sietse langhe in water, dan doet doer een cleet, ende doet daer toe .ij. ℔. zukers of .iij., na dat cyroop groet es; dit cyroop verdrijft die grouve winden ende turcioen uter mage, ende ontstopt den lichame, ende de milte ende de lever ende de moeder des lichamen.

56. Siroop van alsen maect men dus: neemt alsen ende breecse ende sietse in water langhe ghenouch ende doet daer toe suker ende maect also een syroop.

57. Item aldus maect men wijn van alsen: stampt alsen ende duwet ute met wine; ende dat maect claer of neemt een zuver vat, ende doet den wijn daerin staen: dats wijn van alsen, ende heeft alle die selve macht, ende verdrijft den reede tercia ende quarte; hi starc die maghe ende verduwt alle quade humoren die in den lichame sijn, ende regiert de moeder ende staerc ende ontstopt milte ende lever, ende verdrijft flumen, ende doot den pierworme, ende ontstopt van allen zaken.

58. Item om ghezwel uute te doen breken, nemet comijn ende versche botre, ende siedet te gader ende legghet daer up. [30]

59. Jeghen clieren, maect asscen van coelstocken, ende temperse met honighe, ende zalft die clieren daer mede.

60. Die sine orine niet maken mach, hi neme gherwe, ende stampse, ende drinct met asine ende hem wert bet.

61. Jeghen kinder die ghescuert sijn, te heelne sonder snijden, men neme vriesewonde ende grafenede, ende sietse in borne met groten walle; ende dan nemse uten borne ende sietse in melke; ende den borne salmen drinken nuchtens, ende de melc navens; ende dit salmen doen .xviij. daghe lanc.

62. Omme dlijm van der herten [te] doen schedene, neemt sentorie ende sietse wel in wine of in stellen biere, ende dan stampet de sentorie ende lechse weder int sop, ende sietse noch ende stemse dor een cleet; ende dan neemt de .ij. deel van der sentorie ende een deel zeems, dat siet wel ende scumt, tote dat dicke si; ende dan doet in eene bosse, ende hier af salmen de zieken gheven tetene .iij. lepel vul sdages: .i. nuchtens, .i. noenens, .i. savens, tote hi ghenesen sij. dit sal hem doen dlijm van der herten scieten ende het sal hem gheven apetijt van eten ende van drinkene.

63. Item om tselve: neemt sop van venkele .ij. deel, ende .i. deel seems; ende siedet te gader wel ende langhe, ende ghevet den sieken drinken met lauwen wine; altoes nuchtens tote hi ghenesen es. [31]

64. Dassensmeere, cattensmeere, hondensmeere, magdenwas, olie van oliven, ellettel herst, allettel wieroex, al dit salmen zieden over een ende wrivet dor een cleet; dit es goede zalve: si verwermet die lede die vercout sin, ende zeer in gheheeler huut, ende zachse seere wel.

65. Zalve te makene van popelierbotten: die salmen stampen al ontwee, ende doense in eenen erdinen pot, ende laetense vorten ende rijpen; ende als men popelioen hebben wille, so salmen meysche botre nemen, ende van dien rijpen botten, ende ziedense over een so langhe datse groene es, ende doense dor een linen cleet. dese zalve es goet daer een mensche wee heeft in de lede, ende die huut niet ontkeert en es, eyst van fledersine of van anderen dinghen, ofte jegen quade vier ende quaede [gate] in de been.

66. Glaedie es goet jeghen zicchede vander borst ende jeghen verstopthede van der leveren, ende jegen quaede lendenen ende milte, ende jeghen quade blaese; si dat men haere wortele ziedet in wine ende dien wijn drinct.

67. Om clieren te ghenesene ende te doen verdwinene, neemt huemst, ende zietene met roden coelen ende lecht dat up die clieren.

68. Die dorne of hout int lijf steect, neemt van [32] jonghen haselblaedere, ende minct met wasse, ende lecht daer up.

69. Omme den lichame te makene, maect een plaester van zeeme ende van linsade, tusschen twee ghesoden, ende up die naffele ghebonden: dit doet harde wel ter cameren gaen.

70. Tsmout van eenen hont, ghetempert met houder olyen ende metten zape van alsenen, ghegoten teen over dandre: so hoe dat die doefheyt es comen daerin, so wart verdreven daermede.

Hier beginnen de siropen: van alle algemene siropen, sommigen koud, sommigen heet, sommigen laxeren, sommige van bloemen, sommige van vruchten en sommigen van spijzen.

53. Een koude stoppende siroop maakt men aldus: 1 pond rozenbladeren en doe ze in 4 pond water en kook het tot het derde deel in en zo lang totdat de rozen op de grond zinken en het water begint te verdikken en zeef het dan door een kleed en doe er toe 1 pond suiker en als de suiker gesmolten is doe het dan nog eens door een schonen doek.

54. Item, om alle siropen te verhelderen zo kook het andermaal met de suiker en als de suiker gesmolten is doe het dan van het vuur en laat het koelen en doe er in het witte van 3 of 4 eieren en breek ze goed klein en doe het dan weer op het vuur en roer het steeds totdat het heet is; zo zal het witte met zijn vochtigheid boven komen en zo zal de siroop scheiden door dat witte van de eieren, laat het dan nog wat koken met een laag vuur totdat het genoeg is, dan zal ge het proeven op uw nagel; blijft die druppel rond daarop dan is het genoeg. Zuiver het dan zachtjes door een doek zodat het witte er niet mee door gaat. Deze siroop verdrijft de hete driedaagse en verkoelt en laat goed slapen; maar is het mensen lichaam verstopt, dan zal hij het niet nemen, [29] maar geef hem siroop van violen; dat laxeert, dat mag de zieke nemen te alle stonden zonder vrees.

55. Siroop de calamento, dat is een stoppende en men maakt het aldus: bloemen die staan in de opperste top van de munt, (Calamintha officinalis) kook ze lang in water, dan doe het door een kleed en doe daartoe 2 pond suiker of 3 nadat de siroop groot is; deze siroop verdrijft de grove winden en buikpijn uit de maag en ontstopt het lichaam en de milt en de lever en de baarmoeder van de lichamen.

56. Siroop van alsem maakt men aldus: neem alsem en breek het en kook het in water lang genoeg en doe daartoe suiker en maak alzo een siroop.

57. Item, aldus maakt men wijn van alsem: stamp alsem en duw het uit met wijn en dat maak je helder of neem een zuiver vat en laat de wijn daarin staan: dat is wijn van alsem en heeft al dezelfde macht en verdrijft de derdedaagse en vierde daagse koorts, het versterkt de maag en verduwt alle kwade levenssappen die in het lichaam zijn en regeert de baarmoeder en versterkt en ontstopt milt en lever en verdrijft fluimen en doodt de pierwormen en ontstopt van alle zaken.

58. Item, om gezwel uit te laten breken, neem komijn en verse boter en kook het tezamen en leg het daarop. [30]

59. Tegen klieren, maak as van koolstokken en meng het met honing en zalf de klieren daarmee.

60. Die zijn urine niet goed maken mag, hij neemt duizendblad en stampt het en drinkt het met azijn en hem wordt het beter.

61. Tegen kinderen die een breuk hebben te helen zonder te snijden, men neemt Hylotelephium telephium en knoopkruid of Centaurea jacea (?) en kookt ze in bronwater met grote wellen en dan neem ze uit het water en kook ze in melk en het water zal men drinken ’s morgens en de melk ’s avonds en dit zal men doen 18 dagen lang

62. Om het lijm van de hart te laten scheiden, neem duizendguldenkruid of Centaurium erythraea en kook het goed in wijn of in stellen bier en dan stamp het duizendguldenkruid en leg ze weer in het sap en kook het nog eens en zeef het door een kleed en dan neem een deel van het duizendguldenkruid en een deel honing kook dat goed en schuimt totdat het dik is en doe het dan in een bus en hiervan zal men de zieken geven te eten 3 lepels vol per dag, 1 ’s morgens, 1 met de noen en 1 ’s avonds totdat hij genezen is. Dit zal hem het lijm van het hart laten schieten en het zal hem geven appetijt van eten en van drinken.

63. Item, tegen hetzelfde: neemt sap van venkel 2 delen en 1 deel honing en kook het goed en lang tezamen en geef het de zieken te drinken met lauwe wijn en altijd ’s morgens totdat hij genezen is. [31]

64. Dassenvet, kattenvet, hondenvet, maagden was, olie van olijven, een beetje hars, een beetje wierook, dit alles zal men door elkaar koken en door een kleed wrijven; dit is een goede zalf; het verwarmt de leden die verkoeld zijn en zeer in de gehele huid en verzacht zeer goed.

65. Zalf te maken van populier knoppen: die zal men geheel stuk stampen en in een aarden pot doen en laat ze verrotten en rijpen; en als men populioen hebben wil dan zal men mei boter nemen en van die rijpe knoppen en door elkaar koken en net zo lang totdat het groen is en doe het door een linnen kleed. Deze zalf is goed daar een mens pijn heeft in de leden en de huid niet ontsteld is, is het van jicht of van anderen dingen of tegen kwade vuur en kwade gaten in de benen.

66. Gladiolus communis is goed tegen ziektes van de borst en tegen verstopping van de lever en tegen kwade lendenen en milt en tegen kwade blaas; is het dat men zijn wortels kookt in wijn en die wijn drinkt.

67. Om klieren te genezen en te laten verdwijnen, neem heemst of Althaea officinalis en kook het met rode kool en leg dat op de klieren.

68. Die dorens of hout int lijf steekt die neemt van [32] jonge hazelaarbladeren en mengt die met was en leg het daarop.

69. Om de loop te maken, maak een pleister van honing en van lijnzaad tussen twee gekookt en op de navel gebonden; dit laat erg goed ter toilet gaan.

70. Het vet van een hond gemengd met oude olie en het sap van alsem en de ene over de andere gegoten zo hoe die doofheid daarin gekomen is het wordt daarmee verdreven.

71. Omme te makene scoen ghelu haer, maect loghe van gheinstbloemen ende van evenenstroe, ende daermede so dwaet dijn hoeft dicwijle.

72. Omme te makene senopere: Neemt sulfer ende levende quicselvre, van sulfer de .ij. deele ende van quicselvre .i. deel; dit salmen wel wriven, ende dan doent in eene panne ende stellet up eete colen, tote dat dlevende selvere smelte; dan salment wel laeten coelen ende wrivent dan wel up eenen steen; dan sal ment doen in eenen pot die heeft eenen langhen hals, ende dien pot salmen setten en midden van levende colen, tote dat wel verwaremt es; dan salment doen van den viere, dan eyst vulmaect.

73. Water ten seeren beenen: neemt wulgene loevere, ende sietse in borne, ende stoven daer over dat been: sij ghenesen; ende in den winter als [33] mens niet en vint, men sal nemen gherstenstroe: dats also goet.

74. Jeghen de borstzweere: ghi sulse besmeeren buten, omtrent gheswel, met olien van kamille; mer up tgheswel besmeert niet; ende neemt een crudeken, dat in mueren wast, ende draecht cleene bladre ende roede stele: dat spoelt scoene, ende siedet in water, ende legt derup tgheswel bloet laeu, ende vermaect .iij. werven sdaechs.

75. Jeghen troede menisoen, neemt die ronde appelen die wassen up ekenblaederen, eetse smorghens; het gheneest te hant.

76. Jeghen quaede pusten int aensichte, neemt tarwine meele, gheminct met zeeme ende met aisile: dat es goet derup gheleit.

77. Omme harde zweeren te doen sittene, neemt meele van tarwen, ghesoden met olie ende wijfsmelc, ghebonden daerup.

78. Omme sweren te slaene, nem donderbaertonderblaedre, dat es te segghene van den ondersten blaederen, ende overjaerich smeere; ende al eist verswoeren, noch eist goet dertoe. [34]

79. Jeghen gheswel: neemt pappelen ende huepelbraemen, linsaet ende venigriec, ende stampt wel ende cleene, ende siet met scapineroete, ende maecter af een plaester, ende leghet daer up.

80. Omme eenen man te stremmene, die seere ghewont es: gheeft hem, oft hi seere bloet, onder sine tonghe maerke of alsene; hi sal stelpen.

81. Jeghen clieren, neemt asschen van coelstocken, ende temperse met oneghe, ende salvese daer mede. dat es de bate.

82. Jeghen gheluwede, stampt celidonie ende drinket tsap .ix. daghen, smorghens .i. toeghe: ghi sult ghenesen.

83. Jeghen den derden dach corts, neemt .iij. planten van weghebreeden, ende colen van der materne, ende stampet te gadre; ende temperet met ghewiden watre, ende dies waters drinct .iij. werf sdaghes.

84. Wildi maken plaesteren ten zweeren of ten wonden, so neemt linsaet, ende stampet wel cleene; ende neemt venigriec ende olie van oliven, ende siet over een, ende lechter up plaesterwijs; ende hets nutte ten clapporen ende sachte te doen sweren alle dinc.

85. Die wille zweeten, die sal nemen venkelwortele ende stampense ende siedense in wine, ende drincke dat nuchtren, ende decke hem wel: hi sal wel zweeten.

86. Purgacie huten monde te werpenen, ten monde [35] van der maghen: neemt .v. corne cartapuds, ende nemt tghewichte van .iiij. peninghe, ende also vele alluns mede, ende neemt een lepel vul honichs, ende tempert dese dingen met lauwen borne, ende gheeft hem drinken. als hi desen dranc hebbe ghedronken, so neemt gheroest broet ende leghet vor sine nuese, ende ne slaept niet vor ghi sijt quite van den dranke.

87. Item die broedet twater, die sal nemen die wortel van der roeder docken, ende screepse wel ende pelse wel scone, ende temperse met witten wine, ende .ix. [daghen] nuchtere drinct hier af. so suldi ghenesen.

88. Jeghen fledersijn, neemt water van den bromme, ghemaect van den bloumen van den bromme; daermede suldijt dwaen, van deen lede toten andren, daert ingaet.

89. Dit es te wetene van wat conplexie dat die mensche es: bi der hoeftzweere die voren swert sijn hoeft, die es sangwijn; den colorijn, in de rechter sijden; den melancolijn, in de luchter siden; den fleumatic, bachten int hoeft.

71. Om maken mooie geel haar, maak een loog van van brembloemen of Genista tinctoria en stro van evenie of Avena fatua en was daarmee het hoofd vaak.

72. Om te maken groene verf (of cinnaber:?) Neem zwavel en levend kwikzilver, van zwavel 2 delen en van kwikzilver (of zilver?) 1 deel, dit zal men goed wrijven en doe het dan in een pan en stel het op hete kolen totdat de levende zilver smelt, dan zal men het goed laten koelen en het dan goed wrijven op een steen; dan zal men het doen in een pot die een lange hals heeft en die pot zal men zetten te midden van levende kolen totdat het goed verwarmd is en dan zal men het van het vuur doen en dan is het volmaakt.

73. Water tegen zere benen: neem loof van wilgen en kook het in water en stoof dat over dat been: ze genezen; en in de winter als [33] men het niet vindt zal men nemen gerst stro: dat is alzo goed.

74. Tegen de borstzweer: ge zal u besmeren van buiten omtrent het gezwel met olie van kamille; maar smeer niet op het gezwel; en neem een kruidje dat in de muren groeit en kleine bladeren draagt en een rode steel, (Sedum soort?) spoel dat schoon en kook het in water r en leg het op het gezwel bloot en lauw en vermaak het 3 maal per dag.

75. Tegen de rode buikloop, neem die ronde appels die groeien op eikenbladeren en eet ze ‘s morgens; het geneest gelijk.

76. Tegen kwade puisten in het aanzicht, neem tarwe meel gemengd met met honing en met azijn: dat is goed daarop gelegd.

77. Om harde zweren te laten zitten, neemt meel van tarwe gekookt met olie en vrouwenmelk, gebonden daarop.

78. Om zweren te slaan, neem donderbaard of Sempervivum tectorum de onderste bladeren, dat is te zeggen van de onderste bladeren en overjarig vet; en al is het verzworen, noch is het goed daartoe. [34]

79. Tegen gezwel: neemt kaasjeskruid of Malva sylvestris en huepelbramen of Rosa canina, lijnzaad en fenegriek en stamp het goed en klein en kook het met schapenvet en maak er een pleister van en leg het daarop.

80. Om een man te stremmen die zeer gewond is: geef hem als hij zeer bloedt onder zijn tong Apium of alsem, het zal stelpen.

81. Tegen klieren, neem as van koolstok en meng het met honing en zalf het daarmee, dat is de baat.

82. Tegen geelziekte, stamp Chelidonium en drink het sap 9 dagen ’s morgens een teug; ge zal genezen.

83. Tegen de derde daagse koorts, neemt 3 planten van weegbree en kolen van moederkruid of Tanacetum parthenium en stamp het tezamen en meng het met gewijd water en van dat water drink je 3 maal per dag.

84. Wil je maken pleisters ten zweren of ten wonden, zo neem lijnzaad en stamp het goed klein en neem fenegriek en olie van olijven en kook het door elkaar en leg het er op pleistervormig en het is nuttig tegen klaporen (Bubo) en verzacht te laten zweren alle dingen.

85. Die wil zweten, die zal nemen venkelwortel en stamp ze goed en kook ze in wijn en drink dat nuchter en bedek hem goed; hij zal goed zweten.

86. Purgatie uit de mond te werpen ten mond [35] van de maag: neem 5 korrels Euphorbia lathyrus en neem het gewicht van 4 penningen en alzo veel aluin mede en neem een lepel vol honing en meng deze dingen met lauw water en geef het hem drinken. Als hij deze drank heeft gedronken zo neem geroosterd brood en leg het voor zijn neus en nee niet slapen voordat ge de drank kwijt bent.

87. Item, die het water laadt, die zal nemen de wortel van de rode zuring of Rumex sanguineus en schraap ze goed en pel ze goed schoon en meng het met witte wijn en drink hiervan 9 dagen nuchter van en zo zal je genezen.

88. Tegen jicht, neem het water van de braam gemaakt van de bloemen van de braam; daarmede zal ge u wassen van het ene lid tot de andere daar het ingaat.

89. Dit is te weten van wat samengesteldheid de mens is: bij de hoofdpijn die voor zwart zijn in het hoofd die is volbloedig, de galachtige in de rechter zijde; de melancholieke in de linker zijde, de flegmatieke achter in het hoofd.

90. Jeghen verswollene roede, neemt appie ende huusmuere, ende humstwort te desen, scarf als waermoes; ende danne settet up tvier, ende bradet in sijn selves sop; dat leghet daerup also heet als die zieke dat ghedoghen mach. het gheneest ende verniewet harde saen. [36]

91. Item daer die galle die lever overvloyt ende die mensche quaet diet binnen heeft, hi sal nemen .β. once conselven, dat es ghemaect van broetsukere ende van bladeren van den roesen, troede of twitte; ende daer in suldi doen een grootswaert scameleye ende brekense daer in, daer of dat tpont ghelt een lib. groot; ende coept ment min, so moeste men daer in min doen.

92. Item jeghen quaede lucht. neemt witte ghebeere ende rijnschen wijn; siedet ende drinkes smorghens ende savens; heeft hi eenighen bant int lijf, het sal al scheeden.

93. Jeghen den couke neemt hertstonghe, ende stampense, ende sietse in wijn, ende doeter suker in ende makes een half pinte, ende drinct.

94. Jeghen den graveel: neemt gremilsaet, gheinstsaet, pedercellesaet, van elcs sondre ten pedercellesaet, bevenellesaet, anijs, ende kernen van kriekesteene, ende van kersensteenen; ende dese sade salmen te gader stampen; ende dan suldijse sieden met wine ende drincken daer of .iij. of .iiij. werven sdachs.

95. Jeghen twater: neemt gheinstasschen ende bintse in een doucskijn, ende hancse in .j. pinte rijnswins; ende neemt .vj. mitswart ghinghebers ende .i. groetswart galigaens, ende .vj. mitswaert [37] zedewaere, een alf note musscate, .vj. mitswert greinen, .vj. mitswert groffelnagle; ende maect poeder af ende doet in den wijn; ende siedet een lettel ende drinkes eenen lepel snavens ende een lepel smorghens, altoes als ghijs te doene hebt.

96. Item omme wanne af te doene, neemt .v. of .vj. roede slecken, ende doetse in een croeskijn, ende werper saut up: dan wert goede salve. ende men sal nemen een plat stocskijn, ende nemer van der salven up, ende stricker den wan daer mede daer hi dinst es, dats daermen pocht af te cnopene; ende striket also vorseit es: hi sal al te nieute gaen of afvallen.

97.Item dit selve es goet aexteroghen mede te nieute te doene diet daer mede bestrijct, ende dan lechter een douskijn up.

98. Item die lam werden in die beenen: neemt adec tgroene, ende siedet in water, ende gietet in een cupe ende lechter die beene over ende stoefse also. het es goet daerjeghen.

99. Item zaelge in wine ghesoden, ende den win ghedronken es goet. Ende die saelge met eenen wulline cleede de beene derin ghewonden es goet.

100. Item jeghen de coude pisse: neemt averoene, wrijfse te sticken tusschen uwen handen, ende stricker sine manlichede dermede als hi sijn water maect. het sal hem betren. [38]

101. Noch derjeghen de coude pisse: hi neme saut ende steect in sinen naffele, ende laet een lettel daer in; hi sal boete hebben.

102. Item die de lenden wee doet, neme march van den beendren van dooden paerden, ende stricke hem daer mede voer een vier.

103. Jeghen de lenden die we doen, die neme ledicke sonder cnoep, ende stampse met een lettel petaeus, ende stricke hem daer mede vor .j. vier.

104. Item die de lendene wee doet, hi neme paertstorten ende stricke hem dermede.

105. Item die de lendene we doet, die neme olie benedictum - dats olie ghemaect van gloiende tichelen ende van olie van oliven - so neme dan dese vorseide olie ende stricke hem daermede voer een vier.

106. Die de levere ende die milte verhit heeft, die neme de wortele van zurkelen, ende siedense in wine ende drinken den wijn.

107. Jeghen tmenisoen, nem ghesoden sleen in regewater ende eetse; ghi sult ghenesen.

108. Weet dat die vrauwen ghecrighen haere nature ghelijc den boemen. Wanneer dat een boem sine nature uute gheeft, so werdet gomme; ende wanneer eene vrauwe haere nature hute geeft, so werdet ghevenijnt. Ende weet dat eene rechte vrauwelike stonde ne vloyt corter no langher dan .iiij. daghe. Ende vrauwen die haere stonden ongherekent comt, [39] of met pinen, of niet vulcomen comt, die sal nemen venkel, pedercellewortelen ende bivoet, ende dat sieden in goeden wine; ende als die wijn wel ghesoden es, so salment clinsen dor eenen scoenen douc, ende dan salmer wit zuker toe doen ende maken eene siroop, ende ghevent der vrauwen drinken: ende allen spisen die su nut so moet si comijn eeten, toter tijt dat su ghenesen es.

109. Alse eene vrauwe van haere menstrum be[...]so salse nemen tryfere, savelboem, dyptana, bivoet ende balseme, ende sieden alle dese cruden te samen in goeden wijn, ende als sij wel ghesoden sijn, so salmen den wijn der vrauwen drinken gheven die noot heeft, ende metten crude besmeeren der vrauwen scamelhede.

110. Een ander: neemt Armoniacum met wermen wine, ende minghen dat te samen ende ghevent der vrauwen drinken; dat doet die stonden ende menstrum vloyen ende wedercomen.

90. Tegen gezwollen roede, neem Apium en huismuur (Stellaria media of Sempervivum tectorum?) en heemstkruid of Althaea officinalis hiertoe, scherf het als warmoes en zet het dan op het vuur en braadt het in zijn eigen sap; dat leg daarop alzo heet als de zieke dat gedogen mag. Het geneest en vernieuwt erg gauw. [36]

91. Item, daar de gal de lever overvloeit en de mens die het kwaad binnen heeft hij zal nemen halve ons konserf dat is gemaakt van broodsuiker en van bladeren van de rozen, het rode of het witte; en daarin zal je doen een grote zware Veratrum album (of Convolvulus scammonia) en breken ze daarin waarvan een pond geld en pond groot en koopt men minder zo moet men minder daarin doen.

92. Item, tegen kwade lucht, neem witte gember en Rijnse wijn; kook het en drink het ’s morgens en ‘s avonds; heeft hij enige band in het lijf het zal alles scheiden.

93. Tegen de koek, neem hertstong of Asplenium scolopendrium en stamp en kook het in wijn en doe er suiker in en maak een half pint en drink het.

94. Tegen de graveel of niergruis: neemt Lithospermum officinale, brem zaad, peterselie zaad, van elk apart zonder het peterseliezaad, bevernel of Pimpinella saxifraga, anijs, en kernen van kriek stenen van Prunus avium en van kersen steen of Prunus cerasus en dezen zal men tezamen stampen en dan zal je het koken met wijn en daarvan drinken 3 of 4 maal per dag.

95. Tegen het water: neem as van brem en bindt het in een doekje en hang het in een pint Rijnse wijn en neem 6 waarde gember en 1 waarde galigaan of Alpina officinarum en 6 waarde [37] Curcuma zedoar, een half notenmuskaat, 6 waarde Amomum melegueta, 6 waarde kruidnagels en maak er een poeder van en doe het in de wijn en kook het een beetje en drink een lepel ’s avonds en een lepel ’s morgens altijd als ge het nodig hebt.

96. Item, om wanne (uitgroei) af te doen, neemt 5 of 6 rode slakken en doe ze in een kroesje en werp er zout op, dan wordt het een goede zalf en men zal nemen een plat stokje en nemen van de zalf en strijk dat op de wanne waar die het dunste is, dat is daar men het van probeert af te knopen; en strijkt het alzo gezegd is; het zal te niet gaan of afvallen.

97. Item, dit zelfde is goed om er eksterogen mee te niet te doen die het daarmee bestrijkt en leg er dan een doekje op.

98. Item, die lam worden in de benen: neem van hadec of Sambucus ebulus het groene en kook dat in water en giet het in een kop en leg er dat been over en stoof het alzo, het is goed daartegen.

99. Item, salie in wijn gekookt en de wijn gedronken is goed. En die salie met een wollen kleed en de benen daarin gewonden is goed.

100. Item, tegen de druppelplas: neemt Artemisia abrotanum en wrijf het stuk tussen uw handen en bestrijk er de mannelijkheid mee als hij zijn water maakt, het zal hem verbeteren. [38]

101. Noch daartegen de druppelplas: hij neemt zout en steekt het in zijn navel en laat het een tijdje daarin; hij zal boete hebben.

102. Item, die de lenden wee doet, neem merg van de beenderen van dode paarden en bestrijk je daarmee voor een vuur.

103. Tegen de lendenen die wee doen, die neemt wilde zurig zonder knoop en stampt ze met een beetje wijn uit Poitou en bestrijkt zich daarmee voor het vuur.

104. Item, die de lenden wee doet, hij neemt paardenstront en bestrijkt zich daarmee.

105. Item, die de lenden wee doet, die neemt olie benedictum – dat is olie gemaakt van gloeiende tichelen en van olie van olijven – zo neem dan deze voor genoemde olie en bestrijk hem daarmee voor het vuur.

106. Die de lever en de milt verhit heeft die neemt de wortels van zuring en kookt ze in wijn en drinkt de wijn.

107. Tegen de buikloop, neem gekookte slee of Prunus spinosa in regenwater en eet het, ge zal genezen.

108. Weet dat de vrouwen krijgen hun natuur gelijk de bomen. Wanneer dat een boom zijn natuur uitgeeft zo wordt het gom en wanneer een vrouw haar natuur uitgeeft zo wordt het venijnig. En weet dat een rechte vrouwelijke stonde nooit vloeit korter nog langer dan 4 dagen. En vrouwen die hun stonden ongerekend komen [39] of met pijnen of niet volkomen komt, die zal nemen venkel, peterseliewortels en bijvoet en dat koken in goede wijn; en als die wijn goed gekookt heeft zo zal men het zeven door een schone doek en dan zal men er witte suiker toe doen en er een siroop van maken en het die vrouw te drinken geven: en alle spijzen die ze nuttigt zo moet ze komijn eten totdat ze genezen is.

109. Als een vrouw van haar menstruatie be[...] zo zal ze nemen tryfera, Juniperus sabina boom, Dictamnus albus, bijvoet en Achillea ageratum (of Tanacetum balsamita) en koken al deze kruiden tezamen in goede wijn en als ze goed gekookt zijn dan zal men het de vrouw te drinken geven die het nodig heeft en met de kruiden besmeren de schaamstreek van de vrouw.

110. Een ander: neem Dorema ammoniacum met warme wijn en meng dat tezamen en geef het de vrouw te drinken; dat laat de stonden en menstruatie vloeien en weerkomen.

111. Item de vrauwe die haere stonde ongheverwet comt, ende niet roet maer wit of bleec, die sal nemen eenen sconen erdinen pot met lopende watre, ende doen daer in versch swinensmout, ende laten dat seere sieden; ende dan sal die vrauwe up die pot gaen sitten, ende laten die wasem van onder in haere wijffelichede slaen upwert; ende het sal haere te hants helpen.

112. Item die vrauwe die weten wille van wat conplexien dat si es, sij zal nemen eenen sconen douc, ende maken dien douc nat in haere stonde, als haere dat menstrum versch vloyt; ende hanghen den douc [40] te droghene in de sonne. blijft dien douc root, so esso sangwijn; ende blijft dien douc ghelu, so esso colrijn; ende blijft dien douc bleec, so esso fleumatijn; ende blijft dien douc bruin, so esso melancolijn.

113. Eene vrauwe die een doot kint draghet, dat salmen dus verdriven: neemt mirre, elbori oppoponac ende de galle van eenen osse; ende maker af een suppositorium ende steken dat suppositorium in der vrauwen wijffelicheit; het sal haer helpen, ende die dode vrucht voert doen comen, ende als dat suppositorium in der vrauwen wijffelicheit es, so sal men desen dranc nemen.

114. Item neemt Armoniacum, ende minghen dat wel met watere, ende ghevent der sieker vrauwen drinken: dat sal die dode vrucht voert doen commen; ende al waere oec een kint levende, het soude oec voert commen.

115. Item als eene vrauwe van eens skints ghenesen es, om die moeder te reineghen, so salmen gheven desen dranc, aldus ghemaect: men sal nemen fessiaet, caneele, asa fetida ende castorie; ende ghe dat der vrauwen drinken met suptijlen dranke; dat reinicht die moeder sonderlinghe seere ende maect stappans ghesondicheit in der vrauwen.

116. Eene vrauwe dier in aerbeyte leyt van kinde, om die te helpen ende te verlossene, neemt een cruut dat heet in latine anetum ende wrivet met wine; ende ghevet haere drinken: so sal voervoets ghenesen. [41]

117. Eene vrauwe, die een doot kint in heeft, so sal drinken sap van ruten, van bivoete, van saturien, van dillen, te gader ghewreven met een lettel wijns; ende soe sals wesen aestelike quite.

118. Een wijf, die kint waent draghen ende ne ghene opdraecht, so sal meede sieden in wine ende daer toe doen gladie onghesoden; ende dat salse doen ontsluten, up datse dat drinct.

119. Item zavelboem es heet ende droghe in den derden graet, de savelboem, ghestampt ende ghedronken met wine, doet den vrauwen haere stonden hebben ende doese comen, ende doet den vrauwen ghenesen van dooder vrucht, die een doot kint in hebben.

120. Item jeghen dwitte van vrauwen, neemt pedercelle, ende roest die in botere, ende doet dat de vrauwe dicke heten. dat es boven maten goed.

121. Noch jeghen dat witte: neemt coste, ende die roest met eyeren, ende dat heet; daer jeghen dat es goed.

122. Gherechte medesine jeghen dwitte: neemt eyeren ende wilde reinvaen - dats wilde tente -; die salmen scerven al in clenen sticken, ende roerent metten eyeren in verschen botre. Ende als die vrauwe dat gheten heeft, so sal nemen olie van linsade een pinte, een alf pinte waters, dan neemt coste ende witte maluwe, ende breect dat cruut al in sticken, ende siet al te gader in een panne of in een pot der noit niet in quam, metter olien [42] vorseit. dan neemt dat cruut al heet ende lecht dat up die wijflichede, ende derinne, ende achter up die lendine al omme, ende wint dat wel vaste met eenen cleede, dat cruut niet en ontvalle, met brouken ende met linwaede. ende dit doet nuchtens ende savens, also heet als de vrauwe wel mach ghedoghen. Ende emmer so moetse altoes eerst eeten nuchtens ende savens de eyeren also vorseit es, nonens ende savens.

123. Olium basmana: neemt eppesaet in aysine begoten ende weder in de sonne ghedroghet, ende in pulvre gheleit; ende olie derof ghemaect ende ghericoleert. dese olie heet basmana, want so es duechdatich, stille ende openbaer.

124. Basmana nuchtren ghedronken es boven allen dingen goet ter borst, ende het zoet den mensche omtrent de borst ende sine herte seere wel, ende soe doet boven alle dinc wel slaepen ende wel spise verduwen, ende wel orine maken, ende den steen breken, ende zuveren den mensche van den graveele.

125. Basmana nuchtren ghedronken gheneest den mensche van den bande omtrent herte, ende up den buucevele; ende so vercoelt verwallende bloet ende so verdrijft de ghelsuucht.

126. Basmana met ysopen ghestampt ende nuchtren [43] ghenut, dat zuvert de maghe ende pugiert van allen quaden humoren, ende maecse reine ende claer, ende verdrijft den daghelicsen corts; maer diese met aloe dronke, so verdrijft so alrande cortsen; ende so verdrijft seere wel die hoeste diese met ysopen ende met saelgen drinct.

127. Omme mede te makene die goet es, so nemt water also vele als ghi des meden hebben wilt; so neemt oppe, ende notenbladere ende venkele. dese .iij. laete wel te samen sieden, ende alst es ghesoden, so laetet coelen alse cout, datter een sinen vingher in mach ghedoghen; ende dan giet dat water up dat seem ende latet heffen twe daghen of .iij.; dan doet of datter boven es, ende laetet wel effen van hem zelven, ende dan doet of boven ende dan vatet.

128. Omme te makene zeepe, neemt eene cupe al vul levende calx, ende wel vol ghetorden, ende in den bodem van der cupen een gat. dan giet derin cout water so langhe dat daer doreloept; dan ontfaet in een ketel ende lecht dare in een ey: vloet dat ey, so es die loeghe goet. dan doet ey wech, ende dan neemt .xxiiij. deel van der loeghen ende daer toe doet vierendeel olien; ende die curie siet te zamen, tote dat dicheit heeft ende coluer ontfaen van seepen. [44]

129. Omme te makene witte seepe, neemt levende calx ende wedeasschen, dat neemt bi ghewichte: die .v. deel calx ende den een deel van den asschen; ende maect daer of loeghe. Ende die .ij. deel van der loeghe ende .j. deel olien van oliven, ende doet sieden over tvier, tote dat dicke wert: dan laetet coelen, soe eyst ghenoucht.

111. Item, de vrouw die haar stonde ongekleurd komt en niet rood maar wit of bleek die zal nemen een schone aarden pot met lopend water en doet daarin verse varkensvet en laat dat zeer koken en dan zal die vrouw op die pot gaan zitten en laat de wasem van onder in haar vrouwelijkheid omhoog slaan en het zal haar gelijk helpen.

112. Item, die vrouw die weten willen van wat samengesteldheid dat ze is, ze zal nemen een schone doek en maakt die doek nat in haar stonde als haar die menstruatie vers vloeit en hang de doek [40] te drogen in de zon. Blijft die doek rood zo is ze sanguineus; en blijft die doek geel dan is ze galachtig en blijft die doek bleek zo is ze flegmatisch en blijft die doek bruin dan is ze melancholisch.

