Agaat
Over Agaat
Onyx, vorm, edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
Uit; http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/2c/Agate.JPG
Gepolijste door
Naam, etymologie.
Agaat, midden-Nederlands achaet, acaet en achates, Duits Achat, midden-Hoogduits achates, uit Frans agate van de 13de eeuw, dit uit Latijn achates, (gemma) wat weer uit Grieks achates (akhates), de steen zou zo genoemd zijn naar de rivier Achates in Sicilië, (heet nu Dirillo) waar het volgens Plinius het eerst gevonden zou zijn. Het kan ook een vorm zijn van gagates: git of gagaat, die volgens Plinius en Dioscorides bij Gagas (Gagay) in Lycië werd gevonden.
Vormen.
Veel overeenkomst met de vuursteen heeft de agaat die in bolvormige stukken, agaatamandelen, voorkomt die in rondachtige holten van vulkanische gesteenten voorkomt. Behoort tot de chalcedoongroep net zoals Jaspis, vuursteen en hoornkiezel. Hardheid, 6.5-7.
Opvallend is vaak de groenkleurige buitenkant rond de binnenste holte. Het bestaat uit lagen van verschillend, meestal levendig gekleurd kiezelzuur die langzamerhand de holte opvulde. Daardoor ontstaan agaatamandelen als het geheel door agaatvormige lagen opgebouwd is en kristalamandelen als er zich in het midden kristallen bevinden. Terwijl men ze op sommige plekken in groten getale en van behoorlijk gewicht aantreft kom je verderop holtes tegen die enkel met koolzuur calcium gevuld of leeg zijn. Rode, groene, blauwe en witte lagen wisselen met elkander af en zijn op verschillende wijzen gerangschikt. Daardoor vertonen de geslepen stukken een grote verscheidenheid aan tekeningen. (band-, vesting-, ruïneagaat etc.) Door de grote verscheidenheid aan kleur en inwendige bouw bij de agaat zijn er een menigte namen ontstaan die gedeeltelijk ontleend zijn aan de voornaamste bestanddelen, celadoniet-, carneool -, of jaspisagaat. Is de agaat gevorm in en vulkanische gesteente in scheuren of spleten heet het aderagaat of nerfagaat. Ook worden ze wel behandeld in een kleurenbad om ze een betere en fellere uitstraling te geven.
De blue lace agaat is een doorzichtige tot doorschijnende vorm met bleekblauwe of donkerblauwe lijnen.
Uit www.carosala.com
De bandagaat heet verschillende gekleurde bandvormige rechte of kromme strepen die parallel lopen.
Uit plato.mercuryhurst.edu
Onyx: gestreepte edelsteen, een bandagaat met nauwkeurig begrensde fraaie, vooral bruine, zwarte en witte kleuren, meestal in lagen.
Onyx is ondoorzichtig, hieruit werden vroeger kostbare cameeën en zegelstenen gesneden.
De echte onyx, de Arabische onyx, heeft alleen witte en zwarte strepen. Met banden is het de Duitse Achat en de Onyx of Kameeënstein.
Draagt het alleen witte en grijze strepen, dan noemt men het chalcedonyx.
Zijn de donkere strepen rood, oranje, dan heet het sardonyx.
Witte en rode strepen dan is het karneolonyx.
Uit www.zazzle.nl
Brokkenagaat of gruisagaat, Trummeragaat, waarin scherpkantige brokken van bandagaat door middel van een amethistmassa zijn samengevoegd. Ze zijn door geologische gebeurtenissen in stukken gebroken en opnieuw aan elkaar gekit, op de slijpvlakken zijn het kantige stukken die geheel onregelmatig tegen elkaar aanliggen.
Uit flickrhivemind.net
Vestingagaat is een soort die uit afzonderlijke lagen van chalcedoon, hoornsteen en jaspis bestaat die met gebroken lijnen een kern van amethist of chalcedoon omgeven.
Menbraam trummeragaat is een agaatvorming waarbij verschillende stukken die in vorm overeenkomen met de vestingagaat in kleine en opnieuw gevormde delen weer als een half doorzichtige massa aan elkaar gevoegd zijn.
