Acer2
Over Acer2
Acer tataricum subsp. ginnala Maxim (Acer ginnala Maxim) (ginnala is een inheemse naam)
Bruin/rode bladstelen van 1.5-6cm.lang.
De bladeren zijn 4-9cm lang en 3-6cm breed, glanzend donkergroen en van onderen wat glanzend en lichtgroen, 3 lobbig met de middenlob ver vooruitstekend en 2-3 maal zo lang als de onderste lobben, top is lang toegespitst, dubbel gezaagde tanden, blad loopt geel uit. Het is een boom die zijn vurige herfsttint vertoont gedurende een korte tijd en al zeer vroeg, in september/oktober.
Jonge twijgen zijn dun met zeer kleine bladknoppen en bijknoppen.
De geurende, witte bloemen komen na het blad in opstaande trossen.
Vruchten met vleugels tot 2.5cm lang die bijna parallel lopen.
Een bonte cv. is in 1910 ingevoerd.
Groeit vrijwel overal, op elke grond, droog of vochtig, zon of schaduw.
Een grote struik/boom met een rond gewelfde kroon die dicht vertakt is, wordt 6m hoog.
De takken zijn slank, de stam is klein.
Is afkomstig uit China waar het groeit aan de Amur rivier, werd in 1860 ingevoerd in Rusland.
Naam, etymologie.
Duitse Feuerahorn, Engelse Amur of crimson leaved maple naar de herfstkleur.
Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de.
Acer buergerianum, Miq. (naar de Amerikaanse botanist William Carl Burger, 1932-.) Bladeren zijn 3nervig, rond/eivormige, 3lobbig, 4-8cm lang en even breed of iets breder, de lobben hoekig en zijlobben afstaand en bijna even lang als de middenlob, gedeeltelijk gaafrandig en onregelmatig getand/gezaagd, top is spits, matglanzend donkergroen en van onder iets blauw/groen.
Bloeit na de bladontwikkeling in kleine opstaande en tuilvormige trossen.
Vruchten met parallel lopende en soms elkaar bedekkende vleugels.
Komt hier meestal e22n dan zelden voor als een kleine struik met wat gedrongen groeiende, gladde en aan de zonkant sterk bruin gekleurde jonge twijgen.
Vermeerderen door afleggen.
Komt uit Japan, O. China en wordt 5-8m hoog. Er zijn verschillende variëteiten van.
Drietandesdoorn, Trident maple. Dreispitziger Ahorn. Chinees san jiao feng.
21. uit tree-species.blogspot.com
Acer macrophyllum, Pursh. (groot blad) Is goed te herkennen aan de vijflobbige en zeer grote bladeren die aan sterk groeiende planten soms wel 25cm kunnen halen bij een breedte van 30cm, ze lijken op die van de gewone esdoorn. Glanzend donkergroen en van onder grijs/groen en eerst fijn behaard, later kaal, meestal 5lobbig, bij oudere bomen soms 3lobbig en de middenlob vaak weer 3lobbig, lobben en grote tanden zijn stomp. Herfstkleur is oranje/geel.
Knoppen zijn groot en bruin/groen en min of meer aanliggend.
Jonge twijgen zijn olijf/groen.
Bloeit in mei tijdens of na de bladontwikkeling met lichtgele bloemen in smalle opstaande en later wat hangende, pluimvormige trossen.
Vruchten zijn kort behaard, de vleugels vormen een scherpe hoek.
Komt uit N. Amerika, Californië en wordt 25-30m hoog. Is beschreven in 1812. Levert ook een maple syrup.
Oregon of bigleaf maple. Oregon Ahorn, grootbladige esdoorn.
22. Uit J. C. Krausse.
Acer pseudoplatanus, L. (valse plataan)
Knoppen zijn eirond en spits, dakpansgewijze geschubd en van de twijg afstaande, de eindknop is zeer groot en groen.
Met een 15 jaar heeft de boom de volle wasdom bereikt. Dan rekken de groene knoppen zich uit met het warmer worden van de voorjaarszon en soms blozen ze met heldere tinten. Uit de zwangere zachtgele cilinders breekt de bloei door als een groene, gouden waterval. Zo wordt de boom al vroeg overdekt met een gouden kleed. De overdaad van hangende trossen versieren de nog bladerloze boom als kaarsen.
Na die gouden stroom komen ongemerkt de grote en meestal drie- maar ook vijflobbige bladeren tevoorschijn, elk lob heeft een sterk middenrif. De scherpgepunte bladeren zijn aan de onderzijde blauwgroen en soms wijnrood gekleurd. De steeltjes zijn vaak karmozijnrood. Op hun levensavond sieren zij het park met geel en rood getint loof.
Jonge twijgen zijn glad en onbehaard.
De schors is eerst glad maar kan later toch ook afvallen en wordt daarom ook wel pseudo-plataan genoemd.
Het is een van onze mooiste bomen. De bergesdoorn heeft een brede en regelmatige kroon en geeft veel schaduw door het vele blad. Een wat stevige boom met een dikke kruin. De boom is indrukwekkend en zelfs een naakte boom is in de winter een fraai gezicht. Zijn takken strekken zich in forse lijnen rechtuit en vaak met een opmerkelijk evenwicht. De bergesdoorn mist de stoerheid van de eik of de majesteit van de beuk maar is als raadsheer indrukwekkend. De boom kijkt op 20-25m. hoogte op ons neer.
Deze boom houdt niet van zware en te droge gronden. Kan tegen zeewind, afzetten en snoei. Het wortelgestel is sterk vertakt en gaat zeer diep zodat bomen, die op een natte plaats staan, op oudere leeftijd in de top doodgaan. Kan ook goed tegen schaduw en wordt zo wel voor onder of tussenbeplanting gebruikt.
