Antimoon

Over Antimoon

Antimonium, Bijbel, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Uit blog.seniorennet.nl

Antimoon, antimonium of stibium, symbool Sb, atoomnummer 51.

Naam, etymologie.

Antimoniet, antimoon, Duits Antimonglanz, Frans antimoine, Engels antimony, Hoogduits antimon, Latijn, antimonium, Grieks antimonos; niet alleen of van anthemon; bloeiend, naar de bosvormige kristallen die er als een bloem uitzien. Arabisch alithmidum.

De naam spiesglans, Duits Spiesglanz (spits glas, de glans) gebruikte eerst Basilius Valentius. Zijn ‘triumph-wagen van het antimonium’ is de oudste chemische monografie.

De naam stibium, Grieks stibnum, waarvan het symbool Sb komt, stibniet, in Frans stibine, Engels stibnite werd oorspronkelijk aan het sulfide gegeven. De naam stibniet was al bij de ouden in gebruik en stamt vermoedelijk uit Arabisch al ithmid of Koptisch stim, Egyptisch stm. De vrouwen gebruikten het mineraal voor het verven van het haar, de wenkbrauwen etc. en het schijnbaar vergroten van de ogen, vandaar de tweede naam platyophtalmon, Grieks platys: breed, ophthalmos: oog.

In Hebreeuws en Arabische heet het ‘al-Kohl ’; zeer fijn poeder van antimoon om wimpers te bestrijken, dit woord ging als ‘alcool’ in andere spraken over en werd later op wijngeest overgedragen, vergelijk alcohol. Het was het fijne poeder dat overbleef na verdamping. In latere overzettingen van de 16de eeuw werd het antimon. Men gebruikte antimoon voor het scheiden van goud en zilver en als geneesmiddel. In bekers uit antimoon liet men wijn lang staan om dan als braakmiddel te gebruiken, ook werden er pillen van gemaakt. Omdat de monniken er misbruik van maakten werd het door Frans II verboden, anti monachon: tegen monniken, vandaar de naam, Antimon. Volgens een legende zou de monnik Valentius ontdekt hebben dat antimoniumverbindingen varkens sneller vet maakten, hij wilde dat ook bij zijn medebroeders uitproberen om dat die volgens hem te mager waren. Maar de broeders werden niet dikker en enkele overleden zelfs.

Sommige bronnen vermelden dat de naam een samentrekking is van de Griekse woorden anti en monos, wat vertaald kan worden als niet alleen voorkomend omdat het meestal in gebonden vorm gevonden wordt. Volgens andere bronnen komt de naam van de Arabische uitdrukking Antos Ammon, dat bloei van god Ammon betekent.

Vorm.

Antimoniet, Sb2S3, is het belangrijkste antimoonerts en bevat 71 % antimoon of het metaal antimonium. De afscheiding van antimoon uit de ertsen berust op kool. Antimoon is een half metaal met sterke metaalglans, S. G. van 6.7 en smelt al bij lage temperaturen en al in de vlam van een kaars. In Japan worden 30-40cm grote kristallen gevonden, meestal zijn ze kleiner. Het is een wit, glinsterend duidelijk kristallijn en zeer bros materiaal dat goed met andere metalen samen gaat en die een grotere hardheid geeft. Antimoon werd in vereniging met lood gebruikt voor het gieten van drukletters. Met zink en tin geeft het Britannia metaal. Verbindingen ervan worden in vuurwerk en als artsenij gebruikt, ook in de ververij.

Gebruik.

Antimoon en zijn verbindingen waren al in de oudheid bekend. Het sulfide, het in de natuur voorkomende spiesglans, wordt in het Oude Testament vermeld, 2 Koningen 9:30 waar de Statenvertaling ten onrechte van blanketten spreekt. De oosterse vrouwen gebruikten het zwarte poeder om de randen van de oogleden te kleuren. Ook zijn vaten van antimoonmetaal, onder andere een Chaldeese vaas opgegraven. In de Chinese geneeskunst speelde ze een belangrijke rol.

Of de onder de Egyptische afbeeldingen genoemde verfmiddel ‘mstm’ en later ‘stm’ dat voor het verven van de wenkbrauwen gebruikt wordt antimoon verstaan moet worden is niet geheel zeker. Dioscorides en Plinius beschreven de winning van antimoon uit spiesglas (stibium) en bespreken het als geneesmiddel.

Van Beverwijck, ‘Antimoon wordt om haar gelijkenis die ze met het lood heeft onder de loodmiddelen beschreven van Dioscorides in 5.59 met de naam van Stimmi en Stibi, net zoals ook van anderen Grieken. Plinius, Marcellus en andere Latijnen noemen het daarnaar Stibium. Maar de Arabieren noemen het Achiman waarvan de alchimisten eerst Achmadium en tenslotte Antimonium gemaakt hebben, met welke naam het ook bij de Arabische geneesmeester Serapio en Avicenna gebruikt wordt en dit metaal in de winkels alleen bekend is. Het is van kleur de loodsteen zeer gelijk, maar valt witter en blinkt meer. Is tweevormig, mannetje en wijfje. Het mannetje, zegt Plinius, is wat ruwer, lichter, zandachtig en flikkert minder. Het wijfje in tegendeel blinkt, flikkert, is korrelig en gereten. Het wordt gegraven uit zilvermijnen onder andere landen in Duitsland en Bohemen. Eertijds placht men het gegraven te verkopen, maar tegenwoordig het gekookte. De manier daarvan is bij Agricola aangewezen in het 9de boek de Re metallica. Het verkoelt, trekt dapper tezamen en verstopt. Wordt derhalve goed vermengd onder de oogzalven om de zinkingen en lopen ervan tegen te houden, te weten het gekookte dat geen scherpte heeft en gelijke kracht met het gebrande lood heeft. Als het gemengd is onder verse reuzel maakt het dat het gebrande geen puisten opwerpt, stilt de kwade zweren en belet haar voortkruipen. Sommige vrouwen gebruiken het om hun wenkbrauwen bruin te maken.’

Antimoon is een broos metaal en is een slechte geleider van warmte en elektriciteit. Antimoon wordt veel gebruik in de half geleidersindustrie bij de productie van dioden, infrarood detectors en Hall-effect apparatuur. In legeringen levert antimoon een grote bijdrage in de hardheid en sterkte van lood en tin. Daarvoor wordt antimoon veel gebruikt in loodbatterijen. Kleine wapens en lichtspoorkogels. Antimoonverbindingen worden om de brandwerende eigenschappen ook gebruikt in kinderkleding, speelgoed en bekleding van autostoelen. Een antimoon verbinding is het pigment Napels geel. In vrije vorm komt antimoon in de natuur niet voor. Er zijn echter wel ruim honderd antimoon bevattende mineralen bekend zoals stibiniet. Het komt op sommige plaatsen natuurlijk voor, maar wordt meestal gewonnen uit de ertsen stribniet (Sb2S3) en valentiniet (Sb2O3). De grootste antimoon exporteur is Z. Afrika met een export van ongeveer 9000 ton (2003).

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/