Diadochit
Over Diadochit
Mineraal, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
Uit de.wikipedia.org
Naam, etymologie.
Grieks diadochus, navolger, opvolger, dat in de plaats van arsenicum in fosfor voorkomt.
Diadochit, diadochiet, is een relatief zelden, lokaal veel voorkomend mineraal uit de groep van de sulfaten, 30% Fe, ~30% P2O5, ~10% SO4 en H2O. de hoofddelen kunnen afwijken wat ook in de kleur te zien is. Een mineraal dat in knollige stukken voorkomt, niervormig en stalactisch, bruin en geel, vet glanzend, doorschijnend en vandaar de naam ijzervenster. Het komt voor in aluinbergen als tweede mineraal en vormt daar gekleurde druppelstenen, druipstenen en vergroeiingen. Het type komt voor in de Saalfelder Feengrotten in Thüringen. Diadochit werd voor het eerst door August Breithaupt in 1837 op de typeplaats (locus typicus) op de aluinvelden van Arnsbach bei Schmiedefeld in Thüringen uitvoerig beschreven. De eerste beschrijving stamt van Erdamann uit 1831.
Een week dieproodbruin en een aan kersenboomhars herinnerende substantie met dezelfde samenstelling wordt Ortho-Diadochit genoemd.
Maerlant: ‘Diadotes is zonder waan een steen die op beril lijkt. Als men deze in het water werpt, zonder manen en belezen, ziet men daar gelijk figuren die zwart zijn en van duivelachtige naturen. Alzo dat men hem antwoordt die hem niet verder willen vragen. Maar komt deze klein of groot aan enig mens, hij blijft dood, zijn kracht ontgaat hem openbaar net als of het niet gezien werd dat hij deze grote vrees droeg tegen de natuurlijke dood’.
Megenberg; Dyadochos is een steen en wie die in water werpt dan brengt het menigvuldige boze geestenbeelden alzo dat ze antwoord geven diegene die ze vraagt; en legt men het op een dood lijk dan verliest het zijn kracht en verschrikt schijnbaar van de dode. De steen lijkt op een beril.’
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/