Tuchia

Over Tuchia

Zinkoxide, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Naam, etymologie.

Tutia, tucia, thutia, tuthea, tuthia, tuzia, turchia, oud Frans tutie, Engels tutty, Spaans tutia, atutia, Latijn tutia, van Perzisch tutiya van Sanskriet tuttha.

Tuchia zou uit de fijnste vonken van de koperovens afkomstig zijn, het is wit en heel licht en wordt in Duitsland Nichtes genoemd, vandaar het spreekwoord “ Nichtes ist die augen gut’ omdat het goed zou zijn voor de ogen. Een karakteristiek spreekwoord in Toscane zegt: ‘Nulla, fa bene agli occhi’, niets doet de ogen goed,’ de Roemenen bevelen apa de nimic (water van niets) aan. De Hongaarse boeren verstaan onder het semmi (niets) het nihil philosphorum of zinkoxide dat ze als het opgelost is in de ogen druppelen.

De term cadmia werd vroeger gebruikt voor het mineraal calamine, zink, of lapis calaminaris.

In de alchemie is cadmia (Latijn voor calamine of zink) een oxide van zink (tutty of Tuchia of Thucia) dat zich bij de zijden van de ovens verzamelt waar koper of brons gesmolten wordt en zink gezuiverd. De term wordt ook aan het erts kobalt gegeven. De cadmia die in de ovens geproduceerd wordt, wordt in vijf vormen verdeeld. De eerste wordt botrytis genoemd omdat het in de vorm van een druiventros gevormd wordt; de tweede ostracitis, omdat het op een zeeschelp lijkt; de derde placitis, omdat het op een korst lijkt; de vierde capnitis; en de vijfde calamitis, die rond zekere ijzeren staven hing dat gebruikt werd om het materiaal te stijven in de oven, het werd eraf geschud en leek op een schrijfpen die in het Latijn calamus genoemd werd. Cadmia botrytis werd in het midden van de oven gevonden; ostrytis op de bodem; placitis aan de top en de capnitis aan de mond van de oven. Het werd gebruikt in vochtige blaren die geheeld werden door een litteken bedekking. Botrytis en placitis werden voor oogziektes gebruikt.

Zinkoxide of zinkwit is ook wel bekend als filosofische wol, wit niets en zinkbloem. Zinkoxide ontstaat bij verbranding van het zink. Het is een wit en fijn poeder dat onoplosbaar is in water en ethanol. Zinkoxide ontstaat door verbranden van zink. Als pigment in verf is zinkwit enigszins transparant, in tegenstelling tot titaanwit, dat volledig dekkend is. Zinkzalf is een vrij te verkrijgen zalf ie bestaat uit zinkoxide en vaseline. Het wordt toegepast tegen een breed scala aan huidaandoeningen. Zinkzalf heeft een verkoelend, dekkend en adstringerend effect. Voor veel mensen is het bekend als de zalf tegen geïrriteerde babybilletjes.

Gebruik.

Herbarius in Dyetsche, ‘Tuchia verkoelt en stopt, het vult de zweren met vlees, het heelt en droogt. Tuchia maak je aldus: Gebruik het veel of was het in rozenwater, dan doe je het waar je wil of je maakt er een oogzalf of een medicijn voor de ogen van. De kracht van gewassen tuchia is zeer goed om in de ogen te lopen en tegen veel andere oogziekten.

Het poeder van tuchia verdroogt de zweren van de manlijke roede, verteert daar de vochtigheid, Pandecta’.

Van Beverwijck, Pompholyx dat de winkels verkopen is het echte Tutia van de Arabieren en dat ze voor Tutia geven is het Cadmia van de oude geneesmeesters. Het bestaat uit de fijnste vonken die in de koperovens als een bel (waarvan de naam Pompholyx in het Grieks komt) opvliegt en boven blijft aanhangen. Waarvan uitvoeriger te zien is bij Dioscorides in het 5de boek en 46ste kapittel, Matthiolus in zijn uitleggingen, Fallopius in de metall.13 en Agricola in 3 de Nat. Fossil. 11 en 10.14. Het is wit en geheel licht waarom het gewoonlijk Nil album en in Duitsland Nichtes genoemd wordt. Hadrianus Junius meent dat daarvandaan komt het spreekwoord ‘Nichtes ist in die augen gut’, alsof men zei dat Tutia goed was voor de ogen en er niets beters is voor rode en lopende. Want het verkoelt, verdroogt, trekt tezamen zonder (als het gewassen is) enige scherpte, heelt alle vochtige en vuile zweren en sluit de wonden.’

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/