113. Een vrouwe die een dood kind draagt, dat zal men aldus verdrijven: neemt mirre, Helleborus, Opopanax chironium en de gal van een os en maak er van een suppositorium en steek die suppositorium in de vrouwelijkheid van die vrouw; het zal haar helpen en die dode vrucht voort laten komen en als die suppositorium in de vrouwelijkheid van de vrouw is dan zal men deze drank nemen.

114. Item, neemt Dorema ammoniacum en meng dat goed met water en geef het de zieke vrouw te drinken: dat zal die dode vrucht voort laten komen en al was ook een kind levend, het zou ook voortkomen.

115. Item, als een vrouw van een kind genezen is en om de baarmoeder te reinigen zo zal men deze drank geven aldus gemaakt: men zal nemen fessiaet (?), kaneel, Ferula asafoetida en bevergeil; en dat de vrouwe dat drinkt met subtiele drank dat reinigt de baarmoeder bijzonder zeer en maakt gelijk gezondheid in de vrouwen.

116. Een vrouw die in barensweeën ligt van een kind om die te helpen en te verlossen neem een kruid dat heet in het Latijn Anethum en wrijf het met wijn en geef het haar te drinken; ze zal gelijk genezen.

117. Een vrouw die een dood kind in heeft die zal drinken sap van ruit of Ruta graveolens, van bijvoet, van Satureja hortensis en van dille, tezamen gewreven met een beetje wijn en zo zal ze het haastig kwijt wezen.

118. Een wijf die een kind waant te dragen en er nee geen draagt die zal mede koken in wijn en daartoe doen gladiool ongekookte en dat zal haar ontsluiten opdat ze het drinkt.

119. Item, savelboom of Juniperus sabina is heet en droog in de derde graad en de Juniperus sabina boom, gestampt en gedronken met wijn, laat de vrouwen hun stonden hebben en laat ze komen en laat de vrouwen genezen van de dode vrucht die een dood kind in hebben.

120. Item, tegen het witte van de vrouwen, neem peterselie en rooster die in boter en laat dat de vrouw vaak eten, dat is boven maten goed.

121. Noch tegen dat witte: neemt Costus arabicus en rooster dat met eieren en dat heet; daartegen dat is goed.

122. Gerechte medicijn tegen het witte: neem eieren en wilde reinvaarn of Tanacetum vulgare– dat is wilde tente -; die zal men snijden geheel in kleine stukken en roer het met de eieren in verse boter. En als die vrouwe dat gegeten heeft dan zal men nemen olie van lijnzaad een pint en een half pint water, dan neemt Costus arabicus en Althaea officinalis en breek dat kruid geheel stuk en kook alles tezamen in een pan of in een pot waar nooit iets in kwam met de genoemde olie, [42]. Dan neem dat kruid al heet en leg het op de vrouwelijkheid en daarin en achter op de lenden al om, en windt dat goed vast met een kleed zodat het kruid er niet afvalt met met broeken en met lijngewaad en dit doe ’s morgens en ’s avonds alzo heet als de vrouw het wel mag gedogen. En immer zo moet ze altijd eerst eten ’s morgens en ’s avonds de eieren alzo gezegd is met de noen en ‘s avonds.

123. Olium basmana: neem zaad van selderij of Apium graveolens in azijn gegoten en weer in de zon gedroogd en tot poeder gemaakt en olie daarvan gemaakt en gezuiverd, deze olie heet basmana want het is zo deugdelijk stil en openbaar.

124. Basmana nuchter gedronken is boven alle dingen goed ter borst en het verzacht de mensen omtrent de borst en zijn hart zeer goed en ze laat boven alle dingen goed slapen en goed spijs verduwen en goed urine maken en de steen breken en zuiveren de mens van het graveel of niergruis.

125. Basmana nuchter gedronken geneest de mens van de band omtrent het hart en van het buikeuvel en ze verkoelt geweld bloed en ze verdrijft de geelzucht.

126. Basmana met hysop gestampt en nuchter [43] genuttigd dat zuivert de maag en purgeert het van alle kwade levenssappen en maakt het rein en helder en verdrijft de dagelijkste koorts; maar die het met Aloë drinkt zo verdrijft het allerhande koortsen; en het verdrijft zeer goed de hoest die het met hysop en met salie drinkt.

127. Om mede te maken die goed is zo neem water alzo veel als ge van die mede wil hebben; zo neem hop en notenbladeren en venkel, laat deze 3 goed tezamen koken en als het gekookt heeft zo laat het koelen alzo koud dat men er zijn vingen in kan gedogen; en dan giet dat water op de honing en laat het heffen twee dagen of 3; dan doe er af dat er boven is en laat het goed heffen van zichzelf en dan doe het af boven en dan doe het in een vat.

128. Om te maken zeep, neemt een kuip al vol levende kalk en goed vol geteerd en in de bodem van de kuip een gat. Dan giet daarin koud water zolang dat het daardoor loopt; dan ontvang het in een ketel en leg daarin een ei: vloeit dat ei dan is die loog goed. Dan doe dat ei weg en neem dan het 24ste deel van de loog en doe daartoe vierendeel olie; en dat kooksel kook die tezamen totdat het dikte en kleur ontvangen heeft van zeep. [44]

129. Om te maken witte zeep, neem levende kalk en een soort van potas, dat neem je bij gewicht; het 5de deel kalk en het ene deel van de as en maak daarvan een loog. En het 2de deel van de loog en het ene deel olie van olijven en laat het koken boven het vuur totdat het dik wordt; laat het dan koelen dan is het genoeg.

130. Jegen den steen es goet saet van masedonie, ende saet van genste, ende clessen, ende gramil (dit hebben die crudeniers), ende poligrecum; alle dese zade stampt men te gadere, ende mingelt met zoeter melc ende met seeme, ende drinke dat also dicke als wellinghe.

131. Jeghen den graveel: men sal nemen reinvaene een hantvul, ende pedersil van alexandere al even veele; dat salmen stampen alte gader ende doent in een aerdinen pot die nieu es; ende minget met witten wine ende stoppet wel nauwe. sander daechs salment drinken .iij. werf in den daghe, met een ghemate toge savens; ende eten smorghens ende snoenens. ende als die win es verteert, mach men up die selve cruut ghieten andren wijn, eist te doene, ende also drinken.

132. Jegen den steen, ghevet eenen orine van eenen buc eenen lepel vul te drinken, dat hijs niet en weet, of het een man es; ende eist een wijf, gheeft haer van eene gheet.

133. Jegen den steen neemt wingaertranke ende [45] berrense te pulvere, ende neemt wijn. maker of loghe ende laet den wijn staen, ghemingelt metten asschen, .iij. daghe; ende daer naer siet dor een cleet. ghevet de sieken drinken, so breket den steen. Dit salmen drinken savens ende snuchtens .iij. daghe warem.

134. Jeghen den steen, hi sal nemen eenen levenden hase, ende doene in eenen nieuwen pot, ende barne dat te pulvere; ende men sal dat pulver houden in hertenleeder. ende als hijs te doene heeft, so sal hi dat pulver tempren met wermen waetre of met wine, ende hi sal dat drinken. sonder twijffel hi sal den steen ghelosen met pissene, ende oftuut dat niet gheloven en wilt, nem eenen andren steen, ende lechene in den wijn daer dat pulver mede es gheminct: du suls den steen vinden te sticken tebroken; ende als [.i.] mensche dit sal drinken, so salt [hi] drinken met eene pipe, bedi die tande souden aerghen deraf.

135. Jeghen roede menisoen, neemt venisoen, ende siedet wel; ende alst ghesoden es, so neemt van den sope ende doeter inne Cannellepoeder, ghinghebeerpoeder, ende sofferaen, ende sup van den zope. ghi wort ghenesen.

136. Die niet ter camere en can gaen, hi sal heten een stic van der rapen van over zee, also groet als een bone: so sal hi bin eere hure ter camere gaen.

137. Luminaria es .j. dornin crudekijn, ende wast [46] up houde grachten, ende draghet gheluwe bloumen met cleenen bladeren; ende es heet ende dro in den .j. grat. water daer af ghemaect claert die ogen boven alle dinc.

138. Agrimonia magna, aroella, of salvaria, of salumbria, es heet ende dro in den eersten grat; het hevet de bladre in cruus ghewassen ende den stael roet, ende wast .ix. daghe vor sente Jansmesse ende .ix. daghe derna. dit cruut gheneest wonden ende drocht oude vule zeere.

139. Buglossa, of lingua bovis, of ossentonghe, ende wast wilt an die diken, ende ghelijct der wilder virga pastoris, mer si es minder van bladen ende hevet blauwe bloumen, ende es heet ende versch in den .j. grat. so purgiert colera ende es goet in wonden, dranke, ende doet tselve dat tander doet.

140. Cuscuta, dodere, rasca lini, podagra lini, brincus, grincus, heeft messelike cracht ende het es heet in den .j. grat ende droge in den .2. grat. het es ghelike vlasse, ende wast upt velt metten vlasse ende onder dandere vlas, ende oec in andren steden; ende men gadert metten bloumen. .2. jaer houtment goet, ende hevet cracht te purgieren flumen ende meliere.

141. Capillus veneris, umbilicus, cinbalaria, scotemcilla, citindon, adiantos. galienus orcont dat es [47] ghetempert tusschen heet ende cout, ende staet an den kerken ende ouden masiere, ende es een cleene cruut ghelijc varent. dyascorides seit dat es goet ghedronken jegen die gelzucht ende jegen die milte, ende es van al den elemente ghelijc ghetempert.

142. Epatica, dats leverworte of erbe de puuts, cout ende dro inden .i. grat, ende wast in wacken steden, ende hanget gherne an roetsen. so die blaeder meerder sijn, so betere het coelt ende verduwet.

143. Eufragia es .j. cleene crudekin, ende wast .j. spanne lanc ende draghet witte bloumen als muer; hets cout ende dro in den .j. graet; het conforteert de oghen.

144. Hermodactili sijn heet ende dro in den .3. grat, ende wast in merschen. de wortelen sijn ront; ende gaderse in den zomer, ende hancse ter sonnen; een jaer houtmense goet. si hebben macht te sceedene, ende te verterene humoren, ende pugieren flumen ende limighe hymore.

145. Manis eva, pentadactuli, custos ortorum priapus, gira solis, of palma cristi, es .i. cruut ende hevet de wortel ghelike .ij. handen, ende de meeste es best ende het wederslaet alle maniere van gheswelle binnen ende buten.

146. Nigella dats bolle, ende wast int coren, heet ende dro in den .3. grat; het hevet cracht dat saet [48] te verduwene ende te verwerene die humoren, ende sceet wint ende upblazinghe in de maghe, ende men mach tsaet houden .10. jare goet.

147. Turbith es heet in den .3. grat, ende es een wortel wit binnen ende ghelu buten. men sal kiesen dat binnen hol es (dat hout [dat] binnen es en es niewer toe goet, daer omme salment wech werpen) .5. jaer hout ment goet; het pugiert flumen.

148. Tapsus barbatus, dats wulskerse, cout ende dro; het heeft zochte blade ende gheluwe bloumen ende wast an ouvers van grachten. hets harde goet jeghen de spene.

149. Jeghen de steecte van der herten so zuldi maken dese confexie: eerst zuldi stampen alsene, dan neemt cyrope of een vierendeel zeems ende een pinte waters; dat siet te gader, ende scumt so langhe dat nemmeer en scumt; dan zuldi de alsene derin sieden eenen wal of twee: dan eist ghenouch. dan doe of ende doet in een scoenen pot ende heet als ghijs te doene hebt.

150. Omme wel te wesene met vrauwen, neemt den vede ende de cullen van den mol, ende berrense te pulvere; ende neemt dat pulver ende doet in spise of in dranke, ende nut dat: ghi zult overvele mueghen met vrauwen wesen sonder uwe scade. [49]

130. Tegen de steen is goed zaad van Smyrnium olusatrum en zaad van brem en klissen en Lithospermum officinalis (dit hebben die kruideniers), en Trigonella foenum-graecum; al deze zaden stampt men tezamen en meng het met zoete melk en met honing en drink dat alzo vaak als een welling.

131. Tegen de graveel of niersteentjes: men zal nemen reinvaarn een handvol en Smyrnium olusatrum al even veel; dat zal men alles tezamen stampen en doe het in een aarden pot die nieuw is en meng het met witte wijn en stop het goed dicht. De volgende dag zal men het drinken 3 maal op de dag en met een matige teug ‘s avonds en eten ‘s morgens en met de noen. En als de wijn verteerd is mag men op dezelfde kruiden gieten andere wijn, is het te doen, en alzo drinken.

132. Tegen de steen, geef van de urine van een bok een lepel vol te drinken zodat hij het niet weet als het een man is en is het een wijf geef haar van een geit.

133. Tegen de steen neemt wijngaardranken en [45] brandt ze tot poeder en neem wijn en maak er loog van en laat de wijn staan gemengd met de as 3 dagen en zeef het daarna door een kleed en geef het de zieke te drinken, zo breekt de steen. Dit zal men drinken ’s avonds en ’s morgens 3 dagen al warm..

134. Tegen de steen, hij zal nemen een levende haas en doe die in een nieuwe pot en verbrandt het tot poeder en men zal dat poeder houden in hertenleer en als hij het nodig heeft zo zal hij dat poeder mengen met warm water of met wijn en hij zal dat drinken. Zonder twijfel zal hij de steen lossen met pissen en als u dat niet geloven wil neem een andere steen en leg het in de wijn waarmee het poeder gemengd is; u zal het bevinden in stukken gebroken en als een mens dit zal drinken zo zal hij het drinken met een pijp omdat de tanden er van verslechteren zouden.

135. Tegen rode buikloop, neem wildbraad en kook het goed en als het gekookt heeft zo neem van het sap en doe er in kaneelpoeder, gember poeder en saffraan en drink van het sap. Ge wordt genezen.

136. Die niet ter toilet kan gaan, hij zal eten een stuk van de rapen van over zee, alzo groot als een boon; zo zal hij binnen een uur ter toilet gaan.

137. Luminaria (combinatie van Lunaria en Nummularia) is een doornig kruidje en groeit [46] op oude grachten en draagt gele bloemen met kleine bladeren en is heet en droog in de 1ste graad, water daarvan gemaakt verheldert de ogen boven alle dingen.

138. Agrimonia magna, aroella (Vaccinium myrtillus), of salvaria (Salvia), of salumbria (salpeter) is heet en droog in de eerste graad, het heeft bladeren die in een kruis groeien en de stengel rood en groeit 9 dagen voor Sint Johannes mis (21 juni) en 9 dagen erna. Dit kruid geneest wonden en droogt oude vuile zeer.

139. Buglossa, (Anchusa officinalis) of lingua bovis of ossentong groeit wild aan de dijken en lijkt op de wilde virga pastoris, (Dipsacus sylvestris) maar het is kleiner van bladeren en heeft blauwe bloemen en is heet en vochtig in de 1ste graad. Het purgeert gal en is goed in wonden, drank en doet hetzelfde dan de andere doet.

140. Cuscuta epilinum, dodere, rasca lini, podagra lini, brincus, grincus, heeft misselijke kracht en het is heet in de 1ste graad en droog in de 2de graad. Het is gelijk vlas en groeit op het veld met de vlas en onder de andere vlas en ook in andere plaatsen en men verzamelt het met de bloemen. 2 jaar houdt men het goed en het heeft kracht te purgeren fluimen en mengsels.

141. Adiantum capillus-veneris, (Cotyledon) umbilicus, cinbalaria, (Cymbalaria) scotemcilla, citindon, adiantos. Galenus verkondigt dat het is [47] getemperd tussen heet en koud en staat aan de kerken en oude muren en is een klein kruid en lijkt op een varen. Dioscorides zegt dat het is goed gedronken tegen de geelzucht en tegen de milt en is van alle elementen gelijk getemperd.

142. Hepatica, (Marchantia polymorpha) dat is leverkruid of erbe de puuts, het is koud en droog in de 1ste graad en groeit in vochtige plaatsen en hangt graag aan rotsen. Zo de bladeren groter zijn zo het beter verkoelt en verduwt.

143. Euphrasia officinalis is een klein kruidje en groeit een spanne lang en draagt witte bloemen zoals muur. Het is koud en droog in de 1ste graad, het versterkt de ogen.

144. Hermodactilus of Colchicum autumnalis is heet en droog in de 3de graad en groeit in moerassen, de wortels zijn rond en men verzamelt ze in de zomer en hangt ze in de zon. Een jaar houdt men ze goed. Ze hebben macht te scheiden en te verteren levenssappen en purgeren fluimen en lijmige levenssappen.

145. Manis eva, (Serapias lingua) pentadactuli, (Potentilla repens) custos ortorum Priapus, gira solis, of palma cristi, (Ricinus officinalis) is een kruid en heeft de wortel gelijk 2 handen en de grootste is de beste en weerslaat alle soorten van gezwellen binnen en buiten.

146. Nigella, dat is bolle (bolderik, dus Agrostemma githago) en groeit in het koren en is heet en droog in de 3de graad. Het heeft kracht dat zaad [48] te verduwen en te verweren de levenssappen en scheidt wind en opblazing in de maag en men mag het zaad 10 jaar goed houden.

147. Turbith (Ipomoea turpethum) is heet in de 3de graad en is een wortel wit van binnen en geel van buten. Men zal kiezen dat binnen hol is, dat hout dat binnen is dat is nergens goed voor, daarom zal men het weg werpen. 5 jaar houdt men het goed, het purgeert fluimen.

148. Verbascum thapsus, barbatus, dat is wolkaars, het is koud en droog. Het heeft zachte bladeren en gele bloemen en groeit aan de oevers van van grachten. Het is erg goed tegen de aambeien.

149. Tegen de steken van het hart zo zal je deze confectie maken: eerst zal je stampen alsem, dan neem siroop of een vierendeel honing en een pint waters dat kook je tezamen en schuim het zo lang af totdat het nimmermeer schuimt; dan zal je daarin koken de alsem een wel of twee, dan is het genoeg en doe het er dan af en doe het in een schone pot en gebruik het als ge het nodig hebt.

150. Om goed te wezen met vrouwen, neem de roede en ballen van de mol en brandt ze tot poeder en neem dat poeder en doe het in spijs of drank en nuttig dat; ge zal zeer veel mogen met vrouwen wezen zonder uw schade. [49]

151. Jeghen aexteroeghen neemt de nieren van den otter (die hanghen hem in die liesche ende es ghedaen ghelijc spenen); die zuldi hanghen in de sonne, daer na in den wint, in elc eenen dach; ende dan .iiij. of .viij. daghe in den roec. dan leghe up daxteroeghe ende binder up met een douskin.

152. Jeghen onruste van slapene, stampt wermoede ende alsen, ende drinct tsap, ende dan wermet de cruden ende maecter af een plaester ende bintse omtrent u hoeft.

153. Om aestelijc spenen te ghenesene, neemt blaedeloese ende stampse, ende dan lechse up die spenen: zij ghenesen te hant.

154. Zalve jeghen seer handen: neemt roet van wederen ende hout barghen smout ende groene verwe ende wieroec, ende siet dit te gader, ende met deser salven so smeert dine handen: so werden ghenesen binnen .iij. daghen.

155. Dranc jeghen den witten watere: neemt witten hontsstront ende droghen ende maecter poeder of, ende gheeft hem drinken met kernenmelke ende met gorte gheheet: het sal hem in fondamente hute loepen; dits zeker waer.

156. Om ghescuerde te ghenesene sonder snijden: Al waer de quetsinghe harde haut, neemt elna campana ende stampse, ende maect dan een plaestere van werke ende netse in dit watere, ende legse up die scuere. Ende doet den zieken ligghen; dit etet binnen af onbehoerlic vleesch van der wonden [50] ende maect de wonde weder versch ende niewe gheheelre huut van buten. binnen derden daghe daer naer neemt osmonde, valeriaene, senicle, confelie de greine, ende stampt dese .iiij. cruden ende maect weder een plaester van werke, ende netse wel int sop ende legse van buten up de wonde .ix. daghe lanc duerende: sij sal ghenesen ende toe gaen. dit es gheprouft.

157. Omme de graveel of de steen te ghenesene, neemt eene crevetse of twee of drie, ende ziedense in rijnschen wijn ende dan zuldise al in sticken stampen, ende doense weder in den wijn; ende stoppen de pot wel vaste datter geen lucht huut en ga, ende siet dat up de twee deel of up derde, ende laet staen claeren; ende drinc nuchtens en savens: ghi sulter met ghenesen.

158. Loec ghesmert up beten van serpenten ofte van anderen quaden wormen, gheneest.

159. Loec ende zeem te gader ghestampt es goet gheleit ende gheplaestert up hontsbeete.

160. Loec ende saelge even vele, ghestampt te samen ende gheplaestert up hontsbete, gheneest.

161. Loec ende maluwe even vele, ghesoden in wine ende ghedronken, ontstopt aestelike orine die bestopt es.

162. Loec ghestampt ende hute ghetempert met aysine ende dicwile gheten, dat doot de worme ende gheneest de steecte in de siden. [51]

163. Loec ende coriandre te samen ghestampt ende hute ghetempert met wine alse een dinne dranc ende also ghedronken, gheneest de gelsocht ende die harde van den lichame.

164. Loec ende zwinensmout ghestampt te samen, ende gheplaestert ende up gheswel gheleit, sessert ende gheneest.

165. Loec ghestampt ende hute ghetempert met melke es goet gheten of ghedronken jeghen ydropike.

166. Loec ende bonen te gader ghesoden in borne ende met dien sope ghedweghen tempel van den hoeftde, dat sacht wedom int hoeft.

167. Loec es goet gheten nuchtren den ghenen die gaen achter lande, jeghen de quade immuren die de menschen groyen van quaden borne, ende van onganser spisen ende van dranke.

168. Jeghen fledersijn neemt alsene, ysope, edernetelen, ende siet dese drie crude in orine een lanc stic ende maecter of een plaester, ende leghet daer tfledersijn noopt, also heet als hi ghedoghen mach: het salre mede sochten ende vergaen.

169. Omme roede salve te makene neemt bolis ende drakenbloet, tarwijn bloume, olie van oliven, wijnedic ende twitte van den eye, ende stotet al te gader in eenen morsel: dits goet up gheswollen dinc bestreken. [52]

170. Die niet spreken en mach van siecheden, neemt polioen ghewreven met aysine, eenen nap vol, ende doet in een linen cleet ende houdet hem voer die nose: hi sal cort spreken.

151. Tegen eksterogen, neem de nieren van de otter (die hangen hem in de lies en is gevormd gelijk aambeien); die zal je in de zon hangen en daarna in de wind en in elke een dag; en dan 4 of 5 dagen in de rook en leg het dan op de eksteroog en bindt het er op met een doekje.

152. Tegen onrust van slapen, stamp wermoede (zelfde als alsem, Duits wermuth, Artemisia absinthium) en alsem en drink het sap en dan verwarm de kruiden en maak er een pleister van en bindt ze omtrent uw hoofd.

153. Om haastig aambeien te genezen, neem bladloze of Sedum acre en stamp ze en leg ze dan op de aambeien; ze genezen gelijk.

154. Zalf tegen zere handen: neem het vet van jonge ram en oud varkensvet en groene verf en wierook en kook dit tezamen en met deze zalf zo besmeer uw handen; ze worden genezen binnen 3 dagen.

155. Drank tegen het witte water; neem witte hondenstront en droog het en maak er poeder van en geeft het hem te drinken met karnemelk en met hete gort: het zal hem in het fundament uitlopen; dit is zeker waar.

156. Om breuken te genezen zonder te snijden: Al was de kwetsing erg oud, neem Inula helenium en stamp het en maak dan een pleister met pluksels en nat het in dit water en leg ze op de breuk. En laat de zieke liggen; dit eet af het onbehoorlijke vlees van de wond [50] en maakt de wond weer vochtig en nieuw met een hele huid van buiten. Binnen de derde dag daarna neem Osmunda regalis, valeriaan, Sanicula europaea, Melissa officinalis en stamp deze vier kruiden en maak weer een pleister met pluksels en nat het goed in het sap en leg het van buiten op de wond 9 dagen lang; het zal genezen en dicht gaan. Dit is beproefd.

157. Om de graveel of de steen te genezen, neem een kreeft of twee of drie en kook ze in Rijnse wijn en dan zal je ze stuk stampen en doe ze weer in de wijn en stop de pot goed dicht zodat er geen lucht uitgaat en kook dat in op het tweede of derde deel en laat het staan verhelderen en drink het ’s morgens en ’s avonds; ge zal er mee genezen.

158. Look (Allium sativum) gesmeerd op beten van serpenten of van andere kwade wormen geneest.

159. Look en honing tezamen gestampt is goed gelegd en gepleisterd op hondenbeten.

160. Look en salie even veel en tezamen gestampt en gepleisterd op hondenbeten geneest.

161. Look en maluwe (Malva sylvestris) even veel en gekookt in wijn en gedronken ontstopt haastig urine die verstopt is.

162. Look gestampt en gemengd met azijn en vaak gegeten dat doodt de wormen en geneest de steken in de zijden. [51]

163. Look en koriander tezamen gestampt en gemengd met wijn als een dunne drank en alzo gedronken geneest de geelzucht en de hardheid van de loop.

164. Look en varkensvet tezamen gestampt en gepleisterd en op het gezwel gelegd vermindert en geneest.

165. Look gestampt en met melk gemengd is goed gegeten of gedronken tegen waterzucht.

166. Look en bonen tezamen gekookt in bronwater en met dat sap de tempel van het hoofd gewassen dat verzacht pijnen in het hoofd.

167. Look is goed gegeten ’s morgens diegene die achter landen gaan tegen kwade invloeden die de mens groeien van slecht water en van onganse spijzen en van drank.

168. Tegen jicht, neem alsem, hysop, brandnetel en kook deze drie kruiden in urine een lange tijd en maak er een pleister van en leg het daar de jicht noopt, alzo heet als hij gedogen mag: het zal ermee verzachten en vergaan.

169. Om rode zalf te maken, neem bolus armeniacum en drakenbloed (Daemonorops draco), tarwe bloem, olie van olijven, wijnazijn en het witte van een ei en stamp alles tezamen in een morzel: dit is goed op gezwollen dingen gestreken. [52]

170. Die niet spreken mag vanwege ziekte, neem polei of Mentha pulegium gewreven met azijn een nap vol, en doe het in een linnen kleed en houdt het hem voor de neus; hij zal gauw spreken.

171. Omme te slankene den lichame, neemt de wortele van meradic ende stampt, ende drinket tsap: het verteert den wint, ende lecht de bladere up den buc.

172. Venkelzaet dicke gheten die beneemt de vethede ende doet magher werden.

173. Wortele van meradic of andre wortele, die also goet sijn of beter, in eene confexie van zeeme gheleit, dat es goede groene ghinghebere.

174. Om ghezwel te verdrivene, neemt een cleen crudekijn dat wast up mueren, dat stampt of wrijft ontwe tusschen uwen handen, ende lecht daer up: het sal vergaen ende dwinen.

175. Dat sap van coecten gheneest quaede scorfthede, daer met ghedwaen ende up gheleit.

176. De lieden die voer haer herte verstopt sijn die zullen drinken levende waeter nuchtren, ende houden den mont vaste toe, dat die macht ende die cracht in den lichame vlieghen.

177. Wildi maken eenen sonderlinghen wondendranc, die te wonden huut comen soude ende zoude alle wonden ghenesen, sonder stervelike wonden die niement ghenesen en can, neemt een loet [53] ghinghebers, een loet wieroecs, een loet sulfers, een loet coperroets, ende twee cleene noten musscaten die goet sijn, ende .xx. bayen ende radeheele als so groet als een ey, ende roede coelen also groet; dese cruden salmen scarven ende stampense in eenen mortier, ende binden elc bi hem elc in eenen douc, in eene kanne dat si ten bodeme niet en comen; wat manne die dorwont es ende wat hi liefts drinket, eyst wijn of out stelle bier, dat salmen ghieten in de canne ende stoppense dan wel met eender roeder coelen; ende up die wonde salmen een rodecoelblat legghen ende keeren die ander zijde toe: dit es eenen goeden wondendranc.

178. Om bloet te stremmene van der nuese, riect dickent die rute ter nuese: het doet stremmen vorwaer.

179. Omme den steen te doen brekene .j. mensche in sijn blaese, neemt blaeder van hijft, ende pedercelle van alexander, ende kervele, van elken even vele; ende stampt dese crude in een mortier ende dat sap ghef drinken .9. daghe achter een. of die dit wilt prouven of het waer sij, so nem .j. glasin vat ende doere in .j. steen ende wijn ende sap van desen cruden vorseit, ende laetene eenen nacht derin ligghen: du saltene nuchtens moghen breken ghelijc sande of savele. dit es dickent gheprouft.

180. Om te hebben veel naturen, drinct tsap van kamillen met dranke; dat es goet. [54]

171. Om te slanken het lichaam, neem de wortels van mierik (Armoracia rusticana) en stamp en drink het sap: het verteert de wind en leg de bladeren op de buik.

172. Venkelzaad vaak gegeten dat beneemt de vetheid en laat mager worden.

173. Wortel van mierik of andere wortels die alzo goed zijn of beter in een confectie van honing gelegd, dat is goede groene gember.

174. Om gezwel te verdrijven, neem een klein kruidje dat op de muren groeit en stamp of wrijf dat stuk tussen uw handen en leg het daarop, het zal vergaan en verdwijnen.

175. Dat sap van Conium maculatum geneest kwade schurft, daarmee gewassen en er op gelegd.

176. De lieden die voor hun hart verstopt zijn die zullen drinken levend water (als brandewijn) nuchter en houden de mond vast toe zodat de macht en de kracht in het lichaam vliegt.

177. Wil je maken een bijzondere wonddrank die te wonden uitkomen zou en alle wonden zou genezen, uitgezonderd sterfelijke wonden die niemand genezen kan, neem een lood [53] gember, een lood wierook, een lood zwavel, een lood koperrood en twee kleine notenmuskaat die goed zijn en 20 bessen van laurier en Sedum telephium en alzo groot als een ei en rode kool alzo groot; deze kruiden zal men stuk snijden en stampen ze in een mortier en binden elk op zichzelf in een doek in een kan zodat ze niet op de bodem komen; wat man die doorwond is en wat hij het liefste drinkt, is het wijn of oud gestaan bier, dat zal men gieten in de kan en stop het dan goed dicht met een rode kool en op die wond zal men een rode kool blad leggen en keren de andere zijde toe: dit is een goede wonddrank.

178. Om bloed te stremmen van de neus, ruik vaak die ruit of Ruta graveolens ter neus: het laat stremmen voorwaar.

179. Om de steen te laten breken een mens in zijn blaas, neemt bladeren van klimop en Athamanta macedonica (of ook gelijk Bubon macedonicum), en kervel, van elk even veel en stamp deze kruiden in een mortier en geef dat sap te drinken 9 dagen achter een. Of die dit wil beproeven of het waar is zo neem een glazen vat en doet er in een steen en wijn en sap van deze genoemde kruiden en laat het een nacht daarin liggen; u zal het ’s morgens breken gelijk zand of zavel. Dit is vaak beproefd.

180. Om te hebben veel naturen, (seks) drink het sap van kamillen met drank; dat is goed. [54]

181. Omme te makene hint, eerst so neemt .j. lib. gallen ende lechse te weeke in .ij. stoepe soops dat men maect teens bruwers ende heet buucsop, al siedende suldijse derin doen, ende laetse weeken .β. dach ende danne so stampse wel in een mortier ende doese dan weder int vat daer sij in gheweect waeren, dan so neemt een derden deel ponts coperroets ende .β. lib. gommen; doet coperroet voren in den pot daermense in sieden sal metten ghestampten noten, ende laetet sieden so langhe dat deelt versoden es; dan so doeter die gomme in ende laetse smelten, ende dan so doet van den viere; ende naer dat menre de gomme in doet so moet alleneen wel gheroert sijn. prouvende oft ghenouch es, so latet drupen up uwen nagle een dropel: houdet hem wel te gadere, so eist ghenouch. ende over buucsop so mach men nemen .ij. stope bruns biers. ende de pruve mach men oec doen up een mes of up eenen steen.

182. Water of tsop van der surkereiden ghedronken met suker of met zeeme ontstopt de lever, de milte die verstopt sijn van hitten; ende so es goet jeghen de gelsocht.

183. Omme te makene salve der die coninc van aragoene mede heelde alle wonden ende te brokene of ghefrochert hersenbecken sonder snijden, neemt terbentine .2. ghewichte, ende wit was .j. ghewichte; dese .2. smelt te gadere in een panne ende [55] coeleret dor een grouf linen cleet in een vat der in es goet aysin ende staerc; ende als dat es wel vercoelt, duwet wel met uwen handen. dan neemt dat sop van betonien de .2. deel, ende dat sop van verbena .j. deel; alse dese vorseide sope gheminct sijn te gader ende die vorseide confexie van den terbentine ende van den wasse, smelt weder ende derin, alst ghesmolten es, so werpt dine vorseide sape daer in ende minghet ende roerret wel te gader, ende dan werpter up wijfsmelc of coyenmelc ende beit .j. stic. ende dan maecter af plaestren.

184. Jeghen de roede lichame so salmen nemen verbene, ende men salse sieden in een vierendeels borrens up een pinte, ende dan salmen nemen .j. pinte roets wijns ende ghieten den wijn in den borne, ende drinken dat te gader: hi sal stelpen.

185. Omme aexteroeghen hut te doen valene in .3. dagen of lettel meer, neemt die scorssen van okernoten die naest der scalen sijn, duverste of ghestroept, ende daer up gheleit: hets dickent gheprouft.

186. Omme te makene seepe, neemt .2. deel weetasschen ende een deel levende calc, ende maect deraf staerke loeghe; ende als u loghe ghemaect es, neemt .12. lib., ende .11. gommen dragante ghepoedert; ende laet staen weken 4 daghe ende nachte: dat wert recht oft een galentine waere. dan hebt noch .28. lib. loeghe, ende [56] doet dese .12. ℔ met den dragante toot den .28. in een ketel, ende laet sieden te samen 2. huren lanc up een sachte vier; dan doet daer toe .8. ℔ olien van oliven ende .j. ℔ ende .j. β. litters huut eere kanen ghepoedert; dan roeret met eenen stocke wel ende langhe, ende laetet sieden so langhe so dat trect als lijm .j. helle lanc, ende dan druupt up eenen couden steen: eist dan dicke als seepe, et es ghenouch; maer en es niet dicke voert cout es.

187. Omme te verwene lijnwaet of garen, of leder, met brisilie, sangwijn of roet, neemt brisiel ende stampet (ghelijc meeden of scorsmeel) .j. 2., reghenwatere eenen stoep, gummen van arabien .j. β. 2. in dit water siet dit brisiel metter gommen, altoes roerende, dat sij versoden die derden deel. nu es die verwe vulmaect: wat ghi verwen wilt, dat steect hierin, het sal sangwijn werden. ende latet drogen in de scaduwen, ende en eist u niet ghenouch gheverwet, so steket der anderwerf in. ende wildijt root hebben, so neemt levende calc .i. lib. ende werpet in eenen stoep waters, ende laetet claren. ende dernaer roere .ij. of .iij. werf; ende alst claer es, so neemt dat water ende derin doet .i. 2. aluuns, ende latet sieden met uwen lakene ende dan droghet; ende daerna steket in u verwe: het sal root werden. maer dat leder en mach niet ghesoden sijn, maer al cout in dit water ghesteken. ende dat sangwijn moet oec ghealluunt wesen, met watre ghesoden sonder calc met terwengruise. [57]

188. Om de perle up doeghe, neemt lignum aloes ende wieroec ghepoedert. dit salmen bernen up een vuerenbert ende boven den viere salmen houden een becken van heere om datter die roec soude an hangen. ende dien roec dier an blijft hanghende doet men af, ende daer af salmen een lettel doen int oeghe daer den perel in es, tsmorghens ende savens; ende het waere best in doge ghedaen met eenen ystremente alse de gautsmeeden doen als sij souderen, want si cretssen metten vinger haer poder dat in tvaetkijn es.

189. Dranc van liekerke te maken, neemt bugghele, senicle, wilde saelge, conijnscruut, gherwe, ghinghebeere, groffelsnagle, noten muscaten, al ghewonden in eenen douc ende in den gront van den potte gheleit; ende de .iiij. cruden ghebonden ghelijc dille ende oec in den gront gheleit, ende wijn derup ghegoten ende alte gader ghesoden, dats goeden dranc van liekerke.

190. Salve te makene van botten van popelieren: die salmen stampen al ontwee ende doense in eenen eerdinen pot, ende laetense vorten ende rijpen. ende als men popelioen hebben wille, so salmen nemen meysche of crusebotre, ende van den rijpen botten, ende ziedense over een so langhe dat se groene es. dan doese dor een lijnen cleet. dese salve es goet der een mensche wee heeft in de lede ende die huut niet ontkeret en es, eist van fledersine of [58] van andren dinghen, ofte jeghen tquade vier ende quade gate inde been.

181. Om te maken hint, (?) eerst zo neem 2 pond galnoten en leg ze te weken in 2 stopen sap dat men maakt te brouwers en heet buiksap, al kokende zal je het daarin doen laat het een halve dag weken en dan zo stamp het goed in een mortier en doe het dan weer in het vat waarin ze geweekt waren, dan zo neem een derde deel pond koperrood en half pond gom; doe het koperrood tevoren in de pot daar men het in koken zal met de gestampte noten en laat het zo lang koken zodat een deel verkookt is; dan zo doe er de gom in en laat het smelten en dan zo doe het van het vuur; en nadat men er de gom in doet zo moet het geheel goed geroerd zijn. Beproef of het genoeg is zo laat druppelen op uw nagel een druppel: houdt het zich tezamen dan is het genoeg. En voor buiksap zo mag men nemen 2 stopen bruin bier en dat beproeven mag men ook doen op een mes of op een steen.

182. Water of het sap van de paardenbloem gedronken met suiker of met honing ontstopt de lever en de milt die verstopt zijn van hitte; en zo is het goed tegen de geelzucht.

183. Om te maken zalf waarmee de koning van Aragon heelde alle wonden en de gebroken of gekneusde schedel zonder te snijden, neem terpentijn 2 gewichten en witte was 1 gewicht, smelt deze 2 tezamen in een pan en [55] zeef het door een grof linnen kleed in een vat waarin goede en sterke azijn is en als dat goed verkoeld is duw het dan uit met uw handen. Dan neem dat sap van betonie 2 delen en dat sap van Verbena 1 deel; al dit voor genoemde sap tezamen gemengd is met die voor genoemde confectie van de terpentijn en van het was, smelt het weer daarin en als het gesmolten is zo werp uw voor genoemd sap daarin en meng en roer het goed tezamen en werp er dan in vrouwenmelk of koeienmelk en wacht een tijdje en maak er dan pleisters van.

184. Tegen de rode loop zo zal men nemen Verbena en men zal het koken in een vierendeel bronwater tot op een pint en dan zal men nemen 1 pint rode wijn en giet de wijn in het bronwater en drink dat tezamen, het zal stelpen.

185. Om eksterogen uit te laten vallen in 3 dagen of weinig meer, neem de schorsen van walnoten die naast de schalen zijn, de buitenste afgestroopt, en daarop gelegd; het is vaak beproefd.

186. Om te maken zeep, neem 3 deel potas en een deel levende kalk en maak daarvan een sterke loog; en als uw loog gemaakt is neem 12 pond en 11 gom dragant (Astragalus verus) verpoederd en laat het staan weken 4 dagen en nachten: dat wordt recht of het een galentine (vis of vlees in een gelei) was. Dan hebt nog 28 pond loog en [56] doe deze 12 pond met de dragant tot de 28 in een ketel en laat het tezamen koken 2 uur lang op een laag vuur, dan doe daartoe 8 pond olie van olijven en 1 pond en half pond liter (?) uit een kan verpoederd, dan roer het met een stok goed en lang en laat het koken en zo lang zodat het trekt als lijm 1 el lang en dan druppel het op een koude steen; is het dan dik als zeep dan is het genoeg, maar het is niet dik voordat het koud is.

187. Om te verven lijnwaad of garen of leer met Brazilië (Caesalpinia echinata), bloedrood of rood, neemt Brazilië en stamp het (gelijk mede of schorsmeel) een drachme, regenwater een stoop, Arabisch gom een half drachme, in dit water kook de Brazilië met de gommen en altijd roeren zodat het derde deel verkookt is. Nu is die verf volmaakt: wat ge verven wilt dat steek je hierin, het zal bloedrood worden en laat het drogen in de schaduw en is het u niet genoeg geverfd zo steek het andermaal in. En wil je het rood hebben zo neem levende kalk een half pond en werp het in een stoop water en laat het helderen en roer er daarna 2 drachme aluin in en laat het koken met uw laken en droog het dan; en steek het daarna in uw verf: het zal rood worden. Maar dat leer mag niet gekookt worden, maar geheel koud in dit water steken en dat bloedrode moet ook met aluin gedaan wezen, met water gekookt zonder kalk en met tarwe gruis. [57]

188. Om de parel op de ogen, neemt Excoecaria agallocha en wierook verpoederd, dit zal men branden op een vuren plank en boven aan het vuur zal men houden een bekken van haar omdat de rook er aan zou hangen en die rook die er aan blijft hangen doet men er af en daarvan zal men wat in het oog doen waarin de parel is ’s morgens en ’s avonds; en het was het beste in het oog gedaan met een instrument zoals de goudsmeden doen als ze solderen, want ze krassen met de vinger hun poeder dat in het vaatje is.

189. Drank van Liedekerke te maken, neemt Ajuga reptans, wilde salie, Lactuca scariola, duizendblad, gember, kruidnagels, notenmuskaat en alles gewonden in een doek en op de grond van de pot gelegd en de 4 kruiden gebonden en gelijk dille ook op de grond gelegd en wijn er op gieten en alles tezamen koken, dat is een goede drank van Liedekerke.

190. Zalf te maken van de knoppen van populieren: die zal men geheel stuk stampen en doe ze in een aarden pot en laat het verrotten en rijpen en als men populioen hebben wil zo zal men nemen mei of kruisboter (gemaakt in de kruisdagen) en van de rijpe knoppen en kook ze met elkaar zo lang totdat het groen is. Doe het dan door een linnen kleed. Deze zalf is goed waar een mens pijn heeft in de leden en de huid niet belet is, is het van jicht of [58] van andere dingen, of tegen het kwade vuur en kwade gaten in het been.

191. Salve: neemt popelierbotten, ende smeerworten, ende nachtscade, ende maelrovie; dese cruden ghesoden in smeere ende ghewronghen dor een cleet. dese salve es goet jeghen drope ende doet zweeren heelen.

192. Dits een goede zalve den scorveden hoeftden mede te ghenesene, sonder haer te verliesene: men sal stampen hout swinensmeere, ende al stampende daer in minghelen tsop van griseconten, ende van der roeder pardeken, ende van scapiosen, ende litargion ghepulvert, ende quicselver ghebluscht met nuchterne speekele. ende maecter af salve ende die orboert daerts noot es.

193. Dits een dranc om alle wonden mede te ghenesene, ende hi comt ter wonden huut alsomen ghevet ten monde: neemt sap van glorifilaten, tsap van dorghinghe, ende tsap van alsenen, ende tsap van herba roberte. ende dese salmen minghen met wine ende ghevens drinken een waerf, telken een toghe, ende leggen up die wonde een roetcoelblat ende el niet. ende dwaet die wonde met wine, dats goet; ende danne lecht daer up dat coelblat.

194. Olie te makene van popelierbotten dat men heet olie poplioen: neemt de sopbotten en de zietse in eenen droghen pot met olien van oliven ende anders niet.

195. Olie van saet van smeerwortelen ofte bloysele [95] maect men dus: neemt tsaet van smeerwortelen ofte de bloyeseme ende olie van oliven, ende sieden dat oec in eenen droghen pot ende maecter af olie. gheen beter dinc en es toten pakersschen leeden, ende daer mede bestreken met eender vedere ende anders niet. dese olie es goet jegen laserse of pakers of scuerfde.

196. Item weeti eenighe persoen die den bloetwal eeft in daensichte oft in andren steden, daer toe suldi nemen twater van heedernetelen in een clocke ghemaect.

197. Item hebdi een zeer onder handen dat ghij te neghenen weghe bringhen en coent, so zuldi nemen sterken eysin ende wasschent wel daer mede, ende souken tsaet van else ende maker af poudre ende stroyent int seer.

198. Item hebdi een seer dat vul brants es, daer toe suldi nemen: nasscade ghelesen tusschen beede onser vrauwen daghen, ende olie van oliven; ende sieden dat in een droghe pot ende anders niet. ende alse ghesoden es, so sal mense laeten staen j. vierendeel jaers in derde, wel nauwe ghestopt. dese olie es goet jeghen alle brande.

199. Omme wonden te ghenesene sonder lijcteken, of harde lettel, ende zenuwen vergaderen ende beencnoepen, meer binnen .j. maend dan met andren zalven binnen .ij. maende, neemt zuvermghesmolten dassensmout ende maect derof plaesteren up werc of up linwaet, also men pleecht: et sal ghenesen harde varinghe. dit es gheprouft. [60]

200. Salve jeghen alrande quetsinghe: neemt een hantvul nasscaden ende .j. antvul eppen, een antvul senicle, een antvul glorifilaten, ende een antvul violettencruuts, ende stampent over een; ende dan neemt een vierendeel ponts was ende een alf lib. barghenssmeers, ende siedet over een also langhe als waermoes, ende dan siet dor een scone lijnen cleet, ende dan doet dit in een bosse. so hebdi goede salve.

201. Pusoen jeghen de hoeftzweere: neemt betonie, verbene, alsene, celidonie, weghebrede, savelboem , ende stampet te gadre ende drinket met wine. Oec esser goet toe: neemt scorse van vliendere ende honich ende peper, ende drinket met wine.

202. Om den corts te verjaeghene, neemt die middelste scorse van den vliendere ende eertveltlovere even vele, te gader ghestampt al ontwe; ende gheeft hem drinken dat sap, recht als hi hem begint te comene. hi sal braken ende ghenesen stappans, want het es gheprouft.

203. Om quaede gaete te ghenesene an beene, neemt eekine loevere ende eertveltlovere even vele, ende sietse in borne, ende dan so bayt altoes u been met dien watre, tote dat ghenesen sij; ende lecht den eenen dach van den eertveltloveren, die der ghesoden sijn, up die gate, ende den andren dach van den ekenelovren; si selen zeker ghenesen, want hets gheprouft. [61]

204. Pouder te makene jeghen alle gate, neemt betonie, agremonie, verbene, elcx even vele. ende drocht wel ende maecter af poeder wel cleene, ende doet dat up die gate: het sal ghenesen ende droghen ende weren tquade vleesch.

205. Dit es eene goede salve, die wel trect ende wel heelt beede wonden ende zweeren: neemt wedrinroete een lib., wit harst een lib., ende was een lib., ende allettel sofferaens ende den wortele vander docken, die bloyen van broeme .iiij. werf also vele als der wortele; ghewreven, ghestampt te gadere, ghesoden; ende also ghelu wert, doese van den viere, ende wringet dor een linen cleet; dan doeter toe wieroec ende mastix ghemalen over een. dan sal men vroedelike houden; sij zal doen soet vorseit es: ghespreet up een lijnen cleet ende derup geleit.

206. Om aderen die zwellen als si ghelaeten sijn, neemt van den witten campernoelen ende saut, ende bindet daer up: si sal ontswellen.

207. Om aderen, die ontspronghen sijn alsi ghelaten sijn, omme die weder te stelpene, so es dit goet ende dicke gheprouft: neemt eene zwerte boene ende bitse ontwee ende lecht deene heelt up die aderen, die scorse huutwert: si sal stremmen.

208. Meede, savelboem, gladie, lovesse, alle dese cruden, in wine ghesoden ende dien wijn ghedronken, doet den lichame zuveren ende die moeder openen die besloten es. [62]

209. Man of wijf die niet sin water maken en can neme de wortel metten hoeftde altemale van der lelyen, stampse, dwaese scoene, laet droghen van den watre eer men se stampt; dan minghelt ende temperse huut met rinschen wine ende drinct dat dicke.

210. Bivoet, roet of wit, ghestampt ende tsop deraf in wonden ghedaen ende tcruut entrent gheleit gheneest aestelic de wonde.

191. Zalf: neem populier knoppen en Symphytum officinale en nachtschade en Marrubium vulgare; deze kruiden gekookt in vet en gewrongen door een kleed. Deze zalf is goed tegen huidziekte en laat zweren helen.

192. Dit is een goede zalf de schurftige hoofden daarmee te genezen zonder haar te verliezen: men zal stampen oud zwijnenvet en al stampende daarin mengen het sap van Fumaria officinalis en van de rode zuring (Rumex angineus) en van Knautia arvensis en litargirum (loodglit) verpoederd en kwikzilver geblust met nuchter speeksel en maak er van zalf die gebruik het waar het nodig is.

193. Dit is een drank om alle wonden mee te genezen en het komt ter wonden uit alzo men het geeft ter mond: neem het sap van Geum urbanum, het sap van doorwas (Bupleurum rotundifolium) en het sap van alsem en het sap van Geranium robertianum en dezen zal men mengen met wijn en geef het te drinken een maal en telkens een teug en leg op de wonde een rode kool blad en niets anders. En was die wond met wijn, dat is goed en leg dan daarop dat koolblad.

194. Olie te maken van popelierknoppen dat men noemt olie populioen: neem het sap van de knoppen en kook het in een droge pot met olie van olijven en niets anders.

195. Olie van zaad van smeerwortel (Symphytum) of bloemen [95] maakt men aldus: neem het zaad van smeerwortel of de bloemen en olie van olijven en kook dat ook in een droge pot en maak er olie van. Geen beter ding is er tegen het vuur in de leden en daarmee bestreken met een veer en niets anders. Deze olie is goed tegen huidziekten, vuur of schurft.

196. Item, weet je enige personen die die een bloedvlek heeft in het aanzicht of in andere plaatsen, daartoe zal je nemen het water van brandnetels in een distilleerklok gemaakt.

197. Item, heb je een zeer onder handen dat gij op geen manier kwijt kan maken zo zal je nemen sterke azijn en was het goed daarmee en zoek het zaad van els en maak er poeder van en strooi het in het zeer.

198. Item, heb je een zeer dat vol brand is, daartoe zal je nemen: nachtschade of Solanum nigrum verzameld tussen beide onze Vrouwe dagen en olie van olijven en kook dat in een droge pot en niets anders en als het gekookt is zo zal men het laten staan een vierendeel van een jaar in de aarde en goed dicht gestopt. Deze olie es goed tegen alle branden.

199. Om wonden te genezen zonder litteken of erg weinig en zenuwen verzamelen en gebroken benen en meer binnen 1 maand dan met andere zalven binnen 2 maanden, neem zuiver gesmolten dassenvet en maak daarvan pleisters op pluksel of lijnwaad alzo men plag: zal genezen erg snel, dit is beproefd. [60]

200. Zalf tegen allerhande kwetsingen: neem een handvol nachtschade of Solanum nigrum en een handvol selderij of Apium graveolens, een handvol Sanicula europaea, een handvol Geum urbanum en een handvol violen kruid en stamp het door elkaar en dan neem een vierendeel pond was en een half pond speenvarkenvet en kook het door elkaar alzo lang zoals warmoes en dan zeef het door een schoon linnen kleed en doe dan dit in een bus, zo heb je goede zalf.

201. Wondendrank tegen de hoofdpijn: neemt betonie, Verbena, alsem, Chelidonium, weegbree, Juniperus sabina en stamp het tezamen en drink het met wijn. Ook is er goed toe: neem de schors van vlier en honing en peper en drink het met wijn.

202. Om de koorts te verjagen, neem de middelste schors van de vlier en Glechoma hederacea even veel en geheel stuk tezamen gestampt; en geef hem drinken dat sap, recht als het hem begint te komen, hij zal braken en gelijk genezen want het is beproefd.

203. Om kwade gaten te genezen aan benen, neem loof van eik en Glechoma hederacea even veel en kookt het in bronwater en dan zo baad u uw been altijd met dit water totdat het genezen is; en leg de ene dag van de hondsdraf die gekookt zijn op dat gat en de volgende dag van het eiken loof; ze zullen zeker genezen want het is beproefd. [61]

204. Poeder te maken tegen alle gaten, neem betonie, Agrimonia, Verbena, van elk even veel en droog het goed en maak er goed klein poeder van en doe dat op die gaten: het zal genezen en drogen en weren het kwade vlees.

205. Dit is een goede zalf die goed trekt en goed heel beide wonden en zweren: neem was van een jonge ram een pond, witte hars een pond en was een pond en een beetje saffraan en de wortel van het hoefblad, de bloemen van de brem 4 maal alzo veel als van de wortels, gewreven, gestampt tezamen en gekookt en als het geel wordt doe het van het vuur en wring het door een linnen kleed, doe er dan toe wierook en mastiek van Pistacia lentiscus gemalen overeen. Dan zal men het verstandige houden en het zal doen zoals gezegd is, gespreid top een linnen kleed en daarop gelegd.

206. Om aderen die zwellen als ze gelaten zijn, neem van de witte kampernoelie (Agaricus campestris) en zout en bindt het daarop; het zal ontzwellen.

207. Om aderen die open gesprongen zijn als ze gelaten zijn om die weer te stelpen, zo is dit goed en vaak beproefd: neemt een zwarte boon en bijt ze stuk en leg de ene helft op de aderen, de schors naar buiten; het zal stremmen.

208. Mede, Juniperus sabina, gladiool, maggi of Levisticum officinale, al deze kruiden in wijn gekookt en die wijn gedronken doen het lichaam zuiveren en de baarmoeder openen die besloten is. [62]

209. Man of wijf die zijn water niet maken kan, neem de wortel met het hoofd helemaal van de lelie en stamp het en was het schoon, laat het drogen van het water eer men ze stampt; dan meng en temper ze uit met Rijnse wijn en drink dat vaak.

210. Bijvoet, rood of wit, gestampt en het sap daarvan in wonden gedaan en het kruid er omtrent gelegd geneest haastig de wond.

211. Netelen also ghemaect ende ghedaen, oec in de wonde ghedaen ende entrent gheleit, gheneest oec seer haestelijc.

212. Om te hebben groete sterkeit up eenen dach meer dan up een ander, neemt roeden bivoet in den zomer, groene in den winter; droghe ende siet dat met wine of bier of met water, ende drinct dat al den dach eens daechs: ghi sult sander daechs hebben groet cracht.

213. Die sijn orine niet ghehouden en mach, hi neme latuwensaet ende stoetet in sticken, ende minghen met wine ende drincke dat nuchteren.

214. Die eeft die crampe, die smere hem met hondensmere.

215. Jeghen tmenisoen, ziet twe eyere hart' ende stampse in eenen mortier; dan tempert met eenen rauwen eye ende stampter toe blader van weghebreden, sonder gaten daerin; ende neemt bloume ende maect van al een coukelkijn in den hert, ende heet die al heet. [63]

216. Om haer af te doene ende scoen huut maken ende sonder sorghe, ghi sult baden in warem water, ende derna stoven ende zweeten, ende noch baden; ende dwaet u dan met eenen sconen cleede. dan suldi dit ghereet hebben: neemt calc der noit water up en quam .vj. lepele vul, of also vele als ghij wilt, ende tempert met couden watre, ende siettet alse wellinge. ende derna so neemt operment tvijfste deel, ende doeter mede; dan neemt een ganspipe ende steect daer in, ende prouft oft ghenouch ghesoden es: dats als die plumen lichtelijc afgaen, dan eist ghenouch. dan doet van den viere (et soude te seere verhitten), ende alst vercout es wel na, so bestrijc hu dermede der thaer staet, ende trecket of sonder crouwen, want die huut soude lichtelijc breken. dan neemt sap van bellen, sap van nasscaden, sap van donderbaer ende dbloet van der vledermus, ende minget al te gader, ende bestrijct hu dermede.

217. Ten andren maniere: neemt griex pec, ende colofonie, ende armoniacum, ende mastic, ende smeltet al te gadre, ende giet up cout water, ende bauwet wel metten handen. So ghijt meer bouwet, soet witter wert, want van eerst so eist zwert. maect hier af een plaester, ende legget der ghi gheen haer hebben en wilt. twee plaesteren mueghen dueren twee jaer; .x. werven mach ment verniewen ende leggent [up], up dat men verbauwet ende legget laeu. [64]

218. Wildi dat hu haer dicke worde, so neemt agrimonie, ende die scurse van den hulstwortelen, ende hyseerne, ende lijnsaet ghepulvert; ende siedet al te gader in gheetenmelc of in water, ende dwaet hu hoeft daermede.

219. Noch: neem een dinc datmen heet gitten; barnet ende stampet met watere. dit selve doet beendren gheberrent te pulvere ende ghemijnct met olien ende met seeme, ende dwaet daer mede hu hoeft: dit doet thaer dicke wassen.

220. Omme te makene een formente, neemt goede tarwe ende siet die in zuveren borne, ende dan neemt zoete melc van coyen - of eist in de vastene neemt amandelmelc, - ghesoden ende lecht daerin uwe tarwe die te voren ghesoden was in borne, ende gheleit up een scone dwaele up stroe te versipene van den watere. dan ghedaen in de melc ende .ij. of .iij. eyeren na dat ghi formente maken wilt. die breech daerin, ende sofferaen, ende zuker, ende goede poeder, goede cruden ende allettel blomme, dat allettel mach binden. dit heet formente potaege.

221. Omme te makene goede fine poedere in compoestsausen of in spisen te doene, neemt .3. onsen ghingebers, .j. once fine kanele, .3. graine, 3. stocken van naglen ende .v. inghelsche noten mosscaten.

222. Omme roet te maken zuker ofte maken [65] rode morselen die men heet manus cristi of roet tabulaet, so zuldi hebben een steen die men heet in latine lapis ematitis. ende dien vorseiden steen suldi wel wriven up eenen harden steen met sconen watre; ende dat water, dat daermede gheverwet es, daer mede suldi smelten hu cuker dat ghi in die vorseide [verwen] verwerken wilt. Ende omme blaeu te makene in dier manieren, so neemt een steen die men heet lapis lazeri.

223. Omme te claerifierne cuker in de vastene, so zuldi hebben alsoet hier voren ghescreven staet: neemt omme te claeryfierne een gomme die men heet gomme elemny; of en mogdi niet die ghecrighen, so neemt een ander maniere van gomme die men heet hedre.

224. Hier staet ghescreven de mate, hoe vele datmen sculdich es te nemene poeders om te doene in fine morselen, die ghemaect sin van cuker. Ende hoe dat die cruden heeten daer men die poedre af maect. neemt, om te makene een lib. finer morselen, .ij. inghelsche ghewichs ghingheberspoeders, .ij. inghelsche ghewichs galigaenspoeders, .ij. inghelsche ghewichs poeders van noten moscaten, .j. inghelsche ghewichs poeders van naghelen. dat waere al te male .vij. inghelsche ghewichs poeders, alsoet vorseit es om te doene in de morselen. Ende omme te kennen tghewichte vorseit van den inghelsche, so zuldi weten dat in die onse gaet .xx. inghelsche [66] ghewichte. Ende of ghi wilt, so doeter in .vj. inghelsche finer caneelen.

225. Omme compoest te maken, neemt een stoep wins die men scupers vint, ende een onse van den poedere ghemaect van .viij. onsen anys, .iij. onsen coliander, .ij. onsen carewi, .ij. onsen venkelzaet; ende dan neemt een onse sanders, een ℔ dicke koux ende allettel mostaert. dit es van .vj. groten den stoep.

226. Item wilt men van .viij. groten maken den stoep, so doemer in een alf sesein ghingheberspoeders, een onse naglepoeder of stoc van naglepoeder, ende een lettel greinenpoeder.

227. Omme te maken compoest van .vj. groten, neemt een pinte zeems, .ij. pinten wins, ende een vierendeel meets, ende een onse sandre, ende een ℔ dicke coux. Ende die wil maken van .viij. groten, so doemer in een onse pepers, een alf onse ghinghebers, ende een onse nagle, ende een sesein greinen, ende een onse compoestpoedre. dit es compoestpoeder: carewi .ij. onsen, venkelzaet .ij. onsen, coriandre .iij. onsen, anys .viij. onsen.

228. Item de sandre moet men weken in den win, ende dan maelen deur een mostaertqueren, ghelijc den couke; ende den couke wecmen in den mede ende dan maelen.

229. Item die wille maken cleine couskin naer de maniere van bruesele, neemt een ℔ caneele, .ij [67] onsen ghinghebers; poedert beede; neemt een ℔ van desen poedre, ende .iij. quaerten goeder bloumen, ende .iij. pinten zeems, of dat ghenouch sij. ende dan keerse met allettel poeders vorseit, ende daer naer in wit of in brun zuker dat ghewreven sij. ende dan backet up den bodem van eere panne over tvier, ende keret .ij. of .iij. werven.

230. Pillen apestelensia maect men van alewe, ende van merre ende van sofferaen.

211. Netelen alzo gemaakt en gedaan, ook in de wonden gedaan en omtrent gelegd geneest ook zeer haastig.

212. Om te hebben grote sterkte op een dag en meer dan op een andere, neem rode bijvoet in de zomer, groene in de winter; droog het en kook het met wijn of bier of met water en drink dat alle dagen eens per dag; ge zal de andere dag grote kracht hebben.

213. Die zijn urine niet houden mag, hij neemt sla zaad en stampt het in stukken en mengt het met wijn en drink dat s’ morgens.

214. Die de kramp heeft die besmeert zich met hondenvet.

215. Tegen de buikloop, kook twee eieren hard en stamp ze in een mortier; dan meng het met een rauw ei en stamp er toe blader van weegbree, zonder gaten daarin; en neemt bloem en maak van alles een koekje in de haard en eet die al heet. [63]

216. Om haar af te doen en schone huid te maken en zonder zorgen, ge zal u baden in warm water en daarna stoven en zweten en noch baden; en was u dan met een schoon kleed. Dan zal je dit gereed hebben: neem kalk waar nooit water op kwam 6 lepels vol of alzo veel als ge wilt en meng het met koud water en kook het als een welling en daarna zo neem operment of arseensulfide het vijfde deel en doe het er mee; dan neem een ganzenpijp en steek het daarin en beproef of het genoeg gekookt is: dat is als de pluimen er gemakkelijk afgaan, dan is het genoeg. Doe het dan van het vuur (het zou te zeer verhitten) en als het bijna verkoeld is zo bestrijkt u daar waar het haar staat en trekt het er af zonder krabben want de huid zou licht breken. Dan neem het sap van bilzekruid, sap van nachtschade of Solanum nigrum, sap van donderbaard of Sempervivum tectorum en het bloed van een vleermuis en meng alles tezamen en bestrijk u daarmee.

217. Ten andere manier: neem Grieks pek en colofonium en Dorema ammoniacum en mastiek en smelt alles tezamen en giet er op koud water en vorm het goed met de handen. Zo ge het meer vormt zo het witter wordt want ten eerste zo is het zwart en maak hiervan een pleister en leg het daar ge geen haar wil hebben. Twee pleisters mogen duren twee jaren en 10 maal mag men het vernieuwen en opleggen opdat men het vormt en lauw legt. [64]

218. Wil je dat uw haar dik wordt, zo neem Agrimonia en de schors van de hulstwortel en Verbena en lijnzaad verpoederd en kook alles tezamen in geitenmelk of in water en was uw hoofd daarmee.

219. Noch: neem een ding dat men noemt git, (of gagaat), brandt het en stamp het met water. Ditzelfde doen beenderen tot poeder verbrandt en gemengd met olie en met honing en was daarmee uw hoofd: dit laat het haar dik groeien.

220. Om te maken een meel brij, neem goede tarwe en kook het in zuiver water en dan neem zoete melk van koeien - of is het in de vasten neem amandelmelk, - gekookt en leg daarin uw tarwe die tevoren gekookt was in water en leg het op een schone handdoek op stro zodat het water eruit sijpelt, dan doe je in de melk 2 of 3 eieren nadat ge die brij maken wil, die breek je daarin en saffraan en suiker en goede poeder, goede kruiden en al weinig bloem zodat het wat mag binden. Dit heet formente pottage.

221. Om te maken goede fijne poeder in confituursausen of in spijzen te doen, neemt 3 ons gember, 1 ons fijne kaneel, 3 Amomum melegueta, 3 stokken van kruidnagels en 5 Engelse notenmuskaat.

222. Om rode suiker te maken of te maken [65] rode hapjes die men noemt manus cristi of rode tabulaet, zo zal je hebben een steen die men in Latijn noemt lapis hematiet en die voor genoemde steen zal je goed wrijven op een harde steen met schoon water; en dat water dat daarmee geverfd is daarmee zal je smelten uw suiker dat ge in de voor genoemde verf verwerken wil. En om blauw te maken op die manier zo neem een steen die men heet lapis lazuli.

223. Om te suiker te verhelderen in de vasten zo zal je hebben alzo het hier tevoren geschreven staat: neem om te verhelderen een gom die men noemt gom elemi van Canarium luzonicum; of kan je die niet krijgen zo neem een ander soort gom die men noemt Hedera.

224. Hier staat geschreven de maat, hoe veel dat men schuldig is te nemen poeders om te doen in fijne hapjes die gemaakt zijn van suiker. En hoe dat die kruiden heten waarvan men poeders maakt om te maken een pond fijne hapjes, 2 Engelse gewicht gember poeders. 2 Engelse gewicht galigaan poeder (Alpinia officinarum), 2 Engelse gewicht poeder van notenmuskaat, 1 Engelse gewicht poeder van kruidnagels. Dat is helemaal 7 Engelse gewicht poeders, alzo het gezegd is om te doen in die hapjes. En om te kennen het gewicht van de genoemde Engelse, zo zal je weten dat in de onze gaan 20 Engelse [66] gewicht. En als ge wil, zo doe er in 6 Engelse fijne kaneel.

225. Om confituren te maken, neem een stoop wijn die men bij de kuipers vindt en een ons van het poeder gemaakt van 8 ons anijs, 3 ons koriander, 2 ons karwij, 2 ons venkelzaad en dan neemt een ons sandaalhout een pond dikke koek en een beetje mosterd. Dit is van 6 groten de stoop.

226. Item, wil men van 8 groten maken de stoop, zo doet men er in een half zesde gemberpoeder, een ons kruidnagelpoeder en een beetje Amomum melegueta poeder.

227. Om te maken een confituur van 6 groten, neem een pint honing, 2 pinten wijn en een vierendeel mede en een ons sandaalhout en een pond dikke koek. En die wil maken van 8 groten, zo doet men er in een ons pepers, een half ons gember en een ons kruidnagels en een zesde Amomum melegueta en een ons confituur poeder. Dit is de confituurpoeder, karwij 2 ons, venkelzaad 2 ons, koriander 3 ons, anijs 8 ons.

228. Item, de sandaal moet men weken in de wijn en dan malen door een mosterdmolen gelik de koek en de koek weekt men in de mede en dan malen.

229. Item, die wil maken kleine koekjes op de manier van Brussel die neemt een pond kaneel, 2 [67] ons gember en verpoeder beide, neem een pond van dit poeder en 3 kwarten goede bloem en 3 pinten honing als dat genoeg is en dan keer ze met een beetje van dat genoemde poeder en daarna in witte of bruine suiker dat gewreven is en bak het dan op de bodem van een pan boven het vuur en keer het 2 of 3 maal.

230. Pillen tegen de pest maakt men van Aloë en van mirre en van saffraan.

231. Pulvis pestilencialis: neemt aloes, cicotrini, mirre ℥ β; croci orten ℥ .iiij. missianum efiat pulvis.

232. Gherechte ende gheproufde medesine jeghen de weelde in aerme of in ander leden: ghi sult nemen de sop ende de crop van der heerenetelen, ende stampen die in eenen mortier daer noyd loec in en quam; ende dan tempert met petauwin, ende wringhet huut in een scoen potkin dor een douc, ende dan strijct hu leden daer mede savens ende smorghens.

233. Gherechte medesine jeghen de tanzwere, neemt .xij. mitswert witten winesin, ende doeter in een bone groet driaclen, ende .ix. blader saelgen; ende siet dat; ende alst ghesoden es, so nemes in huwen mont al warem ende houdet langhe. [68]

234. Om te maken een water, heet aqua salvea, neemt saelge ende polioen, ende stampt te gader, ende doet in de panne. die dit water drinct met castorien ghesoden. als menich werf als hijt drinct, als menich dach licht sin leven. hine mochte niet so vercout wesen, dronke hijt elc sdaghes nuchtren, hine soude ghenesen.

235. Jeghen den waterkanker, neemt de blader van den heelsboeme, ende sietse in borne, ende laetse versieden wel derden deel, ende wringhet duer een cleet ende dwaet daer mede devel twewaerven sdaghes: so saelt ghenesen.

236. Jeghen den kanker in den mont, neemt gallenoten, ende scorse van peumen garnaten ende aluun van glaese, van elken .j. vierendeel ponts; ende een deel zeems, ende .j. pinte starx eysins, ende doet te gader wel cleene ghestampt; ende doet in .j. nieuwen pot, ende siedet also langhe alse wedrin vleesch; ende dan wringhet duer een linen cleet ende doet in een stenin kanne, ende dan dwaet uwen mont met lauwen watre herde wel; ende dan neemt een quispelkin, ende strijct dat zeer daer mede, metter vorseiden temperuere: ende dat quaede sal af gaen ende ghenesen.

237. Jeghen den zwerten kanker in den mont: dwaet eerst dinen mont met lauwen borne, ende neemt dan pulver van zedewaere ende asuer te gader, ende daermede wrijft dine tande. probatum est.

238. Jeghen den roeden kanker in den mont: [69] wrijft eerst dinen mont met lauwen borne harde wel; daer na neemt duvenquaet, ende roet loec, ende bernet te pulvre in een pannekin; ende wrijft daer mede dine tande. die roede canker hi limet, ende vet ende dicket die leppen.

239. Jeghen den witten canker in den mont: neemt eerst lauwen borne ende dwaet dine tande wel, ende dan neemt spaens groen ende aysil te gader ghewreven: daer mede wrijft dine tande. die witte canker, hi wit den mont ende bevult.

240. Jeghen den canker in den mont: neemt ghinghebeere te sticken ghewreven, ende aluun of smout van glaesen; ende doet dat in uwen mont. oec esser zeem goet toe.

241. Jeghen seeren mont, nem roesewater, ende nasscadewater, ende zeem, ende aysil; doe dat al te gader, so dat no suer no zoete en sij. doe dat in dinen mont dicken, ende of du wilt, so ziet dor een cleet.

242. Om slaepdranc te maken, neemt opii tebaici, sap van bellen, sap van mecoppen, sap van den ijfte, sap van den murbesien, latuwesaet, wit mecoppin te samen; dus salment conficiren: men saelt altegader minghen in een coprin scone vat, ende laetent droghen in de sonne. ende als men daer mede wille werken, so salment temperen met rosewater ende netten eene sponse daer in, ende houdet hem vor de noesegate. [70]

243. Een cruut heet men brunnelle of guldencruut: dat heelt boven alle cruden wonden zeere aestelic, sap deraf in de wonde gheduwt ende tcruut derup gheleyt.

244. tSaet van sentorie, ghelesen tusschen twee onser vrauwen daghe, ende ghedroecht in een scaerpe sonne, dat es goet gheten jeghen de pestelencie ende in de sterfte.

245. Polioen, ghelesen tusschen twe onser vrauwen daghe, ende ghedroecht in eene scaerpe sonne, dat ghestampt ende poeder deraf ghemaect: dat es goet in spisen ghedaen over peperpoeder.

246. Zedewaerpoeder in rinsen win ghesoden, dat es goet oeghenwater; of orine van jonghe kindre, die maecht sin, in de oeghe ghedaen met eenen cledekine, es oec goet.

247. Item een cruut, heet wittewort, dat es pepercruut, dat suldi droghen ende stampen, ende maeker af poeder, ende doent in spisen of in sausen, over peper.

248. Item olie van oliven, of olie van linzaede, of olie van anderen zade ghesoden, ende paertstorten derin ghedaen, dat es goede salve. ende wiltmen derin oec doen was ende termentijn, ende harst allettel, so eist noch beter salve: si verhit ende heelt. [71]

249. Item netelen ghestampt, ende dan gheleit up vercoude beenen of aerme, verwaerremse zeer aestelike.

250. Anders: neemt durgaende zalve ende strijcter met, voer een vier, de leden die hu wee doen ende vercout sijn; sij ghenesen.

231. Poeder tegen de pest: neemt Aloë perryi, (cicotrin is naar de plaats van afkomst Socotra) mirre half pond; Crocus sativus half 4de, breng ze allen tot poeder.

232. Gerechte en beproefde medicijn tegen de pijn in armen of in andere leden: ge zal nemen het sap en de krop van brandnetels en stampen die in een mortier waarin nooit look kwam en meng het dan met wijn uit Poitou en wring het uit in een schoon potje door een doek en dan bestrijk uw leden daarmee ’s avonds en ‘s morgens.

233. Gerechte medicijn tegen de tandpijn, neem 12 gram witte wijnazijn en doe er in een boon groot teriakel en 12 bladeren van salie en kook dat en als het gekookt heeft zo neem het in uw mond al warm en houdt het lang. [68]

234. Om te maken een water dat heet aqua salvea, neem salie en polei of Mentha pulegium en stamp het tezamen en doe het in een pan. Die dit water drinkt met bevergeil gekookt en alzo vaak als hij het drinkt alzo menig dag in zijn leven, hij mocht niet verkouden wezen, dronk hij het elke dag ’s morgens hij zou genezen.

235. Tegen de waterkanker, neem de bladeren van de elzenboom of Alnus glutinosa en kook het in water en laat het verkoken wel het derde deel en wring het door een kleed en was u zelf daarmee tweemaal per dag, zo zal het genezen.

236. Tegen de kanker in de mond, neemt galnoten en schors van de granaatboom en aluin in kristalvorm en van elk een vierendeel pond en een deel honing en een pint sterke azijn en doe het tezamen goed klein gestampt en doe het in een nieuwe pot kook het alzo lang als rammen vlees en wring het dan door een linnen kleed en doe het in een stenen kan en dan was uw mond met lauw water erg goed en neem dan een kwastje en bestrijk dat zeer daarmee met het voor genoemde mengsel en dat kwade zal er af gaan en genezen.

237. Tegen de zwarte kanker in de mond: was eerst uw mond met lauw water en neem dan poeder van Curcuma zedoaria en van lazuursteen tezamen en wrijf daarmee uw tand, het is bewezen.

238. Tegen de rode kanker in de mond: [69] wrijft eerst uw mond met lauw water erg goed, neem daarna duivenstront en rode look en brandt het tot poeder in een pannetje en wrijf daarmee uw tanden. Die rode kanker het lijmt en vet en verdikt de lippen.

239. Tegen de witte kanker in de mond: neem eerst lauw water en was daarmee uw tanden goed en neem dan Spaans groen en azijn tezamen gewreven en wrijf daarmee uw tanden. Die witte kanker het wit de mond en bevuild.

240. Tegen de kanker in de mond: neem gember in stukken gewreven en aluin in kristalvorm en doe dat in uw mond, ook is er honing goed toe.

241. Tegen een zere mond, neem rozenwater en nachtschade of Solanum nigrum water en honing en azijn, doe dat alles tezamen zodat het nog zuur nog zoet is en doe dat vaak in de mond en als u wilt zeef het door een kleed.

242. Om slaapdrank te maken, neem opium van Thebe, sap van bilzekruid, sap van papaver, sap van klimop, sap van moerbei, sla zaad en witte papaver tezamen; aldus zal men het bereiden: men zal alles tezamen mengen in een schoon koperen vat en laat het drogen in de zon en als men daarmee wil werken zo zal men het mengen met rozenwater en met een spons daarin en houdt het voor uw neusgaten. [70]

243. Een kruid dat men noemt brunelle of duizendguldenkruid (Centaurium erythraea): dat heelt boven alle kruiden zeer haastig, het sap daarvan in de wond geduwd en het kruid daarop gelegd.

244. Het zaad van Centaurea cyanus verzameld tussen de twee onze Vrouwe dagen en gedroogd in hete zon dat is goed gegeten tegen de pest en in de sterfte.

245. Polei of Mentha pulegium verzameld tussen de twee onze Vrouwe dagen en gedroogd in een hete zon en dat gestampt en poeder daarvan gemaakt dat is goed in spijzen gedaan voor peperpoeder.

246. Poeder van Curcuma zedoaria in zure wijn gekookt dat is een goed oogwater; of urine van jonge kinderen die maagd zijn in de ogen gedaan met een doekje is ook goed.

247. Item, een kruid dat heet wit kruid, dat is peperkruid of Lepidium latifolium, dat zal je drogen en stampen en maak er poeder van en doe het in spijzen of in sausen voor peper.

248. Item, olie van olijven of olie van lijnzaad of olie van andere zaden gekookt en paardenstront daarin gedaan, dat is een goede zalf en wil men er ook in doen was en terpentijn en een beetje hars dan is het een nog betere zalf, het verhit en heelt. [71]

249. Item, netelen gestampt en dan gelegd op verkouden benen en armen verwarmt ze zeer haastig.

250. Anders: neem doorgaande zalf en strijk er mee voor een vuur op de leden die u pijn doen en verkouden zijn, ze genezen.

251. Jeghen vercoude aerme of ander lede, neemt dyalte, of dese ongenton arragon, of marciaton, of agrippe, of ocsiere crose. dat suldi doen in eene scerf over tvier, ende laetent smelten wel warem, ende dan bestrijc dermet dijn vercoude aerme of ander lede; sij sullen becomen ende ghenesen.

252. Of neemt olie benedictum, of olie van termentine, of olie van bayen; ende bestric din leden dermede al warem; of neemt goeden sacwin ende siet die, ende netter een linen cleet in, ende legt derup al warem.

253. Of neemt paertstorten, ende die roest in een panne of in een ketel wel warem; ende steect dat in een linen sacskin, ende lecht up den aerem of daert vercout es, ende een wullen cleet der over ghebonden. of neemt eene goede seroene, ende bint die ontrent den aerem; laetse deran .viij. daghe of .ix. [72]

254. Of dyacastorium, of balsema factum, of olie genivri, suldi nemen ende wriven hu aerem of lede vor een vier. of neemt levende water, ende wrijft din leden daer met. of neemt petau, ende siet daer in wulle metter hieken, ende leecht die al heet up die vercoude lede, ende bint derover een wullen cleet. Of neemt dat saet van netelen ende doet in olie van oliven, ende maecter olie of, ghelijc ghi doet van olie van rosen. ende dit moechdi doen inden zomer metter sonnen. ende hebdi tsaet, so mochdi maken in den wintre met den viere. Ende hebdi gheen saet van netelen, so neemt de wortele ende poederse, ofte doese al in sticken, ende doese inde olie zieden. ende dese olie es goet up alle vercoude saken ghewreven, ende jeghen kellinghe ende cnaghinghe van den aerme ende beenen.

255. Of neemt van eenen zwarten scaepsvelle, van eenen ramme of van eenen wedere. ende lecht dat up uwen aerem; of neemt petauwin een pinte, ende neemt een hantvul heerennetelen, den sop boven, ende die stampt, ende doese in den wijn zieden toten derde in. ende dan doet in een scoen kannekijn, ende als den pestel van uwen aerem of ander leden wee doet, so strijct met dien sope. Of neemt olie van mastic, of olie van kamamille, ende bestric daermet de vercoude lede. Of neemt olie van camille, ende diaute; ende smelt dit te gader in een sausier, ende bestrijc daermet. Of neemt stelle orine, ende siet die in een potkijn, ende steecter [73] in een wit wullen cleet of een wullen witten voetdouc, ende lecht al heet huutghewronghen der up: dit doet .ij. of .iij. werf achter een, ende bint vullic een wit wullen cleet der over al heet.

256. Om te maken balsema factum, neemt olie van oliven, ende doeter in pulver van spaensche groene, ende maecse scoen groen; dan doeter in termentin, zoe vele dat dolie verliest zeere huer roeke; dan laet staen claeren. Ende wildirin doen helende cruden, doeter in alsoe vele helende cruden als ghi wilt, ghestampt wel cleene; dan doet allettel zieden over tfier. dan wringhet dor een lijnen cleet, laet staen claeren.

257. Jeghen de pestelencie zalmen nemen beverscul, ende nutten daer of allettel nuchtren; so mach hi gaen over al: jae eene grote erwete groet oft een bone groet, so waer hi gaet en sal hem niet deren.

258. Oft neemt van den beverscul also groet als een alven dume, ende lecht dat in aysine eenen nacht. sander daghes nuchtren drinc van dien aysine .iij. lepel. dit doet alle daghe; ende als die aysin huut es, gieter noch ander eysin uppe, ende drinct also vorseit es. dat stic sal hu goet duren wel .iij. of .iiij. maent lanc.

259. Omme te verdrive de vulvrauwe, de quaede ghedane ende de ghelsocht, neemt rebaerbe [74] .iij. groten ghepoedert; ende ganciane vor .xij. miten ghesneden in dinne sceven; ende soffraen vor .xv. miten, ende maect oec poeder; ende dit doet al in een alf pinte biers, ende legghet te samen in bier van der alver pinte, ende laet eenen nacht weken; dan drinkes sander dachs .ij. of .iij. lepel nuchtren, ende na eten van der noene .ij. of .iij. lepel, ende savens na etene .ij. of .iij. lepel, als men te bedde gaet; dit doet so langhe dat ghi ghenesen zijt; dat wert wel binnen .ix. daghen. Maer beter so waer dese substancie gheleyt in amborgher bier of in keute; ende in dallerbeste dat waere in een alf pinte enduvewater.

260. Jeghen den vercouden pestele van den aerme, neemt cattesmout, een onse groene rute, groene alsen, den wortel van den wilden roeseboem, wilde zaelge, ende stampt al dese dinc te gader, sonder de cattesmout. oec suldi nemen de galle van een haese, ende dan doet alte gader al dese dinc, als de crut wel ghestampt zijn, ende maecter af zalve ende bestrijct hu daermede.

261. Gheproufde medesin jeghen de spene int set: neemt eenen hauden scoe, ende die berrent al te asschen; dan doet die asschen in olie van oliven, ende minctse wel ghelijc salve, daermet bestrijcse; die spene sal bin .iij. of .iiij. hueren daer naer verdwinen.

262. de .12. tekene.

1. Aries loept int hoeft ende int aensichte.

2. Taurus in den hals, ende om den crop, ende ter kelen.

3. Jemeni loept in de scoudren, ende in de aerme, ende in de hande.

4. Canser in de borst, ende in de longherene, ende in de milte, ende in de rebben.

5. Leo loept in therte, ende in de maghe, ende in de zijde, ende in de rigghe.

6. Virgo loept in den buuc, ende in de darmen, ende int vel dat so bevanghet.

7. Libera loept in de nederste dingen van der borst, ende in de lanken ende in de hanken ende in de billen.

8. Scorpio loept in de scamelede, ende volgers ende in de blaese ende in den sisac.

9. Sagitarius loept in de dien boven den knien.

10. Caprecornis in de knien.

11. Aquarius loept int been beneden den knien toten voeten.

12. Pissis loept in de voeten ende in de planten.

Ende weet dat die mane duert in elc teeken .2. daghe en .β., omtrent 4 hueren min. als die mane es int teken van aries, sone snijt niet betrent thoeft ende daensichte. Ende alsi es in tauro, sone snijt niet betrent den als ende omtrent den crop van der keelen.

1. Aries gaet in te alf merte ende duert toot .β. aprille. [76]

2. Taurus gaet in te .β. aprille ende duert toot .β. meye.

3. Gemeni gaet in te .β. meye ende duert toot .β. wedemaent.

4. Canser gaet in te .β. wedemaent ende duert toot .β. hoymaent.

5. Leo gaet in te .β. hoymaent ende duert toot .β. houstmaent.

6. Virgo gaet in te .β. houstmaent ende duert toot .β. september.

7. Libera gaet in te .β. september ende duert toot .β. october.

8. Scorpius gaet in te .β. october ende duert toot .β. november.

9. Sagitarius gaet in te .β. november ende duert toot .β. december.

10. Capricornis gaet in te .β. december ende duert toot .β. laumaent

11. Aquarius gaet in te .β. laumaent ende duert toot .β. sporkle.

12. Pissis gaet in te .β. sporkele ende duert toot alf marte.

263. Die haere memorien verloren hebben, men ghevem drinken .v. daghe gaudbloemen, averone, ende saelge, gestampt te gader; ende ghetempert met wine. si sullen derbi ghenesen.

264. Jeghen quetsinghe van valne of van slaene binnen gheheler huut, neemt zeem, ende also vele [77] souts, ende een deel olien van oliven; ende siet dat altegader toter wilen dattet wort dicke, ende dat lecht up een kempin cleet ende bint over die quetsinghe.

265. Jeghen voeten die tezwollen sin van gaene, lechter up verbena ende weghebrede gestampt.

266. Jeghen quetsinghe van den knien: stampt groene rute ende dertoe doet zaut ende zeem; ende lechter up.

267. Jeghen dat hoeft es ghefrotseert van slane, hi stampe verbene die men noemt yserne, ende leghese upt tsere van den hoftde.

268. Jeghen die oghen of ander dinc die te zwellen, es rechte medesine: nem was ende pulver van comine, ende bindet te gader biden viere; ende maker plaester [of] ende legghet derup: het doet zwellen vergaen.

269. Jeghen dwitte, of om [d]brune van den oeghen te doene, men sal nemen spercrut ende sieden in wine; ende met dien wine dwaet sin oeghen als hi slaepen gaet.

270. Jeghen bloedeghe oeghen, neemt wijfsmelc of tevemelc; doe dat in din oeghe als ghi slapen gaet.

251. Tegen verkouden armen of andere leden, neem sap van Althaea officinalis of deze zalf van Aragon, of Marciaton (genoemd naar een Marcianus), of Agrippa (naar Agrippa koning der Joden), of saffraan pleister, dat zal je doen in een pot boven het vuur en laat het smelten goed warm en bestrijk er dan mee uw verkouden arm of andere leden, ze zullen bekomen en genezen.

252. Of neem olie van Cnicus benedictus of olie van terpentijn of olie van laurierbes en bestrijk uw leden daarmee al warm; of neem goede sacwin (troebele wijn) en kook die en nat er een linnen kleed in en leg het al warm daarop.

253. Of neem paardenstront en rooster dat in een pan of in een ketel goed warm en steek dat in een linnen zakje en leg het op de arm daar het verkouden is en bindt er een wollen kleed over of neem een goede was pleister en bindt die omtrent de arm en laat het daaraan 8 dagen of 9. [72]

254. Of sap van bevergeil of een kunstmatige balsem of olie van jeneverbes zal je nemen en wrijven uw arm of lid voor een vuur. Of neem levend water als brandewijn en wrijf uw leden daarmee. Of neem wijn van Poitou en kook daarin wol met het vet (ongewassen wol) en leg die al heet op die verkouden leden en bindt daarover een wollen kleed. Of neem dat zaad van netelen en doe het in olie van olijven en maak er olie van gelijk ge doet van olie van rozen. En dit mag je doen in de zomer in de zon. En heb je het zaad, zo mag je het ook doen in de winter bij het vuur. En heb je geen zaad van van netelen, zo neem de wortels en verpoeder ze en maak ze geheel stuk en laat het in olie koken. En deze olie is goed op alle verkouden zaken gewreven en tegen koude pijn en knaging aan de armen en benen.

255. Of neem een zwart schapenvel van een ram of van een weder en leg dat op uw armen of neem wijn van Poitou een pint en neem een handvol brandnetels, het sap als boven, en stamp die en laat het in de wijn koken tot een deel verkookt is en doe het dan in een schoon kannetje en als de pees van uw arm of andere leden pijn doet zo bestrijk het met dat sap. Of neem olie van mastiek of olie van kamille en bestrijk daarmee de verkouden leden. Of neem olie van kamille en diante (zie hiervoor van rozemarijn); en smelt dit tezamen in een sauskom en bestrijk het daarmee. Of neemt stelle (stal?) urine en kook die in een potje en steek er [73] in een wit wollen kleed of een wollen witte voetdoek en leg het al heet en uitgewrongen daarop: doe dit 2 of 3 maal achter elkaar en bindt het volledig een wit wollen kleed al heet daarover.

256. Om te maken kunstmatige balsem, neem olie van olijven en doe er in poeder van Spaans groen en maak het mooi groen, doe er dan in terpentijn en zoveel dat de olie zijn geur verliest; dan laat het staan verhelderen. En wil je er in doen helende kruiden, doe er in alzo veel helende kruiden als ge wilt en goed klein gestampt; dan laat alles koken boven het vuur en wring het dan door een linnen kleed en laat het staan klaren.

257. Tegen de pest zal men nemen bevergeil en nuttigen daarvan een beetje ’s morgens en zo mag hij overal gaan, ja een grote erwt groot of een boon groot, zo waar hij gaat het zal hem niet deren.

258. Of neemt van de bevergeil alzo groot als een halve duim en leg dat in azijn een nacht en de volgende dag drink s’ morgens van die azijn 3 lepels. Doe dit alle dagen en als die azijn op is giet er nog andere azijn op en drink het zoals gezegd is. Dat stuk zal u goed blijven wel 3 of 4 maanden lang.

259. Om te verdrijven de vulvrauwe (catarrale aandoening van de uterus), de kwade gedaante en de geelzucht, neemt rabarber [74] 3 groten gepoederd en Gentiana lutea voor 12 miten gesneden in dunne schijven en saffraan voor 15 miten en maak ook poeder en doe dit alles in een half pint bier en leg het tezamen in bier van de halve pint en laat het een nacht weken en drink het de volgende dag 2 of 3 lepels ’s morgens en na het eten van de noen 2 of 3 lepels en ’s avonds na het eten 2 of 3 lepels als men te bed gaat, doe dit zo lang tot ge genezen bent en dat is wel binnen 9 dagen. Maar beter was het de substantie gelegd in bier van Hamburg bier of in Keute (biersoort) en in het aller beste dat was in een half pint andijviewater.

260. Tegen de verkouden pees van de armen, neem kattenvet, een ons groene ruit of Ruta graveolens, groene alsem, de wortel van de wilde Rosa canina, wilde salie en stamp al deze dingen tezamen, zonder het kattenvet. Ook zal je nemen de gal van een haas en doe dan al deze dingen tezamen als de kruiden goed gestampt zijn en maak er zalf van en bestrijk u daarmee.

261. Beproefde medicijn tegen de aambeien in het zitten: neem een oude schoen en verbrandt die geheel tot as, doe dan die as in olie van olijven en meng het gelijk een zalf en bestrijk het daarmee, de aambeien zullen binnen 3 of 4 uren daarna verdwijnen.

262. de 12 tekens.

1. Aries loopt in het hoofd en in het aanzicht.

2. Taurus in de hals en om de krop en ter keel.

3. Gemini loopt in de schouders en in de armen en in de handen.

4. Cancer in de borst en in de longen en in de milt en in de ribben.

5. Leo loopt in het hart en in de maag en in de zijde en in de rug.

6. Virgo loopt in de buik en in de darmen en in het vel dat het omvangt.

7. Libra loopt in de laagste dingen van de borst en in de flanken en in de koten en in de billen.

8. Scorpius loopt in de schaamstreek en vervolgens in de blaas en in de balzak.

9. Sagittarius loopt in de dijen boven de knieën.

10. Capricornus in de knieën.

11. Aquarius loopt in het been beneden de knieën tot de voeten.

12. Pisces loopt in de voeten en in de zolen.

En weet dat de maan duurt in elk teken 2 dagen en een half, omtrent 4 uren minder als de maan is in het teken van Aries zo snijdt het niet omtrent het hoofd en het aanzicht. En als het is in Taurus zo snijdt ze niet omtrent de hals en omtrent de krop van de keel.

1. Aries gaat in te half maart en duurt tot half april. [76]

2. Taurus gaat in te half april en duurt tot half mei.

3. Gemini gaat in te half mei en duurt tot half juni.

4. Cancer gaat in te half juni en duurt tot half juli.

5. Leo gaat in te half juni en duurt tot half augustus.

6. Virgo gaat in de half augustus en duurt tot half september.

7. Libra gaat in te september en duurt tot half oktober.

8. Scorpius gaat in te half oktober en duurt toot half november.

9. Sagittarius gaat in te november en duurt tot half december.

10. Capricornus gaat in de half december en duurt tot half januari.

11. Aquarius gaat in te half januari en duurt tot half februari.

12. Pisces gaat in de half februari en duurt tot half maart.

263. Die hun memorie verloren hebben, men geeft hen te drinken 5 dagen goudsbloemen (Calendula officinalis), Artemisia abrotanum en salie, gestampt tezamen en gemengd met wijn, ze zullen daarbij genezen.

264. Tegen kwetsingen van vallen of van slaan binnen de gehele huid, neem honing en alzo veel [77] zout en een deel olie van olijven en kook dat alles tezamen tot de tijd dat het dik wordt en leg dat op een hennep kleed en bindt het over die kwetsing.

265. Tegen voeten die gezwollen zijn van gaan, leg er op Verbena en weegbree gestampt.

266. Tegen kwetsing van de knieën: stamp groene ruit of Ruta graveolens en doe daartoe zout en honing en leg het er op.

267. Tegen dat hoofd dat gekneusd is van slaan, die stampt Verbena die men noemt ijzerkruid en leg ze op het zeer van het hoofd.

268. Tegen de ogen of andere dingen die zwellen is rechte medicijn: neem was en poeder van komijn en bindt het tezamen bij het vuur en maak er een pleister van of leg het daarop, het laat het zwellen vergaan.

269. Om het witte of om het bruine van de ogen te doen, men zal nemen Polygonum bistorta en kook het in wijn en met die wijn was je zijn ogen als hij slapen gaat.

270. Tegen bloedige ogen, neem vrouwenmelk of tevenmelk (van een vrouwelijke hond) ; doe dat in in uw ogen als ge slapen gaat.

271. Jeghen dogheevel, neemt honich ende ghetenmelc [271] even evele’ ende dat doe in sin oeghen; hem wert bet.

272. Jeghen witte water van den oeghen te doene: neemt de sleen vanden haghedoerne, ende stampse wel te sticken; wringhet sap hute ende neemt eene vedere, ende drupet in hu oeghe.

273. Jeghen donkeroeghen: nem den wortel van venkele ende sietse; ende danne stampse ende temperse met aysine, ende dan salfer met die oeghen: si sullen claer werden.

274. Item die de oeghen smerten, hi neme wijfsmelc metten witten van den eye, ende temperse; dat ghedaen, nette daer in wel ende legse up die oeghe; dat es daer jeghen goet.

275. Om te ghenesen den vercouden pestel in den aerem, oft waer dat waer, neemt alsene, gerste ende berghensmer; ende roest dat te gader wel in een panne. dan doet in een wullen sac ende lecht al heet up de weelde.

276. Of neemt eenen quareel ende gloytene al wit, dan steectene in water ende dan doeten in een lijnen cleet; ende also lecht dat al warem entrent daert hu we doet.

277. Om alle ghezwelle huut te doen brekene sonder pine, men neme witte malubladere, ende nasscade, ende kersaudencruut; dese .iij. cruden salmen [79] zieden in sconen borne. ende alst wel ghesoden es, so salmen eenen scoenen douc netten in dat sap, ende dan salmen den douc legghen also heet als men gedoghen can up dat gheswel, ende deromtrent. dan salmen nemen dese .iij. cruden ende barghinsmer; ende dat salmen roesten in een erdine panne, ende alst wel gheroest es, so salmen deraf maken .j. plaester, ende dan salmen den douc afdoen ende legghen de plaester also heet als men ghedoghen can daer men tgheswel huute wil doen breken; dit es seker waer.

278. Een goet experment jeghen de epidemie als de boetse onder de oxsele: so stampt tormentille, met alle tcruut ende de wortele; ende bindet up den aerem, bi der hant up den puls; ende alst comt in de liesche, so bindet dat selve cruut onder den cnoesel van den voete, ende emmer an de selve zide daer tonghemac es. ende daer sal de gheveninde materie trecken ende hute breken, ende de lichame sal dermede ghezuvert werden.

279. Een goet plaester up tgheswel: neemt scapiosa, tormentilla ende acetosa; zietse ende stampt ende conficeert met ouden zwinensmoute ende gruus in de vorme van eenen plaestere.

280. Jeghen de oeste neemt de gomme van ricolissien, ende es een zwerte gomme; ende legt dat in heeten borne, ende daerin salse smelten, ende dan drinkes al heet ende vaster up. [80]

281. Jeghen de tantsweere: stampt hertshorne al te pulvre; ziet met wine of in watere ende zupet also heet als ghi ghedoghen moght; ende haudet in uwen mont tote dat vercout es, ende danne spuwet huut, ende supes noch. ditte doet dicken tote dat ghi ghenesen sijt.

282. Die niet slaepen en mach, neme dat witte van den eye ende wrijfter mede de planten van dinen voeten: ghi sult slaepen ende rusten.

283. Om bloet te stelpene, neemt crumen van broede ende doet in eysine ende lechse up hu nuese; oft anders: doet hu cullen in eysine.

284. Om tsicken te benemen, neemt een versch ey, ende saelge, ende aysin, ende eet dat: ghi en sult niet meer sicken.

285. Omme te braken, neemt millefolium ghestampt in wine die warem es ghedaen, ende ghedronken doet walghen ende braken.

286. Jeghen de hoeftzwere neemt de wortel van weghebrede ende hancten an uwen hals, dat verjaecht de hoeftzweere.

287. Item die ronct in de keele, die backe mentte ende heetse, ende drinct dat sap.

288. Jeghen de spenen in den ers: neemt dat men huut den paerdenvoeten steect, of wullewort, ende lecht int vier up de colen ende hout hu fondament der over; laet dien roec in slaen, het sal wech gaen ende ghenesen. [81]

289. Om den camerganc te stoppen, braet .iiij. of .vj. eyer al hert, ende neemt daer af die doren ende leghse in goeden eysine.

290. Of neemt sleen ende sietse langhe, ende dat sop drinc, ende el niet tot dat ghi ghenesen sijt.

271. Tegen het oog euvel, neem honing en geitenmelk [271] even veel en doe dat in zijn ogen, het wordt hem beter.

272. Om het witte water van de ogen te doen: neem de bessen van de meidoorn en stamp het goed stuk, wring het sap eruit en neem een veer en druppel het in uw oog.

273. Tegen donkere ogen: neem de wortel van venkel en kook het en dan stamp het en meng het met azijn en zalf er dan de ogen mee, ze zullen helder worden.

274. Item, die de ogen smarten, hij neemt vrouwenmelk met het witte van een ei en meng het, als dat gedaan is nat het goed daarin en leg het op de ogen, dat is goed daartegen.

275. Om te genezen de verkouden pees in de armen of waar dat is, neem alsem, varkensvet en rooster dat goed tezamen in een pan. Doe het dan in een wollen zak en leg dat al heet op die pijn.

276. Of neem een tichelsteen en gloei het geheel wit, steek het dan in water en doe het in een linnen doek en leg dat alzo warm omtrent waar het u pijn doet.

277. Om alle gezwellen uit te laten breken zonder pijn, men neemt witte Chenopodium album en nachtschade of Solanum nigrum en Bellis perennis, deze 3 kruiden zal men [79] koken in schoon water en als het goed gekookt heeft zo zal men een schone doek natten in dat sap en dan zal men de doek alzo heet leggen als men gedogen kan op dat gezwel en daaromtrent. Dan zal men nemen deze 3 kruiden en varkensvet en dat zal men roosteren in een aarden pan en als het goed geroosterd is zo zal men er een pleister van maken en dan zal men de doek er af doen en leg de pleister alzo heet als men gedogen kan daar men het gezwel wil laten uitbreken, dit is zeker waar.

278. Een goed experiment tegen de epidemie als de buil onder de oksel: zo stamp tormentil met het hele kruid en de wortel en bindt het op de arm, bij de hand op de pols en als het in de lies komt zo bindt datzelfde kruid onder het enkelgewricht van de voet en immer aan dezelfde zijde daar het ongemak is en dat zal de venijnige materie trekken en uitbreken en het lichaam zal daarmee gezuiverd worden.

279. Een goede pleister op het gezwel: neem Succisa pratensis, tormentil en Rumex acetosa; kook en stamp het en bereid het met oude zwijnenvet en gruis in de vorm van een pleister.

280. Tegen de hoest, neem de gom van zoethout, het is een zwarte gom, en leg dat in heet water en daarin zal het smelten en drink het dan al heet en vast op. [80]

281. Tegen de tandpijn; stamp hertshoorn geheel tot poeder en kook het met wijn of in water en drink het alzo heet als ge gedogen mag en houdt het in uw mond totdat het verkoeld is en spuw het dan uit en drink het nog eens, doe dit vaak totdat ge genezen bent.

282. Die niet slapen kan, neem dat witte van een ei en wrijf er mee de zolen van uw voeten; ge zal slapen en rusten.

283. Om bloed te stelpen, neem kruimen van brood en doe het in azijn en leg het op uw neus; of anders: doe uw ballen in azijn.

284. Om moeilijk ademen te benemen, neem een vers ei en salie en azijn en eet dat: ge zal niet meer moeilijk ademen.

285. Om te braken, neem Achillea millefolium gestampt in wijn die warm is gedaan en gedronken laat walgen en braken.

286. Tegen de hoofdpijn, neem de wortel van weegbree en hang het aan uw hals, dat verjaagt de hoofdpijn.

287. Item, die ronkt in de keel die bakt munt en eet het en drinkt dat sap.

288. Tegen de aambeien in de aars: neem dat men uit de paardenvoeten steekt of Verbascum thapsus en leg het in het vuur op de kolen en houd uw fundament daarover en laat de rook er inslaan, het zal weg gaan en genezen. [81]

289. Om de kamergang te stoppen, braadt 4 of 5 eieren al hard en neem daarvan de dooier en leg ze in goede azijn.

290. Of neemt slee of Prunus spinosa en kook het lang en drink dat sap en niets anders totdat ge genezen bent.

291. Of neemt gaerwe ende stampt, ende neemt tsop, ende minghet met tarwen bloume, ende maect een couskin ende bact in den hert, ende gheeft hem tetene also heet als hi mach: hi sal ghenesen.

292. Omme te stoppen den lichame, neemt stomaticum laxatijf, ende dies suldi een lettel nutten; ghi sult stappans stoppen.

293. Jeghen gheswel van den ghemachte, neemt bonen ende sietse; ende alsi ghesoden sijn, so giet of tsop, ende maecse up met een alf pinte olien van olive ende een pinte petaus; ende maecse alse dicke als bloumenpap, ende leghet up met werke van kempe, al heet. ende alst cout werden soude, so maket weder heet.

294. Of ghescot, of splenter, of dorne int lijf es ghegaen, dat ment niet ghesien mach, so nemt tsop van jonghen haselblaedere, ende minget met wasse ende lecht demp.

295. Om te makene olie van kinderstronten of [82] van jonghenliedenbloede, nem stront of van vorseiden bloet, ende settet in de sonne tote dat droghe es; ende dan settet in een oven tote het wel droghe es, ende poedert wel cleene ende settet in een alenbic van glaese: deerste water es ende dander olie die zeere goet es daer so toe behoert, eest even vele of alleene, want so scoent ende gheneest alle dinc aestelic.

296. Omme te ghenesene scuerfde hoefden, neemt puer linzaetolie ende mostaert even vele, ende minct over oep; dan doet thoeft al calu sceren ende smert dat up de scuerfhede smorghens ende savons.

297. Anders: neemt scapenroet ende harst, gheminct deen metten andren, ghesmolten ende daer af een plaester ghemaect ende up de scuerfhede gheleit; elc plaester eenen dach ende een nacht.

298. Omme de spene te werne, neemt de gomme van der wedewinden ende minse met triaclen ende salfse daer met; de spene sal verdwinen.

299. Die no haet no dranc ghedoghen en mach in sinen lichame, hi neme gherwe ende wrijfse ontwe, ende drinct dat me wermen wine.

300. Jeghen tranende oeghen: salfse metten sape van betonien; si sal claeren ende scerpen die sie.

301. Jeghen donker oeghen van den hersenen; [83] nem rute, ende doet in een vat met dauwe in meye .ix. daghe; dan salve elkes daghes dijn oeghen.

302. Jeghen dropeoeghen, nem .iij. doderen van drien eyeren, ende braetse ende dan temperse met witten wine, ende doet in dijn oghen.

303. Jeghen drawonkeloeghen: nemt sap van ruten ende honech, ende minget te gader over een, ende salft hu oghen daer mede.

304. Omme doot vleesch ute den wonden te doene, nemt netelen ghestampt met saute, of pulver van alune of calmijn, of duust dat wast int riet.

305. Dit es de virtuut van den crude gheheten in latine brionie, ende es coninghinne boven allen crude die sin in erderike. Eerst de wortel van den crude ghehanghen an eens smenschen als, beneemt de crampe ende tgrote onghemac; tsop van den blaedren, eenen croes vul ghedronken, beneemt bloet pissen; ende so wie die nuchtren drinct van den vorseiden sope eene onse met eysine gheminct, die ne mach bin den daghe niet dronken werden; ende dit ne suldi niet segghen, het ne were din kint. tsop van desen crude gheneset alle beenders van binnen die ghequest sin; die telgher van desen crude gheleit an een vier, dat water dat daer ute loept verjaecht worten. ende men neme tsop van al desen crude ende dat supende ghedronken es goet [84] ende gheneest alle wonden. ende men neme een cornekin ute eere besie die maer .iiij. cornekine inne ne heeft, ende hanghet anden hals die den vierden corts eeft, hi sal ghenesen. maer men moet hutecrabben metten naglen de besien ende hanghen anden als in een scoen douskin; ende daer ne esser nemmee goet dan die mer .iiij. cornekine in de besie en hebben.

306. Soe wat menschen die vercout es ende die maghe eeft vul quaeder immueren of worme binnen eeft, bider orinen mach ment verstaen, want so es wit ende daensichte van den zieken es bleec. men sal nemen .j. hantvul alsenen, .j. hantvul bivoets, .j. hantvul grisorien, .j. hantvul venkels, .j. hantvul eppen, .j. hantvul kersen of de steene, .j. hantvul lovesschen, .j. hantvul vander middelster scursen van den vliendre, .j. hantvul adicx, .j. hantvul papencruuts. ende dit al ghestampt te gader of elc bi hem; ende dan eenen stoep wins derup ghegoten ende ghedaen in eenen pot. ende dan soudemen den zieken daer af gheven drinken .iij. lepel vul of .iiij., drie werf sdaghes: smorghens, te noenen ende savens. ende es de dranc te bitter van den cruden, so salmen nemen seem of zuker ende ziedent in win ende dat derinmdoen, het sal den dranc zoeten; desen dranc gheneest man ende wijf, ja, al waer hi al vul wits waters.