De soort wordt van zaad gekweekt, de var door oculeren op de soort en liefst bij de grond.
De bergesdoorn komt voor, zoals te verwachten valt, in bergachtig gebieden en wel die van de beukengordel van midden en zuid Europa en beklimt het Beierse woud tot 1500m, in Zwitserland tot 1850m, vormt in Zwitserland hele bossen waar dan ook reusachtig bomen worden aangetroffen.
Vormen.
Een opvallende bonte cv. is genoemd naar de koning van België, Acer pseudoplatanus ‘Leopoldii’ Verder kent de soort een opvallende reeks vormen als bol, recht opgaand, met diep ingesneden, gevlekt of gekleurd blad e.d.
‘Erythrocarpum’ heeft afwijkende vruchtvleugels die rood zijn.
‘Purpureum’ is donkergroen met eerst een purper/rode onderkant die later wat paars wordt en in het najaar oranje/rood, ‘Atropurpureum’, heeft een donkerder onderkant dan de vorige.
Bontbladige.
‘Leopoldii’ is deels gevlekt en wit gespikkeld, het jonge schot is roze getint. Vormt een koninklijke boom van 15m. met een brede en ovale kroon. Hiervan kom je veel oude en majesteitelijke exemplaren tegen in ons land. Deze Belgische boom werd in 1806 gewonnen.
‘Prins Handjery’, is een zwakke groeier met glanzende rode scheuten, bladeren lichtgroen geel gevlekt en gestippeld
‘Brilliantissimum’, is een briljante kleine boom/struik. Wordt meestal als half- of hoogstam gekweekt met een dicht tot bijna bolvormig kroontje. Het jonge uitlopende blad is baby roze en aanvankelijk gelig gespikkeld. In de zomer lijkt het nog lichtgeel bestoven en is de onderzijde groen grijzig. Hou hem uit de middagzon. Dit is een esdoorn voor de kleine tuin. In 1914 te Engeland gewonnen.
‘Worley’, (‘Lutescens’) is matig groeiend met een ongelijk vertakte kroon en goudgele bladeren die later verbleken tot groengeel. De bladsteel is rood. Een boom van 12m. die in 1881 in Engeland ontstond.
Groene vormen.
‘Negenia’, is een sterk groeiende boom met een piramidale kroon. Het blad is groot en donkergroen, vrijwel vlak met een rode bladsteel. De 20m. hoge boom is zeer windvast. ‘Negenia’, werd gevonden in een beplanting langs de straatweg van Meteren naar Waardenburg in 1948.
In 1948 kwam ook ‘Rotterdam’, Een boom met breed piramidale en zuilvormige kroon. Het donkergroene blad heeft een diep ingesneden bladvoet. Een mooie straatboom van 20m.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘Maar Valerius Cordus schrijft van een Malszholter (die andere Acer tenuifolia seu minor Cordi noemen) die hij voor de Opulus rumpotinus Columellae houdt. Crescentius noemt die ook Opulus.’
(a) Bergesdoorn, Duitse Bergahorn, groeit op de bergen.
(b) Naar de plataan, Duitse Falsche Platane, Engels false plane tree, mock plane: namaak plataan, Frans erable faux platane, in België plaan en pilaan, naar de plataan.
(c) Gebruik van het hout, violenhout en luitenboom, Duitse Lauterbaum. De naam komt van Arabisch alud dat oorspronkelijk iets van hout gemaakt betekende, Engels peweep tree: fluitenboom. Op Mayday werden van deze bomen fluiten gemaakt door op de bast te kloppen die dan gemakkelijk loslaat.
(d) De grootte, Engelse great maple en Frans grand erable.
(e) Uit zijn sap bereidt men een wijnachtige drank, vergelijk de Duitse naam Milchbaum.
(f) De vruchten, vlindertjesboom en in Belgi flikkerkesboom, klautereer, van het klimmen in de Sycamore? Zie;
Dodonaeus (g) ‘Lobel zegt dat ze veel in Schotland en Engeland groeien en noemt het luytenhout en zegt dat ze daar van de geleerde voor de Platanus aangezien worden, hoewel dat ze er genoeg van verschilt’.
Schotse lindeboom, de lindeachtige boom groeit in Schotland wild.
(h) Chaucer sprak over deze boom als een zeldzame exotische boom. Gerard in 1597 verhaalt dat de great maple a stranger is. Net als de echte plataan werd de boom in Engeland geplant om de edelen schaduw te verschaffen. In het Frans komt deze naam ook voor als erable sycomore en in Italiaans Acero fico: vijgenesdoorn en Acerco liscio.
Waarschijnlijk is de boom geïntroduceerd in Schotland in de 15de eeuw, in Engeland in 1565. De eerste vermelding van de naam sycomore is de speech door Boyet in Shakespeareՠs Loveճ Labour Lost, 1598: ‘Under the coole shade of a Siccamore
I thought to close mine eyes some halfe an houre’.
De sycomore’s komen ook elders bij Shakespeare voor als bomen wiens schaduw door droefgeestige verliefden gezocht worden. In Engeland komt zo de naam wilde vijgenboom voor, sycamore. Volgens de traditie klom Zacheus in de wilde vijgenboom (Ficus sycamorus) om de Heer te zien. Bij de mystieke spelen van de middeleeuwen ontbrak ten ene male die boom in Engeland waardoor de esdoorn als vervanger optrad. Vandaar dat de boom nu algemeen bekend is als sycamore. (Vergelijk de echte sycamore in Romeo and Juliet i, 1,128) De sycamore komt toch in Engeland voor als een van de planten die gegraveerd is op St. Frideswide’s schrijn, 1282 na. Chr. Maar mogelijk is de sculptuur afkomstig uit Europa. Op de schrijn wordt de groene man of may-lord vertegenwoordigd. Verder ook in andere 13de eeuwse kerken en kathedralen als de chapter-house te Southwell Minster met meidoorn, klimop, boterbloem en eik en een half dozijn of meer afbeeldingen van de groene man.