Dendriet agaat, boomsteen, boomagaat Mocha, Mokka of Mekkastenen, Duitse Mocha- of Mokkastein, naar de Arabische haven waar men ze eens uitvoerde. Een wat doorschijnende chalcedoon waarin je zwarte of bruine boomvormige figuren ziet van mangaanhydroxide die op mossen en wieren lijken. Vroeger meende men dat in deze steen werkelijk takjes of plantjes aanwezig waren die door het aanwezige water nog steeds zouden groeien. Tot deze groep hoort ook de muggensteen naar de kleine bruine of rode vlekjes in een doorschijnende grijze of witte chalcedoon die op muggen lijken. Mosagaat komt veel met de eerste overeen, maar is niet boomvormig en de insluitsels lijken meer op mos. Puntagaat, die ook wel Stephanussteen heet, is een witte tot grijze, doorschijnende chalcedoon waarin kleine rode puntjes of vlekjes van ijzeroxide aanwezig zijn. Net als bij de mosagaat kunnen die in zulke grote getale aanwezig zijn dat die en zacht rode kleur krijgt.
Uit kristalplus.nl.shopfactory.com
Wolkagaat, koraalagaat en stippelagaat zijn zo genoemd naar hun uitwendig voorkomen. Hierin zijn in een doorschijnende, licht gekleurde tot ongekleurde chalcedoon donkere wolkenachtige gedeelten gelegen.
Uit www.zahia.be
Zeer mooi is de regenboogagaat omdat die in de zonneschijn irisciderende kleuren vertoont.
Ringenagaat als de lagen als ringen om een middelpunt liggen. Bezit die een kern van een veel donkerder kleur heet het ogenagaat.
Uit sieraden.tweedehands.net
Landschap agaat heet het wanneer de agaatlagen een landschapachtige tekening geven met horizon, bergen en dalen.
Uit nl.dreamstime.com
Ruïne agaat waarbij de lagenvorming aan ruinen van gebouwen doet denken.
Uit verzamelen.marktplaza.nl
Ster agaat bezit stervormige, donkere figuren op een lichtere achtergrond.
Uit www.geoloog.net
Hout agaat heeft een nerfachtige tekening als hout, hieronder behoort ook vaak versteend hout.
Mossel agaat en koraal agaat bezit een tekening van mossels en koralen.
Pijp of stalactietachtige agaat geeft de indruk van doorsneden pijpen of stalactieten die zich in het gesteente zouden bevinden.
Bewerken.
Agaten worden tot allerlei versierselen en gereedschappen verwerkt. Dit werd bijna uitsluitend in Oberstein a/d Nahe gedaan. Daar was vroeger de voornaamste vindplaats. Een vermelding is van 1454. Het werd gebruikt voor mesheften, suikerschepjes en dergelijke. De kunst om de natuurlijke kleuren op te luisteren of nieuwe kleuren aan de stenen te geven was al in de oudheid bekend en schijnt in Italië door overlevering bewaard te zijn. Steensnijders uit Rome bezochten vroeger wel de omstreken van Oberstein en Idar en kochten alle stenen op die op onyx leken. Het schijnt dat een agaatverkoper in Idar het geheim afgeluisterd heeft en voor zichzelf heeft gehouden. De handelwijze berust op de verschillende poreusheid van de verschillende lagen, zodat ze een verschillende geschiktheid hebben om kleurende stoffen in zich op te nemen.
Als je een stukje ruwe agaat met de mond bevochtigt en de kanten van de lagen streepsgewijze met ongelijke snelheid opdrogen dan is de hele steen, waarvan het stukje afkomstig is, geschikt voor het maken van cameeën. De zorgvuldig gewassen en gedroogde stenen legt men een 2 a 3 weken in een pot met een oplossing van honing en water die matig warm blijft. Daarna worden ze weer gewassen en in een gesloten pot met zwavelzuur bewaard. In de poreuze met honing doordrongen lagen ontstaan dan door de ontledende invloed van het zwavelzuur een neerslag van koolstof die een donkerbruine en zwarte kleur laat ontstaan en die de witte kleur van de ondoordringbare lagen nog sterker laat uitkomen. Daarna worden de stenen gewassen, gedroogd en geslepen en voor een betere glans een dag in de olie gelegd en gepoetst.
Een mooie citroengele kleur krijg je als je de ruwe stenen enige weken laat doortrekken met zoutzuur.
Zo zijn er ook blauwe en witte kleuren te verkrijgen. Soms worden ze gebrand om hun kleur te versterken, soms wordt er doorzichtig email aan toegevoegd.
Tegenwoordig komen de meeste agaten uit Brazilië en Uruguay.
Historie.
Plinius vermeldt dat ze eerst in Sicilië in de buurt van de rivier Achates waar het gevonden werd en later op vele plaatsen in talrijke verscheidenheden. Hij noemt het jaspisagaat, was-agaat, smaragdagaat, bloedagaat, witte agaat en boomagaat. De hoge waarde van veelkleurige verscheidenheden van kwarts stonden bij de ouden in nauw verband met hun geschiktheid om de vervaardigers van cameeën (in reliëf gesneden stenen) te dienen. Dikwijls vormden de verschillende lagen de achtergrond, het hoofd en haarlokken de figuur. Men schepte in die tijd veel behagen in de zogenaamde spelingen van de natuur, de kleurverscheidenheid van agaat gaf hier voldoende aanleiding toe. Hij maakt gewag van een beroemde steen die het eigendom was van Myrrhus die de negen muzen voorstelde en Apollo met de citer. In de bijgelovige middeleeuwen zag men in zulke stenen vaak heiligenbeelden, pauselijke kronen en dergelijke. Daar kende men dan, evenals aan alle edelgesteenten, geneeskrachtige eigenschappen aan toe met een buitengewoon werking.
Shakespeare.
‘If low, an agate very vilely cut’, Much Ado About Nothing 3, 1,65;
‘I was never manned with an agate till now; but I will inset you neither in gold nor silver, but in vile apparel, and send you back again to your master for a jewel’;2 Kon. Henry IV, 1,2, 18-23.
‘Agate ring’, 1 Kon Henry IV 2, 4, 78;
‘In shape no bigger than an agate stone
On the forefinger of an alderman’, Romeo and Julia 1, 4, 55-6.
Boyet beschrijft de verliefde koning op ’t eind van het tweede bedrijf:
’Zijn doen en gebaren, ’t was al naar zijn ogen’.
Als burg, waar ’t verlangend door uitkeek, getogen’.
Zijn hart, als een agaatsteen, besneeen met uw beeld’.
Heeft, trots, hierop, trots in het oog hem geteeld’.
Love’s Labour Lost, 2,1,236: ‘ als een agaatsteen’.
Agaatstenen worden in siervoorwerpen gebruikt, ringen, cameeën en dergelijke, ook voor de vervaardiging van het kostbare Florentijnse mozaïek. In zijn tijd waren er zegelstenen van agaat waar een mensenhoofd of een gehele menselijke figuur op gesneden was. In 2 Henry IV 1,2,19 vergelijkt Falstaff zijn page met zo’n figuurtje. Zie ook Much Ado About Nothing 3,1,65 en Romeo and Juliet 1,4,55. De kleinste soort, vergelijk Romeo and Juliet IV,3,47. Hetzelfde betekent agaatmannetje, een figuur op agaatsteen die met zegelen gebruikt wordt.
Maerlant: ‘Achates is een dure steen en zwarte vindt men er menigeen waar witte aderen in gaan. Ook zegt men ons, zonder waan, dat er vanzelf figuren in zijn gegroeid. Zoals de historiën laten verstaan dat koning Pyrus, zonder waan, wilde strijden tegen de Romeinen en zo’n reine agaat had dat er negen instrumenten van muziek zuiver instonden met in het midden Apollo die met de harp zat, dat dit niet gemaakt werd door een leek of klerk, maar dit was naturen werk. Deze steen verdrijft venijn en laat de drager sterk zijn en geeft geluk ter genezing in menige zware avonturen en maakt waard en lief en weert de dorst, zegt de brief, en maakt de ogen helder. Houdt men het vuur erbij ruikt het zoet, zoals wij lezen. Aeneas had deze die man van Troje vlood en die menige zware nood overwon’.
Megenberg; ‘Achates is ook een van de uitverkoren steen, echter niet de twaalfde die Johannes zag in het deugden boek. De steen vind men in het water Achates tegen de zonsopgang en is zwart; echter in dat zwarte zijn witte adertjes gemengd. Men spreekt ook dat de steen erg schone aangeboren tekens heeft tussen zijn strepen en dat dit alles een kleur is. De steen heeft de kracht dat het vergif schuwt en de dorst lest en dat gezicht voedt en die sterkt en vruchtbaar maakt die hem draagt en maakt hem aangenaam en betamelijk de lieden. Nu spreekt een oud schrift dat koning Porus van dat soort steen een droeg aan de vinger en die was zo schoon dat daar citer spel of zanginstrumenten daarin gegraveerd waren en onder die in het midden was de afgod Apollo en die had een harp in de hand. ‘
A. Magnus; Als u alle gevaren en verschrikkelijke dingen wil vermijden en een moedig hart wil hebben. Neem de steen die Agathes genoemd wordt, het is zwart en heeft witte strepen. Er is een andere van hetzelfde soort en is van een witte kleur. En de derde groeit in een zeker eiland en die heeft zwarte strepen en die maakt dat een man overkomt gevaar en geeft sterkte aan het hart en maakt een man machtig, aangenaam en prettig en helpt tegen tegenspoed.’
Gebruik.
De bontkleurige steen die, naar Orpheus, de kleuren van het glasachtige Jaspis, de bloedrode Sardonyx en de lichte smaragd verenigt en die op de appel, het lentekind, in kleur gelijkt. Het was 1 van de 12 stenen in het borstharnas van de Hogepriesters, Exodus 39, in het Hebreeuws schebo. In Chinees ma-nao: paardenhersens, omdat de door elkaar lopende strepen daar op zouden lijken.
Al naar gelang de kleur werd er een symbolische relatie aan toe geschreven. In de aderen herkende men figuren van goden.
Plinius noemt vele variëteiten, zo een koralenagaat uit Kreta die de heilige genoemd werd omdat die tegen spinnen en schorpioenen helpen zou. Plinius: ‘deze werking zou ik van de Cilische verwachten omdat door de lucht van die landen de giftige schorpioenen verdelgd worden’.
En de soort van Kreta verandert gevaren en maakt je aangenaam en sierlijk, het maakt je lieflijk om te zien en te spreken en geeft kracht en sterkte, maakt je wel bespraakt.
Een andere, een groene agaat roemt Plinius vanwege de weldadige invloed op de ogen.
De magiërs moeten er op bedacht zijn dat een leeuwkleurige agaat tegen schorpioenen helpt. Gepoederde agaat is goed om op wonden te leggen die door slangen veroorzaakt zijn, ingenomen laat het de beet te niet gaan. Dan zal men ze in Perzië door met de steen te roken stormen en bliksem afwenden. Want die steen helpt tegen hekserij en daarmee worden stormen veranderd en rivieren en stromen belemmert om buiten de oevers te gaan. Dan leren we van de ouden dat de agaat een sterk afkoelende werking bezit en als je het in de mond neemt stelpt dit de dorst en als het in een ketel met kokend water geworpen koelt het dit snel af en daarom verstilt het ook een stormachtige meer.
Tenslotte maakt een eenkleurige en in ieder geval ook de leeuwkleurige en ook een roodgele agaat de strijder onoverwinnelijk.
De soort van steen die van Indië is bevorderd het gezicht en helpt tegen dorst en venijn en ruikt zoet als het nacht is. Het branden ervan is geurend.
De rood en geel gestreepte soort helpt tegen spinnen en schorpioensteken, stilt de kokende zee en maakt de man aantrekkelijk voor de vrouw. Het onderdrukt de maandstonden en helpt tegen waterzucht. Bovendien verleent het de stervende betoverende woorden.
Gestreepte agaat versterkt hen die er behoefte aan hebben de lendenen.
De Physiologus zegt dat parelvissers agaat aan een snoer binden die nu zo naar de parel gaat. De parel is Christus, maar de agaat is Johannes want die heeft ons de geestelijke parel getoond: ’Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld draagt’.
De H. Hildegard weet veel over de agaat te melden. Het heeft de kracht om het gif van spinnen en giftige wormen te vernietigen, ‘zolang het nog niet in het lichaam is gedrongen’. Dan verdrijft de steen de epilepsie, ‘als het water waarin de agaat bij wassende maan drie dagen in gelegen heeft bij het bereiden van het eten voor de patiënten 10 maanden lang gebruikt wordt’. ‘Nisis Deus non velit’:‘als God het niet verhindert’. Op dezelfde wijze gebruikt verdrijft de steen ook mondzeer en waanzin en maakt tenslotte de dieven onschadelijk als het ’s avonds door het huis in de lengte en breedte, in ‘modum crucis: ‘ naar de vorm van een kruis’, gedragen wordt.
A. Magnus meldt dat de zwart geaderde schade kan vermijden, het hart versterkt en je aanzienlijk maakt, het maakt je bemind en helpt je ook in onaangename zaken. Agaat wordt gedragen door vredesrechters.
Achates is van een bruine kleur en heeft rechte en in midden in zich rondgaande zwarte ringen en witte die op vele manieren veranderen en samen gevoegd zijn. En men zegt dat de mens die deze gemme bij zich draagt draag beminnelijk en geliefd is door alle mensen waar hij wandelt.
De bonte soort geeft gevarieerde dromen als het aan het hoofdeinde gelegd wordt.
A. Magnus zegt: ‘Wilt gij alle gevaren vermijden, alle aardse moeilijkheden overwinnen en de edelste krachten bezitten, neem dan de agaat. Hij laat gevaren en rampspoeden verdwijnen en maakt de mens machtig, aangenaam en opgeruimd’.
Van de vermeende toverkrachten van de agaat weet het volk tegenwoordig nauwelijks iets meer. Interessant is, dat op de klassieke bodem van Italië waar de agaat eens een tover- en heilmiddel was de vrouwen en meisjes nog steeds rode agaat bij zich dragen om hun menstruatie te regelen.
Bij de Turken was de agaat als talisman zeer geliefd. Een Turkse legende verhaalt dat eens een zekere leerling van Mohammed, Akdscha Ben Hadschin geheten, tussen de schouders van zijn meester het litteken bemerkte dat door de Almachtige daarop was gedrukt. Hij grifte nu een afbeelding daarvan in een klein stukje agaat en omringde het met enige verzen uit de Koran en droeg het mee als een talisman die hem gezondheid gaf en onkwetsbaar maakte. Velen lieten nu dergelijke amuletten door een leerling van de profeet maken wat hem veel winst gaf. Een hiervan zou bij de verovering van Egypte door Selim I gevonden zijn te Cairo en thans nog te zien zijn onder de relikwieën die bewaard worden in de heilige kamer van ’t oude Serail.
Als in Soedan een inlander een vrouw wil kopen dat betaalt hij haar met een snoer van agaat. Die snoeren werden in Duitsland gemaakt en naar Soedan gezonden. Een poging om glazen agaten te geven werd onmiddellijk doorzien. De hoofdman maalde het glas zo tussen de tanden en wist dat hij bedrogen werd.
Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.
Van de Agaat.
De Agaat is een kostbare half transparante edelsteen vol plezier vanwege de verscheidenheid van zijn kleuren en naast de verschillende heerlijke kleuren wordt het aangevuld met vele malen verschillende vormen erin, en in uitstekend vakmanschap vervaardigd door de bekwame hand van de natuur en het is een zeer bewonderenswaardige landsvrouw zodat in hen bossen, rivieren, bomen, levende wezens, vruchten, bloemen, kruiden en wolken kunnen worden gezien en dit alles ook niet erg duister. Van koning Pyrrhus wordt gemeld dat hij een agaat had waarin, door het handige werk van de natuur, te zien was de negen Muzen en Apollo die zijn harp vasthield. Van Camillus Leonardus Pisaurensis is gemeld dat hij er een zag die op zichzelf leek op zeven bomen die op een vlakte stonden.
Van zijn vervalsing.
Het is vervalst met een glasmengsel met verschillende kleuren; maar dit is gemakkelijk herkend want de Agaat is zo hard dat het de vijl weigert en vanwege zijn uitstekende gladheid zal er geen stof aan blijven kleven.
De namen en plaatsen waar het wordt gevonden.
In het Hebreeuws wordt het in Exodus 28:19 genoemd, wat door sommige Joden wordt aangeduid als Topaas. Het dankt zijn namen aan de gelijkenissen en vormen die het in zich heeft: als Leuchachates, Dendrochates, Coralchates. Het mooiste ervan komt uit India en Sicilië, het wordt ook in Duitsland gevonden in de landgraaf van Lichtenberg, niet ver van de stad Schindthutten en in Bohemen niet ver van Argentine, een Leuchachates besprenkeld met zwarte stippen van een paarse kleur, wordt zeer goed en uitstekend gevonden. Zijn aard en eigenschappen.
Er wordt gezegd dat het goed is tegen gif en besmettingen. Van de adelaar wordt gemeld dat hij deze edelsteen in haar nest draagt om haar jongen te beschermen tegen het bijten van giftige wezens. Aldus Andr. Baccius en Dioscorides.
Zijn waardigheid en waarde.
Deze steen werd gewaardeerd om zijn heilige gebruik; het was een van die stenen die in de omheiningen van de borstplaat des Oordeel pasten, Exod. 28;19. Anselmus Boetius zei dat hij er een zag die twee keer zo breed was als de handpalm van een man waarin kunstmatig het beeld van Julius Caesar en zijn vrouw was gegraveerd, dat voor 8000 kronen werd verkocht. Het is gebruikt voor de versiering van die kronen die vroeger precarius-coronae werden genoemd.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/