Spinel

Over Spinel

Edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Naam, etymologie.

Spinel, Duits Spinell, Frans spinelle, oud Engels, 1528, spynell, Italiaans spinello, Latijn spina; gepunt, doorn of pijl, vorm van de kristallen, Grieks spinnos wat vonk, fonkelen betekent. Spinellen worden al sinds de oudheid samen met andere stenen karbonkelstenen genoemd, carbunculus ruber. De huidige naam is later ontstaan. Zoals te zien is in talrijke sieraden was spinel vroeger zeer geliefd. Aanvankelijk werd echter, bijvoorbeeld in de Engelse kroonjuwelen, spinel beschouwd als robijn. Ook balais, balaustus genoemd van midden Latijn balascus; karbonkel of rode steen.

In de mineralogie verstaat men onder spinel een groep vergelijkbare mineralen, slechts enkele daarvan zijn van edelsteenkwaliteit. Spinel is samengesteld uit aluin- en magnesium aluminiumoxide, MgAl2O4. De kleur gevende stoffen zijn ijzer, chroom, vanadium en kobalt. Grote stenen zijn zeldzaam, sterspinellen zeer zeldzaam. De hardheid is 8, S. G. 3.6, enkel brekend. Men vindt het gewoonlijk in kleine, regelmatige kristallen, veelal in octaëders of vaak in tweelingkristallen en zeer dikwijls in kwartsgruis en korrels.

Spinel is meestal rood, robijnachtig, maar ook wel bruin, groen of zwart met een sterke glans en van een grote hardheid. Het rood gaat bij verhitting over in groen en wordt dan kleurloos, na het afkoelen weer rood. In doorzichtige kristallen vind je het alleen in O. Indië. De lichtgekleurde spinelsoorten zijn doorzichtig, de donkere doorschijnend tot ondoorzichtig en alle glasglanzend. Ze worden vaak op dezelfde plaatsen als de saffier en robijn gevonden.

De edele spinel is rood of roze.

Uit nl.ioffer.com

Blauw spinel vind je te Aker in Sodermanland te Zweden.

Ponceaurode variëteiten van spinel hebben ongeveer de halve waarde van diamanten van dergelijke grootte.

Uit www.akantiek.nl

Donkerrood spinel komt ook als robijnspinel, licht rozenrood als blaasrobijn, paars als almandijnspinel en geelachtig rood als rubicel in de handel. De laatste drie hebben bij lange na niet de waarde van de echte spinel.

Bloedrode spinel wordt ook wel goutte de sang (bloeddruppel) genoemd.

Rubisel, Latijn ruber, is een oude naam voor de geelachtige, oranje of bruine variëteit. Balas-spinel, carbuncle balagius, van Badakhshan, of lal, lal is het Perzisch woord voor deze steen, Chinees la, is de bleekrode vorm. Pleonast, Grieks voor overvloedig vanwege zijn vele kristallen vormen, of ceyloniet; genoemd naar het eiland Ceylon, Sri Lanka, is een ijzerhoudende, donkergroene tot zwarte vorm en ondoorzichtige spinel, (Mg,Fe)Al2O4, s. g. 3,63-3,90. Is zwart en wordt in Z. Tirol, bij de Vesuvius, op Ceylon en dergelijke in de rouw gedragen.

Uit www.hetsteenenhuis.com

Gahniet is genoemd naar de Zweedse scheikundige Johan Gottlieb Gahn, donkergroen tot zwart, komt voor in Zweden en Beierse Woud, ook Amerika. Gahniet of zinkspinel is blauwe, violette of donkergroene tot zwartachtige spinel, ZnAl2O4, s. g. 4,00-4,62.

Hercyniet, beschreven in 1847 en genoemd naar de plaats waar het gevonden was, de Harz, silva Hercyna. Het is ijzerhoudende, donkergroene tot zwarte spinel, FeAl2O4 : s. g. 3,95.

Uit www.mindat.org

Picotiet, Frans picotite van Picot, Baron de la Peyrouse, Franse naturalist die het mineraal beschreef. Of chroomspinel is bruinachtige, donkergroene of zwartachtige spinel, Fe(AlCr2)O4, s. g. 4,42. Chlorospinel of groene spinel wordt gevonden te Slatoust.

In het verleden werden spinellen vooral gevonden in de edelsteenafzettingen in Myanmar en op Sri Lanka. Enkele vertonen kattenoogeffect. Spinel is door de kleur lastig te onderscheiden van robijn. Spinellen van edelsteenkwaliteit komen voor in Thailand, Cambodja en Laos. Spinel komt maar in kleine stenen voor, 5 karaat is al een bijzonder grote. In 1986 is een spinel gevonden met een gewicht van 5,1 kilogram. In Europa komen spinellen voor in Noorwegen, Finland, Italië, en Duitsland. In kroonjuwelen werden veel spinellen toegepast. Het bekendste is waarschijnlijk de 398,5 karaat zware donkerrode spinel in de staatskroon in Moskou. Ook de Britse staatskroon bevat twee grote spinellen, de zogenaamde Black Prince Ruby, robijn van de Zwarte Prins, van 170 karaat die afkomstig was van Don Pedro van Castilië nadat die de koning van Grenada had vermoord, daar was hij al sinds 1369 in bezit. Don Pedro schonk hem aan de Zwarte Prins als dank voor de militaire steun die hij ontvangen had bij een veldslag, verder de Timur Ruby van 361 karaat. De St.-Wenzelskroon in Praag bevat ook grote spinellen, in totaal 45 stuks. In het British Museum of London bevinden zich twee spinellen van respectievelijk 355- en 520 karaat.

De belangrijkste spinel is magnetiet. Het is een van de meest wijdverbreide oxide-mineralen in metamorfe gesteenten en stollingsgesteenten. Het is ook belangrijk als ijzererts. De beroemde ijzerertsen van Kiruna in Zweden bestaan bijvoorbeeld grotendeels uit magnetiet. Magnetiet is een van de meest bekende magnetische mineralen. Ook sommige andere spinellen zijn magnetisch (onder andere trevoriet, jacobsiet) Chromiet is qua belangrijkheid in de spinelgroep een goede tweede. Chromiet is het belangrijkste ertsmineraal voor chroom (Cr). Het magnetisme van de spinel magnetiet heet ferrimagnetisme, en wijkt af in zijn aard van het magnetisme van gewoon ijzer (Fe), dat ferromagnetisme wordt genoemd.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/