Naar het verhaal van Zacheus, Symbool van nieuwsgierigheid.
(i) De opmerkelijkste sycamore’s in Schotland worden dool trees genoemd, smartbomen. Die worden door de meest krachtigste baronnen in het westen van Schotland gebruikt om er hun vijanden en onhandelbare vazallen in op te hangen, daarom worden ze dool of grief tree genoemd. Een van deze is de zeer eerwaardige boom bij het kasteel Cassilis, een van de zetels van de markies van Ailsa, aan de oever van de rivier Doon. Het is niet zo opmerkelijk voor zijn omvang van stam als voor zijn wijduitstaande takken en weelderige bladen waaronder je wel 20 tot 30 man kan verbergen. De boom werd gebruikt door de Kennedy familie die de meest krachtige baronnen van west Schotland waren voor de zaken boven vermeld. Het laatste geval was meer dan 300 jaar geleden toen sir John Fau van Dunbar daar opgehangen werd, want hij probeerde, in de vermomming als zigeuner, de hertogin van Cassilis te ontvoeren die de dochter was van de Earl van Haddington, met wie hij verloofd was geweest toen hij naar het buitenland vertrok. Doordat hij een paar jaar in Spanje in de gevangenis zat dacht men dat hij dood was en trouwde de lady in zijn afwezigheid met John, Earl of Cassilis. Er wordt verteld dat de lady getuige was van het ophangen van haar vroegere verloofde vanuit haar slaapkamerraam.
Gebruik.
(Dodonaeus) ‘De bergsoort van Acer of Sphendamnos wordt in Turkije veel gebruikt om er hechten van messen mee te maken en daartoe nemen ze die van Kreta wiens hout meer gekronkeld, knoestiger of gewaterd is dan hetgeen dat elders groeit.
Het zoete, melkachtige sap kan een hoeveelheid suiker geven.
Hout geeft goed vuur, geeft veel warmte en brandt langzaam. Het wordt gebruikt door houtverwerkers om er kasten, muziekinstrumenten en houten schalen van te maken.
De bladeren zijn vaak klammig door de substantie die we honingdauw noemen. Planten die hier onder groeien zijn vaak bevochtigd met dit kleverige spul. Hierop komt dan een zwarte schimmel wat het geheel niet aantrekkelijker maakt’.
Ouderdom.
Na 50-60 jaar heeft de bergesdoorn zijn volle rijpheid bereikt en neemt, net als een raadsheer, alleen maar in omvang toe. Kan 2 eeuwen oud worden met 5 eeuwen als uiterste grens. Er was er een te Calder House, Edinburgh, die was in oktober 1799 5.25m in omvang, de stam was 36m hoog en zijn takken spreidden zich een 18m uit.
23. uit www.gimnazijaso.edu.rs
Acer heldreichii, Orph. (Th. Von Heldreich, Duitse botanicus, 1822-1902) Bladeren lijken op die van de gewone esdoorn maar zijn veel dieper gelobd, bijna tot aan de basis met een middenlob die aan de basis zeer smal is en alleen aan de top groot getand en spits wordt, 6-12cm lang en even breed, aan sterk groeiende twijgen groter, matglanzend donkergroen en van onderen blauw/groen en eerst fijn behaard later kaal met geel/bruine baarden in de oksels, 5lobbig en horizontaal geplaatst. Bladeren staan aan 12cm lange rode bladstelen.
Jonge twijgen zijn glanzend bruin/groen en aan de top rood/bruin.
Bloemen komen na het blad, groen/geel in eivormige en opstaande, pluimvormige trossen
Wat hangende vruchten met brede vleugels die sterk naar elkaar zijn toegebogen en elkaar ten dele bedekken.
Een kleine boom of hoog groeiende, brede struik.
Komt uit Z. O. Europa, de Balkan en wordt 10-15m hoog.
Turkse esdoorn, Greek of Balkan maple, Heldreichճ maple. Griechischer Ahorn.
24. uit dkimmages.com
Acer heldreichii var. trautvetteri, Medwed. (Ernst Rudolf von Trautvetter, Russisch Duitse botanist, 1809-1889) Bladeren zijn in de zomer mooi glanzend groen en verkleuren in het najaar mooi, lijken op de gewone esdoorn en zijn diep 5lobbig, de lobben ongelijk getand of weer zwak gelobd, top loopt spits toe.
Jonge twijgen zijn glanzend rood/bruin en later donkergrijs.
Knoppen zijn zeer groot en bijna zwart.
Bloeit in mei met opstaande en lang gesteelde, smalle pluimen, groen/geel.
Vruchten zijn tot 5cm lang met brede en parallel lopende of naar elkaar toegebogen vleugels
Een kleine boom met sterk afstaande takken die een dichte kroon vormen. Lijkt wat op A. pseudoplatanus maar heeft zeer donkere en gekleurde, grote en sterk afstaande bladknoppen
Komt uit de Kaukasus en Perzië en wordt 15m hoog. Is beschreven in 1892.
Red bud maple, Heldreichՠs maple, Greek en Balkan maple.
25. uit Curtis botanical magazine.
Acer velutinum Bois. (fluweelachtig behaard) (Acer insigne, Boiss. et Buhse) (in het oog vallend) Bladeren zijn 10-16cm lang en iets breder, frisgroen en van onderen langs de nerven blijvend behaard, grijs/groen tot wat blauw/groen, 5lobbig met de lobben tot op de helft van het blad ingesneden, groot ongelijk getand/gezaagd.
Bloeit na de komst van het blad in korte eivormige trossen.
Vruchten met grote en aan de top zeer brede vleugels die samen een stompe hoek vormen.
Komt uit hetzelfde gebied als de vorige twee maar groeit sterker en vormt een tamelijk grote boom van 15-18m met een brede en regelmatige kroon.
Perzische esdoorn, Velvet maple of Persian maple. Samt Ahorn.
Groep Indivisa.
Bladeren zijn enkelvoudig, ongelobd met gezaagde bladrand. Bloemen zonder kroonbladen, mannelijke en tweeslachtige, op 1 of verschillende planten, de 5-6 meeldraden zijn aan de buitenkant van de schijf geplaatst, stijl is kort en tweespletig.
27. Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de.
Acer carpinifolium, Sieb. et Zucc. (met blad als Carpinus) Bladsteel is 1-1.5cm. lang
Bladeren zijn donkergroen en aan de onderkant iets lichter en langs de nerven blijvend behaard, in het najaar rood verkleurend, eivormig met meestal een toegespitste top, dubbel gezaagd met meer dan 14 paar evenwijdig lopende en tot de bladrand doorlopende nerven.
Jonge twijgen zijn purper/rood en kaal.
Knoppen zijn klein met soms wat bijknoppen en vele schubben.
Bloeit in mei met kleine en groene bloemen zonder kroonblaadjes in weinig bloeiende hangende trossen.
Vruchten zijn onbehaard, de vruchtvleugels staan in een stompe hoek, de toppen breder en iets naar elkaar toegebogen.
Vermeerderen door zaad of afleggen.
Een gebergteboom uit Japan die opgaand groeit en een brede piramidale kroon vormt van 10-15m hoog. Oppervlakkig lijkt deze boom meer op Carpinus dan op een esdoorn maar de tegenoverstaande en veel schubbige knoppen, bloemen en vruchten laten zien dat het een echte esdoorn is.
Haagbeukbladerige esdoorn, hornbeam maple, Hainbuchenblttriger Ahorn.
Groep Macrantha.
De takken, en bij jonge bomen ook de stam, zijn van was strepen voorzien. Knoppen zijn kaal en 2schubbig. Bladeren zijn ongelobd of zwak 3-5lobbig, bladrand enkel of dubbel gezaagd. Bloemen zijn mannelijk en tweeslachtig, op 1 of verschillende planten, meeldraden zijn aan de buitenkant van de schijf geplaatst en korter dan de kroonbladen. Bloemen staan in trossen.
28. uit www.floraplanta.nl
Acer davidii, Franch. (Armand Pere David, 1826-1900, Franse missionaris en plantenverzamelaar in China)Bladsteel is 2-5cm lang.
Bladeren zijn 8-16cm lang, donkergroen en van onderen langs de nerven behaard, eivormig en ongelobd, top is spits, gezaagd/getand.
Bloemen zijn lichtgeel en staan in hangende trossen.
Vruchten met horizontaal afstaande vleugels zijn tot 3cm lang.
Lijkt op Acer pennsylvanicum omdat de groene takken in de lengte wit gestreept zijn. De takken zijn niet gestreept en grijs/bruin.
Komt uit Midden-China en wordt 10-15m hoog.
Chinese of Davids esdoorn, Pere David’s maple. Davids Ahorn.
Uit; Curtis botanical magazine.
Acer capillipes, Maxim (haarfijne, de bladstelen) Bladstelen zijn 3-5cm lang en bruin/rood.
Bladeren zijn 8-12cm lang en 3-5cm breed, donkergroen en van onderen lichtgroen, in het voorjaar bruin/rood en in de herfst donkerrood, eivormig en 3 ook wel 5lobbig, lobben ondiep en scherp dubbel gezaagd, de middenlob hoekig, top is spits.
Jonge twijgen zijn vooral aan de top purperrood, niet of zeer zwak berijpt.
Bloeit gelijk met de komst van het blad in hangende en kort gesteelde, veelbloemige trossen.
Vruchten zijn talrijk met in een stompe hoek afstaande vleugels die soms wat roodgekleurd zijn
Een kleine boom of hoge struik met bladeren die wat lijkt op Acer pennsylvanicum.
Komt uit Japan en wordt 10-12m hoog, ontdekt door Maximovicz en in 1892 naar Europa gebracht.
Rode slangen esdoorn, streepjesbast esdoorn of slangenhuidesdoorn naar de rode steel en vruchtjes en gestreepte bast, Roter Schlangenhaut-Ahorn. Engels snakebark maple, Japanese stripped-bark maple, Kyushu maple, Frans arce rayado.
Acer rufinerve, Sieb. et Zucc. (roodbruin generfd) Bladeren zijn 6-13cm lang en 6-12cm breed, donkergroen en van onder grijs/groen, in het voorjaar rood uitlopend en later donkergroen met witte rand en soms wit gevlekt, in het najaar met een mooie herfstkleur, geel met scharlakenrood, langs de nerven en in de bladoksels behaard, 3 lobbig, soms aan de bladvoet zwak gelobd, lobben zijn aan de top ondiep ingesneden en kort toegespitst, dubbel gezaagd.
Jonge twijgen zijn bruin/groen en kaal, aan de top blauw berijpt en niet duidelijk gestreept, later rood/bruin.
