Glossopetra
Over Glossopetra
Tongsteen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
Tongsteen. (Van het oude Griekse glossopetra, van glossa; een tong en petra; steen)
Een kostbare steen die op een menselijke tong lijkt en nu bekend als een fossiel haaientand.
Toen gefossiliseerde haaientanden voor het eerst werden ontdekt ingebed in terrestrische rotsen, soms hoog op berghellingen en ver van de zee, was hun oorsprong een compleet raadsel. Plinius de Oudere (23-79) geloofde dat ze tijdens maansverduisteringen uit de lucht vielen. Later werd gedacht dat het de tongen van slangen waren die Sint-Paulus in steen had veranderd tijdens een bezoek aan de eilanden van Malta en daarom werden deze merkwaardige voorwerpen glossopetra (tongstenen, genoemd. Van glossopetra werd algemeen aangenomen dat ze magische eigenschappen hadden, met name het vermogen om allerlei soorten gif tegen te gaan, van gif dat via een slangenbeet werd geïnjecteerd tot gif dat door een potentile huurmoordenaar in de wijnkelk van een koning werd gegooid. Om hun magie te bewerken hoefden glossopetre alleen maar tegen een door een slang gebeten lichaamsdeel te worden gehouden of in een verdacht glas wijn te worden gegooid en eventuele gifstoffen daarin zouden snel en onomkeerbaar worden ontgift. Vanwege deze wonderbaarlijke veronderstelde capaciteiten behielden veel edelen en staatslieden uit de Middeleeuwen deze tongstenen als amuletten, ofwel om de nek gedragen als hanger of weggestopt in speciale zakken die voor dit doel waren gereserveerd. De veronderstelde magische eigenschappen van glossopetra zijn natuurlijk ongegrond en het resultaat van puur wensdenken.
Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.
Van de Glossopetra of Tongsteen.
De Glossopetra is een steen met de gelijkenis van een tong.
De plaats.
Het wordt gevonden in de aluin-mijnen bij Lunenburg.
Zijn kracht en waarde.
Er is gemeld dat het dragen van deze steen mannen zal behoeden voor vergiften en hekserij; en als er vergif aanwezig is in de kamer waar het is, zal het zweten. Boetius. Het is een algemene steen van zeer geringe waarde. Glossopetra wordt, omdat het de vorm van een tong heeft, door velen niet alleen de tong van een slang genoemd, maar wordt ook zo verondersteld. De tong was nooit een slang, maar een steen in zijn soort. [171]
Hij wordt vaak gevonden in het zand bij Daventry en omliggende plaatsen en in de aluminiummijnen bij Lunenburg en hij stelt de tong van een slang zo elegant voor dat het niet verrassend is dat hij er gewoonlijk voor wordt aangezien. Meer precies verwijst het echter naar de taal van de toonhoogte. Het dikkere deel van de steen is de steen, omdat deze vaak aan de stenen wordt geboren of eraan vastzit. Maar het gehoornde deel lijkt geil en glanst met een donkere kleur, zoals de vleugels van een spreeuw. Sommige mensen verwarren deze steen met een hert en beschouwen hem als een bliksemschicht, daarom wordt hij in het Duits door sommigen donderkeil genoemd. Sommigen denken dat het de tand is en noemen het zo omdat het soms op de randen van de tanden wordt aangetroffen en in sommige Germaanse talen wordt het Naterzunglein genoemd.
Zie verder; volkoomen.nl en; volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl