Vloeispaat

Over Vloeispaat

Fluoriet, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Uit; http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/1/1f/Fluorite_crystals_270x444.jpg/200px-Fluorite_crystals_270x444.jpg

Naam, etymologie.

Vloeispaat, een calciumfluoride, CaF2, of fluoriet vanwege het grote gehalte fluoriet. De naam vloeispaat dankt zijn naam aan de eigenschap om bij lichte verhitting verschillende mineralen te kunnen samensmelten waarom het bij verscheidene ertsverbindingen gebruikt wordt. Fluoride, fluoriet, van Latijn fluere; stromen of vloeien, spaat is een algemene naam voor niet ertsen die een opvallende splijtbaarheid bezitten. Zo ook fluor.

In zuivere vorm is het kleurloos maar afhankelijk van de sporenelementen die het bevat kan het verschillende kleuren hebben. Het komt voor in dichte massa’s, soms ook wel in regelmatige kristallen, vooral in graniet. Het komt vaak in aders voor samen met bariet, kwarts en calsiet. Het is zeer bros en splijtbaar, de hardheid is matig, 4, S. G..3.18. Zijn kleur is in vele schakeringen van rozenrood, paars, vaak in smaragdgroen, soms blauw, bruin, geel en wit waarbij het pigment niet egaal over het kristal verdeeld is. De kleuren die in prachtige tinten voorkomen maken dat het vaak voor echte edelstenen, waarmee het in kleur overeenkomt, uitgegeven wordt. Is glasglanzend, doorzichtig en tot aan de kanten doorschijnend en oneffen op de breuk. Wordt vloeispaat in een van die kleuren als edelsteen geslepen dan krijgt die de naam waarmee ze in kleur overeenkomt, maar met de toevoeging ‘valse’ als, valse saffier, valse robijn, valse smaragd, valse topaas, valse amethist etc.

Vloeispaten fluoresceren zeer sterk zodat dit verschijnsel al bij dag belichting te zien is. Een vloeispaat uit Cumberland is bij gereflecteerd licht donkerblauw en bij door vallend licht groen. De prachtige blauwe vorm die gevonden wordt in Derbyshire (Engeland) wordt onder de naam Blue John wel voor ornamentele doeleinden gebruikt maar het mineraal is te zacht om als edelsteen gebruikt te worden. Wanneer het mineraal gekrast wordt of blootgesteld aan ultraviolet licht fluoresceert het vaak. Onder ultraviolette stralen fluoresceren de verschillende kleurvariëteiten in de fraaiste kleuren, uitgezonderd de gele. In fijn gemaakte toestand op gloeiende kolen gestrooid of op een ijzeren plaat verhit, fosforesceert het met een groene, blauwe of paarse weerschijn. In Siberië vindt men een soort van vloeispaat die ’s nachts licht geeft, wanneer dit het bij dag een geruime tijd licht opgeslorpt heeft. Al vroeg werd dit materiaal gebruikt om er prachtige vazen van te maken. Verder komt het te pas in glas- en porseleinfabrieken.

Het werd vroeger gebruikt als siersteen, vooral bij de Romeinen. Het gebruik als smeltmiddel werd in de 16de eeuw in Engeland ontdekt.

Het bijtende zuur dat glas etst, fluorwaterstof, werd in 1670 door Schwankhard ontdekt te Neurenberg toen zijn bril en de vloeistof viel en de glazen vertroebelden. Vloeispaat wordt als vloeimiddel (flux) gebruikt in de productie van staal, in het maken van opaliserend glas, emaillen voor keukengerei. Het is ook de voornaamste bron voor de productie van waterstoffluoride HF en daarmee voor de fluorchemie

Wordt gevonden in Freiberg te Saksen, de Harz, Grabunden, Wallis en Tessin, Oostenrijk, Italië, Frankrijk, Engeland Rusland, Amerika en Australië.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/