Knoppen zijn kort gesteeld en spits/eivormig.
Bloeit in mei met licht gele bloemen in smalle en opstaande, pluimvormige trossen.
Vruchten zijn bijna rond met de vleugel tot 2cm lang die een stompe hoek vormen en bijna horizontaal afstaan.
Komt uit Japan en wordt 10-15m hoog. Is beschreven in 1869.
Grijze slangenbastesdoorn, slangenhuid esdoorn, snakebark maple, redvein of Honshu maple, Schlangenhaut-Ahorn, erable jaspe de gris.
Uit J. Saint-Hilaire.
Acer pensylvanicum, L. (uit Pennsylvania) Bladsteel is tot 7cm lang.
De grote en donkergroene bladeren zijn 3lobbig en tot 17cm lang, aan de onderzijde met baarden in de oksels van de nerven, eirond tot breed eirond, lobben zijn boven het midden ingesneden en sterk toegespitst, fijn dubbel gezaagd, geel in de herfst en zeer variabel in grootte en vorm maar altijd hartvormig met afgeronde insnijdingen.
Kale, groene twijgen zijn zeer duidelijk van witte was strepen voorzien. Meerjarige takken zijn bruin/groen met knoppen van dezelfde kleur.
Bloeit in juni met geel/groene en tamelijk grote bloemen in 8-15cm grote, hangende trossen
Vruchten met vleugels zijn tot 2cm lang, vleugels die een stompe hoek vormen en wat naar elkaar zijn toegebogen.
De gestreepte esdoorn is een kleine boom van 6-12m, die opvalt door zijn gestreepte schors.
Het is een kleine boom met een open en onregelmatige kroon. Als struikvorm vallen de sierlijke witte strepen op de stam en takken in de winter op. Als boom is de gestreepte zeer opvallend.
De boom houdt niet zo van kalk en liefst een vochtige en beschaduwde plaats.
Vermeerderen door afleggen.
Groeit in de bergen van Canada en zuidelijker, in 1755 bereikte de boom Engeland.
Uit www.BioLib.de.
Naam, etymologie.
Slangenbastesdoorn, Engelse moose wood, striped dogwood, zie Cornus, of striped maple. Streifen Ahorn. In Amerika wordt die ook wel snake bark maple genoemd, een esdoorn met de bast als de huid van een slang. Die strepen ontstaan door diktegroei waardoor de bast barst en de boom produceert hierop een zalf van een witte kleur. Die was-strepen steken goed af tegen de groene bast.
Een extract van zijn sap zou gebruikt zijn tegen huidziektes.
Groep Rubra.
Bladeren zijn 3-5lobbig, gezaagd of groot getand, de onderkant is blauw of grijsachtig groen. Bloemen zijn mannelijk en tweeslachtig aan verschillende planten en komen lang voor de bladontwikkeling, 5-8 meeldraden, schijf is onvolkomen of ontbrekend.
36. Uit the North American sylva.
Acer saccharinum, L. (suikervloeiend) (Acer dasycarpum en zo genoemd door Ehrhardt bij zijn introductie in 1789)(dikke zaden) Bladeren zijn 8-12cm lang en soms even breed of smaller. De bladeren zijn fijntjes en scherp gehoekt in 5 hoeken. De lichtgroene bovenkant heeft een zilverachtig blauwe tegenpool. In de herfst zijn er spectaculaire tinten van geel goud.
Twijgen zijn glad en glanzend, eerst geel/groen en later meer bruin/rood.
Knoppen zijn tegen de twijg aangedrukt, de eindknop is niet groter dan de zijknoppen
Vroeg in maart verlevendigen de kastanjebruine bloemen de boom, ze steken mooi af tegen de zilvergrijze schors.
Deze tweehuizige boom geeft meestal weinig vruchten. Vruchten zijn eerst dichtviltig behaard en later kaal met in een scherpe hoek afstaande en wat cirkelvormige, naar elkaar toe buigende vleugels.
De zilver- of witte esdoorn stelt weinig eisen aan de grond en wordt nogal eens voor wegbeplanting gebruikt.
Vermeerderen door zaad maar meestal van afleggers.
Het is een snelle jongen die een hoge boom wordt van 25-40m. Heeft ook geen tijd zich goed te verzorgen en ziet er wat slordig uit. De twijgen hangen wat zorgelijk over. Goed snoeien voorkomt takbreuk.
De zilveresdoorn, silver maple is inheems is in N. Amerikaans loofhoutgebied dat onder Quebec tot Oostelijk Canada, zuid Dakota en Zuidelijk Arkansas en Florida reikt.
Laciniatum uit L. J. C. Krausse.
37.
Vormen.
In Nederland wordt de cv. ‘Pyramidale’ gebruikt. Dit is een smal opgaande vorm met zware takken. De bladeren zijn kleiner, maar dieper ingesneden dan de soort. De ‘Pyramidale’ wordt tot 15m hoog. Deze vorm werd in 1885 in Duitsland gewonnen. ’Fastigiata’, lijkt er wel op.
‘Wieri’ heeft diep ingesneden en groot groen blad dat in de herfst naar geel overgaat. Dit is eveneens een snelle groeier die een 5m hoger reikt dan de vorige en vormt daar een losse kroon met sterk overhangende takken. ‘Wieri’, is een sierlijke parkboom die enorme afmetingen kan bereiken. Een mooie schaduwboom, maar de brosheid van zijn takken is een nadeel evenals zijn korte leven.
‘Lutescens’ heeft grote bladeren die in het voorjaar goudgeel zijn.
‘Pulverulentum’ heeft rode twijgen en in het voorjaar wit gespikkelde bladeren.
Acer x freemanni komt van Acer rubrum x Acer saccharinum die gewonnen werd door Olivier Freemann in 1933.
Naam.
De zilver- of witte esdoorn, Engelse silver, soft of white maple, Franse erable argente en Duitse Weisserahorn of Silberahorn, naar de zilverachtige onderkant van de bladeren en lichte bast.
Acer rubrum, L. (rood) Bladsteel is 4-10cm lang, dun en rood.
Blad is 6-10cm lang en 3.5-9cm breed, matglanzend donkergroen, van onderen blauw/groen en langs de nerven behaard, 3-5 lobbig. De 3 midden lobben zijn tot op een derde van het blad ingesneden en bij de bladvoet zwak gelobd, lobben lang toegespitst en groot en ongelijk getand en staan aan korte zijtwijgen, vaak 3lobbig en minder diep gelobd blad dan de zilveresdoorn.
Heeft rode bloemen die al verschijnen lang voor het blad uitkomt.
Vruchten hangen met een vleugel, zijn tot 2cm groot en eerst rood gekleurd.
Dit is een zeer waardevolle boom voor straat en park en aantrekkelijk in elk seizoen door zijn mooie vorm, zijn vroege en opvallende bloemen, helderrode vruchten en laat in de herfst het prachtige blad dat verandert naar helderrood of oranje. Ook de vleugels zijn wat rood. Nadeel is ook hier weer de brosse takken en verrotting die optreedt in wonden.
Een snelle rooie die 30m haalt en bij ons een 15m, met een gewelfde en brede kroon. Bij oude bomen is de stam kort en stevig, de schors grijs en schilferig.
Kan op droge en vochthoudende gronden groeien, niet bij strooizout.
De rode esdoorn komt voor van zuidelijk Newfoundland tot Minnesota, aan de Mississippi en langs de oevers van grote rivieren, maar ook in Quebec als in Texas en Florida. Is beschreven in 1656.
“Redpointe’ met een mooie rode herfstkleur van blad.
Naam, etymologie.
Rode esdoorn, de Engelse scarlet-, red of swamp maple, de Franse erable rouge en erable femme: vrouwelijke esdoorn, Duitse Rotahorn of Rotblutiger Ahorn en Italiaans acero rosso. De bloemen, vruchten, twijgen maar ook de herfsttinten zijn in rood uitgevoerd. Zilverachtig is echter de onderzijde van het blad en de schors.
Groep saccharina.
Bladeren zijn handvormig gelobd, 3-5lobbig en de lobben groot getand, verder gaaf. Bloemen zijn mannelijk en tweeslachtig, soms op elke plant afzonderlijk en staan aan tuilvormige, hangende trossen, geen kroonbladen, meeldraden zijn aan de binnenrand van de schijf geplaatst.
38. Uit the North American sylva.
Acer saccharum, Marsh. (suikerachtig) wordt botanisch vaak verward met Acer saccharinum. Deze laatste is de witte of zilveresdoorn naar de zilverwitte onderkant van de bladeren. Linnaeus veronderstelde dat Acer saccharinum L. de sugar maple was en noemde het gewas zo. Hij kende deze boom niet.
Jonge twijgen zijn bruin gekleurd.
De bladeren zijn iets kleiner en niet zo doorzichtig en aan de onderkant grijs behaard en zonder melksap, 8-14cm lang en meestal iets breder, meestal 5 en zelden 3lobbig. De boom kleurt heldergeel en rood in de herfst.
Knoppen veel schubbig en spits eivormig, bruin.
Bloemen komen voor het blad, zijn groen/geel en staan in hangende, tuilvormige trossen
Vruchten zijn kaal en bijna rond met brede vleugels die gewoonlijk een stompe hoek vormen.
Jonge exemplaren groeien eerst zeer langzaam en na het zesde of zevende jaar wordt de groei sterker en groeien dan snel op tot ongeveer een 30-35m. hoog wordt, hier tot een 20m, met een korte en stevige stam met een grijze bast die bij oude bomen geschubd is. Een mooie straat- en schaduwboom van opgaande en dichte groei. In groeiwijze en bladvorm lijkt die wel op A. platanoides.
De suikeresdoorn is een bosboom uit N. Amerika, waar die groeit aan de mond van de St. Lawrence rivier tot zuidelijk Manitoba, zuidelijker tot Texas en Louisiana en in Canada. Is in cultuur in Europa sinds 1735.
Var. hiervan zijn in Amerika: bird’s eye maple en curly maple waarin de groei van het cambium onregelmatig is.
Naam, etymologie.
Suikeresdoorn, Duitse Zucker Ahorn, Engelse sugar maple en rock maple, Franse erable a sucre en Italiaanse acero zuccherino.
Nationale boom van Canada.
De maple tree is de nationale boom van Canada, het blad van deze boom zou dan ook in hun vlag voorkomen, meer echter lijkt het blad op dat van Aacer rubrum waar de suikeresdoorn mee samengroeit in de bossen. Het blad van de suikeresdoorn lijkt wel wat op dat van de Noorse esdoorn maar is wat fijner met waterig sap.
Suikerboom.
Verschillende legende van bomen en planten verwijzen naar Manabozho, Hiawatha of Hoyawentha. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat hij de berk slaat en zo vaak dat de berk andere bomen slaat wat ringen op zijn stam achter laat. Hij gaf de rozen dorens vanwege zijn liefde voor de bloem zodat dieren die niet zouden eten, hij stal de eerste tabak van een reus en de rook die hij uitblaast in de herfst maakt de Indian summer, de prachtige herfstkleuren van de Amerikaanse bomen. Het bloed van zijn wonden kleurde de rode wilg, die nooit zijn kleur verliest, de blaren op zijn verbrande rug zijn de lichens op de rotsen geworden.