307. Jeghen drope, neemt de wortel van roeden pardeken, ende de wortel van huemste, ende de [85] wortel van confringen, ende sietse ende pelse; ende neemt cockoesloec, ende barghensmere, in aysile gheleit overjarich smer, ende quicselver, ende wijfsmelc, ende temper altegader ende stampt te gadel; met deser salve bestric die drope na stoven.

308. Om quade gate an been te ghenesene, neemt eekinlovere ende ertveltlovere even vele; ende sietse in borne, ende dan bayt altoes hu been, tote dat si ghenesen; ende lecht den eenen dach van den lovre die ghesoden sin up de gate, ende den ertvelt; ende van den eekinelovere den andren dach. si sullen ghenesen.

309. Zalve tallen manieren van drope, die huutghesleghen sin: neemt olie van oliven, ende wieroec, arst, meische botre, barghinsmeer, eppe, martenekervel ende bonnie die int water staet ghelijc heleghen [...]. dit al ghestampt te gader, ende ghesoden, ende ghewronghen duer een cleet.

310. Die beziect es, doet hem drinken met wine tsop vander griseconten, van bornagen, van papencrude, van consouden (van der groeter ende van der middelre ende van der cleenre); in der mey waert best, maer al tjaer waert goet. die de cruden adde ghedroecht ende ghestampt met wine, ende dronct .xl. daghe: het soude purgieren ende ghenesen.

291. Of neem duizendblad en stamp het en neem het sap en meng het met tarwe bloem en maak een koekje en bak het in de haard en geef het hem te eten alzo heet als hij mag; hij zal genezen.

292. Om de loop te stoppen, neemt stomaticum laxatief en van die zal je een beetje nuttigen, ge zal gelijk stoppen.

293. Tegen gezwel van het geslacht, neem bonen en kook het en als het gekookt is zo giet het sap af en maak het op met een half pint olie van olijven en een pint wijn van Poitou en maak het alzo dik als bloempap en leg het op pluksel van hennep al heet. En als het weer koud geworden is maak het weer heet.

294. Of geschut of splinter of dorens in het lijf zijn gegaan dat men niet zien kan, zo neem het sap van jonge hazelaarbladeren en meng het met was en leg het daarop.

295. Om te maken olie van kinderstront of [82] van jonge lieden bloed, neem stront of van voorgenoemde bloed en zet het in de zon totdat het droog is; en dan zet het in een oven totdat het goed droog is en verpoeder het goed klein en zet het in een glazen distilleerkolf; het eerste is water en de volgende olie die zeer goed is en daartoe zo behoort, is het even veel of alleen want zo schoont het en geneest alle dingen haastig.

296. Om te genezen schurftige hoofden, neem puur lijnzaadolie en mosterd even veel en meng dat door elkaar; dan laat het hoofd geheel kaal scheren en smeer dat op de schurft ‘s morgens en ‘s avonds.

297. Anders: neem schapenvet en hars, de een gemengd met de andere, gesmolten en daarvan een pleister gemaakt en op de schurft gelegd; elke pleister een dag en een nacht.

298. Om de aambeien te weren, neem de gom van de wedewinden (bv. Convolvulus sepium) en meng het met teriakel en zalf ze daarmee, de aambei zal verdwijnen.

299. Die nog eten nog drank gedogen mag in zijn lichaam, hij neemt duizendblad en wrijft het stuk en drinkt dat met warme wijn.

300. Tegen tranende ogen: zalf ze met het sap van betonie, het zal verhelderen en verscherpen het zien.

301. Tegen donkere ogen van de hersenen; [83] neem ruit of Ruta graveolens en doe het in een vat met dauw in mei 9 dagen; dan zal daarmee alle dagen uw ogen.

302. Tegen zwerende ogen, neen 3 dooiers van eieren en braad ze en meng het dan met witte wijn en doe het in uw ogen.

303. Tegen zwerende ogen: neem het sap van ruit of Ruta graveolens en honing en meng het tezamen en zalf uw ogen daarmee.

304. Om dood vlees uit de wonden te doen, neem netelen gestampt met zout of poeder van aluin of kalamijn, of duist (Alopecurus myosuroides) dat groeit in het riet.

305. Dit is de kracht van het kruid geheten in Latijn Bryonia en is koningin boven alle kruiden die er in aardrijk zijn. Eerst de wortel van het kruid gehangen een aan mensen hals beneemt de kramp en de vallende ziekte; het sap van de bladeren een kroes vol gedronken beneemt bloed plassen en zo wie nuchter drinkt van dat genoemde sap een ons met azijn gemengd die nee mag binnen die dag niet dronken worden en dit nee zou je niet zeggen tenzij het u bekend was. Het sap van dit kruid geneest alle benen die van binnen gekwetst zijn. De twijgen van dit kruid aan het vuur gelegd en dat water dat er uit loopt verjaagt wratten. Men neemt het sap van dit gehele kruid en dat zuipende gedronken is goed [84] en geneest alle wonden. En men neemt een korreltje uit een bes die maar 4 korrels bevat en hang het aan de hals die de vierdaagse koorts heeft, hij zal genezen. Maar men moet de bes uitkrabben met de nagels en aan de hals hangen in een schoon doekje. En daar nee is er nimmer goed dan die maar vier korreltjes in de bes hebben.

306. Zo wat mens die verkouden is en de maag vol heeft van kwade vochtvermenging of wormen binnen heeft dat kan men aan de urine zien, want zo het wit is en het aanzicht van de zieke is bleek dan zal men nemen een handvol alsem, een handvol bijvoet, een handvol Fumaria officinalis, een handvol venkel, een handvol selderij of Apium graveolens, een handvol kersen of de stenen, een handvol mag of Levisticum officinale, een handvol van de middelste schors van de vlier, een handvol hadik of Sambucus ebulus, een handvol paardenbloemen en dit alles tezamen gestampt of elk apart en dan een stoop wijn daarop gegoten en in een pot doen. Dan zou men de zieke daarvan geven te drinken 3 of 4 lepels vol drie maal per dag ’s morgens, te noen en ‘s avonds. En is de drank te bitter van de kruiden zo zal men nemen honing of suiker en kook het in wijn en dat daarin doen, het zal de drank verzoeten; deze drank geneest man en wijf, ja, al was hij geheel vol wit water.

307. Tegen huidziekte, neem de wortel van rode zuring of Rumex sanguineus en de wortel van heemst of Althaea officinalis en de [85] wortel van Symphytum officinalis (?) en kook en pel ze en neem Oxalis acetosa en varkensvet in azijn gelegd overjarig vet en kwikzilver en vrouwenmelk en meng alles tezamen en stamp het tezamen, met deze zalf bestrijk je de huidziekte na het stoven.

308. Om kwade gaten aan been te genezen, neem eikenblad en hondsdraf even veel en kook het in water en dan baadt altijd uw been totdat het genezen is en leg de ene dag van de bladeren die gekookt zijn op het gat dat van hondsdraf en de volgende dag van eikenblad. Ze zullen genezen.

309. Zalf tot alle soorten van huidziekte die uitgeslagen zijn: neem olie van olijven en wierook, hars, mei boter, varkensvet, selderij of Apium graveolens, maartse kervel en bonnie (waterscheerling ?) die in het water staat gelijk gelegen [...]. dit alles tezamen gestampt en gekookt en door een kleed gewrongen.

310. Die ziek is laat hem drinken met wijn het sap van Fumaria officinalis, van paardenbloem, van consouden (van de grote of Symphytum officinale van de middelste of Leucanthemum vulgare en soms Prunella en de kleine of Bellis perennis); in mei is dat het beste, maar het hele jaar is het goed. Die kruiden allen gedroogd en gestampt met wijn en drink het 40 dagen, het zou purgeren en genezen.

311. Ten oeghen, neemt de galle vanden haese [86] of van eenen paeldinghe, gheminct met honeghe; doet dat in doeghen die verdonkert sin .ix. daghe. dan soude men die sterren te middaghe [zien], hoe cranc die zie te voren hadde gheweest.

312. Jeghen den kanker ende den wolf beede te gader: neemt een pont ghersten ende .j. pont honichs, ende een hantvul kempins wercx, ende bernet al te pulvre in een niewen erdenen pot ende lect .ij. werf sdaechs der up ende dwaet teersten met sterken aysile of tempert tpulver met aysine ende doet daer up; aldus doot men den wulf ende den kanker.

313. Jeghen de drope van den oeghen: ziedet een onse wits calmijns, ende eenen lepel droesmen van witte; ende siedet tote die heelt versoden es; en dan ziet dor een cleet ende doet in een viole, ende doet in doeghen: sij sullen ghenesen.

314. Jeghen de worten an de handen of in daensichte, neemt een roede slecke, die men int hout vint, ende doese in eenen niewen erdenen pot ende sprincse met soute. ende als so es ghesmolten, so salvet daer mede die worten: si sullen vergaen.

315. Jeghen doefhede, neemt overjarich polioen, ende sent jans cruut; ziet dat te gader in eenen erden pot in lopende water; ende stoefter over hu hoere so langhe, dat ghi wel zweet: hu hore [87] sal ontstoppen ende ghi zult werden horende.

316. Jeghen doefhede, neemt twee heete witte broede, wint elc in een linen cleet, lecht dat al heet vor hu horen ende gaet ligghen up hu bedde; doet hu wel decken over hu hoeft ende over al, dat ghi wel zweet huten hoefde; het sal hu seker betren.

317. Jeghen doghen, neemt verbena, ende scelwort, ende sermonteine, elx even vele. ende ghesoden in sterken wijn, ende dien win in doghen ghedaen, maect doghen scoen ende claer.

318. Om te spugierne beneden ende ter camere te gaene, neemt zaet van sporien, dat men heet kateputie, .xv., of .xvij., of .xviij., nadat ghi spugieren wilt. ende dat wrijft al in sticken in een scotele, ende dan doeter in casewey, ende drinct dat; ghi zult vullic hebben den duerganc beneden.

319. Noch anders: so neemt eenen witten hontsstront, ende lechten in een scotele ende breecten al in sticken, ende gieter up versch kasewey; doet dat in een linen cledekin ende duwet al huut ende drinct dat; ghi sult oec vullic hebben den duerganc. ende wildi, ghi muecht beede dese zape te gader doen van zade ende van den witten hontsstront: het es maer te beter.

320. Om te spugieren boven, so neemt allettel bladeloese, ende stampse in een scotele ende doet [88] er up goeden aysin. dan duwet huut ende drinct dat, ende gaet ligghen up een bedde: ghi sult vullic ter kelen spugieren.

321. Anders: so neemt .iij., of .v., of .vij. blader van hasabokaris, ende stampt die in een scotele, na dat ghi spugieren wilt. dan gieter up goeden aysin, ende dan drinct also dat zap, ende gaet ligghen up hu bedde: ghi sult vullic ter keelen spugieren.

322. Om te brakene stappans: neemt sofferaen ende tempert met lauwen watre, ende dat sal men drincken.

323. Omme dat witte te stremmene van den vrauwen, neemt pelarum fe dedarum een alf sesein, cost .ij. groten, ende dat salse elc gheheel inzwelghen, elc alleene, alsmen int bedde licht, savens. dat ruumt de moeder van aller vullichede, ende stremt dat witte, want dwitte comt huter vulre moeder. ende als de moeder rein es, so en heeft de vrauwe dwitte niet mee; ende nuchtens salse spugieren beneden ende ter cameren gaen .ij. of .iij. werf. so salse ghenesen.

324. Om wel te hoerne, die verstopt es int hoeft, neemt pillen hauwere een alf sesein, cost .ij. groten, ende als ghi te bedde sijt, savens, so zwelcht de pillen ende elc alleen. dat sal hu thoeft harde wel purgieren ende sal hu thoeft ontstoppen, so dat ghi wel sult werden horende. ende nuchtens suldi hebben .ij. of .iij. camerganc: dat sal hu al de verstoptede verdriven. [89]

325. Om boete te hebbene van den witten watre, neme een witten hontsstront als hi droghe es, ende briselne in melc, ende gheven den zieken drinken.

326. Om te doen gaene ter camere, sonder lust, snijt eenen appel ontween inde middewert, ende doet hute die kernellen van elker heelt, ende doet in elke heelt een ghewichte van testimonien. ende sietse ende etse.

327. Jeghen den couke, neemt wortel van meeden, ende .ix. wortelen van weghebreden, ende een hantvul witter menten, ende een hantvul alsenen, ende een hant vul glorifilaten; ende stampet altegader, ende tempert met eenen stope wins. ende siet in een erdine potkijn al niewe; ende dan salment doen in eenen andren pot, ende laetet staen claeren. ende dan ghevet den sieken drinken, nuchtren ende als hi gaet te bedde: hi sal ghenesen binnen .xij. daghen.

328. Jeghen alle hoeftzwere: neemt witte mente, of mente die in devene wast, ghestampt met den eysile; ende lecht up thoeft, up de hersene, ende up den necke: hi sal ghenesen. ende diet dronke, het waere beter.

329. Jeghen plasijn ende aertike, nem olie van oliven, wit was, wit wieroec, wit aerpoys ende ommoene, saelge, lanc peper, mastic; ende maect hier of salve ende salvet hier mede de weewit. het sal ghenesen. [90]

330. Om te makene witte tande, also wit als snee, neemt een onse salpeters, ende .ij. onsen salmoniach; ende legghet in een clocke ende maect ghelijc roesewater; ende dan [wrivet] hu tande daermede met eenen wullin cleede. si sullen werden wit ende scoene.

311. Ten ogen, neem de gal van een haas [86] of van een paling gemengd met honing en doe dat in de ogen die verduisterd zijn 9 dagen, dan zou men de sterren op de middag zien hoe zwak dat ze tevoren waren geweest.

312. Tegen de kanker en de wolf (ziekte) beide tezamen; neem een pond gerst en een pond honing en een handvol hennep werk en brandt alles te poeder in een nieuwe aarden pot en leg het tweemaal per dag daarop en was het ten eerste met sterke azijn en meng het poeder met de azijn en doe het daarop; aldus doodt men de wolf en de kanker.

313. Tegen de uitslag van de ogen; kook een ons witte kalamijn en een lepel witte droesem en kook het totdat het geheel verkookt is en zeef het dan door een kleed en doe het in een fiool en doe dat in de ogen, ze zullen genezen.

314. Tegen de wratten aan de handen of in het aanzicht, neem rode slakken die men in het hout vindt en doe het in een nieuwe aarden pot en bespreng ze met zout en als het gesmolten is zo zalf daarmee de wratten; ze zullen vergaan.

315. Tegen doofheid, neemt overjarig polei of Mentha pulegium en Sint Johannes kruid of Hypericum perfoliatum en kook dat tezamen in een aarden pot in lopend water en stoof er uw oor over zodat ge goed zweet en uw oor [87] zal ontstoppen en gen zal horend worden.

316. Tegen doofheid, neem twee hete witte broden en windt elk in een linnen kleed en leg dat al heet voor uw oren en ga liggen op uw bed, laat u goed bedekken over uw hoofd en overal zodat ge goed zweet uit het hoofd, het zal u zeker verbeteren.

317. Tegen de ogen, neem Verbena, Chelidonium majus en Laserpitium siler en van elk even veel en kook ze in sterke wijn en doe die wijn in de ogen dat maakt de ogen schoon en helder.

318. Om te purgeren beneden en ter toilet te gaan, neem zaad van sporie of Euphorbia lathyris dat men noemt catapucia 15 of 17 of 18, nadat ge purgeren wil, en wrijf dat alles stuk in een schotel en doe er dan in kaaswei en drink dat; ge zal volledig hebben de doorgang beneden.

319. Noch anders: zo neem een witte hondenstront en leg het in een schotel en breek het geheel in stukken en giet er op verse kaaswei en doe dat in een linnen kleedje en duw het geheel uit en drink dat; ge zal ook volledig de doorgang hebben. En wil je, ge mag ook beide deze sappen tezamen doen van zaden en van de witte hondenstront, het is maar te beter.

320. Om te purgeren boven, zo neem een beetje bladloze of Sedum album en stamp ze in een schotel en dot [88] er op goede azijn, dan duw het uit en drink dat en ga liggen op een bed, ge zal volledig ter keel purgeren.

321. Anders: zo neem 3 of 5 of 7 bladeren van Asarum europaeum en stamp die in een schotel, nadat ge purgeren wil. Giet er dan op goede azijn en drink alzo dat sap en ga liggen op uw bed, ge zal volledig ter keel uit purgeren.

322. Om gelijk te braken: neemt saffraan en meng het met lauw water en dat zal men drinken.

323. Om dat witte te stremmen van de vrouwen, neem pelarum fe dedarum (?) een half zesde, dat kost 2 groten, en dat zal ze geheel inzwelgen en elk apart als men in het bed ligt ’s avonds. Dat ruimt de baarmoeder van alle vuilheid en stremt dat witte, want het witte komt uit de vuile baarmoeder, en als de baarmoeder rein is zo heeft die vrouw dat witte niet meer en ’s morgens zal ze purgeren beneden en ter toilet gaan 2 of 3 maal en zo zal ze genezen.

324. Om goed te horen die verstopt is in het hoofd die neemt pillen hauwere (aurea?) en een half zesde, kost 2 groten, en als ge te bed bent zo zwelg de pillen in en alk apart. Dat zal uw hoofd erg goed purgeren en zal uw hoofd ontstoppen zodat ge weer goed zal horen en ’s morgens zal je hebben 2 of 3 keer kamergang: dat zal u alles uit de verstopte leden verdrijven. [89]

325. Om boete te hebben van het witte water, neem witte hondenstront en als het droog is verbrijzel het in melk en geef het de zieke te drinken.

326. Om te ter toilet te laten gaan, snij een appel door in het midden en doe uit de kernen van elke helft en doe in elke helft een gewicht van testimonien (?) en kook en eet het.

327. Tegen den koek (?), neemt wortel van mede of Rubia tinctoria en 9 wortels van weegbree en een handvol witte munt en een handvol alsem en een handvol Geum urbanum en stamp alles tezamen en meng het met een stoop wijn en kook het in een nieuwe aarden potje en dan zal men het doen in een andere pot en laat het staan klaren en geef het dan de zieke te drinken nuchter als hij ter bed gaat, hij zal genezen binnen 12 dagen.

328. Tegen alle hoofdpijn: neem witte munt of akkermunt die in de vlakte groeit en stamp het met azijn en leg het op het hoofd, op de hersens en op de nek: hij zal genezen en die het dronk was het hem beter.

329. Tegen reuma en jicht, neem olie van olijven, witte was, witte wierook, wit harpuis (mengsel van zwavel en hars) en Osmunda regalis, salie, lange peper, mastiek en maak hiervan een zalf en zalf hiermee de jicht, het zal genezen. [90]

330. Om te maken witte tanden alzo wit als sneeuw, neem een ons salpeter en 2 ons salmiak of ammoniakzout en leg het in een destilleerklok en maak het gelijk rozenwater en dan wrijf er uw tanden mee met een wollen kleed, ze zullen wit en mooi worden.

331. Om den kanker te ghenesene, neemt koccoxloec ghelesen in den mey, ende ghedroecht, ende dan ghemalen te pulvre; ende dat pulvre doet up den kanker: het hetet tquaede vleesch ute ende gheneesten. ende jeghen den kanker in den vede of heldre, neemt watermuer, ende droghet ende maket te pulvre, ende lecht dat pulver daer up; het gheneestene. ende dit selve cruut verslaet gheswel van diet der up leit. Item dasschen van wedewinden sijn goet in kankergate.

332. Jeghen ghezwelle: men sal nemen ende stampen een hantvul violettecruuts, ende also vele adix, ende maken daer af een plaestere; ende bint daer up: het sal vergaen.

333. Jeghen quaede maghe: neemt meradic, in sporkele of in marten. ende snijtene in stickelkijn ende dan lechten te weeke in honich .vj. daghe, ende dan nuttes elcx daghes nuchtren.

334. Goede zalve tallen wonden ende zeker: neemt olie van oliven, ende hamelinroete, van allen [91] een pont; ende zwert pec .β. pont, ende .iij. onsen griex pecx, ende .3. onsen nieu maegdenwas es tbeste; ende inden winter .ij. onsen mastich, ende in den somer .iij.; ende wieroec, galbanum, serapin, [opoponachi], armoniachi, termentini, van elken van dese.vj. crude .β. onse, ende dan neemt twas, troete, tzwerte pec, dolie galbanum, armoniachi, serapini, opoponachi, tormentini, ende siedet dit al wel te gader ende roeret wel, dat het niet en ghesitte in den boden. ende dan neemt dat mastich, ende wieroec, ende tgriex pec, ende pulvert wel cleene; ende doet in die panne als dander wel ghesoden es, ende afgheset, ende roeret wel over een. ende dan siet duer een linen cleet, ende laetet coelen; ende doet in een bosse. so hebdi goede zalve tallen wonden.

335. Jeghen den wolf, lecht daer up zwerte padden, een te gader .ix. daghe lanc; of also vele pude of rigael. die wolf sal sterven.

336. Jeghen de spenen: bayt de spene met wermen borne, ende salfse met overjaereghen barghinensmeere. ende daer naer neemt aterment, ende een hantvul gherwen, ende stampet te gader ende legghet derup: si zullen ghenesen. [92]

337. Om spenen te verjaeghene, berrent eenen mol tasschen, ende lechse up de spenen: si zullen ghenesen ende vergaen.

338. Om alle maniere van perlen up doghen te ghenesene, witte ende brune, stampt venkel, ende also vele march van vliendre, beede te gader; ende siedet in win of in borne, ende maect een plaestre deraf; ende lechse up doghe, savons, warem: si sullen ghenesen.

339. Persijn ghestampt ende gheleit up ruichede ende up zeerhede van pusten ende van smetten, dat gheneset.

340. tSop van alsenen es goet de moeder te suverne; sij dat sake dat mense minct met bivoete, glorifilaet, ghesoden met win; ende haer een vrauwe dermede dwaet beneden der naffele al over al: dat zuvert seere de moeder.

341. Huemst ghesoden in borne ende ghedronken es goet jeghen droeghe oeste.

342. Polioen ghesoden met fighen es goet jeghen de coude oeste.

343. Maluwe ghestampt ende gheleit up heete zweren es goet in beghin vander zweringhe.

344. Dille ghesoden met vleesche, of ghedronken, [93] staerct de hersene ende de maghe, ende gheeft den vrauwen vele melke, ende doet wel slapen.

345. tSop van ghaladien, ghedronken met wine, suvert de moeder van doder dracht, ende es goet jeghen crampe.

346. Alsene ghedronken doet wel orine maken, ende sacht de zeerhede van der blaesen, ende zuvert de moeder, ende es goet jeghen zeerhede van der maghe ende levere.

347. Rute ghesoden ende ghestampt, ende een plaester deraf ghemaect, ende buten up de kake jeghen de tantsweere gheleit, es goet.

348. Jeghen den vercouden pestel van den aerem, neemt malrobie ende sietse in goeden petauwijn, ende dat cruut moruwet; dan neemt een linen cleet, ende steect derin ende wringhet huut; ende legghet al heet up den aerem ende een wullen cleet derover; dit doet alle avende .ij. of .iij. werf, ende bint dat cleet vaste, laet ligghen soken: dit doet toot ghi ghenesen sijt.

349. Die sijn horen lopen ende quaelic hoert, neemt een alf pont comijn, ende stotet al te clenen poedre, ende dan ziedet met een vierendel wijns, terde in; dan hebt een tracter met een cleen gaetkijn, dat steect in hu hore ende set den tracter over [94] tpotkijn; so sal die hitte gaen in hu hoeft ende in hu hersene; dit es gheprouft waer.

350. Herba robert heelt wonden.

331. Om de kanker te genezen, neemt Oxalis acetosella in mei verzameld en droog het en dan tot poeder malen en doe dat poeder op de kanker. Het eet het kwade vlees uit en geneest het. En tegen kanker in de roede of houder, neem Stellaria alsine en droog het en maak het tot poeder en leg dat poeder daarop, het geneest het. En hetzelfde kruid verslaat het gezwel van die het er op legt, Item, de as van wedewinden is goed in kankergaten.

332. Tegen gezwellen: men zal nemen en stampen een handvol violen kruid en alzo veel Sambucus ebulus en maak daarvan een pleister en bindt het daarop; het zal vergaan.

333. Tegen kwade maag; neem mierik of Armoracia in februari of maart en snij het in stukjes en leg het dan te weken in honing 6 dagen en dan nuttig het elke dag nuchter.

334. Goede zalf tegen alle wonden en zeker: neem olie van olijven en vet van een jonge bok en van allen [91] een pond en zwarte pek een half pond en 2 ons Grieks pek en 3 ons nieuwe maagden was is het beste en in de winter 2 ons mastiek en in de zomer 3 en wierook, galbanum van Ferula galbaniflua, sagapenum van Ferula persica Opopanax chironium, Dorema ammoniacum, terpentijn, van elk van deze 6 kruiden een half ons. Dan neem het was, de rode en zwarte pek, de olie van galbanum, de ammoniak, de sagapenum, Opopanax en terpentijn en kook dit alles goed tezamen en roer het goed zodat het niet in de bodem gaat zitten en neem dan mastiek en wierook en het Griekse pek en verpoeder het zeer klein en doe het in de pan als de andere goed gekookt is en afgezet en roer het goed door elkaar en dan zeef het door een linnen kleed en laat het koelen en doe het in een bus. Zo heb je goede zalf tegen alle wonden.

335. Tegen de wolf, leg daarop zwarte padden, een tegelijk 9 dagen lang of alzo veel kikkers of rigael (soort kikker?), die wolf zal sterven.

336. Tegen de aambeien; baadt de aambeien met warm water en zalf ze met overjarig varkensvet en neem daarna atrament en een handvol duizendblad en stamp het tezamen en leg het er op; ze zullen genezen. [92]

337. Om aambeien te verjagen, brandt een mol tot as en leg het op de aambeien: ze zullen genezen en vergaan.

338. Om alle soorten van parels op de ogen te genezen, witte en bruine, stamp venkel en alzo veel merg van vlier, beide tezamen en kook het in wijn of water en maak er een pleister van en leg ze op de ogen ’s avonds warm; ze zullen genezen.

339. Peterselie gestampt en gelegd op ruigheid en op zeer van puisten en van smetten, dat geneest.

340. Het sap van alsem is goed om de baarmoeder te zuiveren; is het zaak dat men het mengt met bijvoet, Geum urbanum en gekookt met wijn en een vrouw zich daarmee beneden de navel overal wast: dat zuivert zeer de baarmoeder.

341. Heemst of Althaea officinalis gekookt in water en gedronken is goed tegen droge hoest.

342. Polei of Mentha pulegium gekookt met vijgen is goed tegen de koude hoest.

343. Maluwe of Malva sylvestris gestampt en gelegd op hete zweren is goed in het begin van het zweren.

344. Dille gekookt met vlees of gedronken [93] versterkt de hersen en de maag en geeft de vrouwen veel melk en laat goed slapen.

345. Het sap van gladiool gedronken met wijn zuivert de baarmoeder van de dode dracht en is goed tegen kramp.

346. Alsem gedronken laat goed urine maken en verzacht de pijnen van de blaas en zuivert de baarmoeder, en is goed tegen zeer van de maag en lever.

347. Ruit of Ruta graveolens gekookt en gestampt en daarvan een pleister gemaakt en buiten op de kaak tegen de tandpijn gelegd is goed.

348. Tegen den verkouden pees van de arm, neem malrobie of Marrubium vulgare en kook het in goede wijn van Poitou en vermurw dat kruid; neem dan een linnen kleed en steek het erin en wring het uit en leg het al heet op de arm met een wollen kleed daarover, doet dit elke avond 2 of 3 maal en bindt dat kleed vast en laat het liggen stoken: doe dit totdat ge genezen bent.

349. Die zijn oren lopen en slecht hoort; neem een half pond komijn en stamp alles tot klein poeder en kook het dan met een vierendeel wijn tot het derde in; heb dan een trechter met een klein gaatje en steek het in uw oor en zet de trechter over [94] het potje; zo zal de hitte gaan in uw hoofd en in uw hersens, dit is beproefd voor waar.

350. Geranium robertianum heelt wonden.

351. Weghebrede ghedrocht heelt wonden.

352. Weghebrede ghestampt heelt wonden.

353. Coppeghespin heelt wonden.

354. Hedernetelen heelt wonden.

355. Betonie heelt wonden, gherwe heelt.

356. Verbena heelt wonden; senicle heelt; bivoet heelt.

357. Jeghen de groete weelde ende steecte inden pestel van den aerme, neemt een cruut dat men heet in latine ende in griecsche mergherwe, ende wast in hoeghen. ende dat cruut suldi zieden in een nieu erden potkin, met goeden petauwin een pinte of een derden deel; ende siet ghelijc waermoes terde in. dan nemt werc, doet oec in den pot ende laet sieden noch een wal; dan neemt dat werc ende dat cruut, lecht der up, ende also heet als ghi ghedoghen muecht, up den aerem up den pestel, ende binter over een wullen cleet. laet also staen een dach of twe, het sal zeker wech gaen. ende wildi, ghi muechter in doen polioen.

358. Een mensche die niet pissen en mach van [95] groter pinen van den graveel, neemt polioen ende siet in goeden borne, in een erden pot; ende lecht dat al heet up den buuc, tusschen den nafle ende den ghemachte: hi sal vullic pissen.

359. Omme te ghenesen een zere burst, ghi sult nemen cleen saelge, ende bakenspec, ende vrauwenspon, ende zeem. om hier af te maken salve, so zuldi nemen inden eersten de saelge ende [d]bakenspec, ende smoren dat in een erden potkin; ende dan zuldijt huutdoen ende cappent up een bert daer gheen loec bi gheweest heeft. ende dan zuldi nemen [d]vrauwenspon ende tseem, ende minghelent deen onder dander, ende maken in een maniere van salven, ende legghent dat up de burst als een plaester. ende eest dat die burst ghegat es, zo suldi daer in steken wieken, ende makense nat metter zelver zalven.

360. Een mensche die flaeu es van enigher siecheden ende niet wel eten en mach, hi sal .ij. of .iij. werf de weke nuchtren drinken win bastaert, of romenie, of maleveseie; ende derin soppen met witten broede, ende derup vasten.

361. Jeghen walghen ende niet wel mueghen eten, soe neemt poeder van zedewaere, ende up al uwe spise die ghi heet, so stroit van dien poedre.

362. Anders: neemt .ix. of .xi. of .xiij. of .xv. pepercorne, ende zwelcht die gheheel in huwen [96] buuc, of in sticken ghebeeten ende inghezwolghen. dat sal de maghe hopenen ende scoene maken ende rumen.

363. Anders: neemt en sticskin broets, ghesneden cleene ende plat, ende dan neemt een clauwe goeden witten ghinghebeere, ende snijt die al in cleenen snedekine up dat stic broets, ende lechter up .iij. kornekine souts, ende heet dat.

364. Om te maken tysane, neemt gerste ende kalissie, ende een hantvul surkele, ende die ghewronghen in sticken ende die metten andren in scoen water ghesoden, ende dan gheclaert. ende dat ghedronken, es [goet] ter levren, ter longheren, ter milte ende ter menigher siecheit.

365. Om die siec sijn binnen den live, ende hebben de ghelu ziecheit, neemt kernemelc ende siet die up een kurste broets. laet dan staen claeren, ende dat claere giet af, ende maect daer af een supen van een eye; ende doeter in rebaerbe, soffraen, ende ghaligaen al ghepoedert. dit sal hem ter camer doen gaen ende al die siecheyt sal sceeden.

366. Om de tantzwere te boeten, neemt helsenscursen, ghedroecht ende ghepuedert. dan tempert dat poeder in hu hant met uwe spekele, ende maect [zalve]; bestrijct de adre up de kake bider hoere der met.

367. Een alf pinte winasin, ende .iiij. mitswert [97] vlaemseem te gader ghesoden in een niewe erden panne, ende wel ghescumt ende alf in ghesoden of also langhe alst scumt, ende dan dat sop in uwen mont ghenomen al heet, verdrijft de tantzweer.

368. Om donker oeghen claer te maken, ende om wel te siene die qualic sien, neemt dwitte van den eye, ende slaet al in sticken wel dinne, ende doet tghefughelt huut. dan neemt roeswater ende amplompenwater ende vrauwensponne; ende doet altegader ende roert over oep. dan maect van wercke en plaester daer in ghenet, ende lecht op hu oeghen, ende bint met eere scrode. dit doet altoes savons ende slaept al, ende doet dit so langhe dat ghi wel scoen ende claer siet.

369. Om te maken een water jeghen alle quade humoren, ende om vrauwen te verlossene van quaeder dracht, ende omme te purgierne alle quade saken die men met water pugieren mach, neemt bremme, ende doese in stenen cruke of pot, ende doese onder die herde .ix. daghe, ende doet uwen pot vul van crude, ende stoppen wel vaste; ende naer die .ix. daghe suldire in vinden scoen water [98] ende claer, ende dan doet in een scoen viole van glaese, ende orboret als ghi wilt ende nut.

370. Die met pinen orine maect, neemt de blaese van de gheeten ende barrense se pulvre, ende drinct dat met wine of borne. Oec es goet die hersene van den hase, ende wrijfse te sticken, ende dan drinc met wine.

351. Weegbree gedroogd heelt wonden.

352. Weegbree gestampt heelt wonden.

353. Spinrag heelt wonden.

354. Brandnetel heelt wonden.

355. Betonie heelt wonden, duizendblad heelt.

356. Verbena heelt wonden; Sanicula europaea heelt; bijvoet heelt.

357. Tegen de grote pijnen en steken in de pees van de arm, neem een kruid dat men in Latijn en in Grieks noemt mergherwe (water-gerwe of Oenanthe aquatica?) en groeit in de hoogte en dat kruid zal je koken in een nieuw aarden potje met goed wijn uit Poitou een pint of een derde deel en kook ghet elijk warmoes tot het derde in. Dan neem pluksel en doe het ook in de pot en laat het nog eens koken als een welling, dan neem dat pluksel en dat kruid en eg het er op alzo heet als ge gedogen mag op de arm op de pees en bindt er een wollen kleed overheen. Laat het alzo staan een dag of twee, het zal zeker weg gaan en wil je, ge mag er in doen polei of Mentha pulegium.

358. Een mens die niet pissen mag vanwege [95] grote pijnen vanh et graveel of nierstenen, neem polei of Mentha pulegium en kook het in goed water in een aarden pot en leg dat al heet op de buik tussen de navel en het geslacht, hij zal volledig pissen.

359. Om te genezen een zere borst, ge zal nemen kleine salie en varkensspek en vrouwenmelk en honing om hiervan zalf te maken en zo zal je als eerste de salie nemen en het varkensspek en smoren dat in een aarden potje en dan zal je het eruit doen en kap het op een plank daar geen look bij geweest is en dan zal je nemen de vrouwenmelk en de honing en meng het ene onder het andere en maak een soort van zalf en leg dat op de borst als een pleister en is het dat de borst met gaten is zo zal je daarin doeken steken en maak die nat met dezelfde zalf.

360. Een mens die flauw es van enige ziektes en niet goed eten mag, hij zal 2 of 3 maal per week nuchter drinken wijn bastaard of zoete Spaanse wijn of malvezij en daarin soppen met wit brood en daarop vasten.

361. Tegen walgen en niet goed eten mogen, zo neem poeder van Curcuma zedoaria en op alle spijs die ge eet zo strooi er op van dit poeder.

362. Anders: neem 9 of 11 of 15 peperkorrels en zwelg die geheel in uw [96] buik of in stukken gebeten in ingezwolgen, dat zal de maag openen en schoon maken en ruimen.

363. Anders: neem een stukje brood klein en plat gesneden en dan meen een klauw goede witte gember en snij dat alles in geheel kleine sneetje op dat stuk brood en leg er op 3 korreltjes zout en eet dat.

364. Om te maken Ptisana, neemt gerst en zoethout en een handvol zuring en die gewrongen in stukken en die met de andere in schoon water koken en dan klaren en dat drinken, dat is goed ter lever, ter longen, ter milt en ter menige ziekte.

