Cordieriet
Over Cordieriet
Prasioliet, edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
Uit;http://www.syberg.be/a_ned/Objecten/Reële_Obj/Obj_Overzicht/Edelstenen/Cordieriet.jpg
Naam, etymologie.
Het werd door P. Louis A. Cordier in 1809 op Sri Lanka gevonden.
Cordieriet, was al bekend bij Abraham Gottlob Werner en kreeg de naam van lolith; Grieks iov; viool, lithos steen, viooltjessteen naar zijn zwartblauwe naar violet trekkende kleur die hem op een viooltje leek.
De Franse mineraloog Louis Cordier gaf het de naam Dichroiet; di; twee, kroma; kleur. Het heet ook Polychriet; veelkleurig, naar de duidelijke assenkleuren.
Polion of watersaffier en Spaans lazuliet, Jolith) wordt in vrij grote kristallen gevonden, meest hexagonaal, is doorzichtig tot doorschijnend, kleurloos, blauwgrauw tot blauwviolet. Geeft verschillende kleuren afhankelijk van de hoek waaronder het stuk wordt bekeken, bijvoorbeeld blauw en als er loodrecht op gekeken wordt geelachtig grijs, daarom wordt het ook dichroiet: tweekleurig, genoemd. Hardheid 7-7.5, s.g. 2.6-2.66. Het mineraal cordieriet is een magnesium-aluminium-silicaat met de chemische formule Mg2Al4Si5O18.
Cordieriet is een algemeen mineraal dat voorkomt in diverse stollings-, metamorfe- en pegmatistische gesteenten. Het komt gemengd voor in graniet, gneis en ertslagen in Beieren, Noorwegen, Finland en dergelijke, ook in tracyten en vulkanische uitwerpingen in Spanje, Laacher See.
Zeer mooie blauwe doorzichtige cordieriet wordt in Ceylon gevonden en wordt als lossaffier, Duits Luchstein, Luchs- of Wassersaphir (niet te verwisselen met de net zo genoemde korund) als siersteen verwerkt.
Door opname van water en afgifte van kiezelzuur ontstaat prasioliet, Praseolite, van Grieks prason; prei.
Esmarkit, esmarkite, genoemd door Berzelius naar de mineraloog Hans Morten Thrane Esmark.
aspasiolith, door opname van kali en water en afgifte van magnesia ontstaan falunit, gigantolith en pinit, welke laatste gevonden wordt bij Pinit bij Schneeberg.
De doorzichtige variant Ioliet wordt vaak gebruikt als edelsteen. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor violet, ion, de viool. Ioliet wordt onder andere gedolven in Sri Lanka, Birma, Australië, Namibië, Brazilië, Tanzania en Madagaskar.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/