Als de kroon op zijn werk creëerde hij de suikeresdoorn, hoewel daar door de oosterse stammen over gediscuteerd wordt die verzekeren dat de suiker door een squaw ontdekt was. Die kookte elandvlees in het vroege voorjaar en omdat ze op enige afstand van water was vulde ze haar ketel met het sap van de boom. Ondertussen ging ze weg om wat met de buren te praten en op haar terugweg kreeg ze de schrik dat de vloeistof uitgekookt was. Het vlees was verdroogd zodat dit tot een onaangename materie geworden was die lelijk was om te zien maar met een aangename geur. Bang voor haar man, wiens voetstappen ze in het bos hoorde, vloog ze weg. Groot was haar verbazing toen ze naar het kamp terug kroop om te ontdekken dat hij prinsheerlijk bij het vuur zat en zijn vingers aflikte, die met een bruine substantie bedekt was, en het bruine en vieze vlees niet eens zag. Ze kwam naderbij en hij vergaf haar afwezigheid, sloeg zijn hand om haar hals en bedankte haar met vele woorden want ze had iets ontdekt dat veel waardevoller was dan elandvlees, ze moest voor altijd zijn bruid blijven.
De indianen leerden de eerste Franse settlers hoe ze suiker moesten winnen en daar siroop van maken. Het is nu een deel van het Amerikaanse geboorterecht om de smaak van de het koude sap te proeven dat van de boom druipt.
De boom wordt suikeresdoorn genoemd omdat er in Canada suiker van gewonnen wordt. Het sap wordt daartoe afgetapt en op een vuurtje ingedikt tot het een soort stroop wordt waaruit suiker wordt gewonnen. Een flinke boom kan 1‑1,5 kg suiker opleveren en kan daarmee een 40 jaar doorgaan zonder er last van te hebben. In 1870 werd er zo 20.000.000. kg. suiker gewonnen. Ook van andere esdoornsoorten kan in het voor- en najaar zo suiker gewonnen worden door de bast te verwonden waarna de suikerhoudende vloeistof eruit stroomt. Er is ook een soort wijn van te maken door hier wat suiker bij te voegen en dit een paar maanden op een koele donkere plaats weg te zetten.
Hout.
Ook is het een van de beste houtsoorten voor kampvuur. Sommige kampeerders hebben liever dit hout voor hun peddels dan dat van de den. Het hout is hard en mooi en geeft een goede polis.
Groep Trifoliata.
Bladeren zijn driedelig, blaadjes gesteeld. Bloemen zijn mannelijk en tweeslachtig aan verschillende planten en komen na of tijdens de bladontwikkeling in eindstandige tuilen.
44. www.BioLib.de.
Acer maximowiczianum, Miq. (Carl Ivanovitsj Maximowicz, Russische botanicus, 1827-1891) (Acer nikoense; uit Nikko, nationale park bij de stad Nikko) Bladeren staan aan 5cm lange behaarde bladstelen
Blaadjes zijn elliptisch en middenblaadje is kort gesteeld, 6-10cm lang en 3-4cm breed, eerst aan beide zijden viltig behaard en later aan de bovenkant langs de nerven blijvend behaard, frisgroen en van onderen blijvend behaard en grijs/groen met verdiept adernet, mooie brons tot scharlakenrode herfstkleur.
Knoppen zijn eivormig met veel schubben en geel/grijs behaard.
Bloeit in mei met weinig bloemen bijeen in hangende trossen, bloem is tamelijk groot en lichtgeel,
kelkbladeren zijn groter dan de bloembladeren, vruchtbeginsel is behaard.
Vrucht is behaard met parallel lopende vleugels. Kwam in 1881 bij de kwekerijen van Veitch in Engeland aan.
Vermeerderen door afleggen of van zaad, of oculeren op Acer negundo wat lastig gaat.
Heeft ook 3tallige blaadjes maar wijkt af van de volgende doordat de blaadjes zeer kort gesteeld en meestal gaafrandig zijn.
Vormt ook bij ons een kleine boom met een brede en losse kroon met groene, viltig behaarde twijgen en grijs/groene later grijs/bruine en wat gestreepte takken.
Komt uit Japan en China en wordt 15m hoog.
Nikko esdoorn, Nikko maple. Nikko Ahorn.
46. uit stonewallnursery.com
Acer mandshuricum, Maxim (uit Mantsjoerije) en Korea wordt 6-10m hoog.
Bladeren zijn driedelig, blaadjes 5-10cm lang, van onder blauwgroen en langs de middennerf behaard, eivormig, het middelste blaadje is langer gesteeld dan de andere die vrijwel ongesteeld zijn, gezaagd.
Bloeit vlak na het uitkomen van het blad met groen/gele bloemen aan korte tuilen.
Vruchten met vleugels zijn 3cm lang, de smalle vleugels staan in een rechte hoek.
Vermeerderen door afleggen.
Komt hier maar zelden maar voor, waarschijnlijk zijn jonge planten gevoelig voor vorst
Een mooie hoge struik of kleine boom met een smalle en losse kroon waarvan de pas geopende bladeren bruin/rood gekleurd zijn en in de zomer de donkergroene bladeren zeer mooi afsteken tegen de rode bladstelen.
Manchurian maple. Mandschurischer Ahorn.
Groep Negundo.
Bladeren zijn geveerd of driedelig. Bloemen zijn tweehuizig en komen voor de bladeren, geen kroonbladeren en 4-6 meeldraden.