365. Om die ziek zijn binnen het lijf en hebben de geelziekte neem karnemelk en kook dat op een korst brood, laat het dan staan klaren en giet dat klare er af en maak daarvan een drankje van een ei en doe er in rabarber, saffraan en galigaan, alles verpoederd. Dit zal hem ter toilet laten gaan en alle ziekte zal scheiden.

366. Om de tandpijn te boeten, neem schors van de els, gedroogd en verpoederd en meng dan dat poeder in uw hand met uw speeksel en maak er een zalf van; bestrijk de ader op de kaak bij het oor daarmee.

367. Een half pint wijnazijn en 4 mitsgaders [97] Vlaamse honing tezamen gekoot in een nieuwe aarden pan en goed geschuimd en half ingekookt of alzo lang als het schuimt en dat sap in uw mond al heet genomen verdrijft de tandpijn.

368. Om donkere ogen helder te maken en om goed te zien diegene die slecht zien, neem het witte van een ei en sla het in stukken en goed dun en doe het vochtige (gevogelte?) uit en neem dan rozenwater en waterlelie water en vrouwenmelk en doe alles tezamen en roer het doorheen, dan maak pluksels en pleisters en nat die daarin en leg het op uw ogen en bindt het met een zwachtel. Dit doe je altijd ’s avonds en slaap geheel en doe dit zo lang totdat ge goed schoon en helder ziet.

369. Om te maken een water tegen alle kwade vochtvermenging en om vrouwen te verlossen van kwade dracht en om te purgeren alle kwade zaken die men met water purgeren mag; neem brem en doe het in een stenen kruik of pot en doe dat onder de aarde 9 dagen en doe uw pot vol van het kruid en stop het goed dicht, Na die 9 dagen zal je er in vinden schoon water [98] en helder en doe het dan in een schone glazen fiool en gebruik en nuttig het als ge wilt.

370. Die met pijn urine maakt, neem de blaas van geiten en brandt ze tot poeder en drink dat met wijn of water. Ook zijn de hersens goed van de haas en wrijf die in stukken en drink dat met wijn.

371. Betonie es goet om orine te maken, ende es goet jeghen den steen.

372. Gherwe ghestampt met adicke, ende dat ghedronken, gheneest.

373. Dat die mensche niet mach maken orine, berrent die clauwen van den beer al te pulvre, ende minghet in des zieken dranc.

374. Dat de mensche niet mach maken orine, neemt persin van alexandre ende ertvelt, ende temperet in witten win; ende drinket smorghens ende savons. hi sal ghenesen.

375. Om orine te maken, neemt sop van der middelster scorsen van der wilghen, een eyscale vul, ende olie eenen lepel vul.

376. Jeghen dat bloet seken, neemt hersene van eenen hert, ende verberrense; ende drinct dat pulver met melke.

377. Daer men een beer slaet, men sal nemen de blaese al metter orinen, ende vanden smere, [99] ende doent in die blaese, ende laetent daer in een alf jaer, ende hanghet inden roec. dits goede salve ende dorgaende jeghen alle quetse, sonder wonde. [100]

378. Om haer huut [te] doen vallen, neemt een once operment, ende .ij. deel ongheblust calc; maect der af pulver ende tempert met water of met esin, dat also dicke si als honich. ende salvet daer mede de stede; dan laetet droghen ende derna scuddet of.

379. Jeghen de ghelu ziechede, neemt rebaerbe, ghestampt ofte ghesneden, een af once, ende dat gheleit in weye van casen te weke, of in biere; ende dat ghedronken. ende daer naer so sal de sieke drinken aqua endivie alle daghe .v. of .vj. werf, ende dat sap van rebarbe sal hi drinken savonts ende smorghens. Probatum.

380. Jeghen de quade ghedane ende vullevrauwe, neemt gherste om .vj. miten, ende siet die in scoen water ties so clieft. dan doese huut ende neemt dat sop, ende doeter in sofferaen van orten om .xij. miten, ende kalissiehout, ende .ij. noten musscaten, al te poedere deen metten anderen, ende siet dit toter heelt. dan doet af ende drinct dit nuchtens ende savens toot ghi ghenesen sijt.

381. Omme mede te makene, neemt .22. stoepe borrens, ende laet dat werden up die sode. dan doet daerin .2. stoep lisseboens seems, ende laetet weder up die sode, ende dan salment we [100] scumen. ende alst wel ghescumt es, dan doet daer in .2. stoep waeters, ende dan doet weder sieden ende scumet wel; ende giet noch .2. stope waters: dan saelt sijn .30. stope. laet sieden up .26. stope, ende dan laetet hangen met clenen viere versieden noch up .2. stoepe; dan laet af: dan hebdi goeden meede van .j. groten den stoep.

382. Omme mede te makene, neemt .22. stoepe waters, ende doet derin .3. vierendeel lisseboens seems, alst up de sode es. dan laetet sieden ende scumet wel, ende dan doet daer in .2. stope waters ende scumet wel; doet daer in noch .2. stope waters ende scumet wel; dan saelt wesen .29 β. ende laet sieden up .26. stoepe; ende laet noch .2. stope crempen; dan saelt wesen goeden mede van .2. inghelsen.

383. Omme mede te makene van .2. groten den stoep, of van .12. miten, so saldi u exempel nemen an den mede boven om te meerderene ende te minderene costelic of oncostelic, na dat ghine [101] hebben wilt: altoes den seem te meerderene ende te minderne ende dat water derna, na dat wijst.

384. Omme bier, dat cranc es, beter te makene ende smakende naer herlantsbier, neemt poeder van bayen, poeder van jenivere, poeder van gaghelzade, ende poeder van noten musscaten. doet int vat of in hu kanne; laet staen .j. nacht.

385. Om te maken goet bier, neemt gherste ende witte evene, na dat ghi brauwen wilt goet bier; ende wildi, doeter terwe in. metten andren doet malen, dan doet water in een ketel te viere ende doet hu meel vanden grane vorseit int water ende roert al omme. laet zieden toten .ij. deele terdendeel in, dan doet of ende laet coelen ghelijc bloet laeu. dan doet in hu vat; dan neemt goeden heve ende ondergyst, ende doet te gader. ende dan neemt van der selver werse ende tempert de heve ende den onderghist te gader ende roert wel over oep. dan doet in hu vat ende laet ligghen heffen; het sal boven huut heffen ende werden goet bier ten derden daghe te drinken. ende weet dat ghi in hu werse oec moet [doen] allettel hoppen, ende ghaghel, ende broet, ende laet zieden al over oep, deen metten andren.

386. Lanc pepernagle, greine de paradijs te gader ghepoedert ende in win ghedaen, maect goeden [dranc]. [102]

387. Doet in win pulver van moras: het wert goeden aysin.

388. Roet win te maken van witten, maect poeder van moerbesien .β. ℔., ende bresil .j. ℔, ende scavet wel; ende stoet .j. ℔. aluns ende laetet coeleren dor een temsekin, sodat dbresil niet in en gaet; het verwet wel.

389. In den boschmede moetmen doen, als men beghint te zieden, poeder van lanc peper, van ghinghebeeregreine, ende noten musscaten, elc even vele, ghestampt te gader in een mortier ende ghedaen inden ketel. ende men macht oec hanghen in de kanne of int vat metten mede in een..

390. Item jeghen dat roede merisoen, soe seldi nemen raapkine van blaederen, ghelijc der petercellen, ende overghietense met soeter melc; ende siedense, de melc, te nieuten al droech, ende dan doet daer eyderen op, alsoe ghise roeren wilt, ende latet recht stiven. ende alst ghestijft es, soe ghevet den mensche teten des smorghens ende des avens, .ij. ofte .iij. daghe lanc, ende si selen ghenesen op een kort.

371. Betonie es goed om urine te maken en is goed tegen de steen.

372. Duizendblad gestampt met Sambucus ebulus en dat gedronken geneest.

373. Dat de mens zijn urine niet kan maken, verbrand de klauwen van de beer geheel tot poeder en meng het in de drank van de zieke.

374. Dat de mens zijn urine niet kan maken, neem Bubon macedonicum en Glechoma hederacea en meng het in witte wijn en drink het ’s morgens en ’s avonds, hij zal genezen.

375. Om urine te maken, neem het sap van de middelste schors van de wilg, een eischaal vol, en olie een lepel vol.

376. Tegen dat bloed plassen, neem de hersens van een hert en verbrand het en drink dat poeder met melk.

377. Daar men een beer slaat, men zal nemen de blaas al met de urine en van het vet [99] en doe het in die blaas en laat het daarin een half jaar en hang het in de rook. Dit is een goede zalf en doorgaande tegen alle kwetsingen zonder wond. [100]

378. Om haar uit te laten vallen, neem een ons operment of arseensulfide en 2 delen ongebluste kalk; maak daarvan poeder en meng het met water of azijn zodat het alzo dik is als honing en zalf daarmee die plaats; dan laat het drogen en schudt het daarna af.

379. Tegen de geelziekte, neem rabarber, gestampt of gesneden, een half ons en leg dat in kaas wei te weken of in bier en dat laten drinken en daarna zo zal de zieke drinken water van andijvie alle dagen 5 of 6 maal en dat sap van de rabarber zal hij drinken ’s avonds en ‘s morgens. Is bewezen.

380. Tegen de kwade gedaante en catarrale aandoening van de uterus, neem gerst om 6 miten en kook dat in schoon water totdat het kleeft. Doe het er dan uit en neem dat sap en doe er in saffraan om 12 miten en zoethout en 2 notenmuskaat en verpoeder de ene met de andere en kook dit tot op de helft. Doe het er dan af en drink dit ’s morgens en ’s avonds tot ge genezen bent.

381. Om mede te maken, neem 22 stopen wateren laat dat worden op het koken, doe er dan 2 stopen honing van Lissabon in en laat het weer op het koken en dan zal en het weer [100] afschuinen en als het goed afgeschuimd is doe dan daarin 2 stopen water en laat het dan weer koken en schuim het goed en giet noch 2 stopen water: dan zal het zijn 30 stopen en laat het inkoken tot 26 stopen en laat het dan hangen en met klein vuur inkoken nog op 2 stopen, doe het er dan af: dan heb je goede mede van 1 groten de stoop.

382. Om mede te maken, neemt 22 stopen water en doe daarin 3 vierendeel honing van Lissabon en als het op het koken staat laat het dan koken en schuim het goed af en doe daarin 2 stopen water en schuim het goed af, dan zal het wezen 29 en een half en laat het inkoken op 26 stopen en laat het noch 2 stopen krimpen, dan zal het goede mede wezen van de Engelse maat.

383. Om mede te maken van 2 groten de stoop of van 12 miten, zo zal u voorbeeld nemen aan de mede boven om te vermeerderen en te verminderen, kostbaar of goedkoop, na dat ge het [101] hebben wilt: altijd de honing te vermeerderen en te verminderen en dat water daarna, naar dat het uitwijst.

384. Om bier dat zwak is beter te maken en smaakt naar inlands bier (?), neem poeder van laurier, poeder van jenever, poeder van gagel zaad (Myrica gale) en poeder van notenmuskaat, doe het in uw vat of uw kan en laat het 1 nacht staan.

385. Om te maken goed bier, neem gerst en witte evenie, (Avena sativa) naar dat ge goed bier brouwen wil , en wil je, doe er toe tarwe in en laat het met de anderen malen, dan doe water in een ketel op het vuur en doe uw meel van de genoemde granen in het water en roer het alom en laat het inkoken tot het 2de deel of derde deel, doe het er dan af en laat het koelen gelijk bloed lauw. Doe het dan in uw vat, dan neem goede gist en ondergist en doe het tezamen en neem dan van hetzelfde afkooksel en meng de gist en de ondergist tezamen en roer het goed door elkaar, doe het dan in uw vat en laat het liggen heffen; het zal boven uit heffen en goed bier worden om de derde dag te drinken. En weet dat ge in uw afkooksel ook een beetje hop moet doen en gagel en brood en laat dat allemaal tezamen koken, de ene met de andere.

386. Lange peper nagel en Amomum melegueta tezamen verpoederd en in wijn gedaan maakt een goede drank. [102]

387. Doe in wijn poeder van wijnmoer of wijnsteen: het wordt goede azijn.

388. Rode wijn te maken van witte, maak poeder van moerbei een half pond, Caesalpinia anderhalf pond en schaaf het goed en stamp half pond aluin en laat het zeven door een zeef zodat de Caesalpinia er niet door gaat; het verft goed.

389. In de bus mede moet men doen als men begint te koken poeder van lange peper, van gemberkorrels en notenmuskaat, van elk even veel en tezamen gestampt in een mortier en in de ketel doen. Men mag het ook hangen in de kan of in het met de mede ineen.

390. Item, tegen de rode loop, zo zal je nemen raapje met bladeren, gelijk de peterselie, en overgiet het met zoete melk en kook het, de melk te niet en geheel droog en doe daar eieren op alzo als ge het roeren wil en laat het goed stijven en als het stijf is zo geef het de mens te eten ’s morgens en ’s avonds 2 of 3 dagen lang en ze zullen gauw genezen.

391. Item waert dat zake, dat ghi voent enen [103] mensche die de pocken waren inghesleghen, soe seldi nemen die self voerscreven raepkine, ende overghietense met goeden petau, oft met goeden anderen witten wijn, ende siedense alsoet voerscreven es, ende roerense met eyeren alsoet voerscreven es. ende ghevet den mensche teten .ij. ofte .iij. daghe lanc, des smorghens [ende] des avens; ende si selen ghenesen.

392. Item jeghen die roese int aensicht, die es ghelijc den besiecten lieden, soe seldi den mensche doen laten ter aderen op die hant die men heet die kruusadere, ende staet tusschen den duem ende den voersten vingher, ende dat let van hant, aen bede die handen ghelijc. maer hier af soe en seldi niet werken meer dan .ij. waerven des jaers, ende dat sal sijn in tekenen.

393. Ende waert dat sake, dat ghi buten dien .ij. tekenen wrocht, soe waerdi ghescepen den mensche sijn leven te korten; ende wanneer dat ghi den mensche doet laten, soe merket wel wanneer dat hi begint te bleken int aensicht ende wit wert: soe doet haestelijc ophouden, want men mach daer niet te veel laten, maer dit moeti doen laten in bede die handen te gadere. Ende hier af soe seldi werken in een teken dat kompt na half mey, ende es gheheten gemeni. ende naer half ouste in een teken [104] es gheheten virgo; maer buten dien tween tekenen soe en werket niet daer af, ende dit seldi doen .ij. uer ofte .iij. ten lanxten, toet dat ghi siet dat hijs quite es.

394. Item jeghen den kancker in den mont, soe seldi nemen een goet deel weghebrede, ende stampense esticken ende vringhet uut met watere uute enen smeebacke. ende dit seldi stampen ende uutvringhen met versschen watere voerscreven, alsoe langhe als daer groen uutloept. ende als daer niet meer groen uut en loept, soe seldijt doen te viere, ende in den stoep waters soe seldi doen alluen, een hoendereney groet. Ende als ghijs hebt .iij. vierendeel. soe seldijt sieden op een vierendeel; ende alst ghesoden es, soe seldijt laten coelen. ende alst coel es, soe seldijt den mensche doen in sinen mont houden alsoe langhe als hi mach; ende als hijt niet langher houden en mach, soe spuwt uut, ende neem daer veersch in. ende dit sal hi doen enen dach lanc, ofte .ij. daghe lanc, toot het es ghenesen. ende dat sal sijn op een kort.

395. Item waert dat sake, dat ghi voent enen [105] man die sine kullen ghequest hadde, soe dat si gheswollen waren, soe seldi nemen groete bonen, ende siedense soe seer soe dat ghise doer een steemijn doen muecht. ende als ghise doer een stemijn ghedaen hebt, soe seldi nemen alsoe vele verscher wijndroesenen, [ende m]inghelet te gadere ende [doent] te viere toet dat wel [hee]t es. ende dan maect daer [ee]n plaester af, ende legghet [d]aer op, alsoe heet als hijt ghedoghen mach. ende als die plaester kout es, soe lecht daer een ander op, toet dat ontswollen es. ende het sal staphans ontswellen ende ghenesen.

396. Item jeghen die quade vorte levere, soe seldi nemen joffroumaerc, ende stampense onttwee. ende dan doet daer in droech triakele, ende minghet te gadere. ende dan soe seldi nemen goeden rinsschen wijn, een cleen ghelaseken vul, ende minghet te gadere. maer ghi selt nemen alsoe groet joffroumaerc ende triakele als een grote hookernote, ende doet in den wijn. ende dit seldi nutten .ix. daghe lanc, ende u levere die sal ghesont werden.

397. Item waert dat sake dat ghi voent een vrouwe die waer ziec omtrent haer wijffelecheit, soe [106] seldi nemen celedoni ende nipte even vele, ende stamppense onttwee ende naeiense in een lanc ront kussenneel, ende doent haer binden omtrent haer wijffelecheit, soe dat daer in si alsoet best mach, ende su sal ghenesen.

398. Item om gheswel sochte te doen sweren, soe seldi nemen most van enen swerten doren, ende tarwengrues, ende barghensmeer; ende maket in een pan wel heet ende legghet daer op, alsoe heet als sijt ghedoghen moghen. ende als die een kout es, soe lecht daer die ander op al heet. ende dit doet dicwils, ende het sal sochte sweren ende sochte uutbreken.

399. Om salve te makene jeghen drope, men sal nemen coperroet en vierendeel, vi [...]sulefer, ende dit ghewreven over een; men sal nemen .i. lib. barghinssmers, en doenter toe, ende hanghent in insil .ix. daghe lanc. ende tenden .ix. daghen sal ment uut doen, ende dan stampent in heenen mortier, ende daer toe ghedaen dat corrificijf dat ic hu terst nomde, wel gheminghet over heen: dats gode salve jeghen alrande drope.

400. Om te makene goede salve jeghen alrande wonde, suldi nemen popellierbotten niet te clene no te groet, ende doet in elken stoep botten .i. lib. meiscer boteren, ende siet over en so langhe, dat [107] groene es, ende sin scumen laet; dan so wringhet doer een clet. dat es goet in wonde.

401. Om te makene polioen te leghene up een te broken let, nem popelioen .i. pinte, ende .i. pinte insins, ende dit sultu stampen te gadere. ende over .xx. daghe ganker toe en stamp over en ende wringhet dor een cleet, ende doeter to barghinsmeer, en meisbotre, en tarpentine al even vele. en smeltet over een ende wringhet doer een cleet.

402. Om te make salve als maken die sarasine, ende du maken wils salve fin die men heet diauteit, nem was van suver bien, en ars, en asin-smeere.

403. Om te makene salve jeghen alrande quetsinghe, ghij sult nemen nachscade ende en antvul grofiblaren, ende .i. antvul violetten, ende .i. antvul eppen, ende .i. antvul sinickelen, ende stampent al over een. ende nemt .i. vierendeel was, en pont baerginssmout, ende siedent also langhe als waermoes. ende dan wringhent doer .i. cleet. [108]

404. Om te makene salve popelioen, ghi sult nemen swininsmout, ende botten vanden popeliere, ende legghen in [t]smout .viij. daghe lanc. ende dan suldi nemen was, ende arpoeis, ende wieroc, ende olie van oliven, en malet den wieroec ontwe ende dan smeltet te ghadere, ende duet doer en cleet.

405. Om te make een plaster ten seren veden, ghi sult nemen olie van oliven, ende donderbare, ende tarwen bloume, en den doder van eenen eie, ende wijfsmelc, ende wrivet overen ende maechter af een plaster, ende lech daer up.

406. Om te makene droech treite, voeren suldi nemen wieroec, ende comin, ende tarpentine, ende galbanum, ende dit al ghestamp over en; ende was ende scapinroet smelt, ende olie van oliven; doet dat voerseide pulver daer in.

407. Om te makene treitdouken, ghi sult nemen wieroec ende comin al ghestamp; en nemt scapinroet, ende was, ende ars, ende olie van oliven, ende siedet te ghadere. ende alst ghesoden es, [109] so latet en lettel coelen; ende alst beghint te sturken, so nem douchke en stekese daerin, ende drucse ut ende latse colen ende stiven. so hebdi goede treitdouk.

408. Om te makene dorghinge salve van goeden crude: omonde, papencrut, ontsrebbe, weghebrede, cossaude, senickelle, betonie, barginsmaut.

409. Om te makene goede salve jeghen dat mormael, nem en vierendeel ars, ende .j. virendeel pec, ende .i. virendeel olien van oliven, ende .i. virendeel scapensroets, ende smeltet ende wringhet doer en clet.

410. Aqua scapiosa, dat es water ghemaect, van enen crude scapiosa, ende en ander, heten de mesters dievelsbete. het es sonderlinghe seere goet: [110] et dorhelt de ghelu hut. dit maect men aldus: nemt beede de crude even vele, ende machter af water; het helt alle wonden binnen ende buten, ende comt ten ghaten huut ghelopen. ende adde en meinsche en apostome binnen, oft eneghe rudicheit oft scorfteit, oft verkauteit, droncke hijs .ix. morghenstonden nuchtren, die apostueme ende alle rudicheit souden binnen .ix. daghen huutwartt slaen, ende hutbreken ende ghenesen. ende laghe en gheswel tusschen vel ende vleschs, dronke hijs, et sloughe hute. ende adde en sine vede seer ende gheswollen, dronke hijs ende badene daer in, hi soude ghenesen, so seer en mocht hi niet wesen, al ware hi oec ontsteken.

391. Item, was het zaak dat ge een mens [103] vond die de pokken waren ingeslagen, zo zal je nemen datzelfde voor beschreven raapje en overgiet het met wijn van Poitou of met goede andere witte wijn en kook het zoals het voor geschreven is en roer het met eieren alzo het geschreven staat en geef het de mens te eten 2 of 3 dagen lang ’s morgens en ’s avonds; en ze zullen genezen.

392. Item, tegen die roos in het aanzicht die gelijk is de zieke lieden, zo zal je die mens doen laten ter ader op de hand die men noemt de kruisader en staat tussen de duim en de voorste vinger en dat lid van de hand aan beide handen gelijk. Maar hiervan zo zal je niet werken meer dan 2 maal per jaar en dat zal zijn in zijn teken.

393. En was het zaak dat ge buiten die 2 tekens wrocht, zo was je geschapen die mens zijn leven te korten; en wanneer dat ge de mens doet laten zo let goed op wanneer dat hij begint te bleken in het aanzicht en wit wordt, laat dan haastig ophouden, want men mag dat niet teveel laten, maar dit moet je doen laten in beide de handen tezamen. En hiervan zo zal je werken in een teken dat komt na half mei en is geheten Gemini en na half augustus in een teken [104] dat is geheten Virgo; maar buiten die twee tekens zo werk daar niet mee en dit zal je doen 2 uur of 3 ten langste totdat ge ziet dat hij het kwijt is.

394. Item, tegen de kanker in de mond, zo zal je nemen een goed deel weegbree en stamp het in stukken en wring het uit met water uit een smids bak en dit zal je stampen en uitwringen met vers water voorschreven, alzo lang als daar groen uitloopt en als er geen groen meer uitloopt zo zal je het tot het vuur doen en in de stoop water zal je doen aluin een hoenderei groot. En als ge hebt tot 3 vierendeel zo zal je het inkoken op een vierendeel; en als het gekookt is zo zal je het laten koelen en als het koel is zo zal je het de mens in zijn mond doen en houden laten zo lang als hij kan en als hij het niet langer houden mag zo spuw het uit en neem daar weer verse in en dit zal hij doen een dag lang of 2 dagen lang totdat het genezen is en dat zal dan gauw zijn.

395. Item, was het zaak dat dg een man vond [105] die zijn ballen gekwetst had zodat ze gezwollen waren, zo zal je nemen grote bonen en kook ze zo zeer zodat ge ze door een zeef doen mag en als ge ze door een zeef gedaan hebt zo zal je nemen alzo veel verse wijndroesem en meng dat tezamen en doe het op het vuur totdat het goed heet is. Maak daar dan een pleister van en leg het er op alzo heet als hij gedogen kan en als die pleister koud is ze leg daar een ander op totdat het ontzwollen is. Het zal gelijk ontzwellen en genezen.

396. Item, tegen de kwade verrotte lever, zo zal je nemen Apium graveolens en stamp het stuk en doe daarin droge teriakel en meng het tezamen en dan zo zal je nemen goede Rijnse wijn, een klein glaasje vol, en meng het tezamen. Maar ge zal nemen alzo groot Apium graveolens en teriakel als twee grote walnoten en doe dat in de wijn. Dit zal je nuttigen 9 dagen lang en uw lever die zal gezond worden.

397. Item, was het zaak dat ge een vrouw zwaar ziek vond omtrent haar vrouwelijkheid zo zal je [106] nemen Chelidonium majus en Nepeta cataria even veel en stampen ze stuk en naai ze in een lang ronde kussen en laat het haar binden omtrent haar vrouwelijkheid zo goed als men kan en ze zal genezen.

398. Item, om gezwel zacht te laten zweren zo zal je nemen mos van een zwarte doren en tarwe gruis en varkensvet en maak he tin een pan goed heet en leg het daarop alzo heet als zij het gedogen mag en als het koud is zo leg daar weer een andere al hee top. En doe dit vaak en het zal verzachten zweren en zacht laten uitbreken.

399. Om zalf te maken tegen huidziekte, men zal nemen koperrood en een vierendeel, 6 [...]zwavel en dit door elkaar wrijven; men zal nemen 1 pond varkensvet en doe het ertoe en hang het in azijn 9 dagen lang en ten einde van die 9 dagen zal men het er uit doen en stampen in een mortier en doe daartoe die invretende die ik u eerst noemde goed gemengd door elkaar; dat is een goede zalf tegen allerhande huidziekte.

400. Om te maken goede zalf tegen allerhande wonden zal je nemen populier knoppen niet te klein nog te groot en doe in elke stoop knoppen 1 pond mei boter en kook het door elkaar en zo lang dat [107] het groen is en het schuimen laat; dan zo wring het door een kleed, dat is goed in wonden.

401. Om te maken polei of Mentha pulegium te leggen op een gebroken lid, neem populioen 1 pint en een pint azijn en dit zal u tezamen stampen en na 20 dagen ga er toe en stamp het weer en wring het door een kleed en doe er toe varkensvet en mei boter en terpentijn alles even veel en smelt het door elkaar en wring het door een kleed.

402. Om zalf te maken zoals de Saracenen die maken en u wil fijne zalf maken die men noemt diante neem was van zuivere bijen en hars en hazenvet.

403. Om te zalf te maken tegen allerhande kwetsing, ge zal nemen nachtschade en een handvol bladeren van Geum urbanum en een handvol violen en een handvol selderij of Apium graveolens en een handvol Sanicula europaea en stamp alles door elkaar en neem een vierendeel was en een pont varkensvet en kook het alzo lang als warmoes en wring het dan door een kleed. [108]

404. Om te maken de zalf populioen, ge zal nemen varkensvet en knoppen van populieren en leg die in het vet 8 dagen lang en dan zal je was nemen en arpoeis (mengsel van zwavel en hars) en wierook en olie van olijven en maal de wierook stuk en smelt het dan tezamen en doe het door een kleed.

405. Om te een pleister te maken tegen zere roede zal ge nemen olie van olijven, en donderbaard of Sempervivum tectorum en tarwe bloem en de dooier van een ei en vrouwenmelk en wrijf het door elkaar en maak er een pleister van en leg het er op.

406. Om een droge trekpleister te maken zal je eerst nemen wierook en komijn en terpentijn en Ferula galbaniflua en stamp dit alles door elkaar en smelt was en schapenvet en olie van olijven en doe dan het voor genoemde poeder er in.

407. Om te maken trek doeken zal ge nemen wierook en komijn en stamp alles en neem schapenvet en was en hars en olie van olijven en kook het tezamen en als het gekookt heeft [109] zo laat het wat koelen en als het stijf begint te worden zo neem doeken en steek ze daarin en druk ze uit en laat ze koelen, zo heb je goede trek doek.

408. Om te maken doorgaande zalf van goede kruiden: Osmunda regalis, paardenbloem, Plantago lanceolata weegbree, madelief, Sanicula europaea, betonie, varkensvet.

409. Om te maken goede zalf tegen het gezwel aan benen, neem een vierendeel hars en een vierendeel pek en een vierendeel olie van olijven en een vierendeel schapenvet en smelt het en wring door een kleed.

410. Aqua scapiosa, dat is water gemaakt van een kruid Scabiosa arvensis en een ander die de meesters duivelsbeet (Succisa pratensis) noemen, het is bijzonder zeer goed: [110] het door eet de gehele huid. Dit maakt men aldus: neem van beide kruiden even veel en maak er water van; het heelt alle wonden binnen en buiten en komt te gaten uitlopen en had en had een mens een gezwel binnen of enige ruigheid of schurft of verkoudheid, dronk hij het 9 morgenstonden nuchter, dat gezwel en alle ruigheid zou binnen 9 dagen uitwaarts slaan en uitbreken en genezen. En lag het gezwel tussen vel en vlees en dronk hij het, het sloeg uit. En had hij aan zijn roede zeer en gezwollen, dronk hij het en baadde daarin, hij zou genezen. Zo zeer mocht het niet wezen al was het ook ontstoken.

411. Aqua verbena es sonderlinghe seere goet, want het ghenest stappans die hoeftswere ende het benemt bloet pissen. het doet wel orine maken, ende help der leveren, en der longheren, ende der milten, en der nieren, van der oppilacien. et ghenest wonden binnen ende buten, ende apostemen [111] ende seer oghen. ende so doet oec kanker, festel, mormale, cheter, clieren, claporen, seer veden, den brant die verberrent es van watre oft van viere; ende het stelpt bloet commende ut allen den steden van den lachame.

412. Aqua betonie: nem betonie met den bloumen, ende macter af water. dit water, nuchteren ghedronken, behoet den mensche al den dach van dronkenscape ende ghenest die oetswere ende die maghe, ende ghenest van vervultheden. so doet oec alle die lede van den licame, ende in die oeghe ghedaen suvertse ende coltse, ende droese, ende coeltse, suvertse ende ghenestse. so doet oec wonden, oude ende niewe, binnen ende buten, ende coelt alle mannieren van eten cortse.

413. Aqua salvaria dat maect men aldus: nemt salge ende pollioen, ende stampet te gader, ende macter af water in en clocke. dit water verlinct ens leven, want en mensch en mochte niet sin so cout, dronke hijs met castorien ghesoden nuchtren, hi en soude verwarmen ende ghenesen.

414. Aqua salvie nuchtren ghedronken, verdrift die gheelusucht, de maselsucht, de lancsucht, ende alrande buuchevel, al drope van rudicheit. et maect [112] goet bloetvarwe int ansicte. die dit water alle daghe .ii. warf dronke, alle cortse souden van hem vlien, ende [hi] soude binnen twen daghen ghenesen.

415. Aqua consolide majoris dat heet na die groete consoude, ende et sin metelievenen. nem die bloumen van den metelieven, di stamp ende maecter af water: et es goet, het helt wonden buten en binnen; so doet oec te broken benen, alrande ser lede, ende dat ansichte daer mede ghedweghen ontdoet de huut ende verdrijft plecken ende sproeten en setre. so doet oec roede puste in taensichte ende in wat steden dat es.

416. Water van termentille, of cremorse, of groet duvelsbete: nemt de wortele ende de bladre ende de bloumen van termentillen, die stampt ontwe ende daer af maecht water. dit water .ix. daghe ghedronken ghenest dat witte ende dat brune ende dat roede op die oghe, ende oec den erbrant, ende verlicht den lachame van menegher sake, ende verclaert die sie boven allen watren. et stelpt dat roede minnesoen, ende ghenest den rede van allen daghe ende van anderen daghe, ende die quaerteinne, diet vier daghe dronke. so doet oec wonden binnen ende buten: het comt ter wonden ut ghelopen ende doet also ghenesen. so doet oec kanker, ende tfestel, en mormael, en tseter, apostomen, ser borste, ser veden, [113] arketike die niet verhaut en es, en spene. et confortert di maghe ende sterc die levere, die burst, die niere, die condute van der orrinen van hare oplacien, ende verlicht recht den mensche van sire mesquame, ghelic enen mensce die verladen es ende hem en mensce te helpen comt.

417. Omme te ghenesen een hondtsbete, neempt een ey ghestampt metter schale, ende daer inne thaer vanden honde gheminghelt met Canarye suycker, ende met tsop van gherruwe, mitgaders met zalve van roosen ghestreken rontsom daert tghebeten ghat is, omme den brandt te vertrecken. ghoede medecijne. [114]

411. Aqua verbena is bijzonder zeer goed want het geneest gelijk de hoofdpijn en beneemt het bloed pissen. Het laat goed urine maken en helpt de lever en de longen en de milt en de nieren van de verstopping. Het geneest wonden binnen en buiten en zweren [111] en zere ogen en zo doet het kanker, lopende gaten, zweer aan benen, serpigo (huidziekte), klieren, klaporen of Bubo, zere roede en die van brand gebrand is van water of van vuur en het stelpt bloed dat komt uit alle plaatsen van het lichaam.

412. Aqua betonie: neem betonie met de bloemen en maak er een water van. Dit water nuchter gedronken, behoedt de mens de hele dag van dronkenschap en geneest de oetswere (oogzweer?) en de maag en geneest van vervuldheid en zo doet het ook alle leden van het lichaam en in de ogen gedaan zuivert en koelt en droogt het, bezinkt en koelt, zuivert en geneest het. Zo doet het ook wonden, oude en nieuwe, binnen en buiten en verkoelt alle soorten van hete koorts.

413. Aqua salvaria; dat maakt men aldus: neem salie en Teucrium polium en stamp het tezamen en maak er water van in een distilleerklok. Dit water verlengt een zijn leven, want een mens mocht niet zo koud zijn dronk hij het met gekookte bevergeil nuchter, hij zou verwarmen en genezen.

414. Aqua salvie nuchter gedronken, verdrijft de geelzucht de mazelen, de onderbuik pijn en allerhande buikeuvel, alle huidziekte van ruigheid en maakt [112] een goede bloed kleur in het aanzicht. Die dit water alle dagen 2 maal dronk, alle koortsen zouden van hem vlieden en hij zou binnen twee dagen genezen.

415. Aqua consolide majoris, dat is genoemd naar de grote consoude en het zijn madelieven. Neem de bloemen van de madelief en stamp die en maak er water van: het is goed en heelt wonden buiten en binnen; zo doet het ook gebroken benen en allerhande zere leden en dat aanzicht daarmee gewassen opent de huid en verdrijft plekken en sproeten en serpigo. Zo doet het ook met rode puisten in het aanzicht en op welke plaatsen dat het is.

416. Water van tormentil (Potentilla erecta) of cremorse of grote duivelsbeet: neem de wortels en de bladeren en bloemen van tormentil en stamp die stuk en maak daarvan water. Dit water 9 dagen gedronken geneest dat witte en dat bruine en dat rode op de ogen en ook de aars brand en verlicht het lichaam van menige zaken en verklaar dat het is boven alle wateren. Het stelpt de rode buikloop en geneest de alle daagse koorts en van de twee daagse koorts en de vierdaagse die het vier dagen dronk. Zo doet het ook wonden binnen en buiten: het komt ter wonden uitgelopen en laat het alzo genezen. Zo doet het ook kanker, lopend gat en gezwel aan benen en serpigo, zweren, zere borst, zere roede, [113] jicht die niet verouderd is en aambeien. Het versterkt de maag en versterkt de lever, de borst, de nieren, de kanalen van de urine en van zijn oplacien, (?) en verlicht recht de mens van zijn misvallen gelijk een mens die verladen is en hem een mens te hulp komt.

417. Om te genezen een hondenbeet, neemt een ei gestampt met de schaal en meng daarin het haar van de hond met Canarisch suiker en met het sap van duizendblad, mitsgaders met rozenzalf gestreken rondom daar het gebeten gat is om de brand ter vertrekken. Goede medicijn. [114]

418. {DEsen bouch sendde ypocras...]

(D)Esen bouch sendde ypocras den keyser, in den welken es al de herte van medicinen, alsoe ypocras vernomen hevet van der nature van allen levenden dinghen: helpende ende derende dinghen tallen naturen, welke bekennet sijn hier te seneene ende ter medicinen van allen manieren van ziecheden ende van evelen ende van wonden, alsoe ghi wel sult moghen prouven. Elke dinc van menschen siecheden, ten hovede of ten lechame, deen es hitte, dander droechede, terde verschede, tvierde vercouden. Bi der hitten zijn ontauden alle saken daer wi bi leven.

Die been sijn droeghe, die gheven cracht den mensche pine te doene. Die inhaderen zijn cout, die den mensche doen verademen. Ende dbloet es versch, dat voetd dleven. Bi den beenen ende bi den inaderen lopen die aderen, die welke breken dbloet; ende dbloet breket dleven; ende dleven onthaut den lechame.

Nu siet hoe ghi devel sult bekennen; te vier partien van den lechame salmen die ziekede vernemen: [115] an thovet, an den buuch, an de leveren, an de blazen, die welke men sal aldus bekennen. Die mensche es ghans, alse sine orine es al wit smorghens betide vor etene, roet achter etene. Orine vet ende donkere es goet. Orine ghefiguurt alse es verminghelt alse orine van enen esel, betekent ziekede van den hovede curtelike comende. Orine ghefiguurt ten vier daghen betekent dat die mensche bekeert es. Orine den vierden dach wit ende den anderen dach roet, dat betekint ghenesen. Orine wit ende vet alse die guene die es van naturen verscheden, betekint den vierden dach corts nakende. Orine die es bloeddachtech betekint dat die blaze es ghequetst van enigher verschede van binnen. Orine clene vleschachtich vet also alse ru... betekint siekede van lendinen. Die bloet pist sonder evel, hem sijn die aderen ghescuert in de lendinen. Orine die scijnt qualike riekene betekint die blase ghequetst. Orine bloedich ende gheminghet met clenen stickelkinen van bloede, betekint groet evel binnen den lechame ende sonderlanghe in de blase. Orine die vallet bi dropelen ende boven scumet alse appelver lanc, betekent langhe ziekede. Orine daer boven vliet een clene ringhelkijn, betekint langhe sucht ende langhe ziekede.

Orine van wiven die bleec es in den orinael, claer alse .i. selver, ende twijf dicken spuwet, ende hare ne lust niet eten, betekint dat soe draghet kint. Orine van wiven wit ende swartt ende stinkende, [116] betekint groet vernoy in die lendinen ende in die matrice, vul van ziekeden ende van evele van coude. Orine van wiven die boven scumet van bloede, ende es claer alse water, betekint vernoy van den hovede, ende betekint den lust van den slape ende van etene bi den ghezellen van der maghe hebben verloren. Orine van wiven die hevet vaerwe alse scurlinghe van ysere, heft soe den vierden dach curts, betekint dat soe sal sterven ten derden daghe. Orine van wiven die es ghevarwet ende swaer alse loet, draeghet soe kint, vullen are matrice ende soe stinct in den orinael. Orine van wiven die den hoest hevet ende tmenisoen, die suelker es die orine ghevaerwet alse vlas, ende betekint dat dwijf niet mach werden ghesont.

Aldus suldi bekennen die ziekede van den mensche; ende alse ghise sult hebben bekent, dan suldi moeghen sien medicine daer jeghen. ende daer omme, dat de menschen sijn verscheden van manieren, jeghen elc evel vint men medicine.

418. [Dit boek zond Hippocrates...]

Dit boek zond Hippocrates aan de keizer waarin is het hele hart van de medicijnen alzo Hippocrates vernomen heeft van de natuur van alle levenden dingen: helpt de derende dingen te alle naturen die bekend zijn hier te zien en ter medicijnen van alle soorten van ziektes en van euvel en van wonden, alzo ge wel zou mogen beproeven. Elk ding van de mensen ziektes, ten hoofde of ten lichaam, de ene is hitte, de tweede droogte, de derde vochtigheid, de vierde koudheid. Bij de hitte zijn onthouden alle zaken daar we bij leven.

De benen zijn droog, die geven de kracht de mens werk te doen. De binnen aderen zijn koud die de mens laten verademen. En het bloed is vochtig en dat voedt het leven. Bij de benen en bij de binnen aderen lopen de aderen die het bloed brengen; en het bloed brengt het leven; en het leven onthoudt het lichaam.

Nu ziet hoe ge het euvel zal bekennen; te vier delen van het lichaam zal men de ziekte vernemen: [115] aan het hoofd, aan de buik, aan de lever, aan de blaas en die zal men aldus bekennen. De mens is gans als zijn urine ’s morgens geheel wit is op tijd voor het eten, rood na het eten. Urine vet en donkere is goed. Urine gevormd als het gemengd is zoals urine van een ezel betekent ziekte van het hoofd die gauw komt. Urine gevormd ten vier dagen betekent dat die mens bekeerd (veranderd?) is. Urine de vierden dag wit en de volgende dag rood, dat betekent genezen. Urine wit en vet zoals diegene die van naturen verschillend is betekent de vierde daagse komt eraan. Urine die bloedachtig is betekent dat de blaas is gekwetst van enige vochtigheid van binnen. Urine klein en vleesachtig vet alzo als ru... betekent ziekte van de lendenen. Die bloed plast zonder euvel, hem zijn de aderen gescheurd in de lendenen. Urine die schijnt kwalijk te ruiken betekent dat de blaas gekwetst is. Urine bloederig en gemengd met kleine stipjes van bloed betekent groot euvel binnen het lichaam en vooral in de blaas. Urine die valt bij druppels en boven schuimt als appelver (appelgroen?) lang, betekent lange ziekte. Urine daar boven vliedt een klein ringetje betekent lange zucht en lange ziekte.

Urine van wijven die bleek is in de urinaal, helder als zilver en het wijf vaak spuwt en haar lust geen eten, betekent dat ze een kind draagt. Urine van wijven wit en zwart en stinkend [116] betekent groot verdriet in de lendenen en in de baarmoeder vol van ziekte en van euvel van koude. Urine van wijven die boven schuimt van bloed en helder als water is betekent verdriet van het hoofd en betekent dat ze de lust van te slapen en van eten die ze bij het gezwel van de maag hebben verloren. Urine van wijven die een kleur heeft als schaafsel van ijzer en heeft ze de vierde daagse koorts betekent dat ze zal sterven de derde dag. Urine van wijven die gekleurd en zwaar is als lood, draagt ze kind en vult haar baarmoeder en ze stinkt in de urinaal. Urine van wijven die de hoest heeft en de buikloop en van diegene die hun urine gekleurd is als vlas en betekent dat het wijf niet gezond mag worden.

Aldus zal je herkennen de ziekte van de mensen en als ge ze herkend zal hebben dan zal je zien naar medicijnen daartegen en daarom omdat de mens verschillend is manieren, tegen elk euvel vind je medicijnen.

Nu suldi beghinnen ant hovet ende daer na an dandere lede.

418. Jeghen vernoy van den hoevede, ziet polion ende aysijn, ende doet in de neseghate, soe datse ghevoelen dien roeke. danne mac ene croene van den polioene ghesoeden, ende wrijfter mede dat hoevet. [117]

419. Ten vernoye dat langhe ghedurt hevet, nem .i. hantvul ruten ende .i. van orderen, ende .i. van lelyenbladen, ende barnoten; al dit siet te gader in watere ende in wine, ende daer mede salve thovet.

420. Item jeghen vernoy van den hoevede, nem rute ende venkel, ende zied wel in watere, ende dwater mede toevet.

421. Item jeghen verruut van den hoevede, nem avroenesap met hoeneghe ende met aysile, ende drinct dicken nuchterne.

422. Item stamp rute met olien ende smerter mede den slaep.

423. Item stampe die galle van den haze ende honech even vele te gader sere, soe dat scijnt van ere vaerwe; ende smeert thoevet ende den slaep. alt vernoy van den hovede sal vergaen, want het es arde precieuse zalve.

424. Item polioen met siere bloeme stampt, ende drinct nuchterne met waermen watere, ende hout u van etene toeter noene iof over noene.

425. Item criflesaxele arde stamp met soute ende met honeghe, ende daer af .i. plaester gheleit op thovet helpt wel.

426. Item saelge ghestampet in wine ende met honeghe drinct in drien daeghen. [118]

427. Item si dat sake dat u hoeft es inghevallen, dat u dinct een pit, ziet aggremonieblade met honeghe, ende maect .i. plaester ende legghet op thovet.

428. Item ziet wel celidonie in watere, ende daer wel in boeren uten watere; ende ziet dat in .i. cleet, ende doet in enen bus ende smerter mede thovet, ende daer naer dwaet thovet metten watere daer die celidonie was in ghedaen.

429. Ter swellinghen van den hovede dat swellet, nem tvette van den hertshovede ende gherstijn mele, ertivelt ende morelle altegader; ende scert thovet van den saken ende lech dit plaester in ene noetscale ende hautse wel ant vier, ende lechse alsoe heet tes dat hi ghenesen es.

430. Jeghen alle evele van den hovede, stamp rute wel, ende lechse wel in staerken aysine, ende smert thovet boven.

431. Item nem roede bete, ende stampse wel met den sape, ende smert thovet ende den slaep.

432. Item nem moniebladen van hertvelde, ende stampse wel in aysine. ende met olien met sode bernede soute te pulvere ende salveter mede thovet. [119]

433. Item nem betonie, vervaine, alsene, celidonie, plantayn, radec, rute, scrutse van vliederen, honech, achte peperscoren. stampse te gadere ende siet wel in wine, ende drinct alle daghe nuchterne; ende onthout u van etene toeter noene.

434. Item ten vernoye van den hovede, doet sceren thovet ende maect .i. plaester van comine, ende van masticke, van cattinensmere. ende siet betonie in stellen biere, drinct ende maect loeghe van betonien, ende dwaeter mede thovet dicken.

435. Item nem venkel ende ledie, saelge, betonie, consaudre, rute, ende scert thovet. daer naer doet vlaen ene catte ende decket in den daghe met den velle. ende smorgins souden crude wesen ghesoden in stellen biere ende drinct .v. daghe, nuchtens cout, navens heet. ende decket thovet daghes met den cruden.

436. Tallen ziekeden van den hovede, omme te beterne ene medicine: nem polioen, alscorie, ende temperse in watere van .x. wichte van enen allinghe. ende alse ghi sijt int beteren, ghiet dat in de neseghate.

437. Item etet veld den bome ende stampt, ende tsap doe in de neseghate met fisiken. Item nem ene slecke ende slaet are thovet af heer soet weet. men sal vinden int thovet .i. steen, ende diene draeghet over hem ne sal nemmermee vernoy int hovet ebben. [120]

438. Jeghen vernoy van den fledersine in al den lechame, drinct ermoyse ghesoden in wine.

439. Jeghen quetsinghe of jeghen tvledersijn in die borste, nem plantain, lantsailie, aggrimonie zuverlike ende elc al evel vele, ende scaervet cleene ende ziedet in goeden wine, tes die twedeel sijn versoden; dan perset wel. doet in .i. cleet ende doeter toe een lettel honechs, ende verwallet weder te gader ende droeghet, ende savons drinct al heet. alse du macht ghedoeghen aet no dranc, wrijf gherewe te sticken ende drincse in lawen wine.

440. Wijf die swaer es, vleesscen hare die borste van melke, dat betekint cranke dracht. heft soe die borste hart, betekint ghanse dracht.

Nu zal je beginnen aan het hoofd en daarna aan de andere leden.

418. Tegen verdriet van het hoofd, kook Teucrium polium en azijn en doe het in de neusgaten zodat ze die rook voelt en maak dan een zalf van de polium gekookt en wrijf daarmee dat hoofd. [117]

419. Tegen verdriet dat lang geduurd heeft, neem een handvol ruit of Ruta graveolens en 1 van gerst en 1 van leliebladeren en bernagie; kook dit alles tezamen in water en in wijn en zalf daarmee het hoofd.

420. Item, tegen verdriet van het hoofd, neem ruit of Ruta graveolens en venkel en kook dat in water en was daarmee het hoofd.

421. Item, tegen verdriet van het hoofd, neem sap van Artemisia abrotanum met honing en met azijn en drink het vaak nuchter.

422. Item, stamp ruit of Ruta graveolens met olie en besmeer daarmee de slaap.

423. Item, stamp de gal van een haas en honing even veel tezamen zodat het schijnt als een kleur en besmeer het hoofd en de slaap, want het is een erg kostbare zalf.

424. Item, stamp polei of Mentha pulegium met zijn bloemen en drinkt het nuchter met warm water en onthoudt u van eten tot de noen of over de noen.

425. Item, criflesaxele gezegelde aarde (?) stamp met zout en met honing en maak daarvan een pleister en leg het op het hoofd, het helpt goed.

426. Item, salie gestampt in wijn en met honing, drink het in drie dagen. [118]

427. Item, is het zaak dat uw hoofd is ingevallen dat u denkt een put, kook Agrimonia bladeren met honing en maak een pleister en leg het op het hoofd.

428. Item, kook Chelidonium goed in water en datt beuren uit het water en zeef dat door een kleed en doe het in een bus en besmeer er het hoofd mee en was daarna het hoofd met het water daar de Chelidonium in was gedaan.

429. Ter zwellingen van het hoofd dat zwelt, neem het vette van een herten hoofd en gerst meel, Glechoma en zwarte nachtschade alles tezamen en scheer het hoofd van die zaak en leg deze pleister in een notenschaal en hou het goed aan het vuur en leg het alzo heet eraan tot hij genezen is.

430. Tegen alle euvel van het hoofd, stamp ruit of Ruta graveolens goed en leg het in sterke azijn en besmeer het hoofd boven.

431. Item, neem rode biet en stamp het goed met het sap en besmeer het hoofd en de slaap.

432. Item, neem mooie bladeren (?) van Glechoma en stamp ze goed in azijn en met olie en met gekookt brandend zout tot poeder en zalf ermee het hoofd. [119]

433. Item, neem betonie, Verbena, alsem, Chelidonium, weegbree, radijs ruit of Ruta graveolens, schors van de vlier, honing, acht peperkorrels en stamp ze tezamen en kook ze in wijn en dirnk het alle dagen nuchter en onthoud u van eten tot de noen.

434. Item, ten verdriet van het hoofd, laat het hoofd scheren en maak een pleister van komijn en van mastiek en van kattenvet en kook betonie in oud gestaan bier, drink het en maak een loog van betonie en was er het hoofd vaak mee.

435. Item, neem venkel en sla, salie, betonie, madelief, ruit of Ruta graveolens en scheer het hoofd, laat daarna een kat villen en bedek het op de dag met het vel en ’s morgens zouden de kruiden gewezen gekookt in oud staand bier en drink het 5 dagen ’s ochtend koud en ’s avonds heet en bedek het hoofd op de dag met de kruiden

.

436. Tegen alle ziektes van het hoofd om te verbeteren een medicijn: neem polei of Mentha pulegium, alscorie (?), en meng het in water van 10 gewicht van een allinghe en als ge aan het verbeteren bent giet het dan in de neusgaten.

437. Item, eet veld bonen (Phaseolus vulgaris?) en stamp het doe het sap in de neusgaten met een dokter. Item, neem een slak en sla het hoofd af eer ze het weet, men zal in het hoofd een steen vinden en die het over zich draagt die zal nimmermeer verdriet in het hoofd hebben. [120]

438. Tegen verdriet van jicht in het hele lichaam, drink alsem gekookt in wijn.

439. Tegen kwetsing of jicht in de borst, neem weegbree, Salvia pratensis, Agrimonia zuiver en van elk even veel en scheur het klein en kook het in goede wijn tot het tweede deel verkookt is, pers het dan goed door een kleed en doe er toe wat honing en wel het op weer tezamen en droog het en drink het s avonds alzo heet als u mag gedogen en eet nog drink, wrijf duizendblad in stukken en drink het in lauwe wijn.

440. Wijf die zwaar is en vloeien haar de borsten van melk, dat betekent zwakke dracht. Heeft ze de borsten hard betekent ganse dracht.

441. Jeghen evel: alse die mensche eerst werven viele, drinken sop van aneren, valerien semel; hi sal ewelike zijn ghenesen.

442. Item nem polioen van ascorien ende pulver van den wortele. alse die sieke vallet, lech vor sine nesegate galebrium, soe dat hiet ghevoelt die roke: hi sal staphans opstaen. dats gheprouvet.

443. Alse .i. kint niet ne mach zughen van screiene, nem die middelste scortse van enen witten doerne, ende hang tghene ant kint, [121]

444. Item nem hertijn maerch ende sal[ve] hem den slaep.

445. Teghen ghele weede, stamp celidonie ende drinct tsap .ix. daghe, elx daghes enen tueghe.

446. Jeghen die es verbernet, baerghijn smout nem ende smelt. ende alst es cout, soe minghet met den witten van eyeren, ende smere die daer mede; eyst van heten watere comen, of van ysere, of van viere, soe smeert nuchtens ende navens. ende decket met .i. clede.

447. Item nem witte van eyeren in .i. quaet cledekin, ende maecter of pulver ende legter op.

448. Jeghen den curts: alse hi coemt, soe gaet in een warem bat, ende wachte dat hem dat enen niet ghevalle den watere. dan nem .i. hertsvel ende lecgt op u hovet, ende danne doet u laten in beede u aerme.

449. Jeghen den couden curts, nem droepele van wivesmelc die zoeghet .i. knapelin kint, ende doetse in .ii. eyeren muerew ghesoden, ende supets .i. lettel eer die curts coemt.

450. Jeghen den derden dach curts, nem .iii. planten van plantayen, achter de scijnte van der zonne, ende sech .i. pater noster ende drinct alse ghi bevet. [122]

451. Jeghen daghelixen curts, eist man, nem bloet van den rechteren hore des esels; eist wijf, nem dbloet van den luchteren ende temperet met wine, ende drinct.

452. Jeghen den derden ende den daeghelixen, nem .i. lepel vul opiaden de magna musa, ende waermoes van violetten.

453. Jeghen den vierden, nem sap van hartemesien, ziet ende maect laeu met olien, ende smerter mede uwen lechame.

454. Item siet .xx. hantvul ruten in een suster van wine, dest es gheseten toete .iii. stopen; ende alse die curts coemt, ghevet hem drinken.

455. Item stamp maerch van den hase ende drinct.

456. Item maerch van den hert ghetimpert in waermen watere ghedronken.

457. Curts alse ypocras seghet. Jeghen quarteine, nem ghinghebere, candijt, diapendium, ende heet dicken, ende nem peper ende ghinghebere, ende maect te gader ende tempert in witten wine, ende drinct dicken.

458. Jeghen curts ende hitte van binnen, nem amaristam ende dwase, ende sietse wel in watere. [123]

459. Item stamp wilde letuwe, ende wrinct ute tsap. ende siedet toten derden deele ende zihet doer .i. linijn cleet, ende drinct. dits sekerlike gheproevet.

460. Jeghen alle manieren van curtse, nem die herte van den hase ende berrense te pulvere, ende temperse met watere ende drincse.

441. Tegen euvel: toen die mens de eerste keer viel, drink het sap van dille, valeriaan zaad; hij zal eeuwig genezen zijn.

442. Item, neem polei of Mentha pulegium van Ascorien (wel een plaats) en poeder van de wortel. Als de ziek valt leg voor zijn neusgaten Salvia horminum (?) zodat hij de rook niet voelt, hij zal gelijk opstaan. Dat is beproefd.

443. Als een kind niet nee mag zuigen vanwege schreien, neem de middelste schors van een witte meidoorn en hang het aan het kind, [121]

444. Item, neem herten merg en zalf hem de slaap.

445. Tegen gele kleur, stamp Chelidonium en drink het sap 9 dagen en elke dag een teug.

446. Tegen die is verbrand is, neem varkensvet en smelt het en als het koud is zo meng het met het witte van eieren en besmeer hem daarmee; is het van heet water gekomen of van ijzer of van vuur, zo smeer het ’s ochtend en ’s avonds en bedek het met een kleed.

447. Item, neem het witte van eieren in een slecht kleedje en maak er poeder van en leg het er op.

448. Tegen de koorts als het komt zo ga in een warm bad en wacht dat een niet in het water valt, dan neem een herten vel en leg het op uw hoofd en dan laat u laten in beide uw armen.

449. Tegen de koude koorts, neem druppels van vrouwenmelk die een jongetje zuigt en doe het in 2 murw gekookte eieren en drink het wat eer de koorts komt.

450. Tegen de derde daagse koorts, neem 3 planten van weegbree die van achter van de zon beschenen zijn en zeg 1 pater noster en drink het als ge beeft. [122]

451. Tegen de dagelijkse koorts is het een man, neem bloed van de rechter oor van de ezel; is het een wijf, neem het bloed van de linker en meng het met wijn en drink het.

452. Tegen de derde en de dagelijkse, neem 1 lepel vol opiaden de magna musa en warmoes van violen. (opium houdend preparaat, waarvan de samenstelling toegeschreven werd aan Antonius Musa, de arts van keizer Augustus)

453. Tegen de vierde daagse koorts, neem sap van Artemisia vulgaris, kook het en maak het lauw met olie en besmeer er uw lichaam mee.

454. Item, kook 20 handvol ruit of Ruta graveolens in een sester (maat) van wijn, totdat het is gezet tot 3 stopen en als de koorts komt geef het hem te drinken.

455. Item, stamp merg van de haas en drink het.

456. Item, merg van het hert gemengd in warm water en gedronken.

457. Kort zoals Hippocrates zegt; ‘Tegen de vierdaagse, neem gember, kandij, suiker gekookt in gerst water en eet het vaak en neem peper en gember en maak het tezamen meng het met witte wijn en drink het vaak’.

458. Tegen koorts en hitte van binnen, neem Anthemis cotula en was het en kook het goed in water. [123]

459. Item, stamp wilde sla, (Lactuca virosa) en wring het sap er uit en kook het in tot het derde deel en zeef het door een kleed en drink het, dit is als zeker beproefd.

460. Tegen alle soorten van koorts, neem het hart van een haas en brandt het tot poeder en meng het met water en drink het.

461. Omme huut te doen wassene daert bevleghen es, nem vele eyeren ende sietse hart. ende nem die doderen ende roerse in .i. scerf toete dien datter olie coemt. ende salvetter mede die seere; ende het es oec goet jeghen lijf dat bescout es.

462. Die vreset van bladeren, neme doderen van eyeren al rou, doese scume, danne neme werc ende net daer in, ende bind daer op.

463. Die vette te minderne ende den lechame te clenne al ware agorionen.

464. Die den wint hevet, drinke venkel langhe tijt in mele; hi sal sijn te liverert.

465. Omme te bekenne dracht, nem twe dropele of .iii. van harre melc, alsoe dat kint draghet, ende druupse in watere. eist .i. knapelin, die melc sal staen alse .i. tarucoren; eist .i. meiskin, die melc sal boven vlieten ghespreedt.

466. Item melct hare melc in claeren watere; vloetse, so eist .i . knapelin; vloetse niet, soe eist .i. meiskin. [124]

467. Item roep twijf dat soe sijt; alse soe sal dan sitten, haut soe hare been metter rechter hant, .i. knapelin; haut soe met der luchter hant, .i. meiskin.

468. Jeghen knauwinghe in den lechame, siet betonie in ghetinemelc met berghinensmoute, ende ghevet hare drinken heet; het es gheprouvet.

469. Ware dat enighe vrucht doet ware in swives lechame, ende hare niet bet en mochte werden, dronke ysope met waermen borne, hare worde stappans bet.

470. Jeghen worme in den buuch ende de fike, stamp die groete netele ende plantayn, ende alsene, ende ghieter op barn, ende drinkes elx daghes .i. lepel vul. Ghine dorster gheen plantain toe doen, no alsene, ghine willet. dats gheproevet.

471. Jeghen costnysien, siet hier medicine vraye: nem lijnsaet, ende ziet wel in watere; dan duwe uut dat water, ende siet lijnsaet wel ende smout in ene panne, ende danne ghevet hem tetene.

472. Item nem fulgurole van der olien ende dwaze, ende stampse wel met speke, ende nemt .i. henne ende farsseertse wel met dien dinghe, ende sietse wel in watere, ende .i. groet deel van [125] den crude; ende alse die henne es ghesoden, ziet dwater doer .i. cleet ende supets te maten. danne maect .i. comineide van comine wel dicke ende vet, ende temperse metten zelven sape, ende etet die henne metter cominede; ghi sult ghenesen sonder zwaerhede.

473. Jeghen tselve: nem omnen ende maect .i. gad int beste, ende settene op die cole verre nederwaert, tes hi si duerheet. dan nemtene ende hauttene tenden hopen alse heet alse ghi moeghet ghedoghen ter navlen, ende legt .i. clene cleet daertuschen, dat ghi niet bescoud; ende legt enen andren ant tvier alse deen es cout, dat ghi mueght nemen den anderen.

474. Drinct .i. voestere .i. worem die heet qualster, ende hare borst dan es swart ende swellet, nem twitte van dine quade ende drinct daerna; alse tkint zughet, sal die worem ute varen.

475. Ute te doene bouwrus ende andre worme, nem hertine perarcos, ende bernet te pulvere, ende drinct tpulver met muerewen eyeren. Of drinct smorghins donrebaert met wine. Item nem rute nuchterne. Item drinct nesmoede.

476. Jeghen wormen die duerghaten die planten, ende alse si ghenaken der herten, doen si den mensche sterven. diese hevet, die herte swert hem dicken; diere af wille ghenesen, vaste toeter [126] vespertijt; dan ebbe ghereed taerwijnbroed, ghesneden met .i. lettel waters ende alsenen, ende doet wel heffen; ende alse dbroed es cout, soe maket sneden daer af, dat si sijn wel gheroest, dat si sijn besinghet. ende braetse al heet in enen nap vul goeds roeds wijns, iof wits, ende laetse temperen; ende alse hi hevet ghevast toeten avonde, so ete die soppen ende drinke den wijn. dit doe .iii. daeghe.

477. Die hevet torsioen daer na ommetrent die navele of de levere, nem die blade van wiengarde, van maluwen, van plantaine, ende evene. maelt ende maect .i. plaester ende legt op die stede.

478. Jeghen vernoy van der borst ende jeghen reume, nem aloe, persijn, amelescouche, betonie, witte matere, paerdshoeve, elx even vele; ende stampt wel metten velle. dan wrinct wel dor .i. cleet ende doet in enen bos. ende alse ghijt wilt nutten, soe nempt ysope ende sietse int water enen lepel vul. van diere medicine ende suker eet alse ghi gaet slapen.

479. Jeghen reume ende ersenen te purgierne, nem primerole ende stampse wel. [nem] dane of tsapn ende doet in de neseghate ende rust u langhe. daer na keert u jeghen tvier, ende doet ene montvul in uwen mont, ghi sult werpen reumen te wondere.

480. Die mensche die vele drinct, gheft hem drinken centorie met watere ghetimpert. het neemt den durst ende purgiert die borst.

461. Om uit te laten groeien waar het uitgeslagen is, neem vele eieren en kook ze hard en neem de dooiers en roer ze in een pot totdat er olie van komt en zalf er mee dat zeer; en het is ook goed tegen lijf dat verbrand es.

462. Die vreest van blaren, neem dooiers van eieren geheel rauw, laat ze schuimen en neem dan pluksel en nat het daarin en bindt het daarop.

463. De vetheid ter verminderen en het lichaam te vermageren al was het gelijk een jonge.

464. Die de wind heeft die drinkt venkel een lang tijd in meel; hij zal er van bevrijd worden.

465. Om de dracht te herkennen, neem twee druppels of 3 van haar melk alzo dat ze een kind draagt en druppel het in water, is het een jongetje zal die melk staan als een tarwe korrel, is het een meisje die melk zal boven vlieten uitgespreid.

466. Item, melk haar melk in helder water; vloeit het dan is het een jongetje, zo niet is het een meisje. [124]

467. Item, roept het wijf dat ze zo is; alzo zal ze dan zitten en houdt ze haar been met de rechterhand is het een knaapje, houdt ze het met de linkerhand is het een meisje.

468. Tegen knauwen in het lichaam, kook betonie in geitenmelk met varkensvet en geef het haar te drinken, het is beproefd.

469. Was het dat enige vrucht dood is in een vrouwen lichaam en het haar niet beter mocht worden dronk ze hysop met warm water, het wordt haar gelijk beter.

470. Tegen wormen in de buik en de fijt, stamp die grote netel en weegbree en alsem en giet het er warm op en drink elke dag 1 lepel vol. Ge behoeft er geen weegbree toe te doen nog alsem als ge wilt, dat is beproefd.

471. Tegen kramp in de maag of ingewanden, zie hier fraaie medicijn: neem lijnzaad en kook het goed in water en duw dat water uit; en kook dat lijnzaad goed en vet in een pan en geef het hem dan te eten.

472. Item, neem bezinksel van olie en stamp het goed met spek en neem een hen en kneed het goed met die dingen en kook het goed in water en een groot deel van het kruid [125] en als de hen gekookt is zeef dat water door een kleed en drink het te mate. Dan maak een wijnaftreksel van komijn met komijn goed dik en vet en meng het met hetzelfde sap en eet die hen met dat konijn aftreksel, ge zal genezen zonder moeilijkheid.

473. Tegen hetzelfde: neem Osmunda regalis en maak een gat in het beste en zet het op de kolen ver naar beneden totdat het door heet is dan neem het en houdt het op het einde en leg het alzo heet als ge mag gedogen ter navel en leg er een klein kleed tussen zodat ge niet verbrand wordt en leg een andere aan het vuur en als de ene koud is dat ge de andere mag nemen.

474. Drinkt een voedster een worm die heet kwalster en haar borst is dan zwart en zwelt neem het witte van uw kwade en drink het daarna, als het kind zuigt zal die worm eruit gaan.

475. Uit te laten gaan maag worm en andere wormen, neem hertshoorn en brandt het tot poeder en drink het poeder met murwe eieren. Of drink ’s morgens donderbaard met wijn. Item, neem ruit of Ruta graveolens nuchter. Item, drink nesmoede. (wermuth of alsem?)

476. Tegen wormen die doorgaten de zolen en als ze het hart genaken laten ze de mens sterven die het heeft, het hart zweert hem vaak en die er van wil genezen vast tot de [126] vespertijd; dan heb je gereed tarwe brood gesneden met een beetje water en alsem en laat het goed rijzen en als het brood koud is zo maak er sneden af zodat ze goed geroosterd zijn zodat ze aangebrand zijn en braad ze al heet in een nap vol goede rode wijn of witte en laat het mengen en als hij heeft gevast tot de avond eet dat sap en drink de wijn en doe dit 3 dagen.

477. Die daarna buikpijn heeft omtrent de navel of de lever neemt het blad van wijngaard, van maluwe, van weegbree en evenie (Avena sativa) , maal het en maak er een pleister van en leg het op die plaats.

478. Tegen verdriet van de borst en tegen reuma, neem Aloë, peterselie, zetmeel koeken, betonie, witte mater (Tanacetum parthenium) , paardenhoeven, van elk even veel en stamp het goed met de vellen en wring het dan door een kleed en doe het in een bus. En als ge het wilt gebruiken zo neem hysop en kook het in water een lepel vol. Van die medicijn en suiker eet als ge gaat slapen.

479. Tegen reuma en hersenen te purgeren, neem Primula veris en stamp ze goed. Neem dan het sap en doe het in uw neusgaten en rust u lang. Keer u daarna tegen het vuur en doe er een mondvol van in uw mond, ge zal uitwerpen reuma te verwonderen.

480. Die mens die veel drinkt, geef hem te dringen Centaurium erythraea met water gemengd, het beneemt de dorst en purgeert de borst.

481. Ten gheswellen van der borst, maect [127] pulment van senepe met borne. het helpt sere.

482. Ten vernoye van der borst, vander hoeste, vander herte, hoert hier goede medicine ende vraye. nem marroes, ysope, ende sietse wel in stellen biere ende versche botere, ende stampt wel te gader. ende drinct elx daghes nuchterne. nemt .iii. baren ende sietse in wine ende in honeghe. ende drinct alse ghi gaet slapen.

483. Te purgerne die borst, jeghen alle evele van der borst medicine gheprouvet: leest petenelen van den bussche enegue ende stampse wel. ende nemt bier alse saen alst es ghedaen, ende minghet met den pulvere ende doet in enen niewen pot, ende graeftene onder die eerde, ende laetten daer .ix. daghe. daer na drinkets in een napkin smorghins cout ende navens heet. dit doet des ghi sijt ghenesen.

484. Dits vraye medicine ter hoeste ende ter ziekede van der longhere: nem saet van esschen ende van anise, ende minghet te gadere; ende daer toe honech, ende .i. groet deel wijns. ende siedet te gader des si sijn wel dicke, ende doet in enen bos ende eets nuchtens ende navens.

485. Drie crude salmen nutten jeghen die borst: alsene, witte materne, ysope.

486. Ter borst ende ter steffenen te claerne: nem dese .iii. dinghe te gader in wine, wel ghesoden toten dardendeele: clarie, ysope, roselie, morovie, ende [stamp] te pulvere. dits gheproeft. [128]

487. Jeghen quade borst of quade maghe, drinct ysope met wine ende met waermen watere met botren, savons achter etene. ghi sult ghenesen.

488. Jeghen stinckenden adem, nem die wortele van flammine in onech ende in aysijl, ende minghet ende siet; ende nuttet alse ghi gaet slapen.

489. Item andren dranc, of ghine ebd: drinc polioen met aysile.

490. Jeghen verloren spraeke: die sine sprake heft verloren in ziekeden, neme aloen ende temperse in watere ende ghietse in sinen mont.

491. Item neme die wortele van roeden netelen, ende sap van plantaine, ende morelle, ende doet hem drinken.

492. Item jeghen stommede die es comen van siekeden: nem pollioen te sticken ghewreven .ii. nap vul met lawen aysine, ende .i. linijn cleet, ende audent den sieken vor die neseghate. hi sal staphans spreken.

493. Jeghen acallen, tempere averone in wine, ende drincse.

494. Die slapende vertelt dat hi wakende hevet ghesien, drinke .iiii. nachte cruut rosaet in wiwatere met myrren, ende drinke alun scanium met asyle of amacillam. [129]

495. Jeghen walghinghe: dien walgt van enechere spise, drinke centauream .iii. daghe met couden watere, of betonie met waermen ende met .i. lettel wijns, ende tsap van diosius drinke alse hi in die maghe iet quaets heft. Dits gheprouvede medicine, alsict verstont.

496. Jeghen therteevel ende alle ziekeden van der herte, es goet pollioen met wine ende met honeghe ghedronken.

497. Die onsachte heft in den buuch, of in de maghe, of elre in sinen lechame, neme venekel ende ziet langhe in watere; ende drinke langhe, soe hi heetst mach.

498. Jeghen spuwen, nem mente ende peper, ende siet in roden wine ende drinket.

499. Item nem gheruwe ghestampt met honeghe of met wine.

500. Item die spuwet, drinke valeriane ende gheruwe.

481. Ten gezwellen van de borst, maak een [127] pap van mosterd met water, het helpt zeer.

482. Ten verdriet van de borst, van de hoest, van het hart, hoor hier goede en fraaie medicijn. Neem marroes (Marrubium?), hysop en kook het goed in oud staand bier en verse boter en stamp het goed tezamen en drink het elke dag nuchter. Neem 3 baren(donderbaard?) en kook ze in wijn en in honing en drink het als ge gaat slapen.

483. Te purgeren de borst, tegen alle euvel van de borst een beproefde medicijn; verzamel peterselie van het bos (Smyrnium olusatrum?) enige en stamp ze goed en neem alzo gauw als het gedaan is bier en meng het met het poeder en doe het in een nieuwe pot en begraaf het onder de aarde en laat het daar 9 dagen en drink het daarna in een napje ’s morgens koud en ’s avonds heet. Doe dit totdat ge genezen bent.

484. Dit is een fraaie medicijn tegen hoest en ziekte van de longen: neen zaad van de es of Fraxinus en van anijs en meng het goed tezamen en doe daartoe honing en een groot deel wijn en kook het tezamen zodat het goed dik is en doe het in een bus en eet het ’s morgens en ‘s avonds.

485. Drie kruiden zal men nuttigen tegen de borst: alsem, wit moederkruid of Tanacetum parthenium en hysop.

486. Ter borst en te stijven te klaren: neem deze drie dingen tezamen in wijn en goed ingekookt tot het derde deel: clarie (Salvia sclarea?) hysop, rozenolie, Marrubium vulgare en stamp ze tot poeder. Dit is beproefd. [128]

487. Tegen kwade borst of kwade maag, drink hysop met wijn en met warm water met boter ’s avonds na het eten, ge zal genezen.

488. Tegen stinkende adem, neem de wortels van Ranunculus of Clematis flammula in honing en in azijn en meng en kook het en nuttig het als ge gaat slapen.

489. Item, anderen drank of als geen hebt: drink polei of Mentha pulegium met azijn.

490. Tegen verloren spraak: die zijn spraak heeft verloren in ziekte, neem aluin en meng het in water en giet het in zijn mond.

491. Item, neem de wortels van rode dovenetels en sap van weegbree en zwarte nachtschade en laat hem drinken.

492. Item, tegen stomheid die van ziekte is gekomen, neem Teucrium polium in stukken gewreven 2 nappen vol met lauwe azijn en een linnen kleed en houdt het de zieke voor zijn neusgaten, hij zal gelijk spreken.

493. Tegen niet praten, meng Artemisia abrotanum in wijn en drink het.

494. Die slapend vertelt dat hij wakende heeft gezien, drink 3 nachten het rozen kruid in wijwater met mirre en drink een soort aluin met azijn of Valeriana phu. [129]

495. Tegen walging: die walgt van enige spijs die drinkt Centaurium erythraea 3 dagen met koud water of betonie met warme en een beetje wijn en het sap van Cichorium intybus (?) drinken als hij in de maag iets kwaads heeft. Dit is een beproefde medicijn zoals ik het verstond.

496. Tegen het hart euvel en alle ziektes van het hart is goed Teucrium polium met wijn en met honing gedronken.

497. Die het hard heeft in de buik of in de maag of elders in zijn lichaam die neemt venkel en kookt het lang in water en drinkt het lang en zo heet als hij mag.

498. Tegen spuwen, neem munt en peper en kook het in rode wijn en drink het.

499. Item, neem duizendblad gestampt met honing of met wijn.

500. Item, die spuwt, drink valeriaan en duizendblad.

501. Item jeghen spuwen, dat die mensche niet ne mach onthauden sine spise, nem twedeel van venkelsape ende van wine, ende terdendeel honech, ende siedet tuschen hier ende et es wel dicke. ende ghevet hem drinken navens ende nuchtens.

502. Jeghen dbloet spuwen, drinke saffine nuchterne, ghesoeden in wine. [130]

503. Omme [te] doen spuwen, nem die scrutse van der rute ende van den groeten noteboem, van den vlieder, van verbena, ende doet af duterste scrutse ende nem de middelste of de naeste, ende stampse wel ende siedse in wine, ende dan dect wel den pot ende latene staen .i. nacht. sander daghes ghevet hem drinken die wille spuwen: hi sal ghenoech spuwen. ende alse hi nomee spuwen wille, soe ete van roden kervele. Dat dit ghevalt dat coemt dicken van coude van den lechame of van humueren. Siet hier medicine daer jeghen: nemt aschen van de velle van den serpente.

504. Jeghen naghelswere ende jeghen zere nagle die vallen: nem tarewe corne te sticken ghewreven ende twitte van den eye, ende doet der op. si sullen vallen.

505. Jeghen die pocken, nem morelle ende drincse; daer na baet. ghi sult ghenesen. ende alsi beghinnen te wassene, nem sap van polioene ende van reinevane enen nap vul, ende ghevet hem drinken. ende oft es te staerch, soe temperet met wine.

506. Jeghen quinancie: dese siekede benemt den mensche sine tale ende doetene sterven in derden daghe, help men niet hier jeghen. nem castainge, ende stampse in watere ende eetse. [131]

507. Item nem almarroch, dats mede, ende stampse zonder water, ende drinct tsap.

508. Item nem metelievebloemen ende stampse, ende drinct tsap, ende doed u laten in bede u aerme in die hoeftaderen even vele, soe dat ghi niet en quetst thoevet. nem heertbesiecruut met den bladen of met den wortele, ende drinct.

509. Jeghen den canker of alle evele in den mont, nem smout van glase, ende vert de spaine, of verdegrisse, ende caelmijn; ende breket te pulvere ende temperet in borne. ende daer mede dwat den mont ende devel, met .i. cledkine.

510. Men doet .i. mensche slapen: nem de galle van den hase, ende ghevetse in biere of in mede te drinkene: hi sal slapen. ende alsi wille ontwaken, soe neemt aysijl ende ghietet hem in de neseghate of in doere: hi sal ontwaken.

511. Item die wille doen doelen ende slapen, neme saet van jusquiami, dats beeldesaet, ende atrement, ende tsaet van caerden ende dolke; ende maect te pulvere ende ghevet in heete spise. hi sal slapen.

512. Atrement maket moere, eist dat ment werpt in .i. lampte. [132]

513. Item doen doelen ende werden al dul: neme tsaet van morellen, ende gheft eten. hier jeghen remedie ende boete: nem venekel ende siet wel in wine, ende dat drinct.

514. Te purgierne thoevet, nem violette, comomille, ysope, marovie, ende siet te ghader in watere in enen pot, ende stoptene boven.

515. Jeghen swellinghe vanden hoevede dat doet sweren: nem hereini roet, ende dwaecht in watere. nem gherstijn mele ende netelen, scert thovet ende nem die crude, ende lecht op thovet heet in ene huve.

516. Item jeghen tselve: ziet in biere matefellone, morelle, mente ende honech, ende drinct.

517. Item jeghen tselve: nem metelieve, ende brecse tuschen .ii. stene, ende bindt opt hevel met alle met den sape: het sal breken ende ghenesen.

518. Item drinct morelle, ontsrebbe in watere allene, arthemesia, betonie, brunette, ertbesiecruut, scalopendrium, venkel, bughum, agrimone, andria, pollondium, die middelste scurtse van den vliedere, fimo terre. dese crude salmen legghen ter sonnen ende siedense in watere ten derdendele, ende elx daghes drinken.

519. Jeghen tvledersijn siet hier medicine vraie [133] ende gheproeft. scrijft in percamente van ascrie deze arison: communicantes et memoriam venerantes. ende daerna biechte hem die sieke van alle sinen sonden; ende danne singhe die pape .i. messe vander triniteit, ende doe setten .viii. stallichte of kersen op den outaer.

520. Die heft die hersenen verkeert, wrive senie, abrotanum, met wine ende met pepere ende met .i. lettel honechs, ende drinct nuchtens ende navons.

501. Item, tegen spuwen zodat men niet onthouden mag zijn spijs, neem twee delen van venkel sap en van wijn en het derde deel honing en kook het totdat het dik is en geef het hem te drinken ’s avonds en ‘s morgens.

502. Tegen het bloed spuwen, drink Juniperus sabina ’s morgens gekookt in wijn. [130]

503. Om te laten spuwen, neem de schors van de ruit of Ruta graveolens en van de grote walnoot, van de vlier, van Verbena en doe er af de buitenste schors en neem de middelste of naaste en stamp ze goed en kook ze in wijn en bedek dan de pot en laat het een nacht staan. Geef het hem de volgende dag te drinken die wil spuwen: hij zal genoeg spuwen en als hij nimmer wil spuwen zo eet van de rode kervel. (Anthriscus cerefolium) Dat dit gebeurt komt vaak van koude van het lichaam of van levenssappen. Ziet hier medicijn daartegen: neem as van de vellen van de serpenten.

504. Tegen nagelzweer en tegen zere nagels die vallen: neem tarwe korrel in stukken gewreven en het witte van een ei en doe het er op, ze zullen vallen.

505. Tegen de pokken, neem zwarte nachtschade en drink het; daarna baadt en ge zal genezen en als he begint te wassen neem sap van polei of Mentha pulegium en van reinvaarn een nap vul en geef het hem te drinken of als het te sterk is meng het met wijn.

506. Tegen keelontsteking: deze beneemt de mens zijn spraak en laat ze sterven in de derde dag, help men ze niet hier tegen. Neem kastanjes en stamp ze in water en eet ze. [131]

507. Item, neem almarroch, dat is meekrap, en stamp het zonder water en drink het sap.

508. Item, neem madelieven bloemen en stamp ze en drink het sap en laat u laten in beide uw armen die hoofdaderen even veel zodat ge niet het hoofd kwetst, neem aardbeien met de bladeren of met de wortel en drink het.

509. Tegen de kanker of alle euvel in de mond, neem smout van glas en Spaans groen of koper groen en kalamijn, breek het tot poeder en meng het in water en was daarmee de mond en het euvel met een kleedje.

510. Men laat een mens slapen: neem de gal van de haas en geef het in bier of in mede te drinken en als hij moet ontwaken zo neem azijn en giet het hem in de neusgaten of in de oren, hij zal ontwaken.

511. Item, die wil laten dolen en slapen, neem zaad van Hyoscyamus, dat is bilzekruid, en atrament en het zaad van Dipsacus en dolik of Lolium temulentum en maak het tot poeder en geef het te eten in spijs, hij zal slapen.

512. Atrament maakt Moren, is het dat men het in een lamp werpt. [132]

513. Item, laten dolen en worden geheel dol: neem het zaad van zwarte nachtschade en geef het te eten. Hiertegen remedie en boete: neem venkel en kook het goed in wijn en drink dat.

514. Te zuiveren het hoofd, neem violen, kamille, hysop, Marrubium en kook het tezamen in water in een pot en stop het boven dicht.

515. Tegen zwellen van het hoofd dat laat zweren: neem het vet van een bok en was het in water, neem gerst meel en netelen en scheer het hoofd en neem die kruiden en leg het op het hoofd in een huif.

516. Item, tegen hetzelfde: kook in bier Centaurea jacea, zwarte nachtschade, munt en honing en drink het.

517. Item, tegen hetzelfde: neem madelieven en breek het tussen 2 stenen en bindt het op het euvel met al het sap, het zal breken en genezen.

518. Item, drink zwarte nachtschade, Plantago lanceolata in water alleen, Artemisia, betonie, brunette of Sanguisorba officinalis, aardbeien, Scolopendrium officinalis, venkel, zenegroen, Agrimonia, andria, (?) Polypodium vulgare, de middelste schors van vlier, Fumaria, deze kruiden zal men in de zon leggen en kook ze in water het derde deel en drink het elke dag.

519. Tegen de jicht zie een fraaie medicijn [133] en beproefd, schrijf in perkament van Ascrie (plaats) deze arison (spreuk?): ‘communicantes et memoriam venerantes’. en daarna bicht zich de zieke van al zijn zonden en dan zingt de paap een mis van de Drie-eenheid en laat zetten 8 stallichten of kaarsen op het altaar.

520. Die de hersens verkeerd heeft, wrijf Cassia angustifolia, Artemisia abrotanum met wijn en met peper en een beetje honing en drink het ’s morgens en ‘s avonds.

521. Item die sijn ontkent van sinne, drinke .vii. daghe goet cruut abrotanum, saelie met wine ghestampt.

522. Jeghen vledersijn, wrive netele wel ende leght daer u devel dert.

523. Salve precieuse tallen vledersine ende tallen vernoye. nem even vele van desen cruden: van den wortele van minder netele, nem waterkerse, catarena, van kervelen van den bladen, smere van den buckinen roete, wit was, ende pec, ende oude botere, ende honech, geminghet al te ghader. ende siet in ene panne, ende nuchtens scrive den sondach in den heersten stallicht ende in den anderen den maendach ende alsoe voert, ende dan ontfa den lechame [134] ons heren; ende alse langhe alse die messe gheduurt si die brief op den outaer met den vorseiden orisoene. na die messe neme alse vele stallichte alse hi wille, ende de dach diere in es ghescreven vaste al sijn leven alse in de vastene, ende emmermeer oude hem eerlike ende suver; ende doe den pape den brief den zieken anden als hanghen ende hi draghe alse langhe alse hi levet.

524. Die vreest te hebbene die bladeren, neme doederen van eyeren al rou ende doese scumen; dan neme werc ende netter mede, ende doeter op,

525. Jeghen bete van onden, nem tsap van ruten ende doeter op.

526. Jeghen spenen: doederen van eyeren gheroest sonder smout, toete dien datter smout comt van selven. ende tsmout doe in .i. cledekin, ende wrijft wel ende smere.

527. Item consoudebloeme gheroest op .i. teghele.

528. Item gruus in .i. cledekin in eeten watere ghedaen ende dwater ute gheduwet, ende tsackelkijn onder die spenen metten gruse.

529. Item wieroec in .i. scerf gheroest, ende der over sitte warem.

530. Item hertshoren gheberrent te pulvere [135] ende onder die spene gheleit, ende doe hem smeren met olien.

531. Item wijschmente ghesoden ende over den pot gheseten al heet.

532. Item overjarich ackermente salmen wriven op .i. teghele ende gloeiense; ende sitter over water. sap van vliedere ghedronken.

533. Die onsachte hevet alse hare kint gheboren wert, nutte venkelwater of canele, ende caneele, ende ghinghebeere, ende alsene.

534. Jeghen tlanchevel bade in apien of in venkel toete over die stede die swert. ende daer na gruus, of evene, of comijn, in .i. sach ghesoden of gheroest, ende al warem daer op gheleit. ende smere hem met olien van oldeen, of ete zeduwaere, of esschesaet, ende segghe pater noster; of erre ghedoept in den heert, ghenut met den soute.

535. Jeghen die milte, doe hem laten op de luchtere hant.

536. Item sap van donderbladen met mele ghetempert: een plaester der op.

537. Item hiekeghe werke der op ende hi swete.

538. Item sap van ruten met onghesoutenre boteren, een cleet, ende der op gheleit. [136]

539. Sap van ruten drinc jeghen venijn ende jeghen bete van venine.

540. Die es ghebeten van .i. verwoedden hont, legghet tsap van der ruten op die wonde.

521. Item, die zijn ontkent van zin, drink 7 dagen dat goed kruid Artemisia abrotanum en salie met wijn gestampt.

522. Tegen jicht, wrijf brandnetels goed en leg het daar u het euvel deert.

523. Kostbare zalf tegen alle jicht en tot alle verdriet, neem even veel van deze kruiden; van de wortel van de kleine brandnetel, meen waterkers of Nasturtium, Nepeta cataria, van kervel van den bladeren, vet van de bok, witte en rode was en pek en oude boter en honing alles tezamen gemengd en kook het in een pan en schrijf ’s morgens de zondag in het eerste stallicht en in de volgende maandag en alzo verder en ontvang dan het lichaam van [134] onze Heer en alzo lang als de mis duurt is die brief op het altaar met het voor genoemde verzoek. Neem na de mis alzo veel stallichten als hij wil en die dag die er in geschreven staat vast hij al zijn leven en houdt zich immermeer eerlijk en zuiver en laat de paap de brief de zieke aan de hals hangen en hij draagt het alzo lang als hij leeft.

524. Die vreest te hebben de pestblaren, neem dooiers van eieren al rauw en laat ze schuimen, neem dan pluksel en nat het er mee en doe het er op.

525. Tegen beten van honden, neem het sap van ruit of Ruta graveolens en doe het er op.

526. Tegen aambeien, dooiers van eieren geroosterd zonder vet totdat het vet van zichzelf komt en doe het in een kleedje en wrijf en besmeer.

527. Item, madelieven bloemen geroosterd op een tegel.

528. Item, gruis of zemelen in een kleedje in heet water gedaan en het water er uit duwen en het zakje onder de aambeien met het gruis.

529. Item, wierook in een pot geroosterd en er al warm over zitten.

530. Item, hertshoren tot poeder gebrand [135] en onder de aambeien gelegd en laat hem hem smeren met olie.

531. Item, bergmunt of Calamintha officinalis gekookt en over de pot gezeten al heet.

532. Item, overjarig akkermunt zal men wrijven op een tegel en laat het gloeien en zit er over water. Het sap van vlier gedronken.

533. Die het hard heeft als haar kind geboren wordt nuttigt venkelwater of kaneel en kaneel of gember en alsem.

534. Tegen de pleuris, baadt in Apium of in venkel toot over die plaats waar het zweert en daarna gruis of evenie of Avena sativa of komijn in een zak gekookt en of geroosterd en geheel warm daarop gelegd. Besmeer hem met olie van olijven (?) of eet Curcuma zedoaria en zaad van Fraxinus en zeg een pater noster; of erre gedoopt in de haard (?) genuttigd met het zout.

535. Tegen de milt, laat hem laten op de linkerhand.

536. Item, sap van donderbaard bladeren met meel gemengd; een pleister daarop.

537. Item, ongewassen wol werk daarop en hij zweet.

538. Item, sap van ruit of Ruta graveolens met ongezouten boter en een kleed daarop gelegd. [136]

539. Sap van ruit of Ruta graveolens drink het tegen venijn en tegen beten van venijn.

540. Die is gebeten van een dolle hond, leg het sap op van ruit of Ruta graveolens op die wond.

541. Jeghen de levere, .i. tumbe ghesneden ende den rugghe daer op gheleit, ende daer na .i. ander ende .i. derde.

542. Item wortele van venkele, ende pedeine van lande, ende hertstonghe: dese .iii. crude ghenut.

543. Item doe hem laten buten an sine hant.

544. Jeghen maghe: crop van vliedere, of scrutse, of besien van vliedere, of scrutse van ruten, of scrutse van den noteboem: dit ghestampet ende ghetempert met wine. hi sal spuwen.

545. Ende alsi nemmeer wille spuwen, ete van rouwer kervele, met rouwen weie of met anderen dranke ghenut.

546. Jeghen vasten lechame: .iii. pinten borrens of .i. vierendeel van ere springhendet fonteine ghedronken, hi sal ebben merewen lechame.

547. Jeghen tantswere: wortel van drasenen, of sap van weghebreden, of tsap van asscaden, met aysile of met wine ghetempert. ende hout in den mont ende segghe sente janne ende sente apollonien [137] .i. pater noster elx daghes. of dese worde: eugenius, stephanus, prothasius, sebastianus.

548. Dadelsteen ghescavet in wine ende ghedronken jeghen tbloet, .ii. stickelkine met cottoene ghewonden met polliden, ende in atrement, ende met alle int elc neseghat ghesteken.

549. Item ene penne met sinen bloede .ii. crucen an de rechter side.

550. Item sap van ackermente met wine .iii. dropele int ore.

551. Item .i. hantvul comijns, ende venkel, ende alsene, ende ghestijn stroe, te gader ghesoden ende die hoeren over den pot al warem ghehouden ende daermede ghesweet.

552. Jeghen sprake: adec met wine ghedronken, of sap van crimel, dats van divelsbete.

553. Jeghen drope ende ghalen, nem sap van gruse, tante, met wine ghetempert ende ghedronken.

554. Item esscheblade met aysile ghestampt ende daerop gheleit.

555. Jeghen de sode, nem broet gheroest ende sout daer op.

556. Item arweten rou. Dueren sap van salien daer op met wine ghesoden. [138]

557. Jeghen den derden dach curts, nem tsap van maternen, ende .iii. blade papencruuts, ende .iii. blade weghebreden, ende die cole van der materne. ende dit stampt ende temperet ute met watere ende drinct .iii. daghe.

558. Morelle draeghet swarte besien ende ronde brede blade, ende soe es violent.

559. Scameneide purgiert den lechame nederwaert, specialeke vanden staerken. Neemter te ghader .i. scrupel (dats de ghewichte van .i. tornoisen penninc of lettel mee), bedienens soe es arde violent: soe mochte deeren van den live diere te vele name.

560. Elleborus, dats scamponie, ende purgiert melancolie nederwaert. ne waer men plegheter nu niet, omme dat soe es te staerc den mensche.

541. Tegen de lever, i1tumbe (dier?) gesneden en de rug daarop gelegd en daarna een ander en een derde.

542. Item, wortel van venkel en meloen of komkommer van het land en hertstong of Asplenium scolopendrium: deze 3 kruiden genuttigd.

543. Item, laat hem laten buiten aan zijn hand.

544. Tegen de maag, knoppen van vlier of schors of bessen van vlier of schors van ruit en schors van de notenboom, dit gestampt en gemengd met wijn, hij zal spuwen.

545. En als hij nimmer wil spuwen, eet van rauwe kervel met rauwe wei en met andere dranken genuttigd.

546. Tegen vaste loop, 3 pinten water of een. vierendeel van een springende fontein gedronken, hij zal een murwe loop hebben.

547. Tegen tandpijn: wortel van hondsdraf of sap van weegbree of het sap van nachtschade met azijn of wijn gemengd en houdt het in de mond en zeg Sint Johannes en Sint Apollonia [137]en een. pater noster elke dag of deze woorden: Eugenius, Stephanus, Prothasius, Sebastianus.

548. Dadelsteen geschaafd en in wijn gedronken tegen het bloed en 2 stukjes mat katoen omwonden met Plantago psyllium en in atrament en met alles in elk neusgat gestoken.

549. Item, een pen met zijn bloed en 2 kruisen aan de rechter zijde.

550. Item, sap van akkermunt met wijn 3 druppels in de oren.

551. Item, .een handvol komijn en venkel en alsem en gerst stro tezamen gekookt en de oren over de pot al warm gehouden en daarmee zweten.

552. Tegen spraak: Sambucus ebulus met wijn gedronken, of sap van crimel, dat is van duivelsbeet.

553. Tegen huidziekte en ghalen (geelziekte?), neem sap van gruis, Tanacetum vulgare met wijn gemengd en hedronken.

554. Item, es bladeren of Fraxinus met azijn gestampt en daarop gelegd.

555. Tegen de koude oprisping uit de maag, neem geroosterd brood en zout daarop.

556. Item, erwten rauw. Doe er sap van salie daarop met wijn gekookt. [138]

557. Tegen de derde daagse koorts, neem het sap van moederkruid of Tanacetum parthenium en 3 bladeren van paardenbloem en 3 bladeren van weegbree en de kolen van moederkruid of Tanacetum parthenium en dit stamp en meng het uit met water en drink het 3 dagen.

558. Zwarte nachtschade draagt zwarte bessen en ronde brede bladeren, het is zo krachtig.

559. Convolvulus scammonia purgeert het lichaam nederwaarts en speciaal van de sterken. Neem tezamen 1 scrupel (dat is het gewicht van een penning van Tours of wat meer) en bedien het zo is het erg krachtig en zo mocht je deren van het lijf die er teveel nam.

560. Helleborus, dat is scamponie, en purgeert melancholie nederwaarts. Nee, men gebruikt het nu niet omdat het zo sterk is de mensen.

561. Ende realgar. dit sijn .iii. crude die werken. diere gheft de ghewichte van .iiii. groeten tornoisen, si selen werken al waert elc alleene bi hem; want si sijn zere violent.

562. Esule purgiert fleume, ende soene es niet arde violent.

563. Die onder sijn hoeft leghet den bec van den aerne, hem droemt dat hi wille.

564. Men sal nemen quicselver ende doent in .i. aselnote, ende alsoe bindet an den luchteren arem van den wive: dat wijf ne mach gheen kint ontfaen. [139]

565. Die wortele van brionien doet braken, ende saet van spuerien, ende saet van adereppen, ende monstaertsaet. dese .iiii. te gader ofte die wortel van brionien allene.

566. Savel doet wel maken orine, ende doet oec vrauwen ebben are purgatie.

567. Savel vele ghenut doet bloet pissen.

568. Een plaester van savele dat claert die huut.

569. .x. dragmen van savele, ende .vi. dragmen botren, ende .x. dragmen sukers, ghedronken met waermen watre, es goet jeghen die spenen (dat ghewichte van ere dragmen dat weghet .iii. tornoise).

570. Te doene ebbene den curts: nem agrijp met yvette, ende pulver van scaelbiten, ende salvet uwen pols. ghi sult ghaen riden.

571. Jeghen die spenen die niet te broken sijn, nem sout, honech, water ende wijn, ende malrovie; ende siet ende make daer af .i. suppositorien, ende steket in sijn fundament.

572. Cassia fistula onsluut den lechame, ende hets goed jeghen den heeten curts; ende die in die storte heft swarede, ontfa ditte in sine kele ende laet dan weder ute ghaen. zweren sachten diere in staen. [140]

573. Men sal den mushont sieden in olien van oliven, soe dat hi wert vertert. ende dan duwen dat duer .i. cleet: dit es salve jeghen die swaere artentike ende jeghen crempende senewen.

574. Nem .i. blat van hertstonghe over di: nemmermee ne machstu winnen kint.

575. Die galle van den ase maect donker oeghen claer.

576. Die wille slapen ene stonde, nem apie de ghewichte van .i. inghelscen, ende saet van dragen ofte van mandragen, ende olie van rosenblade, van witten wulghen, ende siet ende gheft drinken. ende wiltune doen waken, wrivene met aysile in sinen slaep; .i. plaester van desen dinghen ende wijfsmelc op den slaep, dit doed dat selve.

577. Item nem wit saet van macoppine, ende melc van vrouwen, ende witte van den eye; hier af mac .i. plaester ende bind op den slaep: dat doet wel slapen.

578. Die galle van der pertrisen gheweghen jeghen onech, claert die oeghen.

579. Smout van den hegher es goed tjeghen fledersijn, alse smout niewe es.

580. Des hasen longhine es goed op die oeghen gheleit.

561. En realgar of arseensulfide, dit zijn 3 kruiden die werken. Van die geef het gewicht van 4 groten van Tours, ze zullen werken als was het elk op zichzelf want ze zijn zeer krachtig.

562. Euphorbia esula purgeert fluimen en het is niet erg krachtig.

563. Die onder zijn hoofd de bek van een arend legt die droomt wat hij wil.

564. Men zal nemen kwikzilver en doet het in een hazelnoot en bindt het alzo aan de linkerarm van het wijf: dat wijf nee mag geen kind ontvangen. [139]

565. Die wortel van Bryonia laat braken en het zaad van Euphorbia lathyris en het zaad van Ranunculus aquatilis en mosterdzaad, deze 4 tezamen of de wortel van Bryonia alleen.

566. Juniperus sabina laat goed urine maken en laat ook de vrouwen hebben hun zuivering.

567. Juniperus sabina veel genuttigd laat bloed pissen.

568. Een pleister van Juniperus sabina dat zuivert de huid.

569. 10 drachmen van Juniperus sabina en 6 drachmen boter en 10 drachmen suiker gedronken met warm water is goed tegen de aambeien (dat gewicht van een drachme dat weegt 3 Tours).

570. Om koorts te laten hebben: neem Agrippa zalf met het vette en poeder van mestkever en zalf uw pols, ge zal koorts krijgen.

571. Tegen de aambeien die niet gebroken zijn, neem zout, honing, water en wijn en Marrubium en kook het en maak daarvan een zetpil en steek het in zijn fundament.

572. Cassia fistula opent het lichaam en het is goed tegen de hete koorts en die in de strot heeft moeilijkheid ontvangt dit in zijn keel en laat het er weer uitgaan. Het verzacht de zweren die er in staan. [140]

573. Men zal de wezel koken in olie van olijven zodat het wordt verteerd en duw het dan door een kleed: dit is zal tegen de zware jicht en tegen krimpende zenuwen.

574. Neen een blad van hertstong of Asplenium scolopendrium over u: nimmermeer mag u winnen een kind.

575. De gal van de haas maakt donkere ogen helder.

576. Die een tijdje wil slapen; neem Apium het gewicht van een Engelse en zaad van de vrouwelijke en mannelijke Mandragora en olie van rozenbladeren, van witte wilgen en kook het en geef het te drinken. En wil u hem wekken, wrijf hem met azijn in zijn slaap of een pleister van deze dingen en vrouwenmelk op de slaap, dit doet hetzelfde.

577. Item, neem wit zaad van papaver en melk van vrouwen en het witte van een ei, maak hiervan een pleister en bindt het op de slaap, dat laat goed slapen.

578. De gal van de patrijs gewassen met honing verheldert de ogen.

579. Vet van de reiger is goed tegen de jicht als het vet nieuw is.

580. De hazen long is goed op de ogen gelegd.

581. Die an voet heft enech evel, soe es ghoet [141] der op gheleid v....... ghewreven. dat lib dat men vint in sine maghe, het sluut den lechame. ende sine herte al versch ghehanghen an den als, doet den derden dach curts verghaen.

582. Item soe helpt denghenen die valt van den evele.

583. Ende sine niere ghedroegt, es goet jeghen den steen ghepulvert te gader ende met waermen borne.

584. Sijn bloet ghedronken es goet.

585. Nem dwitse wiroec dat men vint, ende dat wel ghepulvert, ende vrigene niewe was, ende onghesautene botere, ende elx even vele. dit doet in .i. vat over tvier, ende daer na laetet coelen; ende alse ment wille orbueren, doet weder op tvier ende laet ontlaten, ende dan nem .i. scapijnvel ende smerter wel in dese dinghe, op die vleeschside, ende leght op die borst: het maecse arde sachte.

586. Jeghen tantswere ende tranende oeghen Sal dit pulver sine macht toghen: .i. plaester daeraf ghemaect met wine.

587. Ende jeghen die rueme: men salt auden in den mont .ii. sticken ende daer na eeten. [142]

588. Nem .i. stop wijns, ende sietene op .i. alve pinte, ende dan laet dat staen al dien nacht in de lucht. ende nem .i. onse bloets van draken, ende litaerge, salgemme, mastic, wieroec, myrre, weghebrede, buggle, cinickle, consauden, saxfrage, verbena, astrissie, pionie, paertshoeve, agremonie; ende stampet te gader ende temperet ute met den vorseiden wine ghesoden. dit es goede salve ten wonden.

589. Nem .ii. pennewert quicselvers, ende .iiii. penninc aloe, ende .vi. penninc olien [van] baien, ende stampt dit te gader ende wrivet in .i. mortier van metale; ende temperet die vorseide dinghe met olie [van] baien. ende daer mede salvet uwen pols navens, alse ghi ghaet slapen. ende op den avont dat ghi des alvet, niet drinken.

590. Dilsaet es goed jeghen den gravel, ghesoden ende ghedronken. Ende jeghen quade hersenen salment sieden ende kuwen, ende inswelghen ende dat sop drinken, ende het verdriv[et]....[143]

591. Item dit selmen nemen teghen die pestilencie, des morghens na den middach ende des avonts alsmen ghegheten heeft, ende dit selmen aldus maken. Item neemt een hantvol kerlen van walsche noten, ende een hantvol wijnruut, ende een hantvol vighen, ende also veel mirre als drie haessenoten groot sijn; dese stotet te samen ende menghetse mit honich.

592. Item medicijn teghen die pestilencie. In den eersten, als ghi voelt dat ghi onsteken sijt van die pestilencie, so latet eerst bi die stede daer ghijt voelt: ist onder die arme, so latet op die hant; ende dier ghelijc; wat tijt dattet si, het si goet laten of quaet laten, nae dat die medicijn-meester raet. Ende so neemt een hantvol hondrave (die heeft een ghelikenis mit popelbladen), ende also veel goutbloemen, ende vijf bladen hertstonghe; dese vier cruden selmen te samen stoten, ende cleyn-sense mit een half pinte rinsche wijn, die goet ende puer is, doer een doeck of doer een haer, ende gheeftet den ghenen die ontsteken is in een glas daer of te drincken die helft of al heel; ende hi sel bider gracien Gods ghesont werden, wantter veel boven in den lande mede ghesont ghewerden sijn.

593. Item als ghi gaet totten ghenen die die pestilencie hebben, soe neemt wat sewaers twisschen u [144] lippen ende u tanden, of after in u mont, ende als ghi uuten huse gaet, so spuetet uut.

581. Die aan de voet enig euvel heeft die is goed [141] daarop gelegd u....... gewreven. Dat leb dat men vindt in zijn maag het sluit het lichaam en zijn hart al vers gehangen aan de hals laat de derde daagse koorts vergaan.

582. Item, zo helpt het diegene die vallen vanwege de vallende ziekte.

583. En zijn nier gedroogd is goed tegen de steen verpoederd tezamen met warm water.

584. Zijn bloed gedronken is goed.

585. Neem de witste wierook dat men vindt en dat goed verpoederen en maagdelijke nieuwe was en ongezouten boter van elk even veel dit en doe dit in een vat boven het vuur en laat het daarna koelen en als men het wil gebruiken maak het dan weer op het vuur los en neem een schapenvel en besmeer er in deze dingen aan de vleeskant en leg het op de borst: het maakt het erg zacht.

586. Tegen tandpijn en tranende ogen zal dit poeder zijn macht tonen: een pleister daarvan gemaakt met wijn,

587. En tegen de reuma: men zal het houden in de mond 2 stukken en daarna eten. [142]

588. Neem een stoop wijn en kook het in op een halve pint en laat het dan staan die hele nacht in de lucht en neem een ons bloed van draken, (Daemonorops draco)en litargirum, steenzout, mastiek, wierook, mirre, weegbree, Ajuga reptans, madelief, Pimpinella saxifraga, Verbena, Teucrium chamaepitys (?), pioen, Tussilago farfara, Agrimonia en stamp het tezamen en meng het uit met de voor genoemde gekookte wijn, dit is een goed zalf ten wonden.

589. Neen 2 penningen waard kwikzilver en 4 penningen Aloë en 6 penningen olie van laurier en stamp dit tezamen en wrijf het in een metalen mortier en meng die genoemde dingen met olie van laurier en zalf daarmee uw pols ’s avonds als ge gaat slapen en op de avond dat ge dit zalft niet drinken.

590. Dille zaad is goed tegen het graveel, gekookt en gedronken. En tegen kwade hersenen zal men het koken en kauwen en inzwelgen en dat sap drinken en het verdrijft....[143]

591. Item, dit zal men nemen tegen de pest ’s morgens na de middag en ’s avonds als men gegeten heeft en dit zal men aldus maken. Item, neemt een handvol kernen van walnoten en een handvol wijnruit en een handvol vijgen en alzo veel veel mirre als drie hazelnoten groot zijn; stamp deze tezamen en meng het met honing.

592. Item, medicijn tegen de pest. Als eerste als ge voelt dat ge ontstoken bent van de pest zo laat ge laten eerst bij de plaats daar ge het voelde, is het onder de armen zo laat op de hand en diergelijke; wat tijd dat het is, het is goed laten of kwaad laten naar dat de medicijn-meester aanraadt. En zo neem een handvol hondsdraf (die heeft een gelijkenis met populierbladeren) en alzo veel goudsbloemen, en vijf bladeren van hertstong of Asplenium scolopendrium; deze vier kruiden zal men tezamen stampen en zeef ze met een half pint Rijnse wijn die goed en puur is door een doek of door een haren doek en geeft het diegene die ontstoken is in een glas om daarvan de helft of al geheel te drinken en hij zal bij de gratie van Gods gezond worden want er zijn veel boven in het land mee gezond geworden.

593. Item, als ge gaat tot diegene die de pest hebben zo neem wat Artemisia maritima tussen uw [144] lippen en uw tanden of achter in uw mond en als ge uit het huis gaat zo spuw het uit.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/