Vulkanisch gesteente
Over Vulkanisch gesteente
Vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
Stollings- of magmatische gesteenten zijn gesteenten die zijn ontstaan door stolling van lava (aan het aardoppervlak) of magma (onder het aardoppervlak). De hoofdindeling van gesteenten is in stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten. Stollingsgesteenten worden onderverdeeld in 3 vormen: uitvloeiingsgesteenten of vulkanische gesteenten (voorbeelden: rhyoliet, basalt), ganggesteenten (voorbeelden: andesiet, doleriet), dieptegesteenten of plutonieten. (voorbeelden: graniet en gabbro) In het Engels heten uitvloeiingsgesteenten volcanics, genoemd naar de Romeinse god van het vuur en de vulkanen, Vulcanus, en dieptegesteenten plutonics, genoemd naar de Romeinse god van de onderwereld, Pluto.
Basalt is een grijszwart vulkanisch gesteente van aanzienlijke hardheid.
Het komt gewoonlijk voor als op zichzelf staande kegelvormige bergen of rotsmassa’s die door andere gesteenten heen gebroken zijn. Niet zelden is een uit de diepte komende basaltzuil van boven met een brede kop bezet. De gesteenten die er aan grenzen vertonen dikwijls de invloed van de hoge temperatuur die het vloeibare basalt had toen het ermee in aanraking kwam. Kalk is in marmer veranderd, zandstenen zijn samen gebakken en verglaasd, bruinkolen zijn verkoold en dergelijke Men onderscheidt:
Korrelig basalt of doleriet die uit kristallijne, korrels bestaat. Grieks doleros; bedrieglijk, dolos; list of bedrog, iet vanwege de overeenkomst met dioriet.
Basalt, Duits en Engels basalt, Frans basalte, Latijn basanites bij Plinius, Grieks basanites; toetssteen, goud liet een spoor na op de steen, zie toetssteen.
Dicht of eigenlijk basalt, porfierachtig basalt dat kristallen van augiet en hoornblende bevat.
Basaltmandelsteen, met veldspaat, augiet en magneetijzerets. Dikwijls bevat het kleine kristallen van het geelachtig groene gekleurde olivien.
Zeer merkwaardig is zijn voorkomen in verticale, vijf- tot zevenzijdige regelmatige zuilen, er zijn er van 100m lengte en 7m dikte naast andere van een paar cm.
Basalt wordt aangetroffen in de Auvergne, de Eifel, en dergelijke Beroemd om zijn basaltzuilen zijn het eiland Staffa met de Fingalsgrot aan de westkust van Schotland.
Basalt wordt gebruikt als bouw- en straatsteen.
Uit www.odoom.net
Molensteenlava van Nedermennig aan het Laacher meer is een basaltsoort. Die wordt in de vorm van molenstenen, dorpels en dergelijke heinde en ver verzonden.
Pholoniet of klanksteen vind je dikwijls als begeleider van basalt. Het is een hard gesteente van groenachtige kleur die bij het stukslaan een heldere klank geeft.
Uit nl.wikipedia.org
Trachiet. Duits Trachyt, is lichtgrijs en vormt een onduidelijke, fijnkorrelig mengsel van veldspaat, glimmer en hoornblende dat meestal poreus en ruw op het gevoel is. Trachiet, van Grieks trachys: ruw. Is voor het eerst door de Frans mineraloog Alexandre Brongniart in 1813 beschreven.
Men vindt trachiet in het Zevengebergte, het Westerwoud, Italië en dergelijke Sommige soorten leveren een fraai, hoewel niet duurzaam bouwmateriaal op. De dom van Keulen is van de trachiet van de ‘Drachenfels’ gebouwd. Men onderscheidt naar het kiezelzuur, kwartstrachiet en als glasachtige vorm de trachytpechstein, Obisdiaan, perlit of pechstein en Bimstein.
Uit www.ilsapone.nl
Puimsteen, Latijn pumicem, van pumex, verwant met spuma; schuim. Duits Bimsstein, Engels pumice, Het is een witte of grijze, zeer poreuze lavasoort. Het is rijk aan holtes, bijna schuimachtig waardoor het op water drijft. Het komt in vulkanische streken voor, zo op enige Liparische eilanden, in Hongarije, de Auvergne, Laacher meer en dergelijke
Het wordt als slijp- en polijstmiddel gebruikt.
Obsidiaan, Duits Obsidian, naar de Romein Obsius die als eerste obsidiaan van Ethiopië naar Rome bracht. Het is een glasachtige lava ie op kunstmatig zwart glas gelijkt. Het komt voor in de nabijheid van nog werkende of uitgedoofde vulkanen. Het bestaat ui 74% kiezelzuur en 13% aluminiumoxide met wat andere bijmenging. Die kleuren die in een stuk obsidiaan of laagvormig of in zeer gebogen vormen door de massa lopen kunnen geelachtig, bruin, donkerrood, groenachtig, grijs, zwart en zelfs blauw zijn. Bergmahonie is een vorm die in bruine en grijze kleuren in dunne laagjes van grillige vormen door de massa lopen. Die wordt gevonden in California aan de Pitt river. Perliet zijn parelgrijze exemplaren die bij de Silver Peak in Nevada gevonden worden. Chatoyerende obsidiaan wordt die genoemd die een zilverachtig, groenachtige, goudgroene of roodachtige lichtschijn bezitten die veroorzaakt is door talrijke luchtblaasjes die zich in de massa bevinden. Die wordt vooral in het Araratgebergte van Azië gevonden. Tot de verscheidenheden van obsidiaan behoren het groene, doorzichtige flessensteen (bouteillesteen) en het gewolkte glasagaat, verder verschillende sphaerolieten. Het komt voor in trachiet leverende vulkanische gewesten als Tenerife, IJsland, Santorin en dergelijke, veelal samen met puimsteen dat men als een blazige vorm van obsidiaan kan aanmerken.
Men gebruikte het voor pijlpunten, punten van lansen, (Marathonsteen) messen en spiegels. De edele obsidiaan of IJslandse agaat voor knopen, doosjes, vazen en ander sierwerk. Verder werd de groene doorzichtige flessensteen of Moldawit (dat ook als edelsteen geslepen werd, de Boheemse chrysoliet, waterchrysoliet) in de vorm van kleine afgeplatte kogels bij Moldautein en dergelijke gevonden.
Uit blogs.agu.org
Lava, uit Italiaans lava; stroom uit een vulkaan, in Napels lava; regenmeer, stortvloed van water die de straten overloopt, vergelijk lavare; wassen. Frans lave, zie lawine. Het verschilt in samenstelling naar gelang van de aard van de gesteenten die in gesmolten toestand door de vulkaan worden uitgeworpen. Gewoonlijk is het grijs tot zwart. Aan de oppervlakte en bij de krater is het meestal zeer poreus, een gevolg van de grote hoeveelheid hete waterdamp die het gesmolten gesteente bevat. De lager gelegen lagen zijn dichter. De afmetingen van de lavastromen zijn verschillend. Die van Mauno Lao uit 1859 was 105km lang, gemiddeld 4800m breed en tot 100m dik.
Uit www.keesfloor.nl
Vulkanische as is niets anders dan fijn verdeelde lava. Het wordt soms in verbazende hoeveelheden uitgeworpen. In 79 na Chr. werden er drie dorpen door de Vesuvius ermee bedolven. In 1815 werd door een vulkaan op het eiland Soembawa dit eiland onder de as bedekt, maar ook op Celebes en Java werd de bodem bedekt. Aan de oostkust van dit laatste eiland lag het wel 20cm hoog.
Tras is een vulkanische as die onder invloed van water verhardt. Engels tarrace, Oud Frans tierasse, Italiaans terazza; tufsteen, van terra; aarde, vergelijk terras.
Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.
Het zwarte marmer is een steen van grote omvang en hard, in de vorm en dikte van aan één uiteinde geslepen houten vaten die gevormd en omlijst door kunst en gepolijst en geschikt gemaakt voor vele nobele doeleinden.
Van zijn namen.
Dit kan niet goed marmaros worden genoemd omdat het door en door zwart is en niet in staat tot die glans die het witte marmer en het porfier en het andere mooie marmer van lichte kleuren mee is begiftigd. Zo heet marmer Luculleum van Lucullus, de consul die het eerst in Rome bracht vanaf het eiland Nilus. Zo zegt Boëtius, pag. 245. Het wordt ook wel Obsidianus lapis genoemd naar Obsidius die het voor het eerst vond in Ethiopië. De Latijnen noemen het Parazone en dat vanwege het gebruik: want daarmee onderzoeken ze goud in plaats van lapis Lydius. In het Frans Pierre d’touche. In Duits Probeirstein. In het Engels the black marble.
Van de plaatsen.
Deze steen wordt gevonden in het noorden van Ierland richting Galloway, ook in België en in Frankrijk. Rulandus spreekt van zeven soorten van dit marmer. 1 . Marmor nigrum Belgicum of Belgisch zwarte marmer. 2. Annebergicum, of de Annebergen Marmeren. 3. Ratisbonense of het Regenburger marmer. 4. Belgicum, of het Belgische-marmer, waarvan hij zegt dat het de geur van zwavel heeft. 5. Een zwart marmer, dat ruikt naar verbrande of gecalcineerde hoorn. 6. Marmor Andegavense, een zeer zwart gepolijst marmer dat niet ver van die stad (Anjou) wordt gevonden. 7. Een zwart marmer genaamd Stolpense met een ijzerkleur en hardheid. Deze marmer noemt Agricola Bisalten en Rulandus Busalten. In het Nederlands Stolpischer-stein. De naam Basaltes (basalt) waarmee dit marmer wordt genoemd, komt van het Ethiopisch woord Basall dat ijzer betekent. En deze steen (zegt Boetius) heeft de kleur van ijzer en kan precies gepolijst zijn. Boetius zegt dat zijn steen gevonden is in Ethiopië en in diverse delen van Duitsland; in Silezië, en in de ten oosten van Bohemen en dat het in de mijnen groeit waar het wordt gevonden in de vorm en dikte van houten vaten die aan één uiteinde zijn geslepen.
Van het gebruik ervan.
Het zwarte marmer wordt gebruikt voor het onderzoek van goud en zilver en daarom wordt het van sommigen Basanus a Basanizo genoemd, wat ijverig onderzoeken betekent, welke naam eigen is aan lapis Index of Lydius en dat voor het gebruik ervan voor onderzoek van goud en zilver. Het wordt vaak gebruikt in trottoirs en graven. Het graf van die illustere prins, hertog Maurits de keurvorst was gemaakt van deze marmer zegt Rulandus.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/