48. uit hu.wikipedia.org
Acer cissifolium, K. Koch (met blad als Cissus) Rode bladsteel van 5-10cm lang die eerst behaard is
Bladeren zijn driedelig, blaadjes 5-8cm lang en eerst aan beide kanten zacht behaard, later kaal, frisgroen en van onder lichter groen en in de oksels van de nerven behaard, omgekeerd eivormig met plotseling toegespitste top, bladrand is boven het midden groot ongelijk gezaagd, verder gaaf of bijna gaafrandig.
Bloeit in mei met licht gele bloemen in eindstandige, pluimvormige trossen.
Vruchten met korte en brede vleugels die sikkelvormig zijn gebogen en in een scherpe hoek staan.
Kweekt gemakkelijk van afleggers.
Een hoog opgroeiende struik of kleine boom met grijs/bruine takken en bruin/groene, aan de top behaarde twijgen.
Komt uit Japan en wordt 6-10m hoog.
Geveerdbladige esdoorn, vine leaved maple. Cissusblttriger Ahorn.
49. Uit the North American sylva.
Acer negundo, L. (de laatste naam is afkomstig van het Bengaalse nirgundi, wat gebruikt werd voor een boom met dezelfde bladeren als deze) (Vermoedelijk Vitex negundo L)
De vederesdoorn heeft op es gelijkende en meestal 5tallige of zelden drie blaadjes van 5-10cm lang, frisgroen en van onderen lichtgroen, ei/lancetvormig met toegespitste top, groot en onregelmatig gezaagd.
Jonge twijgen variëren van glanzend groen tot grijs berijpt.
Apart is dat deze plant tweehuizig is. Als er geen mannetjes in de buurt zijn ontbreken de vruchten in de kenmerkende sikkelvormige vleugels. Bloeit lang voor de komst van het blad met groen/gele bloemen uit zijdelingse knoppen, de mannelijke bloemen zijn langer gesteeld, bloemtrossen hangen
Vruchten met doorschijnende vleugels die wat sikkelvormig zijn gebogen en in een scherpe hoek staan.
Een snelgroeiende maar kortlevende heester/boom die tot 15m. reikt met een zeer brede kroon. De stam is zelden recht en heeft meestal een vrij dikke schors die in de lengte en breedte is gespleten en bezet met veel uitlopers. Meestal wordt de negundo gebruikt als heester. Groeit het best op vochtige en niet kalkrijke gronden, kan tegen grote temperatuurextremen. Kan niet tegen volle wind, dan kunnen er takken uitwaaien.
Vermeerderen door zaaien.
Oorspronkelijk groeit de vederesdoorn in centraal en noordoost Amerikaans loofhoutgebied, wordt 15-20m hoog. Is beschreven in 1688. Aan de Red River gebruikte men zijn sap om er suiker uit te winnen.
Uit L. Van Houtte.
‘Aureovariegatum’ heeft goudgeel gevlekte bladeren en komt tot 10m. Is gewonnen in 1859 te België.
Uit J. Rothschild.
=’Variegatum’, is de meest bekende bonte vorm, heeft wit gerand en gevlekte bladeren. Wordt ongeveer 7m hoog en werd geregistreerd in Frankrijk in 1850. De bonte lopen wel terug naar groen, die eruit halen.
‘Violaceum’, heeft donkergroene bladeren en iets steviger dan de soort die soms gaafrandig zijn
Var. californicum heeft de twijgen viltig en soms paarsachtig, meestal met 3 zacht behaarde blaadjes.
Naam, etymologie.
Vederesdoorn of Californische esdoorn, Engelse curled leaved maple, ash-leaved maple, box elder en Manitoba maple, Franse erable negundo, Duitse Eschenahorn en Eschenblattriger Ahorn, met esachtig, veder-, veervormig blad.
Planten.
Snoei de meeste esdoorns in het najaar tot 1 januari, of na het uitlopen, anders bloeden ze te veel.
Door de dunne schors kan, vooral in jeugdtoestand, zonnebrand optreden. Bladverbranding ontstaat vaak in zomerse dagen, vooral bij de bontbladige var.
Ze houden meestal van zure tot neutrale gronden.
De vederesdoorn is via winterstek te vermeerderen. Knip eind februari stengels van snoeischaarlengte, +20cm, onder en boven een knoop. Dan verwond je het onderste oog, niet erger dan dat je het met je duimnagel zou doen, haal dit door 1% ibz groeistofpoeder en stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.
Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegengehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.
Japanse esdoorns zijn via zomerstek te vermeerderen, de soort van zaad. Wel moeten er gezonde en goed groeiende planten gebruikt worden. Hiervan moet zo vroeg mogelijk stek genomen worden, jong stek dat zijn eerste groei heeft gehad, dus als de eerste groeitop stopt met groeien. Dat is ongeveer halfweg juni. Planten die beschut staan, of in een kasje zijn hiervoor nog beter omdat de jonge stek weer aan de groei moet zijn voor het winter wordt. Neem een topstek met drie bladparen, verwijder het onderste bladpaar, dan verwond je het ooggedeelte licht en steek dit in 1% ibz groeistofpoeder, afkloppen van het stekje. Planten in 2 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na enkele weken/maand is het stek geworteld. In de winter vorstvrij bewaren. Laat het stek een jaar staan.
Gemakkelijker is afleggen. Buig in de zomer de buitenste stengels naar beneden en leg die in een kuiltje, haal daar het blad er af, zet ze vast aan een piket. Zorg ervoor dat de toppen zo recht mogelijk omhoog staan. Na 2 jaar zijn ze geworteld, afsteken en verplanten.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl